abcdefgh
Inventarisatie van de verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval en wateroverlast Bij particulieren: inboedel en opstal (woonhuis) Bij bedrijven: inventaris/goederen en opstal/gebouwen EINDRAPPORT 05 december 2003
4 1
2
7p en 7b 3
8
6 5
RIZA werkdocument 2003.219X
abcdefgh
Inventarisatie van de verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval en wateroverlast Bij particulieren: inboedel en opstal (woonhuis) Bij bedrijven: inventaris/goederen en opstal/gebouwen Eindrapport
RIZA werkdocument 2003.219X
Inhoudsopgave ........................................................................................
1
SAMENVATTING ..................................................................................... 5
2
INLEIDING ................................................................................................ 7
3
WERKWIJZE............................................................................................. 8
3.1
LITERATUURSTUDIE VAN RELEVANTE RAPPORTEN, NOTA’S EN
3.2 3.3
STUDIE VAN GEGEVENS AFKOMSTIG VAN DE VERZEKERAARS .............. 8 RELATIE MET NORMERING..................................................................... 9
ARTIKELEN ............................................................................................ 8
4
LITERATUUR OVER HET VERZEKEREN VAN WATERSCHADE. 10
4.1 4.2 5
ARTIKEL EN RAPPORTEN “VERZEKEREN VAN WATERSCHADE”, HKV 10 COMMISSIE TEGEMOETKOMING BIJ RAMPEN EN CALAMITEITEN (COMMISSIE BORGHOUTS) .................................................................. 10
VERZEKERBAARHEID VAN WATERSCHADE DOOR VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN ................................................ 12
5.1 5.2 5.3
STATISTIEKEN ..................................................................................... 12 WATEROVERLAST: EEN BREED BEGRIP ............................................... 13 PARTICULIEREN ................................................................................... 14
5.3.1
Schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast ............................................................................... 14 5.3.2 Aangeschreven maatschappijen welke wateroverlast verzekeren 17 5.3.3 Afstemming met waterbeheerder en het op orde zijn van het watersysteem ............................................................................... 17 5.3.4 Claims, premie en regio............................................................... 17 5.4 BEDRIJVEN ........................................................................................... 18 5.4.1 Schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast ............................................................................... 18 5.4.2 Afstemming met waterbeheerder en het op orde zijn van het watersysteem ............................................................................... 19 6
NORMERING WATEROVERLAST ...................................................... 20
6.1 6.2 6.3
WELKE WATEROVERLAST IS ER GENORMEERD EN HOE ZIEN DE NORMEN ERUIT? ................................................................................................. 20 DE STATUS VAN DE VOORGESTELDE NORMEN ..................................... 21 DE RELATIE MET DE NORMEN EN DE VOORWAARDEN VAN DE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN ........................................................ 21
6.4 7
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................. 22
7.1 7.2
ALGEMENE CONCLUSIES ..................................................................... 22 PARTICULIEREN ................................................................................... 23
7.3 7.4
BEDRIJVEN ........................................................................................... 23 NORMERING .......................................................................................... 23 AANBEVELINGEN ................................................................................. 24
7.5
3
DE RELATIE TUSSEN WAT DE NORMEN DEKKEN EN DEKKING VAN DE WTS .................................................................................................... 21
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7 BIJLAGE 8
4
TEKST NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER NEERSLAGCLAUSULE VERBOND VAN VERZEKERAARS WET TEGEMOETKOMING SCHADE BIJ RAMPEN EN ZWARE ONGEVALLEN (WTS) LITERATUURLIJST BRIEF AAN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN ENQUÊTE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN VERDUIDELIJKING VAN BEGRIPPEN WELKE IN POLISVOORWAARDEN WORDEN GEBRUIKT UITSLUITINGEN VAN SCHADE VEROORZAAKT DOOR OVERSTROMING
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
1
Samenvatting Aanleiding Na de enorme regenval en (dreigende) overstromingen van 1998 heeft de regering uitgesproken dat het van belang is de verzekerbaarheid van schade als gevolg van dergelijke extreme weersituaties te stimuleren. In 2000 hebben het Verbond van Verzekeraars en de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen haar leden geadviseerd om opstal-, inboedel- en inventaris- en goederenverzekeringen uit te breiden met een meeromvattende dekking tegen schade als gevolg van regenwater. In deze inventarisatie is onderzocht in hoeverre het mogelijk is om schade als gevolg van wateroverlast aan inboedel/opstal/inventaris en gebouwen via verzekeringsmaatschappijen te laten dekken. Werkwijze Eerst is er studie gedaan naar bestaande literatuur over het verzekeren van waterschade (bijlage 4). gegevens welke afkomstig zijn van de verzekeraars. de mogelijkheden van schadevergoeding via de WTS en de werkzaamheden van de commissie Tegemoetkoming Schade bij Rampen en Calamiteiten (commissie Borghouts) en de procedure ervan. Daarna is er gekeken of er een relatie is tussen hetgeen de verzekeringsmaatschappijen dekken, het normenstelsel regionale wateren (Unie van Waterschappen) en hetgeen vergoed wordt via de WTS. Conclusies Hieronder worden de belangrijkste conclusies weergegeven (voor meer informatie zie hoofdstuk 7) In deze inventarisatie wordt wateroverlast als volgt gedefinieerd: directe neerslag én water (indirecte neerslag) dat overstroomt (inundatie) uit waterlopen uitsluitend als gevolg van hevige plaatselijke neerslag (zie ook § 5.1). Deze definitie wordt in dit rapport als uitgangspunt gebruikt bij het verzekeren van waterschade. • Het begrip wateroverlast wordt in de verzekeringswereld breed geïnterpreteerd. Schade als gevolg van directe neerslag (al dan niet extreem of hevig) wordt vaak ook als wateroverlast gezien. • Er is veel onduidelijkheid in (wat wordt er precies bedoeld met “ieder plotseling van buiten komend onheil”) en ruime interpretatiemogelijkheid van (“neerslag onvoorzien de woning binnengedrongen”, hoort hierbij ook neerslag via de openbare weg?) de meeste polisvoorwaarden. • 40%van de verzekeringsmaatschappijen (19 van de 47) welke inboedel- en opstalverzekeringen aan particulieren aanbieden, dekken schade als gevolg van wateroverlast (uitgaande van bovenstaande vetgedrukte definitie). • Circa 11% van de maatschappijen (4 van de 35) welke inventaris/goederen en/of gebouwen aan bedrijven aanbieden, dekken schade als gevolg van wateroverlast (uitgaande van de bovenstaande vetgedrukte definitie. • Uitgaande van de definitie van wateroverlast welke in dit rapport als uitgangspunt wordt gebruikt, blijkt dat alle maatschappijen die schade
5
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
•
•
•
•
•
•
als gevolg van wateroverlast dekken, de polisvoorwaarden volgens het advies van het Verbond gebruiken. Alle maatschappijen hanteren in de polissen de volgende uitsluitingen: schade als gevolg van overstroming van waterkeringen, indien het overlopen niet wordt veroorzaakt door hevige plaatselijk neerslag en schade veroorzaakt door het binnenstromen van grondwater. Geen van de verzekeringsmaatschappijen heeft contact gehad met de waterbeheerder(s) om te bepalen of de dekkingsmogelijkheden van waterschade zijn af te stemmen op de situatie (op orde/niet op orde etc.) van het watersysteem. Door het gebrek aan afstemming is het niet mogelijk om te bezien of er een relatie aanwezig is tussen de polisvoorwaarden van de verzekeringsmaatschappijen en de normering. In de WTS staan geen technische voorwaarden c.q. normen waaraan een wateroverlastgebeurtenis zou moeten voldoen alvorens als eens ramp te mogen worden bestempeld. De WTS wordt bij koninklijk besluit in werking gesteld. Door het ontbreken van exacte normen voor het in werking stellen van de WTS, kunnen er geen conclusies worden getrokken omtrent de relatie tussen de WTS en de normering. Tijdens het interpreteren van de gegevens en het schrijven van het rapport zijn er nogal veel onduidelijkheden naar boven gekomen. Het heeft tijdens dit onderzoek ontbroken aan tijd om deze onduidelijkeden weg te nemen en het onderzoek kan dan ook voornamelijk worden gezien als beeldvormend.
Aanbevelingen (deze aanbevelingen zijn opgesteld vanuit een maatschappelijke wenselijkheid) • Zorg voor duidelijke, juiste en breed toegankelijke gegevens van de verschillende verzekeringsmaatschappijen zodat de consument makkelijk over de juiste gegevens kan beschikken en hun kennis kan vergroten (zij kunnen alvorens een beslissing te nemen welke verzekeringsmaatschappij te kiezen, de voorwaarden vergelijken). • Om misverstanden over de reikwijdte van de dekkingen van verzekeringen te voorkomen, is het beter de polisvoorwaarden zo duidelijk mogelijk weer te geven • De mogelijkheid voor bedrijven om zich te verzekeren tegen wateroverlast erg klein is. De verzekeringsmaatschappijen zouden moeten worden aangemoedigd om de mogelijkheid tot het verzekeren van waterschade bij bedrijven te vergroten. • Er is momenteel geen relatie tussen de voorwaarden van de polissen, de normering van het watersysteem en de toepassing van de WTS. Om in de toekomst de verantwoordelijkheidsvraag bij schade als gevolg van wateroverlast snel te kunnen beantwoorden, zal er een duidelijke koppeling moeten worden gemaakt tussen wat verzekeringsmaatschappijen dekken, de verantwoordelijkheid van de waterbeheerders betreffende het op orde zijn van het watersysteem en de rol van de WTS hierbij. • Het onderzoek is, door de tijdens de inventarisatie naar boven gekomen onduidelijkheden, voornamelijk beeldvormend gebleken. Om een gedetailleerdere weergave van de voorwaarden en cijfers te kunnen weergeven is aanvullend onderzoek noodzakelijk.
6
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
2 Inleiding Na de enorme regenval en (dreigende) overstromingen van 1998 is door de regering uitgesproken dat het van belang is de verzekerbaarheid van schade als gevolg van dergelijke extreme weersituaties te stimuleren. Als antwoord hierop hebben het Verbond van Verzekeraars (verder genoemd het Verbond) en de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen (verder genoemd de FOV) haar leden begin 2000 geadviseerd om opstal-, inboedel- en inventaris- en goederenverzekeringen uit te breiden met een meeromvattende dekking tegen schade als gevolg van regenwater (dit advies was vrijwillig op te volgen). Ook in het Nationaal Bestuursakkoord Water (ondertekening 2 juli 2003) is de verzekerbaarheid en de normering van wateroverlast opgenomen (zie bijlage 1). Naar verluidt heeft het merendeel van de maatschappijen het advies van het Verbond en de FOV (bijlage 2) inmiddels opgevolgd. Het is echter niet precies bekend wat de huidige stand van zaken is: hoeveel verzekeringsmaatschappijen bieden de mogelijkheid aan particulieren en bedrijven om zich te verzekeren tegen extreme regenval1 en hoe ziet de dekking er precies uit. Vanuit deze context hebben de ministeries van Verkeer & Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in samenwerking met het Verbond en de FOV, een inventarisatie uitgevoerd om aan de hand van de uitkomsten te kunnen besluiten of het wenselijk is om een communicatietraject of een andere activiteit naar burgers, bedrijven en/of verzekeraars te starten ten aanzien van de verzekerbaarheid van neerslagschade. Tevens is gepoogd de al dan niet aanwezige relatie tussen de schade te verzekeren bij verzekeringsmaatschappijen, de normering van het regionale waterstelsel opgesteld door de Unie van Waterschappen en de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen en zware ongevallen (WTS, bijlage 3) in beeld te brengen (zie ook figuur 1.1). WTS ramp
verzekeren norm op orde
waterschap
Figuur 1.1: De mogelijke relatie tussen de normering, verzekerbaarheid en de WTS In dit rapport zijn de uitkomsten van de inventarisatie weergegeven en wordt de bovenstaand geschetste relatie weergegeven.
