jaarverslag
2010 universiteit voor humanistiek
Kromme Nieuwegracht 29, 3512 HD Utrecht T (030) 239 01 00 F (030) 234 07 38 E
[email protected] www.uvh.nl
jaarverslag 2010 universiteit
voor
humanistiek utrecht
2 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – Rapportage regiogesprekken passend onderwijs
jaarverslag universiteit
voor
2010
humanistiek utrecht
Utrecht, juni 2011
INHOUD
Bestuursverslag
3
Kengetallen
4
Missie
5
Woord vooraf
6
1 Bestuur en medezeggenschap
7
2 Onderwijs
11
3 Onderzoek
19
4 Bedrijfsvoering en personeel
29
5 Bibliotheek
31
6 Praktijkcentrum Zingeving & Professie
32
7 Het Kosmopolis Instituut
34
8 J.P. van Praag Instituut
36
9 Financieel verslag Stichting Universiteit.......... voor..Humanistiek
37 39
Balans
40
Staat van baten en lasten
40
Kasstroomoverzicht
41
Toelichting
42
Overige gegevens
51
Resultaatbestemming
52
Gebeurtenissen na balansdatum
52
Accountantsverklaring
53
Bijlage Lijst van publicaties
54
Foto: Arnaud Mooij
Jaarrekening
2
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
B e stuurs v e rslag 2 0 1 0
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
3
Kengetallen 2010 2009 2008 Instroom studenten per 1 oktober
2007
2006
Eerstejaars Bachelor 59 65 53 55 57 Eerstejaars Minor 40 35 37 33 33 Eerstejaars Master 47 46 42 29 14 Studentenpopulatie per 1 oktober Bachelor 185 194 165 164 154 Minor 40 43 40 39 37 Master 170 154 94 67 37 Doctoraal - - 69 103 135 Totaal 396 391 368 373 363 Rendementen per 31 december Graden Bachelor 35 45 30 25 27 Graden Master 22 25 1 - Graden Doctoraal - - 31 37 21 Doctorsgraden (promoties) 5 5 8 4 7 Exploitatie (bedrag x 1.000) Rijks- en overige bijdragen 4.761 4.938 4.500 4.216 3.998 Opbrengst werk voor derden 548 508 404 313 236 Exploitatie resultaat 52 1.902 356 325 384 Vermogen (bedrag x 1.000) Eigen Vermogen 4.399 4.347 2.444 2.088 1.607 Totaal Vermogen 6.170 6.077 5.119 4.460 4.158 Solvabiliteitsratio 0,71 0,71 0,48 0,47 0,39 Liquiditeit (bedrag x 1.000) Liquide middelen 980 772 4.410 3.757 3.392 Netto werkkapitaal – 438 – 644 2.154 1.633 1.401 Current ratio 0,7 0,6 1,9 1,7 1,6 Beleggingen - - - - -
Foto: Lilian van Rooij
Personeel Gemiddelde personeelsbezetting (fte) 63 62 58 57 55 Totale lasten personeel in dienst 4.292 4.117 3.762 3.477 3.371
4
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
Foto: Arnaud JoachimMooij Duyndam Foto:
M issi e De Universiteit voor Humanistiek bevordert een zinvol leven en een humane samenleving door wetenschappelijk onderwijs en onderzoek vanuit humanistische beginselen.
Zingeving en humanisering De Universiteit voor Humanistiek verzorgt wetenschappelijke (beroeps)opleidingen, doet wetenschappelijk onderzoek en zet zich in voor het gebruik van ontwikkelde kennis. Zowel bij onderwijs en onderzoek als bij kennisbenutting staan zingeving en humanisering als leidende principes centraal. De academische benadering is multi- en interdisciplinair. De universiteit houdt zich bezig met eigentijdse sociale, ethische en levensbeschouwelijke vraagstukken en mengt zich actief in het wetenschappelijk en maatschappelijk debat. Studenten worden opgeleid tot creatieve en kritische professionals die functioneren op hoog theoretisch en praktisch niveau.
Humanistisch gedachtegoed Bij dit alles laat de universiteit zich inspireren door het humanistisch gedachtegoed. Dit kenmerkt zich door een moreel, politiek en esthetisch streven naar een zinvol en menswaardig bestaan, waarin mensen zich veelzijdig kunnen ontplooien. Aandacht voor dialoog, kunst en cultuur zijn typerend voor een humanistische levensvisie. Humanisme staat voor waarden als zelfbeschikking, rechtvaardigheid en waardering voor de kracht van diversiteit.
Humanistiek Humanistiek en humanisme zijn verschillende begrippen. Humanistiek is een wetenschappelijke studie die bijdraagt aan het doordenken van het humanisme als levensbeschouwing in de samenleving. Uitgangspunt bij deze studie is dat het humanistisch gedachtegoed en humanistische waarden enerzijds naast – soms ook tegenover – andere levensbeschouwingen staan, maar anderzijds ook onderdeel zijn van andere al dan niet religieuze levensbeschouwingen. De universiteit bestudeert het humanisme in deze brede ‘inclusieve’ zin.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
5
Foto: Harold Peirera
W oord v ooraf
Wetenschappelijk onderwijs en onderzoek zijn van cruciaal belang voor de Nederlandse samenleving, net als een eigentijdse bezinning op de waarden en inspiratiebronnen die aan de basis liggen van onze samenleving. Dat bepaalt het belang en de centrale opgave van een levensbeschouwelijke universiteit. De expliciete verbinding van kennis en waarden, academisch streven en humanistische inspiratie, theorie en praktijk, en onderzoek en onderwijs geven de UvH een geheel eigen profiel. Dit jaarverslag brengt in beeld hoe de UvH in 2010 haar doelstellingen nastreefde. Het was een jaar van nieuwe kansen, maar ook een jaar waarin de ontwikkelingen in het veld van hoger onderwijs hun schaduw vooruit wierpen. Het onderwijsbeleid van het kabinet Rutte kenmerkt zich op het gebied van hoger onderwijs door hoge ambities én plannen voor omvangrijke bezuinigingen. De ambities zijn ontleend aan het rapport van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijsstelsel (commissie Veerman). Dit rapport pleit onder meer voor een sterkere profilering van universiteiten en een op diverse doelgroepen toegesneden onderwijsaanbod. Echter, waar de commissie Veerman benadrukt dat dit forse investeringen in het hoger onderwijs vraagt, laat het kabinet deze ambities gepaard gaan met bezuinigingen, terwijl nog maar zeer ten dele bekend is hoe herinvestering in het hoger onderwijs gestalte zal krijgen. Hoewel de precieze gevolgen
6
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
van het regeringsbeleid voor de UvH nog niet bekend zijn, maakten we in 2010 een begin met het terugdringen van structurele kosten. Tegelijkertijd proberen wij nieuwe inkomsten te generen met nieuwe initiatieven. In 2010 werkten we het plan uit om de leerstoelgroep Zorgethiek van de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Tilburg te verplaatsen naar de UvH. We zetten ons in voor accreditatie van de eenjarige master Zorg, Ethiek en Beleid, zodat de UvH deze vanaf september 2012 kan aanbieden. De leerstoelgroep Zorgethiek heeft bovendien veel ervaring met het verwerven van opdrachtonderzoek. De UvH versterkt zich dus met nieuwe medewerkers en activiteiten die haar helpen zich nog krachtiger te profileren en zich te manifesteren als kenniscentrum op het gebied van zingeving en humanisering, voor met name – maar zeker niet alleen – de zorgsector. De UvH is een unieke universiteit met een geheel eigen profiel. Ook in 2010 kon zij weer rekenen op de betrokken inzet van medewerkers en studenten. Dat geeft een stevige basis voor de toekomst. Namens het College van Bestuur, Prof. dr. Hans A. Alma, rector
1 B e stuur e n m e d e z e gg e ns c hap Het denken over en werken aan innovatie stond centraal in 2010. De universiteit wil haar onderwijs en onderzoek versterken, vooral met initiatieven die uit de derde geldstroom gefinancierd worden. Het gaat daarbij om innovatie van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek gericht op oplossingen voor problemen in praktijken. Dat betekent een sterke oriëntatie op praktijkgericht onderzoek, valorisatie en kennisontwikkeling in samenwerking met mensen die in de betreffende praktijken actief zijn.
Zorg, ethiek en beleid In het kader van deze innovatie zijn in het verslagjaar onderhandelingen geopend met de Universiteit Tilburg over de overname van de leerstoelgroep Zorgethiek. Zorgethiek maakt deel uit van de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Tilburg en de leerstoelgroep bestaat uit een hoogleraar, twee bijzonder hoogleraren, een universitair hoofddocent en een aantal promovendi. Zij verzorgen onder andere de master Zorg, Ethiek en Beleid, en maken deel uit van de onderzoeksgroep Care and Contested Coherence. De UvH en de Universiteit Tilburg nemen zich voor om Zorgethiek in drie jaar stapsgewijs onder te brengen bij de UvH. De overname van de leerstoelgroep versterkt de positie van de UvH als kenniscentrum op het gebied van zingeving en humanisering.
Wetswijziging Vanwege wijzigingen in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek kreeg de universiteit in 2010 een andere status. Zij is niet langer een bijzondere aangewezen instelling, maar een levensbeschouwelijke universiteit. In voorgaande jaren had de UvH zich al op deze wetswijziging voorbereid. Aanpassingen in de interne organisatie en het bestuur van de organisatie kregen in 2010 hun beslag. Zo kwam er op 1 januari 2010 een nieuw College van Bestuur, dat voortaan uit twee leden bestaat. Ook traden er vanaf 1 januari nieuwe leden toe tot het Stichtingsbestuur, dat functioneert als Raad van Toezicht. De verdeling van bevoegdheden tussen het Stichtingsbestuur en het College van Bestuur zijn aangepast. De wet bepaalt dat er een strikte scheiding moet zijn tussen bestuur en toezicht. Tot aan de wetwijziging was het het Stichtingsbestuur dat de universiteit bestuurde, het beleid bepaalde en eindverantwoordelijkheid droeg voor het realiseren van het doel van de stichting. Vanaf 1 januari is het College van Bestuur exclusief belast met het bestuur en het beheer van de universiteit. In verband hiermee zijn op 11 februari 2010 de statuten van de Stichting aangepast. In de bestuurlijke organisatie van de universiteit worden de regels gevolgd van de Code goed bestuur universiteiten 2007. Het treasuryplan en de klokkenluidersregeling worden in de loop van 2011 vastgesteld.
ORGANOGRAM 2010 UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK Legenda
Raad van Toezicht
Lijnorganisaties Toezicht Medezeggenschap Onderzoeksmanagement
College van Bestuur
Onderwijsmanagement
Directeur Bedrijfsvoering
Secretaris Universiteit
Afdeling Bedrijfsvoering
Afdeling Bestuur & Communicatie
GB*
Rector
Van Praag Instituut
Kosmopolis
Universiteitsraad
Lid
Zingeving & Professie
Onderzoeksoverleg
Directeur Onderwijs
Sectie GB*
Sectie Educatie
Sectie KOIS*
LOEP*
Graduate School
Afdeling Onderwijs
Geestelijke Begeleiding
KOIS* Kritische Organisatie en Interventie Studies LOEP*
Levensbeschouwing, Onderzoeksleer, Ethiek
en Practica
Onderzoeksproject
Sectie Onderwijs overleg
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
7
in m e moriam Prof.dr. Douwe J. van Houten overleed op 21 juni 2010. Hij was van grote betekenis voor de opbouw en de bloei van de Universiteit voor Humanistiek. Douwe stond als ‘bouwrector’ aan de wieg van de universiteit. De eerste vijf jaar leidde hij de universiteit met vaste hand in goede banen. Zijn grote onderwijskundige ervaring en expertise lagen aan de basis van het nieuwe curriculum. Als hoogleraar Sociaal beleid, directeur van het onderzoeksinstituut, voorzitter van de capaciteitsgroep Humanisering, lid van het College van bestuur en redactievoorzitter van het Tijdschrift voor Humanistiek droeg hij na zijn rectoraat toegewijd en onvermoeibaar bij aan de verdere bestuurlijke indrukwekkende publicatielijst op over sociaal beleid en de verzorgingsstaat. Daarbinnen besteedde hij steeds meer aandacht aan ‘disability-studies’, waar hij als pionier en inspirerende voortrekker functioneerde. Zijn grote maatschappelijke engagement toonde zich in kritische analyses van insluitingsen uitsluitingsprocessen. Voor veel van zijn studenten en promovendi was Douwe een betrouwbare steun en toeverlaat.
Foto: Jos Kuklewski
en inhoudelijke ontwikkeling van de UvH. Als onderzoeker bouwde hij een
Herstructurering masteropleiding Humanistiek De universiteit heeft onderzoek gedaan naar de verbetering van de inhoud en inrichting van de master Humanistiek en verheldering van de status van de opleiding tot levensbeschouwelijk ambt of beroep. De bestaande masteropleiding is geëvalueerd er is een plan voor de herziening van het curriculum opgesteld.
Graduate school In 2010 is de Graduate School van de UvH begonnen met een pilotgroep van 18 deelnemers. De Graduate School biedt promovendi een gestructureerde opleiding met kwalitatief hoogstaand onderwijs en intensieve persoonlijke begeleiding. Met deze opleiding wil de universiteit wetenschappelijke kennis ontwikkelen die waardevol is voor de praktijk. Het eerste jaar is mondeling en schriftelijk geëvalueerd met de deelnemers uit de pilotgroep. Zij gaven een hoge waardering aan de inhoud van het programma, de kwaliteit van het onderwijs en de betrokkenheid van het personeel. Mede op grond van deze positieve ervaringen is in het najaar van 2010 besloten tot de definitieve oprichting van de Graduate School. (Zie ook hoofdstuk Onderwijs, pag. 16)
Samenwerking met het Humanistisch Verbond Door de eerder genoemde wetswijziging is de formele relatie met het Humanistisch Verbond (HV) veranderd. De universiteit verzorgt de ambtsopleiding van het HV en wil haar bijzondere band met het verbond, naast de bestaande praktische samenwerkingsverbanden, ook formeel tot uitdrukking blijven brengen. Over de vormgeving van de veranderde formele relatie zijn in 2010 nadere afspraken gemaakt. In het overleg tussen de directie van het HV en het college van bestuur is mede aandacht geweest voor strategische vragen over de toekomst van de universiteit, de overname van de leerstoelgroep Zorgethiek en de inrichting van het overleg met de werkvelden.
Samenwerking in de Humanistische Alliantie De universiteit is actief betrokken bij de humanistische beweging en werkt samen met andere organisaties die zijn aangesloten bij de Humanistische Alliantie. Zo ontwikkelt ze in overleg met het Humanistisch Verbond de ambtsopleiding voor geestelijk werk. Ook werkt de universiteit samen met het Humanistisch Instituut voor Ontwikkelingssamenwerking (Hivos) aan een kennisprogramma in het Kosmopolis Institute. Met de Stichting Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) werkt de universiteit intensief samen in een postinitiële hbo-masteropleiding HVO en Levensbeschouwing. Middels de bijzondere leerstoel Humanisering van de zorg ontwikkelt de universiteit onderzoek en onderwijs in samenwerking met Stichting Humanitas. Met Human continueerde de UvH het project Hoorcolleges Online, dat hoorcolleges van de universiteit opneemt en aanbiedt via internet. De UvH is sinds 2008 gastheer van het Humanistisch Archief, dat ondergebracht is in het gebouw
8
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
in m e moriam
Op 6 juli 2010 overleed prof.dr. Nasr Abu Zayd in zijn geboorteland Egypte. In hem verloor de universiteit een groot geleerde en toegewijd docent, en een bijzonder hartelijke en aimabele collega. Nasr Abu Zayd was al een vermaard Korangeleerde toen hij bij de UvH betrokken raakte. In 1995 vluchtte hij, bedreigd door extremistische moslims, uit zijn geboorteland Egypte naar Nederland, samen met zijn echtgenote Ebtehal Younes. In 2002 werd hij aan de UvH benoemd als bijzonder hoogleraar Humanisme en Islam op de Ibn Rushd-wisselleerstoel vanwege de Stichting Socrates. Een jaar later kreeg zijn hoogleraarschap een vast karakter. Nasr was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de humanistische Islam. Hij was er vast van overtuigd dat de Islam een belangrijke inspiratiebron kan zijn voor vrij denkende moderne mensen die geloven in een meer rechtvaardige samenleving. Met een achtergrond in de literatuurwetenschap wijdde hij zich kritisch en onafhankelijk aan wat hij zelf noemde: Rethinking the Qur’ân. Hij ontwikkelde een visie op de Koran vanuit de historische de concrete interactie tussen de verschillende sprekers en luisteraars. Nasr publiceerde veel, onder meer in het Arabisch, Engels, Duits en Nederlands. In welke taal hij ook schreef, hij deed dat steeds vanuit een wereldomspannende visie. In 2003 besloot hij zich blijvend in Nederland te vestigen, maar voor zijn denken over de Islam was Nederland te klein. Regelmatig reisde hij voor conferenties en lezingen naar diverse buitenlanden, de laatste jaren ook weer naar Egypte.
Foto: Arnaud Mooij
context. Hij beschouwde deze heilige tekst als een gesprek en benadrukte daarbij
van de universiteit. Het Archief (inmiddels omgevormd tot Humanistisch Historisch Centrum) ondersteunt het bestuurssecretariaat van de universiteit bij de verzorging van het centraal archief. Ook is het intensief betrokken bij de planontwikkeling voor de viering van het 25-jarig bestaan van de universiteit in 2014.
Leerstoelen Prof.dr. Alexander J.J.A. Maas is voor een tweede termijn benoemd tot bijzonder hoogleraar Humanisering van de zorg, een leerstoel gevestigd door Stichting Humanitas. Dr. Joachim Duyndam is benoemd tot bijzonder hoogleraar Wijsbegeerte, in het bijzonder met betrekking tot humanisme, mensbeeld en geestelijke weerbaarheid. De bijzondere leerstoel is gevestigd door de Stichting Socrates. In 2010 verloor de universiteit helaas twee van haar hoogleraren: prof. dr. Douwe van Houten, hoogleraar Sociaal beleid, en prof. dr. Nasr Abu Zayd, hoogleraar Islam en humanisme.
College van Bestuur Op de Dies Natalis van 29 januari 2010 nam de UvH afscheid van de leden van het voormalige College van Bestuur: dr. Caroline Suransky, prof. dr. Peter Derkx en prof.dr. Douwe van Houten. Prof. dr. Gerty Lensvelt-Mulders trad 1 januari aan als nieuw tweede lid van het College van Bestuur. Prof. dr. Hans Alma is voor een tweede termijn als rector van de universiteit benoemd. Hiermee kreeg de UvH als eerste universiteit in Nederland een CvB dat geheel uit vrouwen bestaat.
Raad van Toezicht Het bestuur van de stichting Universiteit voor Humanistiek houdt overeenkomstig artikel 9 van de statuten van de stichting als Raad van Toezicht controle en toezicht op de instelling. De raad is in 2010 vijf keer bijeen geweest. Op 31 december 2010 bestond de Raad van Toezicht uit de volgende leden: Dhr. prof. dr. A. de Ruijter (voorzitter) Mw. dr. J. Leest Dhr. drs. C.W.A. Gerritsen (portefeuillehouder financiën) Dhr. mr. R.G. Louw Dhr. drs. J.J. Dijkstra
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
9
In het verslagjaar hield de raad zich vooral bezig met de plannen van het college van bestuur, gericht op de versterking van het profiel en het realiseren van een duurzame financiële basis. Bijzondere aandacht is uitgegaan naar de voorbereiding van de overname van de leerstoelgroep Zorgethiek van de Universiteit Tilburg en de verdere opbouw van de Graduate School. Er is uitgebreid stilgestaan bij de consequenties van aangekondigde overheidsbezuinigingen en wijzigingen in het bekostigingsstelsel en studiefinanciering (zoals de invoering van een sociaal leenstelsel) voor de financiële toekomst van de universiteit. De RvT heeft haar goedkeuring gehecht aan het streven van het college van bestuur de universiteit minder afhankelijk te maken van inkomsten uit de eerste geldstroom. De RvT is van oordeel dat zij in haar optreden het principe van onafhankelijkheid steeds heeft geëerbiedigd.
