Jaarlijks verslag Verantwoording van het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands
Analyse academiejaar 2008-2009
Inhoudstafel Inleiding..................................................................................................................... 2 Analyse...................................................................................................................... 3 A. Doelstellingen en resultaten............................................................................ 3 B. Anderstalige opleidingsonderdelen................................................................ 4 1. Algemene vaststellingen.................................................................................. 4 2. Opleidingsonderdelen die een andere taal tot voorwerp hebben en in die taal worden gedoceerd............................................................................................... 5 3. Anderstalige opleidingsonderdelen in Nederlandstalige opleidingen die gedoceerd worden door anderstalige (gast)professoren ..................................... 6 4. Anderstalige opleidingsonderdelen waarvoor de instelling kan aantonen dat de andere taal een meerwaarde voor de student en de functionaliteit van de opleiding meebrengt ............................................................................................ 7 C. Beperkingen op de regels vermeld in §1 van artikel 91 .............................. 10 1. Voor de bacheloropleidingen is het gebruik van een andere taal dan het Nederlands beperkt tot 10% van het totale opleidingsprogramma van de bacheloropleiding .............................................................................................. 10 2. Voor bachelor- en masteropleidingen: studenten hebben het recht om een examen in het Nederlands af te leggen (uitgez. Art.91, §1-1° en 3°)................. 11 D. Anderstalige opleidingen............................................................................... 13 1. Initiële opleidingen (artikel 91, §2) ................................................................. 13 2. Voortgezette opleidingen............................................................................... 15 3. Opleidingen met internationaal karakter ........................................................ 18 4. Hogere Zeevaartschool ................................................................................. 19 E. Informatie over de toetsing van de adequate taalbeheersing door de Nederlandstalige docenten van de andere taal in functie van hun vakgebied .............................................................................................................................. 19 F. Andere onderdelen van het verslag .............................................................. 21 1. Communicatie met de studenten ................................................................... 21 2. Overzicht van de kennistoetsen .................................................................... 22 3. Gedragscode ................................................................................................. 24 Conclusies .............................................................................................................. 26
Bijlagen
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
1
Inleiding De taalregeling van het hoger onderwijs is uitgewerkt in de artikelen 90 en 91 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (Structuurdecreet). Het Nederlands is de bestuurs- en onderwijstaal van de hogescholen en universiteiten. Binnen de huidige regelgeving wordt aan de hoger onderwijsinstellingen een beleidsmarge gegeven om in bepaalde gevallen en mits motivering te doceren in een andere taal dan het Nederlands. Voor de vijfde keer op rij hebben de instellingen van het hoger onderwijs rekenschap gegeven over hun taalbeleid. Elk instellingsverslag geeft een overzicht van de doelstellingen, de resultaten onderbouwd door kwantitatieve data en de manier waarop de instelling de decretale richtlijnen heeft gehandhaafd. Op basis van de ingestuurde rapporten wil de overheid het taalbeleid van de instellingen opgevolgen. In voorliggend document worden de bepalingen van artikel 91 van het Structuurdecreet getoetst aan de hand van de meegedeelde data van het academiejaar 2008-2009. Het rapport tracht een samenvattend beeld te geven van het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands. De analyse is opgebouwd uit drie hoofdstukken: inleiding, analyse en conclusie. De doelstellingen en resultaten, de anderstalige opleidingsonderdelen, de beperkingen op de regels, de anderstalige opleidingen, informatie over de toetsing van de adequate taalbeheersing door de Nederlandse docenten van de andere taal in functie van hun vakgebied en tot slot een aantal andere onderwerpen zoals de communicatie met de studenten, een overzicht van de kennistoetsen en de gedragscode wordt besproken in het tweede hoofdstuk. Bij elke rubriek worden exemplarisch enkele praktijkvoorbeelden weergegeven die in de individuele rapporten zijn opgenomen. Voor hun rapportering hebben de instellingen opnieuw gebruik gemaakt van een door de overheid opgemaakt sjabloon. Dit werd niet gewijzigd t.o.v. de vorige bevraging van 2007-2008. U vindt als bijlage 2, ter informatie, de decretale bepalingen uit het Structuurdecreet en het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 dat uitvoering geeft aan artikel 91, §6 van het Structuurdecreet (bijlage 3). Alle hogescholen en universiteiten hebben een rapport ingestuurd. De verslagen van alle hoger onderwijsinstellingen zijn toegevoegd op CD-rom.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
2
Analyse A. Doelstellingen en resultaten De weergave van het taalbeleid in deze rubriek gebeurt op zeer verschillende wijze. Sommige instellingen geven op zeer gedetailleerde wijze een overzicht van hun globale verwezenlijkingen en een goede schets van hun taalbeleid. Andere instellingen verwijzen zeer summier naar de toepasselijke decretale bepalingen. Doorgaans geven de instellingen in deze rubriek dezelfde overwegingen mee dan vorig jaar. Er werden ook, zoals verder blijkt uit de rapportering, geen essentiële wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van vorig academiejaar. Zowel hogescholen als universiteiten kaderen het taalbeleid dat ze voeren in het ruimere internationaliseringsbeleid van hun instelling. Nog sterker dan voorheen wordt door universiteiten en hogescholen het belang benadrukt van de uitbouw van een kwaliteitsvolle internationalisering. Actiepunt is het verhogen van de mobiliteit van studenten in het licht van de 20% drempel die door Europa voor alle landen werd vooropgesteld. In de context daarvan zijn zij vragende partij voor een versoepeling van de taalregeling van artikel 91. Voornamelijk de equivalentievoorwaarde wordt als een overbodige en zware drempel naar voren geschoven. Wat de bacheloropleidingen betreft,wordt gevraagd om in het kader van de mobiliteit van studenten decretaal te voorzien dat ten minste één semester in een andere taal kan gedoceerd worden. Het ontwikkelen van ‘internationale competenties’ via internationalisation@home wordt door de meeste instellingen als een actief in te vullen beleidspunt opgeworpen. Hiertoe wenst men buitenlandse lesgevers actiever aan te trekken en meer Engelstalige cursussen als een vast onderdeel in de opleiding te integreren. De noodzaak aan een goede kennis van de gedoceerde onderwijstaal, zowel bij de docenten als studenten, blijkt een belangrijk aandachtspunt in het taalbeleid. De goede kennis van de Nederlandse taal door de eigen zwakkere studenten, de buitenlandse studenten en de meertaligheid van onze studenten worden als pijlers van het taalbeleid naar voren geschoven. Ook de kennis van andere talen door zowel de buitenlandse studenten als de eigen studenten wordt aangemoedigd. Studenten worden aangespoord om specifieke taalcursussen te volgen. In de meeste gevallen gebeurt bijscholing wel op vrijwillige basis, tenzij dit als voorwaarde wordt gesteld om te worden toegelaten tot een bepaalde opleiding. Binnen associaties wordt gestreefd om tot een meer gezamenlijke aanpak inzake taalbeleid te komen. Zo worden er op associatieniveau in werkgroepen verschillende aspecten van het taalbeleid behandeld, zoals de kwaliteit van het academisch Nederlands, het taalbeleid van de onderzoekers, de taal in de lerarenopleiding, het ontwikkelen van een gemeenschappelijk taalbeleid.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
3
De instellingen melden globaal genomen geen duidelijke stijging van het aanbod. Als er van een stijging sprake is, gebeurt deze eerder gestaag. De wens voor een uitbreiding van het anderstalig aanbod wordt, ondermeer wat de professionele bachelors betreft, meermaals uitgedrukt, vooral om de uitwisseling van studenten te kunnen aanmoedigen. Wel wordt aangegeven dat het aantal opleidingsonderdelen dat op grond van meerwaarde voor de student in het Engels wordt gedoceerd, voornamelijk in de masteropleidingen is toegenomen. B. Anderstalige opleidingsonderdelen 1. Algemene vaststellingen Het anderstalig aanbod in de bacheloropleidingen en zeker in de professionele bacheloropleidingen blijft beperkt. Hier geldt ook de 10 % regel. Deze grens wordt globaal genomen door de instellingen niet overschreden. In tegenstelling hiermee kan het anderstalig aanbod in de masteropleidingen oplopen tot 30 % en meer. De vernieuwde masteropleidingen werden in het academiejaar 2007-2008 opgestart. Voor masteropleidingen van 120 studiepunten betekent dit dat het tweede gedeelte van het studietraject voorliggend academiejaar voor de eerste maal werd aangeboden. Reeds vorig jaar werd gemeld dat door de introductie van de nieuwe masterprogramma’s er een stijging is van het aanbod van anderstalige opleidingsonderdelen. Instellingen benadrukken in dit verband de noodzaak, zoals ook aanbevolen door de visitatiecommissies, om studenten voldoende vertrouwd te maken met het wetenschappelijk Engelstalig jargon (functioneel criterium). Zo meldt de Universiteit Antwerpen dat er in 2008-2009 655 unieke opleidingsonderdelen verder werden aangeboden in een vreemde taal. Dit is een stijging van 193 anderstalige opleidingsonderdelen t.o.v. 2007-2008. De meerderheid van deze opleidingsonderdelen heeft een vreemde taal tot onderwerp. Voor de overige anderstalige opleidingsonderdelen kan de universiteit aantonen dat de andere taal een meerwaarde voor de student en de functionaliteit van de opleiding meebrengt. Voor deze categorie is een sterke groei zichtbaar. De Katholieke Universiteit Leuven biedt in de initiële opleidingen 1253 (1248 in 20072008, 551 in 2006-2007) unieke opleidingsonderdelen aan in een andere onderwijstaal dan het Nederlands. In dit aantal zijn de opleidingsonderdelen meegeteld die een andere taal tot voorwerp hebben. Meerdere van de aangeboden anderstalige opleidingsonderdelen horen thuis in de verschillende categorieën van artikel 91. Zoals vorig jaar kan worden vastgesteld dat zeker wat het anderstalig aanbod in de bacheloropleidingen betreft, het voornamelijk de keuzeopleidingsonderdelen zijn die in een andere taal worden aangeboden. Studenten krijgen doorgaans wel de mogelijkheid om het alternatief curriculum in het Nederlands te volgen. Het feit dat de meeste anderstalige opleidingsonderdelen als keuzevak worden aangeboden heeft mede tot gevolg dat er geen duidelijk zicht is op het aantal
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
4
Nederlandstalige studenten dat effectief bepaalde opleidingsonderdelen in een andere taal volgt. De Databank Hoger Onderwijs registreert evenmin op het niveau van de opleidingsonderdelen wat de doceertaal is, zodat ook via deze weg de gegevens niet kunnen aangeleverd worden. Hierna volgen enkele items die ieder academiejaar blijken uit de rapporten betreffende de werkwijze waarop dit anderstalig aanbod ingebouwd wordt in het curriculum. - Ten behoeve van uitwisselingsstudenten worden relevante opleidingsonderdelen naast het Nederlands ook in het Engels gedoceerd of wordt een specifiek programma voor buitenlandse studenten aangeboden. - De anderstalige opleidingsonderdelen die onderdeel uitmaken van een Nederlandstalige opleiding, worden meestal niet specifiek ontworpen. Wel wordt het aanbod van de anderstalige opleidingsonderdelen voor de buitenlandse studenten als keuzevak opengesteld voor studenten uit de Nederlandstalige opleiding. - Vaak worden ook opleidingsonderdelen die onderdeel zijn van het onderwijsprogramma van de volledig anderstalige opleidingen, vb. postgraduaatsopleidingen of master-na-masteropleiding, als keuzevak aangeboden in het laatste jaar van een Nederlandstalige opleiding. - In veel gevallen wordt een equivalent opleidingsonderdeel in het Nederlands aangeboden, voornamelijk in het professioneel hoger onderwijs waar de decreetgever verplicht om de leerstof van een anderstalig opleidingsonderdeel ook in het Nederlands te doceren of aan te brengen (vb. via het ter beschikking stellen van een Nederlandstalige cursus of Nederlandstalige toelichtingen). - De anderstalige opleidingsonderdelen worden vaak door Nederlandstalige studenten samen met buitenlandse studenten gevolgd. Dit kadert binnen de opzet van internationalisation@home. - In de professionele bacheloropleidingen worden doorgaans geen volledige opleidingsonderdelen maar bepaalde partims van opleidingsonderdelen aan geboden in een andere taal. Anderstalig aanbod wordt vermeden in het eerste bachelorjaar. - Het aantal specifiek voor Nederlandstalige opleidingen geconcipieerde anderstalige opleidingsonderdelen blijft eerder beperkt. 2. Opleidingsonderdelen die een andere taal tot voorwerp hebben en in die taal worden gedoceerd Voor de bachelor- en de masteropleidingen is de taalkeuze van de opleidingsonderdelen die een andere taal tot voorwerp hebben aan geen enkele decretale beperking onderworpen. Zowel wat hun initieel als postinitieel-aanbod betreft hebben de hogescholen en universiteiten in hun verslagen de opleidingsonderdelen die een andere taal tot
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
5
voorwerp hebben opgelijst met vermelding van de doceertaal en het aantal studiepunten, of vermelden zij de wijzigingen ten opzichte van hun vorige verslaggeving. Deze categorie telt vanzelfsprekend het grootst aantal opleidingsonderdelen. Bijvoorbeeld: van de 500 unieke opleidingsonderdelen in de initiële opleidingen aan de Universiteit Antwerpen heeft de meerderheid een vreemde taal tot onderwerp. Uit de rapporteringen blijkt dat er geen opvallende wijzigingen zijn ten opzichte van het academiejaar 2007-2008. In alle hoger onderwijsinstellingen situeren deze opleidingsonderdelen zich voornamelijk binnen de taalspecifieke en economisch gerichte opleidingen. Uiteraard komen ze ook voor in andere opleidingen zoals politieke en sociale wetenschappen, wijsbegeerte, ingenieurswetenschappen, onderwijs, bedrijfs- en office management, …. 3. Anderstalige opleidingsonderdelen in Nederlandstalige opleidingen die gedoceerd worden door anderstalige (gast)professoren Op grond van de verslagen wordt de vaststelling bevestigd dat het doceren van anderstalige opleidingsonderdelen doorgaans door de eigen Nederlandstalige docenten gebeurt, en het aantal anderstalige (gast)professoren en docenten dat ingeschakeld wordt blijft beperkt. Een volledig beeld is echter niet voorhanden omdat sommige instellingen hun anderstalige gastsprekers of docenten, die beperkt lesgeven en niet structureel deel uitmaken van het personeelsbestand, niet altijd registreren. Voornamelijk in het kader van uitwisselingsakkoorden worden soms buitenlandse gastsprekers uitgenodigd voor een beperkt aantal lezingen/colleges. Het bezoek van deze gastsprekers/docenten wordt als een opportuniteit beschouwd om de kwaliteit en het internationale karakter van de betrokken programma-inhoud te verhogen wat toch een meerwaarde voor de student betekent. Hoewel kan worden vastgesteld dat instellingen meer en meer rapporten met concrete data aanreiken over (gast)docenten die het anderstalig aanbod doceren, blijft het bijhouden van exacte data toch niet zo evident en administratief niet zo een gemakkelijke opdracht. Voornamelijk omdat de aanwijzing van docenten en zeker het inschakelen van gastprofessoren gedecentraliseerd gebeurt en verschilt tussen faculteiten en departementen. Zo meldt een instelling dat zij het bijhouden van informatie over de taal die (gast)docenten doceren enkel ten behoeve van deze rapportering registreert. Zij meldt verder dat het onderscheid tussen Nederlandstalige en anderstalige docenten niet langer geregistreerd wordt omdat zij slechts zeer beperkte taalgegevens bijhouden van hun docenten. Een andere instelling meldt dat de personeels- en onderwijsdatabank niet over een applicatie beschikt die deze gegevens kan aanleveren. Een andere instelling geeft aan dat zij via het samenvoegen van gegevens van de personeelsdienst en de dienst internationale samenwerking, die gastdocenten registreren als ze deze co-financieren, een vrij volledig beeld kan geven met
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
6
uitzondering van een aantal gastdocenten dat door de faculteiten niet werd geregistreerd of gemeld. In dit verband dient opgemerkt te worden dat het registreren van de gegevens over wie de anderstalige opleidingsonderdelen doceert, zeer belangrijk is en een goed instrument is om de kwaliteit van deze opleidingen en de gehanteerde doceertaal op te volgen. Enkele specifieke gevallen: In de HUB-KUBrussel worden een 5-tal opleidingsonderdelen van de bachelor in de rechten gedoceerd door FUSL-docenten aan de Franstalige partnerinstelling FUSL. De Lessius Hogeschool vermeldt in haar rapport dat in het academiejaar 2008-2009 11 buitenlandse gastprofessoren doceerden in het kader van de docentenmobiliteit van het LLP-Erasmusprogramma. LLP/Erasmus is een uitwisselingsprogramma voor studenten en docenten. Aantallen ter illustratie: - de HUB-EHSAL vermeldt in haar bijlage 2 zeven anderstalige docenten; - de Groep T-Internationale Hogeschool Leuven geeft 5 anderstalige gastdocenten aan; - de Karel de Grote-Hogeschool – Katholieke Hogeschool Antwerpen vermeldt 33 anderstalige (gast)docenten; - de Erasmushogeschool Brussel: 15 gastdocenten; - de Katholieke Hogeschool Limburg: 5 gastdocenten binnen het studiegebied Audiovisuele en beeldende kunst; - de Vrije Universiteit Brussel telt 29 gastdocenten; - de Universiteit Antwerpen geeft 52 anderstalige docenten op. Uit de rapporten blijkt dat het inschakelen van meer anderstalige docenten een duidelijke betrachting is van de instellingen in het kader van hun internationaliseringsbeleid. 4. Anderstalige opleidingsonderdelen waarvoor de instelling kan aantonen dat de andere taal een meerwaarde voor de student en de functionaliteit van de opleiding meebrengt Indien een hoger onderwijsinstelling opteert om bepaalde opleidingsonderdelen in een andere taal dan het Nederlands te organiseren is een expliciete gemotiveerde beslissing vereist waaruit blijkt dat de anderstalige onderwijstaal een meerwaarde betekent voor de student en voor de functionaliteit van de opleiding. De decreetgever vereist bovendien dat wanneer de instelling een andere onderwijstaal kiest de betreffende docent de andere taal op een adequate wijze beheerst (cf. rubriek E). Voor de masteropleidingen geldt verder de beperking van de 10%-regel voor het gebruik van een andere taal dan het Nederlands niet. Op basis van de instellingsrapporten blijkt dat ook in 2008-2009 dit aantal anderstalige opleidingsonderdelen licht stijgt. Voor een deel is dit te wijten aan de start van de 2de masterjaren. Doorgaans is de andere onderwijstaal het Engels en in mindere mate Frans, Duits,….
