14
Inventaris van het archief van de N.V. Woningmaatschappij "Samenwerking" 1890-1940
J.W.C.L. SCHELBERG Gemeentearchief Schiedam, (c) 1999
Gemeentearchief
14
Beschrijving van het archief Naam archiefblok: Archief van de N.V. Woningmaatschappij "Samenwerking" [naam archiefblok verkort]
Periode: 1890-1940
Archiefbloknummer: 14
Omvang: Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands .
Archiefbewaarplaats: Gemeentearchief
Samenvatting van de inhoud van het archief: [beknopte samenvatting van de inhoud van het archief]
-2-
Gemeentearchief
14
INLEIDING 1. Geschiedenis van de N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking”
-3-
Gemeentearchief
14
1.1 Voorgeschiedenis In de tweede helft van de negentiende eeuw werd de basis gelegd voor een brede maatschappelijke beweging die de volksgezondheid wilde verbeteren door vooral kwalitatieve ingrepen op het gebied van de volkshuisvesting. De oorzaken hiervoor waren legio. De groei van de stedelijke bevolking, de ongecontroleerde toename van woningbouw binnen oude stadsgrenzen en het groeiende inzicht in het belang van openbare gezondheidszorg en hygiëne speelden een grote rol. Het bovenstaande gold zowel voor Nederland in het algemeen alsmede voor Schiedam in het bijzonder. De stad kon zich niet verheugen in een relatief goede sociaal-economische situatie ten opzichte van andere, vergelijkbare middelgrote steden. Eerder was Schiedam er gezien zijn recente verleden slechter aan toe. Het betrekkelijk conservatisme van zijn bestuurders en industriëlen had welvaart gebracht in tijden van voorspoed, maar bracht grote problemen met zich in tijden van crisis. En van een crisis was zeker sprake. De economische malaise waarin Nederland aan het eind van de 19de eeuw verkeerde, miste haar uitwerking op Schiedam niet. Vooral de kleinschaligheid van de Schiedamse industrie - opvallend in vergelijking tot de Nederlandse situatie - brak de stad op: toen vanwege modernisering in de productie van moutwijn de Schiedamse afzet stagneerde, werd een behoorlijk aantal nevenbedrijfjes daardoor 1 direct beïnvloed.
1
Zie hiervoor: H. Schmitz, Schiedam in de tweede helft van de 19de eeuw - een onderzoek naar enige aspecten van de economische en sociale geschiedenis van de stad in de jaren 1850-1890. (Schiedam, 1962).
-4-
Gemeentearchief
14
1.2 De Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht In 1852 wijst de Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht de gemeenteraad op het feit, dat bij de bouw van arbeiderswoningen het eigen belang van de (eigen)bouwers voorop staat. Op 11 maart 1853 2 wordt zij belast met het ontwerp voor een woningbouwverordening. Ook komt de commissie met voorstellen aangaande de verbetering van de waterhuishouding van Schiedam. In die periode was er, zo blijkt uit een rapport over de binnenstad door de Commissie, geen twijfel over het direct verband tussen “(...) onreine stoffen, kwade dampen en luchtsoorten (...)” en de verspreiding van ziekten. In 1853 had een cholera-epidemie in de 3 binnenstad 147 doden geëist en in de zomer van 1854 nog eens 82. Dr. C.J. Vaillant, de stadsgeneesheer en tevens lid van de gemeenteraad bracht deze kwade dampen te pas en te onpas als argument naar voren. En alhoewel naar huidige maatstaven zijn medisch inzicht als bijna lachwekkend mag gelden: de conclusies die hij eruit trok ten aanzien van volkshuisvesting waren voor die tijd zeer modern te noemen. Veel had de commissie echter niet in te brengen. Alhoewel de pas ingestelde woningbouwverordening de gemeente mogelijkheden bood tot ontruiming en onbewoonbaar verklaring, werd hiervan geen gebruik gemaakt. Toch was het vanuit de Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht, dat de eerste Schiedamse woningbouwvereniging van de grond kwam: de ‘Vereeniging tot het verschaffen van goede woningen aan minvermogenden’, beter bekend onder de naam ‘Nieuwsticht’. Deze woningbouwvereniging realiseerde aan de Buitenhavenweg enkele tientallen arbeiderswoningen, die nog tot in het begin van de twintigste eeuw geprezen zouden worden als een voorbeeld van behoorlijke woningbouw voor de ‘minvermogenden’.
2
GA Schiedam, ‘Archief van het Stads-, respectievelijk Gemeentebestuur van Schiedam’, inv.nr. 423; ingekomen stukken Gemeenteraad, 1852 no. 149 en inv.nr. 430, idem, 1853 no. 271. 3
GA Schiedam, Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht, Rapport 1854.