Medezeggenschap
Opening van het Academisch Jaar, september 2010
10
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Foto: Arnaud Mooij
In 2010 is mede als gevolg van de wijziging van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek besloten de Studentenraad en de Ondernemingsraad samen te voegen tot één Universiteitsraad. De U-raad beoogt de medezeggenschap slagvaardig, kritisch en opbouwend in te vullen, in een goede en zakelijke relatie met het College van Bestuur. De thema’s die in 2010 vooral de aandacht van de raad vroegen, waren de definitieve oprichting en de start van een Graduate School en de beoogde vestiging van de masteropleiding Zorg, Ethiek en Beleid van de Universiteit Tilburg aan de UvH. Daarbij zijn in het bijzonder de arbeidsrechtelijke belangen van de medewerkers van de universiteit nauwgezet bekeken, evenals de consequenties voor het bestaande onderwijs. Ook kwamen jaarlijks terugkerende onderwerpen aan bod, zoals de Onderwijs- en Examenregeling, het jaarverslag 2009 en de begroting 2011. In 2010 heeft de raad ingestemd met een nieuw reglement voor de Universiteitsraad en met een nieuw bestuurs- en beheersreglement. De studenten in de raad hebben zich ook geconcentreerd op zaken als verbetering van de ICTvoorzieningen, studieplekken voor studenten, de maatregelen die het huidige kabinet overweegt te nemen voor langstudeerders, het invoeren van een leenstelsel voor de masteropleiding en de mogelijke effecten daarvan in 2011 en de jaren erna. Op 31 december 2010 bestond de universiteitsraad uit de volgende leden: de studenten Myrte van de Klundert (voorzitter), Fleur Nollet en Dieko Boekel. Vanuit het ondersteunend personeel Roy Jansen (secretaris) en Gerard Linde. Vanuit het wetenschappelijke personeel Carmen Schuhmann en Jantine Maaskant. En tot de kerstvakantie student Dmitri Schrama, die om persoonlijke redenen afscheid moest nemen.
2 ond e rwijs
Ook in het onderwijs is dit jaar gewerkt aan vernieuwing. Het bachelorprogramma is aangepast en een herziening van de master is onderzocht. De Graduate School doorliep een succesvol pilotjaar, en de eerste voorbereidingen zijn getroffen voor de komst van de master Zorg, Ethiek en Beleid naar de UvH. Uit de Nationale Studentenenquête bleek opnieuw dat studenten Humanistiek hun onderwijs hoog waarderen.
BACHELOR, MASTER EN MINOR HUMANISTIEK Het reguliere onderwijs aan de universiteit bestaat uit een bachelor en een master Humanistiek. Beide bieden een driejarige opleiding van 180 EC. Daarnaast biedt de universiteit een minorprogramma van 30 EC aan, dat ook fungeert als een pre-master. Humanistiek is een multidisciplinaire menswetenschap, die eigentijdse vragen onderzoekt over zingeving, levensbeschouwing en de inrichting van een rechtvaardige samenleving. De bachelor is gericht op een brede academische vorming, waarbij geput wordt uit verschillende kennisdomeinen, in het bijzonder die van de filosofie, sociologie, psychologie, pedagogiek, geschiedenis, religiewetenschappen, wetenschapstheorie en methodologie. Het inhoudelijk kader van de opleiding is gestructureerd rond de twee grondbegrippen zingeving en humanisering. Deze zijn thematisch uitgewerkt en verbonden aan de ontwikkeling van praktijk- en onderzoeksvaardigheden. De master Humanistiek is een voltijdse wetenschappelijke beroepsopleiding en beoogt de academische en beroepsmatige vorming van humanistici. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn een verdiepende studie van de humanistiek als wetenschap, een humanistisch geïnspireerde levensbeschouwelijke gerichtheid en een specifieke oriëntatie op normatieve professionalisering. De masteropleiding is opgebouwd uit een verplicht multidisciplinair gemeenschappelijk deel, een variabel specifiek deel, een stage, een afstudeerscriptie en een deel met vrije keuzeruimte. Masterstudenten kiezen voor een of twee van de afstudeervarianten: geestelijke begeleiding, educatie, kritische organisatie- en interventiestudies en levensbeschouwing & onderzoeksleer.
STUDENTENAANTALLEN EN DIPLOMA’S Na een lichte daling in 2008 zette de groei van de studentenpopulatie van de afgelopen jaren weer door en steeg het studentenaantal tot 396. Daarvan volgde 47 procent het bachelorprogramma, 43 procent het masterprogramma en 10 procent het minorprogramma. Ruim een kwart van de studenten is man. In 2010 werden 35 bachelordiploma’s uitgereikt. Van deze studenten is de helft direct ingestroomd na een VWO-opleiding. Van de 22 masterstudenten die hun diploma behaalden, hadden er 18 ook een bachelordiploma van de UvH. Daarnaast werden 28 minorcertificaten uitgereikt, 20% meer dan vorig jaar.
Studenten totaal +/- t.o.v. 2009 man/vrouw buitenlandse nationaliteit
Diploma’s Bachelordiploma’s Masterdiploma’s
396 + 1% 28 / 72% 1%
35 22
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
11
BACHELOROPLEIDING HUMANISTIEK Instroom De instroom in de driejarige bacheloropleiding Humanistiek in 2010 lag met 59 eerstejaarsstudenten iets lager dan vorig jaar, maar niet lager dan de jaren daarvoor. Onder deze eerstejaarsstudenten waren evenveel vwo’ers als in 2009. Ongeveer driekwart van de studenten is vrouw.
Instroom bachelor +/- t.o.v. 2009 Man/vrouw % Buitenlandse nationaliteit Vooropleiding
59 -9% 28 / 72% 0% 74% vwo
Bachelor totaal +/- t.o.v. 2009 Man/vrouw Buitenlandse nationaliteit
185 -5% 30/70% 1%
Studierendementen in de bachelor Halverwege het collegejaar brengt de studieadviseur een preadvies uit aan de eerstejaarsbachelorstudenten. Aan het eind van het eerste jaar krijgen zij de definitieve studieadviezen. Studenten krijgen een negatief advies, als ze minder dan 40 van de 60 studiepunten (ECTS) hebben behaald. Van het cohort dat instroomde in 2009, waren er 34 die op de eerste peildatum in 2010 een negatief advies ontvingen. Van deze studenten hadden er 14 al eerder te kennen gegeven te zullen stoppen. Tien studenten hebben het negatieve advies om kunnen zetten in een positief advies door het behalen van deelcertificaten. Uiteindelijk bleven tien studenten over met een negatief bindend advies, waarvan er drie met succes een beroep hebben aangetekend. Van het cohort 2009 zijn dus uiteindelijk 23 studenten gestopt. Van de bachelorcohorten 2003 en 2004, waarvan geen studenten meer actief zijn, heeft respectievelijk 48 procent en 49 procent het diploma behaald. Van het bachelorcohort 2005 is in februari 2011 46 procent afgestudeerd en nog 11 procent actief. Bij het bachelorcohort 2006 zijn de studieresultaten als volgt: 47 procent afgestudeerd, nog 15 procent actief. Van cohort 2007 is 52 procent gediplomeerd en nog 46 procent actief.
Aanpassing curriculum In 2010 is het curriculum van de bacheloropleiding aangepast. Er komt meer aandacht voor onderzoeksvaardigheden en methodologie, en studenten worden beter toegerust voor het uitvoeren van empirisch onderzoek binnen de humanistiek. Voor 2011-2012 is een eigenstandige bachelorscriptie ingevoerd. Om studenten beter voor te bereiden op dit afsluitend werkstuk is het curriculum voor Wetenschap, Methoden en Onderzoeksleer bijgesteld. In het bachelorprogramma is jaarlijks een leeronderzoek opgenomen, waarbij studenten zelf een onderzoek moeten uitvoeren dat recht doet aan de verschillende disciplines van de humanistiek. Ook is er in het programma meer tijd en ruimte voor het aanleren van praktische vaardigheden. Tenslotte verzorgen de disciplines sociale wetenschappen, filosofie en geschiedwetenschappen minstens twee cursussen.
12
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
MINOR (PRE-MASTER) Instroom en resultaten Afgestudeerden van andere universiteiten en hogescholen die met goed gevolg de minor Humanistiek hebben afgerond, kunnen doorstromen naar de master Humanistiek. In 2010 had 34 procent van de minorinstroom al een hbo- of wo-diploma. De overige 66 procent volgde elders een studie en schreef zich in voor de minor als externe student. Van cohort 2009 stroomde 40 procent door naar de master Humanistiek.
Instroom minor +/- t.o.v. 2009 Man/vrouw Buitenlandse nationaliteit Vooropleiding Inschrijfstatus
40 11% stijging 20/80% 0% 45% HBO, 33% WO 32% externe student 68% contractant
Evaluatieonderzoek In het studiejaar 2008-2009 is een evaluatieonderzoek uitgevoerd. Leidende vraag daarbij was of het eindniveau van de minorstudenten voldoende was om de masteropleiding Humanistiek succesvol te kunnen afronden. Een van de conclusies was dat bij aanvang van de master de minorstudenten hun competenties lager inschatten dan de bachelorstudenten. Op grond daarvan is in 2010 een aantal verbeteringen voor de minoren doorgevoerd, zoals aparte introductiedagen, een practicum wetenschappelijk lezen en schrijven en verzelfstandiging van een cursus die eerst in combinatie met een bacheloronderdeel werd aangeboden.
MASTEROPLEIDING HUMANISTIEK Instroom Op 10 oktober 2010 stonden 47 masterstudenten voor het eerst ingeschreven. Van hen heeft ruim de helft als vooropleiding de bachelor Humanistiek en de overigen stroomden in via de minor Humanistiek.
Instroom master +/- t.o.v. 2009 Man/vrouw Buitenlandse nationaliteit Vooropleiding
47 2% stijging 28/72% 6% 45% minor humanistiek 55% bachelor humanistiek
Master totaal +/- t.o.v. 2009 Man/vrouw Buitenlandse nationaliteit
170 10% stijging 26/74% 1%
Stages In 2010 werden 45 stages afgerond. Masterstudenten kiezen een stage voor een of twee van de afstudeervarianten: geestelijke begeleiding (in 2010 51 procent), kritische organisatie- en interventiestudies (22 procent), educatie (20 procent) en levensbeschouwing & onderzoekleer (7 procent). Twee studenten liepen stage in het buitenland. Er werden dit jaar drie Engelstalige scripties geschreven.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
13
Aanpassing curriculum Ook in het masterprogramma hebben curriculumveranderingen plaatsgevonden. Zo zijn er praktische modulen ontwikkeld over professionele vaardigheden. Het afstudeertraject is in een aantal opzichten verbeterd: sinds najaar 2009 wordt er drie maal per jaar een workshop ‘Een voorstel schrijven voor een afstudeeronderzoek’ gegeven, om studievertraging in de aanloopfase tegen te gaan.
Project ‘Toekomst masteropleiding humanistiek’ Een belangrijk voornemen in de nota Onderwijsbeleid 2008-2011 is de ontwikkeling van een visie op de toekomst van de masteropleiding Humanistiek. In 2010 is verder gewerkt aan deze visie. Twee onderwerpen speelden een belangrijke rol: • het definiëren van het door de wet omschreven ‘levensbeschouwelijk beroep’ in een humanistisch perspectief, zoals dat invulling krijgt in het (master)onderwijs en -onderzoek; • het nader ontwikkelen van een helder onderwijsprofiel, uitgaande van een driejarige master De resultaten van dit project worden meegenomen in het nieuwe strategisch plan 2011-2014. De eerste veranderingen in het masteronderwijs staan gepland voor 2012-2013.
ONDERWIJSBELEID EN -KWALITEITSZORG Toetsbeleid In de eerste helft van 2010 is in overleg met de examencommissie een nieuw toetsbeleid uitgewerkt en uitgeschreven. Hierin zijn de eisen uit het nieuwe beoordelingskader voor accreditatie en de nieuwe wettelijke eisen rond de positie van de examencommissie verwerkt. Bij de implementatie daarvan is tijdens een studiedag een workshop over toetsen en beoordelen verzorgd. Eind 2010 is een aanvang gemaakt met het beter monitoren van de toetsresultaten en de nakijktermijn na afloop van elke onderwijsperiode.
Onderwijskwaliteitszorg In de tweede helft van 2010 is de vragenlijst voor module-evaluatie en de verwerking van gegevens in rapportage aangepast. De verslagen zijn nu gereed binnen enkele weken na afronding van de onderwijsperiode. Terugkoppeling en het inzetten van verbeteractiviteiten vinden nu gerichter plaats. Met ingang van collegejaar 2010-2011 wordt na iedere onderwijsperiode met de studentenvertegenwoordigers geëvalueerd. In 2010 is een aanvang gemaakt met de interne evaluatie van het onderwijs aan de hand van de accreditatie-eisen.
Rechtsbescherming studenten Met ingang van 1 september is er een toegankelijk digitaal loket voor het indienen van klachten, bezwaar of beroep, zoals bedoeld in de wet. Ook is er een klachtencoördinator benoemd en zijn de betreffende regelingen opgenomen in een studentenstatuut.
stud e nt e n e nqu Ê t e Nationale studentenenquête: UvH hoogste score Van alle studenten in het wetenschappelijk onderwijs in Nederland geven de studenten van de Universiteit voor Humanistiek hun opleiding gemiddeld de hoogste waardering. Zo bleek uit de uitslag van de Nationale Studentenenquête (NSE) van 2010. De NSE is een jaarlijks terugkerend grootschalig onderzoek onder studenten naar hun ervaringen met de kwaliteit van opleidingen aan hogescholen en universiteiten. De studenten zijn zeer tevreden over het niveau van de
14
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
opleiding (4,12 tegenover een landelijk gemiddelde van 3,92), de mate waarin de inhoud stimulerend is (4,38 tegenover 3,74), de actualiteit (4,14 tegenover 3,86), de werkvormen (4,05 tegenover 3,69), de inhoudelijke deskundigheid van docenten (4,38 tegenover 4,17), betrokkenheid van docenten bij de studenten (4,39 tegenover 3,64) en de mate waarin docenten inspirerend zijn (4,44 tegenover 3,60). Tot slot kregen de vragen over voorbereiding op de beroepsloopbaan een relatief hoge score. Zwakker dan gemiddeld scoorde de UvH op studiefaciliteiten. Er zijn inmiddels maatregelen tot verbetering genomen.
Foto: Arnaud Mooij
Prof. dr. Fons van Wieringen, voorzitter van de Onderwijsraad, gaf een lezing in de Pieterskerk over Waardevol Academisch Onderwijs tijdens de Opening van het Academisch Jaar op 6 september.
Onderwijs- en studentenadministratie De inschrijfprocedure voor studenten is gewijzigd door de aansluiting van de universiteit bij Studielink. Vanaf januari 2010 kunnen bachelor- en masterstudenten zich aanmelden en herinschrijven via deze landelijke digitale portal voor het hoger onderwijs in Nederland. Daarmee samenhangend is een nieuw studentinformatiesysteem – Progress.net – ingevoerd.
Internationalisering Om de internationale uitwisseling van studenten voor studie, stage en training gemakkelijker te maken, sloot de universiteit zich voor het ‘life long learning’-programma aan bij het European University Charter. In 2011 wordt het charter uitgebreid met de internationale uitwisseling van docenten, onder andere om de uitwisseling van visiting professors voor de Graduate School te faciliteren.
Alumnibeleid In 2010 heeft de universiteit het alumnibeleid herzien en de contacten met haar alumni geïntensiveerd. De UvH wil alumni meer betrekken bij de kenniscirculatie en kennisontwikkeling van de universiteit. Ook kunnen alumni bijdragen aan een nauwere afstemming met beroepenvelden en innovatie van het onderwijs en onderzoek van de universiteit. Tegelijk wil de universiteit alumni actiever ondersteunen bij hun verdere beroepsontwikkeling. In 2010 is een alumnicoördinator aangesteld, die de netwerken van alumni ondersteunt. Alumni krijgen een vaste zetel in het overleg met de werkvelden. De bestaande alumnivereniging UvNa heeft zichzelf opgeheven en is opgenomen in de organisatie van de universiteit. De universiteit voorziet onder meer in de organisatie van een jaarlijkse alumnidag, kortingen op inschrijfgelden voor onderwijsmodules en een gratis bibliotheekpas voor alumni.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
15
Een vruchtbare uitwisseling
Foto: Lilian van Rooij
zoek doe. Die conflicten creëerden een omgeving van achterdocht en uitsluiting. Ik kijk of er in gemeenschappen in deze regio ruimte is voor pluralisme, voor het samen leven van verschillende etnische groepen. Ik verdiep me hiervoor in de gewoontes, gevoelens, percepties en het begrip van de inwoners.
In oktober 2010 volgden vier buitenlandse promovendi die verbonden zijn aan het kennisprogramma van het Kosmopolis Institute een gezamenlijke studieweek met de eerste deelnemers aan de Graduate School. Een van hen was Jimmy Ssentongo (31 jaar), Kosmopolis PhD student aan de Graduate School en werkzaam bij de Uganda Martys University: “De recente geschiedenis van Oeganda kent verschillende gewelddadige confrontaties tussen etnische groepen. Zo ook in het Kibaale district, waar ik onder-
Om eerlijk te zijn, vind ik het onderzoek doen lastig en soms moeilijk te combineren met mijn werk als universitair docent. Ik heb regelmatig mijn twijfels. Maar hoe dieper ik in het onderzoek duik, des te meer ik het waardeer, en mijn gedrevenheid om het af te maken, groeit. Ik wil een bijdrage leveren aan onze kennis over diversiteit in de Oegandese samenleving. Aanvankelijk zag ik weinig overeenkomsten tussen mijn onderzoek en dat van de Nederlandse promovendi. Maar tijdens de studieweek in Nederland merkte ik dat we veel ervaringen delen. Er bleken wel degelijk inhoudelijke dwarsverbanden te zijn. De uitwisseling versterkte mijn motivatie. Bovenal was het erg bemoedigend. Ik zie uit naar de volgende keer dat we elkaar ontmoeten en onze vooruitgang bespreken!”
GRADUATE SCHOOL De Graduate School van de UvH biedt een vierjarige promotieopleiding, die uitmondt in een wetenschappelijk proefschrift (PhD). De opleiding richt zich in het bijzonder op het ondersteunen van onderzoek in en rond professionele praktijken. Ze is daarom uitermate geschikt voor professionals met een aantal jaren werkervaring, die zich persoonlijk en professioneel verder willen ontwikkelen door wetenschappelijk onderzoek. Onderzoeksvragen richten zich op eigentijdse sociale, ethische en levensbeschouwelijke vraagstukken in het maatschappelijke domein of de organisatie(s) waar de kandidaten werkzaam zijn. De methodologie kenmerkt zich door een multi- en interdisciplinaire aanpak. In de Graduate School biedt de UvH promovendi:
• goede gestructureerde begeleiding in het promotieonderzoek;
• hoogwaardig onderwijs in wetenschappelijke perspectieven, onderzoeksmethoden en academische vaardigheden;
• een ontmoetingsruimte voor het delen van kennis en ervaring;
• een flexibel programma dat aansluit bij de interesse en ervaring van de kandidaten. Met de oprichting van een Graduate School wil de universiteit de kwaliteit van promotietrajecten verhogen. Daarnaast heeft de Graduate School een maatschappelijke horizon. Ze verzorgt promotietrajecten voor professionals met een wetenschappelijke opleiding, die bij willen dragen aan zingeving en humanisering in hun eigen professionele domein via onderzoek naar actuele vragen. Zo beoogt ze bij te dragen aan nieuwe, moreel verantwoorde vormen van omgang met de grote vraagstukken van onze tijd. In januari 2010 is een pilotgroep van achttien deelnemers van start gegaan. Behalve veertien buiten promovendi namen ook vier promovendiwerknemers (aio’s) deel aan het pilotprogramma. Het onderwijsprogramma van het pilotjaar bestond uit vier onderwijsweken: een introductieweek, een week gericht op methodologische vragen, een week gewijd aan het thema zingeving en een afsluitende
16
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
internationale week, gericht op vragen rond humanisering. Dertien van de veertien buitenpromovendi hebben volgens planning in november 2010 hun onderzoeksvoorstel afgerond en ingediend. De vier aio’s hadden bij hun aanstelling al een dergelijk voorstel. Het College voor Promoties keurde acht van de dertien ingediende voorstellen goed, vier voorstellen zijn aangehouden en één voorstel is afgewezen. Mede door het succes van het pilottraject meldden zich in de herfst 37 potentiële deelnemers aan, waaronder zeven belangstellenden uit het buitenland. Na een uitgebreide assessment-procedure zijn 25 kandidaten toegelaten, waaronder vier deelnemers uit Duitsland. Mede op grond daarvan is besloten het onderwijs voor een groot deel in het Engels te geven.
