Inventarisatie regionale initiatieven Elektrisch Rijden voor het Formule E-team
definitief
28 december 2009
1
Voorwoord De belangstelling voor elektrisch rijden in Nederland is in 2009 enorm toegenomen op zowel nationaal als lokaal niveau. De belofte die elektrisch rijden in zich heeft voor een mogelijke verduurzaming van de mobiliteit, heeft geleid tot een ware explosie van projecten en initiatieven waarop partijen van diverse pluimage zich storten. Deze stormachtige ontwikkeling vraagt om afstemming en coördinatie van activiteiten tussen de initiatieven, ook bezint de Rijksoverheid zich op haar rol in deze. De ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat hebben hiertoe een task force opgericht: het Formule E-team. Het Formule E-team zal namens de genoemde ministeries de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden aanjagen en, indien nodig en gewenst, bijsturen. Alvorens het Formule E-team daadwerkelijk met haar taken kan aanvangen, heeft zij een goed en gedegen overzicht nodig van alle lopende activiteiten rond dit thema in het land. Dit rapport geeft een helder beeld van de situatie zoals deze in het vierde kwartaal 2009 is aangetroffen. Het overzicht van activiteiten is op een systematische wijze in kaart gebracht, waarbij op basis van een aantal parameters het betreffende initiatief is beschreven. De initiatieven zijn onderzocht middels interviews met de betrokken partijen en een analyse van de resultaten. Op basis van deze analyse zijn conclusies getrokken en aanbevelingen aan het Formule E-team gedaan.
Squarewise BV Oktober-december 2009 Dr Ir Michiel Jak Mr Marc van der Steen Ir Philippe Osch Ir Machiel Belderbosch 2
Inhoudsopgave 1
2
Introductie onderzoek .................................................................................................................... 4 1.1
Ontwikkelingen elektrisch rijden in Nederland ...................................................................... 4
1.2
Doelstelling en methodiek onderzoek .................................................................................... 4
1.2.1
Doelstellingen kernvragen .............................................................................................. 4
1.2.2
Methodiek ....................................................................................................................... 5
Resultaten onderzoek initiatieven elektrisch rijden ....................................................................... 8 2.1
3
4
Geïnterviewde partijen ........................................................................................................... 8
2.1.1
Initiatieven ...................................................................................................................... 8
2.1.2
Stakeholders.................................................................................................................... 9
2.2
Ambities van de projecten .................................................................................................... 10
2.3
Fase van de projecten ........................................................................................................... 11
2.4
Organisatiestructuur en externe samenwerking .................................................................. 13
2.4.1
Interne samenwerking binnen initiatieven ................................................................... 13
2.4.2
Samenwerking tussen initiatieven en met andere externe partijen ............................ 14
2.4.3
Ondersteuningsbehoefte .............................................................................................. 14
Conclusies onderzoek initiatieven elektrisch rijden ..................................................................... 17 3.1
Algemene conclusies ............................................................................................................. 17
3.2
Medeoverheden ................................................................................................................... 17
3.3
Dienstleveranciers................................................................................................................. 19
3.4
Knelpunten ............................................................................................................................ 19
Aanbevelingen aan Formule E-team ............................................................................................. 21
Bijlagen.................................................................................................................................................. 23 Bijlage 1: Longlist, shortlist en selectiecriteria ..................................................................................... 23 Bijlage 2: Parameters ............................................................................................................................ 25 Bijlage 3: Interviewleidraad .................................................................................................................. 26 Bijlage 4: Controlevragen Maturiteitsmodel ........................................................................................ 27 Bijlage 5: Projectfiches .......................................................................................................................... 28 Bijlage 6: Overzichtsmatrix interview resultaten .................................................................................. 60
3
1 Introductie onderzoek 1.1 Ontwikkelingen elektrisch rijden in Nederland Elektrisch rijden maakt sinds begin 2009 een stormachtige ontwikkeling door in Nederland en de rest van Europa. De vermeende voordelen van elektrisch rijden, zoals positieve klimaat- en milieueffecten, de versnelde ontwikkeling van smart grids en de structuurversterkende spin-off bij productie en onderhoud, zijn belangrijke pijlers in de brede discussie die momenteel gevoerd wordt over de maatschappelijke en economische voordelen die elektrisch rijden biedt. Enkele kritische kanttekeningen zijn hier echter wel bij te plaatsen. De binnenstedelijke milieuaspecten zoals geluidsreductie en verbetering van de lokale luchtkwaliteit zijn evident, maar het klimaateffect is alleen positief aantoonbaar indien duurzame bronnen voor de opwekking worden gebruikt. Daarnaast moet, net als bij iedere grootschalige introductie, de verkrijgbaarheid en herbruikbaarheid van de benodigde materialen zeker worden gesteld. Nederland heeft de ambitie om als gidsland voor elektrische mobiliteit te fungeren. Deze ambitie is gerechtvaardigd omdat Nederland een aantal unieke kenmerken heeft op geografisch vlak, qua consument, wat betreft de nodige stakeholders, maar ook aangaande de noodzaak. Naast de vlakke geografie van Nederland maakt de aanwezigheid van dichtbevolkte stedelijke gebieden, die tevens dicht bij elkaar liggen, het een aantrekkelijke proeftuin. De consument in Nederland wordt gezien als “ontvankelijk publiek”, wat ook belangrijk is voor het invoeren van een noviteit. waar De aanwezigheid van een sterk stakeholdersveld, waaronder de automobiel toeleveranciersindustrie, ondersteunende instituten zoals technische universiteiten en hogescholen en gerenommeerde onderzoeks- en ontwikkelingsinstituten zoals TNO en de RDW zijn belangrijk voor de ontwikkelingen en invoer van elektrisch rijden. Daarnaast heeft Nederland ook een gescheiden elektriciteitsnetbeheer en –productie en een redundante infrastructuur. Als laatste, maar zeker niet minst belangrijke factor, is de noodzaak van alternatieve vervoersmiddelen in Nederland versterkt door de grote problematiek aangaande luchtkwaliteit. Nederland is met de bovengenoemde factoren een land met een hoog absorptievermogen voor elektrische voertuigen die weliswaar elders in de wereld worden geproduceerd. Deze afhankelijkheid wordt veroorzaakt door de afwezigheid van grootschalige automobielproductieindustrie in Nederland.
1.2 Doelstelling en methodiek onderzoek 1.2.1 Doelstellingen kernvragen In het jaar 2009 is het thema “elektrisch rijden” breed in de belangstelling van bedrijven en overheden gekomen en is er een groot aantal nieuwe initiatieven gestart. Om het Formule E-team bij de aankomende operationalisering optimaal te ondersteunen, is er behoefte ontstaan naar een overzicht van deze initiatieven. Hiervoor is een onderzoek uitgevoerd met als doel het in kaart brengen van de lokale en (inter)regionale initiatieven rond elektrische (persoons)voertuigen in Nederland en een inventarisatie van de mogelijke behoeftes van deze initiatieven om te worden ondersteund door het Formule E-team.
4
Bij het in kaart brengen van de initiatieven zijn de volgende kernvragen gesteld: 1. Wat zijn de beoogde resultaten van de onderzochte initiatieven? 2. Hoe is de organisatie binnen het initiatief en de samenwerking met andere initiatieven geregeld? 3. Wat zijn de ondersteuningbehoeftes van de initiatieven vanuit het Formule E-team en de Rijksoverheid? 1.2.2 Methodiek Om te komen tot een helder overzicht van de elektrisch rijden initiatieven in Nederland, alsmede de kernvragen te beantwoorden, is een bijpassende methodiek opgesteld. Een visueel overzicht van deze methodiek is weergegeven in Figuur 1.
1 2
• Via deskresearch vaststellen van longlist initiatieven • Opstellen selectiecriteria voor shortlist initiatieven
3
• Vaststellen van de shortlist initiatieven aan de hand van selectiecriteria
4
• Opstellen parameters voor nadere beschrijving initiatieven
5
• Uitvoeren van interviews en verwerken conform parameters
6 7
• Analyseren van de resultaten • Vaststellen conclusies en aanbevelingen
Figuur 1: Gevolgde methodiek van het onderzoek
Op basis van desk research, waaronder persberichten, conferentierapporten en bestaande onderzoeksrapporten, is een eerste inventarisatie van elektrisch rijden initiatieven in de vorm van een longlist gemaakt. Als controle op de volledigheid van de longlist is er bij partijen uit het veld, zoals onder andere de personen betrokken bij de ontwikkeling van het Formule E-team, gevraagd naar volgens hen relevante initiatieven. Bovendien is er bij elk interview gevraagd naar de, volgens de geïnterviewde, andere belangrijke initiatieven. Zoals in de doelstelling geformuleerd, ligt de focus van het onderzoek op lokale en (inter)regionale initiatieven. Deze initiatieven zijn aangevuld met onderzoek naar de activiteiten van belangrijke (landelijke) partijen die in het veld van elektrisch rijden een verbindende rol spelen. Deze partijen spelen een verbindende rol op het gebied van een landelijk dekkende laadinfrastructuur, landelijke betalingssystemen of mobiliteitsoplossingen die regio’s overstijgen. Een groot aantal gemeentes noemt elektrisch rijden als middel naar duurzame mobiliteit, maar is op dit moment nog geen concrete initiatieven aan het ontplooien. Om het onderzoek en het aantal te 5
interviewen partijen af te bakenen, is ervoor gekozen om aan de hand van een aantal criteria een shortlist op te stellen zodat de focus op concrete initiatieven komt te liggen. Deze selectiecriteria zijn: 1. Het regionale karakter van het initiatief 2. De samenwerking met ketenpartners binnen het initiatief 3. De definitie van concrete projecten en ambities In het overzicht in Bijlage 1 is de longlist, de shortlist en de scores op de verschillende selectiecriteria weergegeven. De verschillende initiatieven in de shortlist zijn nader onderzocht door het voeren van interviews. Ter beschrijving van de initiatieven zijn er kwantitatieve en kwalitatieve parameters1 vastgelegd aan de hand van de kernvragen (ambitie, samenwerking en ondersteuningsbehoefte). Op basis van de parameters is er een discussieleidraad2 opgezet die is gebruikt bij het voeren van de interviews. Het volgen van een leidraad tijdens de interviews waarborgt de standaardisering van de interviews en het behalen van hetzelfde detailniveau. Er zijn in totaal 28 interviews gevoerd. Per onderzocht initiatief is er een projectfiche aangemaakt (zie Bijlage 5) waar de initiatieven op basis van de parameters beschreven worden. Na het voeren van de interviews is de projectfiche ter akkoord geverifieerd bij de geïnterviewde personen en initiatieven. Tevens zijn alle initiatieven samengevat in een overzichtsmatrix3. Op basis van de fase waarin de initiatieven zich op het peilmoment bevinden4, is er een segmentatie gemaakt. Voor het bepalen van de fase is gebruik gemaakt van een gestandaardiseerd maturiteitsmodel5 en een set van controlevragen6. Er is onderscheid gemaakt tussen de volgende fases: 1. 2. 3. 4.
Fase 1: toewerken naar (bestuurlijk en operationeel) commitment voor het initiatief; Fase 2: definiëren van concrete projecten; Fase 3: uitvoeren van concrete projecten; Fase 4: evalueren van behaalde resultaten en opschalen.
Een samenvatting van de gevolgde methodiek voor de verschillende stappen in dit onderzoek is weergegeven in Figuur 2.
1
Zie bijlage 2 Zie bijlage 3 3 Zie bijlage 6 4 November 2009 5 Programme management maturity model, Paul Rayner, Logica UK Ltd and G.A.Reiss, PMG plc, 2000 6 Zie bijlage 4 2
6
Longlist
Shortlist
• Desk research:
• Selectiecriteria:
- lokale en (inter) regionale initiatieven - Belangrijke verbindende partijen uit het veld
-regionale karakter van het project - samenwerking van ketenpartners in het project -definitie van concrete projecten en ambities
Overzichts matrix projecten • Interviews a.d.h.v. discussieleidraad • Project parameters • Geaccordeerde projectfiches
Figuur 2: Gevolgde onderzoeksmethodiek
7
Fase projecten • Programme Management Maturity Model • Controlevragen
2 Resultaten onderzoek initiatieven elektrisch rijden 2.1 Geïnterviewde partijen In totaal zijn er 28 initiatieven en stakeholders geïnterviewd, inclusief journalist dhr. Joris Luyendijk die een alom gerespecteerde “opinion leader” is op het gebied van elektrisch rijden. Middels de hierboven beschreven methodiek voor de vaststelling van de shortlist is er getracht om een representatief overzicht te krijgen van de initiatieven in Nederland die een zekere mate van concreetheid hebben. Met betrekking tot de stakeholders is getracht om een beeld te krijgen van de spelers die een zekere mate van betrokkenheid hebben bij de diverse initiatieven en een rol spelen in het innovatiesysteem van elektrisch rijden, zoals belangenverenigingen en vlooteigenaren. Om een overzicht te krijgen van het karakter van de onderzochte initiatieven en stakeholders in de zin van zwaartepunt van het initiatief en het type stakeholder, zijn deze in het onderstaand overzicht ingedeeld.
2.1.1 Initiatieven In Figuur 3 zijn de initiatieven die middels interviews onderzocht zijn, gegroepeerd naar het zwaartepunt van het initiatief. Hiervan zijn er twee initiatieven, ProRail en C,mm,n, die in twee categorieën zijn in te delen en een tweetal, RAI en Bovag, dat niet kan worden ingedeeld. Gezien de focus van het onderzoek op regionale initiatieven is dit veruit de grootste groep (16). De schaalgrootte van de initiatieven zijn niet meegenomen in de indeling. De overige initiatieven hebben een niet-regionaal gebonden focus en richten zich op specifieke onderdelen van het systeem rondom elektrisch rijden, zoals laadinfrastructuur. 1 4
3
16 2
Figuur 3: Zwaartepunt van de onderzochte initiatieven
8
Betalingsinfrastructuur Initiatief Kennis Initiatief Laadinfrastructuur Initiatief Mobiliteitsoplossing Initiatief Regionaal Initiatief
2.1.2 Stakeholders De geïnterviewde stakeholders zijn redelijk evenwichtig verdeeld over de diverse partijen die een rol spelen in het innovatiesysteem rondom elektrisch rijden in Nederland, zoals in Figuur 4 is weergegeven. De gemeentes zijn sterk vertegenwoordigd (10) gezien de focus op regionale initiatieven ligt. 2
4
2
2
2
1
1
2
1 10 Figuur 4: Overzicht van het type geïnterviewde partijen
9
Netbeheerder Belangenvereniging Certificerings Instelling Energie Leverancier Financiele instelling Gemeente Kennis Instelling Logistieke dienstverlener Provincie Wagenparkbeheerder
2.2 Ambities van de projecten Door de geïnterviewden worden de concrete ambities van initiatieven vooral uitgedrukt in het aantal laadpalen en voertuigen, zoals in Tabel 1 is beschreven. Iets minder dan de helft van de geïnterviewde initiatieven heeft kwantitatieve ambities geformuleerd (13 van de 27)7. De thema’s veiligheid, standaardisatie en infrastructuur komen in de ambities van de projecten zwakker in terug. Initiatief
2010
2011
2012
2014
2015
C,mm,n
2020
2025
1.000.000 elektrische auto’s
E-laad
10.000 laadpalen 500 evoertuigen 2012
Eneco/NRGspot
Gemeente Amsterdam (Amsterdam Elektrisch) Gemeente Den Bosch
Gemeente Zaanstad
Geheel Nederland
200 laadpunten en 200 evoertuigen
10.000 evoertuigen
50 elektrische voertuigen
Gemeente Leeuwarden/ Provincie Friesland (Drive 4 Electric) Gemeente Rotterdam (Stroomstoot) Gemeente Utrecht
3.000 elektrische voertuigen in Friesland
200.000 elektrische voertuigen
200 elektrische voertuigen en 300 laadpalen 60 elektrische voertuigen in eigen vloot
Den
Regio Nederland
Noord
Gemeente Rotterdam
Gemeente Zaanstad
65-70 elektrische voertuigen (busjes en auto’s)
Stadsregio Arnhem-Nijmegen
Provincie Noord-Brabant 77 voertuigen
Gemeente Bosch
Gemeente Utrecht
27 elektrische voertuigen in eigen vloot
Totaal voertuigen (cumulatief) Totaal laadpalen (cumulatief)
Ondersteuning Provinciale ambitie 15.000 elektrische voertuigen in Friesland
1.000 elektrische voertuigen
KEMA (stadsregio ArnhemNijmegen)
Regio Geheel Nederland
477 voertuigen
1.047 voertuigen
500 laadpalen
10.500 laadpalen
2.080 voertuigen
14.880 voertuigen
200.000 elektrische voertuigen 226.880
Provincie Brabant 425.880 voertuigen
Tabel 1: Beoogde concrete resultaten per initiatief indien genoemd (alleen initiatieven die een jaartal hebben genoemd zijn in deze tabel vermeld)
Voor de korte termijn (de komende 2 jaar) hebben de initiatieven vooral een evaluerend en aanjagend karakter. Dit is ook terug te vinden in het feit dat het totaal aan elektrische voertuigen dat geïnterviewden noemen, slechts 477 stuks bedraagt in 2011. 7
Deze uitkomst is gekleurd aangezien de shortlist o.a. is samengesteld op de concreetheid van het initiatief
10
Noord-
Daarnaast is er een groot verschil in de definitie van het begrip elektrisch vervoer. Sommige initiatieven focussen alleen op auto’s, andere rekenen alle elektrische vervoersmodaliteiten tot dit begrip. In alle gevallen worden alleen die voertuigen beschouwd die middels een laadpunt moeten worden opgeladen, de zogenaamde mild hybrides tellen dus niet mee, plug-in hybrides wel. In de interviews zijn de volgende voertuigtypes naar voren gekomen: -
Personen vervoer: e-auto, e-scooter, Segway, e-fiets, e-bus Goederen vervoer: e-boot, e-vrachtwagen Utiliteitsvoertuigen: e-vuilniswagen en e-schoonmaakvoertuigen
De verschillen in gehanteerde definities maakt het lastig om de kwantitatieve ambities van de initiatieven met elkaar te vergelijken omdat de kosten en milieuvoordelen per voertuigtype sterk uiteenlopen.
