JAARGANG 9 | NUMMER 30 | ZOMER 2015
In stijl DE DALTONSISTERS Stralen op de Koningin Wilhelminaschool LEIDERSCHAPSTIJLEN Open-deur-beleid heeft geen zin als je zelf gesloten blijft DOOR HET OOG VAN EEN OUDER De stijl van een kleine school OUDERBETROKKENHEID Een kind is veel meer dan de Cito KWS 75 JAAR Van bollenschuur tot schoolgebouw
NUMMER 30 | ZOMER 2015
IN STIJL! Voor je ligt een nieuwe Impuls. Vertrouwd qua inhoud, maar verrassend in een nieuwe stijl. De dertigste uitgave van de Impuls is de reden om het blad in een nieuw jasje te steken. Modern, strak en overzichtelijk, zonder iets aan de inhoud af te doen. Tijdens de redactievergadering, waarbij er wordt gebrainstormd over het thema van de nieuwe Impuls, kwamen we al snel op het onderwerp: ’Stijl’.
De associaties bij het woord stijl lopen uiteen. Ieder heeft zijn eigen stijl. Je stijl van lesgeven, je stijl van leiding geven, je opvoedkundige stijl, je kledingstijl, maar ook stijl in de betekenis waar je van houdt, denk hierbij aan de inrichting van je huis. Al met al is stijl iets heel persoonlijk. De stijl waar de een van houdt, kan door een ander verafschuwd worden. Ook kan je je eigen stijl (verder) ontwikkelen, je kan anders naar dingen gaan kijken, bijvoorbeeld je lesgevende stijl aanpassen aan de ontwikkelingen van de toekomst. Spannend vind ik de vraag: wat hebben onze kinderen in de toekomst nodig aan kennis en vaardigheden? Oftewel hoe ziet het onderwijs er in 2032 uit? Welke stijl is nodig om de kinderen voldoende vaardigheden mee te geven? Het Ministerie van Onderwijs heeft hiervoor gespreksvragen opgesteld voor leerkrachten, ouders
2
en kinderen en nodigen ons uit om hierover in discussie te gaan en mogelijke antwoorden achter te laten op de website. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.onsonderwijs2032.nl Wellicht een mooie kans om iets van onze stijl mee te geven aan het onderwijs van 2032. Terwijl ik gastredacteur van dit nummer ben, zijn wij op de Koningin Wilhelminaschool ons 75-jarig jubileum aan het vieren, kijken we terug naar het verleden en proberen een kijkje te nemen in de toekomst. Passend bij onze stijl hebben we dit jubileum gevierd. In deze Impuls een korte samenvatting van een prachtig jaar. Speciaal voor deze Impuls is een aantal teamleden als de Daltonsisters op de foto geweest. Een knipoog naar ons Daltononderwijs en een knipoog naar het grote aantal vrouwen dat op de KWS werkt. Het leverde schitterende foto’s en een hilarische middag op! In dit nummer komen verschillende leerkrachten aan bod die vertellen over hun stijl, zowel persoonlijk als in hun werk. Hoe is het om als cluster-ICT-er op drie basisscholen te werken? Betekent dit dat je drie verschillende stijlen nodig hebt of zijn er overeenkomsten? Een leerkracht vertelt over haar passie voor stijldansen en hoe ze deze passie ook een plek geeft in het onderwijs. Een prachtig interview met Betty van der Vlist (directeur van de Willem van Oranjeschool) over haar stijl van leiding geven: sportief, samen, coachen, altijd doorzetten en de nadruk leggen op het positieve. Een prachtig stuk om te lezen! Natuurlijk is er ook ruimte voor de vaste rubrieken. Zo brengt Jeroen van Hoek twee leuke ICTtools (om eens mee te experimenteren) onder onze aandacht en legt Cees Vrooland ons uit hoe het nu precies zit met de vakantiedagen en de nieuwe cao. Kortom een Impuls om van te genieten! Ik wens iedereen een fijne zomervakantie toe! Geniet “in stijl”! Debby Schouten-Coesel Directeur Koningin Wilhelminaschool
Op de voorpagina: De Daltonsisters
VOORWOORD 2 WAT IS STIJL
3
CEES WEET RAAD
4
WIST JE DAT
4
COLUMN ICT
5
EEN KIND IS VEEL MEER DAN DE CITO
6
DE STIJL VAN EEN KLEINE SCHOOL
7
KARSTEN WILDE EEN ANDERE SCHOOL
7
WISSELENDE STIJLEN
8
VAN BOLLENSCHUUR TOT SCHOOLGE BOUW
10
HA, DAAR IS DE IPAD JUF WEER!
14
COLLEGA IN DE SPOTLIGHTS
15
EEN STIJL VAN LEIDING GEVEN
16
DE DALTONSISTERS
18
LEIDERSCHAPSTIJLEN 20 GEDICHT 23 COLOFON 23 SALOMO STUDIEWIJZER
24
WAT IS STIJL? Door de nieuwe stijl van de Impuls dook Nanda Klaassen in de betekenis van dit woord. Allerlei stijlen zijn er. Op onze scholen kun je die niet alleen aan de buitenkant maar ook binnen vinden. Binnenin school maar ook binnenin jezelf, want wat is jouw leerstijl? Tekst: Nanda Klaassen
E
en onderwerp om me eerst maar eens in te gaan verdiepen. Wat is dat eigenlijk: stijl?
We pakken het woordenboek (dat wil zeggen het digitale woordenboek) er eerst maar eens bij. STIJL: • Afgeleid van het Latijnse woord Stilus. Wat ‘pen’ betekent. Manier van schrijven met pen. • Kledingstijl • Kleurstijl • Lifestyle • Interieurstijl • Bouwstijl • Manier waarop iemand zich schriftelijk of mondeling uitdrukt MAAR OOK: • Een steunpaal of deurpost EN: DE IMPULS HEEFT EEN NIEUWE STIJL! Iemand heeft een schrijfstijl, een spreekstijl, een leerstijl, maar ook een stijl van leidinggeven. In het interview met Betty van der Vlist, directeur van de Willem van Oranjeschool, kom ik op het laatste terug.
Herken je jezelf al? Of hoor jij meer bij de ... : Beslisser:
plant een taak en voert deze uit. Niet zo geïnteresseerd in theorieën. Doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen.
(Als je de test zelf wil doen….even googlen op Kolb leerstijlen!)
Doener:
houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang.
WELKE LEERSTIJLEN HERKENT HIJ (DE HEER KOLB):
Kortom: er zijn vele wegen die naar Rome leiden. En dan kan het nog specifieker:
dag mee. De leerstijlen van Kolb vind ik zelf altijd helder en praktisch. Kolb geeft 4 leerstijlen aan, te weten: bezinner, denker, beslisser en doener. Je hebt ze allemaal nodig om je werk goed in balans te kunnen doen maar één is vaak de meest dominante.
Bezinner:
kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt na voordat hij iets doet. Ziet oplossingen omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor worden beslissingen soms traag genomen.
Denker:
goed in logisch denken en redeneren. Probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn.
IS HET / BEN JIJ / DOE JIJ: • beknopt of omslachtig? • eenvoudig of ingewikkeld? • concreet of abstract? • arrogant of bescheiden? • plat of verheven? • objectief of subjectief? • formeel of informeel? GEBRUIK JE: • spreektaal of schrijftaal? Een Impuls vol met zaken om over na te denken en je voordeel mee te doen!
Bouwstijlen: je kunt er een Impuls mee vullen. Al die prachtige gebouwen waarin onze Salomoscholen zijn gehuisvest. Er wordt hard gewerkt om deze mooie (vaak oude) gebouwen aan te passen aan de eisen van deze tijd. Dat is niet eenvoudig als je het karakter van het gebouw wil bewaren. Maar vaak lukt het! Leerstijlen zijn altijd interessant om onder de loep te nemen. Een leerstijl is (volgens het digitale woordenboek) een beschrijving van attitudes en gedragingen die bepalen wat iemands voorkeurmanier van leren is. Op de Prinses Beatrixschool in Heemstede weten ze er alles van en werken ze daar iedere
“
Kolb geeft 4 leerstijlen aan, te weten: bezinner, denker, beslisser en doener. www.salomoscholen.nl
3
CEES WEET RAAD
VAKANTIEVERLOF MET DE NIEUWE CAO Hoe zit dat nu met de nieuwe cao? Kan je nog wel met de herfstvakantie een week weg? Of wordt het vanaf volgend schooljaar met nostalgie terug denken aan die ‘goeie oude tijden’? Cees Vrooland laat zien dat het allemaal wel meevalt. De normjaartaak blijft evenveel uren tellen en het vakantieverlof is 428 uur naar rato per jaar. Tekst: Cees Vrooland
O
ver enkele weken begint de zomervakantie. De laatste vakantie waarin onderwijsgevenden vrij zijn op grond van de bepalingen uit de “oude cao”. Straks gewoon dus zes weken vrij (minus maximaal drie dagen) zonder dat je je hoeft af te vragen of je nog wel over voldoende vakantiedagen (uren) beschikt. Wordt na 1 augustus (of eigenlijk pas vanaf 1 oktober) alles anders of valt het wel mee? Wat er verandert zal ik hier uiteenzetten. HOE WAS HET Tot nu toe was een onderwijsgevende vrij tijdens de schoolvakanties, dan wel gedurende de periode waarin de instelling geen onderwijs verzorgt (artikel 8.2 van de cao). Hoeveel uur dat is kan ik moeilijk bepalen. Op basis van de regeling van OC&W zijn er maar 11 weken schoolvakantie. Daar komen de feestdagen die buiten de schoolvakanties vallen nog bij. Ook op margedagen verzorgt de school geen onderwijs. Op die dagen zouden onderwijsgevenden ook vrij zijn, maar de meeste scholen gebruiken deze (voor een deel) voor studiedagen. In werkelijkheid zijn onderwijsgevenden waarschijnlijk 12 weken vrij. Een leerling in de bovenbouw krijgt jaarlijks minimaal 1000 uur. Een lesweek is 25,75 uur. Dat betekent dat een leerling jaarlijks 38,84 weken les heeft en 13,16 weken vrij is. Van een leraar mag verlangd worden dat
hij in de zomervakantie drie dagen terugkomt en deelneemt aan studiedagen. Voor het gemak stel ik die tijd op 1,16 weken. We houden dan 12 weken over. HOE WORDT HET Door de nieuwe cao worden de dingen in ieder geval helderder. Een onderwijsgevende hoeft straks wekelijks nog maar 40 uur te werken en heeft jaarlijks 428 uur verlof. Dat zijn 10,7 weken van 40 uur. Waar ik eerder 13 zinnen nodig had om uit te leggen hoeveel vakantie een leraar had, kan ik het nu met twee. Dat is in ieder geval winst. MEER OF MINDER VERLOF Een vergelijking tussen de oude en de nieuwe situatie leidt snel tot de conclusie dat onderwijsgevenden straks minder verlof hebben dan nu, en dus meer moeten werken. Die conclusie is voorbarig. De normjaartaak blijft immers 1659 uur. Als een leraar voorheen 12 weken vrij was, dan moest hij gemiddeld gedurende 40,175 weken 41,294 uur werken. Als een leraar straks 10,7 weken vrij is moet hij gedurende 41,475 weken 40 uur werken. De uitkomst van beide vermenigvuldigingen is hetzelfde (1659 uur). De 40-urige werkweek is afgesproken om de werkdruk te verminderen. Als je druk wilt verminderen dan moet je ruimte geven en dat betekent in dit geval: minder werken , in meer weken.
