Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
1
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
Verslag Raad van Toezicht
5
1. Ter Introductie
7
1.1 Organisatiestructuur van de TU Delft 1.2 Herijking
9 11
2. Onderwijs 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
13
Strategie/beleid Instroom, doorstroom, uitstroom Internationalisering Kwaliteitszorg en onderwijsorganisatie ICT in het onderwijs (ICTO) Structuurwijzigingen en nieuwe opleidingen Samenwerking Onderwijs en duurzaamheid Overig
14 14 17 18 21 23 24 24 25
3. Onderzoek
27
3.1 Beleid 3.2 Onderzoeksprofilering 3.2.1 Delft Infrastructures & Mobility Initiative (DIMI) 3.2.2 Delft Environment Initiative (DEnvI) 3.2.3 Delft Energy Initiative (DEI) 3.2.4 Delft Health Initiative (DHI)/Medical Delta 3.3 Internationalisering 3.4 Kwaliteitszorg onderzoek 3.5 Graduate Schools 3.6 Onderzoekscholen 3.7 Onderzoeksresultaten
28 29 29 31 35 36 38 39 41 42 43
4. Valorisatie 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6.
49
Tweede en derde geldstroom Intellectueel eigendom Stimuleren ondernemerschap Samenwerking Science Port Holland Holding
50 51 52 55 56 56
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2
5. Bedrijfsvoering
57
6. Mensen
79
5.1 Strategie/beleid 5.2 Organisatie 5.2.1 Reorganisaties 5.2.2 Juridische Zaken 5.2.3 Administratieve processen 5.3 Human Resource Management (HRM) 5.4 Integrale Veiligheid 5.4.1 Veiligheid en Beveiliging 5.4.2 Arbeidsomstandigheden 5.4.3 Gezondheid 5.4.4 Milieu 5.5 Facilitair Management en Vastgoed (FMVG) 5.6 FMVG en Duurzaamheid 5.7 Procurement 5.8 ICT 5.9 Marketing & Communicatie 5.10 TU Delft Library
58 58 58 58 59 60 61 61 62 63 64 64 68 71 71 73 74
6.1 Studenten 6.2 Medewerkers
80 98
7. Financieel verslag 2010
7.1 Ontwikkelingen 2010 7.2 Resultaat 7.3 Financiële positie 7.4 Batenanalyse 7.5 Lastenanalyse 7.6 Investeringen 7.7 Voorzieningen 7.8 Vermogenspositie 7.9 Financiële kengetallen 7.10 Begroting 2011 7.11 VERKORTE JAARREKENING 7.12 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 7.13 Algemene toelichting 7.14 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 7.15 Resultaatbepaling 7.16 Kasstroomoverzicht 7.17 Bezoldiging bestuurders 7.18 Bestuursverklaring 7.19 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
111 112 114 115 116 116 118 119 119 120 120 122 124 125 125 127 127 128 128 128
Bijlagen: Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4
Stand van zaken streefwaarden TU Delft Instellingsplan 2007 -2010 Onderwijsstatistieken Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken Statistieken Organisatie
Leeswijzer: De blauwe teksten tussen aanhalingstekens zijn de relevante doelstellingen uit het instellingsplan 2007 – 2011 en de update daarvan.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
3
Voorwoord De Technische Universiteit Delft (TU Delft) is een veelzijdige multidisciplinaire technische universiteit. Zo‟n 15.000 studenten en 5.000 werknemers werken aan technische oplossingen en vernieuwingen voor maatschappelijke vraagstukken en aan de ontwikkeling van kennis. Hoogwaardige technologische oplossingen zijn vaak te danken aan grensoverschrijdende samenwerking: tussen verschillende vakgebieden, tussen wetenschap en praktijk, of tussen culturen. Maatschappelijk relevante innovatie is gebaat bij een vruchtbare uitwisseling van ideeën op uiteenlopend gebied. Wetenschap is een wereldwijde activiteit. Onderzoekers maken deel uit van steeds uitgebreidere, wereldwijde netwerken. Wetenschap is daardoor steeds minder beperkt tot het nationale domein. De TU Delft heeft de weg naar Europa gevonden, onze deelname in de Brusselse programma‟s groeit gestaag en onze wetenschappers zijn graag gezien in de verschillende expertpanels. Onze deelname aan de Innovation Communities (KIC‟s) van het European Institute of Innovation and Technology (EIT) staat en ons voorstel op het gebied van gezondheid voor Europese samenwerking in het kader van het Regions of Knowledge programma is gehonoreerd. De samenwerking met Imperial College, ETH Zürich, Paris Tech en RWTH Aachen in de IDEA League inspireert. Maar ook buiten de grenzen van Europa worden de contacten met onze partners alsmaar intensiever. Dat wij een van de vier Kavli Instituten voor nanotechnology huisvesten zet de toon voor een goede internationale reputatie. Nationaal zet de TU Delft in op de samenwerking met de andere twee Technische Universiteiten in de 3TU. Federatie en in de regio is de samenwerking met de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit nog maar het begin van de mogelijkheden. De unieke publiek-private samenwerking in FLOW (Far and Large Offshor Wind) schept voor Nederland de kans om de leiding te nemen in de markt voor offshore windenergie. Voor dit innovatieproject heeft het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie in 2010 19,5 miljoen euro toe, terwijl eenzelfde bedrag door de bedrijven in het consortium wordt ingezet. Ofwel de TU Delft is in beweging en timmert aan de weg. Helaas heeft 2010 ook in het teken gestaan van het vooruitzicht op afnemende middelen van overheidswege, terwijl het bedrijfsleven maar moeilijk lange termijn fundamenteel onderzoek zal financieren. Juist deze kennis is op den duur essentieel voor innovatie. De tijdshorizon van dit type onderzoek ligt te ver weg voor de industrie en de onzekerheden zijn te groot. Deze trend wordt nog versterkt door de financiële crisis en de directe en indirecte gevolgen hiervan. Een gebrek aan financiële middelen kan funest zijn. Onderzoekers stemmen immers met hun voeten en gaan daarheen waar de faciliteiten en de omstandigheden het beste zijn. Genoeg aanleidingen om onze financiën op orde te brengen. Daartoe is een ambitieus plan, de Herijkingsagenda, opgesteld waarmee wij middelen vrij kunnen maken om in de toekomst van de universiteit te investeren. Een goede wetenschappelijke infrastructuur met top wetenschappelijke groepen en goede infrastructurele faciliteiten zal onze universiteit in staat moeten kunnen stellen onze internationale toppositie te contineren. Kortom er ligt heel veel werk op het bord van de TU Delft. De uitwerking van de herijking zal nog veel vragen. Wij zullen voor belangrijke beslissingen komen te staan die bepalend zijn voor de toekomst van de TU Delft en voor onze medewerkers. Ik ben optimistisch over onze kansen.
Dirk Jan van den Berg Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
4
Verslag Raad van Toezicht In het verslagjaar is de samenstelling van de Raad van Toezicht als volgt: Ir. G-J. Kramer, voorzitter, oud President-directeur FUGRO N.V. (benoemd tot 1 mei 2013, 2e termijn); Mw. Ir. M.W.L. van Vroonhoven, Lid Raad van Bestuur Nederlandse Spoorwegen N.V. (benoemd tot 1 januari 2014, 2e termijn); Prof. dr. D.D. Breimer, oud Rector Magnificus/ Vz College van Bestuur Universiteit Leiden (benoemd tot 1 mei 2011, 1e termijn); Mw. Drs. K.M.H. Peijs, Commissaris van de Koningin in de Provincie Zeeland (benoemd tot 1 juni 2011, 1 e termijn); Drs. J.C.M. Schönfeld, oud vicevoorzitter, chief financial officer, van de Raad van Bestuur van Stork B.V. (benoemd tot 1 april 2013, 1e termijn) De Raad van Toezicht kent een tweetal commissies, het Audit Comittee, met als leden Schönfeld (Vz) en Van Vroonhoven, en de Benoemings- en remuneratiecommissie, met als leden Kramer (Vz), Breimer en Peijs. Lange termijn visie In het verslagjaar hebben de Raad en het College van Bestuur intensief met elkaar van gedachten gewisseld over de vele ingrijpende (inter)nationale ontwikkelingen op het terrein van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de effecten daarvan op de TU Delft. In het bijzonder zijn daarbij aan de orde gekomen het rapport van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (Commissie Veerman) en de diverse maatregelen opgenomen in het Regeerakkoord zoals die ten aanzien van langstudeerders en studiefinanciering. De Raad heeft in dat verband zijn volle steun uitgesproken voor de voornemens van het College van Bestuur aangaande de aanscherping van het wetenschappelijk profiel in relatie tot de ontwikkelingen op het terrein van de Europese programmafinanciering en verbetering van de efficiëntie van het onderwijs, onder meer door invoering van een numerus fixus voor een drietal opleidingen. De Raad heeft verder zijn vertrouwen uitgesproken in de door het College van Bestuur in gang gezette Herijkingsoperatie die naar het oordeel van de Raad een adequate respons biedt op de actuele, nogal eens negatieve, beleidsdynamiek in het hoger onderwijs. In het verlengde hiervan hebben onderwerpen als verdere professionalisering van de bedrijfsvoering en de campusstrategie als belangrijke randvoorwaarden voor het behalen van de strategische doelen gerichte aandacht gekregen. De Raad en het College van Bestuur hebben ook met elkaar gesproken over intensivering van de samenwerking van de TU Delft met de Universiteit Leiden en de Erasmusuniversiteit Rotterdam. De Raad staat hier in beginsel positief tegenover omdat een dergelijke samenwerking grote voordelen kan bieden voor alle betrokken instellingen en van toegevoegde waarde kan zijn voor de Nederlandse kenniseconomie. De complexiteit van een dergelijk project vereist een zeer zorgvuldige en geleidelijke aanpak waarbij de reputaties van de afzonderlijke instellingen geborgd moeten zijn. De Raad ziet het als zijn taak om erop toe te zien dat aan deze belangrijke randvoorwaarde zal worden voldaan. Over de hele linie gezien is de Raad van oordeel dat de TU Delft goed op koers ligt en van grote toegevoegde waarde is voor de Nederlandse samenleving. Alle inspanningen moeten erop gericht zijn en blijven om deze positie, in een wetenschappelijke arena die steeds competitiever en internationaler wordt, verder te verstevigen. Dit vergt onder meer een gericht en ondersteunend nationaal beleidskader. Bestuur en Beheer De Raad van Toezicht heeft in 2010 vier maal vergaderd. Daarnaast zijn er twee themabijeenkomsten geweest in maart en oktober. Op de themabijeenkomsten zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: Herijkingsoperatie, stand van zaken investeringsplan vastgoed, het wetenschappelijke profiel van de TU Delft, professionalisering van de bedrijfsvoering en verbetering van de efficiëntie van het onderwijs. Het Audit Committee is twee keer bijeen geweest. De Raad heeft ook dit jaar weer een aantal organisatieonderdelen bezocht: de Afdeling Chemical Engineering van de faculteit TNW en het Science Centre. De Raad ervaart deze bezoeken als zeer nuttig en informatief. Personele en interne aangelegenheden Met ingang van 1 januari 2010 is prof.ir. K.Ch.A.M. Luyben aangetreden als Rector Magnificus van de TU Delft. De Raad heeft met genoegen geconstateerd dat hij zich zeer snel heeft ingewerkt in zijn nieuwe functie. Zijn brede en diepgaande kennis van onderwijs en onderzoek komt daarbij in deze turbulente tijden voor het hoger onderwijs uitstekend van pas.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
5
De Raad heeft per 1 mei 2010 de heer Rullmann herbenoemd als lid van het College van Bestuur voor een periode van drie jaar. De portefeuille van de heer Rullmann is bij die gelegenheid uitgebreid met de operationele uitvoering van de (financiële) controltaak. Financiën De Raad heeft in de mei-vergadering het Jaarverslag en de Jaarrekening 2009 goedgekeurd. De Raad heeft in zijn decembervergadering goedkeuring gehecht aan de Begroting 2010. In 2010 is in alle vergaderingen van de Raad uitvoerig aandacht besteed aan de financiële positie van de TU Delft. Bijzondere onderwerpen in dit verband waren: de inrichting van het risicomanagement van de TU Delft, de kwaliteit van de managementinformatie, de lange termijn financiering van noodzakelijke investeringen, inhuur van derden en versterking van de control op de bedrijfsvoering in brede zin. De Raad was onaangenaam getroffen door het besluit van het Ministerie van OCW tot de terugvordering van de subsidie voor de nieuwbouw Bouwkunde. Het besluit is temeer onbegrijpelijk omdat dit bouwproject door experts in binnen- en buitenland zeer wordt geprezen voor zijn vernieuwende en iconische waarde. De beslissing van het College van Bestuur om het besluit langs juridische weg ongedaan te maken heeft dan ook de volle steun van de Raad. Audit Committee Het Audit Committee is ter voorbereiding van de besluitvorming op financieel gebied twee maal bijeen geweest. In de vergadering van maart hebben de jaarrekening, de lange termijn financiering van noodzakelijke investeringen en de interne auditfunctie centraal gestaan, terwijl in december de begroting 2011, de inrichting van het risicomanagement en versterking van de controlfunctie, onder meer wat betreft de monitoring van de opbrengsten van de Herijkingsoperatie ten bedrage van M€ 45, aan de orde waren. Verder is een procedurevoorstel met betrekking tot de Europese aanbesteding inzake de dienstverlening van een externe accountant vastgesteld. De leden van het Audit Committee hebben in het verslagjaar een ontmoeting met de externe accountant gehad om de actuele ontwikkelingen op financieel gebied te bespreken. De voorzitter van het Audit Committee heeft op maandelijkse basis separaat contact met de vice-president for Education and Operations en de directeur Finance om aan de orde zijnde zaken met elkaar te bespreken. Medezeggenschap De Raad, althans een vertegenwoordiger daarvan, heeft twee maal een overlegvergadering tussen het College van Bestuur en de Ondernemingsraad bijgewoond. De Raad heeft hieruit, evenals uit bilaterale contacten met de diverse medezeggenschapsorganen, geconstateerd dat bestuur en medezeggenschap zich beide inzetten voor een goed overlegklimaat tegen de achtergrond van een gedeeld belang, het versterken van de wetenschappelijke reputatie van de TU Delft. De Raad heeft in augustus 2010 zich gekweten van zijn wettelijke bemiddelingsplicht inzake een geschil tussen het College van Bestuur en een medezeggenschapsorgaan over de beslissing het allocatiemodel te bevriezen. De bemiddelingsactie van de Raad is succesvol verlopen en heeft geleid tot nadere afspraken over de reikwijdte van het instemmingsrecht van de Gezamenlijke Vergadering op de hoofdlijnen van het financieel beleid van de TU Delft. Ten gevolge van een wijziging van de Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Wet versterking besturing) is de relatie tussen Raad en medezeggenschapsorganen met ingang van 1 september 2010 gewijzigd. Deze wijziging omvat een zelfstandig recht op rechtstreeks overleg met de Raad, het recht tot voordracht van een van de leden van de Raad en een adviesrecht op de profielen van de leden van de Raad. Raad en medezeggenschapsorganen hebben inmiddels nadere procedurele afspraken gemaakt over hoe om te gaan met deze nieuwe wettelijke situatie.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
6
1. Ter introductie
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
7
Het in 2006 vastgestelde Instellingsplan en de in 2009 vastgestelde update daarvan, vormen het beleidskader van de TU Delft voor de periode 2007 – 2010. Bij de totstandkoming van het instellingsplan zijn onderstaande trends leidend geweest: Urgente behoefte aan technisch-wetenschappelijke oplossingen; Dwingende ontwikkeling naar een mondiale kenniseconomie; Verdere realisatie van de Europese onderwijs- en onderzoeksruimte; Structurele verschuivingen in het universitaire bestel; Toename van kennisintensiteit uit het (inter)nationale bedrijfsleven; Structureel lage instroom in exacte wetenschappen in Europa; Verscherping van wereldwijde concurrentie om wetenschappelijk talent; Strategisch belang van grootschalige onderzoeksinfrastructuren. De algemene positie van de TU Delft ten aanzien van deze macrotrends is in de update van het instellingsplan op hoofdlijnen ongewijzigd. Niettemin zijn vooral de financiële randvoorwaarden voor de TU Delft – en het daaraan gekoppelde financiële meerjarenperspectief – inmiddels aanzienlijk veranderd. Desondanks wil de TU Delft de in 2007 ingezette koers zoveel mogelijk handhaven. Het stellen van prioriteiten binnen het kader van het Instellingsplan 2007-2010 is daarom noodzakelijk. Deze aanpak moet in financiële zin (zowel wat kosten als baten betreft) voldoende opleveren om zoveel mogelijk ambities en doelstellingen uit het Instellingsplan 2007-2010 in 2010 op het gewenste niveau te kunnen realiseren. Omgeving Het effect van een significante toename van de wereldbevolking in de komende decennia vereist in combinatie met het nastreven van steeds hogere welvaartniveaus majeure technologische doorbraken om aan levensbehoeften te voldoen. Deze mondiale ontwikkeling zal in de komende jaren de maatschappelijke opdracht en positie van de TU Delft voor de lange termijn diepgaand beïnvloeden; dit in een context van verdere ingrijpende internationalisering van politieke, economische en wetenschappelijke netwerken. Missie De TU Delft draagt met haar unieke technologische infrastructuur, brede kennisbasis, wereldwijde reputatie en succesvolle alumni significant bij aan verantwoorde oplossingen voor urgente maatschappelijke vraagstukken, zowel nationaal als internationaal. Visie De TU Delft wil haar missie uitvoeren door nieuwe, grensverleggende wetenschappelijke inzichten te ontwikkelen die leiden tot de noodzakelijke technologische doorbraken: kennis als product. Centraal hierbij staat – vanuit een perspectief op duurzaamheid – het op wereldniveau tot stand brengen van multidisciplinair onderzoek en ontwerpen. Haar faculteiten en haar unieke grootschalige technische onderzoeksfaciliteiten vormen hierbij een belangrijke basis. De TU Delft verspreidt haar kennis door hoog gekwalificeerde kenniswerkers op te leiden en kennistoepassingen te stimuleren: kennis als vermogen. Haar opleidingen hebben een internationale aantrekkingskracht. Centraal in de visie staat het aantrekken en benutten van een zo divers mogelijke talentpool. Onderwijs en onderzoek zijn met elkaar verweven en nevengeschikt; beide zijn belangrijke randvoorwaarden voor kennisvalorisatie. Strategie Om de missie en visie te verwezenlijken wil de TU Delft – via selectieve samenwerking, zowel nationaal als internationaal, kwaliteitsverbetering en profielversterking – in 2010 de volgende doelstellingen hebben gerealiseerd: Preferred partner in research voor (potentieel) toonaangevende universiteiten in de wereld; Preferred partner in education voor studenten, zowel uit Nederland als daarbuiten; Preferred supplier van kennis en graduates aan multinationale bedrijven en overheidsorganisaties, MKB en startende ondernemingen; Preferred employer voor wetenschappelijk talent en ondersteunende staf. Beleid Om dit te realiseren zet de TU Delft in op: Het aantrekken van wetenschappelijk talent uit de wereldtop; Het investeren in disciplines die bijdragen aan het oplossen van urgente maatschappelijke vraagstukken; Het aanbieden van brede internationaal gerichte opleidingen met actieve onderwijsvormen; Het creëren van een inspirerende werk- en studieomgeving; Het investeren in state of the art grootschalige onderzoeksfaciliteiten; Het uitbouwen van haar strategische allianties met preferred partners; Het bieden van aantrekkelijke vestigingsplaatsen voor ondernemingen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
8
1.1 Organisatiestructuur van de TU Delft
College van Bestuur Het College van Bestuur kent in 2010 de volgende samenstelling: Drs. D.J. van den Berg, Voorzitter; Prof. Ir. K.Ch.A.M. Luyben, Rector Magnificus; Drs. P.M.M. Rullmann, Vice-president for Education and Operations (VPEO). Verdeling taken en aandachtsvelden: Uitgangspunt is dat op onderwerpen van belang voor alle collegeleden het model van collegiaal beleid wordt toegepast. Verder geldt dat de voorzitter eindverantwoordelijke is voor het bestuur van de universiteit. De voorzitter Strategie en beleid van de instelling; Behartiging extern netwerk; Portefeuille marketing en communicatie; Portefeuille vastgoed; Portefeuille financiële strategie.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
9
De
Rector Magnificus De wetenschappelijke koers van de universiteit in het onderwijs en het onderzoek; De aanstelling van hoogleraren en van wetenschappelijke sleutelposities; Portefeuille onderzoek; Portefeuille valorisatie; Portefeuille bibliotheek; Portefeuille human resources.
De
Vice-president Education and Operations Beheerder Universiteitsdienst; Portefeuille onderwijszaken; Portefeuille studentenzaken; Portefeuille operationele uitvoering; Portefeuille ICT; Portefeuille facilitair management; Portefeuille veiligheid; Portefeuille elektrische en mechanische ondersteuning.
Faculteiten Faculteit Bouwkunde (BK), decaan: Prof. ir. W. Patijn; Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), decaan: Prof. ir. L. de Quelerij; Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI), decaan: Prof. dr. D. Lenstra (tot 1 november); Prof. Dr. Ir. H.J. Sips, waarnemend decaan tot 1 januari 2011; Faculteit Industrieel Ontwerpen (IO), decaan: Prof. dr. C.J.P.M. de Bont; Faculteit Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (LR), Prof. dr. ir. J.M. Hoekstra; Faculteit Technische Bestuurskunde (TBM), decaan: Prof. dr. T.A.J. Toonen; Faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW), decaan: Prof. dr. R.J. Bino (tot 1 juni 2010), prof. dr. ir. T.H.J.J. van der Hagen waarnemend decaan tot 1 november 2010, daarna decaan; Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen, decaan: Prof. drs. M. Waas. Instituten Interfacultair Onderzoeksinstituut OTB, wetenschappelijk directeur: Prof. dr. P.J. Boelhouwer. Universiteitsdienst De Universiteitsdienst ondersteunt de TU Delft als geheel en faciliteert en coördineert bestuurlijke processen. De dienst heeft een belangrijke taak op het terrein van het initiëren en laten uitvoeren van de bestuurlijke agenda van de TU Delft. Dit in nauwe samenwerking met de decentrale TU Delft-organisatie. De Universiteitsdienst bestaat uit de volgende domeinen: Instellingsbeleid (IB); Bestuursondersteuning (BO); Onderwijs en Studentenzaken (O&S); Marketing en Communicatie (M&C); Finance en Control (F&C); Human Resources (HR); Facilitair Management en Vastgoed (FMVG); Informatie- en Communicatie Technologie (ICT); Elektronische en Mechanische Ondersteuning (DEMO); Bibliotheek TU Delft/TU Delft Library. College voor Promoties Het College voor Promoties heeft tot taak: het vaststellen van het promotiereglement; het benoemen van promotoren en het samenstellen van promotiecommissies; het verlenen van het doctoraat; het verlenen van het doctoraat honoris causa; het adviseren over het instellen van bijzondere leerstoelen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
10
Ondernemingsraad De ondernemingsraad van de TU Delft bestaat op dit moment uit 21 leden. In de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) is vastgelegd over welke aangelegenheden het College van Bestuur, voor het een besluit kan nemen, de ondernemingsraad om instemming of advies moet vragen. Studentenraad De Studentenraad vertegenwoordigt en behartigt de belangen van de studenten op deze universiteit. De SR bestaat uit tien studenten en is het hoogste studentenmedezeggenschapsorgaan binnen de TU Delft. Ze vergadert op regelmatige basis met het College van Bestuur. De rechten van de Studentenraad zijn vastgelegd in de landelijke wet. Raad van Hoogleraren De Raad van Hoogleraren adviseert het College van Bestuur over de kwaliteitszorg voor de wetenschappelijke staf en adviseert het College, met name over voorstellen voor benoeming van hoogleraren. De Raad toetst ook de selectie van gastdocenten en research fellows. Groepsraad De Groepsraad bestaat uit de leden van het College van Bestuur en de decanen. In de Groepsraad voert het College van Bestuur overleg met de decanen over zaken van algemeen belang die de universiteit in haar geheel betreffen. Dit staat mede in relatie tot de specifieke belangen van de faculteiten en is gericht op het bevorderen van de eenheid en de ontwikkeling van de universiteit als instelling van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
1.2 Herijking Voortdurende vernieuwing is noodzakelijk om op wereldniveau te blijven meespelen. Hiervoor zijn voldoende middelen nodig. De TU Delft is de laatste jaren echter geconfronteerd met een stagnerende eerste geldstroom en houdt er rekening mee dat dit in de naaste toekomst niet zal verbeteren. De overheidsfinanciering heeft geen gelijke tred gehouden met de stijgende kosten en de matchingsverplichtingen als gevolg van toename van tweede en derde geldstroom. Het is voor faculteiten steeds moeilijker danwel onmogelijk een sluitende begroting te realiseren. Zonder ingrijpen komt het realiseren van de strategische ambities van de TU Delft in het gedrang. Eind 2009 is daarom besloten om de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten en de ondersteuning daarvan te herijken. De faculteiten, het OTB en de ondersteunende directies hebben keuzes voorgesteld die moeten leiden tot het in de komende drie jaar structureel beschikbaar komen van financiële middelen. Vanaf 2011 moet er dan weer sprake zijn van een sluitende exploitatie van alle beheerseenheden. De vrijkomende middelen worden ingezet om essentiële vernieuwing mogelijk te maken. Dat geld kan dan gaan naar onderzoeksgroepen, laboratoria, apparatuur en gebouwen. Verder kunnen deze middelen worden gebruikt om de liquiditeit op peil te houden en om eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Het uitvoeren van dit herijkingsproces is noodzakelijk om de continuïteit, de kwaliteit en het wetenschappelijke profiel van de TU Delft op langere termijn te verzekeren - en daarmee ook haar internationale toonaangevende positie. Het merendeel van de onderwerpen dat in de Herijkingsagenda is opgenomen vloeit voort uit de Update Instellingsplan 2007-2010 (april 2009). De uitvoering van de Herijkingagenda is een universiteitsbrede operatie. In het geheel van deelbelangen van faculteiten en groepen moet het belang van de TU Delft centraal worden geplaatst. Samenwerking en heldere communicatie vormen hierbij de sleutel. Herijkingsproces De faculteiten, het OTB en de Universiteitsdienst hebben contourenschetsen opgesteld waarin voorstellen zijn aangegeven voor mogelijke maatregelen om een sluitende begroting te realiseren voor 2011 en de jaren daarna. Daarnaast zijn voorstellen gedaan voor verdere kostenbesparingen door - onder meer - gerichte inhoudelijke bundeling van onderdelen van faculteiten, zodat de synergiemogelijkheden binnen de universiteit beter kunnen worden benut. Het proces is organisatorisch ingebed in de integrale planning- en controlcyclus. In de maanden november 2009 tot en met maart 2010 heeft het College van Bestuur zeer regelmatig van gedachten gewisseld met de faculteiten, het OTB en de Universiteitsdienst over de betekenis en de noodzaak van de herijkingsopgave alsook over de voortgang van het voorbereiden van deze maatregelen. Het College van Bestuur heeft in maart een eerste visie ten aanzien van het totaal aan herijkingsvoorstellen bepaald, waarover met de faculteiten, het OTB en de Universiteitsdienst intensief van gedachten is gewisseld Het hieruit resulterende pakket aan voorstellen is door het College van Bestuur in mei met de Raad van Toezicht besproken. Het voorbereidingsproces is afgerond met een gezamenlijke bijeenkomst van de Groepsraad en het Directieteam onder leiding van het College van Bestuur. De uitkomst van dit proces is het pakket aan herijkingsvoorstellen dat – waar van toepassing - betrekking heeft op:
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
11
1) 2) 3) 4)
het het het het
aanpassen van interne facultaire structu(u)r(en); systematisch benutten van synergie- en profileringsmogelijkheden; verzorgen van efficiënt en hoogwaardig onderwijs; en verder professionaliseren van de bedrijfsvoering.
Op 1 oktober 2010 hebben alle faculteiten en directies hun plannen aangegeven, met daarin de financiële en personele consequenties en het beoogde tijdpad. Vanaf januari 2011 worden de implementatieplannen uitgevoerd, nadat de definitieve plannen per 15 januari zijn ingediend. Bij dat proces is de medezeggenschap nauw betrokken. In de loop van 2011 worden de eerste herijkingsmaatregelen geïmplementeerd. Het volledige herijkingprogramma wordt binnen drie jaar, 2011 t/m 2013, afgerond. Programmaorganisatie Het College van Bestuur, decanen en directeuren zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de herijking. Het College van Bestuur is opdrachtgever voor het gehele herijkingsproces. De decanen en directeuren geven leiding aan de herijkingsmaatregelen in de eigen beheerseenheid (faculteit of domein). Voor de uitvoering van de meeste maatregelen wordt een project opgestart. Per project is een projectleider benoemd die verantwoordelijk is voor het behalen van het resultaat. Sommige projecten vallen niet binnen één beheerseenheid; dit noemen we synergieprojecten. Ook voor die projecten wordt een projectleider benoemd die het gezamenlijke resultaat gaat behalen. De uitvoering van projecten vindt zoveel mogelijk plaats binnen de normale bedrijfsvoering. Taskforce Voor de ondersteuning en monitoring van alle projecten is een taskforce opgericht. Deze stimuleert het herijkingsproces door het monitoren van de voortgang van de projecten, het ondersteunen met communicatieactiviteiten en het adviseren over financiën, reorganisatie, medezeggenschap en personeel.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
12
2. Onderwijs
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
13
2.1 Strategie/beleid „De TU Delft biedt inhoudelijk en didactisch aantrekkelijke opleidingen aan die veel aandacht besteden aan ontwerpen en onderzoeken. Om de aantrekkelijkheid en de studeerbaarheid van de bacheloropleidingen te vergroten worden alle curricula geijkt en een aantal daarvan aangepast. De TU Delft volgt een samenhangend traject van onderwijsvernieuwing.‟ Twee thema‟s hebben in het onderwijsbeleid centraal gestaan: studiesucces en doelmatigheid van onderwijs. Het verhogen van het studiesucces is al langer een belangrijk speerpunt, de meerjarenafspraken met de overheid hebben de aandacht voor dit onderwerp versterkt. Het beleid van de TU Delft sluit aan bij het rapport van de commissie Veerman, dat in 2010 ís verschenen. Gedwongen door financiële omstandigheden is de universiteit gestart met een herijking van haar activiteiten en een grote bezuinigingsoperatie van M€45 per jaar (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.2). Het recente voornemen van de overheid, om langstuderen te beboeten, zal de druk op de middelen verder vergroten. Deze bezuiniging heeft ook gevolgen voor het onderwijs. De uitdaging voor de opleidingen daarbij is om het onderwijs efficiënter in te richten, met behoud van kwaliteit. Er zijn daarom op een tiental gebieden acties ingezet, zoals: extra aandacht aan de selecterende vakken in het eerste en tweede studiejaar, intensiveren en stroomlijnen van de studiebegeleiding; strakkere criteria hanteren voor het aanbieden van minors, beperken van het aantal keuzevakken en de omvang van de keuzeruimte, minder kleine vakken aanbieden; minimale deelnameaantallen hanteren bij vakken, minors, opleidingen en tracks; het beperken van het aantal Erasmus Mundus / internationale joint degrees programma‟s; een kostendekkend tuition fee invoeren voor non-EER-studenten; het flexibiliseren van de onderwijsroostering. Voorbereidingen op deze maatregelen zijn gestart. Andere belangrijke thema‟s in de onderwijsstrategie van de TU Delft zijn: onderwijsinnovatie, vooral op het terrein van ICT in onderwijs, het versterken van de onderwijscomponent in de loopbaan van wetenschappelijk personeel en internationalisering.
2.2 Instroom, doorstroom, uitstroom Instroom Ook dit jaar is het aantal studenten aan de TU Delft weer toegenomen. De groeiende studentenaantallen leggen steeds meer druk op de docenten en op de faciliteiten binnen de faculteiten. Hoewel de TU Delft graag haar bijdrage aan de Nederlandse kenniseconomie wil blijven leveren door zoveel mogelijk kwalitatief hoogwaardige ingenieurs af te leveren, is een aantal opleidingen nu echt genoodzaakt om door middel van een numerus fixus de instroom te beperken. De bacheloropleidingen Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen zullen met ingang van het collegejaar 2011 een numerus fixus met centrale selectie instellen. Beide bacheloropleidingen zijn, samen met de bacheloropleiding Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, voornemens om vanaf 2012 een numerus fixus in te stellen met een decentrale selectie. Naast deze maatregelen is begonnen met het grootschalig renoveren van collegezalen, waarbij in veel zalen ook de mogelijkheid is geschapen om hetzelfde college in meerdere collegezalen zichtbaar te maken. Door goed gebruik van ICT blijft de mogelijkheid tot directe interactie met de docent gehandhaafd. De voorlichting aan en werving van nieuwe studenten is er nu meer op gericht om de juiste studenten binnen te halen dan om de instroom nog verder te doen stijgen. Studiesucces Het thema Studiesucces is onderverdeeld in drie aandachtspunten: verminderen van de uitval in het tweede en derde jaar onder andere door het versterken van de selecterende functie van het eerste jaar, het verhogen van het BScrendement na vier jaar en het ontwikkelen van excellentieprogramma‟s. De invoering van het bindend studieadvies (BSA) bij cohort 2009 heeft ertoe geleid dat de uitval na het eerste studiejaar ongeveer 10% hoger ligt dan bij voorgaande cohorten. Het aantal studenten dat binnen de TU Delft een andere opleiding heeft gekozen (omzwaaiers) is vanwege het BSA aanzienlijk toegenomen. Het BSc-rendement na vier jaar van cohort 2005 is iets gestegen ten opzichte van het rendement van het voorgaand cohort. Het effect van de invoering van de harde knip maatregel op de BSc-in-4 zal pas na september 2011 goed zichtbaar worden. De TU Delft neemt verder ingrijpende maatregelen die moeten leiden tot een verkorting van de gerealiseerde studieduur, zonder dat dit leidt tot een verlaging van het niveau. Deze maatregelen richten zich op een verbetering van het studiegedrag van de studenten, op de studieprogramma‟s en docenten, en op de extra-curriculaire activiteiten.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
14
Bindend studieadvies De studenten die in september 2009 hun opleiding zijn gestart, vormen de eerste lichting die te maken hebben met het Bindend Studie Advies (BSA). Wie er niet in slaagt om in één jaar 30 EC te behalen (de helft van de propedeuse) mag de opleiding niet voortzetten. Doel van de invoering van het BSA is: “De juiste student op de juiste plaats”. Een BSA na een jaar moet er voor zorgen dat studenten niet jarenlang doormodderen in een studie die niet bij ze past, maar eerder naar een andere opleiding overstappen. De eerstejaars hebben in studiejaar 2009-2010 in december, maart en augustus terugkoppeling gekregen over hun studievoortgang. Eind september volgde het definitieve bindende advies en is de balans opgemaakt: 25% van de eerstejaars heeft een negatief bindend studieadvies gekregen. Industrieel Ontwerpen heeft met 14% het minste aantal negatieve adviezen, Technische Wiskunde met 36% de meeste. Naast de studenten die vanwege het negatief advies zijn gestopt, zijn er ook studenten al in de loop van het eerste jaar gestopt. Het BSA dwingt studenten die heel weinig studievoortgang hebben, na te denken over hun studiekeuze. Met een “niet-bindend” advies gebeurt dat niet. Dit is te zien bij de faculteit LR die in 2009-2010 nog geen bindend studieadvies heeft gehanteerd. Van de eerstejaars LR die in 2009-2010 minder dan dertig EC hebben behaald, heeft de helft zich weer ingeschreven voor 2010-2011. Het BSA helpt dus om de uitval te vervroegen: studenten die anders pas na twee of drie jaar uitvallen, vallen nu na één jaar al uit. “De juiste student op de juiste plaats” betekent echter ook dat de studenten die doorgaan, hun BSc in redelijke termijn moeten kunnen voltooien. Op korte termijn kan bij de tweedejaars studenten worden bezien of er door hen daadwerkelijk betere studievoortgang wordt gerealiseerd. De uiteindelijke effecten zijn pas over een aantal jaren te zien. De invoering van het BSA is voor de organisatie een groot project geweest. In korte tijd zijn de regelingen opgesteld en gecommuniceerd, ook is het studentenvolgsysteem OSIRIS ingericht. De administratie voorziet viermaal per jaar de eerstejaars van informatie over hun studievoortgang, en op de faculteiten zijn BSA-commissies ingesteld om aanvragen van studenten (bijvoorbeeld over overmachtsituaties en bijzondere omstandigheden) te beoordelen. Al deze zaken zijn vrijwel vlekkeloos verlopen: van studentenzijde zijn er nauwelijks klachten geweest. Circa 3% van de eerstejaars heeft uitstel van het BSA gekregen op basis van bijzondere omstandigheden. Het aantal beroepszaken is beperkt gebleven tot vier voor de hele TU Delft. Een evaluatie van het BSA wordt nog uitgevoerd. In ieder geval zal voor studiejaar 2011-2012 worden gekeken of het proces vereenvoudigd kan worden en of de norm van dertig EC de juiste is. Sirius Talentenprogramma‟s „Concurreren door middel van kwaliteit betekent dat excellente studenten kiezen voor een studie aan de TU Delft. Hierbij wil de TU Delft zich spiegelen aan gerenommeerde universiteiten in het buitenland; bovendien houdt zij rekening met de internationaal gehanteerde bachelor-masterstructuur, die ook herkenbaar is voor studenten uit het buitenland.‟ Voor getalenteerde studenten heeft de TU Delft, zowel in de Bachelor- als in de Masterfase van de studie, excellentieprogramma‟s ontwikkeld. Dit is een onderdeel van het landelijke Siriusprogramma. Challent (Challenge the Talent) is een programma voor bachelorstudenten die goed presteren en gemotiveerd zijn om twintig EC bovenop het normale bachelorprogramma (180 EC) te behalen. In 2010 bieden zes faculteiten een verbredend en of verdiepend Challent programma aan. De studenten zijn verplicht om vijf EC te doen in het centrale Challent programma, waarin academische vorming, ondernemerschap en het vormen van een community belangrijke onderdelen zijn. Initiatieven van de studenten worden zo mogelijk gehonoreerd door er programmaonderdelen van te maken. Het enthousiasme onder studenten blijkt groot: de zes facultaire programma‟s hebben in het tweede jaar meer deelnemers dan in het eerste jaar. De DRI‟s Environment en Energy bieden in het Challent programma projecten aan, waaraan groepen studenten van verschillende faculteiten deelnemen. Op 18 november 2010 is aan de TU Delft een cheque overhandigd voor uitvoering van de Delft Honours Class, een excellentieprogramma voor masterstudenten. Sinds studiejaar 2004-2005 volgen ongeveer 25 studenten per jaar het Honours-Trackprogramma van de TU Delft; deze Honours Track zal worden geïntegreerd in de Delft Honours Class. Een belangrijk kenmerk van de Delft Honours Class is 'gestructureerde keuzevrijheid'. Dit betekent dat de student een hoge mate van eigen vrijheid heeft bij de invulling van zijn excellentieprogramma, maar dat de TU Delft wel structuur en randvoorwaarden biedt waarmee de student tot een optimale inrichting van zijn programma kan komen. De uitvoering van het project vindt plaats vanaf januari 2011.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
15
WO Sprint In het voorjaar van 2010 is het Platform Bèta Techniek akkoord gegaan met de voorgestelde prestatie- afspraken en is een stimuleringsbijdrage van M€ 1,8 toegekend om de laatste fase van Sprint te realiseren. Deze subsidie is voor de helft in het voorjaar verkregen. De prestatieafspraken van 2010 moesten worden gehaald om de andere helft te verkrijgen. De stuurgroep Sprint heeft daarop een tender uitgeschreven. Faculteiten en directies hebben totaal 54 projecten ingediend, waarvan er 34 (gedeeltelijk) zijn gehonoreerd. Deze projecten zijn in de volgende categorieën ingedeeld: Ondersteuning van studiekeuze aan de poort; Verhoging kwaliteit instroom; Gerichte communicatie onderwijsaanbod; Verbetering studeerbaarheid en kwaliteit BSc; Docenten en onderwijs; Verbetering studeerbaarheid en kwaliteit MSc; (Ondersteuning van docenten bij) inzet multimedia in het onderwijs; Toetsen. In oktober 2010 heeft een verantwoordingsgesprek plaatsgevonden met het Platform Bèta Techniek. Omdat alle prestatieafspraken wederom zijn behaald, is ook het laatste deel van de subsidie overgemaakt. Ook heeft een audit plaatsgevonden. De TU Delft heeft naar aanleiding hiervan een positief duurzaamheidsprofiel ten aanzien van de receptuur van het Sprint programma en de Bèta innovaties gekregen. Hiermee is het Sprintprogramma afgerond. De projecten die nog lopen, worden in de loop van 2011 afgerond. Aansluiting met het voortgezet onderwijs „De komende veranderingen in het Voortgezet Onderwijs (VO) (flexibilisering) en de relatief geringe belangstelling voor techniekopleidingen maken het nog noodzakelijker om te investeren in een goede aansluiting tussen VO en Wetenschappelijk Onderwijs (WO). De belangrijkste doelstelling is om meer studenten op de juiste plek binnen de TU Delft te krijgen. De TU Delft wil daarom de samenwerking met regionale vwo-scholen intensiveren.‟ Een aantal succesvolle activiteiten is de projectstatus inmiddels ontgroeid. Daarom is in 2010 begonnen om deze projecten structureel in de organisatie in te bedden. Het Scholierenlab - bestaande uit zes studenten die leerlingen helpen met hun profielwerkstuk- en de organisatie rondom het inzetten van vwo-cases, zijn nu ondergebracht bij het Science Centre Delft. Het aansluitingsprogramma is ondergebracht bij het Projectbureau O&S en zal vooral een beleids- en expertisefunctie hebben voor zowel binnen als buiten de TU Delft. In 2010 heeft de focus op twee projecten gelegen: het project Aansluitingsmodule Studievaardigheden en het Junior TU Delft programma voor excellente VWO leerlingen. De testfase van de Aansluitingsmodule Studievaardigheden is in het voorjaar succesvol afgerond en in het najaar is de eerste sessie officieel van start gegaan met zestig VWO leerlingen. Het Junior TU Delft programma voor excellente VWO leerlingen blijft aantrekkelijk voor scholieren. In 2010 waren er weer meer aanmeldingen dan voorgaande jaren. Er kunnen maximaal 75 leerlingen deelnemen. Vijftien leerlingen zijn vanwege capaciteitsgebrek afgewezen. Verder zijn er bijeenkomsten georganiseerd voor medewerkers van de TU Delft op het gebied van aansluiting. Ook is er onderzoek verricht naar de knelpunten op het gebied van aansluiting bij verschillende faculteiten. Naar aanleiding van dit onderzoek worden best practices gedeeld en is bevestigd dat werken in kleine groepen en het inzetten van mentoren (ouderejaars studenten) een positief effect hebben. Career Centre Het Career Centre is gestart met het wekelijks aanbieden van workshops voor studenten. Ook is een website careercentre.tudelft.nl gerealiseerd. Studenten worden via Facebook en LinkedIn groups geïnformeerd over loopbaanactiviteiten, het laatste nieuws op carrièregebied en, met name voor de internationale studenten, regels rond werkvergunningen. Tijdens de opening van het Career Centre op 21 april in het gebouw van O&S hebben studenten en medewerkers kunnen proeven van miniversies uit het aanbod van het Career Centre. In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven is de prijs voor de beste sollicitatie uitgereikt. In de loop van 2010 is nieuw aanbod op het gebied van studieherkeuze tot stand gekomen, mede in verband met het bindend studieadvies. Er is aangehaakt bij andere organisatieonderdelen, zoals het alumnibureau en uiteraard het International Office, en er is een structurele samenwerking opgebouwd met een aantal faculteiten.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
16
2.3 Internationalisering „Het accent ligt op de verdere internationalisering van de curricula en de ontwikkeling van een internationale gemeenschap waarin zowel Nederlandse als buitenlandse studenten en medewerkers zich welkom voelen en waarin een stimulerend klimaat heerst voor onderwijs en onderzoek van hoog niveau.‟ Kostendekkend instellingscollegegeld voor non-EER studenten en aanzet tot flankerend beurzenbeleid Tot 2009 ontvingen Nederlandse HO-instellingen voor de groep non-EER studenten op de normale wijze bekostiging, als ware het Nederlandse studenten. Sinds 2009 is deze bekostiging bevroren. Inmiddels is bekend dat de overheidsbijdrage voor studenten uit non-EER landen in 2015 volledig zal zijn afgebouwd. Voor de TU Delft, waar relatief veel studenten uit non-EER landen ingeschreven staan, betekent dit dat, bij ongewijzigd beleid, onderwijs voor deze groep in toenemende mate verliesgevend wordt, aangezien het instellingscollegeld voor non-EER studenten (€ 8.818 voor 2010-2011) niet kostendekkend is. Om verdere negatieve effecten van deze wijziging in de bekostigingssystematiek op te vangen is dan ook besloten om per 2011 over te gaan tot een verhoging van het instellingscollegegeld voor de MSc-opleidingen tot € 12.500 en tot een vergelijkbare verhoging van het instellingscollegegeld voor de BSc-opleidingen tot € 8.000. Ook de Universiteit Twente en de Technische Universiteit Eindhoven zullen per 2011 dit zelfde kostendekkende tarief gaan vragen. Om voor goede en gemotiveerde studenten uit non-EER landen aantrekkelijk te blijven, zal de tariefsverhoging worden gecombineerd met een flankerend beurzenbeleid dat het mogelijk maakt via volledige of gedeeltelijke beurzen en waivers1 instroom van bepaalde groepen en in bepaalde opleidingen te stimuleren. Opvang en begeleiding van internationale studenten Ieder jaar bouwt de TU Delft het programma voor internationale studenten verder uit. Ver voor de aankomst van de internationale studenten starten er al verschillende activiteiten. Het aantal deelnemers aan het online-Summer Programme is dit jaar vervijfvoudigd tot bijna 200. In dit programma ontmoeten aankomende studenten elkaar via sociale media (community). Ze werken daarnaast met persoonlijke coaches aan een interculturele opdracht, een technische opdracht en een ontwerpopdracht. Een mooi project dat steeds verder tot wasdom komt. Mogelijk kan dit in de toekomst in 3TU-verband verder groeien. Al enige jaren is TU Delft ”best practice” voor HO-instellingen in Nederland waar het gaat om de opvang en de ontvangst van internationale studenten. 2010 begon met de Delft Tulip community, waar vanaf medio juli 24 uur per dag vanuit de hele wereld op is gepost. De succesvolle inzet van sociale media zal dit jaar worden uitgebreid. De introduction week was dit jaar niet exclusief (verplicht) voor masterstudenten; ook internationale exchange- en bachelorstudenten hebben tegen betaling mee kunnen doen. Er was dan ook een record aantal deelnemers (meer dan 800 studenten). De belangrijkste activiteiten zijn: een meet&greet service met schipholshuttle, enige tientallen acculturatieactiviteiten, -colleges en projectwerk als introductie op het Delftse onderwijssysteem met een presentatie voor een prestigieuze jury. Verder kunnen studenten zich in 1,5 uur registreren bij huisvesting, bank, IND, gemeente, verzekering en universiteit. Ook is er per 20 studenten een persoonlijk coach beschikbaar. Na de eerdere nominatie in 2009 heeft de TU Delft dit jaar de Oranje Loper2 gewonnen. Zowel de jury als het publiek was onder de indruk van de grote verscheidenheid aan academische, sociale en culturele het facultaire overleg internationale samenactiviteiten die de TU Delft organiseert voor haar internationale studenten. werking viert het winnen van de Oranje Dit gebeurt niet alleen na aankomst, maar ook wekelijks tijdens de loper gehele studieperiode. Het bekijken van de loopbaan-perspectieven van internationale studenten en verschillende alumni-activiteiten hebben een vaste plek in het programma.
1
kortingen op de collegegeldtarieven
2
Deze Nuffic- award is een prijs voor een hogeronderwijsinstelling die zich op een bijzondere manier inzet voor het welzijn van haar internationale studenten
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
17
Flowers Project Het 1000 Flowersproject International Dimension to Education is afgerond met een boekje en een feestelijk lunchseminar. Het boekje bevat een beschrijving van tien best practices met tops en tips ter inspiratie voor docenten die ook met internationalisering aan de slag willen. Huisvesting Er ontstaat steeds meer grip op de huisvesting van internationale studenten, promovendi, gasten en medewerkers. De huisvestinglasten voor de TU Delft zijn dit jaar gehalveerd. Samen met DUWO worden zo‟n 1400 eenheden aangeboden. Hoewel dit niet voldoende is om alle aanvragen te honoreren, kan het overgrote deel van de internationale gasten nij tijdige aanmelding nu zelf een locatie uitzoeken. De samenwerking met DUWO wordt volgend jaar vastgelegd in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Studentenuitwisseling De uitwisseling vindt plaats met gesloten beurzen. Uitwisselingsstudenten betalen collegegeld aan de 'eigen' universiteit. De TU Delft krijgt geen bekostiging voor inkomende studenten. De uitwisseling vindt plaats vanuit het Stimuleringsfonds internationale universitaire samenwerkingsrelaties (STIR) en vanuit Erasmus studiebeurzen (leven lang leren). Het STIR is gericht op non EU plus Zwitserland (ETH Zurich). De Erasmus studiebeurzen zijn gericht op de EU plus Noorwegen, Turkije en IJsland. Afgelopen jaar studeerden 364 inkomende uitwisselingsstudenten aan de TU Delft en 304 TU Delft studenten zijn naar het buitenland gegaan. Beurzen Het Huijgens Scholarship programma (Nuffic) levert de TU Delft nog altijd veel talenten. 18 excellente studenten zijn dit jaar geselecteerd uit ruim 100 nominaties. Vanuit Colombia nomineerde Colfuturo maar liefst 14 studenten met een beurs en ook het TU Delft excellentie programma Van Effen scoorde goed met 7 volledige beurzen voor toptalenten (vergelijkbaar met NFP). Het voordeel van het Justus van Effen-programma is dat kandidaten in januari al weten of zij zich kwalificeren voor de beurs. Uitgaande mobiliteit Via het Justus van Effen-programma 2009-2010 hebben 12 excellente studenten enkele maanden aan een internationale topuniversiteit, waaronder Harvard, Kyoto en ETH Zurich, gewerkt: een prima manier om internationale banden en netwerken inhoud te geven. Vanaf begin 2011 worden alle internationale ervaringen van studenten in het buitenland geregistreerd. Tot die tijd is de enige graadmeter voor internationale mobiliteit de deelname van Delftse studenten aan internationale programma‟s. Die mobiliteit is spectaculair gegroeid. Er is een stijging van zo‟n 30% ten opzicht van vorig jaar. De belangrijkste bijdragen zijn voor Erasmus uitwisselingen en stages. Opvallend is de toegenomen belangstelling voor IDEA League partners ETH Zurich en Imperial College. Masteropleiding TU Delft krijgt certificaat internationalisering De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) heeft op 15 december 2010 aan de Delftse masteropleiding Engineering and Policy Analysis (EPA) het bijzonder kenmerk 'Internationalisering' en bovendien het certificaat 'Internationalisering' met het oordeel goed uitgereikt. Dit is een keurmerk voor opleidingen die zich specifiek willen onderscheiden vanwege hun internationale oriëntatie. De opleiding onderscheidde zich uitstekend met de score 'excellent' op vier van de zes onderwerpen van het certificaat. De masteropleiding van de faculteit TBM is de eerste Delftse opleiding die het kenmerk en certificaat heeft gekregen tijdens een pilot van de NVAO. Doel van de pilot is te onderzoeken hoe instellingen via certificering de mogelijkheid gegeven kan worden zich op internationalisering te onderscheiden. In totaal hebben 12 instellingen met 21 opleidingen meegedaan aan de pilot. Aan tien daarvan, waaronder EPA van de TU Delft, is daarbij het certificaat 'internationalisering' met het predicaat goed uitgereikt. Het Europees Consortium voor Accreditatie ECA heeft het initiatief van haar Vlaams-Nederlandse partner intussen omarmd en aangekondigd ook op Europees niveau te willen onderzoeken of een vergelijkbare erkenning kan worden ingevoerd.
2.4 Kwaliteitszorg en onderwijsorganisatie „De opleiding tot Delfts ingenieur is een A-merk wereldwijd. Om deze kwaliteit te continueren moet de TU Delft haar opleidingenaanbod voortdurend vernieuwen, zowel inhoudelijk als didactisch.‟
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
18
Onderwijsvisitatie en –accreditatie De aanvragen om accreditatie van de bacheloropleiding Technische Bestuurskunde en de Systems Engineering, Policy Analysis and Management, Management of Technology en Engineering and Policy Management zijn bij de NVAO in behandeling. In september heeft een internationaal panel van experts (QANU3) de bacheloropleiding Electrical Engineering en de masteropleidingen Electrical Engineering en Computer Engineering gevisiteerd. Op 5 november is de 3TUmasteropleiding Embedded Systems gevisiteerd; het bezoek van het panel vond plaats in Eindhoven. De eerste mondelinge terugkoppeling van beide panels over de kwaliteit van de opleidingen is positief. CHE University Ranking 2010 De CHE ranking is een van oorsprong Duitse ranking die is uitgebreid naar onder andere Oostenrijk, Zwitserland en Nederland. Vanuit het oogpunt van internationale profilering en zichtbaarheid is het voor de TU Delft van belang om te participeren. De CHE-ranking wordt door kenners als de beste internationale ranking beschouwd en is de enige internationale ranking met veel aandacht voor onderwijs. Deze ranking biedt kwantitatieve en kwalitatieve informatie over onderwijs én onderzoek aan zo‟n 130 universiteiten en 150 hogescholen in Europa. De bacheloropleiding Electrical Engineering van de EWI faculteit is in de CHE University Ranking ingedeeld bij „electrical engineering and information engineering‟ en is op 17 indicatoren vergeleken met andere faculteiten en opleidingen. Op de meeste indicatoren behoort de bacheloropleiding Electrical Engineering tot de middengroep van universiteiten. Op een drietal indicatoren staat ze in de topgroep („international orientation‟, „support during practical semester‟ en „overall study situation‟) en op een tweetal in de laagste groep („doctorates per professor‟ en „ELearning‟). Er zijn niet veel faculteiten die zich exclusief op luchtvaart- en ruimtevaartechniek richten. Daarom is de bacheloropleiding van LR in de CHE University Ranking ingedeeld bij „mechanical-, process- and chemical engineering‟. De bacheloropleiding scoort bij 9 van de 17 indicatoren in de topgroep van universiteiten. Wat betreft „third party funds per academic‟ en „doctorates per professor‟ hoort ze de bij de laagste. CHE Excellence Ranking 2010 Naast de University Ranking kent de CHE tevens een Excellence Ranking. De CHE Excellence Ranking selecteert binnen elk vakgebied een zestigtal Europese universiteiten die nader beoordeeld worden. Universiteiten die bovengemiddeld scoren op een selectiecriterium, krijgen daarvoor een 'ster'. Om te kunnen deelnemen aan de ranking, moet een universiteit op het desbetreffende onderwijs- en onderzoeksgebied minstens drie sterren halen, of twee sterren voor wetenschappelijke publicaties en citaties. De TU Delft is de enige technische universiteit in Nederland die geselecteerd is om met zowel Wiskunde, Natuurkunde als Scheikunde mee te doen aan de ranking. In Delft scoort Scheikunde zes keer bovengemiddeld (6 sterren) op de facultaire vragenlijst, ondermeer voor de internationale staf, gepromoveerden en masterstudenten. Daarmee hoort het bij de best scorende Scheikunde opleidingen/onderzoeksgroepen. Het scoort acht sterren op de studentenvragenlijst (bijvoorbeeld tevredenheid over laboratoria, de training die ze krijgen en de studieorganisatie). Natuurkunde hoort vooral tot de top met veel (9) indicatoren die gebaseerd zijn op de studentenoordelen. Wiskunde hoort met vijf indicatoren uit de studentenvragenlijst (bijv. voor wat betreft de onderwijsruimtes en de contacten met de staf) en met vier indicatoren uit de facultaire vragenlijst (b.v. internationale afkomst gepromoveerden en masterstudenten) tot de top. Met de CHE Excellence Ranking is het mogelijk voor aankomende masterstudenten of promovendi de beste universitaire opleidingen en onderzoeksgroepen in Europa met elkaar te vergelijken. Nationale Studenten Enquête (NSE) In mei heeft Studiekeuze123 tijdens de Studiekeuzeconferentie de resultaten gepresenteerd van de Nationale Studentenenquête 2010 (NSE). Van de studenten van de TU Delft heeft een hoog percentage, 43%, deelgenomen. De TU Delft scoort bijna op alle onderdelen ruim voldoende en hoger dan gemiddeld op onder andere inhoud opleiding, algemene en wetenschappelijke vaardigheden, toetsing en beoordeling, sportfaciliteiten en bibliotheek. Verbeterpunten betreffen met name (beschikbare) woonruimte en aansluiting aantal EC ten opzichte van daadwerkelijke studielast. De NSE is het grote landelijke tevredenheidsonderzoek onder alle studenten in het hoger onderwijs. Opdrachtgevers van dit onderzoek zijn de universiteiten en hogescholen zelf, het ministerie OCW en Stichting studiekeuze123. De enquête heeft als doel om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van de opleidingen vanuit de beleving van studenten. Zo kan het onderwijs verder worden verbeterd. De gegevens worden ook gebruikt
3
Quality Assurance Netherlands Universities
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
19
voor landelijke websites die tot doel hebben opleidingen met elkaar te vergelijken. Een voorbeeld hiervan is studiekeuze123.nl. Besloten is om de NSE voortaan als basis-enquête onder de gehele studentenpopulatie te hanteren en de tot nu toe gebruikte MLK (Monitor Logistieke Kwaliteit) als apart onderzoek op te heffen. De NSE gaat namelijk over zowel onderwijs, als logistieke kwaliteit en kost minder personele en financiële inzet. De NSE kan worden ingebed in het instellingsbrede systeem van kwaliteitszorg. Centraal klachtenloket voor studenten Sinds 1 september beschikt de TU Delft over een centraal klachtenloket waar studenten klachten over de universiteit, de faculteit en/of medewerkers ervan kunnen indienen. Behalve klachten kunnen studenten ook beroep- en bezwaarschriften bij het loket indienen. Voorheen meldden studenten hun klachten bij de ombudsman voor studenten. Deze faciliteit bestaat nog steeds. Echter, de ombudsman bemiddelt nu bij klachten die na melding bij het klachtenloket, niet naar wens van de student zijn opgelost of die te complex van aard zijn om door het klachtenloket te worden afgehandeld. Studenten kunnen hun klacht doorgeven via het klachtenformulier dat op de website van de TU Delft staat (www.centraalklachtenloket.tudelft.nl). Het is ook mogelijk om een gesprek aan te vragen met een van de studentendecanen die het klachtenloket beheren. Sinds de opening van het klachtenloket zijn er in totaal zeven klachten binnengekomen. Een daarvan is doorgestuurd naar de ombudsman voor studenten. Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) Sinds 1 januari is het behalen van de Basiskwalificatie Onderwijs verplicht gesteld voor alle nieuwe docenten (hoogleraren, UHD‟s, UD‟s en docenten) met minder dan vijf jaar onderwijservaring en een aanstelling/onderwijstaak van meer dan 0,2 fte. Op 3TU-niveau is overeenstemming bereikt over de termijn waarbinnen de BKO door nieuwe docenten moet zijn behaald (drie jaar). Daarnaast zijn er in 3TU-verband in 2010 nieuwe BKO-competenties en -beoordelingscriteria, handleidingen, -vrijstellingsbeleid, -evaluatie-instrumenten en een -Commissie van Toezicht tot stand gekomen. In december is de stand van zaken met betrekking tot de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) als volgt: er zijn 39 BKO-certificaten uitgereikt (25 in 2009); er zijn 108 docenten begonnen aan hun BKO-traject (73 in 2009); en er zijn in totaal 157 deelnemers actief in het BKO-traject. Wederom een flinke stijging van het aantal BKO-deelnemers en -certificaten. Een heugelijk feit is dat op 16 december 2010 het 100ste BKO-certificaat is uitgereikt aan Frank van der Zwan, Universitair Docent van de faculteit Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek. In november is de TU Delft bezocht door een landelijke BKO-auditcommissie. De scope van de audit was de 3TUfederatie omdat de 3TU‟s een gezamenlijke BKO-kwalificatie toekennen. De audit is georganiseerd als pilot in het kader van een landelijk SoFoKleS-project over de kwaliteitsborging van de BKO. Bestuurders, managers, beleidsmedewerkers, coördinatoren, beoordelaars, coaches, trainers en deelnemers zijn geïnterviewd. Een en ander is zeer constructief verlopen en de voorlopige conclusies van de auditcommissie zijn positief. Door de commissie gesignaleerde aandachtspunten zullen worden meegenomen in de BKO-herziening die in 2011 zal worden gerealiseerd. Seniorkwalificatie Onderwijs (SKO) Een eerste pilotgroep is gestart met de Seniorkwalificatie Onderwijs. Acht ervaren docenten van vijf verschillende faculteiten met onderwijstaken op curriculumniveau, werken daarin aan een zelfgeformuleerde casus waarvan ze de uitwerking direct kunnen gebruiken voor hun eigen onderwijstaken. In het voorjaar van 2011 zullen de eerste SKOcertificaten worden uitgereikt en zal de SKO-pilot worden geëvalueerd. Didactische cursussen en adviezen Dit jaar zijn door het Onderwijskundig Centrum Focus (OC Focus) meer dan vijftien verschillende cursussen één of meerdere malen verzorgd. Meer specifiek zijn er door OC Focus twee nieuwe BKO-modules ontwikkeld en verzorgd over observatie en feedback en ontwerpdidactiek. Ook zijn er drie nieuwe ICTO Masterclasses in het cursusaanbod opgenomen: clickers in het onderwijs, die ook volledig online is te volgen op BlackBoard. Hierin staat het gebruik van stemkastjes in het onderwijs centraal; Wimba: over samenwerkingstools in het onderwijs; plagiaat: over het voorkomen, opsporen en afhandelen van plagiaat. De laatste twee zijn ook beschikbaar via Open Courseware.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
20
Het aantal verzoeken om een Snel Onderwijs Consult (SOC) is dit jaar uitgekomen op 25. Alle faculteiten zijn in de aanvragen vertegenwoordigd. Aanvragen variëren van advies bij het opzetten van een nieuwe minor tot het mogelijk maken van internationale samenwerking met behulp van ICT. Docentkwaliteit op de kaart De tweede fase van het project Docentkwaliteit op de kaart is uitgevoerd. Dit project heeft instrumenten, procedures en facultaire plannen opgeleverd om docentkwaliteit aan de TU Delft meer zichtbaar te maken en te borgen in het HRbeleid. Onder andere is gewerkt aan: het in kaart brengen en doorontwikkelen van facultaire peer feedback systemen voor docenten, het ontwikkelen van een webwijzer voor begeleiders van nieuwe docenten en de opname van BKOmanagementinformatie in het personeelsregistratiesysteem Peoplesoft. Daarnaast is begonnen met de voorbereidingen voor het symposium “Docentkwaliteit op de kaart” op 13 januari 2011. Ontwerpdidactiek In het kader van het WO Sprint-project Ontwerpdidactiek is een kennisnetwerk opgezet: een netwerk van ontwerpdocenten binnen en buiten de TU Delft en geïnteresseerden. Het netwerk heeft een website waarop verslag wordt gedaan van haar activiteiten en er is ruimte voor best practices en literatuurverwijzingen. Twee studenten Onderwijskunde (uit Leiden en Utrecht) zijn gestart met hun afstudeeronderzoek over ontwerponderwijs. Zij nemen allerlei aspecten van ontwerponderwijs onder de loep en kunnen daarmee het kennisdomein van het netwerk ontwerpdidactiek uitbreiden. De voorbereidingen voor de bijdrage van het netwerk aan het ontwerpcongres IASDR in 2011 zijn gestart. Daarbinnen heeft ontwerpdidactiek een aparte „track‟. Aansluiting op de arbeidsmarkt Ongeveer 98% van de aan de TU Delft afgestudeerde ingenieurs vindt binnen een jaar een baan, dat blijkt uit de WOmonitor van 2009. Ofwel: geen wijziging ten opzichte van 2007. Van de afgestudeerden in 2007-2008 zegt 86% dat ze weer voor dezelfde opleiding zouden kiezen. Dit is een verhoging van 3% ten opzichte van de monitor 2007. In 2007 is in overleg met alle universiteiten besloten tot een herziening van de WO-Monitor. Bij de WO-monitor 2009 hebben aanpassingen op de vragenlijst en de routing door de vragenlijst plaatsgevonden. Dit maakt dat de uitkomsten van de WO-monitor 2009 niet altijd een op een te vergelijken zijn met eerdere monitoren. In onderstaande tabel is desalniettemin getracht zoveel als mogelijk een vergelijking te geven.
Afgestudeerd in studiejaar Opleiding voldoende basis om te starten op de arbeidsmarkt* Opleiding opnieuw kiezen Functieniveau past bij opleidingsniveau Werkloosheid Voldoende carrièremogelijkheden*
2004
2005
2006
2007
2009
2002/2003
2003/2004
2004/2005
2005/2006
2007/2008
3,5
3,6
3,8
3,9
≈3,9
77%
78%
82%
83%
86%
69%
66%
75%
74%
77%
3,3%
3,1%
2,7%
2,0%
6,3%
3,7
3,7
3,8
3,9
≈3,8
*Gemiddelde score op een oplopende 5-puntschaal Bron: Tabellenboek WO Monitor 2009 Technische Universiteit Delft
2.5 ICT in het onderwijs (ICTO) OpenCourseWare OpenCourseWare kent een geleidelijke maar gestage groei. Inmiddels zijn er in totaal 47 cursussen gepubliceerd, waarvan 42 cursussen op masterniveau en vijf cursussen op bachelorniveau. Ook het aantal bezoekers en de interne en externe bekendheid van het initiatief groeit gestaag. In februari is de vernieuwde OpenCourseWare-website gelanceerd. Het publicatieproces verloop efficiënter en docenten kunnen zelf hun eigen cursussen onderhouden. Verder is er een aparte VWO-portal. Met behulp van reguliere Bachelorcursussen kunnen scholieren een beter beeld vormen van een beoogde studie, waarop zij een beter afgewogen studiekeuze kunnen baseren. Daarnaast kunnen scholieren (NLT modules, VWO cases) en docenten materiaal (de Delftse Leerlijn Scheikunde) in het onderwijs toepassen (4/5/6 VWO). Flitscolleges zijn er bijvoorbeeld op gericht scholieren te enthousiasmeren voor een Technische Bètaopleiding. Ook landelijk krijgt OpenCourseWare steeds meer aandacht. Een groeiend aantal instellingen is zich aan het oriënteren. De TU Delft wordt regelmatig gevraagd om presentaties te houden.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
21
Er is een Special Interest Groep door SURF in het leven geroepen, waar TU Delft in de kerngroep zit. De Universiteit Leiden gaat een jaar lang experimenteren met een OpenCourseWare-website gehost door de TU Delft. Verder is TU Delft sinds dit jaar 'sustaining member' van het OCW Consortium. Inmiddels is gestart met de doorontwikkeling van de OpenCourseWare-website (verbeterde vormgeving en meer interactiemogelijkheden) en buigt de stuurgroep in overleg met het CvB zich over de vervolgstappen om OpenCourseWare voor de TU Delft nog beter te benutten. E-merge „Er komt extra aandacht voor struikelvakken en intensievere studiebegeleiding. Daarnaast zal de komende jaren sterk geïnvesteerd worden in de verdere ontwikkeling van ICT-ondersteund onderwijs.‟ De TU Delft is penvoerder van het consortium E-merge, een samenwerking tussen Hogeschool Leiden, Haagse Hogeschool, Universiteit Leiden en de TU Delft. Binnen E-merge voeren zij gezamenlijk innovatieve projecten uit rond het gebruik van ICT in het onderwijs. De belangrijkste projecten zijn gericht op doorgaande leerwegen en studiesucces. Ook is er veel Engelstalig online trainingsmateriaal ontwikkeld voor docenten rondom E-learning. Dit jaar is gestart met de inbedding van dit materiaal binnen bestaande professionaliseringstrajecten van docenten, zoals de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Verder is er gewerkt aan het verder ontwikkelen van digitaal toetsen. In E-merge verband wordt een en ander opgepakt, de focus ligt op beveiliging en ondersteuning en professionalisering van docenten. Digitale leeromgeving en dienstverlening Er wordt ingezet op verdere verbetering van de digitale dienstverlening aan studenten en docenten. De dienstverlening rondom de Digitale leeromgeving (Blackboard) is verder geprofessionaliseerd. De ondersteuning van de E-learning Support groep richt zich vooral op het verder opleiden van gebruikers via instructiefilms en het verzorgen van trainingen. Al enkele jaren maakte de TU Delft gebruik van Blackboard 8.0. Vorig jaar is besloten om nog niet te upgraden naar versie 9.0, omdat deze versie niet aan de eisen van de TU Delft voldeed. De versie die nu beschikbaar is, voldoet wel aan de eisen die de TU Delft daaraan stelt. Daarom is de Blackboard-omgeving deze zomer omgezet naar versie 9.1. Deze versie beschikt over een groot aantal nieuwe functionaliteiten, zoals de mogelijkheid om een wiki toe te voegen binnen een course of een organisation. Steeds meer docenten nemen hun colleges op en stellen deze vervolgens via internet of de digitale leeromgeving beschikbaar aan de studenten, als naslag voor een gemist college of ten behoeve van zelfstudie. Voor het opnemen van colleges of instructies, wordt gebruik gemaakt van collegerama. Op een aantal faculteiten zijn hiervoor speciale zalen ingericht. Sinds begin dit jaar is de TU Delft ook aangesloten op iTunes University. Via iTunes University worden opgenomen colleges en weblectures voor zelfstudie beschikbaar gesteld en kunnen deze altijd en overal op een iPhone/iPod bekeken worden. De implementatie van Wimba is gestart, een samenwerkingssysteem dat leren en samenwerken op afstand in een live en virtuele leeromgeving mogelijk maakt. Ook is een nieuwe ronde grassrootsprojecten gestart. Docenten krijgen hier een kleine incentive om ICT in hun onderwijs toe te passen. Een aantal van deze projecten richt zich op het gebruik van Wimba in het onderwijs. Vorig jaar is in het kader van de tender Nationaal Actieplan E-learning (SURF) een project uitgevoerd gericht op acculturatie van de buitenlandse studenten. Ook is de online summer course in dit kader opgezet. Dit jaar is de doelgroep van de online summer course uitgebreid naar buitenlandse studenten van vrijwel alle faculteiten. Ongeveer 200 studenten vanuit de hele wereld hebben aan het programma deelgenomen. Het project is succesvol beëindigd; de activiteiten zijn nu ingebed in het International Office. Een drietal faculteiten heeft in 2010 bijeenkomsten georganiseerd om de verschillende toepassingen van ICT in het onderwijs te laten zien. Dit is opgezet onder het motto „docenten informeren docenten‟. Deze ICTO roadshow is een al eerder beproefde manier om kennis en ervaring met elkaar te delen. De best practices van 2008 en 2009, op het gebied van ICT in het Onderwijs, zijn in 2010 samengebracht in een publicatie die via de TU Delft website beschikbaar is. Engin Bozdag ontvangt subsidie uit het promotieprogramma Mozaïek Ir. V.E. (Engin) Bozdag (TBM) heeft van NWO een subsidie uit het programma Mozaïek toegekend gekregen. Hij heeft de beurs ontvangen voor zijn onderzoek naar „Ethics of Cloud Computing‟. NWO heeft in totaal 21 jonge, talentvolle allochtone afgestudeerden een subsidie toegekend. De wetenschappers in de dop kunnen met deze subsidie vier jaar lang een promotieonderzoek uitvoeren. Elke kandidaat ontvangt € 200.000 voor een promotieonderzoek aan een universiteit.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
22
2.6 Structuurwijzigingen en nieuwe opleidingen ‘Het onderwijs van de TU Delft is gericht op het opleiden van academisch gevormde bachelors en masters of science die goed inzetbaar zijn op de (inter)nationale arbeidsmarkt. De ontwikkeling van technologische kennis en producten en de maatschappelijke inbedding daarvan vormen een belangrijk uitgangspunt voor de inhoudelijke en didactische vormgeving van de curricula. De opleidingen van de TU Delft worden gevoed door nieuwe onderzoeksresultaten en zijn gericht op het leren ontwerpen van innovatieve technische systemen. Onderzoek en onderwijs zijn verweven. De basis van het onderwijs is de systematische overdracht van de benodigde disciplinaire kennis en vaardigheden met een sterke afstemming op de arbeidsmarkt.’ Nieuwe masteropleiding Industrial Ecology De NVAO heeft positief besloten over de gezamenlijke aanvraag Toets Nieuwe Opleiding voor de masteropleiding Industrial Ecology van de TU Delft en Universiteit Leiden. De minister van OCW heeft, op advies van de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs, vastgesteld dat de masteropleiding tevens doelmatig is. Met dit besluit kan de opleiding in het CROHO worden geregistreerd en per 1 februari 2011 van start gaan. Industrial Ecology is een jong wetenschapsgebied dat wereldwijd in opkomst is en dat zich richt op de analyse van duurzaamheidvraagstukken en het ontwerpen en implementeren van de oplossingen voor deze vraagstukken. Het object van onderzoek van Industrial Ecology is de technosfeer ofwel de fysieke weerslag van de economie. De link tussen economische activiteiten en milieuproblemen wordt vrijwel altijd gevormd door materiaal- en energiestromen. In Industrial Ecology staan deze materiaal- en energiestromen in de maatschappij centraal en daarmee ook de technologieën die deze materiaal- en energiestromen sturen, en de sociaal-economische context die de technologieën aandrijft. Joint degrees, voorlopig alleen nationaal Het wetsvoorstel “Versterking Besturing” biedt de mogelijkheid om gezamenlijk met andere onderwijsinstellingen bachelor- of masterprogramma’s en promotietrajecten aan te bieden waarvoor een zogenaamde joint degree kan worden verleend. Een joint degree is een nieuw gemeenschappelijk getuigschrift dat kan worden afgegeven bij een gemeenschappelijke opleiding en in de plaats komt van de twee of meer bestaande diploma’s. Naar aanleiding van een intern onderzoek naar de wenselijkheid van deze diplomavorm is besloten dat de TU Delft op het niveau van de internationale gezamenlijke masterprogramma’s het best terughoudend kan acteren. De opzet van de huidige double (of multiple) degree programma’s voldoet aan onze doelstellingen op het gebied van internationalisering. Hierbij wordt naast een buitenlands diploma ook het TU Delft diploma uitgereikt, mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan. Een omzetting van deze programma’s naar joint degrees lijkt de student geen meerwaarde te bieden. Voor de instellingen blijven er bovendien een groot aantal onduidelijkheden bestaan. Onduidelijkheden bestaan onder andere op financieel gebied en op het terrein van accreditatie en kwaliteitsborging. De nationale samenwerking op het gebied van bachelor- en masteropleidingen, biedt wel mogelijkheden voor joint degrees. Met name in de samenwerking met Leiden, en te zijner tijd wellicht ook die in 3TU-verband, biedt de omzetting van double degrees naar joint degrees mogelijk voordelen. Het invoeren van joint degrees op het niveau van de PhD-trajecten lijkt ook de moeite van het overwegen waard. De instellingen hebben hierbij een grotere vrijheid om te handelen, een ontwikkeling die aansluit bij de wens van de TU Delft om met Graduate Schools aan de slag te gaan. Idee Delftse studenten maakt burgers meer zelfredzaam Studenten Industrieel Ontwerpen hebben een manier bedacht om de 'Denk Vooruit'-campagne waarmee de overheid de Nederlandse burgers meer zelfredzaam wil maken bij calamiteiten, meer impact te geven. In het kader van het Vak Explore Labs van de minor Sustainable Design, hebben ze een stickervel ontwikkeld waarop alle voorwerpen staan die mensen tijdens een rampsituatie nodig kunnen hebben, samen met een afbeelding van een huis. Het is de bedoeling dat mensen hierop kunnen aangeven waar ze deze voorwerpen kunnen vinden door de stickers op de afbeelding van het huis te plakken. Door dit te doen, staan mensen stil bij hun zelfredzaamheid. In januari 2010 hebben de studenten hun idee gepresenteerd aan toenmalig minister Guusje Ter Horst van Binnenlandse Zaken.