2.3 Fase van de projecten Het is belangrijk om inzicht te verkrijgen in de volwassenheid van de lopende initiatieven in Nederland. Hierdoor kan er een momentopname worden gemaakt van het potentieel van alle initiatieven. Om de verschillende initiatieven qua volwassenheid beter te kunnen indelen, is er een segmentatie van de initiatieven in fases gemaakt, zoals hieronder weergegeven in Figuur 5. Hierdoor wordt inzichtelijk gemaakt in welke fase van het innovatieproces de initiatieven zich bevinden en wat het huidige voertuigpotentieel is op basis van deze initiatieven. Een indicatie voor het marktpotentieel is het aantal initiatieven in de funnel (zie Figuur 5) en de te verwachten oplevering van de beoogde resultaten zoals vermeld in Tabel 1. De momentopname van de fases waarin het initiatieven zich bevinden kan als nulmeting voor het opstarten van het Formule E-team worden gezien. Hiermee kan er een indicatie van de potentiële toegevoegde waarde van het Formule E-team om initiatieven te versnellen worden gegeven. De segmentatie is gemaakt aan de hand van de in Bijlage 4 beschreven controlevragen. De controlevragen en de indelingen zijn gebaseerd op het Programme Management Maturity Model van Rayner en Reiss5. De fase van het initiatief geeft geen oordeel over de kwaliteit van het initiatief. Er wordt onderscheid gemaakt in vier fases: 1. In fase 1 wordt er naar een commitment van de participerende partijen toegewerkt en worden er (collectieve) ambities voor het programma geformuleerd. 2. In fase 2 is er een formele samenwerking tussen de partijen en worden concrete projecten gedefinieerd om de geformuleerde ambitie te bereiken. 3. Fase 3 is de executiefase van de concrete projecten. 4. In fase 4 wordt het programma afgerond, geëvalueerd en opgeschaald. Het resultaat van de segmentatie is weergegeven in Figuur 5.
11
1. Commitment (bestuurlijk en operationeel)
2. Concrete projecten gedefinieerd
3. Projecten in executiefase 4. Vervolg en programmaopschaling
6* 3*
23* 24* 5*
9
15
11
18
25
13
19
22
21
12
14
20
16
17
26
1
2 4 10 7 8
27
Gate1: Budget en aantal FTE’s goedgekeurd, collectieve ambitie geformuleerd
Gate 2: Commiteren van benodigde resources, project en implementatie plannen
Publieke partijen (blauw): 5*
Private partijen (groen):
6*
C,mm,n D-Incert: Nederlandse innovatiecentrum voor elektrisch wegvervoer
9 10
Gemeente Almere/ Provincie Flevoland Gemeente Amsterdam (Amsterdam elektrisch)
11 12
Gemeente Breda Gemeente Den Bosch
13 14 15
Gemeente Den Haag Gemeente Groningen Gemeente Leeuwarden/ Provincie Friesland (Drive4Electric)
16 17
Gemeente Rotterdam (Stroomstoot) Gemeente Utrecht
18 19
Gemeente Zaanstad KEMA- Stadsregio Nijmegen/Arnhem
22
Provincie Noord Brabant Werkgroep hybridisering/elektrificering Platform Duurzame Mobiliteit
24*
Gate 3: Concrete resultaten
1 2
Alliander Athlon
3* 4
Bovag Leaseplan (NL)
7 8
E-laad (NL) Eneco
20 21
Luchthaven Schiphol Project ProRail-NS
23* 25
RAI: Platform voor elektrische voertuigen (NL) ZER-X Essent/Enexis (NL)
26 27
Rabobank Cargohopper
Figuur 5: Fase van initiatieven weergegeven aan de hand van een projectfunnel. De gemarkeerde initiatieven (*) hebben geen concrete voertuigen of laadpalen als doel maar een aanjagende, ondersteunende of functie (kennisdeling etc.)
Een aantal geïnterviewde gemeentes, zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Bosch en Leeuwarden, heeft concrete ambities en plannen geformuleerd met betrekking tot de ontwikkelingen rondom elektrisch rijden. Deze pionier gemeentes zijn met hun initiatieven op dit moment al in de 12
executiefase en hebben al een aantal concrete projecten gerealiseerd, zoals het openen van laadpunten en de aanschaf van de eerste batches elektrische voertuigen. Initiatieven zoals Gemeente Zaanstad en Drive4Electric hebben wel al duidelijke doelstellingen en zijn op dit moment bezig met het definiëren van concrete projecten om de doelstellingen te halen. Andere gemeentes hebben aangegeven dat er ambities zijn, maar dat zij deze op dit moment aan het concretiseren zijn, zoals Gemeente Utrecht. Van de geïnterviewde gemeentes is er ook een aantal dat nog in de afwachtende/oriënterende fase zit, zoals gemeentes Den Haag, Breda, Groningen en Almere). Door deze gemeentes is in de interviews de toekomstige potentie van elektrisch rijden wel onderkend. Op dit moment vormen de nog relatief hoge kosten en de onzekerheid met betrekking tot de business case, technologie- en infrastructuurontwikkeling voor deze partijen een drempel om op een grotere schaal op elektrisch rijden in te zetten, buiten de aanschaf van een enkel voertuig voor intern gebruik. Het is onze inschatting dat het merendeel van de Nederlandse gemeentes tot deze categorie kan worden gerekend. Gemiddeld zijn de pionierinitiatieven 1 à 2 jaar eerder opgestart dan de initiatieven die nu in fase 1 verkeren. Dit geeft een indicatie voor de huidige doorlooptijd van initiatieven om van fase 1 naar fase 3 te komen. Er zijn verschillen in de ondersteuningsbehoefte van initiatieven in de beginfase vergeleken met pionierinitiatieven. Bij opstartende initiatieven is de ondersteuningsbehoefte vaak minder concreet en van algemenere aard. Bij onder andere de initiatieven in Almere en Den Haag is behoefte geïdentificeerd met betrekking tot een overheidsvisie op de rol van elektrisch rijden in de transitie naar duurzame mobiliteit om het eigen beleid en de doelstellingen vorm te geven. In het bijzonder is er vraag naar duidelijkheid over het naast elkaar bestaan van elektrisch rijden en andere duurzame en/of schone brandstoffen. Naast een heldere overheidsvisie is er ook behoefte aan voorlichting en het delen van ‘best practices’ die bij koploper initiatieven opgedaan zijn. Hierdoor zouden initiatieven efficiënter versneld kunnen worden, zoals dit bijvoorbeeld ook in Den Bosch al is gebeurd. Voornamelijk voor kleinere gemeentes is de hoge aanschafprijs van elektrische voertuigen een belangrijke drempel om hun ambities op het gebied van elektrisch rijden concreet te maken. Er is dan ook behoefte aan kostenverlagende maatregelen om de instap voor kleinere gemeentes mogelijk te maken. Bij pionierinitiatieven ligt de ondersteuningsbehoefte voornamelijk op het gebied van het wegnemen van concrete en operationele knelpunten, zoals zorgen voor compatibiliteit van systemen, kennisdeling, duurzaam (stabiel) flankerend beleid en beschikbaarheid van elektrische voertuigen.
2.4 Organisatiestructuur en externe samenwerking 2.4.1 Interne samenwerking binnen initiatieven Er is een groot verschil in de samenwerkingsvormen tussen de partijen. Deze variëren van losse ‘adhoc’ samenwerking tot geformaliseerde samenwerkingsverbanden, zoals een intentieverklaring, coalitievorming of partnership. Waar de ‘ad-hoc’ samenwerkingsverbanden vaak worden aangegaan voor de aanschaf van een voertuig of de plaatsing van een laadpaal, hebben de grotere samenwerkingsverbanden diverse motieven om de samenwerking op te zoeken. In het geval van 13
samenwerking tussen verschillende stakeholders, met verschillende rollen in het proces, zijn de volgende motieven genoemd (bijv. diverse marktpartijen, overheid en kennisinstellingen):
• •
Sluiten van waardeketen van elektrisch vervoer (bijv. Gemeente Den Bosch en Gemeente Rotterdam) Diversificatie door aanhaken van brede gebruikersgroep en meerdere vervoersmodi (Gemeente Den Bosch, Gemeente Rotterdam, en Provincie Friesland)
Er zijn ook initiatieven waarbij vergelijkbare partijen samenwerken. De reden hiervoor is vaak om een kritische massa te creëren om zo een doorbraak in elektrisch vervoer te krijgen. Dit betreft doorbraken op diverse terreinen zoals laadinfrastructuur (Stichting E-laad) en kennisinfrastructuur (D-INCERT). Een aantal initiatieven met meerdere participanten geeft aan dat het creëren van een formeel samenwerkingsverband een intensief proces is (bijv. KEMA-proeftuinen), maar dat deze formalisatie door het afsluiten van intentiedocumenten e.d. wel leidt tot een echte versnelling van het proces. Een voorbeeld hiervan is Gemeente Den Bosch, waarbij er na de intentieverklaring binnen zes maanden een laadinfrastructuur van 11 palen was gerealiseerd). Volgens een aantal van de geïnterviewde gemeentes, zoals Den Bosch, Den Haag en Leeuwarden, speelt een intensieve betrokkenheid van, en in sommige gevallen leidende, marktpartijen in het proces een grote rol in de snelheid van de realisatie en de duurzaamheid van het succes van het project op de langere termijn.
2.4.2 Samenwerking tussen initiatieven en met andere externe partijen Momenteel is er nog weinig echte concrete samenwerking tussen geïnterviewde initiatieven gerealiseerd, met uitzondering van Stichting E-laad die wel als leverancier van de laadinfrastructuur betrokken is bij diverse initiatieven. Deze samenwerking is ook nog niet concreet tot stand gekomen op het gebied van kennisuitwisseling, alhoewel de grotere en concretere initiatieven, zoals gemeentes Rotterdam, Amsterdam en ProRail, wel onderling contract hebben. Een aantal partijen zoals Enexis geeft aan dat het gebruik van verschillende systemen en standaarden op het gebied van laadinfrastructuur, monitoring, betalings-, en communicatiesystemen de brede kennisuitwisseling tussen initiatieven in de weg staat. De marktpartijen zoals netbeheerders, energiebedrijven en leasemaatschappijen die aan meerdere initiatieven deelnemen, opereren hierdoor als “spin in het web” en hebben daarmee kennis van de verschillende initiatieven. Een aantal overheden speelt wel een verbindende en aanjagende rol tussen marktpartijen om projecten van de grond te krijgen en structuurversterking te stimuleren. De Provincie Noord-Brabant heeft bijvoorbeeld middels een e-loket een aanlooppunt voor ondernemers op het gebied van elektrisch rijden opgezet.
2.4.3 Ondersteuningsbehoefte In deze sectie worden de genoemde ondersteuningsbehoeften gegroepeerd beschreven.
14
Realiseer een systeemverandering Diverse partijen zoals Stichting Natuur & Milieu, ProRail, Alliander en Enexis kiezen voor een systeem dan wel integrale conceptbenadering in hun activiteiten op het gebied van elektrisch rijden. Zij geven aan dat het essentieel is dat de ontwikkeling van elektrische mobiliteit als systeem wordt gestimuleerd door het Formule E-team, waarbij verschillende thema’s integraal worden ondersteund/aangejaagd. Zo geven deze partijen aan dat:
• • •
De duurzame opwekking van elektriciteit noodzakelijk is voor elektrisch vervoer; De ontwikkeling van elektrisch vervoer moeten worden gekoppeld aan smart grid technologie; Aanvullende dienstverlening rondom elektrisch rijden gerealiseerd zal moeten worden als men realistische projecten wilt doen met het gebruik van elektrische voertuigen (bijv. de diensten van de Wegenwacht, hulpdiensten, onderhoud en retail).
Het Formule E-team zou er volgens deze partijen voor moet zorgen dat alle stakeholders en technologieën straks hun rol in het systeem rondom elektrisch rijden gaan en kunnen spelen. Zij zal dit kunnen stimuleren door een verbindende rol te spelen tussen verschillende partijen en initiatieven. Hierbij is het volgens genoemde partijen van belang dat het Formule E-team eerst zelf een gerichte visie ontwikkeld op het systeem en de kritieke onderlinge afhankelijkheden van de verschillende technologieën en stakeholders zodat zij focus kan aanbrengen in haar sturing/stimulering. Om deze visie te ontwikkelen geeft D-INCERT aan dat het van groot belang is dat er gedegen onderzoek wordt gedaan naar de meest kansrijke elektrisch rijden proposities voor de consument en het bedrijfsleven. Met deze kennis kan vervolgens gerichter en efficiënter worden gestuurd op concepten en type initiatieven die de realisatie van deze proposities kunnen ondersteunen.
Ondersteun voorlichting en kennisdelen Partijen zoals de Stichting Milieu & Natuur geven aan dat het van groot belang is dat het Formule Eteam de samenwerking en kennisdeling tussen partijen gaat stimuleren. Hierbij zal zij een aanjagende en stimulerende rol in moeten innemen, om er zo voor te zorgen dat de juiste kennishiaten worden onderzocht, maar ook dat de aanwezig kennis efficiënt wordt gedeeld tussen de verschillende partijen. Daarnaast geven diverse partijen, waaronder veel gemeentelijke partijen zoals Groningen en Breda, aan dat het van groot belang is dat de informatie die wel beschikbaar is, efficiënt wordt gedeeld met de verschillende, vaak kleinere, partijen die willen participeren in initiatieven. Het Formule E-team zal een actieve rol moeten spelen in het stimuleren/faciliteren van de voorlichting naar deze partijen.
Zorg voor compatibiliteit op het gebied van laadinfrastructuur en betalingsinfrastructuur Diverse partijen (voornamelijk de geïnterviewde gemeentes) spreken de zorg uit dat door de huidige ontwikkelingen rondom laad- en betalingsinfrastructuur concurrerende standaarden gaan ontstaan. Volgens deze partijen heeft het Formule E-team als neutraal orgaan een ideale positie om de 15
ontwikkeling van generieke standaarden te ondersteunen. Hierbij zal zij zich op de Nederlandse spelers moeten richten (voor de acceptatie van de noodzaak tot compatibiliteit), ook op het buitenland, omdat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke ontwikkeling van de standaardisatie door de grote internationale partijen zal worden gedaan, zoals de Europese unie, Siemens en RWE.
Promoot Nederland als ideale proeftuin voor internationale OEM’s Diverse partijen zoals gemeentes Rotterdam, Amsterdam, Alliander, Athlon, ZER-X en CLIM maken zich zorgen over de beschikbaarheid van de eerste batch elektrische voertuigen in Nederland. Zij geven aan dat het van cruciaal belang is dat Nederland bij de OEM’s bekend staat als een ideale proeftuin voor de ontwikkeling van hun technologie. Het Formule E-team kan in haar nationale en projectoverstijgende rol een goede vertegenwoordiger van Nederland zijn bij de internationale spelers die een belangrijke positie innemen in deze vraagstukken, zoals de OEM’s maar ook bij de Europese Unie. Zij kan de grote voordelen van Nederland bij deze spelers onder aandacht kan brengen, waarbij kan worden gedacht aan de korte afstanden tussen dichtbevolkte stedelijke gebieden, vlakke wegen, problemen rond luchtkwaliteit, hoogwaardige kennis bij toeleveranciers met betrekking tot accu’s en regeltechniek en de separatie tussen netbeheerders en energieleveranciers.
Zorg voor een duurzaam en consistent fiscaal kader De wagenparkbeheerders Athlon en Leaseplan geven aan dat om een effectieve rol in het systeem te kunnen spelen geven, er meer zekerheid moet komen betreffende de fiscale regelingen voor elektrische auto’s. Het Formule E-team zal er voor moeten zorgen dat de fiscale stimulering van “groene” auto’s voor een langere termijn wordt toegezegd, waardoor het makkelijker wordt om de waarde van de auto over de gehele levensduur te bepalen.
Verlaag de kosten van elektrische voertuigen Diverse partijen, en met name de gemeentes, zien het als een belangrijke taak van het Formule Eteam om ervoor te zorgen dat de kostprijs van elektrische voertuigen omlaag gaat. Hierbij adviseren zij instrumenten zoals het organiseren van vraagbundeling (voor de korte termijn zoals bijvoorbeeld Tendris) en het ondersteunen van de R&D activiteiten. Cargohopper ontraadt directe subsidies op de aanschaf van de voertuigen omdat deze zullen leiden tot een kunstmatig en daarmee niet-duurzaam business model. Echter vragen de wagenparkbeheerders wel om ondersteuning bij het creëren van de tweedehandsmarkt van elektrische auto’s. Volgens Leaseplan en CLIM kan dit bijvoorbeeld middels een garantiefonds op de restwaarde. Dit moet er voor zorgen dat restwaarde stabiel en te voorspellen wordt omdat de restwaarde een belangrijke factor is in de berekening van de leaseprijs.
16
3 Conclusies onderzoek initiatieven elektrisch rijden 3.1 Algemene conclusies In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen vier hoofdgroepen van stakeholders, te weten mede-overheden (gemeentes en provincies), product- en dienstleveranciers, belangenverenigingen en kennisinstellingen. Alle partijen benadrukken het belang van duurzame elektriciteit voor mobiliteit en de mogelijke positieve effecten op het effectiever maken van de opwekking van duurzame elektriciteit. Het thema elektrisch rijden wordt door de verschillende stakeholdergroepen in een verschillende context geplaatst, afhankelijk van hun belang, beïnvloedingszone, beleidsvraagstukken en tijdshorizon. Waar gemeentes kijken naar kleine samenwerkingsverbanden om het binnenstedelijke transport op korte termijn elektrisch te maken, hebben provincies vooral aandacht voor het regionale aspect inclusief de mogelijke economische structuurversterking. Productleveranciers (hardware) richten zich voornamelijk op een stabiele en gegarandeerde afzetmarkt, terwijl dienstleveranciers (“software”) veel meer kijken naar de lange termijn om hun investeringen te laten renderen, in bijvoorbeeld smart grids, betaalsystemen en cliëntcommunicatie. De diverse belangenverenigingen zijn duidelijk posities aan het innemen ten opzichte van de geanticipeerde implicaties en ketenverschuivingen. De genoemde stakeholders kunnen worden ingedeeld in de voor hun belangrijke tijdshorizon. Gemeentes willen binnen ongeveer twee jaar duidelijke resultaten laten zien, voor de betrokken provincies geldt een economisch perspectief dat gedurende de grootschalige introductie en het gebruik van belang is (over 2-5 jaar). Voor kleine hardware leveranciers is de korte termijn van belang om ontwikkelkosten te laten renderen en voor grote hardware leveranciers wordt pas de grootschalige introductie van belang. Dienstleveranciers willen nu een positie verwerven rond standaardisering en/of geprefereerde standaard en gaan deze pas over zo’n twee jaar effectueren. De complexiteit van de projecten rond diensten (netwerkbedrijven, betaalsystemen, mobiliteitsconcepten en logistieke concepten) vereisen een langetermijnvisie. Voor belangenverenigingen is een strategische verankering van standpunten nu al belangrijk.