-5-
Gemeentearchief
14
1.3 N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” “Hopen wij, dat de kapitalisten, die soliede maar gelijk nuttige geldbelegging zoeken, de geleidelijke uitbreiding van onzen werkkring zullen mogelijk maken. Een der eerste volksbelangen zal daarmee gebaat zijn. Toch zij hier de meening uitgesproken, dat aan de ergste misstanden in de volkshuisvesting slechts door krachtige tusschenkomst van staat en 4 gemeente een einde te maken is”. M.C.M. de Groot sprak deze hoop uit in het jaarverslag van de N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” over 1893. De opmerking is interessant om een aantal redenen. Ten eerste levert ze een aanwijzing voor de verandering in investeringsgedrag van branders en distillateurs aan het eind van de negentiende eeuw. Zij waren, nu de winsten van de gedistilleerdindustrie onzekerder werden, op zoek naar andere mogelijkheden om hun geld te beleggen. Huisvesting garandeerde een stabiele winst. En aangezien sprake was van woningnood zou bij wanbetaling door een huurder snel voor vervanging gezorgd kunnen worden. Waarbij gelijk de mogelijkheid kon worden aangegrepen, de huurprijs te verhogen. Leegstand betekende immers (geldelijke) achteruitgang. Ten tweede ziet De Groot in dat slechts door krachtige tussenkomst van rijk en gemeente een eind te maken valt aan de bestaande wantoestanden. De ‘Vereeniging tot het Verschaffen van goede woningen aan Minvermogenden’ had haar doel kennelijk maar gedeeltelijk bereikt. Hetzelfde gold voor de geldende woningbouwverordening. Die gaf de gemeente de bevoegdheid tot ontruiming, maar had talloze arbeiders dakloos achtergelaten wanneer van deze bevoegdheid daadwerkelijk gebruik was gemaakt. Wie was De Groot, dat aan zijn woorden zo’n gewicht kan worden toegekend? En wat deed de N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking”, om de door hem zo gewraakte situatie te verbeteren?
M.C.M. de Groot (1860-1935) In het gezin van J.S.M. de Groot, brander en later handelaar in gedistilleerd, wordt op 28 september 1860 Michiel Coenradius Maria de Groot geboren. Hij wordt commissionair in gedistilleerd en treedt zo in de voetsporen van zijn vader. Hierbij raakt hij vertrouwd met de omstandigheden, waarin zowel de branders als hun personeel verkeerden. Ook leert hij door zijn functie de stad Schiedam in haar 4
Inv.nr. 8, jaarverslag 1893.
-6-
Gemeentearchief
14
veelkleurigheid kennen. De Groot was een serieus en stipt zakenman, wiens woord waarborg genoeg was. De Groot trok zich het lot van vooral de arbeider ten zeerste aan. Zo kwam het in 1893 tot contacten met vooruitstrevende Schiedammers, waarbij hij het plan opperde tot stichting van een centrale instelling tot ontwikkeling en standenverbroedering door persoonlijk verkeer over te gaan. Het Volkshuis moest een overkoepeling vormen voor alle activiteiten op het terrein van ontwikkeling en cultuur, die men in het langzaam 5 wegkwijnende Schiedam wilde stimuleren. Het bestuur van het Nut was enthousiast over het plan, alhoewel zij meer zag in een zelfstandig Volkshuis. Een aantal conservatieve leden van het Nut kon zich niet in het idee vinden. “We leven tegenwoordig hier zoo rustig, laat dat zoo blijven.”, was hun reactie. Ook kwamen bezwaren van de kant van de rooms-katholieken en behoudende protestanten. De meerderheid van de leden was ervoor en dus kwam het er in 1896. De Groot kocht een pand aan de Lange Haven nummer 133 om aan het Volkshuis onderdak te 6 bieden. Het Volkshuis was voor de arbeidersklasse van groot belang. Arbeiders werden op een totaal nieuwe manier aangesproken. Op die manier werkte het Volkshuis mee aan een zelfbewustere arbeidersklasse. Door middel van lezingen werd de basis gelegd voor een betere algemeen technische en vaktechnische ontwikkeling van arbeiders. Het ledental van het Volkshuis bedroeg in de eerste jaren ongeveer een duizendtal. De organisatie berustte mede bij de in 1892 opgerichte Schiedamse afdeling 7 van het Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond. In 1917 werd het Volkshuis opgeven. Het aangekochte pand werd geschonken aan de gemeente Schiedam onder de voorwaarde dat er een openbare leeszaal 8 en een bibliotheek gevestigd zouden worden. Er waren meer initiatieven op het maatschappelijk vlak. In 1897 werd een coöperatieve drukkerij geopend, ‘De Eendracht’. ‘Bij Tijds Ontwaakt’ was de naam van een coöperatieve mandenmakerij, die in 1901 aan de Willemskade opgericht werd. En in 1902 werd een Algemene Coöperatieve Bakkerij gesticht. Ook de verbruikerscoöperatie ‘Door Eendracht Sterker’, die in Schiedam tot ver na de tweede wereldoorlog een begrip was, kwam in dat jaar van de grond. De namen van de verschillende bedrijven geven misschien nog het best weer, waar De Groot als persoon voor stond. In ieder geval is zeker dat ze onbedoeld een beeld schetsen van het Schiedam van de late negentiende en vroege twintigste eeuw: een plaats die alleen nog uit haar economische malaise 5
Schiedamsche Courant, 3 december 1893 en Notulen Gemeenteraad, 17 september 1903.
6
Schiedamsche Courant, 3 juni 1894, 6 juni 1894 en 3 november 1896. Verder B. Kedde (a.w.), pag. 25. 7
Idem SC, 4 mei 1891 en 15 juni 1891. Zie verder: B. Kedde, De opkomst van de arbeidersbeweging in Schiedam. Schiedamse miniaturen, deel V. (Schiedam, 1956). . Idem SC, 1 augustus 1917 en 13 juli 1917. 8
Idem SC, 1 augustus 1917 en 13 juli 1917.
-7-
Gemeentearchief
14
9
kon oprijzen, als iedereen de handen ineen zou slaan. Immers: Schiedam was “(...) de stad (...) die het oude ziet vergaan zonder het nieuwe, althans in voldoende mate, te zien verrijzen.”. Schiedam gleed langzaam af “(...) 10 naar het moeras der dode steden (...)”
