Portfolio
Irma Boom Studio
Nicole Ex
Hollands Diep 2006-2010
Cultuurtijdschrift Hollands Diep staat voor kwaliteit en verdieping. Het werd in 2007 uitgeroepen tot ‘De Beste Lancering van het jaar’. Ik was betrokken vanaf de conceptontwikkeling, en ben daarna tot eind 2010 als beeldredacteur en redacteur aan Hollands Diep verbonden geweest. © Weekbladpers Tijdschriften
Het beest in foto’s Erwin Olaf beeldbewerking Magicgroup.nl visagie Annemiek Bohnenn productie Studio Erwin Olaf met dank aan Slot Zuylen en Flatland Gallery Utrecht
44
Hollands diep maart/april 2009
fotoreportage Erwin Olaf
mij
Tot diep in de nacht klonk het geluid van Remco’s typemachine. Arthur schreef met de ganzenveer van Belle. Annelies koos voor haar blauwe Stabilostift. En terwijl Lieve zich in de bibliotheek verschanste, stortte Tim zich in de keuken op beschuitjes met chocoladevlokken. Ter preparatie op het dierenthema van de komende Boekenweek nodigden wij Remco Campert, Arthur Japin, Tim Krabbé, Lieve Joris en Annelies Verbeke uit voor een midweekje Writers in Residence in landelijk gelegen Slot Zuylen.
De poes in Remco Campert
54
Remco Campert (1929) is dichter en schrijver van verhalen en romans. Hij maakte deel uit van de literaire stroming de Vijftigers. Samen met Jan Mulder schreef hij van 1996 tot 2006 de column CaMu voor de Volkskrant. In 2007 verscheen de dichtbundel ‘Nieuwe herinneringen’ en ‘Dagboek van een poes’, waarin Campert een oplettende poes aan het woord laat, die vanuit haar eigen perspectief, maar met het verteltalent en de poëtische gevoeligheid van haar schepper, vertelt over haar dagelijkse, avontuurlijke bestaan. Hollands diep maart/april 2009
In de logeerkamer van Slot Zuylen
Je moest wel erg omhoogzitten als je je vergreep aan een huisdier
maart/april 2009 Hollands diep
55
African spirits Congolese ‘sapeur’ – een Afrikaanse dandy – uit de serie Gentlemen of Bacongo van Daniele Tamagni. Tot 20 augustus in de Prins Claus Fonds Galerie, Amsterdam.
African spirits 8 opzienbarende kunstenaars van het Afrikaanse continent Afrikaanse maskers, speren en beelden inspireerden grootmeesters als Picasso en Gauguin. Maar de Afrikaanse kunst heeft allang veel meer te bieden dan dat. Sinds eind jaren negentig zijn er in het Westen enkele vooruitstrevende tentoonstellingen geweest met Afrikaanse hedendaagse kunst. En een aantal opzienbare Afrikanen is inmiddels doorgedrongen tot de gevestigde, internationale kunstwereld. Er wordt zelfs al voorzichtig gesproken van een Afrikaanse renaissance.