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
7
Deze beleidsruimte voor anderstalig aanbod wordt de laatste jaren door de instellingen voornamelijk in de masteropleidingen veelvuldiger aangewend. De decreetgever heeft bewust deze opening gelaten omdat meerwaarde en functionaliteit van een opleiding het anderstalig aanbod in groeiende mate rechtvaardigen zeker wat het masterniveau betreft. De UA geeft expliciet aan dat deze categorie van anderstalige opleidingsonderdelen sterk is toegenomen. De Vrije Universiteit Brussel geeft in haar bijlage 3 slechts 22 opleidingsonderdelen op. De KULeuven geeft aan dat in de initiële masteropleiding het aantal bepaald wordt door de functionaliteit van de opleiding, met een maximum van 50 % van de opleiding, de masterproef niet inbegrepen. In de verslagen van de instellingen wordt meestal per opleidingsonderdeel een motivering vermeld. Samengevat betreffen de beweegredenen: vertrouwd maken van de studenten met het Engels als meest gehanteerde wetenschapstaal, taal van het onderzoek in bepaalde geïnternationaliseerde wetenschapsdomeinen, voorbereiden op een internationaal gerichte arbeidsmarkt, openstellen van anderstalige opleidingsonderdelen voor buitenlandse studenten, internationalisation@home. Slechts enkele instellingen vermelden in hun verslag geen enkele motivering. Een weergave van een aantal motiveringen uit de verslagen: - het Engels is een belangrijke taal in de internationale bedrijfskundige en bestuurkundige wetenschappelijke en professionele velden; - bronnenmateriaal is vaak enkel in een andere taal beschikbaar; - up-to-date literatuur en informatie uitsluitend in het Engels beschikbaar; - in de betrokken vakkringen is de internationale voertaal overwegend het Engels; - de taal waarin, in een globaliserende economie, met buitenlandse handelsrelaties wordt gecommuniceerd; - studenten grondig voorbereiden op het beroepsleven; - samen les volgen met buitenlandse studenten betekent een inhoudelijke verrijking; - versterken van de taalopleiding en de taalvaardigheid; - ingrijpende veranderingen in de wereldeconomie en het internationaal handelsverkeer; - internationalisation at home; - afgestudeerden moeten internationaal inzetbaar zijn; - woordenschatkennis en communicatievaardigheden aanscherpen; - internationaal karakter; - het belang van talenkennis in het internationaal zakenwezen; - uitgebreid vakjargon in de Engelse taal; - de globalisering van de financiële markten; - Engels is de business language, zeker in IT; - Engels wordt de lingua franca van het constitutioneel recht in Europa; - internationaal gericht wetenschappelijk onderzoek; - stimuleren van mobiliteit van studenten tussen verschillende Europese instellingen; - samenwerken in een internationale context.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
8
Verder wordt ook op grond van de aanbevelingen van de visitatiecommissie meer anderstalig aanbod in het curriculum ingepast. Dit geldt voornamelijk voor de positieve wetenschappen maar ook voor de humane wetenschappen. De Katholieke Universiteit Leuven geeft in bijlage 3 van haar rapport bijvoorbeeld aan dat rekening houdend met de opmerkingen van de visitatiecommissie Biomedische wetenschappen (2005), de Permanente Onderwijs Commissie (POC) er voor de master in de statistiek naar streeft het gebruik van het Engels te stimuleren. De visitatiecommissie betreurt het beperkte gebruik van Engelstalige handboeken in de opleiding en het ontbreken van duidelijke stimuli hiervoor. Het gebruik van het Engels bij het schrijven van papers, het houden van presentaties…wordt te weinig aangemoedigd. Aan de Universiteit Gent werd bij de omschakeling van de specialisatieopleiding ‘Europees recht’ naar een master getracht om in de curriculumaanpassing rekening te houden met de duidelijke aanbeveling van de visitatiecommissie om in het programma meer anderstalige opleidingsonderdelen te verwerken. In het kader van deze opleiding is het een uitermate belangrijk leerresultaat om de Engelstalige EUterminologie goed te beheersen en dit zowel actief als passief. Een bepaalde instelling geeft als doorslaggevende reden ‘efficiëntieoverwegingen’ aan. Dit argument speelt vanzelfsprekend mee maar is op zich geen doorslaggevend argument om meerwaarde van het gebruik van een andere taal te verantwoorden. Zoals reeds hoger aangegeven gaat het vaak over keuzevakken (keuzemodule/keuzepakket) en hierdoor worden de anderstalige opleidingsonderdelen niet opgedrongen aan de studenten. Zeker wat de (professionele) bacheloropleidingen betreft, melden de instellingen dat studenten de keuze behouden om te opteren voor een volledig Nederlandstalig curriculum. De Universiteit Gent vermeldt in haar verslag voor haar opleidingen binnen de ‘Wetenschappen’ het percentage verplichte anderstalige opleidingsonderdelen in de bachelor- en masteropleidingen waarvoor studenten moeten opteren. Bij een aantal onderzoeksgerichte masters is dit percentage vrij hoog maar motiveert de universiteit afdoende de meerwaarde. In internationaal gericht wetenschappelijk onderzoek is het Engels de taal bij uitstek. Bijvoorbeeld: master geologie: 40% in de afstudeerrichting ‘bodem en water’ – 45% in de afstudeerrichting ‘bekkendynamica’. Om internationale studenten aan te trekken worden soms ook anderstalige opleidingsonderdelen aangeboden die niet standaard deel uitmaken van het studieprogramma van een bepaalde opleiding. Deze anderstalige opleidingsonderdelen worden dan georganiseerd specifiek voor uitwisselingsstudenten in het kader van ondermeer Erasmusprogramma’s en uitwisseling van studenten in het algemeen. Aan de hogescholen blijft het aantal anderstalige opleidingonderdelen vrij beperkt. Het aanbod is voornamelijk terug te vinden in de opleidingen binnen de studiegebieden ‘Handelswetenschappen en bedrijfskunde’ en ‘Industriële wetenschappen en technologie’. Een aantal hogescholen biedt geen dergelijke opleidingsonderdelen aan (Lessius Hogeschool, Artesis Hogeschool Antwerpen, …).
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
9
Enkele aantallen die gerapporteerd werden vergeleken met academiejaar 20072008: Instelling Groep T-Internationale Hogeschool Leuven Katholieke Hogeschool Kempen Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Plantijn Hogeschool van de provincie Antwerpen Universiteit Antwerpen Universiteit Hasselt Vrije Universiteit Brussel
2007-2008
2008-2009 17 2 8 8
17 6 8 11
129 (unieke) 23 23
152 (unieke) 40 22
Naar aanleiding van de procedure ‘studieduurverlenging’ die door de instellingen kan ingeleid worden, is het voor bepaalde opleidingen niet ondenkbaar dat meerdere anderstalige opleidingsonderdelen zullen geïntroduceerd worden in het curriculum. Deze operatie zal gepaard gaan met een aantal indalingen van master-namasteropleidingen waarbinnen doorgaans meer onderdelen van het studieprogramma in het Engels worden gedoceerd. C. Beperkingen op de regels vermeld in §1 van artikel 91 1. Voor de bacheloropleidingen is het gebruik van een andere taal dan het Nederlands beperkt tot 10% van het totale opleidingsprogramma van de bacheloropleiding Ter invulling van deze rubriek geven de meeste instellingen zoals gevraagd in hun rapporten het percentage anderstalige opleidingsonderdelen weer in verhouding tot het totaalpakket van studiepunten van de bacheloropleiding. De instellingen melden allen dat zij zich aan het percentage houden. Wat de meeste opleidingen betreft blijft men zelfs nog vrij ver onder de grens (gemiddeld eerder 3 %). Dus in feite vult men niet maximaal de beleidsruimte in die wordt geboden door de decreetgever. Sommige instellingen vullen de rubriek in met de vermelding ‘nihil’ of ‘niet van toepassing’ gezien er geen anderstalige opleidingsonderdelen worden aangeboden in het reguliere studieprogramma van de bacheloropleiding. In de analyse betreffende het voorgaande academiejaar werd opgemerkt dat om het totale opleidingsprogramma te bekijken waarop de grens van 10 % wordt toegepast, in feite rekening moet gehouden worden met de maximale keuzemogelijkheid van de student. Temeer daar zoals hoger aangehaald, wat het anderstalig aanbod betreft, het vaak gaat om keuzevakken. De 10 % regel geldt bovendien zowel op het niveau van de gehele opleiding als op het niveau van de afstudeerrichting. Voor een bacheloropleiding heeft men dus in principe de vrijheid om 18 studiepunten te doceren in een andere taal en dit geldt voor elke afstudeerrichting. De opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot voorwerp hebben en de
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
10
opleidingsonderdelen gevolgd in een andere instelling vallen buiten deze 18 studiepunten. Het blijkt niet altijd duidelijk uit de rapportering hoe het percentage wordt berekend. In de opleidingen worden majors, minors, verbredingsvakken en andere keuzevakken aangeboden zodat het programma van elke student dus ook wat de omvang van de gebruikte doceertaal betreft grondig kan verschillen. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar afstudeerrichtingen toe of verschillende keuzepakketten. Enkele instellingen melden expliciet dat in de berekening rekening gehouden wordt met alle keuzevakken. Enkele illustraties: - De VUB en de HUB-EHSAL merken terecht op dat zij bij de berekening van de grens van 10% rekening houden met de maximale keuzemogelijkheid van de student. Bij de samenstelling van het onderwijsprogramma wordt voor elke student rekening gehouden met de decretaal vastgelegde marge; - De KUL berekent het percentage op het globaal aantal anderstalige opleidingsonderdelen (inclusief de taalvakken). Deze vallen normaliter buiten de berekening van de grens. De overschrijding van de 10 % grens is in een aantal opleidingen vermoedelijk daaraan te wijten; - De UA meldt expliciet dat het percentage tegenover vorige jaren toeneemt.
Concluderend kan zoals vorige academiejaren gesteld worden dat uit de rapporten afgeleid kan worden dat het anderstalig aanbod dat gevolgd wordt door onze Nederlandstalige studenten in de bacheloropleidingen zeer beperkt blijft. Instellingen blijven duidelijk onder de maximale grens van 10% wat hun anderstalig aanbod betreft. In de masteropleidingen waar geen decretale grens is gesteld ligt het anderstalig aanbod wel meermaals rond de 30 % of meer (voornamelijk wat de universiteiten betreft) en zeker als ook rekening wordt gehouden met de keuzepakketten die worden aangeboden. 2. Voor bachelor- en masteropleidingen: studenten hebben het recht om een examen in het Nederlands af te leggen (uitgez. Art.91, §1-1° en 3°) De studenten hebben het recht om over een opleidingsonderdeel waarin een andere onderwijstaal dan het Nederlands wordt gebruikt, examen in het Nederlands af te leggen. Uit de ingestuurde verslagen blijkt dat de hoger onderwijsinstellingen dit recht en de te volgen procedure in hun onderwijs- en examenreglement doorgaans onder de gedragscode expliciteren. Door een aantal instellingen wordt gemeld dat deze regel niet van toepassing is omdat zij geen anderstalige opleidingsonderdelen organiseren. Instellingen melden dat slechts weinig studenten gebruik maken van dit recht. Soms wordt de mogelijkheid van een aanvraag om het examen in het Nederlands af te leggen uitgesloten voor opleidingen waarvan de docent anderstalig is. Uitzonderlijk wordt gemeld dat alle studenten het examen in het Nederlands hebben afgelegd.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
11
In een aantal hoger onderwijsinstellingen wordt expliciet aan de studenten de keuze geboden om het examen zowel in het Nederlands als in het Engels af te leggen. Voorbeeld: Universiteit Hasselt – opleidingsonderdeel Innovation and value chain management – 25% legde het examen in het Nederlands af. Soms wordt een student praktisch verplicht om het examen in het Engels af te leggen omdat het een ‘groepswerk’ betreft en mogelijk ook anderstalige studenten deel uit maken van de groep. Soms wordt in dat geval een opdeling gemaakt tussen het gedeelte groepswerk dat in het Engels gebeurt en de individuele verdediging door de student die in het Nederlands kan afgelegd worden. Het gebeurt dat de opdracht verplicht in het Engels moet uitgevoerd worden en het mondelinge examen in het Nederlands. Het komt ook voor dat het examen in het Engels is opgesteld maar studenten kunnen antwoorden in het Nederlands.
