PersoneelsBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 38 NUMMER 1 25 januari 2013
nieuwe EPD: nog negen maanden
Foto: Marc van Teeffelen
Over negen maanden is het zover: met een ‘big bang’ gaat het héle UMC vanaf dan werken met het nieuwe EPD van Epic. Een mijlpaal, die grondig wordt voorbereid en élke zorgmedewerker aangaat. Naar verwachting wordt in maart de definitieve inrichting van het EPD gepresenteerd. G i j s M u nn i c hs
Op de foto: Medewerkers tijdens een ervariumsessie, waarin ze stemmen op stellingen – groen vóór, rood tegen – over het nieuwe EPD.
Op intranet staat de aftelklok voor het nieuwe EPD. Exact geeft die het aantal maanden, dagen, uren en seconden aan voordat Epic live gaat. Het moment van de “big bang” staat muurvast: zondagmiddag 27 oktober om 12.00 uur ’s middags. ‘Dan gaat het oude systeem uit en het nieuwe systeem aan’, zegt Gert-Jan Borghuis, programmadirecteur Beter 2.0. ‘Uiteraard bereiden we de “big bang” goed voor. We gaan dit ook een keer oefenen. Na 27 oktober kunnen we niet meer terugvallen op oude werkwijzen. Wel is er drie maanden intensieve nazorg vanuit Beter 2.0 om de inwerkperiode met Epic goed te laten verlopen.’ Het nieuwe EPD is één geïntegreerd systeem dat alles rondom de zorg vast-
Pagina 5 Nicoline Hoogerbrugge over Wereldkankerdag
Pagina 6 Reportage: jonge kinderen krijgen volwassen donornier
legt: van de inschrijving van een patiënt, de afspraken, behandelstappen, medicatie, klinische notities tot de registratie van DBC’s. Elke zorgverlener beschikt daardoor straks binnen één systeem, op elk moment, over de juiste informatie. Dat verbetert de overdracht tussen professionals en de kwaliteit en veiligheid van zorg.
Op koers ‘We zijn vorig jaar april gestart met de voorbereidingen’, aldus Borghuis. ‘We liggen op koers. Naar verwachting kunnen we in maart presenteren aan de afdelingen hoe het nieuwe EPD ingericht is en hoe we ermee gaan werken.’ Bij de voorbereiding zijn veel medewerkers betrokken geweest. ‘Zo hebben in de validatiesessies een kleine duizend medewerkers aangegeven hoe zij met Epic willen werken’, vertelt projectmanager Hanneke Mesu. ‘Hoe gaan we in het EPD de patiëntinschrijving doen, hoe leggen we medicatieorders vast, hoe vragen we labonderzoek aan, enzovoorts. Over écht elke stap in het zorgproces is gestemd.’ In de ervariumsessies hebben bedrijfsleiders en afdelingshoofden hun mening geuit over Epic. Daarnaast lopen de specialisme-specifieke sessies nog enkele maanden. Per afdeling buigt een groepje medewerkers (met onder andere een arts, verpleegkundige en polimedewerker) zich over de schermen in het EPD die per afdeling verschillend zullen zijn. Zo zijn de observatielijsten anders per specialisme. Men kan nu reageren op de voorstellen hoe deze afdelingsspecifieke schermen ingericht worden. Lees verder op pagina 3
Pagina 9 Spierziekte krijgt gezicht
Pagina 12 Nieuwjaarsbijeenkomst: van denken naar doen
r a dbod e 0 1 - 2 0 1 3
IN BEELD
En verder... Door slimme OK-planning minder stress 3 In bedrijf, nieuwsladder 4 Help mee het UMC St Radboud rookvrij te maken 8 Wetenswaardig 9 In memoria, Mensen 10 Moment, Betoog 11 Ethiek 12
Colofon Radbode is het personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Wim Dekkers, Flip Franssen, Jan Kremer, Han van Krieken, Frank Muller, Marc van Teeffelen. E-mail:
[email protected], telefoon: 0243617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 911 Productgroep Communicatie. Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet. com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 14 februari 2013.
Bijna vijfhonderd kleuters uit Nijmegen en omgeving kwamen 21 en 22 januari met hun gewonde of zieke knuffelbeest naar het Teddy Bear Hospital in het UMC St Radboud. Eén van de doelstellingen is om kleuters kennis te laten maken met de gezondheidszorg en zo hun angst voor het ziekenhuis en ziek zijn weg te nemen of te verminderen. Foto: Marc van Teeffelen
270.000 Zoveel maaltijden vinden jaarlijks hun weg naar de patiënten in het Radboud. Tot voor kort werd elk product, van brood- tot warme maaltijd, apart afgerekend met de afdelingen. Vanaf 1 januari gaat productgroep Logistiek & Services (L&S) uit van een voedingsdagprijs. Afdelingen betalen dan 47,50 euro per dag per “warm bed”. Met behulp van de warme beddenmonitor heeft L&S inzicht in de bedbezetting op elke afdeling. Aan het einde van de maand rekenen afdelingen de voedingsdienstverlening af op basis van deze bezetting. Met de nieuwe opzet biedt L&S meer transparantie in de bedrijfsvoering, aldus Lucia Kilkens, manager Food en Beverage. ‘We willen meedenken met onze klanten. Afdelingen spreken met ons prestatienormen af. Een zomerstop betekent minder dienstverlening. Dat geeft ons de mogelijkheid om personeel flexibel in te zetten. Gezamenlijk kunnen we op die manier de kosten terugdringen en voor volgend jaar wellicht een lagere voedingsdagprijs afspreken.’
getweet
AGENDA
Marion Coster @MarionCMusic 22 Oct Vanochtend: Rokende mensen aan infuus….en in rolstoel… bij hoofdingang #ziekenhuis #Nijmegen. Kan dit nog anno 2012?? #notdone #ernstig
Monique Kessels @mon_kes @WdeKanter “Roken taboe binnen en buiten UMC St Radboud”: goede zaak! umcn.nl/OverUMCstRado....
15 Jan
Jan Kremer @JKNL 4 Jan @JohanMackenbach in #NTVG: meer mensen in 20e eeuw gestorven door roken dan door beide wereldoorlogen ntvg.nl/publicatie/670...
Nicoline Hoogerbrugge @NicolineHoogerb 10 Jan Miv 2013 is het Radboud UMC rookvrij. Mooi besluit! Wat mij betreft is de volgende stap: allemaal de trap op! @umcn
Algemeen 30 januari: EU-MDS Academy. Locatie: Radboud Auditorium, van 12.00 - 18.00 uur. Inschrijven via www.paoheyendael.nl/eumds. 31 januari: Scientific Symposium en Lecture van prof. dr. Theo de Witte. Locatie: Aula Radboud Universiteit, van 10.00 - 14.00 uur. Inschrijven via www.paoheyendael.nl/collegedewitte. 2 februari: Wereldkankerdag. Het RUCO organiseert voor het algemeen publiek een open dag, met veel informatie over kanker en over preventie. Locatie: hoofdingang Radboud, van 10.00 - 16.00 uur. Lees meer op pagina 5. 11 februari: Scholing ‘Oncologische wonden en -ulcera’. Verschillen tussen oncologische wonden en ulcera, het voorkomen ervan, ontstaan, behandeling, preventie en nieuwe ontwikkelingen. Locatie: route 739, ruimte 26, van 14.30 - 15.30 uur. Inschrijven:
[email protected]. 13 maart: Symposium Acute Zorg Anders 2013 – acute verloskunde. Programma voor alle professionals in de zorgketen acute verloskunde. Locatie: Radboud Auditorium, van 16.30 22.00 uur. Inschrijven via www.azo.nl.
Oecumenische vieringen Ivan Wolffers @IvanWolffers 10 Oct Een rokende dokter is eigenlijk zoiets als een kruidenier die bedorven voedingsmiddelen verkoopt.
Naast de voedingsdagprijs verandert ook de organisatie rondom de maaltijden. Er komen meer teamcoördinatoren, terwijl de functie van teamleider verdwijnt. Kilkens: ‘We merken dat er behoefte is aan een aanspreekpunt op de afdeling, een meewerkend voorman bij wie voedingsassistenten en zorgmedewerkers terecht kunnen met vragen. We hebben een pilot gehouden, waar afdelingen enthousiast op hebben gereageerd.’ Tot slot zijn de decentrale keukens weer helemaal operationeel op 2 februari. Het portioneren van de maaltijden en naderhand het afwassen vinden vanaf dat moment weer decentraal plaats. MW
Ronald Berg @bergronald 16 jan Hear hear! “@knooppunt: De organisatie van Alpe d’HuZes wil hele berg dit jaar rookvrij hebben, vertelt @jvdw59 in Knooppunt #ad6 #rookvrij”
VNN Communicatie @Verslavingszorg 17 jan Betrouwbare en actuele informatie over roken, tabak en de schadelijke effecten op de gezondheid op nieuwe website #rokeninfo.nl
2
Elke zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. Zondag 27 januari, voorganger: Richart Huijzer, koor Vivace uit Vianen. Zondag 3 februari, voorganger Wim Smeets, koor Hervormd. Kerkkoor Con Amore Zondag 10 februari, voorganger Jacqueline van Meurs, ouderenkoor Zanglust. Zie voor meer agendanieuws de agenda op intranet.
b eleid
Door slimme OK-planning minder stress
radbode 01 - 2013
Uitstel of afstel van een OK is niet alleen dramatisch voor de patiënt, maar levert ook frustraties op bij medewerkers. Vooral OK’s die te laat starten of lang uitlopen hebben een negatieve weerslag op het privéleven van personeel.
Sinds een jaar huizen alle OK-specialismen in één gebouw. Specialismen met een eigen cultuur en eigen regels. ‘Het lijkt allemaal zo logisch: chirurgen moeten opereren, hoe moeilijk is dat?’, vraagt neurochirurg Ronald Bartels zich hardop af. ‘Maar ieder specialisme heeft andere patiënten. Sommige afdelingen nemen bijvoorbeeld nooit patiënten nuchter op, andere wel.’ Bartels is voorzitter van de regiegroep “Samen Slimmer Beter op de OK”. Hij organiseerde samen met bedrijfsleider Operatiekamers Richard van den Broek een brainstormsessie. Alle betrokken disciplines konden
'Soms lopen OK’s heel lang uit, dat gooit je privéleven in de war’ ideeën spuien, maar ook gevoeligheden uiten, zoals de impact van een slechte OK-planning. ‘Dat is voor de patiënt verschrikkelijk, maar wekt ook irritatie op bij medewerkers. Soms lopen OK’s heel lang uit, dat gooit je privéleven in de war’, zegt Van den Broek. ‘Een OK-medewerker die zijn kind van de sportclub moet
Foto: Frank Muller
N e l l e k e D i nn i ss e n
Door betere afstemming worden OK's beter benut. 'We opereren even veel patiënten met minder OK-tijd.'
ophalen, moet het maar zien op te lossen’. Betrokken medisch specialisten mochten tijdens de sessies hun gram halen, maar moesten ook out of the box denken: niet gehinderd door vastgeroeste patronen bedenken hoe jouw ideale OK-plaatje eruitziet.