3.2 Medeoverheden Medeoverheden zoals gemeentes en provincies hebben divergerende prioriteiten met betrekking tot elektrisch rijden. Deze verschillen zijn te verklaren aan de hand van beleidsmatige prioriteiten op duurzaamheidsvlak en tijdshorizon van de overheidsorganen, alsmede de gekozen focus met betrekking tot schaalgrootte. Het denkkader van de medeoverheden met betrekking tot de keuze van brandstof en instapmoment wordt hieronder nader toegelicht.
17
Strategische prioriteiten Bij gemeentes spelen de luchtkwaliteitsaspecten in de binnenstedelijke omgeving de hoofdrol. Hierbij moet met name worden gedacht aan de emissies van fijnstof en NOx (smogvormend); daarnaast is geluid ook een belangrijk probleem in de binnenstad. Doordat elektrisch rijden een positief effect heeft op de luchtkwaliteit, is elektriciteit voor gemeentes een uitermate geschikte “brandstof” om aan hun strategische prioriteiten te voldoen. Het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen daarentegen, is in grotere mate een doelstelling van de provincies, vanwege het feit dat grootschalige CO2 uitstoot met name buiten de gebouwde omgeving plaatsvindt (industrie, energieopwekking en zwaar transport over langere afstanden). Bij provincies wordt daarom veel meer aandacht gevestigd op klimaatneutrale brandstoffen, zoals biobrandstoffen en (groen) aardgas, dan dat er naar elektrisch vervoer wordt gekeken. Daarnaast is elektrisch vervoer op provinciaal niveau minder goed toepasbaar vanwege de beperkte actieradius en het totale CO2 effect. Waar elektrisch rijden een beter effect op de luchtkwaliteit heeft, heeft het gebruik van alternatieve brandstoffen zoals groen gas een beter klimaateffect. Veel gemeentes verkeren op dit moment in Fase 1: er wordt naar een commitment van de participerende partijen toegewerkt en er worden (collectieve) ambities voor het programma geformuleerd. De gemeentes hebben elektrisch rijden in hun duurzaamheidsbeleid opgenomen en zijn de gemeentelijke doelstellingen en samenwerkingsmodellen vorm aan het geven. De koplopergemeentes Amsterdam, Rotterdam en Den Bosch bevinden zich in Fase 3 (executiefase) en zijn bezig met het realiseren van concrete projecten zoals laadpunten plaatsen en voertuigen aanschaffen.
Tijdshorizon Naast de milieu- en klimaateffecten, speelt ook de tijdshorizon een rol. Luchtkwaliteitsverbetering middels elektrisch rijden heeft een direct effect, terwijl een positief effect op het klimaat veel meer tijd gaat kosten. Dit bevestigt wederom waarom de gemeentes op dit moment zich richten op de korte termijn met elektrisch rijden.
Schaalgrootte Elektrisch rijden is zeer geschikt voor personenauto’s en kleinere voertuigen zoals scooters, tuktuk’s en fietsen. Mede hierdoor zijn elektrische voertuigen inzetbaar voor kortere afstanden (<50 km) en vereist initieel een fijnmazige infrastructuur van laadpunten van ongeveer 2,5 laadpunten per voertuig. De kosten per laadpunt zijn echter beperkt en de volgordelijkheid is minder stringent. Biobrandstoffen daarentegen, zijn goed bruikbaar voor personenauto’s en groter en inzetbaar voor langere afstanden (>50 km). De investeringen in de infrastructuur zijn echter aanzienlijk hoger en moeilijker stapsgewijs in te voeren. Een landelijk dekkend netwerk is vereist om biobrandstoffen (en aardgas) daadwerkelijk te kunnen gebruiken en de kosten per vulpunt zijn zeer hoog (ordegrootte 300 k€). Hierdoor vereist de invoer van biobrandstoffen een volstrekt andere volgordelijkheid (kipen-ei probleem) vanwege het feit dat er een redelijk grote gegarandeerde afname (=vloot) nodig is per tankstation dan bij elektrisch rijden.
18
Concluderend is uit het onderzoek gebleken dat de gemeentes zich veel meer op elektrisch rijden richten omwille van luchtkwaliteit, het snelle effect op de luchtkwaliteit en de kortere afstanden. Provincies richten zich voornamelijk op biobrandstoffen omwille van de klimaataspecten, te overbruggen afstanden en tijdshorizon en hebben daarmee beperkte aandacht voor initiatieven rondom elektrisch rijden. De meeste elektrisch rijden initiatieven in het land komen dan ook van de gemeentes met focus op personenauto’s en scooters.
3.3 Dienstleveranciers Uit de inventarisatie komt naar voren dat er een aantal consortia is dat betaalsystemen aan het ontwikkelen is, echter is er weinig onderlinge afstemming met betrekking tot deze ontwikkelingen geobserveerd. Uit het onderzoek is gebleken dat nagenoeg alle consortia die zich richten op betaalsystemen hun eigen ontwikkeling als de standaard beschouwen. Ook is uit de inventarisatie gebleken dat alle partijen zich in hun verdienmodel richten op de interface tussen de aanbieder en de uiteindelijke klant, en dat de verdienmodellen informatiegedreven is. Dit betekent dat ook energie- en netwerkbedrijven marge zien rond het aanbieden van diensten, niet in het verkopen of doorgeven van kilowatturen. De dienstenverleners vinden het belangrijk om ervaring op te doen en willen daarom graag veel voertuigen op straat zien. Voor de netwerkbeheerders is het belangrijk om de smart grid aspecten te onderzoeken om zo het gebruik van hun netwerken en de bijbehorende positie in de keten te optimaliseren. Veel netwerkbeheerders bevinden zich in Fase 2 waarin een formele samenwerking tussen de partijen wordt gesloten en concrete projecten worden gedefinieerd om de geformuleerde ambitie te bereiken. Verder zien dienstverleners en belangenverenigingen elektrisch rijden vaak in combinatie met mobiliteitsoplossingen zoals telewerken en openbaar vervoer.
3.4 Knelpunten De opgehaalde knelpunten zijn in vijf categorieën in te delen: markt, standaardisering, financieel, technisch en sociaal. Markt
• •
Verkrijgbaarheid van voertuigen, met name personenauto’s Introductie garantiefonds voor het garanderen van restwaarde van de elektrische auto’s en het creëren van een tweedehandsmarkt die daarmee indirect de aanschaf van nieuwe elektrische auto’s stimuleert.
19
•
Verhouding tot andere duurzame brandstoffen en de ontwikkeling van energie-efficiënte verbrandingsmotoren: wat gebeurt er na de “hype”. Hoe past elektrisch rijden in het brede perspectief van de Duurzame Mobiliteit transitie?
Standaardisering
• • •
Vergunningstraject voor laadpunten in de openbare ruimte en verschillende criteria per Gemeente Onduidelijkheid rond betaalstandaard Onduidelijkheid rond vereiste veiligheid voor laadpunten
Financieel
• • •
In leaseconstructies worden hoge afschrijvingen gehanteerd omdat de restwaarde onbekend of als laag wordt ingeschat Onbekendheid in fiscaliteit en accijns wordt als knelpunt ervaren Rond krijgen van de businesscase
Technisch
• •
Beperkte technische prestaties die leiden tot gedwongen aangepast gedrag Angst voor remmende voorsprong, met name op het gebied van accutechnologie en prijsontwikkeling accu’s
Sociaal
•
Gebruikers moeten een leercurve doorlopen voor de acceptatie van elektrisch rijden. Het kernpunt is hierbij dat elektrisch rijden vooral geschikt is voor specifiek gebruik, vooralsnog stedelijk, en niet gelijk is aan de functies die een conventionele auto biedt.
De genoemde knelpunten en de gevraagde ondersteuningsbehoeftes verschillen per volwassenheidsfase van de initiatieven. De pioniers vragen om concrete en operationele ondersteuning in de zin van compatibiliteit, flankerend beleid en beschikbaarheid van voertuigen, terwijl jonge initiatieven vragen om een duidelijke overheidsvisie en kennisdeling op het gebied van elektrisch rijden als leidraad. Verder kan worden vastgesteld dat het oplossen van knelpunten die gemeentelijke initiatieven ondervinden in fase 1 ongeveer 1 á 2 jaar kost om in fase 3 te komen. Kennisdeling en voorlichting rond best practices zouden hier een versnelling kunnen opleveren, waarmee de toegevoegde waarde van het Formule E-team zou kunnen worden bestendigd.
20
4 Aanbevelingen aan Formule E-team Tijdens de uitvoering van het onderzoek zijn vele meningen naar voren gebracht over de taken en rol van het Formule E-team. Deze meningen zijn te waardevol gebleken om deze niet in de rapportage in de vorm van elf aanbevelingen een plek te geven. In deze zin kunnen ze gezien worden als een advies van alle partijen aan het Formule E-team voor de invulling van haar rol en activiteiten voor de komende twee jaar. 1. Focus is gezien de onderzoeksresultaten belangrijk voor het welslagen van het Formule E-team. Deze focus zou logischerwijs moeten liggen op het stimuleren van elektrisch rijden binnen grote steden; thema’s die hierin passen zijn het stimuleren van elektrische staddistributiesystemen; elektrische scooters en elektrisch openbaar vervoer en elektrische taxi’s. Gewaakt moet echter worden dat de focus op korte termijn resultaten ten koste gaat van het lange termijn perspectief. De horizon van het Formule E-team is kort, het aanjagen van de markt moet binnen twee jaar tot concrete tastbare resultaten gaan leiden. Hierbij kunnen keuzes gemaakt worden die op de lange termijn niet duurzaam blijken te zijn. Het balanceren van de afwegingen korte termijn resultaat – lange termijn perspectief zal goed gemotiveerd en beargumenteerd moeten worden. Bovenstaand probleem zou ondervangen kunnen worden door het benoemen van sleutelprojecten die qua inhoud en kenmerken zowel de korte als de lange termijn perspectieven dienen. Hierdoor kunnen deze keuzes achteraf begrijpelijk blijven tegen de achtergrond van nieuwe ontwikkelingen. 2. Laat de regio het werk doen – hierbij ligt de nadruk op een bottom-up benadering; het Formule E-team kan juist regio’s verbinden en daarmee de opschaling vormgeven. Door het benoemen en ondersteunen van sleutelprojecten kan wel per specifieke regio’s ondersteund worden. Ondersteuning wordt door de markt gezien als een soort kwalitatief ‘Keurmerk’. 3. Elektrisch rijden is vooralsnog een activiteit met een beperkte actieradius. Een combinatie van elektrisch vervoer met openbaar vervoer lijkt hierin voor de hand te liggen, waarin landelijke partijen als ProRail nadrukkelijk een positie nemen. Het Formule E-team kan een bijdrage leveren aan het organiseren en stimuleren van een ideale mix tussen elektrisch rijden en openbaar vervoer. 4. Zonder de beschikbaarheid van elektrische auto’s zijn alle elektrisch rijden initiatieven gedoemd kleinschalig te blijven. Het zorgdragen voor voldoende auto’s is een belangrijk aandachtspunt, temeer daar de internationale concurrentie in Europa hierin toeneemt. Het Formule E-team zou als Rijksinitiatief een belangrijke rol kunnen spelen bij het committeren van OEM’s op korte termijn. Enerzijds kan zij vraagarticulatie op nationaal niveau organiseren en anderzijds kan zij Nederland aantrekkelijk maken voor OEM’s door fiscaal aantrekkelijke regelingen te bieden die duurzaam zijn voor de lange termijn (geen veranderingen). Voor de fiscale aspecten zal hierbij goed moeten worden gebenchmarked met andere Europese landen om competitief te zijn en te blijven. Vanuit deze internationale vergelijking kan een peergroup worden samengesteld van landen waar Nederland zich qua resultaten aan wil spiegelen.
21
5. Denk in doelgroepen. De sociale elementen van de introductie van elektrisch rijden zijn vaak onderbelicht. Elektrische scooters zijn in Italië onder jongeren mede een hit omdat de geluidloze motor het mogelijk maakt om ongehoord thuis te komen. De inschatting welke behoeften ‘early adapters’ (bijvoorbeeld leaserijders) hebben op het gebied van elektrisch rijden zullen grondig in kaart gebracht moeten worden. Marketing en communicatie is van groot belang voor het bereiken van deze doelgroep. Zo zou de plug-in auto als ‘best of both worlds’ volgens sommige geïnterviewde partijen voor de leaserijder een ideale tussenstap kunnen vormen om deze groep te committeren aan elektrisch rijden. 6. Het lerend vermogen van partijen is door de turbulente ontwikkelingen in de markt hoog, maar opgedane kennis wordt weinig of niet vastgelegd of gedeeld met andere partijen. De dynamiek van de markt en toenemende concurrentie spelen hierin een bepalende rol. Het Formule E-team zou een belangrijke rol kunnen vervullen in het vastleggen van de leerervaringen van alle initiatieven – in een open en toegankelijke systematiek, waarin de proeftuinervaringen ook opgenomen kunnen worden. Deze leerervaringen kunnen geflankeerd worden door het oprichten van een expertnetwerk, dat als vraagbaak kan fungeren voor partijen en het aanjagen van verder onderzoek op thema’s als veiligheid, laadinfrastructuur etc. 7. Het Formule E-team is voor twee jaar ingesteld en zal gedurende deze periode verantwoording willen en moeten afleggen over haar (tussen)resultaten. Het monitoren van de geboekte voortgang, gekoppeld aan concrete doelen, zal een belangrijk onderdeel moeten vormen van de activiteiten van het Formule E-team, zodat duidelijk kan worden gemaakt wat het Formule Eteam heeft bijgedragen in haar rol als aanjager. 8. Elektrisch rijden als thema is een multidisciplinaire aangelegenheid waarbij meerdere ministeries betrokken zijn (Min V&W, Min Fin., Min EZ en Min VROM). De samenwerking en verdeling van taken en verantwoordelijkheden moeten scherp(er) worden afgesproken. 9. De activiteiten van het Formule E-team moet altijd in het brede perspectief van de duurzame mobiliteitstransitie gezet worden om niet het beeld op te roepen bij het grote publiek dat het rijk zich uitsluitend richt op deze vorm van duurzaam vervoer. 10. Creëer experimenteerruimte: zorg bijvoorbeeld voor een regelvrije/regelluwe zone in een regio. 11. Focus niet op het krijgen van een compleet overzicht, hiervoor gaan de ontwikkelingen te hard. Maak duidelijk als Formule E-team op welke onderwerpen en thema’s zij een rol kan en wil vervullen en zorg ervoor dat het team hiervoor benaderbaar en bereikbaar is.
22
Bijlagen Bijlage 1: Longlist, shortlist en selectiecriteria
23
Naam initiatief
Regionale Formeel Ketenpartners/ Concrete Opschaling en Verbinding met karakter commitment samenwerking projecten structuur spinoffs andere initiatieven
Alliander
Nvt
Nvt
+
Ja
+
Athlon
Nvt
Nvt
+
Ja
+
+
C,mm,n
Nee
Ja
++
Ja
++
+
Cargohopper
+
Ja
Ja
+
Ja
+
+/- (1)
D-Incert
Nee
Nee
++
Ja/Nee
+
+
E-laad
Nee
Ja
+/- (2)
Ja
+
+
Eneco
Nvt
Nvt
++
Ja
+
0
Gemeente Almere/ Provincie Flevoland Gemeente Amsterdam (Amsterdam elektrisch)
Ja
Nee
-
Nee
-
-
Ja
Ja
++
Ja
+
-
Gemeente Breda
Ja
Nee
-
Nee
-
-
Gemeente Den Bosch
Ja
Ja
++
Ja
+
+
Gemeente Den Haag
Ja
Nee
-
Nee
-
-
Gemeente Groningen Gemeente Leeuwarden/ Provincie Friesland (Drive4Electric)
Ja
Nee
0
Nee
-
0
Ja
Ja
+
Ja
+
+
Ja
Ja
++
Ja
+
0
Gemeente Rotterdam (Stroomstoot) Gemeente Utrecht
Ja
Nee
+
Nee
0
-
Gemeente Zaanstad
Ja
Nee
++
Nee
0
0
KEMA (stadsregio Arnhem-Nijmegen)
Ja
Nee
++
Nee
+
-
Leaseplan
Nvt
Nvt
+
Ja
+
+
Luchthaven Schiphol
Ja
Nee
0
Ja
0
0
Project Prorail-NS
Nee
Ja
++
Nee
+
+
Provincie Noord Brabant
Ja
Ja
++
Ja
++
+
Rabobank
Nvt
Nvt
++
Ja
++
++
RAI: Platform voor elektrische voertuigen
Nvt
Nvt
+
Ja
+
+
Werkgroep hybridisering/elektrificering Platform Duurzame Mobiliteit (CLIM)
Nvt
Nvt
+
Ja
0
+
ZER-X Essent/Enexis (NL)
Ja
Nvt
+
Ja
+
+
Bovag
Nvt
Nvt
..
..
..
..
Gemeente Heerhugowaard
Ja
Nee
..
..
..
..
Duracar Electric Vehicle Technology Research programme
Nee
Niet geselecteerd (Longlist) Nvt
Nee
Elektrische auto's ABN (Amsterdam)
Ja
Gesproken via andere partijen (gemeente Amsterdam)
Gemeente Arnhem
Ja
Gesproken via Kema proeftuin
Gemeente Delft
Ja
Nee
Nee
Gemeente Eindhoven
Ja
Nee
Nee
Gemeente Heerlen
Ja
Nee
Nee
Gemeente Kerkrade
Ja
Nee
Nee
Gemeente Maastricht
Ja
Nee
Nee
Gemeente Nijmegen
Ja
Gemeente Tilburg ITM project –Intelligent e-Transport Management
Ja
Gesproken via Kema proeftuin Nee
Nee
Nee
Nuon
Nee
Stichting Urgenda
Nee
Gesproken via andere partijen (Rabobank)
(1) vindt wel voorlichting richting andere partijen plaats, maar het project zelf heeft geen verbinding met andere initiatieven (2) op dit moment is er alleen vertegenwoordiging van netwerkbeheers in dit initiatief, geen ander type stakeholders
24
Bijlage 2: Parameters Parameters voor de nadere beschrijving van de initiatieven 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Hoogte budget Looptijd programma Concrete plannen en doelen (kwantitatief) Aantal en type voertuigen/laadpunten Aantal bijdragende partijen (bestuurlijk commitment; bijv. intentieverklaringen) Organisatiemodel en besluitvorming Systeembenadering (samenhang tussen technologie, infrastructuur, regelgeving en organisatie) 8. Potentiële spin-off/ structuurversterkende spin-off 9. Opschalingseffecten/ samenwerking en verbinding met andere regio's 10. Ondersteuningsbehoefte
25
Bijlage 3: Interviewleidraad Algemene kenmerken: • Doelstelling project (kwalitatief en kwantitatief) • Omvang project (budget, partijen etc.) • Looptijd project • NAW gegevens Interne samenwerkings-/organisatiemodel • Welke rollen en verantwoordelijkheden hebben de verschillende actoren in het • project? • Hoe verloopt het besluitvormingsproces? • Op welke wijze zijn de verschillende belangen van de actoren gedekt in het project? Externe samenwerking • Met welke externe partijen/projecten wordt er samengewerkt of wordt dit • voorzien? • Wat is het beoogde resultaat van deze samenwerking? • Welke uitdagingen worden er voorzien bij deze samenwerking of zijn er ervaren? • Hoe kunnen deze uitdagingen worden overkomen? Projectresultaten • Op welke wijze zijn deze resultaten verankerd en bestendigd? • Schaalbaarheid van de resultaten Op welke wijze de volgende vier thema’s zijn belegd in de initiatieven en op welke wijze deze thema’s nog nadere steun behoeven door de Rijksoverheid: 1. (laad)infrastructuur [incl. eventuele Smart Grids aspecten] 2. betalingsinfrastructuur 3. voertuigen en standaarden 4. (verkeers)veiligheid Leerervaringen • Samenwerking met interne en externe partijen • Opstartfase/financiering of mogelijke financiële arrangementen van het project • Behalen van de doelstellingen Ondersteuning Rijksoverheid • Wat zijn de belangrijkste uitdagingen die de initiatieven hebben overkomen/moeten overkomen om de doelstellingen te behalen? • Op welke wijze kan de Rijksoverheid bijdragen aan het overkomen van deze uitdagingen? Wat zijn andere interessante initiatieven en waarom?