N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” (1892-1923) “Heden begint de afzonderlijke boekhouding van het zedelijk lichaam “samenwerking”.”. Die boekhouding, zo vermelden de eerste regels in het journaal verder, was voordien gevoerd in de boeken van M.C.M de Groot. Hij bracht drie woningen aan de Baan in die voor een bedrag van Hfl. 1.767,62 te boek staan. De notitie is van 9 januari 1892 en het is vanaf 11 die datum, dat “Samenwerking” meer is dan een idee. Op 15 juni 1893 volgt de Koninklijke goedkeuring en de statuten worden in augustus daaropvolgend in de Staatscourant gepubliceerd, nadat in juli de acte van oprichting is opgesteld bij mr. H.M.C Poortman, notaris 12 te Schiedam. Uit de statuten blijkt dat “Samenwerking” een zakelijke basis had. Van de winst zou - voor zover toereikend - vier procent op het gestorte kapitaal worden uitgekeerd. Ook blijkt dat ondanks die zakelijkheid ideële doelen worden nagestreefd. Het doel was het kopen, bouwen en verhuren van gezonde arbeiderswoningen. Hierin werd het vervaardigen van en het drijven van kleinhandel in dagelijkse levensbenodigdheden aangemoedigd. Bovendien stelde “Samenwerking” zich ten doel het stichten, exploiteren en steunen van bibliotheken, leeszalen, badinrichtingen en zo voorts. Alles echter met één hoofddoel duidelijk voor ogen: de “(...) geestelijke en lichamelijke ontwikkeling en de welvaart van den arbeidersstand te bevorderen.”. Artikel twee van de statuten vermeldde meteen, hoe dat doel niet bereikt diende te worden: men mocht in de gebouwen geen 13 bordeel houden, noch ‘eenigerlei nering’ in gedistilleerd uitoefenen. In de oprichting werd deelgenomen door De Groot voor Hfl. 6.980,=. Hij bracht er voldoening van dit bedrag drie woningen nabij de Baan in. Verder twee woningen aan de Spoorsingel en een woning aan de Villastraat. Tenslotte nog drie ijzeren ledikanten, die hij voor Hfl. 19,= gekocht had. Medeoprichters waren J.W.J. Harwegen den Breems, A.J.J. de Groot en J.M. van der Schalk, die ieder een aandeel van Hfl. 1.000,=
9
Zie onder meer: Sociaal Weekblad, 16 november 1901; Schiedamsche Courant, 19 november 1901 en 27 november 1902. Verder: B. Kedde, De opkomst van de arbeidersbeweging in Schiedam, pag. 41. 10
Schiedamsche Courant, 23 mei 1900.
11
Inv.nr. 75. De opmerking staat bij de datum 31 december 1891, maar is wellicht pas opgetekend op 9 januari 1892. 12
Inv.no. 11 (Goedkeuring bij Koninklijk Besluit d.d 15 juni 1893, no. 38); inv.nr. 16 (Staatscourant, 4 augustus 1893, no. 181); inv.nr. 12 (acte van oprichting). 13
Inv.nr. 17, statuten, artikelen 1 en 2.
-8-
Gemeentearchief
14
kochten en H. Krabbendam en P. Slavenburg met ieder een aandeel van 14 Hfl. 10,=. Het eerste bestuur kende een nauwelijks verrassende samenstelling. M.C.M. de Groot werd directeur en Krabbendam, Slavenburg en Harwegen den Breems vervulden de functie van commissaris. Bijzonder is, dat van dat bestuur twee commissarissen werklieden waren: H. Krabbendam en P. Slavenburg. Het ideële karakter van de naamloze vennootschap was gelegen in de manier waarop met winst en overwinst werd omgegaan. Hierboven werd al vermeld wat er met de winst gebeurde. Van de overwinst zou 10 procent gestort worden in een fonds voor algemene belangen. Het overschot zou worden omgeslagen over de verschillende bedrijven van de onderneming in de verhouding van de winstcijfers. De op die manier voor elk bedrijf vastgestelde winst werd vervolgens verdeeld tussen de personen die van dit bedrijf gebruik hadden gemaakt, in verhouding van hun bijdrage aan dat bedrijf. Dit winstaandeel werd echter maar voor de helft in geld uitgekeerd. De andere helft werd, naar beneden afgerond, uitgekeerd in aandelen. Op deze wijze werd het huurders dus mogelijk gemaakt, aandelen in de vennootschap te verwerven. De verdeling van de overwinst 15 drukte dus de weekhuur aanzienlijk. Overigens was niet iedereen er gerust om. In een reactie op de gepubliceerde statuten in de Schiedamsche Courant uitte een Schiedammer in niet mis te verstane bewoordingen zijn twijfel. “Of zou deze nieuwe maatschappij misschien een middel zijn om sommige arbeiders-woningbezitters-aandeelhouders in dezen voor Schiedam zoo weinig gunstigen tijd van hunne mogelijk thans niet-verhuurde woningen af te helpen?”. Waarschijnlijk niet, want van een woningoverschot was geen sprake in Schiedam. Wat de schrijver meer verontrustte was het coöperatieve karakter van “Samenwerking”. Over coöperatieve verenigingen elders in Nederland werd immers al genoeg ‘gejeremieerd’. Bovendien had de middenstand het al moeilijk genoeg - meer concurrentie (en zeker de begunstigde) zou misschien wel eens de nekslag voor velen kunnen betekenen. Wat het oprichten, exploiteren of steunen van badinrichtingen betrof: dat wekte alleen de lachlust. De schrijver vreesde dat die “(...) bij den huidigen watertoestand (...)” voor dat doel ver buiten Schiedam naar water gezocht moest gaan worden. Schiedam had eerder kans, zo stelde hij, Europese vermaardheid te verwerven met haar 16 modderbaden. Hoe het ook zij: “Samenwerking” stond op de rails. In 1895 worden nog vijf woningen aan de Raam en een woning aan de Baan aangekocht. 14
Inv.nr. 17, statuten, artikel 5. Zie ook de Schiedamsche Courant, 5 augustus 1893. Hans van der Sloot vermeldt in Betrekkelijk tot tevredenheid op pag. 30 ten onrechte dat de statuten slechts één aandeel per eigenaar toestonden. Hij voert hiervoor als reden aan, dat zo ongewenste bezitsvorming voorkomen zou worden. Hiervan is echter geen sprake. Artikel vier stelt wel, dat voor elk aandeel slechts één eigenaar wordt erkend. 15
Inv.nr. 17, statuten, artikelen 21 en 22.
