2010
Jaarboek
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen
“Countries and regions that are able to sponsor leading-edge research at the forefront of knowledge are the best positioned to maintain and advance their economies and, consequentially, the quality of their citizens’ lives.” European Research Council In 2010 sleepten 13 beloftevolle onderzoekers in Vlaanderen, na een zeer strenge selectie, een Starting Independent Grant van de Europese Onderzoeksraad in de wacht. Met een return van meer dan 15%, behoorde Vlaanderen, net zoals in 2009, daarmee opnieuw tot de beste leerlingen van de Europese klas. 11 van de laureaten hadden bovendien een nauwe band met het FWO. De meesten deden voor de financiering van hun onderzoekscarrière immers een beroep op het FWO. Met deze prestigieuze Europese beurs toonden deze jonge, beloftevolle onderzoekers aan dat een kleine regio als Vlaanderen toch groot kan zijn in wetenschap en innovatie. Het opent de poort naar Europees topniveau. In dit jaarboek 2010 wil het FWO hen extra in de bloemetjes zetten aan de hand van een aantal verhelderende interviews. Boeiende en stimulerende lectuur, naast het jaarlijkse overzicht van de gebeurtenissen, initiatieven, uitdagingen en maatregelen waarmee het FWO in 2010 geconfronteerd werd om het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen in goede banen te leiden.
Jaarboek Inhoud 01 inleiding 04 woord van de voorzitter 06 woord van de secretaris-generaal 09 interviews met laureaten Starting Grant ERC 39 bijlagen: financiering en aanwending 49 bijlagen: fwo-overzicht 63 colofon
Jaarboek 2010
04
Woord van de voorzitter
Paul Van Cauwenberge
Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u
het Vlaams wetenschappelijk onderzoek, is het
zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
dubbel jammer dat de budgetten de gestegen
blikken, maar evengoed om vooruit te kijken naar
onderzoekscapaciteit niet langer lijken te volgen.
belangrijke evoluties in het wetenschaps-
Nochtans kunnen onze onderzoekers een uit-
en innovatiebeleid.
stekend rapport voorleggen. Zoals het Vlaamse indicatorenboek jaar na jaar aantoont, scoort
Met spijt moeten wij vaststellen dat 2010, wat
Vlaanderen qua impact van de publicaties in
het FWO betreft, de geschiedenis zal ingaan als
zowat alle wetenschapsgebieden minstens even
het jaar waarin het groeipad van het Vlaamse
goed als de wereldstandaard, en meestal ver
wetenschapsbudget abrupt een halt werd toe-
erboven.
geroepen. Na een gestage groei van meer dan 15 jaar, niet alleen in de budgetten, maar ook
Er kan worden opgeworpen dat publicaties in
en vooral in de productiviteit en de kwaliteit van
vaktijdschriften wel een erg magere return zijn
Jaarboek 2010
05
voor zoveel belastingsgeld. Dit is echter perti-
IMEC en VIB – slechts wortel hebben kunnen
nent onjuist, zoals verschillende studies hebben
schieten dankzij de financiering van fundamen-
aangetoond. Internationaal is het een verworven
teel onderzoek, gedreven door de nieuwsgierig-
gegeven dat landen en regio’s die opteren om
heid van de wetenschappers, van decennia gele-
excellent kennisgrensverleggend onderzoek
den. Laten we dus niet al onze eieren in de mand
voluit te ondersteunen, zich in een goede positie
van gericht onderzoek, speerpunten en clusters
plaatsen voor economische groei, een niet onbe-
leggen – die zijn er zeker nodig – maar er moet
langrijk gegeven in deze economische crisistijd.
ruimte blijven om in te spelen op toekomstige
Een groeiende welvaart én het welzijn van alle
ontwikkelingen die we nu nog niet kunnen voor-
burgers zijn daar onmiddellijk aan gekoppeld.
zien. Het komt er dus op aan een stevige basis te verzekeren.
Het is dan ook cruciaal dat de overheid blijft investeren in dit soort onderzoek, dat een rijke
Die basis kan er enkel zijn door het investe-
voedingsbodem biedt voor innovatie. Het is zo
ringsniveau in niet-gericht onderzoek op peil te
dat dit onderzoek inherent risicovoller is dan stra-
houden en verder te versterken. We roepen de
tegisch en toegepast onderzoek: het is immers
overheid dus nogmaals op om dringend werk
per definitie onmogelijk om te voorspellen waar
te maken van een groeitraject voor de publieke
de grote doorbraken liggen, en wat de belof-
middelen voor onderzoek en ontwikkeling, om
tevolle pistes zijn om tot nuttige toepassingen
het Europese streefdoel van 1% van het BBP te
te komen. Daarvoor hebben we fundamenteel
halen. Willen we een Vlaanderen in Actie dat bij
onderzoek precies zo hard nodig: als het op
de topregio’s in Europa hoort tegen 2020, dan
voorhand duidelijk zou zijn waar we uitkomen,
mogen we geen dag meer verliezen.
dan betekent dit wellicht dat we niet diep genoeg graven. Er is al vaak gesteld dat de succesverhalen die Vlaanderen vandaag kan voorleggen op vlak van strategisch en gericht onderzoek – zoals o.m.
Paul Van Cauwenberge Voorzitter
Jaarboek 2010
06
Woord van de secretaris-generaal
Elisabeth Monard
Met de publicatie van het Jaarboek 2010, sluit
samenwerking zagen het licht.
het FWO het eerste decennium van de 21ste
De Raad van Bestuur van het FWO, hierin
eeuw nu ook officieel af.
gesteund door de Vlaamse regering, trok ook resoluut de kaart van de jonge onderzoekers.
De voorbije 10 jaar zijn voor het FWO bewogen
Het aspirantenbestand van het FWO groeide van
doch zeer boeiende jaren geweest.
576 in 2000 naar 844 tien jaar later. Ook het
Het voorbije decennium groeide in Vlaanderen
postdoctorale onderzoekersbestand kende een
meer en meer het besef dat wetenschappelijk
fikse toename. Daar waar er in het jaar 2000
onderzoek in het algemeen en kennis grensver-
400 postdoctorale FWO-mandaathouders in
leggend onderzoek in het bijzonder een be-
dienst waren, liep dit aantal in 2010 op tot 778.
langrijke bijdrage leveren aan de economische,
De FWO-financiering vormt dus meer dan ooit een
maatschappelijke en culturele ontwikkeling van
cruciale schakel in het uitbouwen van onder-
een regio.
zoekscarrières aan de Vlaamse universiteiten.
De Vlaamse regering zette de afgelopen 10 jaar dan ook volop in op deze sector. Het budget van
De stijging van het aantal onderzoekers en de
het FWO kende meer dan een verdubbeling en vele
professionalisering van de Vlaamse onderzoeks-
nieuwe initiatieven zoals Odysseus, Big Science
wereld, die steeds competitiever wordt, hebben
en andere programma’s gericht op internationale
er echter ook voor gezorgd dat ondanks de
Jaarboek 2010
07
stijgende budgetten, de slaagkansen drastisch
dures. Het e-loket dat in de loop van 2010 werd
zijn gedaald.
voorgesteld, is de voorlopig laatste etappe van
Waar predoctorale onderzoekers in 2000 een
een lange weg, waarbij vandaag meer dan 95%
slaagkans hadden van 44% en postdoctorale een
van de aanvragen die het FWO voor zijn vele
kans van maar liefst 49% lieten optekenen, viel dit
programma’s ontvangt, online kunnen worden
in 2010 terug tot respectievelijk 22 en 25%. Voor
ingediend. Daarenboven kunnen de aanvragers
de onderzoeksprojecten zakte het slaagpercen-
de eigen personalia beheren.
tage in 2010 zelfs beneden de 14%.
Een performante structuur voor dossierbeheerders werd ingevoerd, waarbij de onderzoekers,
De toenemende druk op de slaagkansen wordt
op basis van het wetenschapsgebied waartoe ze
één van de grote uitdagingen naar de toekomst
behoren, binnen het FWO een vast aanspreek-
toe. De financiële en economische crisis heeft er
punt kregen.
immers voor gezorgd dat in 2009 en 2010, voor het eerst sinds lang, de budgetten van het FWO
Het uitbouwen van een interne beleidscel, het
gereduceerd werden. Wil men de investeringen
volledig digitaal afhandelen van dossiers en
in wetenschappelijk onderzoek van de voorbije
briefwisseling, het uitbouwen van een modern
10 jaar ten volle valoriseren, dan is het belang-
HR-beleid voor onderzoekers en personeels-
rijk dat er na het overgangsjaar 2011, opnieuw
leden, zijn slechts enkele van de vele projecten
aangeknoopt wordt met het vooropgestelde
die de afgelopen jaren werden uitgewerkt.
groeitraject. Enkel op die manier kan het FWO er
Deze lijst van verwezenlijkingen betekent echter
mede met de andere stakeholders voor zorgen
niet dat het FWO nu op zijn lauweren zal gaan
dat het onderzoek, uitgevoerd aan de Vlaamse
rusten. Op dit ogenblik legt het FWO de laatste
universiteiten en wetenschappelijke instellingen,
hand aan een nieuw Beleidsplan 2012-2015, dat
blijvend de concurrentie kan aangaan op interna-
in juni 2011 zal worden voorgesteld.
tionaal niveau. Dit plan bevat naast een 5-tal strategische doelDaarvoor is het niet alleen noodzakelijk om over
stellingen, een aantal zeer concrete projecten
voldoende budgettaire ruimte te beschikken,
die het FWO de volgende jaren wil realiseren,
maar moeten ook de adequate structuren voor
met de belangrijkste bedoeling het fundamenteel
handen zijn die verdere groei mogelijk maken
wetenschappelijk onderzoek en de onderzoekers
en stimuleren. Het FWO is dan ook trots op de
optimaal te ondersteunen.
ingrijpende metamorphose die het FWO intern
Het belooft opnieuw een boeiend decennium te
heeft ondergaan. Het FWO is vandaag een
worden.
moderne organisatie, die nog steeds zijn hoge reputatie van zeer performante, onderzoekervriendelijke administratie blijft waarmaken. Er werden belangrijke stappen gezet in de vergaande informatisering van de aanvraagproce-
Elisabeth Monard Secretaris-generaal
Starting Grant ERC
Jaarboek 2010
10
Kevin Verstrepen
Geboren op: 26 mei 1975 Diploma’s: Bio-Ingenieur in de Cel- en Gentechnologie Huidig statuut: professor, KULeuven - groepsleider VIB Titel van het project: Onstabiele tandemherhaling in het genoom Gastinstelling: K.U.Leuven, VIB Departement: K.U.Leuven Laboratorium voor Genetica en Genomica + VIB Laboratorium voor Systeembiologie Bedrag van de beurs: 1,753 miljoen euro Looptijd: 2009-2014 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
11
“Doorstart van mijn labo vanuit de States naar Vlaanderen” Stukjes DNA die in een gen telkens opnieuw kop aan staart herhaald worden zijn vaak onstabiel. Dat heet tandemherhaling. Zulke onstabiele tandemherhaling zorgt ervoor dat zo’n gen veel sneller kan evolueren, waardoor ook bepaalde eigenschappen van het organisme veel sneller kunnen veranderen. Ontspoort die verandering in de tandemherhaling, dan kunnen ziekten ontstaan. Denk aan neurodegeneratieve aandoeningen zoals Kreutzfeld-Jacob en Huntington. Maar vanuit biologische hoek gezien is het een opportuniteit van het organisme om zich snel te kunnen aanpassen aan een nieuwe omgeving. Voor dat onderzoek sleepte Kevin Verstrepen een ERC Starting Grant in de wacht van maar liefst 1,753 miljoen euro.
