jaarverslag 2011 WELSTANDS-/monumentenCOMMISSIE
Zwolle
Inhoudsopgave Voorwoord van de voorzitter
4
Conclusies en aanbevelingen
5
Inleiding: Hoe de wereld verandert
6
1. Aan de commissie voorgelegde ontwikkelingen in 2011
8
2. Ervaringen met het huidige welstandsbeleid
21
3. Adviesaanvragen
22
4. De welstandscommissie
22
De welstands-/monumentencommissie in 2011
23
Beeldkwaliteitplannen
24
Verslag overleg wethouder
25
M
et dit jaarverslag geeft de welstandscommissie van de gemeente Zwolle met genoegen inzicht in de manier waarop zij het afgelopen jaar heeft geadviseerd aan het college van B&W. Het verslag geeft een beeld van de adviesaanvragen en de werkwijze van de commissie. Daarnaast wordt aan de hand van een selectie inzicht geboden in de breedte van het advieswerk. Het jaarverslag is niet alleen een verplichting op grond van de woningwet, maar het is zeker een goed gebruik om aan het college van B&W, de gemeenteraad en aan geïnteresseerden verantwoording af te leggen over haar advisering. Tevens wil zij met het jaarverslag uitnodigen om mee te denken over de borging van de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente Zwolle. Het welstandstoezicht is openbaar en transparant. De commissie ervaart ook in toenemende mate dat plannen worden toegelicht in de commissievergadering. De commissie hecht grote waarde aan deze openbaarheid. Openbaar en transparant welstandstoezicht dragen immers bij aan een breed draagvlak onder bestuur en burgers van de gemeente.
Gaarne zijn wij bereid om het jaarverslag 2011 met de gemeenteraad en het college van B&W te bespreken. De voorzitter van de welstands/monumentencommissie Zwolle, Jan Mulder
voorwoord
Ook in 2011 hebben wij bij vele bouwwerken in een vroeg stadium meegedacht en geadviseerd over ontwerpen in diverse stadia. Het is onze ambitie om als kwartet - opdrachtgever, ontwerper, lokale overheid en ons expertise team - te gaan voor ‘goud’. Een positieve instelling en elkaar stimuleren moet kenmerkend zijn voor onze werk- en samenwerkingscultuur. De samenwerking met de functionele medewerkers van de gemeente Zwolle is ook het afgelopen jaar uitstekend geweest. En de professionele ondersteuning vanuit Het Oversticht werd alom gewaardeerd. Het jaarlijkse gesprek met de functionele wethouder stellen wij zeer op prijs. Beleidsopdrachten van Raad en Gemeentebestuur geven richting aan ons handelen.
Architectenkeus In Zwolle zijn de afgelopen jaren meerdere bouwprojecten gerealiseerd waarbij de architectenkeus een belangrijke schakel vormde naar bijzondere of meer dan gemiddelde ruimtelijke kwaliteiten. Genoemd kunnen worden de nieuwe IJsselbrug, de Spinhuisbrug en het X-gebouw op de campus Windesheim. Meervoudige opdrachten in het kader van Europese aanbestedingen en prijsvragen zijn instrumenten die ook dit jaar weer bijzondere resultaten hebben opgeleverd. Genoemd kunnen worden het in aanbouw zijnde nieuwe zwembad en het ontwerp voor de rode torenbrug.
conclusies en aanbevelingen
Het dakenlandschap Het dakenlandschap is voor het beschermde gezicht van grote betekenis. Te veel of te nadrukkelijke ingrepen in de kappen van individuele panden staat dus op gespannen voet met het respecteren van het beschermde stadsbeeld. Anderzijds zijn deze ingrepen voor de gebruikswaarde en de toekomstwaarde van panden weer positief, leegstand en verval worden tegengegaan. De commissie adviseert in alle gevallen de hoogst noodzakelijke ingrepen toe te passen. Met andere woorden, maak zo min mogelijk en zo klein mogelijke dakramen, maak de dakterrassen en dakkapellen zo klein mogelijk, en plaats ze zo onopvallend mogelijk. Ook komt de vraag naar het plaatsen van zonnepanelen langzaam aan de orde en zijn de eerste panelen in het beschermde stadsgezicht geplaatst. Gezien de veelheid aan ingrepen en de betekenis voor het dakenlandschap is een specifiek hierop gericht beleid aan te bevelen.
Hoe de wereld verandert
Stichting RIBO - Erve Woldhuis, Hengelo
Ook voor beschermde stads- en dorpsgezichten zijn vergunningvrije bouwactiviteiten voorzien. Ruwweg betekent dit dat de ene maand de Amsterdamse grachtengordel wordt voorgedragen voor plaatsing op de lijst van Wereld-erfgoed en de volgende maand vergunningvrij bouwen op de binnenterreinen van die grachtengordel mogelijk wordt. In de gemeenten in Overijssel en Flevoland die beschermde gezichten hebben, worden de gevolgen van die maatregel bestudeerd.