-DDUYHUVODJTechnische Universiteit Delft
23
2.7 Samenwerking 3TU onderwijs Heraccreditaties Veel aandacht van de betrokkenen bij de gezamenlijke 3TU masteropleidingen en van de bestuurscommissie 3TU. Onderwijs is uitgegaan naar de heraccreditatie van de vijf gezamenlijke opleidingen. Het proces is gestart in dit verslagjaar bij de 3TU masteropleiding Embedded Systems. Mede omdat is besloten de 3TU masteropleidingen tot joint degree opleidingen om te vormen, waartoe de wetgeving intussen de mogelijkheid biedt, is nog eens nauwlettend bestudeerd hoe de gezamenlijkheid van de opleidingen optimaal gestalte kan krijgen. 3TU virtuele collegezaal De 3TU virtuele collegezaal maakt het mogelijk colleges tegelijkertijd te volgen op alle drie de TU‟s. De zaal is op pilotbasis in gebruik genomen en het experiment is geëvalueerd. De TU Delft is aangeraden extra voorzieningen in de ruimte aan te brengen. Intussen zijn hiervoor belangrijke stappen gezet. Daarnaast is besloten de pilot te verlengen en daarin vooral aandacht te besteden aan de onderwijskundige aspecten van deze waardevolle onderwijsvoorziening. Sectorplan Ten behoeve van de uitvoering van het 3TU Sectorplan Technologie 2011-2015 zijn voor vijf onderwijsgerelateerde onderwerpen programma‟s opgesteld die bijdragen aan de profilering van de drie TU‟s en tot een rendementsverhoging zullen leiden. Het betreft: herziening van curricula, monitoring en begeleiding, excellente docenten, internationalisering en digitalisering. Joint Education Er is veel belangstelling onder docenten en onderzoekers voor samenwerking in internationaal verband. In 2010 zijn twee Erasmus Mundus Master Courses (EMMC‟s) waarin de TU Delft participeert, gehonoreerd door de Europese Commissie. Het gaat om de verlengingsaanvraag van de EMMC Economics and Management of Infrastructural Networks (TBM) en een nieuw voorstel van de EMMC Industrial Ecology (TNW). Het doel van Erasmus Mundus is de kwaliteit van het Europese hoger onderwijs te bevorderen, het over de gehele wereld te promoten en de samenwerking met landen buiten de EU te bevorderen. Op dit
moment participeert de TU Delft daarmee in 7 EM-programma‟s: EMMC Optics in Science and Technology (TNW); EMMC Economics and Management of Infrastructural Networks (TBM); EMMC European Mining, Minerals & Environmental Programme (CiTG); EMMC Coastal and Marine Engineering and Management (CiTG); EMMC Computer Simulation for Science and Engineering (EWI); EMMC Industrial Ecology (TNW); EMJD Sustainable Energy Technologies and Strategies (TBM).
2.8 Onderwijs en duurzaamheid De TU Delft laat zich inspireren door maatschappelijke vraagstukken en wil bijdragen aan duurzame oplossingen voor mondiale problemen. Duurzaamheid is op tal van manieren ingeweven in het onderwijs, maar ook zichtbaar in een aantal speciale programma‟s, activiteiten en opleidingen. Sinds 2002 kan iedere masterstudent van de TU Delft de aantekening Technologie in Duurzame Ontwikkeling (www.tudelft.nl/tido) halen. Op dit moment specialiseren ongeveer 50 studenten per jaar zich met het doel hun specifieke disciplinaire kennis in interdisciplinaire context in de praktijk te brengen. Het meest bijzondere onderdeel dat verplicht is voor de aantekening vindt plaats op een boot. Een week lang varen 25 studenten door de Randstad van excursie naar excursie om onderweg te discussiëren, workshops te volgen en naar lezingen te luisteren. Zo vormen ze hun eigen mening, ontdekken ze hun (praktijk)waarde en exploreren de middelen die zij kunnen toepassen in de wereld van de duurzame ontwikkeling. Het resultaat is verbluffend: niet alleen komen studenten ontzettend gemotiveerd van de boot en hebben ze een levenslang meegaand 'duurzaam' netwerk opgebouwd, maar ook docenten blijven terugkomen. De docenten zien graag zulke gemotiveerde studenten en krijgen vragen waar ook zij nog niet eerder (goed) over nagedacht hebben. Uiteindelijk leren de studenten het brede begrip duurzame ontwikkeling concreet toe te passen, te koppelen aan hun afstudeeronderwerp en daarover te communiceren met andere disciplines en met minder wetenschappelijk ingestelde mensen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
24
Naast het behalen van een aantekening zijn er voor de student verschillende mogelijkheden om zich bezig te houden met duurzaamheid. Binnen het totale minoren-aanbod zijn zes minoren direct gericht op duurzaamheid: Sustainable Design Engineering; Duurzame energie-technologieën; Engineering Sustainability: getting things done; Sociaal-duurzame wijk; Sustainable Moloculair Science & Technology; Windenergy and Sustainability. Bij de faculteit TNW is de nieuwe masteropleiding Industrial Ecology geaccrediteerd. Deze opleiding wordt samen met de Universteit Leiden aangeboden. In 3TU-verband wordt gezamenlijk de opleiding Sustainable Energy & Technology aangeboden. Ook is er een groot aantal vakken waarbinnen duurzaamheid wordt behandeld. Voorbeelden hiervan zijn: het tweedejaars energieproject werktuigbouwkunde, gericht op duurzaamheid, ethiek en veiligheid, het tweede en derdejaars materiaalkunde vak Ontwerpen, gericht op duurzaamheid, het vak Life Cycle Engineering bij Industrieel Ontwerpen. Het vak Smart & Bioclimatic Design haalt eind 2010 als duurzaamheidkeuzevak binnen de opleiding Bouwkunde een recordinschrijving van 109 aanmeldingen. Eerder al kreeg het vak internationale erkenning door de vakinhoud en koppeling aan het schrijven van ontwerperhandleidingen. SASBE 2009, het internationale congres Smart and Sustainable Built Environments dat in 2009 is gehouden, heeft in mei 2010 een CIB PC Recommendation ontvangen voor zijn stimulerende, uitgebalanceerde programma en innovatieve extra's. Bij dit congres zijn Bouwkunde-studenten actief betrokken geweest. Tevens was er een studentenprijsvraag waarbij de jurering mede door Z.K.H. Prins Willem Allexander heeft plaatsgevonden. De TU Delft studenten zijn geïnteresseerd in duurzaamheid, dit blijkt uit het grote aantal studentenprojecten dat plaatsvindt. Naast de hieronder aangegeven projecten, wordt een groot aantal beschreven in het Hoofdstuk mensen, paragraaf studenten. Het studentenplatform OSIRIS is een netwerk van studenten en andere geïnteresseerden in Duurzame Ontwikkeling. In dit netwerk is plaats voor discussies, kennis en overleg over onderwerpen gerelateerde aan Duurzame Ontwikkeling. Students for Sustainability (S4S) heeft 250 donateurs, zowel studenten als medewerkers, en ondersteunt drie projecten in Afrika. Hiervoor is vijfhonderd euro per maand ter beschikking en de € 17.720 die het benefietconcert van het lustrumfestival heeft opgebracht. Alle drie de projecten zijn gestart door de TU Delft. Zo wordt bijvoorbeeld het fietsproject in Ghana ondersteund. Studenten van Industrieel Ontwerpen hebben met de hand aangedreven fietsen voor invaliden ontworpen. Alleen techniek naar Afrika brengen werkt niet. S4S heeft het mede mogelijk gemaakt dat twee economiestudenten naar Ghana zijn vertrokken. Die hebben een bedrijfsstructuur opzet waarbij een aantal invaliden in dienst is genomen. Dit vervolgtraject kan de TU Delft niet doen, omdat zij zich in principe alleen bezighoudt met onderzoek en niet met ontwikkelingswerk. BluePrint, een groep studenten, werkt samen met o.a. docenten, hoogleraren, Valorisatiecentrum en Vastgoed aan een ontwerp voor een front office voor duurzame ontwikkeling op de TU Delft: een innovatief modulair open source laboratorium, expositie en inspiratieplaats waar duurzame ontwikkeling een gezicht krijgt. Eens per jaar staat de TU Delft een week lang in het teken van duurzame ontwikkeling tijdens het sustainability event waarvoor de verschillende studenten initiatieven (Osiris, Sife, S4S en de Energy Club) de handen ineen slaan.
2.9 Overig Eigen personeel en initiële opleidingen Gegevens over de inschrijving van personeel voor initiële opleidingen worden niet geaggregeerd. Als dit al voorkomt, betreft het een zeer gering aantal. Uitbesteding aan private organisaties Naar aanleiding van de notitie van het ministerie over "Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs" wordt aangegeven dat de in het CROHO geregistreerde opleidingen door de instelling zelf worden verzorgd en niet worden uitbesteed aan private organisaties. De TU Delft wendt geen publieke middelen aan voor private onderwijsactiviteiten.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
25
Besteding publieke middelen in private activiteiten De TU Delft besteedt publieke middelen in private activiteiten zoals voor voorzieningen voor studenten (huisvesting of overige faciliteiten). De omvang hiervan is zeer beperkt, toegestaan binnen wet- en regelgeving en levert een bijzonder positieve bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en/of onderzoek.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
26
3. Onderzoek
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
27
3.1 Beleid „De TU Delft wil primair grensverleggend en vernieuwend technisch-wetenschappelijk onderzoek verrichten met de toepassing van de resultaten daarvan als belangrijkste oogmerk. Meer op fundamenteel begrip gericht onderzoek staat in een toepassingsgericht perspectief. Multidisciplinair onderzoek op basis van sterke disciplinaire domeinkennis staat hierbij centraal. Het onderzoek van de TU Delft wordt daardoor gekenschetst als overwegend use inspired basic research.‟ Vanuit haar missie en karakter van een technologisch opleidings- en onderzoeksinstituut blijft de TU Delft versterking van de kennisketen van research, engineering en design per discipline en samenwerking tussen disciplines nastreven. Dit is noodzakelijk om bij te kunnen dragen aan het innovatieve vermogen van de overheden en bedrijven door kennisvermeerdering en -overdracht en om ingenieurs en onderzoekers op te leiden met gedegen academische vakkennis en voldoende competenties om snel en goed inzetbaar te zijn. De kennisparadox zoals eerder door het Innovatieplatform benoemd als kernprobleem in de wisselwerking tussen wetenschap en economie, kan alleen worden opgelost wanneer het beleid aangrijpt op de zwakke schakels binnen de hele kennisketen. Ondanks de verdere erosie van de 1e geldstroom zal de TU Delft zich blijven inspannen om de zwakke plekken binnen de kennisketen op te sporen, maar ook om synergie binnen en tussen de disciplines te zoeken. Onderzoeksambitie & -strategie Zoals vastgelegd in het Instellingsplan 2007-2010 is de belangrijkste onderzoeksambitie van de TU Delft het realiseren van internationale zichtbaarheid en erkenning als een internationale speler binnen verschillende disciplines en vakgebieden. Deze ambitie blijft onverminderd van kracht naast de nieuw geformuleerde strategische doelstelling van het bevorderen van de maatschappelijke inbedding van onderzoek. Deze laatste is opgenomen in de update van het Instellingsplan, prioriteiten 2009-2010. Het gaat hierbij om: Onderzoeksprofilering via Delft Research Initiatives; Verbeteren externe zichtbaarheid Design & Engineering; (Inter)nationale samenwerking onderzoek; Versterken van promotietrajecten; Noodzaak van state of the art onderzoeksinfrastructuur. Voor het realiseren van deze onderzoeksambitie is het van belang om zowel te publiceren in toonaangevende internationale, wetenschappelijke tijdschriften als om strategische allianties te hebben en aan te gaan met toonaangevende internationale universiteiten. Een voorbeeld van zo‟n alliantie is de IDEA-league waarvan onder andere ETH-Zurich en Imperial College London deel uitmaken. Voor het bevorderen van de maatschappelijke inbedding van het onderzoek is het van belang aan te sluiten op maatschappelijke thema‟s en de bijbehorende kennis- & innovatieagenda‟s van overheden en de kennis- & innovatiebehoefte van bedrijven. Zowel het internationale wetenschappelijke speelveld als het nationale maatschappelijke domein en de economische sectoren staan scherp op het technisch-wetenschappelijke netvlies van de TU Delft. Erkende onderzoeksprestaties en uitstekende wetenschappelijke reputatie De wetenschappelijke reputatie van de TU Delft wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de onderzoeksprestaties en – nevengeschikt en veelal verweven daarmee - die van haar opleidingen. Leidend principe is dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek door internationale peers als excellent moet worden beoordeeld. Op internationale rankings is het nodige af te dingen. Een hoge positie daarin bereiken is geen doel in zichzelf, maar is als indicator van de overall kwaliteit van de TU Delft voor internationale positionering niet-temin van belang. Prioriteit heeft het exploreren van de mogelijkheden voor het organiseren van internationale peer reviews voor onderwijs en onderzoek in samenwerking met zusteruniversiteiten binnen - in eerste instantie - Europa. Internationale peer reviews Gezaghebbende oordelen over de kwaliteit van onderwijs en onderzoek worden extern bepaald; dit gebeurt door reguliere externe onderzoeksbeoordelingen en onderwijsaccreditaties. Het huidige nationale stelsel van peer review (onderzoek) en accreditatie (onderwijs) is een beproefd kader voor het vaststel-len van de kwaliteit. Hoewel hierbij internationale experts worden ingezet, leveren de uitkomsten van het huidige stelsel van externe kwaliteitsbeoordelingen geen internationaal gevalideerde vergelijkingen van de kwaliteit op. Voor een universiteit als de TU Delft met een profiel waarbij de maatschappelijke vraag in hoge mate leidend is en met – in verschillende mengverhoudingen – een sterke focus op science, engineering & design is het van belang om zich systematisch te kunnen vergelijken met internationale peers. In aansluiting op ontwikkelingen om te komen tot een Europees stelsel van kwaliteitszorg en op ontwikkelingen inzake een Europese classificatie van instellingen voor wetenschappelijk onderwijs, wordt nagegaan op welke wijze internationaal vergelijkende kwaliteitsbeoordelingen voor onderzoek en onderwijs met zusteruniversiteiten in eerste instantie binnen Europa kunnen worden georganiseerd.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
28
Naast deze algemene uitgangspunten worden ook de volgende aspecten geëxploreerd of uitgevoerd: Het meer focusseren van het publicatiebeleid van wetenschappelijke afdelingen op ISI-geregistreerde tijdschriften. Het verhogen van de onderzoeksintensiteit binnen ontwerpende en construerende disciplines.
3.2 Onderzoeksprofilering Delft Research Initiatives De Delft Research Initiatives (DRI‟s) zijn in 2010 het tweede jaar van hun bestaan ingegaan. Hoewel de DRI‟s zich dus nog in de startfase bevinden, zijn dit jaar al talloze activiteiten op het gebied van onderzoek, onderwijs en valorisatie ontwikkeld. Er is daarnaast met succes verder geïnvesteerd in de betrokkenheid van studenten bij de DRI‟s. Ten behoeve van een zichtbare profilering zijn tevens door alle vier de DRI‟s succesvolle evenementen georganiseerd en/of bijgewoond zoals workshops, lezingen en - participatie in - (inter)nationale symposia, vaak in samenwerking met belangrijke stakeholders uit overheid en bedrijfsleven. 3.2.1 Delft Infrastructures & Mobility Initiative (DIMI) Onderzoek DIMI heeft in 2010 langs verschillende wegen bijgedragen aan het stimuleren van meer samenwerking op onderzoeksgebied en aan het initiëren en verkennen van nieuwe inter- en multidisciplinaire onderzoeksmogelijkheden. De bijdrage van DIMI hierbij is zowel van personele als financiele aard geweest. Voor de domeinen infrastructuren en mobiliteit hebben wetenschappers vanuit diverse disciplines en vakgebieden workshops en seminars georganiseerd en aanzetten gegeven tot nieuwe projecten of samenwerkingsverbanden. Een greep hieruit: Er hebben een tweetal workshops plaatsgevonden voor Delftse wetenschappers uit verschillende faculteiten (CiTG, TBM, 3mE, IO, OTB, Bk) en vakgebieden met als thema Future Mobility. Hierbij is een aantal scenario‟s verkend op het gebied van veilig, schoon en efficiënt verkeer en transport en omtrent de bereikbaarheid van (groot)stedelijke regio‟s en stadscentra. Deze scenario‟s vormen mede een referentiekader voor toekomstige onderzoeksprogrammering; Er is een serie workshops gehouden voor de ontwikkeling van toekomstscenario‟s voor 2030 van de Rotterdamse haven. Hierbij zijn ook mogelijke kennis- en onderzoeksvragen geïnventariseerd. Bij de workshops zijn meerdere faculteiten (TBM, 3mE, Bk, CiTG, OTB, Valorisation Centre), disciplines en vakgebieden betrokken. Dit in nauwe samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam binnen het kader van het Port Research Centre; De resultaten van het onderzoek „Open en Afsluitbaar Rijnmond‟ zijn gepubliceerd in het verlengde van een van de aanbevelingen van de Delta-commissie (Cie. Veerman) uit 2008. Dit onderzoek geleid vanuit CiTG richtte zich op de mogelijke effecten van een sterke zeespiegelstijging en een verhoogde afvoer van de Rijn en de Maas en op de mogelijke maatregelen om het dichtbevolkte en zwaar geïndustrialiseerde Rijnmond-gebied te beschermen. De mogelijkheden van een follow up zullen in 2011 worden bestudeerd; Het opstarten van een atelier vanuit Bk voor de „kustkwaliteit‟ waarin externe stakeholders en wetenschappers vanuit Bk en CiTG bijeenkomen om langere termijn opgaven te bestuderen en te bediscussiëren. Op basis van integrale ontwerpen worden inzichten en oplossingen ontwikkeld die mogelijk onderdeel kunnen worden van toekomstige overheidsplannen voor waterveiligheid, economische dynamiek, bereikbaarheid en inpassing van natuurlijke waarden. Een eerdere inventarisatie van bestaand onderzoek en plannen rondom de kust van Dorrith Dijkzeul (Bk) heeft waardevolle input opgeleverd voor de programmering van het atelier. Onderwijs Voor het onderwijs probeert DIMI zoveel mogelijk via het bestaande aanbod en de structuren een koppeling te leggen met de domeinen infrastructuren en mobiliteit en de grote maatschappelijke vraagstukken en thema‟s hierbinnen. Van groot belang hierbij is de bereidwilligheid van DIMI-themahouders (allen gezaghebbende hoogleraren op hun vakgebied) om zich ook voor het onderwijs te interesseren en zich hieraan te commiteren. Op deze wijze kunnen maatschappelijke vraagstukken, onderzoeksthema‟s en ontwerpopgaven worden verbonden met vooral het projectonderwijs en de afstudeerfase in verschillende masters. De belangrijkste te melden ontwikkelingen zijn:
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
29
De start van de interdisciplinaire afstudeerstudio Delta-interventions binnen Bk in samenwerking met CiTG. Centraal hierbij staat de inpassing van water- en vaarwegen en waterbouwkundige constructies binnen de stedelijke- en landschappelijke omgeving en dynamiek van deltagebieden. In combinatie hiermee is ook een minor „Steden in de Delta‟ vanuit Bk, in samenwerking met CiTG, van start gegaan om bachelors in een eerder stadium voor deze thematiek te interesseren. Er is een uitgebreide inventarisatie opgestart om de huidige arbeidsmarktvraag aan afgestudeerden en het huidige onderwijsaanbod binnen de TU Delft op de domeinen infrastructuren en milieu/leefomgeving in kaart te brengen. Dit binnen het kader van het eerder afgesloten convenant met het voormalige Ministerie V&W, nu het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Op basis van de inzichten van deze inventarisatie zal in 2011 gekeken worden in welke mate het huidige aanbod al dan wel of niet hierin voorziet en welke maatregelen nodig zijn om vraag en aanbod beter met elkaar te verbinden. Bij deze inventarisatie zijn vooral de faculteiten TBM, CiTG en Bk betrokken vanwege het bredere profiel van het nieuwe ministerie en de betrokken maatschappelijke en economische sectoren.
Betrokkenheid studenten DIMI wil studenten zoveel mogelijk via het onderwijs zelf betrekken bij de urgente maatschappelijke vraagstukken, onderzoeksthema‟s en ontwerpopgaven (zie hiervoor). Vanuit het bestaande onderwijs worden studenten vanuit de themahouders aangemoedigd om mee te doen aan externe nationale en internationale competities en ontwerpwedstijden. Daarnaast nemen themahouders ook zelf plaats in jury‟s om inzendingen van studenten te beoordelen. DIMI was betrokken bij: De sponsoring van een pre-competitie onder Bouwkunde-studenten om de beste inzendingen af te vaardigen naar een internationaal congres in Porto Alegre in Brazilië met als thema het herontwerp van een krottengebied. Naast de geselecteerde studenten is ook een aantal jonge ontwerpers ondersteund om deel te nemen aan de workshop over de herinrichting van een waterfrontgebied als onderdeel van hetzelfde congres, het 54th World Congress of the International Federation for Housing and Planning; De co-sponsoring van de ontwerp-competitie Delta City of the Future als onderdeel van de internationale conferentie Deltas in Times of Climate Change - Rotterdam 2010. Evenementen/activiteiten DIMI staat open voor het ondersteunen van allerlei initiatieven van wetenschappers en studenten binnen de TU Delft voor het organiseren van evenementen of activiteiten binnen de domeinen infrastructuren en mobiliteit. Het is mogelijk om een gedeeltelijke financiële bijdrage of garantstelling van DIMI te ontvangen indien initiatieven of evenementen bijdragen aan de doelstellingen van DIMI en voldoen aan de bijbehorende criteria. Een greep uit de evenementen en activiteiten in deze categorie zijn: Het eerste internationale wetenschappelijke congres over luchttransport en de exploitatie en logistiek van luchthavens en luchtvaartmaatschappijen (ATOS 2010). Een haven-seminar met het accent op het stimuleren van innovatie in het ontwerp, de exploitatie en het onderhoud van haveninfrastructuren met als overkoepelend thema „flexibele haveninfrastructuren‟; Een kust- en delta-symposium op de World-expo in Shanghai met een presentatie van Delfts onderzoek op het gebied van landaanwinning, stedenbouw, waterveiligheid, havens, transport en de integrale benadering hiervan. Dit binnen het thema „water‟ op uitnodiging vanuit het Ministerie van OCW. De doelgroep bestond uit Chinese wetenschappers en autoriteiten. De Delftse delegatie stond onder leiding van Han Vrijling en Marcel Stive (CiTG). Naast de DIMI-ondersteunde evenementen en activiteiten hebben betrokken themahouders en andere wetenschappers ook allerlei andere activiteiten ondernomen om de domeinen infrastructuren en mobiliteit scherper te profileren. Een greep hieruit: Deelname aan Rebuilding New Orleans workshops in kader van de zogenaamde Dutch Dialogues voor de wederopbouw van New Orleans; De presentatie van het Diemigo-project vanuit IO en het Valorisation Centre met een toekomstvisie op elektrisch vervoer in het kader van The Grounds, platform en proeftuin van Airport Schiphol; De organisatie en het voorzitterschap van Cees de Bont (Decaan IO) van de International Electric Car Conference
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
30
vanuit het platfom D(utch)-Incert; Diverse master classes in het kader van het convenant tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu met onderwerpen als de kust, files en bereikbaarheid, elektrisch- en intelligent vervoer; Een aantal lezingen in het kader van de Elsevier-lezingenreeks met onderwerpen als waterveiligheid, files en elektrische vervoer; De presentatie van het boek “Delta-urbanism in the Netherlands‟ door Han Meyer (Bk) op de internationale conferentie van de American Planning Association. Dit boek is een samenwerkingsresultaat van Bk, OTB en CiTG. DIMI heeft samen met het Delft Environment Initiative, de levering van diverse bijdragen aan de Bosatlas “Nederland Waterland" gestimuleerd en gecoördineerd.
3.2.2 Delft Environment Initiative (DEnvI) Onderzoek IBM steunt onderzoek TU Delft naar slimmer waterbeheer. De TU Delft onderzoekt met de hulp van IBM of het Nederlandse watersysteem beter bestuurd kan worden, om zo de kans op overstromingen en wateroverlast te verkleinen. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt dankzij IBM's Fellowship Award Programma. Dit wereldwijde programma is bedoeld voor innovatief onderzoek dat voor de maatschappij én IBM van groot belang is. De Delftse promovendus Xu Min onderzoekt of het Nederlandse watersysteem beter geanalyseerd en geoptimaliseerd kan worden, met de inzet van slimme, nieuwe technologie, gesteund door het Fellowship Award Programma van IBM. De PhD Fellowship Awards van IBM, zoals toegekend aan Xu Min, zijn bedoeld voor uitzonderlijk goede promovendi die op innovatieve wijzen werken aan het oplossen van problemen die van belang zijn voor IBM en de maatschappij. 213 meter hoge meetmast markeert hernieuwde samenwerking Op het meetterrein van de KNMI bij Cabauw staat een 213 meter hoge meetmast, blikvanger van het CESAR consortium (Cabauw Experimental Site for Atmospheric Research). Acht instellingen van dit consortium, waaronder de TU Delft, hebben een nieuwe samenwerkings-overeenkomst ondertekend op het gebied van klimaat en luchtkwaliteitmetingen. De meetmast wordt gebruikt om hoog boven het oppervlak belangrijke metingen aan de atmosfeer uit voeren. Deze metingen zijn broodnodig om een beter begrip te krijgen van het weer, het klimaat en de verspreiding van luchtvervuiling. Metingen die nog hoger reiken worden uitgevoerd met instrumenten die „op afstand‟ wolken, aerosolen, vocht en temperatuur kunnen meten. In de nieuwe samenwerkingsovereenkomst hebben de instituten binnen CESAR afspraken gemaakt over gezamenlijke deelname in Europese projecten, over het delen van elkaars data en over het organiseren van intensieve meetcampagnes. De meetgegevens zijn beschikbaar via de Cesar database. In 2007 opende de TU Delft op deze mast al de 'Drizzle Radar', een radar die zelfs fijne motregen kan waarnemen. BE-Basic Kennisinstellingen, de Nederlandse overheid én het bedrijfsleven zijn per 1 januari 2010 intensief en op internationale schaal verder gaan samenwerken om de bio-based economy, een economie gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen, versneld in te voeren. Door de nadruk op opschalingsonderzoek, een open innovatiemodel met een proactieve rol voor de financiële sector, wil het consortium BE-Basic innovaties stimuleren die zullen leiden tot deze versnelde invoering. De TU Delft coördineert het nieuwe initiatief dat alleen al een R&D budget van meer dan M€ 120 omvat, waarvan M€ 60 beschikbaar wordt gesteld door de ministeries van Economische Zaken en Financiën . Het R&D programma van BE-Basic (Bio-Based Ecologically Balanced Sustainable Industrial Chemistry) omvat onderzoek naar de ontwikkeling van op biologische grondstoffen gebaseerde producten zoals biochemicaliën, bioplastics en biobrandstoffen. Hierbij wordt het effect van deze productie op de leefomgeving (bodem, water, lucht) met behulp van DNA technologie nauwkeurig geanalyseerd. Het consortium borduurt voort op de eerder succesvolle onderzoeksprogramma‟s B-Basic en het Ecogenomics Consortium en continueert hiermee toonaangevend wetenschappelijk onderzoek op gebied van de industriële en milieubiotechnologie. Wiimote nu ook officiële wetenschappelijke sensor. Een gehackte Wiimote kan een geschikte sensor zijn voor hydrologisch onderzoek. Dat wordt bevestigd door de publicatie van de Delftse onderzoekers Rolf Hut, Steven Weijs en Willem Luxemburg in het wetenschappelijke tijdschrift Water Resources Research. Het blad Wired had er al eerder aandacht aan besteed, maar met deze wetenschappelijke publicatie is hij nu officieel erkend als
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
31
sensor door de wetenschappelijke wereld: de Wiimote. De controller, normaal gesproken behorend bij de spelcomputer Nintendo Wii, kan in sommige gevallen prima als hydrologische sensor worden ingezet. Bij normaal gebruik meten verschillende sensoren de stand van de Wiimote en de positie ten opzichte van de televisie. De spelcomputer weet dus waar de controller zich precies bevindt en ook hoe die vastgehouden wordt. Met een drijvende verdampingspan als voorbeeld, hebben de Delftse onderzoekers in de publicatie in Water Resources Research laten zien dat de Wiimote, een goede aanvulling is voor de 'gereedschapskist' van de hydroloog. TU Delft mede-auteur Nature-publicatie over IJslandse probleemvulkaan. Een groot deel van het Europese vliegverkeer lag stil tijdens de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull in april. Onderzoekers van onder meer de TU Delft hebben nu nauwkeurig in kaart gebracht hoe deze eruptie ontstond. Door meer inzicht te verwerven in het gedrag van vulkanen, hoopt men op termijn betere voorspellingen te kunnen doen. De wetenschappers, onder wie dr. Andy Hooper van de TU Delft hebben op 18 november in Nature gepubliceerd over hun bevindingen. Dr. Andy Hooper kreeg in april 2010 al veel media-aandacht. Supercomputingprijs voor simuleren atmosfeer De 'Clouds, Climate and Air Quality'-groep van prof. Harm Jonker heeft in december de 1e Wim Nieuwpoort Award gekregen tijdens de 26e SARA Superdag. Jonker kreeg met zijn groep de prijs vanwege de atmosfeersimulaties die zij dit najaar hebben gedaan ('High Resolution Simulation of Turbulent Atmospheric Boundary Layers') op de Huygens supercomputer van de Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam (SARA). Voor weer-, klimaat- en luchtkwaliteitmodellen is het voorspellen van de ontwikkeling van de zogenaamde 'atmospheric boundary layer' in de loop van de dag van erg groot belang. Deze grenslaag is de laag van de atmosfeer waarin wij leven. In de loop van de dag groeit deze laag van een paar honderd meter tot ongeveer een kilometer hoogte. Binnen deze boundary layer vinden een hoop turbulente processen plaats, wat het voorspellen ervan heel lastig maakt. Maar voor het voorspellen van bijvoorbeeld temperatuurverloop of de verspreiding van luchtverontreiniging zijn deze inzichten essentieel. De Wim Nieuwpoort Award is voor het eerst uitgereikt. NCF en SARA hebben deze Award in het leven geroepen om het schalen van applicaties voor HPC-systemen te bevorderen. De prijs is vernoemd naar professor emeritus Wim Nieuwpoort die van grote betekenis is geweest voor grootschalig rekenen in Nederland. Jonker heeft € 5.000 ontvangen en mag zijn werk presenteren in de stand van het Dutch Research Consortium tijdens de SC11 conferentie in de VS (The International Conference for High Performance Computing Networking, Storage, and Analysis ). Maatschappelijke profilering/zichtbaarheid 'Scrapheap Challenge' TU Delft: maak je eigen windmeter In het populaire televisieprogramma Scrapheap Challenge maken teams van 'scrap' de meest waanzinnige dingen. Geïnspireerd door dat programma heeft de Delftse onderzoeker Rolf Hut (CiTG) op 17 juni teams van bachelorstudenten aan het werk gezet om een eigen windmeter te maken. Deze scrapheap-wedstrijd is een kruisbestuiving tussen het Challent-programma voor veelbelovende bachelors, de Climate City Campus en het Tahmo-project, dat een goedkoop, robuust weerstation voor Afrika ontwikkelt. In september is het programma officieel van start gegaan. In korte tijd is vorm gegeven aan de workshop, geholpen door medewerkers uit allerlei faculteiten, die na een oproep enthousiast allerlei rondslingerende oude apparatuur, instrumenten en 'dozen met zooi onder de werkbank' leverden voor deze challenge. De Scrapheap Challenge is een erg groot succes geweest. Er zijn erg goede windmeters in elkaar gezet, soms met de meest rare onderdelen. In de wolken Het noodweer in augustus heeft voor veel schade gezorgd. Wolkenmassa's zorgden voor extreme regenval, vooral in de Randstad en het oosten van het land. Met de opwarming van de aarde wordt de kans op hevige wolkbreuken alleen maar groter. Professor Herman Russchenberg (EWI) heeft in het TV programma EénVandaag samen met professor Harm Jonker (TNW) uitgelegd hoe dat werkt en de wolken in een virtuele 3D-omgeving aan het publiek getoond.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
32
Helping Farmers Use Water Better; Satellite Readings Offer New Ways to Identify the Best Irrigation Practices In dit in The International Herald Tribune verschenen artikel wordt ingegaan op de resultaten van door Sander Zwart en andere onderzoekers van de TU Delft verricht onderzoek in tien grote tarwe verbouwende landen, waaruit gebleken is dat de waterproductiviteit aanzienlijk verschilt, zowel lokaal als wereldwijd. Dit verschil hangt deels samen met omgevingsfactoren als bodem en klimaat, maar wijst ook op verspilling door praktijken in de landbouw. Een nieuwe technologie, waarbij sensoren op satellieten worden gebruikt, kan helpen om standaards te ontwikkelen voor de hoeveelheid water die boeren nodig hebben om hun gewassen te bevloeien en helpen om het gebruik van dat water, dat steeds schaarser wordt, te optimaliseren. De Bosatlas van Nederland Waterland. De Bosatlas van Nederland Waterland is eind 2010 verschenen. Deze atlas is zo actueel dat zelfs het nieuwe Deltaprogramma erin verwerkt is. In het voorwoord benadrukt Kroonprins Willem-Alexander de veelzijdige relatie van Nederland met water. Hierna volgen acht hoofdstukken die het verhaal inzichtelijk maken: geschiedenis, cultuur en recreatie, economie, klimaatverandering en veiligheid, watermanagement, gezondheid en milieu, water in het landschap, en water in de stad. De atlas bevat honderden kaarten, grafieken, foto‟s en ook gewoon tekst. Alle middelbare scholen hebben tien exemplaren ontvangen. Kennisinstellingen waaronder de TU Delft leverden de inhoud aan. Bovendien hebben DEnVI en het en het Delft Infrastructures & Mobility Initiative door een bescheiden sponsoring de totstandkoming van deze atlas mede mogelijk gemaakt. DEnvI and Jong Delft. Op 25 november heeft DEnvI een lezing verzorgd voor Jong Delft. Tijdens deze lezing heeft PhD-er Rolf Hut de toehoorders een beeld gegeven van het onderzoek dat binnen het Delft Environment Initiative bijeen wordt gebracht. Verder zijn er voorbeelden gegeven vanuit het DEnvI-onderwijsproject: Climate City Campus (zie ook Eerste afstudeerder Climate City Campus: Goedkope regenmeter luistert naar de regen). Tot slot zijn de deelnemers aan het werk gezet om een eigen regenmeter te bouwen en zodoende een gevoel te krijgen voor wat DEnvI nu eigenlijk is. Betrokkenheid studenten Design Challenge Het Design Challenge project is een initiatief van het TU Delft Centre for Entrepreneurship en geeft studententeams de gelegenheid real-world oplossingen te vinden. Multidisciplinair samengestelde teams van vier masterstudenten werken samen aan een opdracht van een bedrijf of organisatie waarbij technologische kennis gecombineerd wordt met ondernemersvaardigheden. Op 21 januari heeft een succesvol studententeam het solar water purification system getoond dat zij hebben ontwikkeld voor India. Delft Environment Initiative steunt the Design Challenge door het gebruik van het netwerk van bij DenvI betrokken professors en professionals. Via dit netwerk worden wetenschappelijke begeleiders benaderd om de Design Challenge studententeams te steunen. Regionale bedrijven en organisaties die te maken hebben met thema‟s als environmental monitoring, urban environment of water worden benaderd om te praten over de mogelijkheden om toekomstige opdrachten te geven voor de Design Challenge. Climate city campus
Climate City Campus is een project dat tot doel heeft om van de TU Delft campus dé proeftuin te maken voor multidisciplinair onderzoek naar klimaatverandering, hetgeen geheel past binnen de ambitie van het Delft Environment Initiative. Met Climate City Campus wil DEnvI multidisciplinaire studentenprojecten opzetten die de campus gebruiken als laboratorium of proeftuin voor klimaatonderzoek. Het doel van dit initiatief is dat studenten van verschillende disciplines gaan samenwerken aan bijvoorbeeld environmental monitoring, modelleren, visualiseren en het leveren van klimaatduurzame oplossingen. De feestelijke kick-off middag van Climate City Campus heeft op 24 februari plaatsgevonden. Weerman Erwin Kroll heeft de dag ingeluid met een inspirerende boodschap. Hierna hebben verschillende workshops plaatsgevonden over thema‟s als water, duurzame gebouwen, de rol van ICT, geo-informatie, de verspreiding van luchtvervuiling en duurzame wijken/steden. Eerste afstudeerder Climate City Campus: Goedkope regenmeter luistert naar de regen Op 10 december is Stijn de Jong afgestudeerd op het ontwerp en het testen van een goedkope regenmeter die naar regen luistert (Low cost disdrometer - Improved design and testing in an urban environment). Hij is de eerste afstudeerder binnen Climate City Campus (CCC), het
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
33
onderwijsprogramma van het Delft Environment Initiative van de TU Delft. CCC wil van TU Delft campus dé proeftuin te maken voor multidisciplinair onderzoek naar klimaatverandering. De scriptie van Stijn de Jong is een van de eerste concrete opbrengsten van CCC. Hoewel ingebed in de Delftse lokale proeftuin CCC, zijn de plannen met de regenmeter uiteindelijk veel ambitieuzer. Het is de bedoeling dat er binnen een paar jaar 20.000 goedkope weerstations - gebaseerd op dit concept - verspreid worden over heel Afrika, om zo het klimaat van dat continent in kaart te kunnen brengen en te monitoren. De Jong werkt na zijn afstuderen in Delft verder aan de ontwikkeling van zo‟n weerstation binnen het TAHMO-project Geo matters, City scatters. Understanding and improving city climate. Op 21 oktober hebben de MSc Geomatics studenten een symposium gehouden over de challenge of creating sustainable sities, waaronder begrepen het meten van klimaat-parameters als temperatuur, vochtigheid en luchtvervuiling. De MSc Geomatics studenten hebben tijdens dit symposium tevens de resultaten van hun afrondend project over het voetlicht gebracht: Geomatters TU Delft introducing geometry into the Climate City Campus project. Het synthesis project vormt een belangrijk onderdeel van het master Geomatics programma. Dit jaar droeg dit project bij aan het Climate City Campus Project aan de TU Delft. Evenementen en activiteiten Lunchlezing IJslandse vulkaan: The heat is on! Andy Hooper, onderzoeker van de TU Delft, was kort voor de uitbarsting nog op IJsland, bij 'zijn' vulkaan Ejyafjallajökull. Met behulp van satellieten en GPS stations onderzoekt hij hoe de bodem van IJsland rond vulkanen zich gedraagt, om zo meer inzicht te krijgen in vulkaanuitbarstingen en ze in de toekomst wellicht beter te kunnen voorspellen. Hooper heeft op 20 april in Delft een lunchlezing over zijn werk gehouden. Ook op lange termijn voorziet Hooper vaker vulkaanuitbarstingen op IJsland, veroorzaakt door de opwarming van de aarde. 'De gletsjers op IJsland leveren de nodige tegendruk voor het vulkanisch actieve gebied. Als er minder ijs op het eiland drukt, zullen vulkanen makkelijker uitbarsten. Dat gebeurde ook aan het eind van de laatste ijstijd.' Workshop: IT-platform voor klimaatonderzoek in slimme steden Professionals van IBM hebben in juni een workshop gegeven voor wetenschappers en studenten met als casus hoe een IT-platform bij kan dragen aan beter klimaatonderzoek op de TU Delft campus, in het kader van Climate City Campus. Klimaatonderzoek heeft behoefte aan en levert grote hoeveelheden data op die inzichtelijk gemaakt moeten worden voor verschillende gebruikers. Een IT-platform kan hiervoor zorgen. De studentenprojecten binnen Climate City Campus, waarbij de campus als proeftuin voor interdisciplinair klimaatonderzoek in de stad gebruikt wordt, heeft een dergelijk IT-platform nodig. Met de uitkomsten van deze workshop worden verschillende opdrachten geformuleerd, die door studenten in samenwerking met IBM worden uitgevoerd. De workshop is geleid door 3 IBM experts: Bram Havers, Roeland Nagel & Djeevan Schiferli. TU Delft start-up haalt energie uit temperatuurverschillen in de oceaan Bluerise, het bedrijf van TU Delft studenten Berend Jan Kleute en Remi Blokker, tekende in augustus een overeenkomst met de luchthaven van Curaçao om hun technologie op het gebied van energiewinning uit zeewater toe te passen. Bluerise haalt energie uit de temperatuurverschillen tussen diep zeewater en oppervlaktewater in tropische zeeën. Met Curaçao Airport onderzoekt het bedrijf de mogelijkheden om de luchthaven te voorzien van koeling, elektriciteit en drinkwater. “70% van alle zonlicht valt op zee en verwarmt daarmee het oppervlaktewater. De zee is dus in feite een zonnecollector met enorme afmetingen,” aldus Berend Jan Kleute, een van de oprichters van Bluerise en student Offshoretechnologie aan de TU Delft. Zeker in tropische gebieden warmt het zeewater enorm op. Het temperatuurverschil tussen het oppervlaktewater en het diepere zeewater kan ingezet worden om gebouwen te voorzien van airconditioning, elektriciteit op te wekken en om zout water te ontzilten voor gebruik als drinkwater.
(Werkingsprincipe van Ocean Thermal Energy Conversion)
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
34
3.2.3 Delft Energy Initiative (DEI) Onderzoek Met Arizona State University worden de contacten versterkt en verdere samenwerking vormgegeven: na het bezoek aan Arizona in februari van een delegatie van DEI, heeft Steve Goodnick, Directeur Arizona Institute for Renewable Energy (AIRE) en director van het Arizona Institute for Nanelectronics (AINE) een bezoek gebracht aan Delft. In november is een delegatie vanuit Delft vertrokken om de samenwerking meer vorm te geven. D-Incert (Dutch innovation centre for electric road transport), een consortium waarvan de TU Delft deel uitmaakt, heeft het concept rapport "Verkenning Elektrisch Rijden" in augustus 2010 aangeboden. Het rapport geeft een overzicht van de stand van zaken (technisch en maatschappelijk) rond elektrisch wegvervoer en beoogt een vertrekpunt te bieden voor een nationale onderzoeks- en innovatieagenda. Het formule E-team, onder voorzitterschap van Maurits van Oranje, schept in Nederland voorwaarden voor de introductie van elektrisch wegvervoer. Voor de studie zijn 6 werkgroepen actief geweest met werkgroepleiders vanuit de TU Delft, TU/e en de Hogeschool Rotterdam. Warmte en Koude technologie vormt een belangrijke interdisciplinaire ontwikkeling binnen de TU Delft. Interactie met regionale gemeenten en Hogescholen is onderdeel hiervan. De TU Delft heeft het FP7 batterijproject als penvoerder ingediend. De TU Delft is tevens partner in een FP7 proposal inzake smart grids, met Roland Berger. Vele contacten van DEI met private partijen ontwikkelen zich gunstig, waaronder met Imtech, EON, Eneco en D-Spine. Het Europese SEEIT4-consortium is niet gehonoreerd als EIT-KIC, maar ontwikkelt zich als actief Europees innovatienetwerk in energie. DEI was verder betrokken bij de FOM uitwerking en oprichting van energie-focusgroepen. De TU Delft en de Universiteit Leiden hebben hiertoe een gezamenlijk voorstel ingediend. Onderwijs DEI is een samenwerking aangegaan met het Open Course Ware (OCW)-team. De TU Delft heeft zich aangesloten bij het OpenCourseWare Consortium, waarbij toonaangevende universiteiten uit verschillende landen mensen wereldwijd gratis toegang verlenen tot academische cursussen op Internet. Met deze samenwerking wordt beoogd het aantal energievakken dat op OCW te vergroten. De eerste editie van het Energievakkenboekje is verschenen: een overzicht van alle energiegerelateerde vakken die aan de TU Delft worden onderwezen. Het boekje richt zich op bachelor- en masterstudenten en is bedoeld om hen warm te maken voor een opleiding - of simpelweg het doen van een aantal keuzevakken - op het gebied van energie. De vakken zijn in het boekje zowel onderverdeeld naar thema (zon, wind, biomassa onder andere) en naar de periode dat de vakken worden gegeven. Ook worden de contactgegevens van de betreffende docenten vermeld. Betrokkenheid studenten De Energy Club, onderdeel van DEI voor en door studenten, is dit jaar opnieuw zeer actief geweest met het organiseren van (in)formele bijeenkomsten. De Energy Club heeft een projecten-database opgezet, waarin inmiddels al meer dan 45 projecten zijn opgenomen. Deze projecten zijn opgedeeld in 3 categorieën: Campusprojecten, projecten ten behoeve van ontwikkelingslanden en Internationale competities. Doel van de database is een effectief netwerk van studenten, onderzoekers en bedrijven te hebben voor zowel bestaande als toekomstige projecten. De winnaar van de Energy on the Campus Challenge (winnaar category „feasible‟) krijgt zijn idee uitgevoerd in de vorm van de „Intelligent Streetlichting Pilot‟. Er komt begin 2011 op de campus een proefopstelling waarbij 5 traditionele lantarenpalen worden vervangen door Intelligent Streetlights. Deze Intelligent Streetlights verbruiken minder energie, zorgen voor een verlaging van de CO2 emissie en verlagen de onderhoudskosten. 4 PhD studenten zijn door DEI in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan de eerste SEEIT Summer School in Finland. De Summer School bood een introductie in innovatie op 3 velden binnen Duurzame Energie: productie, distributie en consumptie van energie. SEEIT bestaat uit de volgende partners: Universiteiten: Aalto University (Finland), Albert-Ludwigs-Universität Freiburg, Copenhagen Business School (CBS), Delft University of Technology (TU Delft), Norwegian University of Science and Technology (NTNU), Politecnico di Torino (POLITO), Technical University of Denmark (DTU), Technische Universität München (TUM);
4
Sustainable Energy Education Innovation and Technology
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
35
Research Centers: Italian National Agency for New Technologies, Energy and Sustainable Economic Development (ENEA), Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems, SINTEF. Ook zijn er 4 studenten in de gelegenheid gesteld om de Green Challenge van DTU bij te wonen.
Maatschappelijke profilering/zichtbaarheid De heer Ivo Opstelten is ook in 2010 actief voor DEI geweest en heeft in zijn rol als Ambassadeur o.a. gesprekken gevoerd met vooraanstaande personen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties om te inventariseren wat de grootste uitdagingen zijn op energiegebied. De uitkomsten van deze gesprekken worden gebundeld in een publicatie die begin 2011 uitkomt. Met zijn benoeming tot Minister van Veiligheid en Justitie is er een einde gekomen aan het Ambassadeurschap van de heer Opstelten De TU Delft draagt actief bij aan de nationale discussies inzake energie onderzoekagenda‟s van o.a. het nationaal regieorgaan, NWO en het FP7-werkprogramma. De samenwerking van de TU Delft met studentenuitzendbureau GreenBlue is bijzonder. GreenBlue is het eerste duurzame studentenuitzendbureau in Nederland. GreenBlue compenseert alle CO2 die wordt uitgestoten door de bedrijfsvoering en de uitzendkrachten door compensatieprojecten, zoals bosbouw, te financieren en door een vast bedrag per gewerkt uur te investeren in onderzoek naar duurzame energietechnologie van de TU Delft. Evenementen en activiteiten Op 1 maart is Prof. Ernest Moniz, directeur M.I.T. Energy Initiative, te gast geweest. Hij heeft een zeer druk bezochte keynote lecture en een toespraak bij een debatbijeenkomst voor VIP‟s verzorgd. Nederland gebruikt bijna twee maal zoveel energie als wat vaak doorgaat voor de Nederlandse energievraag. Dat komt omdat de brandstoffen van internationale scheepen luchtvaart en de fossiele grondstoffen voor de industrie meestal niet worden meegerekend. Begrijpelijke en herleidbare feiten en cijfers zijn essentieel om strategische keuzes te kunnen maken voor onze energievoorziening. Ingenieursvereniging KIVI NIRIA en de TU Delft bundelden deze feiten en cijfers in een boekje: De Energievoorziening van Nederland – vandaag (en morgen?). Op 17 maart heeft de finale van de Energy on the Campus Challenge plaatsgevonden: TU Delft studenten hebben ideeën ingediend voor energiebesparing en duurzame energieopwekking voor de campus in twee categorieën: feasible en totally out of the box. Door oud-minister Cramer is de „Energy Plant‟ onthuld; deze zichtbare energieinnovatie in de vijver voor de kamers van het College van Bestuur, heeft eerder de Ufd Cofely Energy Efficiency prijs gewonnen. 3.2.4 Delft Health Initiative (DHI)/Medical Delta Het jaar 2010 heeft voor het Delft Health Initiative (DHI) in het teken gestaan van het versterken van het Health profiel van de TU Delft in de samenwerking met medische professionals, bedrijven en de overheid, zowel in Nederland als in Europa. Onderzoek TU Delft partner van consortium van Europese topregio’s in zorginnovatie Op donderdag 7 oktober 2010 zijn Europa‟s topregio‟s op het gebied van gezondheidszorgtechnologie het Health-TIES consortium gestart, met als doel innovatie in de gezondheidszorg te bevorderen. De Europese Commissie steunt Health-TIES met een driejarige subsidie uit het Zevende Kaderprogramma (KP7). De subsidie is bedoeld om het onderzoekspotentieel van Europese regio‟s te versterken door specifieke clusters van universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en regionale instellingen te steunen. Het consortium bestaat uit Medical Delta (Nederland), Life Science Zürich (Zwitserland), Oxford & Thames Valley (Verenigd Koninkrijk), BioCat (Catalonië) en de regio Észak-Alföld (Hongarije). Met de start van het HealthTIES project in oktober 2010 heeft de TU Delft een volgende stap gezet in innovatie op het Medisch Technologische terrein.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
36
Drie Centres of Excellence in het Innovative Medical Devices Initiative (IMDI) De TU Delft is trekker van 3 van de 8 in 2010 gelanceerde publiek-private Centres of Research Excellence (CoREs) van het Innovative Medical Devices Initiative (IMDI) van NWO/ZonMW. De thema‟s: medische beeldvorming, medische instrumenten en neurorevalidatie. TU Delft partner in biologisch microscopencentrum en open access faciliteit NeCEN In 2010 heeft het Nederlands Centrum voor Elektronen Nanoscopie (NeCEN, Leiden) de aankoop van twee cryotransmissie-elektronenmicroscopen (de krachtigste microscopen die er zijn) gehonoreerd gekregen met subsidies uit de NWO-Groot en EFRO programma‟s. De TU Delft is mede-uitvinder van deze microscopietechniek en zal via dit centrum steeds nieuwe mogelijkheden blijven ontwikkelen. Ook zal de TU Delft net als veel andere wetenschappers èn bedrijven de microscopen gebruiken om de werking van moleculen in cellen te onderzoeken. Gezamenlijk medisch-technologisch onderzoek ontwikkelen: dubbelbenoemingen Om de ontwikkeling van gezamenlijk onderzoek va medisch-technologen en medisch onderzoekers te intensiveren is in januari de leerstoel „Klinische evaluatie van minimaal-invasieve chirurgische instrumenten‟ gestart met de dubbelbenoeming van Prof. Dr. Frank Willem Jansen aan de TU Delft en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). In oktober is Prof. Dr. Ir. Richard Goossens benoemd tot hoogleraar Fysieke Ergonomie aan de TU Delft en het Erasmus MC. Reactor Delft aangepast voor medische isotopen In september ontving de TU Delft een officieel verzoek van het Ministerie VWS om de onderzoeksreactor van de TU Delft aan te passen voor de productie van medische isotopen bij ernstige wereldwijde tekorten. De isotoop wordt massaal door ziekenhuizen gebruikt voor het opsporen van kanker. De reactor in Delft kan ongeveer voldoen aan de Nederlandse behoefte aan isotopen. Nieuwe afdelingsvoozitter BMechE Jenny Dankelman heeft per 1 november 2010 het afdelingsvoorzitterschap van de afdeling BioMechanical Engineering (BMechE) overgenomen van Frans van der Helm. Jenny Dankelman is sinds 1999 verbonden aan de TU Delft. In 2001 is zij benoemd tot Antoni van Leeuwenhoek hoogleraar; sinds 2008 bekleedt zij de leerstoel 'Minimally Invasive Surgery and Interventional Techniques'. Vanaf 2007 is zij tevens hoofd van de groep Medical Instruments. De overdracht van het afdelingsvoorzitterschap biedt Frans van der Helm de ruimte om zich weer volledig te richten op zijn onderzoek- en onderwijswerkzaamheden. Onderwijs Minoren Geneeskunde en Medische Technologie Op 1 september 2010 zijn twee minoren gestart die de TU Delft samen met het LUMC en het Erasmus MC verzorgt: Geneeskunde en Medische Technologie. Studenten krijgen „bij elkaar‟ les, en verrichten een gezamenlijke opdracht. De programma‟s lijken inhoudelijk goed aan te slaan bij de studenten en docenten. In februari 2011 zal het traject geëvalueerd worden. Evenementen en activiteiten Roadshow en Medical Delta Cafe’s In februari kwamen ruim 180 Delftse en zo‟n 200 Leidse onderzoekers samen in het Leiden Universitair Medisch Centrum tijdens de „TU Delft Roadshow‟ om verdere samenwerking te verkennen. Daarnaast kwamen wetenschap, bedrijfsleven en overheid vier maal op wisselende locaties bijeen tijdens het Medical Delta café rondom de thema‟s Innovaties aan de operatietafel, medische technologie en life science, medische beeldvorming voor diagnose en training van chirurgische vaardigheden. Shanghai In de week van 16 augustus heeft een 3TU-delegatie het thema „Health and Technology‟ gepresenteerd op de wereld expo in Shanghai in het Nederlands Paviljoen. Doel was om met collega‟s van verschillende Chinese universiteiten te discussiëren over de toekomstige uitdagingen voor het opleiden van ingenieurs op het snijvlak van Gealth en Technology. Verkend is of er een samenwerkingsdriehoek tussen Phillips China, Medical Delta en een sterke Chinese universiteit op het gebied van onderzoek en uitwisseling van studenten en promovendi is op te zetten.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
37
Richard Goossens de volgende “Medical Delta hoogleraar” DRI Health streeft na dat er meer dubbelbenoemingen plaatsvinden tussen wetenschappers van de TU Delft wetenschappers en de medische centra in Rotterdam en Leiden. Op 12 november heeft prof. Richard Goossens zijn intreerede gehouden als hoogleraar Physical Ergomics. Deze leerstoel is ingebed bij Industrieel Ontwerpen en ook voor een dag in de week bij het Erasmus MC. Het symposium dat de TU Delft ter gelegenheid van deze inauguratie hield, stond in het teken van 'Human Factors in Healthcare'.
3.3 Internationalisering De TU Delft wil zich in het (inter)nationale krachtenveld blijvend positioneren als een leidende kennisorganisatie met een kwalitatief zeer hoogwaardige activiteitenportfolio op het gebied van onderwijs en onderzoek. (Inter)nationale aanwezigheid op plaatsen waar dat telt en het - in combinatie hiermee - ontwikkelen van strategische allianties zijn voor de TU Delft nodig om zich goed te kunnen positioneren en vroegtijdig richting te kunnen geven aan voor de universiteit relevante (beleidsmatige) ontwikkelingen. Prioriteit heeft het systematisch benutten van de mogelijkheden voor de TU Delft – via “Brussel” – in Europa. Hierbij is het versterken van de thematisch gerichte netwerken met Europese zusterinstellingen en bedrijven van belang. Strategische samenwerking en (inter)nationale netwerken Het ontwikkelen van strategische samenwerking staat in functie van de ambitie van de TU Delft zich wereldwijd als één van de leidende internationale kennisorganisaties te positioneren; dit gebeurt vanuit drie schaalniveaus binnen de TU Delft: 1) peer-to-peer contacten; 2) afdelingen en faculteiten en 3) het instellingsniveau. Hierbij worden de volgende oriëntaties onderscheiden: mondiaal, Europees, nationaal, regionaal en sectoraal. Met name het Europese schaalniveau is voor de TU Delft van groot belang. De Europese Onderwijs- en Onderzoeksruimte vormt een dominante kracht. Voor het soort onderzoek en innovatie waar aan de TU Delft wordt gewerkt, biedt dit grote kansen voor additionele financiering. Verdere ontwikkeling van samenwerking met andere Europese universiteiten – met name via de IDEA League universiteiten - is voor de TU Delft essentieel: voor een sterke internationale competitieve positionering van de TU Delft zijn hechte allianties met andere leidende Europese universiteiten wezenlijk. Hiertoe behoren uiteraard ook de universiteiten in de Randstad, met name de Erasmus Universiteit en de Universiteit Leiden - en op landelijk niveau de 3TU Federatie. De TU Delft bouwt daarom verder aan deze samenwerkingsrelaties, waarvan de basis wordt gevormd door de vele (inter)nationale samenwerkingsverbanden tussen de academische professionals. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is, het nastreven van een optimaal rendement van de universiteit ter beschikking gestelde middelen. Het ontwikkelen van strategische netwerken met (in-ter)nationale zusterinstellingen en bedrijven vergroot de slagingskans voor participatie in Europese programma‟s aanmerkelijk. Naast deze algemene uitgangspunten worden ook de volgende aspecten geëxploreerd of uitgevoerd: Het inventariseren en versterken van (onze inbreng in) de bestaande strategische samenwerkingsverbanden en netwerken van faculteiten met zusterinstellingen, (landelijke) overheden en het netwerk van bedrijven; dit met focus op intensiveren van de deelname in (toekomstige) FES-aanvragen, Europese kaderprogramma‟s, Know-ledge & Innovation Communities en deelname in mondiale strategische allianties tussen kennisinstellingen. Het versterken van de vertegenwoordiging van de TU Delft in het proces van thema- en programmakeuzen door externe (overheids)financiers, onder meer via het gericht investeren in public affairs en het systematisch gebruik maken van (informele) bestuurlijke en expertnetwerken waar individuele leden van de (wetenschappelijke) staf deel van uitmaken. Delegatieontvangsten Vanwege de IJslandse aswolk en politieke strubbelingen in een aantal landen zijn relatief veel ontvangsten dit jaar op het laatste moment afgelast. De ontvangsten op centraal niveau die wel doorgang hebben gevonden waren o.a. van Tokyo Institute of Technology, Ecole Centrale Marseille en Nanjing University of Science and Technology. Deze delegaties zijn om verschillende redenen naar Delft gekomen. Sommigen hadden een puur verkennend doel, anderen wilden hun bestaande contacten uitbreiden; van onderwijs naar onderzoek, dan wel van een faculteit naar meerdere.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
38
Bibliometrisch onderzoek naar co-publicatiepartners Voor het in kaart brengen van de strategische samenwerkingsrelaties is onder andere de vraag uitgezet bij het CWTS in Leiden om een bibliometrisch onderzoek te doen naar de belangrijkste co-publicatiepartners van de TU Delft. Hiervoor is met name gekeken naar de kennisinstellingen met wie de TU Delft 20 of meer publicaties heeft uitgebracht, dit in de periode van 19992003, 2004-2008 en voor de gehele periode 1999-2008. De resultante is een uitgewerkte netwerkanalyse en een overzicht van partners die nu gebruikt worden ter achtergrondinformatie voor verschillende processen, personen en instanties. Hiernaast ter illustratie één van de overzichten uit het onderzoeksrapport. IDEA League sporttoernooi In Delft heeft in mei het 10e IDEA League sporttoernooi plaatsgevonden. Een van de grootste successen in dit lustrumjaar is dat het de organisatie is gelukt om, voor het eerst in de geschiedenis van het toernooi, ParisTech erbij te betrekken. Daarbij was het toernooi, met 250 deelnemers, het grootste IDEA League toernooi tot nu toe. Het toernooi is vrijwel probleemloos verlopen. De sfeer was goed, vriendschappelijk en sportief. Grote winnaar van het toernooi was de TU Delft met eerste plaatsen in de zwemestafette, badminton, rugby 7s dames en basketbal heren. De winst bij rugby 7s heren ging naar Imperial College en bij basketbal dames is ETH Zurich op de eerste plaats geëindigd. In 2011 wordt het toernooi door ETH Zurich verzorgd.
3.4 Kwaliteitszorg onderzoek Een internationaal erkende reputatie als wetenschappelijk toonaangevend instituut is voor de TU Delft essentieel om zich als preferred partner op onderzoeksgebied te positioneren. Deze erkenning is sterk afhankelijk van de door (inter)nationale vakgenoten erkende kwaliteit van het onderzoek. Het stelsel van peer review is een wereldwijde standaard binnen elke wetenschappelijke discipline en is essentieel voor het zelfreinigende vermogen van de onderzoeksorganisatie. Het Nederlandse systeem van externe onderzoeksbeoordelingen biedt een transparant en beproefd kader voor peer reviews. In combinatie met de verbeter- en verandermaatregelen die getroffen worden naar aanleiding van het oordeel van de beoordelingscommissie, draagt dit systeem bij aan het realiseren van de Delftse ambities op onderzoeksgebied. Beleid kwaliteitszorg De TU Delft wil internationaal erkende topkwaliteit blijven leveren op het gebied van technisch wetenschappelijk onderzoek. In termen van het Standard Evaluation Protocol 2003-2009 streeft de TU Delft naar een gemiddelde score in het bereik 4-5. Hiertoe acht de TU Delft een transparante leerstoelenstrategie – als onderdeel van het bredere human talent beleid – een noodzakelijk middel. De TU Delft wil daarom dat faculteiten een dergelijke leerstoelenstrategie formuleren; De TU Delft wil ook de komende jaren het huidige Standard Evaluation Protocol blijven toepassen. Het biedt ruimte voor maatwerk en diepgaande beoordelingen, en voorkomt massa-evaluaties tussen ongelijksoortig onderzoek; De TU Delft is in 3TU-verband overeengekomen dat in beginsel disciplinegewijze beoordelingen gezamenlijk plaatsvinden. Dit beoogt onder meer de afstemming van onderzoek binnen de 3TU. gezamenlijk te verbeteren, met onder andere dit doel is op basis van het SEP het zogenaamde 3TU.protocol ontwikkeld; De TU Delft handhaaft de disciplinegewijze beoordeling zoveel mogelijk en wil het eigen onderzoek samen met soortgelijk onderzoek van andere universiteiten laten beoordelen, bijvoorbeeld met preferred partners in de regio maar eventueel ook met collega-universiteiten binnen Europa; Faculteiten zijn het aangrijpingspunt voor de evaluaties. Hierbij zal tevens de kwaliteit van de promotietrajecten worden meegewogen; Bestuurlijke hantering van uitkomsten van onderzoeksbeoordelingen is onderdeel van de integrale planning en control cyclus. Zo wordt systematisch bevorderd dat de bestuurlijk geaccepteerde uitkomsten van onderzoeksbeoordelingen ook worden gerealiseerd. In 3TU-verband heeft zich in de afgelopen jaren een goed werkende praktijk ontwikkeld waarin diverse externe onderzoeksbeoordelingen en midterm reviews hebben plaatsgevonden en velen zullen nog volgen. Via de
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
39
Bestuurscommissie 3TU.Onderzoek worden verzoeken naar decanen gestuurd om gezamenlijk voorbereidingen te treffen, waarna de Bestuurscommissie de bijbehorende plannen van aanpak ter goedkeuring krijgt aangeboden. De benoeming van commissieleden verloopt eveneens via de Bestuurscommissie 3TU.Onderzoek. Jaarlijks trekt het College van Bestuur van de TU Delft k€150 uit voor kwaliteitszorg en onderzoeksbeoordelingen. Het College betaalt de kosten van de commissie en de productie van het beoordelingsrapport bij externe onderzoeksbeoordelingen. De faculteiten betalen de overige kosten van een externe beoordeling en betalen alle kosten die gemoeid zijn met een midterm review. Externe onderzoeksbeoordelingen In maart is het definitieve beoordelingsrapport Computer Science 2002-2008 door de peer review committee onder leiding van professor W. Zwaenepoel en bijgestaan door dhr. J. Heijn van BetaText, uitgebracht. Naast de TU Delft hebben acht andere universiteiten aan deze onderzoeksbeoordeling deelgenomen. De vijf beoordeelde Delftse programma‟s hebben uitstekend gescoord. Het programma Software Engineering van prof. Van Deursen scoorde op alle vier de beoordelingsaspecten een 5 ofwel op alle fronten “excellent”. Verder is het voor zowel de TU Delft als de faculteit EWI zeer verheugend te mogen constateren dat het niveau van de vijf onderzoeksprogramma‟s Computer Science op alle punten (op 1 na) ten minste “very good” (score 4) is. Het biedt een uitstekende basis voor de ambitie van de faculteit EWI om een faculteit met een sterk ICT-profiel te zijn. Van de negen beoordeelde universiteiten scoorde de TU Delft op een na – de KUN - het hoogste. Deze positie zal enerzijds behouden moeten worden en anderzijds gebruikt moeten worden om nog sterker agendabepalend te worden. De faculteit zal hiertoe een aantal stappen ondernemen. Onder andere het selecteren op talent blijft het belangrijkste leidend principe. Daartoe wordt het tenure track systeem met kracht voortgezet en wordt open en wereldwijd voor vacatures geworven. De computer science programma‟s blijven streven naar maximale impact van hun onderzoek door zich vooral te richten op het publiceren in topconferenties en journals en samenwerkingen te blijven zoeken met (internationale) universiteiten met leidende Computer Science afdelingen. Een maand later in april is het definitieve rapport van de onderzoeksbeoordeling “Applied Mathematics” periode 2003-2008 verschenen. De commissie onder leiding van professor H. van der Vorst, bijgestaan door de QANU, is van mening dat het niveau van de Delftse Applied Mathematics programma‟s op bijna alle punten ten minste “very good” (score 4) is en dat er bovendien een duidelijke verbetering is waargenomen ten opzichte van de vorige visitatie. De samenvoeging in 2004 van de verschillende wiskundegroepen binnen de faculteit EWI in één afdeling, de afdeling Toegepaste Wiskunde (Delft Institute of Applied Mathematics, DIAM) heeft aan de aanzienlijke vooruitgang een essentiële bijdrage geleverd. De beoordelingscommissie heeft wel bezorgd vastgesteld dat, hoewel de rol van de wiskunde binnen andere disciplines en in de maatschappij toeneemt, in Nederland de afgelopen jaren de wiskunde in omvang is afgenomen door een duidelijke afname van de financiering voor wiskundeonderzoek. Ook bij de 2 e geldstroom financiering (NWO, STW) gaat er relatief gezien veel te weinig ondersteuning naar wiskunde. Op termijn zou dit weleens funest voor de kwaliteit van het onderzoek kunnen zijn. De commissie is toch onder de indruk van de huidige omvang van externe financiering bij DIAM. Het werven van 2 e en 3e geldstroom financiering zal dan ook een belangrijk aandachtspunt blijven door DIAM in de komende jaren. De commissie constateert dat het onderzoek bij DIAM in zeer goede conditie verkeert en dat er sprake is van een solide academische reputatie. De samenwerking binnen de TU Delft en met de industrie noemt de commissie indrukwekkend. De afgelopen jaren is een aantal excellente jonge medewerkers aangetrokken, wat geleid heeft tot een aantal successen bij het verkrijgen van Vernieuwingsimpuls subsidies van NWO en fondsen uit de Open Competitie. De commissie stelt verder dat de huidige indeling in de onderzoeksprogramma‟s (sinds reorganisatie van 2004) goed werkt en dat men nu de ruimte moet krijgen voor consolidatie. De uitkomsten van de ERiC (evaluating research in context) pilot zijn meegenomen in de externe onderzoeksbeoordeling die de faculteit Bouwkunde (BK) eind 2010 heeft georganiseerd. In de onderzoeksbeoordeling hebben ook de faculteit BK van de TU Eindhoven, 2 programma‟s van het instituut OTB en het Berlage Instituut geparticipeerd. Een internationale peer review commissie onder leiding van professor Peter Russell (RWTH Aachen) heeft haar site visits in november 2010 afgelegd. Een eerste mondelinge terugkoppeling na afloop van de site visit hebben positieve indrukken vanuit de commissie opgeleverd. Het definitieve beoordelingsrapport wordt begin 2011 verwacht. De faculteit Techniek, Bestuur en Management heeft met haar collega-faculteiten uit Eindhoven en Twente in september 2010 een uitgebreide onderzoeksbeoordeling georganiseerd. Een beoordelingscommissie onder leiding van professor Arthur Ringeling (Erasmus Universiteit Rotterdam) heeft op de valreep eind 2010 haar concept-rapportage uitgebracht. In maart 2011 is het definitieve beoordelingsrapport uitgebracht. Midterm reviews In 2010 heeft bij de faculteit Industrieel Ontwerpen een midterm review plaatsgevonden. Hierbij is expliciet gekeken naar de resultaten van de voorgaande externe beoordeling (welke aanpassingen en verbeteringen zijn er in
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
40
de tussentijd gerealiseerd) en is er vooruitgeblikt op de eerstvolgende externe beoordeling (aan welke punten dient de faculteit nog aandacht te schenken). Voorbereid in 2010 Een drietal externe onderzoeksbeoordelingen is in 2010 voorbereid. De beoordeling zelf en de bijbehorende site visits vinden in 2011 plaats: Civiele Techniek samen met de Universiteit Twente; Electrical Engineering wordt in 3TU verband beoordeeld. In november 2010 heeft de Bestuurscommissie 3TU.Onderzoek haar goedkeuring aan het betreffende plan van aanpak verleend; Technische Natuurkunde zal landelijk beoordeeld worden. In 2010 is uitvoerig overlegd over het plan van aanpak. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en de faculteit 3mE zullen in 2011 een midterm review organiseren. Bestuurlijke follow-up Binnen de Planning & Control cyclus (P&C cyclus) wordt veel aandacht besteed aan de voorbereidingen op en de resultaten van de onderzoeksbeoordelingen. Faculteiten en het instituut OTB schenken in de meerjarenplanning expliciet aandacht aan kwaliteitszorg onderzoek en de koppeling hiervan met de facultaire onderzoeksportfolio en de leerstoelenstrategie. Het College van Bestuur heeft als concrete doelstelling, behorende bij de onderzoeksambitie van een preferred partner in research, een onderzoeksbeoordeling op het kwaliteitscriterium van minimaal een vier op een schaal van vijf (te weten: internationaal een belangrijke speler of liever nog internationaal een leidende rol). De faculteiten worden in de bilaterale overleggen op dit criterium aangesproken. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is in november 2008 bezocht door een internationale peer review committee met als voorzitter professor Dick H. van Campen (TU Eindhoven). In juni 2009 is het eindrapport Assessment Report on Research in Aerospace Engineering 2001-2006 at Delft University of Technology gepubliceerd. De commissie beoordeelt het onderzoek van de faculteit over het geheel zeer positief, in enkele gevallen zelfs excellent. Ook ondersteunt de commissie het al ingezette proces van “geleidelijke verschuiving van groei naar kwaliteit”. Op basis van het oordeel en suggesties van de commissie heeft de decaan in november 2010 een zogenaamd verbeter- en veranderplan opgesteld, waaraan het College van Bestuur haar goedkeuring heeft verleend.
3.5 Graduate Schools In 2009 zijn de volgende knelpunten geconstateerd: Het promotierendement is te laag, er haken teveel promovendi af en veel promovendi doen er langer over dan de beoogde promotieduur van vier jaar; de kwaliteit van de begeleiding van promovendi is niet optimaal; het opleidingsaspect van het promotietraject komt onvoldoende uit de verf; de informatievoorziening naar en ondersteuning van promovendi hapert soms; er is onvoldoende betrouwbare managementinformatie beschikbaar; en de positionering van de TU Delft als promotieplek kan beter; zowel richting masterstudenten als richting het bedrijfsleven die onvoldoende de toegevoegde waarde zien van sommige promotietrajecten. De TU Delft wil de kwaliteit van de promotiebegeleiding en -opleiding verbeteren. Het implementeren van een Graduate School (GS) is een internationaal herkenbaar middel om de kwaliteit van de promotieopleiding te verbeteren en strategisch en operationeel te verankeren. In 2010 zijn de voornemens uitgewerkt in concrete voorstellen voor de oprichting van een TU Delft Graduate School, Graduate Office en Facultaire Graduate Programmes. Het doel van de Graduate School is om de promotieopleiding verder te ontwikkelen door onder andere meer structurering en verduidelijking van verantwoordelijkheden, het versterken van de promovendigemeenschap en de ontwikkeling van generieke competenties als projectmanagement en persoonlijke effectiviteit. De investeringen in de Graduate School moeten op de lange termijn leiden tot een hoger rendement, minder uitval en een betere begeleiding. Zowel nationaal als internationaal is er steeds meer oog voor de promovendus research professional en wordt deze gezien als de hoogst opgeleide, talentvolle, high potential die als geen ander in staat is om complexe vraagstukken in wetenschap, overheid en bedrijfsleven op te lossen. De nadruk komt steeds meer te liggen op het opleidingsaspect binnen het promotietraject. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen is besloten de focus te verleggen naar de promovendus als student (in plaats van sec als medewerker).
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
41
In november is het projectplan en de begroting voor de pilot van de Graduate School goedgekeurd. In het project GS nauw samen met wetenschappers en ondersteuners uit alle faculteiten. Er zijn vijf thematische werkgroepen bezig die zich bezig zich houden met Doctoral Education (de gewenste competenties), organisatie van ondersteuning voor promovendi, HR instrumentarium promovendi, voortgangsmonitoring van de promotietrajecten en marketing & communicatie van de promotie opleiding. De eerder ontwikkelde ‘Codes of Good Practice’ zullen na verdere afstemming worden vastgesteld en worden gebruikt als basis voor de werkwijze van promovendi en supervisors. Naar verwachting wordt kunnen promovendi vanaf april 2011 een beroep doen op een psycholoog en een loopbaanadviseur. Het is de bedoeling om vanaf augustus de universitaire Graduate Office op te starten met de fysieke intake balie. Hier kunnen alle promovendi zich bij de start van hun promotietraject inschrijven. Vervolgens worden vanaf september de eerste generieke trainingen voor Doctoral Education aangeboden aan alle promovendi.