Een chirurg op de OK Is het bijvoorbeeld ideaal dat een specialist de hele dag opereert? Bartels: ‘Wij vinden dat buitengewoon prettig. Die dag draai je dus geen poli, maar opereer je, punt.’ Andere specialismen zijn gewend om twee uur te opereren, die wisselen dus drie keer per dag van chirurg. ‘Dat kan vertragend werken. Soms is een operatie eerder klaar. Als de volgende chirurg nog poli draait, moet iedereen daar op wachten’, weet Van den Broek. Heelkunde is grootverbruiker van de OK en heeft dankzij het doelmatigheidsproject de omschakeling naar het zoveel mogelijk plannen van één chirurg per dag op de OK al gemaakt.
Minder leegstand Inmiddels is er ook een dagcoördinator die in de gaten houdt of OK’s uitlopen of eerder klaar zijn. Eventuele leegstand kan hij opvullen met andere operaties. Door deze afstemming worden de OK’s niet alleen beter benut, maar hebben de snijdende specialismen zelfs zes OK-dagen per week ingeleverd. ‘We doen dus dezelfde hoeveelheid patiënten met minder OK-tijd’, aldus Bartels. ‘Dat levert ook nog eens een besparing op van 500.000 euro.’ Daarnaast is de planning van de acute OK beter gestroomlijnd. Patiënten die binnen één tot 24 uur op de operatietafel moeten, worden nu door de nachtploeg ingepland. OK’s kunnen hierdoor twee tot drie uur eerder starten. Van den Broek: ‘Kortom: het werk is nu meer voorspelbaar en dat geeft minder stress.’ n
Nieuwe EPD steeds dichterbij Vervolg van voorpagina
Naarmate de “big bang” dichterbij komt, raakt élke medewerker steeds meer betrokken bij het werken met het nieuwe EPD. Zo is er op 28 januari de kickoff van de ‘readinessaanpak’. ‘Het nieuwe EPD betekent een nieuwe manier van werken. Op elke afdeling gaat een team van vijf à zes medewerkers bekijken hoe dit geïmplementeerd wordt. We gaan bijvoorbeeld alles digitaal orderen: afspraken, medicatieopdrachten, enzovoorts. Geen papieren memo’s meer’, vertelt programmadirecteur Gert-Jan Borghuis. ‘Het “readinessteam” stoomt de afdeling klaar om oude werkprocessen los te laten en nieuwe eigen te maken.’
Opleiden Alle zorgmedewerkers – artsen, verpleegkundigen, maar ook secretaresses en polimedewerkers – worden opgeleid om met Epic te werken. Vanaf 2 september zijn de ‘superusers’ aan de beurt: deze gebruikers komen nét iets meer te weten over Epic en vormen een
vraagbaak wanneer hun collega’s worden opgeleid. Dit laatste gebeurt vanaf 16 september: vanaf dan wordt elke zorgmedewerker getraind. ‘Ons dringende advies aan de afdelingen is om tussen september en december geen vakantie te laten opnemen’, aldus Borghuis. ‘Zodat we met zijn allen goed van start gaan met het EPD.’ Want, zo stelt Borghuis, Epic is geen haarlemmerolie. ‘Epic is pas een succes, als we daadwerkelijk alle gegevens invoeren, op de manier zoals met elkaar afgesproken. Houden we ons daaraan, dan wordt het nieuwe EPD gegarandeerd een groot succes in het doelmatig werken én voor de veiligheid en kwaliteit van zorg.’ GM Kijk op intranet, button Beter 2.0, voor meer informatie over het EPD.
3
We gaan het anders doen Het nieuwe EPD heeft consequenties voor allerlei werkprocessen. Een stuurgroep neemt hierbij belangrijke strategische besluiten. Enkele besluiten op een rij: • Huisartsen en verwijzers krijgen inzicht in een deel van het EPD. Dit gebeurt in de periode na het ‘live’ gaan van Epic. • Patiënten kunnen zich straks niet meer op de poli’s inschrijven, maar op twee centrale plekken: bij de huidige hoofdingang en ingang Oost. • Het toedienen van medicatie wordt straks in heel het ziekenhuis geregistreerd via een barcode. Een patiënt krijgt een polsbandje met barcode. De medewerker is ingelogd via het z-nummer en scant de barcode van de patiënt en de medicatie. Zo weet je precies welke zorgverlener welk medicijn aan welke patiënt heeft gegeven. • Medewerkers gaan geen bandjes meer uitwerken met brieven van artsen. Dit doet de arts zelf, onder meer via spraakherkenning.
i n b e dr i j f
radbode 01 - 2013
Gedragsregels
Ook studenten ergeren zich aan mobieltjes Het pleidooi van psychologiehoogleraar Jan Derksen van de Radboud Universiteit om hoorcolleges te vervangen door weblectures, deed in de pers veel stof opwaaien. Maar wat blijkt: niet alleen docenten hebben genoeg van de gapende, op mobieltjes surfende studenten, ook studenten ergeren zich aan elkaars onprofessionele gedrag. ‘Wij hebben daarom zelf gedragsregels opgesteld die deze maand ingaan’, vertelt derdejaars student Geneeskunde Anouk Putker. Zij zit samen met twee andere studenten in het Onderwijs Management Team (OMT) van de faculteit Medische Wetenschappen. Bij studentenorganisatie SOOS komen regelmatig klachten van studenten binnen over de onrust tijdens hoorcolleges. ‘Daarop hebben we onze gedragsregels gebaseerd’, vertelt Putker. ‘Zo willen we bijvoorbeeld dat er niet gegeten wordt in de zaal, en zeker niet bij
nieuwsladder Verkiezingen UMC-raad Van 9 tot 23 april 2013 zijn er verkiezingen voor de UMC-Raad. Kandidaten kunnen zich tot 5 maart 2013 verkiesbaar stellen. Alleen wie in het kiesregister is vermeld, mag stemmen en/of zichzelf verkiesbaar stellen. Het verzoek is om te controleren of u in het kiesregister bent opgenomen, dit kan via de site van de UMC-Raad. Bent u ten onrechte niet geregistreerd als kiesgerechtigde, dan moet u vóór 5 maart een bezwaarschriftformulier indienen. Meer informatie is te vinden op Intranet, onder Medezeggenschap, UMC-Raad.
Servicedesk ARBO HR Vanaf 1 januari is de Servicedesk ARBO HR operationeel voor vragen en ondersteuning bij ARBO-vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan werkplekadvies, traumaopvang, werken met gevaarlijke stoffen en risico-inventarisatie. De Servicedesk valt onder HR ARBO, het eerste aanspreekpunt voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. De digitale helpdesk van de AMD (RU) is per 1 januari afgesloten voor UMC-medewerkers. De Servicedesk ARBO HR is bereikbaar via de Servicedesk V&I, telefoonnummer 18000, Mail
[email protected]
Inloopspreekuur Ondernemingsraad De OR wil goed bereikbaar zijn voor de medewerker, daarom is er vanaf nu een inloopspreekuur. Medewerkers kunnen gebruik maken van dit spreekuur, iedere dinsdag tussen 12.00 en 13.00 uur bij Bureau OR, route 526. Ook blijft de OR bereikbaar via e-mail
[email protected] en telefonisch via 14882.
patiëntendemonstraties. Het komt tamelijk ongeïnteresseerd over als een student een boterham met pindakaas zit te smeren, of onderuitgezakt op z’n stoel hangt, terwijl een patiënt zijn belastende verhaal vertelt. Het moet ook stil zijn in colleges met zo min mogelijk telefoongebruik. Want in een zaal met driehonderd studenten is het sowieso al onrustig. En heel belangrijk daarbij is dat we elkaar veel meer aanspreken op onfatsoenlijk gedrag.’ Er zijn onder meer ook afspraken gemaakt over het medisch beroepsgeheim. ‘Het komt nog wel eens voor dat studenten iets over een patiëntendemonstratie op sociale media plaatsen, soms zelfs terug te herleiden tot de patiënt. Dat kan natuurlijk niet. Onder meer om die reden mogen er ook geen video-, foto- of geluidsopnames worden gemaakt tijdens colleges.’ ‘Wij hebben het belang van de gedragsregels de afgelopen weken tijdens hoorcolleges persoonlijk toegelicht’, vertelt Putker. Ze denkt dat het iets teweeg brengt, juist omdat het vanuit de studenten zelf is geïnitieerd. ‘We hebben er allemaal belang bij, want het leidt uiteindelijk tot een betere kwaliteit van ons onderwijs.’ JM
houden van de realiteit kan leiden tot angstdromen of schuldgevoel. Pedagogisch medewerker Angélique van der Zande, werkzaam op de Intensive Care Kinderen, ontwikkelde een folder voor ouders die te maken hebben met het verlies van een dierbare. ‘Met de folder willen we ouders handvatten geven om hun kinderen te begeleiden in het rouwproces. Er staan tips in, zoals het maken van een herinneringsboekje. Als kinderen ouder zijn, kunnen ze hierop teruggrijpen.’ De folder beschrijft hoe kinderen in verschillende leeftijdsfases rouwen. Zo lopen bij peuters en kleuters fantasie en werkelijkheid door elkaar. Een kind van vier kan denken dat het zijn overleden moeder wakker kan kussen, zoals in het sprookje. Vanaf een jaar of zeven begrijpen kinderen meestal wel wat er om hen heen gebeurt, maar weten ze niet goed hoe ze er mee om moeten gaan. Hoewel de folder in eerste instantie bedoeld is voor ouders, hebben ook zorgverleners er baat bij. Van der Zande: ‘De folder is te gebruiken voor alle afdelingen waar patiënten overlijden en waarbij kinderen zijn betrokken.’ MW
Community
De folder ‘Kinderen helpen bij verlies en rouw’ is te vinden op de afdelingspagina van Intensive Care Kinderen.