26
Bijlage 4: Controlevragen Maturiteitsmodel 1. Breed commitment voor het programma op bestuurlijk en op operationeel niveau bij de relevante stakeholders Controlevragen huidige situatie: Is het commitment van de organisatie aan het project formeel vastgelegd (bijv. intentieverklaring)? Zijn er meerdere en verschillende stakeholders vertegenwoordigd in het project ? 2. Concrete projecten gedefinieerd (haalbaarheid, business model, samenwerking) Controlevragen huidige situatie: Is er al een sluitende business case vastgesteld? 3. Projecten in executiefase (project management en riskmanagement) Controlevragen huidige situatie: Zijn er al concrete implementatieactiviteiten ontplooid? 4. Vervolg en programmaopschaling Controlevragen huidige situatie: Haken er nieuwe gebruikersgroepen of leveranciers aan? Heeft het project een open en herhaalbare structuur?
27
Bijlage 5: Projectfiches BOVAG Geïnterviewde personen: Hans Bresser (manager BOVAG Autodealers) E-mail:
[email protected] Telefoon: 0306595302 Kosterijland 15 3981 AJ Bunnik Proeftuinenaanvraag: Nee
Project omschrijving De BOVAG is verbonden aan een aantal initiatieven dat zich richt op Duurzame mobiliteit. Zo heeft de BOVAG tezamen met het de RAI en de Innovam het Instituut voor de Duurzame Mobiliteit (IvDM) opgericht. Dit kenniscentrum heeft tot doel kennis en bewustwording op het gebied van milieu en duurzaamheid bij ondernemers, medewerkers en klanten in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche te bevorderen. Hiertoe voert zij zelf geen onderzoek uit maar bundelt zij bestaande kennis en kan zij opdrachten verstrekken aan onderzoeks/kennisinstellingen. De BOVAG bekijkt elektrisch rijden in het bredere perspectief van duurzame mobiliteit, hierbij ook kijkend naar andere voertuigentypen zoals hybride en waterstof. Zij verwacht, oa gezien de beperkte actie radius van de voertuigen, op korte/middel lange termijn niet dat er volledig elektrisch aangedreven auto’s op grote schaal in Nederland zullen gaan rijden (dit zal een niche markt zijn). Men zal zich meer moet richten op hybride voertuigen en elektrische voertuigen met range extenders.
Doelstelling programma Als brancheorganisatie van ruim 11.000 ondernemers die zich met mobiliteit bezighouden behartigt de BOVAG de belangen van haar leden in het onderwerp Duurzame mobiliteit. Dit tracht zij te bereiken middels het ondersteunen van een aantal initiatieven (waaronder het reeds vermelde IvDM), lobby en het opzetten van duurzame mobiliteit programma’s voor haar achterban (bijv. onderwijsprogramma’s voor onderhoud aan hybride voertuigen).
Omvang en looptijd programma NVT
Samenwerking Gezien het netwerk karakter van de BOVAG werkt zij samen met diverse stakeholders rondom het thema duurzame mobiliteit, waaronder ministeries, kennisinstellingen, OEM’s en haar achterban. Gezien het karakter en doel van de organisatie werkt zij intensief samen met RAI Nederland.
Ondersteuningsbehoefte Wel -
Focus met name op de zakelijke eindgebruiker Stimuleer voorlichting aan de uiteindelijke consument met name via het retail-kanaal, dit zal verdere opleiding van dit kanaal vergen Stimuleer de vorming van standaardisatie op de laad- en betalingsinfrastructuur
Niet -
Opstellen van fiscale stimuleringsmaatregelen die een korte termijn focus hebben of zich richten op een specifieke vorm van technologie (men moet zich richten op het doel, bijv. het reduceren van de CO2 uitstoot en niet het middel)
28
Gemeente Utrecht Geïnterviewde persoon: Rob Westerhuis – programmamanager “Utrecht maakt nieuwe energie” E-mail:
[email protected] Telefoon: 030 286 47601 Rachmaninoffplantsoen 61 3533 JZ Utrecht Participerende partijen: Gemeente Utrecht Proeftuinenaanvraag: Ja (2 aanvragen samen met marktpartijen)
Project omschrijving De ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden in de gemeente Utrecht zijn onderdeel van het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht en het project “Utrecht maakt nieuwe energie ”. Met deze initiatieven wil de gemeente Utrecht o.a. schone en duurzame mobiliteit stimuleren m.b.v. aardgas en elektrisch vervoer. De drijfveren van de gemeente om op elektrisch rijden in te zetten zijn het reduceren van CO2 uitstoot, het verbeteren van de binnenstedelijke luchtkwaliteit en het verminderen van door verkeer veroorzaakte geluidsoverlast. Utrecht heeft 11 elektrische bezemwagens, 2 elektrische scooters en vanaf 2010 een elektrische boot. Daarnaast ondersteunt de gemeente initiatieven vanuit de markt zoals de Cargohopper en de elektrische TukTuk.
Doelstelling programma Het doel van de gemeente Utrecht is om eind 2011 200 voertuigen en 300 laadpalen binnen de gemeentegrenzen te hebben. De gemeente Utrecht zet in op een breed spectrum van elektrische voertuigen en vervoersmodi zoals OV fiets, scooter, personenauto’s, openbaar vervoer en vaartuigen. Op dit moment is er een ambitie geformuleerd en wordt er in de komende tijd intensief gewerkt aan een visiedocument en een actieplan om de ambitie naar concrete acties en projecten te vertalen. Hiervoor is de gemeente bijvoorbeeld een inventarisatie van beleidskaders m.b.t. het plaatsen van laadpalen aan het maken.
Omvang en looptijd programma In de komende 3 jaar wil de gemeente €2.5mln investeren om elektrisch vervoer binnen de gemeente te stimuleren. Echter moet dit budget nog door de gemeenteraad goedgekeurd worden.
Samenwerking De gemeente is op dit moment de diverse samenwerkingsvormen om met marktpartijen te werken aan het verkennen. Utrecht heeft ook besloten om aan 2 proeftuinen aanvragen samen met marktpartijen deel te nemen. Een belangrijk criteria om mee te doen was het maatschappelijk bereik van het project. De twee aanvragen brengen elektrisch vervoer dan ook dicht bij de burger (taxi, car sharing).
Ondersteuningsbehoefte •
Stimuleren van standaardisatie van laad en betalingsinfrastructuur (stekker, betalingsinfrastructuur, communicatiesystemen)
29
Gemeente Groningen Geïnterviewde persoon: Jeroen Westendorp - Beleidsadviseur Energie, Afdeling Economische Zaken, Dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken E-mail:
[email protected] Telefoon: 050-3678316
Gedempte Zuiderdiep 98, 9701 JB Groningen Participerende partijen: Nvt Proeftuinenaanvraag: Nee
Omschrijving Binnen de gemeente Groningen zijn er momenteel een aantal partijen actief op het gebied van het elektrisch rijden. Zo is de importeur van de Th!nk gevestigd in Groningen en is er onlangs een laadpunt van e-laad voor elektrische scooters en fietsen geopend. De gemeente Groningen heeft momenteel nog geen concrete projecten op het gebied van elektrisch rijden, aangezien zij: -
de technologie op dit moment nog te kostbaar vindt er binnen de gemeente is gekozen voor (bio)gas er binnen de gemeente geen groot probleem is met fijnstof
Als onderdeel van het duurzaamheidsbeleid worden er wel (markt)verkenningen uitgevoerd naar het gebruik/aanschaf van e-scooters en e-fietsen voor zowel de eigen organisatie als het gebruik binnen de stad. De gemeente speelt een verbindende en adviserende rol voor initiatieven op het gebied van e-rijden. Zo heeft zij een proeftuinaanvraag voor een elektrisch aangedreven vuilnisvrachtwagen ondersteund. Dit project heeft vanwege de hoge aanschafkosten geen doorgang kunnen vinden. Naast verbindingen tussen partijen leggen is de gemeente ook aan het verkennen welke rol zij verder bij het aanjagen van elektrisch rijden kan spelen. Er wordt een marktonderzoek naar het gebruik van scooters binnen de gemeentegrenzen gedaan en de gemeente onderzoekt de mogelijkheid om e-scooters en e-fietsen voor haar eigen organisatie te gebruiken. Verder zijn er gesprekken met Drive4Electric en Tendris om gezamenlijk elektrische auto’s aan te schaffen. Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het verlenen van vergunningen voor het plaatsen/exploiteren van laadpalen is de gemeente op dit moment aan het onderzoeken wat de beleidskaders moeten zijn.
Ondersteuningsbehoefte •
Voorlichting/informatievoorziening richting de (vooral kleinere) partijen, aangezien er nog veel onzekerheid en onwetendheid de verschillende partijen heerst over elektrische rijden
•
Stimuleren van kostprijsverlaging van de voertuigen, hierbij zou de overheid vraagbundeling kunnen faciliteren/aanjagen.
30
Stichting e-laad Geïnterviewde persoon: Arie Leppink – Directeur Stichting e-laad E-mail:
[email protected]. Telefoon: 026-8442266 (Woordvoering Alliander) Stenograaf 1 6921 EX Duiven Participerende partijen: Rendo Netwerken (onderdeel Electrabel), Enexis, Cogas, Endinet, Delta, Tennet, Liander, Westland Energie. Proeftuinenanvraag: Ja Project omschrijving Stichting e-laad.nl is een initiatief van samenwerkende Nederlandse netbeheerders. Netbeheerders hebben als taak om de verduurzaming van de energievoorziening te faciliteren. Dat doen zij onder meer via e-laad.nl. Met een landelijk netwerk van tienduizend oplaadpunten op groene stroom, geeft e-laad.nl het elektrisch rijden een impuls. Momenteel zijn 19 laadpalen geplaatst.
Doelstelling programma Het plaatsen van tienduizend oplaadpunten om elektrisch rijden binnen handbereik te brengen. De aansluitkosten en het laadpunt zelf wordt door e-laad bekostigd. Door samen te werken willen de netbeheerders kennis en investeringen bundelen en uniformiteit in techniek en vormgeving bevorderen. Het consortium richt zich daarbij op het verzamelen van ervaringsgegevens, het ontwikkelen van een betalingsinfrastructuur en het zetten van standaarden ten aanzien van oplaadpuntaansluitingen, de beveiliging daarvan en het betalingssysteem voor de afname van stroom door gebruikers.
Omvang en looptijd programma De initiatiefnemers van e-laad garanderen gezamenlijk een bedrag van 25 miljoen euro voor de komende 3 jaar (vanaf oktober 2009). Zij mikken hierbij op het creëren van een groep van 8000 gebruikers door heel Nederland.
Samenwerking Naast de netwerkbeheerders werkt de stichting samen met gemeenten, die de laadpalen in hun openbare ruimte kunnen plaatsen. Tevens zijn voor de back office (sofware) diensten afgenomen van Logica. De oplaadpunten (Integrated Charging Unit) worden afgenomen van Alfen BV Ondersteuningsbehoefte • •
Standaardisatie en regulering “Keurmerk” functie initiatieven elektrisch rijden
31
Drive 4 Electric – Gemeente Leeuwarden, Provincie Friesland Geïnterviewde persoon: Paul Trip – Projectleider duurzame mobiliteit Provincie Friesland E-mail:
[email protected] Telefoon: 062 641 7295 Snekertrekweg 1 8900 HM Leeuwarden Participerende partijen: Gemeente Leeuwarden, Provincie Friesland Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving De Provincie Friesland wil in samenwerking met de gemeente Leeuwarden een uitvoerend projectbureau oprichten om de introductie van elektrisch rijden te versnellen. Het projectbureau is een uitvoerend orgaan zodat Friesland en Leeuwarden hun ambities op het gebied van duurzame mobiliteit en in het bijzonder elektrisch rijden waar kunnen maken.
Doelstelling programma Het initiatief is gekoppeld aan het Noord Nederlandse 100’000 voertuigenplan met als doelstelling dat in 2015, 2750 (in Friesland) van de 100’000 schone voertuigen elektrische voertuigen zijn. Om de komst van elektrische voertuigen te faciliteren is een subsidieprogramma op personenauto’s en scooters opgezet en wordt er geïnvesteerd in een dekkend netwerk van laadpunten samen met de Stichting E-laad. Naast bovengenoemde doelstellingen heeft het initiatief doelstellingen op het gebied van: • Kennisontwikkeling • Uitwerken van een business model (wie verdient wat in de keten) • Visualisatie en communicatie • Technologieontwikkeling • Koppeling met elektrisch varen • Impact op veiligheid Op dit moment zijn er al 5 laadpunten in Leeuwarden gerealiseerd en rijden er enkele elektrische voertuigen.
Omvang en looptijd programma In de periode 2009-2012 zullen er 4-5 FTE (ex. stageplekken) in het projectbureau werken en zal het projectbureau een budget van €5 mln ter beschikking hebben. Het projectvoorstel is bij de Provincie ingediend en alle partijen zijn positief , echter moet het projectvoorstel nog bestuurlijk goedgekeurd worden.
Samenwerking Het projectbureau wil op projectbasis samen met marktpartijen werken via samenwerkingsovereenkomsten. Bovendien worden er halfjaarlijkse ontmoetingen tussen marktpartijen, kennisinstellingen en overheid georganiseerd.
Ondersteuningsbehoefte • • • • •
Lobby: ondersteuning bij oplossen van knelpunten op hoog niveau Kennisdeling tussen regio’s Vraag bundelen: het proces om tot beschikbaarheid van elektrische voertuigen te komen faciliteren Fiscaliteit: concurrentie tussen alternatieve brandstoffen voorkomen Aanwezigheid op locaal niveau
32
Proeftuin aanvraag KEMA/Stadsregio Arnhem-Nijmegen Geïnterviewde persoon: Petra de Boer - consultant E-mail:
[email protected] Telefoon: +31 26 356 2552 Utrechtseweg 310 6812 AR Arnhem Participerende partijen: Kema, Alliander, Stadsregio Arnhem Nijmegen, Kennisleveranciers (bijv. Hogeschool HAN en SAXION), leasebedrijf, deelauto-organisatie, bewonersverenigingen, zorgverlener, binnenstadservice (goederenservice), een leverancier/dealer van EV en een leverancier van laadpalen. Proeftuinenaanvraag: ja
Project omschrijving KEMA coördineert de proeftuin aanvraag voor de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Binnen deze regio vallen diverse grotere en kleinere gemeenten. Hierbij zijn initiatieven op het gebied van het gebruik van EV’s voor poolauto’s, leaseauto’s en voor inzet in bijvoorbeeld de zorgverlening, voor inzet in de binnenstadsdistributie en realisatie en gebruik van de laadinfrastructuur. Tijdens het project worden de auto’s en de laadinfrastructuur aangeschaft en gebruikt; vervolgens wordt er gemonitored en de resultaten worden gebruikt om te kijken wat deze ervaringen betekenen voor een grootschalige introductie van EV. Tijdens het project worden de auto’s en de laadinfrastructuur aangeschaft en gebruikt; vervolgens wordt er gemonitored en de resultaten worden gebruikt om te kijken wat deze ervaringen betekenen voor een grootschalige introductie van EV. De proeftuinaanvraag KEMA/Stadsregio Arnhem-Nijmegen wil deze projecten bundelen om zo in dit brede veld te kijken naar de impact van elektrisch rijden. Door de vele verschillende typen eindgebruikers kunnen binnen dit project veel verschillende ervaringen met elkaar gecombineerd en vergeleken. Op dit moment wordt het consortium gevormd en de samenwerking geformaliseerd.
Doelstelling programma Het doel van de proeftuin in de Regio Arnhem-Nijmegen is om ervaring op te doen met EV en brede inzichten te verwerven in de impact van elektrisch rijden op. Dit gebeurt in 3 stappen: 1. Realisatie van EV, 2. Monitoring en 3. Wat betekent dit voor grootschalige introductie van EV? Onderwerpen die hierbij worden onderzocht: • • • • •
Effecten op de ruimtelijke ordening Maatschappelijke acceptatie van EV De economische business case voor EV voor verschillende doelgroepen Ervaringen tijdens gebruik van EV op de individuele onderdelen van de voertuigen (met name de accu) Ervaringen tijdens aanschaf en gebruik voor de gebruiker
Omvang en looptijd programma Gezien de verschillende looptijden van de participerende projecten is de precieze looptijd van het gehele project niet makkelijk vooraf vast te stellen, maar deze zal ongeveer 3 jaar bedragen. De ambitie is om in deze drie jaar tussen de 65-70 elektrische voertuigen in gebruik te nemen (auto’s en busjes).
Samenwerking KEMA heeft een verbindende en coördinerende rol in deze proeftuin. Daarnaast participeren heel veel verschillende kleinere en grotere partijen in het project (waaronder Alliander, maar ook bijv. een bewonersvereniging en een zorgverlener).
33
Het wordt binnen het project gestimuleerd om de opgedane kennis in het project zoveel als mogelijk tussen de participerende partijen te delen. Richting de niet participerende partijen zullen de leerervaringen meer op hoofdlijnen worden gedeeld.