Het onderzoeksterrein van Kevin Verstrepen ligt
menselijke cellen. Je kunt er ook veel gemakke-
in de systeembiologie. Een boomend vakge-
lijker mee experimenteren. Zo hebben we ons tot
bied dat klassiek biologisch, biochemisch en
nu toe toegelegd op het kleven van gisten aan
genetisch onderzoek koppelt aan wiskundige
bepaalde substraten. Daar onderzoeken we hoe
analyses en modellen ontleend aan de fysica, de
fijn ze aan die substraten blijven kleven door de
elektronica en de informatica. Het voorwerp van
werking van die tandemherhalingen in de betrok-
onderzoek is de cel. Maar daar waar de cel in de
ken eiwitten”.
genetica beschouwd wordt als een drager van erfelijk materiaal, het DNA, dat je kunt knippen
Cruciale verhuis
en modificeren, kijkt men in de systeembiologie
Verstrepen had van het nieuwe initiatief van de
naar de cel als een technisch geheel. Hoe groeit
ERC om onderzoeksbeurzen toe te kennen aan
een cel, hoe reageert ze, hoe gedraagt ze zich?
startende onderzoekers gehoord toen hij nog in
Uit onderzoek blijkt nu dat bepaalde stukjes DNA
de V.S. zat. Hij deed een postdoc op M.I.T. en
in een gen veel minder stabiel zijn als ze telkens
had daarna een eigen laboratorium opgezet in
opnieuw aan elkaar gekoppeld worden.
Harvard University, waar hij ook docent was. “Ik was al aan het uitkijken om terug naar Europa
Kevin Verstrepen: “We willen weten welke me-
te keren. Maar een van de obstakels was het
chanismen en principes er bij deze tandemherha-
gebrek aan een goede financiering om mijn acti-
lingen van toepassing zijn. Als modelorganisme
viteiten verder te kunnen zetten”, vertelt Verstre-
gebruiken we gistcellen. Ze zijn eenvoudiger dan
pen. “De budgetten die de ERC aanbood waren
menselijke cellen, maar hebben dezelfde struc-
zeer aantrekkelijk. Ik waagde mijn kans bij de
tuur en hun werkingsprincipes gelden ook voor
eerste oproep van de ERC in 2007. Ik geraakte
Jaarboek 2010
12
door de eerste ronde en werd ook uitgenodigd voor
Voor mij persoonlijk was het de ultieme duw in de
het interview. Maar door een banaal administra-
rug om naar Europa terug te keren”.
tief probleem werd mijn aanvraag uiteindelijk niet geselecteerd. Omdat de procedure voor de tweede
In 2009 hevelde Verstrepen zijn laboratorium van
oproep gewijzigd was, heb ik mijn project volledig
Harvard over naar Leuven en in november 2009
moeten herschrijven. Dit keer met succes”.
startte hij met zijn onderzoeksproject. Drie Amerikaanse onderzoekers kwamen mee over. Het grote
Het grote probleem in Europa is volgens Verstrepen
geld van de ERC grant gaat naar de salarissen van
dat je, om een labo draaiende te houden, verschillen-
een postdoc en drie doctoraatsstudenten.
de beurzen met heel wat kleinere budgetten en van
De totale bezetting van Verstrepen’s ‘Laboratorium
beperktere duur moet aanvragen en beheren. “Dat is
voor Genetica en Genomica’ omvat nu veertien
een enorme administratieve belasting”, onderstreept
onderzoekers. Het saldo is bestemd om zijn
hij. “Met de Starting Grants vangt de ERC dat
laboratorium uit te rusten met nieuwe apparatuur
probleem op. Je krijgt een substantiële financiering
en voor de financiering van experimenten.
voor een lange periode”. Een tweede groot voordeel van de ERC-grants is dat de voorstellen geëvalueerd
Bureaucratie
worden door een internationale jury van topexperts
Een van de grote verbeterpunten die Verstrepen de
die enkel uit zijn op hoge kwaliteit. Verstrepen: ”Lo-
ERC wil meegeven is het wegwerken van de zware
kale politiek speelt hier geen rol. De keerzijde van de
bureaucratische hindernissen die met Europese
medaille is de frustratie van uitstekende wetenschap-
beurzen gepaard gaan. Gelukkig voor hem hebben
pers die ernaast grijpen. Maar dat heeft volgens mij
de K.U.Leuven en het VIB als onthaalinstellingen
te maken met het feit dat de ERC over te weinig geld
veel van die bureaucratische last op hun schouders
beschikt om alle topwetenschappers goede kansen
genomen. Verstrepen: “Ze hebben me gecoacht
te geven. De competitie is dus enorm. Als je zo’n
tijdens het uitschrijven van mijn aanvraag, vooral
grant binnenhaalt, is dat echt wel een prestatie die
bij de berekening van de kostprijs van het hele
je heel wat visibiliteit oplevert in wetenschappelijke
project. Ook voor heel wat praktische taken krijg ik
kringen.
ondersteuning. Zo moet je tijdstabellen bijhouden
Jaarboek 2010
13
van het aantal dagen en uren dat onderzoekers op
genovergestelde is van de ERC. De structuur is licht
het project werken. Iedereen weet dat dat in een
en transparant. Dat geeft de mogelijkheid om zaken
onderzoeksomgeving totaal niet relevant is. Die taak,
en problemen snel en efficiënt aan te pakken”. Het
evenals de boekhouding, neemt het VIB voor zijn
FWO is ook de vruchtbare bodem geweest waarop
rekening”.
Verstrepen zijn hele wetenschappelijke carrière heeft kunnen bouwen. Een doctoraatsbeurs in de
Maar wat na 2014? Verstrepen vreest dat hij na de
beginjaren en een postdoctorale toelage tijdens zijn
afloop van zijn ERC-financiering een serieuze duik
verblijf in de V.S. “De ERC-beurs die daar naadloos
zal nemen in het budget van zijn labo. “In principe en
op aansloot, betekende voor mij de doorstart van
als je positief geëvalueerd wordt”, zo stelt hij, “kun
mijn labo vanuit de States naar Vlaanderen”, aldus
je inschrijven voor een ERC Advanced Grant voor
nog Verstrepen.
senioronderzoekers. Maar op dit ogenblik halen enkel absolute toponderzoekers, de echte zwaargewichten met een uitgebreide citation list en een gevestigde reputatie, zo’n grant binnen. Bitterweinig dus. De selectiecriteria zijn veel strenger dan bij de Starting Grants. Ik vrees dat we tegen 2014 nog niet voldoende resultaten en reputatie zullen kunnen voorleggen om voor zo’n Advanced Grant in aanmerking te kunnen komen. Tenzij de ERC iets aan de formule wijzigt natuurlijk”. In schril contrast met de ERC staat het FWO. Voor Verstrepen is het FWO “een van de zaligste organisaties om als wetenschapper mee samen te werken. Precies omdat het inzake bureaucratie net het te-
Jaarboek 2010
14
Eva Benkova
Geboren op: 15 december 1969 Diploma’s: dr. in de Biofysica (1998, Brno) Huidig statuut: groepsleider VIB Titel van het project: “Hormonal cross-talk in plant organogenesis” Gastinstelling: VIB Departement: Plant Systems Biology Bedrag van de beurs: 1,3 miljoen euro Looptijd: 2008 - 2013 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
15
“Met zo’n grant kun je je eigen onderzoeksgroep starten zonder voortdurend te moeten jagen achter kleinere beurzen op korte termijn”. Planten groeien continu en passen zich ook continu aan hun omgeving aan. Voor die voortdurende aanpassing beschikken ze over stamcelpopulaties. Die zorgen ervoor dat planten nieuwe organen aanmaken. Soms worden zijwortels gevormd en soms bladeren, naargelang van het nut of de noodzaak. De groei en aanpassing van planten wordt aangestuurd door specifieke hormonen die met elkaar interageren. Eva Benkova onderzoekt welke genetische en andere factoren een rol spelen in de manier waarop plantenhormonen met elkaar omgaan. Op basis van deze inzichten wil ze de hormonaal gestuurde orgaangroei in planten in kaart brengen en daarvoor modellen uitwerken. Goed voor 1,3 miljoen euro, oordeelde de ERC.
De hormonen die planten doen groeien en zich
Eva Benkova behaalde haar doctoraat aan het
aanpassen zijn auxine, cytokinine, ethyleen,
Institute of Biophysics in Brno, Tsjechië. Haar
gibberelline en jasmonaat. Elk hormoon heeft zo
wetenschappelijke carrière begon in 1998, toen
zijn eigen rol en functie. Op bepaalde punten in
ze als postdoc kon beginnen aan het Max-
de plant interageren deze hormonen met elkaar.
Planck-Institut für Pflanzenzüchtungsforschung
Maar de moleculaire mechanismen achter deze
in Keulen, Duitsland. In 2003 kreeg ze een
hormonale cross talk zijn nog grotendeels onbe-
EMI-Fellowship en kon ze starten als associate
kend. Met de zandraket of Arabidopsis thaliana
researcher aan het Zentrum für Molekularbiologie
als modelsysteem wil Benkova deze blinde vlek
der Pflanzen (ZMBP) in Tübingen, Duitsland. In
verkennen. In haar onderzoek richt ze zich vooral
2007 zou haar contract aflopen. Maar ook in de
op de zijwortelvorming. Zijwortelvorming is een
wetenschappelijke carrière van haar man kwam
heel merkwaardig groeiproces omdat het gaat
verandering. Eva Benkova is namelijk gehuwd
om de aanmaak van een volledig nieuw orgaan,
met biotechnoloog Jiri Friml. Dankzij een Volks-
vertrekkende van al gedifferentieerde cellen. Het
wagen Junior Research Grant was hij actief als
is een groeiproces dat gestuurd wordt door een
zelfstandig onderzoeker en groepsleider aan het
complex netwerk van hormonale interacties met
hetzelfde ZMBP in Tübingen. Toen zijn mandaat
auxine als dominant hormoon. Inzicht in de ma-
ten einde liep, werd hij in 2007 met een Odys-
nier waarop hormonen met elkaar omgaan, kan
seusbeurs naar Vlaanderen gehaald. Sindsdien
belangrijke informatie opleveren om de ontwik-
werkt hij als onderzoeker in het departement
keling van bepaalde plantenorganen gericht te
Plant Systems Biology van het VIB. En Eva? Ook
kunnen sturen.
zij koos voor Gent. Zij diende een onderzoeks-
Jaarboek 2010
16
project in bij de ERC voor het bekomen van een
Het schrijfproces zelf vond Benkova gemakkelijker
Starting Grant met het VIB als onthaalinstelling.
dan voor tal van andere, kleinere grants. Benkova:
En met succes. In 2007 werd ze groepsleider aan
“De procedure was zeer duidelijk. Een synthese van
het departement Plant Systems Biology van het
je onderzoeksproject, met je curriculum en cita-
VIB-UGent. Hoe een dubbeltje rollen kan…
tion list en de instelling waar je het onderzoek wil uitvoeren. Die werd geëvalueerd door externe peers.