Bijvoorbeeld: - Katholieke Hogeschool Mechelen: voor de studenten van de opleiding ‘Office management’ is het taalgebruik een onderdeel van de te evalueren materie projectwerk; - Universiteit Hasselt: voor het keuze opleidingsonderdeel ‘Decision support systems’ verliep de schriftelijke groepsopdracht in het Engels en het mondelinge deel in het Nederlands voor Nederlandstalige studenten. Niet alle instellingen kunnen data geven omdat hun registratiesysteem dit niet toelaat. Zo vermeldt de Vrije Universiteit Bussel dat in sommige opleidingen gebruik werd gemaakt van deze mogelijkheid, maar dat zij niet beschikt over exacte cijfers. Aan de Katholieke Universiteit Leuven wordt de procedure decentraal opgevat en soepel geïnterpreteerd. Een exacte inventarisatie van het aantal studenten kan de universiteit niet geven omdat dit een doorgedreven administratie vereist en een administratieve overlast creëert voor docenten. Uit de rapporteringen kan worden afgeleid dat de stijging van het anderstalig opleidingsaanbod geen merkbare stijging veroorzaakt van het aantal studenten die hun examen in het Nederlands wensen af te leggen. In de rapporten worden geen redenen opgegeven waarom studenten weinig gebruik maken van dit recht. Het cursusmateriaal dat in een Engelstalige opleiding wordt gehanteerd zal vermoedelijk doorslaggevend zijn bij de keuze van de taal van het examen. Het ligt ook voor de hand dat ingeval de docent anderstalig is, het examen in deze taal wordt afgelegd. Tot slot wordt opgemerkt dat ingeval het gaat om opleidingen die volledig in een andere taal (zie verder) worden aangeboden, waar ook Nederlandstalige studenten kunnen voor inschrijven, het examen doorgaans in de taal van de opleiding wordt afgenomen zonder dat de student de keuze heeft. In dat geval is er ook altijd een equivalente opleiding in het Nederlands waarvoor de student kan inschrijven.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
12
D. Anderstalige opleidingen 1. Initiële opleidingen (artikel 91, §2) Het decreet schrijft voor dat ingeval de instelling opteert voor een gehele anderstalige initiële opleiding een equivalente opleiding in het Nederlands moet worden georganiseerd. Het opleidingsprogramma moet ook specifiek gericht zijn op buitenlandse studenten. De anderstalige opleiding en de equivalente opleiding kunnen eventueel via samenwerking en taakverdeling tussen instellingen binnen dezelfde provincie worden georganiseerd. Het aanbod van anderstalige initiële bachelor- en masteropleidingen blijft nog steeds beperkt. Voor het academiejaar 2008-2009 zijn er in totaal 54 anderstalige opleidingen, waarvan 7 anderstalige bachelors. De meeste anderstalige opleidingen worden georganiseerd door de universiteiten. De Katholieke Universiteit Leuven heeft het grootste aandeel anderstalige basisopleidingen: 32 waarvan 2 bacheloropleidingen. Door de hogescholen worden er 14 anderstalige opleidingen georganiseerd. Groep T-Internationale Hogeschool Leuven biedt 6 Engelstalige opleidingen aan binnen het studiegebied Industriële wetenschappen en technologie. Met deze opleidingen richt de instelling zich specifiek op studenten uit Azië. De HUB-EHSAL organiseert 3 anderstalige masters (campus Brussel) binnen het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde. De andere onderwijstaal van deze opleidingen is altijd het Engels met uitzondering van de Franstalige master “Master en langue et littérature françaises” aangeboden door de Katholieke Universiteit Leuven. Net als vorig academiejaar zijn er in 20082009 geen inschrijvingen in deze Franstalige master. Het aantal studenten in het anderstalig opleidingsaanbod blijft echter relatief laag, mits enkele uitzonderingen. De anderstalige bacheloropleidingen met equivalent trekken toch wat studenten aan, bijvoorbeeld: - Bachelor of Theology and Religious Studies (KULeuven) met 72 studenten waarvan 71 anderstalige studenten; - Bachelor of Business Administration (HUB-EHSAL) met 191 studenten waarvan 130 anderstalige studenten. Het aanbieden van een Engelstalige opleiding kent niet altijd succes. De Katholieke Universiteit Leuven biedt vanaf 2007-2008 / 2008-2009 binnen het studiegebied Wetenschappen een aantal Engelstalige opleidingen aan na een positieve beoordeling van de Erkenningscommissie. Het tweede jaar op rij zijn er weinig inschrijvingen in deze opleidingen. Anderzijds trekken andere masters wel studenten aan: Master of Social and Cultural Antropology en de Master of Business Economics, beiden ook georganiseerd door de KULeuven. Een groot aantal van de opleidingsonderdelen binnen deze anderstalige opleidingen worden als keuzevak opengesteld voor de studenten die het Nederlandstalige
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
13
equivalent volgen. In de praktijk volgen de Nederlandstalige en de anderstalige studenten samen deze opleidingsonderdelen. In uitvoering van artikel 53bis van het Structuurdecreet hebben de instellingen de mogelijkheid om een erkende bachelor- of masteropleiding in het buitenland te organiseren. De HUB-EHSAL biedt op haar campus in Dubai twee opleidingen aan: Bachelor en Master of Business Administration. De bacheloropleiding telt 162 studenten waarvan 160 anderstalige en de master telt 40 studenten, allen anderstalig. De anderstalige opleidingen worden overwegend bevolkt door anderstalige studenten. Mits een paar uitzonderingen bedraagt het percentage anderstalige studenten meer dan 80-90% t.o.v. het aantal Nederlandstalige studenten. De herkomst van de studenten kent een grote diversiteit aan nationaliteiten zonder dat een specifieke nationaliteit in het oog springt. In de ingenieursopleidingen in Groep T-Internationale Hogeschool Leuven is er een groot aantal studenten met de Chinese nationaliteit. Ook in de initiële anderstalige opleidingen wordt overwegend gedoceerd door Nederlandstalige docenten. Het aantal anderstalige docenten blijft zoals voorgaande jaren beperkt. Zoals hoger ook reeds aangegeven blijkt het bijhouden van exacte gegevens over de taaleigenschappen van de docenten die in een andere taal doceren niet evident, hoewel het meedelen van deze gegevens expliciet gevraagd wordt in het BVR van 11 juni 2004. De Vrije Universiteit Brussel geeft, zoals vorige jaren, geen cijfers van de Nederlandstalige en anderstalige docenten per opleiding. Ook de KULeuven kan ons vanaf deze bevraging geen data meer bezorgen over de interne / externe docenten. De KHLeuven biedt een equivalente Engelstalige bachelor aan ‘Bachelor in business management – marketing’ waar de studenten verplicht worden een jaar studie in drie verschillende landen te volgen: België (Vlaanderen), Denemarken en Engeland. De hogeschool heeft ons wel geen studenten- of docentenaantallen bezorgd. Een lijst met de anderstalige initiële opleidingen met studenten- en docentengegevens vindt u terug in bijlage 4. Oordelen Erkenningscommissie in verband met de taal 2009 De instellingen kunnen verzoeken tot taalwijziging van een opleiding, op grond van de specifieke procedure voorzien in artikel 64, §4 van het Structuurdecreet, indienen bij de Erkenningscommissie. De Erkenningscommissie beoordeelt de aanvragen en controleert telkens of aan elke voorwaarde van equivalentie wordt voldaan. De commissie heeft in 2009 slechts 4 aanvragen gekregen, en positief beoordeeld om een anderstalige masteropleiding aan te bieden naast de Nederlandstalige opleiding. Het ging telkens om de organisatie van een Engelstalig equivalent. De commissie ontving geen aanvragen voor bacheloropleidingen.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
14
Het gaat over de volgende masteropleidingen: Naam opleiding Katholieke Universiteit Leuven Master of Economics Universiteit Gent/VUBrussel Master of Photonics Science and Engineering Hogeschool Gent Master of Fine arts Master of Audiovisual Arts
Equivalentie Nederlandstalige opleiding master in de economische wetenschappen master in de ingenieurswetenschappen
master in de beeldende kunsten master in de audiovisuele kunsten
De volgende motiveringen werden door de instellingen aangehaald voor het inrichten van een Engelstalig equivalent: - de ambitie om buitenlandse studenten aan te trekken; - de buitenlandse studenten beheersen beter het Engels dan het Nederlands; - de doorstroom naar Engelstalige master-na-masteropleidingen bevorderen; - uitwisselingsakkoorden met Europese en niet-Europese instellingen; - het hoofd bieden aan concurrentie van andere recent opgerichte Engelstalige masteropleidingen in Europa; - in het belang van de internationalisering; - streven naar internationale uitstraling. Voor alle anderstalige opleidingen bieden de instellingen een Nederlands equivalent aan. Wel staat vermeld in het rapport van de UHasselt dat door de studenten van de faculteit bedrijfseconomische Wetenschappen, meer bepaald binnen de opleiding ‘Verkeerskunde’, met grote aandacht de ‘verengelsing’ van de opleiding opgevolgd wordt. Studenten benadrukken terecht dat er in voldoende mate een equivalente Nederlandstalige opleiding moet aanwezig zijn, temeer wanneer het gaat om unieke opleidingen. Ook hier is het afwachten wat het effect zal zijn van de procedure ‘studieduurverlenging’ die met ingang van 2010 kan ingeleid worden voor bepaalde opleidingen. Naar aanleiding van de procedure ‘studieduurverlenging’ is het mogelijk dat een aantal Engelstalige master- na masteropleidingen zullen indalen in het curriculum van de initiële masteropleiding, wat de instellingen kan aanzetten om het overwegend Engelstalig programma om te zetten in een volledige Engelstalige opleiding en om hiervoor een equivalentieaanvraag in te dienen.
2. Voortgezette opleidingen In tegenstelling met de initiële opleidingen bepaalt het instellingsbestuur vrij de onderwijstaal in de bachelor-na-bacheloropleidingen, de master-namasteropleidingen en in de opleidingstrajecten in het kader van de na- en bijscholing. Decretaal moet er voor dit anderstalige aanbod geen Nederlandstalig equivalent worden georganiseerd.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
15
Opleidingsaanbod De decreetgever laat de instellingen vrij om de taal van deze gespecialiseerde opleidingen te bepalen. Op het niveau van de master-na-masteropleidingen en soms ook de bachelor- na bacheloropleidingen is het binnen bepaalde domeinen inderdaad gerechtvaardigd en opportuun om een opleiding in een andere taal aan te bieden gezien de functionaliteit van de opleiding, de meerwaarde voor de studenten of de gerichtheid naar een internationaal publiek. De hoger onderwijsinstellingen hebben een aantal doelstellingen voor ogen voor het aanbieden van anderstalige (voortgezette) opleidingen. De instellingen willen zich profileren met opleidingen georganiseerd aan Europese en niet -Europese hoger onderwijsinstellingen. Zij willen ook inspelen op het groeiende internationaal karakter van het studentenpubliek. De stijging en de aanmoediging van de studentenmobiliteit en –uitwisseling noodzaakt bovendien het gebruik van het Engels als onderwijstaal. Het Engels wordt beschouwd als één van de belangrijkste talen binnen de wetenschapsdomeinen, de literatuur, publicaties, artikels, ICT-domein, internationaal bedrijfsleven, internet, ….. De instellingen willen hun studenten onder andere klaarstomen voor de globaliserende economie, de internationale arbeidsmarkt en de mondialisering van het maatschappelijk leven. In bijlage 5 zijn de voortgezette opleidingen opgesomd met studenten- en docentenaantallen. Postgraduaten en modules zijn niet opgenomen in de bijlage. Vanaf het academiejaar 2008-2009 functioneert de UAMS (Universiteit Antwerpen Management School) zelfstandig van de Universiteit Antwerpen. De universiteit heeft dan ook geen data meer verstrekt over de UAMS-opleidingen. De onderwijstaal is voor alle opleidingen het Engels met één uitzondering: Máster en Estudios Ibéricos e Iberoamericanos (Spaans). Het is niet duidelijk wat de onderwijstaal is van de bachelor-na-bachelor in de internationale communicatie aangeboden door de Plantijnhogeschool. Deze wordt in het verslag vermeld als Engelstalige opleiding. Nochtans is de officiële onderwijstaal zoals aangegeven in het Hoger Onderwijsregister het Nederlands. Uit de informatie op de website van de instelling blijkt wel dat alle vakken in het Engels worden gegeven behalve de specifieke taalvakken. Voor het academiejaar 2010-2011 is de opleiding niet meer opgenomen in het Hoger onderwijsregister. Studentenpopulatie De anderstalige voortgezette opleidingen worden georganiseerd met het oog op het aantrekken van een internationaal studentenpubliek. De opleidingen bereiden de buitenlandse studenten voor op verantwoordelijke functies in hun land, industrie, overheid, universiteiten, …. Een aantal opleidingen zijn onder meer specifiek gericht op studenten die zich willen verdiepen binnen een bepaalde discipline: Europees en internationaal recht, internationale financieel-economische realiteit, landbouw en rurale gebieden, ….
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
16
Mits een paar uitzonderingen zijn de meeste studenten in deze anderstalige opleidingen anderstalig. In een aantal opleidingen zitten er zelfs uitsluitend anderstalige studenten. Ook Nederlandstalige studenten kunnen zich inschrijven voor dit anderstalig aanbod. Nederlandstalige studenten die niet naar het buitenland trekken kunnen hierdoor ook meer internationaal georiënteerde curricula volgen in een internationale omgeving. Enerzijds stimuleert mogelijk het contact met de anderstalige studenten om nadien verder te gaan studeren in het buitenland. Anderzijds verhoogt het hun kansen op de internationale arbeidsmarkt. Uitzonderlijk worden een aantal opleidingen (5-tal) uitsluitend bevolkt door Nederlandstalige studenten. Op basis van de ingestuurde verslagen kan worden vastgesteld dat er een grote diversiteit is de herkomst van de studenten. Geen enkele specifieke nationaliteit haalt de bovenhand. Ter illustratie enkele opleidingen: - opleidingen met 100% anderstalige studenten: - Master of Applied Pharmaceutical Sciences aan de Universiteit Gent; - Master of Nanophysics aan de Universiteit Antwerpen; - Master of Advanced Business Studies aan de Katholieke Universiteit Leuven. - opleidingen met een groot aantal anderstalige studenten: - Master of Advanced Studies in European and Comparative Law aan de Universiteit Gent; - Master of Transport and Maritime Management aan de Universiteit Antwerpen; - Master of Laws (LLM) aan de Katholieke Universiteit Leuven; - Master of International and European Law aan de Vrije Universiteit Brussel; - Master of Business Administration aan de HUB-EHSAL (campus Brussel en Dubai). - opleidingen met overwegend (of uitsluitend) Nederlandstalige studenten: - Master of Banking and Finance aan de Universiteit Gent; - Master of Exercise and Sport Psychology aan de Katholieke Universiteit Leuven. Docentenpopulatie Ook dit jaar blijft het aantal anderstalige docenten in de anderstalige voortgezette opleidingen beperkt (zie ook hoger). In een aantal opleidingen wordt trouwens enkel gedoceerd door Nederlandstalige docenten. Enkele voorbeelden: - Master of Laboratory Animal Science aan de Universiteit Gent; - Master of Nanophysics aan de Universiteit Antwerpen. Het aantal Nederlandstalige en anderstalige docenten is ook terug te vinden in bijlage 5.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
17