Ondersteuningsbehoefte • • •
Stimuleer kennisdelen en de informatievoorziening naar de verschillende (kleinere) partijen Organiseer subsidiegelden met name voor de kleinere initiatieven, aangezien de technologie nog relatief duur is en het daardoor voor deze partijen niet op te brengen is om een eigen initiatief te beginnen Stimuleer het standaardisatieproces, momenteel zitten de partijen die technologie aanschaffen nog met grote onzekerheid over de houdbaarheid van de nu gebruikte standaarden
34
Stichting Carbon Light mobility (CLIM), Platform duurzame mobiliteit Geïnterviewde persoon: Fred Hagendoorn – voorzitter van de werkgroep hybridisering/elektrisch rijden Platform Duurzame Mobiliteit (onderdeel EnergieTransitie) E-mail:
[email protected] Telefoon: 065 022 2584 Jan van Nassaustraat 81 2596 BR Den Haag Participerende partijen: Stichting Carbon Light Mobility, Platform Duurzame Mobiliteit Proeftuinenaanvraag: Nee
Project omschrijving De werkgroep hybridisering en elektrisch rijden heeft zich ten doel gesteld om zowel de marktvraag naar als ook het aanbod van voertuigen met in serie geproduceerde hybride en elektrische aandrijfsystemen structureel te vergroten. Vanuit zijn rol als voorzitter van bovengenoemde werkgroep en lid van het Platform Duurzame Mobiliteit heeft Fred Hagendoorn een actieve rol gespeeld bij het tot stand komen van het PvA Elektrisch vervoer dat op 3 juli werd gelanceerd. Ook blijft hij lid van het kernteam Elektrisch Vervoer om dat met advies te ondersteunen.
Doelstelling programma De werkgroep hybridisering en elektrisch rijden heeft zich volgende punten ten doel gesteld: • • •
• • •
Voorstellen doen die op langere termijn ondersteuning bieden om de marktvraag en aanbod van hybride aandrijfsystemen te bevorderen. Stimuleren marktintroductie van hybride en elektrische aandrijfsystemen voor bussen, en vrachtwagens en bestelbusjes. Initiatieven (parkeertarieven, verzekeringen, fiscaliteit etc. )stimuleren ter bevordering van voertuigen met hybride en elektrische aandrijfsystemen voor berijders/bezitters en voor wagenparkbeheerders (duurzaam inkopen vanuit bedrijven) Aanbevelingen aan de overheid Aanjagen van experimenten Bijeenbrengen van kennis
Omvang en looptijd programma De werkgroep opereert binnen het initiatief EnergieTransitie ,Platform Duurzame Mobiliteit en de Strategiegroep voertuigen dat door Senter Novem wordt ondersteund
Samenwerking De werkgroep werkt samen met marktpartijen (mn automobiel industrie maar ook SNM,ANWB,VNA, RAI/BOVAG e.d.) om bovenstaande doelen te bereiken.
Ondersteuningsbehoefte •
Uitgaande van een hoge initiële prijs van EV en PHEV is het noodzakelijk dat de overheid financieel ondersteunende maatregelen treft om de ambitie als “gidsland “ op het gebied van EV marktontwikkelingen waar te maken. Fiscale maatregelen zullen onvoldoende zijn als men ook de belangrijke particuliere markt in deze ambitie wil betrekken. Ook zal de onzekerheid rondom restwaarde op een adequate wijze moeten worden weggenomen. Opschalen van productieaantallen en vooral de prijsverlaging en verbetering van de energiedichtheid van de batterijen ( lees verbetering van de actieradius) zullen bepalend zijn voor een significante marktvraag/volume op termijn
•
Financiële arrangementen en risicodragend kapitaal: vergelijkbare constructie als SDE aanbieden om ‘early adopters’ zekerheid in de business case te geven
35
Gemeente Breda Geïnterviewde personen: Dhr. G. Rooijmans, Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling, afd. Wonen en Milieu E-mail:
[email protected] Telefoon: (076) 529 4509
Claudius Prinsenlaan 10, 4811 DJ Postbus 90156 4800 RH Breda Participerende partijen: Nvt Proeftuinenaanvraag: Nee
Omschrijving Er zijn momenteel nog geen grootschalige projecten van de gemeente Breda op het gebied van elektrisch rijden (men heeft voor het gemeentelijk wagenpark nu eerst gekozen voor aardgas) vanwege 1) de relatief hoge kosten van elektrisch rijden (bijv. tov aardgas), 2) de fase waarin de technologie zich nu bevindt Wel telt het wagenpark van de gemeente Breda al diverse elektrische voertuigen: -
De gemeentelijke dienst Buitenruimte heeft thans al twee kleine elektrische voertuigen, maar gaat op dit moment niet grootschalig uitbreiden omdat zij de technologie te duur vindt en deze zich nog te zeer in een ontwikkelingsfase bevindt.
-
Het gemeentelijk Parkeerbedrijf heeft twee Segways aangeschaft tbv het toezichthoudend personeel dat van en naar de diverse P-garages moet.
-
De dienst Stadstoezicht gaat in 2010 een 4-tal elektrische scooters aanschaffen.
Buiten de gemeentelijke organisatie zijn er in Breda ook een aantal andere partijen actief met initiatieven op het gebied van elektrisch rijden, waaronder: -
De politie in de regio heeft een aantal E- scooters aangeschaft
-
In de milieuzone in Breda is het bedrijf Greencity distribution van plan om een aantal elektrische voertuigen in te zetten voor binnenstedelijke distributie wanneer dat financieel haalbaar is.
Het gemeentelijk parkeerbedrijf heeft in P-garage de Prins 2 oplaadpunten voor E-auto’s en is bereid meer oplaadpunten te plaatsen indien daar de behoefte toe blijkt. In 2 gemeentelijke fietsenstallingen is al rekening gehouden met oplaadpunten bij fietsenrekken speciaal voor E-fietsen.
Ondersteuningsbehoefte •
Belangrijk om te stimuleren dat er structuur komt in de aanpak, aangezien er op dit moment heel veel losse initiatieven zijn
•
De focus voor gemeentes zou nu moeten zijn op de stedelijke distributie omdat hier op de korte termijn resultaten kunnen worden geboekt (e-rijden voor personenvervoer staat nog te veel in de kinderschoenen)
36
Rai Vereniging Geïnterviewde personen: Wijnand de Geus (Secretaris Auto’s), Harald Bresser (Manager Communicatie & PR) E-mail:
[email protected]/
[email protected] Telefoon: 020-5044912/020-5044925 Wielingenstraat 28, 1078 KL Amsterdam Proeftuinenaanvraag: Nee
Project omschrijving De RAI Vereniging heeft diverse activiteiten georganiseerd die de kennisuitwisseling over duurzame mobiliteit moeten ondersteunen en stimuleren. Zo heeft zij het eerste congres over elektrisch rijden in Nederland georganiseerd en is er op de laatste AutoRAI in 2009 veel aandacht besteed aan elektrisch rijden met bijvoorbeeld de presentatie van het ontwerp van de elektrische auto van het C,mm,n project. RAI Vereniging denkt dat elektrische mobiliteit in de toekomst in belangrijke rol zal gaan innemen en vindt het daarom belangrijk om de kennisontwikkeling op dit relatief nieuwe gebied verder te ondersteunen. Vandaar dat zij een “Platform Elektrische Mobiliteit” is gestart, dat deze ontwikkeling middels bijvoorbeeld bijeenkomsten/congressen en mogelijk onderzoeken moet gaan faciliteren.
Doelstelling programma RAI Vereniging behartigt de belangen van haar leden, de auto-importeurs en auto(toe)leveranciers, in zake het dossier elektrisch rijden. Zij heeft zich tevens tot doelgesteld om duurzame mobiliteit te bevorderen in Nederland. Mbt elektrisch rijden wil zij dit oa. doen middels het hierboven vermelde Platform Duurzame Mobiliteit dat tot doel heeft het stimuleren van kennisdeling op het gebied van elektrische mobiliteit.
Omvang en looptijd programma Nvt
Samenwerking Het platform Duurzame Mobiliteit biedt een forum voor alle leden van de RAI Vereniging. Daarnaast werkt de RAI Vereniging intensief samen met de andere stakeholders die in het systeem rond e-rijden actief zijn (zoals overheid, bedrijfsleven en de kennisinstellingen).
Ondersteuningsbehoeften Het formule E-team zal zich vooral moeten focussen op: -
Het managen van verwachtingen, momenteel heeft e-rijden de karakteristieken van een hype. Dit kan tot gevolg hebben dat andere alternatieve brandstoffen (met wellicht ook veel potentie) minder aandacht krijgen. Daarnaast moet men niet de verwachting wekken dat e-rijden op korte termijn een grootschalig alternatief worden voor de huidige voertuigen.
-
Zorg ervoor dat er consistent en duurzaam fiscaal beleid komt om de aanschaf/leasing van evoertuigen te promoten. Het beleid moet zijn gericht op de vermindering van CO2 uitstoot (het doel) en niet op een specifieke technische oplossing (een middel).
-
Promoot de ontwikkeling van de laad- en betalinginfrastructuur (met name rondom de standaardisatie)
Het formule E-team moet zich niet richten op: -
Het direct stimuleren van de ontwikkeling van de technologie van de elektrische auto, aangezien de grote OEM’s ervoor zullen zorgen dat deze voertuigen er over een aantal jaar zullen komen (deze ontwikkeling heeft volgens de RAI Vereniging geen directe ondersteuning nodig).
37
Rabobank/Telewerkforum Geïnterviewde persoon: Willem de Jager (dir. TelewerkForum en adjunct dir. Duurzame Mobiliteit Rabobank) E-mail:
[email protected]/
[email protected] Telefoon: 030-2168436/070-3490206 Bezuidenhoutseweg 12 2594AV Den Haag Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving De Rabobank participeert in diverse programma’s en projecten rondom duurzame mobiliteit. Belangrijke programma’s zijn het programma Transumo (transition sustainable mobility), Spitsmijden en de Taskforce MobiliteitsManagement. Deze programma’s richten zich op de vraagzijde en gaan over het beïnvloeden van consumentengedrag rond wonen-werken-mobiliteit. In het hele debat over het verbeteren van de bereikbaarheid was de vraagkant (automobilisten en bedrijven) tot dan toe nog niet vertegenwoordigd. De private sector heeft zich nu verenigd in de stichting Nederland Bereikbaar. In het publieke initiatief Taskforce Mobiliteitsmanagement,(TFMM) dat hiermee samenwerkt zijn naast de Rabobank ook o.a. de diverse koepels, ANWB, provincies, VNO-NCW, VNG, stadsregio’s, en grote private partijen als KPN en KLM vertegenwoordigd. De TFMM heeft een aantal pilotprojecten gerealiseerd met als doel om 10% van het autovervoer buiten de spits te laten plaatsvinden, hierbij wordt er gewerkt met zelfsturing, vrijwilligheid en verleiden door positieve prikkels (o.a. financiële beloningen of mobiliteitskeuzes). Rabobank is daarnaast hoofdsponsor van het C,mm,n project van de Stichting Natuur&Milieu en in een project dat het gebruik van elektrische poolauto’s in het bedrijfsleven wil stimuleren. De 44 convenantpartners in de regio Haaglanden hebben (1/3 van deze bedrijven heeft een poolautovloot) concrete interesse getoond om in dit initiatief te participeren . Daarnaast speelt het leasebedrijf van de Rabobank Athlon in VNA verband een belangrijke rol in het ontwikkelen en uitvoeren van slimme leaseconcepten voor elektrische voertuigen.
Doelstelling programma De programma’s waarin de Rabobank en de Stichting Telewerkforum participeren, zoals Transumo, Spitsmijden, Nederland Bereikbaar beogen om de concurrentiekracht van Nederland te versterken door de ondernemingsgeest van werknemers te prikkelen. En middels het “nieuwe werken” tevens de filedruk te verminderen. en een bijdrage te leveren tot het behalen van de CO2 doelstelling. Het doel hierbij is om een heldere link te leggen tussen “het nieuwe werken” en “nieuwe mobiliteit” (Slim Werken=Slim Reizen) voor flexibele mobiliteit. De participatie in deze programma’s is voor de Rabobank een leerschool, waar zij kunnen analyseren wat de nieuwe zakelijke modellen van de toekomst zullen worden voor deze systemen.
Omvang en looptijd programma De participatie in de programma’s is belegd bij Rabobank Nederland, afdeling MVO/Duurzame Mobiliteit.
Samenwerking De Rabobank participeert in diverse projecten en heeft vaak een katalysator rol in deze projecten. Zo participeren zij in: -
Het project C’mm’n Project dat beoogd om het gebruik van elektrische poolauto’s te stimuleren (ism Stichting Nederland Bereikbaar) Project dat beoogt om een universele mobiliteitskaart (M-Next) op te zetten voor allerlei betalingsbehoeftes rondom het “duurzame vervoer” ism VolkerWessels (Translink), NS, ING, ANWB en Bovag
Ondersteuningsbehoeften -
Stimuleer elektrisch rijden in het bredere concept van duurzame mobiliteit Gebruik bij stimulering positieve prikkels en niet negatieve sancties aangezien deze slechts kortstondige gedragsveranderingen te weeg brengen Stimuleer zelfregulering/sturing vanuit het bedrijfsleven (bottom-up) ipv top-down regulering vanuit de overheid
38
ZER-X – Enexis, Essent Geïnterviewde personen: André Postma –Manager Mobile Smart Grid Development Enexis Danny Geldtmeijer en Tom Maes – afdeling innovatie Enexis (telefonisch gesprek) E-mail:
[email protected] Telefoon: 062 124 2483 Burgermeester Burgerslaan 40 5245 NH Rosmalen Participerende partijen: Enexis, Essent Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving Enexis wil in samenwerking met Essent een koplopersrol spelen bij het ontwikkelen en aanpassen van elektriciteitsnetwerken om elektrisch laden en rijden mogelijk te maken. Gezamenlijk meteen aantal andere netbeheerders heeft Enexis de Stichting E-laad opgezet om proactief een belangrijke rol bij de introductie van elektrisch rijden op grote schaal op te zoeken. Bovendien gaan Essent en Enexis gezamenlijk als “early adopters” 50 elektrische voertuigen in gebruik nemen om gebruikerservaring op de doen.
Doelstelling programma Het project richt zich op het creëren van randvoorwaarden voor het opschalen en uitrollen van elektrisch rijden en heeft volgende speerpunten: •
• •
(internationale) standaardisering van laadpunten en communicatiesystemen: o Veiligheid o Aansturen oplaadinfrastructuur o Betalingssysteem Ontwikkelen van een nieuw marktmodel en organisatiestructuur (rolmodellen) samen met Energiened en Netbeheer Nederland. Hiervoor is binnen Netbeheer Nederland een werkgroep elektrisch vervoer opgezet waarin alle netbeheerders vertegenwoordigd zijn. Mobile Smart Grids (MSG) en optimale aansturing ivm duurzaam opgewekte energie
Enexis richt zich niet alleen op stedelijke gebieden maar heeft als doelgroep de leaserijder als eerste gebruiker van de elektrische auto.
Omvang en looptijd programma Enexis en Essent hebben €10mln gereserveerd om laadinfrastructuur voor elektrisch rijden en mobile smart grids te ontwikkelen.
Samenwerking Enexis haakt als marktpartij bij verschillende locale initiatieven aan, zoals oa het elektrisch rijden initiatief van de provincie Noord Brabant en het nationale initiatief de Stichting E-laad. Verder werken zij met internationale partijen om naar een Europees systeem toe te werken. Enexis gaat onderzoeken of zij aan een proeftuinen aanvraag meedoen. Zij hebben in het verleden slechte ervaringen met de administratie en de onvoorspelbaarheid van toekenning rondom subsidieaanvragen gehad. Bovendien is de potentiële bijdrage vanuit het proeftuinen subsidie relatief laag vergeleken met het eigen budget.
Ondersteuningsbehoefte • • • •
Ondersteuning bij aanpassen wettelijk raamwerk voor het invoeren van nieuwe marktmodellen voor elektrisch laden en rijden Flankerend beleid (mn markt- en financieringsmodellen) Plaatsen van elektrisch rijden in een breder perspectief van energie transitie en aanhaken bij grote internationale initiatieven Faciliteren/toezicht houden dat er een dekkend netwerk van laadpunten komt
39
•
Lobby om grote volumes OEM auto’s naar Nederland te krijgen
Details proeftuinenaanvraag (telefonisch gesprek met Danny Geldtmeijer en Tom Maes – afd. innovatie, Enexis) Enexis is voornemens met een aantal partners (Essent, ATC en mogelijk andere partijen) een proeftuinen aanvraag gericht op de haalbaarheid van “gestuurd duurzaam laden” in te dienen. Het doel is om kennis op te doen over mogelijkheden om de elektrische auto op een moment op te laden dat er maximaal gebruik van duurzame elektriciteit gemaakt kan worden. Aspecten die onderzocht worden zijn laadinfrastructuur, betaalsystemen en benodigde infrastructuur in het voertuig voor “demand side management”. Voor de proef worden in 35 elektrische auto’s (omgebouwde Golf) ‘real-life’ metingen gemaakt tijdens gebruik door Enexis medewerkers. (Internationale) standaardisatie van communicatie tussen voertuig en laadpaal is een belangrijk aspect voor het opschalen van elektrisch vervoer.