Spannende tijd
En voorts een volledig uitgewerkt en gedetailleerd
“Het was een spannende tijd”, vertelt Benkova. “Zo-
voorstel met planning, methode en budgettering als
wel Jiri als ikzelf waren druk bezig met het uitpluizen
basis voor het interview met de experts. Verwach-
van alle mogelijke mandaten en beurzen. 2007 was
tingen en voorwaarden waren helder en nauwkeurig
de allereerste keer dat de ERC Starting Grants ter
geformuleerd. Bij kleinere grants is die duidelijkheid
beschikking stelde met individuele budgetten tot 2
er niet altijd. Vaak moet je gissen naar wat men van
miljoen euro. Ik besloot om ervoor te gaan. Tijdens
de kandidaat wil. Hier was alles zeer rechtlijnig”.
mijn mandaat in Tübingen kreeg ik de kans om mijn eigen projecten te ontwikkelen en uit te werken. Voor
Comfortabele uitgangspositie
het uitschrijven van mijn project voor de ERC-grant
“Met zo’n grant kun je je eigen onderzoeksgroep
had ik al heel wat informatie en ideeën en hoefde
starten zonder voortdurend te moeten jagen achter
dus niet van nul af aan te beginnen. Dat was echt
kleinere beurzen op korte termijn”. “Het is een zeer
een pluspunt. Tijdens de voorbereiding heb ik ook
comfortabele uitgangspositie”, getuigt Benkova. “ik
veel kunnen opsteken van collega’s en vrienden. Ze
vind het een schitterende formule. Als je het geluk
hebben mijn projectvoorstel gelezen en becommen-
hebt zo’n grant binnen te halen, dan ben je echt
tarieerd alvorens ik het heb ingediend. Ze hebben
onafhankelijk, heb je geen geldzorgen en kun je je
me heel goed ondersteund tijdens het hele proces.
vijf jaar lang volledig op je onderzoek toeleggen”.
Wat de administratieve kant betreft, daar heb ik veel ondersteuning gekregen van PSD en het VIB”.
Jaarboek 2010
17
Benkova’s onderzoeksproject startte in september
Toekomstverwachtingen na 2013? Benkova: “Als alles
2008. Haar project is dus ongeveer halfweg. Dankzij
naar wens verloopt en ik mijn onderzoeksniche voor
de reputatie van het PSD in Tübingen en de ERC-
de toekomst goed kan afbakenen, dan is het zaak
Starting Grant kon ze een sterk onderzoeksteam
om het onderzoek in dat gebied verder van nabij te
uitbouwen met, naast haarzelf, een postdoctoraal
volgen, daarvoor de nodige fondsen te verzamelen en
onderzoeker en drie PhD-studenten. Benkova vindt
mijn onderzoekscarrière verder te zetten op het niveau
dat een interessant neveneffect van zo’n prestigieuze
van groepsleider of professor”.
beurs als de ERC-Starting Grant. “Onderzoekers geraken geïnteresseerd in je onderzoek en je kunt kiezen wie je in je groep wilt hebben”. Ze is in ieder geval erg opgetogen met de gang van zaken. “Na tweeënhalf jaar kan ik zeggen dat ik heel gelukkig ben met de onderzoeksgroep zoals hij nu draait. In het begin weet je niet hoe zo’n project gaat evolueren. Je start een groep, je bent gedreven. Je deelt je kennis, ervaring en enthousiasme met de mensen die de groep komen vervoegen. Die integratie is zeer goed gelukt. De manier waarop we nu met elkaar communiceren, bevalt me sterk. Dat wist ik in het begin uiteraard nog niet. Maar als ik nu naar de groep kijk, dan ben ik zeer tevreden. Ik heb er het volste vertrouwen in. We weten in welke richting het onderzoek evolueert. We publiceren regelmatig om ons werk kenbaar te maken en een bijdrage te leveren aan het vakgebied”.
Jaarboek 2010
18
Jo Van Steenbergen
Geboren op: 7 maart 1975 Diploma’s: dr. Arabistiek en Islamkunde KULeuven – 2003 Huidig statuut: Hoofddocent (BOF-ZAP) Universiteit Gent Titel van het project: “The Mamlukisation of the Mamluk Sultanate (MMS). Political Traditions and State Formation in 15th-century Egypt and Syria”. Gastinstelling: Universiteit Gent Departement: Talen en culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika Bedrag van de beurs: 1,2 miljoen euro Looptijd: oktober 2009 – oktober 2014 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
02 19
“Een droom die plots realiteit wordt” Dat de wereld van het oostelijke Middellandse Zeegebied in de late middeleeuwen in verval geraakte, is een wijd verspreide idee. Historicus Jo Van Steenbergen meent echter dat het om een diepgaande verandering gaat, een transitieperiode, die doet denken aan de processen van vroegmoderne staatsvorming zoals die ook in het Europa van de 15de eeuw plaatsvinden. Met een ERC Starting Grant van 1,2 miljoen euro wil hij zijn hypothese nu toetsen aan de waarheid.
Deze grant is voor Jo Van Steenbergen de kroon
“Om een idee te krijgen van de politieke wereld
op zijn onderzoekswerk van de afgelopen jaren.
uit die tijd is uitgebreid prosopografisch onder-
Met een doctoraartsbeurs van het FWO en,
zoek nodig”, zegt Van Steenbergen. “Het gaat
nadien, een éénjarige FWO-beurs als postdoc,
hoofdzakelijk om onderzoek van narratief bron-
dompelde hij zich onder in de raadselachtige
nenmateriaal. Voor de verwerking daarvan zijn
domeinen van het middeleeuwse Egypte en
we al gestart met de ontwikkeling van een zeer
Syrië. Via informatie van de Universiteit Gent en
complexe relationele database: MP3 (Mamluk
een collega uit Leiden kwam hij op het spoor
Political Prosopography Project). Op basis daar-
van de ERC Starting Grants. Hij verdiepte zich
van kunnen we het reilen en zeilen blootleggen
in de wereld van de Mamelukse sultanaten en
van de sultan en zijn entourage, maar ook van de
vijlde en polijstte zijn onderwerp tot een werkstuk
vele andere politieke actoren (officieren [amirs],
waarmee hij zijn kans waagde. En met succes.
bureaucraten, notabelen). Wie waren ze? Welke
Met zijn “Mamlukisation of the Mamluk Sulta-
politieke invloed hadden ze? Welk was hun
nate” is hij de eerste Vlaamse onderzoeker in de
status? Tot welke huishoudens of netwerken be-
middeleeuwse islamitische geschiedenis die met
hoorden ze? Via deze database kunnen we dus
zo’n bedrag als zelfstandig onderzoeker aan de
hun biografieën bevragen. En van daaruit kunnen
slag kan gaan.
we meer inzicht verwerven in de sociale, culturele en politieke processen in die regio”.
Jaarboek 2010
20
Boeiende ervaring Van Steenbergen houdt aan de hele procedure voor
20ste eeuw, van het ene uiteinde van de wereld tot
de ERC Starting Grant goede herinneringen over.
het andere. Ik denk dat de sterkte van mijn aanvraag
“Als je naar het bedrag kijkt, dan was het de inspan-
schuilde in het conceptuele karakter ervan en dat er
ning echt wel waard”, onderstreept hij. “De criteria
comparatieve vraagstellingen aan gekoppeld waren
voor het uitschrijven van je aanvraag dwingen je echt
die voor alle culturen en maatschappijen gelden.
om ambitieus te denken en ideeën naar voren te
Van processen van staatsvorming kan iedereen zich
schuiven die een grote impact kunnen hebben op de
immers toch wel een idee vormen, zeker in deze
ontwikkelingen in je vakgebied”. Om alles in goede
periode waarin dat sterk aan de orde is”.
banen te leiden kon Van Steenbergen rekenen op de ondersteuning van de EU-cel van de Gentse
Eigen laboratorium
universiteit en ook het proefinterview met leden van
Met het geld kan Van Steenbergen de salarissen be-
de Onderzoeksraad als voorbereiding op het afslui-
talen van twee postdocs en een doctoraatsstudent
tende interview bij de ERC was voor hem bijzonder
over een periode van vijf jaar. De Gentse universiteit
waardevol.
deed er nog een schep bovenop waardoor nog twee bijkomende doctoraatsstudenten op het project
“Het interview op de zetel van het ERC in Brussel
kunnen werken. De rest is gereserveerd voor de
zelf vond ik een heel positieve ervaring”, getuigt Van
aankoop van bronnenmateriaal, het uitbouwen van
Steenbergen. “Eerst je onderzoeksvoorstel verdedi-
de relationele database, internationale uitwisseling en
gen gedurende 15 minuten en dan de discussie met
onderzoeksreizen.
een panel van zo’n vijftien internationale experts die je onderzoeksvoorstel grondig hebben doorgenomen
“Ik ben me er hoe langer hoe meer van bewust dat
en je op de rooster leggen. Allemaal historici in on-
ik dankzij de financiële middelen van deze grant iets
derzoeksgebieden gaande van de prehistorie tot de
kan realiseren in optimale omstandigheden.
Jaarboek 2010
21
Niet alleen het samenbrengen van een onderzoeksteam
“Als jonge onderzoeker moet je durven ambitieus te
rond een onderwerp dat mij nauw aan het hart ligt,
zijn en groot te denken”, stelt Van Steenbergen met
maar ook de uitbouw van een heus eigen virtueel
klem. “Zeker na een doctoraal onderzoek dat altijd
laboratorium, met een eigen database en eigen
erg specifiek is. Het is heel belangrijk om dat open
bronnenmateriaal als basis. Het is een labo dat niet
te trekken naar ruimere ideeën waarvan de impact
alleen voor dit project van nut zal zijn, maar dat ook
dat specifieke karakter kan overstijgen. Een Starting
zijn waarde zal kunnen blijven bewijzen voor de rest
Grant biedt daar alle mogelijkheden toe. Als jonge
van mijn onderzoekscarrière”.
onderzoeker is dit voor mij een droom die plots realiteit wordt”.
Van Steenbergen is ambitieus en wil zijn huidige onderzoek hoe dan ook verder uitbouwen. Zo speelt hij met de idee om een groot comparatief onderzoek op te zetten voor de analyse van staatsvormingsprocessen. Wat verandert er precies in die 15de eeuw? Waarom vinden in die periode overal in Europa en in de wereld veranderingen plaats? Wat is de impact van dergelijke veranderingen op de organisatie van een maatschappij, een religie, een cultuur? Hoe verhouden die systemen zich tegenover elkaar? Te vroeg om daar nu al intensief mee bezig te zijn, maar Van Steenbergen denkt er wel aan.
22
course
course
origin dynamics
second
native
migrants
generation
migration
population
different
life
Jaarboek 2010
settlement
Helga de Valk
Geboren op: 7 juni 1972 Diploma’s: PhD in Sociology Huidig statuut: ZAP (Vrije Universiteit Brussel) + senior onderzoeker (NIDI, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, Den Haag, Nederland) Titel van het project: Families of migrant origin: a life course perspective Gastinstelling: NIDI Departement: Prognoses, Migration and Health (PMH) Bedrag van de beurs: 1,0 miljoen euro Looptijd: 2011-2016 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
02 23
“Een unieke kans om wetenschappelijke en maatschappelijke kennis op een hoger peil te brengen” Migratie en migranten zijn politiek en maatschappelijk gevoelige thema’s. De discussies laaien vaak hoog op, maar het is tegelijk verbazingwekkend hoe weinig we er echt over weten. Het debat wordt meestal gevoerd op basis van gevoelens en niet op basis van feiten en cijfers. In het vergrijzende en toenemend diverse Europa van vandaag is een heldere, wetenschappelijke kijk op migranten en hun levenslopen dus meer dan welkom. Voor Helga de Valk’s onderzoeksvoorstel naar migratie en aanverwante thema’s zoals familierelaties en levenslopen had de ERC 1,0 miljoen euro veil.