da nie le ta mag ni / prin s cl aus fo nds
samenstelling Nicole Ex teksten Dirk-Jan Arensman, Nicole Ex, Evelien Lindeboom
Hollands diep mei/Juni 2010
75
M a r l en e du M as / david ZWir n er
M a r l en e du M as / W W W.Za M -M aGa Zin e.n l
M a r l en e du M as / david ZW ir n er
Olive Tree, 2010
Marle ne d u Mas / david Z W irne r
Against the Wall, 2009
Portret of a young Nelson Mandela, 2004
The Wall, 2009
Marlene Dumas
Kunstenaar uit Zuid-Afrika
In 2005 werd The Teacher voor 2,5 miljoen euro geveild bij Christies. Daarmee behoort Marlene Dumas (1953) tot de duurste levende vrouwelijke kunstenaars ter wereld. Het portret dat Marlene dumas in 2004 schilderde van de jonge nelson Mandela, schonk zij in 2008 aan de voormalige president, ter ere van zijn negentigste verjaardag. Het hangt nu in de receptie van de nelson Mandela Foundation in Johannesburg. dumas groeide op in Zuid-afrika en vertrok als 23-jarige naar amsterdam. intussen is ze een herkenbaar baken in alle grote internationale musea. Ze kiest
78
Hollands diep mei/Juni 2010
haar onderwerpen niet bewust, zegt ze, de onderwerpen vinden haar: ‘ik sla vaak lukraak een boek open om te zien of er een boodschap voor me in staat.’ apartheid, onderdrukking, oorlog: het zijn niet de eenvoudigste onderwerpen die haar vinden en niet de vrolijkste foto’s die ze al meer dan dertig jaar uit kranten en tijdschriften naschildert. onlangs exposeerde ze in de david Zwirner Gallery in new York nog haar serie Against the Wall,
waarin ze de israëlische en palestijnse kwestie aan de orde stelt. de mensheid zal in haar ogen misschien nooit veranderen, maar toch lijkt er ook liefde en mededogen uit haar werk te spreken. Wie zal het zeggen? dumas zelf waarschijnlijk niet, want: ‘Hoe meer ik begrijp, hoe minder ik praat.’ Marlene Dumas, Against the Wall, David Zwirner/Radius Books, New York 2010
M a r l en e du M as / david Zw ir n er / pet er Cox
African spirits
Werk van Marlene Dumas in haar studio in Amsterdam
Hollands diep mei/Juni 2010
79
7
SA M u El FoSSo/ J EA N M A rC PAt r AS gA l Er IE
1
Zelfportretten African Spirits, 2008: 1. Malcolm X 2. John Carlos 3. Nelson Mandela 4. Angela Davis 5. Miles Dewey Davis III 6. Haile Selassie 7. Muhammed Ali 8. Patrice Lumumba 9. Martin Luther King, mug shot 2
8
Samuel Fosso
Fotograaf uit Kameroen
Het werk van Fosso (1962) is in musea over de hele wereld te zien. Zijn dorpsgenoten denken dat hij nog gewoon pasfoto’s maakt. 3
4
5
6
Van zijn kindertijd in Kameroen zijn geen foto’s. Maar hij herinnert zich nog goed dat hij tot zijn vierde verlamd was. Westerse medicijnen hielpen niet en dus werd hij naar zijn grootvader gebracht, medicijnman in Nigeria. Die rolde hem onder magische bezweringen van het dak van zijn huis. Het bleek de aanzet tot Fosso’s eerste passen, die hem en zijn familie vrijwel meteen wegvoerden van de verschrikkingen van de Biafra-oorlog. Drie jaar lang leefde Fosso (met een miljoen landgenoten) als nomade. Hij leerde gras eten. Zijn moeder vond de dood. Na de gruwelijkheden werd hij, in Bangui, Centraal-Afrika, assistent-schoenmaker bij zijn oom, totdat hij voorbij een fotostudio liep en ontdekte dat hij fotograaf wilde worden. In 1975 opent hij als dertienjarige zijn eigen fotostudio en vereeuwigt hij zijn buurtgenoten. Maar aan het eind van de dag, als de studio leeg is en zijn rolletje bijna vol, bevrijdt hij zich uit het keurslijf van statische portretten en verlegen blikken. Dan kleedt hij zich in exotische gewaden en transformeert zichzelf tot Afrikaans leider of Afro-Amerikaanse held, Mandela of Malcolm X: ‘Ik doe hun kleren aan en treed hun ziel binnen. Ik verlaat mezelf en word iemand anders. Dan neem ik de foto.’ Fotograaf, kunstenaar, stilist, model Fosso wordt in 1993 ontdekt door de Franse fotograaf Bernard Descamps. In het Westen staat hij inmiddels bekend als de ‘Afrikaanse Cindy Sherman’ en ‘de man van de duizend gezichten’. Maar niet in zijn dorp, daar is nog gewoon Samuel, dorpsfotograaf – voor al uw portretten, bruiloften en partijen. (NE)
9
‘Ikdoehunkleren aanentreedhun zIelbInnen’
Sa mue l FoSSo/ Jea n ma rc Patr aS Ga lerie
africanspirits
The Chief Who Sold Africa to the Colonialists, uitdeTati-serie,1997
Man in the Mirror unieke fotoreportage michael Jackson - door Dilip mehta
dilip meHta / contac t pr ess images / HH
FotograaF Dilip Mehta Maakte een intieMe Fotoreportage over the king oF pop. schrijver paul theroux haalt herinneringen op aan een bezoek aan neverlanD en een nachtelijk teleFoongesprek Met jackson: ‘ik heb nooit van contact Met Mensen gehouDen.‘
20
Hollands diep Augustus/september 2009
herinneringen aan Michael Jackson
Michael Jackson op zijn landgoed in Neverland
augustus/september 2009 Hollands diep
21
MARIA AUSTRI A I NSTI TUUT
EYE LOVE NEW YORK
eye love new york
Toen de overtocht naar New York nog met de boot werd gemaakt en we de stad nog niet eindeloos hadden aanschouwd in films en reisreportages, kon je als fotograaf nog overdonderd raken door de wolkenkrabbers, de neonreclames en het exotische karakter. Naarmate de stad ons steeds bekender voorkomt, en veel fotografen New York als (tijdelijke) werk- en woonplaats hebben, verschuift de aandacht naar vaak meer persoonlijke onderwerpen. Een Nederlandse kijk op een wereldstad.