3.6 Onderzoekscholen
“De TU Delft handhaaft de onderzoekscholen waarvan zij penvoerder is of waarin zij participeert. Onderzoekscholen versterken de profilering van de TU Delft. Erkenning door de Erkenningscommissie Onderzoekscholen (KNAW/ECOS) wordt door de TU Delft vooralsnog als een belangrijk kwaliteitslabel gezien. De toekomst van de bestaande en mogelijke nieuwe onderzoekscholen wordt bezien in het licht van de ontwikkelingen rond de Graduate School.” De onderzoekscholen waarvan de TU Delft penvoerder is of waarin de TU Delft participeert, bieden een hoogwaardige inbedding van het promotieonderzoek en dragen bij aan de nationale afstemming van onderzoeksprogramma’s binnen specifieke disciplines. Als faculteits- en universiteitsoverstijgende onderzoeksverbanden in strategische gebieden versterken zij de profilering van de TU Delft. Erkenning door de KNAW/ECOS wordt als een belangrijk kwaliteitskeurmerk beschouwd. De ervaringen en positie van de onderzoekscholen worden in beschouwing genomen bij de oprichting van de Graduate School voor de TU Delft in 2011. Daarnaast worden de ervaringen meegenomen van de drie door NWO gehonoreerde voorstellen binnen het pilotprogramma voor interuniversitaire- en lokale onderzoeksscholen of Graduate Schools. In 2009 waren dit de onderzoekschool Casimir en de Graduate School 3TU.ethics. In 2010 haalde de onderzoekschool Dutch Institute of Systems and Control (DISC) de prijs zijnde €800.000 in de wacht. Net als in voorgaande jaren is de TU Delft in 2010 penvoerder van negen onderzoekscholen, te weten: Advanced School for Computing & Imaging (ASCI); Onderzoekschool Integraal Construeren voor de Bouw (BOUW); Graduate Research School Biotechnological Sciences Delft Leiden (BSDL); Casimir Onderzoekschool (CASIMIR, natuurkunde); Centrum voor Technische Geowetenschappen (CTG); Delft Institute for Microsystems and Nano-electronics (DIMES); Dutch Institute of Systems and Control (DISC); J.M. Burgerscentrum – Onderzoekschool voor Stromingsleer (JMBC); Transport Infrastructure and Logistics (TRAIL). Op CTG en DIMES na zijn het interuniversitaire onderzoekscholen. Alle onderzoekscholen waarvan de TU Delft penvoerder is, zijn erkend door de KNAW/ECOS. Voor de onderzoekschool Centrum voor Technische Geowetenschappen (CTG) dient hierbij wel vermeld te worden dat in 2010 besloten is met ingang van 2011 niet voor hererkenning door de KNAW/ECOS op te gaan. Als voornaamste reden hiervoor is aangedragen de trend in het onderzoekslandschap naar grote onderzoeksprogramma’s waar meerdere universiteiten bij betrokken zijn. Ook de ontwikkeling van Doctoral Education, het implementeren van Graduate Schools, is voor de onderzoekschool CTG een reden om zich te willen concentreren op het geven van vakspecifiek onderwijs aan promovendi. Daarbij de goede basisopleiding in transferrable skills, de administratie en monitoring van promovendi aan de Graduate School over te laten. De Casimir Research School is een samenwerkingsverband tussen Leiden en Delft (natuurkunde) en heeft tot doel de opleiding van jonge onderzoekers te ondersteunen en te bevorderen. Eén van de cursussen die het Casimir organiseert is 'Electronics for physicists'. Een elektronica cursus met een sterke focus op praktische toepassingen. Medewerkers van de Dienst Elektronische en Mechanische Ontwikkeling (DEMO) werken mee aan het geven van deze cursus. Foto: Ruud van Ooijk (DEMO medewerker) tijdens de Casimir Elektronica cursus
Jaarverslag 2010 TechnLVFKH Universiteit Delft
42
De TU
Delft participeert anno 2010 in negen door de KNAW/ECOS erkende onderzoekscholen, te weten: Onderzoekschool Engineering Mechanics (EM); Instituut voor Programmatuurkunde en Algoritmiek (IPA m.i.v. 2007); Netherlands Graduate School of Urban and Regional Research (NETHUR); Nederlands Instituut voor Onderzoek in de Katalyse (NIOK); Nederlandse Onderzoekschool voor Bestuurskunde (NIG); Onderzoekschool Procestechnologie (OSPT); School voor Informatie- en Kennissystemen (SIKS); Thomas Stieltjes Institute for Mathematics (SIMATH); Interuniversitaire Onderzoekschool Wetenschap, Technologie en Moderne Cultuur (WTMC).
Toponderzoekscholen De TU Delft participeert verder met de Delftse delen van de onderzoekschool CTG en onderzoekschool VMSG (Vening Meinesz Researchschool of Geodynamics) in de toponderzoekschool Netherlands Research Centre for Integrated Solid Earth Science (ISES). Ook neemt de TU Delft via haar participatie in de onderzoekschool NIOK (Nederlands Instituut voor Onderzoek in de Katalyse) deel aan de toponderzoekschool NRSC Catalysis. Hererkenning In juli 2010 heeft de KNAW/ECOS positief besloten over de hererkenningsaanvraag van de Onderzoekschool voor Procestechnologie (OSPT). De TU Delft levert de wetenschappelijk directeur van de onderzoekschool OSPT, te weten prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker, terwijl de Universiteit Twente als penvoerder van de school optreedt. Naast de UT en TU Delft participeren ook de TU/e, RUG en WUR in de onderzoekschool OSPT. Ook zijn in 2010 twee aanvragen voor hererkenning voorbereid; de KNAW/ECOS zal in 2011 de hererkenningsaanvragen van de onderzoekscholen DISC en ASCI waarvan de TU Delft penvoerder is, behandelen. Prof.dr.ir. P.M.J. van den Hof is wetenschappelijk directeur van de onderzoekschool DISC (Dutch Institute for Systems and Control). Samen met de universiteiten TU/e en UT participeert de TU Delft (de faculteiten 3mE, EWI en LR) in de onderzoekschool. Met de RUG, WUR, UvT, CWI, UM en VU is een partnerschap afgesloten. Ten aanzien van ASCI (Advanced School for Computing & Imaging) is prof.dr.ir. A.W.M. Smeulders de wetenschappelijk directeur. Maar liefst 10 universiteiten participeren in deze onderzoekschool. Ook zal de ECOS in 2011 de aanvraag voor hererkenning van de onderzoekschool WTMC die door de penvoerende Universiteit Maastricht is voorbereid behandelen.
3.7 Onderzoeksresultaten Omvang onderzoek De TU Delft hanteert de externe geldstromen, de onderzoeksinzet van het WP en de aantallen promovendi als indicatoren van de omvang van het onderzoek. De eerste geldstroom is in 2010 met 8,4% gedaald ten opzichte van 2009 tot M€ 350,5 (zie tabel 1.1 van de Bijlage met onderzoek- en valorisatiestatistieken). Hierin is een eenmalige korting van vijfentwintig miljoen van het ministerie van OCW opgenomen vanwege de terugvordering door OCW van haar eenmalige bijdrage van vijfentwintig miljoen in verband met de brand bij Bouwkunde. De tweede geldstroom is in 2010 met 17,0% gestegen ten opzichte van 2009 tot M€ 30,5. Mogelijk komt bij NWO meer ruimte voor de design- & engineeringdisciplines ten opzichte van de natuur- en levenswetenschappen. De derde geldstroom is eveneens gestegen, met 2,2% tot M€ 111,7 (zie tabel 1.1 van de Bijlage met onderzoek- en valorisatiestatistieken). Verhoudingsgewijs neemt de omvang van de eerste geldstroom af: in 1999 besloeg de eerste geldstroom 81% van de totale omvang van de drie geldstromen en in 2010 71%. De relatieve omvang van de tweede geldstroom - van 2% in 1999 naar 6% in 2010 - en derde geldstroom - van 16% in 1999 naar 23% in 2010 - neemt toe (zie tabel 1.1 van de Bijlage met onderzoek- en valorisatiestatistieken). Dit komt door de structurele groei van de externe geldstromen tegen de achtergrond van de sterk gegroeide instroom van promovendi in de laatste jaren. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de TU Delft langzaam aan minder financieel afhankelijk is geworden van de eerste geldstroom, maar dat deze nog steeds een noodzakelijke voorwaarde is om externe geldstromen te kunnen verwerven. Dit omdat investeringen en matchingsverplichtingen een zware wissel op de eerste geldstroom zetten. Zonder een goede, gezonde financiële basis voor het vaste wetenschappelijke personeel, de ondersteuning en moderne onderzoeksfaciliteiten kunnen de externe geldstromen in de toekomst wellicht op een suboptimum blijven steken.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
43
Op basis van inzetpercentages per functiecategorie is de onderzoeksinzet 2009 voor de TU Delft bepaald (als alternatief voor gedetailleerde en kostbare vormen van tijdregistratie). De totale onderzoeksinzet van het WP is licht afgenomen van 1635 fte in 2008 naar 1599 fte in 2009. Deze afname zit vooral in de onderzoeksinzet vanuit de tweede geldstroom (zie tabel 1.2 van de Bijlage met onderzoek- en valorisatiestatistieken). De verhouding van de inzet in 3e en 2e geldstroom ten opzichte van de 1e geldstroom – door het Rathenau Instituut de „maatschappelijke‟ en „wetenschappelijke werfkracht‟ genoemd – bedroeg 1,55 en 0,41. Dit betekent een duidelijke verhoging ten opzichte van de 0,58 en 0,27 in 1998 (het jaar waarop het Rathenau Instituut zich baseerde in het rapport „De Nederlandse universiteiten. Feiten en Cijfers‟). Het aantal promovendi is in 2010 met 6% gestegen tot 2150 personen. Als capaciteit in full time equivalent bedraagt de stijging 3%. Hierin zijn ook 1172 onbezoldigde promovendi opgenomen, die qua salarislasten door externen worden bekostigd. Vooral het aantal en het aandeel onbezoldigde promovendi is stijgende, wat deels samenhangt met de stijgende tweede en derde geldstroom (zie tabel 1.1 en 1.3 van Bijlage 3). Van de 2150 promovendi hebben er 1423 een buitenlandse nationaliteit (=66%). Dit aandeel is een zichtbare toename ten opzichte van voorgaande jaren. De landen waar de meeste buitenlandse promovendi vandaan komen, zijn: China (14%), Iran (6%) en Italië (5%) (zie tabel 1.4 van Bijlage 3). Onderzoeksproductiviteit De aantallen publicaties zoals weergegeven in tabel 2.1 zijn conform de VSNU-definities uit 2009 (deze zijn gelijkgeschakeld aan die in het SEP-protocol). Het aantal wetenschappelijke publicaties – refereed en non-refereed tijdschriften, boeken, boekdelen enzovoort - is met 7% gedaald van 6934 in 2009 naar 6486 in 2010. Hierbij is het aantal refereed artikelen gestegen, maar vooral het aantal non-refereed artikelen, boekhoofdstukken en conferentieproceedings is gedaald. Mogelijk is de benodigde tijdsinvestering voor refereed artikelen ten koste gegaan van het voortgebrachte aantal overige wetenschappelijke publicaties. Ten opzichte van 2003 is het aantal wetenschappelijke publicaties met 28% gestegen (zie tabel 2.1 van de Bijlage met onderzoek- en valorisatiestatistieken). Het aantal vakpublicaties is in 2010 met 21% gedaald ten opzichte van 2009 en is op een aantal van 754 uitgekomen (zie tabel 2.1 van de Bijlage met onderzoek- en valorisatie-statistieken). Deze daling is een voortzetting van de dalende lijn van de afgelopen jaren. De daling hangt samen met de toenemende druk op wetenschappers om in internationale refereed tijdschriften te publiceren (ten behoeve van onderzoeksvisitaties, beoordelingen van onderzoeksvoorstellen en onderzoekers bij subsidieaanvragen en citatiescores in talloze rankings). Het aantal populaire publicaties is fors gestegen: van 71 in 2009 naar 221 in 2010 (een stijging van 211%). Deze stijging hangt vermoedelijk samen met de toenemende aandacht voor het zichtbaar maken van de maatschappelijke relevantie van het wetenschappelijke onderzoek. De overige onderzoeksoutput (zoals editorships, boekbesprekingen, octrooien en abstracts), is in 2010 (1230 in aantal) ongeveer gelijk gebleven op het niveau van 2009 (1240 in aantal). Ten opzichte van 2003 is echter een duidelijke toename te constateren (zie tabel 2.1 van de Bijlage met onderzoeken valorisatiestatistieken). Het aantal spin-off bedrijven is in 2010 met 11 gelijk gebleven ten opzichte van 2009 (zie tabel 2.1 van Bijlage 3). Voor het vaststellen van het aantal spin-off bedrijven zijn alleen cijfers beschikbaar vanuit het Technostartersprogramma-TU Delft (conform de technostarter-definitie van het ministerie van EL&I). Er is geen zicht op eventuele spin-offs van medewerkers, promovendi of studenten buiten het Technostarters-programma om. Impact onderzoek Uit diverse internationale rankings blijkt dat de TU Delft tot de Europese en wereldwijde top van universiteiten behoort, vooral op het gebied van technologie en engineering. De TU Delft staat in 2010 op de 108e plek in de „World top 200 universities‟ van de QS-ranking, een ranglijst die zich richt op reputatie, de (internationale) samenstelling en omvang van de staf en studentenpopulatie en de citatieimpact van het onderzoek. Op de sublijsten van de „Technology top‟ en de „Natural Sciences top‟ – die voor honderd procent op reputatie zijn gebaseerd - staat de TU Delft respectievelijk 18e en 84e. Voor alle drie betekent dit een beperkte teruggang ten opzichte van 2009 (zie tabel 3.1 Bijlage 3). De TU Delft staat 151e op de nieuwe THE-ranking en 33e op de nieuwe wereldwijde top 50 in Engineering & Technology-ranking. De nieuwe THE-ranking is in 2010 ingrijpend veranderd ten opzichte van voorgaande edities en is gebaseerd op 13 indicatoren verdeeld over vijf brede categorieën (citatieimpact, onderzoek, onderwijs, internationalisering, inkomsten uit industrie en innovatie) (zie tabel 3.1 van Bijlage 3) In de wereldwijde en Europese top van de algemene Shanghai-ranking – een ranglijst gebaseerd op onderzoeksprestaties uit het heden en verleden - heeft de TU Delft haar positie in de categorie 151-200 en 57-74 weten te handhaven. Hetzelfde geldt voor de positie 76-100 op de specifieke ranglijst voor „Engineering, technology and computer science‟ (zie tabel 3.2 van Bijlage 3).
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
44
In de wereldwijde top van de HEEACT-ranking – een ranglijst met onderzoeksprestaties uit het heden – is de TU Delft na een gestage stijging in de laatste jaren, gedaald tot het niveau van 2007 (van plaats 238 in 2009 naar 272 in 2010). Op de specifieke „Engineering‟ en „Natural sciences‟ top is de TU Delft gestegen van 42 naar 39 en van 136 naar 113 (zie tabel 3.3 van Bijlage 3). In 2010 publiceerde HEEACT voor het eerst rankings per discipline. De TU Delft staat zeer hoog in de rankings op het gebied van civil engineering (5), mechanical engineering (15), chemical engineering (23) en material science (46). De Leiden-ranking van het CWTS combineert niet indicatoren tot een ranglijst, maar geeft aparte ranglijsten per indicator. In de Europese top 100 is de TU Delft ongeveer gelijk gebleven op de sublijst van het aantal publicaties (van 89 naar 88) en op de sublijst van het aantal citaties per publicatie (van 92 naar 94). De positie van de TU Delft op de sublijst van de kroonindicator - het aantal citaties per publicatie gecorrigeerd voor de velden van onderzoek- is gedaald van plaats 11 naar plaats 20. Wereldwijd is de TU Delft gedaald wat betreft de kroonindicator, van positie 86 naar positie 92 (zie tabel 3.4 van Bijlage 3). In de „Wereldwijde top‟ van de CWTS Scoreboard of University-Industry Research Cooperation 2006-2008 hoort de TU Delft (wederom) tot de tien universiteiten waar in verhouding de meeste van de gepubliceerde artikelen in internationaal gerefereerde tijdschriften in samenwerking met het bedrijfsleven zijn geschreven. In drie van de vijf afzonderlijke onderzoeksvelden is de positie van de TU Delft verbeterd (ten opzichte van 2003-2007); in het life sciences-veld heeft de TU Delft haar positie in de hoogste categorie gehandhaafd (zie tabel 3.5 van Bijlage 3). Ondanks de methodologische tekortkomingen van de rankings zelf, en de mate waarin universiteiten onderling kunnen worden vergeleken qua missie, profiel, en beschikbare resources, geven de rankings wel inzicht in de internationale zichtbaarheid en reputatie van de Nederlandse universiteiten binnen de verdere mondialisering van onderwijs en onderzoek. Voor de TU Delft zijn vooral de „Technology top‟ van de QS-ranking (gebaseerd op peer-review), de „kroonindicator‟ van de Leiden-ranking (gebaseerd op citatiescores) en de HEEACT-rankings per discipline van belang, omdat deze rankings het meeste rekening houden met het karakter van de TU Delft zijnde een technologische universiteit. De TU Delft zal waar mogelijk hiervan gebruik maken binnen haar wervings- en internationaliseringsbeleid. In 2010 heeft de TU Delft 13 subsidies verworven in het kader van de vernieuwingsimpuls van NWO (5 VENI, 5 VIDIen 3 VICI). In het totaal is dit een behoorlijke achteruitgang ten opzichte van 2009, maar dat was een uniek jaar door het behalen van 18 VENI-beurzen. Daarnaast verwierf de TU Delft 3 ERC grants en 14 STW valorisation grants. Dit laatste is een forse toename ten opzichte van 2009 (zie tabel 3.6 - 3.8 van Bijlage 3). Promotierendement Het aantal promoties is in 2010 met 26% gestegen ten opzichte van 2009 en is op een aantal van 333 gekomen (zie tabel 4.1 van Bijlage 3). Vanaf 1997 tot en met 2006 was er sprake van een schommelende trend. Sinds 2006 is er sprake van een continue toename. Afgaande op de ontwikkelingen van de promovendi verwacht de TU Delft voor de komende jaren dat deze stijgende trend verder doorzet. Hierdoor hoopt de TU Delft de zeer talentvolle onderzoekers voor een wetenschappelijke carrière te winnen, maar ook om in voldoende mate bij te dragen aan het afleveren van goed opgeleide onderzoekers voor het Nederlandse bedrijfsleven. Uit de samenstelling van de gepromoveerden blijkt echter het aandeel buitenlanders in 2010 tot 56% te zijn gegroeid tegen 23% in 1997 (zie tabel 4.1. Bijlage 3). Het internationale karakter van het onderzoek wordt met deze groep kenniswerkers onderstreept, maar heeft ook een braindrain in zich wanneer de TU Delft en het Nederlandse bedrijfsleven niet bij machte zijn om vanuit deze categorie te binden dan wel te rekruteren. De TU Delft heeft de intern gehanteerde definitie van het kengetal promotierendement aangepast in lijn met de opzet die de VSNU hanteert met het oog op optimale compatibiliteit, en waar alle universiteiten mee hebben ingestemd. Het totale rendement van de ingestroomde werknemer-promovendi schommelt tussen de 64 en 70% (instroom cohort 2001-2003). Ongeveer 35-40% van de ingestroomde promovendi promoveert binnen vijf jaar. Als degenen die binnen 1 jaar stoppen met hun promotieonderzoek hieruit worden weggelaten, dan stijgen deze percentages enigszins (zie tabel 4.2 en 4.3 van Bijlage 3). Vernieuwingsimpuls
VENI Vijf talentvolle jonge Delftse onderzoekers hebben in 2010 van NWO een zogenaamde Veni-subsidie ontvangen. Zij gaan hiermee gedurende drie jaar ideeën ontwikkelen en onderzoek doen naar detectoren voor stervorming, voorkomen van spijt bij mobiliteit, automatisch testen van webapplicaties, samenwerkende transporthubs en zelfherstellend staal. De subsidie bedraagt maximaal € 250.000 per onderzoeker.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
45
Dr. ir. C.G. (Caspar) Chorus - TBM Mobiliteit zonder de spijt Het voorkomen van spijt achteraf is vaak een belangrijke drijfveer bij het maken van keuzes. Dit onderzoek vertaalt deze menselijke neiging tot spijtminimalisatie in een econometrisch model van (mobiliteits-) keuzegedrag. Hiermee worden voorspellingen gedaan over verkeersstromen en de bereikbaarheid van steden. Dr. A. (Akira) Endo – TNW Kavli Institute of Nanoscience Nanowetenschappers zicht van het heelal Nanowetenschappers en astronomen werken samen om de geschiedenis van de stervorming te ontrafelen. Het team zal een groot netwerk van supergeleidende ver-infrarood detectoren ontwikkelen en het gebruiken om tien miljard jaar in het verleden te kijken. Dr. ir. A. (Ali) Mesbah – 3mE Web Application Testing as an Automated Service Het programmeren van moderne webapplicaties is bijzonder complex en foutgevoelig. Dit onderzoek probeert algoritmes te vinden waarmee de zeer dynamische webtoestanden automatisch geanalyseerd en getest kunnen worden. Ook wordt bestudeerd hoe de testmethoden door webontwikkelaars met gemak toegepast kunnen worden. Dr. R.R. (Rudy) Negenborn – 3mE Grootschalig gedetailleerd transportbeheer: coördinatie van transportstromen op alle niveaus Globale goederenstromen worden steeds grootschaliger en complexer. Tegelijkertijd moet het transport van die goederen duurzamer en economischer plaatsvinden. Dit onderzoek laat lokale transporthubs zelfstandig continu met elkaar samenwerken en onderhandelen. Dit resulteert in een beter gecoördineerd en efficiënter transportbeheer. Dr. M. (Mohanchand) Paladugu - TNW Zelfherstellend staal Net als biologische systemen, kan ook staal zichzelf herstellen. Wanneer er nanoscheurtjes ontstaan, kunnen mobiele atomen deze opvullen met stabiele clusters, waardoor verdere schade voorkomen wordt. In dit project wordt onderzocht hoe nieuw zelfherstellend staal ontwikkeld kan worden.
VIDI Vijf andere onderzoekers hebben een VIDI-subsidie ontvangen van NWO. De onderwerpen zijn divers: van verborgen schilderijen tot verbeterde robotarmen en het oproepen van positieve emoties door productontwerpers. De subsidie bedraagt maximaal € 800.000. De competitie was fors: volgens NWO was het honoreringspercentage in deze ronde Vidi-toekenningen met 15 procent het laagste ooit binnen de Vernieuwingsimpuls. Dr. ir. P.M.A. (Pieter) Desmet - IO Positief ontwerpen Tijdens het gebruiken van consumentenproducten kunnen mensen allerlei positieve en negatieve emoties ervaren. Dit onderzoek analyseert hoe producten verschillende positieve emoties, zoals trots, plezier, en fascinatie opwekken, en wat de invloed is van deze emoties op het productgebruik. Dr. L. (Leonardo) DiCarlo - TNW Realizing feedback control in quantum circuits Measurement and feedback control of individual quantum systems is critical to the continued development of quantum-enhanced information technologies. The researchers will realize quantum-limited measurement and closedloop control of superconducting integrated circuits to achieve quantum error correction in the solid state. Prof. dr. J. (Joris) Dik – 3mE Looking over the painter's shoulder with T-rays and X-rays Onder het zichtbare oppervlak van oude meesters gaan verschillende verflagen schuil die inzicht bieden in de maakwijze en restauratiegeschiedenis van schilderijen. Dit project betreft de ontwikkeling en toepassing van innovatieve, beeldvormende technieken om deze lagen ruimtelijk en in kleur zichtbaar te maken. Dr. J.E. (Jantien) Stoter - OTB Modelleren van geografische informatie in 5D Meerdere detailniveaus en tijdstippen van 3D-informatie over wegen, gebouwen, eigendommen worden nu nog los opgeslagen. Ik onderzoek een manier van één keer geïntegreerd 5D vastleggen en variabel gebruik later. Traploos en consistent navigeren door ruimte, tijd en schaal.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
46
Dr. ir. M. (Martijn) Wisse – 3mE Soepele robots Een fabrieksrobot beweegt houterig en inefficiënt. Bij nieuwe bewegingen doen mensen dat ook, maar die worden al snel soepeler en effectiever dankzij het lerend vermogen en dankzij een uitgekiende lichaamsbouw. In dit onderzoek gaan robotarmen ook soepel leren bewegen.
VICI Aan bionanotechnoloog Nynke Dekker is een zogeheten Vici-subsidie toegekend. Deze bedraagt M€ 1,5. Prof.dr. Nynke Dekker richt zich op het grensvlak tussen biologie en nanotechnologie. Dekker wil technieken ontwikkelen waarmee individuele moleculen binnenin de levende cel kunnen worden bekeken. Hiermee kan men op termijn bijvoorbeeld het kopieermechanisme van DNA beter begrijpen, wat onder meer relevant is voor kankeronderzoek.
ERC Advanced Grants De Advanced Grants van de Europese Onderzoeksraad zijn bedoeld om gerenommeerde, toonaangevende onderzoekers van topniveau uit een wetenschappelijk, technisch of academisch vakgebied in staat te stellen om grensverleggend onderzoek naar eigen keuze te verrichten. Onderzoek dat door de Europese Onderzoeksraad wordt gefinancierd is ambitieus, niet alleen wat betreft de te leveren wetenschappelijke prestatie, maar ook wat betreft creativiteit en originaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van een onconventionele methodologie of onderzoek op de grensvlakken tussen traditionele vakgebieden. De onderzoeksvoorstellen zijn gericht op vernieuwend en vérstrekkend onderzoek op de grenzen van het vakgebied en zijn vaak gebaseerd op nieuwe, baanbrekende of onconventionele methodologieën, waarvan de risico‟s worden gerechtvaardigd door de kans op een echte doorbraak, met gevolgen die niet beperkt zijn tot één bepaald vakgebied. Advanced Grant voor 'nanolaboratorium' Henny Zandbergen Prof. Henny Zandbergen (TNW) heeft een ERC Advanced Grant van M€ 2,5 ontvangen voor zijn onderzoek naar verbeterde microscopische technieken. Met deze technieken is Zandbergen in staat om uiterst kleine structuren, zoals halfgeleidende nanodraadjes, tot op atomair niveau in beeld te brengen. Bijzonder is vooral dat er tegelijkertijd metingen kunnen worden uitgevoerd aan de structuren die in beeld worden gebracht. Europese beurs laat TU Delft prof. Andrzej Stankiewicz snookeren met moleculen TU Delft hoogleraar Procesintensificatie Andrzej Stankiewicz heeft een ERC Advanced Investigators Grant van M€ 2,3 ontvangen. Prof. Stankiewicz zal de beurs gebruiken om een onderzoek op te zetten naar de ontwikkeling van perfecte chemische reactoren door middel van een betere technologische beheersing van reactiepaden op moleculair niveau aan de hand van fundamentele concepten uit de procesintensificatie.
ERC Starting Grant In oktober 2010 heeft de European Research Council bekend gemaakt dat prof.dr. Michael Gastpar, werkzaam bij de afdeling Mediamatica van de faculteit EWI, een ERC Starting Independent Researcher Grant toegekend krijgt. Gastpar doet onderzoek naar de relatie tussen communication and computation. In dit kader past ook zijn ERC-voorstel: “Communication and computation. Two sides of one tapestry”. ERC is een onderdeel van het zevende kaderprogramma van de Europese Commissie. Met de Starting Grants wil de ERC jonge, ambitieuze wetenschappers stimuleren tot het doen van zelfstandig en innovatief onderzoek. Naast zijn aanstelling in Delft, is Gastpar ook Associate Professor aan de University of California, Berkeley (USA).
Rubicon NWO heeft in 2010 vijf voorstellen vanuit de TU Delft gehonoreerd met een Rubicon-subsidie: Met Rubicon wil NWO pas gepromoveerde Nederlandse wetenschappers de kans geven om onderzoekservaring op te doen in het buitenland Dr. ir. M. Poot (m) 03-03-1982, TU Delft -> Yale University – Nanodevices laboratory (USA), 24 maanden Optica in beweging Kwantummechanica beschrijft de kleinste deeltjes zoals elektronen en atomen, maar niet de objecten die je in het dagelijks leven tegenkomt. Door kleine trillende balkjes af te koelen tot vlak boven het absolute nulpunt gaat de onderzoeker kijken hoe de overgang tussen de klassieke en kwantumwereld plaatsvindt.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
47
P. Massioni, MSc (m), 10-08-1980, TU Delft -> University Paris (F), 24 maanden Control and identification in wide-field adaptive optics Adaptieve optica is een techniek die wordt gebruikt in op aarde gestationeerde telescopen om te compenseren voor de storingen die veroorzaakt worden door de atmosferische turbulentie. Dit onderzoek is gericht op het ontwikkelen van innovatieve technieken die de kwaliteit van de beelden verbeteren. Dr. ir. J.A.S. Witteveen (m) 03-09-1980, TU Delft -> Stanford University, Center for Turbulence Research (USA), 24 maanden Windenergie? Zeker weten! Wetenschappers gaan nauwkeurigere berekeningen doen aan windturbines om te voorkomen dat het gebruik van veel windenergie kan leiden tot energie-uitval. De wind is namelijk onvoorspelbaar en dat kan instabiliteiten vooroorzaken op het elektriciteitsnet. Dr. ir. R. Barends (m) 06-05-1981, TU Delft -> University of California, Santa Barbara (USA), 24 maanden Het oplossen van geheugenverlies van supergeleidende quantumcircuits Supergeleidende qubits, de geheugenelementen voor quantumcomputers, vergeten hun informatie te snel door verstrooiing aan oppervlakken. De onderzoeker zal met behulp van resonatoren deze verstrooiingsprocessen in kaart brengen, om vervolgens met de verworven kennis de qubits te verbeteren. Dr. ir. R Tóth (m) 07-09-1979, TU Delft -> University of California, Berkeley (USA), 8 maanden Automated data-driven modelling of linear parameter-varying systems Geavanceerde mechatronische systemen (waferscanners, vliegtuigen, etc.) vereisen lage complexiteit doch uiterst accurate modellen om de gewenste functionaliteit te bereiken middels digitale regeltechniek. Dit onderzoek stelt een innovatieve techniek voor om zulke modellen af te leiden op basis van gemeten data afkomstig van de toepassing. Een specifieke eigenschap van de resulterende modellen is dat hoge complexiteit uitgedrukt kan worden in een lineaire structuur.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
48
4. Kennisvalorisatie
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
49
„Benutting van eenmaal ontwikkelde wetenschappelijke kennis is essentieel om aan de oplossing van grote duurzaamheidsvraagstukken bij te dragen. Technische universiteiten spelen op dit gebied een belangrijke rol. Daar immers wordt gewerkt aan de technologische doorbraken die nodig zijn om de problemen op gebieden als Energy, Environment, Infrastructures & Mobility en Health het hoofd te bieden. Daarnaast is benutting van wetenschappelijke kennis een voorwaarde voor duurzame economische groei, zowel in Nederland als Europa. Het toegankelijk maken van haar kennisreservoir en -potentieel voor de samenleving is – als een aspect van met name het onderzoek– de derde kerntaak van de TU Delft.‟
4.1. Tweede en derde geldstroom „De TU Delft wil haar inkomsten uit de tweede en derde geldstroom vergroten, opdat de wetenschappers van de TU Delft meer middelen hebben voor baanbrekend onderzoek en meer van hun onderzoek wordt gevaloriseerd. Een vergroting van het aantal subsidietoekenningen betekent bovendien een positieve kwaliteitsbeoordeling van het onderzoek van de TU Delft. Daardoor kan de TU Delft zich vervolgens op een aantal onderzoeksgebieden positioneren als een instituut waar niemand om heen kan.‟ In 2010 heeft de TU Delft diverse acties ondernomen om de kans op het binnenhalen van subsidies te vergroten, waaronder de organisatie van een groot aantal trainingen voor wetenschappers en ondersteunend personeel die met onderzoeksprojecten te maken hebben. De trainingen helpen medewerkers vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor het aanvragen van subsidies en uitvoeren van onderzoeksprojecten. In 2010 hebben ruim 500 medewerkers aan deze trainingen, workshops en informatieve bijeenkomsten deelgenomen. Diverse subsidieverleners en externe adviseurs hebben de trainingen en workshops verzorgd. TU Delft succesvol in binnenhalen Europese subsidies De activiteiten van het afgelopen jaar hebben hun vruchten afgeworpen. Uit een in 2010 verschenen rapport van Agentschap NL, 'Nederland in KP7', blijkt dat de TU Delft er beter dan andere Nederlandse universiteiten in slaagt Europese onderzoekssubsidies binnen te halen. In de top-15 van Nederlandse organisaties staat de TU Delft tweede met 99 gesloten contracten. De eerste plaats is voor TNO met 115 contracten. De data voor deze analyse betreft de periode medio 2007 tot en met 2009. De subsidies komen uit het zogeheten Zevende Kaderprogramma, een omvangrijke subsidiepot waar tientallen miljarden euro's in omgaan en dat loopt van 2007 tot 2013. Voorbeelden van Europese subsidies die de TU Delft in 2010 heeft ontvangen: TU Delft in twee grote Europese kennis- en innovatienetwerken Klimaatverandering, ICT en duurzame energie staan hoog op de agenda van Europa. Daarom stelt het Europese Instituut voor Technologie (EIT), dat in 2010 van start is gegaan, een paar honderd miljoen euro beschikbaar voor zogenoemde Knowledge and Innovation Communities (KIC‟s) rond deze thema‟s. De TU Delft is betrokken bij twee van de drie KIC‟s, namelijk ICT en klimaatverandering. Voorbeelden van Nederlandse tweede en derde geldstroomsubsidies FES-geld voor vijf projecten De TU Delft is betrokken bij vijf projecten die het kabinet in 2010 heeft geselecteerd die gefinancierd gaan worden uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES): Het onderzoeksconsortium BE-Basic ontvangt uit het FES M€ 60. Met dit geld komen er experimenten met bacteriën, schimmels en gisten (witte biotechnologie) voor duurzame industriële productie van chemicaliën, materialen, brandstof en energie uit plantenresten. Zo is straks niet alleen de brandstof voor de auto van landbouwafval gemaakt, maar ook bijvoorbeeld de bumper, de stoelen en het dashboard. Dergelijke biobrandstoffen en biochemicaliën zorgen ervoor dat op den duur aardolie als grondstof kan worden vervangen. Het energieproject Cato-2 ontvangt M€ 10. Dit project draagt bij aan verdere kennisontwikkeling en -toepassing die nodig is om CO2-afvang en -opslag in Nederland op grote schaal te kunnen demonstreren en na 2020 commercieel toe te passen. Dit is noodzakelijk om in de komende decennia te kunnen voldoen aan de klimaatdoelstellingen voor Nederland. Het project 'Towards a sustainable open innovation ecosystem' krijgt M€ 125. Met dit project worden nieuwe toepassingen op het gebied van nano- en microtechnologie onderzocht en verder ontwikkeld tot producten voor het bedrijfsleven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan "laboratoria op een chip" voor medische diagnostiek die een snellere diagnose thuis en in het ziekenhuis mogelijk maken, hoger rendement van zonnecellen, verbeterde waterzuivering, en kwaliteitsbewaking van verpakt voedsel in de verpakking zelf.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
50
Het consortium „Creative Industry Research Programme‟ (CIRP) geeft een belangrijke impuls aan designonderzoek op het gebied van Product Service Systems. Het kabinet heeft besloten het CIRP voorstel te honoreren met M€ 10,5. Het consortium COMMIT richt zich op het versterken van het onderzoek en de kennistransfer op het gebied van ICTdomeinen waarin Nederland internationaal een leidende rol speelt, zijnde media en interaction, cooperative embedded intelligence, en e-science. Het kabinet heeft besloten het COMMIT-voorstel te honoreren met M€ 50 subsidie. 6,1 miljoen euro voor nieuwe nanoscoop Het Netherlands Centre for Electron Nanoscopy (NeCEN) heeft van NWO M€ 6,1 ontvangen voor de aanschaf van de nieuwste en sterkste elektronenmicroscoop die er is. Met deze microscoop kunnen de moleculaire bouwstenen van het leven bestudeerd worden. Dit is belangrijk voor onderzoek naar bijvoorbeeld afwijkingen aan cellen van bloedvaten bij hart- en vaatziekten, de wisselwerking tussen ziekteverwekkers en gastheren bij infectieziekten en moleculaire processen die kanker veroorzaken. NeCEN verenigt tien Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen, waaronder de TU Delft, in een landelijk centrum voor nanoscopie. De tien partijen hebben al vroeg gekozen voor het gezamenlijk realiseren van een groot nationaal centrum voor elektronenmicroscopie, in plaats van ieder eigen microscopen aan te schaffen. NWO-subsidie voor nationale onderzoekschool regelsystemen De onderzoekschool 'Dutch Institute of Systems and Control' (DISC) heeft € 800.000 subsidie ontvangen van NWO om een excellent onderwijs- en onderzoeksprogramma op te zetten voor de ontwikkeling van jong wetenschappelijk talent. TU Delft is penvoerder van DISC. Subsidie voor excellente Masterstudenten De TU Delft heeft € 720.000 van het ministerie van OCW toegewezen gekregen om een Delft Honours Class te ontwikkelen voor excellente Masterstudenten. De subsidie is toegekend in het kader van het Sirius programma van het ministerie, om excellentie in het Hoger Onderwijs te bevorderen. Het programma past bij de internationale ambities van de TU Delft: de universiteit verwacht aantrekkelijker te worden voor topstudenten en -wetenschappers. EZ investeert in offshore windenergie Demissionair minister Van der Hoeven van Economische Zaken heeft in mei een subsidie van M€ 19,5 toegezegd aan het innovatieproject voor Far and Large Offshore Wind (FLOW). Het budget zal worden besteed aan de eerste fase van het FLOW-project5. Dit betreft onderzoek naar en ontwikkeling van efficiënte windturbines op de Noordzee en innovatieve funderingsconcepten, naar onderhoudsstrategieën en installatietechnieken voor windparken op grotere waterdiepte en op grotere afstand van de kust. Ook de aansluiting van deze parken op het elektriciteitsnet is hiervan een onderdeel.
4.2. Intellectueel eigendom „De TU Delft wil bij haar wetenschappelijke staf het besef van het belang van intellectueel eigendom en kennisvalorisatie significant versterken met als indicator een verhoging van het aantal toegepaste patenten. Zij wil het commercieel perspectief van de octrooien in de huidige portefeuille identificeren en ook daadwerkelijk realiseren. De TU Delft zal vaker eigendomsrechten voor zichzelf behouden en op basis daarvan een sterk portfolio opbouwen van octrooien met een duidelijk marktperspectief. Hierbij dient een goed evenwicht te worden gevonden tussen kosten voor exploitatie en de daaruit mogelijk voortvloeiende baten. Door technologie-marktcombinaties te maken kan meer intellectueel eigendom van de TU Delft gecommercialiseerd worden. De TU Delft sluit bij de overdracht van Intellectueel Eigendom zakelijke overeenkomsten met externe partijen op basis van de waarde van het Intellectueel Eigendom.‟ Organisatie In 2010 zijn de rollen van het Valorisation Centre en Delft Enterprise BV beschreven en zodanig gescheiden dat vanaf 2011 beide organisaties verantwoordelijk zijn voor hun eigen resultaat. Het Valorisation Centre voert het beheer van het intellectueel eigendom (IP) uit en levert de bemensing. Delft Enterprise BV is verantwoordelijk voor het marktresultaat van de IP-portefeuille.
5
Het FLOW-project is in september 2009 gestart door de Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen RWE, Eneco, TenneT, Ballast Nedam, Van Oord, IHC Merwede, 2-B Energy, XEMC Darwind, ECN en de TU Delft.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
51
In 2010 is een participatiebeleid opgesteld: dit beleid strekt zich uit van IP-vergoedingen voor uitvinders tot het aandelenbezit van de TU Delft in spin-out bedrijfjes. Dit beleid zal in 2011 voorgelegd worden aan de medezeggenschap en het College van Bestuur. Patent Parade In april 2010 is de Patent Parade officieel van start gegaan. Deze reizende interactieve tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Rijksoctrooiwet is een initiatief van het Nederlandse Octrooicentrum. De Patent Parade is tot en met april 2011 te zien en zal de tien grote bibliotheken van het land aandoen, waarbij in een jaar tijd ruim 1,2 miljoen bezoekers worden bereikt. Op de tentoonstelling zijn elf Delftse vindingen te zien, waaronder een platform dat het mogelijk maakt op zee over te stappen van schepen op bijvoorbeeld boorplatforms of windmolens, een opvouwbare container, zijvleugels voor vrachtwagens die het brandstofverbruik en daarmee de CO2-uitstoot terugdringen en een stormparaplu. IP-Beheer en kengetallen In 2010 zijn voorbereidingen getroffen om het werken in technologie-marktcombinaties mogelijk te maken. De vindingen die door Delftse wetenschappers zijn gedaan, maar die direct op naam van derden in plaats van de TU Delft staan, zijn in het octrooimanagement- en beheersysteem opgenomen. Hierdoor kan een integraal overzicht van de resultaten en contractpartners verkregen worden. Vanaf oktober 2010 lopen de betalingen van de octrooitaksen niet meer via derden. TU Delft handelt deze nu zelf af en realiseert daarmee een aanzienlijke kostenbesparing. In 2010 zijn er 59 nieuwe vindingen aangemeld, op basis waarvan 28 nieuwe octrooien zijn aangevraagd. Daarnaast zijn er 29 business cases ontwikkeld en 3 starterscontracten op IP gesloten. Er zijn 9 overdrachten en licentieringen aan industrie geweest. Markt Onder de Delft Enterprise BV zijn in 2010 drie nieuwe spin-outs opgericht waarin de TU Delft een belang heeft: Anteverta-mw BV, een bedrijf dat een apparaat vermarkt dat het doormeten van basisstations voor mobiele telefonie drastisch versnelt en verbetert. Minus9 BV, een bedrijf dat vindingen op het gebied van nanotechnologie exploiteert; Buckney Shoes BV, een bedrijf dat een mechanisme vermarkt waarmee schoenen automatisch openen en sluiten.
4.3. Stimuleren ondernemerschap „De TU Delft wil dat hoogwaardig onderzoek zich vertaalt in geavanceerde bedrijvigheid rond de campus van de universiteit. Voor het opsporen en ontwikkelen hiervan is een structurele aanpak nodig. Dit gebeurt via het Delft Center for Entrepreneurship, dat ondernemerschaponderwijs biedt aan studenten in de bachelor- en masterfase. Daarnaast werkt de TU Delft samen met marktpartijen – overheden, bedrijven en investeerders – in de ondersteuning van technostarters. De TU Delft wil vooral kansen bieden aan starters die de potentie hebben met de universiteit een structurele relatie op te bouwen. Zij krijgen tot maximaal 3 jaar ondersteuning. Dit alles gebeurt in YES!Delft, het ondernemerscentrum van de TU Delft en de gemeente Delft.‟ Delftse technostarters geven impuls aan kenniseconomie YES!Delft is in 2005 opgericht en heeft al 89 bedrijven voortgebracht. Ruim honderd nieuwe startende ondernemers kloppen jaarlijks aan bij YES!Delft. Na een strenge selectie worden er slechts twaalf tot vijftien toegelaten. De technostarters ontwikkelen technologieën die kansrijk zijn, die daadwerkelijk producten opleveren en ook banen genereren.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
52
Gestart Totaal gestart via YES!Delft Doorgegroeid Totaal doorgegroeid Gestopt in Incubation Centre In Incubation Centre
2005 19 19 1 1 0 18
2006 17 36 7 8 3 25
2007 10 46 1 9 0 34
2008 13 59 11 20 0 36
2009 14 72 14 34 1 34
2010 16 89 9 43 1 41
YES!Delft is verhuisd In de zomer was het zover: YES!Delft is met ruim veertig bedrijven verhuisd naar een nieuw gebouw op Technopolis, het science park naast de TU Delft en onderdeel van Science Port Holland.. Met dit nieuwe gebouw is YES!Delft in staat meer starters te begeleiden en bedrijven die de startfase zijn ontgroeid, te ondersteunen. Tijdens het jaarlijkse Network Event van YES!Delft, dat in 2011 op 16 mei plaatsvindt, zal Minister Verhagen het gebouw officieel openen. Dutch Greentech Fund investeert in dijkbewakingpionier Alert Solutions BV, gehuisvest in de incubator YES!Delft, heeft kapitaal aangetrokken om haar verdere groeiambities te ondersteunen. De financiering komt tot stand met een participatie door Dutch Greentech Fund BV, een investeringsfonds van Rabobank, TU Delft, Universiteit Wageningen en het Wereld Natuur Fonds. Alert Solutions richt zich met het door hen ontwikkelde sensornetwerk GeoBeads op continue monitoring van dijkstabiliteit. De stijgende zeespiegel, grotere variaties in rivierwaterstand en het dalende achterland vragen om toenemende aandacht voor deze werken. Met GeoBeads krijgen verantwoordelijke beheerders een doeltreffend instrument in handen om de dijkstabiliteit nauwlettend te kunnen volgen. Dit vereenvoudigt inspectie, vergroot de veiligheid achter de dijken en heeft de potentie om de omvangrijke en kostbare versterkingsprogramma‟s aan te scherpen. Zeven miljoen euro voor Delftse spin-off Epyon, een van de doorgroeiers van YES!Delft, heeft M€ 7 opgehaald bij vijf investeerders. Het Delftse bedrijf bouwt systemen voor het snelladen van elektrische auto's. Deze investering geeft Epyon een solide basis, zowel financieel als industrieel, om haar activiteiten verder uit te bouwen in heel Europa. Chinees softwarebedrijf naar Delft Het Chinese bedrijf License Software gaat een kantoor betrekken in het nieuwe YES!Delft gebouw. In het begin zal het bedrijf zes werknemers tellen, na drie jaar zal dit groeien tot dertig. De contracten voor het betrekken van het nieuwe kantoor zijn op 26 augustus 2010 getekend. De komst van License Software is het resultaat van samenwerking tussen TU Delft, Yangpu Technology Innovation Center in Sjanghai en wordt ondersteund door Technopartner. De WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA) assisteerde bij het vestigingproces. Spin-off TU Delft maakt 'voorzichtige' robothanden Voor vliegensvlugge productie van auto's draaien robots hun hand niet om, maar de eerste de beste paprika blijft achter met deukjes gemaakt door robotvingers. Er is dus behoefte aan 'voorzichtige' robothanden. Vanuit de TU Delft is begin 2010 het bedrijf Lacquey BV gestart, dat zich richt op de ontwikkeling van deze speciale robothanden voor de tuinbouw. Belangstelling ondernemerschapsonderwijs gegroeid In 2010 is de belangstelling voor onderwijs op het gebied van ondernemerschap enorm toegenomen. Via de door het Delft Centre for Entrepreneurship aangeboden minors zijn dit jaar 135 studenten bereikt. Omdat met de minor Technology Based Entrepreneurship en de minor International Entrepreneurship & Development niet alle studenten een plek in een ondernemerschapsminor kon worden geboden, is er een nieuwe minor ontwikkeld. Ook de verschillende vakken die in de masterfase worden georganiseerd in samenwerking met docenten van verschillende faculteiten, worden door de studenten in groten getale gevolgd. Mastervakken zoals de Design Challenge, Turning Technology into Business, Writing a Business Plan en de Sustainable Business Game bieden de studenten de mogelijkheid om al tijdens de studieperiode met ondernemen in aanraking te komen. In samenwerking met de Rotterdam School of Management en de Universiteit Leiden organiseert Delft twee vakken voor excellente studenten van deze drie universiteiten. Na een uitgebreide screening wordt uiteindelijk 25% van de studenten toegelaten die zich hiervoor hebben aangemeld. Het betreft de vakken Starting New Ventures van Kenneth Morse (oprichter van het MIT Entrepreneurship Center) en Learning from Silicon Valley van Dap Hartmann.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
53
Health Innovation & Entrepreneurship In september 2010 is een nieuwe minor van start gegaan: "Health Innovation & Entrepreneurship". Een programma voor studenten die graag hun technische kennis en vaardigheden toepassen binnen een medische context. Het traject van innovatie voor de medische markt wordt geïntroduceerd en toegelicht. De studenten gaan zelf ook aan slag met het valorisatietraject, in de vorm van een case study bij een bedrijf en bij een instelling in de gezondheidzorg. Your Success Starts Today evenement Op 17 juni heeft het Delft Centre for Entrepreneurship in samenwerking met YES!Delft, HOPE en DNAMO het “Your Success Starts Today evenement” georganiseerd. Tijdens deze dag zijn de eindevenementen van de Sustainable Business Game, the Design Challenge en het Pre-Incubation program gecombineerd. Meer dan 100 studenten presenteerden tijdens deze dag de behaalde resultaten aan deskundige juryleden, medestudenten, investeerders en andere belangstellenden. De dag is afgesloten met een drukbezochte netwerkborrel. Database ondernemende projecten in ontwikkelingslanden Het Delft Centre for Entrepreneurship ondersteunt studenten die werken aan ondernemende projecten in ontwikkelingslanden. In 2010 is er een database in het leven geroepen waarin de uitkomsten van deze projecten kunnen worden opgenomen. De BIRDS (Broad Internal Research on Development and Sustainability) database bevat veel informatie die door iedere wetenschapper gebruikt kan worden voor kwalitatieve en kwantitatieve analyse en voorbeeldprojecten die gebruikt kunnen worden in case studies. Daarnaast is de database waardevol voor studenten die voor aanvang van hun project informatie in willen winnen over het land waar ze binnenkort stage gaan lopen en/of soortgelijke projecten. Activiteitenweek ondernemerschap studenten In april 2010 hebben twintig masterstudenten die de aantekening ondernemerschap volgen, deelgenomen aan een activiteitenweek gevolgd: de Annotation Entrepreneurship Week, georganiseerd door het Delft Centre for Entrepreneurship. Samen met Leidse en Rotterdamse studenten hebben ze in een oude, Amerikaanse schoolbus een tour gemaakt langs verschillende incubators in Zuid-Holland, zoals het BioPartner Centre in Leiden, de Caballero Fabriek in Den Haag, YES!Delft in Delft en Dnamo in Rotterdam. Met workshops op het gebied van leiderschap en acquisitie en presentaties van succesvolle ondernemers zijn de studenten extra toegerust om na hun studie zelf als ondernemer aan de slag te gaan.
Delftse bedrijven vallen in de prijzen In 2010 is een groot aantal Delftse bedrijven in de prijzen gevallen. Enkele voorbeelden: De Delftse spin-off Elemetal heeft de ASN Bank Wereldprijs ter waarde van €20.000 gewonnen. Elemetal BV zuivert pure metalen uit de as van verbrand huisvuil. Drie YES!Delft bedrijven zijn in de prijzen gevallen van de landelijke business plan competitie NewVenture: Embedded Acoustics houdt zich bezig met de ontwikkeling van oortelefoon voor kinderen en jongeren die de geluidsbelasting bijhoudt en op subtiele wijze ingrijpt zonder daarbij de geluidsbeleving te beïnvloeden. GreenMotion Technologies ontwikkelt een nieuw product dat energie opwekt uit de golfbewegingen van de oceaan. Clinical Graphics heeft software ontwikkeld waarmee chirurgen ondersteund worden bij het opstellen van een nauwkeuriger operatieplan voor gewrichtsoperaties. Dit bevordert de bewegingsvrijheid van de patiënt na de operatie. De Delftse technostarter IcySolutions heeft de Baby Tycoon Award gewonnen, een aanmoedigingsprijs voor startende ondernemers in de regio Haaglanden. IcySolutions ontwikkelt innovatieve producten waarmee atleten, door middel van koelingstherapie, sneller herstellen waardoor hun prestaties verbeteren. ReSteel International, een spin-off bedrijf van de TU Delft, heeft de Proces Innovatie Prijs 2010 gewonnen tijdens de vakbeurs Industrial Processing in de Jaarbeurs Utrecht. Het bedrijf won de vakprijs met een schrootscheidingsmachine, die volgens de jury 'een ware stimulans voor het milieu' is. In november 2010 zijn de winnaars van vijf belangrijke maritieme prijzen bekendgemaakt tijdens de vijfde editie van het Maritime Awards Gala in de Amsterdam Convention Factory in Amsterdam. Ampelmann, een van de doorgroeiers van YES!Delft, heeft de HME Maritime Innovation Award gewonnen. De Ampelmann is een platform op zes hydraulische cilinders, zoals het onderstel van een vliegtuigsimulator. Dit systeem kan gemakkelijk en snel worden gemonteerd aan boord van schepen. Door het meten van de voortdurende bewegingen van het schip en het bijstellen van de lengte van de cilinders is het bovendek van de Ampelmann volledig stabiel ten opzichte van de vaste wereld waardoor offshores makkelijk, snel en veilig te bereiken zijn. Dap Hartmann heeft voor de tweede achtereenvolgende maal de New Venture Onderwijsprijs ontvangen voor het meest succesvolle ondernemerschapsonderwijs aan een Nederlandse onderwijsinstelling.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
54
4.4. Samenwerking „De TU Delft wil structurele samenwerkingsverbanden ontwikkelen met multinationals, grote technologische bedrijven en relevante overheidsorganisaties. Dit gebeurt door met deze partijen strategische en lange termijn afspraken te maken over onderzoek, maar bij voorkeur ook over training en opleiding (life long learning), knowledge-management en facility-sharing. Daarbij zal de TU Delft er naar streven om contractvoorwaarden te bedingen die meer in overeenstemming zijn met gemaakte werkelijke kosten en kwaliteit van de geleverde diensten. De TU Delft wil tevens een stevige brug slaan tussen kennisontwikkeling en de toepassing van kennis in de praktijk van het MKB. Het gaat dan met name om ondersteuning bij de vernieuwing van producten en diensten. De TU Delft richt zich – naast intensivering van de samenwerking met de bouwsector – op samenwerking op brancheniveau op de gebieden ICT in samenwerking met de ICT-kring Delft, glastuinbouw via het platform Technologische Innovaties in de lastuinbouw en medische toepassingen via het Business 2 Science Portal met het Leids Universitair Medisch Centrum en Erasmus Medisch Centrum. De TU Delft levert op deze manier een actieve bijdrage om innovaties binnen het MKB mogelijk te blijven maken.‟ Rotterdam en Delft presenteren Regionale Kennis Economie agenda Op 10 september heeft in Rotterdam het 'Regional Knowledge Economy' congres plaatsgevonden. Op dit congres hebben de gemeenten Rotterdam en Delft, de gezamenlijke hoger onderwijsinstellingen TU Delft, Erasmus Universiteit, Hogeschool InHolland en Hogeschool Rotterdam en het bedrijfsleven, verenigd in de Economic Development Board Rotterdam hun gemeenschappelijke Regionale KennisEconomie agenda gepresenteerd. Deze gezamenlijke agenda is het kompas om de internationale economische kracht en veerkracht van de regio te vergroten. TU Delft participeert in theGROUNDS Op 10 mei 2010 lanceerde Schiphol theGROUNDS, hèt platform en de proeftuin van Amsterdam Airport Schiphol waar gerenommeerde bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk innovatieve toepassingen ontwikkelen voor een duurzame luchthaven. TU Delft is een van de eerste partners die in theGROUNDS participeren. De eerste cases die de partners gezamenlijk aanpakken zijn oplossingen op het gebied van energie, water en mobiliteit. Schiphol heeft de ambitie uitgesproken om in 2012 CO2-neutraal te zijn en in 2020 zelf twintig procent van de benodigde energie duurzaam op te wekken. Ook streeft de luchthaven ernaar de kwaliteit van water te verbeteren. Met de innovatieve toepassingen die theGROUNDS oplevert, kan Schiphol deze doelstellingen versneld realiseren. In juni heeft de TU Delft haar toekomstvisie op elektrisch vervoer, zoals toegepast in theGROUNDS, gepresenteerd. Cruciaal element daarin is een parkeergarage waarin de voertuigen niet alleen automatisch worden geparkeerd en opgeladen, maar die ook de rol van (duurzame) energieproducent kan krijgen. TU Delft en Shell halen lastig winbare olie- en gasvoorraden uit de grond TU Delft en Shell zijn op 9 februari 2010 gestart met een nieuw samenwerkingsprogramma voor het ontwikkelen van innovatieve technologie om meer olie en gas te winnen uit ondergrondse reservoirs. Het programma, de Recovery Factory, ontwikkelt nieuwe meet- en regeltechniek om de ondergrond in kaart te brengen en het onderzoekt hoe het injecteren van stoffen als CO2 en polymeren in reservoirs olie en gas gemakkelijker winbaar maken. Het programma heeft een looptijd van zes jaar en houdt onder meer in dat er acht promovendi starten aan de TU Delft. IBM steunt onderzoek TU Delft naar slimmer waterbeheer De TU Delft gaat met hulp van IBM onderzoeken of het Nederlandse watersysteem beter bestuurd kan worden, om zo de kans op overstromingen en wateroverlast te verkleinen. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt dankzij IBM's Fellowship Award Programma. Dit wereldwijde programma is bedoeld voor innovatief onderzoek dat voor de maatschappij én IBM van groot belang is. TU Delft en InnoSportNL: partners in sportinnovatie Op 13 augustus 2010 heeft de TU Delft een partnerovereenkomst met InnoSportNL ondertekend. Doel van de overeenkomst is het bevorderen van de wetenschappelijke kennisontwikkeling en innovatie binnen de sport. De overeenkomst is tegelijk een bekrachtiging van de samenwerking tussen TU Delft en InnoSportNL, die al in verschillende projecten plaatsvindt. Op 15 oktober heeft het InnosportLab Den Haag, Innovaties in Zeilen, de deuren geopend. Sportorganisaties, kennisinstituten en bedrijfsleven werken samen om de kans op Olympische medailles te vergroten en innovatieve bedrijven te stimuleren. De TU Delft trekt drie projecten binnen het Lab: de ontwikkeling van een zeilsimulator voor trainingen, een hightech boot voor de coach en innovatieve zeilkleding.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
55
E.ON en TU Delft onderzoeken bijstoken biomassa Op 21 juni 2010 zijn energiebedrijf E.ON en de TU Delft een gezamenlijk onderzoek gestart naar de mogelijkheden om een hoger percentage biomassa bij te stoken in kolencentrales. Hierdoor kan de CO2-uitstoot van kolencentrales flink worden verlaagd. TU Delft en BMW ontwerpen comfortabele, ultralichte autostoel De TU Delft en BMW hebben een ultralichte autostoel ontwikkeld die net zo comfortabel is als stoelen die vijftig procent zwaarder zijn. Designer Matthias Franz heeft tevens een lichtgewicht massagesysteem voor autostoelen ontworpen, dat al in gebruik is genomen. Gewichtsreductie van autostoelen draagt aanzienlijk bij aan een lager brandstofverbruik en dus aan een lagere uitstoot. Nieuw samenwerkingsverband “Kennisbruggen” Kennisbruggen brengt kennisinstituten en onderwijsinstellingen dicht bij het bedrijfsleven in Zuid-Holland. De portal geeft MKB-ers toegang tot nieuwe kennis. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Commissie, Kennisalliantie en Syntens. Naast de TU Delft zijn overige partners: Erasmus universiteit/HOPE, Haagse Hogeschool, INHolland en Hogeschool Rotterdam.
4.5. Science Port Holland „De TU Delft wil uitgroeien tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven met een hoge R&D-component. Daarom realiseert de TU Delft – gesteund door de Provincie Zuid-Holland en de gemeenten Delft en Rotterdam – in haar directe omgeving een science park, waardoor bedrijven optimaal kunnen profiteren van de TU Delft als kennisknooppunt. De nabijheid van de TU Delft wordt als een competitief voordeel ingezet. De TU Delft wil met lokale en provinciale overheden in de komende planperiode nauw samenwerken om te komen tot nieuwe bedrijvigheid. Voor de ontwikkeling van het terrein is infrastructuur ten dienste van jonge groeiende bedrijven onontbeerlijk, die in de vorm van nieuwbouw voor incubator YES!Delft wordt gerealiseerd. Vooralsnog zal de grond verkocht worden aan de bedrijven die zich in het science park vestigen. Gronduitgifte en vetorecht blijven bij de TU Delft.‟ The Data Center Group vestigt zich op Science Port Holland Op Technopolis, het science park van de TU Delft en onderdeel van Science Port Holland, verrijst binnenkort een groot datacenter. Steeds meer bedrijven beheren hun digitale informatie niet meer zelf, maar besteden dat uit aan datacentra. Digitaal databeheer is een snel groeiende bedrijfstak, mede omdat de hoeveelheid digitale informatie die de maatschappij produceert nog steeds snel groeit. The Data Center Group (DCG) heeft gekozen voor het bedrijventerrein van de TU Delft vanwege de nabijheid van de campus van de TU Delft. “Datacentra hebben veel stroom nodig, dus zoeken we innovatieve manieren om het energiegebruik van ons datacentrum zo laag mogelijk te krijgen. Samenwerking met experts van de TU Delft is daarom voor ons zeer waardevol", aldus Joscha Niemann van DCG. De TU Delft wil samen met DCG onderzoeken of de restwarmte van het datacentrum in de toekomst onderdeel kan worden van een nieuw te ontwikkelen (aard)warmtenetwerk voor de campus.
4.6. Holding „Om het proces rondom kennisexploitatie te professionaliseren is twee jaar geleden de Holding Delft Enterprises BV opgericht.‟ In 2010 is de Holding in drieën gesplitst: Onder TDH Services BV hangen de BV‟s die opereren in het verlengde van de primaire activiteiten van de TU Delft, zoals ondernemerscentrum YES!Delft en Delft TopTech, de School of Executive Education van de TU Delft. Onder Delft Enterprises hangen de deelnemingen op basis van ingebracht intellectueel eigendom. Het derde onderdeel is een drietal fondsen waarin de TU Delft participeert.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
56
5. Bedrijfsvoering
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
57
5.1 Strategie/beleid Een kritische randvoorwaarde om als universiteit van wereldniveau te worden gezien, is het leveren van efficiënte dienstverlening. In een moderne universiteit vormen primaire processen en de daaraan dienstverlenende processen een twee-eenheid. Daarnaast is het noodzakelijk dat de bedrijfsvoering, en met name de financiële aspecten binnen de universiteit en de jaarlijkse budgettoewijzing transparant is. „Prioriteit heeft het versterken van transparantie van de bedrijfsvoering van de gehele organisatie en alsook het verder verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening.‟ Het vergroten van de transparantie van de gehele bedrijfsvoering van de TU Delft heeft prioriteit. Dat geldt met name voor het verbeteren van de inzichtelijkheid van de begroting en de monitoring van de exploitatie. Dit is wezenlijk om sturing te geven aan een complexe organisatie zoals deze universiteit. Het is noodzakelijk de wijze waarop de bedrijfsvoering van faculteiten is georganiseerd te versterken om daarmee het anticiperende vermogen en de stringente cost control van de faculteiten afzonderlijk, en dat van de universiteit als geheel, te verbeteren. Hierbij wordt een intensievere koppeling voorzien tussen de faculteiten en het centrale niveau van de universiteit.
5.2 Organisatie 5.2.1 Reorganisaties Een organisatie als de TU Delft, dus ook haar medewerkers, is voortdurend in beweging. Soms zijn grotere aanpassingen nodig om het werk blijvend efficiënt te kunnen organiseren. Voor medewerkers die als gevolg van organisatieontwikkeling boventallig worden, geldt het sociaal plan. Daarnaast biedt de TU Delft boventalligen allerlei vormen van herplaatsing- en uitstroombegeleiding via de re-integratiecoördinator. In 2010 hebben twee reorganisaties plaatsgevonden. In februari 2010 is de centrale aansturing van de facultaire informatiecoördinatoren, vanuit de directie Instellingsbeleid, omgezet naar een decentrale aansturing door de diverse faculteitssecretarissen. Een meer ingrijpende reorganisatie heeft plaats gevonden binnen de faculteit CiTG waar de voorgenomen reorganisatie bij de afdeling Bouw doorgevoerd is. Per november 2010 is de nieuwe organisatie officieel van start gegaan. Daarbij zijn 19 medewerkers boventallig geworden. Met hen wordt gezocht naar passend werk binnen of buiten de TU Delft. 5.2.2 Juridische Zaken Wet versterking besturing Veel werkzaamheden zijn verricht in verband met de invoering van de Wet versterking besturing, een ingrijpende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De Wet versterking besturing is per 1 september 2010 in werking is getreden. De implementatie van de nieuwe wetgeving in de regelingen van de TU Delft heeft geleid tot de wijziging van het Bestuurs- en Beheersreglement (BBR), inclusief reglementen voor klachten en bezwaren van studenten, en wijzigingen in de volgende regelingen: het Reglement Studentenraad; het Reglement Gezamenlijke vergadering van de Ondernemingsraad en Studentenraad; de Regeling afstudeersteun studenten (Ras); de Regeling gebruik gebouwen, terreinen en voorzieningen studenten en bezoekers (de huisregels) en het Retributie- en inschrijvingsbeleid, dat volledig nieuw is vastgesteld. Het Studentenstatuut is door de genoemde Wet aanzienlijk geactualiseerd voor 2010-2011. Voorts is het Promotiereglement per 1 september 2010 herzien. Regelingen Naast de genoemde regelingen als gevolg van de Wet versterking besturing zijn nog enkele regelingen tot stand gekomen of gewijzigd. Wijziging Kiesreglement voor de studentenraden Het Kiesreglement is gewijzigd in verband met het flexibeler vaststellen van de termijn waarbinnen de kandidatenlijsten kunnen worden ingediend. Regeling vergoeding reis-, verhuis- en pensionkosten In deze regeling wordt naast de bij de TU Delft bestaande, op beleidsregels gebaseerde, vergoeding van reis- en verhuiskostenvergoeding ook de vergoeding voor pensionkosten geregeld, zoals de CAO voorschrijft.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
58
Oprichting rechtspersonen Naast bemoeienis met de oprichting van en deelname in diverse onder de TU Delft Holding BV hangende rechtspersonen, is Juridische Zaken betrokken bij de oprichting van rechtspersonen die geen relatie met de holding hebben. Hiertoe behoren onder meer de Stichting EDGaR (Energie Delta Gas Research) en de Stichting FLOW (Far and Large Offshore Windenergy). Ten behoeve van de Stichting Federatie 3TU is namens de drie technische universiteiten ondersteuning geleverd aan het inrichten van de juridische structuur voor de KIC ICT, een Europees initiatief (Knowledge Initiative Centre met EU subsidie) voor internationaal onderzoek op ICT-gebied, in welk verband een de Vereniging EIT ICT Labs (naar Belgisch recht) en de Vereniging EIT ICT Labs Eindhoven (NL-recht) mede zijn opgericht. De TU Delft zelf is, nu als gevolg van een wijziging in de Handelsregisterwet, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Bezwaar- en beroepschriften Studenten en werknemers van de TU Delft hebben de mogelijkheid om bezwaar of beroep aan te tekenen tegen besluiten van de TU Delft. Op bezwaarschriften wordt, na advies van de Commissie voor bezwaarschriften voor werknemers en overige zaken of studentenzaken, beslist door het College van Bestuur. Beroepschriften van studenten betreffende examens, studiepunten e.d. worden afgehandeld door het College van Beroep voor de Examens (CBE). Studenten dienen bezwaarschriften in over afwijzende beslissingen op grond van de Regeling afstudeersteun studenten (Ras), over inschrijving, uitschrijving of collegegeld. De bezwaarschriften van medewerkers betreffen rechtspositionele zaken. In onderstaande tabel is het aantal afgehandelde bezwaar- en beroepschriften (resp. 72 en 34) in 2010 verdeeld per categorie en soort beslissing weergegeven. In 2010 is het aantal beroepschriften bij het CBE licht toegenomen. Nieuw waren de beroepschriften gericht tegen het Bindend Studieadvies. Categorie CBE (student) Student Ontslag (werknemer) Fuwa (werknemer) Overig (werknemer) Totaal
Gegrond 1
Ongegrond 3
Niet-ontvankelijk 1
Ingetrokken 29
Totaal 34
1 2
25 2 7 37
11 1 13
16 3 6 54
52 5 15 106
De Algemene wet bestuursrecht schrijft een beslistermijn voor afhandeling van bezwaarschriften voor van in totaal 18 weken. De gemiddelde afhandelingstermijn bij de TU Delft lag in 2010 op 12,2 weken voor overige zaken, 9 weken voor ontslagzaken en 9,9 weken voor studentenzaken, waarmee gemiddeld de bezwaarschriften binnen de afhandelingstermijn worden behandeld. Klachten Regeling wetenschappelijke integriteit Dit jaar is één klacht afgehandeld door de Commissie wetenschappelijke integriteit en door het College van Bestuur conform het advies ongegrond verklaard. Eén nieuwe klacht is ingediend en verkeerde aan het einde van het jaar in de minnelijke schikkingfase. Regeling klachten ongewenst gedrag Door de Klachtencommissie ongewenst gedrag is advies gegeven over één klacht, waarop het College van Bestuur de klacht conform het advies deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond heeft verklaard. Ook is één klacht ingediend, waarvan de behandeling is aangehouden omdat er over de kwestie nog gesprekken gaande waren. 5.2.3 Administratieve processen De financiële administratieve processen van de TU Delft worden verzorgd door het Shared Service Center Finance & Control. De klant wordt in dit concept op afstand bediend onder het motto "kwaliteit op afstand". Om dit te realiseren zijn de hoofdprocessen zoveel mogelijk gedigitaliseerd. Een voorbeeld hiervan is het declaratieproces. Hierbij vult de medewerker zijn declaratie in met behulp van een via het web beschikbaar gestelde applicatie. Het grote voordeel hiervan is dat de medewerker de declaratie invult op een moment en op een plaats die hem of haar het beste uitkomt. Het logistieke traject van postverzending etc. behoort hiermee tot het verleden. Na verzending kan de medewerker de declaratie in het proces van verwerking, goedkeuring en betaling volgen. Bijkomend voordeel is dat de
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
59
declaratie digitaal wordt gearchiveerd. Hiermee is een eerste grote stap gezet naar het werken in een papierloze omgeving. Door het ontbreken van de logistieke schakels is de betaaltermijn aan medewerkers aanzienlijk verkort en de klanttevredenheid verder gestegen.
5.3 Human Resource Management (HRM) De TU Delft heeft in 2010 een Human Resources (HR) strategie vastgesteld. Deze HR-strategie is gericht op (organisatie) ontwikkeling, talentmanagement en leiderschap en gaat uit van de volgende doelstellingen: 1. Kwaliteit van mensen; 2. Versterking van de reputatie als favoriete werkgever; 3. Meer diversiteit in brede zin; 4. Coachend leiderschap van hoge kwaliteit; 5. Flexibiliteit in de organisatie (veranderingsgerichtheid, inzetbaarheid); Faculteiten en de directie HR werken planmatig aan deze doelen. Kwaliteit van mensen Resultaat en ontwikkelcyclus Jaarlijks vindt de Resultaat en Ontwikkelcyclus (R&O-cyclus) plaats, om afspraken te maken over functioneren en ontwikkeling. In 2010 is de R&O-cyclus van 2009 geëvalueerd en is een TU Delft-brede regeling bewust belonen met instemming van de Ondernemingsraad vastgesteld. In deze regeling is vastgesteld hoe incidentele extra beloning in het kader van de R&O-cyclus plaatsvindt. Een onderdeel waarover in de R&O-gesprekken wordt gesproken zijn competenties, hoe iemand aan een bepaalde functie invulling geeft. Een werkgroep vanuit de VSNU, met vertegenwoordiging vanuit de TU Delft, werkt aan een herziening van de gebruikte competentieset. Om medewerkers en leidinggevenden in de R&O-cyclus te ondersteunen, hebben trainingen zoals de training „competentiemanagement in het R&O gesprek ‟en „R&O-gesprekken voor leidinggevenden‟ plaatsgevonden. Trainingen De kwaliteit van mensen wordt gestimuleerd door tal van trainingen. Voor alle leidinggevenden van de TU Delft is de leergang „coachend leiderschap‟ ontwikkeld. De eerste twee pilots van deze leergang zijn zeer goed ontvangen. De HRM Leergang Academisch Leiderschap voor hoogleraren, UHD‟s en de top van de ondersteuners, is voor de 25e keer aangeboden. Voor nieuwe hoogleraren wordt twee keer per jaar een tweedaagse workshop georganiseerd waarin zij kennis kunnen maken met elkaar en met de universiteit. Naast deze leergangen worden kortere trainingen aangeboden, zoals een „training verzuimbegeleiding‟. In het kader van het bevorderen van persoonlijk leiderschap is deelname mogelijk aan de trainingen „leidinggeven aan jezelf‟ en „bezinning op je loopbaan‟. Ook aan de ontwikkeling en professionalisering van medewerkers in bredere zin, is aandacht besteed. Er is een impuls gegeven aan projectmanagement via een nieuw en uitgebreider aanbod trainingen. Verder is hard gewerkt aan het verbeteren van de Engelse taalvaardigheid. Daarnaast is de training „financiën voor de niet-financiële medewerker‟ gegeven en zijn communicatietrainingen voor WP aangeboden. Een belangrijke graadmeter voor kwaliteit van wetenschappelijk personeel is het aantal medewerkers dat een Tenure Track krijgt aangeboden. In het Tenure Track programma krijgen high potentials de kans zich, met structurele ondersteuning en begeleiding, te ontwikkelen en in te stromen in een vaste UD- of UHD-positie; dat laatste als aan de wederzijdse verwachtingen wordt voldaan. Voor de juiste ondersteuning en begeleiding is een programma opgesteld in overleg met betrokkenen en is intervisie aangeboden aan een eerste groep Tenure Trackers. Na afloop van de eerste vijf intervisiesessies zullen de deelnemers een leerdoel formuleren in de vorm van een persoonlijk ontwikkelplan (POP). TU Delft favoriete werkgever Arbeidsvoorwaarden De CAO 2007-2010 is op 1 maart 2010 afgelopen. Er is een akkoord gesloten voor de periode tot en met 31 december 2010. De CAO is van toepassing totdat een nieuw akkoord bereikt wordt. De regeling vergoeding reis-, verhuis- en pensionkosten is aangepast naar de huidige wetgeving.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
60
Ook dit jaar is er door TU Delft medewerkers ruim gebruikt gemaakt van de mogelijkheid voor Individuele Keuzes in de Arbeidsvoorwaarden (IKA). In 2010 hebben 4075 medewerkers gebruik gemaakt van deze regeling. Beurspromovendi of bursalen zijn niet in dienst bij de TU Delft, maar worden betaald door een externe partij. Soms is deze bijdrage dusdanig laag dat ze met moeite kunnen rondkomen. Promovendi die onder het sociale minimum leven, krijgen per juli 2010 een maandelijkse vergoeding van de TU Delft ter aanvulling op hun beurs. In de zomer van 2010 is de verbeterde HR website gelanceerd. Daarop kunnen alle medewerkers informatie vinden over de HR strategie, arbeidsvoorwaarden, loopbaan en welzijn en gezondheid. Carrière In december 2010 is een carrièresite voor wetenschappers en ondersteunend personeel „live‟ gegaan. Deze webomgeving brengt virtueel een samenhang in het bestaande trainingsaanbod zodat het toegankelijk wordt voor de doelgroepen en medewerkers kan helpen zicht te krijgen op loopbaanpaden en carrièremogelijkheden bij de TU Delft. Arbeidsmarktcommunicatie De TU Delft heeft haar eigen recruitmentsite www.vacaturesindelft.nl waar geïnteresseerden informatie kunnen vinden over de TU Delft als werkgever en over de vacatures. De site wordt zeer goed bezocht met ruim 10.000 bezoekers per maand. Ook is er een Twitteraccount geopend voor recruitment. Een wervingsfilmpje van de PhD Start UP, het introductieprogramma voor nieuwe promovendi, is op Youtube geplaatst. Er zijn 1200 medewerkers benaderd voor cursussen Nederlandse taal, aangeboden vanuit de Gemeente Delft. Ook heeft de TU Delft meegewerkt aan een webpagina voor mensen die zich willen vestigen in Delft. Op de TU webpage www.internationalstaff.tudelft.nl is een link opgenomen naar deze informatieve site. HR heeft in samenwerking met Marketing & Communicatie deelgenomen aan het Farewell Event 2010. HR was aanwezig op de Delftse Bedrijven Dagen, maar ook bij de European Career Fair op de MIT campus in Boston, VS, en bij de PhD Recruitment Workshop in Beijing, China. Er is gesproken met zeer getalenteerde masterstudenten. De aanwezigheid op dergelijke evenementen versterkt de wervingskracht en heeft ook concreet een aantal recruits opgeleverd.
