Jaargang 1, Nummer 9, juni 2010
Zindelijkheid
Jaargang 1, Nummer 9, juni 2010
Zindelijkheid Inhoud • Wanneer wordt mijn kind zindelijk? • Voorwaarden om te starten met zindelijkheidstraining • Hoe maak je een kind zindelijk • Tips voor het zindelijk maken • De overgang van het potje naar de wc • Terugval naar de luiers • School en zindelijkheid • Bedplassen en schoolkamp • Begeleiding bedplassen • Opnemen • Kalendermethode • Blaastraining • Plaswekkermethode • Algemene punten bij iedere behandeling Wanneer wordt mijn kind zindelijk? Net als met leren lopen en praten wordt ieder kind in zijn eigen tempo zindelijk. Van belang is dat het kind er aan toe is. Uw kind bepaalt zelf wanneer dit zo is. De meeste kinderen vertonen rond hun tweede verjaardag tekenen die erop wijzen dat ze eraan toe zijn om zindelijk te worden. Een kind is gemiddeld pas tussen zijn derde en vierde jaar overdag zindelijk. ’s Nachts blijven kinderen over het algemeen droog tussen hun vijfde en zevende jaar. Zindelijk worden forceren zal eerder averechts werken. Als de zindelijkheidstraining een verplichting
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
wordt zal het meestal langer duren en de resultaten zullen slechter zijn. Soms kan dit zelfs leiden tot bedplassen op latere leeftijd! Er zijn een aantal voorwaarden van belang voor een zindelijkheidstraining. In ieder geval wat nodig is, is dat het kind het wil, begrijpt en kan! Een kind begeleiden bij het zindelijk worden is een kwestie van de juiste timing, begrip en geduld. Voorwaarden om te starten met zindelijkheidstraining • Het kind is in staat plas of poep op te houden en de blaas moet groot genoeg zijn om minstens twee uur plas op te houden. • Het kind is zich bewust van zijn ontlasting. • Het kind begint interesse voor de wc of een potje te tonen.
2
• • • • •
Het kind kan zitten, lopen en gedrag imiteren. Hij kan enigszins praten (potje, nat, plassen). Het kind begrijpt dat plas en poep in het potje of de wc horen. Het kind vertoont tekenen van onafhankelijkheid. Het kind kan aangeven wanneer hij (in de luier) plast of poept en hij kan laten merken dat hij moet plassen of poepen.
Tips voor het zindelijk maken • Vertel waarvoor het potje dient. • Geef uw kind het potje als hij er klaar voor is. • Zet uw kind op vaste tijden op het potje. • Als u ziet dat uw kind moet poepen of plassen vraag hem dan of hij op het potje wil zitten. • Leg uit dat de wc hetzelfde is als het potje en dat hij later ook naar de wc zal gaan. • Bewust maken van hun plasser en billetjes kan wanneer ze in bad zitten. • Laat uw kind zelf bepalen wanneer hij op het potje en/of de wc wil zitten. • Merkt u dat de training een machtsstrijd wordt, stop er dan een poosje mee. • Laat uw kind geen uren op het potje of de wc zitten. • Blijf in de buurt als uw kind op het potje of op de wc zit. • Sommige kinderen willen het potje niet en willen direct op de wc. Geef hier aan toe.
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
• • •
•
•
•
Oefen niet op momenten dat uw kind moe, hangerig of niet lekker is. Zorg voor een rustige omgeving als uw kind op het potje of de wc zit. Dwing uw kind niet om op het potje te gaan en reageer niet boos en straf kinderen ook niet als ze te laat bij de wc zijn of als ze niet op de wc willen plassen. Zet uw kind op het potje of de wc op tijden dat hij meestal plast op poept. Probeer uw kind trots te laten zijn op zichzelf en maak duidelijk dat het zijn prestatie is. De beloning is het prettige gevoel dat hij heeft als hij de plas en ontlasting kwijt is. Oefen samen met uw kind, of laat het samen met een grotere broer of zus oefenen. Betrek uw kind bij het verschonen, leer het zichzelf aan te kleden.