De UvH verzorgt nog andere opleidingen voor professionals. Dit jaar ging de laatste lichting van start van de internationale promotieopleiding Meaning in Organization. In 2011 wordt dit DBA programma geïntegreerd in de Graduate School van de universiteit. Ook is de universiteit betrokken bij de masteropleiding Sociale Interventie (LESI) en de opleiding tot Integriteitsfunctionaris. Verder werkt zij samen met de stichting HVO (Humanistisch centrum voor onderwijs en opvoeding) in onderwijs voor de postinitiële hbo-masteropleiding HVO en levensbeschouwing. In 2010 zijn bovendien de eerste stappen gezet in het overplaatsen van de masteropleiding Zorg, Ethiek en Beleid van de Universiteit Tilburg naar de UvH. Zo kan de universiteit zichzelf nog sterker profileren als een universiteit waar men terecht kan met praktijkgerichte vragen rond humanisering en zingeving in organisaties in de zorg, en als een plek waar professionals worden opgeleid en ondersteund in hun proces van normatieve professionalisering.
Promotieopleiding Meaning in Organization Het DBA-programma verwelkomde in 2010 zijn laatste lichting van twaalf nieuwe deelnemers (twee mannen, tien vrouwen). Vier deelnemers vielen na een jaar af, voornamelijk om financieeleconomische redenen. Drie deelnemers zijn afkomstig uit respectievelijk Iran, Engeland en Kenia. De Keniaanse deelneemster is via het Nuffic toegelaten op basis van een NFP-beurs. In 2010 organiseerde de opleiding in samenwerking met Essex University en University of Western England te Bristol een stream in het kader van de Egos conferentie in Lissabon. Het thema van de stream was ‘slow’, passend binnen het algemene thema van de conferentie, namelijk ‘Globalisation’. Daarnaast organiseerde de opleiding in november in samenwerking met Leicester University Management School de workshop Bodies of Theory over het thema onderzoek en lichamelijkheid.
Foto: Jos Kuklewski
OVERIGE OPLEIDINGEN VOOR PROFESSIONALS
Op 12 mei verdedigde Anneke Sools haar proefschrift over verhalende onderzoeksmethoden bij de bestudering van gezond leven.
Masteropleiding Sociale Interventie Sinds 2005 biedt het Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie, in nauwe samenwerking met de universiteit, een academische, postinitiële opleiding aan: de master Sociale Interventie. Deze is bestemd voor ervaren professionals, beleidsmakers, managers en docenten in het sociale domein die hun eigen professionaliteit willen toetsen en vergroten. Door wetenschappelijke kennis te verbinden met praktijkervaring worden nieuwe veranderkundige perspectieven en benaderingen geboden voor complexe maatschappelijke problemen. De opleiding sluit aan bij de toenemende vraag naar hooggeschoolde sociale professionals in deze sector. Naast de academische masteropleiding biedt het LESI ook masterclasses en leertrajecten aan voor speciale doelgroepen. Sinds de start in 2005 doorliepen 90 mensen de masteropleiding in zijn geheel of gedeeltelijk. Ongeveer een derde van hen volgde één of meerdere op zichzelf staande masterclasses. Gerealiseerde of lopende activiteiten in 2010 waren: • Afronding van de derde en start van de vierde masteropleiding; • Verschillende alumnibijeenkomsten; • Excursies en werkveldbezoeken voor curriculumontwikkeling; • Gesprekken met stakeholders over de maatschappelijke meerwaarde van de opleiding.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
17
Humanistisch Vormingsonderwijs De stichting HVO, het Humanistisch centrum voor onderwijs en opvoeding, richt zich op onderwijs, kinderopvang en buitenschoolse opvang. Het centrum biedt docenten, opvoeders en begeleiders praktische of theoretische ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van coaching, training en advies. De universiteit werkt op een aantal gebieden nauw samen met de stichting, zoals bij de postinitiële hbo-masteropleiding HVO en Levensbeschouwing. Ook heeft het HVO een leerstoel aan de UvH, namelijk die van bijzonder hoogleraar Theorie en Praktijk van Educatie in Humanistisch Perspectief, in het bijzonder van Humanistisch Vormingsonderwijs.
SUMMER SCHOOL, CURSUSSEN EN TRAININGEN Summerschool Elke zomer organiseert het Kosmopolis Institute, waarin de universiteit samenwerkt met de humanistische organisatie voor ontwikkelingssamenwerking (Hivos), een summer school over ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten. Deze summer school heeft een internationale staf en trekt een internationale groep studenten. Meer hierover is te vinden in hoofdstuk 7.
Praktijkcentrum Het praktijkcentrum van de universiteit, Zingeving & Professie, verzorgt korte cursussen en trainingen voor bedrijven en particulieren. Zie hiervoor hoofdstuk 6.
Hoger Onderwijs Voor Ouderen De stichting HOVO Utrecht is een samenwerkingsverband van de Universiteit Utrecht, de Hogeschool Utrecht, Hogeschool Utrecht-Amersfoort, de Faculteit Katholieke Theologie in Utrecht van de Universiteit Tilburg, en de Universiteit voor Humanistiek. In 2010 bood HOVO Utrecht ruim 70 cursussen aan, die werden gevolgd door ruim 2400 cursisten. Het aanbod van de Universiteit voor Humanistiek is gewild. Dat bleek uit relatief veel inschrijvingen en goede evaluaties. In het voorjaar van 2010 verzorgde de Uvh drie cursussen. Suzette van IJssel gaf twee keer de cursus Spirituele Levenskunst, bestaande uit tien bijeenkomsten, aan in totaal 40 cursisten. De colleges van de cursus Goed Ouder Worden werden gegeven door leden van de onderzoeksgroep Goed Ouder Worden: Joep Dohmen, Alexander Maas, Peter Derkx, Anja Machielse, Lena Bendien, Anneke Sools en Martien Schreurs. Daaraan namen 50 cursisten deel. In het najaar verzorgde Laurens ten Kate opnieuw de cursus Humanisme en Christendom, ditmaal in zes in plaats van vier bijeenkomsten. Deze cursus had 31 deelnemers. De coördinatie van de cursussen was in handen van Mariëtte Braakman, die namens de universiteit in het bestuur van HOVO Utrecht zit.
18
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Yvette, ik kan de foto niet echt uit de tekst halen en het kader is dus nog niet echt (mooi) opgemaakt!
Foto: Esther de Man
Zo’n 250 mensen liepen tijdens de Culturele Zondag over Kunst en wetenschap op 18 april de Universiteit voor Humanistiek binnen, om via lezingen en workshops meer te weten te komen over hun ‘Levensweg’. Overkoepelende thema van dit jaar was Vrij Spel.
3 O N D E R Z O E K
Het onderzoek van de universiteit is gebundeld in het onderzoeksprogramma ‘Humanisme en Humaniteit in de 21e eeuw’. Het programma diept de twee grondbegrippen van de humanistiek – zingeving en humanisering – verder uit en onderzoekt hun onderlinge samenhang. Daarbij richt het zich op persoonlijke bestaansvragen en actuele maatschappelijke vragen. Het onderzoek beoogt bij te dragen aan de ontwikkeling van een eigentijds humanisme, dat aansluit op de dynamiek en de pluriformiteit van de multiculturele, globaliserende samenleving. Het onderzoeksprogramma is met ingang van 2010 vernieuwd. Om de maatschappelijke en academische betekenis van het onderzoek verder te versterken én beter zichtbaar te maken, is het onderzoek geconcentreerd op vier maatschappelijke probleemgebieden en praktijken: • Burgerschap in een interculturele samenleving • Goed ouder worden • Geestelijke weerbaarheid en humanisme • Normatieve professionalisering In de projecten werken stafleden uit verschillende secties samen, zodat perspectieven uit verschillende domeinen van de humanistiek op elkaar worden betrokken.
BURGERSCHAP IN EEN INTERCULTURELE SAMENLEVING Het onderzoek richt zich op de vraag hoe burgerschapsvorming gestalte kan krijgen in een interculturele samenleving waar de traditionele vormen van burgerschap niet meer volstaan. Het richt zich primair op ontwikkelingen in westerse samenlevingen, maar onderzoekt in samenwerking met het Kosmopolis Institute ook de mondiale situatie. Westerse en niet-westerse perspectieven worden met elkaar vergeleken. Hierbij is expliciete aandacht voor de verhouding tussen modern-westerse, seculiere denkvormen en praktijken, en praktijken geworteld in de religieuze tradities die in nietwesterse contexten veelal bepalend zijn. Overigens is intussen ook in de westerse wereld de interculturele problematiek voor een belangrijk deel een interreligieuze en inter- levensbeschouwelijke problematiek geworden. Met een kritische doordenking van deze problematiek beoogt het onderzoek bij te dragen aan een herbepaling van de betekenis van het seculiere.
Focus De onderzoeksgroep concentreert zich op de complexe relaties tussen nationale en internationale humanistische tradities en bewegingen, en de seculiere erfenis en actualiteit van westerse samenlevingen. Voor succesvol onderzoek naar de interculturele status van hedendaagse samenlevingen is een fundamentele studie van transformaties in de verhouding tussen religie en seculariteit onontbeerlijk. Het onderzoek richt zich op de veranderende betekenis van de relatie tussen religie en seculariteit in de 21ste-eeuwse, geglobaliseerde wereld, en op de vraag hoe het humanisme in al zijn diversiteit hierop kan reageren. Het draagt zo mede bij aan een herformulering van de betekenis van humanisme, als concept en als ‘levende’ praktijk. De onderzoeksgroep streeft hierbij naar een verbinding van verschillende disciplinaire invalshoeken. Historische, pedagogische, sociaal-politiek-theoretische, filosofische, theologische en letterkundige inzichten en onderzoeksmethoden worden bij elkaar gebracht. Door deze in te zetten in onderzoek naar de dilemma’s en perspectieven van burgerschap levert de onderzoeksgroep een omvattende en genuanceerde bijdrage aan het wetenschappelijke, maatschappelijke en mondiale debat.
1 De leden van de groep zijn werkzaam
Samenstelling van de projectgroep Projectleiders: Leden:
foto: Roeland Troost
bij de UvH of promove1
ren aan de UvH, tenzij
dr. Laurens Ten Kate en dr. Caroline Suransky drs. Elise van Alphen, dr. Welmoet Boender (Stichting Oikos), drs. Jeanine Evers, drs. Isolde de Groot, dr. Jyotsna Gupta, dr. Ulla Jansz, drs. Femke Kaulingfreks, dr. Abdelilah Ljamai, dr. Willeke Los, dr. Martien Schreurs, dr. Fernando SuárezMüller, prof. dr. Wiel Veugelers.
anders vermeld. Op de publicatielijst in dit jaarverslag staan uitsluitend publicaties vermeld van onderzoekers die werkzaam zijn aan de UvH.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
19
Samenwerking De onderzoeksgroep werkt nauw samen met het Kosmopolis Institute van de UvH in het programma Promoting Pluralism. Verder werkt ze samen met de Stichting Oikos en het Charter for Compassion.
Resultaten - De onderzoeksgroep verzorgde een themadeel van het Tijdschrift voor Humanistiek over de grenzen aan het huidige integratiedebat en de maatschappijconcepten die in dat debat in het geding zijn. Dit deed zij op basis van het expertseminar met dr. W. Schinkel van de vakgroep Theoretische Sociologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam in december 2009. - Caroline Suransky belegde een internationale conferentie in Den Haag over ‘Knowledge and Change’, in samenwerking met het Kosmopolis Institute, HIVOS, het Institute for Social Studies en de Universiteit van Amsterdam. Ook droeg zij samen met Hilde van ’t Klooster met de paper ‘The Myth of Secularization’ bij aan de internationale conferentie Liberalism en Religion van het International Democratic Initiative in Amsterdam. - Laurens ten Kate publiceerde samen met de internationaal toonaangevende Franse filosoof J.L. Nancy een artikel over de verhouding tussen de moderne ‘gemeenschap’, politiek geweld en medialiteit. Hij organiseerde panels op twee internationale conferenties (Catherine’s College, Oxford University, Engeland, en Faculteit Godgeleerdheid, Utrecht), waar hij papers presenteerde over secularisering, monotheïsme en religieuze identiteit. - Isolde de Groot publiceerde twee gerefereerde internationale artikelen over de problematiek van democratisch burgerschap en educatie, en presenteerde daarover tevens een paper op AERA Conference te New Orleans, Verenigde Staten. - Jyotsna Gupta publiceerde een internationaal artikel over interculturaliteit vanuit een genderperspectief, met als focus nieuwe visies op reproductie en gezondheid van vrouwen. Zij verzorgde gastcolleges op de EHWA Women’s University te Seoul, Zuid-Korea en de Mejigakuin University van Tokyo. - Wiel Veugelers publiceerde verscheidene internationale artikelen over burgerschapsvorming en educatietheorie, en normatieve professionalisering. - Jeanine Evers publiceerde een artikel in een encyclopedie over de betekenis van kwalitatief empirisch-analytisch onderzoek. Ook organiseerde zij in april de internationale conferentie Is qualitative data analysis software really comparable? van KWALON, het platform voor Kwalitatief onderzoek. - Promovenda Femke Kaulingfreks voerde in 2010 een omvangrijk vergelijkend sociaal-empirisch kwalitatief onderzoek uit naar de politieke betekenis van gedrag van ‘probleemjongeren’ van allochtone afkomst in de Utrechtse wijk Kanaleneiland en in de Parijse voorstad Grigny. Ook bracht zij beide jongerengroepen in december 2010 met elkaar in contact. De onderzoeksresultaten geven inzicht in de manier waarop gemarginaliseerde groeperingen hun eigen vormen van engagement ontwikkelen. - Martien Schreurs organiseerde in juni de conferentie ‘De onderbuik van Nederland’, waar toonaangevende wetenschappers, publicisten en politici onderling en met staf en studenten van de UvH in discussie gingen over de betekenis van sociaal-politiek ressentiment en de opkomst van xenofobie en populisme. De proceedings van deze conferentie zullen verschijnen bij de Humanistics University Press. Daarnaast organiseerde Martien Schreurs in december 2010 het debat ‘Beeldenstorm’, in samenwerking met de Stichting NieuweMoskee.nl. Het debat had als onderwerp de beeldvorming over de islam in Nederland. - De onderzoeksgroep werkte actief mee aan het onderwijs aan masterstudenten en promovendi. In 2010 werd voor de master de module ‘Dilemma’s van democratisch burgerschap’ ontwikkeld. Ook ontwikkelt de groep voor promovendi een module over burgerschap en interculturaliteit.
Externe financiering De groep werkte aan de voorbereiding van twee subsidieaanvragen die ze in 2011 bij NWO-GW wil indienen. Daarbij wordt steeds een combinatie gezocht van een empirische (sociaalwetenschappelijke) en een theoretische (filosofische en godsdienstwetenschappelijke) analyse.
20
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
GOED OUDER WORDEN: WELZIJN, ZINGEVING EN MENSELIJKE WAARDIGHEID IN DE LEVENSLOOP Wat is goed ouder worden? En hoe kan worden bevorderd dat mensen goed ouder worden? Deze vragen staan centraal bij het empirisch sociaalwetenschappelijk onderzoek en normatief filosofisch onderzoek van het project Goed ouder worden. De aanpak is multi- en interdisciplinair, met een inbreng van vooral filosofische, sociologische, psychologische en organisatiekundige disciplinaire achtergronden en inzichten. Het onderzoek is zowel van theoretische als van praktische aard en speelt op verschillende niveaus: micro (individuen en hun primaire relaties), meso (organisaties en instituties) en macro (organisatie van de levensloop en het politieke en maatschappelijke debat daarover). Het onderzoek betrekt zingeving en humanisering voortdurend op elkaar, vooral in en via het werk van professionals binnen ouderenzorg. De onderzoeksgroep wil belangrijke aanvulling bieden op het dominante beleidsmatige, medische en biologische wetenschappelijk onderzoek. Goed ouder worden is een complex fenomeen waarbij de verwevenheid van voornoemde perspectieven met moraal en zingeving nadrukkelijk aan de orde moet worden gesteld. De onderzoeksgroep kwalificeert haar eigen onderzoek als existentiële, kritische gerontologie. Moraal, zingevingsproblematiek en maatschappelijke context worden steeds in hun onderlinge relatie onderzocht. De groep werpt een kritische blik op de mogelijkheidsvoorwaarden en maatschappelijke scripts van ouder worden. Tegelijkertijd onderzoekt ze de mogelijkheden van goed ouder worden op meerdere niveaus: van het individu, de gemeenschap (familie, buurt, verzorgingstehuis) en de institutie (zorgmanagement). Antwoorden op concrete vragen over autonomie, eindigheid, kwetsbaarheid, menselijke waardigheid, verbondenheid, weerbaarheid, welzijn en zingeving mogen bij goed ouder worden niet buiten beschouwing blijven.
Focus De onderzoeksgroep legt zich toe op de volgende thema’s: • zingeving en life events; • leefstijlen en bevordering van levenskunst (persoonlijke competenties en sociale contacten) van ouderen; • theorievorming en praktijken van levenseinde en goed sterven; • autonomie, ofwel regie over eigen leven en kwetsbaarheid van ouderen; • de relatie tussen overheid, organisatie en burgers als het gaat om verantwoordelijkheid voor leven en leefomgeving; • kunstbeoefening door ouderen met het oog op zingeving.
Samenstelling van de projectgroep 2 Projectleider: prof. dr. Peter Derkx Leden: prof. dr. Jan Baars, prof. dr. Hans Becker, dr. Joop Belderok (Stichting Geron, Stichting Kronos), dr. Elena Bendien, drs. Margreet Bruens, prof. dr. Joep Dohmen, drs. Nora Eleonora, prof. dr. Roelof Hortulanus, Hanne Laceulle, prof. dr. Alexander Maas, dr. Anja Machielse (Universiteit Utrecht), prof. dr. Janneke Mens-Verhulst, drs. Topsy Ros (Humanitas Rotterdam), dr. Anneke Sools, dr. Wander van der Vaart.
Samenwerking Tijdens het jaarlijkse congres van de Britse Society of Gerontology is de samenwerking beklonken tussen de onderzoeksgroep en de sectie Critical Gerontology van Keele University. De onderzoeksgroepen hebben elk hun eigen accent: Keele is sterk op het punt van kritische gerontologie, de UvH op het punt van existentiële gerontologie. Inzet van de samenwerking is wederzijdse verrijking en regelmatige uitwisseling. Twee onderzoekers van Keele (Chris Philipson en Amanda Grenier) en twee onderzoekers van de UvH (Jan Baars en Joep Dohmen) werken gezamenlijk aan een bundel die in de loop van 2012 bij Polity Press zal verschijnen. Verder is afgesproken dat Chris Philipson in 2011 als Visiting Professor de UvH bezoekt en bijdraagt aan het programma van de Graduate School.
2 De leden van de groep zijn werkzaam bij de UvH of promoveren aan de UvH of zijn emeritus hoogleraar van
Resultaten
de UvH, tenzij anders
In 2010 heeft de onderzoeksgroep een reeks van Nederlands- en Engelstalige publicaties gepubliceerd. Een deel daarvan draagt een sterk maatschappelijk karakter en richt zich in het bijzonder op Nederland. De groep rekent het tot haar taak om in ons land het debat over goed ouder worden niet alleen te volgen, maar ook te initiëren. Voor de meeste publicaties van UvH-medewerkers verwijzen we naar de publicatielijst in dit verslag. Een aantal resultaten wordt hier uitgelicht: - Naast het boek Brief aan een middelmatige man, publiceerde Joep Dohmen samen met Jan
vermeld. Op de publicatielijst in dit jaarverslag staan uitsluitend publicaties vermeld van onderzoekers die werkzaam zijn aan de UvH.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
21
Baars de bloemlezing De Kunst van het Ouder Worden. De grote filosofen over ouderdom. Op 8 april werd het boek gepresenteerd in aanwezigheid van landelijke pers. De Volkskrant wijdde er een paginagroot artikel aan. Van het boek zijn inmiddels 10.000 exemplaren verkocht. Baars en Dohmen gaven lezingen in het land en verzorgden presentaties op radio en tv. Er is belangstelling voor een Engelse vertaling van de bundel. - De groep verzorgde het themanummer Goed Ouder Worden in het Tijdschrift voor Humanistiek (TVH 41, 11, april/mei 2010). In de zomer van 2010 verschenen twee dissertaties, van Anneke Sools (De ontwikkeling van narratieve competentie. Bijdrage aan een methodologie voor de bestudering van gezond leven), en Elena Bendien (From the Art of Remembering to the Craft of Ageing). - De onderzoeksgroep organiseerde een workshop tijdens de 39th Annual Conference Identities, Care and Everyday Life van de British Society of Gerontology (5-9 juli, Brunel University West London), onder leiding van Jan Baars. Lena Bendien, Joep Dohmen, Hanne Laceulle en Anja Machielse presenteerden papers.