De Valk kreeg haar ERC Starting Grant in de
De Valk’s projectaanvraag werd beoordeeld door
zomer van 2010 toegekend. Met het binnenhalen
zeven internationale referenten en het interview in
van de Grant maakte ze tevens een transfer van
de tweede ronde moest ze doen voor een panel
de VUB naar het NIDI, het Nederlands Interdis-
van tien experten. “Ik kreeg tien minuten de tijd
ciplinair Demografisch Instituut in Den Haag. Het
om mijn onderzoek voor te stellen. In de discus-
onderzoek waarvoor ze de grant gekregen heeft,
sie nadien werd ik behoorlijk aan de tand ge-
verhuist dus mee naar Nederland, al komt De
voeld”, vertelt ze. “Toen ik met de auto terug naar
Valk een dag per week naar de VUB in het kader
de VUB reed, dacht ik: neen, dit haal ik nooit.
van haar onderwijs- en onderzoeksopdracht
Ik ben dit punt vergeten en daar had ik meer
aldaar. 1,0 miljoen euro voor sociologisch onder-
moeten over uitwijden en dat verband heb ik
zoek is een smak geld. “Zeker als je het integraal
niet gelegd, enzovoort, enzovoort... Twijfel alom.
mag besteden aan onderzoek en dan nog op de
Plots besef je dat je weinig kans maakt, dat je
manier die je zelf bepaalt binnen het onderzoeks-
slechts een van de vele kandidaten bent die een
voorstel”, aldus De Valk. Je kunt er echt iets
aanvraag hebben ingediend en voor het interview
substantieels mee opbouwen wat met andere
uitgenodigd zijn... Ik hoef u niet te vertellen hoe
financiering veel moeilijker is omdat de bedragen
blij ik was toen ik het positieve bericht in mijn
veel kleiner zijn en de projecten vaak van kortere
brievenbus kreeg!”.
duur. Hier krijg je meteen de kans om een echte onderzoeksgroep uit te bouwen”.
Jaarboek 2010
24
Drie componenten Levensloop, familie en migratie zijn de drie kernbe-
en andere Oost-Europese landen. We willen kijken
grippen van De Valk’s onderzoeksproject. Hoe zien
hoe verschillende types van migranten en verschil-
de levenslopen van jongvolwassen migranten in Euro-
lende redenen voor migratie invloed hebben op de
pa eruit, en dan vooral ook migranten van de tweede
levenslopen van die personen en hun families. Het is
generatie? Hoe verhouden zich hun levenslopen met
dus echt comparatief onderzoek waarbij we ener-
die van de autochtone bevolking? Dat is de eerste
zijds verschillende herkomstgroepen vergelijken in
component. De tweede component kijkt meer speci-
verschillende bestemmingslanden en liefst ook nog
fiek naar familierelaties. Welke invloed heeft migratie
in vergelijking met de landen van herkomst”.
op familierelaties, zowel in de jongvolwassenheid als bij het ouder worden? En de derde component
Met de 1,0 miljoen euro van haar ERC grant wil De
betreft een specifieke vergelijking met de landen van
Valk in de eerste plaats investeren in training van
herkomst. Wat gebeurt er met de jongvolwassenen
jonge onderzoekers: twee PhD-studenten en een
en de andere familieleden die achtergebleven zijn in
postdoc over vijf jaar, plus een deel van haar eigen
het land van herkomst? In hoeverre bepaalt migratie
onderzoekssalaris. Veel geld om eigen databanken
hun levensloop? Hoe zien de zorgarrangementen, de
op te zetten schiet er dan niet meer over. Dus werkt
levenspatronen er uit binnen migrantenfamilies? “De
De Valk met bestaande data om deze ten volle te be-
veranderingen waaraan die families onderhevig zijn,
nutten. De Valk: “Met een aantal landen zitten we in
worden vaak toegeschreven aan migratie, maar het
dezelfde demografische databanken. Maar we gaan
kan net zo goed een proces zijn dat zich ook in de
ook naar andere landen kijken. Spanje, bijvoorbeeld,
landen van herkomst afspeelt”, aldus De Valk.
heeft onlangs een migratie-enquète gehouden. Dat kan een interessante bron zijn. Maar we kunnen ook
Op het complexe fenomeen van migratie wil De Valk
een beroep doen op gegevensmateriaal uit registers.
met haar onderzoek een beter, maar ook een breder
De Skandinavische landen bijvoorbeeld houden
zicht krijgen. “We willen niet alleen kijken naar de
registers bij van hun hele bevolking. Ook in Neder-
traditionele arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko
land is dat zo. Daarmee kun je de hele bevolking
van de jaren ’60, maar ook uit landen zoals Polen
onderzoeken. Ze hebben echter het nadeel van een
Jaarboek 2010
25
gebrek aan achtergronddetails over bijvoorbeeld fa-
Deze ERC Starting Grant vindt De Valk een unieke
milierelaties. Enquêtes hebben dan weer het nadeel
kans om de wetenschappelijke en maatschappelijke
dat de steekproeven niet altijd voldoende migranten
kennis in het gebied van de migratie en migranten-
omvatten. Door een combinatie van verschillende
populaties op een hoger peil te brengen. “Deze grant
databronnen in verschillende landen proberen we
geeft me de gelegenheid om vijf jaar lang uitsluitend
dus een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de
bezig te zijn met onderzoek dat zowel wetenschap-
situatie en de evolutie”.
pelijk als maatschappelijk zeer relevant is. Het is bovendien de bedoeling van zo’n Starting Grant
Dubbel doel
om een onderzoeksinitiatief op te starten en verder
De Valk wil met haar wetenschappelijke bevindingen
te kunnen uitbouwen, ook nadat het project op z’n
niet wachten tot het einde van het project om een
einde loopt. Dankzij deze grant kan ik jonge onder-
lijvig rapport te publiceren. Neen, ze wil vooral kort
zoekers de kans geven om door te groeien en suc-
op de bal spelen en artikels publiceren in vakbladen
ces te boeken en tegelijk een bijdrage leveren aan de
en andere tijdschriften. Waarom? “Enerzijds om
ontwikkeling van de discipline. Het is een grote stap
de theorievorming rond deze thematiek verder te
in mijn carrière”, aldus nog De Valk.
ontwikkelen, maar anderzijds ook om nuttige en interessante informatie te bezorgen aan beleidsmakers”, stelt De Valk. “Want migratie is een gebied met heel
course
native
co
fisch onderzoek naar beleidsmakers”.
migrants
Europa dat gericht is op het vertalen van demogra-
second
n generatio
kingsverband tussen alle demografische instituten in
n migratio
een heel interessant kanaal. Het is een samenwer-
life differenptulation po
uit de weg gaan. In dat verband is Population Europe
origin duyrnsameics
wat beleidsrelevantie en dat mag je als socioloog niet
t
settlemen
Jaarboek 2010
26
Philippe Lemey
Geboren op: 10 augustus 1977 Diploma’s: dr. in de Medische Wetenschappen (KULeuven, 2005) Huidig statuut: Docent K.U.Leuven Titel van het project: “Evolutionaire reconstructie van virale verspreiding in tijd en ruimte” Gastinstelling: K.U.Leuven Groep: Biomedische wetenschappen Departement: Microbiologie en Immunologie Bedrag van de beurs: 1,5 miljoen euro Looptijd: Oktober 2010 – Oktober 2015 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
02 27
“Van postdoctoraal medewerker naar onafhankelijk onderzoeker is de ultieme stap voor wie wetenschappelijk gedreven is” Om de mechanismen te identificeren die leiden tot de opkomst, de instandhouding en de epidemische verspreiding van infectieuze ziekten, zouden epidemiologen bijzonder gebaat zijn bij een volledige karakterisering van de verspreiding van ziektekiemen of virussen in tijd en in ruimte. Het wetenschappelijk onderzoek naar de supersnelle en wereldwijde verspreiding van het griepvirus, bijvoorbeeld, bewees dat analyses van virale genetische gegevens uiterst nuttige informatiebronnen zijn voor epidemiologen. Want, ze kunnen de basis vormen voor efficiënte interventie- en preventiestrategieën. Dat soort van strategieën wil Philippe Lemey mee vorm geven door het ontwikkelen van statistische methoden om de tijds- en ruimtedynamica van virale genomen in kaart te brengen. Lemey kreeg er van de ERC 1,5 miljoen voor.
Veel virussen evolueren zo snel, dat hun versprei-
willen testen welke epidemische barrières gelden
dingsgeschiedenis – zelfs al omvat die maar en-
voor virussen en welke predictoren van toepas-
kele jaren – toch een genetisch spoor van muta-
sing zijn voor hun ruimtelijke verspreiding. En de
ties nalaat in hun genoom. Dat spoor valt echter
ideale informatie om dergelijke predictoren uit te
niet altijd zo eenvoudig af te lezen. Meestal is het
testen is terug te vinden in het genoom van virus-
gefragmenteerd of verborgen. Om die evolutie-
sen. De rol van het internationaal luchtverkeer
geschiedenis te reconstrueren zijn wiskundige
bij de verspreiding van griep bijvoorbeeld is een
modellen onontbeerlijk. Philippe Lemey vergelijkt
voor de handliggende predictor, maar hij is nog
zijn onderzoek graag met het opmaken van een
nooit formeel uitgetest. Zo willen we nog andere
stamboom. Met een stamboom kun je immers
predictoren achterhalen en de virale transmis-
zien hoe virussen zich doorheen de geschiedenis
siedynamiek in kaart brengen. Op basis daarvan
van plaats tot plaats verspreid hebben.
kan er dan aan interventie en preventie gedaan worden. Denk aan het sluiten van luchthavens
“Het doel”, zo zegt Lemey, “is statistische
om de internationale trafiek van pandemische
technieken ontwikkelen en toepassen op ver-
griepvirussen te doorbreken”.
schillende virussen om te achterhalen hoe ze epidemische dimensies kunnen aannemen. We
Jaarboek 2010
28
Belangrijkste stap Het binnenhalen van deze ERC Starting Grant is
kon uitwerken. In 2010 ben ik er dan opnieuw aan
voor Lemey tot nu toe de belangrijkste stap in zijn
begonnen. Het werd een heel ander project. Veel
onderzoekscarrière. “De stap van postdoctoraal
vernieuwender en veel steviger onderbouwd. Hoewel
medewerker naar onafhankelijk onderzoeker is de ul-
ik de procedure kende, was het toch hard werken.
tieme stap voor wie wetenschappelijk gedreven is en
Alleen het interview in de tweede ronde was nieuw
wetenschappelijke expertise nastreeft”, aldus Lemey.
voor mij.
“De start van mijn ERC-project viel ook samen met
Je project voorstellen in tien minuten en daarna een
mijn aanstelling als ZAP-lid aan de K.U.Leuven. Op
diepgaande vragenronde door Europese experts. Je
zich biedt zo’n aanstelling de kans om onafhankelijk
moet echt wel heel goed voorbereid zijn. Bij heel die
onderzoek te doen, maar ik vind dat je pas echt
lange voorbereiding heb ik ook veel steun gekregen
onafhankelijk wordt, als je ook de nodige financiering
van mijn universiteit, niet alleen bij het uitschrijven
zoekt en vindt om je ideeën uit te werken”.
van het project, maar ook dankzij een testinterview dat intern georganiseerd werd. Het resultaat mag
Toch verliep zijn zoektocht niet rimpelloos. Met een
er zijn!”.
FWO-mandaat als postdoctoraal onderzoeker voor drie jaar, maakte hij in 2007 de overstap van Oxford
Expertise opbouwen
naar zijn Leuvense alma mater. Daarmee kon hij zich
Met zijn ERC Starting Grant kan Lemey de nodige
opnieuw in zijn vorige vakgroep integreren en zich
expertise opbouwen om een echt referentiecentrum
volledig gooien op het project dat hij bij de ERC wilde
uit de grond te stampen. Het is per definitie interdis-
indienen. Helaas waren de scores bij een eerste
ciplinair onderzoek, want het ligt op de grens tussen
aanvraag niet voldoende. Hij geraakte niet voorbij de
bio-informatica, evolutionaire biologie en virologie.
eerste ronde en zijn project werd niet geselecteerd.