16
Schiedamsche Courant, 5 en 8 augustus 1893.
-9-
Gemeentearchief
14
Daarmee komt het totale woningbezit van “Samenwerking” op 13 woningen. Uiteindelijk zou de vennootschap gedurende haar bestaan slechts een totaal van zeventien arbeiderswoningen beheren. Zes daarvan lagen nabij de Baan, twee aan de Spoorsingel of Stationsstraat, vier in de Villastraat en vijf achter de gang aan de Raam. De laatste woning werd al in 1896 aangekocht. De huurprijzen bedroegen rond de twee gulden per week. Dat bedrag lag beduidend hoger dan de huurprijzen in bijvoorbeeld ‘Nieuwsticht’. Daar vond echter geen overwinstuitkering aan huurders 17 plaats. Tot de bouw van huizen door “Samenwerking” zou het nooit komen. Waar de Groot in 1896 nog aanspoorde tot bouwen, was hij in 1900 als terughoudender. Er zouden te weinig krachten zijn voor een behoorlijk toezicht en administratie. Bovendien zouden de bouwkosten hoger zijn dan de marktwaarde, waardoor de bedingbare huren te laag zouden zijn. Ook de doestellingen zoals de vereniging die zich gesteld had, bleken maar moeilijk haalbaar. De Groot klaagde regelmatig over het gebrek 18 aan belangstelling en medewerking van de zijde van huurders. Van zijn zijde was die belangstelling er wel degelijk. Begrepen werd ze echter nauwelijks. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van De Groot, alle leden te abonneren op ‘Ons Belang’. Dat wordt echter door de huurders over het algemeen moeilijk te begrijpen en vervelend gevonden. Het blad wordt daarop vervangen door het ‘Maandblad voor de Coöperatie’. Maar ook dit wordt onbegrijpelijk gevonden. Waarna de abonnementen worden 19 opgezegd. De huurders vinden de klachten van De Groot onterecht. Ten eerste is er, zo stellen ze, een gebrek aan financiële middelen en tijd. Ten tweede doen de vrouwen de inkopen. En die zijn uit gewoonte moeilijk te bewegen dat te doen bij de door De Groot zo regelmatig aangeprezen coöperatieve winkels: zij begunstigen liever familieleden, werkzaam in de 20 niet-coöperatieve middenstand. Uit de bronnen wordt duidelijk dat “Samenwerking” voldoende deed om andere coöperatieve instellingen in Schiedam te ondersteunen. Zo werden de verlies- en winstrekeningen gedrukt bij ‘De Eendracht’ en vonden er 17
Inv.nr. 8 en 9. Van de huurprijzen uit de beginperiode van “Samenwerking” is uit de verslagen van bestuurs- en ledenvergaderingen weinig bekend. Incidenteel wordt melding gemaakt van een huurprijswijziging. De Verlies- en Winstrekeningen uit de vorige eeuw bieden meer houvast. Er zijn nog drie exemplaren in het archief aanwezig. Op de eerste over het jaar 1892 blijkt dat voor de vier woningen aan de Baan weekhuren werden betaald van Hfl. 1,60, 1,70 en 1,90. Voor twee woningen aan de Spoorsingel en de woning aan de Villastraat werd Hfl. 2,= betaald. Op de tweede uit 1893 zijn die huurprijzen ongewijzigd. Er zijn dan wel 3 woningen aan de Villastraat gekocht, die ook Hfl. 2,= huur per week moeten opbrengen. Op de derde wordt ook geen melding gemaakt van wijzigingen in de huurprijzen. Wel wordt gemeldt dat de n.v. inmiddels in het bezit is van 10 woningen met een huurprijs tussen de Hfl. 1,60 en Hfl. 2,=. Uit de vanaf 1900 bewaard gebleven gedrukte verlies- en winstrekeningen kan wel een gemiddelde huurprijs berekend worden. Zie hiervoor de tabellen in bijlage VIII, pag. XXXX. 18
Inv.nr. 2, notulen bestuurs- en ledenvergaderingen 31 juli 1896, 21 oktober 1898 en 2 november 1900. 19
Idem, 2 november 1900, 22 februari 1901, 14 februari 1902, 4 februari 1903 en 8 maart 1906.
20
Idem, 22 februari 1901.