OVERUREN In opdracht van de leidinggevende gemaakte overuren dienen te worden gecompenseerd. In het onderwijs zal het regelmatig voorkomen dat ook ’s avonds gewerkt moet worden vanwege bijvoorbeeld oudergesprekken of informatieavonden. Wordt daardoor (in opdracht van de directeur) in die week meer dan 40 uur gewerkt dan zijn dat overuren die gecompenseerd moeten worden. Daarmee kan de aanspraak op vakantiedagen weer wat worden verruimd. Nu is de verleiding natuurlijk groot om tijdens de schoolweken veel overuren af te spreken, waardoor onderwijsgevenden toch weer alle schoolvakanties vrij zijn. Het risico daarvan is natuurlijk dat het doel van de 40-urige werkweek (vermindering van werkdruk) niet zal worden gehaald. Daar kan tegenin worden gebracht dat de werkdruk toch wel blijft, ook met een 40-urige werkweek. VERLOFREGISTRATIE Is het straks nodig om voor iedereen een verlofkaart bij te houden en is dat niet veel werk? Ik denk dat het zinvol is om dat te doen. Het voorkomt misverstanden over opgenomen verlof en gemaakte overuren. Of het meer werk is betwijfel ik. Voorheen moest iedereen zijn gewerkte uren bijhouden om te weten of hij niet te veel of te weinig uren maakte. Toen was het enige dat vaststond de normjaartaak van 1659 uur. Nu kan iedereen volstaan met het bijhouden van verlofuren. Dat zijn er maar 428.
WIST JE DAT... • Brede School Parkrijk aan het eind van dit schooljaar de deuren sluit? • het voornemen om ermee te gaan stoppen in een bewogen en emotionele bijeenkomst aan de ouders kenbaar is gemaakt? •
4
de leerlingen van de school overstappen naar andere scholen in de buurt en dat door de directie en IB hard wordt gewerkt aan een goed begeleide overstap?
•
voor de medewerkers van de school een passende werkplek wordt gevonden op de andere Salomoscholen en wie weet ook op jouw school?
•
de tekst van het nieuwe Strategisch Beleidsplan voor de komende vier jaar klaar is en nu besproken gaat worden met de GMR en de Raad van Toezicht?
•
de schooldirecties op 20 april een leerzaam “schoolreisje” hebben gemaakt naar Eindhoven, waar o.a. in de voormalige Philips Boardroom een innovatiespel is gespeeld ?
• na de zomervakantie de nieuwe, verfrissende Salomo website de lucht in gaat? • je leuke en interessante nieuwtjes nog steeds rechtstreeks kan sturen naar Els,
[email protected]? • er dit jaar goed gebruik gemaakt is van de Salomowijzer? • het scholingsprogramma voor het nieuwe schooljaar binnenkort op de Salomowijzer verschijnt? • en je je via deze Salomowijzer kunt inschrijven voor de training naar keuze?
COLUMN ICT
TOOLS OM TE TESTEN Dit keer beschrijf ik 2 (web)tools die goed bruikbaar zijn in de klas en niet ingewikkeld zijn in gebruik. Het zijn tools waarmee je in de klas een quiz kan doen, een toets kan maken of een discussie kan starten. Beide tools zijn gratis, je hoeft alleen een account aan te maken. Beide tools zijn geschikt voor tablets en smartphones (Apple, Windows of Android) en computers. Tekst: Jeroen van Hoek KAHOOT! Als je een peiling, quiz of een discussie wilt houden is Kahoot! (www.getkahoot.com) zeer geschikt.
tijd om is of iedereen heeft geantwoord volgt een overzicht van de gegeven antwoorden op het bord. Je bepaalt zelf wanneer je naar de volgende vraag gaat, zodat je de mogelijkheid hebt om de antwoorden op de gestelde vraag te bespreken.
Een leerling (of een groepje) start de app of gaat naar www.kahoot.it om een game-pin in te voeren. Voor elke activiteit genereert Kahoot! een nieuwe game-pin. De vragen verschijnen niet op het apparaat maar komen op het bord te staan. Op het scherm van de leerlingen staan symbolen die verwijzen naar de vragen. Door binnen de gegeven tijd, die per vraag instelbaar is, op een symbool te klikken wordt het antwoord gegeven. Aan de vragen kun je afbeeldingen en filmpjes toevoegen. Als de
Als quizversie kun je de leerlingen punten laten verdienen door het geven van de goede antwoorden. Na elke vraag verschijnt een ranglijst op het bord. In de discussieversie stel je één vraag en peil je de meningen. Je krijgt een overzicht van de antwoorden te zien en je kunt dan in gesprek gaan over de gestelde vraag. In principe dezelfde werking als bij de quiz, alleen is er geen ranglijst want er worden geen punten gegeven. Je kunt in de discussieversie ook niet een juist antwoord instellen. Je kunt overigens alle gegeven antwoorden vanuit Kahoot! exporteren naar een Excel sheet voor een eventuele analyse. SOCRATIVE Ook hier kun je vragen invoeren die de leerlingen real time gaan beantwoorden nadat een lokaalcode is ingevoerd. Een groot verschil met Kahoot! is dat de vraag die je stelt zichtbaar is op het device van de leerling(en). De voortgang van de enquête of toets is direct te zien op het bord. De soort vragen die je kunt maken zijn meerkeuze, juist/onjuist en een
• er in het scholingsprogramma veel aandacht besteed wordt aan ict, zoals mediawijsheid en i-padgebruik in de klas? • we verwachten dat er ook trainingen worden aangeboden in samenwerking met St. Bavo en Spaarnesant? • je dan ook bij zo’n scholing collega’s van Spaarnesant en St. Bavo zult ontmoeten? • er op 17 juni een gemeentelijke conferentie plaatsvond over vve? • twee scholen van Salomo als eindtoets IEP hebben gebruikt, tot volle tevredenheid?
• er gezocht wordt naar twee nieuwe leden voor onze Raad van Toezicht? •
de gemeenteraad van Bloemendaal 4,5 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld voor de nieuwbouw en inrichting van de Bos & Duinschool met daarbij een ondergrondse gymzaal?
• dit een grote gymzaal wordt, omdat ook de Hartenlust Mavo hiervan gebruik gaat maken? • ook bij de KWS wordt gekeken naar een oplossing voor tijdelijke huisvesting en we ook daarover in gesprek zijn met de gemeente?
kort antwoord. Tijdens de toets krijgen de leerlingen direct feedback op hun antwoord en ze worden door het systeem niet gedwongen om binnen een gestelde tijdslimiet te antwoorden. (www.socrative.com)
Tenzij je kiest voor de ruimterace, dan kan het een wedstrijdje worden wie het snelst kan antwoorden op de vragen. De voortgang hiervan wordt grafisch weergegeven. Nadat je klaar bent met de toets kun je een slot enquête houden. Het is een evaluatie waarbij je vraagt of alles begrepen is en wat ze geleerd hebben van de sessie. Socrative biedt opties in de manier waarop je de sessie laat verlopen. Je kunt de leerlingen bij voorbeeld door de vragen laten bladeren zodat ze in eigen volgorde beantwoord kunnen worden. Socrative geeft je uitgebreide rapportages. En zo zijn er voor beide tools nog wel wat meer opties die hier niet beschreven zijn. Maar dat is iets wat je toch zelf even moet testen als je van deze tools gebruik wilt maken.
• Op 26 mei het convenant Cultuureducatie tussen schoolbesturen en gemeente Haarlem is ondertekend? •
de Prinses Beatrixschool via een impulsregeling van de RABO een bedrag van € 3.250 heeft gewonnen, omdat de school activiteiten voor de wijk een plek geeft?
• wij jullie allemaal weer een plezierige en ontspannen zomervakantie toewensen? Samengesteld door Els Kinneging
• de speeddatemiddag op 8 april weer succesvol verlopen is? www.salomoscholen.nl
5
NUMMER 30 | ZOMER 2015
EEN KIND IS VEEL MEER DAN DE CITO Op de Koningin Wilhelminaschool gaan ze na de zomervakantie beginnen met Ouderbetrokkenheid 3.0. Annemiek de Wit, leerkracht van groep 5, vertelt met bevlogenheid hoe hun team tot deze beslissing kwam. Het zaadje werd gelegd op de studiedag van Salomo in oktober 2014. Een nieuwe vorm van 10 minutengesprekken voeren. Daar zitten ook de kinderen bij. En de werkdruk? Die moet er lager door worden!
Wat ervoor en erna gebeurt, is veel belangrijker. Tekst: Betty van der Vlist
A
nnemiek: ‘Ons team was grotendeels bij de lezing die Peter de Vries gaf over een nieuwe vorm van ouderbetrokkenheid. Dat vonden we aansprekend. We deden de oudergesprekken zoals op de meeste scholen gebeurt: in november 10 minuten, voornamelijk over de sociaal emotionele ontwikkeling. Voor de zorgkinderen maakten we een aparte afspraak, die 20 minuten kon duren. In februari hadden we weer 10 minutengesprekken. De ouders van de zorgkinderen vroegen we direct na de Citotoetsen. We merkten aan de reactie van de ouders dat ze erg schrokken als de leerkracht naar ze toeliep. Ze hadden dan het idee: o jee, er is iets met mijn kind. Wij geven de Cito veel betekenis, terwijl we vinden dat een kind veel meer is dan de Cito. Dus dachten we als team: daar moeten we iets mee. Hier heb je veel assertieve ouders en we willen de ouders op een positieve manier betrekken. We hebben er een studiemiddag over gehad, onder elkaar, en in drie groepjes zijn we gaan brainstormen. Wat ligt dichtbij jou? Eensluidend vonden we dat we kinderen meer wilden betrekken bij het overleg. Ouders worden meer verantwoordelijk gemaakt en kinderen ook. Wij kunnen vragen aan de ouders: “Kunnen
6
jullie ons helpen met je kind?” Dan krijg je een positief samenwerkingsverband. Nu heb je wel eens het gevoel dat je tegenover elkaar staat. En de samenwerking gaat verder dan het vrijblijvende van alleen bij het schoolreisje helpen.’ HOE HEBBEN JULLIE HET NU VORM GEGEVEN? Annemiek: ’We hadden altijd in de derde week van september de informatieavond. Dat was eigenlijk eenrichtingsverkeer. Nu beginnen we met een startgesprek met ouders en het kind erbij. Vanaf groep 1. Met de kleine kinderen zullen we oefenen met rollenspelletjes, omdat het een nieuwe situatie is. We stellen vragen als: wat verwacht hij (het kind) van het schooljaar? Waar ziet hij tegenop? Wat vindt hij leuk? Wat zit je dwars? Wat kan je? Wat vind je moeilijk? De vragen worden aan het kind gesteld en de ouder zit erbij. Kinderen vertellen soms andere dingen thuis. Zo komen we meer te weten over het kind. Voor deze individuele gesprekken komen er drie arrangementen. Het basisarrangement is voor de kinderen die in de middengroep zitten. In de derde week van het schooljaar is het eerste gesprek, daarna in februari en juni. Steeds 10 minuten met het kind erbij.
