Islam en handicap: Praktijkgevallen en islamitische opvattingen Drs. Mohammed M. Ghaly Docent Islamitische Theologie Universiteit Leiden Lacune in het onderzoek: Het is belangrijk te weten dat er een opvallende lacune is in het wetenschappelijke onderzoek over Islam en handicap. Dat heb ik vastgesteld toen ik begon met mijn proefschrift over dit onderwerp, en is met de tijd meer en meer bevestigd. 1 Wel kunnen we de gezaghebbende islamitische bronnen raadplegen. Maar juist hieraan kleven twee onderzoeksproblemen, a) een taalprobleem: deze bronnen zijn in het Arabisch en weinige ervan zijn vertaald naar westerse talen en b) het sporadische karakter van de informatie: de relevante informatie over handicap is niet gemakkelijk te traceren omdat hij sporadisch voorkomt, onder verschillende termen en onderwerpen. Dit vraagt veel tijd en doorzettingsvermogen om de relevante informatie te vinden. Methodologische opmerkingen: Praktijkgevallen De bedoeling van het citeren van de hierna te noemen praktijkgevallen is zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven. Daarom hebben we deze praktijkgevallen gebaseerd op twee bronnen: a) persoonlijke ervaringen: voor een tijdje heb ik gewerkt als moslim geestelijke verzorger (imam) bij Parnassia 2 . Daar had ik altijd contact met mensen met een ziekte of beperking. Daarnaast waren mensen met handicap altijd een onderdeel van mijn leven als vrienden, collega’s, buren en dergelijke en daarvan heb ik ook veel geleerd. b) ervaringen van anderen: ik heb ook contact gehad met de medewerkers en deskundigen die zorg bieden aan moslims met beperkingen. Lange tijd noteerde ik deze opmerkingen en probeerde er een analyse van te maken. Dat blijft natuurlijk een continu proces, dus verdere opmerkingen aan de hand van deze voordracht zijn welkom. Aangetekend dient hier te worden dat niet alle praktijkgevallen die hierna genoemd worden typerend zijn voor moslims alleen. Ze kunnen ook voorkomen bij andere groepen met een andere religie of andere cultuur. Het criterium is alleen dat zulke gevallen kenmerkend zijn bij de moslims. Islamitische opvattingen Zelfs de bekende Encyclopaedia of Islam bevat geen apart artikel over dit onderwerp. Ik verwacht dat mijn dissertatie geschreven aan de Universiteit van Leiden getiteld Islam and Disability: Theological and Juridisprudential Perspectives die binnenkort komt te verschijnen een belangrijke bijdrage in deze wetenschap zal zijn. 2 Parnassia is een is een landelijk psycho-medisch centrum, zie http://www.parnassia.nl/ 1
1
De hieronder genoemde opvattingen zijn gebaseerd op drie soorten bronnen: a) de hoofdbronnen van de Islam; de Heilige Schrift van de moslims (Qur’ân) en de uitspraken en de daden van de Profeet van de Islam (Soenna), b) de levensomstandigheden van de moslims met beperkingen die geleefd hebben in de tijd van de Profeet en de moslimgeneraties daarna, vooral de Metgezellen van de Profeet en hun Opvolgers, en c) de gezaghebbende juridische en theologische bronnen van de Islam die encyclopedische informatie geven over de regels die een moslim moet volgen in zijn/haar dagelijkse leven. De bovengenoemde drie groepen van de bronnen zijn van groot belang in het leven van moslims van tegenwoordig. Ze hebben alle een gezaghebbend karakter zowel onder de moslimmassa’s als onder de geleerden en imams. De hierboven geciteerde opvattingen zijn bedoeld om gedragspatronen van moslims in bepaalde gevallen aan de hulpverleners die daarmee te maken krijgen uit te leggen. (1) Het ontstaan van de handicap (opvattingen over ziekte in de Islam) Praktijkgevallen Als iemand of één van zijn kinderen getroffen wordt door een handicap komt een aantal vragen naar voren, onder andere, waarom bestaat de handicap in het leven? En waarom erft dit mijn kind, vooral hoewel vele anderen gezond zijn? Onder de moslims en misschien ook onder vele anderen komt het schuldgevoel soms