MARIA AUSTR IA INSTITU U T MARI A AUSTRIA INSTITUUT
MARIA AUSTR IA INSTITU U T
EEN HOLLANDSE KIJK OP MANHATTAN
1966 - KEES SCHERER (1920–1993) New York, straatbeelden Manhattan
1938 - EVA BESNYÖ (1910–2003)
Maidentrip passagiersschip Nieuw Amsterdam, aankomst in New York
HOLLANDS DIEP MEI/JUNI 2009
13
1999
MORAD BOUCHAKOUR (1965) Park Avenue. ‘Dit bejaarde stel stak de weg over. Toen ik vroeg of ik een foto mocht maken, deed zij snel haar bril af, hij rechtte zijn rug en ze pakten elkaars hand. Een heel ontroerend moment.’
16
HOLLANDS DIEP MAART/APRIL 2009
eye love new york
1996
DANA LIXENBERG (1964) The Notorious B.I.G. , New York. ‘B.I.G. werd geboren in 1972, in Brooklyn. Hier heb ik hem gefotografeerd voor de cover van Vibe Mag. in een fotostudio in New York, samen met Puff Daddy (Sean ‘Diddy’ Combs). Een jaar later, in maart 1997, werd hij doodgeschoten in een ‘drive by’ in Los Angeles. Hij werd 24 jaar.’
MAART/APRIL 2009 HOLLANDS DIEP
17
01
?FCC8E;J;@
\\ijk\ c`\][\
D
8Yi`bfq\dXXka\
ijn eerste liefde was een enkel woord. Mijn moeder zei een versje voor me te hebben, het bleken woorden te zijn. Allemaal nogal gewone woorden die voortgetrokken werden door het mooiste woord dat ik ooit had gehoord: Abrikozemaatje. Ik moet hebben verondersteld dat het speciaal voor mij gemaakt was. Van verontwaardiging wilde ik er niet meer mee te maken hebben toen andere kinderen de tekst ook bleken te kennen. Maar het eerste woord behield ik. ‘Roosjes uit de hemeltuin’ (met versjes van Gabriël Smit en prentjes van Piet Worm, uitgeverij De Fontein, 1946) kwam in mijn leven, een kinderboekje over heiligen en martelaren. Alles in een bepaalde dreun waar ik mezelf tot mijn grote ergernis ook vaak op betrap. Uit die tijd stamt mijn belangstelling voor zoals het daarin genoemd wordt: ziekte en armoe, pijn en nood. Mijn favorieten waren Lidwina om haar weg van zwaar en bitter lijden, de gestenigde Steven vanwege zijn met bloed belopen oog en Sebastiaan, in wiens vlees de scherpste pijlen snijden. In de tijd dat wij wel al genezen waren van roodvonk maar nog weken in quarantaine moesten blijven, leerden wij alle rijmpjes en liedjes en alle dans- en kringspelletjes uit de stokoude doos van mijn moeder en grootmoeder. Het liefst was mij ‘Klein Anna zat op ene steen’ en het liefst was ik de Anna, omdat op de vraag ‘Klein Anna, waarom huil je zo?’ geantwoord moest worden ‘Omdat ik morgen