De overgang van het potje naar de wc Als uw kind al enige tijd goed gebruik maakt van het potje wordt het tijd om kennis te laten maken met de wc. Maar weinig kleuters zullen met vreugde deze stap willen nemen. Neem er daarom ook de tijd voor. • Vertel waar de wc voor dient en hoe deze werkt. • Gooi het potje leeg in de wc terwijl uw kind meekijkt. • Zorg ervoor dat uw kind belangstelling krijgt voor de wc. • Als de wc-pot nog te hoog is, zet er een laag krukje voor.
3
•
• •
•
Zorg voor een speciale kinder-wc-bril zodat uw kind niet bang hoeft te zijn door de bril heen te zakken. Blijf bij uw kind tot hij klaar is wanneer hij dat wil. Samen de billen afvegen en als hij klaar is samen de wc doortrekken. Zwaai de plas of poep maar weg. Daag poepie! Ga maar lekker zwemmen. Als er een ongelukje gebeurt, maak er dan geen drama van. Gewoon opruimen en over tot de orde van de dag.
Een vieze broek Er zijn kinderen die het moeilijk vinden om zindelijk te worden voor ontlasting. Vaak zie je dat het kind het niet fijn vindt om op een potje of toilet te poepen. Het kind voelt dan wel dat hij moet poepen maar wil dit niet op de wc of potje doen. Het kind kan dan wel vragen om een luier, zodat hij toch kan poepen. Als een kind bang is om te poepen kan hij zijn ontlasting ophouden, hierdoor kan hij weer last krijgen van verstopping. Als dit gebeurd doet poepen op den duur pijn
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
wat de angst voor poepen alleen maar weer vergroot. Het vragen van een luier om daar in te kunnen poepen kan veilig voor een kind voelen en een fase zijn om zindelijk te worden. Er zijn ook kinderen waar bij het niet lukt om zindelijk te worden voor ontlasting. Een percentage van kinderen op de basisschool poept nog wel eens een enkele keer in zijn broek. Dit zindelijkheidsprobleem kun je onderverdelen in primaire zindelijkheidsproblemen en secundaire zindelijkheidsproblemen. Het verschil hierin is dat bij primaire problemen het kind nooit zindelijk is geweest en bij secundaire problemen is het kind wel zindelijk geweest maar heeft een terugval gekregen. Als er dus sprake is van een terugval moet je eerst kijken naar de oorzaak van deze terugval, wat is het onderliggende probleem. Kijk dus goed naar je kind, Hoe zit hij in zijn vel, wat is er gebeurd, wat geeft je kind aan. Je ziet vaak als er aandacht is geweest voor het onderliggende probleem en dit is opgelost dat de zindelijkheidsproblematiek ook voor het grootste deel is verdwenen. Daarnaast is er ook nog een verschil tussen retentieve en niet retentieve ontlastingsproblemen. Retentief ontlastingprobleem: Er is sprake van een lichamelijk probleem, verstoppingen evt. met overloopdiarree, langzaam werkende darmen, opgezette darmen/rectum. Hierbij moet natuurlijk een arts ingeschakeld worden om met behulp van 4
medicatie de verstoppingen op te lossen en door middel van een dieet te helpen voorkomen. Ben er wel alert op dat laxerende middelen niet te lang gebruikt worden. De darmen kunnen hier als het ware lui van worden wat weer verstoppingen geeft als men stopt met het middel. Je hebt het laxeren nodig om het probleem met het broekpoepen aan te pakken, maar het is niet de oplossing van het probleem. Het kind heeft geen last van verstoppingen bij niet retentieve ontlastingsproblemen. Zo ongeveer 50% van de kinderen die in hun broek poepen zijn ’s nachts nog niet zindelijk. Het is het beste om de normale zindelijkheid te volgen, dus eerst het broekpoepen aanpakken en daarna beginnen met het bedplassen. Je ziet vaak dat als het kind niet meer in zijn broek poept, het bedplassen ook snel vermindert. Het is van belang om het ongewenste gedrag, het broekpoepen, te negeren en gewenst gedrag aan te leren. Je moet dus starten met toilettraining