5.4 Integrale Veiligheid 5.4.1 Veiligheid en Beveiliging Integrale veiligheid is een procesmatige aanpak om grip te krijgen op alle statische veiligheidsrisico‟s. Bij deze aanpak horen maatregelen die aansluiten op de bestaande bedrijfsprocessen. Na goedkeuring en bekrachtiging van het strategisch plan, wordt nu gestart met de planning en control cyclus en de implementatie van Integrale Veiligheid. Er is onder andere gewerkt aan de volgende projecten. Sociale veiligheid Bij de Universiteitsdienst is een onderzoek Psychosociale Arbeidsbelasting uitgevoerd. Een van de gesignaleerde knelpunten betreft sociale veiligheid. Ten behoeve van dit knelpunt is het onderwerp gebouwontwerp in samenwerking met meerdere directies opgepakt. Er is een quick scan sociale veiligheid in en rondom alle gebouwen van de universiteit uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen. Veiligheid evenementen Er is gewerkt aan verankering in de organisatie van de veiligheid bij evenementen. Ook de beveiliging van VIP‟s die de TU Delft bezoeken, is verankerd in de organisatie. In 2011 vindt een evaluatie plaats. Eveneens in samenwerking met Facilitair Management zijn er huisregels opgesteld voor externe organisaties die in een gebouw van de TU Delft een evenement willen houden. Weerstandsverhoging Reactor Instituut Delft Het Reactorinstituut is deelnemer aan het landelijk project weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen. Op basis van een investeringsplan is een overeenkomst aangegaan met het ministerie van VROM om deze maatregelen en activiteiten uit te voeren. Het project loopt van 2009 tot en met 2013.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
61
Classificatie diefstalgevoeligheid gebouwen De afdeling Integrale Veiligheid heeft onderzoek gedaan naar de diefstalgevoeligheid van de gebouwen van de TU Delft. Het resultaat van het onderzoek is een classificatie van de gebouwen voor wat betreft diefstalgevoeligheid. Er zijn adviezen uitgebracht en er is een stappenplan opgesteld. Security verankeren in de bedrijfsvoering De afdeling Integrale Veiligheid heeft het initiatief genomen om het onderwerp security nader in de bedrijfsvoering te verankeren. Om dit te bereiken is gestart met een audit bij alle faculteiten en gebouwen. Via een risicoprofiel is per gebouw zichtbaar geworden welke risico‟s er zijn. Per faculteit/gebouw zal het gewenste veiligheidsniveau worden vastgesteld. Vervolgens wordt bepaald welke noodzakelijke securitymaatregelen nodig zijn. Incidentregistratie Aan het incidenten meld- en registratiesysteem is de laatste hand gelegd. Via de website van de TU Delft is het mogelijk veiligheidsgerelateerde incidenten te melden. Begin 2011 wordt het melden van incidenten bij studenten en medewerkers onder de aandacht gebracht. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een bewustwordingscampagne. Crisismanagement Bij grote incidenten treedt het Crisisplan TU Delft in werking. Het crisisplan kan worden gebruikt bij een breed scala aan incidenten zoals brand, sabotage en vermissing. De TU Delft neemt hiermee de verantwoordelijkheid om bij incidenten op veilige wijze om te gaan met medewerkers, studenten en bedrijfsprocessen. Reisveiligheid De TU Delft wil dat medewerkers en studenten veilig en gezond kunnen werken en studeren. Medewerkers en studenten gaan regelmatig voor het werk of studie naar het buitenland. Als ze daar in problemen komen treedt een procedure uit het Crisisplan TU Delft in werking. Dit is een samenwerkingsverband tussen diverse directies en faculteiten. Integraal veiligheidsbeleid universiteiten Het ministerie van OCW heeft geld beschikbaar gesteld voor het opzetten van integraal veiligheidsbeleid bij de universiteiten. De TU Delft afdeling Integrale Veiligheid is de voorzitter van dit project. Het doel van het project is te komen tot een drietal basisinstrumenten ter ondersteuning van een gezamenlijk integraal veiligheidsbeleid. Social responsibility Integrale Veiligheid heeft in 2010 deelgenomen aan workshops in het kader van social responsibility. Vanuit veiligheidsoogpunt is het aspect van “dual use” (positief en negatief gebruik van onderzoeksresultaten door derden) en de ISO 26000 (guidance on social responsibility) van groot belang. De Integrale Veiligheid gedachte beoogt dat elke wetenschapper, student en ondersteuner voor een cirkel van 25 m op het gebied van veiligheid zijn verantwoordelijkheid moet dragen en nemen. De verschillende activiteiten en projecten (social security) zijn opgezet om bij te dragen aan de bewustwording dat als iedereen zichzelf verantwoordelijk voelt voor de veiligheid in zijn/haar directe omgeving de overall campusveiligheid verhoogd zal worden. Wisselwerking tussen “Onderzoek en onderwijs” en “Bedrijfsvoering” In samenwerking tussen de faculteit TBM en diverse directies (en soms ook landen) worden met als belangrijkste partners Integrale Veiligheid en Top Tech een tweetal nieuwe masteropleidingen ontwikkeld: “Nuclear Security” en “Integrale Veiligheid”. 5.4.2 Arbeidsomstandigheden PSA- enquête in eigen beheer ontwikkeld Als onderdeel van de wettelijk verplichte Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), waarbij risico‟s op de werkvloer moeten worden geïnventariseerd en bestreden, is de werkgever ook gehouden om risico‟s van Psycho- Sociale Arbeidsbelasting (PSA) te inventariseren. Het was gebruikelijk om voor dit doel een extern bureau in te schakelen. In overeenstemming met de trend om meer gebruik te maken van de kennis die bij TU Delft intern is te vinden en minder deskundigheid in te huren is in 2010 in samenwerking met het onderzoeksinstituut OTB een eigen enquête ontwikkeld.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
62
TU Delft coördineert totstandkoming arbocatalogus van de VSNU De VSNU stelt op basis van een afspraak met het ministerie van SZW een arbocatalogus op, ter vervanging van de arbo-beleidsregels die in de toekomst uit de Arbowet zullen worden geschrapt. Het werk aan de totstandkoming van de Arbocatalogus wordt onder toezicht van een begeleidingscommissie verricht door werkgroepen, die ondermeer zijn samengesteld uit vakspecialisten van verscheidene universiteiten. In 2010 is de leiding van dit project overgedragen aan hoofd VGWM van de TU Delft. 5.4.3 Gezondheid RSI- preventie Repetitive Strain Injury, beter bekend als RSI, blijft een belangrijk risico bij medewerkers met intensief beeldschermwerk. Naast goed meubilair en de juiste instelling daarvan, is het tegengaan van stress en een verkrampte houding van belang om RSI-klachten te voorkomen. Ook helpt het om zo nu en dan een korte pauze (minipauze) te houden tijdens het beeldschermwerk. Met anti-RSI software wordt binnen de TU Delft het opnemen van minipauzes gestimuleerd. Voor de bestaande, minder gebruiksvriendelijke anti- RSI software is een aantrekkelijke vervanger gevonden in het programma “Workrave”. De toepasbaarheid van dit programma is in 2010 getoetst. Het programma zal in de loop van 2011 op alle computers van de campus worden geïnstalleerd. Pilot Health Coach Programma De TU Delft vindt het belangrijk om aandacht te hebben voor de vitaliteit en gezondheid van haar medewerkers. Daarom wil zij zich inspannen om vermijdbare gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes type 2 te voorkomen. Om dit waar te maken, heeft in 2010 de pilot plaatsgevonden van een gezondheidsprogramma voor medewerkers die hun gezondheid substantieel willen verbeteren. Door een intensieve begeleiding, die is ondersteund met individuele registratie in de vorm van een elektronisch “dashboard”, zijn de deelnemers ondersteund in het verbeteren van hun life style. Belangrijke factoren hierbij zijn voeding en beweging. De resultaten van deze pilot waren zo positief, dat in 2011 een dergelijk programma op grotere schaal zal worden aangeboden, waarbij gebruik zal worden gemaakt van de ervaringen die tijdens de pilot zijn opgedaan. Dit “Ehealth” programma zal plaatsvinden in samenwerking met zorgverzekeraars OHRA en CZ. Ziekteverzuim In 2010 is een nieuw verzuimprotocol beschikbaar gekomen, met goede informatie voor de leidinggevende en medewerker met als doel om het ziekteverzuim terug te dringen. Het is te vroeg om al te juichen, maar ten opzichte van 2009 is een lichte verbetering zichtbaar. Zo is het ziekteverzuim in 2010 met 0,1 % tot 2,5 % gedaald. In 2009 bedroeg het verzuimpercentage nog 2,6 %. De ziekmeldingfrequentie, het gemiddelde aantal verzuimmeldingen per medewerker per jaar, is met 0,9 gelijk gebleven. De gemiddelde verzuimduur is ook gedaald: van 12,9 naar 12,6 dagen. Het Nulverzuimpercentage is gestegen van 64,7% naar 66,1 %. Dat betekent dat 3670 van de 5553 medewerkers in 2010 niet ziek zijn geweest. Faculteiten Bij de faculteiten BK, EWI, IO, LR en 3mE, zijn de verzuimpercentages gedaald, evenals bij het Reactor Instituut Delft (RID). Bij de faculteiten CITG, TBM en TNW zijn de verzuimpercentages gestegen, net als bij het Onderzoeksinstituut OTB. Universiteitsdienst Al sedert 2007 is bij de Universiteitsdienst, waar ruim 1250 medewerkers werken, een daling in het verzuimpercentage waarneembaar. Die daling van het verzuim is doorgezet: van 4,8% in 2009 naar 4,5% in 2010. In 2007 bedroeg het verzuimpercentage nog 5,3%. Bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW) Medewerkers kunnen gebruik maken van bedrijfsmaatschappelijk werk voor advies en begeleiding bij knelpunten in de arbeidssituatie of privésituaties die hun uitwerking hebben op de werksituatie. Het aantal aanmeldingen is van 116 in 2009 gestegen naar 132, waarvan ruim 60% vrouwen en 40% mannen. De aanleiding om een beroep te doen op het bedrijfsmaatschappelijk werk ging in de meeste gevallen om de relatie met de direct-leidinggevende, gevolgd door stress en (dreigende) burnout. Hierin verschilt de TU Delft niet veel van andere Nederlandse bedrijven. Verder scoren ook psychische- en verwerkingsproblemen en zorg over het loopbaanperspectief hoog. De stijging bij uit het buitenland afkomstige postdoctorale medewerkers van 14 in 2009 naar 23 in 2010 is opmerkelijk. Dit betreft 12 vrouwen en 11 mannen. Zij komen vooral uit China, Iran, Turkije, Pakistan, Indonesië, Peru en het voormalig Oostblok. De redenen van aanmelding zijn heel divers; evenals in 2009 spelen vooral aanpassingsproblemen een rol. Voorts betreft het privéproblemen in de relatiesfeer en competitieproblemen in de werksituatie. Opvallend is ook dat in deze categorie veel medewerkers op eigen initiatief naar de bedrijfsmaatschappelijk werker zijn gekomen, namelijk in ongeveer 75% van de gevallen; de overigen kwamen via de bedrijfsarts, de direct-leidinggevende en HR.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
63
5.4.4 Milieu Implementatie Milieuvergunning: minder administratieve rompslomp voor TU Delft Sinds medio 2010 is de TU Delft verlost van de tientallen milieuvergunningen waaraan ze zich tot voor kort moest houden. De gemeente Delft heeft de regels voor alle onderwijs- en onderzoeksafdelingen van de TU Delft ondergebracht in één vergunning. Sinds 2007 is daar door beide partijen al aan gewerkt om de administratieve lasten terug te dringen. Na de brand bij de faculteit Bouwkunde in 2008 bleek nog dat de vergunningafgifte bij de TU Delft een ingewikkeld proces is. In 2010 is een begin gemaakt met de implementatie van een vergunning managementsysteem (VMS), dat verankering van de milieuregels bij de bedrijfsonderdelen waarborgt en ertoe bijdraagt dat de milieuvergunning actueel blijft. Nieuwe vergunning WVO TU Delft en het Hoogheemraadschap Delfland zijn tot overeenstemming gekomen wat betreft een nieuwe vergunning in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren die onder meer rekening houdt met het materiaalgebruik in de oudbouw van Biotechnologie en Chemical Engineering.
5.5 Facilitair Management en Vastgoed (FMVG) Prijzen Datacentrum winnaar Betonprijs 2009 Al in november 2009 was bekend dat het Datacentrum van de TU Delft de winnaar was van de Betonprijs 2009 in de categorie utiliteit. In mei 2010 heeft de onthulling van de bij deze prijs behorende plaquette (zie inzet foto) plaatsgevonden. De prijs is uitgereikt aan het Datacentrum omdat “veel moeite,
inventiviteit en innovatie aan de dag is gelegd om de vormgeving en uitstraling oogstrelend te maken. Ondanks de zeer aansprekende vormgeving, die alleen te verkrijgen is met de prefab betontechnologie, is hier een zeer eenvoudige uitvoering en detaillering toegepast.”
De Betonprijs wordt iedere twee jaar uitgereikt op initiatief van de Betonvereniging, het overkoepelende en coördinerende orgaan binnen de (beton)bouw.
Het datacentrum. Inzet: plaquette met directeur ICT, Peter van Schaik
TU Delft scoort schoonmaak-Oscar Schoonmaakbedrijf CSU Cleaning Services is met de TU Delft winnaar geworden van een Golden Service Award. Daarmee is de Delftse universiteit het best schoongemaakte project in de categorie 'Onderwijs'. De landelijke verkiezing beloont opmerkelijke prestaties in de schoonmaakbranche. Verandering op de campus Nieuwbouw TNW De financiële positie van de TU Delft, de groei- en krimpbewegingen van de faculteiten met hieraan gekoppeld de verwachte leegstand van het middengebied en de herhuisvesting van de faculteit Bouwkunde in TU-Noord, hebben geleid tot een nieuwe visie op de campus. Met deze visie als uitgangspunt is eind juni gekozen voor de variant Midden-Compact. Deze variant betreft nieuwbouw achter de bestaande locatie waarbij een deel van de vleugels van het huidige gebouw gesloopt moet worden. Het project beslaat de nieuwbouw voor TNW (Biotechnologie en Chem E), een parkeergebouw, renovatie van het gebouw van Technische Natuurkunde en de verhuis- en schuifbewegingen. Het project zit nu in de ontwerpfase. De planning is om medio 2014 de nieuwbouw in gebruik te nemen en eind 2014 de renovatie voltooid te hebben. Oplevering nieuwbouw TNO Scheidingstechnologie De TU Delft en TNO Scheidingstechnologie hebben zich voorgenomen door nauwe samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van Scheidingstechnologie voor procesindustrie, tot de Europese top te gaan behoren. Om de samenwerking te intensiveren heeft TNO besloten naar de nieuwbouwlocatie gelegen naast TU Delft Process & Energy aan de Leeghwaterstraat te verhuizen. De directie FMVG van de TU Delft heeft zorggedragen voor de realisatie van dit casco gebouw met zo‟n 20 parkeerplaatsen. Ondanks het faillissement van de hoofdaannemer (december 2009) is het gebouw op 1 juli 2010 opgeleverd.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
64
Aankoop gebouw Bionanoscience De TU Delft heeft het zogeheten K-gebouw, een voormalige TNO-gebouw op de „binnenplaats‟ van de faculteit TNW, aangekocht. Het pand bevat laboratorium- en cleanrooms. Daarmee is het uitermate geschikt voor de nieuwe TNWafdeling Bionanoscience. Deze afdeling heeft het gebouw inmiddels in gebruikgenomen. Ontwerpwedstrijd paviljoens Mekelpark De TU Delft zet zich nadrukkelijk in voor het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte op de campus. De campus moet een levendig verblijfsgebied worden waar het zowel overdag als in de avonduren, prettig verblijven is voor studenten, medewerkers en bezoekers. De realisatie van diverse paviljoens in het Mekelpark met functies als bijvoorbeeld reproshop, sappenbar, koffiebar en fietsenmakerij, zal een belangrijke bijdrage leveren aan de verlevendiging van de campus. Een ontwerpwedstrijd onder de 10 beste afstudeerders van de afstudeerrichting architectuur aan de faculteit Bouwkunde moet uiteindelijk resulteren in maximaal vijf paviljoenontwerpen en één ruimtelijk concept. De commissie is in december bijeen gekomen om de inzendingen te beoordelen. Drie inzenders krijgen een vervolg studieopdracht. Betonrot EWI Het bordes op de 21ste verdieping van het gebouw van de faculteit EWI dat in gebruik is voor wetenschappelijk onderzoek, is enige tijd afgezet met netten en steigerwerk. Deze maatregel was noodzakelijk omdat er betonresten zijn aangetroffen die afkomstig waren van de onderkant van de twee verdiepingen hoger gelegen betonnen dakvloer. Er blijkt sprake van betonrot en staalcorrosie. Ook rondom het gebouw zijn maatregelen getroffen voor de veiligheid van passanten. De reparatie heeft enkele weken in beslag genomen. Wateroverlast In augustus is Delft getroffen door een regenbui van ongekende omvang. Door het overlopen van het gemeentelijk rioolstelsel zijn putdeksels (o.a. Rotterdamseweg) weggeblazen, liepen kelders vol (o.a. Bouwkunde) en stroomde het water op plaatsen over de begane grond (o.a. hal Industrieel Ontwerpen). Gevolg van de wateroverlast op daken is lekkage op veel plaatsen (o.a. CiTG) ontstaan. Er zijn direct noodmaatregelen getroffen. Ook de verzekering is direct ingelicht. Het herstel van de schade heeft enige tijd gekost. Onderwijsvoorzieningen en studentenhuisvesting Verbeteren onderwijszalen In de zomerperiode is hard gewerkt om de collegezalen bij 3mE en EWI een nieuwe uitstraling te geven. Ondanks een voorspoedige start van het renovatieproject is er in de laatste weken stagnatie ontstaan door een verlate levering van het collegemeubilair en de AV-installaties. De start van het nieuwe collegejaar moest hierdoor beginnen met een aantal noodvoorzieningen, waaronder de inhuur van tijdelijke tenten. Na wat aanloopproblemen met de techniek zijn de gerenoveerde onderwijszalen nu volop in gebruik. De inventarisatie van alle klachten is afgerond en aan de hand van de resultaten van evaluatie wordt bepaald hoe de verdere aanpak zal verlopen. Inmiddels is voor het verfijnen van de techniek en zijn afstellingen een proefopstelling geplaatst waarop de leverancier zijn verbeteringen kan testen. Voor de komende jaren staan de zalen van de Aula en CiTG op de nominatie. Het opknappen van deze zalen wordt geïntegreerd met grote projecten die voor deze locaties op stapel staan. Voor de Aula is dit de renovatie van de Senaatzaal, de Van Hasseltzaal, de togakamer en de toiletgroepen. Voor CiTG is het de renovatie van het Gerenoveerde onderwijszaal hoofdblok van de faculteit CiTG met accent op de renovatie van de gevel, verbeteren van het klimaat en vernieuwen van een gedeelte van de installaties. Studentenhuisvesting De gemeente Delft heeft onlangs een MER-studie gepresenteerd waaruit blijkt dat in het 'meest milieuvriendelijke alternatief‟ voor verdere bebouwing van het TU Delft-gebied ruimte is voor drieduizend studentenwoningen. Als deze
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
65
woningen er komen, is dat nog niet genoeg om te voldoen aan de totale vraag. Onderzoeksbureau Rigo heeft berekend dat er tot 2023 vijfduizend woningen nodig zijn. Ook elders in Delft moet daarom worden ge- of verbouwd. In oktober heeft het college van B en W laten weten te gaan onderzoeken welke braakliggende terreinen tijdelijk zijn te gebruiken om studenten te huisvesten. Ook DUWO wedt op verschillende paarden. De studentenhuisvester heeft eind 2010 zeventig woningen in de binnenstad overgenomen van corporatie Woonbron. Studentencomplexen in TU Delft-wijk In november is aan de Rotterdamseweg het nieuwe complex met woningen voor 267 studenten officieel geopend. In 2011 volgen nog eens 95 studentenwoningen aan het Mijnbouwplein. Het gebouw aan de Rotterdamseweg is gerealiseerd door DUWO samen met de Stichting Woonbron2-duizend uit het Limburgse Reuver. Het gebouw is in september al in gebruik genomen. De studentenflat heeft 202 zelfstandige en 65 onzelfstandige kamers. Verder zijn er drie grote gemeenschappelijke ruimten met keuken, die uitkomen op een ruim binnenterrein. Onder het complex is een verdiepte kelder met een parkeergarage, een fietsenstalling en bergingen. Met dit complex en andere die nog in ontwikkeling zijn, wordt het aanbod niet alleen uitgebreid, maar ook meer divers: studenten hebben steeds meer keuze tussen woningen in diverse prijsklassen. De Vries van Heijstplantsoen In het appartementencomplex aan het De Vries van Heijstplantsoen komen 294 nieuwbouwappartementen voor buitenlandse studenten. Het ontwerp is gemaakt door KCAP Architects & Planners uit Rotterdam. Het grootste deel wordt nieuwbouw. Ongeveer twintig eenheden worden in het bestaande monumentale gedeelte gerealiseerd, dat wordt gerenoveerd. Het monumentale trappenhuis gaat de schakel vormen tussen het oude en nieuwe gedeelte van het gebouw. Eind 2009 is begonnen met de realisatie van het gebouw. Naar verwachting worden de eerste eenheden eind december 2011 opgeleverd, de laatste eenheden eind maart 2012. Balthasar van der Polweg In het gebied TU Delft Midden wordt aan de Balthasar van der Polweg een derde toren naast de bestaande twee torens gebouwd. Dit is mogelijk door het vertrek van de aan de Rotterdamseweg gelegen lijm- en gelatinefabriek. De studententoren wordt 55 meter hoog en omvat 300 woningen waar 405 studenten kunnen worden gehuisvest. Naar verwachting kunnen de woningen in september 2011 betrokken worden. Beleid Herijking en leegstand Een van de gevolgen van de herijking is de teruggave van ruimten aan de directie Facilitair Management & Vastgoed(FMVG). De vrijgespeelde ruimten zijn veelal incourant en moeilijk aan externen te verhuren. Ogenschijnlijk is het vrijspelen van ruimte voor de huurder een voordeel, omdat de huurkosten omlaag gaan, maar voor de gehele TU Delft levert dit weinig op zolang de vrijgekomen ruimten niet door een andere huurder in gebruik zijn genomen. Leegstand betekent niet dat er
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
66
geen kosten zijn. Verwarming, elektra, gebouwonderhoud, beveiliging, etc. zijn kosten die ook bij leegstand gewoon doorlopen. Deze kosten komen nu te liggen bij de verhuurder, FMVG. De totale verwachte leegstand zal 44.000 m2 vvo (verhuurbaar vloeroppervlakte) bedragen. Dit is een forse inkomstenderving voor FMVG. De afdeling Vastgoedontwikkeling van FMVG heeft deze gevolgen van de herijking al vroegtijdig gesignaleerd. Zij werkt aan een voorstel waar per leegstandsitem aangegeven wordt wat de oplossingsrichting kan zijn, geheel in lijn met het algemene TU belang van efficiënt vastgoedgebruik. Parkeren In 2010 is onderzoek verricht naar de noodzaak en financiële haalbaarheid van gereguleerd parkeren in TU Midden. De resultaten zijn samengevat in een businesscase. De universiteit groeit en op de campus neemt de beschikbare parkeerruimte, bijvoorbeeld door de komst van meer studentenwoningen af. Tegen 2015 leidt dat tot een tekort van zo‟n 800 parkeerplaatsen. In de businesscase is een voorstel opgenomen om op de campus gebouwde parkeervoorzieningen te realiseren. De kosten van deze parkeervoorzieningen worden met de inkomsten vanuit de parkeergelden gedekt. Besluitvorming vindt in 2011 plaats. Land Art Delft: plan voor nu onbenut land Het stuk Midden-Delfland tussen de Schie en A13 zie je alleen vanuit de auto of vanaf de fiets. Het is moeilijk toegankelijk en onbenut. De TU Delft en World Art Delft (WAD) willen daar verandering in aanbrengen en hebben de handen ineengeslagen om een landschapsplan op te stellen, genaamd Land Art Delft. Daarbij gaan cultuur, recreatie en natuurbescherming in harmonie samen. Een van de belangrijkste uitgangspunten is dat het landschap niet wordt aangetast en alleen verbeteringen ondergaat. Onder leiding van Wytze Patijn, (oud)-decaan van d faculteit BK, en voormalig rector magnificus Jacob Fokkema van de TU Delft stelt de projectgroep voor om het boerenland te doorkruisen met fiets-, ruiter- en scharrelpaden. Op de zijpaadjes komen kunstwerken. Bewegwijzering In de zomerperiode is de bewegwijzering op de campus, de fiets- en voetgangersborden en de bestemmingsborden, afgerond. Er is veel lof voor ontwerp en uitvoering. Hierna kan de volgende fase ingaan, de bewegwijzering van de ring om de campus. Eind 2010 is de leverancier failliet gegaan wat vertraging van deze fase tot gevolg heeft. Inmiddels is bekend dat het bedrijf is overgenomen inclusief de orderportefeuille. De TU Delft is in overleg met het nieuwe bedrijf om te zien hoe de de bewegwijzering van de ring afgerond kan worden.
Bewegwijzering rondom de campus
Bewegwijzering op de campus
Eerste fase herinrichting IO succesvol afgerond De herijking maakt faculteiten creatief. Zo ook bij Industrieel Ontwerpen. Meer doen met minder vierkante meters, kosten besparen en toch een breder en doelmatiger pakket van faciliteiten neerzetten, is de opdracht. Fase 1 betreft de herinrichting van de winkelzone bij de entree en de functionele verbreding van „de kuil‟. De “kuil” is de verdiepte ruimte in het Practicum Modelbouw en Bewerkingen (PBM). De bergingen rondom de kuil hebben plaats gemaakt voor uitnodigende studio‟s. Het PBM zelf is teruggebracht van 3600 m2 naar 1100m2, een enorme besparing. Een belangrijke doelstelling van de faculteit is het IO-complex meer uitstraling te geven. Dat is ruimschoots gelukt. Naast de wervende kracht van de boekenwinkel en het interne uitzendbureau van de TU Delft, FlexDelft, kunnen de bezoekers de tentoongestelde onderwerpen in de nieuwe etalageruimte bij de entree bewonderen. Inmiddels is ook begonnen met fase 2: het verplaatsen van de werkplaats, het creëren van een winkel voor gereedschappen en een logistiek centrum.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
67
Energie; milieu en duurzaamheid 23/25 KV station Ten behoeve van Technopolis dient een 23/25 KV station te worden aangelegd om de elektriciteitsvoorziening voor het science park te leveren. Stedin Netten Delfland is geselecteerd als partij voor het realiseren van deze voorziening. Het station wordt gebouwd aan de Watermanweg. Bij de ligging van het nieuwe station is rekening gehouden dat de zichtlijnen naar het nieuwe datacentre, met zijn prijs winnende ontwerp, vrij blijven. Het college van Bestuur heeft ingestemd met de verkoop van het perceel grond aan Stedin t.b.v. het 23/25KV station. Aankoop WKO (warmte koude opslag) installatie Technopolis Op Technopolis heeft ontwikkelaar LSI voor Exact een kantoor gerealiseerd. De warmte- en koudevoorziening van dit kantoor bestaat uit een warmte- en koudeopslag in de bodem en een opwekkingsinstallatie met warmtepomp in een technische ruimte onder het kantoor van Exact. Dit geheel is juridisch gescheiden van het kantoor en wordt aangeduid als WKO-installatie. LSI heeft het kantoor los van de WKO-installatie verkocht aan een belegger, maar was nog steeds eigenaar van de WKO-installatie. De bronnen liggen op grond van de TU Delft en ook de vergunning voor de bronnen staat op naam van de TU Delft. Gezien de beperkte broncapaciteit, de lange termijn waarop grond uitgegeven wordt en de fasering van plannen en korrelgrootte van grondafnemers, is het voor de ontwikkelende partijen (TU Delft en gemeente Delft) van belang om de energievoorziening op Technopolis te controleren. Het College van Bestuur heeft dan ook ingestemd met de aankoop van de WKO-installatie. Vervanging warmtekrachtmotoren De gebouwen van de TU Delft worden verwarmd door een centraal verwarmingssysteem. Het warme water waarmee de gebouwen worden voorzien van warmte komt van drie ketels en twee warmtekrachtmotoren. Deze warmtekrachtmotoren zijn nu aan vervanging toe. De nieuwe motoren, hebben een groter vermogen en zullen circa dertig procent van de benodigde elektriciteit leveren. Omdat de warmtekrachtmotoren naast warmte ook elektriciteit leveren zijn ze veel rendabeler. De totale investering wordt in zeven jaar terug verdiend. De nieuwe motoren moeten eind 2011 in bedrijf zijn. Projectbureau Technopolis Organisatie en samenwerking Het projectbureau Technopolis is in 2010 gestart als samenwerkingsverband tussen TU Delft en gemeente Delft. Gedurende het jaar is in overleg tussen TU Delft en gemeente besloten om de privaatrechtelijke samenwerking tussen partijen in Technopolis te beëindigen. Het projectbureau is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 100% onderdeel van de TU Delft. Ook de samenwerkingsovereenkomst met ING en MAB is in 2010 definitief beëindigd. Gebiedsontwikkeling Het verkavelingsplan dat door Claus en Kaan Architecten is opgesteld, is in 2010 afgerond en vastgesteld. Het nieuwe verkavelingsplan heeft een campusuitstraling en biedt ruimte voor groen en ontmoeten. Voor het eerste deelgebied is ook een landschapsplan gemaakt. Door het projectbureau wordt in samenhang met het verkavelingsplan gewerkt aan een parkeerstrategie. De ambitie is te komen tot een aantal gebouwde parkeervoorzieningen. Als tijdelijke oplossing zal een maaiveldparkeerterrein worden aangelegd. Klanten De gebouwen van Exact en YES!Delft zijn in 2010 opgeleverd. De openbare ruimte rond Exact is gereed gemaakt en bij YES!Delft is gestart. De eerste WKO-installatie is operationeel en functioneert goed. Er wordt gewerkt aan de oprichting van een energiebedrijf Technopolis van waaruit de WKO-installaties van Technopolis, en mogelijk in een later stadium ook van de campus, worden beheerd en geexploiteerd. Eind 2010 heeft de eerste gronduitgifte onder de naam van Science Port Holland plaatsgevonden. The Datacenter Group ontwikkelt 9.000 m2 BVO op de kavel naast het Radexgebouw. Naast de ontwikkeling van The Datacenter Group worden er ook gesprekken gevoerd met andere partijen waar naar verwachting in de komende twee jaar contracten mee getekend worden.
5.6 FMVG en Duurzaamheid Energiebeleidsverklaring en MJA3 De TU Delft heeft haar energiebeleidsverklaring opgesteld in december 2008 en deze opgenomen in haar EnergieEfficiency plan 2009-2012. Het Energie_Efficiency plan 2009-2012 is voortgekomen uit de meerjarenafspraken (MJA3) over energie efficiency tussen o.a. ministeries en VSNU.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
68
De TU Delft streeft de volgende algemene doelstellingen na: De TU Delft wenst een goede werkgever te zijn. Een hoge kwaliteit, waaronder goede arbeidsomstandigheden en een goed milieubeleid, is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde; Het College van Bestuur neemt binnen haar mogelijkheden maatregelen en verstrekt de middelen om een goede kwaliteit te bereiken; Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu (VGWM) zijn onlosmakelijk verbonden met kwaliteit van onderwijs en onderzoek en met personeel en organisatie; De campus van de TU Delft is een duurzame en veilige omgeving waar het prettig is om te studeren, te werken en te verblijven; Het realiseren van een zo hoog mogelijke energie-efficiencygraad met waar mogelijk toepassing van duurzame energiebronnen. De TU Delft heeft zich in de meerjarenafspraak (MJA3) gecommitteerd aan een verbetering van de energie-efficiency door middel van het treffen van technische en organisatorische besparingsmaatregelen, systematische energiezorg en het uitvoeren van maatregelen op het gebied van ketenefficiency. De TU Delft levert daarmee een substantiële bijdrage aan de doelstelling van de meerjarenafspraak. Inkoop van energie Per 1 januari 2013 expireren de huidige leveringscontracten voor elektriciteit en aardgas. De TU Delft is gestart met de voorbereidingen voor de selectie van (nieuwe) leveranciers via een Europese Aanbestedingsprocedure. De TU Delft gaat de elektriciteit en gas (geheel of gedeeltelijk) vergroenen met certificaten. Dit proces start na de Europese Aanbesteding van elektriciteit en aardgas. De certificaten worden aangeboden door energieleveranciers en handelaren via Certiq. Dit is een instantie van de overheid die toeziet dat niet meer groencertificaten worden verkocht dan dat er groene energie is opgewekt. Alle vraag en aanbod van deze certificaten lopen dus via deze instelling. Tussenresultaat MJA3 De TU Delft heeft in haar Energie-Efficiencyplan 2009-2012 aangegeven een verbetering te halen van 9,9% op de Energie Efficiency Index van de organisatie, wat omgerekend een reductie van de CO2 uitstoot van 4.764 ton CO2 levert. Door de al genomen maatregelen zit de TU Delft op lijn met de door haar aangegeven verbetering. Ook voor de komende jaren zal dit het geval zijn, omdat een aantal grote verbeteringsprojecten al ingezet zijn en binnen de planperiode zullen worden gerealiseerd. Beleidsmaatregelen Duurzaamheid is op verschillende plaatsen in het beleid van de TU Delft vastgelegd. Zo is in het huisvestingsplan en in het handboek Facilitair Management & Vastgoed een duurzaamheidsparagraaf opgenomen en zijn ook in de eisen in het handboek punten opgenomen over het terugdringen van het energiegebruik, duurzame opwekking en andere duurzaamheidsaspecten. Ook het uitgangspunt van het huisvestingsplan, de compacte campus, levert een bijdrage aan de duurzaamheids-strategie van de TU Delft. Het gebruik van de methode van BREEAM is in het handboek vastgelegd. Deze methode wordt vooralsnog alleen voor nieuwbouw toegepast. Het handboek Facilitair Management & Vastgoed is de leidraad bij nieuwbouw- en renovatieprojecten. Nieuwbouw en renovatie Bij de realisatie van nieuwbouw en grote renovatieprojecten is het thema duurzaamheid verankerd middels het handboek Facilitair Management & Vastgoed. Te behalen winsten liggen o.a. op onderwerpen als gebouwbeheersystemen optimaal inregelen, toepassen van energiezuinige verlichting en lichtsensoren, het toepassen van dubbel glas en isolatieglas, etc. Dit zijn slechts enkele onderwerpen uit het gehele scala. Nadat in 2008 het gebouw van de faculteit Bouwkunde is afgebrand, moest in allerijl een noodvoorziening opgetuigd worden. Deze is gevonden in het opnieuw in gebruik nemen van het voormalig hoofdgebouw. Als gevolg van de tijdsdruk en de tijdelijkheid (5 jaar) van de huisvesting is de renovatie uitgevoerd met weinig aandacht voor duurzaamheidsaspecten. Nu duidelijk is dat de faculteit Bouwkunde permanent in het gebouw gevestigd wordt, is er een project opgestart met de naam BK City Slim. Het resultaat van het project moet zijn het terugdringen van de energiebehoefte van de faculteit met ca. 50%. Warmte De TU Delft is eigenaar van een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor een oppervlakte van ca. 60 km2. De TU Delft stelt kleine concessies beschikbaar aan bedrijven en instellingen binnen dit gebied die aardwarmte willen toepassen. Op dit moment maakt de TU Delft nog geen gebruik van aardwarmte, maar wordt alleen onderzoek gedaan aan alle aspecten van aardwarmte.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
69
De TU Delft maakt op drie plaatsen op de campus gebruik van Warmte-Koude opslag in de bodem. De insteek is om dit in de toekomst verder uit te breiden door o.a. de klimaatinstallaties van bestaande gebouwen geschikt te maken voor deze methode. Bij nieuwbouw en grote renovaties is toepassing van Warmte-Koude opslag het uitgangspunt. De TU Delft maakt voor zijn energievoorziening ook gebruik van Warmtekrachtkoppeling. Met de geproduceerde warmte worden gebouwen verwarmd en het bijproduct elektriciteit wordt aan het net geleverd. Met de installatie van twee nieuwe warmtekrachtmotoren met een zeer gunstig rendement wordt bijgedragen aan de verbetering van de Energie Efficiency Index. TU Delft brede contracten De TU Delft neemt duurzaamheidsaspecten op in de europese aanbesteding van TU brede contracten zoals schoonmaak, beveiliging, kantoorartikelen etc. Kantoorartikelen: In het standaardassortiment zit een breed aanbod aan milieuvriendelijke artikelen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt voor een minimale bestellingsgrootte om zo de hoeveelheid transportbewegingen te verminderen Schoonmaak: Het segment schoonmaak wordt opnieuw aanbesteed. In de aanbesteding zijn duurzaamheidscriteria opgenomen. Zo moet men chemische middelen op ecologische wijze scheiden, moet men een certificaat overleggen van een onafhankelijke instantie waarmee aangetoond wordt wat de milieubelasting is van de gebruikte middelen en moet er apparatuur gebruikt worden die milieubesparend in gebruik zijn. Beveiliging: Voor de beveiliging van de campus is gekozen voor een duurzame oplossing. Het beveiligingsbedrijf heeft dit ingevuld door het inzetten van Bikers. In teams van twee beveiligers op moutainbikes patrouilleren zij over de campus en dragen daarmee bij aan het veiligheidsgevoel op een milieuvriendelijke wijze. Koffieautomaten: Er is extra aandacht besteed aan het gebruik van bekers die goed en milieuvriendelijk afbreekbaar zijn. Mobiliteitsbeleid (elektrische fiets, IKA) TU Delft werkt mee aan duurzame bereikbaarheid regio Haaglanden Werkgeversvereniging VNO-NCW West, bedrijven en overheden werken samen aan een betere en duurzame bereikbaarheid van de regio. Daartoe hebben zij het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement ondertekend. Minder autoverkeer, minder files, een betere toegankelijkheid via het openbaar vervoer en een schonere leefomgeving zijn belangrijke voorbeelden hiervan. De TU Delft neemt deel aan dit initiatief. Het stimuleren van de fiets als vervoermiddel voor woon-werkverkeer is een eenvoudige maar effectieve manier om het aantal autokilometers te verminderen, ook al omdat 2010 het jaar van de fiets is. Concreet doel is een reductie van het aantal kilometers in de spits met gemiddeld 6 procent en een vergelijkbaar effect op het milieu. In het mobiliteitsbeleid staan de (toekomstige) maatregelen die de TU Delft initieert op het gebied van duurzame bereikbaarheid beschreven. In het kader van het convenant is er een uitgebreid onderzoek verricht naar de reispotentie van de medewerkers. Het aandeel potentiële medewerkers voor het woon-werkverkeer met openbaar vervoer/ fiets is, in samenwerking met de NS, in kaart gebracht aan de hand van een postcodetest. Voorts is, aan de hand van een enquête, onderzoek verricht naar het huidige reisgedrag van de medewerkers. Medewerkers van de TU Delft blijken te excelleren in het kiezen van duurzame vervoersmiddelen. Beleidsuitgangspunten van het mobiliteitsbeleid zijn: Een betere bereikbaarheid met het openbaar vervoer; Stimuleren gebruik openbaar vervoer; Parkeerbeleid als duurzame bereikbaarheidsoplossing; Het fietsgebruik van studenten en medewerkers (blijven) stimuleren; Invoeren van Het Nieuwe Werken en spits mijden; Pilot elektrische voertuigen; Stimuleren carpoolen. Mos-sedum dak voor TNW Op het dak van de faculteit TNW aan de Mekelweg is een nieuwe groene mat gelegd die bestaat uit mos-sedum. Op een bodem van substraat zijn 700 vierkante meter uitgerold. De TU Delft heeft genoeg redenen om te investeren in groene daken. Het vertraagt bij regenval de waterafvoer richting riool. Daarnaast zorgt de dakbedekking voor CO2opname en helpt het groene dak om het gebouw in de zomer koel te houden. De warmte-isolatie in de winter is minimaal omdat het een nat product is. Ook trekt het vogels en vlinders, werkt het als visitekaartje en „is een groen dak ook mooi‟. Vanuit de faculteit TNW is er namelijk ook zicht op: op twee van de vier dakdelen kijken college- en tentamenzalen uit. Het project sluit aan op het „Delftse daken groen: Doen‟ van de gemeente. Delft wil inwoners, bedrijven en instelllingen stimuleren om groene daken aan te leggen. Met een subsidiepot van 150 duizend euro probeert Delft
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
70
eigenaren van panden te verleiden te investeren in groene daken. Per vierkante meter draagt de gemeente €25 bij. De TU Delft fungeert als een ambassadeur van deze actie.
5.7 Procurement In het verslagjaar 2010 is op twee fronten gewerkt aan de gewenste resultaten van de universitaire inkoopfunctie: de verhoging van de rechtmatigheid en de doelmatigheid. De in 2008 door het College van Bestuur als target gestelde inhaalslag op het aspect van de rechtmatigheid is in het derde kwartaal van 2010 bereikt: de rechtmatigheidscore van 100% voor Europese aanbestedingen is gehaald. Hiervoor zijn in 2010 24 verplichte aanbestedingsprocedures doorlopen, die met goede leveranciersovereenkomsten zijn afgesloten en met een gezamenlijke contractwaarde van circa M€ 75. Als kwaliteitsindicatie van de doorlopen aanbestedingsprocedures geldt dat slechts één kortgeding procedure tegen de TU Delft als aanbestedende dienst aanhangig is gemaakt en ook door haar is gewonnen. Ook de meer geconcentreerde aandacht voor de effecten van een verhoogde inkoopdoelmatigheid heeft geleid tot meer transparantie en afstemming over de voorgenomen inkopen over de grenzen van de beheerseenheden (de lead buyers) heen. Gunstiger leveringsvoorwaarden, prijzen, tarieven en kortingspercentages zijn hiervan het resultaat, in een ordegrootte aan besparingen van circa 7 % ten opzicht van het uitgavenniveau in voorgaande jaren. Binnen de Herijkingsoperatie heeft Procurement zich initiatiefnemend opgesteld. Daar waar besparingstargets gesteld zijn is, met het oog op de noodzaak van structurele beheersing van de uitgaven, het middel van de spend analyse ingezet om op het niveau van de integrale manager en verantwoordelijke budgethouder (de lead buyer) mogelijkheden van beïnvloeding en beheersing van reguliere uitgaven te ontdekken en waar mogelijk als toekomstige inkoopbesparing om te zetten. In lijn hiermee wordt gerapporteerd dat het project tot invoering van Basware PM - een e-purchase management system voor het volledig elektronisch bestellen dat rechtstreeks aan de uitgavenadministratie is gekoppeld, - met voortvarendheid is opgepakt en op schema ligt. In maart 2011 start de testfase en zullen volgens planning drie pilots live gaan. De initiatiefnemende rol van Procurement markeert tevens de voortgaande ontwikkeling van de inkoopfunctie vanaf 2011: van „klassieke‟ inkoopcoördinatie naar de interne integratie van inkoop met andere (hoofd)processen van de TU Delft waarbij op strategisch niveau het topmanagement van de universiteit betrokken is. Dit levert de doorkijk naar 2014 op.
5.8 ICT Kwaliteit van dienstverlening In 2010 is opnieuw veel tijd besteed aan het verder verbeteren van de dienstverlening. Door de medewerkers van de eerste lijnsondersteuning, de Servicepunten, zowel als die van de tweede lijn, de Werkplekservices, is gewerkt aan verdere standaardisatie en het vergroten van klantvriendelijkheid en resultaatgerichtheid. Sinds begin 2010 zijn binnen de afdeling Werkplekservices specialistenteams actief, waarin de expertise op een bepaald gebied is geconcentreerd. Begonnen is met een MAC team, en toen dit een succes bleek, is een Linux team gevormd evenals een team voor ondersteuning van mobiele telefonie. Onder de medewerkers van de TU Delft neemt de waardering voor de ICT-dienstverlening nog steeds toe. Begin 2010 bleek de gemiddelde score voor de Servicepunten te zijn gestegen naar 7,8, en die voor Werkplekservices naar 8,1. Veel onderdelen van de universiteitsdienst maken al jaren gebruik van het standaard TU Delft helpdesk pakket om klachten, vragen of opdrachten in te registreren. Gebruikelijk is dat de klant na registratie van het “incident” een mail ontvangt met daarin de bevestiging en het internetadres waar de status van het incident kan worden ingezien. Op zich mooi, maar wel voor elk incident een ander adres. Sinds eind april 2010 is er één portaal, het zogenaamde Customer Portal, waar alle statussen gebundeld zijn van verzoeken aan de diverse onderdelen van de universiteitsdienst. Dit scheelt veel zoekwerk en geeft overzicht, zelfs over al afgesloten incidenten. Het is de bedoeling om de mogelijkheden van dit portaal verder uit te breiden. Werkplekondersteuning Bij de vorming van het Shared Service Center ICT, in 2006, is een project gestart om de kantoorautomatisering voor vrijwel alle medewerkers van de instelling te standaardiseren en onder eenduidig beheer te brengen. Dit project is op
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
71
1 oktober 2010 afgesloten met de overgang van de gehele faculteit TBM naar Windows 7 en MS Office 2010. De faculteit was daarmee een van de eerste in Nederland. Hoewel het veel tijd en geld gekost heeft om dit resultaat te bereiken kan de TU Delft nu oogsten. De beheerorganisatie is kleiner en efficiënter geworden. De exploitatiekosten zijn verlaagd en de slagvaardigheid is verhoogd. Individuele medewerkers kunnen nu op soepele wijze een update van hun software krijgen. Bovendien zijn er veel nieuwe mogelijkheden ontstaan, van desk top virtualisatie tot applicatiestreaming. In universitair Nederland heeft men veel belangstelling voor de Delftse aanpak. Procesondersteuning In de “ICT strategie 2008-2010” heeft de TU Delft de ambitie uitgesproken om de ondersteuning van de werkprocessen met behulp van ICT sterk te verbeteren. Een noodzakelijke voorwaarde hiervoor is de aanwezigheid van een speciaal op het doorgeven van services gerichte component in de technische infrastructuur. Deze software is medio 2009 aangeschaft waarna enkele pilots zijn uitgevoerd. Medio 2010 is het systeem in productie genomen. Vervolgens is een begin gemaakt met het bijscholen van beheerders en ontwikkelaars. Het eerste proces dat met behulp van de nieuwe voorziening wordt ondersteund is het declaratieproces. Bij wijze van proef is het papieren declaratieformulier bij de faculteit EWI vervangen door een digitale versie. Toen de proef geslaagd bleek, is deze voorziening geïmplementeerd voor alle medewerkers van de instelling. Begin 2011 is deze faciliteit beschikbaar. Het is de bedoeling om geleidelijk aan alle papieren formulieren te digitaliseren, te beginnen met aanstellings- en mutatieformulieren. Met behulp van de nieuwe infrastructuur zal ook een “self-service” voorziening voor medewerkers worden ingericht. Informatiebeveiliging Een belangrijk onderdeel van het beveiligingsbeleid van de instelling is de zorg voor continue beschikbaarheid van de informatievoorziening. Het volgende geeft enig vertrouwen. Op de avond van 15 maart 2010 is wegens herstelwerkzaamheden in de TU-wijk de stroomtoevoer onverwachts afgesloten. De twee datacentra zijn volautomatisch overgegaan op de noodstroomaggregaten, waardoor alle diensten en servers in de datacentra in bedrijf zijn gebleven. Toen de stroomtoevoer weer op gang kwam, bleek dat slechts drie van de 350 netwerkswitches met de hand moesten worden opgestart. Van de 1000 wireless access points hadden er slechts 10 een probleem om weer in bedrijf te komen. Een geslaagde praktijk case die aantoont dat de ICT-voorzieningen van de TU Delft een dergelijke uitdaging aan kunnen. Gebruikers kunnen zelf veel doen om de veiligheid van de informatievoorziening te vergroten. Daarom is gedurende de maand juni campagne gevoerd om medewerkers en studenten nog meer bewust te maken van de noodzaak om veilig om te gaan met digitale informatie, computers en netwerken. Door middel van posters, advertenties en flyers zijn de gevaren gesignaleerd en tips gegeven voor het vergroten van de veiligheid. De campagne is uitgevoerd in samenwerking met Surfnet. In het kader van diefstalpreventie worden alle nieuwe laptops sinds 1 juni 2010 automatisch voorzien van een zogenaamde “Stop Track” sticker. Deze wordt één met de laptop en kan niet zonder schade aan te brengen worden verwijderd. De sticker moet het helen of verhandelen van gestolen laptops onaantrekkelijk maken. Modernisering van het applicatielandschap Het geheel van systemen en applicaties dat bij de TU Delft in gebruik is, is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Oorzaken zijn onder andere gewijzigde functionele eisen, het door de leverancier beëindigen van support voor verouderde applicaties, of nieuwe ontwikkelingen in de markt. De belangrijkste bewegingen die in 2010 uitgevoerd, of in ieder geval gestart zijn, betreffen de volgende onderwerpen: Er is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een upgrade of vervanging van het personeelssysteem. De implementatie wordt voorzien voor 2012; Het financiële systeem dat al in gebruik is sinds 1999, is aan een upgrade toe. Het in 2010 gestarte traject zal in 2011 worden voltooid; Omdat de huidige leverancier de dienst per 1 januari 2012 zal beëindigen, heeft een aanbesteding plaats gevonden voor een nieuw salarissysteem. Bij de nieuwe leverancier is bedongen dat de impact van deze verandering op de organisatie gering zal zijn. Deze wens is ingegeven door het feit dat het huidige systeem pas in gebruik is sinds 1 januari 2008. Het implementatieproject is gestart; De digitale afhandeling van facturen wordt door de medewerkers van de TU Delft zeer gewaardeerd. In 2010 is een begin gemaakt met het digitaliseren van het bestelproces, waardoor de factuurafhandeling verder wordt vereenvoudigd; De aankondiging dat Surfnet de exploitatie van de populaire samenwerkomgeving “Surfgroepen” per 1 januari 2012 beëindigt, heeft ertoe geleid dat in de loop van 2010 het pakket Sharepoint 2010 in productie is genomen. Vooral bij projectgroepen is er veel belangstelling voor deze omgeving;
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
72
Alle medewerkers en studenten van de TU Delft beschikken over een campus card. Met ingang van het studiejaar 2010-2011 is het beheerssysteem CardCare grondig gemoderniseerd. De nieuwe versie maakt het onder meer mogelijk ter plekke, bijvoorbeeld aan de balie, een nieuwe campuscard te produceren. Dit maakt een eind aan soms lange wachttijden.
Informatievoorziening In 2010 zijn belangrijke stappen gezet op weg naar realisatie van een integrale informatievoorziening. Daarmee wordt bedoeld het leveren van rapportages op het niveau van faculteit, afdeling of sectie, met gegevens uit meerdere systemen tegelijkertijd, zoals het financieel systeem, het personeelssysteem en het onderzoeksregistratiesysteem. Hiervoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: het moet duidelijk zijn welke informatie in de rapportage nodig is. Hiertoe is een flink aantal kengetallen gedefinieerd en getest; in de verschillende systemen dient identieke informatie over de organisatiestructuur te zijn opgenomen. Over de aard daarvan is intensief overlegd met faculteiten en diensten. De organisatie-informatie in de grote systemen is geactualiseerd; er is een bronsysteem vastgesteld voor organisatie-informatie en er is een mutatieproces ontwikkeld. De rapportagevoorziening is aangepast om de organisatie-informatie in de verschillende systemen te kunnen gebruiken. Vanaf begin 2011 is integrale rapportage mogelijk. De voorziening zal geleidelijk aan verder ontwikkeld worden. Vooruitlopend op de nieuwe voorziening is in 2010 een speciale maandrapportage ontwikkeld, waarmee het College van Bestuur de ontwikkelingen van de faculteiten nauwgezet kan volgen. Het rapport is gebaseerd op financiële en personele gegevens en bevat ook prognoses. Volwassenheidsonderzoek In 2006 heeft de directie ICT een onderzoek laten uitvoeren naar de mate van volwassenheid van de ICT organisatie. Deze meting, met behulp van een “Capability Maturity Model”, is in 2008 herhaald en eind 2010 opnieuw uitgevoerd. De externe auditor heeft aangegeven dat het Shared Service Center ICT zich inmiddels goed ontwikkelt in de richting van de op service georiënteerde organisatie. Ontwikkelingen die hebben bijgedragen aan het verhogen van de volwassenheid zijn: meer proactiviteit en ketenbewustzijn in de dienstverlening; expliciete regels voor ICT-governance; professioneel projectmanagement; een heldere visie op de benodigde ict-architectuur. Op alle vier de gebieden zijn in 2010 belangrijke vorderingen geboekt.
5.9 Marketing & Communicatie TU Delft reputatie De TU Delft is een sterk merk, zowel nationaal als internationaal. Dat werkt als een magneet op kwalitatief goede studenten en medewerkers vanuit de hele wereld. Je onderscheiden in een wereld vol concurrentie begint met goede zichtbaarheid. De TU Delft besteedt veel aandacht aan exposure in de media. Enerzijds om voorlichting te geven en de bekendheid van de TU Delft kracht bij te zetten, anderzijds omdat de TU Delft het als haar taak ziet om met wetenschapscommunicatie bij te dragen aan de science literacy. Vanuit Marketing & Communicatie worden wetenschappers actief gestimuleerd en begeleid om als expert in het maatschappelijke debat deel te nemen. In toenemende mate wordt gebruik gemaakt van social media. In februari heeft de TU Delft als eerste Nederlandse universiteit samen met de Open Universiteit, een eigen Itunes kanaal gelanceerd en worden flitscolleges samen met de wetenschappers ontwikkeld. De TU Delft heeft een actief Twitter en Youtube kanaal waar in woord en beeld de laatste ontwikkelingen binnen de TU Delft voor het voetlicht worden gebracht. Studievoorlichting Voor potentiële studenten zijn in 2010 in het voor- en in het najaar de traditionele open dagen gehouden. In het najaar hebben ruim 4.000 scholieren de open dagen bezocht: een recordaantal. Specifiek om meiden te stimuleren te kiezen voor een N-profiel is in de meivakantie in samenwerking met Shell een meidenbètakamp georganiseerd. In november heeft de Careerday Delft plaatsgevonden, een oriëntatiedag op de wereld van techniek en technologie voor leerlingen uit de 3e klas havo en vwo.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
73
De succesvolle ouderavond voor ouders van scholieren uit 5 en 6 vwo die in 2009 voor het eerst is gehouden, is in 2010 opnieuw georganiseerd. Internationale werving TU Delft is op verschillende onderwijsbeurzen actief geweest zoals in Brussel, Stuttgart, Peking, Shanghai en Athene. De beursdeelnames maken deel uit van de wervingsstrategie in 14 prioriteitslanden voor de TU Delft. Hierbij wordt expliciet gelet op de kwaliteit van de student. Evenementen De TU Delft kent een dynamische campus. Ook het jaar 2010 heeft een aantal grote evenementen gekend. De 168 Dies Natalis stond in het teken van de rectoraatswisseling. Onder het thema „Beter met techniek‟ is de veelheid aan onderzoek op het gebied van „gezondheid‟ voor het voetlicht gebracht. Begin juni was de Library het decor voor de „Farewell‟ bijeenkomst van onze afzwaaiende, internationale masterstudenten. Het evenement stond naast het afscheid nemen ook in het teken van „in contact blijven met elkaar‟. In september was het Auditorium geheel gevuld met aankomende studenten om onder leiding van VPEO Paul Rullmann het studiejaar te openen. Rector Magnificus Karel Luyben heeft de studenten die hun Propedeuse in één jaar hebben gehaald, geprezen tijdens de P-in-1 Ceremony in november. In oktober hebben zo‟n 600 alumni zich verzameld in de Aula van de TU Delft op de traditionele Alumnidag. Aangezien hoogwaardige technologische oplossingen vaak te danken zijn aan grensoverschrijdende samenwerking (tussen verschillende vakgebieden, tussen wetenschap en praktijk, of tussen culturen) was het thema van het symposium “Crossborder Cooperation”. Science Centre opent haar deuren Op 1 september heeft het Science Centre Delft officieel haar deuren geopend. Sindsdien hebben al 10.000 bezoekers het Centre ontdekt. In Science Centre Delft zet je een voet in een wereld vol wetenschap en techniek. Het is een zoektocht, spannend en nog niet af, net zoals de wetenschap. Je maakt kennis met de wereld van wetenschappers en vindt zelf uit wat hun ontdekkingen voor de wereld betekenen. Het Science Centre trekt vele jongeren en heeft educatieve doeleinden, maar trekt ook vele ouderen die geïnteresseerd zijn in techniek. Er is een aantal mooie zalen ter beschikking.
5.10 TU Delft Library De TU Delft Library acquireert, beheert en archiveert kennis voor en over de technische wetenschap in Nederland in samenwerking met interne en externe partners. Doelen uit de Update van het Instellingsplan waaraan is meegewerkt: Preferred supplier van kennis en graduates aan multinationale bedrijven en overheidsorganisaties, MKB en startende ondernemingen; Het aanbieden van brede internationaal gerichte opleidingen met actieve Onderwijsvormen; Ook op regionaal niveau wordt samengewerkt met de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit Rotterdam; De TU Delft start in 2009 een proces om haar onderwijsportfolio onder de loep te nemen, waarbij ook een nieuwe balans gezocht wordt ten aanzien van de inhoud en omvang van het gehele opleidingenaanbod. De onderwijsportfolio wordt daarmee zowel kwalitatief als kwantitatief benaderd. Een punt van aandacht daarbij is onder andere het minoraanbod en de mogelijke overlappingen daarin; De TU Delft neemt maatregelen voor verdere internationalisering van de campus gelet op de andere eisen die worden gesteld aan een universiteit met een groeiende internationale gemeenschap; De TU Delft is voornemens het aantal onderwijsruimten uit te breiden, waarbij – naast aandacht voor kwantiteit, ook aandacht is voor de kwaliteit van zitplaatsen en ICT-voorzieningen; De TU Delft zet in op verdere verbetering van de digitale dienstverlening aan studenten en docenten; In 2009 start een project met focus op het gerichter afstemmen van vraag en aanbod op het gebied van de onderzoeksondersteuning. In het kader daarvan wordt in eerste instantie de toegankelijkheid van de informatie over deze ondersteuning in kaart gebracht.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
74
Algemeen De TU Delft Library heeft in 2010 het begrip “minder” een positieve draai gegeven. Er is meer ruimte voor e-books, e-journals en objecten in de repository, doordat er minder papier wordt aangeschaft; Bij vergaderingen wordt minder papier gebruikt, wat leidt tot meer efficiëntie. Dit is een onderdeel van het project “het nieuwe werken”; De aandacht voor tijds- en plaatsonafhankelijk werken maakt dat mensen ook nadenken over de hoeveelheid “traffic” en dit waar mogelijk verminderen; Samen met Nederlandse (universitaire) partners is begonnen met het delen van infrastructuur om zo uiteindelijk met minder systemen en mensen de BackOffice-processen van verschillende bibliotheken te kunnen beheren; Het 3TU.datacentrum heeft meer bekendheid (ofwel minder onbekendheid) verkregen; Door het opzetten van een portal voor audiofiles van boeken die zijn ingelezen met Kurzweil software, is er minder last voor studenten met dyslexie.
Een nieuwe definitie van minder…
Kennisverrijking Continue aandacht is nodig om te zorgen dat de collectie aansluit bij de behoefte van studenten, docenten en onderzoekers en dat deze collectie goed wordt gevonden en gebruikt. In 2010 zijn er weer veel interessante tijdschriften, databases, platforms en archieven bijgekomen, zoals: De SPIE Digital Library als platform voor natuurkunde en de onbeperkte toegang tot IEEE Xplore database (voor een onbeperkt aantal gebruikers); De IEEE Wiley e-book collectie 1974-2012 (ruim 400 titels); Het platform Kluwer Navigator voor juridische zaken; Het archief van Scientific American (algemeen) vanaf 1948; Een nieuwe manier om de collectie nog beter te laten passen bij het gebruik, zoals o een aanloop naar Demand Driven Acquisition, via EBL (Electronic Book Library); en o EBS (Evidence Based Selection) waar een 1 jaar lange trial van Elsevier e-books leidt tot aanschaf van de meest gebruikte uit de 400 titels. De nieuwe aanpak van de instructies informatievaardigheden werpt zijn vruchten af. De instructies zijn in drie niveaus verdeeld. Elk hoger niveau is een verdieping van het vorige niveau. De TU Delft Library heeft al twee online instructies (in Blackboard) ontwikkeld die gebaseerd zijn op zelfwerkzaamheid, met zowel een minimale inzet van bibliotheekmedewerkers als docent. Studenten worden geleerd om: Informatiebehoefte vast te stellen; Effectief/efficiënt informatie te vinden; Deze informatie kritisch te beoordelen; Deze informatie te verwerken en op te slaan. In 2010 hebben 1775 eerstejaarsstudenten het eerste niveau doorlopen en 693 studenten het tweede niveau. Het derde niveau wordt nu ontwikkeld. De beoordeling door de studenten is erg positief. Kennisuitwisseling en samenwerking Kennisuitwisseling is voor een bibliotheek een belangrijk onderwerp. In 2010 is hier speciaal aandacht aan besteed: Bibliotheekcollega‟s van het Vredespaleis hebben ons uitgelegd hoe zij in 2009 de prijs “digitale bibliotheek van het jaar 2010” hebben bemachtigd. Voor het eerst is begin oktober een bezoekersweek georganiseerd. Dit zal halfjaarlijks worden herhaald, om efficiënter om te gaan met de tijd, maar ook om meer uitwisseling tot stand te laten komen. De leden van de Stichting Gebruikers TU Delft Library zijn uitgenodigd bij het alumnisymposium op 8 oktober. Voorafgaand aan het algemene gedeelte zijn zij in de bibliotheek ontvangen en is vakinformatie uitgewisseld. Tijdens de internationale Open Access week zijn Delftse wetenschappers in de bibliotheek bij elkaar geweest om te praten over open access in het algemeen en over hun eigen open access tijdschriftinitiatieven in het bijzonder.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
75
Samenwerken is voor de TU Delft Library het belangrijkste woord voor de strategie in de komende jaren: samenwerking binnen de universiteitsdienst, tussen de UKB*6-partners en met de openbare bibliotheken. In 2010 zijn daartoe de eerste stappen gezet. In april is opnieuw vanuit Ugame-Ulearn waarbij de samenwerking met de Openbare bibliotheek Delft (DOK) een belangrijke rol speelt, een succesvol symposium georganiseerd (bijna 500 deelnemers). Jarenlang heeft TU Delft Library een bibliotheek onderhouden bij Deltares. Met ingang van 2010 heeft Deltares de bibliotheek weer zelf onder de hoede genomen. TU Delft Library blijft wel digitale diensten verlenen aan Deltares en zo is een nieuwe vorm van samenwerking ontstaan. De gebruikers Het blijft belangrijk om voeling te houden met de gebruikers. Een nieuwe De TU Library is weer goed uit het tevreden insteek was het onderzoek in het tweede en derde kwartaal naar de “nietheidsonderzoek van de Universiteitsdienst gekomen. gebruiker” van de TU Delft Library. Dit heeft interessante resultaten opgeleverd over welke producten wel bekend zijn, maar niet worden gebruikt en over welke producten nog veel succesvoller ingezet kunnen worden. Voor de nieuwe website (op te leveren eind voorjaar 2011) zijn in augustus gebruikerstesten gedaan, om commentaar te krijgen op het functioneel ontwerp. De accountmanagers van de TU Delft Library hebben de zomerperiode gebruikt om enkele externe relaties te bezoeken. In het kader van “het nieuwe werken” wordt binnen het project “Ik werk” aandacht besteed aan een ander soort gebruiker: de eigen medewerkers. Voor dit project is een twintigtal medewerkers geïnterviewd over hun werkplek en hun beleving van en rond het werk. De transformatie van de TU Delft Library krijgt daarmee ook vorm in de werkwijze van medewerkers. Het project “Ik werk” beoogt een verhoging van de arbeidsproductiviteit en het arbeidsplezier om zo te komen tot een organisatie die in balans is met haar omgeving. Dit project wordt gesubsidieerd vanuit ESF-gelden. Naast het verbeteren van de fysieke bibliotheekomgeving voor de gebruikers heeft de TU Delft Library het afgelopen jaar ook geïnvesteerd in de virtuele dienstverlening. Via Ask Your Library is de TU Delft Library laagdrempelig bereikbaar per e-mail, chat of telefoon en worden allerlei vragen over auteursrechten, literatuur en andere bibliotheekgerichte kennisvragen beantwoord. Om een volgende stap te zetten richting 24/7 bereikbaarheid is een chatbot in ontwikkeling die naar verwachting begin 2011 in gebruik wordt genomen.
-
Opleveren van projecten Multimedia repository De multimedia repository is in oktober als dé plek voor het online bewaren en delen van TU Delft multimediamateriaal gelanceerd. De collectie omvat al meer dan 6.000 afbeeldingen, waaronder enkele belangrijke verzamelingen, zoals de diacollectie van de faculteit Bouwkunde die bijna verloren was gegaan tijdens de brand van mei 2008. Iedereen binnen de TU Delft is uitgenodigd om materiaal aan deze repository toe te voegen of gebruik te maken van de al beschikbare collectie. Library Learning Centre Op 18 november is het Library Learning Centre (LLC) geopend. Vanuit de ambitie om een centre of belonging te worden voor alle gebruikers, binnen en buiten de campus van de TU Delft, heeft de TU Delft Library de afgelopen jaren het LLC ontwikkeld. Een flexibel interieur dat past bij de tijdsgeest en ruimte biedt aan verschillende vormen van gebruik: studieplekken tijdens de tentamenperiodes en mogelijkheden voor workshops, lezingen of projectbijeenkomsten, daarbuiten. Tijdens de opening zijn de coffeecorner (The Cone), de InHolland leeshoek en de nieuwe Treasury leeszaal (met kunstwerk van Henk Tieman) geopend. Het Library Learning Centre laat op wisselende wijze de rijke collectie van de TU Delft zien via onder meer beelden, kaarten, colleges, erfgoedobjecten, datasets of boeken.