40
Gemeente Zaanstad Geïnterviewde persoon: Erna van Gils –Senior beleidsadviseur milieu, Afdeling Luchtkwaliteit E-mail:
[email protected] Telefoon: 075 655 2105
Bannehof 1 1544 VX Zaandijk Participerende partijen: gemeente Zaanstad, Truckland, Qpark, Partion, HVC (binnen proeftuin) Proeftuinenaanvraag: Ja
Omschrijving Vanuit het duurzame mobiliteitsbeleid van de gemeente Zaanstad, is er een duidelijke keuze gemaakt om in te zetten op elektrisch rijden. De ambities van de gemeente op het gebied van elektrisch rijden zijn verankerd in het luchtkwaliteitplan. Op dit moment geeft de gemeente 4 th!nk city e-voertuigen in gebruik en staan er 5 laadpalen (geleverd door Stichting e-laad) binnen de gemeentegrenzen. De gemeente Zaanstad is penvoerder van een proeftuinen aanvraag samen met marktpartijen. De proeftuin in de gemeente Zaanstad beoogd het opdoen en delen van ervaring op het gebied van laadsystemen en betaalsystemen en het opbouwen van een platform voor elektrisch rijden om schaalvergroting te kunnen realiseren. De diversiteit van participerende partijen zorgt voor een breed spectrum aan gebruikersprofielen en kennisvergaring over de hele waardeketen van elektrisch rijden. Truckland is verantwoordelijk voor het leveren van de voertuigen, kennis (met name accu’s) en onderhoud. Qpark zal 7, en later 27 parkeerplaatsen van laadsystemen (geleverd door een 3de partij, niet e-laad) voorzien en zal een rol spelen in het verkennen van verschillende betalingssystemen. Partion is een locale woningcorporatie die een deel van haar eigen auto’s op elektrisch wil laten rijden. HVC zal de afvalinzameling in bepaalde wijken met een elektrische vuilniswagen verzorgen. De gemeente Zaanstad zelf beoogd medio 2010, 27 en 2014, 60 elektrische auto’s in haar vloot te hebben. Op dit moment wordt de samenwerking voor de proeftuinen aanvraag tussen de verschillende partijen geformaliseerd. De gemeente Zaanstad legt ook verbindingen met andere initiatieven zoals Albert Hein en GreenWheels om snel tot schaalvergroting te komen. Ondersteuningsbehoefte •
Faciliteren van opschaling van succesvolle initiatieven
•
Creëren van duidelijke wettelijke kaders voor elektrisch rijden
•
Standaardisatie
41
Schiphol Group Geïnterviewde personen:Klaas Verberg (manager Utility Services) en Martijn van Boxtel (Airport Development Advisor) E-mail:
[email protected] Telefoon: 020-6014578 Evert van de Beek straat 202 1118 CP Schiphol Participerende partijen: gesprekken met gemeente Amsterdam Proeftuinenaanvraag: nee
Project omschrijving Schiphol heeft een duidelijk Klimaatplan (inclusief Blauwdruk Energie) en een visie op duurzame mobiliteit. Deze visie heeft 4 lijnen: gedragsbeïnvloeding medewerkers en passagiers, infrastructuur en dienstregeling (bv ZuidTangent), ruimtelijke en vervoersconcepten (bv parkeren en intern vervoer) en bronbeleid (schone brandstoffen). Bij schone brandstoffen wordt met name gekeken naar elektrisch vervoer, waterstof als brandstof en biodiesel. Op dit moment is er een elektrische poolauto Th!nk met oplaadpunt en twee elektrische scooters. Al deze voertuigen krijgen positieve feedback van de gebruikers.
Doelstelling programma In het beleidsplan dat nu wordt opgesteld wordt elektrisch vervoer als serieuze optie meegenomen. Schiphol onderzoekt de mogelijkheden om (een deel van) het eigen wagenpark te elektrificeren en onderzoekt ook de mogelijkheden elektrisch vervoer door andere partijen op de luchthaven te faciliteren. Ook in aanbestedingen van o.a. taxivervoer wordt duurzame mobiliteit meegenomen. Daarnaast is er m.b.t. spoorvervoer contact met oa ProRail. De bundeling van de bedrijven op het Schipholterrein is van cruciaal belang om marktwerking te krijgen. Ook met de gemeente Amsterdam wordt gesproken over samenwerking. Naast de unieke aspecten van Schiphol, heeft de luchthaven ook een eigen privaat elektriciteitsnetwerk. Indien er een grootschaliger elektrisch rijden programma wordt gestart, dan zullen de volgende aspecten van groot belang zijn: •
Standaard oplaadinfra
•
Eigen duurzame opwekking
•
Eenvoudig betaalsysteem
•
Publieke toegankelijkheid
Omvang en looptijd programma nvt
Samenwerking De bundeling van de bedrijven op het Schipholterrein is van cruciaal belang om marktwerking te krijgen. Samenwerking met gemeente Amsterdam is nodig om een goede beleidsmatige invulling van de Schipholregio (inclusief woon-werk verkeer medewerkers) te kunnen geven. Duurzaam aanbesteden is een krachtig middel om de verduurzaming van het transport op en rond Schiphol te bewerkstelligen.
Ondersteuningsbehoefte nvt
42
Gemeente ‘s-Hertogenbosch Geïnterviewde personen: Bart Eigeman – wethouder verkeer en vervoer, M. Berends - beleidsmedewerker E-mail:
[email protected],
[email protected] Telefoon: 073- 615 53 08 Markt 1 5211 JV ‘s-Hertogenbosch Participerende partijen: Gemeente ’s-Hertogenbosch, Essent, Enexis, GreenWheels, Arriva, Provincie Noord Brabant Proeftuinenaanvraag: Waarschijnlijk (samen met bovengenoemde partijen)
Project omschrijving De gemeente ’s-Hertogenbosch is trekker van het elektrisch rijden programma van Brabant Stad (B5: Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg). Het initiatief om breed op elektrisch vervoer in te zetten is in januari 2009 samen met marktpartijen genomen. Na het formuleren van een collectieve ambitie is er in maart 2009 een intentieverklaring ondertekend. In de periode daarna hebben de verschillende partijen intensief gewerkt om de uitgesproken intentie naar concrete doelen te vertalen en de projectorganisaties in te richten. Eerste concrete resultaten zijn behaald met de opening van een netwerk met 11 laadpalen in de stad in september 2009. Daarnaast hebben Essent en Enexis elektrische auto’s in eigen gebruik binnen de gemeente, zal GreenWheels elektrische deelauto’s inzetten en zijn er elektrische OV (huur)scooters beschikbaar op het station. In januari 2010 zullen de eerste 3 elektrische stadsbussen in den Bosch rijden. In 2010 zullen ook elektrische fietsen verhuurd worden op het station.
Doelstelling programma De gemeente streeft ernaar om medio 2010 vijftig elektrisch aangedreven voertuigen binnen de gemeentegrenzen te hebben rijden. Daarnaast sluit de gemeente den Bosch aan bij de ambities van de Provincie Noord Brabant om in 2020 200.000 elektrische voertuigen in de Provincie te hebben. De gemeente den Bosch zet in op een breed spectrum van elektrische voertuigen en vervoersmodi zoals OV fiets, scooter, personenauto’s, openbaar vervoer en vaartuigen.
Omvang en looptijd programma In de periode 2009 t/m 2011 zal de gemeente €2mln investeren in het initiatief elektrisch rijden. Een belangrijk deel van de investeringen is bedoeld voor het plaatsen van de laadinfrastructuur en het aanschaffen van poolvoertuigen voor het eigen wagenpark.
Samenwerking De gemeente heeft via een intentieverklaring een samenwerkingsverband met de Provincie en marktpartijen (Essent, Enexis, GreenWheels, Arriva) geformaliseerd. In deze verklaring hebben de verschillende partijen zich aan een collectieve ambitie gecommitteerd en zijn er vervolgens concrete projecten gedefinieerd. De gemeente speelt een verbindende rol tussen partijen met ambities op het gebeid van elektrisch vervoer (bijv. koppelen autodealer onderwijsinstellingen)
Ondersteuningsbehoefte • • • •
Strategische kader scheppen waarin het Formule E team snel kan schakelen om knelpunten gericht op te lossen Toezicht houden op standaardisatie van laadinfrastructuur (stekker, betalingsinfrastructuur, communicatiesystemen) Flankerend beleid: opzetten van fiscale regelingen om business case van de accu voordelig te beïnvloeden Regionale partijen ondersteunen bij het zichtbaar maken van initiatieven (bijv. min. Eurlings, Cramer, Prins Maurits bij openingen)
43
Stroomstoot – Gemeente Rotterdam Geïnterviewde persoon: Ton Vermie –Programmaleider Duurzame voertuigen (afd. Gemeentewerken/RCI) E-mail:
[email protected] Telefoon: 010 489 6185 Galvanistraat 15 3029 AD Rotterdam Participerende partijen: G4, Rotterdam Climate Initiative, Green Wheels, PSA, Essent Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving De juiste voorwaarden creëren is het doel van het gemeentelijke programma Stroomstoot: een krachtig en ambitieus programma neerzetten om luchtkwaliteit te verbeteren en broeikasgasemissies te verlagen. Het programma van de gemeente Rotterdam omvat een veelvoud aan projecten waarvan een drietal op relatief korte termijn een prominente rol speelt: carsharing project (launching customer voertuigen project), eigen vloot en infrastructuur (smart grid met laadpunten op kritische plekken en betalingssysteem, zie projectfiche Eneco) en als coördinator in een Europees project (EVA: Electric Vehicles for Advanced Cities met oa Amsterdam, Noord-Brabant en een twintigtal toonaangevende Europese steden). Het carsharingproject wordt hier beschreven.
Doelstelling programma De gemeente Rotterdam heeft als doelstelling van het Stroomstoot programma om in voor 2014 1000 elektrische voertuigen te hebben en in 2025 200.000 (=15% nationale doelstelling). Op dit moment zijn er financiële middelen om 1000 oplaadpunten en 1000 parkeervergunningen (vooralsnog voor 1 jaar zeker) te verstrekken aan eigenaren van elektrische voertuigen in Rotterdam. Het carsharing project met de G4 betreft 25 elektrische auto’s (Peugot Ion), waarvan er ca. 6 in Rotterdam gaan rijden. De keuze voor carsharing/GreenWheels als launching customer is gemaakt omdat het gebruiksprofiel goed past bij de eigenschappen van elektrische voertuigen, met name de korte gemiddelde ritafstand. Tevens zijn er vaste parkeerplaatsen, is er een transparante klantrelatie, zijn de kosten voor de brandstof minimaal en is er daardoor ook geen betaalsysteem voor de brandstof nodig. De OPEX ten opzicht van benzine is een factor 3 lager.
Omvang en looptijd programma Het benodigde budget voor het carsharing project zal ongeveer 1 M€ bedragen en de looptijd is 2 jaar. Samenwerking GreenWheels is verantwoordelijk voor het business model, Essent voor de infrastructuur en groene stroom , PSA voor de voertuigen en de G4 zijn faciliterend. Alle wethouders zijn akkoord met en op directieniveau van de private partijen is er acceptatie voor de indiening van dit voorstel en de uitvoering daarvan na de toekenning van dit project.
Ondersteuningsbehoefte • • • •
Duidelijkheid en zekerheid bieden: bestendigheid incentives Uitstralen naar de wereld dat NL de ideale elektrische auto omgeving bied Coördineren R&D en automotive innovatie (NL is autoproductieonafhankelijk) Zorg dat elektrisch rijden interessant wordt en blijft
44
C,mm,n – Stichting Natuur en Milieu Geïnterviewde persoon: Willem-Jan van Grondelle E-mail:
[email protected] Telefoon: 030-2348255 Hamburgerstraat 28a 3500 BN Utrecht Participerende partijen: Stichting Natuur en Milieu, TU Delft, Universiteit Twente , TU Eindhoven, Rabobank, Athlon Car lease, Logica, Nederlandse overheid, Transumo, Nationale Postcode Loterij Proeftuinenaanvraag: Nee
Project omschrijving In 2005 is de Stichting Natuur en Milieu tezamen met de drie technische universiteiten van Nederland en ondersteund door het bedrijfsleven, het project c,mm,n gestart dat inzicht moet geven in het duurzame mobiliteitsconcept voor het jaar 2020. Dit concept moet de transitie van vervoer op fossiele brandstoffen naar grootschalige elektrische aangedreven mobiliteit versnellen. Het project richt zich hierbij op het complete mobiliteitsconcept, van ontwerp van de auto, laadpunten, beleid tot aan het ontwikkelen van de (ICT)dienstverlening (rij- en route-informatie/planning). In het begin van het project heeft men zich op meerdere duurzame brandstoffen gericht, maar sinds 2009 heeft c,mm,n de keuze gemaakt voor volledig elektrisch aangedreven vervoer (aangezien zij dit voor toekomst als meest kansrijke duurzame brandstof ziet). Het gebruik van duurzame elektriciteit en de buffercapaciteit voor variërende opwekking zijn hierbij centrale punten .
Doelstelling programma C,mm,n is gestart als auto van de toekomst concept in 2005 en in 2009 is een volledig elektrisch aangedreven versie 2.0 gelanceerd (AutoRAI) met als doel de ontwikkelingen te versnellen richting een breed verspreid gebruik van elektrisch aangedreven voertuigen in Nederland. Leidend hierbij is het concrete doel om in 2020 1 miljoen elektrische auto’s in Nederland te hebben, die worden voorzien van duurzaam opgewerkte energie. In 2009 heeft c,mm,n en de Stichting Natuur en Milieu een actieplan gepresenteerd dat de verschillende uitrolstrategieën beschrijft voor het realiseren van deze doelstelling.
Omvang en looptijd programma NVT
Samenwerking In c,mm,n werken bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen samen. Hierin heeft de Stichting Natuur en Milieu als initiatiefnemer een regisserende/faciliterende rol. Veel van de ontwerpen en ideeën worden ontwikkeld in samenwerking met de studenten van de drie technische universiteiten in Nederland. C,mm,n is de eerste open-source auto ter wereld, hetgeen inhoudt dat de ontwerpen en blauwdrukken publiekelijk beschikbaar worden gesteld en dat iedereen een bijdrage kan leveren aan deze ontwerpen mits zij haar aanpassingen ook weer onder dezelfde voorwaarden beschikbaar stelt. Deze aanpak moet leiden tot de ontwikkeling van een levendige open-source community.
Ondersteuningsbehoefte Het doel van het Formule E-team moet zijn om e-rijden in Nederland te versnellen middels “het realiseren van een duurzame systeemverandering”. Zij moet dit bereiken middels:Zorgen dat alle stakeholders die nodig zijn om erijden mogelijk te maken, zich hebben aangepast en de juiste rol spelen (bijv. ANWB dienstverlening voor e-auto’s, RDW (keuring) en Politiek (met name mbt Europese directives)) Jaag het enthousiasme onder de verschillende partijen aan • •
Zorg voor regie, samenwerking en communicatie tussen de verschillende partijen Onderzoek waar de kansen en belemmeringen voor de verschillende projecten zitten en stimuleer dat de kansen worden benut en de belemmeringen worden weggenomen
45
Belangrijk is dat het team de initiatieven ondersteunt en niet op de stoel van de uitvoering gaat zitten. Stuur krachtig en met zachte hand de goede initiatieven.
46
Charged – Athlon Car Lease Geïnterviewde personen: Richard Sikkel – Algemeen directeur Peter Soonius – Manager Business Development & Strategy E-mail:
[email protected],
[email protected] Telefoon: 065 107 3902 (P. Soonius) Veluwezoom 4 1320 AH Almere Participerende partijen: Athlon carlease Proeftuinenaanvraag: Ja, via leasecontracten met partijen die aanvraag doen (Alliander/Nuon, Enexis/Essent)
Project omschrijving Begin 2008 introduceerde Athlon Car Lease het Duurzaam Mobiliteitsplan. Dit is een 5-stappenplan waar kostenbesparing, mobiliteit en duurzaamheid hand in hand gaan. Elektrisch rijden heeft hier een prominente rol in opgeëist. Sinds 2006 is Athlon Car Lease hoofdpartner van het C’mm’n project, een initiatief van Stichting Natuur en Milieu en de drie technische universiteiten. Daarnaast participeert Athlon vanuit haar rol als leasemaatschappij in diverse regionale initiatieven op het gebied van elektrische voertuigen.
Doelstelling programma Athlon wil met het ontwikkelprogramma Charged binnen de komende jaren kennis vergaren en producten ontwikkelen op het gebied van: • •
Financieringsmodellen voor elektrische voertuigen Exploitatiekosten (door inzicht in lease-prijs, onderhoudskosten en restwaarde)
Verder wil Athlon zelf als “early adopter” gebruikservaring opdoen door zelf elektrische voertuigen te gebruiken. Het is ook een doel van het ontwikkelprogramma om kennis op het gebied van voertuigtechnologieën en laadinfrastructuur op te doen. Athlon is niet van plan om in de toekomst in laadinfrastructuur of voertuigproductie te investeren.
Omvang en looptijd programma Het ontwikkelprogramma is een continu programma, het budget is niet bekend.
Samenwerking Athlon is een belangrijke partner bij het leveren van elektrische voertuigen via leasecontract aan partijen die proeftuinen aanvraag doen en/of zelf als “early adopters” voertuigen in gebruik nemen. Athlon levert elektrische voertuigen aan oa Enexis, Alliander, B5 (gemeentes Noord-Brabant) en opereert als “spin in het web” op het gebied van elektrisch rijden. Op dit moment is Athlon afhankelijk van kleine partijen die auto’s ombouwen naar elektrisch aangedreven maar voor de grote hoeveelheden zet Athlon in op het import van voertuigen van OEM’s met hoge kwaliteitsstandaarden en een breed dealer netwerk. Athlon is eigendom van Rabobank.
Ondersteuningsbehoefte •
• •
Zorgen voor consistente inhoudelijke regelgeving (fiscaliteit, BPM, kilometerbeprijzing) tot 2020 om onzekerheden in de business case voor de gebruiker weg te nemen. Voor het bepalen van de leaseprijs is aanschafprijs maar ook exploitatiekosten en restwaarde van groot belang. Het is het dus belangrijk dat overheidstimulans voor de particuliere gebruiker niet alleen op aanschaf maar ook op de gebruik wordt gegeven zodat er een aantrekkelijke 2 hands markt voor elektrische voertuigen ontstaat. Aanhaken van Nederland bij Europese wet- en regelgeving Promoot Nederland als Europese proeftuin voor elektrische mobiliteit met name bij de grote OEM’s
47
LeasePlan Geïnterviewde personen: Erik Staat – Marketing director Derk van Rossem – Product development manager E-mail:
[email protected],
[email protected] Telefoon: 062 291 4337 (E. Staat), 065 580 8445 (D. van Rossem) Wisselweg 31-33 1314 CB Almere Participerende partijen: LeasePlan (i.s.m. Nuon en Mobility Mixx in Elektrisch Vervoer Alliantie EVA) Proeftuinenaanvraag: in overweging
Project omschrijving LeasePlan is de wereldmarktleider op het gebied van operational carlease. Als onderdeel van de ambitie om duurzame mobiliteitsoplossingen te integreren in het bedrijfsmodel, heeft LeasePlan besloten om in te zetten op elektrisch vervoer. LeasePlan ziet kansen om elektrisch vervoer in een vroegtijdig stadium via leaseconstructies op de markt te brengen als onderdeel van een breder palet aan keuze’s die zij de zakelijke rijder kunnen bieden (diesel/ benzine/hybride/plugin/elektrisch). Er zijn op dit moment 7 elektrische poolauto’s aan de gemeente Amsterdam geleverd en 2 elektrische poolauto’s aan ABM/Amro bank. Deze partijen gebruiken de elektrische auto’s voornamelijk voor hun mobiliteitsbehoefte maar willen ook graag gebruikerservaring op doen, “early adopter” zijn en de marketingwaarde benutten.