en het broekpoepen negeren. Dat negeren kan best moeilijk zijn en als ouder kun je aardig ‘wanhopig’ zijn als je elke keer een vieze broek moet wassen en daarnaast je kind 4 keer per dag naar de wc begeleid. Bij oudere kinderen kan het zinvol zijn om je kind bewust te maken van de gevolgen van zijn gedrag. Je vraagt dan aan je kind om zichzelf te verschonen, wassen en zorg te dragen voor zijn vieze kleding. Om je kind te leren de aandrang te herkennen moet hij op vaste tijden naar de wc. Door deze toilettraining leert je Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
kind op een gegeven moment om de aandrang te herkennen. Aangezien een half uur na het eten de darmen gestimuleerd zijn is dit een goed tijdstip om je kind naar de wc te sturen. Het kan helpen een kind vertrouwen te geven door een plan te maken met kleine stappen: Stap 1: Op de wc poepen met luier aan. Stap 2: Op de wc gaan zitten, poepen met de luier aan. Zorg voor een gemakkelijke houding en een voetenbankje waarop de voeten kunnen rusten. Leren zelf de billen schoon te maken. Stap 3: Op de wc zitten, één kant van de luier los, samen billen schoon maken.
Stap 4: Op de wc poepen zonder luier, zelf de billen schoonmaken mag, maar hoeft nog niet. Bij het toepassen van de toilettraining is het meestal goed ook een beloningssysteem toe te passen. Het beste is het dan om het poepen op de wc te belonen. Ook een schone broek kan beloond worden, maar er moet dan wel goed op gelet worden dat het kind niet de
5
•
• ontlasting gaat ophouden of vies ondergoed gaat verstoppen om zo de beloning niet mis te lopen. Bij het belonen van het poepen op de wc wordt het gewenste gedrag echt beloond. Straffen is over het algemeen niet de juiste oplossing. Straf leidt tot extra spanning rond het poepen en vaak ook tot verzet en meer ongelukjes. En verzet is funest voor het zindelijk worden. Want alleen met de medewerking van het kind kan zindelijkheid bereikt worden, zindelijk is iets wat het kind zelf doet (of niet doet). Het beste uitgangspunt is dat alle kinderen zindelijk willen worden! Heb vertrouwen en geloof in uw kind. Lukt zindelijk worden niet vanzelf, twijfel dan niet om dit verder te onderzoeken en lichamelijke oorzaken uit te sluiten.
Terugval naar de luiers Het kan zijn dat je kind plotseling toch weer luiers nodig heeft, ondanks dat hij eigenlijk al zindelijk was. Dit kan verschillende oorzaken hebben: • Te vroeg begonnen met de zindelijkheidstraining;
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
•
•
Lichamelijke oorzaken; een simpele verkoudheid of griep kan er voor zorgen dat je kind een kleine stap achteruit doet in zijn ontwikkeling. Ook kan bijvoorbeeld een blaasontsteking de oorzaak zijn. Meestal gaat het broekplassen met de kwaal vanzelf over. Stress; scheiding van de ouders, begin van de basisschool, komst van een broertje of zusje, problemen op school, een verjaardag en zelfs de komst van Sinterklaas kan een reden zijn. Gebrek aan concentratie; soms is je peuter zo geconcentreerd aan het spelen dat hij vergeet naar het toilet te gaan. Iets gedaan willen krijgen; soms doet hij het in zijn broek om iets gedaan te krijgen. Hij wil misschien aandacht en heeft ontdekt dat dit een goede manier is. Ook kan hij het doen omdat hij kwaad is en weet dat jij dat niet leuk vindt. Het is belangrijk om niet toe te geven aan het doel dat je kind probeert te bereiken. ‘Gewoon verschonen’ en er geen verdere aandacht aan schenken.
School en zindelijkheid Er is geen vaste regel dat kinderen zindelijk moeten zijn als ze naar school gaan. Het is aan de school zelf hoe ermee om gegaan wordt. Officieel mag een school een kind niet weigeren wanneer het leerplichtig is. Dat betekent dat een jonger kind dus wel geweigerd zou kunnen worden.