sterven moet.’ Helaas hadden mijn zusjes, van wie er één zelf Anna heette, die voorkeur ook. Ik had mijn liefste woord gevonden: Abrikozemaatje. Mijn onderwerp: lijden. Mijn liefste liedje: Klein Anna. Halverwege de lagere school, in de kerk, mijn liefste bezwering: Drijf Satan en alle andere boze geesten die tot verderf van de zielen door de wereld rondgaan door uw goddelijke kracht in de hel terug. Het wachten was op mijn liefste gedicht. De hoeveelheid waaruit te kiezen viel begon zich rond mijn veertiende aan te dienen. Op vrije middagen leerde ik tijdens lange strandwandelingen gedichten uit mijn hoofd of stond ik uren bij de Eerste Bergensche Boekhandel nieuw uitgekomen Ooievaars te lezen. Najaar 1958 stuitte ik op triangel van Lucebert. Daarin vond ik de antwoorden op vragen die ik nog niet kende. Van mijn ochtendlijke inspecties in de tuin van mijn ouderlijk huis wist ik dat bloemen van dauw konden rinklen. Ik heb het geprevel gemurmel gehoord van onder zerken hurkende larven, al maakte ik daar bij vergissing steeds hunkrende larven van. Tot zover betrof het bekende verschijnselen. Dat vuren schor gingen en wateren omstotterden, dat neuriënde ogen vol wijn voorbij vlogen, dat het eenzame eentonig en het woord ten slotte alleen zong, was onthutsend en opwindend nieuw voor mij. Mijn eerste grote liefde, vriend in benarde tijden, dierbare begeleider van mijn eerste dronkenschappen en al mijn andere eerste stappen, is ‘herfst der muziek’.
_\i]jk[\idlq`\b mXe[Xlni`ebc\e[\Ycf\d\e \efe[\iq\ib\emXe_lib\e[\cXim\e ^\gi\m\c^\dlid\c%`e[\[fig\eqlZ_k\e[\ `e[\jk\[\emc\q`^\Õl`k\e
E\\cka\ DXi`XD`e ;`Z_k\ij fm\i_\k ^\[`Z_k[Xk _\ee`\k d\\i_\\]k cfj^\cXk\e
f_ffif_ffi [\mli\e^XXejZ_fi\e[\nXk\i\e jkfkk\i\efd%fg[\Yifee\e [il`gk\\em\i[i`\k`^\kffe%mffiY`a mfcn`aemcf^\ee\li`e[\f^\e
J? @I 8E 8 J? 8 ?98 Q@ 1JK@CC< M< E#)' '-
f_ffif_ffi dXXi\\ekfe`^_\k\\eqXd\q`e^k [\[X^Yi\\bk\e[\eXZ_kjd\ck [\qfe\e[\dXXe^XXe_\\e _\knffi[q`e^kXcc\\e f_ffif_ffi Uit: van de afgrond en de luchtmens (Ooievaar 90, triangel, 1958) Bert Bakker/Daamen N.V. A.A.M. Stols, Den Haag
02
COuRTESy OF GAlERIE AlEx DAnIElS AnD DAvID l AChAPEllE
David LaChapelle, ‘Pamela Anderson voluptuous attentions’, 2001 ‘ThE RAPE OF AFRICA’ vAn DAvID lAChAPEllE, TOT 7 AuGuSTuS 2009 In GAlERIE AlEx DAnIëlS – REFlEx AmSTERDAm www.REFlExAmSTERDAm.COm
FOTOGRAFIEPRIJS
114
Hollands diep mei/juni 2009
fotografieprijs 2009 Naakt
2009 naakt
Jury: Diana Blok, » Rineke Dijkstra en Erwin Olaf mei/juni 2009 Hollands diep
115
120
Helmut Newton, ‘Domestic Nude’, 1992
Hollands diep juli/augustus 2009
r an kin / icon / hh www.r an ki n.co.u k. ui t: ‘dirty stories by dirty grils’ voor arena maga zine
speciale col lectie uN iv ersi tei t l eideN
Helmut N ewtoN , sumo, uitgeveri j tascHeN
Erwin Olaf, ‘Fashion victims - Chanel’, 1996
Erwin Blumenfeld, na 1943
studio erwiN ol af, uit de serie ‘fasHioN victims’
fotografieprijs 2009 Naakt
Rankin, 2006
juli/augustus 2009 Hollands diep
121
werkruimte
Waar werkt de schrijver, kunstenaar, architect of wetenschapper?