MijnSAB community van start Het overkomt vooral relatief jonge patiënten, zo tussen de veertig en de zestig jaar oud: een subarachnoidale bloeding in de hersenen (SAB), ook wel bekend als een aneurysma in het hoofd. De impact is enorm. Circa 10 procent van de patiënten haalt het ziekenhuis niet. De overige 90 procent heeft acute neurochirurgische zorg nodig. Wanneer patiënten na revalidatie naar huis gaan, kampen zij met restklachten zoals vermoeidheid, concentratie- en geheugenstoornissen. Neurochirurgen Jeroen Boogaarts en Joost de Vries zetten samen met physician assistant Willemijn van Nuenen-Platvoet en nurse practitioner Hariëtte Petersen-Baltussen een community op voor deze groep patiënten via MijnZorgnet. Boogaarts: ‘Deze patiënten herinneren zich van de ziekenhuisperiode vaak niet veel meer. Er leven heel veel vragen, die vooral eenmaal thuis pas opkomen.’ De community biedt patiënten de mogelijkheid om laagdrempelig contact te zoeken met de nurse practitioner en - voor medisch inhoudelijke vragen - met de behandelend artsen. Er is veel informatie over de vaataandoening te vinden. Bovendien kunnen patiënten eenvoudig in contact komen met lotgenoten. Wanneer de community eenmaal goed loopt, komt hij ook beschikbaar voor andere centra in Nederland. Naast efficiëntere nazorg verwacht Boogaarts ook op onderzoeksgebied voordelen. ‘Via MijnSAB willen we patiënten betrekken bij ons onderzoek naar kwaliteit van leven na een subarachnoidale bloeding. Wat zijn volgens hen de relevante vragen om dit te meten? Dat gaan we ze via de community vragen. Met als doel om tot eenduidige scores voor kwaliteit van leven te komen. We hebben 50.000 euro subsidie ontvangen om dit onderzoek te kunnen doen.’ MW
Patiënteninformatie
Kinderen helpen bij verlies en rouw
Nieuw Dagelijks Bestuur OR Op 11 december 2012 is tijdens een extra OR vergadering een nieuw Dagelijks bestuur gekozen en aangetreden. Het vorige Dagelijks Bestuur had geconcludeerd dat de koers binnen het Dagelijks Bestuur helaas uiteen was gelopen. Daarop hebben de vorige DB-leden hun portefeuille beschikbaar gesteld. Het nieuwe Dagelijks Bestuur wordt gevormd door: • Voorzitter: Ine Mamor, Medewerker Kwaliteitszorg, Pathologie • 1e Vicevoorzitter: Ineke Doreleijers, Functioneel beheerder, PG ICT • 2e Vicevoorzitter: Rob Anzion, Senior researchanalist, HEV.
‘Laat de kinderen er maar niet bij’. Dat is vaak de eerste ingeving van zowel zorgverleners als ouders, wanneer een dierbare gaat overlijden. Maar deze goedbedoelde bescherming van kinderen kan juist averechts werken. Kinderen rouwen ook, hoe klein ze ook zijn. Hen weg-
4
Voorbehouden handelingen
Verpleegkundigen doen vaardigheidstoetsen
Dit voorjaar toetst verpleegafdeling Verloskunde haar verpleegkundigen in het Skills & Simulatielab op het uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen. Voorbehouden handelingen, denk aan chirurgische en verloskundige handelingen of het toedienen van een injectie, mogen alleen door deskundigen uitgevoerd worden. Uit een audit van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) in 2011 kwam naar voren dat niet alle afdelingen adequaat toezicht houden op het verrichten van voorbehouden handelingen. Het afgelopen jaar hebben diverse afdelingen hard gewerkt om het toezicht te verbeteren. Afdeling Verloskunde maakt dit concreet door beleid te maken, eigen toetsers te scholen en verpleegkundigen in het Skills & Simulatielab te toetsen op zes vaardigheden. Ook krijgen zij scholing in voorbehouden en risicovolle handelingen. Hoewel toetsen aan het bed de meest betrouwbare toetsmethode is, is dat niet altijd haalbaar. Het Skills & Simulatielab is dan een prima alternatief. De afdeling biedt het programma op drie data in het voorjaar aan, zodat alle verpleegkundigen deel kunnen nemen. Teamleider Marloes van Dalen: ‘Onze afdeling kent zo’n twintig voorbehouden handelingen die elke twee à drie jaar getoetst moeten worden bij zestig verpleegkundigen. Het duurt te lang om dat in de dagelijkse praktijk te doen. Met het Skills & Simulatielab kunnen we onze verpleegkundigen in drie dagen efficiënt toetsen.’ Bij de organisatie van de toetsdagen krijgt afdeling Verloskunde ondersteuning van de Radboud Zorgacademie, sectie Bijscholing. ‘Wij zetten op verzoek van de afdeling de eerste dag één van onze ervaren toetsers in om de afdeling te ondersteunen,’ legt senioropleider Sharon Giesbers uit. ‘Op die manier vergroot de afdeling zijn kennis en verbetert zijn toetsvaardigheden. Het is dus een echte coproductie.’ MW Belangstelling voor deze toetsmethode? Neem contact op met Sharon Giesbers,
[email protected]
i nt e rv i e w
radbode 01 - 2013
de mens achter de kanker
Nicole Hoogerbrugge: ‘Ik wil uitdragen dat iedereen iets kan doen tegen kanker.’
Op 2 februari vindt in het Radboud weer een grote open dag plaats om Wereldkankerdag te ‘vieren’. ‘Ruim driehonderd vrijwilligers, voornamelijk medewerkers, werken er aan mee. We rekenen op zo’n drieduizend bezoekers’, zegt Nicoline Hoogerbrugge, hoogleraar Erfelijke Kanker en bestuurslid van het RUCO, enthousiast. Zij nam drie jaar geleden het initiatief. J a nn i e M e u ss e n
Waarom krijgt Wereldkankerdag hier zoveel aandacht? ‘Ik was jaren geleden op 4 februari in een kankercentrum in Frankrijk en vroeg me af waarom al die vlaggen daar wapperden. “Weet je dat dan niet, het is Wereldkankerdag”, was het verbaasde antwoord. Waarom doen we daar in het Radboud niets mee, was mijn eerste gedachte. Elk jaar vieren dat je weer een stap verder hebt gezet tegen kanker. De Raad van Bestuur juichte het initiatief direct toe. Twee jaar geleden organiseerde het RUCO (Radboud Universitair Centrum voor Oncologie, red.) voor het eerst een open dag. Ik vond het mooi om die bevlogenheid van onze eigen medewerkers te zien. Hoe trots iedereen is om het grote publiek te laten zien wat hier allemaal gebeurt tegen kanker.’ Waarom ben je zo gegrepen door de oncologie? ‘Op mijn dertiende overleed de man van mijn zus op 28-jarige leeftijd aan kanker. Toen bedacht ik dat ik dokter wilde worden. Jaren later overleed mijn schoonzusje op 46-jarige leeftijd aan alvleesklierkanker. Dan wil je wel naar de Noordpool kruipen om iets tegen die vreselijke ziekte te doen. Veel mensen die in de oncologie werken hebben wel zo’n verhaal in hun rugzakje. Ik ben blij dat ik als dokter en hoogleraar Erfelijke Kanker samen met heel veel anderen iets kan doen tegen kanker. 5 tot 10 procent van de kanker ontstaat door erfelijke aanleg. Met genetisch onderzoek kunnen we steeds verfijnder vaststellen waarom het voorkomt in families, daardoor kunnen we
effectiever ingrijpen. Met preventief darmonderzoek kun je bijvoorbeeld poliepen tijdig weghalen bij mensen met een verhoogd risico, en daarmee darmkanker voorkomen. Dat is enorme winst. Winst is ook de oprichting van het RUCO nu pakweg drie jaar geleden. Hoe harder we samenwerken, hoe beter het voor de patiënt is. Maar we zijn er nog lang niet. Ik zie er naar uit dat we straks allemaal in één gebouw zitten. Waar patiënten niet meer bij specialisme x of y komen, maar bij de Radboud Oncologie.’ Welke boodschap wil je uitdragen op Wereldkankerdag? ‘Ik wil uitdragen dat iedereen iets kan doen tegen kanker. Daar geloof ik in, dat iedereen z’n steentje kan bijdragen en dat dat ook nodig is. We denken vaak allereerst aan de professionals in de ziekenhuizen en aan de huisartsen. Maar er doen veel meer mensen iets tegen kanker, zoals de collectanten die langs de deuren gaan voor het Radboud Oncologie Fonds. Of mensen die de tijd nemen om te luisteren naar iemand met kanker. Daarnaast kun je met een gezonde leefstijl zélf iets doen om kanker te voorkomen. Voor hart- en vaatziekten is dat bekend, voor kanker minder. Met onder meer gezonde voeding, matigen met alcohol, regelmatig bewegen, letten op het gewicht en natuurlijk niet-roken – fantastisch dat het Radboud per januari rookvrij is - kunnen we samen 40 procent van kanker vermijden. Maar je mag het nooit omdraaien. Het wil niet zeggen dat als je supergezond leeft je geen kanker krijgt. Ook een mooi voorbeeld van iets doen tegen kanker is wat Jaap Buis, operationeel manager van de restaura-
5
Foto: Marc van Teeffelen
tieve dienst, deed. We kwamen samen in gesprek over hoe we gezonde voeding kunnen stimuleren. Hij voegde direct de daad bij het woord. Hij maakt het medewerkers gemakkelijk om in het Personeelsrestaurant vooral te kiezen voor een gezonde maaltijd. Prachtig toch.’ Wat kunnen mensen verwachten op de publieksdag? ‘We laten niet alleen de nieuwe technische snufjes zien en hoe je met een goede leefstijl het risico op kanker kunt terugdringen. We besteden juist ook aandacht aan de mens achter de kanker en de beleving van de ziekte. Wat doet vermoeidheid bijvoorbeeld met je. Als je borst is geamputeerd of als je een groot litteken op de buik hebt, kan dat invloed hebben op de beleving van seksualiteit. Als je kaal bent, heeft dat invloed op je zelfbeeld. En bij elk griepje is er angst voor erger. We hopen dat er zo onder de bezoekers van de dag meer begrip ontstaat voor de impact van kanker. En dat de omgeving van een patiënt vooral niet na korte tijd al denkt: “Nu moet het maar weer over zijn.” De dag dient overigens een tweeledig doel. Bezoekers kunnen ook een kijkje nemen in de nieuwe gebouwen P en R. Er zijn bijvoorbeeld rondleidingen op de operatiekamers, en ze kunnen de operatierobots in werking zien. Komen dus…!’ n
Open dag 2 februari Rondom Wereldkankerdag organiseert het UMC St Radboud een open dag: 2 februari, van 10.00 tot 16.00 uur. Bezoekers kunnen op allerlei manieren horen en zien wat kanker is én wat het Radboud in huis heeft om kanker te bestrijden. Bovendien is er speciale aandacht voor het thema ‘beter eten tegen kanker’. In meer dan vijftig verschillende stands geven medewerkers informatie over het onderzoek en de behandeling van de meest voorkomende soorten kanker. Kijk voor meer informatie op www.umcn.nl/ wereldkankerdag.
r r e port a g e
Jonge kinderen krijgen volwass Sinds kort kunnen zeer jonge kinderen met nierfalen een volwassen donornier ontvangen. Goed nieuws, want dialyse is een grote belasting voor het kind en het gezin en vervangt bovendien maar ten dele de nierfunctie. Met de nieuwe transplantatietechniek kan ook een jong kind met een nierziekte zo gezond mogelijk opgroeien.