Externe financiering Het Fonds Sluyterman van Loo heeft in 2010 subsidiëring toegezegd van een onder leiding van Roelof Hortulanus uit te voeren onderzoek naar de rol van (amateuristische) kunstbeoefening voor zingeving bij ouderen. De onderzoeksgroep ziet mogelijkheden bij te dragen aan de uitwerking van een onderzoeks programma rond het NWO-thema Leven in gezondheid. Zij bereidde zich voor op subsidieaanvragen in 2011 voor een onderzoek naar zingeving en life events en een onderzoek naar leefstijlen en de bevordering van levenskunst – in persoonlijke competenties, eigen regie en sociale contacten – van ouderen.
De de kunst van het ouder worden In de laatste eeuw is onze gemiddelde levensverwachting meer dan verdubbeld. Veel is al gezegd over de economische, biologische en medische gevolgen daarvan. Maar wat betekent ouder worden eigenlijk? Hoe geef je zin aan het leven op oudere leeftijd? In de goed ontvangen bundel De kunst van het ouder worden brengen hoogleraren Jan Baars en Joep Dohmen bekende en minder bekende teksten bijeen over ouderdom uit de geschiedenis van de filosofie. Prof. dr. Jan Baars, bijzonder hoogleraar ouder worden & levensloop en prof. dr. Joep Dohmen, hoogleraar praktische en wijsgeringe ethiek, tijdens de presentatie van hun boek.
22
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
GEESTELIJKE WEERBAARHEID EN HUMANISME Dit onderzoeksproject betrekt humanisme en geestelijke weerbaarheid op elkaar vanuit een hedendaagse context. Het zoekt naar verdere ontwikkeling van een humanisme in gesprek met verschillende levensbeschouwingen, vanuit de verwachting dat dit de geestelijke weerbaarheid kan versterken die vandaag de dag nodig is. Dit op dialoog gerichte humanisme vertrekt vanuit humanistische grondwaarden en kenmerkt zich door openheid en wederkerigheid. Het zet in op een gezamenlijke zoektocht in plaats van op vastliggende antwoorden, en vraagt om omgang met eindigheid, onzekerheid, en verschillen. Als levensbeschouwing manifesteert het humanisme zich als een kritisch onderzoekende en vernieuwende beweging in de cultuur – als een eigen traditie dus, maar niet exclusief. Als onderzoekende en op (wetenschappelijk) debat gerichte levensbeschouwing zoekt het humanisme uitdrukkelijk verbinding met ‘humanistisch’ te noemen elementen en stromingen in andere religieuze en levensbeschouwelijke tradities. Het project kent drie invalshoeken. Ten eerste een historisch perspectief, dat zich richt op de geschiedenis van het humanisme. Dit onderzoek is ondergebracht in het J.P. van Praag instituut (zie ook hoofdstuk 8). Een tweede perspectief is empirisch/praktijkgericht, en doet onderzoek naar geestelijke weerbaarheid in relatie tot geestelijke begeleiding. De derde invalshoek is filosofisch, en onderzoekt de betekenis van voorbeeldfiguren.
Focus Onderzoek naar het thema resilience gebeurt wereldwijd. Een bekend voorbeeld is het multidisciplinaire International Resilience Project, gecoördineerd vanuit Dalhousie University in Canada. Het UvH project ontwikkelt een eigen benadering door: • de focus op de relatie tussen resilience en levensbeschouwing; • de nadruk op dialoog, community building, openheid en ruimte voor interpretatie, naast aandacht voor de versterking van het zelf en individuele weerbaarheid; • het historisch perspectief. Het project beoogt mede een actualisering te zijn van de zogenaamde grote strijd van Jaap van Praag, de founding father van het Nederlands humanisme; • de oriëntatie op geestelijke begeleiding. De resultaten van elders uitgevoerd onderzoek naar resilience vinden ook toepassing in hulpverlening en begeleiding, maar nergens anders is dit specifiek gericht op geestelijke begeleiding.
Samenstelling van de projectgroep Projectleider: Leden:
prof. dr. Joachim Duyndam prof. dr. Hans Alma, dr. Christa Anbeek, prof. dr. Joep Dohmen, drs. Bert Gasenbeek, dr. Yvonne Leeman, drs. Saskia van Goelst Meijer, dr. Ton Jorna, drs. Wouter Kuijlman, dr. Abdelilah Ljamaj, drs. Jan Hein Mooren, prof. dr. Stefan Schmidt, dr. Carmen Schuman, dr. Anneke Sools, drs. Vincent Stolk.
Samenwerking
Het project zoekt vooral samenwerking met professionals die werkzaam zijn in humanistische praktijken zoals de geestelijke verzorging. Daar is veel vraag naar inhoudelijke voeding op het gebied van humanisme, humanistische traditie en levensbeschouwing. Geestelijke weerbaarheid is immers een belangrijke doelstelling van geestelijke begeleiding. In 2010 startten projectleden een ontwikkelingsonderzoek naar mogelijkheden van geestelijk verzorgers binnen eerstelijnsbehandelteams. Zij voerden verkennende gesprekken met de VGVZ, zorgverzekeraar Menzis, Kris Vissers (hoogleraar palliatieve zorg UMC Radboud), het Humanistisch Verbond, vertegenwoordigers van verschillende tweedelijnteams geestelijke verzorging (UMC Radboud, UMC Utrecht) en een vertegenwoordiger van de vrijgevestigde humanistisch geestelijk verzorgers. Leden hielden lezingen en publiceerden wetenschappelijke en opiniërende artikelen. Daarin bepleitten zij dat ook deskundigen in de eerstelijnszorg aandacht moeten hebben voor vragen over zingeving. Ook is besloten om in de regio Nijmegen/Zwolle een project geestelijke verzorging binnen huisartsenpraktijken te starten. Daarnaast loopt er een project Extramurale geestelijke verzorging in Arnhem. Het onderzoek wordt in 2011 voortgezet.
Resultaten - Er zijn verschillende symposia georganiseerd. De kick off van het project vond plaats rondom de presentatie van de bundel Waarvoor je leeft (Alma & Smaling, red.). Er was een voorjaarssymposium van de humanistisch geestelijk verzorgers over veerkracht, een publieksbijeenkomst over humanisme, politiek en het publieke debat, en een publieksavond over Multatuli. Joachim Duyndam sprak voor koningin Beatrix op een bijeenkomst over inter-levensbeschouwelijke dia-
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
23
loog en inter-levensbeschouwelijke samenwerking. - In 2010 publiceerde Christa Anbeek het boek Overlevingskunst. Van Joep Dohmen verscheen het al eerder genoemde Brief aan een middelmatige man. Beide boeken spreken een breed publiek aan en kregen veel aandacht in de media. Jan Hein Mooren publiceerde een boek over humanistische geestelijke verzorging in justitiële instellingen. Van zijn hand verscheen ook een belangrijk rapport over ambtelijke binding. Onder redactie van Bert Gasenbeek verscheen een bundel over Multatuli, bestemd voor een humanistisch gezind publiek. Bert Gasenbeek schreef artikelen over de geschiedenis van het humanisme. Joachim Duyndam publiceerde enkele artikelen waarin de betekenis van voorbeeldfiguren voor geestelijke weerbaarheid in een breder kader van mimesis is onderzocht. - Carmen Schuhmann schreef over literaire inspiratiebronnen van het geestelijk werk, en Stefan Schmidt over experimenten met bijzondere ervaringen. Verder publiceerde Christa Anbeek artikelen over spiritualiteit en palliatieve zorg, en Ton Jorna over een inter-levensbeschouwelijke visie op zorg. - Projectleden verzorgden een groot aantal lezingen, zowel op wetenschappelijke congressen als voor een breder publiek, wat de zichtbaarheid van de onderzoeksgroep versterkte. Het J.P. van Praag instituut organiseerde een aantal masterclasses over historisch onderzoek voor promovendi, met medewerking van onder anderen Bert Altena (Erasmus Universiteit Rotterdam), Lodewijk Winkeler (KDC) en David Nash (Oxford).
Op 1 december presenteerde Christa Anbeek haar nieuwe boek Overlevingskunst, een verslag van haar zoektocht naar de diepere zin van dood en leven. Anbeek gaat te rade bij hedendaagse denkers en schrijvers. Is er een houding van levenskunst te vinden als je geliefde sterft, of is het puur een kwestie van overleven?
NORMATIEVE PROFESSIONALISERING Het project richt zich in de eerste plaats op normatieve componenten in het handelen van professionals en de daarmee verbonden ethische, morele en politieke waarden. Denk aan vragen als: Wanneer beslist een politie agent om te bekeuren? Hoe gaan leerkrachten om met het pesten van leerlingen? Hoe gaan verzorgers om met de emoties van ouderen in verpleeghuizen? Maar ook bredere vragen komen aan bod, zoals: Hoeveel aandacht is er in beursgenoteerde bedrijven voor maatschappelijk verantwoord ondernemen? Dit noemen we normatieve professionaliteit. In de tweede plaats is het onderzoek gericht op het vergroten van ruimte voor een reflexieve, lerende omgang met de normatieve inhoud van het professionele handelen en de daarmee verbonden waarden. Hoe kunnen we in professioneel verband de reflectie op eigen waarden bevorderen? Dit noemen we normatieve professionalisering.
24
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Het gaat hierbij om professionals in allerlei maatschappelijke domeinen, zoals de zorg, het onderwijs, de sociale sector, maar ook de politie, de rechterlijke macht, het bedrijfsleven en technische beroepen. Onderzoek naar Normatieve Professionalisering is formeel in 2010 in een project ondergebracht maar kent een lange voorgeschiedenis. Vanaf 2005 werken medewerkers uit verschillende secties samen aan onderzoek naar dit thema. Bovendien vertoont het onderzoek van de groep ‘Zorgethici uit Tilburg’ een grote thematische verwantschap met dit project. De komst van deze groep naar de UvH opent nieuwe mogelijkheden om in de loop van de komende jaren de sterke punten van beide groepen vruchtbaar te combineren.
Focus Het project heeft drie doelstellingen. Ten eerste levert het vernieuwende bijdragen aan het wetenschappelijke en maatschappelijke debat over normatieve professionaliteit en normatieve professionalisering, zowel op nationaal niveau als in internationaal verband. In de tweede plaats ontwikkelt het praktische aangrijpingspunten en methodieken voor professionals om adequater om te gaan met de normatieve inhoud van hun professionele handelen en alle daarmee verbonden vragen en dilemma’s. Ten derde versterkt het de verbindingen tussen de twee grondbegrippen van de humanistiek: zingeving en humanisering. Ook draagt het bij aan de inhoudelijke en praktische vernieuwing van het humanisme vanuit de theorie en de praktijk van normatieve professionalisering.
Samenwerking Om de doelstellingen te realiseren, zoekt het project niet alleen aansluiting bij beroepspraktijken van humanistische organisaties. Projectleden werken ook samen met andere beroepspraktijken die ethische en morele vragen over professioneel handelen aan de orde willen stellen. Denk aan (semi-) overheidsorganisaties die vragen hebben over integriteit. Of aan zorgethiek, moreel beraad en de presentiebenadering in de sectoren zorg en welzijn. Maar ook aan de vragen over beroepseer en professionaliteit in het onderwijs, de theorie en praktijk van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook kwesties als eigentijdse benaderingen in management en bestuur, zoals die van het co-creërend leiderschap, en ontwikkelingsvragen en praktijken rond de cultuur van organisaties vergen ethische en morele afwegingen. De maatschappelijke verankering van het project is verder versterkt via dienstverlening aan en samenwerking met een aantal geïnteresseerde organisaties, waaronder SIOO, Universiteit Nijenrode, De Nederlandse Politieschool, Humanitas, Hivos en de Stichting Passie voor Zorg. Tevens is vanuit het project actief deelgenomen aan extern aanbod van het UvH Praktijkcentrum voor Zingeving & Professie. Daarnaast is in 2010 gewerkt aan de verdere internationalisering van het onderzoek. In de eerste plaats is de samenwerking versterkt met prof. dr. Paul Cilliers (Stellenbosch Institute for Advanced Studies in Zuid Afrika) op het gebied van kritische complexiteitstheorie, en met prof. dr. Frans de Waal (Emory Universiteit Atlanta) op het gebied van de evolutionaire wortels van empathie en het overbruggen van de kloof tussen de natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen. Ook werden bestaande samenwerkingsrelaties met de universiteiten van Keele en Lancaster verder versterkt, onder andere via de aanstelling van Kaulingfreks als Honorary Professor aan het Management Centre van Lancaster University en via het internationale netwerk dat voor de DBA opleiding is opgebouwd.
Samenstelling van de projectgroep Projectleiders: Leden:
prof. dr. Harry Kunneman en prof. dr. Gerty Lensvelt-Mulders prof. dr. Hans van Ewijk, dr. Gaby Jacobs (LESI), dr. Ton Jorna, dr. Ruud Kaulingfreks, dr. Yvonne Leeman, prof. dr. Hugo Letiche, dr. Martien Schreurs, dr. Carmen Schuhmann, dr. Fernando Suárez-Müller en prof. dr. Wiel Veugelers.
Resultaten
- De activiteiten in 2010 waren gericht op inhoudelijke verdieping, internationalisering en maatschappelijke verankering. Zo startten projectleden een vergelijkend empirisch onderzoek naar de kenmerken van succesvolle trajecten van normatieve professionalisering in allerlei professionele praktijken. In samenwerking met promovendi en geïnteresseerde onderzoekers buiten de universiteit zijn acht kleinschalige deelonderzoeken opgestart in de ouderenzorg, de eerstelijns-
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
25
In de maand van de Filosofie organiseerden de UvH en de Internationale School voor Wijsbegeerte ISVW op 11 april een middag met Ian Buruma, naar aanleiding van zijn boek Taming the Gods. Hierin geeft Buruma een analyse, die vergelijking mogelijk maakt van de spanningen tussen religie en politiek op drie continenten.
psychologie, het hoger onderwijs, de sociale sector en onder organisatieadviseurs.3 Eind 2011 komen de eerste resultaten beschikbaar. - Ook is gewerkt aan wetenschapstheoretische en methodologische vragen, verbonden met het bevorderen van normatieve professionalisering. Gangbare wetenschappelijke benaderingen – zowel de traditionele als de postmoderne – ontkennen de mogelijkheid van reflexieve leerprocessen waar het gaat om normativiteit in professioneel handelen. Dit project wil een eigentijds wetenschapstheoretisch en methodologisch kader uitwerken, waarbinnen adequaat professioneel handelen op een complexe, meervoudige kennisbasis is gestoeld. Het project bouwt hierbij voort op de resultaten van drie door NWO gefinancierde onderzoeksprogramma’s die het afgelopen decennium op de universiteit zijn uitgevoerd: • het onderscheid tussen drie kennismodi en de notie van horizontale transcendentie, uitgewerkt door Kunneman (Kunneman 2005, 2007, 2009, 2010 a en b); • het kritische complexiteit denken, in aansluiting op het baanbrekende werk van Paul Cilliers en Edgar Morin (Morin 2009; Cilliers 1998, 2005, 2010; Kunneman 2010 a en b; Pieters 2010; Derkx & Kunneman 2011); • nieuwe conceptuele verbindingen tussen de natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen in aansluiting op ontwikkelingen in de neurobiologie, in het bijzonder het werk van Varela en Damasio, en de primatologie, en dat van Frans de Waal en Sarah Blaffer Hrdy rond de diepe evolutionaire wortels van empathie. - Tot slot richtte het onderzoek zich op het erkennen en uitwerken van kritische stromingen binnen de organisatiekunde die aanknopingspunten bieden voor het verankeren van normatieve professionalisering in de cultuur en de werkvormen van professionele, kennisintensieve organisaties. Daarbij gaat het onder meer om narratieve stromingen (Gabriel, Czarniawska); om ‘organizational learning ( Argyris); postmoderne en sociaal-constructivistische organisatietheorieën (Burrell, Boje, Chia, Weick) en benaderingen in het teken van co-creatie en van respecteerbare vormen van machtsuitoefening en organisatorische besluitvorming (Wierdsma, Hetebrij). Voor deze ontwikkelingslijn bouwt het project mede voort op het werk van Hugo Letiche en een aantal promoties dat de afgelopen jaren op dit gebied aan de universiteit verdedigd is in het kader van onze DBA-opleiding (Letiche 2005, 2007, 2010). Tevens bouwt het voort op het werk van Kaulingfreks over postmoderne organisatietheorie. (Kaulingfreks 2004, 2007, 2009, 2010). - In 2010 zijn in het kader van het project twee dissertaties verschenen: die van Cees Pieters over kritisch complexiteit denken en die van Rob Hundman over kritische organisatietheorie. Verder zijn er tien wetenschappelijke artikelen en hoofdstukken gepubliceerd van de hand van Hugo Letiche, Harry Kunneman, Ruud Kaulingfreks en Gerty Lensvelt-Mulders. (Zie hiervoor de publicatielijst in dit verslag.) Tenslotte is een groot aantal lezingen verzorgd rond normatieve professionalisering, met name door Ruud Kaulingfreks en Harry Kunneman.
Externe financiering
In 2010 is vanuit het project een NWO-aanvraag ingediend onder de titel ‘Hermeneutic naturalism’ die als uitstekend beoordeeld is en subsidiabel bevonden, maar bij gebrek aan middelen niet is gefinancierd. De aanvraag wordt in 2011 opnieuw ingediend. Paul Cilliers en Frans de Waal participeren als adviseur en beoogd promotor.
3 Het gaat daarbij om kleinschalige empirische onderzoeken naar normatieve professionalisering in de volgende sectoren en domeinen: eerstelijns geestelijke gezondheidszorg (Dineke Smit, promotieonderzoek UvH), jeugdzorg en welzijnswerk (Hans van Ewijk, BHL, UvH), sociaal werk (Frans Berkers, promotieonderzoek UvH), maatschappelijk verantwoord ondernemen (Marije Klomp, master thesis UvH), ouderenzorg (Harry Kunneman HL, UvH), mensen met een beperking (Gerben Abma, extern onderzoeker), professionals in kennisintensieve organisaties (Ruud Kaulingfreks, UHD, UvH), beleidsmakers en functionarissen (Martien Schreurs, UD UvH, en Pascal Leuvenink, masterstudent), facilitators van communities of practice (Els Bliekendaal, extern onderzoeker) en forensische pyschiatrie (Swanny Kremer, extern onderzoeker).
26
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
KERNGEGEVENS ONDERZOEK Publicaties in aantallen
Soort Aantal Dissertaties 5 Wetenschappelijk gerefereerde publicaties Artikelen in tijdschriften 24 Artikelen in proceedings 6 Hoofdstukken in bundels 16 Monografieën 1 Subtotaal Wetenschappelijk gerefereerde publicaties 47 Wetenschappelijk niet-gerefereerde publicaties Artikelen in tijdschriften 2 Artikelen in proceedings 9 Hoofdstukken in bundels 12 Monografieën 3 Bundels 4 Themanummers tijdschriften 1 Rapporten 1 Oraties 2 Subtotaal Wetenschappelijk niet gerefereerde Publicaties 34 Totaal wetenschappelijke publicaties 81 Vakpublicaties Artikelen in tijdschriften 26 Artikelen in proceedings 2 Hoofdstukken in bundels 7 Bundels 3 Themanummers Tijdschriften 1 Rapporten 3 Totaal Vakpublicaties 42 Populariserende publicaties Artikelen in tijdschriften 3 Artikelen in dag- en weekbladen 4 Hoofdstukken in bundels 2 Bundels 1 Totaal Populariserende publicaties 10 Voor een overzicht van titelbeschrijvingen van deze publicaties zie de bijlage bij dit jaarverslag.