6
Salsa tijdens de opening van het Library Learning Centre
de UKB is het samenwerkingsverband tussen Nederlandse universiteitsbibliotheken en de KB, Koninklijke Bibliotheek.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
76
Zichtbaarheid TU Delft Library was in 2010 met presentaties aanwezig op de IATUL Conferentie in Purdue University waar het thema “The evolving world of e-science: Impact and implications for Science and technology libraries” centraal stond. In Nederland is acte de presence gegeven op het congres Kennis in Praktijk waar i-Tunes U onder de aandacht is gebracht. I-Tunes U stond ook in het blad de Digitale Bibliotheek. Verder is de verbouwing en transformatie van het bibliotheekgebouw naar een Library Learning Centre uitgebreid gepresenteerd bij het LIBER Architecture Congres in Madrid. Mini-symposium Eind april heeft in de kegel van TU Delft Library het eerste mini-symposium van het 3TU.Datacentrum plaatsgevonden over o: “Solutions for Managing your Research Treasure: Scientific Data Services”. De enthousiaste sprekers zorgden voor goede discussies en vooral veel stof tot nadenken. 1 jaar DataCite Op 1 december bestond DataCite 1 jaar. Het 3TU.Datacentrum heeft de verjaardag van DataCite gevierd met de feestelijke 'uitreiking' van een DOI (Digital Object Identifier) aan de IDRA dataset van Tobias Otto en Herman Russchenberg (vakgroep Remote Sensing, EWI, TU Delft). Dankzij deze permanente link is de IDRA dataset veel beter terug te vinden op de digitale snelweg en helpt dit om de citeerbaarheid van de set te verhogen. DataCite heeft - naast een betere toegang tot wetenschappelijke data - als doel om wetenschappelijke datasets geaccepteerd te krijgen als aparte wetenschappelijke bijdrage. DataCite is opgericht om de toegang tot wetenschappelijke data te Herman Russchenberg (faculteit EWI) tijdens minisymposium 3TU.datacentrum. vergemakkelijken, onder meer door het uitgeven van 'permanente links' (DOI's). Een van de oprichters is de TU Delft Library. Metis Per 1 maart 2010 maakt het registratiesysteem voor wetenschappelijke publicaties Metis deel uit van de TU Delft Library. Van belang is de synergie die hiermee wordt behaald met andere, door de bibliotheek gevoerde, toepassingen zoals de TU Delft Repository. Via de TU Delft Repository wordt de output van de TU Delft steeds zichtbaarder. Inmiddels staan er 21000 objecten in deze repository.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
77
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
78
6. Mensen
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
79
6.1 Studenten Delftse student verlost Intensive Care van probleem met slaapmiddel Bachelorstudent Technische Scheikunde Jelmer Vellema heeft met zijn afstudeeronderzoek een lastig probleem op de Intensive Care-afdeling van het HagaZiekenhuis en mogelijk ook van andere Nederlandse ziekenhuizen opgelost. Het veel gebruikte geneesmiddel lorazepam loopt daar namelijk regelmatig in de infuuslijn vast. Jelmer toonde experimenteel aan dat een andere verdunning van het middel het euvel verhelpt. Lorazepam wordt in ziekenhuizen veelvuldig gebruikt, onder meer om patiënten op de Intensive Care kunstmatig in coma te houden. Het middel wordt met een infuus toegediend. Het gebeurt echter regelmatig dat het medicijn in de infuuslijn vastloopt, omdat er kristalletjes in de vloeistof ontstaan. In dat geval kunnen patiënten bij wie dat niet gewenst is, wakker worden. Vellema heeft de oplosbaarheid van lorazepam in kaart gebracht en heeft ontdekt dat de medicatie juist zo weinig mogelijk verdund moet worden met de gebruikte glucose-oplossing. Deze oplossing lag niet voor de hand, maar dankzij veel experimenteel onderzoek en berekeningen is Jelmer tot dit resultaat gekozen. Elektrische step Studenten van de TU Delft hebben een elektrische step gebouwd. De zogenaamde Wheelie is een combinatie van een step en een skateboard. Volgens student en maker Arnold Dijkstra is de nieuwe step vooral handig als extra vervoersmiddel voor en na de treinreis. 'Je neemt dit voertuig mee in het openbaar vervoer, je klapt het uit en je bent weg', zegt Dijkstra. De Wheelie is nu nog een prototype, maar zou volgend jaar op de markt moeten komen. Het definitieve model gaat 16 kilo wegen, wordt opklaar en krijgt een oplaadbare accu waar de bestuurder dertig kilometer mee kan rijden. Bruggen van spaghetti met een dek van lasagna De inmiddels traditionele wedstrijd spaghettibrugbouwen heeft in april zijn tweede lustrum beleefd. Studenten en bedrijven zijn voor de tiende keer de strijd aangegaan om de sterkste of mooiste brug te maken van spaghetti en een brugdek van lasagnabladen. De kennismaking tussen bedrijven, gemeenten en studenten heeft vanaf het eerste jaar centraal gestaan. Elk jaar is het weer een spektakel om te zien hoe de studenten het tegen de gevestigde bedrijven opnemen, met keer op keer zeer verassende resultaten. De wedstrijd voor bedrijven is gewonnen door IOB Dordrecht, met een eigengewicht van 681,5 gram en een belasting van 93,95 kg. De wedstrijd voor studenten is gewonnen door het team "BruggenBouwkunde" met een eigengewicht van 558,6 gram en een belasting van 53,38 Kg. Dit team heeft overigens ook de teambouwwedstrijd gewonnen, zij hadden de lichtste brug gebouwd die een gewicht van 4 Kg kon dragen. Het gewicht van deze brug was 147,48 gram. Delfts team wint Philips Innovation Award Het Delftse Daisy team, bestaand uit ir. Elsbeth Geukers en student werktuigbouwkunde Nicole Bakker (beiden 3mE) heeft in april de Philips Innovation Award (€ 15.000) gewonnen. Het team heft DAISY ontwikkeld – de “Delft Assessment Instrument for Strabismus in Young children” – een meetmethode die de hoek waaronder kinderen scheelkijken snel en nauwkeurig meet. De huidige procedure leidt tot veel (twintig tot vijftig procent) heroperaties. Daisy meet sneller en nauwkeuriger. Het is niet de eerste keer dat DAISY in de prijzen viel, want de dames wonnen recent ook al de YES!Delft competitie “Writing a Business Plan”. Daarnaast heeft Peak Value het team een jaarlang consultancy aangeboden.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
80
UfD-E.ON Teamworkprijs 2010 voor Formula Zero Team Delft Eind mei heeft het Greenchoice Forze Team, onder leiding van student Koen Lubbers (werktuigbouwkunde), de UfD-E.ON teamworkprijs 2010 (€10.000) van het Universiteitsfonds Delft (UfD) en energiebedrijf E.ON gewonnen. Tevens is het team er in geslaagd om, ondanks technische en economische tegenslagen, op tijd een Forze II te bouwen, die in de eerste week van juni tijdens de Challenge Bibendum in Rio de Janeiro, een forum voor duurzame mobiliteit, veel aandacht van de internationale pers heeft getrokken. De studenten van de TU Delft hebben daar op verzoek van bandenfabrikant Michelin, de auto-industrie de innovatieve waterstofkart getoond waarmee het team afgelopen jaren al enkele races voor duurzaam aangedreven karts heeft gewonnen. Het team van zeven studenten heeft belangrijke delen van de waterstofkart zelf ontwikkeld. Delftse student smeedt zwaard Student Maarten Kamphuis (IO) is in juni teruggekeerd uit het Franse Dijon, waar hij voor een internationaal gezelschap een lezing hield over het bijzondere zwaard dat hij onlangs ontwierp als afstudeerproject voor de TU Delft. Zwaardvechters uit onder meer Engeland, Zweden en Frankrijk waren bij de lezing aanwezig en hingen aan de lippen van de 28-jarige ontwerper. Kamphuis heeft een zwaard ontwikkeld dat zowel de kans op blessures terugbrengt én realistisch is. Voor zijn ontwerp is hij dan ook niet over één nacht ijs gegaan. Hij bestudeerde uitgebreid de uit de middeleeuwen stammende technieken van het Europees zwaardvechten, berekende hoe het zwaard opgebouwd moest zijn, mat de snelheden, en bekeek wat voor verwondingen er allemaal kunnen ontstaan. Zijn eigen zwaard is nu zowel waarheidsgetrouw qua gewicht en opbouw, als relatief veilig, onder meer vanwege het blad, dat deels van rubber is. Hoe goed de reacties op zijn ontwerp ook zijn, Kamphuis blijft nog even aan zijn creatie schaven. Daarvoor is de ontwerper al met een eigen bedrijf MBlades gestart dat het wapen verkrijgbaar moet gaan maken voor de ongeveer 10.000 liefhebbers van het Europees zwaardvechten die er wereldwijd zijn. Maarten Kamphuis beste afstudeerder TU Delft 2010 Maarten is ook uitgeroepen tot de beste afstudeerder van het jaar. Naast een oorkonde, ontving hij een laptop en € 2.000. De jury vond dat Maarten Kamphuis in dit eindproject voortreffelijk heeft laten zien waar Integraal Productontwerpen op neerkomt, namelijk een succesvolle integratie van vormgevende, technische, ergonomische en zakelijke aspecten tot een product waar mensen - in dit geval: de zwaardvechters - echt iets aan hebben. Zijn werkwijze is bovendien die van een kritisch ingestelde, wetenschappelijke werkende ingenieur, die alle aspecten van de opdracht en zijn eigen ontwerp degelijk heeft onderzocht en gevalideerd, met een haast ongeëvenaard breed bereik van middelen (historische analyse, veldwerk, hogesnelheidsvideo, prototypebouw, röntgenfoto's, trekproeven, slagproeven-op-varkenspoten, computerberekeningen). Maarten is gekozen uit de beste afstudeerders van elke faculteit. Middeleeuws zwaard wint Sport Innovatie Prijs Het trainingszwaard van Maarten Kamphuis heeft de Nationale Sport Innovatie Prijs gewonnen. De jury koos zijn afstudeerproject uit vijf kandidaten, vooral omdat het bedoeld is voor de breedtesport en het met deze prijs een extra stimulans krijgt voor de sprong naar de markt. Kamphuis startte na zijn afstuderen aan de TU Delft een eigen bedrijf: M_blades. De Nationale Sport Innovatie Prijs is een initiatief van de stichting Sports and Technology en InnoSportNL. Zij proberen samen sport in Nederland op een nog hoger plan te brengen door vernieuwing aan te moedigen en samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en sporters te stimuleren.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
81
DUT Racing Team tweede in Silverstone; eerste in Hockenheim Silverstone Het raceteam van de TU is in juli op de tweede plaats geëindigd op de Formule Student UK op het Formule-1 circuit in het Engelse Silverstone. Het is de vierde keer achtereen dat het studententeam de tweede plek behaald. Het team hoopte op de winst, aangezien het de lichtste zelfgebouwde racewagen had van het deelnemersveld. Tijdens de race lagen de Delftse studenten aan de kop van het veld, maar viel het team in de slotfase uit door een kapot startrelais. Hockenheim Het studentenraceteam van de TU Delft is eerste geworden bij de Formula Student competitie in het Duitse Hockenheim (4-8 augustus). Op het programma stonden onder meer de presentatie van het businessplan en beoordelingen van de technische aspecten van de DUT-auto wat betreft het ontwerp en het kostenplaatje. Dat leverde onder meer de 'Most Innovative Use of Electronics Award' op. In totaal heeft het team acht prijzen gewonnen, waaronder ook eentje voor hun sportiviteit ten opzichte van de andere teams. DUT10 De nieuwste auto van het DUT Racing team is een sterk verbeterde versie van de DUT09, de succesvolle voorganger van de nieuwe auto. De DUT10 rijdt wederom op bio-ethanol, een brandstof die gewonnen wordt uit plantenresten. De laatste jaren bouwt het DUT Racing Team kleine eencilinder-wagens. Door slim gebruik te maken van koolstofvezels hebben de Delftenaren al jaren een van de lichtste wagens van de wereld. De DUT10 weegt slechts 142 kilo, 80 kilo onder het gemiddelde gewicht. De belangrijkste concurrent was de veel zwaardere viercilinder wagen van de universiteit van Stuttgart; dit team heeft de race uiteindelijk ook gewonnen. Formula Student competitie De evenementen in Silverstone en Hockenheim maken deel uit van de wereldwijde Formula Student competitie. Dit is de grootste en oudste racecompetitie voor studenten, met meer dan 400 participerende universiteiten en hogescholen. Het doel is studenten de geleerde theorie in de praktijk te laten brengen door zelf een hightech racewagen te ontwerpen en te bouwen. Tijdens het evenement wordt de raceauto beoordeeld op prestaties zoals acceleratie en weggedrag, maar ook op produceerbaarheid, kosten, zuinigheid en veiligheid. In Engeland treden zo‟n tachtig teams aan en in Duitsland meer dan 90. Naast Delft neemt ook de TU Eindhoven deel aan de Formule Student competitie. Het DUT Racing Team is het oudste en grootste studentenproject van de TU Delft. Marieke Kaarsemaker en Anke Rouwette in de prijzen Anke Rouwette heeft voor haar afstudeeronderzoek 'Guiding towards optimal route and parking choice of urban traffic' de Cuperusprijs gewonnen. Marieke Kaarsemaker won tijdens de PIANC MMX-conferentie deze maand in Liverpool de derde prijs van de Young Professional Award voor haar paper en presentatie over haar afstudeeronderzoek „Evaluation of Flow Fields for their Impact on Manoeuvring‟ . Cuperusprijs De afdeling voor Verkeerskunde en Vervoerstechniek van KIVI NIRIA looft in samenwerking met CROW, DHV en ProRail eens per twee jaar de Cuperusprijs uit voor het beste afstudeerwerk aan een Nederlandse universiteit in de Verkeerskunde en Vervoerstechniek. De prijs bestaat uit een bedrag van € 2.500 en een jaar lidmaatschap van KIVI NIRIA. Young Professional Award De Young Professional Awards van het PIANC worden eens in de vier jaar uitgereikt aan young professionals met de beste paper en de beste presentatie gehouden tijdens de PIANC MMX-conferentie. PIANC vormt een platform voor kennisuitwisseling op het gebied van scheepvaart, havens en vaarwegen, waarbij experts van over de hele wereld zich inzetten voor betrouwbare, kosteneffectieve en duurzame oplossingen voor „waterborne transport infrastructure‟. HEMA Ontwerpwedstrijd 2010 Bij de 23e editie van de HEMA ontwerpwedstrijd zijn dit jaar twee studenten Industrieel Ontwerpen in de prijzen gevallen. Annet Bruil won met haar "Sap op stap" de derde prijs, en Marit Coehoorn kreeg voor haar "Verzendprent" een eervolle vermelding. Floor-Jan van Schaik (ook student IO) is genomineerd voor de publieksprijs die later bekendgemaakt is. De ontwerpwedstrijd had in 2010 het thema 'erop uit': ontwerp een écht HEMA-artikel dat het voor mensen leuker en makkelijker maakt erop uit te gaan. Voor een reis, een dagje uit met de kinderen, of om te winkelen met een vriendin. HEMA wil het leven van mensen leuker en makkelijker maken, óók buiten de deur. Een jury heeft zestien genomineerden voor de publieksprijs geselecteerd.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
82
Annet Bruil - Sap op stap (3e prijs)
Sappakjes worden vaak meegenomen bij uitjes. En wat is er dan leuker om deze als speelgoed voor buiten te gebruiken. Deze pakjes zijn zo bedrukt dat ze, eenmaal leeggedronken, een nieuw doel krijgen als bus, bootje of vliegtuig om mee te spelen. Een slimme manier om van het alledaagse iets bijzonders te maken. Uit het juryrapport: "Ook bij sap op stap was de jury onder de indruk van het vernieuwende karakter van het ontwerp. Sappakjes die zo bedrukt zijn dat ze, eenmaal leeggedronken, een nieuw doel kunnen krijgen als bus, bootje of vliegtuig om mee te spelen. Het idee is dat pakjes drinken vaak worden meegenomen bij uitjes met de kinderen. En wat is er dan leuker dan diezelfde pakjes meteen als speelgoed voor buiten te kunnen gebruiken? Een slimme manier om van het alledaagse iets bijzonders te maken, vond de jury. Studenten onthullen nieuwe racewagen TU Delft Studenten van de TU Delft hebben hun nieuwste racewagen op de Markt in Delft onthuld. Het is geen formule 1-auto, alhoewel zijn topsnelheid rond de 160 kilometer per uur ligt. Het gaat meer om de acceleratie. De snelheid van de wagen kan in vier seconden van 0 naar 100 kilometer per uur oplopen. Met de nieuwe auto (hun tiende) vertegenwoordigen ze Delft in de internationale ontwerp en racecompetitie Formula Student in het Engelse Silverstone met meer dan 500 deelnemende universiteiten en hogescholen. Wereldwijd is dit de grootste studentencompetitie ter wereld. Na een jaar ontwerpen en bouwen gaan de studenten de strijd aan met hun grootste concurrent RENNTEAM Stuttgart. Vorig jaar is de groep uit Delft op het laatste moment uitgevallen door een gebroken lijmlaag in de aandrijflijn en daarop is alles verbeterd. Paviljoens voor politiek debat Om het politieke en maatschappelijke debat terug te brengen naar de openbare ruimte in de stad hebben Bouwkundestudenten van de TU Delft mobiele paviljoens ontworpen voor politieke partijen. Met deze verrijdbare paviljoens kunnen verschillende partijen tijdens verkiezingen door het land trekken. De ontwerpen waren te zien op de tentoonstelling Architectuur voor politiek. Het project dat tot stand kwam onder leiding van architect/ontwerper en TU-docent Marc Koehler, past binnen de traditie van de TU Delft om ontwerpvragen en oplossingen te koppelen aan actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Bouwkundestudenten presenteren ambitieus ontwerp dNA Drie bouwkundestudenten hebben hun ontwerp voor de nieuwe locatie van de Nieuwe Academie aan de Schieweg gepresenteerd. Een ambitieus plan, waar straks iedereen aan mee kan bouwen. Frank van Schadewijk, Matthieu Maas en Kanter Eefting zijn aan de slag gegaan met het idee 'dat niets te gek is om te ondernemen'. Alles moet straks kunnen in de oude fabriekshal, van skateboarden tot het opbouwen van een zwembad. Om de enorme ruimte goed tot zijn recht te laten komen, hebben de drie ervoor gekozen zo weinig mogelijk aparte kamers te maken. Enkel op één plek willen ze een extra verdieping; een soort driehoekige toren, die plaats biedt aan kantoren. De realisatie van alle plannen kan wel een paar jaar gaan duren. Dit is voor de initiatiefnemers geen probleem. De weg ernaar toe is even belangrijk als het resultaat. Een idee is bijvoorbeeld om leerlingen van mbo-vakopleidingen bij ons uit te nodigen. De studenten hebben in ieder geval een geweldig studieproject van in totaal vijf maanden achter de rug. Binnenkort mogen ze zichzelf ingenieur noemen. Studenten presenteren racemotor op biobrandstof In juni hebben studenten van de TU Delft voor het eerst meegedaan met het Open Nederlands Kampioenschap met een duurzame racemotor. Op het circuit van Assen heeft Nederlands eerste motorfiets op bio-ethanol, NovaBike, het tijdens de Ducati Club Races opgenomen tegen de nu gebruikelijke benzinemotoren. Met hun deelname wilden de studenten duurzame brandstoffen een plaats geven binnen de motorracewereld. Uit eigen initiatief gingen de studenten de uitdaging aan een milieuvriendelijke en competitieve racemotor te ontwikkelen. Het studententeam NovaBike heeft de
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
83
motor helemaal zelf ontworpen, met als uitgangspunt een motorblok van motorfabrikant KTM. Door gebruik te maken van bio-ethanol is niet alleen een schonere verbranding te realiseren, maar naar verwachting ook een topsnelheid van 230 km/h. NovaBike reed mee in de Supermonoklasse. Biomassa, zoals plantenresten, biedt een enorm potentieel als milieuvriendelijk alternatief voor fossiele brandstoffen. Bovendien is het een prima grondstof voor de chemische en materialenindustrie. De biomassa is echter niet altijd als zodanig direct bruikbaar als grondstof en is alleen duurzaam als deze niet concurreert met de voedselvoorziening. De TU Delft doet onderzoek naar de wijze waarop biomassa het best en meest rendabel kan worden omgezet. Best paper award voor Marijn Janssen en Bram Klievink Tijdens de elfde International Conference on Digital Government Research in Mexico hebben Marijn Janssen en Bram Klievink (TBM) de best policy paper award gewonnen voor het artikel getiteld 'ICT-project failure in public administration: The need to include risk management in enterprise architectures'. Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het falen van ICT-projecten bij de overheid en bestudeert de relatie tussen informatiearchitectuur en projectfalen. De resultaten laten zien dat architectuur nauwelijks gebruikt wordt als instrument om projectfalen te voorkomen en bevat 6 beleidsaanbevelingen. Studenten Bouwkunde helpen woningcorporatie Staedion Voor de opknapbeurt van het Rode Dorp, de hofjeswoningen bij station Den Haag Hollands Spoor, roept de Haagse woningcorporatie Staedion de hulp in van de TU Delft. Studenten krijgen de ruimte om een aantal woningen naar eigen inzicht te ontwerpen en te verbouwen. Het Rode Dorp moet een soort laboratorium worden voor jonge studenten. Ze worden begeleid door voormalig rijksbouwmeester Wytze Patijn. Het Rode Dorp staat al jaren op de nominatie om gesloopt te worden. Staedion had twee jaar geleden nog ambitieuze plannen voor deze plek, met een grote parkeergarage, een woontoren en eengezinswoningen. De plannen bleken echter niet haalbaar. De hofjeswoningen worden opgeknapt en in oude staat teruggebracht. In het nieuwe plan verandert het volksbuurtje uit de negentiende eeuw in een hippe woonbuurt voor studenten. De 127 hofjeswoningen zijn in 1841 gebouwd door de Maatschappij tot het Nut van het Algemeen, met als doel de vele kansarmen in de stad een onderdak te geven. De buurt kreeg zijn naam door de rode daken en de rode voordeuren. Studenten winnen bij Marin van Hogeschool InHolland Teams van de Technische Universiteit Delft en Hogeschool InHolland hebben in februari gestreden om de eer bij de modelzeilbotenrace voor studenten in het diepe testbassin van maritiem onderzoekinstituut Marin in Wageningen. De wedstrijd is onderdeel van het onderwijsprogramma dat studenten van de minor-opleiding „Zeiljachten‟ van de TU Delft en Hogeschool InHolland volgen. De catamaran 'Green Dragon' van het TU Delft team bestaande uit Stephanie van den Brink, Wouter Dubois en Robert Hooft, was het snelste schip bij de zeilwedstrijd voor modelbouwboten. Hun ontwerp was snel én wendbaar. TU-team Panther heeft de tweede plaats behaald en het InHolland-team Roerkoningen is als derde geëindigd. Innovation prize De De prijs voor het meest innovatieve ontwerp is gegaan naar de Pegasus van het team Kevin de Boom, Stefan Goossens, Joost Schot and Bouke Krom. Zij mochten hun ontwerp exposeren bij de MARIN stand op de SMM Fair in Hamburg, die in november 2010 heeft plaatsgevonden. TU Delft-studenten winnen ontwerpwedstrijd afval Met praktische design-afvalzakken hebben de bouwkundestudenten Stefanie Tseggai en Loed Stolte de ontwerpwedstrijd afvalinzameling van de gemeente Delft gewonnen. Zij hebben een prijs ontvangen van € 3000. De wedstrijd was uitgeschreven door de gemeente Delft in samenwerking met de TU Delft, Hogeschool INHolland, de Haagse Hogeschool en afvalverwerker Avalex. De ontwerpwedstrijd was uitgeschreven om een oplossing te vinden voor het zwerfafval dat nu ontstaat bij het ophalen van afval De jury prijst vooral de combinatie van praktische
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
84
toepasbaarheid en mooi design. De zakken sluiten aan bij de gewoonte van binnenstadbewoners 'om hun afval in zakken aan te bieden' en ze doen 'geen extra aanslag op de schaarse ruimte'. Naast de winnaars waren er drie eervolle vermeldingen voor afvalinzameling. Een ervan ging naar de EWI-studenten Vijay Rajaraman en Nuria Aguilera. Zij willen met een brochure de communicatie rond afvalinzameling verbeteren. Rajaraman en Aguilera richten zich vooral op nieuwe Nederlanders, zoals short stay studenten. De brochure zou hen kunnen voorlichten over de Nederlandse gewoonten en gebruiken rond afvalinzameling. Via de ontwerpwedstrijd is ook gezocht naar een manier waarop particulieren oud papier kunnen aanbieden zonder dat de wind er vat op krijgt. Bij dat onderdeel is geen prijs toegekend, maar was er wel een eervolle vermelding voor 'Supaper' van BK-studente Yan Shi en Chung-kai. Met Supaper pleiten beiden voor het creëren van centrale plekken in de stad voor papierinzameling. Alumnus David Plomp kan pensioenfondsen helpen Nederlandse mannen en vrouwen worden steeds ouder. Wat zijn hiervan de financiële gevolgen voor pensioenfondsen? Dat is de centrale vraag in het afstudeerwerk van alumnus Applied Mathematics David Plomp (EWI). Voor zijn MScscriptie „The Risks of Longevity‟ heeft hij scriptieprijs gewonnen van de Vereniging voor Statistiek en Operationele Research (VVS-OR). Plomp bespreekt in zijn scriptie een model, waarmee tijds- en leeftijdsafhankelijke sterfte-intensiteiten van Nederlandse mannen en vrouwen in de afgelopen 60 jaar beschreven kunnen worden. Het model wordt vervolgens gebruikt om toekomstige sterfte-intensiteiten en de financiële gevolgen ervan voor pensioenfondsen te voorspellen. De jury vindt het een zeer gestructureerd en helder geschreven verslag over een interessant actueel onderwerp, met bovendien goede praktische toepasbaarheid van resultaten en conclusies. Met het toekennen van de jaarlijkse VVSOR-prijs beoogt de VVS de belangstelling te bevorderen voor onderzoek naar en toepassing van praktisch relevante methoden en technieken uit de gebieden statistiek en operationele research. De prijs bedraagt € 500 en een uitnodiging voor een artikel in Statistica Neerlandica. Student verdient goud aan treinvertragingen Door de chaos op het spoor tijdens de wintermaanden wordt de iPhone-applicatie 'Trein' met actuele vertrektijden en vertragingsinfo van de massaal gedownload. De applicatie is gemaakt door de Delftse student Dennis Stevense (20), derdejaars student technische informatica (faculteit EWI). In drie weken tijd knutselde hij het programmaatje 'Trein' in elkaar, door iPhonebezitters te downloaden. Zodra het icoontje wordt aangeklikt, verschijnt het meest dichtbij gelegen treinstation op het scherm. Met nog een klik volgt een lijst van alle vertrekkende treinen, inclusief informatie als 'rijdt vandaag niet' en '15 minuten vertraging'. Ook kunnen andere stations vooraf worden ingeprogrammeerd en bevat het een reisplanner. Inmiddels is “de trein”door de bezoekers van One More Thing verkozen tot de beste iPhone-applicatie en winnaar geworden van de OMT Award 2010. Joyce Kuiken verwerft UfD-Marina van Dammebeurs Voor de zevende maal is de UfD-Marina van Dammebeurs uitgereikt aan een getalenteerde en ondernemende jonge vrouwelijke afgestudeerde van de TU Delft. Dit jaar is de prijs toegekend aan ir. Joyce Kuiken. Zij is in 2006 afgestudeerd aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft en heeft een eigen architectenbureau met als specialiteit textiele en tijdelijke architectuur. Door de toekenning kan Kuiken de opleiding volgen tot Master of Membrane Structures aan de Anhalt University of Applied Sciences in Dessau (Duitsland). De andere kandidaten ir. Laila Oujamaa (alumnus faculteit LR) en ir. Marieke Overeijnder (alumnus faculteit TNW) Vlnr: ir. Laila Oujamaa, dr.ir. Marina van Damme, ontvingen elk de Fortuna-prijs, beschikbaar gesteld door ir. Gabi Geluk. winnares ir. Joyce Kuiken en ir. Marieke De Marina van Dammebeurs is ingesteld door dr.ir. Marina van Overeijnder (foto sipke Baarsma) Damme en wordt beheerd door het Universiteitsfonds Delft (UfD). Van Damme is een Delftse scheikundig ingenieur die carrière heeft gemaakt in het bedrijfsleven. Het doel van de beurs is jonge, vrouwelijke, getalenteerde afgestudeerden van de TU Delft – zonder ouders met een academische opleiding – een kans te bieden hun kennis te verbreden, te verdiepen of hun internationale oriëntatie te vergroten. De beurs bestaat uit een aanzienlijk geldbedrag en een toepasselijk herinneringsvoorwerp met een inscriptie. Het geldbedrag dient door de prijswinnares binnen twee jaar te worden besteed aan verbreding van haar universitaire
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
85
opleiding en/of vergroting van haar internationale oriëntatie. De beurs is dus NIET bestemd om verdere verdieping binnen het reeds gekozen vakgebied te bereiken door promotie of dergelijke. Youssef El Bouhassani wint ECHO Award Youssef El Bouhassani, vierdejaars student Aerospace Engineering is winnaar van Bèta Techniek Award wo voor multicultureel talent. El Bouhassani, van Marokkaanse afkomst, mag een summercourse volgen aan de University of California, Los Angeles. Ook moet hij een soort ambassadeur worden voor jongeren die voor studiekeuzes staan. Want er is dringend behoefte aan meer excellente afgestudeerden in bètatechische studies. De TU Delft was zeker van een prijs, want ook de andere genomineerde in de categorie wo is verbonden aan de TU Delft: Loubna Aammari, tweedejaars studente Technische Informatica. De prijs valt onder de vlag van de ECHO Foundation die mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Partners van de ECHO Foundation: ING, Shell Nederland, KPMG, Randstad Nederland, Nuon en de Nederlandse Spoorwegen. De ECHO Foundation is onderdeel van ECHO, Expertisecentrum Diversiteitsbeleid. Pakketpost per Vrachtfiets Hoe breng je als student zonder rijbewijs een nieuwe kast of bank naar huis? De studenten Industrieel Ontwerpen, Onno Sminia en Louis Pierre Geerinckx (onder begeleiding van Han Brezet en Sacha Silvester), hebben de eigentijdse „Vrachtfiets‟ bedacht. Deze wordt aangedreven door twee personen die voor de laadbak zitten. De Vrachtfiets wordt als proefproject ingezet in de Delftse binnenstad. Vanaf 20 september 2010 worden pakketjes voor ruim 150 adressen in de stad met de moderne variant van de bakfiets bezorgd. De schone fiets moet het aantal busjes in de stad doen afnemen. Ook wordt bekeken of fietsen inderdaad sneller en vooral niet duurder zijn voor de distributie van pakketten. Het gaat om een project van de Gemeente Delft met FietsXpress uit Den Haag, dat pakketjes voor TNT bezorgt. In het project zitten twee vervoersmiddelen, een aardgas busje en de Vrachtfiets. Het aardgas busje vervoert de pakketten van het TNT distributiecentrum naar Delft. In Delft worden de pakketten overgeladen op de Vrachtfiets. Hoe dit zo snel mogelijk gedaan kan worden zal binnen de pilot onderzocht worden. De twee jonge ontwerpers studeren over een paar maanden ook af op hun Vrachtfiets. Erik Takken winnaar Kooy-prijs 2010 Ir. Erik Takken heeft de Kooy-prijs 2010 ontvangen. Takken kreeg de prijs voor zijn Master of Science thesis getiteld: “(Ship) Concept Design by Using Functional Volume Blocks with Variabel Resolution; a flexible and generic method applied to design a Royal Netherlands Navy Joint Support Ship”. Takken heeft een ontwerptool ontwikkeld waarbij het mogelijk is om binnen enkele dagen een realiseerbaar concept van een marineschip uit te werken c.q. de consequenties van ontwerpwijzigingen te onderzoeken. Door middel van de tool kunnen primair scheepbouwkundige en militair functionele en operationele aspecten integraal beschouwd worden. Takken deed zijn onderzoek bij de Defensie Materieel Organisatie Directie Wapensystemen en de 3mE. Hij is daarbij begeleid door prof. ir. Hans Hopman. De Afdeling Defensie & Veiligheid van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs heeft in 1984 het Prof ir dr J.M.J. Kooyfonds ingesteld. Het fonds heeft tot doel de bevordering van de wetenschap en de technologie in Nederland, aansluitend op of voortvloeiend uit op defensie gerichte functies en taken. Jaarlijks worden de Technische Universiteiten en Hogescholen en de Nederlandse Defensie Academie uitgenodigd om voordrachten voor de Kooy-prijs in te dienen. Jonathan Tigelaar genomineerd voor stage bij Renault F1 Team Jonathan Tigelaar, laatstejaars student werktuigbouw, is een van 10 finalisten voor een stageplaats bij het Renault F1 team. Het voorstel dat Tigelaar een finaleplaats heeft bezorgd, betreft een nieuwe gebruikstoepassing op een bestaand meetinstrument dat krachten via lagers kan meten. Krachten meten speelt een belangrijke rol voor F1-
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
86
coureurs bij het remmen. De remfunctie wordt beïnvloed door grip op de weg, de weersomstandigheden en de hoeveelheid brandstof aan boord. Het driver-feedback systeem, de nieuwe toepassing die Tigelaar heeft bedacht, laat de coureur zien wat er gebeurt voordat hij voorbij zijn ideale rempunt schiet. Dit inzicht geeft de coureur de mogelijkheid om bijtijds te corrigeren en zo zijn rondetijden te reduceren en de efficiëntie in remmen en de veiligheid te vergroten. Het concept van Tigelaar is ook toepasbaar op gewone auto‟s. De overige finalisten zijn afkomstig uit Zuid-Amerika (1), Noord-Amerika (1), Azië (1) en een aantal landen uit Europa (6). Delftse studenten winnen Climate Change Challenge Een team van vijf studenten Industrieel Ontwerpen hebben The Living Climate Change Video Challenge gewonnen. In de video laten de studenten zien hoe maatregelen tegen klimaatverandering over 20 tot 30 jaar ons leven hebben veranderd. De prijs bestaat uit US 3.000 dollar en een workshop van het internationale ontwerp- en innovatiebedrijf IDEO. Het winnende studententeam bestaat uit Andrea Schöllgen (exchange studente uit Duitsland), Taina Flink en Lotta Skoog (uit Zweden), Bart van Dam en Elio Sjak-Shie uit Delft. In hun video „We Make It_Spaghetti Bolognese‟ laten ze zien, hoe het leven er in hun ogen uit kan zien als we er in slagen de samenleving duurzamer te maken door onze gewoontes rond voeding te veranderen. Ze stellen voor om voedingsmiddelen meer lokaal en seizoensgebonden te kweken en het vleesgebruik te beperken. Hun stadstuinen van de toekomst worden door een kringloop van voedingsstoffen voorzien van compost. The Living Climate Change Video Challenge daagde teams uit om te laten zien welk gedrag door de klimaatverandering beïnvloed wordt en welk gedrag hetzelfde blijft. Met de wedstrijd wilde de organisatie uiteindelijk de focus van de discussie weghalen van wat de samenleving moet opgeven en richten op nieuwe kansen voor de maatschappij en de samenleving. DelFly in de prijzen op wereldcongres Micro Aerial Vehicles Het Micro Air Vehicle Lab is maar liefst drie keer in de prijzen gevallen op IMAV 2010, ‟s werelds belangrijkste congres op het gebied van ultrakleine robotvliegtuigjes. Aan het congres was ook een competitie verbonden waarin de verschillende teams binnen- en buitenmissies volbrengen met hun vliegtuigjes. Het Delftse team heeft o.a. met zijn vliegtuigje DelFly in deze competitie drie eerste prijzen binnengehaald. Het DelFly-vliegtuigje is in 2005 aan de TU Delft ontstaan als studentenproject (DelFly I). In juli 2008 is de derde generatie gepresenteerd, de DelFly Micro, die nog maar 3 gram weegt en van vleugeltip tot vleugeltip slechts 10 cm meet. De DelFly heeft een camera aan boord die via een antenne beelden terugstuurt naar een grondstation Het basisprincipe van de DelFly‟s is ontleend aan de natuur. Sommige varianten van de DelFly kunnen net als een kolibrie stilhangen in de lucht en zelfs langzaam achteruitvliegen. De DelFly lijkt met zijn twee paar flappende vleugels nog het meest op een libel. Studenten winnen prestigieuze ondernemersstage in Amerika Drie studenten van het Holland Program on Entrepreneurship (HOPE), een samenwerking tussen de TU Delft, Erasmus Universiteit en Universiteit Leiden op het gebied van ondernemerschapsonderwijs, gaan voor zes maanden naar de Verenigde Staten om een prestigieuze stage te volgen. Deze stage zal hen onder meer bij Harvard, Stanford, MIT en diverse internationale topondernemingen (waaronder Google en NASA) brengen. De stage biedt de studenten de mogelijkheid om in een internationale omgeving vaardigheden te ontwikkelen in ondernemerschap. Alle ervaringen worden uiteindelijk gebruikt om een bedrijf in Nederland te kunnen starten of verder uit te bouwen. De stage van Erik Koerselman (TU Delft), Marijn Berk en Steven Lammertink (beiden Erasmus Universiteit) wordt volledig verzorgd en betaald door de Kauffman-stichting, die ondernemerschap wereldwijd wil bevorderen. Delftse student maakt eigen fietsvliegtuig De student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Jesse van Kuijk (20) heeft als eerste Nederlander 80 meter in de lucht gefietst. Hij ging op Kempen Airport in Budel met zijn zelfontworpen en zelfgebouwde fietsvliegtuig de lucht in. Jesse van Kuijk wist door keihard te trappen zo‟n anderhalve meter hoog te komen. Vorig jaar heeft hij ook al een
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
87
poging ondernemen, maar die strandde omdat de kettingspanner niet werkte. Daarom heeft Van Kuijk het vliegtuig aangepast. De student moest ongeveer acht pogingen doen, voordat het lukte. Vanaf zijn veertiende is Van Kuijk al bezig met zijn eigen fietsvliegtuig. Tweedejaars ontwerpt winnende waterwoning Het overkomt maar weinig studenten dat hun ontwerp echt het levenslicht ziet. Tweedejaars bouwkundestudent Loed Stolte is de uitzondering op de regel. Zijn waterwoning 'Sustainable Shell' zal verrijzen in de Delftse Harnaschpolder. Stolte is de winnaar van een ontwerpwedstrijd van de gemeente Delft en DeltaSync voor TU-studenten. Er waren 36 inzendingen. De jury heeft voor die van Stolte gekozen 'om de combinatie van een sterk, origineel beeld en een breed uitgewerkt duurzaamheidsconcept'. “Het ontwerp is interessant en dynamisch met veel ideeën, maar tegelijk commercieel haalbaar. Er is breed nagedacht over duurzaamheid van het gebruik van recyclebare materialen tot het zuiveren van water en het klimaatconcept.” De Harnaschpolder is een nieuwe woonwijk, waarin zes kavels beschikbaar zijn voor de drijvende woningen. Ontwerp Douwe Kelderman genomineerd voor de Archiprix Douwe Kelderman (Bouwkunde) heeft een plan ontworpen voor de krakerskolonie Tacheles in Oost-Berlijn en heeft hiermee een nominatie voor de Archiprix Nederland verkregen. Het terrein dat met de naam Tacheles wordt aangeduid, was ooit een luxe winkelpassage, maar na de bombardementen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog is het een kale vlakte. Maar wel één waar, na de val van de muur, een levendige kunstenaarskolonie is ontstaan. Momenteel biedt Tacheles ruimte aan krakers en kunstenaars. Douwe Kelderman heeft voor zijn ontwerp samengewerkt met medestudent Yannis Tsoukalas. De twee afstudeerders kozen voor een ontwerp van vier woonlagen, waarbij de ruimten qua inrichting en gebruik beneden het meest open en flexibel zijn en naar boven toe steeds meer gesloten en privé. Beneden heeft het gebouw een publieke functie met winkels en kantoren. Bovenin zitten woningen. Opvallend in het ontwerp is verder de driehonderd meter lange brug over het gebouw waarin woningen zijn aangebracht met minimale voorzieningen voor mensen die de stad bezoeken. Het ontwerp leverde Kelderman een negen op als afstudeercijfer en een voordracht voor de Archiprix Nederland. Architectuuropleidingen kunnen hun beste afstudeerders voordragen. Meestal zijn dat er veertig tot vijftig per jaar. Vier studenten in Nationale Denktank Vier studenten van de TU Delft zitten dit jaar in de Nationale Denktank. In drie maanden tijd moeten zij samen met achttien studenten van andere universiteiten antwoord vinden op de vraag hoe overheid, bedrijfsleven en wetenschap weer contact kunnen krijgen met de burger. De denktank wordt elk jaar samengesteld uit excellente studenten, netafgestudeerden en promovendi en buigt zich over maatschappelijke kwesties. Student systems and control Roel Dobbe, student sustainable energy technology Céline Gaffel, student applied physics Michiel Jol en student mechanical engineering Erik Roebeek mogen bedenken hoe al deze organisaties het vertrouwen kunnen terugwinnen. LR-studenten ontwikkelen opblaasbare windturbine Een team studenten Lucht- en Ruimtevaarttechniek heeft een windturbine gepresenteerd die opblaasbaar is. Vooral wetenschappers en avonturiers in desolate oorden kunnen er baat bij hebben, maar ook kan gedacht worden aan bewoners van rampgebieden die verstoken zijn van voorzieningen. De Portbale Wind Energy Rucksack (Power) weegt 25 kilo en is binnen vijftien minuten op te zetten. De turbine is 10 meter hoog en levert
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
88
330 W bij een gemiddelde windsnelheid van 5,5 m/s. Het rendement is relatief hoog, want normaal halen windmolens met dezelfde dimensies op die hoogte amper 300W. Het vermogen is opgekrikt door gebruik te maken van het Magnuseffect. In plaats van bladen bevat de molen zes buizen die roteren. Er ontstaat een luchtdrukverschil tussen de boven- en onderkant van de buizen, waardoor ze gaan draaien en een generator aandrijven. Olie-afbrekende bacterie van Delftse studenten in finale van iGEM-wedstrijd De olieafbrekende bacterie van het Delftse iGem-team heeft de finale bereikt van de International Genetically Engineered Machine competitie in Boston. Uiteindelijk won het team van de universiteit van Slovenië. Wel heeft het Delftse team de prijs voor de beste presentatie gekregen. iGem is een jaarlijkse competitie voor studenten in de synthetische biologie. Het is de bedoeling om micro-organismen te voorzien van nuttige of ludieke eigenschappen, de zogenaamde biobricks. Het negenkoppige Delftse team ontwikkelde afgelopen zomer een bacterie die olie kan afbreken. Die zou ingezet kunnen worden bij de reiniging van afvalstromen vol zouten en vetten. Andere teams maakten bacteriën die de grondkwaliteit beproeven (Bristol), zware metalen onschadelijk maken (Peking) of licht geven (Cambridge). Het is de bedoeling dat een volgend Delfts team de olievretende bacterie tot een toepassing weet uit te bouwen. Drie Delftse architecten in wereldwijde top tien Drie afgestudeerde studenten Bouwkunde behoren tot de top tien van de meest getalenteerde architectuurstudenten van de wereld. Het gaat om Sofia Cárdenas, Qili Yang en Illmar Hurkxkens. Het drietal, dat vorig jaar is afgestudeerd, is opgenomen in de shortlist van de Architectural Review, een internationaal verschijnend architectuurtijdschrift dat zijn thuisbasis heeft in Londen en al ruim honderd jaar verschijnt. Andere getalenteerde bouwmeesters die in de shortlist zijn opgenomen, studeerden aan onder meer de Ecole Speciale d'Architecture in Parijs en aan de Princeton University School of Architecture in New Jersey. Sofia Cárdenas is afgestudeerd op een plan om de sloppenwijk in Dharavi in het Indiase Mumbai te verbeteren. Centraal in haar afstudeeronderzoek, met als titel A sustainable business hub, staan de mogelijkheden om door uiteenlopende maatregelen de economie binnen het gebied op te krikken. Het idee is een alternatief voor een voorstel van de Indiase overheid. Die wil van Dharavi een duurzame wijk voor de middenklasse maken. Van Qili Yang is het afstudeeronderzoek Smallness: Re-scripting the collective housing in Shenzhen. Onderwerp is de wijk Da-xin in het centrum van de Chinese stad Shenzhen. Daar verrijst grootschalige nieuwbouw waardoor de traditionele samenleving dreigt te verdwijnen. Yang heeft daarvoor een alternatief ontwikkeld. Hij stelt voor woningen in hoge dichtheden te bouwen, maar zonder daarbij de menselijke maat uit het oog te verliezen. Illmar Hurkxkens is afgestudeerd op de Hondsbossche Zeewering in Petten. In Paradise Regained - The watchman, The sleeper, The dreamer and the city maakt hij deze dijk tot het uitgangspunt voor een nieuwe stad met bijzondere architectuur en een nieuw landschap. Delftse zonneboot derde in Solar Challenge De Delta Lloyd Solar Boat van de TU Delft is derde geworden in de Frisian Solar Challenge 2010. De Delftse boot finishte een half uur na de nummer twee. Daarmee lukte het de studenten niet om hun titel te verdedigen van de vorige twee edities van dit officieuze wereldkampioenschap voor boten aangedreven met uitsluitend energie van de zon. Het Delftse team had vanaf het begin te kampen met pech. De Frisian Solar Challenge is een zonnige variant op de beroemde Elfstedentocht. Over een afstand van 220 kilometer varen deelnemers uit binnen- en buitenland in een zelfgebouwde zonneboot langs alle Friese elf steden. De truc is om de boot sterk genoeg te ontwerpen met een zo laag mogelijk gewicht. De studenten van het Delta Lloyd Solar Boatteam hebben dit jaar met behulp van technieken uit de luchtvaart en ruimtevaart en 'advanced lightweight engineering' een zonneboot ontworpen met een draagvleugelconstructie, een geperfectioneerde rompvorm, een nieuw ontwikkelde schroef en geavanceerde elektronica. Het team heeft de draagvleugels zo ontworpen dat ze gedemonteerd kunnen worden. De Delta Lloyd Solar Boat weegt minder dan 130 kilo en haalt snelheden van boven de 30 kilometer per uur De organisatie van de FSC bestaat uit bestuursleden van de Universiteit Twente en bedrijven in duurzame technologie. TU Delft hoogleraar Wubbo Ockels is adviseur van de organisatie. De Frisian Solar Challenge heeft als
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
89
doel de promotie van duurzame technologie onder jongeren en het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en het gebruik van duurzame (zonne) energie. De zeven leden van het Delta Lloyd Solar Boat Team studeren Maritieme Techniek, Werktuigbouwkunde, Lucht- & Ruimtevaarttechniek en Technische Bestuurskunde aan de TU Delft. Ze hebben een jaar aan de nieuwe boot gewerkt en willen met hun innovatieve concept laten zien dat sportieve prestaties en duurzaamheid prima samen gaan. Nuon Solar Team verdienstelijk derde in Suzuka Dream Cup Het Nuon Solar Team is derde geworden in de Suzuka Dream Cup op 31 juli en 1 augustus. Tijdens de tweede racedag waarop het maximale uit de auto gehaald is, lukte het de studenten van de TU Delft de op de eerste dag veroverde derde plek te behouden. Winnaar van de Suzuka Dream Cup 2010 is het team van de universiteit van Osaka (OSU). De studenten van het Nuon Solar Team zijn toch erg tevreden met deze uitslag. Van tevoren was gemikt op een top-5 positie en dat is ruimschoots gehaald. De Suzuka Dream Cup is de grootste circuitrace voor zonnewagens. Tijdens de wedstrijd racete Nuna5 niet 3000 kilometer door de woestijn, maar op een bochtig circuit tussen een groot aantal deelnemers rijden. Er deden 60 teams aan de race mee, voornamelijk uit Japan. De race vond plaats op het Formule1 circuit van Suzuka. Voor de race heeft Delftse team gebruik kunnen maken van de diensten van meervoudig Formule-3 kampioen Carlo van Dam, die Nuna5 beurtelings met student Jan-Willem van Gent (IO, Integrated Product Design) reed. Carlo van Dam maakte in 2008 furore in Japan door met een indrukwekkende reeks overwinningen de nationale Formule 3-titel te winnen als fabriekscoureur van Toyota, terwijl hij voor Subaru goed presteerde in het Japanse GT-kampioenschap. Het circuit van Suzuka kent hij dan ook als geen ander. Speciaal voor de Japanse race is de Nuna5 voorzien van Delftsblauwe bestickering. Begin juli kwam de zonnewagen aan in Japan. In samenwerking met het Consulaat-Generaal der Nederlanden in Osaka is Nuna5 door heel Japan gereisd om aandacht te vragen voor de deelname aan de Suzuka Dream Cup. Het Nuon Solar Team deed onder andere Kobe, Osaka en Kyoto aan. Kart op waterstof van studenten wint het van benzinemotor Alternatieve brandstof hoeft niet ten koste te gaan van de snelheid. Dat heeft het Delftse studententeam Greenchoice Forze bewezen op het Spuiplein in Den Haag op 19 augustus. De waterstofkart was niet alleen sneller, maar ook schoner. Hij stoot geen schadelijke uitlaatgassen uit, maar waterstofgas. Een jaar lang hebben vijftig studenten van de TU Delft gewerkt aan het ontwerp en de bouw van de waterstofkart. Doel: duurzaam racen. Het enige afvalproduct van de kart is zuiver water. De kart bevat een brandstofcel, waarin water reageert met zuurstof. Hierdoor ontstaat een chemische reactie waarbij elektriciteit vrij komt. Zowel het opwekken als het gebruik van waterstof is duurzaam. Greenchoice Forze, het Formula Zero team Delft, bestaat uit ruim 50 studenten van diverse studierichtingen. Het team is officieel het allereerste waterstofraceteam ter wereld. De Greenchoice Forze waterstofkart was ook te zien in Rotterdam tijdens Bavaria City Racing. Voorlichtingscampagne TU Delft zet creativiteit eigen studenten in De vormgeving van deze voorlichtingscampagne (de Open Dagen waren op 22 en 25 oktober) is ontwikkeld door eigen studenten van de TU Delft. Niels Jacobs, René Smeets en Vincent Laban wonnen een wedstrijd uitgeschreven door de afdeling Marketing & Communicatie van hun universiteit. Met hun campagne 'Dare to be...', sleepten zij de opdracht binnen om de scholieren- en studentenvoorlichtingscampagne verder te ontwikkelen. Rene Smeets en Vincent Laban studeren allebei Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. Niels Jacobs studeert Luchtvaart-
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
90
en Ruimtevaarttechniek. De TU Delft zal de nieuwe campagnebeelden dit collegejaar gebruiken voor de voorlichting aan nieuwe bachelor- en masterstudenten. Energie halen uit zeewater Studenten van de TU Delft willen Curaçao een stukje milieuvriendelijker maken. Ze onderzoeken hoe energie uit het zeewater door het vliegveld gebruikt kan worden. Studenten Berend Jan Kleute en Remi Blokker van het bedrijf Bluerise tekenden onlangs een overeenkomst met de luchthaven. Zij halen energie uit het temperatuurverschil tussen oppervlaktewater en dieper zeewater. Het oppervlaktewater is zeker in tropische gebieden erg warm, door het zonlicht. LR-studenten winnen KNAW onderwijsprijs De faculteit L&R heeft twee veelbelovende eerstejaars binnen de poorten. Tim van Leeuwen en Jesper Haverkamp wonnen onlangs met hun profielwerkstuk Solar Challenge beide een KNAW Onderwijsprijs. Elk jaar looft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen twaalf prijzen uit voor de beste profielwerkstukken. Er waren 491 inzendingen. Van Leeuwen en Haverkamp bouwden een prototype van een elektrisch vliegtuig dat zijn energie deels krijgt uit zonne-energie. Vanwege het Nederlandse weer en de nu beschikbare materialen kan volledig vliegen op zonne-energie (nog) niet, concluderen ze. Bij de prijs horen een bedrag van € 1.500 en een oorkonde. Van Leeuwen heeft het geld opzij gezet 'voor schoolgerelateerde uitgaven omdat studeren nou eenmaal niet goedkoop is'. Student TU Delft wint tweede prijs Velux Award 2010 Drie prijswinnaars en acht eervolle vermeldingen zijn op 16 oktober bekendgemaakt en geëerd tijdens de prijsuitreiking van de International VELUX Award 2010 in La Rochelle, Frankrijk. Joe Wu, een Chinese student aan de TU Delft was één van de prijswinnaars. Naast Joe behoorden zijn medestudenten van de TU Delft Yan Shi en Chung-Kai Yang tot de acht eervolle vermeldingen. Het project van Wu 'Lightscape between gaps' gebaseerd op een analyse van zonlicht in de extreem verticale stedelijke ontwikkeling van Hong Kong, heeft de tweede prijs gewonnen die naast de eer bestaat uit een geldbedrag van € 4.000 voor hemzelf en € 1.000 voor zijn docente Daliana Suryawinata (Bouwkunde). In het voorstel wordt beschreven hoe reflecterende, verstelbare elementen op de gevel het zonlicht kunnen weerkaatsen. De jury beoordeelde het project als zeer werkbaar, gevoelig, eenvoudig en zeer goed gepresenteerd. Yan Shi en Chung-Kai Yang zijn geëerd met een eervolle vermelding voor hun project 'Beauty in the UnDaylightable', over ondergrondse musea voor daglicht met behulp van zonne concentrators en optische vezels tegen de achtergrond van het Nederlandse landschap. De International Velux Award voor architectuurstudenten vindt iedere twee jaar plaats, de volgende keer in 2012. De elf winnende projecten worden gepresenteerd in het speciale IVA Jaarboek. Alle 673 inzendingen worden tentoongesteld op iva.velux.com. Internationale student Hadi Ashgari wint IBM thesis prize MoT-masterstudent Hadi Asghari heeft de prestigieuze IBM thesis prize gewonnen met zijn scriptie 'Botnet Mitigation and the Role of ISPs'. Deze was beoordeeld met een 9,5. De prijs, goed voor €1500, is uitgereikt tijdens de afstudeerceremonie voor MoT- en E PA-studenten. Hij ontving bovendien de MoT academic prize 2010. Hadi (32) is afkomstig uit Iran, waar hij Software Engineering heeft gestudeerd. Hij runde daar ook zijn eigen software bedrijf. “Ik liep echter vaak tegen management-gerelateerde vraagstukken aan, waar ik graag antwoord op wilde. Vrienden wezen me toen op de TBM-studie Management of Technology (MoT) Het programma sprak me direct aan: een managementopleiding, maar dan wel speciaal voor engineers. Zo ben ik hier drie jaar geleden begonnen.”
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
91
Hippe schoen genomineerd voor prijs Vier oud-studenten van de TU Delft hebben de finale bereikt voor de Herman Wijffels Innovatieprijs van de Rabobank. Een steekmachine die automatisch rijpe asperges oogst, heeft de prijs uiteindelijk gewonnen. Twee van de Delftse genomineerden waren Sanne en Mirik Castro van „Simgas‟. Met hun bij YesDelft gevestigde bedrijf bedachten ze een biogassysteem voor ontwikkelingslanden. De oud-IO-studenten Christiaan Maats en Dirk-Jan Oudshoorn hebben met hun bedrijf „OAT Shoes‟ schoenen ontwikkeld die niet alleen hip en comfortabel zijn, maar ook nog 'groen' worden geproduceerd. De Herman Wijffels Innovatieprijs is ingesteld om ondernemende mensen met concrete ideeën voor duurzame innovaties te stimuleren. Spykerprijs 2010 Op 17 november heeft Kakin Tsoi (LR) zijn afstudeerwerk gepresenteerd voor de jury van de KIVI/NIRIA Spykerprijs 2009-2010, en de eerste prijs gewonnen. De jury had de taak om uit de ingestuurde afstudeerverslagen het beste automotive onderzoek te kiezen. Kakin werkte op een samenwerkingsproject tussen Werktuigbouwkunde en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, en heeft onderzoek gedaan naar een driver support systeem dat met behulp van krachten de bestuurder moet ondersteunen bij zijn rijtaken. Hij heeft een ontwerp gemaakt voor een nieuw systeem dat zowel helpt bij lane-keeping als lane-changing, twee taken die elkaar uit lijken te sluiten. Dit innovatieve ontwerp heeft hij in een modelsimulatie getest, en daarvoor een bestuurdersmodel geïmplementeerd om menselijk gedrag te voorspellen. De positieve resultaten heeft hij na afloop van zijn afstuderen in een experiment in een rijsimulator gevalideerd. Ook zijn 3mE-collega Mauro Della Penna viel in de prijzen omdat zijn afstudeerwerk over driver support systemen ook tot de beste drie behoorde. De prijs, € 500, wordt jaarlijks uitgereikt aan de beste afstudeerverslagen van WO én HBO studenten met als onderwerp voertuigtechniek. De prijs is vernoemd naar het roemruchte Nederlandse automerk uit het begin van de vorige eeuw dat met het moderne Spyker een mooie opvolger heeft gekregen Maarten de Jong wint Tata Steel Research prijs De Tata Steel Afstudeerprijs (voorheen de Corus Afstudeerprijs) voor het jaar 2010 is toegekend aan Maarten de Jong, voormalig afstudeerder de faculteit L&R. Hij heeft de prijs gekregen voor zijn baanbrekende afstudeeronderzoek naar aluminiumlegeringen. In de vliegtuigindustrie is men voortdurend op zoek naar materialen om lichtere vliegtuigen te kunnen maken, die minder brandstof verbruiken. Met sterkere aluminiumlegeringen is er minder materiaal nodig en neemt het gewicht van vliegtuigen af. Met zijn onderzoek zet Maarten de Jong (samen met zijn dagelijkse begeleiders Marcel Sluiter en Pedro Rivera) een eerste, belangrijke stap naar de ontwikkeling van een lichtere aluminiumlegering in de 7000 serie. Volgens de jury boekte Maarten resultaten die ervaren onderzoekers in meerdere jaren onderzoek niet hebben behaald. De prijs van € 5.000 is hem op 24 november overhandigd in het gebouw van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij ter Bevordering van de Wetenschappen. Momenteel verblijft Maarten de Jong in Berkely University (USA) dankzij het verkrijgen van de zeer prestigieuze Huygens Award voor jong Nederlands toptalent. Studente Civiele Techniek wint Kartini prijs Op 24 november heeft Dip Yu Choy (TUD) de Kartini Prijs ontvangen voor de beste allochtone vrouwelijke eerstejaarsstudente in de exacte vakken. Deze landelijke prijs wordt uitgereikt bij de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem en is beschikbaar gesteld door mr. M. van Empel, oud-hoogleraar European Union Law. Dip Yu studeert Civiele Techniek aan de Technische Universiteit Delft en haalde gemiddeld ruim een 8. De jury van de Kartini Prijs is in haar verslag lovend over Dip Yu Choy: “Dit jaar is er
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
92
weer een uitstekende studente die voor de Kartini Prijs in aanmerking komt. Als studente Civiele Techniek aan de TU Delft behoort ze - in de groep van 350 eerstejaars - wat haar cijfers betreft tot de eerste tien procent. We hopen de komende jaren méér voordrachten van zulke getalenteerde studentes voor deze prijs tegemoet te kunnen zien”. Met deze prijs wint Choy een geldbedrag van € 1.250. Dip Yu is door opleidingsdirecteur BSc Civiele Techniek Maurits Ertsen als beste kandidaat voor deze categorie voorgedragen. Voorwaarde is dat beide ouders in het buitenland zijn geboren, de studente het eerste jaar in 1 jaar voltooid heeft met het hoogste gemiddelde cijfer en tevens behoort tot de beste 10% van alle eerstejaarsstudenten van de opleiding. De prijs draagt de naam Radèn Ajeng Kartini Prijs. Kartini kan worden gezien als de pionier van de emancipatie (vooral door onderwijs) van de Javaanse vrouw. Aanmoedigingsprijzen Tijdens de herfstbijeenkomst van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen zijn 40 aanmoedigingsprijzen uitgereikt van € 500 aan de beste propedeuse studenten - of studenten met de beste eerstejaars resultaten - in verschillende exacte en technische vakken, die ter beschikking gesteld zijn door het Platform Bèta Techniek, de Stichting Physica, het Thomas Stieltjes Institute for Mathematics en NGI Platform for ICT Professionals. Onder prijswinnaars waren negen Delftse studenten: Tim Visser (Lucht- en Ruimtevaart), Stefan de Koster (Chemische Technologie), Sharon van Geffen (Civiele Techniek), Sebastiaan Leysen (Informatica en Technische Informatica), Alexander Kloosterman (Life Science & Technology), Sietske Hendriks (Maritieme Techniek), Lars Schonenberg (Natuurkunde en Technische Natuurkunde), Joep Kooijman (Werktuigbouwkunde), Tamara Kloek (Wiskunde en Technische Wiskunde). IO-studente wint OpenIDEO-wedstrijd Julie Louwman, die afstudeert bij Design for Interaction, heeft de OpenIDEOontwerpwedstrijd gewonnen met haar "Taste and rate"-project. De opdracht luidde: "How can we raise kids' awareness of the benefits of fresh food so they can make better choices?”. 584 Ontwerpstudenten namen aan deze wedstrijd deel en slechts 17 van hen hebben de eindronde gehaald. De wedstrijd was geïnspireerd door Jamie Oliviers Food Revolution TVprogramma, waarin de populaire kok en TV-persoonlijkheid duidelijk liet zien hoezeer kinderen voedselkennis nodig hebben om waardering voor eten te ontwikkelen. Julie's project zal deel uitmaken van een IDEO-boek. Julie's project stimuleert ouders en kinderen om groenten te bereiden en te leren waarderen. Dit gebeurt aan de hand van een speciaal ontworpen verpakking waarop recepten, feedbackkaarten en links naar online hulpbronnen staan. Taste and Rate kan perfect worden geïntegreerd in de alledaagse routines van voedingswaren kopen, koken en eten; het mooie aan het concept is dat eten op deze manier uitgroeit tot een leuke en leerzame ervaring. Daan Robeerst eerste student met lesbevoegdheid vmbo-t en onderbouw havo/vwo Daan Robeerst (TNW) heeft als eerste Delftse student een lesbevoegdheid in ontvangst genomen voor de vmbo-t en onderbouw havo/vwo. Daan behaalde in september zijn bachelordiploma Life Science and Technology (LST). In zijn bachelorprogramma volgde hij de minor Educatie. Volgens de regels van het ministerie van onderwijs levert deze combinatie de genoemde bevoegdheid op. Daan is nu bezig met de masteropleiding LST en vertrekt binnenkort voor een half jaar naar Australië. Wanneer hij afgestudeerd is, gaat hij de rest van de lerarenopleiding wel afmaken, zodat hij ook de eerstegraads bevoegdheid krijg. Daan vindt „voor de klas staan erg spannend en leuk‟. Prijs in de European Satellite Navigation Competition Met hun business concept ReMood hebben MSc-studenten Ferdi de Bruijn, Teun Hoevenaars en Jon Reijneveld de regionale prijs voor Nederland gewonnen in de European Satellite Navigation Competition.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
93
De prijs is uitgereikt tijdens het Kennisfestival, een festival dat als doel heeft ondernemerschap te stimuleren in ZuidHolland. De prijs bestaat uit professionele ondersteuning tijdens de realisatie van ReMood door NSO, Logica en DeClercq. ReMood combineert een smartphone applicatie met een electronisch polsbandje en heeft als doel de festival ervaring van bezoekers een positieve impuls te geven. Het polsbandje zal oplichten in kleuren afhankelijk van de aangegeven mood van de bezoeker, terwijl de smartphone applicate gebruikt kan worden om anderen met een zelfde mood te vinden. Of je nu wilt drinken, dansen of daten, ReMood helpt je om mensen te vinden om je ervaring mee te delen. Researchprijs voor Florian Wasser De 3mE-alumnus Florian Wasser heeft een Unilever Researchprijs 2010 gekregen. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 2.500 en een glazen sculptuur. Er zijn in 2010 dertien van deze prijzen uitgereikt. De Unilever Researchprijzen wordt sinds 1957 jaarlijks toegekend. Unilever wil op die manier uitzonderlijke prestaties op het gebied van wetenschappelijk onderzoek van studenten in de tweede fase erkennen en de belangstelling voor wetenschappelijk onderzoek stimuleren. Twee Delftse Waterbouwprijzen 2010 Rindert de Jong en Tim van Schooten van de TU Delft hebben met hun afstudeerscripties beiden de Waterbouwprijs 2010 in de categorie Academisch gewonnen. De prijzen zijn op 9 november uitgereikt tijdens de Waterbouwdag door Frank Verhoeven, voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers. Rindert de Jong won met zijn scriptie 'Beheersen van extreme waterstanden in het IJsselmeer; een nieuw perspectief voor een veilig en klimaatbestendig IJsselmeergebied'. In zijn scriptie worden creatieve maatregelen voorgesteld die de negatieve gevolgen van een waterstandverhoging in het IJsselmeer beperken, die zouden plaatsvinden als gevolg van een waterstandverhoging voorgesteld in het tweede Deltaplan van de commissie Veerman. Tim van Schooten heeft ook de eerste prijs gewonnen met zijn afstudeerproject 'Hydraulic mechanic cutting of rock'. In zijn rapport wordt voor een sleephopper de combinatie van hogedruk jetten en het snijden van gesteente bestudeerd. Met deze studie heeft Tim van Schooten de grenzen voor toepassing van een sleephopper niet alleen verlegd, maar ook de mogelijkheid geopend om de productie van dit werktuig in gesteente te verhogen. Jalal Bani Hashemi in top-3 O.S. Braunstein Student Prize Award ICT-afstudeerder Jalal Bani Hashemi is in de top-3 geëindigd van de O.S. Braunstein Student Prize Award. Deze prijs is onderdeel van de Pacific Telecommunications Council conference (PTC'11) die volgend jaar wordt gehouden in Honolulu, Hawaii. Zijn paper analyseert welke klantsegmenten behoefte hebben aan innovatieve mobiele dienstenbundels, gebruikmakend van geavanceerde statistische analysemethoden. Jalal is begeleid door Harry Bouwman, Mark de Reuver (beide sectie ICT) en Eric Molin (TLO). Ewers prize 2010 uitgereikt aan Bart Steverink Bart Steverink heeft op 8 oktober de Hans-Jürgen-Ewers prijs ontvangen voor zijn scriptie “Modelling Consumer Behaviour in Airport Selection: The case of „ticket tax‟ in The Netherlands”. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt tijdens de Conference on Applied Infrastructure Research in Berlijn en is een initiatief van Technische Universiteit Berlijn. De prijs wordt toegekend aan toegepast onderzoek in economie van infrastructuren gerelateerd aan (de-)regulatie, financiën en institutionele infrastructuren, met een focus op economie of een combinatie met economie. Het onderzoek moet relevant, creatief en innovatief zijn, en een hoog wetenschappelijk gehalte hebben. Bart Steverink heeft de master Engineering and Policy Analysis aan de faculteit Techniek, Bestuur en Mangement gevolgd en is op 26 augustus afgestudeerd. Steven Mulder (3mE) wint KIVI-NIRIA Regeltechniekprijs en Ufd-Cofely Energy Efficiency Award Steven Mulder MSc heeft de KIVI NIRIA Regeltechniekprijs voor de beste Master afstudeerscriptie 2009 op het gebied van Systems & Control gewonnen. Steven is cum laude afgestudeerd en heeft de prijs gekregen vanwege de excellente kwaliteit van zijn scriptie over “Energy management strategy for a hybrid container crane”. Op 5 maart 2010, heeft Steven Mulder ook de Ufd-Cofely Energy Efficiency Award prijs gewonnen voor zijn scriptie.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
94
Masterstudenten winnen Hendrik Casimir prijs In oktober hebben Aafke van den Berg en Tim Baart (TU Delft) en Robert Ietswaart en Nico Verhart (Universiteit Leiden) de Hendrik Casimir Prijs 2010 gewonnen. Alle winnaars zijn excellente MSc studenten Applied Physics (AP) met een veelbelovende onderzoekscarrière voor zich. De winnaars zijn gekozen door een comité, bestaande uit dr. Jos Thijssen (Delft), Prof. Jan Aarts (Leiden) en dr. Reyer Jochemsen (Leiden). Enkele opmerkingen over deze studenten: „Aafke is een student die niet alleen de reguliere vakken met zeer goed resultaat haalt, maar die ook initiatief en zelfstandigheid laat zien in het oplossen van wetenschappelijke problemen, wat haar ongetwijfeld een waardevolle wetenschapper zal maken. Bovendien communiceert ze goed over haar werk. Daarom heb ik geen twijfel om haar voor te dragen voor de Hendrik Casimir prijs 2010.‟ „Tim heeft meegewerkt aan onderzoek op het onderwerp „transition voltage spectroscopy‟. Hij heeft laten zien een kritische denker te zijn, en weet zijn ideeen tijdens discussies goed te presenteren, op een beleefde, maar zelfverzekerde manier. Zijn presentatie was duidelijk en volwassen. Hij is ook onderdeel van de Casimir special PrePhD track‟. Leids-Delftse prijs De prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de in 2004 opgerichte Leids-Delftse Casimir Research School voor interdisciplinaire natuurkunde. De prijs is in 2009 bij het eerste lustrum van de onderzoeksschool ingesteld op basis van een donatie van Josina Casimir-Jonker, echtgenote van de theoretisch natuurkundige Hendrik Casimir (1909-2000), bij gelegenheid van de honderdste geboortedag van wijlen haar echtgenoot. Josina Casimir studeerde overigens ook natuurkunde, met experimentele natuurkunde als specialisatie. Nieuwe energie voor oude fabriek Studenten van de TU Delft adviseren Eneco over een duurzame energievoorziening van het toekomstige uitgaanscentrum SugarCity in Halfweg. Tot 1992 was het complex in gebruik als suikerfabriek. Daarna heeft het een tijdje staan te verkrotten, maar nu heeft een projectontwikkelaar de boel opgekocht en wil er een uitgaanscentrum van maken met hotel, bioscoop, casino en dansvloer. Een tweede leven dus voor 'SugarCity'. De studenten denken in het kader van de Design Challenge mee met energiebedrijf Eneco over een duurzame energievoorziening. In januari moeten ze met resultaten komen. Andere lopende projecten van de Design Challenge zijn ondermeer koeling voor ontwikkelingslanden, waterzuivering voor India en intelligente straatverlichting. Studenten in eindronde Nudge Water Wars Verschillende studententeams van de TU Delft hebben de eindronde behaald van de Nudge Waterwars. Winnaar van Waterwars is het team van de Waterwekker geworden. Dit team heeft een applicatie voor smartphones bedacht, die moeten stimuleren om op gezette tijden glazen water te drinken. Onderweg zouden daardoor minder milieuvervuilende flesjes gekocht te hoeven worden. Een team van vijf TBM-studenten hebben de publieksprijs ontvangen. Dit team ontwikkelde een concept waarmee het bijvullen van een flesje water aan sociale netwerken als Twitter, Facebook of Hyves gekoppeld wordt. Het concept moet mensen stimuleren een waterflesje bij te vullen en niet weg te gooien om zo plastic te besparen. De studenten maakten tijdens de wedstrijd Nudge Water Wars kans op € 20.000 financiering voor het idee en een poolexpeditie naar Groenland. Tijdens de Nudge Water Wars presenteerden in de eindronde vier teams hun ideeën om het verbruik van plastic flesjes tegen te gaan. De wedstrijd was uitgeschreven door Nudge, een platform dat een duurzame samenleving sneller dichterbij wil brengen op een economisch verantwoorde manier. Al Gore en Arubaanse minister-president Eman bewonderen Delftse waterstofkart Op 29 september heeft het Delftse waterstofteam Greenchoice Forze de waterstofkart gepresenteerd aan de Nobelprijswinnaar en voormalig vicepresident van de VS, Al Gore. De Delftse studenten waren in Aruba voor het internationale congres „Aruba goes green‟, dat door de Arubaanse regering is georganiseerd om duurzame technologie op het eiland te promoten. Om de bij het evenement behorende beurs te openen, racete de Arubaanse ministerpresident Mike Eman op 1 oktober in de groene racewagen over de boulevard van Oranjestad. De Delftse waterstofkart haalt een topsnelheid van ruim 120 km/uur en stoot hierbij slechts een glaasje water uit. IO-studenten in finale van het Gronings Studenten Cabaret Festival Het Delftse cabaretduo Maartje & Kine heeft het in oktober geschopt tot de finale van het Gronings Studenten Cabaret Festival. In de laatste ronde legden de twee het toch nog af tegen de Amsterdamse Dara Faizi. Het cabaretduo bestaat uit Kine Handlykken (zesdejaars student Industrieel Ontwerpen en afgestudeerd aan het conservatorium van Trondheim) en Maartje
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
95
de Boer (student Docent Muziek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag). Maartje en Kine leerden elkaar twee jaar geleden kennen als huisgenoten. Na een succesvol eerste optreden in januari 2009 volgden diverse opdrachten in heel Nederland. Uiteindelijk mondde dit uit in een eigen muziektheaterproductie, Sex, Drugs and Classical Music. Maartje & Kine worden gecoached door Maarten Vonk, docent Cabaret van het Sport & Cultuurcentrum van de TU Delft.