Het tweede arrangement noemen we voorlopig het ‘puntjes op de i-arrangement’. Dit gaat om kinderen die net iets meer aandacht nodig hebben. Zij krijgen een gesprek in de derde week, in november, februari en juni. Een extra gesprek dus. Ook steeds 10 minuten. Dat staat aan het begin van het jaar vast. Het derde is het intensieve arrangement voor de zorgkinderen. In de derde week en verder iedere acht weken. Zo zijn er in mijn groep van 16 kinderen 8 zorgkinderen. Bij drie ervan gaat het om gedragsproblematiek: beweeglijk zijn, stoer doen, zich willen bewijzen, concentratieproblemen, heel slim en heel onhandig zijn, ook in de sociale context. De andere 5 hebben cognitief extra zorg nodig, o.a. door dyslexie. We willen ook een Nieuwjaarsborrel houden, een uur op een middag na schooltijd. Met de kinderen erbij, leerkrachten en ouders. Gezellig kletsen om het saamhorigheidsgevoel te benadrukken. Ouders nemen dan iets lekkers mee. Wie weet doen we ook nog een verbindingsspel. Dat moet nog bekeken worden. We willen het buddy-idee verder ontwikkelen. Hier zijn veel buitenlandse westerse ouders, ex-pats, gemengde huwelijken –Engels, Duits, Iers-, die niet altijd weten hoe het werkt in Nederland. We willen ouders aan elkaar koppelen om elkaar te helpen op allerlei gebied. Binnen het team wil iedereen dit. Omgaan met ouders is best moeilijk, ouders zijn soms veeleisend. Hoe kun je ze overtuigen dat je het beste wilt, dat je je best doet en dat je ouders ook verantwoordelijk maakt. En kinderen hoeven niets te verzinnen. We zijn echt gemotiveerd om dit te doen. Van te voren is er goede communicatie nodig met de ouders over hoe dit gaat en over wat onze motivatie is. Het liefst willen we de gesprekken overdag voeren, maar er zijn veel ouders die werken op dinsdag en donderdag. Waarschijnlijk komen er veel gesprekken op woensdagmiddag en wellicht op een avond. We verwachten dat de werkdruk iets lager wordt. Dat is helemaal mooi meegenomen. Het moet er niet weer bijkomen, maar in plaats van. We hebben hier allemaal een goed gevoel over.’ ‘Uit de ouderpeiling kwam oudercommunicatie als één van de verbeterpunten naar voren’, vertelt Debby Schouten, de directeur. ‘Na de meivakantie hoort de MR de concrete uitwerking. We willen ook meer over de brede ontwikkeling praten. Hoe vertrouwelijke dingen geregeld worden, waar kinderen niet bij hoeven te zitten; daar moet ruimte voor zijn’, vindt ze. ‘Maar niet dubbelop. In groep 7 en 8 doen we al ouderkindgesprekken en dat loopt prima. We gaan het wel oefenen met de kinderen. 3 stoelen komen er te staan. Het is niet de bedoeling dat een kind op schoot kruipt.’
DOOR HET OOG VAN EEN OUDER EN EEN LEERLING
DE STIJL VAN EEN KLEINE SCHOOL Een kleine school met een groot schoolplein en een goede sfeer. Dat was voor Brenda Smit de aanleiding om toch de overstap te maken. Ook het Daltononderwijs en de vaardigheden die de kinderen daarmee aangeleerd krijgen, spreken haar aan. Ze is er nog steeds blij om dat ze deze stap gezet heeft!
Brenda Smit met haar dochter Tekst: Brenda Smit Foto: Mariette Buist
T
oen onze eerste dochter werd geboren, verhuisden we van Amsterdam naar een klein dorpje. De school was zo klein
dat er “gekke” combinatiegroepen ontstonden. Vijf kleuters samen met twintig kinderen in groep drie was niet ideaal. Na een volgende verhuizing naar Overveen belandden we op een grote school. Een school met een goede naam en mooie resultaten.
KARSTEN WILDE EEN ANDERE SCHOOL Het leek mij leuk om in plaats van twee ouders aan het woord te laten komen in deze rubriek voor één keer een ouder en een kind te vragen. Karsten (groep 7) heeft afgelopen jaar een switch van school gemaakt, geheel op eigen initiatief, dat wekt mijn nieuwsgierigheid. Waarom, hoe vindt hij het bij ons, wat is er anders en wat wil hij komend jaar in groep 8 nog leren en meemaken? Tekst en foto: Debby Schouten WAAROM BEN JIJ PAS IN GROEP 7 NAAR DE KWS GEKOMEN? Een vriendinnetje bij mij uit de buurt zat al bij jullie op school en zij vertelde mij allerlei verhalen over zelfstandig werken, plannen en samenwerken. Dat klonk interessant en past prima bij mij. Samen met mijn ouders heb ik de school bezocht en ben ik in augustus hier begonnen. HOE WAS DE START IN GROEP 7? In het begin was het toch best wel lastig. Je krijgt een weektaak. Hierop staat al je werk en dat moet je dan wel goed plannen. In het begin had ik moeite met de planning en kreeg ik de weektaak niet af. Nu lukt dat veel beter. Ik vind het fijn dat we elke week met een maatje samenwerken. Er is veel ruimte om elkaar te helpen als je iets niet weet. Ook kom je door het samenwerken tot andere inzichten. Van
En toch ging het knagen… Iedere keer wanneer ik ons zoontje van de peuterspeelzaal ophaalde in het gebouw van de Koningin Wilhelminaschool, voelde ik de goede sfeer op deze school met het heerlijke grote schoolplein. Was dit niet veel meer onze stijl? Een kleine school waar iedereen elkaar kent, met een enthousiaste directeur en een mooie onderwijsstijl: het Daltononderwijs. Maar ik kon mijn kind toch niet nog een keer verplaatsen? Uiteindelijk hebben we het toch gedaan. We hebben drie kinderen en zouden nog lang naar de basisschool gaan. Gelukkig hebben we geen moment spijt gehad. De kinderen gaan heel graag naar school, de sfeer is opvallend rustig en ontspannen en het zelf leren plannen en verantwoordelijk zijn voor je werk spreekt ons enorm aan. Wat ik zelf erg leuk vind, is dat de school naast het vaste programma ook kunstprojecten organiseert. Onze kinderen hebben al trommellessen gehad, twee musicals gemaakt en zelf papier gemaakt en beschilderd. Ook is het heel fijn dat de leerkrachten alle leerlingen kennen waardoor de betrokkenheid groot is. Want als je kind zich blij en gezien voelt, dan gaat het leren een stuk gemakkelijker!
lossen willen leren. Volgens mij kan je een staartdeling veel korter oplossen. En…..ik zou ook heel graag weer een keer Koningspelen willen.
de mening of de oplossingsstrategie van een ander kun je een hoop leren. WAARIN VERSCHILT DE KONINGIN WILHELMINASCHOOL VAN JE VORIGE SCHOOL? Hier kun je op je eigen tempo werken. De leerkracht zorgt ervoor dat de weektaak past bij jouw niveau. Ben je ergens goed in, dan krijg je andere verwerkingsopdrachten, maar als je iets lastig vindt krijg je werk om extra te oefenen. Op mijn vorige school was alles klassikaal. Vond je iets makkelijk, dan moest je toch met de uitleg meedoen en wachten op de rest. Hier kun je gewoon verder werken. EN DAN VOLGEND JAAR GROEP 8, WAT STAAT ER OP JE WENSENLIJSTJE? Ik heb erg veel zin in groep 8. Gezellig met de hele groep op kamp en werken aan de eindmusical. Ook zou ik graag voor rekenen een paar korte manieren om een som op te
Karsten heeft veel zin in groep 8!
7
NUMMER 30 | ZOMER 2015
WISSELENDE STIJLEN Op de Bavinckschool werkt Peggyann. Begonnen als stagiaire in kleurrijke outfits, creatief en enthousiast. Voor haar komt stijl overeen met persoonlijke keuzes en voorkeuren. Eigen keuzes maken en dit bewust doen. Aan haar groep wil ze een speelse en reflectieve stijl tonen. Die creativiteit wil ze in allerlei vormen aan kinderen doorgeven. Eerst in groep 6 en nu bij de kleuters. Tekst: Nanda Klaassen Foto’s: Joost Uitermark
Z
o’n jaar of vier, vijf geleden, ik was nog niet zo lang directeur van de Bavinckschool, was Peggyann stagiaire in de kleutergroep van collega Hermi. Sprankelend en opvallend. Bijna iedere dag een andere kleur haar (van paars tot rose, van geel tot blauw of een combinatie daarvan), flitsende kleren, een tutu en aparte schoenen. Kortom: om Peggyann ging niemand heen. Ze viel op en werd herkend.
Ze kwam en bleef. Maar nu toch weer in een kleutergroep. Toen we tijdens de redactievergadering van deze Impuls bedachten dat de titel van deze vernieuwde Impuls STIJL werd, was het vanzelfsprekend dat we aan Peggyann dachten. En wat dacht je, ze houdt wel van een uitdaging en wilde geïnterviewd en gefotografeerd worden. Het duurde even voordat we een datum konden prikken maar het lukte.