Een gedeelte gaat naar onderzoeksinfrastructuur,
Maar van de nood maakte hij een deugd. Lemey:
maar de grootste hap is bestemd voor de financie-
“Intussen was het project zeer sterk geëvolueerd.
ring van twee doctoraatsstudenten en een postdoc-
Op basis van mijn ervaring met de eerste editie, had
toraal onderzoeker.
ik ook al een beter idee hoe ik mijn tweede aanvraag
Jaarboek 2010
29
“Anderhalf miljoen euro geeft je de mogelijkheid om
Ik hoop dat die droom over vijf jaar werkelijkheid
een echte onafhankelijke onderzoekslijn uit te wer-
wordt. Ik hoop ook dat de onderzoeksgroep uitein-
ken”, onderstreept Lemey. “En de onthaaluniversiteit
delijk verder structureel ondersteund kan worden.
verbindt er zich toe je van alle faciliteiten te voorzien
Want nieuwe onderzoeksideeën ontstaan tenslotte
om dat dan ook effectief te kunnen realiseren. Bo-
veelal altijd uit lopend onderzoek. Daarom vind ik het
vendien bezorgt zo’n grant je ook een zeker aanzien.
nu erg voorbarig om vijf jaar vooruit te denken. De
Dan merk je dat deuren gemakkelijker opengaan. Zo
toekomst zal wel uitwijzen waar we terecht komen”.
ben ik onlangs betrokken geraakt bij een oproep, in het kader van het Zevende Kaderprogramma van de EU, voor een onderzoek in het gebied van de volksgezondheid naar interspecies-transmissie van virussen en pandemische voorbereidingen. Daarbij is een heel consortium van verschillende Europese partners betrokken. Ik ben er zeker van dat mijn ERC-grant echt een effect gehad heeft, zodat ik me daarin heb kunnen profileren”. Op lange termijn heeft Lemey nog geen concrete plannen. “Ik wil me de komende vijf jaar volledig inzetten om de objectieven van mijn project ook effectief tot stand te brengen. Als dat lukt, en we kunnen dat werk ook valoriseren, dan hebben we een onderzoeksgroep met een specifieke expertise uit de grond gestampt waarvoor er echt een niche is.
Jaarboek 2010
30
Wendy Lowen
Geboren op: 10 juni 1979 Diploma’s: Dr. in de Wetenschappen, Wiskunde (VUB, 2005) Huidig statuut: postdoc (FWO) en deeltijds docent (UA) Titel van het project: Hochschild cohomologie, niet-commutatieve deformaties en spiegelsymmetrie Gastinstelling: UA Departement: Wiskunde en informatica Looptijd van de grant: 01/10/2010 tot 30/09/2015 Bedrag: 700.000 euro E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
02 31
“Een wetenschappelijke springplank waar ik voordien nooit had van kunnen dromen” Spiegelsymmetrie vindt haar oorsprong in de fysica, meer precies in de snaartheorie. Ze beschrijft een merkwaardig fenomeen waarbij verschillende “meetkundige realiteiten” aanleiding geven tot “equivalente fysica”. Ook binnen de wiskunde, en dan in het bijzonder de meetkunde, heeft dit reeds geleid tot belangrijke nieuwe ontwikkelingen en resultaten. Maar een fundamenteel begrip van spiegelsymmetrie ontbreekt nog steeds, het blijft vooralsnog een van de grote onopgeloste raadsels in de wiskunde. Wendy Lowen wil spiegelsymmetrie ruimer benaderen en daarbij gebruik maken van technieken die ze gedeeltelijk zelf ontwikkeld heeft. Hoe ze dat wil doen, schreef ze neer in een projectaanvraag voor een ERC Starting Grant.
Veel afleidingen in de wiskunde gaan ervan
meetkundige wereld dankzij mijn promotor,
uit dat als je een bewerking toepast op twee
professor M. Van den Bergh, die een van de
elementen, de volgorde van die elementen mag
grondleggers is in dit gebied. Zowel tijdens als
gewijzigd worden zonder dat dit gevolgen heeft
na mijn doctoraat werkte ik rond het thema van
voor het eindresultaat. Het is stof voor de lessen
deformatie, een mechanisme dat toelaat commu-
algebra in de humaniora. Drie gelijke afstanden
tatieve structuren om te vormen in niet-commu-
van vijf meter zijn gelijk aan vijf gelijke afstanden
tatieve structuren. In mijn ERC-onderzoeksproject
van drie meter. In algebraïsche termen geeft dat:
stel ik onder andere de ontwikkeling van concrete
xy = yx. Dat heet commutativiteit.
technieken voor om het fenomeen van de spie-
De algebra die klassieke meetkundige ruimten
gelsymmetrie vanuit die hoek te onderzoeken”.
beschrijft, bijvoorbeeld als oplossingen van veeltermvergelijkingen, is commutatief. En de ruimten
Niet alleen leken fronsen de wenkbrauwen wan-
die klassiek een rol spelen in spiegelsymmetrie
neer ze over spiegelsymmetrie horen. Ook voor
zijn van dit type.
wiskundigen is het gebied waarin dit fenomeen zich afspeelt moeilijk en, vooral, raadselachtig.
“Maar er zijn aanwijzingen”, zo zegt Lowen,
Het onderzoek dat Lowen op het getouw wil
“dat spiegelsymmetrie een fenomeen is dat zich
zetten is dus high risk/high gain, zoals het in de
afspeelt in een niet-commutatieve wereld. Dat wil
ERC-handleiding staat. “Aan het einde van de
zeggen tussen meetkundige structuren, waar-
rit zal ik met mijn onderzoeksgroep ongetwijfeld
voor de onderliggende algebra niet commutatief
enkele interessante pistes verkend hebben en ik
is, waar xy dus niet noodzakelijk gelijk is aan yx.
ben er zeker van dat er mooie zaken aan het licht
Ik begon mijn onderzoek in deze fascinerende
zullen komen, maar of er serieuze doorbraken
Jaarboek 2010
32
komen, valt echt niet te voorspellen. Het ERC laat
Een grant van zo’n omvang voor een vakgebied als
juist toe om diepe problemen aan te pakken en
de fundamentele wiskunde is uitzonderlijk. Het nor-
is niet alleen geïnteresseerd in de output op korte
male kanaal voor de financiering van dat soort van
termijn”, aldus Lowen.
onderzoek is het FWO. “Natuurlijk kun je het opzet van ERC en dat van het FWO niet zomaar vergelij-
Verrijkende ervaring
ken. Maar ik kan gerust stellen dat het FWO de basis
Lowen schat haar kansen in ieder geval positief in.
gelegd heeft voor het behalen van mijn ERC-grant”,
Toen ze haar aanvraag indiende was ze er rotsvast
onderstreept Lowen. “Zonder het FWO had ik nooit
van overtuigd dat het voorgestelde project perfect
kunnen realiseren wat ik tot nu toe gedaan heb,
het onderzoek beschreef waar ze de komende
en dat heeft bij de ERC-selectie ook een grote rol
vijf jaar aan wilde werken. Die overtuiging is niet
gespeeld. Ik ben nu tien jaar FWO-onderzoeker,
meteen gekomen. De aanvraagprocedure vond
eerst als aspirant aan de VUB, en nu als postdoc
ze veeleisend. “Het ganse schrijfproces liep bij mij
aan de Universiteit Antwerpen. Het FWO liet me ook
over verschillende maanden”, getuigt ze. “Zowel de
toe twee jaar als onderzoeker te werken in Parijs,
aangebrachte thematiek als de methodologie moest
eerst aan de Université Paris 7 (Jussieu) en daarna
nauwkeurig beschreven worden. Mijn ideeën hadden
ook aan het Institut des Hautes Etudes Scientifi-
tijd nodig om te rijpen. Temeer omdat ik wist dat
ques (IHES). Ook dat is een onuitwisbare ervaring.
topexperts mijn aanvraag grondig zouden evalue-
Het FWO is echt onontbeerlijk om internationaal
ren. Maar ik was zeer gemotiveerd. Zelfs al had ik
competitieve wetenschappers te vormen die zich
de grant niet gekregen, dan nog zou ik het geen
vrijwel volledig aan onderzoek kunnen wijden. Hoe
verloren investering gevonden hebben. Integendeel.
ze hun carrière nadien uitbouwen is natuurlijk een
Het loonde echt de moeite om voldoende tijd vrij te
persoonlijke keuze. De meeste postdocs staan op
maken om mijn horizon te verruimen, links met an-
een bepaald moment voor de keuze om onderwijser-
dere subdisciplines in de wiskunde te onderzoeken
varing op te doen met het oog op een ZAP-positie.
en nieuwe denkpistes af te tasten. Dat op zich was
Met deze ERC Starting Grant heb ik een duidelijk
wetenschappelijk gezien al een verrijkende ervaring”.
toekomstperspectief. Mijn keuze staat nu vast: ik ga voluit voor onderzoek”.
Jaarboek 2010
33
Springplank Lowen beschouwt deze ERC Starting Grant als een
De ERC-grant biedt hiertoe een prachtige kans,
vertrekpunt, een wetenschappelijke springplank
maar natuurlijk gaan de wetenschappelijke aspiraties
waar ze voordien nooit had van kunnen dromen.
verder dan de looptijd van Lowens ERC-project:
Twee pistes wil ze bewandelen. In de eerste plaats
“Als ik nieuwe paden kan inslaan en zij-projecten kan
een kleine onderzoeksgroep uitbouwen waarvoor ze
doen ontstaan, zal ik die mogelijkheid zeker benutten.
momenteel geschikte kandidaten zoekt. Daarbij is
Het onderzoek zelf zal uitwijzen waar zich interessan-
ook de samenwerking met andere onderzoeksgroe-
te vertakkingen voordoen. Het belangrijkste voor mij
pen een belangrijk punt. Lowen: “De voornaamste
is uiteindelijk de kans blijven krijgen me toe te leggen
invalshoek voor mijn onderzoek tot nu toe was de
op de wiskundige problemen zelf, en deze steeds
algebraïsche meetkunde. Het is met dit ERC-project
dieper te kunnen doorgronden”.
de bedoeling om mijn onderzoek open te trekken naar andere deelgebieden van de wiskunde, bijvoorbeeld de symplectische meetkunde en de algebraïsche topologie. Daarvoor wil ik enerzijds postdocs aantrekken die een complementaire expertise in mijn team brengen, en anderzijds wil ik ook experten uit aanverwante gebieden voor kortere periodes uitnodigen om een zo optimaal mogelijke interactie tot stand te brengen”.
Jaarboek 2010
34
Christophe Detavernier
Geboren op: 1 februari 1975 Diploma’s: dr. Wetenschappen – Natuurkunde (UGent, 2001) Huidig statuut: Docent Universiteit Gent Titel van het project: COCOON – conformal coating of nanoporous materials Gastinstelling: Universiteit Gent Departement: Vastestoffysica Bedrag van de beurs: 1,4 miljoen euro Looptijd: 1 januari 2010 – 31 december 2014 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2010
02 35
“Een vliegende start om mijn onderzoek meteen op de kaart te kunnen zetten” Atomaire laagdepositie (ALD) wordt in de micro-elektronica gebruikt als een techniek om heel dunne films atoomlaag per atoomlaag af te zetten, onder meer in geheugenchips en in transistoren voor microprocessoren. Maar ook buiten de micro-elektronica heeft de techniek potentiële toepassingen. Bijvoorbeeld in het brede gebied van de nanoporeuze materialen, waar ALD gebruikt zou kunnen worden om het oppervlak van filtermaterialen of katalysatoren te functionaliseren. Op basis van eigen onderzoek en literatuurstudie slaagde Detavernier erin om aan te tonen dat ALD voor nanoporeuze substraten een startend onderzoeksdomein is met heel wat nieuwe mogelijkheden in de chemische sector. De ERC verzilverde zijn onderzoeksaanvraag met een bedrag van 1,4 miljoen euro.