Inleiding
Het jaar 2011 stond voor alle commissies in het teken van ‘minder’. Het planaanbod voor toetsing aan welstandsbeleid was gemiddeld over het jaar 25% minder dan in 2010. De terugloop ten opzichte van 2007 is zelfs 45%. Behalve de crisis in economie en bouw zijn daaraan wijzigingen in beleid debet. Het rijksbeleid werd in 2010 met invoering van WABO en BOR gewijzigd en de gevolgen daarvan werden in 2011 goed zichtbaar. Gemeenten reageren op de veranderende omstandigheden door beleid en werkwijzen tegen het licht te houden. Ook dat leidt vaak tot reductie van het aantal bouwplannen dat voor toetsing aan welstandsbeleid wordt aangeboden. Het Oversticht zelf past werkwijzen (in overleg met gemeenten) en taakomvang ook aan. Ook in huis wordt de efficiency vergroot. Al die reductie betekent vaak dat een herijking plaatsvindt op de essentie van beleidsinstrumenten: wat wilden we ook al weer met omgevingskwaliteit en hoe bereiken we dat het best? Werd met de introductie van de welstandsnota’s in 2003 nog wel met argusogen gekeken naar alle kwaliteiten die in het gemeentelijk territorium konden worden onderscheiden, anno 2011 zocht men veel meer naar de nuance en naar het sturen op hoofdzaken. Er ontstaan dus meer welstandsvrije gebieden in gemeenten en er wordt meer vergunningvrij gebouwd door wijzigingen in het wettelijk kader. Van die door ‘Den Haag’ geëntameerde wijzigingen is de aanpassing van de Monumentenwet per 1 januari 2012 een voorbeeld. Ook voor monumenten zijn nu vergunningvrije bouwactiviteiten gedefinieerd. De regering gaat ervan uit dat eigenaren van monumenten zelf wel kunnen bepalen of onderdelen monumentale waarde hebben en dat zij die onderdelen dan wel zullen respecteren. Op grond van onze ervaringen hebben wij daarin minder vertrouwen. Het herinnert ons aan een proefboerderij in Twente, net vóór de oorlog gebouwd in opdracht van een fabrikant en bedoeld als ‘modern’. Het woonhuis van twee bouwlagen werd voorzien van een lift: vermoedelijk de enige boerderij in Nederland met een lift. Die lift werd dan ook met nadruk genoemd in de omschrijving van het rijksmonument. De nieuwe eigenaar meende dat in een boerderij geen lift hoort, demonteerde de boel en maakte twee kasten van de liftschacht.
Nieuw beleid dat op de recente ontwikkelingen inspeelt, krijgt intussen gestalte. Bijvoorbeeld met de nieuwe welstandsnota’s van Deventer en Hardenberg. In beide gemeenten werd veel aandacht besteed aan consultatierondes in wijken of met belanghebbenden. In beide werd goed geanalyseerd welke waarden of kwaliteiten men in de ruimtelijke orde van de gemeente onderscheidt. Op basis van de ambities die daarvoor werden geformuleerd, werd nieuw welstandsbeleid ontworpen. In Deventer viel op dat er veel draagvlak is voor sturen op kwaliteit. In Hardenberg werd meer gezocht naar een goede afstemming van waarop je stuurt met het bestemmingsplan en waar aanvullend welstandsbeleid nodig is. Behalve op ‘beleid’ valt er ook te sturen op de processen en procedures. In vijf gemeenten werd de stadsbouwmeester naar model van Het Oversticht geïntroduceerd. Doel is, net als bij het straktrekken van het beleid: slimmere werkwijzen, snellere procedures en de franje eraf. Met de introductie van de ‘stadsbouwmeester’ (de term en status komen uit de wet), kunnen we ook sturen op meer vooroverleg, op een zichtbaar en herkenbaar adviseur van burger en bestuur, voorwaarden voor een ander gezicht van ‘welstand’. Nu het bouwen in uitbreidingen stilvalt en de opgaven van hergebruik en herbestemming op de voorgrond komen, biedt Het Oversticht ook op dit terrein de gemeenten de helpende hand. Hergebruik van agrarische en industriële complexen hebben we de afgelopen tien jaar al veel aandacht gegeven, onder andere bij de uitvoering van het programma dat de provincie Overijssel daarvoor had opgezet. Wij zetten dat door met aandacht voor kerken, scholen, winkelgebieden en bedrijventerreinen. Onze acties op dit terrein van hergebruik en herbestemming zijn voorbeeld van sturen op kwaliteit in processen naast en voorafgaand aan toetsing op ‘welstand’.
ROC Hengelo
Als laatste wijzen wij op de te verwachten invoering van wat men in Den Haag noemt de ‘Kan-bepaling’. Vermoedelijk per 1 januari 2013 kan de toetsing aan welstandsbeleid ook aan anderen dan de welstandscommissie worden opgedragen. Ambtelijke toetsing kan dan tot de mogelijkheden behoren. Enerzijds wordt daarmee het oude stelsel van afdoening met de ‘loketcriteria’ nieuw leven ingeblazen en anderzijds betekent de nieuwe vormvrijheid dat meer maatwerk met stadsbouwmeesters, supervisoren voor gebieden en commissies gemakkelijker mogelijk wordt. Aandachtspunt is de onafhankelijkheid van de toetsing, want dat is in de huidige regelgeving een eis, maar zal vervallen in de voorgestelde nieuwe situatie. Pal na de invoering van die vernieuwing is de nieuwe Omgevingswet te verwachten. Dus wie denkt alle systeemwijzigingen onder de pet te hebben, kan zich nog eens schrap zetten. Constante in het werk van de commissies blijft hoe dan ook de aandacht voor de waarden die we in onze gemeenten herkennen en de noodzaak om beleid te formuleren op basis van de ambities die gemeenten hebben en houden om kwaliteiten te versterken en te bewaren: “de bevordering en instandhouding van het landelijk en stedelijk schoon”.