Een aantal hogescholen vermelden onder de rubriek “anderstalige opleidingen” een aantal modules / vakken / postgraduaten die zij voornamelijk specifiek organiseren voor buitenlandse studenten. Voorbeeld: Hogeschool West-Vlaanderen met “Digital Business Management”; Groep T - Internationale Hogeschool Leuven met “International Program in Enterprising”. 3. Opleidingen met internationaal karakter Erasmus Mundus is een programma van de Europese Unie, met als doel het promoten van de Europese Unie als een wereldwijd centrum van excellent onderwijs. Het programma kadert binnen een poging om het hoger onderwijs in Europa aantrekkelijker te maken voor buitenlandse studenten, het over de gehele wereld te promoten en de samenwerking met landen buiten de EU te bevorderen. Dit gebeurt door het ondersteunen van Europese hoogstaande masteropleidingen. Er worden beurzen uitgereikt aan studenten van buiten de EU die in Europa een masteropleiding volgen, evenals aan EU-inwoners die studeren aan een partneruniversiteit in het buitenland. De International Course Programme-opleidingen (ICP) zijn specifieke opleidingen in het kader van ontwikkelingssamenwerking. De programma’s zijn voornamelijk gericht op de problemen van de ontwikkelingslanden. De belangrijkste groep studenten is dan ook afkomstig uit ontwikkelingslanden. De opleidingen worden meestal interuniversitair georganiseerd. Het aantal masteropleidingen met een internationaal karakter is beperkt. De studentenpopulatie is overwegend anderstalig. In bijlage 6 vindt u een overzicht van deze opleidingen met studenten- en docentenaantallen. Ter illustratie enkele opleidingen: - Opleidingen met 100% anderstalige studenten: - European Master in Nuclear Fusion Sciences and Engineering Physics (EM); - Master of Economics of International Trade and European Integration (EM); - Master of Food Technology (ICP); - Master of Physical Land Resources (ICP). Ook onder deze rubriek sommen sommige hogescholen een aantal vakken/modules/opleidingsonderdelen/postgraduaten op die specifiek ingericht worden voor uitwisselingsstudenten en buitenlandse studenten. Deze programma’s worden hoofdzakelijk georganiseerd in de studiegebieden Gezondheidszorg, Handelswetenschappen en bedrijfskunde en Industriële wetenschappen en technologie. Enkele voorbeelden: - Karel De Grote-Hogeschool Antwerpen: Communication and Management for Engineering met 100% anderstalige studenten; - Arteveldehogeschool: Module Communication & Management (88 studiepunten) met 61 anderstalige studenten; Raising International Business Awareness (30
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
18
studiepunten); International Course on Health Care Issues met 40 anderstalige studenten; - XIOS Hogeschool Limburg: International IT-Topics (30 studiepunten); Journalism International met 15 anderstalige studenten; - Lessiushogeschool: Europese Business Studies met 42 studenten; - Katholieke Hogeschool Limburg: Business Innovation in Europe (30 studiepunten); - Provinciale Hogeschool Limburg: Integrated marketing project (10 studiepunten); - Hogeschool Gent: International Programme for Business Studies; Business Languages and IT Services; Programme Visiting and Exchange Students; - Plantijnhogeschool: Applied Law Studies and Studies in European Management met 10 Nederlandstalige studenten en 23 anderstalige studenten. 4. Hogere Zeevaartschool Op 20 februari 2009 heeft de Vlaamse Regering het decreet betreffende de Hogere Zeevaartschool en het bijzonder decreet tot inrichting van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool en tot overdracht van de inrichtende macht van het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap bekrachtigd en afgekondigd. Dit bijzonder decreet bepaalt het statuut van de Hogere Zeevaartschool. Het maakt van de Hogere Zeevaartschool een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die de vorm krijgt van een Vlaamse autonome hogeschool. De positionering van deze instelling op het vlak van de taalregeling is specifiek. Het onderwijs in de Hogere Zeevaartschool is tweetalig. Het onderwijs wordt verstrekt in het Nederlands en het Frans. Aan de Nederlandstalige studenten wordt enkel onderwijs aangeboden in het Nederlands en de Franstalige studenten krijgen enkel Franstalig onderwijs aangeboden. De instelling biedt 2 opleidingen aan: - Professionele bachelor in de scheepwerktuigkunde; - Academische bachelor en master in de nautische wetenschappen. Aantal studenten binnen deze opleidingen: Scheepwerktuigkunde: 40 Mécanique Navale: 103 Nautische wetenschappen: 291 Sciences Nautiques: 176 Ongeveer 55% zijn Nederlandstalige studenten. Binnen de academische bachelor is er één Engelstalig opleidingsonderdeel, in de master zijn er 11 Engelstalige opleidingsonderdelen waarvan er 8 keuze opleidingsonderdelen zijn. In de scheepvaart is de voertaal Engels en daarom is het ook aangewezen om bepaalde opleidingsonderdelen in het Engels te doceren. E. Informatie over de toetsing van de adequate taalbeheersing door de Nederlandstalige docenten van de andere taal in functie van hun vakgebied De hoger onderwijsinstellingen zijn zich bewust van het feit dat de Nederlandstalige lesgevers de andere onderwijstaal op een adequate wijze moeten beheersen. In de weergave van hun taalbeleid wordt het belang van dit aspect onderstreept. De instellingen nemen vaak in hun gedragscode, die verplicht moet worden opgesteld in het kader van de taalregeling, een toetsingssysteem op om de
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
19
taalbeheersing van hun docenten te onderzoeken en op te volgen. De adequate taalkennis is dikwijls een onderdeel van de algemene docentenevaluatie. Soms voorzien de instellingen ook in een regeling waarbij de taalbeheersing deel uitmaakt van de studentenevaluatie. De universiteiten en de hogescholen waken er in eerste instantie over dat hun onderwijzend personeel over voldoende taalkennis beschikt voor hun vakgebied bij hun aanwerving. Het is niet louter voldoende dat de docenten beschikken over de nodige bekwaamheidsbewijzen bij hun aanstelling, maar zij moeten ook voldoende kennis hebben van de internationale standaardtaal. Hoger onderwijsinstellingen zien het bewaken van de taalbeheersing van hun docenten als een onderdeel van de interne kwaliteitsbewaking van de opleiding. Sommige instellingen voorzien in specifieke bijscholing. Ter illustratie: - de HUB-KUBrussel heeft tijdens het academiejaar 2008-2009 alle docenten die in een andere taal lesgeven uitgenodigd om een opfrissings-/vervolmakingscursus te volgen, met aandacht voor de specificiteit van het lesgeven in het Engels; - de Vrije Universiteit Brussel spoort via de semesteriële interne studentenevaluaties Nederlandstalige docenten op die de andere onderwijstaal onvoldoende zouden beheersen; - Universiteit Gent: de taalbeheersing van de lesgever wordt opgenomen in de onderwijsevaluatie door de studenten. Een aantal instellingen heeft een specifiek toetsingssysteem uitgewerkt. Een voorbeeld: In de Katholieke Hogeschool Kempen komt de beoordeling van de beheersing van de vreemde taal aan bod tijdens functioneringsgesprekken en steunt voor een groot deel op zelfevaluatie als een onderdeel van het persoonlijk ontwikkelingsplan van de docent. Uit een paar rapporten blijkt niettemin dat een aantal studenten niet tevreden is over de taalbeheersing van het onderwijzend personeel. De klachten hebben betrekking op de uitspraak maar gaan ook over het gebrek aan vakjargon. - De studenten van de faculteit Rechten van de UHasselt hebben meermaals geklaagd over het niveau van de Engelse taal van de docenten. Zij melden specifiek dat het de uitspraak is van het Engels waar zij over klagen. - Ook dit jaar meldt de studentenraad van Groep T-Internationale Hogeschool Leuven dat de studenten in de Engelstalige opleidingen niet echt tevreden zijn over de kennis van het Engels van een deel van het onderwijzend personeel, vooral over het gebrek aan vakjargon en in mindere mate over de slechte beheersing van de taal. Voorgenoemde instellingen zijn zo open om in hun rapportering deze opmerkingen van hun studenten op te nemen. De meeste rapporten geven wel aan dat de taalbeheersing deel uit maakt van de studentenevaluaties, maar rapporteren niet wat de inhoud is van de evaluatie omtrent dit punt.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
20
Het is van primordiaal belang, gezien de gestage stijging, voor de anderstalige programma’s dat de talenkennis en beheersing van de onderwijstaal van de docenten optimaal is. Het is de taak van de instelling om hierover consciëntieus te waken en indien nodig de gepaste maatregelen te nemen. Kennis van de onderzoekstaal impliceert nog niet noodzakelijk dat de docent de competentie heeft om op hoog academisch niveau in die taal te doceren. Concluderend kan worden gesteld dat uit de instellingsrapporten blijkt dat de instellingen wel oog hebben voor de goede kwaliteit van de gebruikte onderwijstaal. Ze besteden hier dan ook aandacht aan en bepaalde instellingen zorgen voor remediëringsinitiatieven. Zij sporen de docent aan om een opfrissings- en/of vervolmakingsopleiding te volgen. Het blijkt slechts uitzonderlijk uit de rapporten dat docenten worden onderworpen aan een specifieke taaltest wat vaak wel voor studenten het geval is. De bewaking van dit aspect gebeurt door bepaalde instellingen zeer grondig maar door andere in mindere mate of uitsluitend bij de aanstelling van het personeel of als onderdeel van de zelfevaluatie van de docent. Zo kan toch globaal afgeleid worden uit de rapportering dat de toetsing, evaluatie en opvolging van de kennis van de anderstalige doceertaal nog niet altijd structureel en op formele basis gebeurt, en in voorkomend geval het nemen van de nodige maatregelen achterwege blijft of niet dwingend wordt opgelegd. Nog te vaak beschouwen de instellingen de kennis van de andere taal door docenten als een vanzelfsprekendheid en geven zij zelf aan in hun rapportering dat, gezien het niveau van hun docenten en het noodzakelijk contact dat zij hebben met de internationale onderzoekswereld, een bijkomende toetsing niet opportuun is. Instellingen houden ook niet allen nauwgezet gegevens bij over de taalgegevens van hun docenten wat een structurele evaluatie ook bemoeilijkt. Om de kwaliteit van de academische doceertaal te vrijwaren is het ook aangewezen om voor deze anderstalige opleidingsonderdelen meer ‘native speakers’ aan te trekken, wat nog steeds zeer beperkt gebeurt. Bijlage 7: overzicht per instelling. F. Andere onderdelen van het verslag 1. Communicatie met de studenten Uit de verslagen van de instellingen wordt geconstateerd dat doorgaans de les- en leeractiviteiten verlopen in de taal van de opleidingsonderdelen. Tussen de studenten en de docenten gebeurt de communicatie van de anderstalige opleidingsonderdelen meestal in de doceer- en werktaal van de lessen, zowel mondeling als schriftelijk. Soms is het mogelijk dat voor de Nederlandstalige studenten bepaalde communicatie toch in het Nederlands wordt gevoerd. Voor de opleidingen die een vreemde taal tot onderwerp hebben verloopt de communicatie in de betrokken taal. Voor uitwisselingsstudenten wordt vaak een Engelstalige versie van de studiegids/programmagids aangeboden. De nodige informatie over de anderstalige opleidingen en anderstalige opleidingsonderdelen kunnen studenten raadplegen via allerlei kanalen: •
website van de instelling;
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
21
• • • • • • • • •
onderwijs- en examenreglement van de instelling; (online) studiegids / studiefiches / studiewijzer / programmagids; ECTS-fiches (vereiste voorkennis, studyload/credits, learning outcomes, studiemateriaal, examenvorm, ….); elektronisch leerplatform Toledo; via e-mail; mondeling via het studentensecretariaat; informatie- en opleidingsbrochures; infodagen; …..
Enkele voorbeelden: - In de Erasmushogeschool Brussel gebeurt de individuele communicatie binnen de opleidingen communicatie- en office management volgens de voorkeur van de student; - De docenten van de Katholieke Universiteit Leuven kunnen via het elektronisch leerplatform Toledo per opleidingsonderdeel bijkomende informatie geven over de toepasselijke taalregeling. 2. Overzicht van de kennistoetsen Het Flexibiliseringsdecreet bepaalt dat, zowel in de Nederlandstalige als de anderstalige opleidingen, een instellingsbestuur de toelating tot de eerste inschrijving in een opleiding afhankelijk kan maken van het slagen voor een kennistoets in de taal waarin de opleiding wordt aangeboden. Studenten die het bewijs van de kennis van de opleidingstaal (tenminste één jaar SO of 60 studiepunten in het Nederlands) niet kunnen voorleggen worden vaak onderworpen aan een taaltest. Taaltesten worden doorgaans niet opgelegd in het geval dat een bepaald opleidingsonderdeel of een keuzevak in het Nederlandstalig studieprogramma in een andere taal wordt aangeboden. De taalvereisten en de procedures met betrekking tot de toetsing van de taalkennis worden bepaald en opgenomen in de onderwijs- en examenreglementen van de instellingen. De reglementen voorzien ook vaak in de mogelijkheid om uitzonderingen toe te staan ingeval een minimale kennis niet kan aangetoond worden. De resultaten van de afgenomen kennistoetsen zijn meestal bindend voor het al dan niet toelaten van de studenten. Voor de Erasmusstudenten wordt doorgaans een uitzondering gemaakt. Voor bepaalde kunstopleidingen (bijvoorbeeld muziekopleiding) wordt de drempel lager gelegd of wordt geen taaltest opgelegd. Toch zijn er ook een aantal instellingen die de toegang van een kandidaat-student, die niet op een andere wijze zijn/haar taalkennis kan aantonen, niet afhankelijk maken van het slagen voor een taaltoets. Soms wordt een student samenlopend met de opleiding aangespoord of verplicht om een taalopleiding te volgen (het jaar nadien wordt de voldoende kennis dan getoetst) of wordt hij verplicht om voorafgaand een taalcursus te volgen.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
22
Ter illustratie: Voor het departement Muziek, Podiumkunsten en Onderwijs aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst werd als volgt beslist met betrekking tot anderstalige studenten: ‘Anderstalige studenten worden enkel toegestaan als zij een forumtaal actief machtig zijn (Engels, Frans, Duits) en na het slagen voor de artistieke toelatingsproef. Toegelaten studenten krijgen de gelegenheid om intensief Nederlands te studeren (bij voorkeur aan het instituut voor Levende talen van de KULeuven). Zij wonen de lessen bij in het Nederlands en krijgen in het eerste programmajaar de faciliteit om de leerstof te verwerken via de studie van een anderstalig naslagwerk, hierin bijgestaan door de titularis van het opleidingsonderdeel. Voor het grootste deel van de opleidingsonderdelen stellen zich echter nauwelijks problemen omwille van het individuele en muzikale karakter ervan (instrument, notenleer,…) Op gemotiveerde aanvraag kan worden toegestaan dat het reflectieve luik van de bachelormasterproef in het Frans, Engels of Duits wordt opgesteld. Een aantal instellingen organiseren de kennistoetsen niet zelf maar doen beroep op externe gespecialiseerde instanties. Soms wordt bepaald dat ingeval een doctorandus zijn proefschrift in het Engels wenst op te stellen hij een bepaald kennisniveau van het Engels moet kunnen aantonen (bijvoorbeeld aan de Universiteit Gent). In de meeste rapporten wordt een oplijsting gegeven van de regels over de taaltoetsen en in mindere mate het aantal afgenomen kennistoetsen. Ter illustratie: - Hogeschool West-Vlaanderen: in 2009 werd met het Huis van het Nederlands West-Vlaanderen een akkoord gesloten dat voorziet in een initiële screening van anderstalige studenten die zich willen inschrijven; - Katholieke hogeschool Zuid-West-Vlaanderen: in het academiejaar 2008-2009 werden 3 kandidaten getest; - Groep T-Internationale Hogeschool Leuven: de vaststelling of aan de taalvoorwaarden is voldaan door kandidaat-studenten van buiten de Vlaamse Gemeenschap, gebeurt door het International Office; - Hogeschool Gent: in de bachelor en master in de muziek, audiovisuele kunsten en beeldende kunsten moeten de studenten geen bewijs van voldoende kennis van de Nederlandse taal bezitten; - Vrije Universiteit Brussel: anderstalige studenten dienen een bewijs van kennis van de onderwijstaal bij de inschrijving voor te leggen; - Universiteit Gent: voor alle masteropleidingen legt de faculteit op advies van de opleidingscommissie, per masteropleiding vast welk kennisniveau van (Nederlands en) Engels bij inschrijving vereist is; - Universiteit Antwerpen: van de 125 studenten die deelnamen aan een taaltest Nederlands slaagden er 75. Voor de Engelse taalproeven wordt voornamelijk gebruik gemaakt van bestaande taalproeven met bepaalde minimum scores: - TOEFL (Test of English as Foreign Language) - IELTS (International English Language Testing System)
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
23
Het instituut voor taalonderwijs verbonden aan een instelling neemt ook soms een gelijkwaardige toets af. Voor de Nederlandse taalproef wordt onder andere gebruik gemaakt van: - Nederlands staatsexamen - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) (Het CNaVT-project wordt geleid en uitgevoerd door het Centrum voor Taal en Onderwijs (Katholieke Universiteit Leuven). Sinds begin 2010 werkt het CTO voor de uitvoering van het project samen met Fontys Lerarenopleiding Tilburg (Fontys Hogescholen). Het CNaVT is een project van de Nederlandse Taalunie.)