1
7
In opstal-, inboedel- (woonhuisverzekering),goederen- en inventarisverzekering
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
3 Werkwijze In de eerste plaats is op een rij gezet hoe waterschade via rampenvergoedingen en verzekeringen op dit moment wordt afgedekt. Dit is gebeurd via een drietal (parallelle) sporen: Beperkte literatuurstudie van rapporten, nota’s en artikelen die het verzekeren van waterschade behandelen (zie bijlage 4). Studie van gegevens welke afkomstig zijn van de verzekeraars. Studie naar de mogelijkheden van schadevergoeding via de WTS en de werkzaamheden van de commissie Tegemoetkoming Schade bij Rampen en Calamiteiten (commissie Borghouts) en de procedure ervan. Daarna is er gekeken of er met de informatie die bij de bovengenoemde inventarisatie naar voren is gekomen (wat wordt er door de verzekeringsmaatschappijen afgedekt aan waterschade?), een relatie is met: • Het normenstelsel regionale wateren (Unie van Waterschappen) • Hetgeen geregeld is met de WTS
3.1 Literatuurstudie van relevante rapporten, nota’s en artikelen In de afgelopen jaren zijn er enkele artikelen geschreven over de mogelijkheden die, door in Nederland opererende verzekeringsmaatschappijen, worden geboden ten aanzien van het verzekeren van de inboedel en opstal (voor particulieren en bedrijven) tegen schade veroorzaakt door extreme regenval (bijlage 4). Uit deze artikelen is informatie gehaald omtrent het verzekeren van waterschade door de jaren heen en het hoe en waarom van het al dan niet vergoeden van schade veroorzaakt door (extreme)neerslag, overstromingen en het bezwijken van waterkeringen.
3.2 Studie van gegevens afkomstig van de verzekeraars Ten eerste is geprobeerd om een zo compleet mogelijke lijst van alle verzekeringsmaatschappijen die in Nederland opstal- en inboedelverzekeringen (en mogelijk ook inventaris/goederen- en gebouwenverzekeringen) aanbieden, te maken. Deze lijst is opgesteld met behulp van de ledenlijsten van het Verbond en de FOV en met gegevens van de website van de pensioenen verzekeringskamer (www.pvk.nl). Uiteindelijk is er een lijst samengesteld met 189 verzekeringsmaatschappijen. Dit zijn alle verzekeringsmaatschappijen met een brandvergunning in Nederland. Al deze maatschappijen is een brief (bijlage 5) gestuurd, waarin werd gevraagd om de polisvoorwaarden van de opstal- en inboedelverzekeringen op te sturen. In deze brief is ook een beknopte vragenlijst (bijlage 6) opgenomen. Deze vragen dienden ter verduidelijking van de polisvoorwaarden. Circa drie weken na het versturen van de brieven zijn de maatschappijen welke niet hadden gereageerd, opgebeld met het verzoek alsnog mee te werken aan de inventarisatie. De ontvangen polissen zijn, samen met de antwoorden uit de enquêtes, bekeken op de mogelijkheid van verzekering van waterschade. Daarnaast is er bekeken welke voorwaarden er in de verzekeringen worden genoemd en of c.q. hoe deze overeenkomen met het advies van het Verbond.
8
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
3.3 Relatie met normering In oktober 2001 is door de werkgroep Normering Regionale Wateroverlast een voostel uitgebracht betreffende normen tegen wateroverlast, gebaseerd op een economische optimalisatie. In dit rapport wordt geprobeerd een antwoord te krijgen op de vraag of er een relatie is met de bovenstaande normen met de normen zoals verzekeringsmaatschappijen die hanteren. Tevens wordt gekeken of er vervolgens een verband kan worden gelegd met de voorwaarden van de WTS. Het is mogelijk dat de drie vormen (normenstelsel, WTS en verzekeringsmaatschappijen) ieder een geheel eigen benadering hebben. Dit deel van het onderzoek kan er toe leiden dat geconcludeerd wordt dat de verschillende regelingen niet gerelateerd zijn en dat eventuele nadere afstemming wenselijk is.
9
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
4 Literatuur over het verzekeren van waterschade 4.1 Artikel en rapporten “Verzekeren van waterschade”, HKV Uit het rapport c.q. artikel van HKV ‘Lijn in water’ B.V. blijkt dat waterschade al vanaf de watersnoodramp in 1953 in meer of minder uitgebreide mate altijd al gedekt was in opstal-, inboedel-, gebouwen- en inventaris/ goederenverzekeringen. Deze werden meestal aangeduid als uitgebreide gevarenverzekeringen; aparte waterschadeverzekeringen kwamen bijna niet voor. De reikwijdte van de neerslagdekkingen werd echter in alle gevallen beperkt door de door het Verbond van Verzekeraars geadviseerde overstromingsclausule (opgesteld na de watersnoodramp in 1953): “Niet gedekt is schade veroorzaakt door een overstroming als gevolg van het bezwijken of overlopen van dijken, kade, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door deze verzekering gedekte gebeurtenis. Deze uitsluiting geldt niet door voor schade door brand of ontploffing”. Deze clausule is opgesteld na de watersnood in 1953, omdat destijds gerealiseerd werd dat overstromingen kunnen leiden tot het failliet gaan van verzekeringsbedrijven. Het overstromingsrisico werd daarmee een onverzekerbaar catastroferisico omdat de leden van de Vereniging van Brandassuradeuren (voorloper van het Verbond) het verzekeren van catastrofale overstroming in strijd achtten met verantwoord ondernemerschap. Na de wateroverlast van 1998 bleek dat uitbreiding van de dekking gewenst was en is er in 2000 een nieuw (vrijwillig op te volgen) advies van de Verbond van Verzekeraars uitgegaan. In dit advies is onderscheid gemaakt tussen directe neerslag en indirecte neerslag (voor verdere uitleg voor deze begrippen, zie bijlage 7) en zo is schade als het gevolg van het overlopen van waterstromen1 ook gedekt. Echter schade a.g.v. het bezwijken van (primaire) waterkeringen en (boezem)kaden, evenals de schade ten gevolge van het overlopen van waterkeringen grenzend aan zout water blijft uitgesloten (voor verdere uitleg omtrent deze uitsluiting, zie bijlage 8).
4.2 Commissie tegemoetkoming bij rampen en calamiteiten (Commissie Borghouts) Op 21 maart 2003 heeft de Ministerraad gevraagd om de instelling van een speciale commissie welke advies zal geven aan de regering inzake rampen en calamiteiten. Het gaat daarbij om tegemoetkomingen van de overheid die niet verplicht zijn op basis van wettelijke regels of civiele aansprakelijkheid, maar voortkomen uit een morele plicht of uit gevoelens
van solidariteit met slachtoffers en getroffenen. De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot het instellen van deze commissie. Voorzitter van de commissie is mr. H.C.J.L. Borghouts, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. De leden zijn: 1
10
Indien uitsluitend het gevolg van extreme plaatselijke neerslag
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
- prof. mr. J.M. Barendrecht, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg, gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht; - D. Brands, voorheen lid van het bestuurlijk centrum ING Europa en voorzitter van het bestuur van ING Nederland; - drs. J. van Lidth de Jeude, burgemeester van Deventer en voorzitter van de commissies die adviseerden over tegemoetkomingen aan slachtoffers van de rampen in Enschede en Volendam; - prof. mr. J.E.M. Polak, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden en lid van de Raad van State in buitengewone dienst; - mevrouw drs. M. van Rossen, burgemeester van Alkmaar. De commissie zal inventariseren welke publieke en private voorzieningen er al bestaan waarop slachtoffers een beroep kunnen doen na een ramp of andere calamiteit. Verder zal de commissie een studie verrichten naar de verantwoordelijkheden van de overheid en anderen (particulieren, ondernemers, verzekeraars) bij rampen en calamiteiten tegenover slachtoffers, en naar de grenzen aan die verantwoordelijkheden. Het is de bedoeling dat de commissie zal adviseren over mogelijke aanpassingen van wet- en regelgeving en over het algemene beleid ten aanzien van het verstrekken van tegemoetkomingen. De commissie zal voor 31 maart 2004 met haar advies komen. Tot deze tijd zal de informatie die de commissie verzamelt, niet openbaar worden gemaakt (Bron: Rijksvoorlichtingsdienst).
11
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
5 Verzekerbaarheid van waterschade door verzekeringsmaatschappijen Via medewerking van het Verbond en de FOV is er een lijst opgesteld met 189 verzekeringsmaatschappijen die in Nederland opstal- en inboedelverzekeringen aanbieden. Dit zijn ongeveer alle verzekeringsmaatschappijen met een assurantievergunning in Nederland. Aan deze maatschappijen is een brief gestuurd met het verzoek een vragenlijst én de polisvoorwaarden van de betreffende verzekeringen (indien ook van toepassing de bedrijvenverzekeringen2) terug te sturen.
5.1 Statistieken Van de 189 maatschappijen hebben we de volgende gegevens verkregen: a. 33 maatschappijen bleken geen inboedel en opstalverzekeringen (meer) aan te bieden (18%) b. 18 maatschappijen waren onbereikbaar (10%) (waarvan 1 maatschappij niet meer bleek te bestaan) c. 28 maatschappijen hebben niet gereageerd (ook niet na een telefonische benadering) (15%) d. 57 maatschappijen voerden de polisvoorwaarden van andere (grote) verzekeringsmaatschappijen (29%) e. 52 maatschappijen hebben de enquête en de polisvoorwaarden opgestuurd (28%)
Statistiek van bevraagde maatschappijen (189) Geen inboedel- en opstalverzekeringen (a) Onbekend en/of onbereikbaar (b)
18% 28% 10%
15% 29%
Geen reactie, ook niet na telefonische benadering (c) Polisvoorwaarden van andere (grote) verzekeringsmaatschappijen (d) Enquete en de polisvoorwaarden (e)
Figuur 5.1: Statistiek van de benaderde verzekeringsmaatschappijen De maatschappijen uit categorie d zijn meestal dochterondernemingen van grote verzekeringsmaatschappijen. Samengevoegd voerden deze 57 maatschappijen de polisvoorwaarden van 7 (moeder)maatschappijen. Deze 7 (moeder)maatschappijen hebben allen gereageerd op het verzoek mee te doen aan de inventarisatie en zijn meegenomen in categorie e. Hiervan 2
12
Goederen/inventarisverzekering en Gebouwenverzekering
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
uitgaande kan worden gesteld dat er in totaal 132 (189-categorie d = 57) verschillende maatschappijen zijn aangeschreven. Van deze maatschappijen zijn er 99 maatschappijen (132 - categorie a = 33) relevant voor deze inventarisatie. Hiervan hebben er 52 (53%) gereageerd. In deze inventarisatie zijn dus de enquêteantwoorden en/of polisvoorwaarden van 52 verschillende maatschappijen verwerkt.