Dit is de computer waarop vinyl sjablonen voor de schilderijen worden ontworpen en geprint. De sjablonen worden gebruikt om bepaalde gedeelten van de schilderijen af te dekken.
Werk in uitvoering. Iedere stip hoort bij een van de primaire kleuren die met behulp van een sjabloon worden opgebracht. Als het schilderij voltooid is, vermengen de stippen zich optisch tot een beeld.
De mengtafel. Kleurspecialisten zoeken en mengen de kleuren exact bij de kleuren van de foto’s, nummeren ze en verpakken ze voor gebruik. Duizenden kleuren worden dagelijks door de specialisten met de hand gemengd.
De vinyl sjablonen worden met de hand uitgezocht nadat ze vanaf de computer zijn geprint. Hier zie je een sjabloon dat op een veel groter doek zal worden gebruikt. Het is maar één laag van het vinyl sjabloon, dat soms wel acht lagen dik kan zijn.
108
HOLLANDS DIEP DECEMBER /JANUARI 2009
Studio Jeff Koons, beeldend kunstenaar, New York Irene de Waal foto’s Hubert Fanthomme /HH vertaling Gerda Baardman
Alle schilderijen worden aan een stellage aan de wand bevestigd, waar de schilders ze naar behoefte hoger of lager kunnen hangen. Het schilderij links is Hulk Elvis Monkey Train Swish (Blue), 2008; het schilderij rechts is Popeye Train (Crabs), 2007-2008.
Alle werkplekken hebben wieltjes of zijn opvouwbaar, zodat het atelier altijd naar behoefte kan worden heringericht.
JEFF KOONS Beeldend kunstenaar Jeff Koons werkt in een voormalig pakhuis in Chelsea, New York. Samen met 125 medewerkers maakt hij hier reusachtige objecten: porseleinen vazen, beelden van popiconen en de recente ballondieren. Tot 8 februari 2009 zijn onder andere de Balloon Dog en het bekende Hanging Heart te zien in zijn tentoonstelling Celebration, in de Neue Nationalgalerie in Berlijn. Exclusief voor Hollands Diep geeft Jeff Koons tekst en uitleg bij de objecten in zijn indrukwekkende studio.
De Prins en de Keyser 2001
Grafisch ontwerp: Irma Boom studio, Amsterdam Het marmeren praalgraf voor prins Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk van Delft werd aangetast door zout. Tijdens de langdurige restauratie (1996-2001) is het zout verwijderd door het monument te demonteren en de marmerblokken te spoelen in waterbassins. In De Prins en de Keyser wordt verslag gedaan van dit uitzonderlijke restauratieproces. Geschreven in samenwerking met prof. dr. Frits Scholten, conservator beeldhouwkunst Rijksmuseum Amsterdam. ‘Ook het boek is fraai, is rijk geïllustreerd en voorzien van een lintje in de nationale driekleur. Er wordt rijk geput uit historische verslagen [..]. (de Volkskrant, 11 mei 2001).
Het Brokaten Paradijs 1997
grafisch ontwerp: Opera, Breda Van de achttiende-eeuwse zijden wandbespanning in de Japanse kamer in paleis Huis ten Bosch is geen tweede bekend. Er komen achthonderd brokaten en fluwelen bloemen en dieren op voor, die door hun opmerkelijke reliëf van de ondergrond loskomen. Het Brokaten Paradijs beschrijft de zoektocht naar de herkomst van het behangsel en volgt de minitieuze restauratie tot in detail. Met ‘Het Brokaten Paradijs’ heeft Ex een bijna spannend jongensboek afgeleverd waarin ze kunsthistorisch jargon heeft weten te vermijden.’ (Het Financieele Dagblad, 3 januari 1998)