7
School in voormalige kerk Foto: Ben Vulkers
1. Aan de commissie voorgelegde ontwikkelingen in 2011 In dit hoofdstuk wordt een selectie van behandelde adviesaanvragen beschreven en geïllustreerd. De selectie geeft een representatief beeld van de voorkomende adviesaanvragen en de wijze waarop de commissie daarover heeft geadviseerd. Fundatie, uitbreiding museum aan de Blijmarkt Museum De Fundatie is gevestigd in het voormalige gerechtsgebouw aan de Blijmarkt/Potgietersingel. Het is een rijksmonument in het beschermde stadsgezicht. Het is een classicistisch gebouw gesitueerd tussen de stadsgracht en de middeleeuwse stad. Het gebouw is tweezijdig symmetrisch met van oorsprong twee zittingszalen ter weerszijden van de centrale hal met hoge vide. Het gebouw heeft verschillende verbouwingen meegemaakt in 1890, 1977, 1982 en 2033. De vraag naar uitbreiding leidt tot een volume op het gebouw, in een vloeiende vorm tegenover de statische verschijning van het huidige gebouw, als bijdrage aan het stadsbeeld, volgens het denken van nu maar in evenwicht met het verleden. De opbouw is gesloten met een groot venster, oog, op het noorden met goed uitzicht op de oude stad met Peperbus. Architect Henket geeft aan dat de materialisatie van de opbouw duurzaam mooi moet blijven, niet al te glanzend en met een rustige kleur.
De commissie constateert dat sprake is van een spectaculair ontwerp. In een volstrekt eigentijdse vorm wordt een twee verdiepingen hoog volume op het bestaande gebouw geplaatst. De constructieve oplossing maakt dat de bouwkundige ingrepen aan het bestaande monumentale gebouw minimaal zijn. De visuele impact op het gebouw en de omgeving zal groot zijn. De bijzondere en van de omgeving afwijkende architectuur van het bestaande gebouw in combinatie met de publieke functie rechtvaardigen een ingreep die zo opvallend en afwijkend is. Het ellipsvormige volume van de nieuwe opbouw komt door de vorm en constructie als het ware los van het bestaande. De uiteindelijke keus voor een keramische tegel van Makkummer aardewerk in lichte wit/blauwtinten als bekleding van de opbouw versterkt de markante verschijning, zonder dat het nieuwe volume te zwaar aftekent tegen de lucht.
8
Brandweerkazerne Noord, Middelweg Architect Laurens Jan ten Kate van studio HH heeft de nieuwe brandweerkazerne aan de Middelweg ontworpen. Hij is er in geslaagd een bijzonder gebouw te ontwerpen op een locatie aan de Middelweg, een belangrijke route in de stad, waar een aansprekende architectuur van harte welkom is. De brandweerkazerne op de Marslanden is ook door Ten Kate ontworpen. Hiervoor kreeg hij de architectuurprijs Zwolle 2008. De brandweerkazerne noord is aanmerkelijk kleiner dan de hoofdvestiging. Toch is ook hier opvallend hoe Ten Kate er in slaagt het ontwerp een boeiende ruimtelijke vertaling te laten zijn van het programma van eisen. Het resultaat is dit keer een interessante witte plastiek voor kantoor- en logiesfuncties en een basketbalveld op het dak van de techniekruimte. De commissie is enthousiast over het ontwerp.
Gevelreclame Wehkamp Meeuwenlaan Wehkamp heeft een groot reclamedoek aan de gevel aan de Meeuwenlaan laten aanbrengen. De welstandscommissie is hierover advies gevraagd in het kader van handhaving. De reclame bedekt in de entreegevel de vier verdiepingen over meer dan 20 meter lengte. De reclame is onvoldoende afgestemd op de architectuur en buiten proporties qua afmetingen waardoor deze te opzichtig en dominant is in de omgeving. In overleg met de gemeente en Wehkamp is de reclame teruggebracht tot afmetingen die in redelijke verhouding staan tot de afmetingen van het gebouw. Ook is de reclame qua plaatsing en detaillering beter afgestemd op de architectuur van de gevel.
9
Zwembad, Ossenkamp- Rechterland Het in uitvoering zijnde ontwerp voor het nieuwe hoofdbad op De Vrolijkheid is het resultaat van een Europese aanbesteding. Voor de locatie zijn stedenbouwkundige en beeldkwaliteit randvoorwaarden geformuleerd. Het juryrapport van het winnende ontwerp zegt over de architectonische uitwerking ondermeer het volgende: “Een sober en doelmatig ontwerp met weloverwogen vorm- en kleuraccenten geeft het gebouw z’n karakter, maar het geheel is weinig onderscheidend van z’n omgeving. De grote glaspuien in de kopgevels, gericht op Ossenkamp en Rechterland, geven het gebouw een duidelijke zwembaduitstraling. De gevels tonen een consequente en rustige uitwerking waardoor het gebouw een kwalitatief hoge en degelijke uitstraling heeft. De entreegevel is eenvoudig van opzet en uitgevoerd in een mooie baksteen. De door de vormgeving uitnodigende entree wordt geaccentueerd met een hoog glazen volume en zorgt voor een royaal binnenkomen. Het kleur- en materiaalgebruik toont een uitgebalanceerd geheel van enerzijds nuchter/zakelijk en anderzijds fris en vrolijk.” Het aquabad wordt gerealiseerd door de Pellikaangroep naar ontwerp van POS4 architectur/städtebau Düsseldorf.