Soms wordt een andere minimumscore opgelegd per soort opleiding. In een aantal instellingen leggen bepaalde faculteiten een hoger niveau van vereiste taalkennis op. De geldigheidsduur van een behaald certificaat van een kandidaat-student kan verschillen van instelling tot instelling. 3. Gedragscode De instellingsbesturen stellen, na raadpleging van de studenten, een gedragscode op en leggen ze vast in het onderwijs- en examenreglement. De gedragscode en de evaluatie van de code door de studentenraad maken deel uit van de jaarlijkse taalrapportering. De omvang van de gedragscodes, zoals trouwens ook de rapportering naar de overheid over de taalregeling, verschilt ruim van instelling tot instelling. Een aantal instellingen nemen gewoon de decretale voorschriften over. Hier tegenover zijn er instellingen die grondig te werk gaan en een uitgebreide code opstellen. Een instelling meldt dat nog steeds dezelfde code zonder enige wijziging sinds 2004 van toepassing is. De studentenraad wordt doorgaans geraadpleegd alvorens de gedragscode wordt goedgekeurd. Als onderdeel van de onderwijs- en examenreglementering wordt deze gedragscode sowieso naderhand aan de studenten voorgelegd. In de instellingen waar de Raad van Bestuur beslist heeft om studenten met stemrecht op te nemen, dient de studentenraad over de code niet geraadpleegd te worden. De studenten besturen immers mee. De studentenraad kan niettemin nog gebruik maken van haar adviesrecht. In sommige instellingen wordt aangegeven dat, naar aanleiding van het jaarlijks voorleggen van de gedragscode, studenten een duidelijk standpunt verwoorden over de naleving van de vooropgestelde taalregeling. In sommige instellingen wordt er naar aanleiding van de jaarlijkse goedkeuring door studenten een enquête ingevuld in het kader van de interne kwaliteitszorg. De gedragscodes geven uitleg over de opleidingsonderdelen die in een vreemde taal worden gedoceerd, en over de opleidingen die integraal in het Engels worden aangeboden. Sommige instellingen geven uitleg per onderwijsniveau. Zij omvatten soms ook een luik kwaliteitsbewaking. In de codes is ook meestal een systeem opgenomen om de taalbeheersing van het onderwijzend personeel te toetsen (zie hoger) en worden taalvoorwaarden inzake toelating opgenomen. Sommige gaan uitgebreid in op de taal van de evaluatie. Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
24
Doorgaans vermelden de instellingen in hun gedragscode het recht van een student om over de leerstof in het Nederlands te worden geëxamineerd. Zij vermelden tevens de aanvraagprocedure hoe de studenten hun recht kunnen doen gelden voor het afleggen van een examen in het Nederlands. Enkele voorbeelden van specifieke inspraak van de student: - De HUB-EHSAL meldt in deze rubriek dat telkens het plan wordt opgevat om een opleidingsonderdeel in een andere taal aan te vatten, vooraf overlegd wordt met de studenten. Het overleg is ingebouwd in de onderwijsontwikkeling en de studenten zijn vertegenwoordigd in de coördinatie- en faculteitsgroepen en de Academische Raad. - De Groep T - Internationale Hogeschool Leuven voegt als bijlage 4 het standpunt toe van de Studentenraad in verband met het taalgebruik. ‘De communicatie met studenten verloopt zoals gezegd praktisch altijd in zowel het Nederlands als het Engels om zowel de Nederlandstalige als de anderstalige studenten te bereiken. Wij hebben geen weet van recente taalproblemen in de Nederlandstalige opleidingen. Daar er toch regelmatig contact is met de studenten, lijkt het ons dat de gedragscode hier dit academiejaar volledig nageleefd wordt. Deze passage is dezelfde dan diegene die de studenten vorig academiejaar hebben meegedeeld als standpunt. Er wordt wel aanvullend een opmerking gemaakt dat studenten minder tevreden zijn over de kennis van het Engels van een deel van het onderwijzend personeel (zie hoger). - Hogeschool Gent: de departementsraad rapporteert jaarlijks in de maand oktober over de toepassing van de gedragscode aan het bestuurscollege. - De Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende meldde naar aanleiding van vorige rapportering dat de studentenraad geen evaluatie heeft gegeven van de toepassing van deze gedragscode. Er werd toen aangegeven dat zal worden gevraagd dat de studentenraad hier in de toekomst aandacht zal aan besteden. Uit de huidige rapportering blijkt niet dat dit effectief is gebeurd voorliggend academiejaar. - De studentenraad van de Universiteit Hasselt meldt voor 2008-2009 dat er verdeling heerst onder de studenten wanneer het de naleving van de taalregeling betreft. Veeleer gaan de studenten er akkoord mee dat de regeling correct wordt toegepast, mits enkele gebreken. - De Universiteit Gent heeft een uitgebreide gedragscode en meldt dat de faculteiten jaarlijks aan de rector in de maand oktober rapporteren over de toepassing van de gedragscode.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
25
Conclusies Voorliggende rapportering betreft de vijfde sinds de invoering van het Structuurdecreet en de inwerkingtreding van artikel 91. De rapportering door de instellingen gebeurt globaal genomen zorgvuldig en geeft toch een vrij duidelijk beeld van het taalbeleid en de evolutie van het anderstalig aanbod. Vanaf volgend jaar zal de communicatie omtrent de taalrapportering enigszins anders verlopen. Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de instellingen om globaal de administratieve lasten van rapportering aan de overheid zo beperkt mogelijk te houden, zal met ingang van volgend academiejaar vermoedelijk de rapportering geïncorporeerd worden in de jaarverslagen van de instellingen. In het ontwerp van onderwijsdecreet XX werd een dergelijke regeling opgenomen. In het besluit op het jaarverslag zal ter vervanging van het huidig taalbesluit een passage toegevoegd worden waarin dezelfde informatie opgevraagd wordt. De administratie zal dan een globaal verslag maken dat aan het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering wordt voorgelegd. De individuele taalverslagen kunnen de instellingen beschikbaar stellen op hun websites als onderdeel van hun jaarverslag. Naar aanleiding van deze aangepaste vorm van rapporteren zal nagedacht worden hoe de analyse van het taalbeleid vanuit de overheid het best verder vorm gegeven wordt. Voorliggende analyse betreft een initiatief van de administratie dat over de jaren een vaste praktijk is geworden om de leesbaarheid van de individuele rapporten van de instellingen, die allen in opvolging van de regelgeving aan het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering jaarlijks worden voorgelegd, wat te vereenvoudigen. Suggesties hieromtrent zijn zeker welkom. Jaar na jaar blijft de taalregeling zoals momenteel uitgeschreven in artikel 91 voorwerp van discussie. Zoals aangehaald in de aanvang van deze analyse blijven de instellingen vragende partij voor een versoepeling, ondermeer vanuit het streven naar meer uitwisseling van studenten met andere landen. Het door Europa vooropgestelde streefdoel van 20% studentenmobiliteit verscherpt nog deze vraag naar versoepeling van de taalregeling. De beperkte taalregeling wordt vaak als oorzaak aangegeven om ons hoger onderwijs als te weinig internationaal te bestempelen. Dit kan niet direct uit de rapporten worden afgeleid maar zal vermoedelijk een belangrijke factor zijn die meespeelt. De impact van de taalregeling op de internationalisering en op de kwaliteit van ons hoger onderwijs vormt een belangrijk element in het maatschappelijk debat dat momenteel wordt gevoerd. Dit aspect dient grondig geëvalueerd te worden. Biedt de huidige regelgeving voldoende ruimte aan de instellingen om een voor kwalitatief hoger onderwijs noodzakelijk excellent internationaal beleid te voeren. Vaak wijzen de visitatierapporten voor bepaalde disciplines op de noodzaak van een internationaal anderstalig curriculum. Het bewaken van het Nederlands als onderwijs- en wetenschapstaal is uitermate belangrijk, maar toch dient men na te gaan of een bepaalde regelgeving het beoogde doel bereikt of andere doelstellingen van het hoger onderwijs niet in het gedrang brengt. Bereikt men met het opleggen van de equivalentievoorwaarde het beoogde effect?
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
26
Betekent dit verplicht dubbel aanbod geen overlast voor de instellingen: vaak blijken deze opleidingen immers weinig studenten te tellen. Laat de opgelegde grens van 10 % in de bacheloropleiding voldoende ruimte om een efficiënt mobiliteitsbeleid (Europese grens van 20%) te voeren? De instellingen wijzen in dit verband op de noodzaak om minimaal een semester in een andere taal te kunnen doceren. De regelgeving beoogt wat de bacheloropleidingen betreft het aanbod in een andere taal beperkt te houden en het beoogde effect wordt ook bereikt. Het anderstalig aanbod blijft zeer beperkt en voornamelijk opleidingen of opleidingsonderdelen waarvoor duidelijk een meerwaarde of een anderstalig publiek aanwezig is, worden aangeboden in die andere taal. Algemeen blijkt uit de taalrapporten dat de instellingen nog niet volledig de beleidsruimte die wordt gegeven uitputten. Alle instellingen liggen wat hun anderstalig aanbod betreft in de bacheloropleiding nog vrij ver onder de grens van 10 %. Het aanvragen van equivalente Engelstalige opleidingen blijft relatief beperkt zeker wat de bacheloropleidingen betreft. Blijkt ook dat in de aangeboden Engelstalige opleidingen relatief weinig studenten inschrijven. Er worden ook relatief weinig anderstalige docenten ingeschakeld. Wellicht moet er nog meer gedaan worden om het Vlaamse hoger onderwijs bekend te maken in het buitenland. Globaal kan geconcludeerd worden dat het anderstalig aanbod wel stijgt maar relatief beperkt blijft. De betrachting om tot een ruimer aanbod te komen kan wel duidelijk afgeleid worden uit de rapportering. De decretale mogelijkheid om tot studieduurverlenging te komen van de initiële masteropleiding zal vermoedelijk het aanbod verder doen stijgen als gevolg van de indaling van een aantal master- na masteropleidingen. In huidige analyse werd specifiek aandacht gegeven aan de taaleigenschappen van de docenten die anderstalige opleidingen geven en de wijze waarop de taalbeheersing opgevolgd wordt. Een algemene indruk is dat de instellingen het exact bijhouden van taalgegevens van de docenten die anderstalige opleidingsonderdelen doceren een lastige taak vinden, hoewel sommige instellingen over de jaren heen deze dataverwerking in hoge mate hebben geoptimaliseerd. Een goede dataverwerking op dit vlak is een belangrijk instrument van de interne kwaliteitzorg. Ook de datagegevens van de overheid via DHO laten niet toe om meer informatie te genereren over de taal van elk aangeboden opleidingsonderdeel. Een goede taalbeheersing van de anderstalige docenten blijkt een belangrijk aandachtspunt maar de evaluatie en opvolging gebeurt niet in alle instellingen structureel en niet altijd op formele basis. Hier dienen de instellingen grondiger werk van te maken. Voorzover uit de rapporten kan afgeleid worden, zijn de studenten ook weinig mondig aanwezig in het taalbeleid dat de instellingen voeren. De decretale context en de voorliggende onderwijsreglementering laten wel inspraak toe. Tot slot volgende algemene vaststellingen die in grote mate een bevestiging zijn van wat vorig jaar is vastgesteld:
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
27
- Op niveau van de masteropleidingen die voor de tweede maal aangeboden worden, zet de stijging van het aantal anderstalige opleidingsonderdelen zich licht verder. - De 10 % regel in de bacheloropleidingen wordt zeker gerespecteerd. In bepaalde masteropleidingen, waar deze beperking niet geldt, kan het anderstalig aanbod van opleidingsonderdelen tot 30 % of meer oplopen, zeker als men rekening houdt met de keuzevakken. Per opleidingsonderdeel wordt er altijd voldoende gemotiveerd waarom voor een andere taal wordt gekozen. - Er werden vier bijkomende aanvragen ingediend bij de Erkenningscommissie voor een volledige anderstalige masteropleiding met equivalent. De reeds bestaande anderstalige masteropleidingen zijn voornamelijk bevolkt door anderstalige studenten en tellen vaak weinig studenten. - Het aantal bacheloropleidingen in een andere taal met equivalent blijft zeer beperkt. Er werd voorliggend academiejaar geen nieuwe aanvraag ingediend. De bestaande initiële anderstalige bacheloropleidingen trekken wel studenten aan. De doelgroep betreft voornamelijk anderstalige studenten. - De instellingen schakelen zeer weinig anderstalige docenten of gastdocenten in om de anderstalige opleidingsonderdelen te doceren. - Studenten maken weinig gebruik van hun recht om het examen in het Nederlands af te leggen.
Jaarlijks taalverslag – Departement Onderwijs en Vorming - afdeling hoger onderwijs
28
Bijlage 1: sjabloon 2008-2009 Verantwoording van het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands 1. Doelstellingen en resultaten De instelling beschrijft de doelstellingen en resultaten die worden beoogd met het taalbeleid van de instelling. De instelling geeft voornamelijk weer welke specifieke accenten zij als instelling vooropstellen en of er ten aanzien van vorige jaren bepaalde wijzigingen in het taalaanbod en het taalbeleid zijn vast te stellen. 2. Anderstalige opleidingsonderdelen – INITIELE OPLEIDINGEN 2.1. Opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot onderwerp hebben en die in die taal worden gedoceerd • studiegebied • naam van de opleiding • naam opleidingsonderdeel • taal opleidingsonderdeel • aantal studiepunten Voor zover de rapportering van de vorige jaren reeds een duidelijk overzicht van deze gegevens omvat volstaat het om de gewijzigde of nieuwe gegevens mee te delen. 2.2. Anderstalige opleidingsonderdelen in Nederlandstalige opleidingen die gedoceerd worden door anderstalige gasthoogleraren of gastprofessoren • studiegebied • naam van de opleiding • naam opleidingsonderdeel • taal opleidingsonderdeel • aantal studiepunten Voor zover mogelijk dient ook aangegeven te worden of er beroep wordt gedaan op buitenlandse gastlectoren om vb. enkele colleges binnen een bepaald opleidingsonderdeel te doceren. 2.3. aantal anderstalige (gast)docenten die opleidingsonderdelen of delen van opleidingsonderdelen in een andere taal doceren aantal per studiegebied 2.4. aantal Nederlandstalige (gast)docenten die opleidingsonderdelen of delen van opleidingsonderdelen in een andere taal doceren aantal per studiegebied
2.5. Anderstalige opleidingsonderdelen waarvoor de instelling kan aantonen dat de andere taal een meerwaarde voor de student en de functionaliteit van de opleiding meebrengt (met toevoeging van een expliciete motivering) De opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot voorwerp hebben worden onder deze rubriek niet vermeld evenmin de anderstalige opleidingsonderdelen die studenten aan een andere instelling van hoger onderwijs volgen, of gedoceerd worden door anderstalige gastdocenten en(artikel 91 §1 1°,2° en 3°) De informatie wordt opgesplitst in bachelors en mastersopleidingen 2.6. De instellingen geven aan hoe zij aan de beperkingen opgenomen in artikel 91 §1 tegemoetkomen. De belangrijkste beperking betreft de regel dat voor de bacheloropleidingen het gebruik van een andere taal dan het Nederlands wordt beperkt tot 10 % van de omvang van het opleidingsprogramma. Voor het bepalen van die grens worden de opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot voorwerp hebben niet meegenomen evenmin de anderstalige opleidingsonderdelen die studenten aan een andere instelling van hoger onderwijs volgen(artikel 91 §1 1° en 3°). In de rapportering wordt specifiek per opleiding het percentage anderstalige opleidingsonderdelen aangeduid in verhouding tot het gehele opleidingsprogramma. 2.7. Voor bachelors- en mastersopleidingen: studenten hebben het recht om een examen in het Nederlands af te leggen (uitgez. Art.91§1-1° en 3°) Hoeveel studenten maken hierover gebruik per studiegebied? Voorziet de instelling in een specifieke procedure om dit aan te vragen?. Duidt het aantal afgenomen examens in het Nederlands aan. 2.8. Informatie over de toetsing van de adequate taalbeheersing door de Nederlandstalige docenten van de andere taal in functie van hun vak gebied 3. Anderstalige opleidingsonderdelen – VOORTGEZETTE OPLEIDINGEN Overzicht van alle opleidingsonderdelen aangeboden in andere taal • studiegebied • naam van de opleiding • naam opleidingsonderdeel • taal opleidingsonderdeel
• aantal studiepunten Voor zover de rapportering van vorig jaar reeds een duidelijk overzicht van deze gegevens omvat volstaat het om de gewijzigde of nieuwe gegevens mee te delen. 4. Anderstalige opleidingen 4.1. Overzicht van de anderstalige opleidingen aangeboden in een andere taal van de initiële opleidingen: (uitgezonderd ICP-opleidingen en masters Erasmus Mundus – cfr. punt 5) • studiegebied • naam anderstalige opleidingen • onderwijstaal van de opleiding • aantal Nederlandstalige en anderstalige studenten + de procentuele verhouding van de anderstalige studenten t.o.v. de Nederlandstalige studenten • land van herkomst van de anderstalige studenten (met aantal) • aantal anderstalige (gast)docenten • aantal Nederlandstalige docenten • naam equivalente Nederlandstalige opleidingen • aantal studenten in de equivalente Nederlandstalige opleidingen Gelieve tevens per opleiding het volgende te vermelden: • omschrijving van het specifieke karakter van het programma ten behoeve van de buitenlandse studenten • eventuele verwijzing naar de samenwerkingsovereenkomst (art. 91 § 2 - 2de lid) 4.2. Overzicht van de anderstalige opleidingen aangeboden in een andere taal van de voortgezette opleidingen: (uitgezonderd ICP-opleidingen en masters Erasmus Mundus – cfr. punt 5) • studiegebied • naam anderstalige opleidingen • onderwijstaal van de opleiding • aantal Nederlandstalige en anderstalige studenten + de procentuele verhouding van de anderstalige studenten t.o.v. de Nederlandstalige studenten • land van herkomst van de anderstalige studenten (met aantal) • aantal anderstalige (gast)docenten • aantal Nederlandstalige docenten
5. Opleidingen met internationaal karakter Overzicht van de International Course Programme-opleidingen en de mastersopleidingen Erasmus Mundus • studiegebied • naam van de opleiding • aantal Nederlandstalige en anderstalige studenten + de procentuele verhouding van de anderstalige studenten t.o.v. de Nederlandstalige studenten • aantal Nederlandstalige docenten • aantal anderstalige (gast)docenten 6. Andere onderdelen van het verslag 6.1. Informatie over de communicatie Hoe gebeurt de communicatie (schriftelijk en mondeling) met de studenten in het kader van de anderstalige opleidingsonderdelen? 6.2. Overzicht van de kennistoetsen • Hoe wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in anderstalige opleidingen de toegang tot deze opleidingen afhankelijk te stellen van het slagen voor een toets over de voldoende kennis van de gebruikte onderwijstaal (artikel 20 van het Flexibiliseringsdecreet)? • lijst van de afgenomen kennistoetsen: naam opleiding taal 6.3. Gedragscode • •
gedragscode opgenomen in het onderwijsreglement evaluatie door de studentenraad van de toepassing van de gedragscode
Bijlage 2 DECRETALE BEPALINGEN UIT HET DECREET VAN 4 APRIL 2003 BETREFFENDE DE HERSTRUCTURERING VAN HET HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN Afdeling 9. - Taalregeling Art. 90. De bestuurstaal in de hogescholen en universiteiten is het Nederlands. Art. 91. § 1. De onderwijstaal in hogescholen en universiteiten is het Nederlands. In de bachelors- en in de mastersopleidingen kan evenwel een andere taal worden gebruikt voor de volgende opleidingsonderdelen : 1° de opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot onderwerp hebben en die in die taal worden gedoceerd; 2° de opleidingsonderdelen die gedoceerd worden door anderstalige gasthoogleraren of gastprofessoren; 3° de anderstalige opleidingsonderdelen die, met instemming van het instellingsbestuur, worden gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs. Het instellingsbestuur kan tevens beslissen dat in beperkte mate voor opleidingsonderdelen een andere taal dan het Nederlands wordt gebruikt wanneer de meerwaarde voor de studenten en de functionaliteit voor de opleiding blijkt uit de expliciet gemotiveerde beslissing daartoe en op voorwaarde dat de hiervoor aangewezen docent de andere taal op adequate wijze beheerst. In geen geval kan eenzelfde opleidingsonderdeel, behalve in de gevallen hierboven vermeld in het tweede lid, 1° en 3°, en in de gevallen waarin het opleidingsonderdeel door een anderstalige gastdocent wordt gedoceerd, volledig in een andere taal aangeboden worden. Voor de bachelorsopleidingen is het gebruik van een andere taal dan het Nederlands beperkt tot ten hoogste 10% van de omvang van het opleidingsprogramma; voor het bepalen van die grens worden de opleidingsonderdelen bedoeld in het tweede lid, 1° en 3°, niet meegerekend. In het hoger professioneel onderwijs geldt bovendien de beperking dat over de leerstof die in een andere taal wordt aangeboden, behalve in de gevallen vermeld in het tweede lid, 1° en 3°, nooit een examen afgenomen kan worden, tenzij dezelfde leerstof ook in het Nederlands werd aangebracht of gedoceerd. Met inachtneming van het voorgaande hebben de studenten het recht over een opleidingsonderdeel waarin een andere onderwijstaal dan het Nederlands werd gebruikt, examen in het Nederlands af te leggen, met uitzondering van de opleidingsonderedelen bedoeld in het tweede lid, 1° en 3°. § 2. In afwijking van het bepaalde in § 1, kan het instellingsbestuur bachelors- en mastersopleidingen volledig in een andere taal dan het Nederlands aanbieden indien het om opleidingsprogramma's gaat die specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten zijn ontworpen op voorwaarde dat er in dezelfde instelling een equivalente opleiding in het Nederlands wordt aangeboden. Desgevallend kan het aanbod van een anderstalige opleiding en van de equivalente opleiding in het Nederlands worden verwezenlijkt door samenwerking en taakverdeling tussen voor de betrokken opleiding bevoegde instellingen binnen eenzelfde provincie zonder dat afbreuk gedaan wordt aan het recht van de student om een volledige opleiding in het Nederlands te volgen overeenkomstig de voorschriften van § 1.