5.2 Wateroverlast: een breed begrip Uit het vergelijken van de antwoorden van de enquêtes en de polisvoorwaarden blijkt dat het begrip wateroverlast door de verzekeringsmaatschappijen breed wordt geïnterpreteerd. Het is voorgekomen dat een maatschappij in de enquête had gezegd dat schade aan inboedel en opstal als gevolg van wateroverlast was gedekt maar dat bij het bestuderen van de polisvoorwaarden deze dekking toch niet overeen kwam met het begrip wateroverlast zoals in deze inventarisatie is bedoeld3. Om meer duidelijkheid te scheppen betreffende de verschillende processen welke wateroverlast veroorzaken, zijn in onderstaand figuur de belangrijkste processen schematisch weergegeven.
4 1
2
7p en 7b 3
8
6 5
Figuur 5.2: Wijzen waarop wateroverlast in opstallen/inboedel tot stand kunnen komen. De processen kunnen als volgt omschreven worden: 1. Neerslag die direct op een opstal valt en (via een lek) de woning binnendringt.
3
veelal was dan alleen schade a.g.v. regenwater binnengedrongen via (lekkage en overlopen
van) daken en goten gedekt.
13
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
2. 3.
4.
5. 6. 7.
8.
Neerslag die direct in de omgeving van de woning valt en over maaiveld de woning binnendringt. Neerslag die in de omgeving van de woning valt, waarbij overbelasting van de riolen optreedt, waarna het water over maaiveld de woning binnendringt. Neerslag die in een ruimere omgeving van de woning valt of zelfs op wat grotere afstand van de woning, waarna overbelasting van het watersysteem optreedt (sloten of beken) en het water over maaiveld de woning binnendringt. Hoge grondwaterstanden die via de kruipruimte de woning binnendringen. Het bezwijken van dijken (van rivier, zee of boezem) waarna het water over maaiveld de woning binnendringt. p: Het overstromen van primaire waterkeringen (van rivier of zee) waarna het water over maaiveld de woning binnendringt. b: Het overstromen van een (boezem)kade waarna het water over het maaiveld de woning binnendringt In huis barst een leiding (waterleiding, verwarmingsleiding) waardoor waterschade optreedt.
Om het begrip (schade als gevolg van) wateroverlast, welke in deze inventarisatie wordt bedoeld duidelijk in te kaderen, is gekozen voor de volgende definitie: Schade aan inboedel en opstal veroorzaakt door directe neerslag én schade als gevolg van water (indirecte neerslag) dat overstroomt (inundatie) uit waterlopen uitsluitend als gevolg van hevige plaatselijke neerslag. Deze wateroverlast wordt veroorzaakt door de processen 1, 4 en 7b In paragraaf 5.2 en 5.4 worden de gebruikte polisvoorwaarden beschreven en worden deze vergeleken met de processen uit figuur 5.1. De interpretatie van de voorwaarden is verkregen via de maatschappijen, de nadere beschrijvingen van de polissen en door eigen interpretatie van de polisvoorwaarden.
5.3 Particulieren Van de 52 maatschappijen waarvan we via de enquête en/of polisvoorwaarden gegevens hebben gekregen, zijn er 47 maatschappijen die inboedel- en opstalverzekeringen aan particulieren aanbieden. 5.3.1 Schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast De eerste vraag die in de vragenlijst werd gesteld is: “Heeft u schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast in uw inboedel- c.q. opstalverzekering ondergebracht?”. Voor de definitie van extreme neerslag is hierbij uitgegaan van de intensiteiten die het Verbond heeft gebruikt voor het beschrijven van hevige plaatselijke regenval: ”neerslag van ten minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is
ontstaan”. Voor de definitie van wateroverlast (zie ook §5.1)kan worden verwezen naar de wateroverlast die wordt veroorzaakt door de processen 1,4 en 7b (figuur 5.2).
14
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Gezien de gehanteerde polisvoorwaarden kan er grofweg onderscheid worden gemaakt in 4 los van elkaar staande categorieën wateroverlast: Categorie 1a: directe neerslag (proces 1) - Directe neerslag4 onvoorzien de woning binnengedrongen. Categorie 1b: directe neerslag via lekkage (proces 1) - Directe neerslag3 via daken, balkons of vensters binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van daken en dakgoten. Categorie 2: directe neerslag extra (proces 1 en 2)5 Directe neerslag3 onvoorzien de woning binnengedrongen inclusief neerslag die via de begane grond of de openbare weg de woning binnendringt (niet als gevolg van het overstromen van een wateroverloop). Categorie 3: plotseling onheil (alle processen, behalve 8) Ieder plotseling van buiten komend onheil/ plotseling onvoorziene gebeurtenis Categorie 4: advies Verbond (proces 1, 4 en 7b) Directe neerslag3 en indirecte neerslag (water, onvoorzien het gebouw binnengedrongen, indien dit water uitsluitend als gevolg van een extreme toevloed door hevige plaatselijke regenval niet zijn normale loop heeft gevolgd of positie heeft behouden, volgens het advies van het Verbond).
Verzekeren schade als gevolg van wateroverlast (totaal 47) directe neerslag (1a) 2% 28%
directe neerslag via lekkage (1b) directe neerslag extra
39% plotseling onheil
11%
11%
9%
advies Verbond
niet verzekerbaar
Figuur 5.3: Verzekerbaarheid waterschade bij particulieren betreffende de inboedel en opstal. De scope van deze inventarisatie richt zich op de mogelijkheid schade aan inboedel en opstal veroorzaakt door directe neerslag én schade als gevolg van water (indirecte neerslag) dat overstroomt (inundatie) uit waterlopen uitsluitend als gevolg van hevige plaatselijke neerslag te verzekeren. Dit 4
regen, hagel, sneeuw en smeltwater; deze neerslag hoeft niet perse hevig te zijn om in
aanmerking te komen voor schadedekking 5
In de praktijk is gebleken dat deze dekking door de verzekeraars zo wordt uitgelegd dat als
wateroverlast een combinatie is met regenwater er gewoon dekking wordt geboden (dus als er geen scheiding is aan te brengen). Onder deze dekking is bijvoorbeeld schade door wateroverlast aan particulieren in het Westland gedekt. Vanwege de onduidelijkheid van de polisomschrijving is deze categorie niet meegenomen als zijnde “dekt wateroverlast”.
15
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
komt overeen met de polisvoorwaarden uit categorie 3 en 4. Hiervan uitgaande kan er worden gesteld dat 51% (24) van de maatschappijen dekking tegen (deze vorm van) wateroverlast aanbiedt. Dit zijn de maatschappijen die het advies van het Verbond hebben overgenomen (19) en die ‘ieder plotseling van buiten komend onheil’ verzekeren (5). Overigens bieden drie van deze vierentwintig maatschappijen deze vorm van dekking alleen aan bij een extra uitgebreide verzekering6; één maatschappij heeft onderscheid gemaakt tussen inboedel en opstal, hierbij is de schadedekking bij de inboedel wel conform de neerslagclausule en de woonhuisverzekering niet. Omdat het binnendringen van neerslag als gevolg van het overstromen van waterlopen kan worden gezien als ‘plotseling van buiten komend onheil’ of ‘een plotseling onvoorziene gebeurtenis’, is deze categorie ook meegerekend in de uitkomst. 65% van de 19 maatschappijen die de voorwaarden van het Verbond voeren heeft, nadat ze dit in 2000 in hun voorwaarden hebben overgenomen, aan hun verzekerden door gegeven dat de polis was gewijzigd c.q. uitgebreid. De maatschappij (categorie: niet verzekerd) die geen van bovenstaande gebeurtenissen dekt, geeft aan dat zij verzekeringen aanbieden die andere maatschappijen niet aanbieden en schade als gevolg van wateroverlast zit daar niet bij. De vraag waarom waterschade aan inboedel en opstal, zoals aangegeven in de definitie, niet verzekerbaar is, is nauwelijks beantwoord. Een enkele maatschappij stelde dat het herverzekeringsrisico te groot was om deze vorm van schade te dekken. Ook hadden deze maatschappijen over het algemeen niet de intentie de verzekeringen in de toekomst aan te passen of uit te breiden. Overigens gelden bij alle polissen (op één na) een tweetal vaste uitsluitingen. Bij geen enkele maatschappij wordt schade als gevolg van overstroming7 (proces 6 en deels 7) of schade veroorzaakt door grondwater (proces 5) gedekt. Één maatschappij die wateroverlast onder de voorwaarde “ieder plotseling van buiten komend onheil” verzekerd, heeft schade als gevolg van overstroming niet uitgesloten. Een andere maatschappij heeft onderscheid gemaakt tussen het bezwijken van waterkeringen (niet gedekt) en overstromen van waterkeringen (wel gedekt). Op de vraag waarom de maatschappijen het advies van het Verbond niet hebben opgevolgd werden verschillende redenen opgevoerd. Enkele maatschappijen gaven als reden dat ze schade door wateroverlast al jaren verzekerden en zagen niet het nut om de voorwaarden aan het advies aan te passen. Anderen vonden het niet lid zijn van het Verbond een reden om het advies niet op te volgen.
6
in de standaard dekking alleen “neerslag onvoorzien de woning binnengedrongen”
7
het overlopen, anders dan uitsluitend het gevolg van hevige plaatselijke neerslag, of
bezwijken van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, dan wel het door hoge (rivier)waterstand onderlopen van buitendijks of onbedijkt gebied, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een gedekt evenement; tevens schade door water vrijgekomen na dijkdoorbraak of via scheuren, gaten en andere beschadigingen van waterkeringen.
16
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
5.3.2 Aangeschreven maatschappijen welke wateroverlast verzekeren Bij deze inventarisatie zijn 189 maatschappijen aangeschreven. Onder deze maatschappijen bevinden zich ook de 20 grootste maatschappijen van de particuliere verzekeringsmarkt in Nederland. Van deze 20 maatschappijen hebben er 16 gereageerd. Van deze 16 maatschappijen zijn er 15 die schade als gevolg van wateroverlast, volgens de definitie gebruikt in deze inventarisaties (§5.2), dekken. Op basis van deze gegevens kan worden verwacht dat een groot deel van de Nederlandse burgers verzekerd is tegen wateroverlast. 5.3.3 Afstemming met waterbeheerder en het op orde zijn van het watersysteem Geen van de maatschappijen die waterschade via de inboedel- en opstalverzekering dekt, heeft contact opgenomen met de waterbeheerder. De maatschappijen gaven als reden op dat dit niet noodzakelijk was, aangezien de neerslagclausule niet aangeeft dat de waarden hierin genoemd, afhankelijk zijn van het al dan niet op orde zijn van het watersysteem (zie bijlage 2: de clausule van het Verbond) 5.3.4 Claims, premie en regio De laatste vragen van de enquête gingen over de praktische zaken van de gedekte gebeurtenissen en waren bedoeld om een wat breder beeld te krijgen van de dekkingen van de waterschade en de verschillen tussen de maatschappijen. Al de uitkomsten van deze vragen hebben betrekking op de 24 maatschappijen die schade als gevolg van wateroverlast in hun dekking hebben opgenomen. Op de vraag of de maatschappijen in het verleden al claims uitgekeerd als gevolg van schade door extreme neerslag, beantwoorde 21% positief, 56% had nog nooit een claim uitgekeerd en 33% heeft deze vraag niet beantwoord. Ook werd gevraagd of de premies waren aangepast aan de schade die de maatschappijen zouden verwachten, nadat de maatschappijen wateroverlast verzekerbaar hadden gesteld. 21% van de maatschappijen heeft de premies verhoogd, 50% niet en 29% heeft geen antwoord gegeven. Tenslotte was het interessant om te weten of de premies regiogebonden zijn. Dit omdat mensen in gebieden waar wateroverlast vaker voorkomen dan wellicht meer premie zouden betalen. Op deze vraag reageerde 8% positief, 63% negatief en 29% had de vraag niet beantwoord.