Foto‘s: Arnaud Mooij
Op 13 januari hield prof.dr. Gerty Lensvelt-Mulders haar oratie De gedachte wetenschap. Op 8 november hield prof.dr. Hans van Ewijk zijn oratie Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
27
De universiteit hanteert als norm dat per 0,4 fte onderzoekstijd jaarlijks drie wetenschappelijke artikelen moeten worden gepubliceerd, of een equivalent daarvan in de vorm van andersoortige publicaties. Verder moet de helft van het totaal aantal wetenschappelijke publicaties internationaal zijn, en moet een derde van de wetenschappelijke publicaties gerefereerd zijn. Tot slot moet jaarlijks per 0,4 fte onderzoekstijd minstens één artikel in een vaktijdschrift of populariserend medium worden gepubliceerd. Aan deze normen is in 2010 opnieuw zeer ruimschoots voldaan. De normen worden met ingang van 2011 aangescherpt. Norm in artikelequivalenten (AE) Gerealiseerd Input: 11,9 fte Wetenschappelijke publicaties basisnorm Wetenschappelijke publicaties internationaal Wetenschappelijke publicaties gerefereerd Vakpublicaties en populariserende publicaties
3 AE per 0,4 fte 1,5 AE per 0,4 fte 1 AE per 0,4 fte 1 AE per 0,4 fte
89,5 AE 45 AE 30 AE 30 AE
148,5 AE 108 AE 96 AE 54,5 AE
Promotieonderzoek Een klein deel van de promovendi is als werknemer in dienst van de universiteit. De universiteit heeft een beperkt aantal formatieplaatsen voor promovendi waarvan een deel door NWO wordt gefinancierd. In de periode 2002 - 2006 zijn vijf promovendi aangesteld. Daarvan zijn er in 2010 twee gepromoveerd. De vier promovendi die na 2008 zijn aangesteld, worden sinds dit jaar in de Graduate School opgeleid. Er zijn met name veel zogenaamde buitenpromovendi. Met ingang van 2010 worden nieuwe buitenpromovendi ook opgeleid en begeleid in de Graduate School. Dit jaar zijn voor het laatst promovendi toegelaten tot het PhD-programma Meaning in Organization.
31-12-2010
# Promovendi Meaning in Organization
# Promovendi # Promovendi # Promovendi Graduate School Overig Totaal
Geregistreerd door 23 12 5 34 6 4 College voor Promoties
69
Nog niet geregistreerd door College voor Promoties
25
5 7
10
40
Totaal
48
17
44
109
Op 31 december 2009 waren er 20 door het College voor Promoties geregistreerde promovendi en nog eens 69 nog niet geregistreerde promovendi. Het totaal aantal promovendi is in 2010 dus met circa 20 procent toegenomen. Bovendien zijn in inmiddels veel meer promovendi door het College van Promoties geregistreerd op grond van een beoordeling van onderzoeksvoorstellen. In 2010 hebben aan de universiteit net als in 2009 vijf promoties plaatsgevonden: die van Lena Bendien, Rob Hundman, Cees Pieters, Anneke Sools en Lisbeth Verharen. Lena Bendien doorliep de DBA-opleiding. Anneke Sools en Cees Pieters waren als promovendus in dienst van de universiteit Het onderzoek van Cees Pieters werd door NWO gefinancierd. (Zie ook publicatielijst)
4 Registratie door het College voor Promoties vindt plaats nadat het onder zoeksvoorstel door het college is goedgekeurd. Promovendi die nog niet zijn geregistreerd hebben óf nog geen onderzoeksvoorstel ingediend of moeten opnieuw een verbeterde versie indienen. 5 Waaronder vier promovendi die in dienst van zijn de universiteit. 6 Waaronder drie promovendi die in dienst zijn van de universiteit. 7 Vier voorstellen moeten worden herzien en worden begin 2011 opnieuw behandeld. Eén voorstel wordt begin 2011 voor het eerst ingediend.
28
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
4 B E D R I J F S V O E R I N G E N P E R S O N EE L Huisvesting Na de verhuizing naar het historische pand aan de Kromme Nieuwegracht 29 in 2009, konden alle activiteiten van de UvH onder één dak plaatsvinden. In 2010 bleek dat het gebouw goed voldoet aan de wensen en verwachtingen. De huisvesting op één locatie bracht veel voordelen. Zo groeide de goedvoorziene kantine uit tot een centrale ontmoetingsplaats, werd de tuin in de zomermaanden volop gebruikt als studie- en ontmoetingsplek en maakte de open positie van de bibliotheek in het hart van het gebouw deze tot kenniscentrum bij uitstek. Omdat de studenten behoefte hadden aan meer stille werkplekken, zijn hiervoor flexplekken op de tweede etage ingericht. Groot onderhoud is uitgevoerd aan de zuidgevel, waarbij onder meer alle raam- en deurkozijnen grondig onder handen zijn genomen. In 2010 is de universiteit lid geworden van de Monumentenwacht Utrecht, die jaarlijks de inspectie uitvoert naar de staat van onderhoud van het monumentale pand. Ook is opdracht gegeven tot het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan.
Bekostigingsstelsel Met ingang van 2009 verloopt de bekostiging van de universiteit door het Ministerie van OCenW volgens dezelfde systematiek als voor de andere bekostigde universiteiten. Het werken volgens deze systematiek bracht in 2010 veel extra administratief werk met zich mee.
Administratieve Organisatie/Interne Controle In 2010 is op advies van de accountant de administratieve organisatie en de interne controle (AO/IC) beschreven. De aanbevelingen in het rapport AO/IC worden vanaf 2011 geleidelijk uitgevoerd.
Organisatie van het ondersteunend en beheerspersoneel In februari 2010 is het rapport Continuïteit en Ambitie door het CvB vastgesteld. Dit rapport verwoordt de onderzoeksresultaten in de tweede fase van het organisatieontwikkelingsproject van de OBP-formatie. Het rapport gaat in op de organisatiestructuur van het OBP. Deze is op basis van dit rapport in 2010 teruggebracht van organisatorische eenheden naar drie afdelingen.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim van 4,54 procent in 2010 betekent een daling ten opzichte van 2009, toen dit 6,04 procent bedroeg. Het verzuim wordt net als in 2009 vooral veroorzaakt door het aantal langdurig zieken. In 2010 hebben de leidinggevenden deelgenomen aan een training verzuimbeïnvloeding.
Mobiliteit In de loop van 2010 zijn vier medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde tijd met ontslag gegaan wegens pensionering of op eigen verzoek. Daarnaast vonden intern functieverschuivingen plaats. De hierdoor ontstane vacatures zijn in 2010 opgevuld door uitbreiding van bestaande aanstellingen en door instroom van vijf nieuwe medewerkers.
Bezoldiging leden college van bestuur Leden van het College van Bestuur zijn als gewoon hoogleraar verbonden aan de universiteit. Voor het lidmaatschap van het college van bestuur worden zij als volgt bezoldigd:
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
29
1 Een salaristoelage • de rector ontvangt een toelage van: [omvang bestuurlijke taak] x [10% van het bruto maandsalaris, van het maximum van salarisschaal 16] • het lid CvB ontvangt een toelage van: [omvang bestuurlijke taak] x [10% van het bruto maand salaris, van het maximum van schaal 15]. 2 Een sabbats-/onderzoeksverlof in de vorm van een onderwijsvrije periode (3 jaar zitting / 1,0 fte = 6 maanden onderwijsvrij). Het verlof is afhankelijk van de omvang van de bestuurlijke taak. Bij een kortere zittingstermijn wordt een recht op een sabbatsverlof naar rato opgebouwd per zittingsjaar (1 jaar zitting/1,0 fte = 2 maanden onderwijsvrij).
Personeel Personeelsbezetting wetenschappelijk personeel per 31-12-2010 Aantal fte Aantal fte Aantal fte Categorie Vrouw Vrouw Man Man Totaal Totaal Promo 5 4,20 2 1,80 7 6,00 Doc/ond 14 4,47 5 2,00 19 6,47 Ud 7 5,17 7 4,55 14 9,72 Uhd 2 1,50 3 2,40 5 3,90 Hl 2 2,00 4 3,10 6 5,10 Bhl - - 8 1,60 8 1,60 Totaal 30 17,34 29 15,45 59 32,79
Personeelsbezetting ondersteunend en beheerspersoneel peildatum 31-12-2010 Aantal fte aantal fte Aantal fte Functieniveau Vrouw Vrouw Man Man Totaal Totaal Sa 17 2,33 5 0,62 22 2,95 II 14 3,79 8 5,03 22 8,82 III 12 7,24 4 3,30 16 10.54 IV 6 2,50 8 5,23 14 7,73 V 1 0,70 2 1,40 3 2,10 Totaal 50 16,56 27 15,58 77 32,14 Legenda: Sa
studentassistentschaal
II
wml, inleen & schaal 4-6
III
schaal 7-9
IV
schaal 10-12
V
schaal 13-14
Leeftijdsopbouw personeelsbestand peildatum 31-12-2010 personen Categorie wp obp <36 jaar 12 36 36-45 jaar 7 10 46-55 jaar 10 15 56-65 jaar 17 10 > 65 jaar 3 0
Totaal 48 17 25 27 3
Ziekteverzuim over 2010 % Categorie Kort 0,74 Middellang 0,93 Lang 2,87 Totaal 4,54 Legenda: kort
< 1 wk
Middellang 1-6 wkn Lang
30
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
> 6 wkn
5 B I B L I O T H EE K
Beleid De bibliotheekdienstverlening van de universiteit is per 1 juli 2009 met een meerjarencontract ondergebracht bij de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU). In 2010 is er onder meer gewerkt aan de verdere integratie van de voormalige UvH-bibliotheek binnen de UBU, het onderwijs in bibliotheekvaardigheden, de invoering van het bibliografisch programma Refworks en de uitvoering van achterstallig bindwerk.
Dienstverlening In het verslagjaar bedroeg het aantal uitleningen uit de eigen collectie via alle UBU locaties (inclusief de eigen locatie) 4026. Het aantal uitleningen via de balie van de universiteit (inclusief items uit andere collecties) nam af van 6.145 naar 5.459. Deze daling kan te maken hebben met het feit dat de boeken uit de eigen collectie (bijvoorbeeld het depot) ook via de balies van andere UBU-locaties geleend kunnen worden. De Database Praktische Humanistiek (DPH) groeide met 101 artikelen en kwam daarmee eind 2010 op 4717 artikelen. In 2010 is het nog niet gelukt om deze database en de Beelddatabank Vrijdenken op de UBU-webpagina (vakgebied Humanistiek) toegankelijk te krijgen. Dit gebeurt in 2011. Het aantal IBL-aanvragen (leen en kopie) bleef met 145 gelijk in aantal. De bibliotheek verstrekte 26 kopieaanvragen en 125 leenaanvragen. De vakspecialist Humanistiek verzorgde het onderdeel bibliotheekvaardigheden voor de drie bachelorjaren. Nieuw waren de bibliotheekvaardigheidsinstructies (inclusief Refworks) voor de minorgroepen en studenten van de Graduate School. In 2010 werd het bibliografisch programma Refworks aangeschaft. Inmiddels zijn er 140 accounts voor dit programma geactiveerd. Er werden enkele Refworks-instructies voor stafleden verzorgd. In 2011 zal het gebruik van Refworks door cursussen en voorlichting gestimuleerd worden. Tevens zal de vakspecialist onderzoeken in hoeverre de universiteit gebruik kan gaan maken van de voorzieningen van de UBU op het gebied van E-books, E-readers en virtuele kenniscentra.
Collectie Het aantal nieuw aan geschafte boeken in 2010 bedraagt 500 titels. Dat is aanzienlijk meer dan de 196 in 2009. Het aantal abonnementen op periodieken bleef vrijwel constant op ruim 100.
Huisvesting Op het gebied van de huisvesting is er in 2010 begonnen met het oplossen van een aantal knelpunten, zoals onvoldoende verlichting, geluidsoverlast en niet-functionele trappen bij de boekenkasten. Ook komt er een betere indeling van de studieruimte.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
31
6 P R A K T I J K CE N T R U M Z I N G EV I N G & P R O F E S S I E De universiteit heeft haar derde geldstroom activiteiten ondergebracht in het praktijkcentrum Zingeving & Professie. De missie van dit praktijkcentrum is bij te dragen aan processen van zingeving en humanisering in beroepspraktijken en organisaties. Dit doet het centrum door trainingen, programma’s, workshops, theater, conferenties en coaching. Het praktijkcentrum biedt een organisatorisch platform voor bestaande derde geldstroom activiteiten van individuele UvH-medewerkers en van gelieerde instituten. Daarnaast initieert het centrum nieuw aanbod en ontwikkelt nieuwe werkvormen in samenspraak met potentiële afnemers.
Trainingen en programma’s De opleiding tot Integriteitsfunctionaris is een eenjarige opleiding bestaande uit tweewekelijkse bijeenkomsten van een hele dag. De opleiding wordt door het praktijkcentrum verzorgd samen met docenten van het bureau Governance & Integrity en andere partijen. In 2010 is deze opleiding door 30 deelnemers gevolgd en met succes afgerond. De deelnemers zijn onder andere werkzaam bij het Ministerie van Defensie en bij de politie. Sinds februari 2010 heeft Zingeving & Professie de organisatie van de een- en tweedaagse trainingen van het Netwerk Kwalitatief Onderzoek (KWALON) overgenomen. In 2010 zijn in 16 trainingen aan de UvH verzorgd en 6 incompanytrainingen. Aan beide soorten trainingen namen in totaal zo’n 240 mensen deel. Opdrachtgevers van de incompanietrainingen waren onder andere UMC Nijmegen, UMC Groningen, VU afdeling Criminologie, Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Erasmus Universiteit. De trainingen aan de UvH werden gevolgd door deelnemers van alle Nederlandse universiteiten en hogescholen en van onderzoeksbureaus. Daarnaast zijn de volgende trainingen en programma’s verzorgd: Zingeving en Macht in Organisaties (twee maal, 15 deelnemers); Aandacht in organiseren (8 deelnemers); tweedaagse incompanytraining Humane waarden in opdracht van Erasmushiem (ongeveer 100 deelnemers); en de module Methodiek van de geestelijke begeleiding voor moreel consulenten in Brussel (ongeveer 15 deelnemers).
Coaching In 2010 heeft Zingeving & Professie het coachingstraject Learning Communities voor humanistisch geestelijk verzorgers in de zorg in opdracht van het Humanistisch Verbond voortgezet en afgerond. Dit coachingstraject is gericht op beroepsvernieuwing. Het traject werd gevolgd door 44 geestelijk verzorgers en door hen positief tot zeer positief gewaardeerd. In overleg met het Humanistisch Verbond wordt voor 2011 een vervolgtraject gepland. Daarnaast zijn enkele individuele coachingstrajecten verzorgd, onder andere in opdracht van Jeugdhulp Friesland.
(Bijdragen aan) conferenties en symposia In samenwerking met de afdeling Bestuur & Communicatie organiseerde het praktijkcentrum dit jaar de Diesviering Zin in Werk voor ongeveer 100 deelnemers. Samen met Governance & Integrity organiseerde het centrum in november een werkconferentie rond integriteit, bestemd voor huidige deelnemers en alumni van de opleiding. Zingeving & Professie faciliteerde lezingen en workshops – op conferenties en symposia – van verschillende leden van de wetenschappelijke staf. Ook verzorgde Zingeving & Professie de inhoudelijke invulling en werkvorm van drie conferenties: de voor- en najaarsconferentie van het Humanistisch Verbond en het ochtendgedeelte van een conferentie van de Stichting Passie voor Zorg.
32
Universiteit UNIVERSITEIT voor VOOR Humanistiek HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010 2010
Toetstheater Sinds januari van dit jaar werkt het praktijkcentrum samen met een groep trainer-acteurs die voorheen deel uitmaakte van de Stichting Toetstheater. De stichting is opgeheven en het praktijkcentrum is nu de enige aanbieder van deze vorm van inspringtheater. Daarin wordt casuïstiek uitgespeeld met regieaanwijzingen uit het publiek. Het Toetstheater verzorgt voorstellingen in zorgorganisaties. In 2010 heeft het praktijkcentrum 21 opdrachten voor voorstellingen verworven en uitgevoerd. Daarnaast is ook incidenteel met andere trainer-acteurs aan vormen van inspring- en forumtheater gewerkt.
Opdrachtonderzoek Een evaluatieonderzoek naar een bijscholingsproject voor ex-gedetineerden is in het voorjaar van 2010 afgerond. Zin in werk was het thema van de 21 e Dies Natalis op 29 januari. Een feestelijke middag met lezingen en workshops, verzorgd door het Praktijkc entrum Zingeving & Professie. Jos Kessels verzorgde de key note. Kessels is medeoprichter van Het Nieuwe Trivium, een opleidingsinstituut dat de klassieke filosofie gebruikt in de moderne praktijk van management en organisatie.
Het Socratisch orkest, een workshop van alumnus Freek Zwanenburg.
7 H E T K O S M O P O L I S INSTITUTE In 2010 richtte het Kosmopolis Institute zich vooral op versterking van de internationale samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek, verdere integratie van Kosmopolis activiteiten binnen de universiteit en op de disseminatie en valorisatie van kennis, in het bijzonder binnen het door Hivos gefinancierde ‘Pluralisme Kennisprogramma’.
Kennisprogramma De eerste contractfase van het Pluralisme Kennisprogramma eindigde in december 2010. Koerswijzingen in het Nederlands overheidsbeleid voor ontwikkelingssamenwerking en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen zorgden voor enige vertraging in de uitwerking en formalisering van de tweede fase van het programma (2011-2013). Samenwerkingspartner Hivos heeft door een intentieverklaring aangegeven het programma te zullen continueren. In maart 2011 is een nieuw contract ondertekend en zijn ook de institutionele samenwerkingsovereenkomsten met de buitenlandse academische partners formeel verlengd.
Onderwijs De zevende editie van de jaarlijkse Kosmopolis zomerschool vond plaats in Yogyakarta in Indonesië en werd georganiseerd in samenwerking met het Center for Religious and Cross-Cultural Studies van de Gadjah Mada University. Naast masterstudenten van de universiteit waren er deelnemers uit Indonesië, India en Oeganda. Het Kosmopolis Institute ontwikkelde het programma van één van de vier cursusweken voor het pilotjaar van de Graduate School. Tijdens deze cursusweek kwamen vraagstukken van humanisering en globalisering aan de orde. Academici verbonden aan onze internationale partnerorganisaties verzorgden een deel van het onderwijs. Vier buitenlandse jonge onderzoekers die zijn verbonden aan het Pluralisme Kennisprogramma, registreerden zich als promovendi en namen deel aan de bovengenoemde onderwijsweek. Hun promotie wordt begeleid door hoogleraren van de universiteit en medewerkers van het Kosmopolis Institute en het Centre for the Study of Culture and Society (India), Gadjah Mada University (Indonesië) en Uganda Martyrs University (Oeganda).
Publicaties In de Pluralism Paper Series verschenen twee nieuwe publicaties. Eén van Justice Aftab Alam, rechter voor het Hooggerechtshof van India, over ‘The Idea of Secularism and the Supreme Court of India’, en het artikel ‘Pluralism, Human Rights and Civil Society’ in India, geschreven door Prof. S. Kakarala, coördinator van het India pluralisme kennisprogramma. In het kader van kennisvalorisatie deed Kosmopolis uitgebreid onderzoek naar maatschappelijke praktijken van pluralisme en ontwikkelde een in 2011 te verschijnen Pluralism Tool Kit, bedoeld voor studenten en Civil Society Organisations in het Zuiden. Ook werden voorbereidingen getroffen voor een nieuw pilotproject over Pluralism and Sustainable Development dat in 2011 van start gaat. Er werd een structurele samenwerking tot stand gebracht tussen het UvH onderzoeksproject ‘Burgerschap in een Interculturele Samenleving’ (BIS) en het onderzoek van stafleden van Kosmopolis. Doel is het opzetten van gezamenlijk onderzoek. In samenwerking met Hivos en de UvH onderzoeksgroep BIS verzorgden Kosmopolis medewerkers twee thematische dossiers van het Tijdschrift voor Humanistiek. Eén handelt over kennis, verandering en internationale samenwerking en één over burgerschap en interculturaliteit.
Workshops en seminars Samen met het Institute for Social Studies (ISS), de Universiteit van Amsterdam en Hivos bereidde Kosmopolis een meerdaagse internationale conferentie voor over ‘Knowledge and Change’. Andere activiteiten waren een seminar met Prof. Peter van Lieshout van de Wetenschappelijke Raad voor
34
Universiteit UNIVERSITEIT voor VOOR Humanistiek HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010 2010
Foto‘s: Lilian van Rooij
het Regeringsbeleid (WRR) over hun invloedrijke rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’; een meerdaagse workshop over anticorruptietraining voor Indonesische onderwijsbeleidsmedewerkers en docenten (met ISS) en een training over de Capability Approach en sociale verandering voor de Unie van Vrijzinnige Verenigingen in België. Verder faciliteerde Kosmopolis een workshop over de veranderende relatie tussen politiek en religie voor politici en NGO-medewerkers uit de Balkan en Turkije, georganiseerd door het ‘International Democratic Initiative’ van de politieke partij D66 en een lezing voor het Humanistisch Verbond in Utrecht.