Sport Student wint Hel van Brabant De 21-jarige student werktuigbouwkunde Rik Houwens uit Delft is op 16 mei winnaar geworden van het tweedaagse wielerevenement voor amateurs: de Hel van Brabant. De etappe ging door de Meierij over 114 kilometer en fietsten de renners door de Kempen over 129 kilometer. Houwens pakte vijf kilometer voor de meet de koppositie en gaf deze niet meer uit handen. Vierde plaats in Tour de France voor zeilboten Eind juli was de finale van de Tour de France á la Voile 2010. Delft Challenge sloot het evenement af met een 4e plek in het studentenklassement en een 15e plek in het algemeen klassement. In een sterk veld van 27 boten staat dit ongeveer gelijk aan het vorige jaar, maar is het onder de verwachtingen van het Team, dat in de voorbereidingen de GP Atlantique en de Normandy Week had gewonnen. De Tour de France à la Voile liep dit jaar van 26 juni t/m 25 juli, met start in Duinkerken en finish in la Seyne sur Mer aan de Franse zuidkust. Wat in 1978 begon als een gek idee, een zeilvariant op de wielertour, is uitgegroeid tot een evenement van wereldformaat. Gedurende één maand varen ongeveer dertig internationale zeilteams in deze zeilmarathon. Team Delft Challenge is het enige Nederlandse (studenten-) team dat deelneemt aan de Tour. De studenten zeilen met boot van het type Farr 30. Deze is ontworpen als eenheidsklasse, wat inhoudt dat alle boten volledig identiek zijn. Doordat elke boot evenveel potentie heeft om te winnen, is de uitslag geheel afhankelijk van de capaciteiten van het team. De Farr 30 wordt bemand door een crew van zeven personen, voornamelijk Delftse studenten. Bronzen WK-plak Sumoworstelen voor Olle Overbosch Bouwkundestudent Olle Overbosch heeft op 17 oktober in Warschau de bronzen medaille behaald op het WK sumoworstelen, in de categorie tot 85 kilo. Het was het allereerste eremetaal op een WK voor een Nederlandse sumoworstelaar. De Delftse bouwkundestudent die de afgelopen twee jaar goud en zilver op het EK heeft gewonnen, verloor in Polen zijn eerste partij van de Rus Mongush, waarna hij via de verliezersronde brons won door de Duitser Brinkmann te verslaan. Op de dag van terugkomst heeft de bouwkundestudent in de Madiwodovrijdagshow in zijn mawashi (een soort superstrakke onderbroek) een sumodemonstratie op tv gegeven, met Filemon Wesselink als gewillige sparring partner. Coos van Buuren (CiTG) wint NK estafette 4x800 Masterstudent Coos van Buuren heeft in september met zijn estafetteploeg Leiden Atletiek, het Nederlands Kampioenschap estafette 4x800 meter gewonnen. De winnende tijd: 7.47.44. Coos van Buuren, die ook masterstudent Econometrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is, loopt zes keer per week hard. Met zijn ploeg behoort hij tot de top van Nederland binnen de estafettediscipline. Met de eerste plaats heeft de estafetteploeg van Van Buuren haar gouden medaille van 2009 verdedigd. Die titel is met een eindtijd van 7.42 minuten gehaald, een van de snelste tijden die de afgelopen tien jaar in Nederland zijn gelopen. Frerik Andriessen winnaar Incasso Divisie Young Masters Frerik Andriessen is winnaar geworden van het prestigieuze Incasso Divisie Young Masters in Hoogeveen. De 18jarige Delftse student (L&R) hield met gewoon dammen gelijke tred met hét grote Russische talent Ainur Shaybakov en de Braziliaan Allan Silva maar bleef zijn rivalen bij het rapid-dammen ver voor. Andriessen, die ongeslagen bleef, kwam tot veertig punten en dat waren er vier meer dan Shaybakov en Silva. Hij ging met een enveloppe met duizend euro naar huis. De dertienjarige Wateringse belofte Martijn van IJzendoorn eindigde als laatste.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
96
Rens Philipsen (TBM) wint bronzen plak tijdens WK Bridge Tijdens de World Bridge Series in Philadelphia (VS) heeft Rens Philipsen de derde plaats behaald met het aspirantenteam bij het WK jeugdviertallen (<20 jaar) voor landenteams. Rens Philipsen speelde in Philadelphia tegen leeftijdsgenoten vanuit de hele wereld. Samen met Rik van Leeuwen heeft hij de halve finale gehaald, waarin helaas is verloren van Engeland. Acht dagen heeft Rens van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat bridge gespeeld. De behaalde bronzen plak is de eerste medaille die Rens ooit op een WK heeft gepakt.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
97
6.2 Medewerkers Prijzen, onderscheidingen Gist vernoemd naar microbioloog Lex Scheffers Het nieuwe gistgeslacht scheffersomyces omvat enkele voor de biotechnologie zeer relevante soorten, waaronder de gist die tot januari 2010 door het leven ging als pichia stipitis en die nu is omgedoopt tot scheffersomyces stipitis. De taxonomen Kurtzmann en Suzuki hebben de naam voorgesteld als eerbetoon aan prof. Lex Scheffers vanwege diens grote bijdrage aan het gistonderzoek en zijn recente activiteit als oprichter en hoofdredacteur van het tijdschrift FEMS Yeast Research. Kristina Djanashvili is beste TU-promovenda Het geringe aantal vrouwelijke professoren is niet te wijten aan het gebrek aan competente vrouwen, bleek tijdens het Dewis-congres 2010. Met veel moeite kon uit zes excellente vrouwelijke promovendi de winnaar van de Dewisaward worden gekozen: Kristina Djanashvili. Dewis (Delft Women in Science) stelt zich als doel vrouwen aan de TU te stimuleren in hun persoonlijke, professionele en wetenschappelijke carrière. Naast workshops, lunchbijeenkomsten en het traditionele congres reikt de rector jaarlijks de Dewis-award uit, bestaande uit een beeld, aan een cum laude gepromoveerde vrouwelijke wetenschapper van de TU met een origineel onderzoek van internationale en sociale impact. Rector Karel Luyben, lid van de jury, benadrukte dat het dit jaar lastig was om te kiezen uit de zes overige voortreffelijke cum laude gepromoveerde kandidaten: Merijntje Bronsgeest (TNW), Hao Li (CiTG), Katja Nowack (TNW), Elif özcan Vieira (IO) en Huijan Wang (EWI). Maar Kristina Djanashvili, gepromoveerd bij biokatalyse en organische chemie van de faculteit TNW, scoorde net iets beter dan de andere vijf en daarom ging de Dewis-award naar haar. Jacob Fokkema ontvangt erepenning Tijdens de Delftse Kring bijeenkomst in januari 2010 ontving prof.dr.ir. Jacob Fokkema uit handen van burgemeester Bas Verkerk de erepenning van de gemeente Delft. Jacob Fokkema was van 2002 tot 2010 Rector Magnificus van de TU Delft. Hij krijgt de erepenning vanwege zijn grote betrokkenheid bij de stad Delft. Fokkema was onder meer de drijvende kracht achter de Hippolytuslezing, die tot doel heeft universitair onderzoek onder de aandacht van burgers te brengen. Verder heeft hij grote inzet getoond bij het ontwikkelen van wetenschapsbeleid, voor de studenten van de TU en het openstellen van de universiteit voor de stad. Susanne Rudolph is Beste docent TU Delft 2009 Dr.ir. Susanne Rudolph is verkozen tot beste docent van de TU Delft in 2009. Zij kreeg begin januari 2010 een prijs van € 10.000 uit handen van (toenmalig) rector Jacob Fokkema. Als docent bij de faculteit CiTG won ze de eerste editie van de verkiezing tot beste docent van de TU Delft. De jury - bestaande uit de rector, twee leden van de studentenraad en één lid van de studieverenigingenraad – heeft haar verkozen uit zeven genomineerden. De andere kandidaten waren: Erik Tempelman (IO), Daniel Rixen (3mE), Michiel Kreutzer (TNW), Jan Anne Annema (TBM), Ron Noomen (LR) en Fred Vermolen (EWI). Frits Klaver wint prijs Young Wild Idea programma Op 5 maart heeft ir. Frits Klaver (TNW) de Young Wild Idea prijs gewonnen, georganiseerd door het Delft Center for Materials. Tijdens de uitreiking gaf Klaver een korte toelichting op zijn project „Efficient Li-ion batteries‟. Stephanie ter Borg benoemd tot wethouder gemeente Barendregt TU-promovenda Stephanie ter Borg is benoemd tot wethouder in de gemeente Barendregt. In haar portefeuille zit onder meer het heikele onderwerp van de opslag van CO2 in lege gasvelden in Barendregt. De gemeente is tegen. Ter Borg studeerde staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en deed
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
98
aan de faculteit TBM promotieonderzoek naar juridische aspecten in besluitvormingsprocedures rondom infrastructuurprojecten. ITEEA Academy of Fellows membership Award voor Marc de Vries In maart heeft Prof. Marc de Vries (TNW) in Charlotte (VS) als eerste nietAmerikaan de ITEEA Academy of Fellows membership Award ontvangen. De International Technology and Engineering Education Association (ITEEA) is de Amerikaanse vereniging voor techniekonderwijs. Bij de lerarenopleiding van SEC stond Marc de Vries aan de wieg van de minor waarmee TU Delft studenten een tweedegraads bevoegdheid voor het vak Techniek kunnen behalen. De prijs is uitgereikt vanwege de succesvolle Pupils‟ Attitudes Towards Technology (PATT) conferenties die Marc de Vries in Europa organiseert en waarover hij jaarlijks sessies verzorgt op de Annual Conferences van ITEEA. Van belang was ook zijn hoofdredacteurschap van het International Journal of Technology & Design Education. Sebastiaan Meijer wint Sonderpreis van de Deutscher Planspielpreis In februari heeft dr.ir. Sebastiaan Meijer (TBM) de „Sonderpreis‟ van de „Deutscher Planspielpreis‟ ontvangen. De prijs wordt uitgereikt aan de auteur van het beste Europese afstudeerwerk op het gebied van gaming en simulatie. De wedstrijd wordt georganiseerd door SAGSAGA (German gaming and simulation association) en DHBW Stuttgart, een instelling voor management studies. Sebastiaan won de prijs voor beste dissertatie van 2009 voor zijn scriptie, met de titel "The organisation of transactions: studying supply networks using gaming simulation." De uitreiking vormde een onderdeel van Europaische Planspielforum 2010 in Karlsruhe, Duitsland. Fellowship voor Xander Koolman Dr. Xander Koolman, universitair hoofddocent op de faculteit TBM, is geselecteerd voor het Harkness Fellowship 20102011. Dit prestigieuze fellowship biedt ambitieuze onderzoekers uit een aantal landen de mogelijkheid om een jaar lang in de Verenigde Staten onderzoek te doen naar thema‟s in de gezondheidszorg. Xander Koolman zal zich bezighouden met de uitruil van rechtvaardigheid en efficiëntie. Het Harkness fellowship wordt gefinancierd door het Commonwealth Fund (een charitatieve instelling in de VS) en het ministerie van VWS. Buigende muur wint Good Design Award Het project InteractiveWall, een muur bestaande uit buigende vinnen, heeft de Good Design Award ontvangen voor innovatieve en grensverleggende ontwerpen. De buigende muur is een ontwerp van hyperBODY, de onderzoeksgroep van architect prof.ir. Kas Oosterhuis aan de faculteit Bouwkunde. Het is een dynamische muur die reageert op de gebruiker. De muur bestaat uit zeven afzonderlijke flexibele delen met een hoogte van 6 meter, die kunnen buigen dankzij ingebouwde kunstspieren. Oosterhuis ziet de interactieve muur als een stap naar de dynamische geluidswal, die zich alleen opricht als er veel verkeer is. Koninklijke Onderscheidingen De Delftse hoogleraren Bob Mulder en Hans de Jonge alsmede de emeritus hoogleraar Kemal Hanjalic hebben op 29 april een Koninklijke Onderscheiding gekregen. Ook Yoka Boshoff, medewerkster van de Botanische Tuin is onderscheiden. Prof.dr.ir. K. Hanjalic heeft de Koninklijke Onderscheiding „Officier in de Orde van Oranje-Nassau‟ gekregen. Kemal Hanjalic is oud-hoogleraar warmtetransport aan de faculteit TNW. Hanjalic heeft zich ook uitzonderlijk verdienstelijk gemaakt op het maatschappelijke vlak. Hij is twee jaar burgemeester geweest van Sarajevo. Vervolgens is hij vier jaar lid geweest van de ministerraad van BosniëHerzegovina als Minister of Science and Technology. Het beleg van Sarajevo maakte het hem later onmogelijk terug te keren naar zijn geboorteland, waarna hij van 1995 tot 2005 hoogleraar was aan TU Delft. Prof.dr.ir. J.A. Mulder heeft de Koninklijke Onderscheiding „Ridder in de Orde Prof. Mulder van de Nederlandse Leeuw‟ ontvangen. Bob Mulder is hoogleraar stabiliteit en besturing van lucht- en ruimtevaarttuigen aan faculteit LR. Mulder is de
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
99
drijvende kracht achter de sectie Besturing en Simulatie. Professor Mulder is zelf een geroutineerd gezagvoerder op grote intercontinentale verkeersvliegtuigen geweest. Als theoretisch deskundige en als ervaringsdeskundige combineert hij op vakkundige wijze techniek, praktijk en wetenschap. Prof.ir. H. de Jonge heeft ook de Koninklijke Onderscheiding „Officier in de Orde van OranjeNassau‟ ontvangen. Hans de Jonge is hoogleraar vastgoedbeheer en ontwikkeling aan de faculteit Bouwkunde. Hij is een pleitbezorger voor de bouwkundige als ontwerper, gestoeld op een brede vakkennis en een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. De Jonge heeft aan de TU Delft als pioneer en later als voorzitter de afdeling Bouwmanagement & Vastgoedbeheer opgezet en verder ontwikkeld. Met zijn persoonlijke inzet en wetenschappelijke autoriteit geeft professor De Jonge leiding aan tal van denktanks, congressen en debatten in de bouw- en vastgoedwereld. Naast het hoogleraarschap is De Jonge directievoorzitter van de Brink Groep. Mevrouw J.E.M. Boshoff, medewerkster van de Botanische Tuin, is 'Lid in de Orde van Oranje-Nassau' geworden. Yoka Boshoff is geëerd voor het opzetten van de Museumshop van de Botanische Tuin. Bauke Steenhuizen Finalist Delftse Poetry Slam 2010 Bauke Steenhuisen stond 7 juni in de finale van het Delftse Poetry Slam 2010. De 29-jarige docent bij de faculteit TBM won op 10 mei de tweede voorronde. In totaal stonden er in drie voorronden vijftien slammers op het podium. Daarvan gingen er per voorronde twee door naar de finale. Op 7 juni kregen de finalisten elk twee beurten van vier minuten. De jury en het publiek kiezen dan hun winnaar. Helaas ging zowel de voorkeur van het publiek als de jury uit naar twee andere deelnemers. Onderzoek naar bodemgeruis in de prijzen Prof.dr.ir. Kees Wapenaar luistert naar achtergrondruis uit de bodem om olie en gas op te sporen. Hij ontvangt hiervoor dit jaar de prestigieuze Virgil Kauffman Gold Medal. Door tien uur lang met grondmicrofoons te luisteren naar de ruisende woestijnbodem van het Midden-Oosten hebben onderzoekers uit de groep van geofysicus prof.dr.ir. Kees Wapenaar en Shell zinnige informatie over de ondergrond verkregen. Zij toonden aan dat je niet altijd explosieven, hoogfrequente microgolven of trilplaten nodig hebt voor seismisch onderzoek. Vanwege dit soort onderzoek naar natuurlijke achtergrondruis, iets waar Wapenaar zich al jaren mee bezig houdt, ontvangt de hoogleraar dit jaar de Virgil Kauffman Gold Medal van de Society of Exploration Geophysicists, de grootste internationale vereniging voor toegepaste geofysica. Dr. Deyan Draganov, Veni-postdoc bij de sectie van Wapenaar, ontvangt de Clarence Karcher Award, een prijs voor baanbrekend onderzoek door jonge veelbelovende geofysici tot 35 jaar. Geerten van de Kaa wint Onderzoeksprijs Kwaliteitsmanagement 2010 Dr. Geerten van de Kaa, universitair docent aan de faculteit TBM, heeft de Onderzoeksprijs Kwaliteitsmanagement 2010 gewonnen, georganiseerd door het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK). Van de Kaa verdedigde zijn proefschrift “Standards Battles for Complex Systems; Empirical Research on the Home Network” het afgelopen jaar aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. In zijn proefschrift beargumenteert Geerten van de Kaa dat samenwerken in de ontwikkeling van (technische) normen leidt tot betere resultaten voor de samenwerkende bedrijven. Dergelijke samenwerking verhoogt namelijk de kans dat de norm in de markt daadwerkelijk zal worden toegepast. Toepassing is niet vanzelfsprekend, soms concurreren verschillende normen om acceptatie in de markt en de vraag is, welke uiteindelijk als winnaar uit de bus komt.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
100
Outstanding Reviewer Award voor Bas Geelhoed Dr. Bas Geelhoed (TNW) heeft de Outstanding Reviewer Award ontvangen voor zijn review op Environmental Modelling and Software. In 2009 hebben 646 recensenten bijdragen geleverd aan het tijdschrift. Tien van hen zijn voorgedragen om de award te ontvangen. Bas Geelhoed was een van hen. De prijzen worden jaarlijks uitgereikt om waardevolle bijdragen van de recensenten te belonen en om hoge standaarden te stimuleren bij assessments in het tijdschrift. Tony Fretton en Mark Pimlott exposeerden op Biënnale van Venetië Tony Fretton en Mark Pimlott (Bouwkunde) behoorden tot een handvol prominenten die door Kazuyo Sejima, de curator van de Biënnale van Venetië, zijn uitverkoren om daar tijdens de zomer hun werk tentoon te stellen. Curator Sejima liet scouts van het bedrijf een rondje langs Europese ontwerpbureaus maken, en nadat ze hun gezamenlijk portfolio onder ogen had gekregen, vroeg ze Fretton en Pimlott hun gelegenheidsamenwerking te hervatten. Tot de gerenommeerde ontwerpers die door Sejima zijn uitgenodigd om de Arsenale en Palazzo te vullen, behoorden Florian Beigel en Philip Christou van de Architecture Research Unit, de Zwitserse architect Christian Kerez, en het Belgische bureau de Vylder Vinck Taillieu. De Biënnale van Venetië liep van 29 augustus tot en met 21 november. Collegevoorzitter Van den Berg in ScienceGuide Top 10 Bij de opening van het academisch jaar heeft ScienceGuide voor de tiende keer zijn Top 10 van machtigste en meest inspirerende vrouwen en mannen uit HBO, WO, onderzoek en innovatie, gepresenteerd. TU Delft collegevoorzitter Van den Berg staat op nummer 8. In het juryrapport van ScienceGuide staat: "De TU-voorman Van den Berg kwam van de ambassade in Beijing naar Delft. Beleids-chinees of mandarijnencultuur schudde hij snel van zich af. Met zijn pleidooi voor het Zwitsers model na het Finse model van het Innovatieplatform heeft hij de kennisagenda een verrassend nieuw accent gegeven." Michel van Tooren tweede bij verkiezing meest ondernemende wetenschapper Tijdens de Dag van de Valorisatie op 8 juni is de tweede prijs voor de Meest Ondernemende Wetenschapper uitgereikt aan Prof. Michel van Tooren (hoogleraar LR). Prof. Willem de Vos (Wageningen UR) en Susan Bögels (UvA) werden respectievelijk eerste en derde. Directeur Guus Broesterhuizen van NL Octrooicentrum zat in de jury van de verkiezing, die georganiseerd is door Science Alliance. In totaal waren veertien kandidaten genomineerd door rectoren en decanen van de Nederlandse universiteiten. UfD-Leermeesterprijs 2010 voor Huub Savenije Op 30 augustus is de UfD-Leermeesterprijs uitgereikt aan prof. Huub Savenije, hoogleraar hydrologie en waterhuishouding aan de faculteit CiTG. De Leermeesterprijs wordt (vanaf 1994) ieder jaar toegekend aan een hoogleraar van de TU Delft, die excelleert in onderwijs en onderzoek en daarmee inspirerend is voor studenten en promovendi. Savenije is bijzonder blij met de prijs, omdat het initiatief voor de voordracht genomen was door de studenten civiele techniek en het Gezelschap Praktische Studie, de studievereniging van civiele techniek. De prijs bestaat uit een netto bedrag van € 15.000, een zilveren penning en een oorkonde, aangeboden door het Universiteitsfonds Delft. Mark de Reuver en Felix Hampe winnen Best Paper Award Mark de Reuver, M.Sc, UD bij de faculteit TBM, heeft samen met Stefan Stein en prof.dr. Felix Hampe van de universiteit van Koblenz-Landau de Best Paper Award gewonnen tijdens de gecombineerde 9th International Conference on Mobile Business en de 9th Global Mobility Roundtable in Athene. Het paper is getiteld `Towards a Service Platform and Business Model for Mobile Participation', en ontwerpt zowel een service platform als business model voor mobiele overheidsdiensten. Felix Hampe is momenteel de Cor Wit chair en als zodanig tevens verbonden aan de TBM-faculteit. Martijn Groenleer ontvangt Fulbright-Schuman beurs Op 1 juni 2010 ontvingen 36 Nederlandse studenten, promovendi en wetenschappers een Fulbright-beurs voor studie, onderzoek of een docentschap in de VS. Een van hen is dr. Martijn Groenleer (TBM). De Amerikaanse ambassadeur mw. Fay Hartog Levin reikte de beurzen uit in het West-Indisch Huis te Amsterdam.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
101
Prijs voor beste paper In mei 2010 heeft prof. Andreas Faludi (TBM/OTB) in Pécs (Hongarije) op het congres van de Regional Studies Association de Award for best international conference paper toegekend gekregen voor zijn paper over procesarchitectuur van het ruimtelijk cohesiebeleid van de EU. Van Waterschoot van der Gracht Penning voor Salle Kroonenberg Het hoofdbestuur van het Koninklijk Nederlands Geologisch en Mijnbouwkundig Genootschap (KNGMG) heeft besloten om de Van Waterschoot van der Gracht Penning 2010 toe te kennen aan prof. Salle Kroonenberg. Hij is op uiteenlopend terrein binnen de geologie actief geweest en heeft veel studenten geïnspireerd met zijn colleges. Met zijn publicatie en zijn, soms controversiële, bijdragen aan het publieke debat heeft hij de bekendheid met en de interesse voor de (toegepaste) aardwetenschappen een belangrijke impuls gegeven. De Penning is genoemd naar mr.dr. h.c. W.A.J.M. van Waterschoot van der Gracht (1873-1943), oprichter en eerste voorzitter van het KNGMG en van 1905 tot 1915 Directeur van de Rijks Opsporingsdienst voor Delfstoffen (ROD), de latere Rijks Geologische Dienst (de voorloper van het huidige Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen NITG). Tevens was deze eminente Nederlandse geoloog één van de oprichters van de American Association of Petroleum Geologists (AAPG). ITE Transportation Safety Award voor Fred Wegman Prof. ir. Fred Wegman (CiTG), tevens directeur-bestuurder van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), heeft op 10 augustus 2010 in Vancouver, Canada de ITE 2010 Edmund R. Ricker Transportation Safety Award in ontvangst genomen. Deze prijs van het Institute of Transportation Engineers ITE wordt jaarlijks uitgereikt in twee categorieën: individueel en organisatie. De individuele award gaat naar een persoon die zijn of haar sporen heeft verdiend op het gebied van de verkeersveiligheid in professionele organisaties, in de samenleving, of door zijn of haar optreden als verkeersveiligheidsdeskundige. Highly Commended Paper Award voor Albert Plugge en Marijn Janssen Albert Plugge en Marijn Janssen (TBM) hebben een Highly Commended Paper Award gewonnen tijdens de Emerald Literati Network Awards for Excellence 2010. De titel van het paper is: “Managing change in IT outsourcing arrangements: an offshore service provider perspective on adaptability” en is eind 2009 gepubliceerd in Strategic Outsourcing: An International Journal. Het paper is geschreven naar aanleiding van het probleem dat veel IT outsourcing providers niet in staat zijn om richting hun klanten gedurende een langere periode een stabiele performance te realiseren. Empirisch onderzoek toont aan dat het adaptief vermogen van een provider om zich aan te passen aan veranderende klantomstandigheden van doorslaggevend belang is bij het behalen van een stabiele performance. Subsidie voor Organische Rankine-cyclus Turbines Dr.ir. Piero Colonna (3mE) heeft subsidie gekregen van het STW; te samen met de fondsen van industriële partners is dit een substantieel bedrag. Het onderzoek focust op de stromingsleer van dichte nevel, specifiek op het nietklassieke gasdynamica fenomeen. Colonna hoopt hiermee het bestaan van verdunning schokgolven aan te tonen. Het onderzoek kan uiteindelijk toegepast worden bij Rankine-cyclus turbines. Deze zijn identiek aan de stoomturbines die gebruikt worden in energiecentrales, alleen wordt hier een organische vloeistof gebruikt in plaats van stoom, om op die manier een hogere efficiency te bereiken voor lagere capaciteit. Deze vloeistoffen maken het mogelijk om hitte op een lagere temperatuur om te zetten in elektriciteit. Beste student papers award voor wetenschappers TBM en EWI Dr. Harry Bouwman (TBM) en ir. Antonio Madureira en prof.dr. Nico Baken (EWI) hebben een van de 4 beste student papers award gewonnen tijdens de 18th Biennial Conference of the International Telecommunications Society, in Tokyo, Japan. De titel van het paper is: 'The Origin of Value through Information Networks; a preliminary ramework'. De faculteiten EWI en TBM werken samen met KPN en TNO in het Trans onderzoeksprogramma. Het paper is geschreven in het kader van dit gemeenschappelijk onderzoeksprogramma. Promovendus Luuk van Barneveld ontvangt COSPAR-award Promovendus Luuk van Barneveld heeft de COSPAR outstanding paper award for young scientists ontvangen. Het comité voor ruimteonderzoek gaf de aanmoedigingsprijs voor Van Barnevelds onderzoek naar de baanbepaling van
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
102
satellieten die in formatie vliegen, zoals de Amerikaanse GRACE-satellieten die het zwaartekrachtsveld van de aarde in kaart brengen. Van Barneveld maakt bij zijn baanbepalingsmethode onder andere gebruik van GPS-satellieten in een nog veel hogere baan. De 38e vergadering van de wetenschappelijke commissie voor ruimteonderzoek (COSPAR) vond plaats in Bremen, Duitsland van 18 tot 25 juli. Het is de grootste interdisciplinaire conferentie over ruimtewetenschap wereldwijd. Eredoctor Andre Geim wint nobelprijs voor onderzoek naar grafeen Andre Geim en Konstantin Novoselov hebben de Nobelprijs voor de natuurkunde 2010 gekregen voor hun doorbraak in het onderzoek naar tweedimensionaal grafeen. Andre Geim, die de Nederlandse nationaliteit heeft, ontving in 2008 een eredoctoraat aan de TU Delft. Hij is werkzaam aan de universiteit van Manchester en werkte daarvoor aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ook Konstantin Novoselov heeft een band met Nederland, hij promoveerde in Nijmegen. Beide wetenschappers verzorgden gastcolleges in Delft en hebben regelmatig contact met Delftse wetenschappers. De natuurkundigen krijgen de prijs voor hun opzienbarende ontdekking van grafeen, een stabiele één-atoomlaag van grafiet. Het materiaal lijkt uitermate geschikt als stabiele geleider en heeft mogelijk toepassingen in lcd-, touchscreens en chips. De Russen staan bekend om hun legendarische onconventionele en creatieve aanpak. Zo ontdekten ze grafeen met behulp van een stuk plakband. Hugo Priemus krijgt Hudig-penning Prof. dr. Hugo Priemus (OTB) ontving op 18 november 2010 de Hudig-penning vanwege zijn grote bijdrage aan de volkshuisvesting en de ruimtelijke ontwikkeling. Het bestuur van de Hudig-penning roemt zijn werk op het snijvlak van onderzoek, praktijk en beleid. „Zijn sterke analyses kan hij in een volstrekt eigen stijl glashelder voor het voetlicht brengen. Met zijn enorme expertise en onderzoekservaring kan hij als geen ander een empirische basis geven aan beleid. Zijn optredens in kamercommissies, adviescommissies en -raden zijn talrijk en worden hoog gewaardeerd‟, aldus het bestuur. Tegelijk met de penning is het eerste exemplaar van een publicatie over het werk van Hugo Priemus uitgereikt. Deze publicatie schetst een levensloop, op basis van autobiografische notities van Priemus zelf en interviews met mensen met wie hij samenwerkte, zoals Pieter Winsemius, Adri Duivesteijn en Klaas de Vries. De Hudig-penning werd sinds 1935 twaalf keer eerder uitgereikt aan „degene, die zich in Nederland op het gebied van de volkshuisvesting en/of den stedenbouw op bijzondere wijze heeft verdienstelijk gemaakt‟. Freek Beekman meest ondernemende wetenschapper TU Delft Prof.dr. Freek Beekman (TNW) is op 23 november uitgeroepen tot de meest ondernemende wetenschapper van de TU Delft. Beekman doet onderzoek naar instrumenten voor medische research en diagnostiek en zorgt ervoor dat ze ook op de markt komen. Hij was een van de 4 finalisten. De „Entrepreneurial Scientist Award‟ is een valorisatiebonus van €25.000 voor de wetenschapper die vanuit zijn eigen vakgebied daadwerkelijk kennis naar de markt brengt d.m.v. technostarters of incorporatie bij een bestaand bedrijf. Dap Hartmann wint Entrepreneurial Motivator Award Dr. Dap Hartmann is op 23 november bekroond als belangrijkste motivator voor ondernemende studenten. De Entrepreneurial Motivator Award is bedoeld voor de wetenschapper die studenten en collega‟s stimuleert om te gaan ondernemen en een ondernemende houding mogelijk maakt, bijvoorbeeld door het initiëren van ondernemerschapsvakken of door het beschikbaar stellen van kennis en netwerk. Dr. Dap Hartmann past het meest in dat profiel, vond de jury, die hem de prijs en een valorisatiebonus van €15.000 toekende. De prijsuitreiking werd georganiseerd door YES!Delft en het Valorisation Centre van de TU Delft. Freek Beekman wint Frost & Sullivan Award Het Frost & Sullivan Best Practices team heeft aan Prof. Freek Beekman (TNW) en zijn bedrijf MILabs de New Product Innovation Award for Diagnostics and Medical Imaging 2010 uitgereikt voor de ontwikkeling van VECTor, het
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
103
eerste instrument welke SPECT en PET gelijktijdig kan verrichten met een onovertroffen resolutie. In hun analyse is MILabs erkend als een van de snelst groeiende bedrijven op het gebied van Preclinical Imaging. De VECTORtechnologie van MILabs kan gelijktijdig de SPECT en PET technologie verrichten met een onovertroffen resolutie. In talrijke moleculaire imaging toepassingen, overtreft VECTor de resolutiecapaciteiten van zowel het klassieke PET met SPECT technologieën. Vier professoren TU Delft in Duurzame Top 100 De TU Delft is goed vertegenwoordigd in de Duurzame Top 100 van het dagblad Trouw. In de editie van 2010 staan vier Delftse hoogleraren in deze lijst van invloedrijke „duurzame‟ Nederlanders, met Wubbo Ockels op een prominente tweede plaats. Trouw stelde de Top 100 voor de tweede keer samen. In de Duurzame Top 100 staat prof. Wubbo Ockels van de faculteit LR op een mooie tweede plek, achter oud-topbestuurder Herman Wijffels. „Als er iemand optimistisch doorwerkt aan een duurzame wereld dan is het natuurkundige en ruimtevaarder Wubbo Ockels‟, schrijft Trouw over hem. De andere Delftenaren in de lijst zijn emeritus hoogleraar milieutechnisch ontwerpen Jón Kristinsson (Bouwkunde) op plaats 64, emeritus hoogleraar duurzaam bouwen Kees Duijvestein (Bouwkunde) op 83 en hoogleraar Han Brezet van IO op plaats 91. De uit IJsland afkomstige Kristinsson wordt door het dagblad omschreven als de „nestor‟ van duurzaam bouwen; zijn voormalige collega Duijvestein als „een pionier‟ op het gebied van duurzaam bouwen. Over Brezet wordt gezegd dat hij zich graag inzet voor een breder publiek. Zo is hij onder meer bekend als jurylid van het SBS-programma „Het Beste Idee van Nederland‟. Joost Venrooij wint Best Student Paper Award bij de 2010 IEEE-SMC Conference in Istanbul Op de IEEE-SMC conferentie 2010 in Istanbul heeft Joost Venrooij de Best Student Paper Award gewonnen voor zijn paper "Biodynamic Feedthrough is Task Dependent". Joost Venrooij is promovendus bij de faculteit LR en bij de faculteit 3mE. Deze prestigieuze prijs wordt elk jaar toegekend aan een Student Paper die de selectie van een IEEE-SMC jury doorstaat en vervolgens als beste presentatie op de conferentie zelf gekozen wordt. Egbert Balsma wint J.B. Westerdijkprijs Het bestuur van de Stichting J.B. Westerdijkfonds heeft op voorstel van de Vereniging voor Technische Physica besloten de J.B. Westerdijkprijs toe te kennen aan ing. Egbert Balsma (TNW). De J.B. Westerdijkprijs is aan Egbert Balsma toegekend vanwege zijn grote verdiensten voor het onderwijs aan de studenten van de Opleiding Technische Natuurkunde. Nominatie voor woontoren van prof. Thijs Asselbergs De woontoren Mariastichting van architectuurcentrale Thijs Asselbergs (aTA) is door de gemeente Haarlem genomineerd voor de Lieven de Key Penning 2010. Prof.ir. Thijs Asselbergs (Bouwkunde) is sinds september 2008 hoogleraar Bouwconstructieve Integratie & Coördinatie. De 66 meter hoge woontoren is onderdeel van een groter project van aTA. De Lieven de Key penning wordt elk jaar uitgereikt aan een persoon of organisatie die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van monumentenzorg, architectuur of stedenbouw in de gemeente Haarlem. In 2010 was het thema 'Architectuur'. Homayoun Nikookar is 'Supervisor of the Year' Universitair hoofddocent dr. Homayoun Nikookar (EWI) is door promovendivereniging Promood uitgeroepen tot de eerste 'promotor van het jaar'. Nikookar heeft de prijs te danken aan de voordracht van zijn promovendus Madan Lakshmanan. Deze noemt hem een geduldig luisteraar, een empathisch gids, een inspirerend mentor en een sympathiek vaderfiguur. Het is de eerste keer dat Promood deze prijs heeft uitgereikt, met steun van de rector magnificus. Nikookar heeft de prijs op 18 november in ontvangst genomen tijdens de periodieke Promood-borrel. Prof. Thomsen 'ist ein Crooswijker' Prof. ing. André Thomsen (Bouwkunde) heeft de 'Ich bin ein Crooswijker'-oorkonde gekregen. De oorkonde is een initiatief van de Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk (FBNC) en een waardering voor Thomsens inzet 'bij het behoud van Nieuw Crooswijk'. Volgens het Masterplan Nieuw Crooswijk (Rotterdam) moeten in de wijk 1800 'nog goede' huurwoningen worden gesloopt. Voor 800 is het al te laat. Thomsen helpt met andere
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
104
deskundigen de wijkbewoners om de resterende woningen te redden. Thomsen is sinds 1983 hoogleraar Woningverbetering en Woningbeheer aan de faculteit Bouwkunde. Akke Suiker beste docent TU Delft 2010 Dr.ir. Akke Suiker is op 25 november uitgeroepen tot beste docent van de TU Delft van 2010. Naast de titel, ontving hij een persoonlijke prijs van 2.000 euro en een bedrag van 5.000 euro bestemd voor verbetering van het onderwijs. Akke Suiker is al drie jaar achter elkaar door de studenten van de faculteit LR verkozen als beste docent. "Akke Suiker verplaatst zich echt in de student", aldus het oordeel van de studievereniging van LR. "In zijn colleges bouwt hij complexe problemen stap voor stap op, waardoor studenten ze beter kunnen begrijpen, en dat doet hij elke keer alsof hij het voor het eerst uitlegt. Akke Suiker geeft een aantal van de moeilijkste bachelorvakken bij de faculteit, maar hij heeft zo zijn eigen methoden om 'droge' stof begrijpelijk te maken." De concurrentie van Suiker (en beste docenten van eigen faculteiten) waren: Emiel van Elderen (EWI), Hans Welleman (CiTG), Yu Song (IO), Miriam Blaauboer (TNW), Robert Babuska (3mE) en Pieter Bots (TBM). Jasper van Kuijk wint Cameretten Cabaretier Jasper van Kuijk (IO) is de winnaar van de 45ste editie van Cameretten. Hij won zowel de jury- als de publieksprijs op een van de sterkste finales sinds jaren, waarin het engagement terugkeerde. Het oordeel van de jury luidde: “Jasper van Kuijk weet niet alleen hoe hij een verhaal moet vertellen, hij heeft ook een verhaal - van een niveau dat je zelden meemaakt tijdens een finale van een cabaretfestival. Zijn vrolijk-vurige pleidooi tegen de versimpeling en leukheidscultus is intelligent opgebouwd en opvallend geëngageerd”. Cameretten begon in 1966 als lustrumactiviteit van de TU Delft. In december 2010 is Van Kuijk gepromoveerd. The Most-Cited Author Award naar de Biomaterials Technology Groep Luoxing Li, Jie Zhou en Jurek Duszczyk, onderzoekers van de faculteit 3mE, hebben the Most-Cited-Article Award ontvangen van het Journal of Materials Processing Technology. De Award gaat over een zesjarige periode (van 2005 t/m 2010) toen in dit belangrijke internationale tijdschrift ongeveer 4800 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd zijn. Dit is een opvolger van een eerdere toekenning "Most-Cited Author Award" voor hetzelfde artikel in de periode 2005 t/m 2008. Het artikel betreft het vormgevingsgedrag van een bio-afbreekbare magnesiumlegeringen voor orthopedische en cardiovasculaire toepassingen. Caspar Chorus ontvangt „Supervisor of the year‟-award Dr.ir. Caspar Chorus (TBM) heeft de „Supervisor of the year‟-award ontvangen tijdens het congres van onderzoeksschool TRAIL op 24 november. Deze prijs wordt uitgereikt aan begeleiders van promovendi. TRAIL is een samenwerkingsverband tussen de TU‟s in Delft, Eindhoven en Twente, de Radboud Universiteit en de Erasmus Universiteit. Binnen TRAIL zijn zo‟n 90 promovendi bezig aan wetenschappelijk onderzoek op het vlak van transport, infrastructuur en logistiek. Prof. J.M. Tienstra Onderzoeksprijs voor Bastiaan van Loenen Dr.ir. Bastiaan van Loenen (OTB) heeft de prof.J.M. Tienstraprijs gewonnen. Hij ontving de prijs op 10 november tijdens het GIN-symposium "De Geo-informatie buiten zetten" in Apeldoorn. De jury waardeerde het onderzoekswerk van Van Loenen als relevant en van uitstekend niveau en verwacht dat de prijs een aanmoediging zal zijn voor het verdere onderzoekswerk van Van Loenen. Van Loenen deed onderzoek naar de modellering van de ontwikkeling van geografische informatie infrastructuren (GII) en de rol van het toegankelijkheidsbeleid. Op dit moment is zijn voornaamste onderzoeksgebied 'location privacy': hoe kan er een evenwichtige balans worden gevonden tussen privacy en nationale veiligheidsbelangen voor wat betreft locatie-informatie. Twee projecten van TU-ers in finale Green Challenge Ze hebben niet gewonnen, maar zijn wel in de finale gekomen: Gunawan Kusuma (medewerker 3mE) en Arian Khamooshian (student LR; medewerker IO). De Delftse deelnemers aan de eindstrijd hoopten met hun duurzame idee de prijs van een half miljoen euro in de wacht te slepen. Hun ideeën om CO2 uitstoot op marktgerichte wijze te reduceren, zijn uit honderden inzendingen van over de hele wereld gekozen als finalisten. Arian Khamooshian (21) bedacht een eivorm die op de golven ligt en die iedere knik op de deining omzet in stroom. Hij kwam op het idee tijdens een bachelor-project aan de TU Delft. Inmiddels heeft hij een eigen bedrijfje opgericht
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
105
(GreenMotionTechnologies), om zijn idee verder uit te werken. De van oorsprong Indonesische Gunawan Kusuma (29), het boegbeeld van het Delftse Holland Container Innovators, bedacht een opvouwbare zeecontainer die een vierde van de ruimte van een normale zeecontainer in beslag neemt. Nominatie The Why Factory voor Dutch Design Award The Why Factory van architectenbureau MVRDV was genomineerd voor de Dutch Design Awards. Het ontwerp is helaas niet in de prijzen gevallen. The Why Factory is een kolossale trap in de faculteit Bouwkunde die kan dienen als tribune met daarbinnen ruimtes voor presentaties en onderzoek. Het ontwerp dingt mee in de categorie Ruimtelijk Ontwerp voor het 'beste interieur cultureel'. Volgens de jury is de finalist er met een beperkt budget in geslaagd 'een gebouw in een gebouw te maken met een krachtige identiteit. Een eenvoudige ingreep brengt een groot effect teweeg, waarbij zowel de binnenzijde als de buitenkant kan worden gebruikt.' De finalisten zijn door vakgenoten geselecteerd uit meer dan zevenhonderd projecten. Eerder kregen MVRDV en productontwerper Richard Hutten voor The Why Factory 'De Lensvelt de Architect interieurprijs 2009'. Het was toen 'het meest vernieuwende interieurproject' uit 84 inzendingen. Faculteit Bouwkunde genomineerd voor Gouden Piramide BK-City, de succesvolle herhuisvesting van de faculteit Bouwkunde na de verwoestende brand in mei 2008, was genomineerd voor de Gouden Piramide. De jury schrijft: "Met grote voortvarendheid werd de herhuisvesting van de faculteit Bouwkunde aangepakt na de catastrofale brand van het oude gebouw op 13 mei 2008. Reeds binnen enkele weken startte een samengestelde projectorganisatie met de bouwopgave van 35.000 m2 in het voormalige hoofdgebouw van de TU Delft, waarbij gebruik werd gemaakt van de aanwezigheid en expertise van de bij 'bouwkunde' reeds betrokken ontwerpers. Kern van de opdracht was om het atelieronderwijs met zo weinig mogelijk vierkante meters toch maximaal te faciliteren. Resultaat: binnen een jaar was het statige monumentale gebouw omgetoverd tot een fleurig en flexibel 'BK-City'.". De Gouden Piramide is de jaarlijkse Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap in de architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, infrastructuur en ruimtelijke ordening. De prijs is een gezamenlijk initiatief van de ministeries van VROM, LNV, OCW en VenW en bestaat uit een bedrag van 50.000 euro, een trofee en een publicatie met de beste inzendingen. In totaal waren er vijf genomineerden, waarbij de huisvesting van een basisschool in een leegstaand kerkgebouw in Hengelo de winnaar is geworden. Wubbo Ockels als glossy Prof. Wubbo Ockels (LR) heeft zijn eigen, eenmalige magazine gekregen. In oktober was het 25 jaar geleden dat Ockels als eerste Nederlander een vlucht door de ruimte maakte. HP/De Tijd vierde dat jubileum met de wetenschappelijke glossy WUBBO. De glossy gaat over ruimtevaart, toekomst, duurzaamheid en over Ockels zelf.
Lidmaatschappen en ereprofessoraten, -doctoraten Lid Zweeds Koninklijk Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen Prof. dr. ir. Hugo van Dam, emeritus-hoogleraar aan de TU Delft, is verkozen tot Buitenlands Lid van het Zweeds Koninklijk Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Gotenburg. Dit eerbewijs is hem verleend voor zijn excellentie in onderzoek en onderwijs op het gebied van de reactorfysica. Sedert 2003 is hij met emeritaat maar nog steeds actief bij het Reactor Instituut Delft. Ook is zijn rol in wetenschapsorganisatie beschouwd, onder andere als een der oprichters van de European Nuclear Society, en als publicist over kernenergie voor een breder publiek. Dit laatste kwam bijvoorbeeld tot uiting in bekroonde publicaties in het tijdschrift Nuclear Europe Worldscan. Tenslotte voldeed hij aan de voorwaarde van belangrijke bijdragen aan de wetenschapsbeoefening in Zweden, in zijn geval als presentator, faculteitsopponent en adviseur.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
106
Yao-Hua Tan toegetreden tot EVO-Raad Professor Yao-Hua Tan (TBM) is toegetreden tot de EVO-Raad voor Logistieke kennis. Deze raad bestaat uit zowel EVO-leden als vertegenwoordigers van kennisinstellingen, allen deskundigen op diverse terreinen in de logistiek. Microbioloog Mike Jetten lid van de KNAW De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft microbioloog Mike Jetten, hoogleraar aan de TU Delft en de Radboud Universiteit Nijmegen, gekozen tot nieuw lid. Mike Jetten studeerde Moleculaire Wetenschappen aan de Universiteit Wageningen, waar hij in 1991 cum laude promoveerde op een onderwerp uit de anaerobe microbiologie. Van 1991 tot 1994 verrichtte Jetten onderzoek aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Van 1994 tot 2000 werkte hij als universitair docent aan de TU Delft bij de afdeling Biotechnologie. Jetten is sinds 2000 hoogleraar Ecologische Microbiologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is Jetten sinds 2002 bijzonder hoogleraar Environmental Microbiology aan de TU Delft. Voor zijn onderzoek aan de Anammox-bacterie kreeg Jetten in 2008 een ERC Advanced Grant van 2,5 miljoen euro toegekend. De Advanced Grant van de European Research Council is de meest prestigieuze Europese onderzoeksbeurs voor individuele onderzoekers. Voor zijn wetenschappelijke verdiensten ontving Jetten ook diverse andere onderscheidingen, waaronder een KNAW Research Fellowship en een NWO Talent Stipendium. Hester Bijl in Raad van Toezicht van ECN Hoogleraar aerodynamica Hester Bijl (LR) is lid geworden van de Raad van Toezicht van Energieonderzoek Centrum Nederland. Zij vervult de vacature die is ontstaan door het vertrek van professor Wim Turkenburg. De Raad van Toezicht van ECN heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de directie en deze met advies bij te staan. Hester Bijl is voor een termijn van vier jaar benoemd. De Raad bestaat uit zes leden die door de minister van Economische Zaken worden benoemd. Van Loenhout en Nowack naar bijeenkomst Nobelprijswinnaars in Lindau Uit meer dan 20.000 jonge wetenschappers zijn 687 excellente onderzoekers geselecteerd die een uitnodiging mochten ontvangen voor de 60ste bijeenkomst van Nobelprijswinnaars in Lindau (aan de Bodensee) van 27 juni t/m 3 juli 2010. Onder hen promovendi Marijn van Loenhout en Katja Nowack (beiden TNW). Tijdens deze interdisciplinaire bijeenkomst waren 64 Nobelprijswinnaars in Scheikunde, Natuurkunde en Geneeskunde/Fysiologie aanwezig. Yao-Hua Tan lid van het NAF Professor Yao-Hua Tan (TBM) is lid geworden van het bestuur van het Nederlandse Architectuur Forum (NAF), een organisatie die zich bezig houdt met het bevorderen van het werken onder architectuur en het bevorderen van de professionaliteit van architecten in de wereld van organisatie en IT. Het NAF bestaat sinds 2002 en heeft inmiddels een uitgebreid netwerk van meer dan 70 gebruikerspartijen, leveranciers en instellingen van wetenschap en onderwijs opgebouwd. Monika Chao-Duivis benoemd tot lid Raad van Commissarissen OBS Prof.mr.dr. Monika Chao-Duivis, hoogleraar Bouwrecht (Bouwkunde), is 20 april benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft (OBS). Het OBS werkt aan de gebiedsontwikkeling van het stationsgebied in Delft. Het OBS heeft tot taak de overeenkomsten uit te voeren die zijn vastgelegd met de betrokken partijen in het Spoorzone project. Dit zijn afspraken op het gebied van stedelijke ontwikkeling (bouw van woningen en kantoren) en het knooppunt voor het openbaar vervoer (stationshal in opdracht van ProRail en het stadskantoor). Het OBS is verantwoordelijk voor de voorbereiding en de uitvoering van de ontwikkeling. Hans de Wit nieuwe voorzitter Stichting Historie der Techniek Prof.dr. Hans de Wit is de nieuwe voorzitter van Stichting Historie der Techniek (SHT) geworden. Hij volgt dr.ir. Hans Linsen op die sinds 1999 voorzitter was. De Wit is hoogleraar aan de faculteit 3mE en gespecialiseerd in nieuwe vormen van duurzame energie, conversieprocessen en duurzame materialen. Eerder was hij onder meer bestuurder bij TNO en Corus.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
107
Timo de Rijk bijzonder hoogleraar Design Cultures (VU) Dr. Timo de Rijk bekleedt sinds september de Premsela Leerstoel Design Cultures van de opleiding algemene cultuurwetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij blijft als hoofddocent verbonden aan de TU Delft. Premsela, Dutch Platform for Design and Fashion en de Faculteit der Letteren (VU) hebben deze leerstoel ingesteld met als doel het onderzoek en onderwijs betreffende de positie en werking van design in de samenleving te stimuleren. De Premsela Leerstoel is de eerste leerstoel in Nederland op het gebied van designcultuur. De Rijk gaat met zijn studenten op zoek naar de betekenis van verschillende soorten vormgeving. Design (mode, productvormgeving en grafische vormgeving) wordt in een brede sociale, culturele en academische context geplaatst. De Rijk stelt regelmatig designtentoonstellingen samen, zoals momenteel de expositie Norm=Vorm in het Duitse Essen, en is hij hoofdredacteur van het Dutch Design Yearbook. Eén dag in de week zit hij op de VU. Hyppolytuslezing Innovatie en Techniek door Jeroen van den Hoven De spreker van de Hippolytuslezing van 20 juni was prof. Jeroen van der Hoven. Hij heeft verteld waarom innoveren ook een kwestie van ethiek is. Onze technologieën zijn zo geavanceerd, ze stellen ons in staat de bouwstenen van het universum en het leven te manipuleren en hebben een diepgaande en blijvende impact. Daarom hebben we de morele verantwoordelijkheid zeer doordacht te werk te gaan bij het ontwikkelen en in gebruik nemen van nieuwe techniek. Han de Winde nieuwe voorzitter Executive Board van ACTS Vanaf 1 oktober 2010 is prof.dr. Han de Winde (TNW) de nieuwe voorzitter van de Executive Board van ACTS, het publiekprivate samenwerkingsorgaan op het gebied van duurzame chemie en katalyse. De Winde vervangt dr. Teun Graafland, die bijna twee jaar lang voorzitter was van de Board. De Winde ziet het als een voorrecht en een uitdaging om met ACTS (Advanced Chemical Technologies for Sustainability) en de Regiegroep Chemie te kunnen werken aan een verdere uitbouw, versteviging en internationalisering van innovatief chemieonderzoek in Nederland en daarmee een belangrijke bijdrage te leveren aan duurzaamheidsontwikkeling in nationale en internationale context. Sylvie Soudarissanane nieuwe voorzitter van Promood De vereniging van Delftse promovendi heeft een nieuwe voorzitter. Het is Sylvie Soudarissanane, PhD bij de faculteit LR. Zij verwacht haar promotie in september 2011. Soudarissanane doet onderzoek naar de wijze waarop laser scanners die afstanden meten nauwkeuriger kunnen werken. Een laserscanner meet miljoenen afstanden binnen vijf minuten en kan een 3D model van een volledig gebouw binnen een dag maken. Met haar tool kan Soudarissanane afstanden tot op enkele millimeters nauwkeurig meten. Soudarissanane heeft de ambitie om ook na haar promotie verder te gaan met onderzoek. Adrie Bos benoemd tot vice-president ISSDO In september is dr. Adrie J.J. Bos gekozen tot vice-president van de International Solid State Dosimetry Organization ( ISSDO). Vervolgens wordt hij over 3 jaar automatisch President. De ISSDO bevordert en waarborgt de kwaliteit van de 'Solid State Dosimetry' op international niveau onder andere door het waarborgen van de continuïteit van de SSD conferenties en de Summer School op dit gebied. De benoeming is een erkenning van bijdragen op het vakgebied en hangt ook samen met het feit dat hij drie jaar geleden een succesvolle internationale conferentie op dit gebied in Delft heeft georganiseerd. Jeroen Langeveld en François Clemens leiden het kennisprogramma Urban Drainage Dr.ir. Jeroen Langeveld is benoemd tot directeur van het kennisprogramma Urban Drainage. Een aantal grote gemeenten, ingenieursbureaus, KWR, Stowa en stichting Rioned investeren de komende vijf jaar in onderwijs en onderzoek naar de afvoer van afval- en regenwater. Langeveld blijft werken bij Royal Haskoning. Prof.dr.ir. François Clemens heeft de wetenschappelijke leiding over het project. Hans de de Jonge gevraagd als voorzitter Actieprogramma Leegstand Kantoren Prof. Hans de Jonge is door het ministerie van VROM gevraagd als voorzitter voor het Actieprogramma Leegstand Kantoren. De Jonge is naast hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde ook directievoorzitter van de Brink Groep. In het Actieprogramma „Leegstand Kantoren‟ worden veranderingen in de bouw en het beheer van de kantorenvoorraad nagestreefd. Dit leidt tot een aantal concrete acties: een betere en restrictievere planning waardoor nu een aantal bouwprojecten wordt stilgelegd, de herontwikkeling en transformatie van bestaande locaties en het ontwikkelen van een nieuw marktmechanisme door alle betrokken partijen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
108
Eredoctoraat ETH Zurich voor Mark van Loosdrecht Prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht (TNW) heeft op 20 november een eredoctoraat ontvangen van de vooraanstaande Zwitserse technische universiteit ETH Zürich. Van Loosdrecht ontving dit eerbetoon vanwege zijn 'uitstekende prestaties op het gebied van de milieubiotechnologie en voor de talrijke omzettingen van wetenschappelijke kennis in praktische zuiveringstechnieken, in het bijzonder op het gebied van afvalwaterzuivering.' Mark van Loosdrecht promoveerde aan de Landbouw Universiteit Wageningen en is in 1999 aan de TU Delft tot hoogleraar benoemd. In die functie heeft hij aan de wieg gestaan van vele nieuwe ontwikkelingen op het gebied van afvalwaterzuivering, waarbij energiebesparing en compactheid altijd centraal heeft gestaan. De concepten en vindingen van Mark van Loosdrecht hebben geleid tot vele praktijksystemen, patenten en honderden wetenschappelijke publicaties. Naast zijn hoogleraarschap aan de TU Delft is Van Loosdrecht ook wetenschappelijk directeur bij KWR Watercycle Research Institute. Wytze Patijn benoemd tot Sstadsbouwmeester en Supervisor TU-campus Vertrekkend Bouwkunde-decaan Prof. Wytze Patijn is per 1 januari 2011 benoemd tot supervisor TU-campus. Als onafhankelijk deskundige zal hij de visie en samenhang bij bouw, verbouw- en restauratieprojecten van en rond de TU-campus bevorderen. Hij zal daarvoor vroegtijdig adviseren over planinitiatieven, projectdefinities, architecten/ontwerperkeuzen en omgevingsplannen. Eveneens is Patijn per 1 januari 2011 gestart als de nieuwe Delftse stadsbouwmeester. Hij is aangesteld op verzoek van de gemeenteraad. Patijn is de eerste Stadsbouwmeester van Delft. De stadsbouwmeester wordt dé spil tussen marktpartijen, de ambtelijke organisatie en het gemeentebestuur. Hij gaat bijdragen aan een hoge kwaliteit van stedenbouw en architectuur in Delft, stimuleert de discussie hierover in de stad, draagt bij aan snellere en betere ontwikkeling van projecten en zet zich in voor het verder uitbouwen van het welstandsbeleid. Laure Itard benoemd tot lector aan De Haagse Hogeschool Op 30 november heeft OTB-onderzoeker dr. Laure Itard haar intreerede uitgesproken ter aanvaarding van haar lectoraat „Energie en de gebouwde omgeving‟ aan de Haagse Hogeschool. Itard is lector sinds januari 2010. Laure Itard werkt sinds 2004 op het OTB, waar zij onderzoek doet naar duurzaamheid van woningen en woninggebonden installaties en naar de wijze waarop bewoners energie gebruiken. Het lectoraat betreft het verduurzamen van de energieketen in de gebouwde omgeving. Het is gericht op systeemmodellering en systeemsimulatie voor energie- en binnenklimaatsystemen. Itard pleitte in haar rede voor no-nonsense ontwerpen waarbij systeemsimulatie ontwerp, regeling en onderhoud van complexe installaties ondersteunt en waarmee daadwerkelijk energie wordt bespaard. Sabine Roeser bijzonder hoogleraar aan Universiteit Twente Dr. Sabine Roeser (TBM) is per 1 september benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Twente met de leeropdracht Politieke filosofie en ethiek van de technologie. Dit gebeurde op voordracht van de humanistische stichting Socrates. Roeser combineert de functie met haar baan als universitair hoofddocent bij TBM.
Benoeming Theo Toonen in CESUN Executive Committee TBM-decaan Theo Toonen is per 1 september 2010 benoemd tot lid van de Executive Committee van CESUN: Council of Engineering Systems Universities. Bij CESUN zijn meer dan 50 universiteiten aangesloten uit North America, Europe, Asia, and Australia. De Raad draagt bij dat de liduniversiteiten samen werken om engineering systems ontwikkelen in nieuwe studiegebieden. Dirk Jan van den Berg Vice-President for European Affairs in IDEA League Voorzitter van het CvB, Dirk Jan van den Berg, is de nieuwe Vice-President for European Affairs van de IDEA League. De IDEA League is het samenwerkingsverband van vijf toonaangevende technische universiteiten in Europa: TU Delft, Imperial College London, ETH Zürich, RWTH Aachen en ParisTech. Van den Berg krijgt als Vice-President de portefeuille European Affairs in de „Heads Board‟, het besluitvormende orgaan van de IDEA League. De Heads Board is
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
109
samengesteld uit de vijf CvB-voorzitters en de vice-voorzitters. In het collegejaar 2010-2011 fungeert Cyrille van Effenterre van Paris Tech als President van de IDEA League. Tim van der Hagen lid Algemene Energieraad Prof. dr. ir. Tim van der Hagen is in juni benoemd tot lid van de Algemene Energieraad (AER). De Energieraad is een onafhankelijk adviescollege voor regering en parlement. De Raad adviseert over het energiebeleid in brede zin. De Raad wil een gewetensfunctie vervullen ten behoeve van de overheid en samenleving en een bijdrage leveren aan het maatschappelijk energiedebat, waarbij steeds het publieke belang centraal staat. De leden van de Raad - het zijn er nooit meer dan tien - worden niet gekozen, maar benoemd bij Koninklijk Besluit. Ze worden op persoonlijke titel gevraagd toe te treden, op basis van deskundigheid, maatschappelijke kennis en ervaring. De benoeming van prof. Tim van der Hagen is per 1 augustus 2010 ingegaan. Ben Immers en Vincent Marchau directeuren onderzoekschool TRAIL Prof. ir. Ben Immers is benoemd tot wetenschappelijk directeur van onderzoekschool TRAIL (Transport, Infrastructure and Logistics) en hoogleraar Transport, Infrastructuur en Logistiek aan de TU Delft. Immers studeerde in 1974 af als civiel ingenieur. Van 1976 tot 1993 was hij ook al verbonden aan de faculteit CiTG van de TU Delft. Eveneens is dr.ir. Vincent Marchau benoemd als de nieuwe zakelijk directeur van onderzoekschool TRAIL. Vincent Marchau (1967) studeerde Technische Wiskunde aan de TU Delft. Sinds 1994 is hij werkzaam aan de TU Delft en lid van TRAIL. Zijn expertise en werkzaamheden liggen op het terrein van transportbeleid-analyse, met de nadruk op transportinnovaties. Marchau heeft verschillende andere functies, waaronder opleidingsdirecteur van de interfacultaire MSc Transport, Infrastructure and Logistics (TIL), lid van de editorial board van de European Journal of Transport and Infrastructure Research (EJTIR) en lid van de European Transport Safety Council (ETSC) en Association of European Transport (AET). Bart Moors benoemd tot ombudsman voor studenten De TU Delft heeft sinds 1 september een nieuwe ombudsman voor studenten: Bart Moors. Moors is een oude bekende van de TU Delft. Hij werkte eerder voor de dienst Personeel & Organisatie. Moors vervult de functie parttime (0.2 fte) en volgt Wil Knippenberg op. Jan Rots lid van Raad van Hoogleraren In verband met het vertrek uit de Raad van Hoogleraren van prof.dr. A.D. Graafland per 1 mei, heeft het CvB prof.dr.ir.J.G. Rots benoemd tot lid voor de termijn van 1 mei 2010 tot 1 mei 2012 Karel Luyben voorzitter Stichting Justus en Louise van Effen Fonds
Rector Magnificus Karel Luyben wordt bestuursvoorzitter van de Stichting Justus en Louise van Effen Fonds. Karel Luyben volgt Jacob Fokkema op, die begin 2010 afzwaaide als rector. De stichting ontstond in 2000 uit een legaat. Doel van de stichting is financiële ondersteuning voor een studieverblijf in het buitenland van TU-studenten met zeer goede studieresultaten. Daarnaast steunt de stichting zeer goede, maar arme buitenlandse studenten die aan de TU willen studeren Jacob Fokkema nieuwe voorzitter van het ALW gebiedsbestuur Per 1 januari 2010 heeft prof.dr.ir. Jacob Fokkema officieel het voorzitterschap van het gebiedsbestuur Aard- en Levenswetenschappen (ALW) van de NWO overgenomen van Prof.dr.ir. Rudy Rabbinge. OTB neemt secretariaat Europees centrum voor woononderzoek over Het Onderzoeksinstituut OTB heeft in het najaar van 2010 het secretariaat van het European Network for Housing Research (ENHR) overgenomen. Daarmee is het OTB het nieuwe gezicht van het Europese woon- en stedelijk onderzoek. De wetenschappelijk directeur van het Onderzoeksinstituut OTB, prof. dr. Peter Boelhouwer, is in 2010 al voor de tweede keer herkozen als voorzitter van ENHR. De leden van dit Europese netwerk leveren een aanzienlijke bijdrage aan het woon- en stedelijk onderzoek. ENHR telt 1.200 leden in landen zowel binnen als buiten Europa.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
110
7. Financieel verslag
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
111
7.1 Ontwikkelingen 2010 Het jaar 2010 is voor de TU Delft op financieel gebied, evenals de jaren 2008 en 2009, een bewogen jaar geweest. Door de vooraf bekende negatieve begroting voor het jaar 2010 en het onzekere financiële meerjarenperspectief was op voorhand duidelijk dat de TU Delft in financieel zwaar weer terecht zou komen. Daarom is in 2010 proactief gestart met een majeure reorganisatie inclusief een forse bezuiniging, de Herijking. Daarnaast zijn noodzakelijke investeringen in vastgoed „on-hold‟ gezet. Uiteindelijk is er voor het jaar 2010 een negatief resultaat gerealiseerd van M€ 15,0 ten opzichte van de negatieve begroting van M€ 13,0. De TU Delft wil haar positie op wereldniveau handhaven. Dit wordt moeilijk, omdat de TU Delft zich in een onzeker meerjarenperspectief bevindt. Enkele kernelementen leiden tot deze onzekerheid: de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen door het Rijk op het hoger onderwijs; een onzeker macro-economisch klimaat als gevolg van de recessie; onduidelijkheid over de effecten van een nieuw bekostigingsmodel. Naast deze elementen is het duidelijk dat in de nabije toekomst een beroep moet worden gedaan op de financiële middelen van de TU Delft voor kosten van noodzakelijk onderhoud van gebouwen en investeringen in onderzoeksinfrastructuur en gebouwen. Dit alles resulteert in een toenemende druk op de reservepositie en de financiële middelen van de TU Delft. Op voorhand is duidelijk dat, om het hoofd te bieden aan genoemde ontwikkelingen, de financiële middelen ontoereikend zullen zijn en dat externe financiering benodigd zal zijn. De negatieve operationele resultaten over 2008 en 2009 en het geschetste onzekere meerjarenperspectief hebben tot een aantal ingrijpende maatregelen geleid die in 2010 en in latere jaren, hun uitwerking zullen krijgen. De TU Delft staat bekend als een prachtige universiteit met een sterke internationale reputatie dankzij de hoge kwaliteit van haar afgestudeerden en haar vooraanstaande wetenschappelijke onderzoek en ontwerpen. Het blijvend versterken van deze positie is noodzakelijk, zeker nu de wereld zo in beweging is en er geen vanzelfsprekendheden meer gelden. De inhoud en de organisatie van de activiteitenportfolio van de TU Delft en de financiering daarvan, vragen in de komende jaren veel aandacht. Daarom is binnen de TU Delft eind 2009 het proces Herijking gestart. Dit proces kent een tweeslag: ten eerste een inhoudelijke oriëntatie op onderwijs en onderzoek met als uitkomst een profiel dat de huidige positie van de TU Delft bestendigt en zelfs verbetert en ten tweede de noodzaak de uitgaven van de universiteit passend te krijgen in de beschikbare financiële middelen. Om deze tweeslag te bewerkstelligen is het noodzakelijk om binnen de TU Delft de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten te herijken en de bedrijfsvoering transparanter en efficiënter te maken. Dit proces brengt organisatorische veranderingen met zich mee en daarbij zullen lastige keuzes moeten worden gemaakt. De financiële doelstelling van de Herijking is gericht op een structurele bezuiniging van M€ 45,0 op jaarbasis, te behalen in 2013. Dit proces heeft ook personele gevolgen, waarbij getracht zal worden om het aantal gedwongen ontslagen tot een minimum te beperken. In 2010 is nadere uitwerking aan de Herijkingsagenda gegeven en heeft per beheerseenheid concretisering van de plannen plaatsgevonden. Deze implementatieplannen bevatten plannen voor maatregelen die moeten leiden tot de voorgenomen kostenbesparingen. Tevens is ultimo 2010 conform jaarverslaggevingvereisten opnieuw de hoogte van de voorziening voor de Herijking bepaald om de financiële consequenties van de Herijkingsagenda te kunnen financieren. Op grond van deze analyse is duidelijk geworden dat de voorziening Herijking ultimo 2010 M€ 26,5 dient te bedragen. Om de verdere uitvoering van de Herijkingsagenda te monitoren en te toetsen aan het opgestelde beleid is in 2010 een Taskforce Herijking in het leven geroepen. In 2008 heeft de TU Delft ten gevolge van de brand bij de faculteit Bouwkunde een incidentele Rijksbijdrage van het Ministerie van OCW van M€ 25,0 ontvangen. Deze bijdrage was verstrekt om de TU Delft in staat te stellen een faculteitsgebouw te realiseren dat een architectonisch icoon zou vormen dat een bijzondere positie zou innemen in stedenbouwkundig inzicht. Na de verrichte investeringen en aanpassingen aan het oude hoofdgebouw heeft de TU Delft besloten om het oude hoofdgebouw aan de Julianalaan voor de faculteit Bouwkunde als permanente huisvestingplaats te gaan gebruiken. Het Ministerie van OCW stelt zich nu op het standpunt dat niet aan de vooraf gestelde eisen is voldaan en heeft door middel van een beschikking laten weten dat de incidentele Rijksbijdrage van M€ 25,0 in het geheel wordt teruggevorderd en éénzijdig in mindering wordt gebracht op de te ontvangen Rijksbijdrage in 2011. De TU Delft is het volstrekt niet eens met de zienswijze van het Ministerie van OCW en heeft bezwaar aangetekend. Op basis van de jaarverslaggevingvereisten is de TU Delft genoodzaakt de terugvordering in de jaarrekening 2010 ten laste van de Rijksbijdrage te verwerken. Door de negatieve resultaten van de afgelopen twee jaren is logischerwijs de conclusie te trekken dat de financiële ratio‟s, zoals solvabiliteit en liquiditeit, verslechteren en onder druk komen te staan. De huidige waarden van deze ratio‟s bevinden zich nog boven het vereiste minimumniveau van het Ministerie van OCW, maar het onzekere meerjarenperspectief leidt ten aanzien van deze ratio‟s tot zorg en was mede aanleiding voor de Herijking.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
112
Dit financiële meerjarenperspectief heeft tevens gevolgen voor de uitvoering van het Meerjaren Vastgoed Investeringsplan (MVIP). Daarnaast is sprake van achterstallig onderhoud op de campus. Dit resulteert in het feit dat keuzes gemaakt moeten worden en dat binnen het MVIP en het achterstallig onderhoud prioritering moet worden aangebracht. Op dit moment wordt kritisch naar de afzonderlijke projecten binnen het MVIP en het achterstallig onderhoud gekeken. Daarnaast is het van belang om een compleet inzicht in de financiën van Vastgoed te verkrijgen om weloverwogen keuzes met betrekking tot de toekomst van het vastgoed te kunnen maken. Daarom is met ingang van 2010 de financiële administratie van Vastgoed ontvlochten van die van de Universiteitsdienst. Per 1 april 2011 is een wijziging van de Kernenergiewet van kracht waarin (onder meer) een verplichting voor de vergunninghouders van kerncentrales en -reactoren is opgenomen om financiële zekerheid te stellen voor de kosten die zijn verbonden aan de buitengebruikstelling en ontmanteling van een kerncentrale of -reactor door de vergunninghouder. De TU Delft is op grond van de Kernenergiewet vergunninghouder van het Reactorinstituut Delft (RID). Binnen de TU Delft wordt al langere tijd nagedacht over de toekomst van het RID. Enerzijds wordt er bekeken om het RID voor de instelling te behouden. In dat scenario zal aanzienlijk geïnvesteerd moeten worden. Anderzijds bestaat ook de mogelijkheid dat, mede in het kader van de Herijkingsagenda, niet geïnvesteerd wordt in het RID en de activiteiten in 2014 worden gestaakt. De TU Delft heeft een externe organisatie een rapport laten opstellen met een berekening van de kosten voor ontmanteling van de kernreactor en het afvoeren en opslaan van de splijtstoffen. Vooralsnog heeft de TU Delft geen besluit genomen over de toekomst van het RID. Om die reden hanteert de TU Delft een consistente gedragslijn en is in de jaarrekening een voorziening opgenomen voor de afvoer en opslag van splijtstoffen van M€ 3,8. Voor de ontmanteling is geen voorziening opgenomen. Inzake de financiële zekerheidstelling, die op basis van de wetswijziging dient te worden afgegeven, heeft TU Delft een voorstel ingediend bij de betrokken ministeries. TU Delft neemt ten opzichte van de andere vergunninghouders in Nederland een unieke plaats in, aangezien zij bekostigd wordt door het Rijk en de financiële zekerheidstelling ook ten laste van het Rijk zou zijn. Daar komt bij dat ten tijde van de overdracht van de kernreactor aan de TU Delft de Kernenergiewet en bijbehorende financiële zekerheidstelling niet van kracht was. Mede ingegeven door het onzekere meerjarenperspectief zijn met ingang van 2009 de interne financiële rapportages per maand opgesteld. Eerder vond deze verantwoording nog op kwartaalbasis plaats. De interne financiële rapportages per maand vormen de input voor het in 2010 ingevoerde maandelijkse overleg tussen de individuele decanen en het College van Bestuur. Door de frequentie te verhogen van de financiële rapportages en de maandgesprekken is er binnen de TU Delft als organisatie sprake van een verbeterde interne beheersing en kan zo nodig door corrigerende maatregelen tijdig worden bijgestuurd. De private vennootschapsstructuur van de TU Delft is geherstructureerd. De gewijzigde structuur is met ingang van 1 januari 2011 van kracht. Delft Enterprises B.V. heet nu TU Delft Holding B.V. en onder deze vennootschap zijn twee nieuwe subholdings opgericht, te weten Delft Enterprises B.V. en TDH Services B.V. De vennootschappen waarin de TU Delft door middel van haar 100%-belang in de voormalige Delft Enterprises B.V. participeerde zijn onder de nieuwe Delft Enterprises B.V. of TDH Services B.V. gehangen. Onder Delft Enterprises B.V. hangen de nieuw gestarte ondernemingen ten behoeve van het vermarkten van kennis, terwijl onder TDH Services B.V. de meer strategisch en operationeel aan TU Delft verbonden vennootschappen zijn opgenomen. Een enkele vennootschap hangt om specifieke redenen direct onder TU Delft Holding B.V. De nieuwe structuur is vooral ingegeven om het inzicht en onderscheid in publieke en private activiteiten transparanter te maken. Binnen de directie Finance hebben diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. Met ingang van 1 mei 2010 is mevrouw Vogt benoemd in de functie van directeur Finance. Daarmee volgt zij de heer Van Schaik op, die ad-interim deze functie korte tijd heeft waargenomen na het vertrek van de vorige directeur de heer Ruhe eind 2009. Gedurende 2010 zijn binnen het Shared Service Center van Finance veel werkzaamheden verricht om vanaf begin 2011 de medewerkers van de TU Delft in staat te stellen om hun declaratieformulieren en reisaanvragen buitenland op digitale wijze in te dienen. Vervolgens vindt binnen het Shared Service Center van Finance verdere verwerking plaats. Tevens hebben voorbereidingswerkzaamheden plaatsgevonden voor de implementatie van Basware Purchase Management vanaf 2011 binnen de instelling. Basware Purchase Management is een digitaal bestelsysteem dat aansluit op het systeem Basware Invoice Processing, dat nu al gebruikt wordt voor de factuurafwikkeling vanaf de factuurontvangst. Door de invoering van Basware Purchase Management zal de rechtmatigheid van de uitgaven op grond van de Europese Aanbestedingsregels en doelmatigheid van inkoopprocessen verbeterd en gehandhaafd kunnen worden. Dit zal tevens dienen te leiden tot een verlaging van kostenniveau van de TU Delft. Dit omvangrijke project zal in 2011 via pilots bij een aantal organisatieonderdelen worden getest, alvorens het bij de gehele instelling wordt geïmplementeerd.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
113
Mede naar aanleiding van een interne evaluatie van de directie Finance is de directie in 2010 gestart met een aantal verbetertrajecten. Door het verbeteren van de communicatie en door digitalisering, automatisering en uniformering van de administratieve processen moet Finance de efficiency van de processen verhogen. Dit dient uiteindelijk te leiden tot een betere beheersing en lagere kosten. In 2010 zijn reeds op een aantal terreinen, zoals de reeds hierboven genoemde digitalisering van declaraties en reisaanvragen buitenland, resultaten behaald. Een aantal andere projecten is onderhanden, waaronder de uniformering van het administreren van het werk voor derden. Europese Aanbestedingen Op de TU Delft is het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO, ook wel „Europees aanbesteden‟ genoemd) uit juli 2005 van toepassing. Op grond van dat besluit dienen uitgaven boven vastgestelde drempelbedragen aanbesteed te worden. Om deze aanbestedingsregels te ondervangen zijn door het College van Bestuur maatregelen getroffen om het inkoopproces van de TU Delft zodanig vorm te geven en te organiseren dat het inkoopbeleid voor alle relevante inkopen in overeenstemming zal zijn met het BAO. In 2010 is een goedkeurende controleverklaring met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven verkregen. Treasury beleid & Regeling Beleggen en Belenen De TU Delft zet een gedeelte van haar tijdelijke liquiditeitsoverschotten weg op direct opneembare spaarproducten en kortlopende deposito's. Hierbij handelt de TU Delft binnen de regelgeving van de regeling "Beleggen en Belenen". Optimalisatie van de rentebaten staat voorop, echter het zo risicomijdend en flexibel mogelijk uitzetten blijft hierbij het uitgangspunt. In 2010 is daarom gekozen voor het openen van een aantal flexibele spaarproducten, waarbij de spaarsaldi direct opeisbaar zijn. Daarnaast is voor het grootste gedeelte van de liquiditeitsoverschotten de zogenaamde 'parkeerrekening' bij de ABN-AMRO voortgezet. Deze uitzettingen bij de ABN-AMRO parkeerrekening zijn dagelijks oproepbaar en voor dit flexibele karakter is met name gekozen, vanwege de verder voortdurende onzekerheid op de geld- en kapitaalmarkt. De TU Delft heeft in 2010 zaken gedaan met de volgende banken: ABNAMRO, BNG, ING, Van Lanschot en Rabobank. De TU Delft conformeert zich aan de Regeling inzake "Beleggen en Belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek". Ultimo 2009 is het treasury statuut aangepast op de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de Regeling "Beleggen en Belenen" per 1 januari 2010. In de jaarrekening is een effectenportefeuille opgenomen voor een bedrag van M€ 22,0. Deze beleggingen zijn volledig in beheer van de gelieerde rechtspersonen Stichting Het Lammingafonds, Stichting Justus & Louise van Effen Fonds en Stichting Nanoscience TU Delft. Deze stichtingen zijn gefinancierd met private middelen, hebben eigen financiële administraties, ontvangen geen Rijksbijdrage en vallen derhalve niet onder de Regeling "Beleggen en Belenen". Intern risicobeheersings- en controlesysteem Verschillende ontwikkelingen in de interne en externe omgeving van de TU Delft vragen om een geïntegreerde aanpak van risicomanagement. Hiertoe is in 2010 een kader ontwikkeld voor het geïntegreerd verbeterplan inzake onderwerpen als governance, compliance en control. De uitrol van de aanpak van risicomanagement op instellingsbreed niveau zal de komende periode verder vorm en invulling krijgen, mede met ondersteuning vanuit de interne audit functie. Om de interne beheersing binnen de TU Delft op een juiste wijze vorm te geven wordt onder andere gebruikt gemaakt van interne en externe audits. De oriëntatie ligt daarbij zowel op financiële als op EDP audits, operationele audits en bijzondere onderzoeken. Doelstelling is om aan de hand van de uitkomsten te komen tot een continue en verbeterende professionalisering van de interne beheersing.
7.2 Resultaat Over geheel 2010 komt het resultaat van de TU Delft uit op een negatief bedrag van M€ 15,0. Dat is M€ 2,0 lager dan begroot. Over 2010 was namelijk een negatief resultaat begroot van M€ 13,0. In de volgende tabel wordt inzicht gegeven in de resultaten bij de faculteiten en instituten, de universiteitsdienst, vastgoed, concern en de verbonden partijen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
114
in miljoenen euro's Faculteiten en instituten Universiteitsdienst Vastgoed Concern Verbonden partijen Totaal TU Delft
Begroting 2010 Realisatie 2010 -19,0 -17,4 0,0 8,7 -10,0 -9,1 16,6 2,1 -0,7 0,7 -13,0 -15,0
Het resultaat van de faculteiten en instituten bedraagt M€ 17,4 negatief, M€ 1,6 beter dan begroot. Vastgoed heeft een negatief resultaat behaald van M€ 9,1. Dit is M€ 0,9 beter dan begroot. Ondanks dat zowel de faculteiten en instituten en Vastgoed beter gepresteerd hebben dan begroot, dient wel de opmerking geplaatst te worden dat de realisatie negatieve resultaten laat zien. Dit was mede aanleiding voor de Herijkingsoperatie. De Universiteitsdienst heeft over 2010 een positief resultaat behaald van M€ 8,7 ten opzichte van een begroting van nihil. De redenen voor dit positieve resultaat kan worden gevonden in het feit dat een aantal activiteiten is uitgesteld en dat sprake is van lagere lasten door vooruit te lopen op de Herijkingsagenda. Het resultaat van Concern is sterk beïnvloed door de terugvordering van de incidentele Rijksbijdrage door het Ministerie van OCW van M€ 25,0. Het resultaat van de verbonden partijen over 2010 bedraagt M€ 0,7 positief. Dit is ten opzichte van de begroting een verbetering van M€ 1,4. Deze forse verbetering is het gevolg van het hoge beleggingsrendement van M€ 1,3 dat onder andere behaald is op de effectenportefeuille die bij Stichting Justus & Louise van Effen Fonds is ondergebracht.
7.3 Financiële positie De liquiditeitspositie van de TU Delft is eind 2010 uitgekomen op M€ 86,1. Eind 2009 bedroeg deze M€ 56,5. 100
miljoenen euro's
80 60 40
78
86
75
20
50
56
2008
2009
0 2006
2007
2010
-20
De volgende factoren hebben de liquiditeitspositie in belangrijke mate beïnvloed: de uitgaven als gevolg van de investeringen in materiële vaste activa (- M€ 35,7); het verlies over het boekjaar 2010 (- M€ 15,0); de teruggevorderde Rijksbijdrage door het Ministerie van OCW (+ M€ 25,0) en de afschrijvingskosten (+ M€ 36,8), die niet tot uitgaven in 2010 hebben geleid; de verbeterde verhouding van het werkkapitaal uit hoofde van opbrengst uit werk voor derden (+ M€ 17,9); de hogere ontvangsten van vooruitontvangen bedragen uit hoofde van penvoerderschappen bij opbrengst uit werk voor derden (+ M€ 5,3). Overigens dient wel te worden opgemerkt dat in de liquiditeitspositie ultimo 2010 een bedrag van M€ 12,2 zit voor vooruitontvangen bedragen uit hoofde van penvoerderschappen bij opbrengst uit werk voor derden. Deze gelden zijn feitelijk niet van de TU Delft, maar dienen doorgestort te worden naar andere deelnemers binnen de projecten. Het
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
115
bedrag aan vooruitontvangen bedragen uit hoofde van penvoerderschappen is wezenlijk hoger dan in 2009. Destijds was in dit kader een bedrag van M€ 6,9 vooruitontvangen. De eind 2010 opgestelde financiële meerjarenraming laat zien dat door de noodzakelijke investeringen in vastgoed de liquiditeitspositie de komende jaren steeds verder terug zal lopen en dat externe financiering benodigd is.
7.4 Batenanalyse De totale baten (exclusief financiële baten) zijn in 2010 met M€ 25,0 afgenomen tot een niveau van M€ 513,5. Daarmee zet de dalende trend van de baten voort. De daling van 2008 naar 2009 wordt vooral verklaard door het hoge saldo in 2008 ten gevolge van een uitkering van een incidentele Rijksbijdrage van het Ministerie van OCW van M€ 25,0 voor de brand bij faculteit Bouwkunde en de opgenomen verzekeringsclaim van M€ 118,5 voor deze brand. Deze verzekeringsclaim was in 2008 als overige bate opgenomen. De daling van 2009 naar 2010 wordt veroorzaakt door de reeds vermelde terugvordering van de incidentele Rijksbijdrage van M€ 25,0 door het Ministerie van OCW. Dit bedrag is in mindering gebracht op de Rijksbijdrage in 2010. De verdere daling in Rijksbijdrage in 2010 ten opzichte van 2009 wordt verklaard door de in 2009 opgenomen BaMa-compensatie ter waarde van M€ 29,1. De opbrengsten uit werk voor derden stegen van M€ 135,4 in 2009 naar M€ 142,2 in 2010. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat tegen deze hogere opbrengsten uit werk voor derden ook hogere kosten staan. Door de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen van het Rijk zal de afhankelijkheid van de opbrengsten uit werk voor derden voor de universiteit toenemen. In de meerjarenplannen wordt weliswaar verdere groei nagestreefd, maar wordt tegelijkertijd door een aantal faculteiten gesignaleerd dat de grenzen in de groei van werk voor derden worden bereikt, omdat de beschikbare Rijksbijdrage voor matching mogelijkerwijs niet voldoende zal zijn. 700
636
600
miljoenen euro's
500 400
488
473
41
45
98
106
164
539 51
130
135
514 54 142
300 200
349
322
342
353
318
2006
2007
2008
2009
2010
100 0
Werk voor derden
Overige baten (incl. college- en examengelden)
7.5 Lastenanalyse De totale lasten dalen in 2010 met M€ 27,0 tot M€ 530,6. Deze daling wordt veroorzaakt door de afname van de personele kosten (M€ 30,4) en de overige lasten inclusief huisvestingslasten (M€ 19,3). Daar staan hogere afschrijvingskosten van M€ 22,7 tegenover.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
116
700 570
600
miljoenen euro's
500 400
473 24
478 26
193
178
50 168
558 14
531 37
158
138
300 200 100
256
274
2006
2007
352
386
356
2008
2009
2010
0 personele lasten
overige lasten (incl. huisvestingslasten)
afschrijvingslasten
Een uitsplitsing van de personele lasten leidt tot het volgende beeld. De personele lasten zijn ten opzichte van 2009 lager uitgevallen. Dit wordt vooral verklaard door de in 2009 gevormde voorziening van de Herijking van M€ 26,5.
in miljoenen euro's Lasten eigen personeel Personeel van derden Mutatievoorzieningen Overige personele lasten Totaal
2009 291,1 52,2 29,3 13,8 386,4
2010 293,1 45,1 3,3 14,5 356,0
Lasten eigen personeel Het aantal fte is eind 2010 uitgekomen op 4.595 fte. Dit is 96 fte lager dan eind 2009. Van deze 4.595 fte is 2.594 fte WP en 2.001 fte OBP. Bij de classificering van WP of OBP is het van belang dat met ingang van 2009 de studentassistenten niet meer als WP worden geclassificeerd, maar aangemerkt worden als OBP. De omvang van de studentassistenten is ten opzichte van 2009 met 6 fte gedaald tot 98 fte. Met inachtneming van de veranderde verwerking van de studentassistenten is het aantal WP gedurende 2010 afgenomen met 88 fte, het aantal fte OBP is met 2 fte gedaald. Nadere bestudering van de daling van het aantal WP ten opzichte van eind 2009 geeft aan dat deze daling in het tijdelijk WP wordt gevonden en dan met name in de functiegroepen promovendi (- 52 fte) en onderzoekers met een tijdelijke aanstelling (- 33 fte). De totale personele lasten eigen personeel zijn ondanks de daling van het aantal fte gestegen van M€ 291,1 naar M€ 293,1. Deze stijging kan met name worden toegeschreven aan de eenmalige uitkering van € 500 per werknemer bij fulltime dienstverband in december, incidentele verhogingen en hogere personele lasten bij de verbonden partijen ten gevolge van de inzet van een eigen uitzendorganisatie. Lasten personeel derden De vermindering van de omvang van de inhuur van personeel van derden heeft hoge prioriteit binnen de instelling. Dit heeft mede geresulteerd in het feit dat de omvang van personeel derden met M€ 7,1 is gedaald ten opzichte van 2009 tot M€ 45,1 in 2010. Dit aspect zal grote aandacht blijven krijgen. Mutatie voorzieningen De mutatie van de voorzieningen daalt in 2010 sterk ten opzichte van de mutatie in 2009. Dit wordt veroorzaakt door de in 2009 gevormde voorziening van M€ 26,5 voor de Herijking.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
117
Afschrijvingen De afschrijvingslasten liggen in 2010 sterk boven het niveau van 2009. In 2009 bedroeg de afschrijvingslast M€ 14,0, in 2010 bedraagt het totaal aan afschrijvingen M€ 36,8. De sterke stijging wordt veroorzaakt door het feit dat in 2009 verwerking heeft plaatsgevonden van het terugdraaien van de versnelde afschrijving van M€ 21,7 ten gevolge van het besluit om de faculteit Bouwkunde definitief in het oude hoofdgebouw aan de Julianalaan te vestigen. Rekeninghoudend met dit effect zijn de afschrijvingen over 2010 weer op een normaal niveau uitgekomen. In de begroting 2010 was aan afschrijvingen een bedrag opgenomen van M€ 40,6. De positieve afwijking ten opzichte van deze begroting van M€ 3,8 wordt veroorzaakt door het feit dat de investeringen in Vastgoed en bij de faculteiten zijn uitgesteld. Overige lasten (inclusief huisvestingslasten) De overige lasten (inclusief huisvestingslasten) zijn in 2010 lager dan in 2009. In 2010 was het totaalbedrag aan overige lasten (inclusief huisvestingslasten) M€ 137,9, in 2009 was dit M€ 157,2. Voornaamste verklaringen van dit verschil betreffen de dotatie aan de asbestvoorziening in 2009, lagere afboeking van ontwikkel- en ontwerpkosten van diverse vastgoedprojecten, lagere energiekosten en gemaakte kosten ten gevolge van de brand bij faculteit Bouwkunde in 2009.
7.6 Investeringen De totale investeringen in gebouwen, terreinen, wegen en apparatuur en inventaris zijn in 2010 sterk gedaald ten opzichte van 2009. De investeringen in gebouwen, terreinen en wegen zijn gedaald van M€ 43,9 naar M€ 19,4. De daling wordt met name veroorzaakt door het feit dat de uitvoering van het MVIP „on-hold‟ is gezet. De investeringen in apparatuur en inventaris zijn constant gebleven op een niveau van M€ 16,3. Het totale investeringsniveau in 2010 komt daarmee op M€ 35,7.