17
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
100% 90% 80%
7
8
7
70% 60%
onbekend
50% 40%
11
12
5
5
nee 15
ja
30% 20% 10%
2
0% Claims
Doorberekend in premie
Regiogebonden premie
Figuur 5.5: Antwoorden op de vragen: ‘ Zijn er reeds claims uitgekeerd a.g.v. schade door extreme neerslag?’, ‘ Is de verwachte schade doorberekend in de premies?’ en ‘ Is de premie regiogebonden?’.
5.4 bedrijven Van de 52 maatschappijen waarvan we via de enquête en/of polisvoorwaarden gegevens hebben gekregen, zijn er 34 maatschappijen die gebouwen- en goederen/inventarisverzekeringen aan bedrijven aanbieden. 5.4.1 Schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast De polisvoorwaarden die de maatschappijen voor bedrijven kunnen ook weer in categorieën worden ingedeeld. Omdat de omschrijvingen van de voorwaarden verschillen van die van de particuliere markt, zijn er andere categorieomschrijvingen gemaakt (ook deze categorieën staan geheel los van elkaar). In paragraaf 5.1 en figuur 5.2 is weergegeven welke verschillende processen wateroverlast kunnen veroorzaken. De processen achter de categorieën (zie hieronder) corresponderen hiermee. Categorie 1: directe neerslag (proces 1) Directe neerslag8 onvoorzien de woning binnengedrongen Directe neerslag7 via daken, balkons of vensters binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van daken en dakgoten” wordt vergoed. Categorie 2: directe neerslag extra (alle processen behalve 8) Directe neerslag7 onvoorzien de woning binnengedrongen inclusief neerslag die via de begane grond of de openbare weg de woning binnendringt of ieder ander van buitenkomend onheil Categorie 3: onduidelijke voorwaarden Een aantal maatschappijen gaf wel aan wateroverlast te verzekeren, maar gaf niet aan hoe de voorwaarden luidden (bijv.: op basis wat de herverzekeringsmarkt kan bieden) Categorie 4: advies Verbond (proces 1, 4 en 7b)
8
regen, hagel, sneeuw en smeltwater; deze neerslag hoeft niet perse hevig te zijn om in
aanmerking te komen voor schadedekking
18
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Directe (hevige) en indirecte neerslag (water, onvoorzien het gebouw binnengedrongen, indien dit water uitsluitend als gevolg van een extreme toevloed door hevige plaatselijke regenval niet zijn normale loop heeft gevolgd of positie heeft behouden, volgens het advies van het Verbond).
Verzekeren waterschade als gevolg van wateroverlast (totaal 34)
directe neerslag (18) 29% directe neerslag extra (1) onduidelijke voorwaarden (2) 53% advies Verbond (3) 9% niet verzekerbaar (10) 6%
3%
Figuur 5.6: Verzekerbaarheid waterschade bij bedrijven betreffende de goederen/inventaris en de gebouwen/opstal. In deze inventarisatie gaan we uit van de volgende definitie van waterschade (zie ook § 5.2): schade veroorzaakt door directe neerslag en schade veroorzaakt door water (indirecte neerslag) dat overstroomt (inundatie) uit waterlopen als gevolg van hevige neerslag. Uitgaande van deze beschrijving biedt 11% (4) van de bedrijfsverzekeraars schadedekking tegen wateroverlast (categorie 2 en 4). Één van deze maatschappijen biedt deze dekking alleen aan onder een extra uitgebreide verzekering. Op de vraag waarom waterschade niet verzekerbaar is, werden de volgende antwoorden gegeven: Het (cumulatieve) risico is te groot Herverzekeraars voorzien niet in dekking tegen genoemde risico’s De kans op antiselectie is te groot Het is eventueel wel mogelijk (alles is mogelijk), maar dan alleen maatwerk met een hoog eigen risico (met bedragen tot 25.000 euro) en een hoge premie.
5.4.2 Afstemming met waterbeheerder en het op orde zijn van het watersysteem Geen van de maatschappijen heeft de gestelde polisvoorwaarden afgestemd met de waterbeheerder(s). Het op orde zijn van het watersysteem wordt óf niet van toepassing geacht óf als een vanzelfsprekendheid gezien.
19
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
6 Normering Wateroverlast In oktober 2001 is door de werkgroep Normering regionale wateroverlast een voorstel uitgebracht betreffende normen tegen wateroverlast, gebaseerd op een economische optimalisatie. Over het voorstel van de werkgroep is een brede discussie gevoerd die tot lichte wijzigingen van het oorspronkelijke voorstel hebben geleid.
6.1 Welke wateroverlast is er genormeerd en hoe zien de normen eruit? De werkgroep heeft zich gericht op wateroverlast veroorzaakt door inundatie vanuit regionale waterlopen, zoals sloten, beken, kanalen en dergelijke. Indien dergelijke inundaties optreden, dan is dit gewoonlijk gevolg van overvloedige neerslag welke door het watersysteem niet verwerkt kan worden. In de normen wordt geen rekening gehouden met andere faalmechanismen dan het overlopen van de waterloop zoals bijvoorbeeld afschuiven van kaden. Ook overlast ten gevolge van te hoog grondwater of overlopen van riolen valt niet onder de normering. De afgeleide normen geven voor verschillende vormen van grondgebruik aan met welke kans een inundatie vanuit de regionale waterloop te verwachten is. Hierbij wordt inundatie gezien als een gebeurtenis waarbij meer dan een zeker percentage van het maaiveld (het zogenaamde maaiveldcriterium) geïnundeerd raakt. Grotere inundatiekansen dan door de normering geformuleerd worden onacceptabel geacht. Bij de bepaling van de normen is gebruik gemaakt van een economische optimalisatie waarbij investeringen die gedaan moeten worden om inundatie te voorkomen worden afgezet tegen de schade die wordt vermeden. Hierbij is niet alleen rekening gehouden met de kansen op overschrijding van neerslaghoeveelheden, maar ook met de werking van het watersysteem waarop de neerslag valt. Het maakt namelijk nogal uit hoeveel berging en afvoercapaciteit een watersysteem heeft. De berging wordt daarbij niet alleen bepaald door de hoeveelheid openwater of de diepte waarop de grondwaterstand wordt gehandhaafd, maar ook van de weersgesteldheid voorafgaand aan een neerslagperiode. In de normering is dit verwerkt door niet alleen verschillende grondgebruiksvormen te beschouwen, maar ook verschillende typen watersystemen. Overigens is bij de berekeningen t.b.v. de normen gebruik gemaakt van 9-daagse neerslaggebeurtenissen en niet van 1, 2 of 3 daagse buien. Grondgebruik
Maaiveldcriterium [%]
Grasland 5 Akkerbouw 1 Hoogwaardige land- en tuinbouw 1 Glastuinbouw 1 Bebouwd gebied 0 Tabel 5.1: Werknormen gedifferentieerd naar grondgebruik.
20
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Voorgestelde norm [1/jr] 1/10 1/25 1/50 1/50 1/100
6.2 De status van de voorgestelde normen De normen zijn momenteel nog niet definitief vastgesteld. Er is besloten om gedurende een proefperiode (2003 – 2005) de voorgestelde normen als werknorm te hanteren. Na deze proefperiode vindt een evaluatie plaats. De werknormen gelden als basisnorm waarvoor een inspanningsverplichting geldt. In enkele gespecificeerde gevallen kan volgens het voorstel een versoepeling worden toegestaan. Regionaal kunnen volgens het voorstel ook strengere normen worden gehanteerd indien hiervoor goede redenen bestaan.
6.3 De relatie met de normen en de voorwaarden van de verzekeringsmaatschappijen Deze relatie is niet eenvoudig vast te stellen. Vast staat wel dat de verzekeringsmaatschappijen een andere methode hanteren dan die ten grondslag ligt aan de voorgestelde normering, dus een 1 op 1 vergelijking is niet mogelijk. Voor zover de verzekeringsmaatschappijen gekwantificeerde criteria hanteren zoals voorgesteld door het Verbond, dan is een omrekening naar de methode die aan de voorgestelde normen ten grondslag ligt misschien wel mogelijk, maar dit zal wel een forse inspanning vergen.9 Indien verzekeringsmaatschappijen geen gekwantificeerde criteria hanteren, is een vergelijking met de voorgestelde normen zeker niet mogelijk.
6.4 De relatie tussen wat de normen dekken en dekking van de WTS Ook deze relatie is niet zo duidelijk. Ten aanzien van wateren anders dan rivieren wordt geen getalsmatig criterium gegeven om te bepalen of de wet in werking moet treden. In artikel 3 wordt voor inwerkingtreding verwezen naar de Wet rampen en zware ongevallen. In deze wet (d.d. 30 januari 1985) staan de volgende definities van rampen en/of zware ongevallen (artikel 1, lid b): een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiele belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad. een gebeurtenis waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijk gevolgen te bepreken. Deze wet treedt in werking (artikel 28, lid 2) op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende gebeurtenissen verschillend kan worden gesteld. Uit deze wetstekst kan niet worden opgemaakt dat het aanwijzen (bij koninklijk besluit) van een gebeurtenis als ramp afhangt van geldende normen betreffende de waterhuishouding.
9
Werkzaamheden die dan uitgevoerd moeten worden zijn o.a.: omrekenen van de statistiek
van de door de verzekeringsmaatschappijen gehanteerde buien naar de neerslagstatistiek van de normen, verder zal van een te beschouwen gebied een hydrologisch model moeten worden gemaakt, voor zover dit niet reeds beschikbaar is.
21
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
7 Conclusies en aanbevelingen 7.1 Algemene conclusies In deze paragraaf worden de conclusies weergegeven die gelden voor zowel het verzekeren van bedrijven (inventaris en gebouwen) als particulieren (inboedel en opstal). Het begrip wateroverlast wordt in de verzekeringswereld breed geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld: schade als gevolg van directe neerslag (al dan niet extreem of hevig) wordt vaak ook als wateroverlast gezien. Vaak kwam het voor dat de antwoorden op de enquêtevragen niet overeen kwamen met de polisvoorwaarden. Dit is het gevolg van onduidelijkheid in (wat wordt er precies bedoeld met “ieder plotseling van buiten komend onheil”) en ruime interpretatie-mogelijkheid (“neerslag onvoorzien de woning binnengedrongen”, hoort hierbij ook neerslag via de openbare weg?) van de meeste polisvoorwaarden. Om duidelijkheid te scheppen en onderscheid te maken tussen de verschillende interpretaties van wateroverlast is in dit onderzoek de volgende definitie van wateroverlast gehanteerd: directe neerslag én water (indirecte neerslag) dat overstroomt (inundatie) uit waterlopen uitsluitend als gevolg van hevige plaatselijke neerslag. Uitgaande van deze definitie blijkt dat de maatschappijen die schade als gevolg van wateroverlast dekken, de polisvoorwaarden volgens het advies van het Verbond gebruiken of “ieder plotseling van buitenkomend onheil” verzekeren. Alle maatschappijen hanteren hierbij in de polissen de volgende uitsluitingen: schade als gevolg van overstroming van waterkeringen, indien het overlopen niet uitsluitend wordt veroorzaakt door hevige plaatselijke neerslag en schade veroorzaakt door het (onvoorzien) binnenlopen van grondwater. In het advies van het Verbond is opgenomen dat de gehanteerde neerslagintensiteiten niet kunnen worden opgevat als eisen waaraan het watersysteem minimaal aan zou moeten voldoen. Geen van de maatschappijen echter heeft contact gehad met de waterbeheerder(s) om te bepalen of de dekkingsmogelijkheden zijn af te stemmen met de situatie (op orde/niet op orde etc.) van het watersysteem. Er is niet nagegaan of het watersysteem op orde is. De vraag hierbij is of de maatschappijen dit niet relevant vinden of ervan uitgaan dat het watersysteem op orde is en dit als randvoorwaarde stellen? Tijdens het interpreteren van de gegevens en het schrijven van het rapport zijn er nogal veel onduidelijkheden naar boven gekomen. Deze onduidelijkheden betroffen voornamelijk de reikwijdte van de polisvoorwaarden (interpretatieverschil verzekeraars versus de opstellers van het rapport), het cijfermateriaal betreffende de communicatie van de maatschappijen richting hun achterban en de spreiding en marktaandeel van de maatschappijen die schade als gevolg van wateroverlast dekken. Het heeft tijdens dit onderzoek ontbroken aan tijd om deze onduidelijkheden weg te nemen en het onderzoek kan dan ook voornamelijk worden gezien als beeldvormend.