M a r j a n W a ss e n a a r
Maandag 5 november. ‘Zit je wel stil beer?’ Verpleegkundige Do van Schaijk spreekt de knuffelbeer van Juan vermanend toe. Zojuist heeft ze Juan’s bloeddruk gemeten en omdat hij zo netjes stil zit, mag beer ook. Juan weet feilloos de juiste knoppen te vinden om de bloeddruk bij zijn beer te meten. Niet verwonderlijk, want voor Juan is het vaste prik. Drie keer per week is de bijna driejarige peuter op de kinderdialyseafdeling van het Radboud. Te midden van alle apparatuur en slangen vormen zijn beer en speelgoedauto’s een vertrouwd houvast. Juan’s nieren functioneren vanaf de geboorte niet goed, vertelt zijn moeder Michelle Meesters. Tijdens de zwangerschap behoren de urethakleppen in de plasbuis van de baby vanzelf te verdwijnen. Soms gebeurt dat niet, zoals bij Juan. De ongeboren baby kan dan niet goed plassen, met onherstelbare nierschade tot gevolg. Een week na de bevalling werd duidelijk dat Juan een ernstig verminderde nierfunctie had en in de toekomst zou moeten gaan dialyseren. Toen hij anderhalf jaar oud was, startte Juan daadwerkelijk met nierdialyse. Nederland kent maar drie kinderdialysecentra en de dichtstbijzijnde voor Michelle en Juan ligt in Nijmegen. Al die tijd pendelt Juan daarom van Kampen naar Nijmegen, afwisselend samen met zijn moeder of met een thuiszorgmedewerker.
Te midden van alle apparatuur en slangen vormen zijn beer en speelgoedauto’s een vertrouwd houvast voor Juan.
Juan houdt de vingers van zijn moeder vast. Hij weet wat er gaat komen als verpleegkundige Do zijn romper uit doet om hem aan te sluiten aan de dialyseapparatuur. Juan protesteert als Do het verband om de centrale lijn losmaakt. Pedagogisch medewerker Trudy Glaap en moeder Michelle proberen hem af te leiden met kinderliedjes. De kinderchirurg heeft bij hem een centraal veneuze katheter aangelegd, die rechtstreeks toegang geeft tot de bloedbaan. Maar dialyseapparatuur is eigenlijk niet ontworpen voor kinderen. Daarom moet Do een aantal extra handelingen verrichten voordat Juan kan worden aangesloten. Zo wordt het dialyseapparaat eerst voorgevuld met een zakje bloed, aangevuld met
een zoutoplossing. Dat is nodig omdat kleine kinderen niet in één keer zoveel bloed kunnen missen.
Tijdelijke oplossing Nieren zijn belangrijke organen. Ze voeren de afvalstoffen in het lichaam af, regelen de vochthuishouding en de aanmaak van rode bloedlichaampjes. Bij nierfalen is dialyseren slechts een tijdelijke oplossing. ‘Nierdialyse vervangt maar 10 procent van de nierfunctie’, legt kindernefroloog Linda Koster uit. ‘Er blijven dus heel veel afvalstoffen in het lichaam. Dat beïnvloedt de groei en zorgt voor geheugen- en concentratiestoornissen. Het lichaam slijt van binnen veel sneller. Bovendien zorgen de afvalstoffen voor een andere smaak- en hongerperceptie en misselijkheid. Baby’s willen uit zichzelf niet drinken en krijgen daarom sondevoeding. Om die redenen houden we de dialyseperiode het liefst zo kort mogelijk en maken we ouders vanaf het begin af aan duidelijk dat we naar transplantatie toe moeten.’
Buikholte
Met de nieuwe transplantatietechniek kunnen ook kinderen jonger dan drie jaar een volwassen donornier ontvangen.
6
Tot voor kort kwamen kinderen als Juan vanaf hun derde jaar op de wachtlijst voor een kinderdonornier. Een volwassen nier past namelijk nog niet in het bekken van een kind. Kinderdonornieren zijn er echter nauwelijks, waardoor kinderen met nierfalen wachtten en groeiden totdat ze alsnog in aanmerking kwamen voor een volwassen nier. Het niertransplantatieteam heeft zich sterk gemaakt om een in het buitenland reeds bestaande techniek naar Nederland te halen. Met deze techniek wordt de donornier niet in het bekken, maar in de buikholte geplaatst. Transplantatiechirurg Daan van der Vliet verricht de ingreep, samen met kinderchirurg Marc Wijnen en een kinderuroloog. ‘Bij hele jonge kinderen is het de uitdaging om voldoende ruimte te vinden voor een volwassen nier’, legt Van Vliet uit. ‘De nier komt in de buikholte, maar mag niet te ver van de blaas afliggen. We leggen een vaatverbinding aan met de grote lichaamsader en -slagader. De kunst is om dat zo te doen dat de vaten niet knikken. Want als dat gebeurt, stolt het bloed en is de donornier meteen stuk.’ De kinderuroloog hecht vervolgens de nieuwe urineleider in de blaas ‘Maar met alleen de chirurgische techniek kom je er niet’, benadrukt Van der Vliet. ‘De kinderanesthesist controleert de vullingsdruk van het
r a dbod e 0 1 - 2 0 1 3
ssen donornier
Transplantatieprogramma biedt zeer jonge kinderen perspectief Met het transplantatieprogramma KLEINE KINT gaat voor kindernefroloog en initiatiefnemer Marlies Cornelissen een lang gekoesterde wens in vervulling. ‘Eerder transplanteren is beter voor de ontwikkeling van het kind.’
Foto’s: Frank Muller
hart en het vocht in het lichaam, en dient waar nodig extra vocht toe. De kindernefroloog en de -intensivist controleren naderhand het vocht en de bloedcirculatie intensief. Het kinderhart moet het wel blijven doen met zo’n groot orgaan. Het is spitsroeden lopen, goede voorbereiding is cruciaal.’
Levende donor Goede voorbereiding geldt ook voor de ouders van jonge kinderen met nierfalen. Zij kunnen kiezen voor een donor via de wachtlijst, maar dat betekent dat hun kind pas met ongeveer vijf jaar voor transplantatie in aanmerking komt. Koster: ‘We wijzen hen daarom op de mogelijkheid van een levende donor en vertellen hoe dit in zijn werk gaat. We leggen ook uit dat nieren van levende donoren het gemiddeld beter doen.’ Michelle Meesters heeft geen moment getwijfeld om haar nier aan Juan te doneren. ‘Ik ben blij dat ik hem kan helpen met iets van mijzelf. Natuurlijk vind ik het supereng. Maar mijn liefde voor Juan is sterker.’ Dat moeder en zoon bijna tegelijkertijd onder het mes gaan, is voor haar wel moeilijk te verteren. ‘Als ik wakker word uit de narcose, ligt hij op de OK. Ik kan er niet voor hem zijn en niet voor mijn dochter, die noodgedwongen bij vrienden logeert.’ Dinsdag 18 december. Michelle en Juan melden zich bij de poli Kindergeneeskunde voor een controleafspraak. Beiden hebben een heftige periode achter de rug, maar maken het inmiddels goed. De niertransplantatie eind november is geslaagd. ‘Na de operatie kreeg Juan een longontsteking, waardoor hij terug moest naar de IC’, vertelt Michelle. ‘Gelukkig mocht hij afgelopen zaterdag naar huis, twee dagen voor zijn derde verjaardag.’ Voorlopig moet Juan nog tweemaal per week voor controles naar het Radboud. En hoewel hij wel meer eet, wil Juan nog steeds niet drinken. Waarschijnlijk zal hij daarom het komende jaar meedoen aan een eetprogramma. Juan zelf kijkt op de poli nieuwsgierig om zich heen. Mocht hij voorheen altijd met de dopjes van zijn sonde spelen, nu bergt zijn moeder die snel op. ‘Hij begint nu toch steeds vaker dingen in zijn mond te stoppen, een teken dat hij interesse in eten krijgt.’ Juan protesteert luid. Michelle glimlacht. ‘Ook daaraan is te merken dat Juan beter in zijn vel zit en gewoon peuter kan zijn.’ n
Aangeboren nierziekten kunnen al in de eerste levensjaren leiden tot nierfalen. Dialyseren of een niertransplantatie is dan noodzakelijk. Maar voor hele jonge kinderen is een donornier niet vanzelfsprekend. Kinderdonornieren zijn zeldzaam en een volwassen nier werd tot voor kort pas bij kinderen vanaf circa vijf jaar getransplanteerd. Met het project KLEINE KINT, wat staat voor Kleine Kinderen NierTransplantatie, beschikt het UMC St Radboud over een transplantatieprogramma waarmee ook kinderen jonger dan drie jaar een volwassen donornier kunnen ontvangen, bijvoorbeeld van vader of moeder. De donornier wordt dan niet in het bekken, maar in de buikholte van het kind geplaatst. Waar het bij de operatie vooral op aankomt is de hemodynamiek, oftewel de bloedcirculatie. Een volwassen orgaan vraagt veel van de circulatie, het bloedvolume moet ineens fors toenemen. Ter vergelijking: een klein kind heeft circa 800 ml bloed, terwijl door een volwassen nier alleen al 400 ml bloed stroomt. De ingreep wordt in het buitenland al langer toegepast en kan nu, mede dankzij subsidie van de Nierstichting en Fonds NutsOhra, ook in Nederland worden uitgevoerd. Het UMC St Radboud is daarmee het enige centrum in Nederland waar hele jonge kinderen een donornier kunnen krijgen. Niertransplantaties bij oudere kinderen worden ook in Amsterdam en Rotterdam gedaan.