als antwoord. “Ik heb heel veel verkeerde dingen gedaan en dit is de gerechte straf van Allah” zeggen veel mensen als verklaring voor het krijgen van een kind met beperking of voor het zelf hebben van de beperking. Het probleem met deze schuldgevoelinterpretatie is dat het belemmerend kan zijn voor een verder actief en positief omgaan met het probleem. Bijvoorbeeld kan het leiden tot het verbergen van het kind dat, in dit geval, een teken is van zondige ouders. Islamitische opvattingen In een artikel getiteld “Islam en handicap: theologische perspectieven” heb ik drie opvattingen getraceerd in de islamitische geschiedenis over het ontstaan van handicaps. 3 Hier lig ik de nadruk op aantal punten die relevant zijn voor onze discussie: a) Handicap als een straf van God stond bij geen enkele opvatting centraal als reden voor het ontstaan van handicaps. b) Er is unanimiteit binnen de Islam dat niemand wordt bestraft voor de misdaden van anderen. Dit is gebaseerd op het Koranvers, “En geen ziel handelt dan voor zichzelf alleen, noch draagt een lastdrager de last van anderen.” Soerat al-An‘âm 6:164. Dus de opvatting dat het krijgen van een
Ghaly, Mohammed, “Islam en handicap: theologische perspectieven”, Theologisch Debat, 2de jaargang, september 2005, pp. 20-23
3
2
kind met beperking een straf is van God voor zondige ouders is een onjuiste interpretatie binnen de Islam. c) Wat betreft de discussies over het ontstaan van de handicap zijn er drie mogelijke verklaringen te traceren in de islamitische literatuur. Ten eerste kan de handicap een vorm zijn van geloofsbeproeving. Dat blijft de meest gebruikte verklaring voor het bestaan van handicaps. Moslimgeleerden halen in dit verband de wijsheidsspreuk aan: ‘O, mijn zoon! Goud en zilver moeten beproefd worden in het vuur en de gelovige moet beproefd worden door bezoekingen.’ 4 De tweede mogelijkheid is dat handicaps een disciplinair middel kunnen zijn (maar dat niet noodzakelijkerwijs zijn) tot terechtwijzing van ongehoorzame mensen die tegen de aanwijzingen van God in blijven gaan zonder geldig excuus. Zij laten ook niet serieus zien dat ze God om vergeving vragen en aan Hem berouw tonen, om een goddelijke straf in dit leven of het hiernamaals af te wenden 5 . Met hun nadruk op het gegeven dat een handicap een straf kan zijn maar niet noodzakelijkerwijs is, drukken voorstanders van de derde moegelijkheid uit dat een handicap een bron van beloningen kan zijn. Een van hen stelt bijvoorbeeld dat God mensen van wie hij houdt, bezoekt met beproevingen om hun vervolgens een beloning toe te kennen. 6 Een handicap kan vanuit deze visie een middel zijn om een verheven positie in het paradijs te bereiken, die op grond van goede daden alleen niet bereikt zou kunnen worden. 7 Dit gegeven wordt ook door talrijke tradities rondom de Profeet Muhammad ondersteund. 8 In alle drie de moegelijkheden stelt men dat een mens niet op zijn handicap moet worden beoordeeld. (2) Medische behandeling Praktijkgevallen: Op dit terrein zijn er allerlei complexe zaken die een hulpverlener kan tegenkomen. Hieronder noemen we twee gevallen die vaak voorkomen tijdens het werken met zieke of gehandicapte moslims of met hun gezinnen. (a) Islamitische vroomheid past meer bij de “islamitische geneeswijzen” Tijdens mijn werk als islamitische geestelijke verzorger (imam) bij Parnassia heb ik verschillende keren het verzoek gekregen van artsen om antwoord te geven op de vraag hoe om te gaan met moslimpatiënten die geen medicijnen ‘Abd al-Ra’ûf al-Minâwî,Fayd al-Qadîr Sharh al-Jâmi‘ al-Saghîr, 1st ed., Al-Maktaba alTijâriyya al-Kubrâ, Egypte, 1937, Vol. 2, 459. 5 Bijv. Ibn al-Jawzî, Sayd al-Khâtir, Dâr al-Fikr, Beirut, 1987, 21, 30-31, 197-199, 203-204, 290291, 310-311, 390-391. Voor verhalen uit islamitische bron, waarin mensen hun handicaps als goddelijke straf zien, zie Ibn Hajar al-‘Asqalânî, Fath al-Bârî, Vol. 9, Dâr al-Ma‘rifa, Beirut, 1959, p. 522. 6 ‘Asqalânî, Fath, Vol. 10, 108. 7 ‘Abd al-Karîm Zîdân, Al-Sunan al-Ilâhiyya fî al-Umam wa al-Jamâ‘ât wa al-Afrâd fî al-Sharî‘a alIslâmiyya, 3rd ed., Mu’assasat al-Risâla, Beirut, 1994, 213. 8 Zie bijv. al-Haythamî, Majma‘ al-Zawâ’id, vol. 2, Dâr al-Rayyân lî al-Turâth, Cairo & Dâr alKitâb al-‘Arabî, Beirut, 1986, 292. 4