6
Laat u echt nooit overhalen uw kind nog ‘snel even’ zindelijk te maken om droog naar school te kunnen. Dwingen heeft nooit zin. Waarschijnlijk zal uw kind er zo gespannen door worden dat uw kind juist vaker in zijn broek gaat plassen. Gelukkig doen de meeste scholen niet moeilijk. Maak afspraken met school en overleg hoe hiermee om te gaan, bijvoorbeeld door het kind een luierbroekje aan te geven, schone kleren in een tas op school te hangen, uw kind te leren dat hij zichzelf kan verschonen, te zorgen voor kleding die gemakkelijk aan en uit gedaan kan worden en hoe de leerkracht uw kind kan ondersteunen. Uw kind is zeker niet het enige kind dat met 4 jaar (nog) niet (helemaal) zindelijk is. Bedplassen en schoolkamp Kinderen die in bed plassen hebben vaak moeite om bijvoorbeeld mee op schoolkamp te gaan of te logeren bij een vriendje. Zorg als ouder dat de leiding/onderwijzer of andere ouder op de hoogte is van het bedplassen van je kind. Onderstaande tips komen uit het boek “Bedplassen. Daar wil je van af!” • Laat je kind een luier of trainingsbroekje verstoppen in de slaapzak. Je kind doet de luier om of het broekje aan als het ‘s avonds in de slaapzak ligt. ’s Morgens laat het kind de luier of het broekje in de slaapzak liggen. Als iedereen weg is van de slaapzaal kan de leiding/onderwijzer/ouder de luier weghalen en een schoon exemplaar in Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
•
• •
•
•
de slaapzak klaarleggen. Het is belangrijk dat de luier of het broekje niet kraakt of ritselt. De luier of het broekje kan ook in een extra grote toilettas worden gestopt en na het tandenpoetsen in het toilet aan- of omgedaan worden. Laat je kind een slaapzak gebruiken met een speciale onderlegger die met klittenband is vastgemaakt. Als ’s ochtends de slaapzaal leeg is, kan de leiding de onderlegger weghalen en een nieuwe onderlegger vastmaken. Spreek extra wektijden af met de leiding. Laat je kind twee identieke slaapzakken meenemen, de leiding kan de slaapzakken elke ochtend omwisselen. Indien uw kind medicijnen gebruikt tegen bedplassen, laat de leiding het kind met een smoes bij zich roepen om de medicatie in te nemen. Overleg met de leiding of bekend is of meer kinderen last hebben van bedplassen. Zo ja, laat deze kinderen dan bij elkaar slapen.
Begeleiding bedplassen Plassen in bed komt na de kleuterleeftijd nog vrij veel voor. Bij de vier-jarigen is één van de vijf kinderen ’s nachts nog regelmatig nat. Van de vijf- en zes-jarige kinderen plast één op de zeven in bed. Bedplassen komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Tot de leeftijd van zes jaar kun je met praktische zaken ver komen. Denk aan: een lampje laten branden, po op de kamer zetten als de wc te ver is, vanaf een leeftijd van vijf jaar geen luier
7
meer gebruiken, matrasbeschermer (zeiltje) gebruiken. Afhankelijk van de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind kan met opnemen of de kalendermethode begonnen worden. De leeftijd van bijna 6 jaar kan hiervoor als 'vuistregel' gehanteerd worden.
• • •
•
Blijf met je kind praten zodat het wakker blijft. Laat je kind op het toilet plassen. Als je kind de rest van de nacht droog is, elke avond het opnemen met een half uur vervroegen tot een uur na bedtijd. Als het geen effect heeft na een maand stoppen.
Vanaf de leeftijd van zes jaar kun je een van de volgende methoden proberen:
Opnemen • Laat je kind plassen voordat het naar bed gaat. • Spreek met je kind af dat je het ‘s nachts komt wakker maken om te plassen. • Spreek een wachtwoord af, zodat je zeker weet dat je kind wakker is. • Doe geen luier om; gebruik een zeiltje om het matras te beschermen. • Maak uw kind wakker op een tijdstip dat het meestal plast. • Bij moeilijk te wekken kinderen kun je een nat washandje gebruiken. • Vraag naar het wachtwoord.