10
Bagijneweide, nieuwbouw zorgvoorziening IJsselheem Architect De Velde presenteert het ontwerp voor de ontwikkeling van een woongebouw met 35 zorgplaatsen. Het betreft herhuisvesting van verpleeghuis De Weezenlanden. Het gebouw heeft drie bouwlagen in een L-vormig volume, gesitueerd op een hoek bij het centrale plein Bagijneweide. De architectuur is geïnspireerd op de architectuur in de buurt en moet het gebouw naadloos laten aansluiten bij de omgeving. De tweekamer-vleugels en de achterzijde hebben een kapverdieping, het hoekvolume met centrale woonkamers en entree heeft drie lagen plat als hoofdvorm. Buitenterrassen markeren de hoek waar in de pleinruimte een forse boom staat. Vanwege de beleving zijn veel erkers, hoekvensters, en dakkapellen in verschillende vormen aangebracht. De commissie is van mening dat het onderscheid in architectuur tussen het hoekvolume en de twee kamervleugels ten koste gaat van de uitstraling van het gebouw als geheel. De vele thema’s en vormen als handreiking naar de buurt en de gewenste kleinschaligheid brengen te weinig samenhang in het ontwerp. De commissie adviseert het ontwerp op dit aspect te heroverwegen. In het aangepaste ontwerp is de architect er in geslaagd een meer uitgesproken architectuur te realiseren die beter aansluit bij de grotere bouwblokken in de omgeving.
Holtenbroek fase 2 trapjeswijk cluster T14 en T18, 111 woningen In Opdracht van SWZ heeft architect Kappelhoff van LKSVDD een ontwerp gemaakt voor 111 woningen in Holtenbroek. Voor het betreffende gebied is een beeldkwaliteitplan Trapjeswijk opgesteld. In het beeldkwaliteitplan ligt het accent op de overgangen van bouwblokken en percelen, het privé, naar de openbare ruimte door toepassing van stoeptuinen en veranda’s, wonen aan het groen. De grondgebonden verandawoningen en tuinwoningen worden gecompleteerd met een appartementenblok in opdracht Van Frion. De woningen worden uitgevoerd in een witte baksteen met langs de steeg die door het project loopt, als accent een bruine steen. Het parkeren is opgelost in de binnengebieden. Het ontwerp voldoet aan de gestelde beeldkwaliteitseisen en derhalve ook aan redelijke eisen van welstand. Het ontwerp borduurt voort op de tot nu toe gerealiseerde hoge ruimtelijke kwaliteit in de trapjeswijk en muziekwijk in Holtenbroek.
11
Watertoren Turfmarkt Architect Moritz (19HetAtelier) geeft een toelichting bij het ontwerp voor de ontwikkeling van de watertoren aan de Turfmarkt te Zwolle. Het plan betreft de herbestemming en aanpassing van een toekomstig gemeentelijk monument. De watertoren uit eind vorige eeuw heeft eind jaren 50 een nieuwe, tienhoekige schil gekregen. Het planconcept gaat uit van het zichtbaar maken van beide ‘torens. De naastgelegen huisartsenpost en reinwaterkelder worden ook bij de plannen betrokken. Er komt een lift binnen in de toren, het trappenhuis wordt een veiligheidstrappenhuis gedeeltelijk binnen en buiten de toren. Het plan is ingediend bij de provincie voor financiële steun. Er worden drie gebruikersmodellen geschetst. .De commissie spreekt haar waardering uit voor de ingeslagen route, maar tekent aan dat in de architectonische uitwerking terughoudendheid gewenst is. De nu getoonde architectonische schetsen zijn opvallend en divers. Moritz geeft aan dat dit nog geen ontwerp is, maar een verkenning van de mogelijkheden en wensen. De commissie vraagt ook aandacht voor de omgeving van de toren, deze zou mee ontworpen moeten worden. De nieuwe functie en architectuur vragen om een ander context. Assiesplein 1, uitbreiding Huis Van Cleef Het plan betreft de verbouwing van het Huis Van Cleef, een voormalig pakhuis uit 1785. Het perceel waar het om gaat, is gelegen aan het Assiesplein en bevindt zich in het singelgebied. Het gebied kenmerkt enerzijds door losstaande grote bouwvolumes aan de grachtzijde en anderzijds door gedifferentieerde bouwvolumes in de straatwand aan de stadzijde. De directe omgeving is op het moment in ontwikkeling met een aantal herbestemmingopgaven (Gevangenis en het Flevogebouw) en de herinrichting van het openbaar gebied. Het ontwerp omvat het realiseren van een bouwvolume vóór het monument in de gevelwand aan de stadzijde. Daarnaast worden er doorbraken in het pakhuis gemaakt ten behoeve van de verbinding tussen de nieuwbouw en het monument. Het pakhuis is door de slechte staat waarin het verkeerde in de jaren ’70 van de vorige eeuw, geheel gerestaureerd en gewijzigd, waarbij o.a. alle muren opnieuw zijn gemetseld en de ramen zijn vervangen. De commissie is van mening dat het plan zeer zorgvuldig tot stand is gekomen. Op basis van een historisch onderzoek is gebleken dat het realiseren van een bouwvolume voor het pakhuis aan de Assiesstraat te rechtvaardigen is. De plannen zijn in de ontwikkelfase enkele keren in de commissie voorgelegd en besproken. De architect heeft de adviezen van de commissie meegenomen in de plannen. De commissie is van mening dat de hoofdvorm, materialisering en de gevelbekleding van de nieuwbouw ontworpen zijn met grote aandacht voor de historische stedenbouwkundige ontwikkeling van het gebied, de omgeving en de detaillering. Het doet hiermee recht aan het monument en zal tevens een bijdrage leveren aan de directe omgeving. 12
Tuinstraat 64, Hertenstraat 8, nieuwbouw gezondheidscentrum Woonzorgconcern IJsselheem wil aan de Hertenstraat op de locatie van de kringloopwinkel een nieuw gezondheidszorgcentrum realiseren. Architect De Velde heeft hiervoor een ontwerp gemaakt dat in nauw overleg met stedenbouw tot stand is gekomen. De wens van de opdrachtgever om de nieuwbouw qua maat, schaal en architectuur op te laten gaan in de wijk Assendorp is door de architect vertaald in een ontwerp dat zich naadloos voegt naar de directe omgeving. De commissie kon zich dan ook makkelijk vinden in het ontwerp dat voldoet aan de gebiedsgerichte criteria in de welstandsnota. Kenmerkend is de hoofdvorm, twee lagen met kap, een parcellering en maatvoering in de gevelcomposities die overeenkomt met de omgevingsarchitectuur en een materiaal- en kleurbeeld dat ontleend is aan de omgeving.