Speelsheid in kleding Zij vertelt dat haar moeder haar vroeger meenam naar mooie kinderkledingwinkels en haar in Oilily-kleding wilde zien. Dat wilde Peggyann perse niet. “Veel te veel kleur.” Als de verkoopster in de winkel aan haar moeder vroeg welke keus zij voor haar dochter deed, verwees zij hen altijd naar Peggyann: “ Vraag mijn dochter maar...” Voor de klas wil Peggyann een speelse en reflectieve stijl laten zien. Ze wil kinderen leren dat je altijd zelf je keuzes moet maken en voor jezelf moet kiezen. “Je hebt zelf hersens. Dat heb ik in mijn jeugd geleerd”, vervolgt ze. “Je kunt je eigen keuzes maken. Dan heb je meerdere opties om uit te kiezen”. De stijl van kleden is toch wel wat mij integreert. Hoe maakt zij haar keuzes? “Ik maak een bewuste keus hoe ik mij kleed en wanneer ik dat doe. Toen ik de Kunstacademie deed, maakte ik mijn eigen kleding. Had ik een mooi hemd aan waar mijn eigen gemaakte zeefdruk opstond. Ik werkte in die tijd ook in een schoenenwinkel en werkte daar in een mantelpakje met pumps”.
Kinderen uitdagen om oplossingen te bedenken Daarbij was ze een enthousiaste leerkracht in spe. Als een kind zo blij in de kleutergroep, creatief en enthousiast. Na de stage verdween ze uit beeld maar vergeten werd ze niet. Toen 2 jaar geleden collega Bert de Swart ernstig ziek werd, was de naam van Peggyann snel genoemd. Voordat we met onze ogen konden knipperen, was ze weer in de school aanwezig en nam groep 6 voor haar rekening. Heel iets anders dan een kleutergroep, maar met grote inzet en hulp van ons allen heeft ze dit jaar goed afgesloten.
8
Als ik Peggyann vraag naar wat zij onder STIJL verstaat, geeft ze een definitie: stijl is persoonlijke keuzes en voorkeuren. Hoort het bij leeftijd? Pas jij je aan? Wat hoort bij jou?
De verschillende Peggyanns worden zichtbaar: “Toen ik stage bij de kleuters liep, koos ik voor speelsheid in kleding en waren tutu’s een logische keus. Ik voelde me vrij om dat daar te doen”.
Het duurt even voordat ik goed naar Peggyann luister, want mijn beeld van stijl is dat je je positioneert ten opzichte van je omgeving, wellicht afzet of in ieder geval wil opvallen.
De PABO zorgde opnieuw voor een verandering. “Ik pas mijn kleding aan aan mijn bui. Niet om me af te zetten, niet om op te vallen. Gewoon omdat ik de keus op dat moment maak om me zo te kleden”.
Peggyann: “In mijn opvoeding heb ik van mijn ouders geleerd dat ik eigen keuzes moet maken en waarom. En als ik dat doe moet ik weten waarom ik achter mijn keuzes sta”.
Twee jaar geleden kreeg Peggyann van 2 leerlingen uit groep 6 een afscheidscadeau. Hun moeder had Peggyann geschilderd en een
aantal pruikjes (met klittenband) gemaakt die steeds opnieuw op het schilderij gedaan kon worden. Peggyann met groen, geel, paars, roze, rood haar... Dat zie ik nu niet meer. Peggyann: “Na de geboorte van onze kleine Billy (vorig jaar zomer) heb ik geen behoefte meer aan al die kleuren. Mijn kleding is ook anders geworden. Zoals het nu is, zo hoort het nu bij mij. De periodes van Kunstacademie en PABO zijn voorbij. Iedere fase in mijn leven laat mij in die fase zien.” Creativiteit is een belangrijk gegeven in Peggyanns leven. Dit wil ze doorgeven aan kinderen.
“
Ze vindt dat geweldig om te doen. Niet alleen creatief zijn in knutsels, tekeningen en schilderijen. Maar ook in de gesprekken en contacten met ouders, in de rapporten die ze schrijft. Dit kader ervaart ze als een positieve verplichting mits er geen ‘rare eisen worden gesteld’. Ook in groep 6 heeft ze de creativiteit kunnen laten zien. Als leerlingen bijvoorbeeld moeite hadden met geschiedenis, dan zocht Peggyann naar mogelijkheden om hen te betrekken. ‘Het leven van een loser’ stond in de belangstelling en zij gebruikte die figuur om een rol te laten spelen in de geschiedenisverhalen. Noem dat maar geen creativiteit... Zoon Billy in kleur
Ik pas mijn kleding aan aan mijn bui. Niet om me af te zetten, niet om op te vallen. Peggyann noemt creativiteit in denken: oplossingen bedenken, het oplossend vermogen bij mensen en kinderen. Dat is niet altijd het eerste waar je aan denkt bij dat woord. “Zeker bij kleuters” , vindt Peggyann. “Een kleuter bedenkt bij de materialen hoe hij die gaat gebruiken. Het zijn vaak spontane kleurrijke kunstuitingen”. We sluiten ons gesprek af met een blik op het laatste thema bij de kleuters ‘sprookjes’ . Naast de ‘werkjes’ komt zij ook met voorbeelden hoe zij de kleuters uitdaagt om oplossingen te bedenken in een verhaal. “Hoe komt de kabouter bij Sneeuwwitje als de brug weg is?” Een collega met stijl. Wisselende stijlen. Nieuwsgierig en creatief. Een creatieve stijl. Wie wil dat niet?
Creativiteit is een belangrijk gegeven
www.salomoscholen.nl
9
NUMMER 30 | ZOMER 2015
VAN BOLLENSCHUUR TOT SCHOOLGEBOUW Hoera feest! 75 jaar geleden opende de Koningin Wilhelminaschool voor het eerst haar deuren. Reden voor de school om dit schooljaar feest te vieren. Niet één dag, niet één week, maar gedurende het gehele schooljaar hebben zij diverse activiteiten georganiseerd om dit jubileum te vieren. En wat voor activiteiten! Een jubileumlied, een lustrumdiner, kijken naar de toekomst én het verleden, een tekenatelier, een musical, de Wilhelminadag en een glossy.
Tekst: Debby Schouten Foto’s: Joep van Etten, Arnaud Jansen en uit eigen archief VAN BOLLENSCHUUR NAAR SCHOOLGEBOUW Op 1 september 1939 opende de Koningin Wilhelminaschool voor het eerst haar deuren. Van een echt schoolgebouw is dan helaas nog geen sprake. De 50 leerlingen die de school telt, krijgen les in een voormalige bollenschuur. Na veel overleg tussen de gemeente, het bestuur en een architect, is er zo’n 12 jaar later een echt schoolgebouw gerealiseerd aan de Dompvloedslaan. De school heeft rustige periodes maar ook onstuimige jaren gekend. Zo telde de school in 1956 298 leerlingen en in 1992 slechts 68 leerlingen. Nu telt de school zo’n 190 leerlingen en
Krantenknipsel van 75 jaar geleden bouwen wij samen met de leerlingen en ouders aan een school waar de brede ontwikkeling van het kind centraal staat. Een plek waar iedereen gezien wordt, zichzelf mag zijn en zich kan ontwikkelen. JUBILEUM Een jubileum laat je natuurlijk niet onopgemerkt voorbij gaan en samen met het team
hebben wij invulling gegeven aan dit feestelijke jaar. Op 1 september hebben wij samen met de leerlingen en de ouders het jaar feestelijk geopend. Een jaaropening staat ieder schooljaar op het programma en meestal ook gelijk de eerste dag van het schooljaar, maar vanwege het jubileum hebben we de opening op maandag 1 september 2015 gehouden. Natuurlijk klonk er een jubileumlied en zongen alle leerlingen luidkeels “Onze school is jarig, hiep, hiep, hoera”! In het bijzijn van iedereen hebben we gelijk al onze jubileumactiviteiten bekend gemaakt. LUSTRUMDINER Allereerst hebben we als afsluiting van de Kinderboekenweek een lustrumdiner georganiseerd. De rode loper hadden we uitgerold en alle kinderen maakten groots hun entree. De school was verdeeld in twee bouwen, de onderbouw en de bovenbouw en iedere groep
Alle kinderen met het team bij elkaar
10
Lunch!
zat met elkaar in één deel van het gebouw. Samen met de kinderen hebben we een diner samengesteld en iedereen nam iets mee. In de gang was een langgerekt buffet en de kinderen mochten hun bordje volscheppen en vervolgens in een van de klassen aan een mooi gedekte tafel een plekje kiezen. Hoe sfeervol is het om zo met elkaar en klassendoorbrekend te dineren! Leerzaam was het ook, want waarover praat je met je tafelgasten? Hoe houd je een gesprek op gang?
CREATIEF Elk jaar organiseert het KWS-fonds (een fonds bestaande uit ouders) in samenspraak met de school een activiteit die doorgaans niet uit het reguliere budget betaald kan worden. De afgelopen 4 jaar hebben in het teken gestaan
“
tief van de leerlingen van groep 8. Kort nadat bekend was gemaakt dat het Glazen huis in 2014 in Haarlem zou komen te staan, stonden er drie leerlingen (toen nog groep 7) voor mijn bureau. Zij wilden graag een ludieke actie: 24 uur lang op school blijven en les krijgen. In het
mmmm….geroosterde sprinkhanen en meelwormen smaken best lekker!
van de creatieve vakken. Zo hebben we een groot muziekproject gehad, een tekenatelier, een musical van Mamagaai en hebben we handvaardigheidslessen georganiseerd met materiaal die je niet zo snel in de klas gebruikt
najaar hebben we, de leerkracht van groep 8, de leerlingen en ik, de actie verder uitgewerkt. Na de gewone lesdag gaven twee gastdocenten van het Rode Kruis de aftrap met een les over hun werkzaamheden. Daarna waren er ieder
Toekomstbeelden BACK TO THE FUTURE De Kinderboekenweek werd in rap tempo opgevolgd door een schoolbreed thema. Hoe toepasselijk klinkt het project ‘Back to the future?’ Verleden en toekomst komen samen in één project. Bij de invulling van het thema zijn we uitgegaan van de keuzevrijheid van het kind en heeft iedere groep samen met de leerkracht een onderwerp gekozen. Zo werkte groep 6 de geschiedenis van de buurt uit en had de leerkracht aan het eind van het project een speurtocht in de wijk uitgezet. In groep 8 werkten de kinderen in teams een zelf gekozen onderwerp uit, zoals voedsel uit het verleden, heden en de toekomst, speelgoed door de jaren heen, de woning van de toekomst. Tijdens de afsluiting heeft iedere groep het resultaat gepresenteerd aan elkaar en aan de ouders en kon iedereen in groep 8 zelfs ons voedsel van de toekomst proeven, mmmm….geroosterde sprinkhanen en meelwormen smaken best lekker!