Drijvende kracht achter KLEINE KINT is Marlies Cornelissen. Samen met het transplantatieteam diende zij een projectvoorstel in bij de Nierstichting en haalde de benodigde subsidie binnen om het programma op te zetten. Dat vergt de nodige voorbereiding. ‘We hebben meegekeken bij centra in de Verenigde Staten waar men de operatietechniek al toepast. Daarnaast hebben we kindernefroloog Huib de Jong aangetrokken, een “extra motor” die zich op de ontwikkeling van de benodigde protocollen heeft gestort.’ Inmiddels houdt een hecht team zich bezig met de begeleiding van en zorg voor de jonge nierpatiënten en hun familie. Juan is na de start van het programma het tweede patiëntje met een volwassen donornier in de buikholte. Naar verwachting zal het team jaarlijks twee tot vier van deze operaties uitvoeren. De tijd is er volgens Cornelissen rijp voor. ‘Vroeger was de nieroverleving bij jonge kinderen veel korter dan bij oudere kinderen. Door betere afstotingsremmende medicatie gaat een getransplanteerde levende donornier bij deze jonge groep patiënten nu gemiddeld al vijfentwintig jaar mee. Heel jonge kinderen doen het nu zelfs beter dan pubers of volwassenen met een donornier. Onze hypothese is dat dit te maken heeft met hun immuunsysteem dat nog jong en “naïef” is. Daardoor stoot het de nieuwe nier minder snel af.’ n
Marlies Cornelissen ziet Juan en zijn moeder op een controleafspraak na de transplantatie.
7
radbode 01 - 2013
Help mee het UMC St Radboud rookvrij te maken rookzones buiten het Radboud ingericht. Binnen het UMC St Radboud is voorzien in één rookruimte, uitsluitend voor patiënten. Medewerkers van de Dienst Beveiliging spreken patiënten, bezoekers en medewerkers aan die roken op plekken waar dat niet is toegestaan. Zij worden verwezen naar de rookzones. Alle medewerkers kunnen meehelpen het Radboud rookvrij te maken. Spreek collega’s, patiënten en bezoekers aan die buiten de rookzones roken. Bij het PIP en de recepties van de hoofdingang en ingang Oost zijn hiervoor speciale kaartjes beschikbaar. n
Het UMC St Radboud is een gezondheidsinstelling waar gezondheidsbevordering en preventie hoog in het vaandel staan. Iedereen in en om ons huis moet kunnen rekenen op een gezonde leef- en werkomgeving. Roken hoort daar niet bij. Tijdens de nieuwjaarsreceptie kondigde Melvin Samsom aan dat er strenger wordt toegezien op naleving van het bestaande rookbeleid. Roken binnen het UMC St Radboud is verboden; buiten roken mag uitsluitend in de daarvoor aangewezen rookzones. Bij de hoofdingang is inmiddels een nieuwe rookzone ingericht en zijn borden geplaatst. De komende maanden worden ook andere
Taal verbindt.
Intensive Language Programmes
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Huidtherapie o.a. acne- en oedeemtherapie
Duurzaam ontharen alle erkende methodes; elos, diodelaser, IPL, elektrisch
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Anti-Aging behandelingen
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
oudere huid, rimpels, verkleuringen met o.a. fractional laser en eMatrix,.
Microdermabrasie, peeling
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Sint Annastraat 410 te Nijmegen Aan rustige ventweg van de Sint Annastraat en praktisch tegenover het UMC “Sint Radboud” en de Universiteit gelegen karakteristieke jaren ‘30 twee-onder-een-kapwoning met 5 slaapkamers en een formidabele achtertuin van maar liefst 40 meter diep, tot aan de Van Peltlaan doorlopend. Bouwjaar 1928, oppervlakte perceel 460 m2, inhoud ca. 490 m3. Vraagprijs € 415.000,-- k.k.
MINDFULNESSTRAININGEN
onregelmatigheden als comedonen, (acne)littekens, vergrote poriën
Lichaamsbehandelingen cellulite, slappe huid, vetophopingen o.a; VelaShape, LipoMassage, LPG
PRAKTIJK VOOR HUIDBEHANDELINGEN
Kolmeijer Makelaars Tel.: 024-3581284 E-mail.:
[email protected] Website: www.kolmeijermakelaars.nl
Zie voor meer info: www.radboudcentrumvoormindfulness.nl (Er zijn nog enkele plaatsen vrij voor de trainingen, welke starten in februari 2013)
Kolmeijer Makelaars is lid van de NVM
Kijk op www.mediderm.nl of bel 0318 505065 voor een gratis consult Hoogwaardige huidbehandelingen en huidtherapie. Nijmegen - Arnhem - Ede - Veenendaal
Directeur Personeelsvereniging Radboud (0,6 fte) PV Radboud is de personeelsvereniging voor alle medewerkers, postactieven en oud-medewerkers van de RU en het UMCN. Als directeur bent u verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de communicatie van de Personeelsvereniging. U geeft leiding aan het managementteam (MT) en aan het bureau ledenadministratie.
an 2013! v n e z ij r tp c de contra Vraag naar
Meer informatie: www.ru.nl/vacatures
pv radboud
Vergadering | Training | Outdoor activiteit | Congres | Overnachting | Feest | Diner
Organiseer het op de berg!
Oude Holleweg 5, 6572 AA Berg en Dal
8
| 024-684 20 00 |
[email protected] | www.goldentulipvalmonte.nl
ond erzoek
radbode 01 - 2013
Spierziekte krijgt gezicht FSHD: nooit van gehoord, zullen veel mensen zeggen. Het komt echter het meest voor onder zeshonderd andere spierziekten. Doorgaans krijgen FSHD-patiënten van de arts te horen: ik kan niets voor u doen. Neurologie wil via een nieuwe website meer voor deze patiënten betekenen. ‘Mensen zijn meer dan hun spierziekte.’ N e l l e k e D i nn i ss e n
Glimlachen en je ogen sluiten, alledaagse dingen die ieder mens ongemerkt doet. Mensen met de spierziekte FSHD kunnen dit vaak niet. Ook pijn, vermoeidheid, verminderde spierkracht, vallen, slaapproblemen en stress spelen hen parten. In Nederland zijn ongeveer duizend patiënten met Facioscapulohumerale dystrofie. Zij bevinden zich in een niemandsland, want maar weinig mensen hebben weet van de ziekte. Voor veel ziektes is geen behandeling beschikbaar, zo ook niet voor FSHD. Neuroloog Baziel van Engelen hekelt dan ook de hooggespannen verwachtingen van genezing en kan zich goed vinden in de uitdrukking
zijn gunstig.’ Deze trials doet Neurologie samen met Revalidatiegeneeskunde, Radiologie en het Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid.
Window to the world ‘Door spierzwakte en mimiekarmoede is communiceren voor veel FSHD-patiënten moeilijk’, weet projectleider Suzanne van Egmond. ‘Waar elk mens zijn boodschap kracht bijzet met gebaren en mimiek, moeten zij het hebben van de kracht van het woord. Daarom vind je deze patiënten vaak op het digitale netwerk.’ ‘De computer is hun window to the world’, voegt Van Engelen toe. ‘Daarom hebben we in samenspraak met patiënten een website die januari de lucht ingaat. De FSHD Stichting financiert dit project. Het vormt de basis van hun “roadmap to solution”’, vertelt een enthousiaste Van Egmond. ‘Via registratie en standaardvragen krijgen we zicht op de populatie, de mate waarin patiënten zijn aangedaan en de demografie’, aldus Van Egmond. ‘Maar onze belangrijkste pijler is quality of life. Daarom zullen wij patiënten ook vragen stellen over pijn, vermoeidheid, slaap, vallen en stress. Zij zijn de experts van hun ziekte en hebben vaak zelf inventieve oplossingen bedacht voor problemen.’ De website is zowel voor patiënten als voor behandelaars die hier hun kennis met elkaar kunnen delen.
wetenswaardig Hart- en vaatziekten bij vrouwen Een kwart eeuw geleden nog dachten artsen, dat hart- en vaatziekten bij vrouwen veel minder voorkwamen dan bij mannen. Ondertussen weten we beter. Hart- en vaatziekten zijn bij vrouwen landelijk en wereldwijd zelfs doodsoorzaak nummer één, memoreert hoogleraar vrouwencardiologie prof. dr. Angela Maas in haar oratie. Zij pleit ervoor om binnen de cardiologie voor vrouwen nieuwe diagnostiek en behandelingen te ontwikkelen. Nieuwsrubriek, www.umcn.nl, 14 januari.
Nacontrole kan doelmatiger Na behandeling ondergaan kankerpatiënten periodieke controles, tot wel vijf of tien jaar na de behandeling. Deze controles zijn bedoeld om de terugkeer van de tumor vroegtijdig te ontdekken en opnieuw behandeling in te zetten. Dat verbetert de levensverwachting, zo is de gedachte. Uit onderzoek van Sandra Geurts blijkt dat dit voor de meeste kankersoorten echter niet is aangetoond. Zo leven patiënten bij wie terugkerende eierstokkanker vroegtijdig - zonder klachten wordt ontdekt niet langer dan patiënten bij wie de terugkerende kanker aan de hand van klachten wordt vastgesteld. Science agenda, www.umcn. nl (ingang Research), 22 januari.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Patiënten met FSHD. In Nederland zijn er ongeveer duizend mensen met deze spierziekte.
geciteerd in de oratie van Michel Willemsen: “The tyranny of the idea of cure”. ‘Altijd genezen is een illusie’, beklemtoont hij. ‘Maar dat wil niet zeggen dat we niets voor deze patiënten kunnen doen. De nadruk moet vooralsnog liggen op care. We kunnen zoveel mogelijk proberen de symptomen te bestrijden. Zo doen we onderzoek naar het effect van fysieke en cognitieve training bij FSHD-patiënten. De voorlopige resultaten
Radboud kenniscentrum FSHD Er zijn zeshonderd verschillende spierziekten, waarvan FSHD een van de meest frequente is. Dertig jaar geleden beschreef neuroloog George Padberg, toen nog in Leiden, de ziekte voor het eerst in al zijn klinische facetten. Padberg heeft aan de wieg van de ontwikkelingen omtrent FSHD gestaan, aldus neuroloog Baziel van Engelen. In 2010 was Padberg coauteur van een publicatie in Science over de oorzaak van de ziekte en onlangs in Nature Genetics over de oorzaak van een tweede vorm van FSHD. Het UMC St Radboud is een van de grootste kenniscentra in de wereld op het gebied van Facioscapulohumerale dystrofie. De website die Neurologie samen met FSHD-patiënten heeft gemaakt is www.FSHDashboard.nl. Bovenstaande foto’s zijn komen uit het boek ‘FSHD heb je niet alleen!’ van patiënt Anke Lanser. Zie ook: www.fshd.nl.