Doelstelling programma LeasePlan wil met het ontwikkelprogramma voor elektrisch vervoer zo veel mogelijk ervaring opdoen om een valide business model op te kunnen stellen voor de verwachtte aankomende elektrische auto modellen. Op basis van deze ervaringen kunnen onder meer realistische inschattingen gemaakt worden van de verwachtte restwaarde van de auto en batterij, verzekering en onderhoud. Met haar programma wil LeasePlan ook haar klanten in staat stellen om zo snel mogelijk ervaring met elektrisch vervoer op te doen om een doorbraak van elektrisch rijden te realiseren. Hiervoor hebben kleinschalige projecten die goed gemonitord kunnen worden en waarvan de effecten te overzien zijn op dit moment de voorkeur. Naast het opdoen van praktijkervaring wil LeasePlan ook een rol spelen in het halen van elektrische voertuigen naar de Nederlandse markt. Hiervoor heeft LeasePlan op corporate niveau brede contacten met OEM’s zoals Renault/Nissan en Volvo. Verder is er op corporate niveau een onderzoek gaande naar marktpotentie van elektrische voertuigen en de (technologische) ontwikkelingen in het kader van elektrische voertuigen om beter in staat te zijn de klanten van informatie te voorzien.
Omvang en looptijd programma Het ontwikkelprogramma is een continu programma, het budget is niet bekend.
Samenwerking Om een integrale oplossing over de hele waardeketen van elektrisch vervoer aan te kunnen bieden, heeft LeasePlan een partnership met Nuon en Mobility Mixx getekend. Onder de naam van Elektrisch Vervoer Alliantie (EVA), wordt er zorg gedragen voor de aanschaf, het ter beschikking stellen (o.b.v. lease) en het rijdend houden van elektrische auto’s. De partner Nuon zorgt desgewenst voor het aanleggen en beheren van oplaadinfrastructuur. LeasePlan onderzoekt momenteel de mogelijkheid om samen met Volvo een proeftuin aanvraag in te dienen.
Ondersteuningsbehoefte • •
Zorgen voor kennisontwikkeling en kennisdeling op het gebied van elektrisch rijden Sturing geven aan het standaardisatieproces van laad- en betaalinfrastructuur
•
Niet alleen aanschaf van nieuwe elektrische voertuigen stimuleren maar ook nadenken over de doorvertaling van de leereffecten op de tweedehandsmarkt (restwaarde elektrische auto’s) en het gebruik van de voertuigen
•
Zorgen voor consistent en duurzaam (voor een voldoende lange periode) flankerend beleid
48
Gemeente Den Haag Geïnterviewde personen: Jeroen Hutten – Beleidsmedewerker Afdeling Verkeer en Infrastructuur Lourens de Puij – Beleidsmedewerker Afdeling Milieu en Vergunningen E-mail:
[email protected],
[email protected] Telefoon: 070 353 47 54 (J. Hutten) 070 353 27 92 (L. de Puij) Spui 70 2511 BT den Haag Participerende partijen: gemeente Den Haag Proeftuinenaanvraag: Nee
Omschrijving De gemeente Den Haag heeft haar ambities op het gebied van duurzame mobiliteit in de “kadernota duurzaamheid” verankert. Hierin zijn aspecten zoals infrastructuur, techniek en gedragsbeïnvloedingsmaatregelen waar de gemeente op in wil zetten in de transitie naar duurzame mobiliteit opgenomen. Om de transitie naar hogere luchtkwaliteit en uiteindelijk klimaatneutraliteit te bewerkstelligen zet de gemeente o.a. ook op elektrische aandrijving in. Op dit moment heeft de gemeente Den Haag geen specifiek programma en doelstellingen om elektrisch rijden versneld te introduceren. Wel zijn er enkele losse initiatieven zoals de elektrische “TukTuk” (personenvervoer) en elektrische veegwagens die de verantwoordelijke afdeling op eigen initiatief heeft aangeschaft. De gemeente Den Haag gelooft sterk in het initiatief van de ondernemer en zal de ondernemer zonodig met haar beschikbare middelen ondersteunen.
Ondersteuningsbehoefte •
Ondersteuning in gemeentelijke beleidsvorming door lange termijn visie te formuleren (en uit te dragen)
•
Consistente wet- en regelgeving (milieuzones, elektrische voertuigen, etc.)
•
Lobby bij industrie en branches om schaalgrootte te creëren
•
Een vergelijkend overzicht van de milieueffecten (waaronder CO2) van de verschillende technieken vanuit de gehele keten (well to wheel).
49
Alliander Geïnterviewde persoon: Peter van der Sluis – Strategy Consultant, Programma manager E-mail:
[email protected] Telefoon: 062 973 5869 Utrechtseweg 68 6812 AH Arnhem Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving Als netwerkbeheerder wil Alliander op dit moment zoveel mogelijk expertise wil opdoen over de gevolgen van nieuwe elektrische mobiliteitsconcepten voor de dienstverlening en het netwerk van Alliander. Om dit te bewerkstelligen participeert zij in diverse projecten, welke inzicht geven in de technische implicaties maar ook de impact op het gedrag van de eindgebruikers. Het onderzoek van Alliander kent twee pijlers; 1) de laadpalen en voertuigen en 2) de opwekking en distributie van de elektriciteit in de vorm van “smart grids”. Naast het vergaren van kennis over effecten van elektrische mobiliteit, dragen deze projecten ook bij aan het stimuleren van elektrisch rijden en smart grids. Alliander speelt ook een actieve rol in de voorlichting naar de verschillende partijen, bijv. over de mogelijkheden van “smart grids” in nieuw aan te leggen woonwijken. Tevens heeft Alliander 20 elektrische voertuigen (th!nk) aangeschaft om zelf gebruikerservaring op te doen.
Doelstelling programma Het doel van de elektrisch rijden en smart grid-programma’s is om zoveel mogelijk kennis op te doen om zo de daadwerkelijke brede realisatie zowel intern (het gereed krijgen van de eigen dienstverlening) als wel extern te versnellen, maar ook om een faciliterende rol te spelen in de versnelling van de transitie naar duurzame energie. Daarnaast draagt Alliander bij aan het ontwikkelen van een nieuw marktmodel en organisatiestructuur (rolmodellen) voor elektrische mobiliteit samen met Energiened en Netbeheer Nederland. Hiervoor is binnen Netbeheer Nederland een werkgroep elektrisch vervoer opgezet waarin alle netbeheerders vertegenwoordigd zijn.
Omvang en looptijd programma De huidige projecten waarin Alliander participeert hebben gezien het lerende karakter een relatief korte looptijd van een aantal jaren (bijv. e-laad beslaat een periode 3 jaar)
Samenwerking Alliander werkt in diverse projecten samen zoals: -
Aanleggen laadinfrastructuur met Nuon in Amsterdam Proeftuinaanvraag in de regio Nijmegen-Arnhem (tezamen met Kema) Eigen elektrische voertuigen E-laad Ontwerpwedstrijd voor laadpunten (ism gem. Arnhem, ontwerpplatform en Syntens) Diverse projecten in nieuwbouwwijken om deze voor te bereiden op de uitrol van smart-grid concepten (bijvoorbeeld in Heerhugowaard)
Ondersteuningsbehoefte • • • •
Nederland promoten bij de OEM’s als ideale testland voor elektrisch rijden, gezien de splitsing tussen de netwerkpartijen en energieleveranciers, de relatief korte afstanden en de aanwezige kennis rond accu en stuur- en regeltechnologie bij toeleveranciers van de auto-industrie Niet alleen focussen op elektrisch rijden maar dit in een breder duurzaamheidsconcept plaatsen, waarbij ook “smart grids” worden betrokken Omarmen van het Europese standaardisatieproces Voorlichting over e-rijden en smart-grids door overheden richting overheden, bedrijfsleven en burgers
50
Cargohopper Geïnterviewde persoon: Jacques van der Linden (Directeur Hoek Transport) E-mail:
[email protected] Telefoon: +31 30-2626744 Rutherfordweg 101 3542 CN UTRECHT Nederland Participerende partijen: Hoektransport, Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht Proeftuinenaanvraag: Nee
Project omschrijving Hoektransport heeft een aantal jaren geleden het initiatief genomen om als in eerste in de wereld een op zonnecel ondersteunde elektrische vrachtwagen te ontwikkelen. De ambitie van Hoektransport is om gebruikmakend van dit voertuig een stil en duurzaam alternatief uit te rollen voor stadsdistributie in de gehele stadsregio Utrecht. Momenteel rijdt er een vrachtwagen in de binnenstad van Utrecht, die wordt bevoorraad bij een distributiepunt net aan de grens van de stad. De vrachtwagen (vergelijkbaar met een elektrische treintje op wielen) is ontwikkeld in samenwerking met een aantal “kleinere” technische leveranciers in Nederland. Er vinden momenteel gesprekken plaats met grote leveranciers (bijvoorbeeld met DAF) om zo de productie op te schalen en deze hiermee goedkoper te maken. De huidige versie is tot stand gekomen zonder subsidie maar wel met ondersteuning van de gemeente Utrecht en de Provincie Utrecht.
Doelstelling programma De Cargohopper heeft de ambitie om voor de stadsregio Utrecht de oplossing te worden voor het binnenstedelijk goederen vervoer. Daarnaast is de Cargohopper actief in de promotie van het concept richting andere regio’s, bijvoorbeeld bij de gemeentes Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en de gemeentes vertegenwoordigd in Brabantstad (de B5). Deze promotie moet resulteren in opschaling van het concept, hetgeen er voor zal zorg dragen dat de ontwikkeling van de Cargohopper goedkoper wordt, maar ook dat het een goed alternatief wordt voor de stadsdistributie van de grotere winkelketens.
Omvang en looptijd programma Momenteel rijdt er 1 vrachtwagen rond in de binnenstad van Utrecht en wordt er tweede versie ontwikkeld. Deze versie zal een vergroot bereik hebben van +/- 85 km waardoor de buitenwijken van Utrecht kunnen worden aangedaan. De kosten van de ontwikkeling van een voertuig bedragen momenteel nog 150.000 Euro (van de eerste versie).
Samenwerking Hoektransport is de drijvende kracht achter het initiatief de Cargohopper, echter wordt er intensief samengewerkt met technische partners voor de technologische ontwikkeling van het voertuig en met de Gemeente en de Provincie.
Ondersteuningsbehoefte • • •
Overheidsondersteuning voor de technologische ontwikkeling van de elektrische voertuigen, waardoor de voertuigen zelf goedkoper zullen worden Geen behoefte aan de subsidiëring van exploitatie van deze voertuigen, subsidie zou de duurzaamheid van het businessmodel niet te goede komen Ondersteunend beleid rondom het concept elektrische stadsdistributie, bijv. verruiming van de venstertijden
51
Gemeente Almere Geïnterviewde persoon: Anne Kets – beleidsmedewerker mobiliteit E-mail:
[email protected] Participerende partijen: gemeente Almere Proeftuinenaanvraag: In overweging
Omschrijving Almere zet bij de schaalsprong in op duurzame ontwikkeling in de brede zin des woords. Duurzame mobiliteit, waaronder het voorzien in voorwaarden voor elektrisch vervoer, wordt hierbij genoemd als mogelijk speerpunt voor duurzame gebiedsontwikkeling. Op het gebied van elektrisch vervoer is de gemeente Almere in een verkennende fase. Er wordt op dit moment gewerkt aan een aanpak voor het onderwerp “elektrisch vervoer”. Een plan van aanpak is naar verwachting begin 2010 gereed. Er zijn nog geen laadpalen in de openbare ruimte, wel worden er binnen de gemeente een aantal elektrische veegwagens toegepast. Verder is de gemeente Almere met een aantal partnergemeentes aan het overwegen om een proeftuinen aanvraag in te dienen.
Ondersteuningsbehoefte •
Nog niet bekend
52
Stichting D-INCERT Geïnterviewde persoon: Prof. Cees de Bont (Chairman) en Pauline van der Vorm (Project coördinator) E-mail:
[email protected] Telefoon: +31 (0)15 27 81206 D-INCERT p/a TU Delft Valorisatiecentrum Mekelweg 2, 2628 CD Delft Postbus 5, 2600 AA Delft Participerende partijen: TU Delft, TU Eindhoven, TU Twente, Hogeschool Rotterdam, ANWB, Essent, Next Generation Infrastructures Foundation, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Kema, Prorail, ARN, Transumo Proeftuinenaanvraag: Nee Project omschrijving Het D-INCERT programma is voortgekomen uit de samenwerking die er plaatsvond tussen de Technische Universiteiten in Nederland in het C,mm,n project. Het programma wordt momenteel formeel opgericht als stichting. Inmiddels wordt het ondersteund door verschillende bedrijven, belangenverenigingen en kennisinstellingen in Nederland. Het tracht in samenwerking met deze partijen een gezamenlijke onderzoeksagenda te ontwikkelen voor elektrisch rijden en de brug te slaan tussen de verschillende initiatieven en partijen. In samenwerking met het door Transumo gesubsidieerde project Diemigo voerde leden van D-INCERT onlangs een scenario studie uit voor Schiphol: “Schiphol The Grounds 2030”. Hierin worden scenario’s uitgewerkt ten behoeve van de integratie van elektrische mobiliteit in de gebouwde omgeving. In opdracht van het Ministerie voert het een overzichtsstudie uit om de technologische mogelijkheden op het gebied van elektrisch rijden in kaart te brengen en de bestaande kennis en competenties die Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen hier op hebben vast te stellen, hieronder vallen zes thema’s 1) batterij technologie, 2) elektrische voertuigen, 3) gebruikersperspectief, 4) laad-, betaal- en energie-infrastructuur, 5) ruimtelijke ordening en 6) veiligheid. Doelstelling programma De doelstelling van het D-incert programma is het stimuleren en coördineren van de kennisontwikkeling op de kritische kennisgebieden die nodig zijn om elektrisch wegvervoer op grote schaal te realiseren. Dit tracht zij te doen middels het in kaart brengen van de te belangrijke kennisgebieden en doormiddel van het coördineren en verbinden van onderzoeksagenda’s bij de diverse private en (semi)publieke instellingen in Nederland. Omvang en looptijd programma Op dit moment is men bezig met de verder vorming van de organisatie, hierbij zijn nog geen definitieve kwantitatieve doelstellingen of looptijd/budgetten geformuleerd. Samenwerking De stichting en haar medewerkers (die op dit moment medewerkers zijn van de TU Delft) zijn gevestigd op de campus van de TU Delft. Het werkt nauw samen met de andere kennisinstellingen, belangenverenigingen en bedrijven in Nederland. Hierbij tracht de stichting vooral een verbindende en aanjagende rol te spelen. Een vertegenwoordiger en deskundige van een betrokken kennisinstelling zal de trekker van een specifiek onderzoeksthema zijn, hij dient dit onderzoek met behulp van het programma nader te coördineren/monitoren.
53
Ondersteuningsbehoefte • •
Het is belangrijk om in kaart te brengen wat de toekomstige gebruiksproposities zijn voor het elektrisch rijden voor zowel bedrijfsleven als de consument Het Formule E-team zal snel een eigen visie moeten vormen welke gebieden/proposities zij willen stimuleren, hiervoor zal verdere verdieping/onderzoek noodzakelijk zijn in samenwerking met de verschillende spelers in Nederland
54
ProRail/“The Green Trip” Geïnterviewde personen: Arnaud van der Sluis (programma manager) en Theo Dusseldorp (programma adviseur) E-mail:
[email protected] Adres: Moreelsepark 3 (De inktpot) 3511 EP Utrecht Participerende partijen: Prorail, NS Poort, NS Reizigers, NS Vastgoed Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving Het project is geïnitieerd door Prorail en bouwt voort op een interne studie naar de mogelijkheden om grootschalig elektrisch vervoer te stimuleren. Prorail tezamen met haar partners NS Poort en NS reizigers zijn tot de conclusie gekomen dat het essentieel is om een compleet vervoersconcept te realiseren dat verschillende elektrische vervoersmobiliteiten (met ieder haar eigen actieradius) en diensten combineert en vervolgens aanbiedt als 1 geïntegreerde “Green Trip” beleving (Groen&Gemakkeljk). Er moet voor worden gezorgd dat het gemak van de reiziger optimaal is bediend (zowel voor, tijdens als na de reis). Deze partijen vinden dat zij een uitstekende positie hebben om dit concept op landelijke schaal te realiseren, vanwege 1) de expertise mbt infrastructuur en reizigers- en consumentengedrag, 2) huidige infrastructuurpositie (grond, ICT (eigen glasvezelnetwerk), eigen hoogspanningsnet en 240 onderstations met 250 auto’s/onderstation capaciteit) en 3) huidige dienstenportfolio.
Doelstelling programma Het beoogde doel van dit initiatief is het aanbieden van een waslijn (programma) waarop lokale initiatieven kunnen inhaken om zo een landelijk dekkend mobiliteitsconcept te realiseren waarbij passagiers van deur-totdeur kunnen worden vervoerd middels elektrisch vervoer (treinen voor inter-stedelijk vervoer en verschillende elektrische modaliteiten (m.n. scooters, fietsen en bussen) voor de “last mile”). Naast het personenvervoer wordt er ook gekeken naar de mogelijkheden voor pakketpost of binnenstadsdistributie. Na verloop van tijd zullen de succesvolle initiatieven worden geprivatiseerd aangezien Prorail en haar partners geen eigenaarschap ambiëren. De geografische focus voor de aankomende 2 jaar is het gebied besloten door de A2 corridor (Utrecht – Den Bosch). Gedurende deze periode zullen de volgende activiteiten plaatsvinden: 1. 2.
3.
Het promoten van het “The Green Trip” mobiliteitsconcept (8-9 december zal dit worden gelanceerd) Indienen van aanvraag bij de Proeftuinen en uitvoeren van pilots ihkv landelijke dekking Ondersteunen en promoten van het Formule E-team
Business case zit in de technische interface voertuigen-infra, gebruikersinterface (reisbegeleiding en gemaksvoorzieningen (informatieverschaffing). Het programma zal zich eerst focussen op het openbaar vervoer (trein, bus, taxi, efiets) en vanaf 2011 mede op elektrische auto.
Omvang en looptijd programma Huidige focus is de aankomende 2 jaar, omvang van het budget is nog onbekend.
Samenwerking De deelnemers van het project zijn Prorail, NS poort en NS reizigers. Daarnaast worden er gesprekken gevoerd /samengewerkt met allerlei andere stakeholders die van belang zijn om het “Green Trip” vervoersconcept te realiseren (zoals busmaatschappijen, ICT partijen, overheden en andere e-rijden initiatieven zoals e-laad). Het projectteam wil momenteel nog geen voorkeur uitspreken voor specifieke technische oplossingen, omdat het in deze leerfase technisch flexibel willen blijven. Daarnaast wordt in deze fase van het project kennisdeling tussen de partijen van groot belang gevonden. Hierbij heeft het projectteam gekozen voor het open source principe, waarbij alle participerende partijen verplicht zijn om de relevante kennis met de andere partijen te delen.