Back to the Future
Kunstproject (mozaïeken, celbetonhakken). Tijdens het jubileumjaar hebben we zoveel mogelijk van deze activiteiten herhaald. In de kerstperiode heeft ieder groep iets geknutseld, dat we vervolgens tijdens de kerstmarkt aan ouders en belangstellenden hebben verkocht. De opbrengst hiervan is geheel ten goede gekomen aan Serious Request. Deze cheque met een bedrag van €2942,35 heeft groep 8 op de Grote Markt overhandigd aan het Glazen Huis. Het bedrag op de cheque was de optelsom van de opbrengst van de kerstmarkt en de 24-uurs actie van groep 8. De 24 uurs actie was een initia-
uur diverse workshops voor de kinderen om uit te kiezen. De workshops werden gegeven door ouders, vaders en moeders van leerkrachten, de leerkrachten van de school en zelfs Hakim is voor een gastles drama op school geweest. Omgekeerd verstoppertje spelen om 03.00 uur in de nacht is voor iedereen een bijzondere ervaring. Gedurende de nacht kwamen ook de ouders langs voor een kopje koffie en een praatje. Samen met Freya en de leerlingen ben ik 24 uur op school geweest en dat leverde een bedrag van €2.412,60 op.
www.salomoscholen.nl
11
NUMMER 30 | ZOMER 2015
Circusdirecteur Rosanna Metselaar MAMAGAAI Nog een keer een geweldige voorstelling waarbij ieder kind op het podium mag staan. Dat stond hoog op ons verlanglijstje. Onder leiding van theaterschool Mamagaai en deels gefinancierd door het KWS-fonds hebben we deze droom kunnen realiseren. Gelijk na de voorjaarsvakantie hebben juf Suzanne en Juf Ymke van theaterschool Mamagaai ons team versterkt. Op twee dagen in de week, 6 weken lang, hebben zij met alle groepen en de leerkrachten gewerkt aan een voorstelling. Op woensdag 15 april heeft Cirque du KWS de voorstelling FEEST ten tonele gebracht
Mamagaai met de hele school
12
in het Schoter. Woensdagmiddag om 16.00 uur werden alle kinderen bij het Schoter afgezet en hebben we eerst de generale repetitie gehouden. Best spannend, zou alles wel lukken en hoe zou het decor eruit zien? Na de repetitie hebben we met de kinderen in de aula van de school gegeten. Daarna was er tijd om ons om te kleden en te schminken. Om 19.00 uur zat de zaal vol met ouders en belangstellenden . Onze eigen circusdirecteur Rosanna Metselaar opende samen met haar assistent ‘Mikado’ de voorstelling. Wat hebben de kinderen genoten om voor één keer als artiest op een podium te staan en wat waren de ouders trots!
Wilhelminadag WILHELMINADAG Net als de jaaropening sluiten wij ook ieder jaar feestelijk af met een eindfeest. Bij ons op de Koningin Wilhelminaschool doen we dit met de Wilhelminadag. Altijd weer een feest om met ouders en kinderen terug te blikken op een mooi jaar. De oudercommissie organiseert de gehele avond: van spelletjes voor de kinderen tot een barbecue voor groot en klein. Dit schooljaar organiseert de school een vossenjacht en gaan de kinderen in de wijk op zoek naar alle vossen. Ze verzamelen letters en met die letters maken ze een woord. De winnaar zal aan het einde van de avond worden getrokken uit de ton met alle goede oplossingen. Zullen de kinderen de straatmuzikant, de glazenwasser, de toiletdame en de piraat met zijn boot vinden?
JUBILEUM MAGAZINE Als klap op de vuurpijl de lancering van ons jubileum magazine. Een groep betrokken en enthousiaste ouders werkt nauw met de school samen aan een glossy. Het idee voor een magazine is in het najaar ontstaan bij de PR- commissie. Een origineel idee, maar wat een werk! Dit project kon niet alleen door de leerkrachten gedragen worden. In de nieuwsbrief van januari hebben we dan ook een oproep gedaan aan alle ouders en wat een reacties hebben we mogen ontvangen. Al snel hadden we een team van 17 ouders bij elkaar en werden de taken verdeeld. Gelukkig heeft één van de ouders veel ervaring met het maken van een tijdschrift en konden we op professionele wijze invulling geven aan het blad. Na het vullen van de ‘plank’, hebben twee grafisch vormgevers een speciaal logo ontworpen en konden de tekstschrijvers aan de slag met hun artikel of interview. Op dit moment is één
ouder (ook grafisch vormgever) druk bezig met alle artikelen, zodat het tijdschrift kant en klaar bij de drukker wordt afgeleverd en gedrukt kan worden.
Hard aan het werk voor de glossy Iedere groep vertelt over de hoogtepunten van dit schooljaar, filosoferen de kinderen over de school van de toekomst, koken we de wereld rond, wordt een leerkracht geïnterviewd door
“
TOEKOMST Komend schooljaar gaan we ‘rustig’ verder bouwen aan de ontwikkeling van de school. Een Daltonschool waar de brede ontwikkeling van
Net als de jaaropening sluiten wij ook ieder jaar feestelijk af met een eindfeest.
een leerling en zijn twee oud-leerlingen aan het woord. Ook is er in het blad ruimte voor ons Daltononderwijs en vertellen leerlingen die ook in het buitenland op school hebben gezeten wat de verschillen zijn tussen onderwijs op de Koningin Wilhelminaschool en in het buitenland. Al met al een glossy om te bewaren! Vrijdag 19 juni zullen wij met trots het magazine aan de ouders uitreiken
het kind centraal staat. Een plek waar kinderen, ouders en leerkrachten van en met elkaar leren. Een plek waar iedereen gezien wordt, zichzelf mag zijn en zich kan en mag ontwikkelen. Ik ben trots op deze school en met dit team. Trots om samen te bouwen aan het onderwijs van 2032! Wij zien de toekomst dan ook zonnig en vol vertrouwen tegemoet. En... natuurlijk viert de school over 25 jaar ons honderd jarig bestaan!
De bijdrage van groep 6
www.salomoscholen.nl
13
NUMMER 30 | ZOMER 2015
HA, DAAR IS DE IPAD JUF WEER! om met ICT te werken, is het belangrijk dat ik er ook voor zorg dat de technische kant goed blijft functioneren. ZIJN ER VERSCHILLEN IN STIJLEN OP DE DRIE SCHOLEN? Ja natuurlijk, alle drie de scholen hebben een eigen visie op onderwijs en hebben ook alle drie zo hun specifieke ontwikkelpunten op het gebied van ICT. Het is mijn taak om hier flexibel mee om te gaan, maar ook om te kijken waar uniformiteit wenselijk en mogelijk is. Grappig is wel dat als het gaat om de kinderen er weinig verschil is. Kinderen zijn altijd gemotiveerd en enthousiast om iets nieuws uit te proberen. Zo word ik op de Koningin Wilhelminaschool door de kleuters vaak begroet met: “Ha, daar is de iPad juf weer!”.
De iPad in gebruik
Tijd voor een gesprek met Liesbeth Jansen, een flexibele ICT-duizendpoot. Zij is al vanaf het begin dat Salomo met ICT-coördinatoren werkt de ICT-coördinator op de Bosch en Hovenschool in Heemstede. Sinds dit schooljaar heeft zij haar takenpakket echter uitgebreid en is zij ook op de Dreefschool en op de Koningin Wilhelminaschool cluster ICT-er. Een functie die zij samen met Joost Uitermark en Jeroen van Hoek uitvoert. Met zijn drieën zijn zij verantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van het ICT- onderwijs op 10 Salomoscholen. Toch heeft iedere school en iedere cluster ICT-er zijn eigen stijl. Hoe doe je dat, vorm en inhoud geven aan ICT op drie verschillende scholen? Tekst: Debby Schouten Foto’s: Liesbeth Jansen en Debby Schouten HOE ZIET JOUW WERKWEEK ERUIT? Op maandag en dinsdag werk ik als leerkracht van groep 1-2 op de Bosch en Hovenschool en op de woensdag en donderdag voer ik mijn ICTtaken uit op drie scholen. Om de week ben ik op
“
ICT zal een steeds grotere rol gaan spelen in het onderwijs.
donderdag bij De Koningin Wilhelminaschool of de Dreefschool. De ICT- taken zijn natuurlijk niet precies in deze twee dagen uit te voeren. Een technische storing of een vraag van een collega op maandag laat ik natuurlijk niet tot woensdag liggen. Als je wilt dat iedereen gemotiveerd blijft
14
De voordelen van het Touch-screenbord
WELKE ONTWIKKELINGEN HEB JIJ ZOAL IN GANG GEZET HET AFGELOPEN JAAR? Laat ik beginnen met de ontwikkelingen die voor alle drie de scholen hetzelfde zijn. Zo heb ik het afgelopen jaar ervoor gezorgd dat de scholen voorzien zijn van een draadloos netwerk, begeleid ik het traject om de leerlingendossiers geheel in Dotcom te zetten en heb ik de leerkrachten van groep 1-2 begeleid in de mogelijkheden die er zijn met een Touch-screenbord. Daarnaast ben ik op de Koningin Wilhelminaschool nauw betrokken bij de invoering van de iPads in groep 1-2 en hebben we onlangs een enquête gehouden onder alle leerkrachten
COLLEGA IN DE SPOTLIGHTS
DANSEN IN STIJL MET FREYA Op de Koningin Wilhelminaschool werkt Freya Verzijlbergh, leerkracht van groep 8. In haar vrije tijd is ze niet alleen te vinden bij de reddingsbrigade van Bloemendaal, maar gaat ze ook graag dansen. Deze hobby zie je bij haar terug in de klas. Zeker in dit jaar van het 75-jarig bestaan! Tekst: Freya Verzijlbergh Foto’s: Privearchief
B
ewegen op muziek heb ik van kleins af aan al heel erg leuk gevonden. Als heel jong meisje heb ik op ballet gezeten. Helaas ben ik ermee gestopt omdat ik niet op
“
en ben ik samen met een aantal klasgenootjes bij danscentrum Vos begonnen met stijldansen. Het stijldansen heb ik daarna 15 jaar lang volgehouden. Helaas moest mijn danspartner door tijdgebrek stoppen. Gelukkig gaan we binnenkort weer beginnen! Dus wie weet staan we komend jaar weer op de dansvloer.
Kinderen leren stijldansen… ik heb het nog nooit geprobeerd maar wie weet!
spitzen wilde dansen. Die puntige schoentjes aan mijn voeten, dat leek mij nogal pijnlijk. Op de middelbare school was stijldansen erg hip
Eerst flink oefenen en dan weer snel een wedstrijd dansen. Het blijft toch heel erg kriebelen.