Kraanbolwerk De commissie wordt 23 juni door stedenbouwkundigen Snel en Boelhouwers geïnformeerd over de stand van zaken herontwikkeling Kraanbolwerk. De commissie spreekt haar waardering uit over de complete en zorgvuldige presentatie. Er ligt een volstrekt heldere analyse van het gebied en de opgave en alle randvoorwaarden en relevante aspecten zijn benoemd. De commissie geeft aan dat de cultuurhistorische, architectuurhistorische en typologische wortels van dit gebied leidraad moeten zijn voor herontwikkeling. Het rapport ‘Cultuurhistorische verkenning en analyse’ van bureau Urban Fabric is in dit verband relevant. Behoud van de Volharding zou uitgangspunt moeten zijn. In een speciaal belegde workshop 18 augustus praten een delegatie van de commissie en stedenbouw en AM over stedenbouwkundige vraagpunten en de nadere uitwerking van de identiteit van het gebied. Het resultaat van de workshop levert ondermeer handvatten hoe om te gaan met de Volharding en de betekenis van de soort en kwaliteit van de toe te passen architectuur.
13
Esdoornstraat 25, vergroten kerkgebouw De Opstandingskerk, in 1964 gebouwd door architect W. Boxman, behoort qua architectuur tot een van de markante kerken uit de wederopbouwperiode in Overijssel. Het kerkgebouw krijgt aan de noord- en oostzijde een uitbreiding in een zelfstandig vormgegeven volume, uitgevoerd in naturel betonnen gevels en met een richtingverdraaiing ten opzichte van het bestaande gebouw. De oostgevel, gericht op de Middelweg, verdwijnt vrijwel geheel achter de uitbreiding. In het eerste ontwerp voor de nieuwbouw ziet de commissie te weinig samenhang met de bijzondere architectuur van het bestaande kerkgebouw. Het bestaande complex is opgebouwd uit drie geschakelde rechthoeken: het voorplein met toren, een vleugel met vijf zalen en diverse faciliteiten en de kerkzaal zelf. De nadruk in de architectuur ligt in een evenwichtig lijnenspel van horizontalen en verticalen. De nieuwe aanbouw krijgt door de afwijkende richting en de massa/hoogte en het afwijkende gevelmateriaal aan de Middelwegzijde, te veel nadruk en doet afbreuk aan de specifiek benoemde kenmerken van geschakelde rechthoeken en het architectonische lijnenspel. Ook de glaskap in de uitbreiding ontkent de horizontale belijning als belangrijk architectonisch kenmerk. In een aangepast ontwerp is architect Borkent er in geslaagd de nieuwe aanbouw zo vorm te geven, dat herkenbaar, met respect voor de bestaande architectuur is ontworpen en toch ook tegelijkertijd een nieuwe kwaliteit wordt toegevoegd.
14
Broerenkerk, aanbouw ten behoeve van boekhandel Waanders Met een schetsmaquette laat architect Moritz (19Het Atelier) de commissie 15 september zien hoe de nieuwe aanbouw qua situering en vorm aansluit op de Broerenkerk. De aanbouw is nodig omdat in de kerk geen plaats is voor toiletten, keuken en opslag. Ook bleek een kelder onder de kerk te veel risico’s met zich te brengen wat betreft de constructie van de kerk. Stedenbouwkundig is aangegeven dat de aanbouw binnen de oude rooilijn van de aanbouwen uit 1704/1954 gesitueerd dient te worden. Het ontwerp toont een gestaffelde gevel van individuele pandjes met een ruimtelijk accent ter hoogte van de hoofdentree van het kerkgebouw. De geveltjes worden onderling verbonden door glasstroken en de kappen worden met zink gedekt. Materiaal en kleur van de gevels is nog niet bepaald, maar de architect denkt aan stucwerk in een warme kleur. De gevelcompositie met meer of minder transparante glasopeningen past bij de abstracte vorm van de individuele pandjes. De commissie spreekt van een spannend ontwerp. Wel zet de commissie vraagtekens bij de vorm van het ruimtelijk accent bij de hoofdentree van de kerk. Verder dreigt bij te veel materiaal/ en kleurwisseling een gebrek aan samenhang in het beeld van de aanbouw. In een tweede aangepast ontwerp is de massacompositie versterkt en is meer samenhang in materiaal en kleur gerealiseerd. De commissie is positief over het ingediende ontwerp. Rodetorenbrug In opdracht van de gemeente is een Programma van Eisen voor de Rodetorenbrug vastgesteld. In het kader van een openbare aanbesteding zijn acht bureaus gevraagd een schetsontwerp te maken voor de Rodetorenbrug, een voet-/fietsbrug die het Rodetorenplein verbindt met de Pannenkoekendijk als onderdeel van centrumontsluiting langzaamverkeersroute. Basis voor het ontwerp was een vormgevingsplan opgesteld door de gemeente. Een selectiecommissie heeft de schetsontwerpen beoordeeld en heeft gekozen voor het ontwerp van Ney en partners te Brussel. De welstands/-monumentencommissie is enthousiast over het ontwerp en spreekt van een heel mooie, prachtige brug. Het ontwerp voldoet ook aan het vormgevingsplan en is door een subtiele constructie en detaillering een elegante verschijning: een verderlichte verbinding tussen beide oevers zoals het vormgevingsplan vraagt.