Ondersteuningsbehoefte Landelijke coördinatie promotie van e-rijden, kennisdeling over de implicaties van verschillende diensten en technologieën, standaardisatie
55
Provincie Noord Brabant Geïnterviewde personen: Jeroen Kroonen - Beleidsmedewerker, Projectleider elektrisch rijden en slimme netwerken E-mail:
[email protected] Brabantlaan 1 5216 TV ’s-Hertogenbosch Telefoon: 065 568 6616 Proeftuinenaanvraag: Geen eigen aanvraag
Project omschrijving Als onderdeel van het energiebeleid van de provincie Noord Brabant ondersteunt de provincie de ontwikkeling van elektrisch rijden. In de provincie Noord Brabant zijn een relatief groot aantal kennisinstellingen en bedrijven gevestigd die een rol (kunnen) spelen in het realiseren van elektrisch rijden. Vandaar dat de provincie naast de ecologische motieven voor elektrisch rijden ook een sterk economisch motief heeft. De pijlers van het e-rijden beleid zijn gericht op de volgende punten: -
Stimulering van kennisbedrijven en technostarters die een rol spelen in de ontwikkeling van de erijden technologie Stimuleren van de vergroening van de energielevering Ontwikkeling van de netwerkinfrastructuur, waaronder “smart-grid” ontwikkelingen en de laadpunten Stimulering van de leerervaring en het gebruik van elektrische voertuigen (zowel binnen de provincie (eigen voertuigen) als wel extern in gemeentes
De strategie van de provincie in het stimuleringsbeleid is om niet zelf direct actief te participeren in projecten, maar juist te zorgen voor verbinding van de verschillende partijen, waaronder locale overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Doelstelling programma Als onderdeel van haar energieplan heeft de provincie de ambitie geformuleerd om in 2020 200.000 elektrische voertuigen te hebben rondrijden in de provincie Noord Brabant. Het doel van de ondersteuning van kennisinstellingen en MKB bedrijven is om een sterke industrie en kennissector op het gebied van elektrisch rijden te creëren in de provincie die duizenden extra banen genereert.
Omvang en looptijd programma De huidige looptijd van het energieplan, waarvan programma elektrisch vervoer onderdeel uitmaakt is 2020. Voor de periode 2009 t/m 2011 zijn er €5mln vanuit het crisispakket van de Provincie Noord Brabant voor de stimulering van elektrisch rijden gereserveerd. Dit budget zal voornamelijk worden ingezet voor het e-loket, een aanlooppunt voor ondernemers die op elektrisch rijden willen inzetten. Met behulp van het e-loket wil de Provincie bedrijvigheid en R&D potentie op het gebied van e-rijden stimuleren en verbindingen tussen partijen leggen. Daarnaast zijn er €15mln beschikbaar voor het R&D programma van HTAS op het gebied van voertuigontwikkeling rondom elektrisch rijden.
Samenwerking De provincie participeert in diverse projecten en heeft vaak een verbindende en aanjagende rol in deze projecten. Zo participeren zij in: • • • • •
De ontwikkeling van diverse e-rijden faciliteiten op de Technocampus (waaronder een e-loket) Electric Motive Technology Cluster (ism BOM en ATC) Het elektrisch rijden programma van de gemeente Den Bosch Het elektrische mobiliteitsprogramma van BrabantStad (B5) Realisatie van testfaciliteiten (verkeersveiligheid) voor e-voertuigen
56
Ondersteuningsbehoeften • • • • • • •
Onderzoeken van het juiste marktmodel en de businessmodellen voor de langere termijn (aangezien hierop de regulering moet worden aangepast) Support voor opschaling middels fiscale regelingen Verlaging van de kosten en beschikbaarheid realiseren Belangrijk dat er wordt samengewerkt met de grote industriële spelers aangezien deze uiteindelijk de opschaling zullen realiseren (bijv. Siemens en RWE) Wisselwerking tussen lange en korte termijn Zorg ervoor dat het e-loket in Noord Brabant op nationaal niveau kan acteren Creëer een geconsolideerde vraag naar technologie (zoals voertuigen)
57
Eneco/NRGspot Geïnterviewde persoon: Monique Blokpoel, Innovatiemanager elektrische mobiliteit E-mail:
[email protected] Telefoon: 088-8960013 Wilheminakade Rotterdam Participerende partijen: Eneco, Stedin, Roteb Lease, gemeente Rotterdam (RCI/gemeentewerken), TNO, Toyota Proeftuinenaanvraag: Ja
Project omschrijving Het project beoogd de impact op het netwerk te onderzoeken en de emissies van (plug-in)hybrides te bepalen door ongeveer 80 auto’s en 100 laadpunten (NRGspots) op korte termijn te realiseren. De laadpunten komen binnen beschermde omgevingen, zoals parkeergarages en bij bedrijven.
Doelstelling programma De PPS zal leiden tot een geleidelijke introductie van elektrische mobiliteit in Rotterdam. Er is al een aantal voertuigen bij de verschillende partners in gebruik in de stad (o.a. TukTuk’s en kleine busjes) en er is een klein aantal laadpunten. Eneco gelooft in laadpunten op concentratiepunten en niet zo maar in de publieke ruimte. Om deze reden doet het netwerkbedrijf Stedin niet mee met Stichting E-laad die juist openbare laadpunten predikt. De Eneco laadpunten zijn Kema gekeurd en zullen de OV chipcard als identificatie en later als betaalmiddel gebruiken. Hierover is samenwerking met Translink (VolkerWessels).
Omvang en looptijd programma 3 jaar, ongeveer 500 voertuigen, waaronder 6 plug-in Toyota’s, Quicc, Volvo’s, Amperes en Mitsubishi’s
Samenwerking Kosten delen naar rato van het aantal voertuigen tussen de partners. Afstemming is geregeld op projectmanagement niveau, bestuurlijk ondersteund. OV chipcard praktijktest.
Ondersteuningsbehoefte • • • •
Standaardisatie (is iets anders dan het voorschrijven van 1 oplaadpunt) van betaal- en aansluitdeel Kema keur op de palen Proeftuinregeling is niet heel duidelijk Zet Kema en TNO (NCAP) en RDW in voor standaardisering en normstelling
58
Amsterdam elektrisch – Gemeente Amsterdam Geïnterviewde persoon: Maarten Linnenkamp –Programmaleider Amsterdam elektrisch (afd. luchtkwaliteit) E-mail:
[email protected] Telefoon: 065 252 4031 Weesperplein 4 1000 AX Amsterdam Participerende partijen: Gemeente Amsterdam en haar gemeentelijke diensten, Alliander Proeftuinenaanvraag: Ja (penvoerder TaxiCentrale Amsterdam)
Project omschrijving De gemeente Amsterdam heeft hoge ambities op het gebied van klimaat en luchtkwaliteit in de stad. Het elektrisch rijden initiatief van de gemeente Amsterdam is dan ook geïnitieerd vanuit de afdeling luchtkwaliteit en het Klimaatbureau. De ambities van de gemeente op het gebied van elektrisch rijden dragen eraan bij dat het Amsterdamse milieuprogramma algemeen als positief ervaren wordt. De sfeer draait van “niks mag” (milieuzones, parkeerverbod etc.) naar “alles kan” (versnelde vergunningsaanvraag, gratis parkeren etc.). Sterk bestuurlijk commitment van de drie relevante wethouders.
Doelstelling programma Het initiatief wil in de komende twee jaar (2009-2011) 200 laadpunten realiseren en 200 elektrische auto’s in de stad laten rijden. In de periode 2012-2015 zullen er naar schatting 10.000 elektrische voertuigen in Amsterdam rijden. De laadinfrastructuur wordt op strategische plekken neergezet door Alliander (via aanbesteding). Het beoogde aantal elektrische voertuigen wordt gerealiseerd met een mix van personenauto’s, bedrijfsauto’s, specialistische voertuigen, scooters en vaartuigen.
Omvang en looptijd programma In de periode 2009 t/m 2015 zal de gemeente €10mln investeren in het initiatief elektrisch rijden (50% uit FES gelden). Het zwaartepunt van de investeringen zal in de eerste jaren van het programma zijn aangezien dan het grootste deel van de infrastructuur wordt neergezet. Ongeveer 50 elektrische auto’s eigen wagenpark tot 2011.
Samenwerking Er zitten geen private partijen direct in de projectgroep maar er is veel overleg met marktpartijen om breed draagvlak te hebben en het beoogde aantal voertuigen te realiseren. Er is bijvoorbeeld overleg geweest met Mitsubishi om de voorwaarden te bespreken onder welke Mitsubishi elektrische auto’s in Amsterdam wil leveren. Deze zijn vervolgens in het plan van aanpak van de gemeente verwerkt. Verder werkt Amsterdam met ABN AMRO, Rabobank, Leaseplan, Van Gansewinkel, Schiphol, TCA en TNT, die zelf elektrisch gaan rijden. En NS en ANWB die zorgen voor elektrisch (vervolg)vervoer.
Ondersteuningsbehoefte • • • •
Lobby: ondersteuning bij oplossen van knelpunten op hoog niveau Standaardisatie op landelijk en internationaal niveau: regie op richtlijn voor de installatie van laadpalen Strategievorming op het gebied van voertuigen en standaarden en (verkeers)veiligheid (Kema keur) Samenwerking gemeente (ook in G4 verband)-provincie-Rijk
59
Bijlage 6: Overzichtsmatrix interview resultaten
60
Alliander
na
na
Ja
na
+
Nvt
+
Nvt
Opschaling en structuur spinoffs +
Athlon
na
na
Ja
na
+
Nvt
0
Nvt
+
+
C,mm,n
na
na
Ja
1.000.000 evoertuigen in 2020
++
Ja
+
Nee
++
+
Aanschaf van huidige voertuig 150K Euro na
na
Ja
+
Nvt
0
Ja
+
+/- (1)
na
Ja/Nee (1)
1 voertuig rijdend, 1 in aanbouw na
++
Nee
+
Nee
++
+
25M Euro voor 3 jaar
3 jaar
Ja
10.000 laadpalen
+/- (2)
Ja
-
Nee
+
+
Eneco/NRGspot
na
3 jaar
Ja
+
Nvt
+
Nee
+
0
Gemeente Almere/ Provincie Gemeente Amsterdam (Amsterdam elektrisch)
na
na
Nee
100 laadpunten en 80 evoertuigen korte termijn, 500 ena
na
Nee
na
Ja
na
na
10M Euro voor 6 jaar
6 jaar
Ja
++
Ja
Ja
+
-
na
na
Nee
na
Nee
na
Ja
na
na
++
Ja
+
Ja
+
+
Naam initiatief
Cargohopper
D-Incert E-laad
Gemeente Breda Gemeente Den Bosch
Hoogte budget
Looptijd Concrete Aantal en type KetenFormeel Systeem- Regionale progra- projecten/ voertuigen/laad partners/sa commitment benadering karakter mma plannen punten menwerking
2M Euro in 3 jaar 3 jaar
Ja
200 laadpunten en e-voertuigen in 2011, 10.000 e-voertuigen in 2015 na 50 e-voertuigen (medio 2010) sluit aan bij ambitie prov. NB
61
Verbinding met andere initiatieven +
Ondersteuningsbehoefte - Promoot NL als ideaal testland bij OEM's - Focus op projecten met bredere concept - Omarm Europees standaardisatieproces - Voorlichting over e-rijden en smart grids - Consistente en duurzame fiscale regelgeving - Omarm Europees standaardisatieproces - Promoot NL als ideale proeftuin bij OEM's - Zorg dat alle stakeholders de juiste rol in het systeem spelen - Stimuleer regie, samenwerking en communicatie - Jaag enthousiasme aan - Onderzoek kansen en belemmeringen voor projecten - Ondersteuning voor technisch ontwikkeling - Ondersteunend beleid voor stadsdistributie - Geen subsidie aan de exploitatie van e-voertuigen - In kaart brengen van de toekomstige gebruiksproposities - Vorm snel eigen visie om focus in beleid aan te brengen - Strategisch kader scheppen - Standaardisatie - Fiscale regelingen (mn. Accu) - Promoten regionale initieven op landelijk niveau - Promoot standaardisatieproces - Promoot KEMA certificering voor laadpalen - TNO, RDW en KEMO voor standaardisatie en normstelling - Verhelder proeftuinen regeling na - Lobby hoogste niveau voor ondersteuning oplossen van knelpunten - Promoot standaardisatie nationaal en internationaal niveau - Promoot samenwerking gemeente-provincie-rijk - Strategievorming op het gebied van voertuigen en standaarden - Structureer aanpak (nu te veel losse initiatieven) - Focus gemeentes zou moeten zijn binnenstedelijke - Strategisch kader scheppen tbv efficiënte besluitvorming van Formule E-team - Stimuleer standaardisatie van laadinfrastructuur - Opzetten van fiscale regeling (mn voor verlaging kosten accu's)
Naam initiatief
Hoogte budget
Gemeente Den Haag
na
na
Nee
na
na
Nee
na
Ja
Opschaling en structuur spinoffs na
Gemeente Groningen Gemeente Leeuwarden/ Provincie Friesland (Drive4Electric)
na
na
Nee
na
na
Nee
na
Ja
na
0
5M Euro
3 jaar
Ja
+
Ja
+
Ja
+
+
Gemeente Rotterdam (Stroomstoot)
1M Euro voor 2 jaar
2 jaar
Ja
++
Ja
+
Ja
+
0
Gemeente Utrecht
2.5 M Euro voor 3 jaar (3)
3 jaar
Nee
+
Nee
0
Ja
0
-
- Stimuleer standaardisatie van laad en betalingsinfrastructuur
Gemeente Zaanstad
na
na
Nee
++
Nee
0
Ja
0
0
- Faciliteren van opschaling van succesvolle initiatieven - Creëren van duidelijke wettelijke kaders - Stimuleer Standaardisatie
KEMA (stadsregio Arnhem-Nijmegen)
na
3 jaar
Nee
++
Nee
+
Ja
+
-
Leaseplan
na
na
Ja
3.000 evoertuigen in Friesland in 2015, 15.000 evoertuigen in 1000 evoertuigen in 2014 en 200.000 e-voertuigen in 2025 200 e-voertuigen en 300 laadpalen (eind 27 e-voertuigen 2010 eigen vloot, 60 evoertuigen eigen 65-70 evoertuigen in 2012 na
+
Nvt
+
Nee
+
+
Luchthaven SchipholProrail-NS Project
na
na
Nee
na
na
Nvt
0
Ja
-
0
- Stimuleer kennisdelen en de informatievoorziening - Organiseer subsidiegelden tbv kostenverlaging van technologie - Stimuleer het standaardisatieproces - Zorgen voor kennisontwikkeling en kennisdeling op het gebied van elektrisch rijden - Sturing geven aan het standaardisatieproces van laad- en betaalinfrastructuur - Consistent en duurzaam fiscaal beleid na
na
2 jaar
Nee
na
++
Ja
+
Nee
+
+
Ja
50 e-voertuigen medio 2010, 200.000 evoertuigen in 2020
++
Ja
++
Ja
++
+
Provincie Noord Brabant
Looptijd Concrete Aantal en type KetenFormeel Systeem- Regionale progra- projecten/ voertuigen/laad partners/sa commitment benadering karakter mma plannen punten menwerking
Totale budget tot 2020 onbekend, 5M Euro vanuit Prov. Crisesfonds, en 15M HTS R&D
62
Verbinding met andere initiatieven na
Ondersteuningsbehoefte - Promoot consistente wet- en regelgeving - Lobby bij industrieën en branches voor realisatie schaalgrootte - Vergelijkend overzicht van milieu effecten in de keten - Formuleer lange termijn visie - Voorlichting/informatie voorziening naar (vooral kleinere) partijen - Stimuleer kostprijsverlaging van e-voertuigen - Lobby hoogste niveau voor ondersteuning oplossen van knelpunten - Promoot kennisdeling tussen regio's - Organiseer vraagbundeling - Fiscaliteit: voorkom concurrentie tussen alt. brandstoffen - Aanwezigheid locaal niveau - Bestendiging van fiscale incentives - Promoot NL als ideale proeftuin voor - Coördineer R&D en automotive innovatie - Zorg dat elektrisch rijden interessant wordt en blijft
- Landelijke coördinatie en promotie van e-rijden - Stimuleer kennisdeling over de implicaties van verschillende diensten en technologieën - Stimuleer standaardisatie - Onderzoek juiste markt- en businessmodellen - Fiscaal beleid voor opschaling - Verlaging van kosten en beschikbaarheid - Samenwerking met grote industriële spelers - Creëer geconsolideerde vraag naar technologie
Rabobank
na
na
Ja
na
++
Nvt
0
Nee
Opschaling en structuur spinoffs ++
RAI: Platform voor elektrische voertuigen
na
na
Ja
na
+
Nee
0
Nee
+
+
Werkgroep hybridisering/elekt ZER-X Essent/Enexis (NL)
na
na
Ja
na
+
Nee
0
Nvt
0
+
10M Euro
na
Ja
oa proef met 35 elektrische auto’s
+
Nvt
+
Ja
+
+
Bovag
..
..
..
..
..
..
..
..
..
..
- Stimuleer elektrisch rijden in breder concept van duurzame mobiliteit - Stimuleer via positieve prikkels en niet negatieve sancties - Stimuleer zelfregulering/sturing vanuit het bedrijfsleven (bottom- Het managen van verwachtingen mbt e-rijden - Stimuleer consistent en duurzaam fiscaal beleid (technologie neutraal) - Promoot de ontwikkeling van laad- en betalinginfrastructuur - Financiële en fiscale ondersteuning voor Early adopters - Verduidelijking van fiscaal beleid, zodat NL voor OEM's - Ondersteuning bij aanpassen wettelijk raamwerk voor het invoeren van nieuwe marktmodellen - Flankerend beleid (mn markt- en financieringsmodellen) - Plaatsen van elektrisch rijden in een breder perspectief - Faciliteren/toezicht houden op landelijk dekkend netwerk van laadpunten - Lobby om grote volumes OEM auto’s naar Nederland te krijgen ..
Heerhugowaard
..
..
..
..
..
..
..
..
..
..
..
Naam initiatief
Hoogte budget
Looptijd Concrete Aantal en type KetenFormeel Systeem- Regionale progra- projecten/ voertuigen/laad partners/sa commitment benadering karakter mma plannen punten menwerking
Verbinding met andere initiatieven ++
Ondersteuningsbehoefte
(1) vindt wel voorlichting richting andere partijen plaats, maar het project zelf heeft geen verbinding met andere initiatieven (2) op dit moment is er alleen vertegenwoordiging van netwerkbeheers in dit initiatief, geen ander type stakeholders (3) budget is nog niet goedgekeurd door gemeenteraad Toelichting Er is voor gekozen om een combinatie van partijen en initiatieven te interviewen om zo een evenwichting beeld te krijgen van de regionale initiatieven van e-rijden in Nederland. Marktpartijen die zelf een initiatief realiseren, maar dit zonder "gelijkwaardige" projectpartners doen hebben bij Formeel commitment de typering "nvt" gekregen.
63