3
willen innemen. Tijdens gesprekken met de betreffende patiënten was het opmerkelijk dat een aantal van hun de medicatie in strijd achtten met het geloof dat alles in de hand van Allah is en dat Hij de Genezer is. Ditzelfde ook één van de redenen zijn voor het feit dat een aantal moslims geen gebruik maken van de beschikbare reguliere gezondheidszorgvoorzieningen. 9 Als alternatief zoeken deze patiënten naar traditionele middelen die beweren dichter bij Islam te staan. Deze worden meestal, in de relevante Nederlandse literatuur, “de islamitische geneeswijzen” genoemd. 10 Deze geneeswijzen houden, onder andere, reciteren van koranverzen, de vervaardiging van amuletten en het uitvoeren van exorcistische rituelen in. 11 (b) Moslims zien de beperking vaak als een geneesbare ziekte en verwachten dus dat de behandeling op een bepaald moment tot een eind moet komen. Daartegenover staan de moslims die hoge verwachtingen hebben van de beschikbare voorzieningen van de reguliere gezondheidszorg. Ze verwachten dat deze voorzieningen altijd een eindoplossing hebben voor een beperking. “Wanneer zal mijn kind genezen?” Deze vraag wordt vaak gehoord van de ouders als zij hun kind naar de arts of de instelling brengen. Islamitische opvattingen (a) “Islamitische geneeswijzen” zijn veel breder dan wat nu onder deze term wordt begrepen. Terugkijkend naar de islamitische bronnen vinden we dat wat tegenwoordig onder “reguliere gezondheidszorg” begrepen wordt ook tot de “islamitische geneeswijzen” behoort. Het zoeken naar een geneesmiddel voor ziekten is sterk aanbevolen door de Profeet van de Islam bij verschillende gelegenheden. Onder de uitspaken van de Profeet van de Islam lezen we “O mensen zoek medicatie [voor jullie ziekten]!” Dat werd in de praktijk niet geïnterpreteerd als alleen het reciteren van de koran en dergelijke. Ook werd grote aandacht besteed aan het zoeken naar een wetenschappelijk gedefinieerde medische behandeling die nu “reguliere gezondheidszorg” heet. Zo was het al vanaf de tijd van de Profeet en de eerste moslimgeneratie. De Profeet ried zijn metgezellen wanneer zij ziek werden aan om naar al-Hârith ibn Kalada, de meeste beroemde arts in deze tijd in het Arabische schiereiland, te gaan. 12 Dezelfde houding ten opzichte van de geneeskunde bleef bestaan tijdens de volgende moslimgeneraties. Tijdens de Kalifaat van ‘Umar (de tweede Kalief na de dood van de Profeet) was er iemand die aan lepra leed. ‘Umar deed een Óf het hier over meerderheid gaat blijft nog een vraag. Het project Samen verder in de gekleurde wereld van Rotterdam: project allochtonen met een handicap zal dat nog verder onderzoeken. 10 Zie bijvoorbeeld, Hoffer Cor, Volksgeloof en religieuze geneeswijzen onder moslims in Nederland, een proefschrift geschreven aan de Universiteit van Leiden, 2000. 11 Hoffer Cor, Volksgeloof en religieuze geneeswijzen onder moslims in Nederland, p. 214. 12 Haythamî al-, Majma‘ al-Zawâ’id, Dâr al-Rayyân lî al-Turâth/Dâr al-Kitâb al-‘Arabî, Cairo/Beiroet, vol. 5, p. 88. 9
4