Voor de toepassing van deze paragraaf worden het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de provincie Vlaams-Brabant als één geheel beschouwd. Voorafgaand aan het indienen van de omvormingsvoorstellen zoals bedoeld in de artikelen 123 en 125 moet er een akkoord tussen de instellingen zijn als de equivalente opleiding niet aan dezelfde instelling wordt aangeboden. Dit akkoord wordt bij het omvormingsdossier gevoegd. § 3. In afwijking van het bepaalde in §§ 1 en 2, kan het instellingsbestuur mastersopleidingen in een andere taal dan het Nederlands aanbieden indien het gaat om opleidingsprogramma's die specifiek in het kader van het International Course Programme van ontwikkelingssamenwerking ten behoeve van buitenlandse studenten zijn ontworpen of indien het gaat om mastersopleidingen van Erasmus Mundus. (gewijzigd door artikel 107 van het decreet van 30-4-2004, inwerkingtreding 1-1-2003) § 4. In afwijking van § 1, bepaalt het instellingsbestuur de onderwijstaal in de bachelorsopleidingen waarvoor de inschrijving alleen openstaat voor personen die reeds in het bezit zijn van een graad van bachelor, de mastersopleidingen waarvoor de inschrijving alleen openstaat voor personen die reeds in het bezit van een graad van master, en in de onderwijs- en andere studieactiviteiten die als nascholing of bijscholing worden georganiseerd bedoeld in artikel 17. § 5. Het instellingsbestuur stelt terzake een gedragscode op na raadpleging van de studenten en legt deze vast in het onderwijs- en examenreglement. § 6. Het instellingsbestuur geeft rekenschap over zijn beleid inzake het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands in een jaarlijks verslag met een overzicht van de doelstellingen en resultaten onderbouwd door kwantitatieve gegevens en over de wijze waarop het de betreffende decretale voorschriften heeft gehandhaafd. Dit verslag wordt aan de Vlaamse regering en aan het Vlaams Parlement bezorgd binnen de drie maanden na het einde van het academiejaar. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regelen betreffende de wijze van verantwoording.
Bijlage 3: 11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de regeling van de wijze van verantwoording van het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel 91; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 maart 2004; Gelet op het advies nr. 37.166/1 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit: HOOFDSTUK I. - Definities Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° anderstalige docent : een docent die niet voldoet aan één van de voorwaarden opgesomd in 6°; 2° anderstalige student : een student die niet voldoet aan één van de voorwaarden opgesomd in 7°; 3° decreet : decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen; 4° instelling : een hogeschool of een universiteit; 5° instellingsbestuur : het bestuur van een hogeschool of een universiteit; 6° Nederlandstalige docent : een docent die voldoet aan één van de volgende voorwaarden : a) geslaagd zijn voor een toets over de voldoende kennis van het Nederlands, of b) in het bezit zijn van ten minste één Nederlandstalig diploma op grond waarvan men is benoemd of aangesteld, of c) gedurende minstens drie jaren aan een Nederlandstalige instelling voor hoger onderwijs hebben gedoceerd in het Nederlands; 7° Nederlandstalige student : een student die voldoet aan één van de volgende voorwaarden : a) geslaagd zijn voor een toets over de voldoende kennis van het Nederlands, of b) ten minste één leerjaar in Nederlandstalig secundair onderwijs met vrucht hebben voltooid, of c) geslaagd zijn verklaard voor een opleiding, of één of meerdere opleidingsonderdelen, met een totale studieomvang van ten minste 60 studiepunten in Nederlandstalig hoger onderwijs; 8° studentenraad : de raad bedoeld in artikel II.48 het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van
het hoger onderwijs in Vlaanderen. In afwachting van de inwerkingtreding van bedoeld decreet wordt de studentenraad bedoeld, omschreven in artikel 62 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap of in artikel 282, respectievelijk 300 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Jaarlijks verslag Afdeling 1. - Doelstellingen en resultaten Art. 2. Het instellingsbestuur verantwoordt in een jaarlijks verslag zijn beleid inzake het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands met een overzicht van de doelstellingen en resultaten. Dit overzicht toont aan dat de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten een ander taalgebruik dan het Nederlands verantwoorden. Afdeling 2. - Decretale voorschriften en kwantitatieve gegevens Onderafdeling 1. - Anderstalige opleidingsonderdelen Art. 3. Het instellingsbestuur geeft een overzicht van de opleidingsonderdelen die in andere onderwijstaal dan het Nederlands worden aangeboden, met specifiëring van de taal in kwestie, het aantal studiepunten, de naam van de opleiding en het aantal examens, dat in het Nederlands werd afgenomen over die opleidingsonderdelen. Daarnaast bevat dit overzicht ten minste de volgende kwantitatieve gegevens : 1° het aantal anderstalige (gast)docenten die opleidingsonderdelen in een andere taal doceren; 2° het aantal Nederlandstalige docenten die opleidingsonderdelen in een andere taal doceren. Dit overzicht geeft tevens de wijze aan waarop de instelling het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands voor bepaalde opleidingsonderdelen op basis van artikel 91, § 1, van het decreet respecteert aan de hand van : 1° de motivering van de meerwaarde voor de student en functionaliteit van de opleiding; 2° de aanduiding van het percentage anderstalige opleidingsonderdelen ten aanzien van de omvang van het volledige opleidingsprogramma van een opleiding; 3° de toetsing van de adequate taalbeheersing door de Nederlandstalige docenten van de andere taal in functie van hun vakgebied. Onderafdeling 2. - Anderstalige opleidingen Art. 4. Het instellingsbestuur geeft een overzicht van de bachelors- of mastersopleidingen die volledig in een andere onderwijstaal dan het Nederlands aangeboden worden met specifiëring van de andere onderwijstaal en de graad van de opleiding. Daarnaast bevat dit overzicht tenminste de volgende kwantitatieve gegevens : 1° het aantal anderstalige studenten en het aantal Nederlandstalige studenten in de
anderstalige opleiding; 2° het aantal studenten in de equivalente opleiding in het Nederlands; 3° het aantal anderstalige (gast)docenten in de anderstalige opleidingen; 4° het aantal Nederlandstalige docenten in de anderstalige opleidingen. Het instellingsbestuur geeft de wijze aan waarop het de bepalingen van artikel 91, §§ 2 en 3 inzake het volledig aanbieden van een bachelors- of mastersopleiding in een andere onderwijstaal respecteert aan de hand van : 1° de omschrijving van de specifieke gerichtheid van een opleidingsprogramma op buitenlandse studenten; 2° de aanduiding van de equivalente opleidingen in het Nederlands, met eventuele verwijzing naar een samenwerkingsovereenkomst; 3° de herkomst van de studenten met aanduiding van de procentuele verhouding anderstalige studenten ten aanzien van Nederlandstalige studenten die de anderstalige opleiding volgen. Onderafdeling 3. - Opleidingen met een internationaal karakter Art. 5. Het instellingsbestuur geeft, indien van toepassing, een overzicht van de International Course Programme-opleidingen en de mastersopleidingen van Erasmus Mundus. Dit overzicht bevat tenminste de volgende kwantitatieve gegevens : 1° het aantal anderstalige studenten en het aantal Nederlandstalige studenten in de opleidingen; 2° het aantal Nederlandstalige docenten en het aantal anderstalige (gast)docenten in de opleidingen. Onderafdeling 4. - Andere onderdelen van het verslag Art. 6. Het verslag bevat een overzicht van de kennistoetsen inzake het Nederlands of een andere onderwijstaal die in uitvoering van artikel 70 van het decreet werden afgenomen. Art. 7. De gedragscode opgenomen in het onderwijsreglement en de evaluatie door de studentenraad van de toepassing van deze gedragscode maken deel uit van het verslag. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen Art. 8. De bepalingen van dit besluit treden in werking met ingang van het academiejaar 2004-2005. Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Hoger Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 11 juni 2004. De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN
Bijlage 4: aangeboden initiële anderstalige opleidingen tijdens het academiejaar 2008-2009 (data uit de ingestuurde verslagen) Instelling
studiegebied
soort
taal
naam opleiding
KULeuven
Wijsbegeerte en moraalwetenschappen
BA
E
Bachelor of Philosophy
Nederlandstalige anderstalige studenten studenten
% a.s. tov N.s.
Nederlandstalige Anderstalige docenten docenten
3
34
92%
53
Nederlands equivalent: bachelor in de wijsbegeerte met 209 studenten KULeuven Wijsbegeerte en MA E Master of Philosophy moraalwetenschappen
1
40
98%
26
Nederlands equivalent: master in de wijsbegeerte met 66 studenten KULeuven Godgeleerdheid, BA E Bachelor of Theology and godsdienstwetenschappen en Religious Studies kerkelijk recht
1
71
99%
39
Nederlands equivalent: bachelor in de godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen met 242 studenten KULeuven Godgeleerdheid, MA E Master of Society, Law and godsdienstwetenschappen en Religious kerkelijk recht
0
12
100%
5
Nederlands equivalent: master in de samenleving, recht en religie met 3 studenten KULeuven Godgeleerdheid, MA E Master of Theology and godsdienstwetenschappen en Religious Studies kerkelijk recht
1
71
99%
52
1
2
67%
13
-
-
-
11
0
11
100%
25
0
2
100%
10
Nederlands equivalent: master in de godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen met 67 studenten KULeuven Taal- en letterkunde MA E Master of Linguistics and Literature: English Nederlands equivalent: master in de taal- en letterkunde met 117 studenten KULeuven Taal- en letterkunde MA F Master en langue et littérature françaises Nederlands equivalent: master in de taal- en letterkunde met 117 studenten KULeuven Taal- en letterkunde MA E Master of Western Literature Nederlands equivalent: master in de westerse literatuur met 65 studenten KULeuven Archeologie en MA E Master of Archaeology kunstwetenschappen Nederlands equivalent: master in de archeologie 20 studenten
KULeuven
Rechten, notariaat en MA E Master of Criminology criminologische wetenschappen Nederlands equivalent: master in de criminologische wetenschappen met 193 studenten KULeuven Psychologie en pedagogische MA E Master of Educational wetenschappen Studies Nederlands equivalent: master in de educatieve studies met 67 studenten KULeuven Psychologie en pedagogische MA E Master of Social and wetenschappen Cultural Anthropology Nederlands equivalent: master in de sociale en culturele antropologie met 96 studenten KULeuven Economische en toegepaste MA E Master of Business economische wetenschappen Economics Nederlands equivalent: master in de toegepaste economische wetensch. met 306 studenten KULeuven Economische en toegepaste MA E Master of Information economische wetenschappen Management Nederlands equivalent: master in het informatiemanagement met 18 studenten KULeuven Sociale MA E Master of Human Sexuality Gezondheidswetenschappen Studies Nederlands equivalent: master in de seksuologie met 100 studenten KULeuven Bewegings- en MA E Master of Rehabilitation revalidatiewetenschappen Sciences and Physiotherapy Nederlands equivalent: master in de revalidatiewetenschappen en de revalidatie met 189 studenten KULeuven Wetenschappen MA E Master of Molecular and Cellular Biophysics Nederlands equivalent: master in de biochemie en de biotechnologie met 53 studenten KULeuven Wetenschappen MA E Master of Statistics
1
6
86%
9
1
21
95%
26
2
32
94%
17
10
29
74%
35
2
17
89%
18
0
6
100%
24
3
12
80%
72
3
3
50%
53
8
16
67%
80
Nederlands equivalent: master in de statistiek met 9 studenten KULeuven Wetenschappen MA E
Master of Biology
0
6
100%
53
Nederlands equivalent: master in de biologie met 76 studenten KULeuven Wetenschappen MA E
Master of Chemistry
0
2
100%
27
Nederlands equivalent: master in de chemie met 48 studenten KULeuven Wetenschappen MA E
Master of Physics
0
1
100%
37
Nederlands equivalent: master in de fysica met 38 studenten KULeuven Wetenschappen MA E
Master of Mathematics
-
-
-
33
Nederlands equivalent: master in de wiskunde met 42 studenten
KULeuven
Wetenschappen
MA
E
Master of Astronomy and Astropysics
Nederlands equivalent: master in de sterrenkunde met 11 studenten KULeuven Wetenschappen MA E Master of Geography ism de VUBrussel Nederlands equivalent: master in de geografie met 46 studenten KULeuven Toegepaste wetenschappen MA E Master of Engineering: Materials Engineering Nederlands equivalent: master in de ingenieurswetenschappen: materiaalkunde met 17 studenten KULeuven Toegepaste wetenschappen MA E Master of Engineering: Electrical Engineering (ICT) Nederlands equivalent: master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek (ICT) met 63 studenten KULeuven Toegepaste wetenschappen MA E Master of Engineering: Chemical Technology Nederlands equivalent: master in de ingenieurswetenschappen: chemische technologie met 103 studenten KULeuven Toegepaste biologische MA E Master of Tropical Natural wetenschappen Resources Management Nederlands equivalent: master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer met 49 studenten KULeuven Gecombineerde studiegebieden MA E Master of Nanoscience and Nanotechnology Nederlands equivalent: master in de nanowetenschappen en de nanotechnologie met 29 studenten KULeuven Gecombineerde studiegebieden MA E Master of Bio-informatics
2
1
33%
-
-
-
0
20
100%
36
0
29
100%
29
0
3
100%
14
0
12
100%
14
1
13
93%
79
6
8
57%
50
41
73%
22
2
33%
31
7
88%
10
1
14
78%
10
0
Nederlands equivalent: master in de bio-informatica met 0 studenten KULeuven Gecombineerde studiegebieden MA E Master of European 15 Studies: Transnational and Global Perspectives Nederlands equivalent: Master in de Europese studies: transnationale en mondiale perspectieven met 56 studenten KULeuven Gecombineerde studiegebieden MA E Master of Earth 4 Observation Nederlands equivalent: master in de aardobservatie met 0 studenten Universiteit Economische en toegepaste MA E Master of Applied 1 Antwerpen economische wetenschappen Economic Sciences: Economic Policy Nederlands equivalent: master in de toegepaste economische wetenschappen: economisch beleid met 5 studenten Universiteit Economische en toegepaste MA E Master of Applied 4 Antwerpen economische wetenschappen Economic Sciences: Business administration Nederlands equivalent: master in de toegepaste economische wetenschappen: bedrijfskunde met 142 studenten
12
Universiteit Hasselt
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MA
E
Master of Management
Nederlands equivalent: master in de toegepaste economische wetenschappen met 108 studenten Universiteit Toegepaste wetenschappen MA E Master of Textile Gent Management
5
24
MA
E
Master of Management Science
Nederlands equivalent: master in de TEW: handelsingenieur met 152 studenten VUBrussel Wetenschappen MA E Master of Biomolecular Sciences
23
2
4
29
100%
-
-
4 12 (10 in UG)
Nederlands equivalent: master in de ingenieurswetenschappen: materiaalkunde – afstudeerrichting textielkunde met -- studenten VUBrussel Economische en toegepaste LIC E Master in Management 0 2 economische wetenschappen Science (*1) Variant binnen de opleiding handelsingenieur VUBrussel Economische en toegepaste economische wetenschappen
83%
18
80
81%
-
-
2
6
75%
-
-
-
-
83%
-
-
100%
-
-
Nederlands equivalent: master in de biomoleculaire wetenschappen met 0 studenten VUBrussel Wetenschappen MA E Master of Geography Inschrijvingen aan de KULeuven Ism de KULeuven Nederlands equivalent: master in de geografie VUBrussel Toegepaste wetenschappen MA E Master of Applied Sciences 1 5 and Engineering: Computer Science Nederlands equivalent: master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen met 0 studenten VUBrussel Toegepaste wetenschappen MA E Master of Applied Sciences 0 23 and Engineering: Applied Computer Science Nederlands equivalent: master in de ingenieurswetenschappen: toegepaste computerwetenschappen met 6 studenten Katholieke Handelswetenschappen en PBA E Bachelor Business De instelling heeft Hogeschool bedrijfskunde Management - Marketing geen studentenLeuven en docentenaantallen bezorgd. Nederlands equivalent: bachelor in het bedrijfsmanagement – afstudeerrichting marketing Hogeschool Architectuur MA E Master of Architecture 2 (uit DHO) voor wetenschap en Kunst Nederlands equivalent: master in de architectuur
HUB-EHSAL Campus Brussel
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
BA
E
Bachelor of Business Administration
61
130
68%
48
3
HUB-EHSAL - Handelswetenschappen en Campus bedrijfskunde Dubai
BA
E
Bachelor of Business Administration
2
160
99%
27
11
46
49
51%
24
1
Nederlands equivalent: master in de handelswetenschappen bedrijfsmanagement / informaticamanagement met 332 studenten HUB-EHSAL Handelswetenschappen en MA E Master of Business 0 Campus bedrijfskunde Administration Dubai
40
100%
8
1
Nederlands equivalent: master in de handelswetenschappen Marketing Management / Finance and Risk met 40 studenten HUB-EHSAL Handelswetenschappen en MA E Master of International 21 bedrijfskunde Business Economics and Management
20
49%
10
2
0
2
100%
15
0
2
67
97%
0
10
100%
Nederlands equivalent: bachelor in de handelswetenschappen met 191 studenten HUB-EHSAL Handelswetenschappen en MA E Master of Business Campus bedrijfskunde Administration Brussel
Nederlands equivalent: master in de internationale bedrijfseconomie en het bedrijfsbeleid met 11 studenten Hogeschool Muziek en podiumkunsten MA E Master of Music Gent Nederlands equivalent: master in de muziek met 63 studenten Groep T Industriële wetenschappen en BA E Internationale technologie Hogeschool Leuven
Bachelor of Industrial Sciences (*2)
Nederlands equivalent: bachelor in de industriële wetenschappen: 1 ste en 2 de jaar met 634 studenten Groep T Industriële wetenschappen en BA E Bachelor of Industrial Internationale technologie Sciences: Hogeschool Electromechanical Leuven Engineering (3) Nederlands equivalent: bachelor in de industriële wetenschappen: elektromechanica met 95 studenten
Groep T Internationale Hogeschool Leuven
Industriële wetenschappen en technologie
MA
E
Master of Industrial Sciences: Electromechanical Engineering
Nederlands equivalent: master in de industriële wetenschappen: elektromechanica met 98 studenten Groep T Industriële wetenschappen en BA E Bachelor of Industrial Internationale technologie Sciences: Chemical Hogeschool Engineering (3) Leuven Nederlands equivalent: bachelor in de industriële wetenschappen: chemie met 36 studenten Groep T Industriële wetenschappen en MA E Master of Industrial Internationale technologie Sciences: Chemical Hogeschool Engineering Leuven Master of Industrial Sciences: Biochemical Engineering Nederlands equivalent: master in de industriële wetenschappen: chemie / biochemie met 34 studenten Groep T Industriële wetenschappen en BA E Bachelor of Industrial Internationale technologie Sciences: Electronic Hogeschool Engineering (3) Leuven Nederlands equivalent: bachelor in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT met 35 studenten Groep T Industriële wetenschappen en MA E Master of Industrial Internationale technologie Sciences: Electronic Hogeschool Engineering Leuven Nederlands equivalent: master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT met 41 studenten
1
13
93%
1
7
88%
0
6
100%
1
25
96%
0
21
100%
Totaal docenten voor Groep T Leuven
60
Onder de noemer “Gecombineerde studiegebieden” ressorteren opleidingen die niet in één bepaald studiegebied thuis te brengen zijn. (*1) Is eigenlijk een afstudeerrichting binnen handelsingenieur (oude structuur). (*2) De studenten van de ABA Bachelor of Industrial Sciences: Chemical Engineering / Electronic Engineering / Chemical Engineering volgen het eerste en tweede jaar gezamenlijk. De VUBrussel heeft geen data aangeleverd ivm de docenten. De KULeuven kan vanaf 2008-2009 geen data meer geven van interne-externe docenten.