100 36
miljoenen euro's
80
60 36
16 29
40
67 20
34
16 44
28
20
0 2006
2007
2008
gebouwen, terreinen en wegen
2009
2010
inventaris en apparatuur
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
118
7.7 Voorzieningen in miljoenen euro's 2009 ultimo
mutaties 2010 2010 ultimo onttrekdotatie vrijval king
Personele voorzieningen Reorganisatievoorzieningen Herijking Wachtgelden Jubileumgratificaties Sabbatical
0,3 26,5 6,8 5,0 0,7
0,0 0,8 3,4 0,0 0,1
0,0 0,0 0,9 0,1 0,0
0,0 0,8 3,3 0,7 0,1
0,3 26,5 6,0 4,2 0,7
Totaal personele voorzieningen
39,3
4,3
1,0
5,0
37,6
Niet-personele voorzieningen Studentenvoorzieningen Voorziening splijtstoffen Voorziening asbest Voorziening riolering Overige voorzieningen
2,3 3,5 14,1 8,5 1,1
1,3 0,2 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,3
1,2 0,0 1,1 1,1 0,3
2,4 3,8 13,0 7,4 0,5
Totaal niet-personele voorzieningen
29,5
1,5
0,3
3,7
27,1
Totaal
68,8
5,8
1,3
8,7
64,7
De totale voorzieningen zijn in 2010 gedaald van M€ 68,8 per begin van het jaar naar M€ 64,7 per einde van het jaar. Hierbij zijn de personele voorzieningen gedaald van M€ 39,3 naar M€ 37,6. De niet-personele voorzieningen laten eveneens een daling zien van M€ 29,5 naar M€ 27,1. De wachtgeldvoorziening laat op totaalniveau een daling zien. Gedurende 2010 heeft een dotatie van M€ 3,4 aan deze voorziening plaatsgevonden. Hiervan betreft M€ 1,2 een dotatie voor tijdelijk personeel. Deze dotatie houdt direct verband met het veelal niet verlengen van tijdelijke contracten in een tijd waarin de Herijkingsagenda het personeelsbeleid bepaalt. Bij de voorziening voor jubileumgratificaties is een bedrag van M€ 0,7 onttrokken en is op grond van een hernieuwde berekening de stand van deze voorziening eind 2010 van M€ 4,2 afdoende. Uit de uitkomsten van een nieuwe berekening van de voorziening Herijking, die gevormd is om de organisatorische wijzigingen die voortkomen uit dit proces te bekostigen, is naar voren gekomen dat de omvang van de voorziening onveranderd op M€ 26,5 blijft. De daling van de niet-personele voorzieningen wordt met name verklaard door de onttrekkingen aan de voorziening asbest en de voorziening riolering.
7.8 Vermogenspositie Het eigen vermogen is in 2010 ten opzichte van 2009 met M€ 15,2 gedaald tot M€ 267,5. Het negatieve resultaat van M€ 15,0 wordt onttrokken aan het eigen vermogen. Hiervan komt M€ 15,6 ten laste van de algemene reserve. Daarnaast wordt een bedrag van M€ 1,4 onttrokken van de bestemmingsreserve en een bedrag van M€ 2,0 toegevoegd aan het bestemmingsfonds. Het aandeel derden in geconsolideerde partijen bedraagt ultimo 2010 M€ 0,4 negatief en is daarmee met een bedrag van M€ 0,2 in negatieve zin aangepast.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
119
7.9 Financiële kengetallen In miljoenen euro‟s 2009*
2008*
2007
2006
Baten Rijks- en overige bijdragen Werk voor derden
2010* 513,5 317,8 142,2
538,5 353,1 135,4
636,4 342,5 129,8
473,4 321,9 105,9
487,6 348,7 97,7
Lasten Financiele baten en lasten Resultaat
530,6 1,9 -15,0
557,7 0,0 -18,7
569,5 2,5 69,4
477,5 4,3 0,1
472,5 3,3 18,4
Afschrijving op vaste activa Investeringen in vaste activa Netto kasstroom Liquiditeitspositie Vaste activa Werkkapitaal
36,8 35,7 29,6 86,1 354,3 -40,7
14,3 60,2 6,7 56,5 356,1 -20,6
49,4 103,6 -24,7 49,7 313,6 16,3
26,1 57,0 -3,4 74,5 277,3 -20,7
23,8 69,9 7,9 77,8 260,9 6,9
Eigen vermogen Voorzieningen
267,5 64,7
282,7 68,8
289,9 43,8
222,7 41,7
222,6 53,1
-4,6% +5,0% -4,9% 61,9% 27,7% 67,1% 45,8% 0,9
-15,4% +4,3% -2,1% 65,6% 25,1% 69,9% 48,8% 1,0
+34,4% +22,6% +19,3% 53,8% 20,4% 61,8% 51,1% 1,1
-2,9% +8,4% +1,1% 68,0% 22,4% 57,4% 55,0% 0,9
+3,7% +18,1% +3,9% 71,5% 20,0% 54,2% 55,0% 1,1
Ratio's Groei totaal baten Groei werk derden Groei totaal lasten Rijksbijdrage/totaal baten Werk voor derden/totaal baten Personele lasten/totaal lasten Solvabiliteitsratio Current ratio
* Solvabiliteits- en current ratio zijn vanaf 2008 beïnvloed door de andere presentatie van het werk voor derden in de jaarrekening
De solvabiliteitsratio en current ratio (vlottende activa/vlottende passiva) voldoen aan de gestelde normen van het Ministerie van OCW, maar laten wel een dalende trend zien. Deze tendens weerspiegelt de lastige financiële positie van de TU Delft en was mede aanleiding voor de uitvoering van de Herijkingsoperatie.
7.10 Begroting 2011 De begroting voor het jaar 2011 van de TU Delft (inclusief haar verbonden partijen) toont een resultaat van nihil. De faculteiten en instituten hebben een totaal begrotingsresultaat ingediend van M€ 8,9 negatief. De universiteitsdienst heeft een positieve begroting van M€ 6,9, Vastgoed een negatieve begroting van M€ 4,4, terwijl op concernniveau inclusief de verbonden partijen een positief resultaat is begroot van M€ 22,4. Daarnaast is in de begroting een post opgenomen van M€ 16,0, die gedurende 2011 nader zal worden ingevuld voor nieuw beleid inzake wetenschappelijke vernieuwing en noodzakelijke investeringen in vastgoed en achterstallig onderhoud, om zodoende TU Delft haar positie bij de wereldtop te behouden. Aan de totstandkoming van de begroting voor 2011 is een uitgebreid proces vooraf gegaan. Er is veel aandacht besteed aan de haalbaarheid van de begroting. Het neemt alleen niet weg dat de begrotingen voor 2011 een sterk taakstellend karakter hebben en gebaseerd zijn op implementatie van de Herijkingsagenda. Vanwege de beperkte financiële middelen is ook de liquiditeitsprognose hierin meegenomen. De liquiditeitsbehoefte zal gedurende 2011 scherp worden bewaakt. De Rijksbijdrage laat in de begroting van 2011 een stijging zien ten opzichte van de realisatie van 2010. Dit wordt veroorzaakt door de terugvordering van de incidentele Rijksbijdrage van M€ 25,0 in 2010. Onder abstractie van deze post laat de Rijksbijdrage voor 2011 een daling zien.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
120
De baten uit hoofde van het werk in opdracht van derden laat een daling zien ten opzichte van de realisatiecijfers van 2010. Hierbij dient te worden aangetekend dat in 2010 een groot aantal projecten en programma‟s zijn afgesloten en dientengevolge zijn weerslag heeft op de omvang van deze post in 2011. De personeelslasten dalen in de begroting ten opzichte van de realisatie van 2010. Deze daling wordt met name veroorzaakt door een begrote daling van het aantal fte naar een niveau ultimo 2011 van 4.454 fte en lager begrote kosten voor personeel van derden. Bijgaande tabel geeft inzicht in de (geconsolideerde) begroting voor 2011 die daarbij wordt vergeleken met de realisatie van 2010.
in duizenden euro‟s Realisatie 2010
Begroting 2011
Baten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en -subsidies College- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten
309.067 8.701 32.722 142.197 20.846 513.533
332.339 7.600 32.000 129.176 25.380 526.495
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
355.970 36.804 55.292 82.572 530.638
340.856 36.205 49.572 84.816 511.449
Saldo baten en lasten
-17.105
15.046
Financiële baten en lasten Resultaat
1.907 -15.198
957 16.003
Resultaat deelnemingen Resultaat voor belastingen
-127 -15.325
0 16.003
Belastingen Resultaat na belastingen
121 -15.204
0 16.003
Aandeel derden in geconsolideerde partijen Subtotaal
176 -15.028
0 16.003
Noodzakelijke vernieuwing Netto resultaat
0 -15.028
16.003 0
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
121
7.11 VERKORTE JAARREKENING Geconsolideerde balans per 31 december 2010
in duizenden euro's (na verwerking voorstel resultaatbestemming) Activa
2010
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende Activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa
0 61 0 61
0 355.760 376 356.136
0 61 0 61
576 120.880 22.034 86.056 229.546 583.867
0 20 4 15 39 100
594 146.395 19.964 56.479 223.432 579.568
0 25 4 10 39 100
2010 €
Totaal passiva
%
€
0 353.765 556 354.321
Passiva
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
2009 %
€
2009 %
€
%
267.541 64.677 3.487 248.162
46 11 1 42
282.745 68.805 3.937 224.081
49 12 0 39
583.867
100
579.568
100
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
122
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2010
in duizenden euro's 2010
2009
Begroting 2010
Baten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en -subsidies College- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten
309.067 8.701 32.722 142.197 20.846 513.533
345.097 7.968 29.616 135.368 20.481 538.530
333.680 7.600 27.000 125.378 23.156 516.814
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
355.970 36.804 55.292 82.572 530.638
386.392 14.092 68.305 88.892 557.681
349.594 40.599 50.603 87.176 527.972
Saldo baten en lasten
-17.105
-19.151
-11.158
1.907
-32
-1.852
-15.198
-19.183
-13.010
-127
139
0
-15.325
-19.044
-13.010
121
138
0
-15.204
-18.906
-13.010
176
223
0
-15.028
-18.683
-13.010
Financiële baten en lasten Resultaat Resultaat deelnemingen Resultaat voor belastingen Belastingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in geconsolideerde partijen Netto resultaat
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
123
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2010
in duizenden euro's 2010
2009
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
-15.028
-18.683
36.904 -4.128
14.092 24.975 32.676
Veranderingen in vlottende middelen Voorraden Vorderingen Effecten Kortlopende schulden
18 25.515 -2.070 24.081
39.067 -23 49.251 -11.738 -5.586
47.544 0 65.192
Mutatie eigen vermogen a.g.v. stelselwijziging
31.904 76 52.364
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa
-35.709 900 0 0 -180
-59.991 3.495 0 0 -163 -34.989
-56.659
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Stichting Justus & Louise van Effen Fonds Aandeel derden in verbonden partijen Langlopende schulden
0 -176 -450
11.696 -214 -450 -626
11.032
29.577
6.737
Liquide middelen begin van het jaar Mutatie liquide middelen
56.479 29.577
49.742 6.737
Liquide middelen eind van het jaar
86.056
56.479
Mutatie liquide middelen
7.12 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Onder de naam Technopolis moet het TU-Zuid gebied worden getransformeerd tot een internationaal Research & Development park, waar tevens plaats is voor kennisintensieve bedrijven en starters. De vastgoedontwikkeling voor dit project zal naar verwachting 20 jaar in beslag nemen. Uit dit project komen geen financiële verplichtingen voor de TU Delft voort. De vrije beschikbaarheid van de gronden in dit gebied (oppervlakte 125 hectare) is beperkt. Per 1 april 2011 is een wijziging van de Kernenergiewet van kracht waarin (onder meer) een verplichting voor de vergunninghouders van kerncentrales en -reactoren is opgenomen om financiële zekerheid te stellen voor de kosten die zijn verbonden aan de buitengebruikstelling en ontmanteling van een kerncentrale of -reactor door de
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
124
vergunninghouder. De TU Delft is op grond van de Kernenergiewet vergunninghouder van het Reactorinstituut Delft (RID). Binnen de TU Delft wordt al langere tijd nagedacht over de toekomst van het RID. Enerzijds wordt er bekeken om het RID voor de instelling te behouden. In dat scenario zal aanzienlijk geïnvesteerd moeten worden. Anderzijds bestaat ook de mogelijkheid dat, mede in het kader van de Herijkingsagenda, niet geïnvesteerd wordt in het RID en de activiteiten in 2014 worden gestaakt. De TU Delft heeft een externe organisatie een rapport laten opstellen met een berekening van de kosten voor ontmanteling van de kernreactor en het afvoeren en opslaan van de splijtstoffen. Vooralsnog heeft de TU Delft geen besluit genomen over de toekomst van het RID. Om die reden hanteert de TU Delft een consistente gedragslijn en is in de jaarrekening een voorziening opgenomen voor de afvoer en opslag van splijtstoffen van M€ 3,8. Voor de ontmanteling is geen voorziening opgenomen. Inzake de financiële zekerheidstelling, die op basis van de wetswijziging dient te worden afgegeven, heeft TU Delft een voorstel ingediend bij de betrokken ministeries. TU Delft neemt ten opzichte van de andere vergunninghouders in Nederland een unieke plaats in, aangezien zij bekostigd wordt door het Rijk en de financiële zekerheidstelling ook ten laste van het Rijk zou zijn. Daar komt bij dat ten tijde van de overdracht van de kernreactor aan de TU Delft de Kernenergiewet en bijbehorende financiële zekerheidstelling niet van kracht was. In 2008 heeft de TU Delft ten gevolge van de brand bij de faculteit Bouwkunde een incidentele Rijksbijdrage van het Ministerie van OCW van M€ 25,0 ontvangen. Deze bijdrage was verstrekt om de TU Delft in staat te stellen een faculteitsgebouw te realiseren dat een architectonisch icoon zou vormen dat een bijzondere positie zou innemen in stedenbouwkundig inzicht. Na de verrichte investeringen en aanpassingen aan het oude hoofdgebouw heeft de TU Delft besloten om het oude hoofdgebouw aan de Julianalaan voor de faculteit Bouwkunde als permanente huisvestingplaats te gaan gebruiken. Het Ministerie van OCW stelt zich nu op het standpunt dat niet aan de vooraf gestelde eisen is voldaan en heeft door middel van een beschikking laten weten dat de incidentele Rijksbijdrage van M€ 25,0 in het geheel wordt teruggevorderd en éénzijdig in mindering wordt gebracht op de te ontvangen Rijksbijdrage in 2011. De TU Delft is het volstrekt niet eens met de zienswijze van het Ministerie van OCW en heeft bezwaar aangetekend. Op basis van de jaarverslaggevingvereisten is de TU Delft genoodzaakt de terugvordering in de jaarrekening 2010 ten laste van de Rijksbijdrage te verwerken. Ultimo boekjaar heeft de TU Delft investeringsverplichtingen uitstaan ter grootte van M€ 5,2.
7.13 Algemene toelichting Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro‟s. Consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens van de instelling opgenomen, haar groepsmaatschappijen en andere instellingen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin de instelling overheersende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enig andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd.
7.14 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemeen De activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen verkrijgingsprijs. De bedragen worden in duizenden euro‟s vermeld, tenzij anders aangegeven. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde onder aftrek van de lineaire afschrijvingen, beginnend in het jaar van ingebruikname. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte levensduur en worden berekend over de aanschafwaarde met inachtneming van de verwachte restwaarde. De softwarelicenties worden over 5 jaar afgeschreven.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
125
Materiële vaste activa Voor de waardering van de materiële vaste activa wordt de componentenmethode toegepast. De componentenmethode houdt in dat één actiefpost op de balans wordt onderverdeeld in componenten, afhankelijk van de verschillende gebruiksduur, dan wel levensduur. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte levensduur en worden berekend over de aanschafwaarde. Dit varieert van 60 jaar voor het cascodeel tot 15 jaar voor installaties. Op terreinen vindt geen afschrijving plaats. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. De naar het volgende jaar overlopende verbouw- en nieuwbouwprojecten worden als gebouwen in aanbouw verantwoord voor de tot ultimo verslagjaar verrichte investeringen. Investeringen in apparatuur en inventaris van k€ 12,5 of meer worden in drie, vijf of tien jaren afgeschreven. Investeringen ten behoeve van projecten worden in het jaar van aanschaf geactiveerd en maken onderdeel uit van de kostprijs van het project. De investeringen in apparatuur en inventaris kleiner dan k€ 12,5, alsmede uitgaven aan boeken en kunstwerken, worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. De kosten van onderhoud van materiële vaste activa worden rechtstreeks verantwoord in de staat van baten en lasten. Financiële vaste activa Het financiële belang in niet geconsolideerde entiteiten is tegen verkrijgingprijs, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Leningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Daar waar TU Delft zich niet formeel garant stelt voor de eventuele verliezen van de deelnemingen, worden de deelnemingen tegen aanschafwaarde gewaardeerd met een maximale bijzondere waardevermindering tot nihil. Voorraden De voorraden en gebruiks- en verbruiksgoederen, zijn gewaardeerd op inkoop- of vervaardigingprijs, verminderd met noodzakelijk geachte voorzieningen. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. De eerste waardering geschiedt tegen reële waarde. Latere waardering vindt plaats tegen de geamortiseerde kostprijs die gelijk is aan de nominale waarde indien er geen sprake is van (dis)agio of transactiekosten. De kosten alsmede baten van nog niet voltooide projecten in opdracht van derden zijn op de balans opgenomen. Projecten waarop de vooruitbetaalde kosten de gefactureerde termijnen overschrijden, worden opgenomen onder de vorderingen. Projecten waarop meer is vooruitontvangen dan aan kosten is verantwoord, worden opgenomen onder de schulden. Effecten De effecten zijn gewaardeerd tegen de reële waarde, tenzij anders is aangegeven. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito‟s met een looptijd korter dan twaalf maanden en worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Pensioenen De instelling heeft de toegezegde-pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. De instelling heeft in het geval van een tekort geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen aan het bedrijfstakpensioenfonds. Lang- en kortlopende schulden Lang- en kortlopende schulden worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
126
7.15 Resultaatbepaling Als baten en lasten zijn die opbrengsten en kosten aangemerkt, die een oorzakelijk verband hebben met de in het verslagjaar geleverde prestaties en verrichte activiteiten. Projectopbrengsten en projectkosten Voor projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de staat van baten en lasten naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat op balansdatum niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de staat van baten en lasten tot het bedrag van de gemaakte projectkosten. Indien het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, dan vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de 'Percentage of Completion'-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen woren bepaald. Projectkosten zijn de direct tot het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de staat van baten en lasten verwerkt. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekeninghoudend met fiscale mogelijkheden. Deze belasting is alleen van toepassing bij één van de geconsolideerde deelnemingen. Aandeel derden Indien het belang in de 100% geconsolideerde deelnemingen minder dan 100% bedraagt wordt het aandeel derden in het eigen vermogen en van het resultaat afzonderlijk vermeld. Vreemde valuta Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum.
7.16 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Het begrip geldmiddelen is gedefinieerd als het saldo van de liquide middelen conform de balans en de schulden aan bankinstellingen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
127
7.17 Bezoldiging bestuurders De vergoeding van de individuele leden van het College van Bestuur was als volgt: Bezoldiging 2010
in duizenden euro‟s
Bezoldiging 2009
Belastbaar loon Pens.premie Belastbaar loon Pens.premie wg- + wn-deel wg- + wn-deel Drs. D.J. van den Berg (voorzitter) Prof. Ir. K.Ch.A.M. Luyben (Rector Magnificus)
*
Prof. dr. ir. J.T. Fokkema (Rector Magnificus)*
185
48
153
60**
-
Drs. P.M.M. Rullmann (Vice-president for Education & Operations)
167
200
45
-
-
-
161
40
43
154
43
De bestuurders zijn het gehele jaar in functie geweest. * De heer Luyben is per 1 januari 2010 aangesteld als Rector Magnificus. ** In de pensioenpremie van de heer Luyben is een eenmalige herrekening (K€ 18) over voorgaande jaren begrepen. Deze herrekening heeft geen invloed op de hoogte van de pensioenpremies na 2010.
De bezoldiging van de gewezen leden van het College van Bestuur was als volgt:
in duizenden euro‟s
Bezoldiging 2010 Belastbaar loon Pens.premie wg- + wn-deel
Prof. dr. ir. J.T. Fokkema***
159
Bezoldiging 2009 Belastbaar loon Pens.premie wg- + wn-deel 40
-
-
*** De heer Fokkema heeft per 1 januari 2010 zijn werkzaamheden als fulltime hoogleraar hervat.
De vergoeding van de individuele leden van de Raad van Toezicht was als volgt:
in duizenden euro‟s
Tijdvak
Vergoeding 2010
Vergoeding 2009
Ir. G.J. Kramer (voorzitter)
1/1-31/12
12
12
Mw. Ir. M.W.L. van Vroonhoven
1/1-31/12
9
9
Prof. dr. D.D. Breimer
1/1-31/12
9
9
Mw. Drs. K.M.H. Peijs
1/1-31/12
9
9
Drs. J.C.M. Schönfeld
1/1-31/12
9
9
7.18 Bestuursverklaring Het College van Bestuur bevestigt hierbij (conform artikel 31 lid 1a van de Richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) dat alle bij het College van Bestuur bekende informatie, van belang voor de controleverklaring bij de jaarrekening en de bekostigingsgegevens, ter beschikking heeft gestaan aan de instellingsaccountant.
7.19 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur van Technische Universiteit Delft De in dit het jaarverslag opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte geconsolideerde balans per 31 december 2010 en de samengevatte geconsolideerde staat van baten en lasten over 2010 met bijbehorende toelichtingen, is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Technische Universiteit Delft te Delft over 2010. Wij hebben een goedkeurend oordeel inzake de getrouwheid verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 20 april 2011. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 20 april 2011.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
128
De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Technische Universiteit Delft. Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, "Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten". Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Technische Universiteit Delft per 31 december 2010 en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Den Haag, 27 juni 2011, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.,
Origineel getekend door: drs. Th.A.J.C. Snepvangers RA
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
129
Bijlage 1 Stand van zaken streefwaarden TU Delft
Bijlage 1 Stand van zaken streefwaarden TU Delft Instellingsplan 2007 – 2010 In het vorige Instellingsplan 2005-2008 is een aantal streefwaarden opgenomen, die in 3TU-verband in 2004 zijn afgesproken (Sectorplan Wetenschap & Technologie). Deze streefwaarden voor 2010 zijn onveranderd opgenomen in de “Update Instellingsplan TU Delft 2007-2010 - Prioriteiten 2009-2010”. Op basis van beschikbare cijfers uit 2010 kan een indicatie worden gegeven van de eindstand (en voortgang) van het merendeel van de streefwaarden voor de TU Delft. Als ijkjaar is 2003 genomen. De gebruikte bronnen zijn: Jaarverslag 2003 - TU Delft, Jaarverslag 2010 - TU Delft, en diverse interne statistieken. Voor een aantal onderwerpen is de streefwaarde voor 2010 (ruimschoots) bereikt in de periode 2003-2010. Het gaat hierbij om: • de instroom in de bacheloropleidingen; • de (internationale) instroom in de masteropleidingen; • het studierendement van de bachelor- en masteropleidingen, • de instroom in de ontwerpersopleidingen. • de 2e en 3e geldstroom; • de promoties; • de spin-offs; • de octrooien; • de verhouding tussen het wetenschappelijke- en ondersteunende personeel; • het aantal wetenschappelijke functies; • het aantal vrouwelijke hoogleraren. Voor een aantal onderwerpen zijn vorderingen gemaakt. Het gaat hierbij om: • de positie op de internationale rankings, • de positie in onderzoeksvisitaties. Voor de periode 2010-2011 zal het CvB nog blijven uitgaan van de huidige doelstellingen. De hoofdlijnen van het oorspronkelijke beleid blijven gehandhaafd. Wel is in 2010 een aanzet voor een nieuwe toekomstvisie gegeven met de Herijkingsagenda TU Delft – Towards a sustained worldposition. In 2011 wordt gewerkt aan de totstandkoming van de Strategische Roadmap TU Delft 2020. Hierin komt op hoofdlijnen naar voren waar de TU Delft aan het eind van dit decennium wil staan en via welke wegen zij dat wil bereiken. In deze Strategische Roadmap worden nieuwe streefwaarden en de doelstellingen vastgesteld om naar te streven dan wel te handhaven.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
1
Bijlage 1 Stand van zaken streefwaarden TU Delft
Onderwerp
Onderwijs a. Verhoging van de instroom in de bacheloropleidingen, mede door meer buitenlandse studenten aan te trekken. b. Verhoging van het studierendement van de bacheloropleidingen (VWO-aansluiters). c. Verhoging van de instroom in masteropleidingen en ontwerpersopleidingen.
d. Verhoging van de internationale instroom in masteropleidingen. e. Verhoging van het rendement van de masteropleidingen. Onderzoek f. Gezamenlijk een plaats in de absolute Europese top met onderzoekszwaartepunten, volgens de gebruikelijke meetmethoden.
Streefwaarde 2010 + 15% tot.omvang= 1963
IJkjaar 2003 tot.omvang 1= 1707
Ontwerpersopleiding: + 20% tot.omvang = 19 Ma. : +30% tot.omvang = 355
+56% tot.omvang= 2.668 67% 2 (prognose)
70% Ma. : + 20% tot.omvang = 821
Eindstand 2010
tot.omvang 3= 684
tot.omvang= 16 tot.omvang=273
Ma.: +33% tot.omvang = 912 Ontwerpersopleiding: +81% tot.omvang = 29 Ma.: +162% tot.omvang = 715
90%
92% 4 (prognose)
In het Instellingsplan 20072010 heeft de TU Delft de ambitie geformuleerd om in 2010 een preferred partner in research te zijn voor andere (inter)nationale universiteiten en bedrijven.
Sjanghai-ranking 2010
De internationale rankings zeggen iets over de mate van internationale erkenning en zichtbaarheid.
2003: plaats 201-250
nieuw sinds 2010
nieuw sinds 2010
2004: plaats 78
Wereldtop 500: Plaats 151-200
Times Higher Education ranking 2010 Wereldtop 200: Plaats 151
Times Higher Education ranking 2010 Wereldtop Techn.Univ: Plaats 33
QS-ranking 2010 Wereldtop 200: Plaats 108
QS-ranking 2010
2004: plaats 24
Wereldtop Techn.Univ: Plaats 18
The Leiden Ranking 2004-2008
g. Bevestiging van deze positie in internationale onderzoeks-visitaties voor alle onderzoeks-zwaartepunten.
Als doelstelling hierbij moet het Delftse onderzoek ten minste een 4 scoren voor de criteria van het SEP-protocol.
Europese top 100 – kroonindicator CWTS: Plaats 20 Van de in 2010 SEPgevisiteerde onderzoeksprogramma’s heeft 77% een score van 4 tot 5 voor het criterium kwaliteit. Voor de andere criteria zijn de percentages 88% (productiviteit), 88% (rele-vantie) en 82% (levens-vatbaarheid).
1
Vanwege een systeemwijziging in de registratie van HBO-ers zijn de ijkgegevens van 2003 gecorrigeerd weergegeven. Een aantal van 381 HBO-ers is voor 2003 uit het oorspronkelijke ’bruto’ aantal van 2088 Bachelor-inschrijvingen weggehaald en toegevoegd aan het aantal bruto Master-inschrijvingen van 303. Sinds 2006 worden de HBO-ers alleen voor de Masters ingeschreven en niet bij de Bachelors zoals dat in de voorgaande jaren wel het geval was. Zie de aparte onderwijsstatistieken voor de bruto-gegevens van 2003. 2 Om toch een indicatie van de realisatie van de uiteindelijke studierendementen te kunnen krijgen is gedeeltelijk gebruik gemaakt van prognoses. Deze zijn echter wel gebaseerd op historische gegevens van de studierendementen, zoals deze in de onderwijsstatistieken staan vermeld (zie de aparte bijlage hiervan in dit jaarverslag). Omdat de hier bedoelde studierendementen zijn gebaseerd op het behalen van het diploma, ongeacht de studieduur hierbij, geeft het toch een beeld van de uiteindelijke ‘opbrengst’ van het onderwijs voor de samenleving. Het CvB heeft specifiek beleid ingezet om de gemiddelde studieduur terug te dringen en om interne doorstromers alleen een Masteropleiding te laten volgen wanneer zij in het bezit zijn van een afgeronde Bacheloropleiding (vanaf 2010). Zie de paragrafen 2.3 en 2.5 van het hoofdstuk Onderwijs. Door het tegelijkertijd volgen van een Bachelor- en Masteropleiding door een grote groep interne doorstromers is het niet mogelijk om een representatieve indicatie van het studierendement te geven, dat uitsluitend is gebaseerd op gerealiseerde meetwaarden binnen bepaalde tijdvakken. 3 Zie voetnoot 1. 4 Zie voetnoot 2. Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2
Bijlage 1 Stand van zaken streefwaarden TU Delft
Onderwerp
h. Verhoging van het aantal promoties i. Verhoging van het promotierendement - na het eerste jaar (2008). j. Verhoging van de omvang aan tweede geldstroom. k. Verhoging van de internationale geldstroom. kennisvalorisatie l. Verhoging van de derde geldstroom.
Streefwaarde 2010
IJkjaar 2003
+20% tot.omvang = 222 75%
tot.omvang= 185
+20% tot.omvang=M€16,4 +20%
tot.omvang=M€13,7
Eindstand 2010
+80% tot.omvang = 333 Cohort 2001: 75% Cohort 2002: 69% +123% tot.omvang=M€30,5 Onderdeel van punt l.
+20% tot.omvang =M€ 68
tot.omvang =M€ 56,7
+97% tot.omvang=M€111,7
m. Verhoging van het aantal octrooien.
+25% tot.omvang = 35
tot.omvang= 28 (2003)
+64% tot.omvang = 46
n. Verhoging van het aantal spin-off bedrijven (nu alleen cijfers beschikbaar vanuit het Technostartersprogramma-TUD conform de technostarter-definitie van het Min.EZ). Organisatie (specifiek en aanvullend voor de TU Delft) o. Het verbeteren van de verhouding tussen de omvang van het wetenschappelijke en ondersteunende personeel.
+25% tot.omvang = 10
tot.omvang= 8
+37,5% tot.omvang = 11
1,03 stand per 31-12-2003: WP=2307 fte, OBP 2245 fte; alleen bezoldigd
1,41 stand per 31-12-2010 5: WP=2691 fte, OBP= 1904 fte; alleen bezoldigd
p. Een uitbreiding van het aantal wetenschappelijke functies.
+250 fte streefwaarde voor 2007: tot.omvang = 2557 fte Minimaal 30 streefwaarde voor 2010
q. Het verhogen van het aantal vrouwelijke hoogleraren.
5
6
1,4 streefwaarde voor 2007
tot.omvang= 2307 fte 8 bezoldigd (= 3,3% van het totale aantal bezoldigde hoogleraren) 0 onbezoldigd (= 0% van het totale aantal onbezoldigde hoogleraren)
+384 fte tot.omvang= 2691 fte 6; alleen bezoldigd 23 bezoldigd (= 8,7% van het totale aantal bezoldigde hoogleraren) 9 onbezoldigd (= 5,5% van het totale aantal onbezoldigde hoogleraren)
Voor de vergelijkbaarheid met 2003 worden de studenten-assistenten nog bij het WP i.p.v. het OBP geteld. Voor de vergelijkbaarheid met 2003 worden de studenten-assistenten nog bij het WP i.p.v. het OBP geteld. Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
3
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
______________________________________________________________________________________
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken ______________________________________________________________________________________
A B C D E F G
Instroom voltijd eerstejaars bachelor- en masterstudenten instelling naar opleiding ........... 2 Instroom voltijd eerstejaars bachelorstudenten instelling naar vooropleiding ...................... 4 Instroom voltijd eerstejaars bachelorstudenten instelling naar nationaliteit ........................ 6 Instroom voltijd eerstejaars bachelorstudenten instelling naar geslacht ............................. 8 Instroom voltijd eerstejaars masterstudenten instelling naar vooropleiding ...................... 10 Instroom voltijd eerstejaars masterstudenten instelling naar nationaliteit ........................ 12 Instroom eerstejaars masterstudenten instelling naar geslacht ........................................ 14
H I J K L M N
Populatie Populatie Populatie Populatie Populatie Populatie Populatie
O
Bachelor- en master- (inclusief ongedeelde) diploma's...................................................... 29
P Q R S
Master/doctoraal rendement alle voltijd studenten .......................................................... 30 Master/doctoraal-rendement voltijd studenten met aansluitende vwo-opleiding ............... 31 Master-/doctoraal rendement voltijd studenten met afgeronde hbo-vooropleiding ............ 32 Master rendement eerstejaars instelling voltijd internationale studenten toegelaten tot het MSc programma ....................................................................................................... 33 Bachelor-rendement voltijd studenten met aansluitende vwo-vooropleiding ..................... 34
T
bachelor- en masterstudenten naar opleiding ................................................... 16 bachelorstudenten naar hoogste vooropleiding voor eerste inschrijving TU Delft 18 bachelorstudenten naar nationaliteit ............................................................... 20 bachelorstudenten naar geslacht ..................................................................... 22 master studenten naar vooropleiding voor eerste inschrijving TU Delft .............. 24 masterstudenten naar nationaliteit .................................................................. 26 masterstudenten naar geslacht ........................................................................ 28
Definities ............................................................................................................................. 35
Algemene informatie De onderwijsstatistieken wijken dit jaar iets af van de in eerdere verslagen gepresenteerde aantallen en verhoudingen. De verschillen betreffen een ‘herijking’ van de statistische basisgegevens met de inschrijvingen administratie en de keuze om in de statistieken alleen nog studenten met een voltijd inschrijving bij een bachelor of master opleiding op te nemen.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
1
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
A
Instroom voltijd eerstejaars bachelor- en masterstudenten instelling naar opleiding TU Delft
4%
7% 31% 33%
93 503 187 142 162 46
0%
3%
1%
262
32
66
2004 Totaal
309
2005 Totaal
299
Master
2006 Totaal
366
2007 Totaal
2008 Totaal
2009 Totaal
Master
2010 Totaal
995
92% 83%
71%
100% 8% 17%
29%
0%
-3% 12% 2% 27% 5% 11% 7%
7%
3%
5%
304
50
65
5
3% 86% 93% 63% 82% 86% 87% 92% 50% 73% 94%
96%
95%
0%
22% 14% 7% 37% 18% 14% 13% 8% 50% 27%
6%
4%
5%
323
47
57
6
96%
84%
0%
4%
16% 100% 17% 23% 100% 32%
46
102
9
363 101
8
163
91%
70%
0%
84% 59%
0%
67%
9%
30% 100% 16% 41% 100% 33%
57
100
6
405 102
12
212
93%
70%
0%
85% 65%
0%
71%
7%
30% 100% 15% 35% 100% 29%
7% 45% 39%
345 27 127 596 271 88 139 51
413 38 130 509 281 111 154 51
83% 25% 11% 34% 16% 36% 26% 24% 65% 37% 14%
420 53 132 721 374 108 194 62
402
39% 29% 11% 13% 21% 34% 34% 24% 72% 48% 20%
465 39 148 754 431 130 186 87
420
-1% 26% 8% 21% 20% 34% 28% 12% 65% 54% 20%
477 36 158 829 457 126 220 97
410
58
94
5% 74% 90% 92% 78% 68% 71% 80% 41% 45% 82% 100% 76% 8% 26% 10% 8% 22% 32% 29% 20% 59% 55% 18%
3580 -5%
912
141
95%
493 64 146 705 360 118 188 92
463
Bachelor 2668 -4% 75% 89% 77% 82% 66% 75% 84% 43% 42% 84% Master
0
97%
3766 6%
Bachelor 2771
86
7% 88% 98% 73% 95% 89% 93% 93% 55% 61% 93%
3554 9%
922
0%
307
9
Bachelor 2632 13% 74% 92% 79% 80% 66% 72% 88% 35% 46% 80% Master
5
58
3258 21%
933
30%
35
324 48 105 606 237 122 154 31
Bachelor 2325 14% 71% 89% 87% 79% 66% 66% 76% 28% 52% 80% Master
100% 11% 44%
269
2701 3%
669
118 70%
0%
Bachelor 2032 -10% 75% 89% 66% 84% 64% 74% 76% 35% 63% 86% Master
0
13%
2616 5%
Bachelor 2250
88% 100%
63
89% 56%
5%
2487 5%
Bachelor 2188 Master
49% 13% 4% 32% 15% 10% 6% 13% 44% 39%
153
Technology Policy and Management
7%
Science Education and Communication
10% 1% 32% 3%
Molecular Science and Technology
8 0%
Mechanical Engineering
74 99%
Bachelor 2052 10% 87% 96% 68% 85% 90% 94% 87% 56% 61% 95% Master
Materials Engineering
30
Maritime Engineering
Life Science
226
90% 99% 68% 97% 93% 96% 93% 69% 67% 100% 97%
291 38
91 460 191 184 110 45
Industrial Design Engineering
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
2361 14%
Architecture
207
Applied Physics
2003 Totaal
Applied Mathematics
292 28
Bachelor 1866 Master
Aerospace Engineering
2073
Aandeel
Groei tov vorig studiejaar
Aantal
Opleiding
Studiejaar
2002 Totaal
Opleiding
-8% 25% 11% 23% 18% 34% 25% 16% 57% 58% 16%
324
54
0
111
95% 76%
68%
100% 5% 24%
32%
352
76
94% 80%
6
114
0%
71%
100% 6% 20% 100% 29%
349
82
83% 77%
2
148
0%
68%
6
456 132
10
200
0%
85% 56%
0%
66%
0%
24% 100% 15% 44% 100% 35%
65
102
3
431 141
11
198
88%
72%
0%
89% 43%
0%
70%
12%
28% 100% 11% 57% 100% 30%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100% 90%
10%
13%
12%
14%
25%
29%
26%
26%
25%
75%
71%
74%
74%
75%
2006
2007
2008
2009
2010
Instroom verhouding
80% 70% 60% 50% 40%
90%
87%
88%
86%
30% 20% 10% 0% 2002
2003
2004
2005
Bachelor
Master
90% 80%
73%
Instroom ontwikkeling
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2003 -10%
2004
2005
2006
2007
Instroom tov voorgaand studiejaar
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2008
2009
2010 -5%
Instroom tov 2002
3
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
B
Instroom voltijd eerstejaars bachelorstudenten instelling naar vooropleiding TU Delft
73
0 136 35
0
Technology Policy & Management
30 225 29
Science Education & Communication
Materials Engineering
Molecular Science and Technology
Maritime Engineering
Mechanical Engineering
Life Science
Industrial Design Engineering
88 428 184 171 76
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
Architecture
289 19
Applied Physics
Applied Mathematics
1866
Aerospace Engineering
Aandeel
Aantal
Groei tov vorig studiejaar
Vooropleiding
Studiejaar 2002 Bachelor
Opleiding
83
vwo aansluiter
1141
61% 66% 68% 73% 41% 73% 71% 59% 60% 65% 69% 67%
60% 69%
66%
vwo niet aansluiter
238
13% 9%
7% 9% 17% 24% 10% 10%
10% 6%
14%
overig
487
26% 25% 26% 14% 42% 19% 22% 32% 23% 12% 21% 23%
30% 26%
19%
2003 Bachelor
2052 10%
5% 14% 17% 8%
280 26
79 454 176 123 91
28 249 28
66
vwo aansluiter
1283
12% 63% 68% 73% 80% 48% 61% 68% 53% 64% 70% 57% 59%
vwo niet aansluiter
213
-11% 10% 7%
overig
556
2004 Bachelor
2188
0 100
68% 59%
73%
8% 11% 11% 13% 2% 4% 21% 16% 21% 17%
9% 6%
12%
14% 27% 25% 19% 9% 41% 26% 29% 43% 14% 14% 21% 24%
23% 35%
15%
7%
317 35 100 537 220 114 84
vwo aansluiter
1381
8%
vwo niet aansluiter
243
14% 11% 10% 14% 8% 12% 8%
overig
564
1%
2250
3%
2005 Bachelor
0 281 71
19 250 34
55
63% 60% 71% 73% 54% 62% 67% 56% 37% 69% 74% 65%
0 307 41
0
75
72% 83%
65%
5% 10% 32% 16% 15% 15%
8% 7%
20%
26% 30% 14% 19% 34% 30% 28% 35% 32% 15% 12% 20%
20% 10%
15%
322 17 104 514 235 81
70
37 286 48
62
0 332 61
0
81
vwo aansluiter
1489
8%
66% 71% 71% 80% 50% 58% 69% 53% 73% 70% 69% 68%
79% 85%
79%
vwo niet aansluiter
204
-16%
9%
7% 13% 3% 15% 19% 10%
5% 5%
10%
overig
557
-1%
25% 26% 29% 13% 38% 33% 23% 34% 24% 15% 13% 23%
16% 10%
11%
2006 Bachelor
2032 -10%
3%
0% 7% 12% 9%
369 25 109 328 207 84
54
32 279 45
48
0 288 63
0 101
vwo aansluiter
1532
3%
75% 64% 88% 83% 74% 77% 76% 78% 88% 72% 91% 81%
82% 75%
81%
vwo niet aansluiter
200
-2%
10% 7%
8%
8% 8%
12%
overig
300
-46% 15% 30% 4% 11% 13% 13% 13% 11% 6% 12% 7% 10%
10% 17%
7%
2007 Bachelor
2325 14%
8% 6% 13% 10% 11% 11% 6% 15% 2%
372 46 104 477 248 82
54
32 322 42
71
0 305 60
0 110
vwo aansluiter
1796
17% 77% 66% 78% 85% 70% 83% 80% 81% 84% 80% 71% 79%
86% 87%
81%
vwo niet aansluiter
220
10%
9%
8% 3%
10%
overig
309
3%
13% 28% 11% 10% 17% 8% 12% 13% 3%
6% 10%
9%
2008 Bachelor
2632 13%
5% 11% 6% 13% 8%
7% 6% 13% 13% 17% 13%
427 31 119 501 311 115 66
7% 12% 8%
40 338 53
70
0 345 66
0 150
vwo aansluiter
2025
13% 77% 64% 84% 81% 73% 84% 83% 85% 78% 75% 83% 76%
86% 77%
81%
vwo niet aansluiter
295
34% 11% 7%
9%
10% 8%
14%
overig
312
1%
12% 30% 13% 13% 10% 9% 10% 12% 10% 5% 9% 16%
4% 15%
5%
2771
5%
vwo aansluiter
2147
6%
77% 63% 85% 81% 72% 82% 75% 86% 75% 81% 91% 83%
85% 89%
84%
vwo niet aansluiter
314
6%
11% 6%
9% 12% 18% 10% 6% 3% 14% 14% 3%
8%
11% 7%
13%
overig
310
-1%
11% 30% 6% 7% 10% 8% 19% 11% 11% 5% 5%
8%
5% 4%
3%
73
0 385 61
0 139
2009 Bachelor
2010 Bachelor
2668 -4%
3% 7% 17% 7%
7% 3% 13% 20% 8%
430 33 123 567 324 101 90
437 49 120 468 270 99
81
44 337 58
39 390 57
71
0 388 74
0 131
vwo aansluiter
1848 -14% 69% 56% 84% 73% 61% 79% 80% 81% 69% 69% 74% 67%
78% 67%
75%
vwo niet aansluiter
362
15% 14% 5% 12% 10% 22% 11% 6% 5% 15% 19% 14% 19%
13% 10%
15%
overig
458
48% 17% 39% 4% 18% 17% 10% 14% 14% 15% 12% 12% 14%
9% 23%
10%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
4
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100% 90%
26%
27%
26%
Aandeel in bachelor instroom
80% 70%
13%
10%
15%
13%
12%
11%
10%
9%
11%
11%
75%
77%
77%
77%
2006
2007
2008
2009
25%
11%
9%
17%
14%
60% 50% 40% 30%
61%
63%
63%
66%
2002
2003
2004
2005
69%
20% 10% 0%
vwo aansluiter
vwo niet aansluiter
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2010
overig
5
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
C
Instroom voltijd eerstejaars bachelorstudenten instelling naar nationaliteit TU Delft
Science Education & Communication
4%
3%
14%
2%
100%
50%
0%
289
19
88
428 184
171
76
30
1.746
94% 83%
95%
97%
95% 96%
93%
93%
87%
buitenlands
120
6%
17%
5%
3%
5%
4%
7%
7%
13%
3%
eer
67
56% 90%
0%
67%
35% 71%
8%
20%
25%
33%
non-eer
53
44% 10% 100%
33%
65% 29%
92%
80%
75%
67%
0%
Bachelor
2.052
10%
nederlands
1.922
10%
280
26
buitenlands
130
8%
6%
4%
5%
eer
63
-6%
48% 79%
33%
non-eer
67
26%
52% 21%
67%
67% 64%
94% 85% 100% 15%
0%
97% 100% 0%
96%
79
454 176
123
91
28
249
28
66
95% 94%
91%
89%
93%
98%
86%
95%
6%
9%
11%
7%
2%
14%
5%
3%
6%
4%
33% 36%
27%
10%
0%
83%
0%
100%
38%
25%
25%
73%
90%
0%
63%
75%
75%
Bachelor
2.188
7%
317
35
100
537 220
114
84
19
250
34
55
nederlands
2.071
8%
95% 82%
94%
99%
97% 97%
95%
93%
95%
98%
94%
95%
buitenlands
117
-10%
5%
18%
6%
1%
3%
3%
5%
7%
5%
2%
6%
5%
eer
66
5%
56% 66%
0%
100% 65% 50%
17%
0%
0%
25% 100% 100%
non-eer
51
-24%
44% 34% 100%
0%
35% 50%
83%
100% 100% 75%
0%
0
0%
41 95%
99% 1%
5% 50%
0%
38%
50%
100%
3%
322
17
104
514 235
81
70
37
286
48
62
1%
93% 77%
88%
96%
98% 96%
93%
94%
92%
96%
96%
90%
buitenlands
150
28%
7%
23%
12%
4%
2%
4%
7%
6%
8%
4%
4%
10%
eer
86
30%
57% 74%
0%
50%
36% 33%
17%
25%
33%
75%
0%
83%
non-eer
64
25%
43% 26% 100%
50%
64% 67%
83%
75%
67%
25% 100%
17%
75%
369
buitenlands
149
eer
96
non-eer
53
-17%
36% 23% 100% 100% 71% 71% 100%
61 92%
95%
2%
8%
5%
25%
60%
0%
40%
100%
25
109
328 207
84
54
32
279
45
48
96%
99%
95% 97%
98%
93%
97%
98%
98%
92%
-1%
7%
25%
4%
1%
5%
3%
2%
7%
3%
2%
2%
8%
12%
64% 77%
0%
0%
29% 29%
0%
25%
100% 83%
0%
100% 0%
38%
75%
0%
17% 100%
32
322
Bachelor
2.325
14%
372
46
104
477 248
82
54
nederlands
2.169
15%
93% 76%
98%
98%
96% 98%
90%
91%
42
71
95%
99%
buitenlands
156
5%
7%
24%
2%
2%
4%
2%
10%
9%
eer
95
-1%
61% 69%
0%
50%
55% 40%
63%
0%
2%
5%
83%
50%
non-eer
61
15%
39% 31% 100%
50%
45% 60%
38%
100%
17%
50%
100%
100% 98% 0%
501 311
115
66
40
338
53
70
97% 97%
95%
94%
98%
98%
96%
90%
buitenlands
189
21%
7%
25%
3%
8%
3%
3%
5%
6%
3%
2%
4%
eer
102
7%
54% 64%
0%
67%
38% 30%
33%
50%
0%
43%
50%
non-eer
87
43%
46% 36% 100%
33%
62% 70%
67%
50%
100% 57%
50%
0%
132
non-eer
59
-32%
31% 19%
66
10%
3%
5%
5%
100%
30%
0%
13%
567 324
101
90
44
337
58
71
96% 96%
93%
93%
91%
97%
97%
96%
1%
7%
1%
4%
7%
29%
69% 81%
0%
43% 43% 100%
100% 57% 57%
0%
40%
95%
123
4%
38% 100% 0
110 95%
345
99%
0%
0
97%
93% 74% 100% 26%
100%
5%
119
191
0%
50%
60%
92%
eer
1%
0%
31
buitenlands
3% 50%
5%
97%
33
3% 63%
3%
427
430
101
63%
93% 75%
6%
99%
0%
13%
5%
0
1%
13%
2.580
63 97%
60
2.443
2.771
288 97%
95%
2.632
Bachelor
81
305
Bachelor
0
0
97%
nederlands
nederlands
0
332 98%
93% 75%
-10%
75
3%
2.100
1.883
0
63%
2.250
2.032 -10%
100 96%
307
Bachelor
Bachelor
0
97%
nederlands
nederlands
0
71 94%
100%
96%
100% 17% 100%
281 97%
83
0%
50% 100% 0
Technology Policy & Management
Molecular Science & Technology
98%
0
1.866
Mechanical Engineering
0
Materials Engineering
Life Science
35 86%
Maritime Engineering
Industrial Design Engineering
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
2010
Architecture
2009
Applied Physics
2008
Applied Mathematics
2007
Aerospace Engineering
2006
136 97%
73
Bachelor nederlands
Aandeel
2005
Groei tov vorig studiejaar
2004
29
Aantal
2003
225
Herkomst
Studiejaar 2002
Opleiding
0
388
74
97%
99% 1%
7%
9%
3%
3%
4%
3%
25%
56%
50%
67%
64% 100%
67%
75%
44%
50%
33%
36%
390
57
88% 0
131 99% 1% 100%
0%
Bachelor
2.668
-4%
437
49
120
468 270
99
81
39
2.452
-5%
92% 71%
98%
94%
95% 96%
96%
91%
92%
buitenlands
216
13%
8%
29%
2%
6%
5%
4%
4%
9%
8%
3%
4%
3%
5%
2%
eer
129
-2%
60% 70%
0%
57%
36% 50%
0%
14%
33%
82%
100%
33%
33%
67%
non-eer
87
47%
40% 30% 100%
43%
64% 50% 100%
86%
67%
18%
0%
67%
67%
33%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
0%
96%
385
61
97%
95%
0%
nederlands
97% 100%
0
150 95%
70% 100%
33%
73
0
0
139 98%
6
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100%
6%
6%
5%
7%
7%
7%
7%
7%
8%
94%
94%
95%
93%
93%
93%
93%
93%
92%
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
90%
Bachelor instroom verhouding
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Nederlandse nationaliteit
Buitenlandse nationaliteit
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
7
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
D
Instroom voltijd eerstejaars bachelorstudenten instelling naar geslacht TU Delft
Opleiding
Materials Engineering
29
73
0 136
Technology Policy & Management
Maritime Engineering
225
Science Education & Communication
Life Science
30
Molecular Science & Technology
Industrial Design Engineering
76
Mechanical Engineering
Geosciences
428 184 171
Electrical Engineering
88
Computer Science
19
Civil Engineering
289
Architecture
Applied Physics
362
Applied Mathematics
1.504
Aerospace Engineering
man vrouw
Aandeel
Groei tov vorig studiejaar
Aantal
Herkomst
Studiejaar
2002 Bachelor 1.866
35
0
83
81% 94% 74% 84% 68% 91% 95% 97% 80% 56% 41% 92%
96% 71%
82%
19% 6% 26% 16% 32% 9%
4% 29%
18%
280
10%
man
1.669
11%
81% 92% 77% 94% 70% 88% 93% 97% 71% 59% 50% 83%
96% 80%
78%
vrouw
383
6%
19% 8% 23% 6% 30% 13% 7%
4% 20%
22%
454 176 123
28
249
28
66
3% 29% 41% 50% 17%
250
34
55
6%
81% 93% 63% 83% 69% 85% 94% 93% 84% 61% 68% 95%
95% 78%
83%
vrouw
416
9%
19% 7% 37% 17% 31% 15% 6%
5% 22%
17%
7% 16% 39% 32% 5%
1.856
5%
82% 95% 88% 88% 71% 87% 94% 94% 70% 67% 63% 89%
95% 84%
79%
vrouw
394
-5%
18% 5% 12% 12% 29% 13% 6%
5% 16%
21%
man
1.676
vrouw
356
109 328 207
84
48
62
6% 30% 33% 38% 11%
54
32
279
45
48
0 332
0 288
61
75
man
25
286
0
3%
369
37
41
2005 Bachelor 2.250
2006 Bachelor 2.032 -10%
70
0 307
0 100
1.772
81
19
71
man
104 514 235
84
0 281
7%
17
100 537 220 114
91
2004 Bachelor 2.188
322
35
79
3% 20% 44% 59% 8%
2003 Bachelor 2.052
317
26
5%
63
0
81
0 101
-10% 82% 92% 72% 86% 63% 86% 98% 98% 84% 68% 78% 90%
95% 78%
86%
-10% 18% 8% 28% 14% 38% 14% 2%
2% 16% 32% 22% 10%
5% 22%
14%
2007 Bachelor 2.325
14%
54
man
1.849
10%
80% 91% 74% 88% 64% 88% 99% 91% 72% 62% 71% 89%
93% 80%
78%
vrouw
476
34%
20% 9% 26% 13% 36% 13% 1%
7% 20%
22%
372
427
46
82
322
42
71
9% 28% 38% 29% 11%
40
338
53
70
12%
78% 90% 81% 91% 58% 86% 96% 98% 80% 60% 55% 86%
94% 77%
76%
vrouw
567
19%
22% 10% 19% 9% 42% 14% 4%
6% 23%
24%
5%
man
2.171
5%
78% 90% 85% 89% 60% 82% 95% 94% 91% 61% 67% 80%
94% 74%
76%
vrouw
600
6%
22% 10% 15% 11% 40% 18% 5%
6% 26%
24%
49
120 468 270
99
44
337
58
71
6%
9% 39% 33% 20%
81
39
390
57
73
0 388
-4%
man
2.023
-7%
76% 90% 51% 86% 55% 83% 93% 94% 72% 57% 56% 84%
93% 79%
74%
vrouw
645
8%
24% 10% 49% 14% 45% 17% 7%
7% 21%
26%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
61
0 131
2010 Bachelor 2.668
6% 28% 43% 44% 16%
0 385
74
0 150
2009 Bachelor 2.771
437
90
66
0 110
2.065
2% 20% 40% 45% 14%
0 345
60
man
123 567 324 101
66
0 305
13%
33
119 501 311 115
32
2008 Bachelor 2.632
430
31
104 477 248
0 139
8
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
Aandeel vrouwen in bachelor instroom
25%
24%
20%
15%
10%
5%
0% 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2008
2009
2010
9
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
E
Instroom voltijd eerstejaars masterstudenten instelling naar vooropleiding TU Delft
Geosciences
Industrial Design Engineering
Life Science
Maritime Engineering
Materials Engineering
Mechanical Engineering
Molecular Science & Technology
Science Education& Communication
Technology Policy & Management
3
9
3
32
7
13
34
15
1
1
1
8
17
28
0
35
5%
0%
0%
0%
0%
71%
0%
0%
0%
0% 100% 0%
0%
0% 18%
3%
0%
0%
0%
0%
14%
8%
0%
0%
0%
0%
6% 0%
9%
92% 100% 100% 100% 100% 14% 92% 100% 100% 100% 0% 100% 100% 94% 82%
91%
309 49%
11
12
14
49
11
0%
19
71
18
13
4
0%
0
5
26
15
0%
0
hbo
19 73% 6%
0%
0%
43%
2%
0%
0%
0%
0%
0%
25%
0%
20 233% 6%
9%
8%
14%
8%
9%
21%
1%
0%
8%
0%
0% 12% 0%
5%
buitenlands 270 42% 87% 91% 92% 43% 90% 91% 79% 99% 100% 92% 75%
100% 81% 93%
76%
Master
13
5
69
17
8
70
12
19
0%
1%
0%
0%
1%
0%
0% 100% 0%
0%
6% 15%
33%
0%
0%
0%
0%
0%
6%
0%
0%
22% 6% 0%
8%
buitenlands 270 0% 90% 86% 100% 100% 99% 100% 100% 93% 100% 100% 0% 100% 78% 88% 85%
58%
Master
19
0%
7 6% 14%
10 -50% 3%
366 22%
0%
1 0%
3 0%
9
17
20
13
20%
0%
overig
299 -3%
8% 7%
41
overig
hbo
2005
Electrical Engineering
2004
Master
Computer Science
2003
Civil Engineering
buitenlands 190
Architecture
6
Applied Physics
11
Applied Mathematics
hbo overig
Aerospace Engineering
Aantal 207
Aandeel
Vooropleiding Master
Groei tov vorig studiejaar
Studiejaar 2002
Opleiding
15
0
6
36
23
10
23
82
36
7
69
14
18
2
3
5
hbo
23 21% 6%
9%
0%
17%
0%
8%
14%
3%
0%
0%
0%
0%
0%
33
overig
22 120% 6%
9%
10%
4%
4%
6%
0%
1%
7%
6%
0%
0%
20% 10% 0% 67% 9%
0% 13% 17% 24%
buitenlands 321 19% 88% 83% 90% 78% 96% 86% 86% 96% 93% 94% 100% 100% 80% 90% 87% 17% 67% 2006
Master
44
2
9
hbo
669 83%
245 965% 37% 23%
44
0%
13
10% 58% 51% 41% 22% 11%
21
181
7%
0%
56%
0% 59% 16% 50% 15%
overig
35 59% 5% 11%
8%
0%
18%
0%
22%
0%
2%
74 1%
27 11%
100 2%
19 5%
6
61
19
2
47
3% 0% 50% 13%
buitenlands 389 21% 58% 66% 92% 90% 40% 47% 48% 76% 84% 75% 100% 22% 100% 38% 84% 0% 72% 2007
Master hbo overig
933 39%
48
7
28
244
126
26
140
30
80
4 0%
31
9
58
41
8
53
339 38% 36% 25%
0%
21% 55% 46% 35% 16%
0%
29%
56 60% 6%
14%
4%
0%
15% 25% 10% 11% 7% 5% 75% 4%
6%
2%
4%
12%
4%
65% 33% 53% 22% 0% 23%
buitenlands 538 38% 58% 69% 86% 75% 43% 50% 54% 80% 100% 56% 75% 26% 56% 40% 73% 25% 74% 2008
Master hbo overig
922 -1%
38
8
29
253
120
47
82
4
318 -6% 34% 21%
0%
7%
47% 48% 47% 19%
2%
27%
0%
63% 33% 43% 25% 33% 31%
43 -23% 5%
0%
7%
3%
4%
10%
0%
0%
5%
120 3%
15 7%
0%
30
6 0%
60
36
12
62
8% 8% 50% 6%
buitenlands 561 4% 61% 74% 100% 86% 50% 50% 47% 81% 94% 63% 100% 37% 67% 48% 67% 17% 63% 2009
Master hbo overig
995 8%
130
53
73
330 4% 33% 38%
47
0%
20% 53% 46% 16% 14%
6%
16%
65%
0% 37% 21% 20% 22%
55 28% 6%
0%
6%
2%
8%
9%
0%
4%
3
35
262 7%
133 6%
25 4%
2%
0
buitenlands 610 9% 61% 57% 100% 74% 40% 48% 80% 84% 92% 75% 2010
Master
15
26
237
hbo
912 -8%
108 -67% 12% 21%
56
0%
0%
12% 27% 11%
90
overig
100 82% 11% 9%
0%
12% 12%
9%
19 11%
23
6
68
58
10
69
3% 5% 50% 3%
26% 100% 60% 74% 30% 75%
107
53
73
7%
4%
4%
38% 31%
8
29
0% 15% 4% 9% 10%
3
46
80
11
59
6%
6%
26% 13% 10%
0% 13% 8% 64% 5%
buitenlands 704 15% 77% 70% 100% 88% 76% 64% 79% 88% 91% 70% 50% 59% 100% 72% 89% 27% 85%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
10
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100% 90%
Aandeel in master instroom
80% 58%
70%
61%
61%
77%
60% 50%
58%
92%
87%
90%
88%
40%
5%
6%
37%
36%
5%
6%
34%
33%
30% 20% 10% 0%
3% 5% 2002
6%
6%
6%
3% 6%
2003
2004
2005
HBO
11% 12%
6% 2006
OVERIG
2007
2008
2009
2010
INTERNATIONAAL
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
11
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
F
Instroom voltijd eerstejaars masterstudenten instelling naar nationaliteit TU Delft
Science Education & Communicationion 0
18%
9%
100% 100% 94% 82%
91%
buitenlands
190
92% 100% 100% 100% 100% 14%
92% 100% 100% 100%
eer
23
12%
8%
3%
20% 100%
non-eer
167
88% 100% 33% 100% 75% 100% 92%
97%
80%
Master
309 49%
0%
67%
0%
25%
0%
0%
0%
0%
11
12
14
49
11
19
71
18
13
4
34
100% 11%
9%
8%
50%
10%
9%
21%
1%
0%
8%
25%
buitenlands
275
45% 89% 91%
92%
50%
90%
91%
79%
99% 100% 92%
75%
eer
42
83% 15% 70%
36%
0%
23%
10%
27%
6%
11%
25%
0%
non-eer
233
40% 85% 30%
64% 100% 77%
90%
73%
94%
89%
75% 100%
Master
299 -3% 27
buitenlands eer
0
13
5
69
17
8
70
12
19
1
3
0%
1%
0%
0%
6%
0%
0%
100%
0%
-1%
91% 86% 100% 100% 99% 100% 100% 94% 100% 100%
65
55% 24% 67%
54%
20%
32%
12%
13%
14%
25%
47%
non-eer
207 -11% 76% 33%
46%
80%
68%
88%
88%
86%
75%
53%
Master
366 22%
23
0%
26
15
12%
0%
13%
9
17
3%
0
78%
0%
13
41 22% 13% 88%
0
36
8%
42%
100% 78% 88% 92%
58%
0%
22% 12%
35
97%
100% 87% 100%
0%
272
5 0% 0%
7 9%
0%
100% 88% 100%
14%
-21%
6%
100% 88% 94% 100%
nederlands
nederlands
13%
Technology Policy & Management
Molecular Science & Technology 28
6%
Mechanical Engineering 17
0%
17
Materials Engineering 8
0%
207
Maritime Engineering 1
100%
Master nederlands
Life Science 1
0%
Industrial Design Engineering 1
0%
Geosciences 15
0%
Electrical Engineering 34
8%
Computer Science 13
86%
Civil Engineering
2010
7
0%
Architecture
2009
32
0%
Applied Physics
2008
3
0%
Applied Mathematics
2007
Aerospace Engineering
2006
Aandeel
2005
Groei tov vorig studiejaar
2004
9
0%
Aantal
2003
3 8%
Herkomst
Studiejaar 2002
Opleiding
43% 13%
0%
10%
100% 57% 87% 100%
10
23
82
36
7
69
14
18
2
3
nederlands
42
56% 11% 17%
10%
22%
4%
14%
0%
3%
7%
6%
0%
0%
20% 10% 13%
83% 30%
buitenlands
324
19% 89% 83%
90%
78%
96%
86% 100% 97%
93%
94% 100% 100% 80% 90% 87%
17% 70%
eer
94
45% 29% 47%
67%
28%
41%
26%
71%
10%
23%
24%
0%
non-eer
230
11% 71% 53%
33%
72%
59%
74%
29%
90%
77%
76% 100% 67%
Master
669 83%
44
0%
33%
5
20
15
90%
25% 17% 23%
13
21
181
74
27
100
19
44
2
9
6
275 555% 41% 32%
8%
10%
59%
53%
48%
22%
16%
25%
0%
78%
0%
buitenlands
394
22% 59% 68%
92%
90%
41%
47%
52%
78%
84%
75% 100% 22% 100% 38% 84%
eer
112
19% 28% 77%
67%
5%
38%
17%
43%
22%
25%
27%
non-eer
282
23% 72% 23%
33%
95%
62%
83%
57%
78%
75%
73% 100% 50% 100% 87% 100%
Master
933 39%
30%
0%
19
2
47
13%
18% 82%
7
28
244
126
26
140
30
80
4
31
14%
25%
57%
49%
38%
20%
0%
44%
25%
74%
44% 57% 27%
75% 25%
buitenlands
546
39% 59% 69%
86%
75%
43%
51%
62%
80% 100% 56%
75%
26%
56% 43% 73%
25% 75%
eer
137
22% 25% 55%
67%
10%
37%
27%
44%
6%
40%
18%
67%
13%
20% 20% 27%
0%
non-eer
409
45% 75% 45%
33%
90%
63%
73%
56%
94%
60%
82%
33%
88%
80% 80% 73% 100% 85%
Master
922 -1%
buitenlands eer
29
253
120
15
120
47
82
4
30
49%
49%
47%
18%
6%
37%
0%
57%
33% 50% 33%
83% 34%
62% 74% 100% 86%
51%
51%
53%
82%
94%
63% 100% 43%
67% 50% 67%
17% 66%
34%
21%
63%
12%
23%
40%
25% 23% 29%
0%
66%
79%
38%
88%
77%
60% 100% 85%
5%
162
18% 28% 64%
63%
28%
non-eer
409
0%
38%
72%
72% 36%
Master
995
8%
nederlands
374
7%
38% 43%
47
buitenlands
621
eer
173
non-eer
448
Master
912 -8%
0%
62
24%
75% 77% 71% 100% 76%
3
35
262
133
25
130
53
73
23
6
0%
23%
58%
51%
16%
15%
8%
25%
70%
0%
40% 26%
70% 23%
9%
62% 57% 100% 77%
42%
49%
84%
85%
92%
75%
30% 100% 60% 74%
30% 77%
7%
28% 59%
19%
39%
29%
29%
16%
37%
38%
29%
0%
10% 72% 41% 100% 81%
61%
71%
71%
84%
63%
62%
71% 100% 83% 70% 100% 91%
56
0%
0
15%
12
15%
14%
571
36
53
8
38% 26%
60
8
0%
-9%
6
41
72%
41% 41% 31%
38
58
0%
0%
387
351
9
61
62% 16% 100% 28%
nederlands
nederlands
48
50%
33
75% 83% 77% 100% 70%
nederlands
0%
6
0%
68
58
17% 30%
26
237
90
19
107
53
73
8
29
3
12%
24%
33%
21%
11%
9%
29%
25%
38%
0%
26% 11%
73% 12%
715
15% 78% 71% 100% 88%
76%
67%
79%
89%
91%
71%
75%
62% 100% 74% 89%
27% 88%
245
42% 34% 50%
33%
17%
41%
33%
40%
18%
38%
33%
17%
33%
67% 32% 39%
0%
470
5%
67%
83%
59%
67%
60%
82%
63%
67%
83%
67%
33% 68% 61% 100% 69%
buitenlands eer non-eer
66% 50%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
11
9%
15
197 -47% 22% 29%
80
69
0%
nederlands
46
10
12
59
31%
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100%
Master instroom verhouding
90%
80% 59%
70% 60% 50%
92%
89%
91%
59%
62%
62% 78%
89%
40% 30% 41%
20% 10% 0%
8%
11%
9%
11%
2002
2003
2004
2005
41%
38%
38% 22%
2006
Nederlandse nationaliteit
2007
2008
2009
2010
Buitenlandse nationaliteit
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
13
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
G
Instroom eerstejaars masterstudenten instelling naar geslacht TU Delft
Aerospace Engineering
Applied Mathematics
Applied Physics
Architecture
Civil Engineering
Computer Science
Electrical Engineering
Geosciences
Industrial Design Engineering
Life Science
Maritime Engineering
Materials Engineering
Mechanical Engineering
Molecular Science & Technology
Science Education & Communicationion
Technology Policy & Management
Aandeel
Groei tov vorig studiejaar
Herkomst
Studiejaar
2002 Master 207
Opleiding
3
9
3
32
7
13
34
15
1
1
1
8
17
28
0
35
man
131
63% 67% 44% 67% 56% 86% 62% 56% 80% 100%
vrouw
76
37% 33% 56% 33% 44% 14% 38% 44% 20%
2003 Master 309 49%
11
12
14
49
11
19
71
18
0%
100% 75% 94% 50%
0%
100%
0%
25%
13
4
0
5
63%
6% 50% 26
15
37% 0
41
man
197 50% 64% 73% 58% 64% 57% 64% 63% 68% 67% 85%
50%
40% 73% 53%
59%
vrouw
112 47% 36% 27% 42% 36% 43% 36% 37% 32% 33% 15%
50%
60% 27% 47%
41%
2004 Master 299 -3% man
204
vrouw
95
1
3
0%
33%
56% 82% 69%
92%
-15% 32% 29% 54% 20% 45% 35% 25% 23% 33% 47% 100% 67%
44% 18% 31%
8%
4%
2005 Master 366 22% man vrouw
vrouw
vrouw
5
69
17
8
70
12
19
68% 71% 46% 80% 55% 65% 75% 77% 67% 53%
23
10
23
82
36
7
69
14
18
2
3
9
5
17
20
13
15
0
36
6
33
50% 100% 80% 85% 53% 50% 73%
123 29% 34% 13% 70% 9% 54% 28%
50%
0%
2
9
0%
89%
44
13
21 181 74
0%
33% 29% 33%
27
100 19
44
495 104% 74% 86% 46% 76% 69% 77% 81% 78% 74% 50%
174 41% 26% 14% 54% 24% 31% 23% 19% 22% 26% 50% 100% 11%
2007 Master 933 39% man
13
243 19% 66% 87% 30% 91% 46% 72% 100% 67% 71% 67%
2006 Master 669 83% man
7
48
7
28 244 126
26
140 30
80
685 38% 73% 77% 57% 79% 66% 79% 73% 80% 77% 64%
4
31
0%
87%
248 43% 27% 23% 43% 21% 34% 21% 27% 20% 23% 36% 100% 13%
2008 Master 922 -1%
38
8
29 253 120
15
120 47
82
4
30
20% 15% 47% 50% 27% 6
61
19
2
47
67% 93% 63% 100% 72% 33% 9
7% 37% 58
41
0%
28%
8
53
89% 93% 66% 88% 64% 11% 6
7% 34% 13% 36% 60
36
12
62
man
675
-1% 73% 89% 38% 76% 65% 77% 67% 89% 74% 61%
50% 100% 100% 85% 61% 42% 66%
vrouw
247
0%
50%
0%
0%
0
23
6
2009 Master 995 8%
27% 11% 63% 24% 35% 23% 33% 11% 26% 39% 47
3
35 262 133
25
130 53
73
15% 39% 58% 34% 68
58
10
69
man
738
9%
74% 87% 67% 86% 62% 80% 80% 85% 81% 56%
91%
50% 85% 88% 60% 64%
vrouw
257
4%
26% 13% 33% 14% 38% 20% 20% 15% 19% 44%
9%
50% 15% 12% 40% 36%
2010 Master 912 -8%
56
15
26 237 90
19
107 53
73
8
29
3
46
80
11
59
man
605 -18% 66% 93% 47% 62% 49% 71% 74% 80% 68% 58%
38%
90%
67% 76% 75% 55% 69%
vrouw
307 19% 34% 7% 53% 38% 51% 29% 26% 20% 32% 42%
63%
10%
33% 24% 25% 45% 31%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
14
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
Aandeel vrouwen in master instroom
40% 34%
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2008
2009
2010
15
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
H
Populatie bachelor- en masterstudenten naar opleiding TU Delft
Technology Policy & Management
7% 30% 10% 13% 3% 15% 100% 20% 30%
17%
2.786
23% 11% 20% 24% 45%
Master
Science Education & Communicationion
83%
Master
Bachelor
Molecular Science & Technology
80% 70%
77% 89% 80% 76% 55% 94% 93% 70% 90% 87% 97% 85% 0%
12667 3%
445
996 299
9.555
2003 Totaal
0
21
Bachelor
6%
Mechanical Engineering
1504 192 465 3238 1449 827 584 316 1598 117 290
Materials Engineering
Maritime Engineering
Life Science
Industrial Design Engineering
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
Architecture
Applied Physics
Applied Mathematics
Aerospace Engineering
Aandeel
Groei tov vorig studiejaar
aantal
Opleiding
Studiejaar
2002 Totaal 12.341
Opleiding
32
1139 320
-1% 75% 83% 76% 73% 58% 79% 87% 64% 87% 82% 87% 84% 0%
81% 71%
85%