15
Holtenbroek, nieuwbouw MMWT 29 September presenteert architect Van Ringen een ontwerp voor het project Mens & Milieu Vriendelijke Wonen trapjeswijk te Holtebroek in opdracht van SWZ. In een U-vormig bouwblok zijn appartementen en grondgebonden woningen rond een gemeenschappelijke tuin gegroepeerd. Met een garage en tuinmuur wordt de binnentuin afgesloten van de buitenwereld. De binnentuin zet zich voort op het dak van de parkeergarage. In de tuin zijn bergingenclusters opgenomen met een groendak. Op de platte daken kunnen zonnecollectoren worden geplaatst en er is de mogelijkheid voor een dakopbouw. De gevels kenmerken zich door een afwisseling in de toepassing van materialen en kleuren en een fors uitkragende dakrand op kolommen. Een modern en eigentijds woonconcept is door de architect vertaald in een sympathieke gevel met veel karakter die goed aansluit op de andere nieuwbouw in de trapjeswijk. De stedenbouwkundige randvoorwaarden en beeldkwaliteitseisen werpen hun vruchten af. De commissie is positief over het plan.
16
Holtenbroek, Muziekwijk woningbouw clusters T15, T16 en T19 Architect Bakker van INBO presenteert 27 oktober in opdracht van SWZ en Hegeman Bouwgroep een ontwerp voor 40 appartementen en 78 eengezinswoningen in de muziekwijk Holtenbroek, verdeeld over drie clusters. De appartementen worden in gestapelde bouw in twee blokken van vijf lagen ondergebracht. De eengezinswoningen kennen twee bouwlagen, optioneel een derde laag, en hebben verschillende beukmaten met veel indelingsvarianten. De architectuur is robuust in lichte kleur baksteen en heeft een gevelbeeld waarbij iedere woning herkenbaar is door een bescheiden differentiatie in hoogte en door insnoeringen op de woningscheidende bouwmuren. Tuinmuren maken integraal onderdeel uit van het ontwerp. Het parkeren is grotendeels gerealiseerd op de binnenhoven, zoals kenmerkend voor het nieuwe Holtenbroek. Ook dit ontwerp voor de Muziekwijk wordt door de commissie positief ontvangen.
17
Vogelbuurt Supervisor Van der Pol geeft een toelichting op het masterplan dat ten grondslag ligt aan het ontwerp Vogelbuurt. Delta Wonen wil 60 woningen realiseren ter vervanging van de Vogelbuurt die reeds gesloopt is. Hiervoor zijn twee bouwblokken opgenomen in het gebied direct tegenover het Wehkampgebouw. Architect Tombal geeft een toelichting op het woningbouwontwerp. In totaal gaat het om 60 woningen in de sociale huur in twee bouwblokken met parkeren op de binnenterreinen. De grote woningen komen aan de Katerdijk. Kernvraag voor het ontwerp was: hoe afwisseling en vriendelijke gebouwen te maken? De architect heeft hiervoor de volgende keuzes gemaakt: verbijzondering van de hoeken, toepassen van kappen, afleesbaarheid van de individuele woning d.m.v. hemelwaterafvoeren vlak in de gevel, een lichte kleur voor de gevels, grote vensters zowel op aansluiting maaiveld als op verdieping, diepe negges en afwisseling in metselwerkverbanden. Verder gevelpannen en verholen goten, aluminium kozijnen, bergingen begroeid en bomen op binnenterreinen. De supervisor is enthousiast over het ontwerp dat past binnen het beeldkwaliteitplan. Het ontwerp toont subtiliteit in de variatie en heeft een goede parcellering. De commissie spreekt haar waardering uit over het plan, zowel het masterplan, het beeldkwaliteitplan, als het woningontwerp. Zij maakt nog de volgende kanttekeningen: De mergelkleur voor de gevels geeft het project een eigen karakter, maar hoe sluit dat aan op de rest van de buurt en de inrichting van de openbare ruimte? De commissie vraagt zich af hoe de lichte kleur van de daken gerealiseerd gaat worden. De voordeuren moeten aandacht en individualiteit uitstralen. De vormgeving en inrichting van de openbare ruimte dient de verblijfskwaliteit te ondersteunen.
18
Oude Mars, herbestemming boerderij In opdracht van Zorgcentrum ’t Zand krijgt de boerderij de Oude Mars, gelegen bij het landgoed Zandhove in Zwolle zuid en gebouwd in 1938, een herbestemming en een uitbreiding. De boerderij, een hoeve van het gesloten type en sinds 2007 rijksmonument, wordt waar nodig gerestaureerd en verbouwd, waarbij vooral het interieur wijzigingen ondergaat. De aanpassingen aan het exterieur en de eigentijdse nieuwbouw naast de boerderij zijn zorgvuldig afgestemd op de monumentale waarden en architectonische vormgeving van deze bijzondere boerderij. Twee niet monumentale schuren worden gesloopt. Op de plek van de werktuigenberging komt nieuwbouw, die qua architectuur geïnspireerd is op de typologie van de boerenschuur. Ook het erfplan van buro Bierema doet recht aan de bijzondere kenmerken van erf en omgeving. Het plan voldoet aan de gebiedsgerichte welstandscriteria en de welstandscriteria voor monumenten. De huisvesting van jonge mensen met een niet aangeboren hersenafwijking blijkt een prachtige herbestemming die de bijzondere kwaliteiten van de boerderij ook in de nieuwe omgeving met 100 vrije kavels buitengewoon tot z’n recht laat komen.