22
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
7.2 Particulieren De hieronder genoemde aantallen en percentages zijn gebaseerd op de 47 maatschappijen waarvan de gegevens beschikbaar waren. Uitgaande van de in paragraaf 7.1 genoemde definitie van wateroverlast kan worden gesteld dat 51%(24) van de verzekeringsmaatschappijen welke inboedel- en opstalverzekeringen aan particulieren aanbieden, schade als gevolg van wateroverlast dekken. Negentien (79%)hiervan maken gebruik van de voorwaarden van het Verbond. De andere 5 maatschappijen dekken “ieder plotseling van buiten komend onheil”. Onder deze 24 maatschappijen bevinden zich de 15 grootste en bekendste maatschappijen. Verwacht wordt dat het grootste deel van de Nederlandse burgers verzekerd is tegen wateroverlast. Bij het aanpassen van de polisvoorwaarden met het advies van het Verbond in 2000 heeft het merendeel van de maatschappijen de wijzigingen doorgegeven aan de verzekerden. Circa een kwart van de maatschappijen die het advies van het Verbond hebben overgenomen, hebben de verwachte schade doorberekend in de premie. Het aantal maatschappijen dat het advies van het Verbond heeft overgenomen en van wie de verzekeringspremies regionaal verschillen, is verwaarloosbaar.
7.3 Bedrijven De hieronder genoemde aantallen en percentages zijn gebaseerd op de 34 maatschappijen waarvan de gegevens beschikbaar waren. Uitgaande van de in paragraaf 7.1 genoemde definitie van wateroverlast kan worden gesteld dat 11% (4) van de maatschappijen welke inventaris- en/of gebouwenverzekeringen aan bedrijven aanbieden, schade als gevolg van wateroverlast dekken. Drie hiervan maken gebruik van de voorwaarden van het Verbond.
7.4 Normering De polisvoorwaarden welke door de verzekeringsmaatschappijen worden gebruikt, zijn niet gekoppeld zijn aan voorwaarden waaraan het watersysteem zou moeten voldoen (zie ook advies Verbond, laatste alinea bijlage 2). Het is niet mogelijk vast te stellen of er voor het opstellen van de polisvoorwaarden een bepaalde methode (zoals bijvoorbeeld gebruikt bij het vaststellen van de normering) is gebruikt. Het is dan ook moeilijk om een één op één vergelijking te maken en om te bezien of er wellicht een relatie aanwezig is tussen de voorwaarden en de normering. Wat wel duidelijk is, is dat geen van de verzekeraars contact heeft gezocht met de waterbeheerders om de polisvoorwaarden te bespreken. Opvallend daarbij is dat een enkele maatschappij (2) wel verschil maakt in premie tussen verschillende regio’s waaruit blijkt dat daarin dus verschillen in wateroverlastgevoeligheid liggen. In de WTS staat genoemd dat deze pas in werking kan worden gesteld als blijkt dat er zich een ramp heeft voorgedaan. Hiertoe wordt verwezen in artikel 3 naar de Wet Rampen en Zware Ongevallen. Wanneer een gebeurtenis een ramp is blijkt uit onderstaande beschrijving:
23
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiele belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad OF een gebeurtenis waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijk gevolgen te bepreken. Het kabinet bepaald vervolgens of een gebeurtenis als ramp kan worden aangezien. Echter in deze wet staan geen technische voorwaarden c.q. normen waaraan een wateroverlastgebeurtenis zou moeten voldoen alvorens als eens ramp te mogen worden bestempeld. Bij elke gebeurtenis zal opnieuw moeten worden vastgesteld hoe deze gebeurtenis heeft kunnen plaatsvinden en wie daarvoor verantwoordelijk is, maar zonder vooraf vastgestelde voorwaarden/normen lijkt dit arbitrair. Omdat dit niet duidelijk is vastgesteld kan er geen conclusie worden getrokken omtrent de aanwezigheid van een relatie van het inwerking stellen van de WTS en de normering.
7.5 Aanbevelingen (deze aanbevelingen zijn opgesteld vanuit een maatschappelijke wenselijkheid) Het heeft nogal moeite gekost om de verzekeringsmaatschappijen te motiveren mee te werken aan de inventarisatie. Veel informatie is van internet gehaald en hiervan waren veel gegevens (naam, telefoonnummer, adres) onjuist. Voor de consument zou het een goede zaak zijn in ieder geval de juiste gegevens van de verzekeringsmaatschappijen weer te geven en tegelijk ook ALLE polisvoorwaarden van alle verzekeringsmaatschappijen makkelijk en breed (bijvoorbeeld via internet) toegankelijk te maken. Dit om transparantie en kennis bij de consumenten (zij kunnen alvorens een beslissing te nemen welke verzekeringsmaatschappij te kiezen, de voorwaarden op hun gemak bekijken) te vergroten. Het is gebleken dat de polisvoorwaarden betreffende de dekking van waterschade vaak veel onduidelijkheden met zich meebrengen. De teksten zij zo geformuleerd dat er vele mogelijkheden zijn om deze tekst te interpreteren en dus te gebruiken. Om misverstanden over de reikwijdte van bepaalde dekkingen te voorkomen, is het beter de voorwaarden zo duidelijk mogelijk weer te geven (wat wordt er precies bedoeld met “ieder van buiten komend onheil” en hoort bij “neerslag onvoorzien de woning binnengedrongen” ook horizontale neerslag via de openbare weg?). Het is duidelijk dat vooral bij bedrijfspolissen de mogelijkheid om zich te verzekeren tegen wateroverlast erg klein is. Omdat de schade geleden door bedrijven meestal aanzienlijk groter is dan bij particulieren, zal er wellicht vaak een beroep op de WTS worden gedaan. Om dit hiaat te vullen, zullen de verzekeringsmaatschappijen moeten worden aangemoedigd om de mogelijkheid tot het verzekeren van waterschade bij bedrijven te vergroten. Er is geen relatie tussen de voorwaarden van de polissen, de normering van het watersysteem en de toepassing van de WTS. Dit kan leiden tot onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden van respectievelijk de verzekeringsmaatschappijen, de waterbeheerders en het Rijk.
24
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bij gebeurtenissen waarbij de verantwoordelijkheden niet helder zijn, zal vaak een beroep worden gedaan op het Rijk voor (financiële) compensaties. Er zal een duidelijke koppeling moeten worden gemaakt tussen wat verzekeringsmaatschappijen dekken, de verantwoordelijkheid van de waterbeheerders betreffende het op orde zijn van het watersysteem en de rol van de WTS hierbij10. Er bleken bij het interpreteren van de polisvoorwaarden en de enquêteantwoorden vele onduidelijkheden naar boven te komen. Vanwege het tijdsbestek van het onderzoek is het niet mogelijk gebleken om deze onduidelijkheden op te helderen. Hierdoor is het onderzoek voornamelijk beeldvormend gebleken. Om een gedetailleerdere weergave van de voorwaarden en cijfers te kunnen weergeven is aanvullend onderzoek noodzakelijk.
10
Hierbij moet het volgende worden opgemerkt: uit de praktijk blijkt dat gebeurtenissen (ook
indien plaatselijk voorgekomen) welke waterschade veroorzaken, direct veel schade veroorzaken (bijvoorbeeld dijkdoorbraak Wilnis). Bij deze gebeurtenissen kan, indien het watersysteem niet op orde was, het waterschap aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade aan inboedel/inventaris/opstal/gebouwen bij particulieren en bedrijven. Is het watersysteem echter op orde, dan zullen verzekeringsmaatschappijen dusdanig veel vergoeding moeten uitbetalen (makkelijk lopende in de miljoenen), dat hierbij hun voortbestaan in het geding komt. Hierbij moet ook worden gelet op het herverzekeringsrisico. Het herverzekeren van de schade veroorzaakt door een dergelijke gebeurtenis zal hierop niet meer mogelijk zijn (een gebeurtenis met een herhalingskans van 1 op 100 jaar KAN plaatsvinden in twee aaneengesloten jaren). Hiervan uitgaande leidt een gebeurtenis bijna altijd tot het in werking stellen van de WTS, wil de regering niet dat de particulieren/bedrijven zelf voor de schade opdraaien.
25
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 1: Tekst verzekeren waterschade en normering in Nationaal Bestuursakkoord Water (getekend 2 juli 2003) C.
Ten aanzien van het benodigde instrumentarium voor het op orde brengen en houden van de stroomgebieden: Artikel 12 Verzekeren 12. Burgers en bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid om schade als gevolg van wateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen c.q. te beperken. Naast de eigen verantwoordelijkheid hanteren de overheden de volgende drietrapsstrategie ten einde schade voor burgers en bedrijven zo veel mogelijk te beperken: toepassing van de zorgplicht, vervolgens het verzekerbaar maken van wateroverlastschade en, tenslotte, de toepassing van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (WTS). 13. Alle schade aan opstal- en inboedel als gevolg van de extreme neerslag is voor zowel particulieren als bedrijven sedert 2001 verzekerbaar. Het Verbond van Verzekeraars heeft de verzekeringsmaatschappijen geadviseerd om hun polisvoorwaarden hierop aan te passen. Een aantal maatschappijen heeft dit advies inmiddels opgevolgd. Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en V&W wordt nagegaan in hoeverre verzekeringsmaatschappijen de verzekering/polisvoorwaarden hebben aangepast. Afhankelijk van de uitkomst vindt verder overleg plaats tussen BZK, V&W en het Verbond van Verzekeraars. Daarnaast is een principeakkoord bereikt tussen het Kabinet en de Land- en tuinbouworganisatie (LTO Nederland) over de opzet van een oogstschadeverzekering om oogstschade als gevolg van extreme regenval verzekerbaar te maken. 14. Bij het optreden van onverzekerbare risico's kan het Rijk indien sprake is van een grootschalige ramp de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (WTS) van toepassing verklaren. Artikel 13 Normering wateroverlast Verantwoordelijkheden 15. Het waterschap draagt er zorg voor dat het watersysteem is ingericht volgens de vigerende normen. Indien het watersysteem niet volgens de normen is ingericht of naar verwachting ingericht zal zijn, treft het waterschap - met in acht neming van in lid 15 en 16 van dit artikel bedoelde planologische beslissingen - adequate voorzieningen voor het vasthouden, bergen en het afvoeren van het oppervlaktewater door het watersysteem. Daarbij wordt tenminste uitgegaan van de volgens het middenscenario in de toekomst te verwachten neerslaghoeveelheden. 16. Waterschappen geven aan de gemeenten en provincies advies over (uitgaande van gebiedsspecifieke omstandigheden en ontwikkelingen) de ruimteclaim (inclusief eventueel noodzakelijke functieveranderingen) die uit de (werk)normen resulteert. Het waterschap verschaft daarbij – indien aanwezig – tevens inzicht in overige relevante argumentatie met betrekking tot de omvang van de ruimteclaim. 17. Provincies en gemeenten dragen zorg voor een integrale afweging van de aldus gemotiveerde ruimteclaim en leggen deze vast in provinciale beleids- en streekplannen, respectievelijk structuur- en bestemmingsplannen.