- 10 -
Gemeentearchief
14
verschillende schenkingen plaats aan het Volkshuis, de Coöperatieve Schiedamse Spoelingvereeniging en ‘Bij Tijds Ontwaakt’. Niet duidelijk 21 wordt of huurders van woningen ook in deze bedrijven werkzaam waren. De vele in het archief bewaard gebleven opdrachten, nota’s en betalingsbewijzen geven een goed beeld van de verbeteringen en het onderhoud dat aan de huizen gedaan werd. Zo worden bijvoorbeeld in 22 1904 goede hangkasten in een aantal huizen aangebracht. In ieder geval is er drinkwater in het tweede kwartaal van 1911, blijkens een nota. In 23 dat zelfde jaar worden ook binnenleidingen voor gas aangelegd. En met regelmaat zijn rekeningen te vinden van schilderwerkzaamheden, herstellingswerkzaamheden en groot onderhoud. Bijvoorbeeld door Slavenburg en Scheurkogel in 1917 voor Hfl. 128,77 In 1905 wordt een opzichteres aangesteld, waarschijnlijk vanwege het feit, dat De Groot door zijn vele werkzaamheden elders niet meer het volledige overzicht over “Samenwerking” kon houden. Mejuffrouw J. Gazan was secretaris van het Dames-Comité tegen armoede. Zij deed voor de vennootschap de administratie en hield de balans bij. Waarschijnlijk als bijverdienste trouwens, want uit bewaard gebleven betalingsbewijzen blijkt, dat de vergoeding per jaar uiteindelijk niet meer dan Hfl. 100,= 24 bedroeg. Uit de stukken wordt op het eerste gezicht niet helemaal duidelijk of zij wellicht niet meer was dan een ‘eenvoudig’ opzichteres. Op een taxatierapport van Slavenburg en Scheurkogel uit 1919 wordt ze aangeduid met “Direktr: der Woningmaatschappij “Samenwerking”. Dat ze die functie op dat moment officieel vervulde, lijkt nauwelijks aannemelijk. Hoogstens was zij waarnemend directeur naast Van der Schalk, want noch uit de schaarse notulen van bestuurs- en ledenvergaderingen, noch 25 uit enig ander stuk blijkt, dat mej. J. Gazan werkelijk directeur was. Wel had zij eenmaal de mogelijkheid, officieel directrice te worden, toen op 19 maart 1909 dhr. Van Geloven haar voor die functie voordroeg. De Groot had toen al te kennen gegeven, zijn functie te willen neerleggen. 26 Maar mej. Gazan wilde zich niet verkiesbaar stellen. De tijden waren veranderd. Met de komst van August Smulders en diens scheepswerf naar Schiedam in 1905 was de behoefte aan arbeiderswoningen alleen maar groter geworden. In 1901 komt tijdens een bestuursvergadering voor het eerst de komst van Smulders ter sprake. In december 1902 drong De Groot al bij de leden en het bestuur 27 van “Samenwerking” aan op de bouw van woningen. De werf Gusto van Smulders zou immers veel arbeiders van buiten aantrekken. De 21
Inv.nrs. 77-83.
22
Idem, 8 maart 1904.
23
Inv.nr. 90.
24
Inv.nr. 2, notulen bestuurs- en ledenvergadering 7 maart 1905 en inv.nrs. 77-83.
25
Inv.nr. 29.
26
Inv.nr. 2, notulen bestuurs- en ledenvergadering, Algemene Vergadering 19 maart 1909.
27
Idem, 12 december 1902.
- 11 -
Gemeentearchief
14
Groot had in zijn functie als raadslid altijd gepleit voor de vestiging van de werf. Die zou immers op het kwijnend ondernemersklimaat een gunstige werking kunnen uitoefenen. Inmiddels was ook de Woningwet tot stand gekomen en was in Schiedam de ‘Vereeniging Volkshuisvesting’ opgericht. En met het oog op juist die vereniging wordt in 1905 meer dan eens de wenselijkheid besproken tot opheffing of liquidatie van “Samenwerking” over te gaan. Zelfs overname door ‘Volkshuisvesting’ wordt geopperd. Beide verenigingen beoogden immers het zelfde doel. Maar ‘Volkshuisvesting’ berustte volgens De Groot op mooiere grondslagen, omdat de gehele winst de verbetering van volkshuisvesting 28 ten goede zou komen. In 1907 is De Groot voornemens zijn directeursfunctie neer te leggen. Hij heeft veel werk omhanden en bovendien heeft het geen zin om twee verenigingen met hetzelfde doel naast elkaar te laten bestaan. Tenslotte is De Groot teleurgesteld: “Samenwerking heeft nooit aan de verwachting beantwoord, die spreker zich ervan gesteld had, omdat de huurders nooit veel blijk van belangstelling of mede werking toonden voor het doel (...) waardoor uitbreiding achterwege bleef.”. En juist uitbreiding was hard nodig. De Groot wordt op dat moment nog door de voltallige vergadering van zijn voornemen afgebracht. Per 1 april 1909 neemt De Groot echter toch zijn ontslag. J.M. van der Schalk neemt de functie van directeur 29 over. Ruim dertien jaar later komt er een definitief einde aan “Samenwerking”. De Schiedamsche Courant kondigt dat einde in kleine advertenties aan. In september 1922 wordt in een algemene vergadering in het Volkshuis het voorstel tot liquidatie gedaan. Dat voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. Van der Schalk wordt belast met de liquidatie. Aan hem wordt verder overgelaten, hoe het fonds van algemene belangen en de reserve verdeeld moet gaan worden. Een van de commissarissen, J. Lechner, vraagt nog te denken aan instellingen als het Comité voor Kinderbescherming of de Vereniging voor Armenzorg en tegen Bedelarij. Aanwezig zijn behalve de twee genoemden nog bestuursleden D. Ris en 30 A. Koper. Op de betreffende vergadering wordt, blijkens de notulen, besloten de woningen aan de Raam te verkopen aan de bewoners. De overige huizen worden aan het Weeshuis der Hervormden verkocht. Er is een totaalbedrag van Hfl. 16.900,= gulden mee gemoeid - bijna duizend gulden per woning gemiddeld. Voor de huurders werd goed gezorgd. Het Weeshuis mocht de woningen kopen onder voorwaarde, “(...) dat de tegenwoordige huurders het recht hebben deze woningen levenslang te blijven huren tegen de tegenwoordige huurprijs, mits zij ze zelve bewonen 28
Idem, 7 maart 1905 en 21 november 1905.