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
Kalendermethode Deze methode wordt gebruikt bij kinderen vanaf 6 jaar die tenminste 1 maal per week ’s nachts droog zijn. • Maak samen met je kind een leuke kalender. • Spreek met je kind af dat hij bij elke droge nacht een sticker op de kalender mag plakken. • Spreek met je kind af dat het bij een bepaald aantal droge nachten een beloning krijgt (complimentjes en aandacht zijn de belangrijkste elementen in een beloningssysteem). • Bij natte nachten niets noteren. • Neutraal reageren op een natte nacht en niet straffen. • Hiermee doorgaan tot het kind 14 nachten achter elkaar droog is geweest.
8
Blaastraining Deze methode wordt gebruikt bij kinderen vanaf 6-7 jaar die overdag vaak moeten plassen (8 maal of vaker); kinderen die niet goed voelen wanneer ze aandrang hebben of altijd plotseling aandrang hebben en kinderen die geen afwijkingen hebben aan blaas, nieren en afvoerwegen. Deze methode bestaat uit oefenen om met steeds grotere tussenpozen naar de wc te gaan en oefenen met de plas op te houden. Met grotere tussenpozen naar de wc leren gaan: • Vraag je kind elk uur naar het toilet te gaan. • Wanneer je kind droog kan blijven, de periode steeds met tien minuten verlengen. Net zolang doorgaan totdat het kind ongeveer zes keer per dag naar de wc kan gaan. Plas ophouden: • Geef je kind één keer per dag twee bekers extra te drinken. • Als het kind daarna moet plassen, vraag dan op het toilet of het plassen nog even 10 tellen uitgesteld kan worden. • Daarna mag het kind gaan plassen. • Als dat goed gaat, een beloning of complimentje geven. • Wanneer dit drie maal achtereen gelukt is, kan het aantal tellen worden verhoogd. • Na drie weken stoppen met extra drinken geven.
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
Per dag slechts één van de genoemde methoden toepassen. Nooit alle twee tegelijk op één dag! Wel is mogelijk de methoden dagelijks af te wisselen. Plaswekkermethode Deze methode wordt gebruikt bij kinderen vanaf 7 à 8 jaar. Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde plaswekker. Zodra het kind begint te plassen wordt er een signaal afgegeven. Het is de bedoeling dat het kind hier op een zodanige manier op reageert dat het meteen de bekkenbodemspieren aantrekt en het plassen 'afknijpt', de wekker afzet en op de wc verder gaat plassen. Zodoende wordt het kind steeds gewaarschuwd op het moment dat de blaas vol is. Na verloop van tijd moet het kind uit zichzelf wakker worden van het gevoel van een volle blaas. Het is belangrijk dat het kind zelf gemotiveerd is om droog te worden. Het krijgt zelf de verantwoordelijkheid voor de wekker. Ook bij deze methode wordt gewerkt met beloningen en een registratie van de droge nachten. •
•
•
Het kind krijgt een goede uitleg over de werking van de wekker en de gehele procedure. Voor het slapen gaan wordt de wekker door het kind samen met de ouders geïnstalleerd. De eerste avond wordt geoefend met het aan- en uittrekken van het broekje en het aan- en uitzetten van de wekker. Wanneer het signaal is afgegeven, is het de bedoeling dat het kind zelf de
9