Het Kosmopolis Institute verzorgde een cursusweek voor het pilotjaar van de Graduate School.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
35
8 J.P. VAN PRAAG INSTITUUT V O O R O N D E R Z O E K NAAR De GESCHIEDENIS VA N H E T H U M A N I S M E Het J.P. Van Praag Instituut, opgericht in 2009, legt zich toe op bestudering van de geschiedenis van het humanisme in Nederland.
Activiteiten In 2010 vonden twee publieksbijeenkomsten plaats. Op 7 mei was er – georganiseerd in samenwerking met het Humanistisch Verbond – een goed bezochte publieksbijeenkomst rond humanisme en politiek. De centrale lezing over de rol van het georganiseerd humanisme werd gehouden door prof. dr. James Kennedy (UvA). Tevens werd het boek Rob Tielman, een begeesterd humanist gepresenteerd. Op 8 december 2010 vond er onder grote belangstelling de publieksavond Misschien is niets geheel waar, en zelfs dát niet: Multatuli, vrijdenkers en humanisten, plaats. De avond kwam tot stand in samenwerking met De Vrije Gedachte en het Multatuli Genootschap.
Onderzoek Lopende promotieonderzoeken: • ‘De kwetsbare mens: samenhang in emancipatie van humanisten en homoseksuelen (1910 – 2001)’: door drs. Elise van Alphen; • ‘Vrijdenkers, humanisme en educatie in de periode 1850-1970’: door drs. Vincent Stolk; • ‘Oorsprong, grondslagen en ontwikkeling van humanistisch geestelijk raadswerk’: door drs. Wouter Kuijlman. Buitenpromovendi: • ‘Het vergrootglas van de geest: een vergelijkende studie over het denken van J.P. van Praag en hedendaagse auteurs met betrekking tot humanisme in relatie tot spiritualiteit’: door drs. Alfons Nederkoorn; • ‘Rudy Kousbroek als voorbeeldfiguur voor het humanisme?’: door drs. Rudy Schreijnders.
Projecten Medio 2010 is het onderzoeksproject ‘Sociaal humanisme’ van start gegaan. Hierin wordt onderzoek gedaan naar de publicaties van de humanisten Max Rood, Arie den Broeder en Aad van Oosten met als doel om de sociaal-politieke kant van het hedendaagse humanisme kritisch te bezien. In samenwerking met De Vrije Gedachte en de Leo Polakstichting is een bijeenkomst en een publicatie rond de rechtsfilosoof, vrijdenker en humanist Leo Polak (1880-1941) in voorbereiding. Prof. dr. David Nash (Oxford Brookes University) bezocht het Instituut als Visiting Fellow. Hij verrichtte onderzoek naar ‘Secularisation and religious narrative’, daarnaast verzorgde hij een lezing en een masterclass voor de onderzoekers.
36
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
9 F inan c i e e l v e rslag S ti c hting U ni v e rsit e it v oor H umanisti e k TOELICHTING Financieel resultaat 2010 Het jaar 2010 is met een positief resultaat afgesloten van € 51.937,-. Dit terwijl er een negatief resultaat was begroot van € 207.200,-. De belangrijkste afwijkingen (vergelijking tussen realisatie en begroting 2010) zijn toe te schrijven aan de volgende posten aan de batenzijde: Hogere inkomsten college-, cursus en examengelden € 375.300,Hogere inkomsten werk derden € 100.000,Toename overige baten € 209.000,De hogere inkomsten van de collegegelden komen voort uit de toename van de collegeleden (€ 78.000,-), grotere deelname aan de opleidingen Integriteitfunctionaris (€ 182.000) de cursus gelden Zingeving & Professie (€ 97.000) en collegegelden DBA (€ 17.000,-). De toename “overige baten” is onder meer het gevolg van baten van verkoop studie- en onderwijsmateriaal en opbrengsten restauratieve voorzieningen en opbrengsten ruimteverhuur. De UvH heeft een uitwisselingsovereenkomst met de Vrije Universiteit Brussel. Er waren in 2010 geen maatwerktrajecten voor bekostigde studenten aan derden. Aan de lastenzijde zijn de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting voornamelijk toe te schrijven aan de volgende posten: Hogere personeelslasten € 442.000,Hogere afschrijvingen € 66.000,Lagere huisvestingslasten € 66.000,Lagere overige lasten € 322.000,De toename van de personeelslasten is in 2010 gedeeltelijk toe te schrijven aan een naheffing pensioenafdracht ABP en loonbelasting als ook een toename van de lasten “personeel niet in loondienst” (€ 237.000,-) voor het geven van cursussen en training. Er wordt op de UvH geen onderwijs uitbesteed. Hogere afschrijvingskosten ten opzichte van de begroting zijn het gevolg van het feit dat in 2010 over een geheel jaar afschrijving volgens de componentenmethode is toegepast. In 2009 betrof dit een half jaar. Lagere huisvestingslasten (€ 66.000,-) vanwege te hoog begrootte lasten van het nieuwe pand. Lager uitgevallen “overige lasten” houden voornamelijk verband met lagere kosten middelen bedrijfsvoering waaronder bureaukosten, leermiddelen en reis- en verblijfskosten. Bij het positief resultaat van € 51.937,- moet in algemene zin worden bedacht dat: - aan de lastenkant een ‘hand op de knip’ beleid is gevoerd, zowel bij het aanstellen van nieuw personeel als bij de aanwending in de sfeer van inventaris en apparatuurkosten; - in 2010 een geclausuleerde vacaturestop is ingevoerd met als doel de formatieomvang van het personeelsbestand binnen het niveau van het vastgestelde formatieplan te houden, en daarmee budgettair neutraal aan de zittende formatie; - met ingang van 2009 door de minister van OCW de dynamisering van de bekostiging is doorgevoerd, met als gevolg een grotere onzekerheid (plus of min) over de omvang van de rijksbijdrage. Het positieve exploitatiesaldo 2010 is volgens bestaand beleid toegevoegd aan de algemene reserve. Het totaal eigen vermogen nam hierdoor toe tot € 4.399.208,-. Hiermee komt de solvabiliteitsratio
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
37
op 71%, ruim boven de door het ministerie van OCW gehanteerde signaleringsgrens van 40%. De reservepositie is daarmee op een aanvaardbaar niveau gebleven. De current ratio bedroeg 0,7. De kasstromen zijn vooralsnog stabiel en er zijn geen aanvullende financieringsbehoeften aanwezig. Een lagere bekostiging, onder andere als gevolg van overheidsbezuinigingen, zou mogelijk wel tot aanvullende financieringsbehoeften kunnen gaan leiden.
Treasury De UvH belegt niet in effecten. Liquide middelen zijn ondergebracht in zo hoog mogelijk renderende, direct opvraagbare, renterekeningen. In 2008 is een Interest Rate Swap (IRS) afgesloten ten behoeve van een voorgenomen (roll over) lening voor de aankoop en verbouwing van het pand Kromme Nieuwegracht 29. De IRS is op 25 maart 2010 ontbonden. Vanwege een “hand op de knip” beleid bleven de verbouwingskosten onder de ramingen waardoor een lening uiteindelijk niet nodig is gebleken. De negatieve waarde van de IRS bedroeg op de verkoopdatum € 179.000 van welk bedrag ultimo 2009 al € 155.257 ten laste van het resultaat is gebracht.
Vooruitblik Het regime van dynamische bekostiging, waaronder de UvH nu wordt gefinancierd vanuit het Ministerie van OCW, brengt onder andere met zich mee dat de rijksbijdrage van jaar tot jaar sterk kan wijzigen. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van het bekostigingsdeel dat afhankelijk is van het aantal promoties, dat tot op heden jaarlijks sterk wisselend is. Om deze bekostigingsschommelingen het hoofd te bieden is per 2010 een bedrag van € 186.000,in mindering gebracht op het vermogen ten gunste van het “Egalisatiefonds dynamische bekostiging”. Uitgangspunt van het egalisatiefonds is om het gemiddelde aantal promoties gedurende de periode 2006 t/m 2009 (6 promoties) met ingang van 2010 door te zetten als gemiddelde gedurende de komende jaren. Door jaarlijkse toevoeging dan wel onttrekking aan deze bestemde reserve zal in de komende jaren evenwichtiger gebudgetteerd kunnen worden. De begroting 2011 levert op het totaal van UvH baten en lasten voor dat jaar een resultaat op van € 13.100,- positief na afschrijvingen. De volgende maatregelen zijn genomen om tot een sluitende begroting te komen: - Getemporiseerde invoering van de Graduate School; - Blijvende reductie van de omvang van bestuursvervanging (- 0,4 fte); - Sterke prioritering bij de aanvraag vanuit de secties voor de uitwerking van nieuwe plannen; - Geclausuleerde vacaturestop: vacatures die in de komende jaren zullen ontstaan met name door pensionering van medewerkers, zullen alleen bij hoge prioriteit ingevuld worden en dan op tijdelijke basis. De prioriteiten worden bepaald op basis van het formatieplan WP 2007 en het begin 2010 ter beschikking gekomen formatieontwikkelingsplan OBP.
Begroting 2011 De bestuurlijk goedgekeurde begroting 2011 ziet er als volgt uit: Begroting 2011 (in Euro’s) BATEN Rijksbijdragen 4.934.000 College-, cursus-, examengelden 596.000 Baten werk in opdracht van derden 580.000 Overige baten 180.000 Totale baten 6.290.000 Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totale lasten Resultaat Het College van Bestuur van de Universiteit voor Humanistiek Utrecht, 27 mei 2011 38
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
4.911.000 262.000 187.000 917.000 6.277.000 13.100
jaarr e k e ning 2 0 1 0
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
39
BALANS PER 31 DECEMBER (in euro’s)
ACTIVA 2010 2009 Vaste activa Materiële vaste activa (1) 5.018.979
5.160.083
Vlottende activa Voorraden (2) - 2.392 Vorderingen (3) 171.122 143.247 Liquide middelen (4) 980.092 771.815
1.151.214
917.454
TOTAAL ACTIVA 6.170.193 6.077.537 PASSIVA Eigen Vermogen (5) 4.399.208 4.347.272 Voorzieningen (6) 181.237 169.303 Kortlopende schulden (7) 1.589.749 1.560.962 TOTAAL PASSIVA 6.170.193 6.077.537
STAAT VAN BATEN EN LASTEN (in euro’s) na resultaatbestemming Rekening Begroting Rekening 2010 2010 2009 BATEN Rijksbijdragen (8) College-, cursus-, examengelden (9) Baten werk in opdracht van derden (10) Overige baten (11)
4.947.279 1.095.299 547.906 459.066
4.947.000 720.000 648.000 250.000
4.938.000 876.337 508.339 2.111.577
TOTALE BATEN
7.049.550
6.565.000
8.434.253
Personeelslasten (12) Afschrijvingen (13) Huisvestingslasten (14) Overige lasten (15/16)
5.142.531 300.823 174.802 1.374.275
4.700.000 135.000 241.000 1.696.200
4.659.194 213.861 270.436 1.260.885
TOTALE LASTEN
6.992.431
6.772.200
6.404.376
SALDO baten en lasten
57.119
– 207.200
2,029.877
Financiële baten en lasten (17)
– 5.182
-
– 127.116
RESULTAAT
51.937
– 207.200
1.902.761
LASTEN
40
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
KASSTROOMOVERZICHT (bedragen x euro 1.000) Kasstroom uit operationele activiteiten 2010 2009 Saldo baten en lasten 57 2.030 Aanpassingen voor: – Afschrijvingen 301 214 – Mutaties voorzieningen 12 – 74 313 140 Verandering in vlottende middelen – voorraden 2 3 – vorderingen – 28 27 – schulden 29 – 871 3 – 841 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 373 1.329 Ontvangen rente 29 45 Betaalde rente 34 172 – 5
– 127
Kasstroom uit operationele activiteiten
1.202
Investering materiële vaste activa Desinvestering materiële vaste activa
368
– 160 0
– 5.231 392
Kasstroom financieringsactiviteiten – 160 – 4.839 Mutatie liquide middelen 208 – 3.637 Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
772 208
4.409 – 3.637
Eindstand liquide middelen
980
772
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
41
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2010 EN DE EXPLOITATIEREKENING OVER 2010 Algemeen Statutaire naam: Universiteit voor Humanistiek Gevestigd: Utrecht Rechtsvorm: Stichting
Waarderingsgrondslagen Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voor de bepaling van de afschrijvingen op de in 2009 en 2010 gedane investering in het pand aan de Kromme Nieuwegracht 29 is gekozen voor de componentenmethode. De componenten bestaan uit: gebouw, inbouw, technische installaties en grond. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economische potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de organisatie. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Financiële instrumenten De financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, schulden, overige financierings verplichtingen en overige te betalen posten. De financiële instrumenten maken deel uit van de zogenoemde handelsportefeuille en worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde.
42
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Inventaris en apparatuur boven € 500 worden geactiveerd. Overheidssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingsperioden worden hierbij gehanteerd: • gebouwen : 50 jaar • technische installaties : 25 jaar • verbouwingen : 10 jaar • inventaris en apparatuur : 5 of 10 jaar Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen.
Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur zijn beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.
Voorraden De voorraden boeken en syllabi worden met ingang van 2010 niet meer in de balans opgenomen gezien de gering waarde.
Vorderingen De grondslagen voor de waardering van vorderingen zijn beschreven onder het hoofd financiële instrumenten.
Werk in opdracht van derden Te factureren diensten Dit betreft verleende diensten van door derden gefinancierd projecten tegen bestede kosten (bestaande uit directe personele lasten, overige lasten en toegerekende indirecte kosten voor zover door derden vergoed), verminderd met een voorziening voor voorzienbare verliezen en verminderd met gefactureerde termijnen naar rato van de voortgang van de dienstverlening. Op projectniveau is bepaald in hoeverre diensten nog te factureren zijn dan wel zijn vooruitgefactureerd. Vooruitgefactureerde termijnen zijn onder de kortlopende verplichtingen opgenomen. Winstneming door derden gefinancierde projecten is bepaald volgens de ‘completed contract-methode’. Verwachte verliezen worden onmiddellijk in de staat van baten en lasten opgenomen.
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. Indien een meer beperkte bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien een beperking van de bestedingsmogelijkheid is aangebracht door een derde, dat is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsfonds.
Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen hetzij de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen, hetzij de contante waarde van die uitgaven.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
43
Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nood zakelijk is; en c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.
Pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de instelling de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Kortlopende schulden De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd financiële instrumenten
Staat van baten en lasten De staat van baten en lasten is opgesteld op basis van historische kosten. Baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
Collegegelden De collegegelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het collegejaar zijn gespreid. Opbrengsten van les- en cursusgelden worden afzonderlijk weergegeven.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
44
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Vaste activa Materiële vaste activa (1) Pand Meubilair Computers Overige Totaal Stand per 1 januari 2010 Historische aanschafprijs 4.928.116 291.534 333.195 266.572 5.819.417 Cumulatieve afschrijvingen 143.717 166.631 198.254 150.732 659.334 Boekwaarde 1 januari 2010 4.784.399 124.903 134.941 115.840 5.160.083 Mutaties 2010 Afschrijvingen 204.468 19.626 46.646 30.083 300.823 Investeringen 61.632 28.501 54.097 15.489 159.719 Desinvesteringen – 89.520 – 97.299 – 130.108 – 316.927 Afschrijving desinvesteringen 89.520 97.299 130.108 316.927 Mutaties 2010 – 142.836 8.875 7.451 – 14.594 – 141.104 Stand per 31 december 2010 Historische aanschafprijs 4.989.748 Cumulatieve afschrijvingen 348.185 Boekwaarde per 31 december 2010 4.641.563
230.515 96.737 133.778
289.993 147.601 142.392
151.953 50.707 101.246
5.662.209 643.230 5.018.979
Vlottende activa 2010 2009 Voorraden (2) Voorraad ultimo boekjaar - 2.392 Vorderingen en transitoria (3) Debiteuren 98.012 53.840 Overige vorderingen 73.110 89.407 Nog te vorderen 171.122 143.247 Liquide middelen (4) Bank 979.608 769.966 Kas 484 1.849 Totaal 980.092 771.815 Het gehele banktegoed is direct opneembaar.
Eigen vermogen (5) Stand 1-1
Bestemming exploitatie
Stand 31-12
Algemene reserve 2.008.137 Bestemmingsreserve gebouw 2.176.996 Bestemmingsreserve bekostiging Bestemmingsreserve inverdiende gelden 162.139 4.347.272
-110.196 -30.400 186.000 6.533 51.937
1.897.940 2.146.596 186.000 168.672 4.399.208
Met de bestemmingsreserve gebouw wordt, gedurende 50 jaar, middels een jaarlijkse onttrekking, de investering huidige pand Kromme Nieuwegracht 29 van € 1.520.000 gefinancierd.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
45
Voorzieningen (6) Stand per Dotaties Onttrek- Vrijval Rente mutatie Stand per Kortlopende Langlopende 01.01.10 kingen (contante 31.12.10 Deel < 1jaar Deel > 1 jaar waarde) Personele voorzieningen 162.554 64.594 51.933 - Voorziening jubilarissen 6.749 - 727 - 169.303 64.594 52.660 -
-
175.215
63.958
111.257
- -
6.022 181.237
- 63.958
6.022 117.279
Personele voorzieningen Ten laste van deze voorziening worden de kosten gebracht, die ontstaan door wachtgeldverplichtingen. De voorziening is bepaald op basis van de maximale uitkeringsrechten ultimo boekjaar. De contante waarde is bepaald op basis van een indexeringspercentage van 2% (CBS-index CAO-lonen gesubsidieerde sector) en een disconteringspercentage van 4,3% gebaseerd op het marktrendement van hoogwaardige ondernemingsobligaties (Financiële dbase Bloomberg). Er bestaat per 31 december 2010 een wachtgeldverplichting voor een voormalige medewerker. Verder is een voorziening getroffen voor een langdurig zieke medewerker en een medewerker met een werkloosheidsuitkering.
Kortlopende schulden (7) 2010 2009 Crediteuren 150.593 145.652 Salarissen, sociale lasten en belastingen Vakantiedagen 298.745 289.876 Vakantietoeslag & eindejaarsuitkering 143.383 152.248 Loonheffing en premies 232.739 203.084 Pensioenpremies 58.571 57.064 Totaal schulden uit hoofde van salarissen, sociale lasten en belastingen 733.439 702.272 Overlopende collegegelden Vooruitontvangen termijnen projecten Transitoria Totaal schulden op korte termijn en transitoria
46
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
265.737 26.484 413.496
233.284 22.103 452.319
1.589.749
1.560.962
FINANCIËLE INSTRUMENTEN De Universiteit voor Humanistiek maakt bij de uitvoering van haar activiteiten gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de universiteit blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Dit betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals debiteuren, overige vorderingen, liquide middelen, crediteuren en overige schulden (alleen kort vreemd vermogen). De Universiteit voor Humanistiek handelt niet in aandelen en obligaties
Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van debiteuren hebben voornamelijk betrekking op verschuldigd collegegeld van haar eigen studenten. Het risico is laag dat deze partijen niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
Renterisico De Universiteit voor Humanistiek heeft geen leningen opgenomen of uitgegeven en loopt wat dat betreft geen risico’s. Wel houdt de Universiteit een groot deel van haar vermogen aan in liquide middelen, op bankrekeningen in rekening courant en zakelijke spaarrekeningen. De rentepercentages op deze banktegoeden zijn het afgelopen jaar gedaald. Uit het oogpunt van voorzichtigheid wordt in de begroting altijd uitgegaan van een beperkt bedrag aan rente-inkomsten.
Marktwaarde De marktwaarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De financiële instrumenten (zowel financieel actief als financieel passief) worden gewaardeerd volgens de historische waarde.
Kasstroomrisico en liquiditeitsrisico De Universiteit voor Humanistiek wordt periodiek bevoorschot door haar financiers. Het kasstroom risico en liquiditeitsrisico worden beperkt door de spreiding van betalingen. Het gehele banktegoed is direct opneembaar.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa Kopieermachines De Universiteit heeft overeenkomsten afgesloten voor de huur van kopieermachines. De overeenkomsten lopen af in maart 2012. In 2010 was de Universiteit een huurprijs verschuldigd van € 24.169.