29
Inv.nr. 2, notulen bestuurs- en ledenvergadering 10 december 1907 en inv.nr. 3, notulen bestuurs- en ledenvergadering 19 maart 1909. 30
Schiedamsche Courant, 5 september 1922 en inv.nr. 3, notulen bestuurs- en ledenvergadering 11 september 1922.
- 12 -
Gemeentearchief
14
31
en aan hunnen verplichtingen als huurder voldoen.” Het Weeshuis der Hervormden krijgt verder de verplichting opgelegd het archief gedurende 32 30 jaar te bewaren. In november van datzelfde jaar roept de Schiedamsche Courant allen op “(...) die iets verschuldigd zijn aan - of te vorderen hebben van de N.V. Woningmaatschappij “samenwerking”, te Schiedam, in liquidatie (...)”. Op 1 maart 1923 wordt de slotbalans behandeld in het Weeshuis der Hervormden. Blijkens de op de achterzijde van de aandelen vermelde namen van eigenaars, gaan alle aandelen over op het Weeshuis der 33 Hervormden.
31
Inv.nr. 3, notulen bestuursvergadering 11 september 1922. De woningen Raam 226, 228 en 2210 worden aan de huurders verkocht voor resp. Hfl. 1.000,=, Hfl. 1.000,= en Hfl. 900,=. De huurders J. Huyskes, de wed. P. Weber en de wed. A. Markus blijven er wonen. Het overig bezit, de woningen aan de Raam 222 en 224, de woningen aan de Villastraat 58, 65, 67 en 69, de woningen aan de Spoorstraat 26 en 28 en de woningen aan de Grofbaan 13, 19, 22, 24, 2512 en 26, wordt voor Hfl. 14.000,= aan het Weeshuis der Hervormden verkocht. 32
Inv.nr. 3, notulen Algemene Aandeelhoudersvergadering 6 maart 1923.
33
Schiedamsche Courant, 8 november 1922 en 1 maart 1923. Verder: inv.nr. 65.
- 13 -
Gemeentearchief
14
1.4 Veranderde tijd. Schiedam op de drempel van de twintigste eeuw Ondanks initiatieven als ‘Nieuwsticht’ en ‘De Samenwerking’ werd de particuliere bouw tot het eind van de negentiende eeuw voornamelijk door branders en distillateurs verzorgd. En dan nog alleen ten behoeve van het eigen personeel. Zo verrezen tussen 1850 en 1901 ongeveer 700 arbeidershuisjes in Schiedam. Het bouwvolume bereikte eenmaal het jaarlijks aantal van 111 woningen, verdeeld over verschillende, in 1881 voltooide projecten. Schiedamse bouw kenmerkte zich vooral doordat hier, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Rotterdam, veel eengezinswoningen werden gebouwd. Dat ‘Nieuwsticht’ en zijn particuliere navolgers niet het beoogde effect hadden, blijkt wel uit een onderzoek van de Gezondheidscommissie in 1906. Zij telde toen in de binnenstad 460 woningen, bestaande uit 1 kamer, waarvan 17 zelfs zonder zolder. Dat was 58,925% van de woningvoorraad in de oude binnenstad, zo rekent de commissie minutieus uit. Ruim 28 percent, zijnde 206 woningen, bezat twee kamers. Hiervan waren 28 woningen zonder zolder. De betere woningen besloegen dus maar maximaal 13% van de woningvoorraad in de binnenstad. In de vierhonderdzestig eenkamerwoningen woonden in totaal 1831 mensen, dus “vier per hok”, zo rekent de commissie voor. In de tweekamerwoningen wonen in totaal zo’n 917 mensen, hetgeen het aantal personen per woning terugbrengt tot vier à vijf personen 34 per woning. Ook Piet de Bruin komt er in zijn “Zwart Schiedam” nog eens op terug: de ongeschoolde arbeider leefde omstreeks 1909 nog steeds in dezelfde erbarmelijke omstandigheden als vijftig jaar daarvoor. Noch ‘Nieuwsticht’, noch particuliere woningbouwers hadden zich veel aangetrokken van de roep om echte verbetering. Schiedam moest, wilde het wat doen aan de kwaliteit van haar steedse woningbouw, duidelijk een ander pad inslaan. De moutwijnindustrie beleefde in die dagen haar eerste vervaltijd: de periode van bloei tussen omstreeks 1850 en 1875, zorgde in het laatste kwart van de negentiende eeuw voor een harde klap. Men was er in de periode van bloei kennelijk niet in geslaagd, de Schiedamse economie een breder basis te geven. Jenever-, maar vooral moutwijnindustrie waren 35 nog steeds de voornaamste kurken, waarop deze mono-economie dreef. Toch was er in die jaren een voorzichtige omslag merkbaar, getuige bijvoorbeeld de discussies over de nieuwe aftakking van de spoorlijn 36 naar de havens van Rotterdam. Na een lange en slepende affaire over 34
Bibliotheekcollectie GA Schiedam, A 2-3 / 172.
35
Schmitz, p. 141.