Detavernier is al een tijdje bezig met ALD. In
dat het een project van lange duur zou worden.
2001 doctoreerde hij met een FWO-beurs en
Maar in oktober 2008 diende hij bij de ERC een
ging daarna voor twee jaar als FWO-postdoc
stevig gedocumenteerd dossier in voor een
naar IBM Research. Daar geraakt hij geboeid
Starting Grant. In 2009 werd zijn onderzoeks-
door het concept van ALD, waarbij een dunne
voorstel beloond met een eenmalige dotatie van
film op een extreem gecontroleerde manier
1,4 miljoen euro.
atoomlaag per atoomlaag gedeponeerd wordt. In 2005 werd hij professor met een BOF-ZAP
Wat is de uitdaging? In de micro-elektronica
mandaat. Hij droomde ervan om een eigen on-
wordt ALD momenteel gebruikt om dunne
derzoeksgroep rond ALD uit te bouwen. In 2007
lagen te deponeren op het binnenoppervlak van
werd een eerste stuk van die droom gereali-
3D-structuren in geheugenchips die typisch 10
seerd toen hij van het IWT een SBO-financiering
tot 100 keer dieper zijn dan ze breed zijn. Het
kreeg voor de bouw van een eerste reactor om
basisidee van het COCOON-project bestaat erin
atomaire laagdepositie te onderzoeken. Ook het
om ALD te gebruiken om het binnenoppervlak
FWO steunde in deze opstartfase, onder meer
van nanoporiën te coaten. Bij nanoporeuze
door het sponsoren van een aspirantenmandaat
materialen wordt men echter geconfronteerd met
rond ALD. Om het ALD-onderzoek verder uit te
poriegrootten van amper enkele nanometer en
bouwen en het hele ALD-proces in detail te kun-
aspectratio’s die tot 100 keer groter zijn dan bij
nen volgen, was echter bijkomende speciale en
de micro-elektronicatoepassingen.
dure meetapparatuur nodig. Het zag ernaar uit
Jaarboek 2010
36
Detavernier: “De grote uitdaging is dus om de ALD-
het onderzoek rond ALD verder uit te bouwen. Maar
techniek te ontwikkelen als een nieuwe tool om het
wellicht nog belangrijker is dat ik dankzij deze grant
binnenoppervlak van die nanoporeuze materialen op
ook in staat zal zijn om voor dit nieuwe onderzoeks-
een zeer gecontroleerde manier te bedekken. Het is
domein expertise en infrastructuur uit te bouwen die
zeer experimenteel onderzoek waarbij we het hele
ook nog na de loopdtijd van dit project zijn waarde
groeiproces van atomaire laagdepositie in onze ALD-
en nut zal kunnen bewijzen”.
reactoren in situ kunnen opvolgen via gesofistikeerde meetapparatuur”.
Startende onderzoekers op weg helpen naar zelfstandigheid is volgens Detavernier de belangrijkste
Vliegende start
doelstelling van de ERC Starting Grants. “De ERC
“Een vliegende start om mijn onderzoek meteen
juryleden willen in de eerste plaats te weten komen
op de kaart te kunnen zetten”, zo omschrijft
of je met je voorstel een nieuwe richting inslaat. Een
Detavernier het. “Met die Starting Grant kan ik dure
van de criteria waar specifiek naar gevraagd werd
maar noodzakelijke meetapparatuur aanschaffen en
tijdens het interview in de tweede ronde was het
meteen starten met experimenteel onderzoek. Als
aantal publicaties dat ik op mijn naam had zonder
startend onderzoeker is het immers verre van evident
mijn doctoraatspromotor als co-auteur. Men wilde
om daarvoor het nodige budget bijeen te krijgen. In
dus echt toetsen hoe onafhankelijk ik al was. Men
één klap kan ik nu een geweldige sprong voorwaarts
wil je echt stimuleren op weg naar een carrière als
maken. Ook het personeelsaspect is uiteraard
zelfstandig onderzoeker. Daarom zijn deze grants
belangrijk. De Starting Grant stelt mij in staat om
ook gericht aan individuele onderzoekers. In tegen-
samen met een postdoctorale onderzoeker en een
stelling tot de meeste andere vormen van Europese
groep van doctoraatsstudenten de komende vier jaar
projectfinanciering, is het bij ERC niet nodig om een
Jaarboek 2010
37
internationaal consortium bij het projectvoorstel te
“Een grote meerwaarde van een ERC Starting Grant
betrekken. Belangrijk ook is dat men een duidelijk
is dat je binnen het kader van de aanvraag de vrijheid
zicht wil krijgen op het traject dat je verder zal inslaan
krijgt om je budget volledig zelfstandig te bepalen
eens het project is afgelopen. Ook dat is opvallend
en te beheren” vindt Detavernier. “De bedragen
aan deze grants”.
schommelen tussen minimum 300.000 en maximum 2 miljoen euro. Met het geld dat ik gekregen heb kan
Samenwerking
ik echt een nieuw onderzoekspad uitstippelen en in
Dat betekent natuurlijk niet dat je als zelfstandig
één keer de nodige investeringen doen om dat ook
onderzoeker geen samenwerking mag nastreven.
praktisch mogelijk te maken. Voor een beginnende
Detavernier is er trouwens zeker van dat deze ERC
onderzoeker is dat echt een droomstart”.
Starting Grant deuren zal openen voor samenwerking met andere binnen- en buitenlandse onderzoeksgroepen. Dit is wenselijk en noodzakelijk. “Wij benaderen ALD voornamelijk vanuit het standpunt van de vastestoffysica, maar het onderzoek naar toepassingen rond nanoporeuze materialen en katalyse maakt uiteraard een link met andere disciplines noodzakelijk”, stelt Detavernier. “Wetenschappelijke kruisbestuiving met andere, geïnteresseerde groepen is daarom zeer belangrijk. We werken nu al nauw samen met groepen aan andere Vlaamse universiteiten. Maar ook buitenlandse groepen zijn welkom”.
BIJLAGEN
Financiering en aanwending 2010
Jaarboek 2010
40
Financiering en aanwending 2010 Mandaten: 42%
• Federale Overheid
Projecten: 51%
Wetenschapsbeleid 7.5 miljoen euro (4%)
Administratief beheer: 3%
Sociale Zaken, Volksgezondheid 2.1 miljoen euro (1%)
Reisbeurzen, internat. samenwerking: 3%
Economische Zaken en Energie 1.9 miljoen euro (1%)
Kredieten aan navorsers: 1% • Mecenaat
Financiering
Nationale Loterij: zie Vlaamse Gemeenschap
Het FWO heeft verschillende financieringsbronnen
Schenkingen van bedrijven en particulieren
om onderzoekers te steunen. De betoelaging voor 20010 bedraagt 190,8 miljoen euro en is als volgt onderverdeeld:
• Fiscale en parafiscale maatregelen: Voor zijn mandatenbestand van postdoctoralen wordt het FWO voor 75% vrijgesteld van de be
• Vlaamse Gemeenschap
drijfsvoorheffing, wat het FWO 9.2 miljoen euro
Toelage, inclusief Odysseusprogramma, internatio-
(5%) extra oplevert. Bovendien is het FWO vrij
nale samenwerking,grote onderzoeksfaciliteiten en
gesteld van de werkgeversbijdragen voor sociale
humanitaire acties 136.9 miljoen euro (72%)
zekerheid voor Postdoctorale Onderzoekers, die
Toelage van de Nationale Loterij 11,5 miljoen euro (6%)
extra zijn bijgekomen t.o.v. het referentiebestand op 31 december 1995. Dit laat een extra besteding toe door het FWO van 4.7 miljoen euro (2%). Ten slotte is er het tewerkstellingsplan in het fundamenteel onderzoek van 16,9 miljoen euro (9%).
Jaarboek 2010
41
Evolutie
van de Vlaamse en Federale toelagen (in kEUR)
1995 (in kEUR)
%
2000 (in kEUR)
%
2008 (in kEUR)
%
2009 (in kEUR)
%
2010 (in kEUR)
%
Toelagen van de Vlaamse Gemeenschap 58.104
78
91.175
78
134.602
74
139.554
73
136.872
72
Nationale Loterij
11.411
15
10.470
9
11.712
6
11.501
6
11.463
6
Federale toelagen
5.087
7
12.088
10
11.489
6
11.769
6
11.586
6
-
-
2.504
2
25.794,492
14
29.306
15
30.835
16
Federale gunst-maatregelen Totaal Toelagen
74.602
100 116.237 100 183.597,492 101 192.130 100 190.756 100
16%
6% 6%
72%
Jaarboek 2010
42
Evolutie
van de toelagespreiding over de actiemiddelen van het FWO (in kEUR)
1995 (in %)
2000 (in %)
2008 (in %)
2009 (in %)
2010 (in %)
Mandaten
47%
48%
42%
43%
42%
Projecten en kredieten (1)
46%
46%
52%
51%
52%
2%
2%
4%
3%
3%
5%
4%
3%
3%
3%
Internationalisering en mobiliteit
(2)
Diversen (1) (2)
vanaf 2007: Odysseustoelage inbegrepen vanaf 2008: internationale coordinatie-actie, ESF, mobiliteitstoelage, reiskredieten, etc.
3%
3%
Mandaten 42%
Projecten en kredieten (1)
Internationalisering en mobiliteit (2) 52%
Diversen
Jaarboek 2010
43
Evolutie
mandatenbestand en slaagpercentage 2002-2010
MANDATENBESTAND 2002-2010
856 850
900 800 700
Aantal
600 500 400 300 200
Postdoctorale onderzoekers
Aspiranten
100 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
SLAAGKANSEN MANDATEN (%)
50 45 40 35
25
%
30 25
22
20 15 10
Postdoctorale onderzoekers
Aspiranten
5 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Jaarboek 2010
44
Onderzoekers In functie op 1 oktober 2010
ASPIRANTEN IN FUNCTIE
1%
n
%
Biologische wetenschappen
116
14
Cultuurwetenschappen
153
18
Gedrags- en maatschappijwetenschappen
165
19
Medische wetenschappen
211
25
Wetenschap en Technologie
204
24
7
1
Interdisciplinair
14% 25% 18%
24%
19%
POSTDOCTORALE ONDERZOEKERS IN FUNCTIE
1%
n
%
Biologische wetenschappen
131
15
Cultuurwetenschappen
118
14
Gedrags- en maatschappijwetenschappen
106
12
Medische wetenschappen
257
30
Wetenschap en Technologie
231
27
7
1
Interdisciplinair
15% 27% 14%
12% 30%
Jaarboek 2010
45
AANTAL ONDERZOEKERS PER TYPE EN GESLACHT 600 500 400 300 200 100 0 man
Aspiranten vrouw
Postdoctorale onderzoekers
Jaarboek 2010
46
Projecten & kredieten op 1 januari 2010
BESTEDING AAN PROJECTEN PER GEBIED (1) Totaal (in kEUR)
%
Biologische wetenschappen
10.614
13
Cultuur- en taalwetenschappen
8.191
10
Exacte wetenschappen
15.109
19
Gedrags- en maatschappijwetenschappen
12.301
15
Medische wetenschappen
24.771
30
Toegepaste wetenschappen
10.497
13
Totaal
81.483
100
13%
13% 10%
30%
19% 15%
Hierbij zijn inbegrepen: IIKW, FGWO, VNC, allerlei Vlaams, Levenslijn, Projectonderzoek, en ERC (maar dus niet Odysseus en Big Science). (1)
BESTEDING AAN KREDIETEN PER GEBIED Totaal (in kEUR)
%
Biologische wetenschappen
315
22
Cultuur- en taalwetenschappen
46
3
Exacte wetenschappen
276
19
Gedrags- en maatschappijwetenschappen
53
4
Medische wetenschappen
646
45
Toegepaste wetenschappen
95
7
1.430
100
Totaal
7% 22%
3% 45% 19% 4%
Jaarboek 2010
47
BESTEDING AAN PROJECTEN TOTAAL Totaal (in kEUR)
%
Personeel
59.095
72,52440054
Uitrusting
1.678
2,059461025
Werking
20.710
25,41613843
Totaal
81.483
100
25,41%
72,52%
2,05%
BESTEDING AAN MANDATEN, PROJECTEN EN KREDIETEN PER GEBIED %
Biologische wetenschappen
14
Cultuurwetenschappen
13
Gedrags- en maatschappijwetenschappen
16
Medische wetenschappen
28
Wetenschappen en technologie
28
14% 28% 13%
16% 28%
Bijlagen
FWO - overzicht 2010
Jaarboek 2010
50
Opdracht Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaan-
onderzoek ligt tevens aan de basis van de kennisver-
deren (FWO) heeft als opdracht het stimuleren en
ruiming o.a. nodig voor de grote maatschappelijke
ondersteunen van het kennisgrensverleggende
uitdagingen (milieu, mobiliteit, gezondheid,…).
fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in alle
Keuzes van economisch of maatschappelijk strate-
wetenschapsgebieden aan de universiteiten van de
gisch domeinen zullen worden aangestuurd, niet al-
Vlaamse Gemeenschap, met inbegrip van samen-
leen vanuit maatschappelijke en socio-economische
werkingsverbanden tussen de Vlaamse universi-
behoeften, maar ook vanuit excellente onderzoeks-
teiten en andere onderzoeksinstellingen. Het FWO
groepen.
financiert excellente en beloftevolle onderzoekers
Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is
alsook onderzoeksprojecten na een interuniversi-
de eerste cruciale schakel in de innovatieketen en
taire competitie en een evaluatie door binnen- en
voedingsbodem voor nieuwe technologieën en
buitenlandse experten. Het enige criterium is de uit-
economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
muntende kwaliteit van onderzoeker en onderzoeksvoorstel, ongeacht de wetenschappelijke discipline,
Het fundamenteel onderzoek is, in tegenstelling tot
de onthaalinstelling, gender, politieke of religieuze
andere onderzoekstypes, voornamelijk aangewezen
overtuiging.
op de financiële inbreng van de overheid, daar het zelden op korte termijn tot economische of maat-
Maatschappelijk draagvlak
schappelijke valorisatie zal leiden. Een evenwichtige
Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, dat
verdeling van de middelen tussen gericht en niet-
zich richt op het uitdiepen van de kennis over de
gericht onderzoek is dan ook absoluut noodzakelijk.
mens en zijn omgeving, draagt bij tot het verhogen van het maatschappelijk en cultureel niveau van
Niet-gouvernementele “research councils” zijn in Eu-
onze samenleving. Het handhaven van een hoog
ropa een traditie. Dit blijkt uit het feit dat de European
kennisniveau door wetenschappelijk onderzoek is
Science Foundation (ESF) 80 dergelijke instellingen
een garantie voor hoogstaande opleidingen van
uit 30 landen omvat. Ook het FWO is lid van ESF en
talentvolle jonge mensen in een brede waaier van
betrokken bij verschillende Europese onderzoeksini-
disciplines. Op langere termijn vormt deze kennis en
tiatieven. ESF telt zeer gevarieerde instellingen, maar
het gevormde menselijke kapitaal de basis van het
de constante is de ondersteuning van het fundamen-
gericht, toegepast, technologisch, strategisch, be-
teel onderzoek met overheidsgeld via wetenschap-
leidsondersteunend en voorbereidend onderzoek en
pelijk onafhankelijke instellingen. De inbreng van de
vormt ze een essentieel onderdeel in het scheppen
wetenschappelijke gemeenschap als initiatiefnemer
van welvaart en welzijn. Het kennisgrensverleggend
en evaluatieorgaan is daarbij een onmisbare factor.
Jaarboek 2010
51
Onderzoek Onderzoeksinitiatieven van het FWO 2. Het FWO betoelaagt onderzoeksploegen via: 1. Het FWO geeft financiële steun aan individuele onderzoekers onder de vorm van:
• Onderzoeksprojecten tot 4 jaar, verlengbaar (met: personeel, werking en uitrusting)
• Beurzen voor jonge onderzoekers (Aspiranten) voor 2x2 jaar*
• De ondersteuning van projecten aan grote internationale onderzoeksfaciliteiten o.a. CERN,
• Bijzondere Doctoraatsbeurzen 1 jaar*
ESRF-Grenoble met DUBBLE, Mercator tele-
• Klinische doctoraatsbeurzen 2 jaar halftijds*
scoop-La Palma, DESY-Hamburg, …
• Mandaten voor Postdoctorale Onderzoekers
• Odysseus
voor 3x3 jaar* • Fundamenteel klinische mandaten 2x5 jaar halftijds*
3. Het FWO stimuleert nationale en internationale samenwerking door steun toe te kennen voor:
• Werkingstoelage voor elke Aspirant en Postdoctoraal onderzoeker
• Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschappen
• Kredieten aan Navorsers 1 jaar
• Organisatie van congressen in België
• Reisbeurzen
• Sabbatical leaves voor Vlaamse professoren
- Bijwonen van congressen in en buiten Europa
• Deelname aan onderzoeksinitiatieven en samen-
- Korte en langere studieverblijven in en buiten
werking in het raam van de European Science
Europa • Mobiliteit van onderzoekers - Verblijf Postdoctorale Onderzoekers FWO in buitenland (mobiliteitstoelagen)
Foundation (ESF) - European collaborative Research Projects (EUROCORES) - Exploratory workshops en Forward Looks
- Visiting Postdoctoral Fellowships
- European Research Conferences
- Bilaterale uitwisselingsprojecten
- Scientific Networking Programmes - Related expert groups
* Lijst begunstigden: zie website (De omschrijving van al deze initiatieven kan gevonden worden op de website: http://www.fwo.be)
• Coördinatietoelagen voor grote internationale samenwerkingsverbanden • Bilaterale onderzoekssamenwerking
Jaarboek 2010
52
FWO Excellentieprijzen Dankzij schenkingen en legaten reikt het FWO om de
Joseph Maisin 2010 in de Klinische Biomedische
vijf jaar de FWO Excellentieprijzen uit.
Wetenschappen. • Prof. Sonja Snacken: laureaat voor de Prijs
• 2 prijzen Dr. A. De Leeuw-Damry-Bourlart, één voor de exacte wetenschappen en één voor de toegepaste wetenschappen; • 2 prijzen Dr. Joseph Maisin, één voor de fundamenteel biomedische wetenschappen en één voor de klinisch biomedische wetenschappen; • de prijs Ernest John Solvay voor de taal-, cultuur-, en maatschappij- en gedragswetenschappen.
Ernest John Solvay 2010 in de Taal-, Cultuur- en Maatschappijwetenschappen. • Prof. Dirk Inzé: laureaat voor de Prijs dr. De Leeuw-Damry-Bourlart 2010 in de Exacte Wetenschappen. • Prof. Bart De Moor: laureaat voor de Prijs dr. De Leeuw-Damry-Bourlart 2010 in de toegepaste wetenschappen.
heid kunnen ze beschouwd worden als “Vlaamse
Wetenschappelijke prijzen en beurzen via mecenaat
Nobelprijzen”. De Raad van Bestuur van het FWO
Het privé-mecenaat biedt voor bedrijven en instel-
doet voor de wetenschappelijke evaluatie een beroep
lingen een kans om een relatie op te bouwen met
op jury’s die uitsluitend samengesteld zijn uit buiten-
het fundamenteel onderzoek binnen het FWO. Het
landse experts van hoog wetenschappelijk niveau. In
is tevens een erkenning van het maatschappelijk
2010 werden de Excellentieprijzen tijdens een officiële
belang van wetenschappelijk onderzoek. Voor jonge
plechtigheid in de Concert Noble, in aanwezigheid
onderzoekers kan dit een springplank betekenen
van Z.K.M. Albert II, uitgereikt aan:
naar de bedrijven toe en alzo hun toekomstbeeld
• Prof. Peter Carmeliet: laureaat voor de Prijs
verruimen. Dankzij dit mecenaat worden mandaten
Joseph Maisin 2010 in de Fundamentele
en beurzen geschonken of wetenschappelijke ver-
Biomedische Wetenschappen.
diensten bekroond. De kandidaturen voor de prijzen
Elke prijs bedraagt €100.000 en qua belangrijk-
• Prof. Paul Rutgeerts: laureaat voor de Prijs
worden geëvalueerd door een wetenschappelijke jury van het FWO.
Jaarboek 2010
53
Volgende wetenschappelijke prijzen werden in
Volgende mandaten werden toegekend in 2010:
2010 uitgereikt:
• L’Oréal-UNESCO Aspirantenmandaat
• Wetenschappelijke Prijs AIC - € 10.000
(1 beurs van 2 jaar)
• Iwan Åkerman Award - € 25.000
• VITO Aspirantenmandaat (2 beurzen van 2 jaar)
• Wetenschappelijke Prijs Alcatel-Lucent Bell -
• SCK-CEN Aspirantenmandaat
€ 8.000
(2 beurzen van 2 jaar)
• Wetenschappelijke Prijs Foundation AstraZeneca Astma & COPD - € 25.000
Speciale Kredieten aan Navorsers toegekend in
• Barco Prijzen voor Afstudeerwerken – 3 x € 2.500
2010:
• Wetenschappelijke Prijs Barco - € 5.000
• Fernand De Waele - € 6.200 Schenking (ter
• InBev-Baillet Latour Health Prize - € 200.000
aanmoediging van onderzoek op het gebied van
• InBev-Baillet Latour Prijs voor Klinisch
burgerlijke bouwkunde, of bij gebrek op het
Onderzoek - € 75.000 • Wetenschappelijke Prijs McKinsey & Company € 5.000 • Umicore Scientific Award - € 10.000 • Umicore Prijzen voor Afstudeerwerken 2 x € 2.500 • Wetenschappelijke Prijs SCK.CEN – Roger Van Geen - € 12.500 De lijst van de laureaten kan worden geraadpleegd via de FWO-website.
gebied van cancerologie) • Rimaux-Bartier Schenking - € 12.400 (voor onderzoek in het kader van de genezing van een tot nu toe ongeneeslijke ziekte)
Jaarboek 2010
54
Schenkingen en erfenissen Een deel van zijn opdracht vervult het Fonds dankzij
• Het FWO geniet krachtens art. 59 van het
financiële giften van schenkers en erflaters. Betrok-
Wetboek der Successierechten als Stichting van
kenen kunnen het doel en de aard van het weten-
Openbaar Nut vermindering van successierechten.
schappelijk onderzoek vastleggen in de bepalingen
• Giften in geld zijn fiscaal aftrekbaar krachtens art.
van de schenkingsakte of het testament voor zover
104, 3° b van het Wetboek van de Inkomstenbe-
het onderzoeksonderwerp voldoende algemeen
lastingen 1992, zo het bedrag ten minste 30 euro
gehouden wordt. De overheid heeft er voor gezorgd
bedraagt (art. 107) en lager dan een te indexeren
dat deze gelden zeer weinig worden belast en dus
bedrag van 250.000 EUR en niet méér dan 10 %
quasi integraal aan wetenschappelijk onderzoek kun-
van het netto belastbaar inkomen bedraagt (art.
nen worden besteed door volgende faciliteiten:
109) of in het geval van vennootschappen, 500.000 EUR en niet méér dan 5 % van het netto belastbaar inkomen (art. 200). Meer informatie kan u bekomen bij de administratie van het FWO.