Baten Rekening 2010
Begroting 2010
Rekening 2009
4.947.279
4.947.000
4.938.000
College-, cursus-, les- en examengelden (9) Collegegelden sector WO 578.160 500.000 Collegegeld opleiding DBA/Phd 187.560 170.000 Collegegeld opleiding Integriteitsfunctionaris 182.200 0 Cursusgelden Zingeving en Professie 147.379 50.000 1.095.299 720.000
532.404 227.215 38.940 77.779 876.337
Rijksbijdragen (8)
Collegegelden De collegegelden worden evenredig toegerekend aan de tijd gedurende het exploitatiejaar
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
47
Rekening Begroting 2010 2010 Baten werk in opdracht van derden (10) Contractonderwijs 7.500 8.000 Contractonderzoek 540.406 640.000 547.906 648.000
Rekening 2009 8.100 500.239 508.339
In 2009 is een (door Hivos) extern gefinancierd project van start gegaan met een looptijd tot en met februari 2011. De totale contractwaarde gedurende de looptijd van het project bedraagt € 1.433.380. Het grote verschil begrote baten contractonderzoek en feitelijke baten is het gevolg van snelheid van de onderzoeken maar heeft ook betrekking op de inschatting ervan ten tijde van de opstelling van de begroting. Het contractonderwijs wordt geheel zelfstandig gefinancierd. Rekening Begroting 2010 2010 Overige baten (11) Verhuur 34.422 25.000 Detachering personeel 56.956 80.000 Overige 367.688 145.000 Boekwinst verkoop Drift 6 - - 459.066 250.000
Rekening 2009 20.485 77.744 275.697 1.737.651 2.111.577
De overige baten hebben onder meer betrekking op de verkoop van studie- en onderwijsmateriaal en opbrengsten uit de restauratieve verzorging.
Lasten
Rekening 2010
Begroting 2010
Rekening 2009
Personeelslasten (12) Brutolonen en salarissen 3.527.737 3.450.000 3.397.933 Sociale lasten 320.444 325.000 295.740 Pensioenpremie 435.637 425.000 426.268 Lonen en salarissen 4.283.818 4.200.000 4.119.941 Dotatie personele voorzieningen 64.594 10.000 -2.657 Personeel niet in loondienst 717.448 480.000 599.708 Overige 86.776 10.000 -1.003 Overige personele lasten 868.818 500.000 596.048 Af: uitkeringen 10.105 56.795 Totale personele lasten 5.142.531 4.700.000 4.659.194 De gemiddelde personeelsbezetting gedurende het boekjaar bedroeg 63 (fte). In 2010 heeft een naheffing over voorgaande jaren plaatsgevonden van achterstallige premies ABP. Hogere personeelslasten houden met name verband met hogere lasten voortvloeiend uit extern gefinancierde projecten waaronder Hivos en Zingeving&Professie.
48
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
College van bestuur Voorzitter Vicevoorzitter Lid Lid Lid
Duur dienstverband in het verslagjaar in dienst
Belastbaar Voorzieningen ten Uitkeringen in verband Totalen loon behoeve van beloningen met beeindiging van in dienst betaalbaar op termijn dienstverband
vanaf
2010
2009
2010
2009
2010
2009
89.234 77.040
84.247 92.299 92.782 74.399 -
12.277 10.472
11.910 14.715 14.715 10.814 -
-
-
01.10.05 01.01.90 01.01.90 01.09.03 01.02.09
tot
2010
2009
101.511 96.157 - 107.014 - 107.497 - 85.213 87.512 -
Raad van toezicht Voorzitter Secretaris Portefeuillehouder middelen Lid Lid Lid
600 600
550 550 550
600 600 -
275 275 275
Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancieerde Topinkomens (WOPT) De UvH heeft geen personeelsleden in dienst of in dienst gehad, die – ook omgerekend naar de omvang van hun aanstelling – meer verdienden dan de “Balkenende-norm”.
Rekening 2010
Afschrijvingen (13) Materiële vaste activa
Begroting 2010
300.823
Rekening 2010
Rekening 2009
135.000
Begroting 2010
213.861
Rekening 2009
Huisvestingslasten (14) Huur - - 82.706 Onderhoud 30.446 35.000 15.272 Energie en water 65.384 80.000 74.123 Schoonmaakkosten 39.725 50.000 45.565 Heffingen 10.627 16.000 13.025 Overige 28.619 60.000 39.745 174.802 241.000 270.436
Rekening 2010
Begroting 2010
Rekening 2009
Overige lasten (15) Inventaris, apparatuur en leermiddelen 32.762 50.000 47.708 Bureaukosten 128.036 140.000 102.559 Documentatie 37.526 55.200 48.103 Reis-, verblijf-, representatiekosten 131.132 175.000 155.316 Accountantskosten 38.504 40.000 46.416 Overige 1.006.315 1.236.000 860.783 1.374.275 1.696.200 1.260.885
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
49
Rekening 2010
Begroting 2010
Rekening 2009
Overige (16) Diverse dienstverlening 607.223 491.664 Advertentiekosten/drukwerk 98.826 118.684 Kantinekosten/restauratief 82.750 96.586 Lidmaatschappen/contributies 51.478 20.489 Software/bestandsgebruik 71.237 53.294 Overige 94.801 80.066 1.006.315 860.783
Rekening 2010
Financiële baten (17) Rente baten Af: rentelasten en bankkosten Af: waardevermindering financiële vaste activa
Begroting 2010
Rekening 2009
28.581 30.000 10.021 26.000 23.742 -5.182 4.000
44.523 16.381 155.258 -127.116
Waardevermindering financiële vaste activa houdt verband met de negatieve waarde van een Interest Rate Swap (IRS). Deze IRS is in 2008 afgesloten ten behoeve van een voorgenomen (roll over) lening voor de aankoop en verbouwing van het pand Kromme Nieuwegracht 29. In 2010 heeft de financiële afrekening plaatsgevonden
Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG Accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW. KPMG Accountants N.V. 2010 Onderzoek van de jaarrekening 38.503 Andere controleopdrachten - Adviesdiensten op fiscaal terrein - Andere niet controlediensten - 38.503
Overig KPMG Totaal netwerk KPMG 2010 2010 - - - -
38.503 -
-
38.503
KPMG Overig KPMG Totaal Accountants N.V. netwerk KPMG 2009 2009 2009 Onderzoek van de jaarrekening 39.716 - 39.716 Andere controleopdrachten 6.700 - 6.700 Adviesdiensten op fiscaal terrein - - Andere niet controlediensten - - - 46.416 - 46.416
50
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
O v e rig e g e g e v e ns
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
51
Resultaatbestemming Het College van Bestuur heeft in zijn vergadering van 27 mei 2011 het besluit genomen het positief resultaat van € 51.937,- als volgt te bestemmen: Ontrekking algemene reserve € 110.196,Ontrekking bestemmingsreserver gebouw € 30.400,Toevoeging bestemmingsreserve bekostiging € 186.000,Toevoeging bestemmingsreserve inverdiende gelden € 6.533,-
gebeurtenissen na balansdatum
Foto: Lilian van Rooij
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum te vermelden die van invloed (kunnen) zijn op de Jaarrekening 2010 dan wel op de Begroting 2011. Een lagere bekostiging, onder andere het gevolg van overheidsbezuinigingen, zou in 2012 tot aanvullende financieringsbehoeften kunnen leiden.
52
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur van de Universiteit voor Humanistiek
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van het interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Universiteit voor Humanistiek per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 27 juni 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V., W.A. Touw RA
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
53
bijlage publicatielijst
dissertaties Bendien, E.M. (2010, juni 02). From the Art of Remembering to the Craft of Ageing. UVH Universiteit voor Humanistiek (372 pag.) (Amsterdam: Stichting Humanitas). Prom./coprom.: prof. dr. H.M. Becker, drs. S.D. Brown & prof. dr. H. Letiche. Hundman, R. (2010, oktober 05). Weerbarstig veranderen. Paradox van de vrijheid. UVH Universiteit voor Humanistiek (468 pag.) (Delft: Eburon) (ISBN 9789059724273). Prom./ coprom.: prof. dr. H.P. Kunneman & C. Termeer. Pieters, C.P. (2010, april 14). Into Complexity. A Pattern-oriented Approach to Stakeholder Communities. UVH Universiteit voor Humanistiek (508 pag.) ( Dissertation.com) (ISBN 9781599423050). Prom./coprom.: prof. dr. H.P. Kunneman & prof.dr. F.P. Cilliers. Sools, A.M. (2010, mei 12). De ontwikkeling van narratieve competentie. Bijdrage aan een methodologie voor de bestudering van gezond leven. UVH Universiteit voor Humanistiek (256 pag.) (Den Haag: Albani) (ISBN 9789090253145). Prom./coprom.: prof. dr. J. van Mens-Verhulst, prof. dr. A. Smaling & A. Richters. Verharen, E.A.J. (2010, september 16). Psychosociale hulpverlening voor naasten van traumapatiënten. UVH Universiteit voor Humanistiek (259 pag.) (Houten: Bohn Stafleu van Loghum springer media) (ISBN 9789031381708). Prom./ coprom.: prof. dr. D.J. van Houten & dr. A.J. Mintjes.
British journal of criminology, delinquency and deviant social behaviour, (ISSN 0007-0955), 50, 873-895. Ewijk, H. van (2010). De WMO als instrument in de transformatie van de welvaartstaat en als impuls voor vernieuwing van het social work. Sociale interventie, (ISSN 0926-3977), 15(3), 5-17. Ewijk, H. van (2010). Positioning Social Work in a Socially Sensitive Society. Social Work & Society, (ISSN 1613-8953), 8(1), 1-10. Groot, I. de (2010). Hoe word je en democratisch burger? Over de complexiteit van democratisch burgerschap in een pluriforme, moderne samenleving. Pedagogiek, (ISSN 15677109), 1(5), 58-74. Gupta, J.A. (2010). Exploring Indian women’s reproductive decision-making regarding prenatal testing. Culture Health and Sexuality, (ISSN 1369 1058), 12(2), 191-204. Jacobs, G.C. (2010). Conflicting demands and the power of defensive routines in participatory action research. Action Research, (ISSN 1476 7503), 8(4), 367-386. Jacobs, G.C. & Murray, M. (2010). Developing critical understanding by teaching action research to undergraduate psychology students. Educational Action Research, (ISSN 0965-0792), 18(3), 319-335.
Wetenschappelijk gerefereerde publicaties Artikelen in tijdschriften
Kaulingfreks, R.G.A. (2010). Managing Noise and Creating Silence. Philosophy Today, (ISSN 0031-8256), 54(1), 40-54.
Abu Zayd, N.H. (2010). The ‘others’ in the Qur’an: A hermeneutical approach. Philosophy and Social Criticism, (ISSN 01914537), 36(3-4), 281-294.
Kaulingfreks, R.G.A. & Warren, S (2010). Swarm: Flash mobs, mobile clubbing and the city. Culture & Organizations, (ISSN 1475-9551), 16(3), 211-227.
Brown, S.D. & Hoskins, A. (2010). Terrorism in the new memory ecology: Mediating and remembering the 2005 London Bombings. Behavioral Sciences of Terrorism and Political Aggression, (ISSN 1943 - 4472), 2(2), 87-107.
Koeven, E. van & Leeman, Y.A.M. (2010). Dilemma’s van burgerschapsvorming in het protestants-christelijk basisonderwijs: de keuze van kinderliteratuur. Pedagogiek, (ISSN 15677109), 30(2), 101-120.
Bruijn, E. de & Leeman, Y.A.M. (2010). Authentic and self-directed learning in vocational education. Teaching and Teacher Education, (ISSN 0742-051X).
Kuiper, E., Vanobbergen, B. & Veugelers, W.M.M.H. (2010). Inleiding op themanummer jeugd. Pedagogiek, (ISSN 15677109), 30(1), 3-8.
Cameron, A.C., Lightfoot, G., Lilley, S. & Brown, S.D. (2010). Placing the Postsocial market: Identity and spatiality in the xeno-economy. Marketing Theory, 10(3), 299-312.
Leeman, Y.A.M. & Radstake, H. (2010). Guiding discussions in the class about ethnic diversity. Intercultural Education, (ISSN 1467-5986), 21(5), 429-442.
Cromby, J., Brown, S.D., Gross, H., Locke, A. & Patterson, E.A. (2010). Constructing Crime, enacting morality: Emotion, crime and anti-social behaviour in an inner-city community.
Letiche, H. (2010). Polyphony and its other. Organization studies, (ISSN 0170-8406) 31(3), 261-277.
54
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Peeters, C., Lensvelt-Mulders, G.J.L.M. & Lasthuizen, K. (2010). A note on a simple and practical Randomized Response framework for eliciting sensitive, dichotomous and quantitative information. Sociological Methods and Research, (ISSN 0049-1241), 39(2), 283-296.
Smid, G.E., Velden, P.G. van der, Lensvelt-Mulders, G.J.L.M., Knipscheer, J., Gersons, B.P.R., Berthold, P.R. & Kleber, R.J. (2010). Consecutive Stressful Life Events and Mental Health: An Exploratory Study. In Presentation for the research Institute for Psychology and Health. Utrecht.
Pelzer, P. (2010). Art and law, land rights and overcoming injustice: The example of the Spinifex People. Culture and Organization, 16(4), 349-360.
Hoofdstukken in bundels
Pieters, C.P. (2010). Patterns, Models, Complexity: Notes On Mapping Patterns In Analysis Of Complexity. Emergence: Complexity & Organization (E:CO), (ISSN 1521-3250), 12(4), 57-77. Schok, M.L., Kleber, R.J. & Lensvelt-Mulders, G.J.L.M. (2010). A model of Resilience and Meaning after Military Deployment: Personal Resources in Making Sense of War and Peacekeeping Experiences. Aging & Mental Health, (ISSN 1360-7863), 14(3), 328-338. Schuitema, J., Boxtel, C. van, Veugelers, W.M.M.H. & Dam, G. ten (2010). Dialog. European Journal of Psychology of Education, (ISSN 0256-2928). Selten, J.P., Frissen, A., Lensvelt-Mulders, G.J.L.M. & Morgan, V. (2010). Schizophrenia and 1957 Pandemic of Influenza: Meta-Analysis. Schizophrenia Bulletin, (ISSN 0586-7614), 36(2), 219-228. Sirotkina, R. & Ewijk, H. van (2010). Social professionals’ perceptions of activating citizenship. European Journal of Social Work, (ISSN 1369-1457), 13(1), 1-18.
Artikelen in proceedings Baars, J. (2010). Ageing as increasing vulnerability and complexity -Towards a philosophy of the life course. In J. Bouwer (Ed.), Successful Ageing, Spirituality and Meaning (pp. 39-52). Leuven: Peeters (ISBN 9789042922686). Baars, J. (2010). The Meaning of Age: Cultures meet Biology. In H. Blatterer & J. Glahn (Eds.), Times of our Lives (pp. 3-14). Oxford: Inter-Disciplinary Press. Duyndam, J. (2010). Girard’s Anthropology of Addiction. In G. Bottà & M. Härmänmaa (Eds.), Language and the Scientific Imagination. Helsinki: University of Helsinki, Language Centre (ISBN 978-952-10-6118-9). 8 Groot, I. de (2010). Eliciting Students’ Attitides towards Democracy: Towards a More Inclusive Understanding fo What a Democratic Way of Life Entails. In N Brechter & G De Angelis (Eds.), Problems of Democracy: Probing the Boundaries. interdisciplinary.net (ISBN 978-1-84888-037-5). Kate, L. ten & Nancy, J.L. (2010). ‘Cum’ Revisited: Preliminaries to Thinking the Interval. In H. Oosterling & E. Ziarek (Eds.), Intermedialities: Philosophy, Arts, Politics (pp. 37-43). Lanham (Maryland USA): Lexington Books/Rowman & Littlefield (ISBN 9780739127353).
Baars, J. (2010). Philosophy of Aging, Time, and Finitude. In T.R. Cole (Ed.), A Guide to Humanistic Studies in Aging (pp. 105-120). Baltimore: Johns Hopkins University Press (ISBN 9780801894336). Baars, J. (2010). Time and Aging: Enduring and Emerging Issues. In D. Dannefer (Ed.), The Sage Handbook of Social Gerontology (pp. 367-376). New York -London: Sage (ISBN 9781412934640). Bron, J., Veugelers, W.M.M.H. & Vliet, E. van (2010). Voorstel voor een kernleerplan. In J. Peshar, H. Hooghoff, A.B. Dijkstra & G. ten Dam (Eds.), Scholen voor burgerschap (pp. 109-131). Antwerpen / Apeldoorn: Garant (ISBN 9789044127027). Ewijk, H. van & Jacobson Petterson, H. (2010). Citizenship and civil society discourse. In H. van van Ewijk (Ed.), International social policy and social work. Citizenship based social work (pp. 45-59). Abingdon: Routledge (ISBN 978-0-415-545235). Ewijk, H. van & Nowak, J. (2010). From assimilation to intercultural competences: a challenge for social work. In H van Ewijk (Ed.), International social policy and social work. Citizenship based social work (pp. 130-139). Abingdon: Routledge (ISBN 978-0-415-54523-5). Ewijk, H. van (2010). Youth Work in the Netherlands. History and Future Direction. In F. Coussée, G. Verschelden, T. Van de Walle, M. Medinska & H. Williamson (Eds.), The history of youth work in Europe and its relevance for youth policy today. Vol. 2 (pp. 69-82). Strasbourg: Council of Europe (ISBN 9789287168245). Kunneman, H.P. (2010). Ethical complexity. In P. Cilliers & R. Allen (Eds.), Complexity, Difference and Identity (pp. 131164). Dordrecht: Springer verlag (ISBN 9789048191864). Kunneman, H.P. (2010). Viable alternatives for commercialized science: the case of humanistics. In H. Radder (Ed.), The Commodification of Science: Critical Perspectives (pp. 307336). Pittsburgh: University of Pittsburgh Press. Lensvelt-Mulders, G.J.L.M., Hox, J.J., Heijden, P.G.M. van der & Maas, C.J.M. (2010). Meta-Analysis of Randomized Response Research: 35 Years of Validation. In W.P. Vogt (Ed.), Volume II: Data Collection in Survey and Interview Research. Section 2: Data Collection in Survey Research. Sub Section 2b: measurement in Survey Data Collection Chapter no. 17 (SAGE Benchmarks in Social Research Methods) (pp. 185209). London: Sage Publications (ISBN 978-1-84787-930-1). 8 Abusievelijk meegeteld in 2009 maar verschenen in 2010.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
55
Pieters, C.P. (2010). Computation in Complex Environments. In Y. Tenne & C. Goh (Eds.), Computational Intelligence in Optimization: Applications and Implementations (pp. 13-38). Houten: Springer (ISBN 978-3-642-12774-8). Schmidt, S. (2010). Kruskal - Wallis Test. In N.J. Salkind (Ed.), Encyclopedia of Research Design (pp. 673-676). Thousand Oaks USA: Sage Publications (ISBN 9781412961271). Walach, H. (extern) & Schmidt, S. (2010). Non Classical Experimenter Effects. In N.J. Salkind (Ed.), Encyclopedia of Research Design (pp. 907-909). Thousand Oaks USA: Sage Publications (ISBN 9781412961271). Veugelers, W.M.M.H. (2010). Denken over burgerschapsvorming. In J. Peschar, H. Hooghoff, A.B. Dijkstra & G. ten Dam (Eds.), Scholen voor burgerschap (pp. 43-60). Antwerpen / Apeldoorn: Garant (ISBN 9789044127027). Veugelers, W.M.M.H. (2010). Moral Values in Teacher Education. In P. Peterson, E. Baker & B. McGaw (Eds.), International Encyclopdeia of Education (pp. 660-665). Oxford: Elsevier (ISBN 9780080448930). Veugelers, W.M.M.H., Moree, D. & Klaassen, C. (2010). Teacher Perspectives on Cultural Diversity and Citizenship Education. In C. Klaassen & N. Maslovaty (Eds.), Moral Courage and the Normative Professionalism of Teachers (pp. 51-70). Rotterdam: Sense Publishers (ISBN 9789460912320). Veugelers, W.M.M.H. (2010). Teaching Religious and World Views in a Plural Society - Teachers in-between Society and Students. In C. Klassen & N. Maslovaty (Eds.), Moral Courage and the Normative Professionalism of Teachers (pp. 103116). Rotterdam: Sense Publishers (ISBN 9789460912320).