5
Bijlage 5: anderstalige voortgezette opleidingen 2008-2009 (data uit de ingestuurde verslagen) Instelling
studiegebied
soort taal naam opleiding
Nederlandstalige studenten
anderstalige studenten
UGent
Gecombineerde studiegebieden
MNM
E Master of American Studies (interuniversitair)
UGent
Gecombineerde studiegebieden
MNM
E Master of Linguistics
1
5
84%
-
-
UGent
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
MNM
E Master of European Criminology and Criminal Justice Systems
6
2
25%
7
0
UGent
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
MNM
E Master of Advanced Studies in European and Comparative Law
2
30
94%
31
6
UGent
Wetenschappen
MNM
E Master of Molecular Biotechnology
9
-
-
-
UGent
Wetenschappen
MNM
E Master of Marine and Lacustrine Sciences
2
-
-
-
UGent
Wetenschappen
MNM
E Master of Statistical Data Analysis
22
56%
13
1
UGent
Toegepaste wetenschappen
MNM
12
6
UGent
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Nuclear Engineering (interuniversitair) E Master of Banking and Finance
UGent
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Marketing Analysis
UGent
Diergeneeskunde
MNM
E Master of Laboratory Animal science
UGent
Farmaceutische wetenschappen
MNM
HUB-KUBrussel
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
HUB-KUBrussel
Politieke en sociale wetenschappen
20
% a.s. Nederlandstalige Anderstalige tov docenten docenten N.s. 29 59% 2
28 (aan UG) 8
6
14
4
22%
9
0
8
5
38%
4
0
12
4
25%
17
0
E Master of Applied Pharmaceutical Sciences
0
4
100%
15
0
MNM
N/F Master in de intellectuele rechten
57
21
27%
5
3
MNM
E Master of Quantitative Analysis in the Social sciences
36
15
29%
8
5
UAntwerpen
Taal- en letterkunde
MNM
UAntwerpen
Gecombineerde studiegebieden
MNM
UAntwerpen
Economische en toegepaste economische wetenschappen
GGS
UAntwerpen
Economische en toegepaste economische wetenschappen
UAntwerpen
E Master of Advanced Studies in Linguistics (interuniversitair) E Master of American Studies (interuniversitair)
0
2
100%
7
0
22
25
53%
9
3
E Banking (interuniversitair)
9
1
0,1%
7
0
MNM
E Master of Transport and Maritime Management
2
35
95%
16
0
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Transport and Maritime Economics
1
8
89%
13
0
UAntwerpen
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Management
12
4
25%
-
-
UAntwerpen
Wetenschappen
MNM
E Master of Nanophysics
0
8
100%
UAntwerpen
Gecombineerde studiegebieden
MNM
E Master of Globalisation and Economic Development (IOB)
2
15
88%
UAntwerpen
Gecombineerde studiegebieden
MNM
2
20
91%
UAntwerpen
Gecombineerde studiegebieden
MNM
1
23
96%
KULeuven
Wijsbegeerte en moraalwetenschappen
MNM
E Master of Gouvernance and Developement in Subsahara Africa (IOB) E Master of Development Evaluation and Management (IOB) E Master of Philosophy (MPhil)
4
18
82%
KULeuven
Godgeleerdheid, godsdienstwetenschappen en kerkelijk recht
MNM
E Master of Advanced Studies in Theology and Religion
2
45
96%
52
KULeuven
Godgeleerdheid, godsdienstwetenschappen en kerkelijk recht
MNM
E Master of Canon Law (Iuris Canonici Licentiatus)
0
3
100%
16
KULeuven
Taal- en letterkunde
MNM
SP Máster en Estudios Ibéricos e Iberoamericanos
3
8
73%
11
KULeuven
Taal- en letterkunde
MNM
4
1
20%
5
KULeuven
Taal- en letterkunde
MNM
E Master of Advanced Studies in Linguistics (interuniversitair) E Master of Literary Studies
3
2
40%
0
10 0 (afhankelijk van keuzevakken) 9 In het IOB werken ze met anderstalige gastdocenten 13 In het IOB werken ze met anderstalige gastdocenten 10 In het IOB werken ze met anderstalige gastdocenten 34
KULeuven
Geschiedenis
MNM
E Master of Medieval and Renaissance Studies
4
0
0%
14
KULeuven
Geschiedenis
MNM
8
5
32%
13 -
KULeuven
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
MNM
E Master of Europe and the World 1500-2000 studies: Expansion, Exchange, Globalization E Master of Laws (LLM)
1
20
95%
33
KULeuven
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
MNM
E Master of European Social Security
1
7
88%
3
KULeuven
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
MNM
E Master of Laws in Energy and Environmental Law
1
11
92%
2
KULeuven
Psychologie en pedagogische wetenschappen
MNM
E Master of Cultures and Development Studies
14
38
73%
51
KULeuven
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Advanced Studies in Economics
13
16
55%
25
KULeuven
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Financial Economics
24
19
44%
10
KULeuven
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of Advanced Business Studies
0
6
100%
18
KULeuven
Economische en toegepaste economische wetenschappen
MNM
E Master of International Business Economics
7
9
56%
16
KULeuven
Politieke en sociale wetenschappen
MNM
E Master of Social Policy Analysis
2
11
85%
6
KULeuven
Politieke en sociale wetenschappen
MNM
E Master of European Politics and Policies
12
24
67%
21
KULeuven
MNM
E Master of Exercise and Sport Psychology
6
0
0%
15
KULeuven
Lichamelijke opvoeding, revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Toegepaste wetenschappen
MNM
29
36
55%
41
KULeuven
Toegepaste wetenschappen
MNM
3
2
10%
4
KULeuven
Toegepaste wetenschappen
MNM
12
19
61%
7
KULeuven
Toegepaste wetenschappen
MNM
E Master of Industrial Management E Master of Nuclear Engineering E Master of Conservation of Monuments and Sites E Master of Artificial Intelligence
11
25
69%
35
KULeuven
Toegepaste wetenschappen
MNM
E Master of Urbanism and Strategic Planning
8
19
70%
19
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
9
1
10%
6
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
1
3
75%
14
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
2
2
50%
10
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
0
3
100%
1
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
E Master of Restorative Dentistry E Master of Oral Health Research E Master of Forensic Odontology E Master of Paediatric Dentistry and Special Dental Care E Master of Endodontics
1
1
50%
4
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
E Master of Periodontology
5
3
38%
5
KULeuven
Tandheelkunde
MNM
E Master of Orthodontics
9
0
0%
12
KULeuven
Gecombineerde studiegebieden
MNM
E Master of Financial and Actuarial Engineering
20
6
23%
9
VUBrussel
Wetenschappen
MNM
E Master of Computer Science
0
5
100%
-
-
VUBrussel
Toegepaste wetenschappen
GGS
E Applied Computer Sciences
3
9
75%
-
-
VUBrussel
Rechten , notariaat en criminologische wetenschappen
MNM
E Master of International and European Law
3
38
93%
-
-
VUBrussel
Taal- en letterkunde
MNM
3
2
40%
-
-
VUBrussel
Toegepaste wetenschappen
MNM
2
0
0%
-
-
VUBrussel
Gecombineerde studiegebieden
MNM
E Master of Advanced Studies in Linguistics (interuniversitair) E Master of Nuclear Engineering (interuniversitair) E Master of European Urban Cultures
5
0
0%
-
-
VUBrussel
Gecombineerde studiegebieden
MNM
11
38
78%
-
-
Hogeschool SintLukas Brussel HUB-EHSAL
Audiovisuele en beeldende kunst
MNM
9
7
44%
4
5
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
GVS
1
9
90%
0
0
E Master of European Integration and Development E Master of Transmedia E Master of Business Administration – Campus hogeschool Brussel (afbouw)
HUB-EHSAL
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
GVS
E Master of Business Administration – Campus Dubai (afbouw)
1
77
99%
19
3
HUB-EHSAL
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
MNM
E Master of European Business
1
4
80%
6
1
Groep T Internationale Hogeschool Leuven
Industriële wetenschappen en technologie
MNM
E Master of E-Media
5
20
80%
14
3
Onder de noemer “Gecombineerde studiegebieden” ressorteren opleidingen die niet in één bepaald studiegebied thuis te brengen zijn. De KULeuven kan vanaf 2008-2009 geen data meer geven van interne-externe docenten. De VUBrussel heeft geen data aangeleverd ivm de docenten. Vanaf het academiejaar 2008-2009 functioneert de UAMS (Universiteit Antwerpen Management School) zelfstandig van de Universiteit Antwerpen. Er zijn dan ook geen gegevens meer over de UAMSopleidingen.
Bijlage 6: opleidingen met een internationaal karakter 2008-2009 (data uit de ingestuurde verslagen) Instelling
studiegebied
naam opleiding
UGent
Toegepaste biologische wetenschappen
International Master of Science in Rural Development (EM)
UGent
Toegepaste wetenschappen
Master of Science in Photonics (EM)
UGent
Toegepaste wetenschappen
UGent
Nederlandstalige studenten
anderstalige studenten
% a.s. tov Nederlandstalige N.s. docenten
Anderstalige docenten / gastdocenten
2
74
97%
11
8
3 (0 in UG)
40 (12 in UG)
93%
29 (gast)
30 (1e jaar) 16 (2e jaar)
European Master in Nuclear Fusion Science and Engineering Physics (EM)
0
40
100%
15 (1e jaar) 10 (2e jaar)
86 (1e jaar) 84 (2e jaar)
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
Master of Laws in Law and Economics (EM)
3
19
86%
4
1
UGent
Wetenschappen
Master of Nematology (ICP)
2
31
94%
25
7
UGent
Wetenschappen
0
20
100%
25
3
UGent
Wetenschappen
3
29
91%
31
0
UGent
Gecombineerde studiegebieden
European Master of Science in Nematology (EM) (luik gedoceerd in UGent) Master of Science in Marine and Biodiversity and Conservation (EM) (luik gedoceerd in UGent) Master of Physical Land Resources (ICP)
0
45
100%
20
0
UGent
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Aquaculture (ICP)
2
45
96%
19
0
UGent
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Food Technology (ICP)
0
46
100%
22
0
UGent
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Nutrition and Rural Development (ICP)
7
104
94%
23
0
UGent
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Environmental Sanitation (ICP)
0
46
100%
29
0
UAntwerpen
Toegepaste biologische wetenschappen
Molecular biology (ICP)
-
-
-
(VUB)
(VUB)
UAntwerpen
Wetenschappen
Master of Ecological Marine Management (ICP)
-
-
-
(VUB)
(VUB)
UAntwerpen
Economische en toegepaste economische wetenschappen
Master of Economics of Interrnational Trade and European Integration (EM)
3
22
88%
-
-
UHasselt/tUL
Wetenschappen
Master of Statistics (ICP)
11
107
91%
29
3
KULeuven
Bewegings- en Master of Adapted Physical Activity revalidatiewetenschappen (EM)
5
30
86%
13
KULeuven
Gecombineerde studiegebieden
Master of Nanosciences and Nanotechnology (EM)
5
36
88%
52
KULeuven
Gecombineerde studiegebieden
Master of Bioethics (EM)
1
26
96%
16
KULeuven
Toegepaste wetenschappen
Master of Human Settlements (ICP)
3
15
83%
18
KULeuven
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Food Technology (ICP)
0
35
100%
12
KULeuven
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Molecular Biology (ICP)
0
12
100%
14
KULeuven
Gecombineerde studiegebieden
Master of Water Resources Engineering (ICP)
5
47
90%
18
VUBrussel
Sociale gezondheidswetenschapp en Sociale gezondheidswetenschapp en Sociale gezondheidswetenschapp en Wetenschappen
Master of Advanced Studies Human Ecology (ICP)
1
19
95%
-
-
Human Ecology (GGS) (ICP)
0
11
100%
-
-
Master of Human Ecology
1
30
97%
-
--
Master of Ecological Marine Management (ICP)
2
18
90%
-
-
VUBrussel
VUBrussel
VUBrussel
VUBrussel
Toegepaste biologische wetenschappen
Master of Molecular Biology (ICP)
0
27
100%
-
-
VUBrussel
Biomedische wetenschappen (geneeskunde – wetenschappen) Gecombineerde studiegebieden
Master in Medical and Pharmaceutical Research (ICP)
0
1
100%
-
-
Master of Physical Land Resources (ICP)
0
4
100%
-
-
VUBrussel
Gecombineerde studiegebieden
Master of Physical Land Resources (GGS) (ICP)
0
1
100%
-
-
VUBrussel
Toegepaste wetenschappen
Master of Science in Photonics (EM)
0
3
100%
-
-
Katholieke Hogeschool Sint-Lieven
Industriële wetenschappen en technologie
Master in Food Science, Technology and Nutrition (EM)
0
27
100%
32
1
VUBrussel
Bij de gezamenlijk georganiseerde opleidingen worden de studenten soms geregistreerd in één instelling. De VUBrussel heeft geen data aangeleverd ivm de docenten. De KULeuven kan vanaf 2008-2009 geen data meer geven van interne-externe docenten.