26
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
18. Voor zover de integrale afweging leidt tot afwijking van de ruimteclaim motiveren provincies en gemeenten deze afwijkingen in – de waterparagraaf van- het betreffende plan, een en ander conform de Bestuurlijke Notitie Watertoets. 19. Bij afwijking van de ruimteclaim zullen partijen zich gezamenlijk beraden op de consequenties en te bezien welke oplossingen mogelijk zijn. 20. Rijk en provincie kunnen deze werkwijze met het beschikbare planstelsel uit de Wet op de Waterhuishouding vastleggen. In dit planstelsel moet bij het opstellen van provinciale waterhuishoudingsplannen rekening gehouden worden met de Nota Waterhuishouding. Bij het opstellen van waterbeheerplannen moet rekening gehouden worden met de provinciale waterhuishoudingsplannen. De waterbeheerplannen moeten worden goedgekeurd door de provincie. Indien nodig, kan de Minister van Verkeer en Waterstaat gebruik maken van zijn aanwijzingsbevoegdheden op grond van de Wet op de waterhuishouding. Toepassen Werknormen 21. Partijen komen overeen de voorstellen voor landelijke uniforme normen, die zijn opgesteld voor wateroverlast als gevolg van buiten de oevers tredend regionaal oppervlaktewater, als werknormen te gebruiken (zie bijlage 4). 22. Het waterschap stelt een programma van maatregelen op (in het kader van het waterbeheersplan) dat uitgaat van de werknorm zoals verwoord in bijlage 4. 23. Totdat de definitieve besluitvorming over de normering heeft plaatsgevonden vormen de werknormen het vertrekpunt bij het voorbereiden van waterhuishoudkundige en ruimtelijke maatregelen gericht op het op orde brengen van de regionale watersystemen, alsmede bij de toepassing van de watertoets. Iteratief proces 24. Alle regionale watersystemen worden in de periode 2003-2005 getoetst aan de werknormen. Hierbij wordt aangegeven tot welke technische en ruimtelijke maatregelen en financiële inspanningen de toepassing van deze werknormen zou leiden om de regionale watersystemen uiterlijk in 2015 aan de werknorm te kunnen laten voldoen. 25. Dit toetsingsproces wordt primair uitgevoerd door waterschappen, in overleg met provincies en gemeenten. Het proces wordt landelijk gecoördineerd door de UvW, in samenwerking met de VNG, IPO en Rijk. De UvW doet een voorstel voor het toetsingsproces doormiddel van een toetsingsprotocol. In dit protocol wordt ingegaan op: de spelregels voor de toetsing, de wijze waarop een beslissing zal worden genomen over de definitieve norm, de status daarvan, de noodzaak van regionale differentiatie, de betrokkenheid van de andere overheden bij het toetsingsproces, en de betekenis van normering voor particulieren en bedrijven 26. Uiterlijk in 2005 wordt over de toetsing gerapporteerd aan partijen waarna besluitvorming zal plaatsvinden over de definitieve normering en bestuurlijk-juridische verankering. Onderzoek 27. Partijen onderzoeken en overwegen mede op basis van de resultaten van de lopende droogtestudie of een systeem van normering van overlast door watertekort wenselijk is, en zo ja hoe dat kan worden vormgegeven.
27
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 2: Neerslagclausule Verbond van Verzekeraars Neerslagclausule De afdelingscommissie Brand van het Verbond van Verzekeraars adviseert de volgende tekst, toepasbaar voor zowel particuliere als bedrijfsrisico’s: Gedekte gebeurtenissen: Neerslag, als volgt directe neerslagschade - regen, sneeuw, hagel of smeltwater, onvoorzien het gebouw binnengedrongen .. enz. (MUG-dekking: gebruikelijke dekking particulieren op Meer Uitgebreide condities). indirecte neerslagschade - water, onvoorzien het gebouw binnengedrongen, indien dit water uitsluitend als gevolg van een extreme toevloed door hevige plaatselijke regenval niet zijn normale loop heeft gevolgd of positie heeft behouden. Onder hevige plaatselijke regenval wordt verstaan neerslag van ten minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan. Onder deze dekking valt niet: - schade door grondwater; - schade door water, vrijgekomen na dijkdoorbraak of via scheuren, gaten en andere beschadigingen van waterkeringen; - schade door neerslag of water, het gebouw binnengedrongen via openstaande ramen, deuren en dergelijke openingen; - schade ontstaan in verband met slecht onderhoud van het gebouw. De clausule biedt dekking tegen schade door neerslag in de nabijheid van het risicoadres. Daarvoor moet de neerslag met enige intensiteit (40/53/67mm) zijn gevallen, en moet een verband kunnen worden gelegd tussen de neerslag en de schade. Ter illustratie een in intensiteit toenemend neerslag- en overstromingsscenario. 1. Regen: Als gevolg van hevige regenval in Zuid-Limburg treedt de Geul buiten haar oevers. De regenval voldoet aan de criteria genoemd in de clausule. De schade is gedekt. 2. Overstroming: Als gevolg van hevige regenval in Frankrijk overstroomt de Maas, eerst in België en later in Limburg. De schade is niet het gevolg van een hevige lokale regenbui. De schade is derhalve niet gedekt. 3. Regen en overstroming: als gevolg van hevige regenval in Frankrijk bereikt de Maas in Zuid-Limburg een kritieke hoogte. Vervolgens gaat het in Zuid-Limburg ook nog regenen. Er valt meer dan 40 mm in 24 uur. De rivier treedt nu buiten haar oevers. De schade is niet gedekt, omdat de oorzaak niet uitsluitend gezocht kan worden in de hevige regenval. Deze 3 scenario's illustreren de werking van de clausule. De teksten worden beschouwd als considerans bij de clausule. U kunt hier in het geval van schaderegeling uit putten”. In deze clausule worden drie grenzen genoemd: 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is
28
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
ontstaan. De herhalingstijd van deze hoeveelheden is gemiddeld eens per 3 tot eens per 7 jaar. Deze grenzen zijn vooral bedoeld om het aantal claims te beperken en kunnen niet opgevat worden als eisen waaraan het watersysteem minimaal aan moet voldoen.
29
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 3: Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen Wet van 25 mei 1998, houdende regels over tegemoetkoming in de schade en de kosten in geval van overstromingen door zoet water, aardbevingen of andere rampen en zware ongevallen (Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen) Wij Beatrix, bij gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen inzake een tegemoetkoming door het Rijk aan gedupeerden in de schade en de kosten in geval van een overstroming door zoet water, een aardbeving dan wel een andere ramp of een ander zwaar ongeval; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken; b. overstroming door zoet water: een overstroming die een ramp of een zwaar ongeval is als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet rampen en zware ongevallen en die inhoudt: 1. hoge waterstanden, veroorzaakt door een rivierafvoer met een gemiddelde kans van voorkomen van minder dan 1/50 per jaar, voor zover het gaat om het gedeelte van de Maas waar geen primaire waterkeringen als bedoeld in de Wet op de waterkering of anderszins gereglementeerde waterkeringen aanwezig zijn, 2. het buiten de oevers treden van andere wateren binnen Nederland waar geen primaire of anderszins gereglementeerde waterkeringen aanwezig zijn, of 3. het overlopen of bezwijken van primaire waterkeringen, dan wel het overlopen of bezwijken van anderszins gereglementeerde waterkeringen die binnen een door primaire waterkeringen beschermd gebied liggen, met dien verstande dat het overlopen of bezwijken van primaire waterkeringen langs de Noordzee, de Waddenzee en de Westerschelde tot de stormvloedkeringen in de Nieuwe Waterweg en de Oosterschelde, met inbegrip van deze stormvloedkeringen, en als direct gevolg daarvan het overlopen of bezwijken van andere primaire waterkeringen, niet wordt aangemerkt als overstroming door zoet water; c. aardbeving een ramp of een zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet rampen en zware ongevallen, die wordt veroorzaakt door een trilling aan het aardoppervlak als gevolg van een plotselinge beweging in de aardkorst, met een magnitude van minimaal 4,5 op de schaal van Richter, gemeten door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut; d. schadegebied: het bij ministeriële regeling vastgestelde, in Nederland gelegen gebied waarin een overstroming door zoet water, een aardbeving dan wel een ramp of een zwaar ongeval waarop deze wet ingevolge artikel 3 van toepassing is verklaard, heeft plaatsgevonden en waarin als gevolg daarvan schade is geleden dan wel kosten zijn gemaakt als bedoeld in artikel 4, 1e of 2e lid; e. gedupeerde: degene die schade heeft geleden dan wel kosten heeft gemaakt als bedoeld in artikel 4, 1e of 2e lid.
Artikel 2 In de periode dat de in het Deltaplan grote rivieren bedoelde werkzaamheden ter bescherming tegen hoogwater langs de Maas nog niet volledig ten uitvoer zijn gelegd wordt, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, onder b, onderdeel 1°, onder hoge waterstanden verstaan: hoge waterstanden, veroorzaakt door een rivierafvoer met een gemiddelde kans van voorkomen van minder dan 1/10 per jaar, voor zover het gaat om het gedeelte van de Maas waar geen primaire waterkeringen als bedoeld in de Wet op de waterkering of anderszins gereglementeerde waterkeringen aanwezig zijn.
Artikel 3
30
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bij koninklijk besluit kan deze wet van toepassing worden verklaard in geval van een ramp of een zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet rampen en zware ongevallen, die van ten minste vergelijkbare orde is als een overstroming door zoet water of een aardbeving.