beroep op alle artsen die verstand hadden van zijn geval. De artsen konden wel de verergering van de ziekte stoppen maar niet helemaal genezen. 13 Deze houding ten opzichte van het gebruik van de beschikbare medische behandelingsmethoden en geneesmiddelen kan men terugvinden in de talrijke erfgoed van ziekenhuizen in de islamitische geschiedenis. 14 (b) “Alle ziekten en beperkingen zijn geneeslijk” Deze opvatting is meestal gebaseerd op het geloof dat niets onmogelijk is voor Allah, de Genezer. Dit geloof wordt uitgelegd in één van de uitspraken van de Profeet, “Allah heeft geen enkele ziekte nedergezonden behalve met een geneesmiddel erbij dat bekend is aan sommigen en onbekend aan anderen” 15 Dus het feit dat sommige ziekten of beperkingen op dit moment niet geneesblijk zijn tast het geloof dat Allah de Genezer is niet aan. Het is gewoon nog niet bekend, en dit was het geval bij verschillende geneesmiddelziekten en aandoeningen die ooit ongeneesblijk waren maar later wel waren te genezen. Deze realistische dimensie is ook erkend in de islamitische literatuur. Bijvoorbeeld is de indeling van ziekten naar geneesblijke en ongeneesblijke in de islamitische jurisprudentie een vaste gegeven. (3) Waarde van een mens met een handicap Hier wordt de hulpverlener soms geconfronteerd met ambivalente standpunten ten aanzien van de waarde van iemand met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Praktijkgevallen (a) Een kind met een beperking is zo waardevol voor de familie dat hij/zij verwend wordt. Deze verwenning is een enorme belemmering voor het revalidatieproces omdat op deze manier het kind bijna nooit onafhankelijk leert te leven. Een kind met een verstandelijke beperking kan leren om zichzelf te kleden, te eten en te spelen maar dit lukt niet bij overvloedige liefde die tot verwenning leidt. Verwenning, in meerdere of mindere mate, komt ook voor bij kinderen die lichamelijke beperkingen hebben. 16 13 ‘Asqalânî, Ibn Hajar al-, al-Isâba fî Tamyîz al-Sahâba, 1ste druk, Dâr al-Jîl, Beiroet, 1992, vol. 6, p. 193. 14 Voor een algemeen idee over dit erfgoed, zie Pormann, Peter E., “Theory and practice in the early hospitals in Baghdad - al-Kaškarī on rabies and melancholy””, in Zeitschrift für Geschichte der Arabisch-Islamischen Wissenschaften, , 2003, no. 15, pp. 197-248; Abdul Rahman, Hasbullah Haji, Development of health sciences and related institutions during the first six centuries of Islam, in Islamic Quarterly, 2000, vol. 44, no. iv, pp. 601-618; Syed, Ibrahim B., “Efficient hospitals: Islamic medicine's contributions to modern medicine”, in Journal of IMA, vol. 31, no. ii, pp. 88-91, 1999; Surty, Muhammad Ibrahim H. I., “The impact of the Sharī`ah on the development of bīmāristān in Muslim world: 7th to 13th century”, in Hamdard Islamicus, 1998, vol. 21, no. i, pp. 33-45. 15 Ibn Hanbal, Musnad Ahmad, Mu’assasat Qurtuba, Egypte, Hadîth no. 3578, vol. 1, p. 377. 16 Zie Eldering, Lotty et al, Verstandelijke gehandicapte kinderen in Marokkaanse en Turkse gezinnen, van Gorcum, 1999, pp. 42-45.
5
(b) Een kind met een beperking krijgen is een soort schande. Vaak heb ik gehoord dat ouders graag zouden willen dat niemand buiten de familie weet dat ze een kind met een lichamelijke of verstandelijke beperking hebben. Naar mijn persoonlijke ervaring is dit geen bekend fenomeen onder moslims maar we kunnen niet uitsluiten dat het kan voorkomen. Islamitische opvattingen: (a) Een kind met een beperking is zo waardevol voor de familie dat hij/zij verwend wordt In de Islam dienen mensen met een handicap omringd te worden met liefde. Dat valt onder de algemene regel dat alle mensen die minder sterk zijn doordat ze ziek, kinderen of bejaarden zijn meer liefde en hulp dienen te krijgen van degene die sterker en gezonder zijn. Maar deze liefde moet niet zodanig worden overdreven dat de persoon helemaal afhankelijk wordt van de anderen zelfs als zij de ouders zijn. Onafhankelijkheid geldt als een heel kostbaar goed in de Islam. Iedereen wordt gevraagd om zijn/haar best te doen in het leven; anders krijgt hij/zij geen beloning terug van Allah. De Koran zegt: “En dat de mens niet meer kan krijgen dan hetgeen waarnaar hij streeft.” Soerat al-Najm 53:39. De enige voorwaarde hier is dat het binnen het eigen vermogen moet gebeuren. De Koran zegt hierover “Allah belast geen ziel boven haar vermogen. Voor haar is wat zij verdient en tegen haar is ook wat zij verdient.” Soerat al-Baqara 02:286. Tijdens het leven van de Profeet was er een man, Hibbân ibn Munqidh, met een verstandelijke beperking. Zijn biografie laat duidelijk zien dat de persoon veel alleen kon doen, en zelfs naar de markt ging om zijn eigen spullen te kopen en verkopen. De Profeet Muhammad gaf duidelijke instructies aan de handelaars op de markt om rekening te houden met zijn aparte geval en hem dus niet in de maling te nemen. 