Onderzoeksagenda ‘Betrek je patiënten, dan komen ze regelmatig met symptomen die eerder nooit aandacht kregen’, merkt Van Engelen op. ‘Zo hoorden we tijdens een groepsconsult voor het eerst van meerdere patiënten dat ze veel last ondervinden van spierzwakte in het gezicht ofwel mimiekarmoede. Een fundamenteel gemis in de communicatie, zeggen de patiënten.’ Van Engelen en Van Egmond hopen met patiëntenparticipatie via de website snel kennis te vergaren. En te achterhalen aan welk onderzoek patiënten behoefte hebben. ‘Eigenlijk een soort crowdfunding’, stelt Van Engelen. ‘Patiënten bepalen mede de onderzoeksagenda en de patiëntenvereniging haalt het onderzoeksgeld binnen.’
Leven met de ziekte ‘Dit project heeft alles in zich: van moleculair onderzoek tot zorg, van cure naar care, van klassieke waarden zoals empathie tot moderne middelen als patiëntenparticipatie en social media. Het is doelmatig en kosteneffectief’, stelt Van Engelen. ‘Maar uiteindelijk draait het allemaal om menslievende zorg. Er is nog geen behandeling, daar willen we natuurlijk wel naartoe. Maar nu staat niet “leven zonder spierziekte” bovenaan, maar optimaal “leven met de spierziekte”. Hiervoor is een combinatie nodig van empathische dokters met een analytisch vermogen. We komen voor FSHD-patiënten op en geven samen met hen de ziekte een gezicht.’ n
9
• Promotie drs. Charlotte Lybøl, donderdag 24 januari, 15.30 uur. Titel: Improving management of gestational trophoblastic neoplasia • Afscheidsrede prof. dr. Paul Stuyt, hoogleraar Klinisch onderwijs, in het bijzonder de kwaliteitszorg, vrijdag 25 januari, 15.45 uur. Titel: Medisch specialisten opleiden: hoezo anders!? • Afscheidsrede prof. dr. Hans Willems, hoogleraar Klinische chemie, vrijdag 1 februari, 15.45 uur. Titel rede: Opleiding als sleutel voor de toekomst • Promotie Mary Calvaruso, woensdag 6 februari, 10.30 uur. Titel: Mitochondrial complex I assembly in man and mouse • Promotie drs. Rutger Sonneveld, woensdag 6 februari, 13.30 uur. Titel: Views of patients, dentists, and dental students with respect to organizational aspects of dental practices • Promotie mw. drs. C. Tesink, donderdag 7 februari, 10.30 uur • Promotie dhr. drs. E. Visser, donderdag 7 februari, 13.30 uur. Titel: Leaves and forests: Low level sound processing and methods for the large-scale analysis of white matter structure in autism • Promotie drs. Wandana Nanhoe-Mahabier, woensdag 13 februari, 15.30 uur. Titel: Freezing and falling in Parkinson’s disease: from the laboratory to the clinic • Promotie Alejandro Estrada Cuzcano, donderdag 14 februari, 11.00 uur. Titel: Molecular genetic basis of non-syndromic retinal dystrophies • Promotie drs. Roos van Swigchem, vrijdag 15 februari, 13.00 uur. Titel: Control of complex gait. The adaptability of gait in chronic stroke and the effects of functional electrical stimulation * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2. Meer info: www.umcn.nl, Research, Science Agenda.
m e ns e n
radbode 01 - 2013
In m e mor i a m
In m e mor i a m
Carel Bakx
Diny Rozendal
Op 1 januari is dr. Carel Bakx na een ziekbed van enkele maanden overleden. Carel was huisarts in Doesburg en als huisartsonderzoeker verbonden aan Eerstelijnsgeneeskunde. Als geen ander wist hij een verbinding te leggen tussen de academie (onderzoek, onderwijs, opleiding) en de dagelijkse praktijk van de huisarts. Niet zozeer gedreven door carrièredrang als wel vanuit een oprechte nieuwsgierigheid en belangstelling deed hij wetenschappelijk onderzoek met als doel de zorg voor de patiënt te verbeteren. Daarnaast gaf hij in het UMC St Radboud onderwijs aan medisch studenten en coassistenten. Carel was een zeer geliefde collega op de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Hij stelde zichzelf nooit op de eerste plaats en werkte altijd in dienst van het grote geheel. Hij was een warme, innemende persoonlijkheid die altijd voor anderen klaarstond. Hij was kritisch, maar op een opbouwende manier waarbij hij collega’s, studenten én patiënten altijd in hun waarde liet. Carel was wars van status, macht en geld. Hij was een echte bruggenbouwer tussen de eerste en tweede lijn, zocht de verbinding tussen zorg en welzijn. Problemen ging hij niet uit de weg en hij bleef altijd constructief zoeken naar een oplossing, zowel binnen de afdeling als in praktijk de Linie
in Doesburg, waar hij 35 jaar als huisarts werkzaam was. Als onderzoeker droeg hij bij aan het optimaliseren van Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM) in de eerste lijn met (onder meer) onderzoek naar de implementatie van de Zorgstandaard Vitale Vaten en met verschillende onderzoeken op het gebied van hypertensie. Hij was tevens van onschatbare waarde voor de academische netwerken van huisartspraktijken, verbonden aan de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde (CMR en NMP). Niet alleen bij collega’s, ook bij studenten geneeskunde was Carel geliefd: als mentor, als begeleider van wetenschappelijke stages en als onderwijzer bij cardiovasculaire georiënteerde blokken in het basiscurriculum en in de vervolgopleiding tot huisarts. In maart 2011 werd hij voor zijn vele verdiensten benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau. Namens de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Prof. dr. Pim Assendelft, afdelingshoofd Prof. dr. Chris van Weel, hoogleraar Marianne Nicolasen-van Hout, bedrijfsleider
In m e mor i a m
In m e mor i a m
Jules de Witte
Ellen Spaan-van ’t Hullenaar
Op 30 december is Jules de Witte overleden na nog geen drie weken ziek te zijn geweest. Onverwacht, stormachtig bijna, heeft hij zijn gezin, familie, vrienden en onze afdeling verbijsterd achtergelaten. In die korte tijd heeft hij een bewonderenswaardige rust en acceptatie weten te vinden. Zijn ziekte heeft hij onverschrokken doorstaan. Gelukkig is hij ook nog dagen thuis geweest bij zijn Janet en hun kinderen, Ward en Noor, waar hij het goed heeft gehad. Jules was rechtdoorzee; hij maakte van zijn hart geen moordkuil. Hij was onconventioneel en hield zich niet altijd aan afspraken, maar hij had een feilloos gevoel voor wat goed, rechtvaardig en sociaal was. Wat Jules wilde, deed hij meteen en zo kregen we meestal veel voor elkaar. Hij was zorgzaam voor zijn mensen om zich heen, was er altijd met hulp en ideeën als er problemen waren bij acute of complexe patiënten. Op een afdeling als de hartcatheterisatie, waar je alleen samen goed werk kan leveren: ‘’a true brother in arms’’ en heel vaak ook nog goed voor een grap of een puntige opmerking. Hij ging over de materialen, wist daar fenomenaal veel van en ook nog waar ze lagen. Consciëntieus, degelijk, betrouwbaar, altijd een paar minuten te laat. Zijn kinderen, Janet, sigaartjes, skiën, bridge, Sinterklaas, ongevraagde materialen aangeven omdat ze op moesten, altijd op ‘t fietsje, zijn smakelijke verhalen, zijn ondeugende humor: te veel om op te schrijven, maar een rijkdom aan dierbare herinneringen, die we voor altijd met ons meedragen. Hij laat een groot gat achter, thuis en op zijn werk. Het valt niet mee deze leegte weer een beetje op te vullen. Met stomheid geslagen zullen we zonder deze grote hoeksteen onze draai weer moeten zien te vinden. We hopen (en helpen waar we kunnen) dat Janet, Ward en Noor met de gedachte aan hun lieve, zachte en zorgzame vader toch hun leven weer op kunnen pakken. Namens de leiding van Afdeling Hartcatheterisatie, Prof. H. Suryapranata, H. Gehlmann, H. Maas Namens de leiding van de Cardiologie, Prof. M.J. de Boer, E. de Kluiver, L. van Reeuwijk
Op Tweede Kerstdag is onze collega Diny Rozendal, medisch maatschappelijk werker, overleden. Zij wist sinds korte tijd dat zij ongeneeslijk ziek was. Diny heeft meer dan 41 jaar in het UMC St Radboud gewerkt. De eerste jaren werkte Diny ziekenhuisbreed voor de afdeling Medisch Maatschappelijk Werk. Vanaf 1980 ging zij werken voor Werkgroep Erfelijkheidsadviezen bij de afdeling Antropogenetica, tegenwoordig Genetica genoemd. Op deze afdeling heeft Diny haar carrière voortgezet en afgesloten. Diny heeft zich door talloze vervolgopleidingen en cursussen en daarnaast door een enorme bevlogenheid en betrokkenheid, een zeer deskundige collega gemaakt op het gebied van begeleiding bij erfelijkheidsvraagstukken. Ze was rechtdoorzee, no-nonsense en kon ook kritisch zijn. Ze wist heel goed hoe ze de dingen wilde hebben en ging daar dan volledig voor. Ze was zorgvuldig en betrokken. Jarenlang hebben zowel patiënten en hun families alsook de afdeling Genetica deze waardevolle eigenschappen mogen ervaren. Ons medeleven gaat uit naar de directe familie van Diny. Wij wensen hen alle kracht toe om dit zware verlies te dragen. Namens collega’s afdeling Genetica, Han Brunner, afdelingshoofd Peter van Woensel, bedrijfsleider Wendy van Zelst-Stams, sectiehoofd Klinische Genetica