Freya en haar danspartner Op school moeten groepen die ik lesgeef er ook vaak aan geloven. Als er een kans is om een dans te doen met de klas, dan grijp ik deze met beide handen aan. Onlangs hebben we met de hele Koningin Wilhelminaschool een spetterende voorstelling voor ouders gegeven in het kader van ons 75-jarig jubileum. Mijn enige eis voor een optreden was: een “vette choreo”, een pakkende dans, die de ouders versteld zouden laten staan van hun eigen kinderen. Ik geloof dat iedereen kan dansen! Spetterend was het zeker! Ik heb iedere dag met de kinderen geoefend en met de uitvoering kreeg ik zelfs kippenvel! Nu is groep 8 volop aan het oefenen met de musical… en tsja, het zal mij toch niet gebeuren dat de kinderen tijdens de liedjes stil op het toneel staan. Hier en daar een danspasje zal er zeker niet ontbreken! Kinderen leren stijldansen… ik heb het nog nooit geprobeerd maar wie weet!
Ook de kinderen moeten eraan geloven.
van de school om zo de ontwikkelpunten voor het komend schoolplan vast te stellen. Waar hebben de leerkrachten behoefte aan? Wat vinden ze moeilijk? Waarin kunnen ze elkaar helpen? HOE ZIE JIJ DE TOEKOMST ALS HET GAAT OM ICT? Nu alle drie de scholen voorzien zijn van een draadloos netwerk is de volgende stap dat we gaan kijken welke divices passen bij de school en het netwerk. Hoe digitaal wil de school de leerstof gaan verwerken en hoe draagt dat bij aan de betrokkenheid en motivatie van de kinderen? Daarnaast is het ook belangrijk dat
de leerkrachten mee gaan met de nieuwste ontwikkelingen. ICT zal een steeds grotere rol gaan spelen in het onderwijs. Er is dus nog genoeg te doen volgens Liesbeth!
Leuk op de iPad!
www.salomoscholen.nl
15
NUMMER 30 | ZOMER 2015
EEN STIJL VAN LEIDING GEVEN Een sportieve stijl van leidinggeven, zo beschrijft Betty van der Vlist –directeur van de Willem van Oranjeschool- haar stijl. Ervoor gaan, als team, met elkaar, maar ook tegen je verlies kunnen, want je kunt niet altijd winnen. Je kunt niet altijd je zin krijgen. En volhouden. Kijken waar je je kunt verbeteren. Door te trainen en daarop coachen. Een spelelement aanbrengen kan helpen.
(of niet handig)”, vervolgt ze. “Je slaat de bal in het net. Niemand hoeft je dan te vertellen dat je het fout heb gedaan. Dat weet je zelf ook wel.” In mijn hoofd passeren meerdere dingen de revue. Ze heeft gelijk. Op zo’n moment heb je feedback nodig die je verder helpt, je hoeft niet afgerekend te worden. “En, niet onbelangrijk”, vindt mijn collega. “Je moet tegen je verlies kunnen. En kunnen volhouden!” Ze denkt terug aan een fietstocht die ze naar Egmond maakte. Nog 20 km te gaan. De wind behoorlijk tegen. Menigeen zou zijn omgekeerd. Betty niet. “ Verstand op 0 en doorgaan”. Niet gefrustreerd raken, afmaken waar je aan bent begonnen. Fietsen hoort bij Betty. Ze heeft een, wat mij betreft, een echte Betty-fiets. Als ik die fiets zie staan, dan weet ik dat zij er is. Afgelopen zomer heeft zij een fietstocht in Toscane gemaakt. De berg op. Haarspeldbochten en niet weten wat er achter de bocht tevoorschijn komt....” Weer zo’n kreng, verder omhoog, doorfietsen maar.....”
Betty op de fiets Tekst: Nanda Klaassen Foto’s: Joost Uitermark
D
at heb ik nog niet eerder gedaan. Mijn collega-redacteur en directeur interviewen over haar stijl van leidinggeven. Aan de keukentafel gezeten is het niet moeilijk om met elkaar in gesprek te komen. Daar hebben we nooit moeite mee, maar een gesprek over een direct onderwerp: STIJL, is anders dan anders. Natuurlijk heeft Betty er vooraf over nagedacht. Ik ken haar als iemand die alles goed overweegt en beslagen ten ijs komt.
Tennis ziet Betty als een technische sport. Je kunt je blijven ontwikkelen, je techniek bijschaven. (Heb je de link met het onderwijs nog te pakken?) “Je doet bijvoorbeeld iets stoms
Betty omschrijft haar stijl van leidinggeven als sportief maar noemt zichzelf ook een leidinggevende met een coachende stijl. Ze geeft als voorbeeld dat binnen teamsporten je er samen voor gaat, je samen een doel hebt. Een schoolteam aansturen is eigenlijk niet anders. Het heeft geen zin om elkaar steeds te vertellen dat je iets niet goed doet, daar word je echt niet beter van. Dat wat er goed gaat, dat moet je benadrukken. Betty is een sportieve dame. “Ik heb mijn hele leven gesport en doe dat nu nog. Vroeger was het vooral volleybal en tennis. Tennissen doe ik nu nog. Daarnaast fiets ik veel”.
16
Betty op de stoep
Het doet mij denken aan mijn eerste wandelvakantie. Iedere dag 20/25 kilometer lopen. Als je dat nooit eerder gedaan hebt, heb je geen idee wat die afstand voor je betekent. Doorzetten, niet opgeven, uitzicht hebben op wat er komen gaat. (Goed hotel, een goed glas wijn en lekker eten in mijn geval).
Duidelijk wat mij betreft. Dan heb je inderdaad een coachende leidinggevende nodig. Dat is voor iedereen een zoektocht. Tennissen is een sport waar Betty soms lessen neemt om haar techniek te kunnen verbeteren. Ze trekt de lijn door naar de school: “Ik zie dat als collegiale consultatie binnen de school. Leren van elkaar om zodoende je werk te verbeteren. Professioneler te (kunnen) worden”. “ In de klas is het belangrijk om spellen te doen. Of spelletjes te spelen. Leren in spelvorm is echt een aanrader. Je leert om tegen je verlies te kunnen en wat het betekent om beter te worden (te winnen). Je stelt je doelen steeds hoger. “Eigenlijk een soort competitie, steeds een beetje beter worden.
De teller van Betty Naast haar tennis, fietsen en werk zwemt Betty iedere week een (1) kilometer. Samen met een goede vriendin. We stellen vast dat ze ‘competitief’ is. Ze moet het afmaken en graag goed.
“
Opnieuw vroeg ze naar het cijfer. Een 9 1/2 was het antwoord: ‘Ik moet het verder leren.’ Trainen, weer een sportterm, hij moet verder trainen om het zich eigen te maken.
Wist je dat sporten ervoor zorgt dat er antistresshormonen worden aangemaakt? Die hebben we bij tijd en wijle wel nodig. “Je maakt ook meer hersencellen aan”, onderwijst Betty
Leren van elkaar om zodoende je werk te verbeteren.
Maar als je dan zo sportief bent, wat is er dan zo leuk aan directeur zijn? Heb je dan niet de behoefte aan meer vrijheid? Leg eens uit waar dat sportieve, coachende dan in terugkomt.
Betty gaat verder: “Het gaat nu eenmaal niet altijd zoals jij het wilt. We willen graag een Rots en Waterschool zijn. Het gaat om de balans. Wat heb je nodig om verder te kunnen?’.
me, “Ook bij muziek maken. Zingen en muziek maken hebben hetzelfde effect. Daar is onderzoek naar gedaan”. En daar word ik dan weer blij van!
De bevlogenheid is zichtbaar. Betty vindt het uitdagend om samen met haar collega’s een echte onderwijsvisie te delen. In deze baan heb je veel zeggenschap om je ‘ droomschool’ neer te zetten. “Verschillen te zien tussen kinderen geeft je de gelegenheid om hen verder te helpen. Het is uiteindelijk, ook op mijn school, een afspiegeling van de samenleving. Hoe leer je kinderen met elkaar om te gaan? Hoe leer je ze te leren?. Dan leer je ze dus ook om met onzekerheden en frustraties om te gaan. Daar begonnen we dit interview mee: ‘ tegen je verlies kunnen’. Ze vertelt van een leerling die zich had misdragen. In het gesprek dat Betty met hem had vroeg ze hem hoe hij zijn gedrag kon veranderen. Welk cijfer kon hij er aan geven dat het zou lukken? Keuze uit een cijfer tussen 1-10. Hij koos voor een 9. Positief, maar waarom geen 10? “ Ik ben niet volmaakt”, verklaarde hij. Dat vond ze wel weer komisch. Aan het einde van de dag kwam de leerling opnieuw bij haar. Ze evalueerden de dag.
En daar wordt Betty dan weer blij van!
www.salomoscholen.nl
17
DE DALTONSISTERS STRALEN OP DE KONINGIN WILHELMINASCHOOL Dat op de KWS Daltononderwijs gegeven wordt, zal voor niemand nieuw zijn. Dat de naam ‘Dalton’ vaak tot hilariteit leidt is door het team van Debby Schouten-Coesel in stijl neergezet. Het leek ons tijdens de redactievergadering een goed idee om deze spraakverwarring maar eens in beeld te brengen. Compleet in Dalton-outfit, zelfs met de loodzware gevangenis-kogels aan de voeten, werd in een fotoshoot de ene na de andere leuke foto gemaakt. Met als resultaat een prachtige foto op de voorpagina. Er waren echter zoveel leuke foto’s, dat wij het niet kunnen laten om nog enkele opnames van de Daltonsisters te laten zien. De Daltonsisters is naast een visie op onderwijs ook een knipoog naar de grote hoeveelheid vrouwen die dit team telt. Eerst maar eens even in zoemen op de vier Daltonbroers… Tekst: Debby Schouten Bron: Wikipedia Fotografie: Chris Schotanus
D
e Daltons is de naam van een misdaadbende uit de Lucky Luke-stripverhalen bestaande uit de gebroeders Dalton, gebaseerd op de historische Daltonbende die echt heeft bestaan. De broers vormen in de strips duidelijk een minder grote bedreiging dan de echte Daltons.