Monografieën Ewijk, H. van (2010). European Social Policy and Social Work. Citizenship based social work. Abingdon: Routledge (ISBN 978-0-415-54523-5).
Wetenschappelijk niet-gerefereerde publicaties Artikelen in tijdschriften Pelzer, P. (2010). An avowed anti neo-classicist: Giovanni Battista Piranesi’s lasting message. Aesthesis International Journal of Art and Aesthetics in Management and Organizational Life, 3(1), 61-69. Pelzer, P. (2010). Risiko als gegenwärtigen Zukünfte - Reflexionen zu Risiko und angst aus Anlass der Gegenwartigen Finanzkrise. Freie Assoziation, (ISSN 14347849), 13(3), 27-42.
Artikelen in proceedings Anbeek, C.W. (2010). Christian and Buddhist Spiritualities: Their Differences and Complementarities. In J.D. Gort, H. Jansen & W. Stoker (Eds.), Crossroad Discourses between Christianity and Culture (pp. 413-430). Amsterdam New York: Rodopi.
56
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Duyndam, J. (2010). Empathy and the Potential Body of Imagination. In G. Bottà & M. Härmänmaa (Eds.), Language and the Scientific Imagination. Helsinki: University of Helsinki, Language Centre (ISBN 978-952-10-6118-9). 9 Duyndam, J. (2010). Ideals Today between Wishful Thinking and Realism. In H. Frendo (Ed.), The European Mind: Narrative and Identity (pp. 674-680). Malta: Malta University Press. Gasenbeek, A. (2010). Sur la Libre Pensée et la Tolérance aux Pays Bas. In Philippe Besson (Ed.), Les Actes du ‘Colloque international 1848-2008, 160 ans de Libre Pensée (pp. 123128). Parijs: L’Institut de Recherche et d’Etudes de la libre Pensée (ISBN 978-2-9529723-0-7). Kate, L. ten (2010). ‘Vlug niets zonder weg terug’. De grens in Batailles denken, uitgelegd aan de hand van zijn theorie van de erotiek. In R te Velde (Ed.), In het spoor van Plato. Eros in de westerse cultuur Vol. 98-3. Annalen van het Thijmgenootschap, (ISSN 0920-4040) (pp. 178-201). Nijmegen: Valkhof Pers/Thijmgenootschap (ISBN 9789056253288). Los, W.F. (2010). Natuur of opvoeding? Sekse in achttiendeeeuwse pedagogische geschriften. In M Everhard, A Sneller & M Aerts (Eds.), Bundel over ‘Kunne’/Gender 17e tot 20e eeuw. Amsterdam: Amsterdam Univeristy Press. Ongena, Y.P., Vaart, W. van der & Belli, R.F. (2010). The effect of ‘Do-you-remember’ Probes in Event History Calendar Interviews. In 2010 Conference Abstracts 65th Annual Conference of the American Association of Public Opinion Research (pp. 122-122). Chigao: AAPOR. Vaart, W. van der, Glasner, T.J. & Belli, R.F. (2010). The use of landmark events in EHC-interviews to enhance recall accuracy. In 2010 Conference Abstracts 65th Annual Conference of the American Association of Public Opinion Research (pp. 121-121). AAPOR. Vaart, W. van der, Glasner, T.J. & Belli, R.F. (2010). The Use of Landmark Events in EHC-Interviews to Enhance Recall Accuracy. In JSM Proceedings, Statistical Computing Section (pp. 6280-6293). Alexandria, VA.
Hoofdstukken in bundels Abu Zayd, N.H. (2010). Fundamentalismus; Von der Theologie zur Ideologie. In T.G. Schneider (Ed.), Islamverherrlichung: Wenn die Kritik zum Tabu wird (pp. 159-169). Wiesbaden: Verlag für Sozialwissenschaften (ISBN 9783531162584). Baars, J. (2010). Ouder worden. Leven in verschillende tijden. In L.J.M.C. Dohmen (Ed.), De kunst van het ouder worden. De grote filosofen over ouderdom (pp. 414-438). Amsterdam: Ambo (ISBN 9789026322563).
9 Abusievelijk meegeteld in jaarverslag 2009 maar verschenen in 2010.
Bendien, E.M., Brown, S.D. & Reavey, P. (2010). Social remembering as an art of living: Analysis of a Reminiscence museum. In M. Domenech & M. Schillmeier (Eds.), New technologies and emerging spaces of care (pp. 149-167). Ashgate: Farnham (ISBN 9780754678649). Brown, S.D. & Tucker, I. (2010). Eff the Ineffable: Affect, Somatic management and mental health service users. In M. Gregg & G. Seigworth (Eds.), The Affect Theory reader (pp. 229-249). Durham: Duke University Press (ISBN 978 0822347767). Brown, S.D. & Middleton, D. (2010). Experience and memory: Imaginary futures in the past. In A. Erll & A. Nünning (Eds.), A companion to cultural memory studies. Berlin: Walter de Gruyter (ISBN 978 3110229981). Dohmen, L.J.M.C. (2010). Het oevre van Edward Hopper als uitdrukking van de laatmoderne tijdsgeest. In J. Dirkx & W. Heuves (Eds.), Relaties. Een psychodynamisch perspectief (pp. 117-159). Amsterdam: Boom (ISBN 9789085069690). Dohmen, L.J.M.C. (2010). Wat betekent onze laatmoderne zelfgerichtheid ? Kritische beschouwingen over levensstijl, narcisme en moraal. In J. Dirkx & W. Heuves (Eds.), Relaties. Een psychodynamisch perspectief (pp. 117-159). Amsterdam: Boom (ISBN 9789085069690). Gasenbeek, A. (2010). ‘De roeping van den mens is mens te zyn’: Multatuli als inspiratiebron voor vrijdenkers en humanisten. In A. Gasenbeek (Ed.), ‘Misschien is niets geheel waar ... en zelfs dát niet’: Multatuli: inspiratiebron voor vrijdenkers en humanisten (pp. 151-176). Breda: Papieren Tijger (ISBN 9789067282543). Gasenbeek, A. (2010). Multatuli: erelid van de vrijdenkersbeweging, maar toch ... In A. Gasenbeek (Ed.), ‘Misschien is niets geheel waar ... en zelfs dát niet’: Multatuli: inspiratiebron voor vrijdenkers en humanisten (pp. 7-14). Breda: Papieren Tijger (ISBN 9789067282543). Gupta, J. (2010). Private and Public Eugenics - Genetic Testing and Screening in India. In M. Sleeboom-Faulkner (Ed.), Frameworks of Choice: Predictive & genetic testing in Asia (pp. 43-63). Amsterdam: Amsterdam University Press (ISBN 9789089641659). Jansz, U. (2010). Jan Versluys en Multatuli. Wiskunde, feminisme en geld. In M. Everard & U. Jansz (Eds.), De minotaurus onzer zeden. Multatuli als heraut van het feminisme (pp. 63-83). Amsterdam: Aksant (ISBN 9789052603766). Maas, A.J.J.A., Stravers, J.H. & Baar, F.P.M. (2010). Using Knowledge-as-Inguiry to Mobilize Change: A Retrospective Analysis of ‘Moments of Change’ in a Relational Practice. In Chr. Steyaert & B. van Looy (Eds.), Relational Practices, Participative Organizing (Advanced Series in Management) (pp. 177-198). Bingley: Emarald Group (ISBN 9780857240064).
Monografieën Anbeek, C.W. (2010). Overlevingskunst. Leven met de dood van een dierbare. Kampen: Kok ten Have (ISBN 9789025959791). Dohmen, L.J.M.C. (2010). Brief aan een middelmatige man. Pleidooi voor een nieuwe publieke moraal. Amsterdam: Ambo (ISBN 9789026322860). Houten, D.J. van & Bolsenbroek, A.K. (2010). Werken aan een inclusieve samenleving. Goede praktijken. Amsterdam: Nelissen (ISBN 9789024418633).
Bundels Baars, J. & Dohmen, L.J.M.C. (Eds.). (2010). De kunst van het ouder worden. De grote filosofen over ouderdom. Amsterdam: Ambo (ISBN 9789026322563). Duyndam, J. & Papastephanou, M. (Eds.). (2010). The European Mind: Narrative and Identity. Malta: University of Malta Press. Everard, M. & Jansz, U. (Eds.). (2010). De minotaurus onzer zeden. Multatuli als heraut van het feminisme. Amsterdam: Aksant (ISBN 9789052603766). Gasenbeek, A. (Ed.). (2010). ‘Misschien is niets geheel waar ... en zelfs dát niet’: Multatuli: inspiratiebron voor vrijdenkers en humanisten. Breda: Papieren Tijger (ISBN 9789067282543).
Themanummers tijdschriften Duyndam, J. & Riessen, R. van (Eds.). (2010). Mededelingen van de Levinas-Studiekring, (ISSN 1385-4739), 15(1-2).
Rapporten Veugelers, W.M.M.H. (2010). Grenzen aan de pedagogische taak van de docent. Pedagogische Kwaliteit (Ext. rep. 80). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam (ISBN 9789461420022).
Oraties Ewijk, H. van (2010). Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd. Oratie (2010, november 08). Amsterdam: Humanistics University Press / SWP (ISBN 9789088501913). Lensvelt-Mulders, G.J.L.M. (2010). De gedachte wetenschap. oratie. Amsterdam: Humanistic University Press (ISBN 978 90 8850 119 7).
vakpublicaties Artikelen in tijdschriften Alphen, E. van (2010). Momenten van pluraliteit. In gesprek met Shahrukh Alam. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 15677117), 11(43-44), 19-23. Anbeek, C.W. & Schuurmans, J. (2010). Zingevingvragen in een huisartsenpraktijk. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 15677117), 11(42), 99-104.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
57
Baars, J. (2010). Goed Ouder Worden. Een verkenning. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41), 6-16. Bakker, D. (2010). De student als persoon. Methodische meerstemmigheid in de opleiding tot humanisticus. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(42), 75-86. Boeschoten, R.M. van (2010). Online onderzoek, een kwestie van vertrouwen. KWALON, (ISSN 1385 1535), juni(2). Derkx, P.H.J.M. (2010). Kunnen we gezond tweehonderd jaar worden en moeten we dat willen? Genomica, levensbeschouwing en aanzienlijke levensverlenging. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41 (april/mei)), 40-56. Dohmen, L.J.M.C. (2010). Autonoom leven is een kunst. Geron, Tijdschrift over ouder worden en maatschappij, (ISSN 1389-143X), 12(1), 2-7. Dohmen, L.J.M.C. (2010). Ouder worden als carrière? Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41), 92-93. Dohmen, L.J.M.C. (2010). Ouder worden als koude douche. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41), 58-59. Ewijk, H. van (2010). Prelude op de activeringsstaat. Maatschappelijk werkers in een wat ruimere jas. Maatwerk, (ISSN 1567 6587), 6, 3-5. Ewijk, H. van (2010). Maatschappelijkwerker als sociaal coach. Vangnet, 20.2, 3-4. Jorna, A.A.M. (2010). Gedeelde zorg. Humanistische levensbeschouwelijke zorg interlevensbeschouwelijk gedacht. Pastorale Perspectieven. Driemaandelijks vaktijdschrift voor en door pastores, 24-33.
Leeman, Y.A.M. & Wardekker, W. (2010). Verbetert onderzoek het onderwijs? Tijdschrift voor Lerarenopleiders (VELON/VELOV), (ISSN 0925-9384), 31(1), 19-22. Letiche, H. & Jansen, H. (extern) (2010). HBO: de nieuwe universiteit? Tijdschrift voor Orthopedagogiek, (ISSN 01650947), 49(3), 130-164. Maas, A.J.J.A. (2010). Bregje, Clemens en Anna - een gesprek over hun leven. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 15677117), 11(41), 75-77. Maas, A.J.J.A. (2010). Humaan ouder worden; anders verbonden met de wereld. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41), 78-91. Machielse, A. & Hortulanus, R.P. (2010). Goed Ouder Worden. Een goede balans tussen autonomie en verbondenheid. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41), 23-36. Schreurs, M. (2010). Willem Schinkel en het humanisme: grensbewoner en/of bruggenbouwer. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(43-44), 50-60. Schuhmann, C.M. (2010). Beelden van verloren tijd. Der Zauberberg van Thomas Mann als actuele inspiratiebron voor het humanistisch raadswerk. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(42), 70-70. Stremmelaar, J. & Suransky, A.C. (2010). Kennis en verandering. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(43-44), 7-11. Suárez-Müller, F. (2010). Edward Said en de zoektocht naar een synthetisch humanisme. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(43-44), 121-131. Suransky, A.C., Klooster, H. van het & Rotmeijer, S. (2010). Het kosmopolitische ethos van het pluraal-performatief denken. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(43-44), 61-68.
Kate, L. ten & Suransky, A.C. (2010). De samenleving tussen haakjes. Een dialoog met Willem Schinkel over burgerschap, interculturaliteit en sociale hypochondrie. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(43-44), 43-49.
Artikelen in proceedings
Kate, L. ten & Oostdijk, E. (2010). Waar is de samenleving? Denken over ‘inter-esse’ met Schinkel en Nancy. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(43-44), 69-74.
Anbeek, C.W. & Schuurmans, J. (2010). Casus 17. De patiënt, de naasten en de huisarts. In B.S. Wanrooij (Ed.), Palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk (pp. 285-296). Houten: Bohn Stafleu van Loghum (ISBN 9789031340316).
Kunneman, H.P. (2010). Jürgen Habermas, de grootste humanist van onze tijd. Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(42), 6-11. Leeman, Y.A.M. & Wardekker, W. (2010). Leraren leren met behulp van onderzoek over pedagogische kwaliteit. Tijdschrift voor Lerarenopleiders (VELON/VELOV), (ISSN 0925-9384), 31(2), 4-10.
58
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
Kate, L. ten (2010). On Humbling Visitations: Peter Greenaway’s Work Between Christian Symbolic and Modern Experience. In N. Hendriks (Ed.), Surrender: On Art and Religion. Zwolle: Artez.
Hoofdstukken in bundels Ewijk, H. van (2010). Welzijnswerker nieuwe stijl; de professionele opgave. In Don van Lin (Ed.), Welzijnswerk nieuwe stijl; de landelijke opgave 2010 (pp. 25-29). Gouda: Factor-G (ISBN 978-90-812748-2-1).
Leeman, Y.A.M. (2010). Opvoeden voor multicultureel samenleven. In R. Klarus & W. Wardekker (Eds.), Wat is goed onderwijs? Bijdragen uit de pedagogiek (pp. 75-86). Den Haag: Boom Lemma Uitgevers (ISBN 9789059312050).
Mooren, J.H.M. & Huijzer, R. (2010). Tijdsbeelden en scenario’s. Voortgezette notitie n.a.v. het CAB-rapport. VGVZcahiers (Ext. rep. 4). Amsterdam: VGVZ.
Lensvelt-Mulders, G.J.L.M., Hox, J.J. & Lugtig, P.J. (2010). Assembling an access panel: A study of initial nonresponse and self-selection bias. In I. Stoop & M. Wittenberg (Eds.), Access panels and online research, panacea or pitfall? (pp. 79-86). Amsterdam: Aksant Publishers.
Populariserende publicaties Artikelen in tijdschriften
Letiche, H. (2010). Metaforen: Ansichtkaarten en Hardiness. In C. Kuiper & L. Houweling (Eds.), Praktijkgericht onderzoek in de praktijk (pp. 75-98). Den Haag: Uitgeverij Boom (ISBN 9789059315396).
Gasenbeek, A. (2010). Scriptieprijs vrijdenken 2010: toespraak bij de uitreiking van de Scriptieprijs Vrijdenken 2010. De Vrijdenker, (ISSN 1872-1478), 41(10), 45-46.
Mooren, J.H.M. (2010). De moed om te zien. Humanistisch raadswerk in instellingen van justitie. In J.H.M. Mooren (Ed.), De moed om te zien. Humanistische geestelijke verzorging in justitiële instellingen. Utrecht: Uitgeverij De Graaff. Mooren, J.H.M. (2010). Heeft datgene wat je gedaan hebt je leven verbeterd? Existentiële communicatie en moreel beraad in theorie en praktijk. In J.H.M. Mooren (Ed.), De moed om te zien. Humanistisch raadswerk in justitiële instellingen (pp. 151-178). Utrecht: Uitgeverij de Graaff (ISBN 9789077024324). Veugelers, W.M.M.H. (2010). De leerkracht als pedagogisch model. In M. Hogenes, C. de Booys, C. Gravesteijn & R. Diekstra (Eds.), De leerkracht als opvoeder (pp. 67-80). Den Haag: SDU (ISBN 9789012133593).
Gasenbeek, A. (2010). ‘Ja, ik zal gelezen worden!’ Multatulimania in 2010. De Vrijdenker, (ISSN 1872-1478), 41(7), 46-50.
Suárez-Müller, F. (2010). Ethiek voorbij Nietzsche. Over Joep Dohmens theorie van de levenskunst. Civis mundi, (ISSN 0030-3283), 2010(1), 1-9
Artikelen in dag- en weekbladen Anbeek, C.W. & Schuurmans, J. (20-07-2010). Aandacht voor kwaliteit leven bespaart kosten. Trouw, pp. 15. Anbeek, C.W. (28-12-2010). Het leven heeft zin, de dood niet. Trouw Dohmen, L.J.M.C. & Perquin, K. (26-04-2010). De vrije wil is aan te leren. Hoe je jezelf op het spoor kunt komen. nrc next Dohmen, L.J.M.C. (08-05-2010). Wij missen een cultuur van goed ouder worden. Volkskrant. Het vervolg, pp. 5-5.
Hoofdstukken in bundels Bundels Letiche, H., Kuiper, C. (extern) & Houweling, L. (extern) (Eds.). (2010). Praktijkgericht onderzoek in de praktijk. Den Haag: Uitgeverij Boom (ISBN 9789059315396). Mooren, J.H.M. & Smeenk, W. (Eds.). (2010). Ambtelijke Binding. Rapport van de Commissie Ambtelijke Binding (VGVZ-cahiers, 4). Amsterdam: VGVZ. Mooren, J.H.M. (Ed.). (2010). De moed om te zien. Humanistische geestelijke verzorging in justitiële instellingen. Utrecht: Uitgeverij de Graaff (ISBN 9789077024324).
Themanummers tijdschriften Derkx, P.H.J.M. (Ed.). (2010). Tijdschrift voor humanistiek, (ISSN 1567-7117), 11(41 (april/mei)).
Gasenbeek, A. & Brabers, J. (2010). Humanistisch vormingswerk: voor de reflectie en niet voor de actie. In Beukbergen - jubilea 2010: 100 jaar landhuis 60 jaar vormingscentrum (pp. 40-51). Den Haag: Ministerie van Defensie. Gasenbeek, A. (2010). Tien ballen tegelijk in de lucht. Rob Tielman: portret van een gedreven humanistisch bestuurder. In B. Gasenbeek & van.den F. Berg (Eds.), Rob Tielman: een begeesterd humanist (Humanistisch Erfgoed, 12) (pp. 15-40). Breda: Papieren Tijger (ISBN 9789067282482).
Bundels Gasenbeek, A. & Berg, F. van den (Eds.). (2010). Rob Tielman: een begeesterd humanist (Humanistisch Erfgoed, 12). Breda: Papieren Tijger (ISBN 9789067282482).
Rapporten Ewijk, H. van, Scheijmans, I. & Maas, A. van der (2010). Rapportage Zwanenvechtpleinbuurt. Utrecht: HU. Mooren, J.H.M. & Smeenk, W. (2010). Ambtelijke Binding. Rapport van de Commissie Ambtelijke Binding. VGVZcahiers (Ext. rep. 4). Amsterdam: VGVZ.
Universiteit voor Humanistiek – JAARVERSLAG 2010
59
Colofon Tekst Vormgeving Fotografie Druk
Universiteit voor Humanistiek Eindredactie: Carta communicatie & grafisch ontwerp Carta communicatie & grafisch ontwerp, Utrecht Joachim Duyndam, Jos Kuklewski, Esther de Man, Arnaud Mooij, Harold Peirera en Lilian van Rooij. ZuidamUithof
© 2011 Universiteit voor Humanistiek
60
UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK – JAARVERSLAG 2010
2 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – Rapportage regiogesprekken passend onderwijs
jaarverslag
2010 universiteit voor humanistiek
Kromme Nieuwegracht 29, 3512 HD Utrecht T (030) 239 01 00 F (030) 234 07 38 E
[email protected] www.uvh.nl
jaarverslag 2010 universiteit
voor
humanistiek utrecht