Op zondag 6 januari bereikte ons het droeve nieuws dat onze collega Ellen Spaan- van ’t Hullenaar, analist van het Laboratorium Klinische Chemie (Laboratoriumgeneeskunde) is overleden. Zij kwam in 1984 als stagiaire werken bij het toenmalige Laboratorium Kindergeneeskunde en Chirurgie. Na haar stage is Ellen in 1985 in dienst gekomen van die afdeling. Al snel werd duidelijk dat ze een uitstekende en gemotiveerde analist was met hart voor de zaak. Na een reorganisatie van de laboratoria in 1988 kwam ze terecht bij het Centraal Klinisch Chemisch Laboratorium (CKCL). Daar participeerde ze in de groep Immunochemie, wat haar zeer goed beviel. Na de geboorte van haar zoon Maik in 1996 is Ellen minder gaan werken maar bleef door haar inzet en gedrevenheid toch volledig op de hoogte van de diverse veranderingen in en op het werk. Ook na de geboorte van Tim in 2000 kon ze goed de balans vinden tussen werk en privé. Ellen heeft de afgelopen jaren menig weekenddienst gewerkt en overgenomen van collega’s om doordeweeks tijd vrij te maken voor haar kinderen. Vanaf 2004, na een interne reorganisatie, was Ellen werkzaam bij de sectie eiwitchemie. In 2010 heeft ze haar 25-jarig dienstjubileum gevierd. Groot was voor iedereen de schok toen begin 2011 duidelijk werd dat Ellen ongeneeslijk ziek was. Wij hebben diep respect voor de manier waarop ze met haar ziekte omging. Ellen bleef strijdbaar en bij alles en iedereen betrokken. Wij zullen Ellen herinneren, niet alleen als een uitstekende analist, maar ook als een enthousiaste en aimabele collega met een zorgzame en warme persoonlijkheid. We wensen René, Maik, Tim en verdere familie en vrienden veel sterkte toe met de verwerking van dit verlies. Namens alle collega’s, Janine Oosting, hoofd Laboratorium Klinische Chemie, afdeling Laboratoriumgeneeskunde Stan Verweij, hoofdanalist LKC
10
mensen Prof. dr. Paul Stuy t
Op 25 januari 2013, neemt het UMC St Radboud, in verband met zijn emeritaat, afscheid van prof. dr. Paul M.J. Stuyt. De loopbaan van Paul Stuyt wordt, mede door zijn maatschappelijke betrokkenheid, gekenmerkt door zijn functieoverstijgende inzet op een diversiteit aan aspecten van de geneeskunde. Vrijwel direct vanaf het begin van zijn loopbaan als internist kregen onderwijs en opleiden zijn specifieke aandacht. Geholpen door zijn sociale vaardigheden en bindend vermogen ontwikkelde Paul zich tot een gewaardeerde docent, opleider, bestuurder en collega. Zijn grote betekenis voor de ontwikkeling van het onderwijs in de klinische praktijk, en de daarbij behorende kwaliteitszorg, leidde tot zijn benoeming tot hoogleraar op dit aandachtsgebied. Paul Stuyt is een van de grondleggers , zowel bestuurlijk als ook inhoudelijk, van de huidige organisatie van het onderwijs én van het opleiden in het UMC St Radboud. Ook heeft hij de status van de opleiding, zowel in het UMC St Radboud als landelijk, vergroot en laat hij een structuur achter voor de gedegen docentprofessionalisering en de kwaliteitszorg van de opleidingen. Zijn opmerking dat hoogleraren meer aandacht moeten geven aan onderwijstaken, en dus minder aan hun onderzoekstaken, is kenmerkend. Naar Stuyts mening hebben Hoogleraren primair een speciale onderwijstaak. Onderzoek speelt daarbij een belangrijke rol maar die verhouding is naar zijn mening nu vaak scheef. Het UMC St Radboud is prof. dr. Paul Stuyt zeer dankbaar voor zijn bijdrage aan de gezondheidszorg, het onderwijs en voor zijn bestuurlijke inzet in onze organisatie. Prof. dr. Melvin Samsom, voorzitter Raad van Bestuur
Helaas kunnen de aangeboden teksten voor de rubriek Mensen niet geplaatst worden in deze Radbode. Zie daarom ook onder de rubriek ‘Mededelingen’ op intranet, voor de medewerkers die deze maand jubileren of afscheid nemen.
De volgende medewerkers gaan het Radboud verlaten: Pieter van der Valk, Wout van de Pol, Hanny Lurvink, Pieternel Paskerde Jong, Roelie de Boer-vanHuizen, Arnold Bongers, Antoine Schroder, Elsje van Gisteren-Van Druten, Mariet Janssen, Lanny LangendamHadisurtirto.
Jubilea Annelies Pellegrino is veertig jaar in dienst. 25 jaar in dienst zijn: Louis van de Locht, Jan Busser en Betsie BraamLiebers Kijk voor meer informatie over hen bij de Mededelingen op intranet.
radbode 01 - 2013
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van Hetty Opsteegh, analist Medisch Microbiologie.
Frappant ‘Vorig jaar las ik een bacteriologische kweek af. Ik maakte de voedingsplaat open en zag iets onbekends. De bacterioloog vermoedde dat het om de Brucella-bacterie ging, die zeer besmettelijk is. Deze komt in Nederland al vijftig tot zestig jaar bijna niet meer voor. Destijds werden vooral schapen, varkens en geiten besmet. En soms dierenartsen. Een onbehandelde Brucellainfectie kan ontstekingen in de hartspier, nieren, hersenen en beenmerg veroorzaken. Ik wist als geen ander dat je er heel ziek van kunt worden, want ik was er in 1989 zelf mee geïnfecteerd. Hoe, dat is een raadsel gebleven. Ik dacht toen dat ik griep had met hoge koorts. Maar de koorts wilde niet zakken en liep ’s nachts op tot 41 graden. Uiteindelijk werd ik opgenomen. Het duurde een hele tijd voordat de bacterie bij mij werd ontdekt. Professor Van der Meer was zeer verbaasd dat de Brucella opnieuw was aangetroffen. Hij had het in zijn carrière nog geen enkele keer meegemaakt. Voor een beschrijving van het ziektebeeld had hij er oude boeken op moeten naslaan. De hoge koorts en niet weten wat je hebt, hadden een behoorlijke impact op mij. Uiteindelijk kreeg ik de juiste antibiotica en kon ik na vier weken opname weer terug naar huis. Bijna niet te geloven dat ik nu opnieuw met de Brucella werd geconfronteerd. Drieëntwintig jaar na de infectie was hij nooit meer opgedoken. Ik werk al meer dan vijfentwintig jaar op het bacteriologisch laboratorium. Brucella verspreidt zich gemakkelijk in de ruimte, alleen al door hem aan te prikken op de voedingsplaat. Testjes doen en een nieuwe kweek maken zijn dus risicovol. De bacterioloog en ik deden die dus verder in een speciale flow-kast, waarin je heel steriel kunt werken. De uitslag zou enkele dagen duren. Intussen waren op onze afdeling alle alarmbellen gaan rinkelen en werd de Arbo- en Milieudienst ingeschakeld. Niet alleen ik, maar ook de bacterioloog en nog een collega hadden mogelijk een infectie opgelopen. En eventueel andere collega’s die in de buurt waren geweest. Bij iedereen die mogelijk geïnfecteerd was, werd bloed afgenomen. Natuurlijk ook bij ons drieën, maar uit voorzorg kregen wij direct antibiotica voorgeschreven. Een paar dagen later bleek het inderdaad om de Brucellabacterie te gaan, afkomstig van een patiënt uit het buitenland. Gelukkig bleek mijn eerste uitslag negatief, evenals bij al mijn collega’s. Maar echte zekerheid zouden we pas krijgen na drie maanden, waarin verschillende bloedtests werden uitgevoerd. Mijn twee collega’s en ik moesten antibiotica in zeer hoge doses blijven slikken. Na een paar dagen voelde ik me erg beroerd en depressief. Was ik toch besmet? Ik belde mijn afdelingshoofd die mij doorverwees naar de infectioloog. Ook de tweede test was negatief, dus mocht ik stoppen met één antibioticum. Uiteindelijk bleek niemand van onze afdeling besmet. Natuurlijk vroeg ik me af of mij iets te verwijten viel. Had ik dit allemaal kunnen voorkomen? Ik wist heel zeker dat ik volgens alle standaarden gewerkt had. Niemand had het anders kunnen doen. Je moet zo’n plaat openen om de kweek goed te kunnen bekijken. Een zeer besmettelijke bacterie tegenkomen is een risico van ons vak. Maar dat ik twee keer in mijn leven een Brucellabacterie tegenkwam die in Nederland bijna niet meer voorkomt, vond ik wel heel frappant.’ Nelleke Dinnissen
Jan Kremer (links) en Han van Krieken: ‘Het moment is aangebroken dat visionairen opstaan die het Geneeskunde-curriculum gaan veranderen.’ Foto: Frank Muller
Precisiegeneeskunde: curriculum Geneeskunde moet op de schop Een student Geneeskunde die nu begint is rond 2025 klaar met opleiding en specialisatie. Die student doet dan totaal ander werk dan een dokter nu. Daar moeten we hem en haar op voorbereiden. Het curriculum is toe aan vernieuwing, met precisiegeneeskunde als een van de fundamenten.
HET BETOOG We leven in de tijd van precisiegeneeskunde. Precisiegeneeskunde is de term die aangeeft dat we ziekten niet meer op basis van symptomen diagnosticeren, maar op basis van moleculaire veranderingen. En dat we niet meer symptomen behandelen, maar ingrijpen op de moleculaire processen. De laatste twee jaar zijn er geen nieuwe geneesmiddelen meer geaccepteerd zonder dat er een diagnostische test bij was, die de juiste selectie van patiënten mogelijk maakt. Een voorbeeld: in de klinische genetica werd veel aandacht besteed aan het uiterlijk van een individu met een mogelijk erfelijke aandoening. Op basis van dit beeld werd een voorlopige diagnose gesteld en werden gerichte genetische tests aangevraagd om de diagnose te bevestigen. Nu wordt het genoom gesequenced en op basis daarvan de diagnose gesteld. De rol van klinisch genetici is nog even belangrijk, maar totaal anders.