36
‘Archief Stads- respectievelijk Gemeentebestuur van Schiedam’, Notulen Gemeenteraad 18 en 25 juli 1846.
- 14 -
Gemeentearchief
14
wie de kosten zou gaan dragen, kwam het er uiteindelijk op neer dat het werk waarmee al begonnen was, werd stopgezet en de rails weer werden verwijderd. Het laatste wat men er in de Raad van verneemt, is de beslissing de kosten van aankoop van terreinen ten behoeve van de 37 spoordijk voor haar rekening te nemen. Een nieuw discussiepunt was de uitbreiding van de havenfaciliteiten. Nadat ook hierover lang gedebatteerd was, kwamen uiteindelijk de heren 38 Nolet en Greve, beide raadsleden, met een eigen plan. Hierin komen we overigens ook punten tegen die betrekking hebben op woningbouw: in de buurt van de nieuwe haventerreinen moest een nieuwe woonwijk komen 39 met ruime straten, pleinen en “(...) aangename wandelplaatsen (...)”. Het plan van de raadsleden Nolet en Greve werd in de loop van 1861-1862 uitgevoerd. Hiertoe werd bovendien de Commissie van Fabricage - een vaste raadscommissie - met twee leden uitgebreid: J.M. van der Schalk en 40 J.B. Nolet. Ook de aanleg van het Schiedams drinkwaternet beroerde de gemoederen. Tegenstellingen tussen raadsleden die directe belangen hadden in de moutwijn- of jeneverindustrie en de ‘rest’, zoals Schmitz de overige raadsleden noemt, werden - vooral toen de moutwijnindustrie gevoelige klappen begon op te lopen - steeds stringenter. En langzaam had zo tegen het begin van deze eeuw Schiedam een omslag doorgemaakt, waarbij de ‘oude’ brandersgeslachten min of meer het onderspit hadden gedolven. Wilde Schiedam in de toekomst nog wat betekenen, dan moest er met beide handen aangepakt worden. We lezen in een boekje uit juli 1901, uitgegeven door de Vereeniging ‘Schiedam Vooruit!’ voor het eerst iets van die nieuwe instelling. Het gaat hier min of meer om een bijna vulgair propagandistisch pamflet, waarmee enkele notabelen bedrijven wezen op de mogelijkheden die voor hen in Schiedam openlagen. De vereniging had haar kantoor in een rijzig herenhuis aan het Emmaplein, nummer 82 en was opgericht in 1900. Wat overheerste, was het inzicht, dat Schiedam alleen mee kon in de nieuwe tijd, wanneer grondig elke mogelijkheid tot nieuwe economische impulsen werd aangegrepen. En dus wees men pagina na pagina op de vele leegstaande bedrijfsgebouwen, de goede infrastructuur en de vele mogelijkheden van Schiedam. Waarmee omgekeerd een bewijs kan worden gevonden van de economische neergang van de laatste jaren: 41 een bedrijfspand staat immers niet voor niets leeg! Kort hierna zouden de in het kader van de woningwet gestichte verenigingen het voortouw nemen in de bouw van woningen voor de arbeidersklasse. De eerste was de Vereeniging ‘Volkshuisvesting’, 37
Idem, Ingekomen stukken Raad 1847, no 63 en Notulen Gemeenteraad 23 november 1847.
38
Idem, Ingekomen stukken Raad 1860, no. 29.
39
Idem, Notulen Gemeenteraad 22 februari en 14 maart 1860.
40
Idem, Notulen Gemeenteraad 4 april, 26 juli en 31 oktober 1860.
41
Bibliotheekcollectie GA Schiedam, A 1-3 / 10.
- 15 -
Gemeentearchief
14
die tot stand kwam uit een binnen ‘Schiedam Vooruit!’ opgerichte commissie. Waarmee na een lange en soms moeizame start van particuliere verenigingsbouw op kleine schaal een begin werd gemaakt met volkshuisvesting in de werkelijke zin van het woord. 2. Verantwoording van de bewerking Het archief begint met de oprichting van N.V. woningmaatschappij ‘Samenwerking in 1893 en eindigt met haar ontbinding in 1923. Slechts dubbele stukken werden uit het archief verwijderd. Het lijkt wellicht verspilling van kostbare ruimte om nota’s en betalingsbewijzen voor talloze kleine reparaties aan woningen of ‘het legen van de put’ - om maar een voorbeeld te noemen - een plaats te geven in dit archief. Toch meen ik dit te moeten doen. Mijns inziens zijn dergelijke stukken van onschatbare waarde bij onderzoek naar levensstandaard, prijzen en zo voort. De jaarcijfers zijn daarvoor te beperkt, evenals de kasboeken. Zij geven immers vaak alleen een opsomming van totaalbedragen, rudimentair gerubriceerd. Terwijl het leuk is - en misschien zelfs nuttig - te weten wat nu precies het schoonmaken van de put kost - en door wie het werd gedaan. De materiële staat van de stukken is over het algemeen redelijk tot goed. Wanneer stukken in een slechte staat verkeren, staat dat vermeld bij de beschrijving ervan. Aanwijzingen voor de gebruiker 3. Wijze van citeren Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (eerste maal altijd volledig): Gemeente Archief Schiedam, Archief van de N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” 1890-1940, inv.nr. ..... Of verkort: GA Schiedam, “Samenwerking”, inv.nr. ..... 4. Openbaarheid Het archief is volledig openbaar. 5. Gebruikte archieven Gemeente Archief Schiedam: a. Ingekomen Stukken Gemeenteraad, 1847, 1852, 1853 en 1860. b. Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht, Rapport 1854. c. N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking”. d. Schiedamsche Courant, 1893, 1901, 1902. e. Notulen Gemeenteraad, 1846, 1847, 1860 en 1903. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: Sociaal Weekblad, 16-11-1901