19
M. van Coehoornsingel, aanpassen Flevogebouw Het plan om de verdiepingen van het Flevogebouw te transformeren naar appartementen, is van de baan. BEMOG projectontwikkelaar gaat op de verdieping en in de kap kantoren maken. De eerste ontwerpschetsen tonen ingrepen in de kap die te zeer afbreuk doen aan de hoofdvorm van dit gemeentelijk monument. Ook de vervanging van dakpannen door zink doet afbreuk aan de karakteristieke monumentale uitstraling van dit gebouw. Het vervangen van vensters met enkelglas en roedes door dubbelglas met opplakroedes tast de monumentale waarden aan. In het definitieve ontwerp zijn de pannen en de vensters gehandhaafd en worden achterzetramen toegepast. De ingrepen in de kap zijn vereenvoudigd en teruggebracht tot eenvoudige dakkapellen. Aldus wordt respectvol omgegaan met het monumentale gebouw dat wel de aanduiding FLEVO vervangen ziet worden door BEMOG.
Ontwikkelingen in het Beschermde Stadsgezicht De commissie krijgt regelmatig adviesaanvragen voor aanpassingen van kapverdiepingen in het beschermde stadsgezicht. Het betreft merendeels aanpassingen voor het verbeteren van de gebruiksmogelijkheden van de kapverdiepingen ten behoeve van woonfuncties. Deze aanpassingen leiden tot het plaatsen van dakramen, het aanbrengen van dakkapellen en het maken van dakterrassen. De omvang van de ingrepen baart de commissie zorgen. Temeer daar het veelal ook nog gemeentelijke of rijksmonumenten betreft. Het dakenlandschap is voor het beschermde gezicht van grote betekenis. Te veel of te nadrukkelijke ingrepen in de kappen van individuele panden staat dus op gespannen voet met het respecteren van het beschermde stadsbeeld. Anderzijds zijn deze ingrepen voor de gebruikswaarde en de toekomstwaarde van panden weer positief, leegstand en verval worden tegengegaan. De commissie adviseert in alle gevallen de hoogst noodzakelijke ingrepen toe te passen. Met andere woorden, maak zo min mogelijk en zo klein mogelijke dakramen, maak de dakterrassen en dakkapellen zo klein mogelijk, en plaats ze zo onopvallend mogelijk. Ook komt de vraag naar het plaatsen van zonnepanelen langzaam aan de orde en zijn de eerste panelen in het beschermde stadsgezicht geplaatst. Gezien de veelheid aan ingrepen en de betekenis voor het dakenlandschap is een specifiek hierop gericht beleid aan te bevelen.
20
2. Ervaringen met het huidige welstandsbeleid Door de invoering van de WABO (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) is de welstandsnota 2004 op onderdelen niet meer goed hanteerbaar. Daarom is besloten de welstandsnota te herzien en ‘Waboproof’ te maken. Het Oversticht heeft hiervoor opdracht gekregen. Afgesproken is dat geen herziening van het welstandsbeleid wordt voorbereidt. Er worden bijvoorbeeld geen welstandsvrije gebieden of zones aangewezen. Inmiddels heeft de gemeente het Ontwikkelingsprogramma Binnenstad 2020 gepresenteerd. In het ontwikkelingsprogramma zijn alle relevante beleidslijnen samengevoegd en vertaald naar een samenhangende visie voor de binnenstad en de schil daaromheen. Hierbij ligt de nadruk op de ruimtelijke kwaliteit en het cultureel erfgoed. In de begroting 2011 is al rekening gehouden met het maken van een beeldkwaliteitplan Openbare ruimte voor de binnenstad. De met de werkgroep Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeenteraad gemaakte afspraak voor een binnenstadswandeling samen met de welstands/-monumentencommissie is een mooie gelegenheid de stand van zaken van ruimtelijke kwaliteit van recente nieuwbouwprojecten in het beschermde stadsgezicht te evalueren.
21
3. Adviesaanvragen Van het totaal aantal plannen (633) in 2011 werden 526 aanvragen direct voorzien van een positief advies. 104 aanvragen voldeden naar het oordeel van de commissie niet direct aan de criteria van de gemeentelijke welstandsnota.
4. De welstandscommissie Een welstandscommissie is een onafhankelijke commissie van deskundigen die aan burgemeester en wethouders van een gemeente advies uitbrengt. Centraal in de advisering staat de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand. Deze eisen zijn vastgelegd in het gemeentelijke welstandsbeleid. Bij elke aanvraag kijkt de commissie, met dat beleid als uitgangspunt, of particuliere wensen van degene die wil bouwen of verbouwen stroken met het algemene belang. Een belang dat gericht is op het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van een straat, buurt, wijk of streek. Voor lang niet alle bouwactiviteiten is een advies van de commissie verplicht. Soms is het mogelijk om in delen van een gemeente welstandsvrij te bouwen. En met de invoering van de Wabo in oktober 2010 is het vergunningvrij bouwen verruimd. Een welstandscommissie kan op verschillende wijzen georganiseerd worden. Soms hebben gemeenten een gecombineerde welstand- en monumentencommissie - soms werken gemeenten met een stadsbouwmeester, een mogelijkheid waarin Het Oversticht ook voorziet. Er zijn commissies die adviseren aan één gemeente, er zijn ook bredere commissies die advies uitbrengen aan meer gemeenten. Vaak hangt dit samen met de grootte van de gemeenten en het streven naar efficiency. Groot, klein, gecombineerd of niet – alle commissies hebben een aantal zaken gemeen. De leden worden voor drie jaar benoemd en kunnen dan nog voor een zelfde periode herbenoemd worden; vergaderingen van de commissie zijn openbaar en iedere commissie legt verantwoording af in de vorm van een jaarverslag. Deze zaken zijn in de wet bepaald. Meestal bestaat een welstandscommissie uit architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, cultuurhistorici en vaak ook burgers. Het Oversticht organiseert welstandsadvisering voor gemeenten in Overijssel en een deel van Flevoland. Commissieleden worden na een transparante sollicitatieprocedure ter benoeming voorgesteld aan de gemeenten. De commissies zijn gericht op effectief en efficiënt werken. Vooroverleg in een vroeg stadium van planontwikkeling werkt beter dan toetsing achteraf. De secretaris van de commissie heeft daarom, meestal wekelijks, spreekuur in de gemeente om over bouwinitiatieven in relatie tot welstandsbeleid te overleggen. Het Oversticht doet samen met een aantal organisaties in Nederland onderzoek naar ervaringen van mensen met de welstandscommissie. Bezoekers van het spreekuur wordt gevraagd digitaal een enquête in te vullen. Met de resultaten kunnen we de dienstverlening verbeteren. Soms zijn mensen het met een advies niet eens. In dat geval bestaat de mogelijkheid van een second opinion, uitgevoerd door een andere organisatie en met een landelijk vastgelegd protocol.