18
Van links naar rechts: Ingrid, Annemiek, Freya en Rosanna
Het Daltononderwijs dankt haar naam aan het plaatsje Dalton waar voor het eerst het Daltononderwijs door de grondlegster Helen Parkhurst in de praktijk werd gebracht. René Goscinny, de scenarioschrijver van de latere Lucky Luke-verhalen, introduceerde Joe, William, Jack en Averell Dalton. Hoewel de familie Dalton uit meer leden bestaat, wordt met De Daltons over het algemeen onderstaand viertal aangeduid: JOE DALTON (ROSANNA METSELAAR) De oudste, kleinste, driftigste maar waarschijnlijk ook de slimste Dalton. Hij komt vaak met (gemene) ideeën op de proppen. Hij is de leider van het stel. Van alle Daltons haat Joe Lucky Luke het meest. Hij wordt al driftig als hij enkel de naam “Lucky Luke” hoort. Als Joe kwaad is, reageert hij dit meestal af op Averell. WILLIAM EN JACK DALTON (ANNEMIEK DE WIT EN FREYA VERZIJLBERGH) De middelste broers, ietwat kleurloos qua persoonlijkheid. Ze dienen vooral als buffer tussen Joe en Averell: hun rol is Joe kalmeren en Averell tegenhouden.
“
Toch veel charmanter dan de Daltonbroers
Compleet in Dalton-outfit werd in een fotoshoot de ene na de andere leuke foto gemaakt.
AVERELL DALTON (INGRID KEUR) Hij is de grootste, hongerigste, lompste, maar vooral de domste van het stel. Hij heeft een hart van goud, iets wat Lucky Luke vaak gebruikt om de Daltons weer te vangen. Zijn domme opmerkingen zorgen voor veel woede bij Joe, die dan de neiging heeft hem naar de keel te vliegen. Hij is geobsedeerd door eten en vraagt dan ook vrijwel altijd of het al etenstijd is.
Je lachen inhouden tijdens de fotoshoot
Binnen het team van de KWS zijn ook enkele karaktertrekjes van de Daltons terug te vinden: ze experimenteren, komen met ideeën, werken nauw samen en houden ook van zoete traktaties zoals chocolade, koekjes en popcorn. In tegenstelling tot de gebroeders zijn zij allen kleurrijk qua persoonlijkheid en totaal niet boosaardig.
Het Daltononderwijs gaat uit van 6 kernwaarden: vrijheid (in gebondenheid), zelfstandigheid, reflectie, effectiviteit, borging en samenwerken. Voor dit artikel staan we enkel stil bij de pijler “Vrijheid”. In het Daltononderwijs is vrijheid belangrijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te kunnen vinden. Vrijheid in het Daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven lesstof, leerstof, de eisen die aan het werk gesteld worden, de tijdslimiet, de werkafspraken en de schoolafspraken vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. Een leerling leert verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving te dragen, als zijn omgeving hem daarvoor de ruimte en de mogelijkheden biedt. Vrijheid betekent echter niet dat alles zomaar kan en mag. Het is de taak van de leerkracht om iedere leerling structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Niet voor niets is op de KWS het motto: loslaten waar kan en begeleiden waar nodig! Tijdens een gesprek in een groep waar gesproken werd over de fotoshoot, de Daltonbroertjes en ons Daltononderwijs stak een van de kinderen zijn vinger op en zei heel wijs: “Juf, er is wel zeker een overeenkomst tussen de Daltonbroertjes en het Daltononderwijs. De Daltonbroertjes zijn ook telkens op zoek naar de vrijheid.”
www.salomoscholen.nl
19
NUMMER 30 | ZOMER 2015
OPEN-DEUR-BELEID HEEFT GEEN ZIN ALS JE ZELF GESLOTEN BLIJFT In het onderwijs zijn we allemaal leiders. Leider van een team of van een groep kinderen. Ans Themmen onderzocht welke stijlen daarin zijn en welke eigenschappen je nodig hebt om succesvol te wezen. Tot slot een top 25 van uitspraken over leiderschap. Sommige zijn om te grinniken, andere bevatten een waarheid als een koe.
De wilde eenden uit China Tekst: Ans Themmen Foto’s: Rechtenvrije stockfoto’s LEIDERSCHAPSTIJLEN Leiders en hun (gewenste) eigenschappen. Boeken vol zijn er over geschreven. Aan succesvolle leidinggevenden worden allerlei eigenschappen toegeschreven. Stephen Covey heeft het over 7 eigenschappen. Volgens Covey bestaat een eigenschap uit de volgende aspecten: • • •
•
Habit 2: Begin with the end in mind Weet wat u wilt bereiken en werk voortdurend aan het bereiken van uw bestemming. Bepaal welke principes u daarbij wilt hanteren.
• Habit 3: Put first things first Probeer uw bestemming stap voor stap te bereiken. Doe niet alles tegelijkertijd en stel prioriteiten.
Kennis, weten wat er gebeuren moet Vaardigheden, het uit kunnen voeren Motivatie, de wil om iets te bereiken en de bereidheid om daar energie in te stoppen.
•
Habit 4: Think Win-Win Denk niet vanuit schaarste, gun ook anderen hun succes. Uw succes hoeft niet ten koste van anderen te gaan.
Hij beargumenteert dat blijvend succes alleen langdurig mogelijk is als je leeft volgens principes. Principes die hij samenvat in de 7 eigenschappen van effectief leiderschap.
•
Habit 5: Seek first to understand then be understood Verplaats uzelf in anderen en probeer hen te begrijpen. Luister naar anderen. Alleen dan zult u zelf begrepen worden.
•
Habit 1: Be Proactive Wees pro-actief, wacht niet tot anderen zeggen wat u moet doen, maar ga zelf aan de slag. Neem initiatief. Maak je niet druk om wat je niet kunt beïnvloeden, maar houd je vooral bezig met zaken waar je wel invloed op hebt.
• Habit 6: Synergize Erken dat mensen verschillend zijn en zoek vanuit synergie naar alternatieve oplossingen om onnodige conflicten te voorkomen. • Habit 7 : Sharpen the saw Streef naar continue verbetering. Verslap niet en wees niet te snel tevreden. Houd focus.
20
Covey combineert de eigenschappen in een model om de onderlinge relatie duidelijk te maken. Eigenschappen 1 tot en met 3 hebben te maken met bereiken van onafhankelijkheid. Om effectief te kunnen zijn, is het noodzakelijk dat men zich niet afhankelijk opstelt, maar daadwerkelijk onafhankelijk durft te denken en handelen. Eigenschappen 4, 5 en 6 hebben te maken met de erkenning van wederzijdse afhankelijkheid. Het besef dat men andere mensen nodig heeft om zelf succesvol te zijn en dat men zelf weer bij kan dragen aan het succes van anderen. De wederzijdse erkenning kan leiden tot betere samenwerking. De zevende eigenschap heeft te maken met het vermogen om te inspireren. Het vermogen om te inspireren completeert het model. Leidinggevenden hebben ook een eigen stijl. Soms een die zij van nature hebben, soms omdat zij zich een bepaalde stijl hebben aangemeten. Binnen het begrip ‘Situationeel leidinggeven’ wordt gesproken over 4 stijlen. Situationeel leidinggeven is een vorm van aansturen waarbij je de eigenschappen van de medewerker, zijn competenties en de taken als uitgangspunt neemt. Sommige medewerkers kunnen alles al, anderen moeten wat bijleren. Sommigen hebben een grote mond, anderen hoor je nooit. Sommigen leren niets van fouten, anderen moeten leren fouten te maken. Je eerste opdracht als je met een nieuw team gaat werken is dus om zo snel mogelijk je mensen in kaart te brengen.
Bij situationeel leidinggeven kijk je doorlopend naar aparte taken van de medewerker. Je probeert de taakvolwassenheid van de medewerker, dus zowel het kunnen als het willen, op een hoger plan te krijgen. Dat is wat je noemt leidinggeven – het is meer dan roepen wie
Nelson Mandela: Het is beter om als leider op de achtergrond te blijven… wat moet doen. Het is ook je personeel ontwikkelen, eruit halen wat er in zit. En vergeet niet: mensen vinden het leuk om te leren. Wat zijn de 4 stijlen van leidinggeven bij situationeel leiderschap? • S1 of Instrueren (“Ik wil graag, maar kan het niet.”) Deze stijl gebruik je als het teamlid nieuw is in de functie of de taak voor het eerst gaat doen. In alle gevallen kan er sprake zijn van onzekerheid. Die kan toenemen, wanneer er tijdsdruk is of onduidelijkheid over de verwachtingen die jij als leidinggevende hebt. De medewerker is nog niet bekwaam, maar wel sterk betrokken of bereid. Wil graag, maar kan (nog) niet. In deze situatie geef je veel gedetailleerde instructies. Daarbij kan het gaan om alle taken in een nieuwe functie of nieuwe taken in een al bekende functie. Het is slim om van tevoren de taken door te spreken en afspraken te maken over de mate van ondersteuning. Eigenlijk vraag je aan je teamlid: ‘Wat kun je wel en niet, hoe wil je dat ik je begeleid?’ •
S2 of Stimuleren/overtuigen: “Ik kan het nog niet goed en ik weet ook niet of ik het wel leuk vind.” Het teamlid kent de basisvaardigheden nog niet voldoende én is nog niet erg betrokken of enthousiast. Je moet als leidinggevende in dit geval zowel sturing en instructie geven op de taak als aandacht geven aan de relatie om hem ervan te overtuigen dat hij met de taak aan de slag moet. Bij deze stijl van leidinggeven besteed je meer aandacht aan de motivatie van het
teamlid. Waarom moet hij iets doen? Je kunt inzicht geven in de taak door te laten zien welke andere taken ermee samenhangen. Daarnaast loop je nog eens door hoe de taak uitgevoerd moet worden. Hierbij komen vanzelf onzekerheden bij het teamlid aan het licht. Hij is bang om fouten te maken of heeft problemen in de samenwerking met collega’s, waar zijn eigen werk onder lijdt. Je noemt dit ook wel de coachende stijl. Omdat jij als leidinggevende zo intensief aandacht geeft aan de medewerker, is het een valkuil dat je het teamlid gaat betuttelen.