Artikel 4 1. Een gedupeerde heeft recht op een tegemoetkoming in de hierna te noemen categorieën van schaden, voor zover de schade die hij heeft geleden, is ontstaan in het schadegebied en het rechtstreeks en onmiddellijk gevolg is van een overstroming door zoet water, een aardbeving dan wel een ramp of een zwaar ongeval waarop deze wet ingevolge artikel 3 van toepassing is verklaard, alsmede in de hierna te noemen categorieën van kosten die daarmee verband houden: a. de schade aan de woning, de woonwagen of het woonschip; b. de schade aan de inboedel, bedoeld in artikel 5 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek; c. de schade aan de openbare infrastructurele voorzieningen; d. de schade aan de vaste en de vlottende activa; e. de teeltplanschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies dat is geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen schadetermijn als gevolg van verlies of beschadiging van gewassen, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen teelt van gewassen; f. de bedrijfsschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies dat is geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen schadetermijn als gevolg van verlies of fysieke beschadiging van dieren, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen productiecyclus; g. de bedrijfsschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies dat is geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende een bij ministeriële regeling te bepalen schadetermijn als gevolg van verlies of fysieke beschadiging van dieren, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen productiecyclus; h. de evacuatiekosten per risicoadres, waaronder worden verstaan 1. de reis- en verblijfkosten die de gedupeerde heeft gemaakt als gevolg van een advies of een gebod van het bevoegd gezag om zijn woon- of vestigingsplaats te verlaten, voor zover verschuldigd aan derden; 2. de kosten voor transport, opslag en huisvesting van de roerende zaken van de gedupeerde, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan arbeid in eigen beheer volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels; 3. de met de in onderdeel 2 genoemde activiteiten samenhangende kosten voor verzekering i. de bereddingskosten per risicoadres, waaronder worden verstaan de kosten die de gedupeerde heeft gemaakt in verband met het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van schade of kosten, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan arbeid in eigen beheer volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels; j. de kosten voor opruiming per risicoadres, voor zover verschuldigd aan derden of toe te rekenen aan extra arbeid in eigen beheer volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels. 2. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat, met uitzondering van schade die het gevolg is van gederfde omzet, andere schade- en kostencategorieën dan de in het eerste lid genoemde voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. 3. Een gedupeerde heeft geen recht op een tegemoetkoming in de schade of de kosten, voor zover: a. de schade of de kosten redelijkerwijs verzekerbaar waren; b. de gedupeerde uit anderen hoofde een tegemoetkoming in de schade of de kosten heeft verkregen of kan verkrijgen; c. de schade of de kosten zijn veroorzaakt door eigen schuld van de gedupeerde;
31
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
d. de gedupeerde onvoldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming of beperking van die schade of kosten; e. de schade of de kosten het gevolg zijn van een overstroming door zoet water en zijn ontstaan aan bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen activiteiten die vanaf 19 april 1996 hebben plaatsgevonden in het winterbed van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen rivieren.
Artikel 5 1. De omvang van de schade en, voor zover nodig, van de kosten wordt door of onder verantwoordelijkheid van een door Onze Minister aangewezen schade-expert, opgenomen en neergelegd in een schaderapport. 2. De schade-expert verstrekt aan de gedupeerde een afschrift van het schaderapport. 3. Al dan niet op verzoek van de gedupeerde kan de omvang van de schade en de kosten opnieuw door of onder verantwoordelijkheid van een schade-expert als bedoeld in het eerste lid worden opgenomen en neergelegd in een schaderapport. Het tweede lid is van toepassing. 4. De kosten van het opnemen van de omvang van de schade en de kosten, bedoeld in het eerste en derde lid, komen voor rekening van het Rijk, met uitzondering van het opnemen, bedoeld in het derde lid, dat op verzoek van de gedupeerde is gedaan indien blijkt dat de omvang van de schade en de kosten in eerste instantie op juiste wijze is opgenomen.
Artikel 6 1. De hoogte van de tegemoetkoming wordt volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels: a. voor zover het de schade betreft, berekend met inachtneming van de schaderapporten, bedoeld in artikel 5, en het 2e tot en met 4e lid; b. voor zover het de kosten betreft, berekend op basis van die kosten die in een redelijke verhouding staan tot de getroffen maatregelen die in de gegeven omstandigheden als noodzakelijk konden worden beschouwd, berekend met inachtneming van de schaderapporten, bedoeld in artikel 5, voor zover dit van toepassing is, en het tweede tot en met vierde lid. 2. Bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming kan een eigen risico en een drempelbedrag worden gehanteerd waarvan de hoogte bij ministeriële regeling wordt vastgesteld en wordt in voorkomend geval rekening gehouden met de omstandigheid dat een gedupeerde binnen een periode van twee jaar in verband met een overstroming door zoet water, een aardbeving dan wel een ramp of een zwaar ongeval waarop deze wet ingevolge artikel 3 van toepassing is verklaard, een tegemoetkoming in de geleden schade of de gemaakte kosten heeft ontvangen. 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de hoogte van de tegemoetkoming. 4. Bij ministeriële regeling kan een maximum voor de tegemoetkoming worden vastgesteld. Dit maximum kan afhankelijk worden gesteld van een bij die regeling vastgesteld bedrag dat voor het totaal van de tegemoetkoming beschikbaar is. 5. De regels, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, kunnen voor verschillende categorieën gedupeerden verschillend worden gesteld.
Artikel 7 1. De regels, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, kunnen voor verschillende categorieën gedupeerden verschillend worden gesteld. 2. Een aanvrager is verplicht alle inlichtingen te verstrekken over alle feiten en omstandigheden, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk is of kan zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht of op de hoogte van de tegemoetkoming. 3. Indien de aanvrager de verplichting, bedoeld in het tweede lid, niet nakomt, kan de tegemoetkoming worden geweigerd dan wel verminderd.
Artikel 8 Van de ministeriële regelingen, bedoeld in de artikelen 6, 3e lid, en 7, 1e lid, kan worden
32
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
afgeweken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze wet beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 9 Bij ministeriële regeling kan worden vastgesteld in welke gevallen bij de aanvraag, bedoeld in artikel 7, 1e lid, een voorschot op de tegemoetkoming kan worden aangevraagd.
Artikel 10 De beschikking tot het toekennen van een tegemoetkoming kan worden gewijzigd of ingetrokken, indien: a. er feiten of omstandigheden zijn waarvan Onze Minister bij het nemen van die beschikking redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de tegemoetkoming lager zou zijn vastgesteld, b. de hoogte van de toegekende tegemoetkoming onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten, of c. de ontvanger niet voldoet aan de plicht tot het verlenen van medewerking, bedoeld in artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 11 Onverschuldigde tegemoetkomingen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de tegemoetkoming is toegekend, nog geen vijf jaren zijn verstreken.
Artikel 12 1. 2.
Onze Minister is, in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat, belast met de uitvoering van deze wet. Regeling en bestuur kunnen van het gemeentebestuur en het provinciale bestuur worden gevorderd ter verzekering van een goede uitvoering van deze wet. Bij ministeriële regeling worden hierover en over de vergoeding van de kosten die aan de uitvoering van de eerste volzin zijn verbonden, regels gesteld.
Artikel 13 1. 2.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit aangewezen ambtenaren en andere personen. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Artikel 14 Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 15 Deze wet wordt aangehaald als: Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand te zullen houden. Gegeven te ’s-Gravenhage, 25 mei 1998 Beatrix De Ministers van Binnenlandse Zaken H.F. Dijkstal
Uitgeven de elfde juni 1998 De Minister van Justitie a.i., H.F. Dijkstal
33
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 4: Literatuurlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6.
34
‘Verzekeringen van regenschade’, M. Kok, H.F. Dopper, I.B.M. Lammers; HKV lijn in water, 2002, Boek ‘Mogelijkheden voor het verzekeren van waterisico’s’, M. Kok; HKV lijn in water, 2000, Boek ‘Verzekeren van regenschade’, M. Kok, H.F. Dopper, I.B.M. Lammers, 2000, Artikel ‘Even Apeldoorn bellen?’, Consumentengids april 2003, artikel Commissie tegemoetkoming Schade bij rampen (cie. Borghouts) (PM) Normering Waterschade (PM)
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 5: Brief aan verzekeringsmaatschappijen Contactpersoon
Doorkiesnummer
R. Heerkens
0320-298534
Datum
Bijlage(n)
juni 2003
1
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Onderwerp
Verzekerbaarheid schade bij particulieren als gevolg van extreme regenval
Geachte heer/mevrouw, Via deze brief wil ik u vragen medewerking te verlenen aan een inventarisatie van de verzekerbaarheid van schade bij particulieren en bedrijven (opstal, inboedel en/of inventaris en goederen) als gevolg van extreme regenval. Na de enorme regenval van 1998 is door de regering uitgesproken dat het van belang is de verzekerbaarheid van schade als gevolg van dergelijke extreme weersituaties te stimuleren. Als antwoord hierop hebben het Verbond van Verzekeraars (Verbond) en de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen (FOV) haar leden begin 2000 geadviseerd om opstal-, inboedel- en inventaris- en goederenverzekeringen uit te breiden met een meeromvattende dekking tegen schade als gevolg van regenwater. Naar verluidt hebben de meeste maatschappijen dit advies inmiddels opgevolgd. Het is onduidelijk hoeveel verzekeringsmaatschappijen de mogelijkheid bieden aan particulieren en bedrijven om zich te verzekeren tegen extreme regenval1 en hoe de dekking er precies uitziet. De ministeries van Verkeer & Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voeren in afstemming met het Verbond en de FOV, een inventarisatie uit om aan de hand van de uitkomsten te kunnen besluiten of het wenselijk is om een communicatietraject of een andere activiteit naar burgers, bedrijven en/of verzekeraars te starten ten aanzien van de verzekerbaarheid van neerslagschade. Het onderzoek van de Consumentenbond11 is bekend, maar geeft geen compleet overzicht. De inventarisatie bestaat uit de volgende onderdelen: • Hoeveel verzekeringsmaatschappijen hebben neerslagschade in hun polissen opgenomen (uitgaand van de adviezen van het Verbond en de FOV begin 2000). • De dekkingswijze van neerslagschade die de verzekeraars op dit moment aanbieden (uitgaande van het advies van het Verbond) Graag wil ik u vragen om de polisvoorwaarden van de inboedel-, opstal- en inventaris- en goederenverzekeringen in bijgevoegde retourenvelop aan 1
In inboedel- en opstalverzekering (woonhuisverzekering)
11
35
‘Even Apeldoorn bellen?’, Consumentengids april 2003, artikel
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
mevrouw R. Heerkens van het RIZA toe te zenden. Tevens wil ik u verzoeken om bijgevoegde vragenlijst in te vullen en mee terug te zenden. Dit vergt slechts enkele minuten van uw tijd. In het kader van een spoedige afronding wil ik u verzoeken om uiterlijk na twee weken te reageren. De bevindingen van het onderzoek worden in een rapport aan de ministeries van Verkeer & Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan het Verbond van Verzekeraars en de Federatie van Onderliggende Verzekeringmaatschappijen aangeboden. De resultaten worden geanonimiseerd weergegeven en de ontvangen polisvoorwaarden worden na afloop vernietigd.