Fundament van de behandeling De behandeling van een patiënt zal veel meer door de diagnostiek gestuurd gaan worden. Dat is overigens niet nieuw. Bij infectieziekten heeft deze ontwikkeling al geruime tijd geleden plaatsgevonden. Weinig dokters kunnen nog op basis van lichamelijk onderzoek de verschillende vormen van longontsteking met zekerheid onderscheiden en dat is niet erg. Om de juiste behandeling in te stellen is vooral de informatie van de microbioloog van belang. Dat maakt de infectioloog-internist niet minder belangrijk, maar zijn rol wel heel anders. Wat nu aan het veranderen is, is dat de microbioloog binnen één of enkele uren kan vertellen welk organisme
11
de ziekte veroorzaakt en voor welke geneesmiddelen het gevoelig is. Kanker wordt al jaren ingedeeld om in eerste instantie de chirurg (de belangrijkste specialist als het gaat om kanker te genezen) van dienst te zijn: borstkanker wordt onderscheiden in soorten die zich in snijvlakken uitbreiden en andere waar dat minder het geval is. Precisiegeneeskunde vereist dat kanker (ook) wordt ingedeeld in moleculaire, genetische veranderingen waartegen geneesmiddelen zijn ontwikkeld. In de hematologie, vooral bij leukemie, is het nu al ondenkbaar een patiënt te behandelen zonder een bijdrage aan de diagnose van patholoog, geneticus, moleculair bioloog en klinisch chemicus. Het diagnostisch proces is in toenemende mate het fundament waarop de behandeling gebaseerd wordt. De tijd van syndromen, integratie van allerlei symptomen en bevindingen is bijna voorbij: we hebben dan heel andere dokters nodig. Misschien valt de geneeskunde wel uiteen in een diagnostische geneeskunde en een therapeutische.
Visionairen Een student geneeskunde die nu begint is ongeveer in 2025 klaar met opleiding en specialisatie. Die student zal dan totaal ander werk doen dan een dokter nu. Daar moeten we hem en haar op voorbereiden. Op dit moment heeft diagnostische geneeskunde weinig plek in het curriculum, het is zelfs moeilijk het als zodanig te herkennen. Diagnostische artsen zullen veel van genetica, techniek, bioinformatica en moleculaire processen moeten weten en al die kennis moeten kunnen integreren. Therapeutische artsen moeten de informatie van de diagnost kunnen gebruiken en vertalen naar de juiste therapie. Mede dankzij visionaire collega’s destijds is het Radboud-curriculum van de studie Geneeskunde eind van het vorige millennium veranderd en nu het beste van Nederland. Het moment is aangebroken dat opnieuw visionairen opstaan die het huidige curriculum gaan veranderen. Precisiegeneeskunde zal daarvan een van de fundamenten moeten zijn. Prof. dr. Han van Krieken, hoogleraar Pathologie Prof. dr. Jan Kremer, hoogleraar Patiëntgerichte Innovatie
a c t u e e l
Van denken naar doen
radbode 01 - 2013
Goed ontvangen
Voor het eerst verzorgden medewerkers zelf het entertainment tijdens de nieuwjaarsreceptie.
Van denken naar doen, dat was de boodschap die doorklonk tijdens de drukbezochte nieuwjaarsreceptie op 10 januari. Voor het eerst verzorgden medewerkers hierbij zelf het entertainment, met zang, muziek en zelfs een paaldans-act. J a nn i e M e u ss e n e n M a r j a n W a ss e n a a r
‘Wij willen het verschil maken, écht de gezondheidszorg in Nederland en daarbuiten verder verbeteren.’ Met deze woorden begon Melvin Samsom zijn openingsspeech tijdens de drukbezochte nieuwjaarsreceptie. De RvBleden verzorgden alle vier een presentatie. Samsom sprak zijn trots uit over wat we tóch bereikt hebben, in een jaar dat financieel gezien best moeilijk was. ‘Dat getuigt van veerkracht en flexibiliteit.’ Hij memoreerde de successen van dit jaar, waaronder innovaties als MijnRadbouddossier en FaceTalk en netwerkinitiatieven als de bestralingsbunkers bij het CWZ en het Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer en de prille samenwerking met het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. ‘Ook met het onderzoek staan we steeds beter aangeschreven, qua aantal publicaties zitten we in de top vier van UMC’s. En met de opleidingen Tandheelkunde en Geneeskunde scoren we bovenaan de ranglijst.’
ethiek Techniek en empathie Kinderarts en schrijver Paul Brand begint zijn column in Medisch Contact van 3 januari als volgt: ‘Een goed voornemen voor 2013: meer aandacht voor ethiek in het doktersvak’. Brand verwijst naar een interview in Medisch Contact met Kees Tulleken. Deze neurochirurg heeft een bedenkelijke rol gespeeld rondom het verstrekken van informatie over het lawineongeval van prins Friso nu bijna een jaar geleden. In het bijzonder hekelt Brand de boude bewering van Tulleken dat de meest ethische dokter de technisch beste dokter is. Ook in een zestal ingezonden brieven werd deze uitspraak stevig bekritiseerd, alhoewel een enkeling opperde dat Tulleken desondanks toch een goede dokter kan zijn.
Foto: Marc van Teeffelen
E P IC : d é u i t d a g i n g v o o r 2 0 1 3 RvB-lid Cees Buren vertelde over zijn vakantie in Jordanië. En hoe gemakkelijk je met een paar drukken op de knop een reis kunt boeken, extra beenruimte in het vliegtuig kunt regelen en een tocht op een dromedaris. ‘Wat zou het mooi zijn als artsen eind van dit jaar net zo gemakkelijk een ziekenhuisopname kunnen boeken. Op 27 oktober gaan we live met EPIC, ons nieuwe Elektronische Patiënten Dossier. Dat wordt dé uitdaging voor 2013’, benadrukte hij. ‘Pas dan kunnen we processen daadwerkelijk anders, en doelmatiger, gaan inrichten. De ingrediënten staan klaar, we gaan het gewoon doen!’
Mens-tot-mens-contact ‘We gaan het komende jaar van een VMS naar VG, ofwel van een veiligheidsmanagementsysteem naar veiligheidsgedrag’, benadrukte RvB-lid Cathy van Beek, die de patiëntenzorg onder haar hoede heeft. ‘Op “de vijfde” hebben ze gemakkelijk praten, die staan ver van de praktijk, wordt er wel eens gezegd. Maar wij hebben zelf ook midden in die zorg gestaan.’ Ze toonde fragmenten uit de veelbekeken film Intouchables. ‘Dat mens tot mens-contact, het luisteren naar en willen leren van je gesprekspartner, onorthodoxe oplossingen bedenken in plaats van maar gewoon doen, daar moeten wij ook voor gaan. Elkaar complimenten geven als het goed gaat, maar elkaar ook aanspreken als het niet goed gaat voor de patiënt.’
‘Smitswerk’ ‘M+C+C, dat zijn de voorletters van mijn medebestuursleden’, zo begon RvB-lid Paul Smits. Hij verwerkte deze letters tot de formule e=mc2. ‘De ‘E’ is van Energie, van Enerveren en van net dat beetje Extra. En dat hebben we hard nodig in 2013.’ Smits heeft sinds zijn aantreden
‘Medizin ist nicht Technik, sie ist auch Technik,’ schreef Viktor von Weizsäcker in 1928. Terecht stelt Brand dat artsen ook moeten kunnen luisteren, vaststellen of er werkelijk iets neurologisch aan de hand is, de voor- en nadelen van diverse behandelwijzen bespreken en oog hebben voor twijfels, onzekerheid en verdriet. De arts
dient - kortom - te weten wat ‘ethisch’ betekent. Gelukkig ziet Brand in de dagelijkse praktijk veel ‘complete collega’s in de snijdende vakken’. Medische ethiek wordt vaak omschreven als een systematische analyse van normen en waarden die het medisch handelen mede
12
Van denken naar doen spreekt medewerkers aan, zo blijkt uit een rondgang van Radbode. ‘De missie en visie zijn door de RvB niet alleen concreet, maar ook persoonlijk gemaakt en voor iedereen do-able’, vindt Roos Trooster, senior adviseur Kwaliteit & Veiligheid bij de Concernstaf. Als coördinator van het UMC-brede patiëntveiligheidsprogramma is zij blij met de aandacht van Cathy van Beek voor het vervolgbeleid voor onderscheidende patiëntveiligheid, waarin cultuur en gedrag centraal staan. ‘De handen gaan uit de mouwen, maar dan wel schóne handen!’ Yvonne Swennenhuis, secretaris van het Stafconvent, spreekt de oproep aan om niet alleen bewust te zijn van de waarden van het Radboud, maar er ook daadwerkelijk uitvoering aan te geven. ‘Ik vind dit een heldere boodschap. Het bestuur Stafconvent staat voor het bewaken en verhogen van de kwaliteit en veiligheid van patiëntenzorg. Dat is een continue proces. De visie en geformuleerde waarden zijn daarbij richtinggevend.’ De nieuwe opzet van de nieuwjaarsbijeenkomst werd eveneens goed ontvangen door de aanwezigen. ‘Ongedwongen, prettig en minder statisch dan in het Auditorium’, vindt Swennenhuis. Wel mogen de praatjes de volgende keer iets korter, gezien de opzet van de nieuwjaarsreceptie. Eus Oosterhout, die tenorsaxofoon speelde met zijn band, sluit zich daarbij aan. ‘Ik heb zelf meegedaan en vond het daarom ook een leuke opzet. De boodschap van de RvB was duidelijk, maar was wat lang waardoor in de zaal geroezemoes ontstond. De bijeenkomst is natuurlijk ook bedoeld om te netwerken.’
veel mensen gesproken over onderwijs en onderzoek in het Radboud. ‘2012 was het jaar van het denken, 2013 wordt het jaar van het doen. We hebben goud in handen, dat gaan we het komende jaren smeden tot een sieraad. Met het leggen van verbindingen, het “smitswerk”, ga ik mijn naam eer aandoen.’ Ook voor het onderwijs heeft Smits grote plannen. ‘Personalized medicine vormt een belangrijke inspiratiebron voor het onderwijs. In de bachelor Biomedische Wetenschappen komt hiervoor meer aandacht. Vernieuwen begint bij de studenten.’ n
bepalen. Ik prefereer een opvatting van ethiek waarin expliciet als doel wordt gesteld eºen bijdrage te leveren aan een goed leven in het algemeen en aan de kwaliteit van de geboden zorg in het bijzonder. Ook medischtechnische vaardigheden dragen bij aan de kwaliteit van ons leven en zijn daarom voorwerp van reflectie in de medische ethiek. Maar daarmee is de ethiek niet uitgeput. Een overvloed van ethisch relevante noties als praktische wijsheid, zorgzaamheid en menslievendheid dient zich aan. Deze ethische grondhoudingen zijn nastrevenswaardig op zich, maar zij blijken ook nog eens te ‘werken’. Uit recent onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat empathie en vertrouwen er toe doen als uitgangspunten voor een goede arts-patiënt-relatie en dat een empathische grondhouding effectief is. Zij is wellicht niet zo effectief als een neurochirurgische ingreep, maar desalniettemin hoogst noodzakelijk om te weten of er überhaupt moet worden geopereerd. En dat heeft ook met ethiek te maken. Wim Dekkers