Bijlage 7: Informatie over de toetsing van de adequate taalbeheersing door de Nederlandstalige docenten van de andere taal in functie van hun vakgebied. HUB-KUB
KULeuven
UAntwerpen
UHasselt/tUL
Adequate taalbeheersing vormt een onderdeel van de docentenevaluatie en ook de bijsturing op dat vlak gebeurt conform deze procedure. Tijdens het academiejaar 2008-2009 werden alle docenten in anderstalige opleiding(sonderdel)en opnieuw uitgenodigd om een opfrissings-/vervolmakingscursus te volgen, met aandacht voor de specificiteit van het lesgeven in het Engels. In het aanbod werd ook ‘omgaan met diversiteit’ in de klaspraktijk en academisch schrijven opgenomen. De K.U.Leuven stelt zich echter garant dat bij de aanstelling van personeel een voldoende kennis van de voor het onderwijs noodzakelijk internationale standaardtaal aanwezig is en dat dit via de interne kwaliteitszorg wordt bewaakt. De Universiteit Antwerpen is zich bewust van het feit dat Nederlandstalige docenten de andere taal op een adequate wijze moeten beheersen. In het academiejaar 2006-2007 werkte een werkgroep taalgebruik een concrete gedragscode en toetsbeleid uit. Deze gedragscode maakt deel uit van het Onderwijs- en Examenreglement en wordt jaarlijks opnieuw voorgelegd aan de Onderwijsraad en de Raad van Bestuur. De gedragscode werd in het academiejaar 2007-2008 ook in het Engels vertaald. In de gedragscode (zie punt 6.3) werd een luik kwaliteitszorg in hoofde van de docent opgenomen. “Artikel 16: Kwaliteitszorg in hoofde van de docent 1° Als een anderstalige als ZAP-lid wordt aangesteld aan de Universiteit Antwerpen kan de faculteit voorstellen dat het betrokken ZAP-lid tijdens de normale proefperiode van drie jaar vóór de benoeming de nodige inspanningen doet om voldoende beheersing van het Nederlands te verwerven. 2° Wanneer docenten een opleidingsonderdeel aanbieden in een andere taal dan hun moedertaal, dient het instellingsbestuur daarop toe te zien door middel van een systeem van kwaliteitszorg en te waarborgen dat de docenten deze taal op adequate wijze beheersen. Dit gebeurt naar aanleiding van de decretaal voorgeschreven evaluatieprocedure. Indien daaruit blijkt dat het taalbeheersingsniveau ontoereikend is, kan de faculteit de docent adviseren c.q. verplichten om een vervolmakingsopleiding te volgen.” Conform de gedragscode garandeert de universiteit bij de aanstelling van haar personeel dat zij beschikken over voldoende kennis van de voor het onderwijs noodzakelijke internationale standaardtaal. Dit aspect wordt bewaakt bij de interne kwaliteitsbewaking van de opleiding. Er wordt op gewezen dat een aantal ZAP-leden gedurende een periode in het buitenland
hebben gewerkt en daar hebben gecommuniceerd in de internationale standaardtaal. Via wetenschappelijke literatuur, eigen publicaties, deelname aan congressen, contacten gastprofessoren, … onderhouden ze hun kennis van de internationale standaardtaal. UGent
VUBrussel
Zie „Gedragscode voor onderwijstaal anders dan het Nederlands aan de Universiteit Gent‟, goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 15 mei 2009. Onderwijstaal als element van een opleidingsonderdeel in de studiefiche Ingeval het opleidingsonderdeel wordt gedoceerd in een andere onderwijstaal dan het Nederlands, wordt de taalbeheersing van de lesgever opgenomen in de onderwijsevaluatie door de studenten. Indien uit het rapport van de KCO blijkt dat deze taalbeheersing onvoldoende wordt geacht, wordt de lesgever in het evaluatierapport gewezen op de wenselijkheid tot vervolmaking en de faciliteiten die daartoe ter beschikking staan in een door de universiteit erkende instelling voor talenonderwijs. Desgevallend kan de faculteitsraad op advies van de KCO de lesgever verplichten tot het volgen van een taalcursus. Lesgevers als element van een opleidingsonderdeel in de studiefiche Bij aanduiding van de lesgevers ziet de faculteitsraad, samen met de KCO, er op toe of voldaan is aan de vereisten m.b.t. taalkennis van de betrokken lesgevers. De KCO anticipeert op de kwaliteitseisen gesteld door de visitatiecommissie en de vereisten voor accreditering. De KCO rapporteert hierover aan de faculteitsraad die desgevallend advies geeft aan de betrokken lesgever over de wenselijkheid van en de mogelijkheden tot vervolmaking in een door de universiteit daartoe erkende instelling voor talenonderwijs. De taalbeheersing van de lesgever, indien de onderwijstaal een andere dan het Nederlands is, wordt in de onderwijsevaluatie door de studenten opgenomen. De semestriële interne studentenevaluaties bieden de mogelijkheid om onvoldoende taalbeheersing van de Nederlandstalige docenten van de andere taal in functie van hun vakgebied in het aangeboden onderwijs (al dan niet in een andere taal, dan het Nederlands) op te sporen. Alle bachelor- en mastersopleidingen zijn jaarlijks per semester het voorwerp van een periodieke onderwijsevaluatie door studenten met als doelstelling het onderwijsproces te optimaliseren en die in essentie gericht is op het detecteren c.q. remediëren van problemen; in tweede instantie is de onderwijsevaluatie een algemene tevredenheidsenquête over de kwaliteit van het verstrekte onderwijs. De onderwijsevaluatie betreft een standaardenquête die per opleidingsonderdeel peilt naar de tevredenheid over de volgende aspecten: de inhoud van het hoorcollege en de didactische kwaliteiten van de lesgever, de kwaliteit van het studiemateriaal, de studietijdervaring, de aangeleerde vaardigheden in WPO, en de wijze van examineren. Aan de onderwijsevaluatie
werden in 2006-2007 2de semester twee nieuwe subenquêtes toegevoegd, een betreffende het opleidingsprogramma en een betreffende de opleidingsfaciliteiten. De periodieke onderwijsevaluaties worden georganiseerd, gecoördineerd en beheerd door de Cel Kwaliteitszorg en Accreditatie van de dienst Onderwijszaken, onder toezicht van de Vicerector Onderwijs. De periodes waarin de onderwijsevaluatie wordt georganiseerd, worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender. De onderwijsevaluatie verloopt volledig elektronisch via een voor derden ontoegankelijke intranetpagina. De studenten hebben toegang via een individueel paswoord. De academische overheid neemt de nodige maatregelen teneinde aan studenten de anonimiteit van deze bevraging te garanderen. Met het oog op het bekomen van representatieve gegevens is deelname voor alle studenten verplicht. De verplichting heeft specifiek betrekking op de registratie op de betrokken intranetpagina en niet op het invullen van de enquête zelf. De registratie gebeurt door middel van het inloggen met de persoonlijke username en paswoord van de VUB-e-mailaccount. Ingeval van niet-deelname kan toepassing gemaakt worden van het orde- en tuchtreglement voor studenten. De resultaten worden gerapporteerd na elke semesterevaluatie. De globale resultaten worden gerapporteerd aan de studenten en de Voorzitter van de opleidingsraad. De docenten krijgen de globale resultaten en hun individueel resultaat per opleidingsonderdeel. De Decaan ontvangt de globale resultaten en alle individuele resultaten relevant voor zijn faculteit. De Vice-Rector Onderwijs tenslotte ontvangt alle resultaten. De individuele resultaten worden gerapporteerd van zodra drie studenten effectief hebben deelgenomen aan de evaluatie van een opleidingsonderdeel. De globale resultaten worden gerapporteerd onder de vorm van histogrammen die de gemiddelde tevredenheid uitdrukken, per geëvalueerde opleiding en per geëvalueerd opleidingsjaar, en dit voor alle geëvalueerde aspecten. De individuele resultaten betreffen minstens een gemiddelde waarde en een signaalwaarde, beide uitgedrukt in een categorie (Zeer Slecht – Slecht – Middelmatig – Goed - Zeer Goed). Wanneer een signaalwaarde slecht of zeer slecht is, spreken we van een probleemsignaal, dat verder dient opgevolgd te worden. De opvolging van de resultaten is verplicht van zodra deze voldoen aan de volgende representativiteitsregel: een deelnamepercentage van 50% met een n-waarde van ten minste 3 studenten. Elk negatief resultaat (i.e. een probleemsignaal) maakt het voorwerp uit van een opvolgingsprocedure, waartoe de Decaan het initiatief dient te nemen en waarin ook de
Arteveldehogeschool HUB-EHSAL
Erasmushogeschool Brussel
Groep T Internationale Hogeschool Leuven Hogere Zeevaartschool Artesis Hogeschool Antwerpen Hogeschool Gent
docent die het probleemsignaal kreeg en de opleidingsvoorzitter van de opleiding waarin het probleemsignaal voorkomt, worden betrokken. De Vicerector Onderwijs houdt toezicht op de opvolging en de eventuele remediëringsinitiatieven. De individuele resultaten van onderwijsevaluaties door studenten, waarvan de gegevens worden bewaard en beheerd door de Cel Kwaliteitszorg en Accredita tie van de dienst Onderwijszaken, maken in toepassing van artikel 41 van het AP-reglement deel uit van de criteria inzake onderwijstaken die gehanteerd worden bij de toetsing van het academisch dossier aan het verwachtingspatroon van een ZAP-lid. --Adequate taalbeheersing vormt een onderdeel van de docentenevaluatie en ook de bijsturing op dat vlak gebeurt conform deze procedure. Tijdens academiejaar 2008-2009 werden alle docenten in anderstalige opleiding(sonderdel)en opnieuw uitgenodigd om een opfrissings/vervolmakingscursus te volgen, met aandacht voor de specificiteit van lesgeven in het Engels. In het aanbod werd ook ‘omgaan met diversiteit’ in de klaspraktijk en academisch schrijven opgenomen. Er waren 20 deelnemers. Campus Dansaert: De professionele ervaring van de docenten is doorslaggevend. Dit kenmerkt zich door hun ervaring in een Engelstalige werkomgeving, het publiceren in Engelstalige wetenschappelijke tijdschriften, … Departement Industriële wetenschappen en Technologie: De docent in kwestie heeft de Britse nationaliteit en is vloeiend tweetalig. De docenten zijn in het bezit van de nodige bekwaamheidbewijzen (licentiaatdiplopma of doctoraat) om in de betreffende taal te doceren. ----Bij docenten die opleidingsonderdelen doceren die een vreemde taal tot onderwerp hebben, liggen de diplomavereisten vast bij aanwerving. Bij anderstalige opleidingsonderdelen zoals opgenomen in punt 2.5, handelt het over opleidingsonderdelen uit de academische bachelors en masters. Omdat het Engels de gangbare taal is in de betreffende onderzoekswereld gaat men er van uit dat docenten deze taal ook courant gebruiken en ten gronde beheersen waardoor de adequate taalbeheersing van de docenten aanwijsbaar is. In dit geval is het Engels bovendien onontbeerlijk in de meertalige bedrijfsomgeving en internationale context. Men gaat er van uit dat docenten hierdoor over een voldoende kennis en beheersing van het Engels beschikken. Het onderwijzend personeelslid of de gastprofessor dient te slagen voor een speciaal daartoe
Hogeschool Sint-Lukas Brussel Hogeschool voor Wetenschap & Kunst Hogeschool West-Vlaanderen
Karel de Grote-Hogeschool KH Antwerpen
Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Katholieke Hogeschool Kempen
Katholieke Hogeschool Leuven
Katholieke Hogeschool Limburg Katholieke Hogeschool Mechelen
Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen Lessius Hogeschool
ontworpen taaltest tenzij de taalbeheersing kan bewezen worden door andere middelen te beoordelen door het departement. ----Conform artikel 57 van het OER verloopt de kwaliteitscontrole over de taalbeheersing van de medewerkers via het goedgekeurde selectie- en evaluatiereglement van de Hogeschool en de studentenenquêtes in het kader van de interne kwaliteitszorg, waarin gevraagd wordt naar de kwaliteit van doceren en evalueren per opleidingsonderdeel, dus ook over de anderstalige. Voorafgaand aan de toewijzing van een docent aan een opleidingsonderdeel, wordt de adequate kennis van de onderwijstaal getest. Indien nodig wordt de docent nog doorverwezen naar een cursus ‘Academic English’ die door het Talencentrum van de Universiteit Antwerpen wordt georganiseerd voor docenten van de associatie die het vereiste taalniveau niet halen of hun talenkennis verder willen perfectioneren. De docent kan zich ook verder bekwamen via andere taalcursussen die in de regio worden aangeboden. --Een docent kan, in samenspraak met het departementshoofd en het hoofd internationalisering, aantonen dat hij/zij in aanmerking komt voor het lesgeven in een andere taal. De beoordeling van de beheersing van de vreemde taal komt aan bod tijdens functioneringsgesprekken en steunt voor een groot deel op zelfevaluatie als een onderdeel van het persoonlijk ontwikkelingsplan van de docent. De K.H.Kempen biedt aan alle docenten de mogelijkheid om gepersonaliseerde taalcursussen te volgen op de campus Geel op een aanvaardbaar dagmoment bij een minimum deelname van 15 cursisten. (zie ook richtlijnen van het fonds internationalisering – Kwa-liteitshandboek). De KHLeuven staat bij de aanstelling van haar personeel ervoor garant dat een voldoende kennis van de voor het onderwijs noodzakelijke internationale standaardtaal aanwezig is. Bij de interne kwaliteitsbewaking van opleidingen wordt dit aspect bewaakt. nvt De Katholieke Hogeschool Mechelen wil proactief omgaan met deze problematiek en start met een professionaliseringscursus ‘Academic English’ – ‘lesgeven in het Engels’. De cursus loopt in het tweede semester. Er is geen toetsing voorzien van de adequate taalbeheersing door de Nederlandstalige docenten van een andere taal in functie van hun vakgebied. --Toegepaste taalkunde: De Nederlandstalige docenten die de opleiding verzorgen beschikken
Plantijnhogeschool
Provinciale Hogeschool Limburg XIOS Hogeschool Limburg
minimaal over het diploma van licentiaat taal-en letteren of licentiaat vertaler-tolk, of over een doctoraatsdiploma in de taal-en letteren, met een verdere specialisatie voor de vreemde taal waarin zij lesgeven, of een gelijkwaardig buitenlands diploma. Handelswetenschappen: De docenten die de talen verstrekken beschikken over een licentiaats- of doctoraatsdiploma of een gelijkwaardig buitenlands diploma. Het gaat hier om een licentiaatsdiploma in de Germaanse of Romaanse filologie, een licentiaatsdiploma vertaler en/of tolk, een doctoraat in de taal en letterkunde of een doctoraat in de letteren en wijsbegeerte. De docenten die opleidingsonderdelen aanbieden in het EBS programma beschikken alle over een licentiaatsdiploma of een gelijkwaardig buitenlands diploma, een aantal over een doctoraat. Toegepaste psychologie: De docenten die de opleidingsonderdelen in het Engels doceren, beschikken over een Masterdiploma in de psychologie. Drie docenten volgden een aanvullende opleiding ‘Engels in een academische context’. Logopedie en audiologie: De docenten die opleidingsonderdelen aanbieden in het Engelstalig programma beschikken alles over een graduaats- of licentiaatsdiploma. Verschillende docenten hebben een bijscholing gevolgd via Linguapolis binnen UA. Er gebeurt geen formele toetsing ivm de adequate taalbeheersing van de andere taal. De hogeschool gaat bijzonder zorgvuldig te werk bij het toekennen van opdrachten, zowel wat de beheersing van het vakgebied betreft als wat de taalbeheersing betreft. -----