Hiermee hoop ik u voldoende te hebben geïnformeerd en dank u alvast bij voorbaat voor uw medewerking. Indien u naar aanleiding van deze brief vragen heeft, kunt u contact opnemen met mevrouw R. Heerkens (0320-298534 of
[email protected])
Hoogachtend
……………………. Ir. A.N. Wouters De Directeur Water Ministerie van Verkeer & Waterstaat Directoraat Generaal Water
36
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 6: Enquête verzekeringsmaatschappijen Graag wil ik u verzoeken om in uw antwoorden op onderstaande vragen onderscheid te maken tussen de inboedel c.q. inventaris/goederenverzekering en de opstal(woonhuis/gebouwen)verzekering. Particulieren 1. Heeft u voor particulieren schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast in uw inboedel- c.q. opstalverzekering ondergebracht? 2. Waarom wel / niet? 3. Zo niet, heeft u plannen om deze dienst in de toekomst aan te bieden? 4. Zo wel, heeft u deze aanvullende dekking gecommuniceerd met uw cliënten? 5. Heeft u in de polisvoorwaarden het advies van het Verbond van Verzekeraars (d.d. begin 2000) overgenomen? 6. Zo ja, hoe interpreteert u in uw dekking het begrip ‘plaatselijke regenval’? (tekst Neerslagclausule Verbond van Verzekeraars: ‘Onder hevige plaatselijke regenval wordt verstaan neerslag van ten minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan’). 7. Indien u het advies niet heeft overgenomen, hoe is de schade dan precies gedekt: a. Uitgebreider dan de geadviseerde dekking? Zo ja, hoe uitgebreid? b. Is de dekking gebaseerd op neerslaghoeveelheden? Welke? c. Of houdt u rekening met andere criteria, zo ja welke? d. Heeft u deze dekkingsmogelijkheden met de lokale waterbeheerder(s) afgestemd? e. Houdt u er rekening mee dat de lokale waterbeheerder zijn systeem volgende de geldende normen op orde heeft? f. Heeft u reeds claims uitgekeerd als gevolg van schade door extreme neerslag? 8. Is de premie regio gebonden? 9. Heeft u de verwachte schade in de premie doorberekend? Of geldt er een aparte premietoeslag? 10. Waar ligt bij uw maatschappij het verschil tussen grond- en oppervlaktewater? Bedrijven 11. Heeft u ook voor bedrijven schade als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast in de inventaris- en goederen- c.q. opstalverzekering ondergebracht? 12. Zo ja, a. heeft u standaardpolisvoorwaarden (inventaris/goederen c.q. opstal) voor bedrijven (graag meezenden), b. heeft u daarin het advies van het Verbond (zie vraag 5) overgenomen? c. indien u geen standaardpolisvoorwaarden gebruikt maar voor bedrijven polissen ‘op maat’ levert, afhankelijk waarvan stelt u dan de polisvoorwaarden en de dekkingsmogelijkheden vast in de verzekering als gevolg van extreme neerslag en andere vormen van wateroverlast? 13. Zo nee, waarom niet?
37
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 7: Verduidelijking van begrippen welke in polisvoorwaarden worden gebruikt Waterschade aan huizen kan op verschillende manieren tot stand komen. In onderstaand figuur is dit op schematische wijze weergegeven:
4 1
2
7p en 7b 3
8
6 5
Figuur B7.1: Wijzen waarop wateroverlast in opstallen tot stand kunnen komen. De aangeduide processen betreffen: 9. Neerslag die direct op een opstal valt en (via een lek) de woning binnendringt. 10. Neerslag die direct in de omgeving van de woning valt en over maaiveld de woning binnendringt. 11. Neerslag die in de omgeving van de woning valt, warbij overbelasting van de riolen optreedt, waarna het water over maaiveld de woning binnendringt. 12. Neerslag die in een ruimere omgeving van de woning valt of zelfs op wat grotere afstand van de woning, waarna overbelasting van het watersysteem optreedt (sloten of beken) en het water over maaiveld de woning binnendringt. 13. Hoge grondwaterstanden die via de kruipruimte de woning binnendringen. 14. Het bezwijken van dijken (van rivier, zee of boezem) waarna het water over maaiveld de woning binnendringt. 15. p: Het overstromen van primaire waterkeringen (van rivier of zee) waarna het water over maaiveld de woning binnendringt. b: Het overstromen van een (boezem)kade waarna het water over het maaiveld de woning binnendringt 16. In huis barst een leiding (waterleiding, verwarmingsleiding) waardoor waterschade optreedt.
38
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Algemene bepalingen en uitsluitingen Er zijn een aantal algemene bepalingen en uitsluitingen die voor alle polissen gelden. Een algemene bepaling is dat het water (welke vorm dan ook) altijd onvoorzien de woning moet zijn binnengedrongen. Uitgesloten is dan ook water dat via open ramen en deuren de woning is binnengedrongen. Andere uitsluitingen die bij alle polissen worden genoemd zijn schade veroorzaakt door grondwater en schade veroorzaakt door overstroming (voor beschrijving zie hieronder). Directe neerslag (proces 1) regenval, sneeuwval, hagel of smeltwater Directe neerslag via lekkage (proces 1) regenval, sneeuwval, hagel of smeltwater via daken, balkons of vensters binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van daken en dakgoten Grondwater (proces 5) water dat vanuit de grond, bodem stroomt Hevige plaatselijk neerslag deze definitie is afgeleid uit de neerslagclausule en betreft neerslag van tenminste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan. Ieder plotseling van buiten komend onheil dit is een nogal breed begrip, hieronder ZOU ook kunnen worden verstaan: het binnendringen van indirecte neerslag, het binnendringen van water door het overlopen van rioleringen (ongeacht de oorzaak), het binnendringen van water komende uit beken, meren, sloten en rivieren (ongeacht de oorzaak). Indirecte neerslag (proces 4 en 7b) water, onvoorzien het gebouw binnengedrongen, indien dit water uitsluitend als gevolg van een extreme toevloed door hevige plaatselijke regenval niet zijn normale loop heeft gevolgd of positie heeft behouden. Neerslag onvoorzien de woning binnengedrongen hieronder KAN worden verstaan, verticale directe neerslag komende vanuit de lucht; schade als gevolg van indirecte neerslag wordt hierbij niet vergoed en er wordt geen verschil wordt gemaakt tussen ‘normale’ en ‘extreme’ neerslag, mits dit directe neerslag is Overstroming (proces 6 en 7p) het overlopen, anders dan uitsluitend het gevolg van hevige plaatselijke neerslag, of bezwijken van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, dan wel het door hoge (rivier)waterstand onderlopen van buitendijks of onbedijkt gebied, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een gedekt evenement Regenwater binnengedrongen via de begane grond en/of openbare weg (proces 2) de maatschappijen die deze voorwaarde gebruiken, gaven aan dat het hier gaat om neerslag dat het huis binnenkomt omdat het te hard heeft geregend en niet direct weg kan. Hierbij is uitgesloten water dat het huis binnenstroomt omdat de riolering niet genoeg capaciteit heeft of water dat vanuit bijvoorbeeld een weiland of bos het huis binnenstroomt als gevolg van het overlopen van een waterloop. Rioolwater (proces 3) water het huis binnengedrongen als gevolg van verstopping van rioolputten of -buizen. Uitgesloten is water dat het huis binnenstroomt
39
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
omdat het niet kan worden verwerkt door de riolering (tekort aan capaciteit) In deze inventarisatie is wateroverlast gedefinieerd als directe neerslag (proces 1 en 2) én schade als gevolg van water (indirecte neerslag) dat overstroomt (inundatie) uit waterlopen als gevolg van hevige neerslag (proces 4 en proces 7b). In onderstaand figuur wordt een verdere verduidelijking op proces 4 en 7b weergegeven.
A
B
C
Figuur B7.2:Wateroverlast in een watersysteem als gevolg van hevige neerslag. Wanneer in een watersysteem hevige neerslag valt dan kan het zijn dat de waterlopen in het watersysteem die neerslag niet snel genoeg kunnen verwerken en in (delen van) het systeem inundaties optreden: proces 4 en 7b. Het kan dus zo zijn dat in gebieden B en/of C hevige neerslag valt waardoor in A wateroverlast ontstaat. Het kan ook in het gehele gebied regenen maar door spreiding in de neerslag (wat zeker bij hevige buien optreedt) kan het zijn dat slechts in één deelgebied (bijv. C) de door het Verbond gehanteerde neerslagnormen worden overschreden en benedenstrooms in B en A overlast optreedt. Proces 4 en 7b is het wateroverlastproces waarvoor recent een systeem van (werk)normen is opgesteld. Het is ook dit proces waarvan figuur 1.1 bedoelt dat het waterschap in eerste instantie en tot zekere (via normering gedefinieerde) hoogte moet zorgen dat geen overlast optreedt. Wanneer de normen worden overschreden, dan geeft figuur 1.1 aan dat een systeem van verzekeringen in werking zou moeten treden om verzekerden schadeloos te stellen. Dit tot een niveau dat door verzekeringsmaatschappijen te dragen is. Daarboven zou de WTS in werking kunnen treden.
40
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval
Bijlage 8: Uitsluiting van schade veroorzaakt door overstroming In het artikel en rapport van HKW worden verschillende redenen aangedragen waarom schade veroorzaakt door overstroming 12 in verzekeringen is uitgesloten: • Bezwijken van primaire waterkeringen leidt tot grote maatschappelijke ontwrichting. Dit is dermate catastrofaal dat deze gebeurtenissen niet alleen door verzekeringsmaatschappijen kunnen worden gedragen. • Het spontaan bezwijken van (boezem)kaden in vele gevallen worden voorkomen door de waterbeheerder. Deze beheerder heeft daarvoor vele middelen. Het verzekeren van schade als gevolg van bezwijken van deze kaden is vanwege deze beheersbaarheid niet wenselijk. Water verschilt daarin van andere natuurverschijnselen zoals storm. Bij ‘water’ kan schade ontstaan op plaatsen waar het niet of nauwelijks heeft geregend (de klassieke tegenstelling tussen bovenstrooms en benedenstrooms), en is deels beheersbaar. • Ook als zouden aan de eerste twee bezwaren tegemoet zijn gekomen, speelt het probleem van de relatieve hoge premies die het gevolg zouden zijn van risico’s met kleine kansen met grote gevolgen. De premie bijvoorbeeld van een gebeurtenis met een schade van 50 miljard gulden met een jaarlijkse kans 10-4 is een veelvoud van de verwachtingswaarde van de jaarlijkse schade van 5 miljoen gulden. Bovendien is in Nederland weinig ervaring met fysiek bezwijken van waterkeringen, zodat betrouwbare risicostatistieken op basis waarvan een premie zou zijn te calculeren niet aanwezig zijn. Men is aangewezen op modellen waarvan de uitkomsten grote onzekerheidsmarges hebben. • Verzekeren is slechts mogelijk op basis van statistiek (zie ook min of meer punt 3), en er is niet genoeg bruikbaar historisch materiaal. Het aantal catastrofes is laag, maar de schade per gebeurtenis kan erg hoog zijn. Op basis van waarnemingen in het verleden kan uitgerekend worden dat de kans op een overstroming in een jaar één op duizend bedraagt. Voor vaststellen van een risicopremie is dit echter onvoldoende omdat (a) dit niets zegt over de schade die kan ontstaan en (b) niet betekent dat na een overstroming de volgende 1000 jaar overstroming uitblijft, het kan kort erop weer plaatsvinden. • Bij (natuur)catastrofes is vaak sprake van een cumulatie van schade omdat een groot gebeid in zijn geheel getroffen wordt. Voor verzekeraars is dit problematisch omdat -willen verzekeraars aan hun verplichtingen kunnen voldoen- tegenover polissen waarop schade onstaat, voldoende polissen moet staan zonder schade. Bij natuurcatastrofes raakt deze verhouding uit balans omdat te veel polissen tegelijkertijd door een oorzaak kunnen worden getroffen. • Het risico van overstromen is niet overal gelijk en dus zouden alleen de direct bedreigden zich verzekeren en de anderen niet of minder snel. • De herverzekeringsdekking van natuurrampen is relatief schaars en duur. Veel herverzekeraars hebben hun activiteiten beëindigd en de resterende herverzekeraars, die inmiddels schaars zijn geworden, stellen capaciteit voor catastrofale risico’s uitsluitend selectief en tegen relatief hoge prijs ter beschikking.
12
Overstroming = het bezwijken of overlopen van dijken, kade, sluizen of andere
waterkeringen
41
Verzekerbaarheid van schade als gevolg van extreme regenval