17 Er is ook een omvangrijk genre in de islamitische literatuur over mensen met verstandelijke beperkingen met verhalen waaruit blijkt dat deze mensen overal aanwezig waren in het leven vanaf de moskee tot de markt. 18 Wat betreft mensen met lichamelijke beperkingen was dit nog duidelijker zoals hieronder uiteengezet wordt. (b) Een kind met een beperking krijgen is een soort schande Schaamtegevoel door het krijgen van een kind met een beperking heeft gedeeltelijk iets te maken met het eerder vermelde schuldgevoel dat zulke kinderen een teken kunnen zijn van zondige ouders. Anderdeels heeft het echter ook iets te maken met de misvatting dat iemand met een beperking minderwaardig zou zijn. In de Islam speelt de gezondheid noch fysieke sterkte noch rijkdom een rol in het bepalen van iemands waarde. Het goede hart en de goede daden zijn wat dat betreft de meeste beslissende factoren. De Profeet heeft gezegd, “Allah ‘Asqalânî, Ibn Hajar al-, al-Isâba fî Tamyîz al-Sahâba, vol. 2, p. 11. Zie bijvoorbeeld, Ibn Habîb, ‘Uqalâ’ al-Majânîn, Dâr al-Nafâ’is, Beiroet, 1987; Ibn al-Jawzî, Akhbâr al-Hamqâ wa al-Mughaffalîn, Dâr al-Fikr al-‘Arabî, Beiroet, 1990. 17 18
6
kijkt niet naar uw uiterlijk of lichamen maar naar uw harten en daden” 19 Dit is duidelijk terug te vinden in een aantal Koranverzen (Soerat ‘Abasa 80:1-12) die over een gebeurtenis tijdens het leven van de Profeet commentaar gaven. Iemand die blind was, Ibn Umm Maktûm, was naar de Profeet gekomen toen hij in gesprek was met een groep invloedrijke en beroemde mensen. De invloedrijke mensen kregen meer aandacht, ten koste van de blinde persoon. De inhoud van de koranverzen luidt dat dit een dergelijke mens waardevoller kan zijn dan de vermelde groep mensen. Deze waardering voor elke mens ongeacht alle andere eigenschapen behalve dan een goed hart en goede daden gaf de mensen met beperkingen de kans om hun vermogens te laten zien en te bewijzen dat ze in de praktijk ook veel beter konden zijn dan veel andere, gezonde mensen. De bovengenoemde persoon, Ibn Umm Maktûm, was verschillende keren de bestuurder van de islamitische hoofdstad, Medina, gewesst tijdens de afwezigheid van de Profeet. Gedurende de islamitische geschiedenis vinden we onder de mensen met beperkingen heel succesvolle voorbeelden zoals ingenieurs, schrijvers, religieuze geleerden, enzovoorts. De voorbeelden waren genoeg om aparte boeken te schrijven over de biografieën van deze mensen die succesvol konden leven ondanks deze beperkingen. 20
(4) Het huwelijk Het huwelijk speelt meestal een centrale rol in het leven van mensen met beperkingen binnen moslimfamilies. Soms komt dit door het huwelijk van de ouders of het huwelijk van de gehandicapten zelf. Praktijkgevallen (a) het endogame huwelijk Op basis van onderzoek verricht onder Marokkaanse en Turkse gezinnen met verstandelijk gehandicapte kinderen, is de hoge frequentie van bloedverwantschap tussen de ouders een opmerkelijk kenmerk. De helft van de ouders is verwant aan elkaar, eenderde van deze ouderparen zijn volle neef en nicht. 21 Statistisch gezien bestaat er, zoals bekend, een verband tussen verwantschap van de ouders en de kans op het krijgen van een gehandicapt kind. Terwijl een vrouw ongeveer 3% kans heeft een verstandelijk gehandicapt kind te krijgen, is dit percentage bij neef-nicht huwelijken twee maal zo hoog. Wanneer generaties lang binnen de familie wordt getrouwd, neemt de kans op een kind met een ernstige handicap toe tot bijna 20%.