•
S3 of Overleggen bij zelfstandige medewerkers: “Ik kan het prima, maar heb niet altijd even veel zin.” Dit is een mensgerichte stijl van leidinggeven. Het teamlid weet precies hoe de taak moet worden uitgevoerd, maar is niet altijd gemotiveerd. Je hoeft dit teamlid niet meer uit te leggen hoe iets gedaan moet worden. Hij kan het wel, maar wil of durft niet altijd. Je blijft instructies geven, maar je maakt de bijdrage van het teamlid aan de taak ook wat belangrijker door hem tegelijkertijd te vragen naar het hoe en waarom van zijn beslissingen. Tactvolle communicatie is bij deze stijl van groot belang: je hebt de gelegenheid om complimenten uit te delen. Je kunt gerichte vragen stellen over de werkwijze van het teamlid: “Waarom kies je nu voor deze benadering?” Het leren neemt een belangrijke rol in. Eigenlijk ben je met deze stijl niet meer gericht op het aanleren van een taak, maar bezig om het teamlid zelfstandig zijn eigen werk te laten verbeteren. Er is aandacht voor discussie en afstemming. Dat vergroot het inzicht in de taak en daarmee het werkplezier. Concreet
doe je het volgende: het teamlid betrekken bij beslissingen die jij wil nemen. ‘Hoe zou jij dit aanpakken?’ Geen taken opleggen, maar voorstellen. Taken niet nauw omschrijven, maar globaal. Vragen om afstemming en initiatief. Een valkuil is dat je overkomt als therapeut. Je kunt dit vermijden door concreet te blijven. • S4 of Delegeren bij de echte professionals: “Daar hoef je niet naar om te kijken.” Dit teamlid heeft plezier in zijn werk en maakt weinig tot geen fouten. Iemand die je zelfstandig kunt laten functioneren. Je kunt de verantwoordelijkheid voor deze taak overdragen aan de medewerker: je delegeert de taak. Een valkuil is dat je bij dit teamlid ook bij andere taken dezelfde stijl hanteert (laisser faire-houding, ‘laat maar waaien’). Andere taken kun je misschien nog niet delegeren. Het risico is dat het teamlid dan alsnog bij die taken faalt. Omgekeerd is de taak die gedelegeerd wordt wel het vertreksein voor een hogere taakvolwassenheid. Je kunt als leidinggevende de aandacht verleggen naar taken die nog met een S1-, S2- of S3-stijl worden begeleid. Voor de gedelegeerde taak geef je weinig sturing en bied je weinig ondersteuning. Dat kan ertoe leiden dat de communicatie over die taak afneemt. ‘Geen nieuws is goed nieuws’ is een tweede valkuil. Bij delegeren hoort ook een zekere mate van opvolging, zoals voortgang controleren.
21
NUMMER 30 | ZOMER 2015
Tony Blair: De kunst van leiderschap is nee zeggen… Om maar aan te geven hoeveel er over leiderschap gezegd en geschreven wordt, ook nog het volgende. Uit de studie van Harvard Business School blijkt dat het grootste geheim van de beste leiderschapsstijl ligt in het combineren van leiderschapsstijlen. De beste leiders hebben iets van de ondersteuner, de intimiderende leider, de democraat, de verbinder, de autoritaire leider en de coach. Elke stijl heeft zowel positieve als negatieve invloeden, afhankelijk van de situatie waarin de stijl wordt toegepast. Daarom is het handig per situatie een leiderschapsstijl te kiezen. Mij bekroop het gevoel bij het werken aan dit artikel dat leidinggeven wel heel veel lijkt op opvoeden. En daar zijn ongetwijfeld ook weer honderden artikelen over geschreven. Daarom tot slot de top-25 uitspraken rond leiderschap;
22
1.
Als je de juiste mensen uitkiest en je geeft ze de mogelijkheid hun vleugels uit te slaan, dan hoef je ze nauwelijks te managen. -Jack Welch
2.
Een spreekwoord zegt dat er geen slechte leerlingen, maar alleen slechte leraren zijn. Volgens mij is dit ook van toepassing op een bedrijf. Er zijn geen slechte werknemers, alleen slechte managers. -T.S. Lin
3.
Leidinggevenden zullen meer en meer moeten investeren in dingen zoals cultuur, waarden, ethiek en andere immateriële zaken. In plaats van managers, moeten zij kwekers en verhalenvertellers zijn, om mensen te inspireren. -Leif Edvinsson
4.
Managers zijn zo druk met hun e-mail, dat ze nooit opkijken van hun scherm om te zien wat er in de echte wereld gebeurt. -Mihaly Csikszentmihalyi
5.
Management is de dingen goed doen; leiderschap is de goede dingen doen. -Peter F. Drucker
6. Leiderschap is niet een magnetische persoonlijkheid–dat kan net zo goed een gladde tong zijn. Het is niet vrienden maken en het beïnvloeden van mensen–dat is vleierij. Leiderschap is de visie van een persoon brengen naar hogere niveaus, iemands prestaties naar een hogere standaard brengen, het bouwen van een persoonlijkheid voorbij zijn normale beperkingen. -Peter Drucker 7. Een leider is het meest effectief als mensen ternauwernood weten van zijn bestaan. Als zijn werk erop zit en zijn doel is bereikt, zullen zijn troepen denken dat zij het zelf hebben gedaan. -Lao Tzu 8.
Persoonlijk leiderschap is het proces van het je voor ogen houden van je visie en waarden en je leven daarop aan te passen teneinde er congruent mee te zijn. -Stephen Covey
9.
Visie zonder actie is hallucinatie. -Manfred Kets de Vries
10. Ken uzelf. -Plato
11. Leiderschap wordt niet zozeer in woorden als wel in houding en daden gepraktiseerd. -Harold S. Geneen 12. Je managet dingen, je leidt mensen. -Grace Murray Hopper 13. Goede zakelijke leiders creëren een visie, verwoorden de visie, bezitten de visie gepassioneerd en zijn vol ijver de visie te realiseren. -Jack Welch 14. Niet het gekwaak, maar het vliegen van de wilde eend, doet een kudde eenden vliegen en volgen. -Chinees gezegde 15.
De motivatie van een medewerker is het directe resultaat van de kwaliteit van de interactie met de manager. -Bob Nelson
16. Open-deur-beleid heeft geen zin als je zelf gesloten blijft. -Bob Nelson 17. Echt kunnen luisteren betekent veel meer dan je je kunt voorstellen. -Bob Nelson 18.
Het makkelijkst is om te reageren; het op één na makkelijkst is te antwoorden; maar het moeilijkste is het om te initiëren. -Seth Godin
19.
De beste manier om je op de waarheid te concentreren, is de anderen uit het beeld weg te nemen. -Deepak Chopra
20. Het geheim van leiderschap is simpel. Volg je hart. -Seth Godin 21.
Het is beter om als leider op de achtergrond te blijven en anderen naar voren te schuiven. Dit geldt speciaal bij het vieren van een succes. Jij treedt op de voorgrond als er gevaar dreigt. Dan zullen mensen je leiderschap waarderen. -Nelson Mandela
22. Leiderschap kan je niet onderwijzen. Leiderschap kan je alleen leren. -Harold S. Geenen 23.
Verlicht leiderschap is spiritueel als wij begrijpen dat spiritualiteit niet een soort religieus dogma of ideologie is, maar als het domein van gewaar zijn, waar wij waarden kunnen ervaren. Zoals waarheid, goedheid, schoonheid, liefde en compassie, en ook intuïtie, creativiteit, inzicht en gefocuste aandacht. -Deepak Chopra
GEDICHT
VISSENCONCERT Omdat de vissen zich zo vervelen… omdat het leven zo treurig werd, gaan ze een beetje piano spelen, geven ze samen een groot concert. Twee kleine vorentjes spelen op horentjes en een sardientje speelt op zijn fagot. Hup falderie, zegt de bot.
Enkel de oester speelt woester en woester, hij heeft bijzonder veel temperament. Husj…zegt de dirigent.
Sommige baarzen en sommige blieken houden van Mozart en Mendelssohn; willen alleen maar dat hele klassieke en het klinkt allemaal wonderschoon.
Voor in ’t orkest zitten veertig garnalen. En de solist is een stokoude kreeft; hij heeft dat innige muzikale wat men maar zelden heeft. Vier kleine karpertjes spelen op harpertjes, spelen het vissenkwartet tot besluit. Pringgg…en dan is het uit.
Een der forellen speelt Unter den Wellen heel in z’n eentje gezapig en kalm.. Schei daarmee uit…zegt de zalm.
Iedereen klapt enthousiast in zijn vinnen en twee bekoorlijke zeemeerminnen zeggen: Dit willen we nimmer meer missen! Iedere week een concert van de vissen!
Laten we allemaal ’t zelfde spelen, dat is veel prettiger bij een orkest. En al de snoeken en al de makrelen beginnen opnieuw en ze doen zo hun best.
Annie M.G. Schmidt
Zet jij zelf de deur wel open? 24.
De kunst van leiderschap is nee zeggen, dus niet ja zeggen. Het is gemakkelijk om ja te zeggen. -Tony Blair
25. Verbindingen maken met je authentieke zelf, is je eerste prioriteit. -Tom Hopkins
SALOMO IMPULS ZOMER 2015
COLOFON REDACTIETEAM Salomo: Gastredacteur: Fast Company:
Ben Cüsters Betty van der Vlist Nanda Klaassen Ans Themmen Debby Schouten-Coesel Marco Antheunisse
Ontwerp/opmaak: Fast Company Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder schriftelijke toestemming van de redactie. Deze Salomo Impuls is een uitgave van: Salomo Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Kantoor: Tetterodestraat 66, 2023 XR Haarlem Post: Postbus 2018, 2002 CA Haarlem Tel.: Fax:
023-7078380 023-5459076
E-mail: Website:
[email protected] www.salomoscholen.nl
www.salomoscholen.nl
23
SALOMO-WIJZER De Salomo-Wijzer is een hulpmiddel om het leren van en met elkaar nog beter te organiseren. Hier vind je het professionaliseringsaanbod voor alle medewerkers van Salomo. Het aanbod is breed, er zijn veel netwerken
waar je elkaar ontmoet en van elkaar leert, leergangen, trainingen etc. Het volledige studie-aanbod van komend schooljaar is te vinden op studie.salomoscholen.nl, hier vind je alvast het aanbod van de komende periode.
TOOLS VOOR EFFECTIEF EN EFFICIËNT SAMENWERKEN Door Marjolein Grin, HRM adviseur Woensdag 26 augustus van 14.00 tot 17.00 uur
ANAFYLAXIS: VOORLICHTING OVER ERNSTIGE ALLERGISCHE REACTIES BIJ KINDEREN
Door Frans Timmermans van Het Nederlands Anafylaxis Netwerk Woensdag 9 september van 13.30 tot 16.30
TEACH LIKE A CHAMPION
Door Crista Oudejans, CED groep Voor onderbouw: Maandag 28 september of 12 oktober van 16.00 tot 18.30 Voor midden- en bovenbouw: Maandag 26 oktober of 9 november van 16.00 tot 18.30, of woensdag 11 november of 25 november van 15.00 tot 17.30
INSPIRATIESESSIES GEBRUIK TABLETS IN DE KLAS Door Marieke van Osch, Move.nu Voor onderbouw: Woensdag 28 oktober van 13.30 tot 16.30 Voor middenbouw: Woensdag 4 november van 13.30 tot 16.30 Voor bovenbouw: Woensdag 18 november van 13.30 tot 16.30
TOUCHSCREENGEBRUIK IN DE ONDERBOUW Door Liesbeth Jansen, cluster ICT-coordinator Salomo Woensdag 7 oktober van 13.30 tot 15.30
HET COMPLETE AANBOD:
studie.salomoscholen.nl