22
In 2011 kwam de commissie 24 keer bijeen. Er werden 112 plannen behandeld. Op het spreekuur van de secretaris kwamen ongeveer 67 bezoekers. De welstands-/monumentencommissie in 2011 De commissie maakt deel uit van de bredere commissie IJsselland. Hierin participeren de gemeenten Kampen en Zwolle. In de verschillende gemeenten wordt wisselend vergaderd. De welstands-monumentencommissie Zwolle is in 2011 als volgt samengesteld: voorzitter plaatsvervanger
ing. J. Mulder prof.ir. H.M. Goudappel
secretarissen
ir. A.H.M. Geerdink ir. M.T. ten Hove-van den Heuvel
commissieleden
ir. I. Ezerman ir. N. Jelles dr.ir. J.C.M. Olie P. Brink
monumentendeskundigen plaatsvervangers
drs. M.A.C. Polman drs. M. van Zanten ing. J. Abbink drs. J. Batelaan, MA
landschapsdeskundige plaatsvervanger
ir. A. Coops ir. I.M. Nij Bijvank-van Herel
Tijdens de laatste vergadering in 2011 is afscheid genomen van architect Ezerman. Zijn zittingstermijn van 2 keer 3 jaar liep ten einde.
23
Beeldkwaliteitplannen De commissie beoordeelt bouwplannen aan de hand van het welstandsbeleid dat in de welstandsnota is vastgelegd. Voor ontwikkelingsgebieden gelden beeldkwaliteitplannen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld als beoordelingskader voor welstand. Het betreft in Zwolle de gebieden: • Stadshagen: Werkeren, Havezatepark, In de Hagen, Werkerhoven, Carré, Frankhuis, Breecamp-oost • Westenholte • Hessenpoort • De Vrolijkheid • Windesheim • Zwolse Buiten • Oude Mars • Katwolderplein & Vogelbuurt De secretaris bezoekt twee keer in de week de afdeling vergunningen om de adviesaanvragen in te nemen. De secretaris had in 2011 voor vergunningplichtige plannen het mandaat om positieve en negatieve adviezen uit te brengen. Er is regelmatig contact met de medewerkers van de afdeling Fysieke Leefomgeving. Overleg vindt plaats, ook over onderwerpen die de strikte planbehandeling te buiten gaan. Ook met de afdeling Expertisecentrum Stad en Landschap en Ontwikkeling Ruimte en Strategie zijn er contacten.
24
Verslag overleg wethouder Piek 30 november 2011 Welstandstoezicht blijft van belang als sturingsinstrument voor ruimtelijke kwaliteit, aldus wethouder Piek. In Zwolle houden we vast aan welstandsbeleid. In februari /maart 2012 vindt er een werkbezoek plaats aan de Zwolse binnenstad. De raadswerkgroep ruimtelijke kwaliteit maakt samen met de welstands/monumentencommissie een rondwandeling ter nadere kennismaking. De wandeling biedt de gelegenheid recente nieuwbouwprojecten te evalueren. Dit brengt inzicht in elkaars opvattingen over de ruimtelijke kwaliteit in het beschermde stadsgezicht en geeft wellicht aanwijzingen voor de voorgenomen herziening bestemmingsplan en het op te stellen beeldkwaliteitplan. De vraag komt aan de orde wat Het Oversticht als uitvoerend welstands/-monumenten orgaan nog meer kan betekenen voor de gemeente Zwolle. Wethouder Piek denkt aan meehelpen bij de advisering bij: overwegingen om structuren en gebouwen in een bestemmingsplan uit oogpunt van beeldkwaliteit of cultuurhistorie al dan niet waardevol te betitelen; de vorming van een Beeldkwaliteitplan (bijv. het nieuwe BKP voor de Binnenstad & Schil). bouw- en inrichtingsplannen (nog meer aan de voorkant van het proces!). Piek schetst dat een BKP ook begrijpelijk moet zijn voor leken. Het mag bijvoorbeeld in de binnenstad geen verkeerde verwachtingen wekken of interpretaties oproepen die niet passen in het historisch beeld. Het moet geen BKP zijn vàn, maar vóór deskundigen en iedereen die over een nieuw bouwinitiatief wil meedenken. In dat verband komt het stadsbouwteam aan de orde. Volgens Piek is dat een team bestaande uit deskundigen en leken voor een goede, constructieve discussie voor in het ontwerpproces van een bouw- en/ of inrichtingsplan. Het gaat hierbij om het gebouw in haar context (met uitgangspunten vanuit het bestemmingsplan/BKP, etc). Er wordt in april/mei een memo opgesteld, ter behandeling in raadswerkgroep ruimtelijke kwaliteit.
25