Muslim, Sahih Muslim, Dâr Ihyâ’al-Turâth al-‘Arabî, Beiroet, Hadîth no. 2564, vol. 4, p. 1986 Zie bijvoorbeeld Jâhiz, al-, Al-‘Urjân wa al-Bursân wa al-‘Umyân wal al-Hûlân (Kreupelen, leprozen, blinden en mensen met één oog); Safadî Salâh al-Dîn al-, Nakt al-Himyân fî Nukat al‘Umyân (Het onttrekken van het kostbare uit de anekdotes over blinden), Dâr al-Talâí‘ lî alNashr wa al-Tawzî‘, Cairo, 1997. 21 Voor meer details en voor een overzicht van economische, politieke en psychologische verklaringen voor dit soort huwelijk, zie Eldering, Lotty et al, Verstandelijke gehandicapte kinderen in Marokkaanse en Turkse gezinnen, pp. 24-26. 19 20
7
Hoewel men zich vaak wel bewust is van dit risico, is dit niet altijd bespreekbaar. 22 (b) het uithuwelijken van gehandicapten Met de beste bedoelingen, wil de familie dat de man en soms ook de vrouw met een beperking gaat trouwen en wordt er een partner geregeld uit eigen land. Dat komt omdat ze geloven dat het huwelijk de gehandicapte persoon beter zal maken. “Als je maar getrouwd bent, komt alles wel goed, hoe ernstig de beperkingen ook zijn” wordt vaak gezegd door familieleden en vrienden. Bovendien zal ook de partner helpen bij de verzorging van de gehandicapte persoon die een grote last kan zijn voor de familie. Islamitische opvattingen (a) het endogame huwelijk Trouwen binnen de familie was altijd een discussiepunt in de Islam, vanaf het begin. Verschillende overleveringen toegeschreven aan de Profeet Muhammad keuren het endogame huwelijk af. Aan de andere kant zijn er opvattingen die menen dat er geen sterke bewijzen zijn die dit soort huwelijk afkeuren of stimuleren, zo dat het gewoon toegestaan zou zijn. Buiten deze verschillende standpunten over dit type huwelijk is mens het erover eens dat een huwelijk (binnen de familie of niet), dat de gezondheid van het echtgenoot de komende kinderen in gevaar kan brengen, moet worden afgeraden. Medisch onderzoek voorafgaande aan een huwelijk binnen families met genetisch overdraagbare ziektes wordt, religieus gezien, sterk aanbevolen. 23 (b) het uithuwelijken van gehandicapten Islamitische bronnen geven geen absolute beslissing over het uithuwelijken van iemand met een beperking. Het hangt altijd af van verschillende factoren. De soort en de ernst van de beperking als een belangrijkste factor geldt. Dat heeft meestal iets te maken met het begrip gelijkheid (al-kafâ’a) dat centraal staat in de islamitische jurisprudentie om te beoordelen of een huwelijk, islamitisch gezien, acceptabel is. Het uithuwelijken van een ernstig verstandelijke gehandicapte persoon die geen interesse toont om te trouwen en alleen uitgehuwelijkt wordt om zijn/haar zorg aan iemand anders te geven, valt bijvoorbeeld buiten de hoofddoelstellingen van huwelijk in de Islam. De overeenkomst tussen de partners is ook beslissend in dit geval. Man of vrouw moet van tevoren duidelijk en eerlijk op de hoogte gebracht van de medische situatie van de toekomstige partner, en daarmee akkoord gaat. Als in dit geval van een oneerlijkheid sprake is krijgt de man/vrouw het recht om
22
Ibid, pp. 26 & 27 Zie http://www.islamonline.net/servlet/Satellite?pagename=IslamOnline-ArabicAsk_Scholar/FatwaA/FatwaA&cid=1122528622388 23
8
het huwelijk te beëindigen en een vergoeding te vragen voor de psychologische schade die hij/zij heeft geleden. 24
24
Voor juridische adviezen (fatwas) op dit onderwerp zie, Shâyi‘, ‘Abd al-Ilâh al-, Al-Lu’lu’ al-Thamîn min Fatâwâ al-Mu‘awwaqîn, Dâr al-Simî‘î, Riyadh, 1997, vol. 1, pp. 19-22; http://www.islamtoday.net/questions/show_question_content.cfm?id=62393; http://www.islamtoday.net/questions/show_question_content.cfm?id=35650
9