3.179 14% 25% 17% 24% 27% 42% 21% 13% 36% 13% 18% 13% 16% 100% 19% 29%
15%
9.488
2004 Totaal 12.810 1%
1605 208 463 3103 1391 863 616 297 1608 145 314
1655 212 507 2950 1365 860 627 264 1635 184 319
30
1271 310
0
1
620
Bachelor
9598
1% 75% 80% 73% 76% 64% 75% 83% 61% 84% 80% 77% 82% 0%
Master
3.212
1% 25% 20% 27% 24% 36% 25% 17% 39% 16% 20% 23% 18% 100% 16% 28% 100% 19%
2005 Totaal 13.174 3%
1693 194 549 2932 1378 830 602 261 1671 228 352
25
84% 72% 0%
563
1433 334
81%
31
661
84% 69% 0%
79%
Bachelor
9.871
3% 75% 78% 66% 77% 70% 72% 79% 59% 83% 79% 77% 80% 0%
Master
3303
3% 25% 22% 34% 23% 30% 28% 21% 41% 17% 21% 23% 20% 100% 16% 31% 100% 21%
2006 Totaal 13.316 1% Bachelor Master
9.325
Master 2008 Totaal
24
-6% 70% 71% 66% 80% 65% 65% 69% 49% 74% 76% 78% 74% 0%
1533 341
24
708
78% 72% 0%
76%
3.991 21% 30% 29% 34% 20% 35% 35% 31% 51% 26% 24% 22% 26% 100% 22% 28% 100% 24%
2007 Totaal 14.047 5% Bachelor
1798 190 595 2781 1409 800 615 248 1644 246 360
9.254
1909 198 627 2868 1528 790 658 247 1724 262 415
24
-1% 66% 72% 73% 77% 64% 59% 62% 38% 67% 62% 79% 66% 0%
1650 372
21
754
75% 67% 0%
76%
4.793 20% 34% 28% 27% 23% 36% 41% 38% 62% 33% 38% 21% 34% 100% 25% 33% 100% 24% 15118 8%
2059 193 667 3047 1689 768 697 289 1819 278 464
25
1821 406
31
865
75% 67% 0%
73%
Bachelor
9.939
7% 66% 73% 76% 74% 65% 59% 63% 36% 59% 63% 77% 65% 0%
Master
5.179
8% 34% 27% 24% 26% 35% 41% 37% 64% 41% 37% 23% 35% 100% 25% 33% 100% 27%
2009 Totaal 16.275 8%
2215 200 703 3322 1843 740 725 320 1912 306 503
24
Bachelor 10.727 8% 66% 73% 78% 72% 64% 61% 66% 38% 56% 64% 79% 64% 0% Master
5.548
2340 231 696 3440 1901 714 709 351 2069 309 538
22
Bachelor 11.243 5% 66% 73% 74% 73% 64% 61% 68% 39% 54% 67% 80% 61% 0% 5.788
46
922
74% 60% 0%
73%
7% 34% 27% 22% 28% 36% 39% 34% 62% 44% 36% 21% 36% 100% 26% 40% 100% 27%
2010 Totaal 17.031 5%
Master
2010 484
2080 550
60
1021
74% 53% 0%
72%
4% 34% 27% 26% 27% 36% 39% 32% 61% 46% 33% 20% 39% 100% 26% 47% 100% 28%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
16
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
40%
38%
Populatie ontwikkeling
35% 30% 25% 20%
15% 10% 5%
5%
0% 2003
2004
2005
2006
2007
Populatie verschil met voorgaand studiejaar
2008
2009
2010
Populatie verschil met 2002
100% 90%
23%
25%
25%
25%
75%
75%
75%
2003
2004
2005
80%
30%
34%
34%
34%
34%
70%
66%
66%
66%
66%
2006
2007
2008
2009
2010
Populatie opbouw
70% 60% 50% 40%
77%
30% 20% 10% 0% 2002
Bachelor
Master
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
17
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
I
Populatie bachelorstudenten naar hoogste vooropleiding voor eerste inschrijving TU Delft TU Delft
Technology Policy & Management
Science Education & Communicatio
Molecular Science & Technology
Mechanical Engineering
Materials Engineering
Maritime Engineering
Industrial Design Engineering
Electrical Engineering
Computer Science
71%
vwo niet aansluiter
1.091
11% 8%
7% 5% 12% 17% 12% 9%
10% 6%
18%
overig
1.673
18% 22% 14% 11% 25% 15% 19% 29% 11% 8% 12% 17%
17% 19%
12%
Bachelor
6.521
vwo niet aansluiter overig Bachelor
1338 154 354 1767 1360 766 407 283 1390 113 246 0
9.488 -1%
vwo aansluiter
Life Science
74% 75%
Geosciences
2010
Civil Engineering
71% 71% 79% 79% 59% 75% 74% 67% 77% 75% 77% 75%
Architecture
2009
Applied Physics
6.791
7% 10% 16%
9%
1332 158 338 1815 1102 748 396 259 1321 126 264 0
798 210 0 369
926 227 0 476
-4% 69% 71% 78% 80% 54% 73% 74% 64% 77% 73% 70% 72%
70% 72%
71%
1.107
1% 12% 7%
8% 11% 15% 11% 6% 5% 14% 18% 14% 10%
11% 7%
16%
1.860
11% 20% 22% 14% 9% 31% 15% 20% 31% 10% 9% 16% 18%
20% 21%
13%
9.598 1%
1330 155 386 1889 1024 718 383 222 1300 141 263 0 1063 224 0 500
vwo aansluiter
6.511
0% 68% 68% 77% 77% 56% 71% 71% 63% 73% 72% 71% 70%
70% 74%
72%
vwo niet aansluiter
1.140
3% 12% 8% 10% 11% 15% 11% 6% 6% 16% 18% 11% 11%
10% 7%
17%
overig
1.947
5% 20% 24% 13% 12% 29% 18% 23% 31% 11% 10% 18% 19%
20% 19%
11%
Bachelor
9.871 3%
1313 129 424 2063 989 653 354 217 1318 176 282 0 1202 231 0 520
vwo aansluiter
6.625
2% 67% 68% 75% 78% 52% 70% 71% 62% 71% 70% 71% 70%
73% 78%
73%
vwo niet aansluiter
1.120
-2% 11% 7%
9%
7%
16%
overig
2.126
9% 22% 25% 16% 12% 34% 20% 23% 31% 14% 12% 15% 20%
18% 15%
11%
Bachelor
9.325 -6%
9% 10% 14% 10% 6% 8% 14% 18% 14% 10%
1282 126 476 1799 909 552 304 183 1253 192 266 0 1202 245 0 536
vwo aansluiter
6.637
0% 71% 67% 79% 78% 63% 72% 73% 69% 72% 72% 75% 77%
vwo niet aansluiter
1.069
-5% 11% 7%
Bachelor
8% 9% 15% 10% 7% 6% 15% 18% 13% 9%
1.619 -24% 17% 26% 13% 13% 22% 18% 20% 25% 14% 10% 12% 15% 9.254 -1%
77% 78%
75%
9%
9%
15%
14% 14%
10%
1382 145 482 1834 900 489 251 165 1069 206 274 0 1238 248 0 571
vwo aansluiter
6.917
4% 75% 67% 78% 82% 68% 79% 75% 76% 77% 76% 74% 77%
82% 84%
78%
vwo niet aansluiter
1.021
-4% 11% 6%
9%
8%
14%
8%
8%
8%
overig 2008
Applied Mathematics
9.555
overig 2007
Aerospace Engineering
2006
Bachelor vwo aansluiter
Aandeel
2005
Groei tov vorig studiejaar
2004
Aantal
2003
Vooropleiding
Studiejaar 2002
Opleiding
Bachelor
8% 7% 15% 10% 7% 6% 15% 16% 13% 11%
1.316 -19% 14% 27% 14% 10% 17% 10% 18% 18% 8% 9.939 7%
8% 13% 12%
1494 147 493 1978 1000 483 252 170 1147 215 301 0 1358 273 0 628
vwo aansluiter
7.471
8% 75% 65% 79% 80% 69% 81% 77% 79% 76% 76% 77% 76%
84% 80%
80%
vwo niet aansluiter
1.114
9% 11% 6%
10% 8%
13%
overig
1.354
3% 14% 29% 16% 13% 15% 10% 16% 16% 9%
7% 11%
7%
Bachelor
10.727 8%
5% 8% 16% 10% 7% 4% 15% 18% 10% 11% 7% 13% 13%
1617 156 506 2136 1126 488 273 179 1232 241 324 0 1488 288 0 673
vwo aansluiter
8.185
10% 76% 65% 79% 80% 71% 82% 78% 82% 78% 77% 82% 76%
85% 82%
80%
vwo niet aansluiter
1.137
2% 11% 6%
9%
8%
12%
overig
1.405
4% 13% 29% 14% 11% 14%
6% 10%
7%
Bachelor
11.243 5%
7% 8% 15% 10% 6% 3% 12% 16% 8% 11% 9% 16% 15% 11% 7% 10% 13%
1715 172 508 2187 1167 482 275 190 1393 247 329 0 1549 290 0 739
vwo aansluiter
8.207
0% 73% 62% 78% 76% 67% 79% 75% 75% 74% 73% 78% 72%
82% 80%
78%
vwo niet aansluiter
1.226
8% 11% 5%
7% 7% 16% 10% 6% 4% 12% 16% 10% 12%
10% 8%
13%
overig
1.810
29% 16% 33% 15% 17% 17% 11% 19% 21% 14% 11% 13% 15%
8% 12%
9%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
18
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100%
Aandeel in bachelor populatie
90%
80%
18%
20%
20%
22%
17% 11%
14%
14%
13%
11%
11%
11%
16% 11%
11%
12%
12%
11%
71%
69%
68%
67%
71%
75%
75%
76%
73%
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
vwo aansluiter
vwo niet aansluiter
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
overig
19
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
J
Populatie bachelorstudenten naar nationaliteit TU Delft
27%
48%
non-eer
281
Bachelor
9.488
-1%
47%
nederlands
8.886
-1%
buitenlands
602
eer
306
non-eer
296
5%
0
5%
3%
10%
4%
25% 92%
32%
19%
38%
68%
81%
926
227
97%
91%
246
0
90% 88% 93%
5%
3%
10% 12%
7%
2%
4%
52%
37%
14%
11%
63%
63%
86% 91% 89%
37%
75%
8%
396 259 1321 126
264
9%
98%
96% 95%
Technology Policy & Management
4%
33%
Science Education & Communication
6%
90%
Molecular Science & Technology
16%
53%
210 90%
407 283 1390 113
97%
Mechanical Engineering
6%
316
798 97%
Materials Engineering
597
95%
Maritime Engineering
96%
Life Science
354 1767 1360 766
94%
Industrial Design Engineering
154
84%
Geosciences
1338 94%
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
2010
Architecture
2009
eer
Applied Physics
2008
buitenlands
Applied Mathematics
2007
8.958
Aerospace Engineering
2006
9.555
Aandeel
2005
Bachelor nederlands
Groei tov vorig studiejaar
2004
Aantal
2003
Herkomst
Studiejaar 2002
Opleiding
369 96%
10%
67%
73%
1332
158
338 1815 1102 748
94%
85%
92%
96%
1%
6%
15%
8%
4%
5%
3%
9%
7%
3%
8%
5%
3%
9%
4%
-3%
51%
86%
25%
36%
48%
42%
12% 12% 11%
71%
20% 92%
29%
20%
33%
49%
14%
75%
64%
52%
58%
88% 88% 89%
29%
80%
8%
71%
80%
67%
383 222 1300 141
263
Bachelor
9.598
1%
nederlands
9.007
1%
buitenlands
591
eer
297
non-eer
95%
97%
91% 90% 93% 10%
97%
0
92% 95%
1330
155
386 1889 1024 718
84%
92%
97%
-2%
6%
16%
8%
3%
5%
3%
9%
11%
5%
2%
9%
4%
3%
8%
3%
-3%
50%
79%
23%
36%
48%
42%
15%
9%
17%
62%
38% 91%
47%
22%
21%
294
-1%
50%
21%
77%
64%
52%
58%
85% 91% 83%
38%
62%
9%
53%
78%
79%
354 217 1318 176
282
Bachelor
9.871
3%
nederlands
9.254
3%
buitenlands
617
eer
319
non-eer
97%
91% 89% 95%
98%
91% 96%
1063 224
476 96%
94%
95%
0
62% 0
97%
1313
129
424 2063
989
653
82%
92%
96%
97%
91% 91% 94%
4%
6%
18%
8%
4%
4%
3%
9%
6%
3%
7%
6%
3%
8%
4%
7%
52%
75%
20%
40%
46%
44%
12% 16% 21%
69%
42% 82%
36%
37%
26%
298
1%
48%
25%
80%
60%
54%
56%
88% 84% 79%
31%
58% 18%
64%
63%
74%
Bachelor
9.325
-6%
nederlands
8.708
-6%
buitenlands
617
eer
314
non-eer
303
2%
9%
97%
93% 94%
0
0
92%
126
476 1799
909
552
79%
96%
97%
96%
92% 91% 91%
0%
7%
21%
4%
3%
4%
4%
8%
9%
9%
3%
6%
5%
3%
7%
3%
-2%
51%
72%
0%
40%
36%
40%
7%
11% 31%
67%
27% 93%
39%
41%
22%
49%
28%
100% 60%
64%
60%
93% 89% 69%
33%
73%
7%
61%
59%
78%
251 165 1069 206
274
94% 95%
1202 245
520 96%
1282
97%
266
97%
93%
96%
304 183 1253 192
1202 231
500 97%
94%
96%
0
0
92%
97%
Bachelor
9.254
-1%
1382
145
482 1834
900
489
8.612
-1%
93%
78%
95%
97%
96%
92% 92% 92%
buitenlands
642
4%
7%
22%
5%
3%
4%
4%
8%
8%
3%
5%
5%
3%
4%
3%
eer
347
11% 54%
70%
0%
40%
44%
40%
23% 10% 31%
69%
20% 85%
40%
27%
41%
non-eer
295
-3%
30%
100% 60%
56%
60%
77% 90% 69%
31%
80% 15%
60%
73%
59%
46%
8%
97%
95% 95%
7%
1494
147
493 1978 1000 483
9.223
7%
93%
76%
95%
95%
buitenlands
716
12%
7%
24%
5%
5%
5%
4%
7%
6%
3%
5%
6%
3%
5%
4%
eer
381
10% 53%
67%
14%
48%
42%
37%
20% 21% 18%
65%
30% 94%
38%
31%
30%
non-eer
335
14% 47%
33%
86%
52%
58%
63%
80% 79% 82%
35%
70%
6%
62%
69%
70%
273 179 1232 241
324
10%
97%
95% 94%
1358 273
571 97%
9.939
93% 90% 94%
0
0
96%
Bachelor
96%
301
97%
nederlands
95%
252 170 1147 215
1238 248
536 97%
nederlands
96%
0
0
93%
97%
Bachelor
10.727
8%
1617
156
506 2136 1126 488
9.957
8%
93%
75%
97%
96%
buitenlands
770
8%
7%
25%
3%
4%
5%
5%
8%
6%
3%
3%
6%
2%
4%
3%
eer
428
12% 56%
69%
20%
40%
39%
39%
37% 25% 20%
61%
25% 89%
51%
33%
27%
non-eer
342
2%
31%
80%
60%
61%
61%
63% 75% 80%
39%
75% 11%
49%
67%
73%
44%
95%
92% 91% 94% 9%
97%
97% 94%
5%
1715
172
508 2187 1167 482
10.388
4%
92%
74%
97%
95%
buitenlands
855
11%
8%
26%
3%
5%
5%
4%
8%
7%
3%
4%
5%
3%
3%
3%
eer
479
12% 56%
70%
33%
48%
40%
40%
30% 19% 29%
61%
22% 94%
42%
44%
27%
non-eer
376
10% 44%
30%
67%
52%
60%
60%
70% 81% 71%
39%
78%
58%
56%
73%
9%
97%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
96% 95%
6%
1549 290
673 97%
11.243
92% 91% 93%
0
0
96%
Bachelor
96%
329
98%
nederlands
95%
275 190 1393 247
1488 288
628 96%
nederlands
95%
0
0
95%
97%
0
97%
739 97%
20
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100%
6%
6%
6%
6%
7%
7%
7%
7%
8%
94%
94%
94%
94%
93%
93%
93%
93%
92%
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
90% Bachelor populatie verhouding
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Nederlandse nationaliteit
Buitenlandse nationaliteit
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
21
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
K
Populatie bachelorstudenten naar geslacht TU Delft
Opleiding
Technology Policy & Management
Science Education & Communication
798
Molecular Science & Technology
1.338 154 354 1.767 1.360 766 407 283 1.390 113 246 0
Mechanical Engineering
Materials Engineering
Maritime Engineering
Life Science
Industrial Design Engineering
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
Architecture
Applied Physics
Applied Mathematics
Aerospace Engineering
Aandeel
Groei tov vorig studiejaar
Herkomst
Studiejaar
2002 Bachelor 9.555
210 0 369
man
7.623
80% 91% 68% 87% 66%
87% 94% 94% 75% 59% 56% 92%
96% 76%
79%
vrouw
1.932
20%
13%
4%
24%
21%
926
227 0 476
2003 Bachelor 9.488 -1%
9%
32% 13% 34%
6% 6% 25% 41% 44% 8%
1.332 158 338 1.815 1.102 748 396 259 1.321 126 264 0
man
7.638
0% 81% 91% 67% 90% 68%
88% 94% 95% 75% 60% 60% 91%
96% 78%
79%
vrouw
1.850
-4% 19%
12%
4%
21%
2004 Bachelor 9.598
1%
9%
33% 10% 32%
6% 5% 25% 40% 40% 9%
22%
1.330 155 386 1.889 1.024 718 383 222 1.300 141 263 0 1.063 224 0 500
man
7.775
2% 81% 92% 67% 88% 69%
87% 94% 94% 76% 60% 60% 91%
95% 77%
82%
vrouw
1.823
-1% 19%
13%
5%
18%
2005 Bachelor 9.871
3%
8%
33% 12% 31%
1.313 129 424 2.063 989
6% 6% 24% 40% 40% 9%
23%
653 354 217 1.318 176 282 0 1.202 231 0 520
man
8.054
4% 82% 93% 70% 88% 71%
86% 94% 94% 76% 63% 62% 91%
95% 79%
81%
vrouw
1.817
0% 18%
14%
5%
19%
2006 Bachelor 9.325 -6%
7%
30% 12% 29%
1.282 126 476 1.799 909
6% 6% 24% 37% 38% 9%
21%
552 304 183 1.253 192 266 0 1.202 245 0 536
man
7.616
-5% 82% 94% 71% 87% 69%
86% 95% 95% 78% 63% 68% 90%
95% 78%
84%
vrouw
1.709
-6% 18%
14%
5%
16%
2007 Bachelor 9.254 -1%
6%
29% 13% 31%
1.382 145 482 1.834 900
5% 5% 22% 37% 32% 10%
22%
489 251 165 1.069 206 274 0 1.238 248 0 571
man
7.530
-1% 81% 92% 71% 87% 67%
85% 96% 94% 77% 65% 68% 88%
94% 77%
84%
vrouw
1.724
1% 19%
15%
6%
16%
2008 Bachelor 9.939
7%
8%
29% 13% 33%
4% 6% 23% 35% 32% 12%
23%
1.494 147 493 1.978 1.000 483 252 170 1.147 215 301 0 1.358 273 0 628
man
8.025
7% 81% 92% 71% 89% 65%
85% 96% 94% 79% 64% 65% 88%
95% 76%
82%
vrouw
1.914
11% 19%
15%
5%
18%
2009 Bachelor 10.727 8%
8%
29% 11% 35%
4% 6% 21% 36% 35% 12%
24%
1.617 156 506 2.136 1.126 488 273 179 1.232 241 324 0 1.488 288 0 673
man
8.601
7% 80% 91% 74% 89% 64%
85% 95% 94% 84% 64% 66% 85%
94% 75%
78%
vrouw
2.126
11% 20%
15%
6%
22%
2010 Bachelor 11.243 5%
9%
26% 11% 36%
5% 6% 16% 36% 34% 15%
25%
1.715 172 508 2.187 1.167 482 275 190 1.393 247 329 0 1.549 290 0 739
man
8.876
3% 79% 90% 67% 88% 62%
84% 95% 92% 81% 63% 65% 84%
93% 76%
79%
vrouw
2.367
11% 21% 10% 33% 12% 38%
16%
7%
21%
5% 8% 19% 37% 35% 16%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
24%
22
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
Aandeel vrouwen in bachelor populatie
25%
20%
15%
10%
5%
0% 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2008
2009
2010
23
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
L
Populatie masterstudenten naar vooropleiding voor eerste inschrijving TU Delft TU Delft
1%
3%
Technology Policy & Management
166 38 111 1471 89 61 177 33 208 4 44 21 198 89 60% 73% 53% 88% 59% 80% 44% 52% 12% 95% 50% 64% 29% 49% 43%
Science Education & Communication
Molecular Science & Technology
Mechanical Engineering
Materials Engineering
Maritime Engineering
Life Science
Industrial Design Engineering
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
2010
Architecture
2009
Applied Physics
2008
Applied Mathematics
2007
Aerospace Engineering
2006
2786 1.676
Aandeel
2005
Master vwo
Groei tov vorig studiejaar
2004
Aantal
2003
Vooropleiding
studiejaar 2002
Opleiding
0
76 11%
hbo
437
16%
0%
2%
23%
8%
7%
12%
0%
25% 20% 10% 22% 16%
4%
overig buitenlands
211 462
8% 3% 0% 17% 23% 47%
4% 6%
10% 8%
7% 6%
0% 6% 3% 49% 39% 73%
3% 2%
0% 25%
7% 79%
Master vwo
3.179 1.959
14% 17%
273 50 125 1288 289 115 220 62% 68% 48% 78% 61% 73% 63% 41%
38 3%
287 19 50 32 213 93 91% 58% 76% 47% 56% 41%
7% 9%
2%
14% 12% 2% 48% 17% 39%
3%
0
87 11%
hbo
354
-19%
11%
1%
0%
7%
18%
12%
3%
4%
8%
0%
11%
overig
241
14%
8%
2%
6%
6%
10%
8%
3%
5%
3%
3%
11% 10% 13%
14% 14% 2%
9%
buitenlands
625
35%
20% 29% 46%
9%
10%
8%
31% 50% 87%
6%
21% 12% 38% 21% 43%
69%
Master vwo
3.212 1.897
1% -3%
325 57 121 1061 341 142 244 59% 70% 51% 71% 53% 72% 70% 32%
42 0%
335 43 56 30 208 86 1 120 83% 79% 84% 47% 60% 41% 100% 28%
9%
10%
hbo
411
16%
13%
1%
0%
8%
24%
11%
2%
5%
10%
4%
7%
4%
10% 12% 20%
0%
overig
200
-17%
6%
3%
5%
7%
9%
7%
6%
5%
5%
2%
5%
4%
3%
3%
0%
8%
buitenlands
704
13%
22% 26% 44% 14%
14%
10% 23% 58% 86% 10%
9%
9%
40% 22% 36%
0%
46%
Master vwo
3.303 1.921
3% 1%
380 65 125 58% 71% 58% 58%
869 50%
389 177 248 44 353 52 70 25 231 103 68% 75% 28% 20% 78% 81% 79% 40% 60% 37%
31 45%
141 40%
7%
18%
hbo
372
-9%
11%
2%
2%
8%
20%
11%
5%
11%
5%
4%
6%
6%
8%
12% 24%
3%
18%
overig
236
18%
7%
6%
5%
9%
9%
5%
5%
4%
9%
4%
4%
4%
4%
8%
5%
48%
10%
buitenlands
774
10%
23% 21% 35% 26%
20%
16% 15% 57% 66% 14% 10% 11% 48% 21% 34%
3%
32%
Master vwo
3.991 2.004
21% 4%
516 64 119 50% 67% 56% 57%
982 33%
500 248 311 65 391 54 94 24 331 96 63% 65% 23% 35% 66% 70% 61% 42% 50% 42%
24 54%
172 42%
hbo
808
117% 20%
9%
41%
16% 14% 17%
28% 18%
8%
16%
overig buitenlands
291 888
23% 15%
7% 5% 6% 7% 22% 21% 38% 27%
6%
0%
9% 17%
6% 9% 6% 8% 8% 7% 13% 0% 5% 4% 15% 12% 54% 49% 17% 15% 15% 50% 16% 36%
8%
9%
7%
12%
8%
33% 4%
8% 34%
Master vwo
4.793 2.166
20% 8%
527 53 145 1034 628 301 407 82 655 56 141 24 412 124 45% 62% 53% 52% 26% 50% 63% 23% 33% 66% 75% 50% 29% 46% 31%
21 57%
183 33% 20%
hbo
1.124
39%
23%
8%
0%
12%
45%
26% 12% 18%
7%
10%
4%
28% 17% 34% 24%
0%
overig
393
35%
8%
6%
11% 12%
10%
6%
6%
8%
9%
9%
4%
33%
9%
buitenlands
1.110
25%
23% 25% 36% 24%
19%
19% 12% 51% 54% 16% 13% 13% 50% 14% 41%
10%
38%
Master vwo
5.179 2.261
4%
565 46 174 1069 689 285 445 119 672 63 163 25 463 133 44% 61% 59% 59% 23% 47% 63% 20% 24% 61% 75% 49% 36% 51% 28%
31 52%
237 35% 22%
13%
8%
4%
6%
hbo
1.145
2%
22%
7%
2%
9%
43%
25% 13% 17%
7%
11%
5%
29% 16% 27% 21%
13%
overig
443
13%
9%
6%
9%
11%
10%
7%
4%
9%
8%
7%
4%
29%
9%
buitenlands
1.330
20%
26% 26% 30% 20%
24%
21% 11% 54% 66% 19% 13% 15% 44% 14% 47%
6%
34%
Master vwo
5.548 2.363
7% 5%
598 44 197 1186 717 252 452 141 680 65 179 24 522 196 43% 59% 68% 62% 25% 42% 58% 18% 22% 60% 78% 48% 29% 51% 37%
46 43%
249 36% 20%
14%
8%
4%
8%
hbo
1.236
8%
22%
8%
5%
10%
41%
29% 13% 19%
6%
10%
5%
30% 13% 24% 17%
11%
overig
509
15%
9%
7%
0%
13%
11%
9%
6%
8%
6%
9%
7%
33%
6%
buitenlands
1.440
8%
26% 26% 27% 16%
23%
19% 14% 54% 67% 22% 11% 13% 46% 17% 39%
13%
37%
Master vwo hbo overig buitenlands
5.788 2.160 1.072 835 1.721
4% -9% -13% 64% 20%
60 32% 13% 45% 10%
282 26% 17% 15% 43%
625 59 37% 52% 53% 19% 9% 7% 14% 10% 8% 30% 29% 32%
15%
9%
188 1253 734 232 434 161 54% 25% 39% 51% 17% 22% 8% 31% 26% 12% 16% 5% 22% 17% 13% 17% 10% 7% 16% 27% 22% 19% 57% 66%
13%
7%
676 62 209 22 531 50% 66% 40% 9% 48% 8% 8% 28% 18% 20% 15% 13% 15% 18% 14% 27% 13% 16% 55% 19%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
260 22% 13% 15% 50%
24
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100% 90%
Aandeel in master populatie
80% 70%
17% 8% 16%
20%
22%
23%
22%
23%
8%
6%
7%
7%
8%
11%
13%
11%
60%
20%
26%
26%
9%
9%
30%
14%
23%
50%
22%
22% 19%
40% 30%
60%
62%
59%
58%
20%
50%
45%
44%
43%
2007
2008
2009
37%
10% 0% 2002
2003
2004 VWO
2005 HBO
2006 OVERIG
2010
BUITENLANDS
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
25
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
M
Populatie masterstudenten naar nationaliteit TU Delft
6%
32% 93% 61%
0%
non-eer
333
0%
68%
Master
3.179 14%
8% 273
39% 100% 50
208
21
198
89
0
76
75%
91% 52% 83% 60%
21%
10%
7%
25%
9%
79%
55%
33% 10% 14% 17% 29% 100% 75% 10% 12%
45%
67% 90% 86% 83% 71%
51% 41% 73%
125
1288 289 115 220
2.519
10%
79% 69% 54%
90%
89%
internationaal
660
34%
21% 31% 46%
10%
eer
202
27%
31% 90% 52%
0%
non-eer
458
38%
69% 10% 48% 100%
38
3%
287
0% 19
48% 17% 40% 3%
3%
25% 90% 88% 97%
97%
50
32
213
93
0
87
91% 68% 50% 13% 94%
79%
86% 59% 77% 55%
30%
11%
9%
6%
21%
14% 41% 23% 45%
70%
45%
15% 24%
15% 28%
25%
71%
2%
7%
55%
85% 76% 92% 85% 72%
75%
29% 92% 86% 98%
93%
32% 50% 87% 8%
Master
3.212
1%
325
121
1061 341 142 244
nederlands
2.466
-2%
77% 71% 56%
83%
86%
89% 76% 41% 14% 89%
internationaal
746
13%
23% 29% 44%
17%
14%
eer
237
17%
32% 88% 52%
10%
39%
non-eer
509
11%
68% 12% 48%
90%
61%
42
335
43
56
8%
30
14%
208
86
1
120
91%
89% 60% 75% 59% 100% 52%
11% 24% 59% 86% 11%
9%
11% 40% 25% 41%
18% 24% 11% 19% 42%
25%
33% 25% 20%
6%
14%
82% 76% 89% 81% 58%
75%
67% 75% 80% 94%
86%
3.303
3%
380
125
869
389 177 248
31
141
2.492
1%
75% 78% 62%
72%
79%
84% 83% 42% 34% 85%
90%
89% 52% 78% 63%
97%
66%
internationaal
811
9%
25% 22% 38%
28%
21%
16% 17% 58% 66% 15%
10%
11% 48% 22% 37%
3%
34%
eer
270
14%
33% 82% 56%
23%
42%
20% 33% 12% 21% 45%
40%
38% 25% 20% 11%
0%
21%
non-eer
541
6%
67% 18% 44%
77%
58%
80% 67% 88% 79% 55%
60%
63% 75% 80% 89% 100% 79%
119
982
500 248 311
24
172
72%
82%
84% 85% 45% 51% 82%
85%
85% 50% 82% 61%
96%
65%
internationaal
932
15%
23% 23% 39%
28%
18%
16% 15% 55% 49% 18%
15%
15% 50% 18% 39%
4%
35%
eer
327
21%
35% 82% 64%
18%
40%
23% 35% 18% 22% 38%
25%
64% 17% 22% 11%
0%
22%
non-eer
605
12%
65% 18% 36%
82%
60%
77% 65% 82% 78% 62%
75%
36% 83% 78% 89% 100% 78%
655
56
94
96
145
1034 628 301 407
21
183
18%
75% 73% 64%
75%
80%
80% 85% 47% 46% 83%
86%
87% 50% 84% 55%
90%
60%
internationaal
1.175
26%
25% 27% 36%
25%
20%
20% 15% 53% 54% 17%
14%
13% 50% 16% 45%
10%
40%
eer
370
13%
31% 76% 63%
17%
36%
27% 24% 12% 32% 34%
38%
47%
0%
16%
non-eer
805
33%
69% 24% 37%
83%
64%
73% 76% 88% 68% 66%
63%
53% 92% 79% 82% 100% 84%
8%
21% 18%
Master
5.179
8%
565
174
1069 689 285 445 119 672
31
237
3.787
5%
73% 73% 70%
78%
76%
79% 86% 44% 32% 80%
87%
82% 56% 84% 52%
94%
63%
internationaal
1.392
18%
27% 27% 30%
22%
24%
21% 14% 56% 68% 20%
13%
18% 44% 16% 48%
6%
37%
eer
455
23%
33% 74% 64%
29%
37%
25% 35% 12% 30% 38%
38%
28% 18% 25% 23%
0%
24%
non-eer
937
16%
67% 26% 36%
71%
63%
75% 65% 88% 70% 62%
63%
72% 82% 75% 77% 100% 76%
Master
5.548
7%
598
197
1186 717 252 452 141 680
46
249
4.037
7%
73% 72% 73%
82%
76%
80% 83% 44% 33% 78%
88%
83% 54% 82% 60%
87%
61%
internationaal
1.511
9%
27% 28% 27%
18%
24%
20% 17% 56% 67% 22%
12%
17% 46% 18% 40%
13%
39%
eer
518
14%
34% 77% 50%
26%
36%
31% 33% 17% 31% 43%
25%
29% 18% 20% 34%
0%
16%
non-eer
993
6%
66% 23% 50%
74%
64%
69% 67% 83% 69% 57%
75%
71% 82% 80% 66% 100% 84% 209
24
22
522 196
Master
5.788
4%
625
188
1253 734 232 434 161 676
60
282
nederlands
4.003
-1%
69% 70% 68%
82%
72%
77% 80% 42% 34% 72%
84%
81% 45% 80% 49%
90%
55%
internationaal
1.785
18%
31% 30% 32%
18%
28%
23% 20% 58% 66% 28%
16%
19% 55% 20% 51%
10%
45%
eer
657
27%
37% 73% 26%
15%
40%
31% 36% 19% 36% 47%
20%
35% 33% 25% 39%
0%
22%
non-eer
1.128
14%
63% 27% 74%
85%
60%
69% 64% 81% 64% 53%
80%
65% 67% 75% 61% 100% 78%
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
62
179
463 133
nederlands
59
65
25
412 124
nederlands
44
163
24
331
3.618
63
141
24
nederlands
46
82
54
231 103
77% 77% 61%
53
391
25
23%
527
65
70
3.059
4.793 20%
64
52
nederlands
Master
516
353
48%
Master
3.991 21%
44
0%
nederlands
Master
65
44
93% 49% 59% 27% 97%
nederlands
57
4
Technology Policy & Management
18% 24% 47%
0%
33
Science Education & Communication
0%
159
177
Molecular Science & Technology
492
eer
61
Mechanical Engineering
internationaal
89
Materials Engineering
90%
Maritime Engineering
1471
Life Science
111 94%
Industrial Design Engineering
38
82% 76% 53%
Geosciences
166
0%
Electrical Engineering
0%
2.294
Computer Science
2.786
Civil Engineering
2010
Architecture
2009
Applied Physics
2008
Applied Mathematics
2007
Aerospace Engineering
2006
Master nederlands
Aandeel
2005
Groei tov vorig studiejaar
2004
Aantal
2003
Herkomst
Studiejaar 2002
Opleiding
531 260
26
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
100%
Master populatie verhouding
90%
23%
25%
23%
25%
27%
27%
31%
77%
75%
77%
75%
73%
73%
69%
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Nederlandse nationaliteit
Buitenlandse nationaliteit
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
27
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
N
Populatie masterstudenten naar geslacht TU Delft
Technology Policy & Management
Science Education & Communication
Molecular Science & Technology
Mechanical Engineering
Materials Engineering
Maritime Engineering
Life Science
Industrial Design Engineering
Geosciences
Electrical Engineering
Computer Science
Civil Engineering
Architecture
Applied Physics
Applied Mathematics
Aerospace Engineering
Aandeel
Groei tov vorig studiejaar
Aantal
Herkomst
Studiejaar
2002 Master 2.786 man 2.048 vrouw 738
Opleiding
166 38 111 1471 89 61 177 33 208 4 44 21 198 89 74% 87% 58% 83% 67% 92% 70% 84% 85% 73% 0% 91% 62% 94% 67% 26% 13% 42% 17% 33% 8% 30% 16% 15% 27% 100% 9% 38% 6% 33%
0
76 64% 36%
2003 Master 3.179 14% 273 50 125 1288 289 115 220 38 287 19 50 32 213 93 man 2.338 14% 74% 87% 64% 82% 66% 84% 83% 81% 71% 65% 32% 86% 69% 91% 62% vrouw 841 14% 26% 13% 36% 18% 34% 16% 17% 19% 29% 35% 68% 14% 31% 9% 38%
0
87 67% 33%
2004 Master 3.212 1% 325 57 121 1061 341 142 244 42 335 43 56 30 208 86 1 120 man 2.385 2% 74% 87% 61% 83% 67% 84% 85% 84% 69% 57% 47% 88% 73% 89% 71% 100% 74% vrouw 827 -2% 26% 13% 39% 17% 33% 16% 15% 16% 31% 43% 53% 13% 27% 11% 29% 0% 26% 2005 Master 3.303 3% 380 65 125 869 389 177 248 44 353 52 70 25 231 103 31 141 man 2.493 5% 75% 87% 51% 87% 66% 84% 90% 81% 68% 54% 56% 89% 76% 94% 75% 74% 79% vrouw 810 -2% 25% 13% 49% 13% 34% 16% 10% 19% 32% 46% 44% 11% 24% 6% 25% 26% 21% 2006 Master 3.991 21% 516 64 119 982 500 248 311 65 391 54 94 24 331 96 24 172 man 3.091 24% 77% 89% 50% 88% 70% 83% 91% 82% 66% 55% 44% 88% 75% 94% 71% 75% 76% vrouw 900 11% 23% 11% 50% 12% 30% 17% 9% 18% 34% 45% 56% 12% 25% 6% 29% 25% 24% 2007 Master 4.793 20% 527 53 145 1034 628 301 407 82 655 56 141 24 412 124 21 183 man 3.730 21% 78% 89% 64% 83% 70% 84% 91% 86% 76% 59% 43% 91% 79% 94% 68% 76% 70% vrouw 1.063 18% 22% 11% 36% 17% 30% 16% 9% 14% 24% 41% 57% 9% 21% 6% 32% 24% 30% 2008 Master 5.179 8% 565 46 174 1069 689 285 445 119 672 63 163 25 463 133 31 237 man 4.049 9% 78% 90% 67% 83% 69% 83% 89% 87% 76% 61% 52% 91% 72% 91% 68% 61% 74% vrouw 1.130 6% 22% 10% 33% 17% 31% 17% 11% 13% 24% 39% 48% 9% 28% 9% 32% 39% 26% 2009 Master 5.548 7% 598 44 197 1186 717 252 452 141 680 65 179 24 522 196 46 249 man 4.341 7% 78% 91% 66% 85% 68% 81% 90% 88% 79% 60% 57% 91% 67% 91% 77% 65% 74% vrouw 1.207 7% 22% 9% 34% 15% 32% 19% 10% 12% 21% 40% 43% 9% 33% 9% 23% 35% 26%
Aandeel vrouwen in master populatie
2010 Master 5.788 4% 625 59 188 1253 734 232 434 161 676 62 209 22 531 260 60 282 man 4.438 2% 77% 92% 64% 81% 64% 80% 91% 87% 76% 61% 50% 92% 68% 89% 79% 63% 73% vrouw 1.350 12% 23% 8% 36% 19% 36% 20% 9% 13% 24% 39% 50% 8% 32% 11% 21% 37% 27%
27% 26% 25% 24% 23% 22% 21% 20% 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2008
2009
2010
28
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
O
Bachelor- en master- (inclusief ongedeelde) diploma's TU Delft
Opleiding
Applied Mathematics
Applied Physics
Architecture
Civil Engineering
Computer Science
Electrical Engineering
Geosciences
Industrial Design Engineering
Life Science
Maritime Engineering
Materials Engineering
Mechanical Engineering
Molecular Science & Technology
Science Education & Communication
Technology Policy & Management
253 201
44 58
66 95
11 33
167 171
12 0
24 28
0 11
64 125
35 64
0 0
0 105
-18% 14%
171 20 128 22
33 52
167 638
153 176
67 62
53 91
10 56
139 163
14 2
30 31
0 17
70 128
28 51
0 0
22 135
7% -1%
-12% 12%
211 23 186 31
36 53
182 475
166 195
90 77
41 106
7 45
133 185
15 5
17 57
0 13
73 132
26 33
0 10
30 127
1.291 1.706
23% -1%
8% 11%
237 35 148 48
44 59
154 470
180 181
119 81
50 99
24 37
190 217
22 20
31 42
0 5
110 127
37 61
0 7
58 104
Bachelor Master
1.211 1.761
-6% 3%
2% 14%
153 15 184 33
42 55
175 466
119 159
107 62
48 102
42 42
235 262
45 30
43 52
0 12
111 134
20 55
0 14
56 99
2007
Bachelor Master
1.447 1.702
19% -3%
21% 11%
187 17 162 34
70 61
211 424
146 183
80 87
38 92
35 41
353 235
47 32
16 52
0 12
151 112
36 45
0 0
60 130
2008
Bachelor Master
1.307 1.814
-10% 7%
10% 18%
209 10 204 14
72 65
253 389
113 216
61 102
36 127
24 53
158 236
29 30
33 63
0 7
176 128
37 35
0 13
96 132
2009
Bachelor Master
1.360 1.901
4% 5%
14% 24%
174 25 194 14
76 78
293 425
132 204
67 85
36 140
24 40
184 263
39 33
35 65
0 6
156 161
38 58
0 11
81 124
Studiejaar
Opleiding
Aantal 1.193 1.539
2003
Bachelor Master
977 1.752
-18% 14%
2004
Bachelor Master
1.050 1.730
2005
Bachelor Master
2006
Aerospace Engineering
291 455
Bachelor Master
Verschil met studiejaar 2002
48 65
Verschil met vorig studiejaar
161 17 108 20
2002
Bachelor diploma ontwikkeling 30%
procentuele ontwikkeling
20% 10% 0% 2003 -10%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
-20% -30% Verschil in diploma's met vorig studiejaar
Verschil in diploma's met studiejaar 2002
Master diploma ontwikkeling
procentuele ontwikkeling
30% 20% 10% 0% 2003 -10%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
-20% Verschil in diploma's met vorig studiejaar
Verschil in diploma's met studiejaar 2002
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
29
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
P
Master/doctoraal rendement alle voltijd studenten Cohort Grootte 2.362 2000 2.174 2001 2.073 2002 2.361 2003 2.487 2004 2.616 2005 2.701 2006 3.258 2007 3.554 2008 3.766 2009
Rendement per 31-08-2010 afgestudeerd Nog studerend 61% 5% 55% 10% 52% 16% 40% 28% 28% 42% 21% 50% 18% 57% 17% 59% 8% 73% 0% 81%
Jaar
Gemiddelde studieduur 6,1 6,0 5,5 4,4 3,5 2,7 2,4 2,1 1,8
% afgestudeerd binnen n jaar 2 3 4 5 6 6% 9% 13% 16% 23% 5% 7% 11% 13% 21% 7% 10% 14% 17% 24% 8% 14% 18% 21% 27% 7% 14% 19% 21% 7% 14% 18% 7% 14% 8% 1%
(cumulatief) 7 >7 37% 61% 35% 49% 38%
100%
7
6,1
80%
6,0
6
5,5
70%
5
60%
5%
10%
16%
50%
4,4 28% 42%
57%
59%
3,5
40% 30%
50%
61%
81% 3
55%
2,7
52%
20%
2,4
40%
2,1 28%
10%
21%
18%
17%
0% 2000
4
73%
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2
1,8 8% 2008
0% 2009
1
Studiejaar Master/doctoraal diploma behaald
Nog studerend voor master/doctoraal diploma
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
Studieduur
30
Gemiddelde studieduur in jaren
percentage van 1e jaars studenten
90%
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
Master/doctoraal-rendement voltijd studenten met aansluitende vwo-opleiding Cohort Jaar Grootte 2000 1.361 2001 1.288 2002 1.141 2003 1.283 2004 1.381 2005 1.489 2006 1.532 2007 1.796 2008 2.025 2009 2.147
Rendement per 31-08-2010 Gemiddelde Afgestudeerd Nog studerend studieduur 7,2 59% 6% 52% 12% 7,0 6,7 44% 21% 27% 39% 6,2 5,6 10% 58% 1% 67% 4,9 0% 73% 0% 74% 0% 80% 0% 78%
% afgestudeerd binnen n jaar (cumulatief) 5 6 7 8 9 10 >10 1% 11% 28% 45% 54% 59% 1% 9% 27% 43% 52% 1% 9% 26% 44% 1% 9% 27% 1% 10% 1%
100%
8 7,2
7,0
80%
6,2
70% 60%
7
6,7
6%
5,6 12%
50%
5
4,9
21% 39%
40% 30%
6
58% 59%
52%
20%
67%
73%
74%
80%
78%
3 44% 2
27%
10%
10% 0% 2000
2001
4
2002
2003
2004
1% 2005
0% 2006
0% 2007
0% 2008
0% 2009
1
Studiejaar
Master/doctoraal diploma behaald Nog studerend voor master/doctoraal diploma Studieduur
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
31
Gemiddelde studieduur in jaren
90% percentage van 1e jaars vwo aansluiters
Q
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
Master-/doctoraal rendement voltijd studenten met afgeronde hbo-vooropleiding
Cohort Jaar Grootte 2000 241 2001 202 2002 250 2003 360 2004 347 2005 344 2006 285 2007 362 2008 329 2009 342
Gemiddelde studieduur 3,8 4,0 3,9 3,5 3,4 3,3 3,2 2,6 1,8 0,9
Rendement per 31-08-2009 Afgestudeerd Nog studerend 73% 2% 71% 3% 66% 4% 66% 5% 71% 4% 57% 12% 41% 30% 21% 52% 2% 75% 0% 77%
% afgestudeerd binnen 3 4 5 6 25% 53% 65% 68% 15% 44% 61% 67% 13% 43% 57% 63% 25% 48% 59% 64% 29% 56% 67% 71% 19% 47% 57% 15% 41% 21% 21% 2% 0%
n jaar 7 70% 69% 65% 66%
(cumulatief) 8 >8 71% 73% 70% 71% 66%
100%
5
90%
percentage van 1e jaars hbo-gediplomeerden
80% 70%
2%
3,8
3% 4,0
4%
3,9
60%
4
4% 5% 3,5
3,4
12% 3,3
30%3,2
50% 40%
3
52% 73%
71%
30%
66%
66%
2,6 75%
71%
77%
57%
2
41%
20%
1,8 21%
10%
2%
0% 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
0% 2009
1
Studiejaar
Master/doctoraal diploma behaald Nog studerend voor master/doctoraal diploma Studieduur
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
32
Gemiddelde studieduur in jaren
R
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
S Master rendement eerstejaars instelling voltijd internationale studenten toegelaten tot het MSc programma Cohort Jaar Grootte 2000 130 2001 132 2002 190 2003 275 2004 272 2005 324 2006 386 2007 540 2008 562 2009 606
Gemiddelde studieduur 1,6 2,0 2,0 2,1 2,1 2,1 2,1 2,0 1,8 0,9
Rendement per 31-08-2010 Afgestudeerd Nog studerend 88% 0% 92% 0% 92% 0% 91% 1% 92% 1% 90% 3% 89% 2% 83% 7% 48% 40% 3% 92%
% afgestudeerd binnen n jaar (cumulatief) 2 3 4 5 6 7 >7 85% 86% 87% 88% 83% 90% 92% 76% 89% 91% 92% 63% 85% 89% 90% 90% 91% 64% 88% 91% 92% 56% 86% 90% 51% 84% 89% 48% 83% 48% 3%
3 3%
90%
2%
7%
80% 70%
40%
Gemiddelde studieduur in jaren
percentage van 1e jaars internationaal master programma
100%
60% 2,1 50% 88%
2,0 2,0 92% 92% 91%
2,1
2,1 92%
90%
2,1 89%
40% 30%
2,0 83%
92%
2
3%
1
1,8
1,6 48%
20% 10% 0% 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Studiejaar Master diploma behaald Nog studerend voor master diploma Studieduur
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
33
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
T Bachelor-rendement voltijd studenten met aansluitende vwo-vooropleiding Rendement per 31-08-2010 Afgestudeerd Nog studerend 64% 3% 60% 6% 59% 8% 57% 12% 48% 22% 37% 33% 22% 51% 10% 64% 0% 80% 0% 78%
% afgestudeerd binnen n 3 4 5 6 5% 15% 27% 42% 3% 13% 28% 41% 5% 16% 31% 46% 5% 19% 35% 49% 7% 20% 35% 48% 9% 22% 37% 8% 22% 10%
Gemiddelde studieduur 5,5 5,4 5,0 4,7 4,4 3,9 3,4 2,9 0,0 0,0
jaar (cumulatief) 7 8 >8 53% 60% 64% 52% 58% 60% 54% 59% 57%
100%
6
percentage van 1e jaars vwo aansluiters
90%
5,5
6
5,4 5,0
80%
5 4,7
70%
5
4,4
60%
4
3,9
50%
4
3,4
40%
2,9
80%
78%
64%
30%
3 3
51% 20%
0%
2
33% 22%
10% 3%
6%
8%
2000
2001
2002
Gemiddelde studieduur in jaren
Cohort Jaar Grootte 2000 1.361 2001 1.288 2002 1.141 2003 1.283 2004 1.381 2005 1.489 2006 1.532 2007 1.796 2008 2.025 2009 2.147
2
12%
1 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Studiejaar Nog studerend voor bachelor diploma
Studieduur
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
34
Bijlage 2 Onderwijsstatistieken
Definities Begrip Buitenlandse student
Definitie Een student met de buitenlandse nationaliteit.
Eerstejaars student TU Delft
Een persoon die in het betreffende studiejaar voor het eerst bij de TU Delft ingeschreven is als student.
Masterdiploma
Het einddiploma van een master of ongedeelde opleiding.
Opleiding
Een of meerdere CROHO opleidingen die inhoudelijk tot een gebied gerekend kunnen worden. Bijvoorbeeld de bachelor Bouwkunde en de master Architecture and Building Sciences of de master Applied Physics en de master Nano-Science.
Peildatum diploma’s
31 augustus van het betreffende studiejaar
Peildatum instroom en populatie
1 december van het betreffende studiejaar
Student
Een persoon die ten tijde van de meting op de peildatum voltijds ingeschreven is als student of extraneus en als doel heeft de opleiding aan de TU Delft met een diploma af te ronden. Alleen personen die collegegeld/examengeld aan de TU Delft betaald hebben worden geteld. Hoewel een student meerdere inschrijvingen kan hebben wordt elke student slechts een keer geteld, het uitgangspunt hierbij is de door de student aangegeven hoofdstudie.
Studieduur
De verstreken tijd (in jaren) tussen het moment van eerste inschrijving en het behalen van het betreffende diploma. Het moment van eerste inschrijving wordt gezien als 1 september van het betreffende studiejaar. Het moment van afstuderen is het moment waarop de student aan de laatste verplichting voor het betreffende diploma voldaan heeft.
Vwo-aansluiter
Een student die het VWO diploma behaalde in hetzelfde kalenderjaar van de inschrijving als eerstejaars student aan onze universiteit.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
35
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
1. Omvang onderzoek 1.1 1.2 1.3 1.4
2
Omvang 1e, 2e en 3e geldstroom (in M€) ........................................................................... 2 Onderzoeksinzet van het WP vanuit de drie geldstromen (in fte) ......................................... 2 Aantal promovendi (in aantal/fte) ..................................................................................... 2 Promovendi naar land van herkomst (in aantal) ................................................................ 3
2. Productiviteit
3
2.1 Aantal publicaties en technostarters ................................................................................. 3
3. Impact 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
3
Positie in de QS- en THE-ranking ...................................................................................... 3 Positie in de Shanghai-ranking ......................................................................................... 4 Positie in de HEEACT-ranking .......................................................................................... 4 Positie en score in de Leiden-ranking ................................................................................ 4 Onderzoekssamenwerking TU Delft en het bedrijfsleven .................................................... 5 Aantal veni-/vidi-/vici-toekenningen ................................................................................. 5 Aantal STW valorisation grants…………… ......................................................................... 5 Aantal ERC grants ..….. ………………………………………………………………………………….. 5
4. Promotierendementen
6
4.1 Aantal promoties naar: man-vrouw, Nederlands-buitenlands ............................................. 6 4.2 Promotierendement van de ingestroomde werknemer-promovendi ..................................... 6 4.3 Promotierendement van de ingestroomde werknemer-promovendi (excl. zij die binnen 1 jaar stoppen) .......................................................................................................................... 6
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
1
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
1. Omvang onderzoek 1.1 Omvang 1e, 2e en 3e geldstroom (in M€) jaar
1e geldstroom
% totale omvang
2e geldstroom (nationaal)
% totale omvang
3e geldstroom (incl.mut. OHW)
% totale omvang
totale omvang
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008a 2009b 2010d
291,3 306,3 324,4 331,3 339,6 354,4 369,0 371,7 346,4 369,3 382,7 350,5
81% 82% 83% 81% 83% 82% 82% 79% 77% 74% 74% 71%
8,2 9,6 10,2 12,3 13,7 16,7 16,4 20,4 24,3 30,3 26,1 30,5
2% 3% 3% 3% 3% 4% 4% 4% 5% 6% 5% 6%
58,7 56,2 55,4 63,6 56,7 63,0 66,3 77,3 81,3 99,5 109,3 111,7
16% 15% 14% 16% 14% 15% 15% 16% 18% 20% 21% 23%
358,2 372,1 390,0 407,2 410,0 434,1 451,7 469,4 452,0 499,1 518,1 492,7
Onbezoldigd Vrouw Nederlands
aantal/fte 436/278,7 342/295,9 659/548,6
% 30,4/22,3 23,9/23,6 46,0/43,8 % 37,5/27,4 25,6/25,4 43,7/40,8
Bron: F&C (jaarrekening) a) De omvang van de 1e geldstroom in 2008 is incl. een eenmalige bijdrage van M€ 25 van OCW i.v.m. de brand bij Bouwkunde. b) Incl. de BaMa-compensatie ad. M€ 29,1. d) Op de omvang van de 1e geldstroom in 2010 is de terugvordering van M€ 25 van OCW in mindering gebracht.
1.2 Onderzoeksinzet van het WP vanuit de drie geldstromen (in fte) Onderzoeksinzet van het WP 31-12-2007 31-12-2008 31-12-2009
WP1 (fte) 510 510 541
WP2 (fte) 306 315 221
WP3 (fte) 790 811 837
Totaal 1605 1635 1599
Definities conform landelijke VSNU-afspraken. Functiecategorieën: HL/UHD/UD/OVWP-OZ/PROM (standaard); Bezoldigd WP, vast en tijdelijk in dienst. Bron: Kerngetallen Universitair Onderzoek (VSNU-KUOZ).
1.3 Aantal promovendi (in aantal/fte) 31-12-2006 aantal/fte Totaal 1433/1251,9
31-12-2007 aantal/fte Totaal 1645/1389,8
31-12-2008 aantal/fte Totaal 1834/1502,6
31-12-2009 aantal/fte Totaal 2027/1598,2
31-12-2010 aantal/fte Totaal 2150/1649,5
Bezoldigd Man Buitenlands
aantal/fte 997/973,2 1090/954,9 774/703,3
% 69,6/77,7 76,1/76,3 54,0/56,2
Bezoldigd Man Buitenlands
aantal/fte 1029/1009,4 1223/1035,7 927/823,0
% 62,6/72,6 74,4/74,5 56,4/59,2
Onbezoldigd Vrouw Nederlands
aantal/fte 616/380,4 421/353,1 718/566,8
Bezoldigd Man Buitenlands
aantal/fte 1049/1035 1353/1101,4 1084/947,5
% 57,2/68,9 73,8/73,3 59,1/63,1
Onbezoldigd Vrouw Nederlands
aantal/fte 785/467,6 481/401,2 750/555,1
% 42,8/31,1 26,2/26,7 40,9/36,9
Bezoldigd Man Buitenlands
aantal/fte 1028/1012,4 1480/1158,7 1095/954,1
% 50,7/63,3 73,0/72,5 54,0/59,7
Onbezoldigd Vrouw Nederlands
aantal/fte 999/585,8 547/439,5 932/644,1
% 49,3/36,7 27,0/27,5 46,0/40,3
Bezoldigd Man Buitenlands
aantal/fte 978/960,6 1569/1201,7 1423/1174,5
% 45,5/58,2 73,0/72,9 66,2/71,2
Onbezoldigd Vrouw Nederlands
aantal/fte 1172/688,9 576/444,5 727/475,0
% 54,5/41,8 26,8/27,0 33,8/28,8
Bron: P&O (Peoplesoft). Het totale aantal bezoldigde en onbezoldigde personen met de functiebenaming „promovendus‟ zoals geregistreerd in Peoplesoft. Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
1.4 Promovendi naar land van herkomst (in aantal) Verdeling aantal promovendi naar land van herkomst peildatum 31-12-2010
China; 299; 14%
Iran; 127; 6% Nederland; 728; 34%
Overig; 1422; 66%
Buitenland overig; 486; 22%
Italië; 100; 5%
Duitslan d; 81; 4% India; 71; 3% Turkije; 64; 3% Indonesië; 34; 1%
België; 42; 2%
Pakistan; 37; 2% Portugal; 42; 2%
Roemenië; 39; 2% Bron: P&O (Peoplesoft).
2. Productiviteit 2.1 Aantal publicaties en technostarters
a)
b)
jaar
wetenschappelijka
vaka
populaira
overiga
technostartersb
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
5072 5574 6449 6688 6653 6946 6934 6486
1418 1152 1131 1121 1144 1143 955 715
56 80 106 98 109 115 71 221
463 1113 1102 1026 1172 1337 1240 1221
19 17 10 13 14 16
Bron: Metis (BTUD). De aantallen publicaties zijn conform de nieuwe VSNU-definities uit 2009. Wetenschappelijk: (ref. en non-ref.) artikel in tijdschrift, boek en boekdeel, dissertatie, (ref. en non-ref.) congresbijdrage. Vak: artikel in tijdschrift, boek en boekdeel, annotatie, congresbijdrage, protocol, extern rapport. Populair: boek en boekdeel, bijdragen in dag-, weekblad en tijdschrift. Overig: boekrecensies, boek- en tijdschriftredactie, inaugurele rede, abstract, ontwerp, octrooi, televisie- of radio-optreden, anders. Bron: Valorisation Centre.
3. Impact 3.1 Positie in de QS- en THE-ranking QS-ranking Wereldwijde algemene top Wereldwijde top 100 in „engineering & technology‟ 2010 108 2010 18 2009 83 2009 15 2008 78 2008 17 2007 63 2007 17 2006 86 2006 13 2005 53 2005 15 2004 78 2004 24
Wereldwijde top 100 in „natural sciences‟ 2010 84 2009 73 2008 72 2007 83 2006 56 2005 70 2004 84
Bron: http://www.topuniversities.com/ Opmerking: De algemene en de specifieke ranglijsten gebruiken deels andere indicatoren.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
3
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
THE-ranking Wereldwijde algemene top 2010
Wereldwijde top50 in „engineering & technology‟ 2010 33
151
Bron: http://www.timeshighereducation.co.uk/world-university-rankings/2010-2011/top-200.html Opmerking: De algemene en de specifieke ranglijsten gebruiken dezelfde indicatoren maar hanteren andere wegingsfactoren.
3.2 Positie in de Shanghai-ranking Algemene ranglijst Wereldwijd 151-200 152-200 152-200 151-202 151-200 203-300 202-301 201-250
2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003
Europees 57-74 59-79 59-79 57-80 57-78 80-123 80-125 77-99
Nationaal 7-9 7-9 6-9 5-9 3-7 8-9 8-10 9
Ranglijst voor „engineering/ technology and computer science‟ Wereldwijd 2010 76-100 2009 78-100 2008 76-107 2007 77-106
Bron: http://www.arwu.org/ Opmerking: De algemene en de specifieke ranglijsten gebruiken deels andere indicatoren.
3.3 Positie in de HEEACT-ranking Algemene ranking en ‘field’-ranking Wereldwijde algemene top Wereldwijde top in „engineering‟ 2010 2009 2008 2007
272 238 255 275
2010 2009 2008
39 42 30
Wereldwijde top in „natural sciences‟ 2010 113 2009 136 2008 111
Bron: http://ranking.heeact.edu.tw/en-us/2010/homepage/ Opmerking: De algemene, „field‟- en „subject‟-rankings gebruiken dezelfde indicatoren.
‘Subject’-ranking
Subject
2010
Chemistry Physics Mathematics Computer science Electrical engineering Mechanical engineering Chemical engineering Materials science Civil engineering Geosciences
88 112 156 61 58 15 23 46 5 133
Bron: http://ranking.heeact.edu.tw/en-us/2010/homepage/
3.4 Positie en score in de Leiden-ranking Europese ranking
aantal publicaties aantal citaties per publicatie “kroonindicator” v.h. CWTS alternatieve “kroonindicator”
2007 (1997-2004) positie score 96 9.259 94 4,75 11 1,42
Europese top100 2008 (2000-2007) positie score 89 10.411 92 5,71 11 1,41
Bron: http://www.socialsciences.leiden.edu/psychology/students/news/leiden-ranking-2010-cwts.html “Kroonindicator” van het CWTS: aantal citaties per publicatie gecorrigeerd voor de velden van onderzoek.
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2010 (2004-2008) positie score 88 7.194 94 5,68 20 1,37 46 1,30
4
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
Wereldwijde ranking Wereldwijde top250 2008 (2003-2007) 2010 (2004-2008) positie score positie score 218 6.885 221 7.194 215 3,38 214 5,68 86 1,40 92 1,37 130 1,30
aantal publicaties aantal citaties per publicatie “kroonindicator” v.h. CWTS alternatieve “kroonindicator”
Bron: http://www.socialsciences.leiden.edu/psychology/students/news/leiden-ranking-2010-cwts.html
3.5 Onderzoekssamenwerking TU Delft en het bedrijfsleven TU Delft in de wereldwijde top 2002-2006 onderzoeksvelden positie % artikelen in internationaal gerefereerde tijdschriften i.s.m. het bedrijfsleven geschreven alle velden 5 8,3% medical and health sciences 6,7% physics and materials science 10,6% chemistry and chemical engineering 13,4% basic life sciences 15,7% electric engineering 16,7% Bron: CWTS UIRC Scoreboard 2008 / Web of Science.
TU Delft in de wereldwijde top 2003-2007 & 2006-2008 onderzoeksvelden 2003-2007 positie alle velden 1-10 medical sciences 51-100 natural sciences 26-50 life sciences 1-10 engineering sciences 101-200 social sciences 26-50
2006-2008 positie 1-10 26-50 1-10 1-10 51-100 51-100
Bron: CWTS UIRC Scoreboard (Web of Science). De posities zijn gebaseerd op het percentage artikelen in internationaal gerefereerde tijdschriften i.s.m. het bedrijfsleven geschreven (en dus niet op de absolute aantallen artikelen).
3.6 Aantal veni-/vidi-/vici-toekenningen 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 TOTAAL
VENI 3 7,51 6 10 4 9 4 18 5 66,5
VIDI 6 9 5 4 5 3 0 5 5 42
VICI 3 1 0 1,51 3 3 2 1 2,52 17
TOTAAL 12 17,5 11 15,5 12 15 6 24 12,5 125,5
Bron: http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_5W3DLA a) Bij dit overzicht wordt uitgegaan van het jaar waarin de subsidies worden toegekend. b) Sommige personen zijn werkzaam aan twee instellingen waaronder de TU Delft.
3.7 Aantal STW valorisation grants
3.8 Aantal ERC grants
jaar
STW valorisation grants
jaar
2004-2006 2007 2008 2009 2010
12 9 6 5 14
2008 2009 2010
ERC grants Starting grant Advanced grant 2 1 1
1 1 2
Bron: Valorisation Centre (TU Delft)
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
5
Bijlage 3 Onderzoeks- en Valorisatiestatistieken
4. Promotierendementen 4.1 Aantal promoties naar: man-vrouw, Nederlands-buitenlands Jaar
Totaal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
184 208 183 172 180 178 185 212 225 214 229 236 264 333
Mannen N 166 186 153 139 148 155 154 166 189 167 179 175 202 249
% 0,90 0,89 0,84 0,81 0,82 0,87 0,83 0,78 0,84 0,78 0,78 0,74 0,77 0,75
Bron: promis (BO/Pedel). Inclusief Twaio‟s die vervolgens promoveren.
Vrouwen N 18 22 30 33 32 23 31 46 36 47 50 61 62 84
Buitenlands
% 0,10 0,11 0,16 0,19 0,18 0,13 0,17 0,22 0,16 0,22 0,22 0,26 0,23 0,25
N 43 37 47 41 52 65 77 97 111 104 114 124 155 188
% 0,23 0,18 0,26 0,24 0,29 0,37 0,42 0,46 0,49 0,49 0,50 0,53 0,59 0,56
Nederlands N 141 171 136 131 128 113 108 115 114 110 115 112 109 145
% 0,77 0,82 0,74 0,76 0,71 0,63 0,58 0,54 0,51 0,51 0,50 0,47 0,41 0,44
4.2 Promotierendement van de ingestroomde werknemer-promovendi cohort 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 totaal
instroom N 171 163 192 282 261 295 245 258 245 2112
gepromoveerd N 120 105 124 146 62 6 1 4 0
% 70% 64% 65% 52% 24% 2% 0% 2% 0%
duur in jaren 5,13 5,06 4,78 4,09 3,90 2,54 2,17 1,20
aantal jaren waarbinnen gepromoveerd (cumulatief percentage) ≤4 ≤5 ≤6 ≤7 >7 5% 36% 57% 65% 70% 7% 36% 55% 63% 64% 10% 38% 57% 65% 18% 41% 52% 11% 24% 2% 0% 2%
Definities conform landelijke VSNU-afspraken (VSNU, jaaropgaven promovendi 2009). Bron: peopleosoft (P&O) en promis (BO/Pedel).
4.3 Promotierendement van de ingestroomde werknemer-promovendi (excl. zij die binnen 1 jaar stoppen) cohort 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 totaal
instroom N 160 153 186 265 244 277 226 234 238 1983
gepromoveerd N 120 105 124 146 62 6 1 4 0
% 75% 69% 67% 55% 25% 2% 0% 2% 0%
duur in jaren 5,13 5,06 4,78 4,09 3,90 2,54 2,17 1,20
aantal jaren waarbinnen gepromoveerd (cumulatief percentage) ≤4 ≤5 ≤6 ≤7 >7 6% 38% 61% 70% 75% 7% 38% 58% 67% 69% 10% 39% 59% 67% 19% 44% 55% 12% 25% 2% 0% 2%
Definities conform landelijke VSNU-afspraken (VSNU, jaaropgaven promovendi 2009). Bron: peopleosoft (P&O) en promis (BO/Pedel).
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
6
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
Bijlage 4 Statistieken Organisatie 1. Personeel en Organisatie ....................................................................2 1. Personeel TU Delft .................................................................................................................... 2 2. Personeel Faculteiten en Instituten ........................................................................................... 3 3. Ondersteunend en beheerpersoneel (OBP) vanaf 2009 inclusief Stud-ass. ................................. 5
2. Hoogleraarsbenoemingen ...................................................................7
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
1
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
1. Personeel en Organisatie 1. Personeel TU Delft 1.1 Personeelsomvang in fte excl. personen in regeling
Datum Aantal fte Verschil
31-12-2010 4595
31-12-2009 4691
31-12-2008 4640
31-12-2007 4571
31-12-2006 4433
-96
51
69
138
230
2010 690 769
2009 857 778
2008 908 837
2007 919 764
2006 965 735
31-12-2010 2594 1904 1,36
31-12-2009 2683 1905 1,41
31-12-2008 2762 1878 1,47
31-12-2007 2712 1859 1,46
31-12-2006 2613 1820 1,44
1,41
1,46
In- en uitstroom in fte 1 Jaar Instroom Uitstroom 1.2 Verhouding WP-OBP in fte Datum WP OBP WP/OBP(excl. SA) (WP+SA)/OBP
Student-assistenten
2
97
103
1.3 Verhouding vrouwen - mannen in fte Datum Man verschil Vrouw verschil % vrouw
31-12-2010 3179 -69 1416 -27 31%
31-12-2009 3248 2 1443 49 31%
31-12-2008 3246 -8 1394 77 30%
31-12-2007 3254 43 1317 95 29%
31-12-2006 3211 136 1222 94 28%
31-12-2010 40,5
31-12-2009 40
31-12-2008 39,9
31-12-2007 39,8
31-12-2006 39,8
2010 2,5
2009 2,6
2008 2,6
2007 2,6
2006 2,7
1.4 Gemiddelde leeftijd per fte Datum Gemiddelde leeftijd……………………… 1.5 Verzuim excl. zwangerschapsverlof Jaar verzuimpercentage
1 2
excl. Dagtaakvermindering of -vermeerdering Student-assistenten zijn per 1-1-2009 ingedeeld als OBP, conform de CAO-NU Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
2
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
2. Personeel Faculteiten en Instituten 2.1 Personeelsomvang Faculteiten en Instituten in fte (Excl. personen in regeling) Datum Aantal fte (incl.SA)……………… Verschil
31-12-2010 3491 -107
31-12-2009 3598 17
31-12-2008 3581 73
31-12-2007 3508 130
31-12-2006 3378 -216
31-12-2007 2712 795 3,41
31-12-2006 2613 765 3,42
31-12-2008 1011 33 1751 17 1,73
31-12-2007 978 12 1734 87 1,77
31-12-2006 966 -8 1647 193 1,70
31-12-2009 2080 -73 603 -6 22%
31-12-2008 2153 13 609 37 22%
31-12-2007 2140 60 572 39 21%
31-12-2006 2080 122 533 63 20%
31-12-2009 204 234 341 104 156 4 1043
31-12-2008 190 242 314 106 153 6 1011
31-12-2007 176 243 285 110 154 10 978
31-12-2006 172 238 282 115 153 6 966
2.2 Verhouding WP-OBP in fte (tot 2009 incl. SA, daarna SA apart vermeld) Datum WP OBP WP/OBP SA
31-12-2010 2594 801 3,24 98
31-12-2009 2683 814 3,30 103
31-12-2008 2762 819 3,37
2.3 Wetenschappelijk personeel vast en tijdelijk in fte (tot 2009 incl. SA) Datum WP vast verschil WP tijdelijk verschil WP tijdelijk/vast
31-12-2010 1070 27 1524 -116 1,42
31-12-2009 1043 32 1640 -111 1,57
2.4 Verhouding vrouwen en mannen WP in fte (vanaf 2009 excl. SA) Datum Man verschil Vrouw verschil % vrouw
31-12-2010 2018 -62 576 -27 22%
2.5 Vast Wetenschappelijk personeel in fte Datum Hoogleraren UHD's UD's Onderzoekers Docenten Overig WP Totaal vast WP
31-12-2010 205 233 378 97 154 3 1070
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
3
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
2.6 Tijdelijk Wetenschappelijk personeel in Fte Datum Hoogleraren………………….. UHD's UD's Promovendi Twaio's Onderzoekers Docenten Student-assistenten Overig WP Totaal tijdelijk WP
31-12-2010 17 5 44 961 54 417 25 # 0 1524
31-12-2009 23 5 70 1013 48 450 31 # 0 1640
31-12-2008 24 11 77 1032 34 420 38 116 1 1751
31-12-2007 25 8 72 1006 22 420 41 132 6 1734
31-12-2006 22 11 57 970 31 392 38 120 6 1647
31-12-2010 37,4
31-12-2009 37,1
31-12-2008 36,5
31-12-2007 36,5
31-12-2006 36,6
31-12-2008 3113 0 533 14 1 93 8 1494 415 5671
31-12-2007 3047 0 569 24 1 62 19 1648
31-12-2006 2938 0 494 31 1 72 23 1034
5370
4593
2.7 Gemiddelde leeftijd WP per fte Datum Gemiddelde leeftijd
2.8 WP in aantallen personen (bezoldigd en onbezoldigd) excl.SA Datum Medewerkers Tenure Track Student-assistenten FOM promovendi KNAW-ers Declaranten FOM-ers Gasten4 Externen5 Totaal
31-12-2010 2917 68 #3 0 0 36 0 2047 547 5615
31-12-2009 3128 0 # 7 0 31 6 1799 454 5425
Opmerking: Tabel 2.1. tot en met 2.7 betreffen de bezoldigde medewerkers (excl.stud-ass)
3 4
Student-assistenten zijn per 1-1-2009 ingedeeld als OBP, conform de CAO-NU. In deze groep zijn ook opgenomen, personen die gebruik maken van faciliteiten, maar die geen bijdrage leveren aan het primaire proces.
5
Om het aantal "Gastmedewerkers" beter zichtbaar te maken, is begonnen om "Faciliteitengebruikers" te registreren als Externen. Onder Faciliteitengebruikers wordt verstaan: personen die worden geregistreerd zodat zij toegang kunnen krijgen tot de systemen. Ingeval van WP zijn dat o.a. externe docenten die toegang moeten krijgen tot de systemen zoals Blackboard. Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
4
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
3. Ondersteunend en beheerpersoneel (OBP) vanaf 2009 inclusief Stud-ass. 3.1 Personeelsomvang ondersteunend en beheerpersoneel in fte (m.i.v. 2009 incl. SA) excl. stagiaires en personen in regeling Datum Faculteiten en instituten Centrale diensten Totaal Verschil
31-12-2010 898 1103 2001 -7
31-12-2009 915 1093 2008 1306
31-12-2008 819 1059 1878 19
31-12-2007 796 1063 1859 39
31-12-2006 765 1055 1820 45
31-12-2009 1710 48 298 82 0,17
31-12-2008 1662 3 216 17 0,13
31-12-2007 1659 52 199 -14 0,12
31-12-2006 1607 -16 213 61 0,13
31-12-2010 1161 -8 840 0 42%
31-12-2009 1168 75 840 55 42%
31-12-2008 1093 -20 785 40 42%
31-12-2007 1113 -18 745 56 40%
31-12-2006 1131 15 689 30 38%
31-12-2010 10 501 1377 97 5 11
31-12-2009 6 495 1393 103 8 3
31-12-2008 7 469 1387
31-12-2007 7 453 1378
31-12-2006 7 443 1349
6 9
6 15
5 16
31-12-2009 43,9
31-12-2008 44,9
31-12-2007 44,7
31-12-2006 44,5
3.2 OBP vast en tijdelijk in fte (m.i.v. 2009 incl. SA) OBP vast verschil OBP tijdelijk verschil OBP tijdelijk/vast
31-12-2010 1714 4 287 -11 0,17
3.3 Verhouding vrouwen en mannen OBP in fte Datum Man verschil Vrouw verschil % vrouw 3.4 OBP naar schaal in fte Datum Schaal 16 en hoger Schaal 11 t/m 15 Schaal 1 t/m 10 Student-assistenten Leerlingen Overige OBP
3.5 Gemiddelde leeftijd OBP naar fte (excl.SA) Datum Gemiddelde leeftijd
6
31-12-2010 45,6
Waarvan 103 fte student-assistenten Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
5
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
3.6 OBP in aantallen personen (bezoldigd en onbezoldigd) Datum Medewerkers Leerlingen Trainees Student-assistenten Declaranten Combiwerkers Gasten7 Externen8 Totaal
31-12-2010 2170 6 17 456 191 18 494 418 3770
31-12-2009 2176 10 18 485 136 13 588 381 3807
31-12-2008 2139 8 15 9 101 14 417 376 3079
31-12-2007 2120 7 10 4 91 15
31-12-2006 2065 7 10 9 123 22
2247
2236
Opmerking: Tabel 3.1. tot en met 3.5 betreffen de bezoldigde medewerkers (incl. stud-ass.)
7
In deze groep zijn ook opgenomen, personen die gebruik maken van faciliteiten, maar die geen bijdrage leveren aan het primaire proces
8
Om het aantal "Gastmedewerkers" beter zichtbaar te maken, is begonnen om "Faciliteitengebruikers" te registreren als Externen. Onder Faciliteitengebruikers wordt verstaan: personen die worden geregistreerd zodat zij toegang kunnen krijgen tot de systemen. Ingeval van OBP zijn dat o.a. uitzendkrachten, extern ingehuurden etc. Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
6
Bijlage 4 Statistieken Organisatie
2. Hoogleraarsbenoemingen Nieuwe benoemingen
faculteit
fte
duur
dr. J. Dik
M
Antoni van Leeuwenhoek hoogleraar
3mE
1,0
Onbp
prof.dr.ir. H. Weinans
M
Tissue Biomechanics and Implants
3mE
0,2
5 jaar
dr. ir. T.J.H. Vlugt
M
Engineering ThermoDynamics
3mE
1,0
onbp.
dr. M. Kaminski
M
Scheeps- en Offshore Constructies
3mE
1,0
3 jaar
prof.dr. A. Szollosi-Nagy
M
Stochastic Hydrology
CiTG
0,0
4 jaar
dr. R. Zuidwijk
M
Goederenvervoer & Verkeersnetwerken
CiTG
0,3
5 jaar
dr.ir. D.M. van Solingen
M
Global Software Engineering
EWI
0,2
4 jaar
dr. A. Reinders
V
Energy Efficient Design
IO
0,4
3 jaar
prof.dr. K. Lauche
V
Organisation Studies of Innovation
IO
0,0
4 jaar
prof.dr.ir. R. Marissen
M
Vezelversterkte materialen
LR
0,2
4 jaar
prof.dr. I. de Pater
V
Planetary Exploration
LR
0,1
3 jaar
dr. C. Aydin
M
Bijz. leerstoel stichting Thomas Moore
TBM
0,2
3 jaar
dr. L. Manna
M
Quantum Nanoscience
TNW
0,2
5 jaar
dr. A.J.M. van Wijk
M
Radiation, Radionuclides & Reactors
TNW
0,0
5 jaar
faculteit
fte
duur
Herbenoemingen
m/v leerstoel/werkterrein
m/v Leerstoel/werkterrein
prof.dr.ir. C.A. Grimbergen
M
Biomedische Meet- en Regeltechniek
3mE
0,2
3 jaar
prof.dr. ir. G. Ooms
M
Stromingsleer
3mE
0,5
2 jaar
prof.dr.ir. T.J.C Terwisga
M
3mE
0,3
4 jaar
prof.ir. R. Nijsse
M
Resistance & Propulsion Scheepshydromechanics Structural Design
Bk
0,3
2 jaar
prof.dr.ir. J.C. Paul prof.ir. W.G.M. Maas
M
Structural Design
M
Architectonisch Ontwerpen
Bk Bk
0,3 0,6
2 jaar 5 jaar
prof.dr.ir. P.H. Meurs
M
Restauratie-Transformatie
Bk
0,3
4 jaar
prof.ir. M. Riedijk
M
Public Building and Architectural Compositions
Bk
0,6
onbp.
prof.ir. D.E. van Gameren
M
Woningbouw
Bk
0,8
onbp.
prof.dr.ir. J.D.M van Hall
V
Sustainable Housing Transformation
Bk
0,4
5 jaar
prof.dr. W.G.M. Bastiaanssen
M
CiTG
0,2
5 jaar
prof.dr.ir. F.H.L.R Clemens
M
Water Resource Management and Earth Observations Riolering
CiTG
0,2
3 jaar
prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh
M
Tektoniek van Sedimentaire Bekkens
CiTG
0,0
3 jaar
prof.dr. ir. H.J. de Vriend
M
Riviermorfologie en Waterbouwkunde
CiTG
0,0
1,5 jaar
prof.ir. A.Q.C van der Horst
M
Bouw
CiTG
0,3
3 jaar
prof.dr.ir. C. Zevenbergen
M
Flood Resilience
CiTG
0,0
3 jaar
prof.dr.ir. T.N. Olsthoorn
M
Groundwater Engineering
CiTG
0,3
4,5 jaar
prof.dr. A.E. Mynett
M
Environmental Hydroinformatics
CiTG / UNESCO-IHE
0,0
3 jaar
prof. K. Valravamoorthy
M
Sustainable Urban Water Systems
CiTG / UNESCO-IHE
0,0
3 jaar
prof.dr.ir. A.J.P. Theuwissen
M
CMOS Image Sensors
EWI
0,4
4 jaar
prof.dr.ir. N.H.G. Baken
M
Enterprise networks
EWI
0,4
4 jaar
prof.dr. R. Dekker
M
Flexible Electronics
EWI
0,2
5 jaar
prof.dr.ir. C.W. Oosterlee
M
Hiërarchische Numerieke Methoden
EWI
0,2
4 jaar
prof.mr.dr.ir. S.C. Santema
M
Technische Marketing
IO
0,2
onbp.
prof.dr. J.J. Jakimowicz
M
Safety in healthcare
IO
0,0
3 jaar
prof.ir. J.P. van Buijtenen
M
Gasturbines, Propulsion & Energy Conversion
LR
0,3 2jr, 1mnd
prof.dr. A.K.F. Faludi
M
Ruimtelijke Beleidsstelsels in Europa
TBM
onbez
3 jaar
prof.dr. H. Priemus
M
Systeeminnovatie en Ruimtelijke Ontwikkeling
TBM
0,0
3 jaar
prof.dr.ir. A. Gisolf
M
Acoustic Imaging and Sound Control
TNW
0,2
2 jaar
prof.dr. P.M. van den Berg
M
Imaging Science & Technology
TNW
0,2
3 jaar
prof.dr. I.T. Young
M
Imaging Science & Technology
TNW
0,2
3 jaar
Jaarverslag 2010 Technische Universiteit Delft
7