Jaarboek 2010
55
Bestuur FWO als privaatrechtelijke stichting van openbaar nut. Het volgende organigram geeft een overzicht van de verschillende structuren binnen het FWO.
RAAD VAN BESTUUR
BUREAU
VOORZITTER
FWO-EXPERTPANELS ADMINISTRATIE
FWO IN ZIJN NATIONALE CONTEXT – HET FFWO
VOORZITTER
De Raad van Bestuur van het FWO is verantwoor-
Jaarlijks wordt op 1 oktober een nieuwe FWO-
delijk voor het aanwenden van de middelen hoofd-
voorzitter aangesteld. Volgens de statuten is dit om
zakelijk afkomstig van de Vlaamse Gemeenschap
beurt één van de rectoren van de vier grote Vlaamse
en in mindere mate van de Federale Overheid. In
universiteiten.
de Franse Gemeenschap bestaat symmetrisch het “Fonds de la Recherche Scientifique F.R.S.-
Prof. Paul Van Cauwenberge is de huidige voorzitter
FNRS”. De Raden van Bestuur van beide instellingen
(oktober 2010 - september 2011).
besturen het Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FFWO). Het FFWO bestuurt de niet- verdeelbare middelen en enkele welomlijnde restbevoegdheden, zoals o.m. de gemeenschappelijke ruimtes van de gebouwen, sommige prijzen, schenkingen en erfenissen.
Jaarboek 2010
56
BUREAU Het Bureau onderzoekt alle zaken waarover de Raad
Sinds 2006 wordt het bureau bijgestaan door een
van Bestuur moet beraadslagen, en legt die voor aan
informele werkgroep, samengesteld uit de onder-
de Raad. Ze omvatten onder meer de begroting, de
zoeksverantwoordelijken van alle universiteiten. De
rekeningen, toekenningen van de aanvragen van de
werkgroep is vooral een denktank en een klankbord.
verschillende onderzoekstoelagen en de samenstelling van de Expertpanels.
RAAD VAN BESTUUR De Raad van Bestuur beslist over de voorstellen
Op 1 oktober 2010 bestaat het Bureau uit de
van het Bureau i.v.m. adviezen van de Expertpanels
volgende leden:
en wetenschappelijke commissies, werking FWO, begroting, rekeningen ...
• de rectoren van de vier grote universiteiten - prof. Paul De Knop VUB
De Raad van Bestuur is samengesteld uit volgende
- prof. Paul Van Cauwenberge UGent
leden (op 1 oktober 2010).
- prof. Alain Verschoren UA - prof. Mark Waer K.U.Leuven
• de rectoren van de Vlaamse universiteiten - prof. Paul De Knop VUB
• de Vast Secretaris van de Koninklijke Vlaamse
- prof. Luc De Schepper Universiteit Hasselt
Academie van België voor Wetenschappen en
- prof. Paul Van Cauwenberge UGent
Kunsten
- prof. Alain Verschoren UA
- prof. Géry van Outryve d’Ydewalle
- prof. Mark Waer K.U.Leuven
• twee leden van de Raad van Bestuur - de h. Dirk Van Melkebeke , Secretaris-generaal Dept Economie, Wetenschap en Innovatie -N • waarnemer - prof. Luc De Schepper Rector universiteit Hasselt
• en tweede vertegenwoordiger van elk van deze instellingen, gewoonlijk de vice-rector onderzoek of onderzoekscoördinator - prof. Peter Marynen K.U.Leuven - prof. Luc J. Moens UGent - prof. Jean-Pierre Timmermans UA - prof. Lode Wyns VUB
Jaarboek 2010
• de Vast Secretaris van de Koninklijke Vlaamse
57
- de heer Urbain Vandeurzen
Academie van België voor Wetenschappen en
voorzitter en gedelegeerd bestuurder
Kunsten
LMS International
- prof. Géry van Outryve d’Ydewalle
- de heer Dirk Van Melkebeke secretaris-generaal departement Economie,
• de voorzitter van de Koninklijke Academie voor
Wetenschap en Innovatie
Geneeskunde van België
- prof. Karel Velle
- prof. Bernard Himpens
directeur-generaal Algemeen Rijksarchief
• negen gecoöpteerde leden:
• de rector van de Koninklijke Militaire School,
- de heer André Bergen
als lid met raadgevende stem
- mevrouw Patricia Ceysens
- Harry Vindevogel
voorzitter Commissie Economie, Economisch
Generaal-majoor
Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale
• waarnemers
Economie van het Vlaams Parlement
- prof. Martine De Clercq
- de heer André Denys
rector Katholieke Universiteit Brussel
gouverneur provincie Oost-Vlaanderen
(afwisselend met de rector van Universiteit Hasselt)
- de heer Guido Gryseels
- de heer Georges Stienlet
algemeen directeur Koninklijk Museum
adjunct-kabinetschef minister Muyters en
voor Midden-Afrika
inspecteur-generaal van Financiën
- de heer Luc Jansegers
- mevr. Marie-Claire
Administrateur-generaal Agentschap
directeur-Interdisciplinair Instituut voor
voor Hoger Onderwijs,Volwassenenonderwijs
BreedBand Van de Velde Technologie - Gent
en Studietoelagen
- de heer Noël Vercruysse
- prof. Erik Van Bockstaele
afdelingshoofd Hoger Onderwijs, departement
Administrateur-generaal Instituut voor
Onderwijs en Vorming
Landbouw- en Visserijonderzoek
Jaarboek 2010
58
Wetenschappelijk Advies Het FWO doet voor de beoordeling van de aanvra-
organisatie van congressen in België. Deze commis-
gen voor mandaten en onderzoeksprojecten een
sie vergadert maandelijks.
beroep op het advies van 29 vakspecifieke Expertpanels en 1 interdisciplinair panel, die elk uit 16
Bovendien zijn er nog een aantal adviesgroepen die
experten [1] zijn samengesteld. Een meerderheid van
een welbepaalde opdracht hebben en advies geven
deze experten is verbonden aan een niet-Vlaamse
voor een specifieke onderzoekslijn (Jury Klinische
universiteit.
Mandaten, Levenslijn, Odysseus Jury, Big Science Jury,…) of binnen een bepaalde samenwerking.
De 29 Expertpanels worden ondergebracht in vijf
Deze groepen vergaderen één- of tweemaal per jaar
wetenschapsgebieden:
naargelang de noodzaak.
• Gebied Biologische wetenschappen • Gebied Cultuurwetenschappen
Voor ethische adviezen inzake experimenten op
• Gebied Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
mens en dier of het gebruik van genetische manipu-
• Gebied Medische wetenschappen
latie, wordt een beroep gedaan op de lokale ethische
• Gebied Wetenschap en Technologie
commissies van de universiteiten. Het medisch ethisch comité van het FWO kan instaan als reflectie-
Deze panels vergaderen tweemaal per jaar en
commissie.
brengen wetenschappelijke adviezen uit, die worden voorgelegd aan het Bureau en de Raad van Bestuur.
In het raam van het dienstbetoon aan de overheid werd de commissie Onderwijskundig Beleids- en
Daarnaast is er een commissie “Internationale
Praktijkgericht Onderzoek ingesteld die het depar-
Wetenschappelijke Contacten” die bestaat uit 14
tement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
Vlaamse leden, of gewezen leden, van Expertpanels
wetenschappelijk advies verleent voor het verdelen
uit de verschillende wetenschapsgebieden. Deze
van de betrokken kredieten.
commissie geeft advies over aanvragen over het bijwonen van congressen, verblijven in het buitenland, visiting postdoctoral fellowships, bilaterale
[1] Uitzonderingen zijn de Expertpanels Cult 4: Theologie, filosofie en godsdienstwetenschappen en Med8: Gezondheidswetenschappen. Deze panels tellen 18 leden, waarvan er 8 tot een instelling van de
samenwerkingsovereenkomsten, wetenschappelijke
Vlaamse Gemeenschap behoren of tot de Nederlandse taalrol van
onderzoeksgemeenschappen, Europese projecten
een federale instelling.
(netwerken, EUROCORES,…) en aanvragen voor
Jaarboek 2010
Gebied Biologische Wetenschappen
59
Med5: Celbiologie, Fysiologie en Fysiopathologie en
Bio1: Moleculaire en Cellulaire Biologie
Medisch Klinisch Onderzoek van
Bio2: Functionele Biologie
Orgaansystemen I
Bio3: Biodiversiteit en Ecologie Bio4: Toegepaste biologische Wetenschappen
Med6: Celbiologie, Fysiologie en Fysiopathologie en Medisch Klinisch Onderzoek van Orgaansystemen II
Gebied Cultuurwetenschappen
Med7: Celbiologie, Fysiologie en Fysiopathologie
Cult1: Taal
en Medisch Klinisch Onderzoek van
Cult2: Kunsten en Literatuur
Orgaansystemen III
Cult3: Geschiedenis, Kunstgeschiedenis en
Med8: Gezondheidswetenschappen
Archeologie Cult4: Theologie, Filosofie en Godsdienstwetenschappen
Gebied Wetenschap en Technologie W&T1: Wiskundige Wetenschappen W&T2: Fysica
Gebied Gedrags- en Maatschappijwetenschappen G&M1: Rechtswetenschappen en Criminologie
W&T3: Gecondenseerde Materie en Fysische Chemie
G&M2: Economie, Bedrijfseconomie en Management
W&T4: Chemie
G&M3: Psychologie, Pedagogiek, Onderwijskunde
W&T5: Informatica en Kennistechnologie
en Sociaal Werk G&M4: Sociale- , Politieke- en Communicatiewetenschappen
W&T6: Chemische Ingenieurstechnieken, Materiaalkunde W&T7: Energie, Elektrotechniek, Elektronica en Werktuigkunde
Gebied Medische Wetenschappen Med1: Farmaceutische Wetenschappen en Eiwitchemie Med2: Genetica, Functioneel Genoomonderzoek,
W&T8: Wetenschappen van de Aarde en de Ruimte W&T9: Wetenschap en Technologie van Constructies en de Gebouwde Omgeving
Bio-informatica, Ontwikkelingsbiologie Med3: Microbiologie en Immunologie Med4: Kankeronderzoek
Interdisciplinair Expertpanel
Jaarboek 2010
60
Administratie SECRETARIS-GENERAAL
dr.ir. Elisabeth Monard
STEUN AAN
INTERN BEHEER
ONDERZOEKERS
Danny Huysmans
dr. Hans Willems
RAPPORTERING &
DOCUMENTENBEHEER
CONTROLE,FINANCIERING
Danique Moors
OPERATIONELE PLANNING
Christiane Linthout
& BEGROTING
Anne-Aymon Gunst
DIENST
DIENST
PERSONEELSZAKEN & BOEKHOUDING
Stephan Duray Alain De Dobbeleer
DIENST DIENST ICT
LOGISTIEK
Geert De Pauw
Rob Schouteden
DIENST
PLANNEN VAN
AANVRAGEN EN
ONDERZOEKSBE-
LOPENDE
LEID
DOSSIERS
dr. Stijn Verleyen
Tanja Rubbrecht
dr. Olivier Boehme dr. Isabelle Verbaeys Kim Barbé
Colofon Fonds Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen Egmontstraat 5 1000 Brussel Tel.:02/512 91 10 Fax: 02/512 58 90 e-mail:
[email protected] website: http://www.fwo.be Verantwoordelijke uitgever: dr.ir. Elisabeth Monard secretaris-generaal FWO Copyright Fonds Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen Teksten interviews: Jan Van Pelt Creatie en vormgeving: Valérie Maes Consulting Uitgegeven in april 2011