wekker afzet en naar de wc gaat, zo nodig een droog broekje aandoet, weer in bed gaat en de wekker weer aanzet. • Als het kind niet wakker wordt van de wekker, kan de ouder het kind wakker maken en moet het kind vervolgens zelf de wekker uitzetten en naar de wc gaan. • Indien het bed nat is, moet het kind zelf (helpen met) verschonen. • Het kind mag tijdens de training zoveel drinken als het wil, ook 's nachts. Namelijk, hoe meer het kind drinkt, hoe meer 'leermomenten' er ontstaan. Na verloop van tijd zal het kind zelf wakker worden als de blaas vol is ofwel de gehele nacht droog slapen. Er is een diversiteit aan plaswekkers op de markt. Informatie over de verschillende wekkers is te verkrijgen bij de medewerkers van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Indien ouders/verzorgers informatie wensen over vergoeding van de plaswekker wordt aangeraden contact op te nemen met de betreffende zorgverzekeraar. Algemene punten bij iedere behandeling Ten aanzien van alle begeleidingsmethoden geldt het volgende: Motivatie Motivatie is een belangrijke factor bij alle behandelingsmethoden. Het kind moet zelf het bedplassen als een probleem
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
ervaren. Het kind moet droog worden, niet de ouder. Duidelijk vertellen Het lijkt logisch dat een ouder het kind gezegd heeft dat hij graag wil dat het kind droog blijft in bed. Dit is niet zo vanzelfsprekend, blijkt in de praktijk. Is het wel duidelijk verteld, op een rustig moment, zonder 'bedreigingen', dat men graag wil dat het kind droog wordt? Kunnen daar geen misverstanden over bestaan? Is er ook over gesproken dat de ouder wil helpen? Positieve benadering Het is goed als de aandacht uitgaat naar de droge in plaats van de natte nachten en het kind voor elk stapje in de goede richting geprezen wordt. Slaapplaats Zorg ervoor dat er voor je kind verlichting is, die goed te bereiken is. Indien de wc te ver verwijderd is kan er een po/emmer voor het kind neergezet worden. Eventueel kan men overwegen het kind een eigen kamer te geven als met de training begonnen wordt. Opnemen Het opnemen kan gedurende een korte periode gedaan worden om het kind het gevoel van succes te geven. Als het kind door het opnemen droog blijft kan het tijdstip van opnemen vervroegd worden. In principe is opnemen niet goed; het kind moet leren zelf wakker te worden en zelf te reageren op een volle blaas. Het opnemen zal dus afgebouwd moeten worden. Volhouden van dezelfde aanpak Het is bekend dat er na een goede start een terugval kan volgen. Pas na deze 10
eventuele terugval wordt het kind 'echt' droog. Het is daarom aan te raden niet te snel van methode te veranderen.
• • •
Liselotje op het potje; M. Busser en R. Schroder Niet de enige; André Nuijsens vanaf 9 jaar zelf lezen Bedplassen daar wil je vanaf; Zwaan, Mulder en M. Vijverberg
Waar kan ik meer over dit onderwerp te weten komen: www.peuterplace.nl www.ouders.nl www.droogcentrum.nl www.bedplassen.org www.bedplassen.nu Bronvermelding: • Kinderen en zindelijkheid Monique Gouwerok, RA Hirasing • Artikel; Een vieze broek door Drs. T. de Vos- van der Hoeven. Te lezen op de site www.opvoedadvies.nl • Folder GGD • Zindelijkheidstraining P.Warner, P Kelly, C v Bree • Artikel Bedplassen op de basisschool • Artikel Alles over zindelijk worden door Marloes v Beers te vinden op www.oudersonline .nl • trudy.punt.nl Boekentips • Kinderen en zindelijkheid; Monique Gouwerok, R.A. Hirasing • Zindelijkheidstraining; P. Warner, P. Kelly, C. van Bree • Het grote billen-boek; G. v Genechten • Hoera ik krijg een potje; M. Busser en R. Schroder
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
Voor meer informatie over dit thema of over opvoeden/opgroeien kunt u terecht bij:
CJGgeeftantwoord Tel. 0800-2540000 www.cjggeeftantwoord.nl
[email protected] In Boekel-Landerd (Schaijk en Zeeland), Sint Oedenrode-Uden-Veghel zijn
11
inlooppunten van het CJGgeeftantwoord waar men zonder afspraak en verwijzing gratis terecht kan. Er is altijd een deskundige medewerker aanwezig om u te woord te staan. Ook is er veel informatie aanwezig.
Zindelijkheid, jaargang 1, nummer 9, juni 2010
12