- 16 -
Gemeentearchief
14
Staatscourant, 4-8-1893, no. 181. 6. Literatuuropgave -Beusekom, H.G. van, Getijden der Volkshuisvesting - Notities ener geschiedenis van een halve eeuw. Alphen a/d Rijn (1955). -Brugmans, I.J., De arbeidende klasse in Nederland in de negentiende eeuw - 1830-1870. Utrecht / Antwerpen (1958). -Deben, L., Van onderkomen tot woning - een studie over woonbeschaving in Nederland 1850-1969. Amsterdam (1988). -HaverSchmidt, Fr., Verzamelde gedichten in handschrift. Schiedam / Rijswijk (1993) -Kedde, B., De opkomst van de arbeidersbeweging in Schiedam. Schiedamse miniaturen, deel V. Schiedam (1956). -Kedde, B., Herinneringen aan een groot Schiedammer - M.C.M. de Groot. Schiedam (1972). -Klep, P.M.M. (e.a.) (red.), Wonen in het verleden - 17e-20e eeuw economie, politiek, volkshuisvesting, cultuur en bibliografie. Amsterdam (1987). -Nycolaas, J., Volkhuisvesting - Een bijdrage tot de geschiedenis van woningbouw en woningbouwbeleid. Nijmegen (1977). -Schelberg, J.W.C.L., Woningbouwverenigingen in Schiedam 1850-1925. De verschuivende balans tussen privaat en publiek domein. Doctoraalscriptie Erasmus Universiteit Rotterdam - Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen. Schiedam (1999). -Schmitz, H., Schiedam in de tweede helft van de 19de eeuw - een onderzoek naar enige aspecten van de economische en sociale geschiedenis van de stad in de jaren 1850-1890. Schiedam (1962). -Sloot, H. van der, Betrekkelijk tot tevredenheid - de woningbouwverenigingen in Schiedam. Schiedam (1992). -Z.a., “Betere woningen voor de Arbeidersklasse”, uit: het Staatkundig en Staathuishoudkundig Jaarboekje, Jaarg. 1865, pag. 387 en verder.
- 17 -
Gemeentearchief
14
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen I. Stukken van algemene aard 1
Conceptnotulen van bestuurs- en algemene vergaderingen, 22 februari 1907, 27 april 1915 en 11 september 1922. 1 omslag
2-3
Notulen van bestuurs- en algemene vergaderingen, 1894-1923. 2 3
2 delen Notulen van bestuurs- en algemene vergaderingen, 17 maart 1894 - 24 maart 1910. Notulen van bestuurs- en algemene vergaderingen, 10 april 1911 - 6 maart 1923.
4
Uitnodigingen voor bestuurs- en aandeelhoudersvergaderingen, 18 februari 1907, 25 juli 1921. 1 omslag
5
Blanco uitnodiging. 1 stuk
6
Agenda's voor bestuurs- en algemene vergaderingen, 25 juli 1921, 11 september 1922 en z.d. 1 omslag
7
Presentielijsten voor algemene vergaderingen, 19 maart 1909 - 6 maart 1923. 1 omslag N.B.: Met hiaten.
8-9
Jaarrekeningen, 1892-1921. Gedrukt. 2 omslagen N.B.: Met hiaten.
8 9
10
1892-1920. 1893-1921. Met doublures, ontwerpjaarrekeningen en de op de jaarrekening van 1920 gebaseerde jaarrekening over 1921.
Correspondentie. 1 omslag
- 18 -
Gemeentearchief
14
II. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 1. Organisatie 11
Stukken met betrekking tot de oprichting, 1893. 1 omslag
12
Oprichtingsakte, 5 juli 1893. 1 stuk
13
Eigendomsbewijs, 5 juli 1893. 1 stuk
14
Stukken met betrekking tot verlenging van de n.v., 1898. 1 omslag
15
Wijzigingen in de statuten, 1909. 1 omslag
16
Bijvoegsels Nederlandse Staatscourant, 4 augustus 1893 en 10 juni 1898. 1 omslag
17
Statuten van de n.v. Woningmaatschappij "Samenwerking", z.d. 1 omslag 2. Eigendommen 2.1 aankoop, onderhoud, verzekering
18
Notariële akten van 21 december 1881 en 15 juli 1892 met betrekking tot een woning aan de Baan, kadastrale sectie B no. 2704. 1 omslag
19
Notariële akten van 18 november 1879 en 8 december 1896 met betrekking tot een woning aan de Grofbaan, kadastrale sectie B no. 2701. 1 omslag
20
Notariële akten van 27 april 1880 en 14 juni 1895 met betrekking tot een woning aan de Grofbaan, kadastrale sectie B no. 2707. 1 omslag
21
Notariële akte van 1 maart 1895 met betrekking tot vijf woningen aan de Raam, kadastrale sectie A no. 1368 t/m 1372. 1 stuk
- 19 -
Gemeentearchief
14
22
Notariële akte van 23 september 1892 met betrekking tot twee woningen aan de Spoorsingel, kadastrale sectie J no. 271 en 272. 1 stuk
23
Notariële akte van 29 december 1893 met betrekking tot drie woning aan de Villastraat, kadastrale sectie J no. 1388 - 1390. 1 stuk
24
Notariële akten van 30 december 1890 en 7 november 1892 met betrekking tot een woning aan de Villastraat, kadastrale sectie J no. 1395. 1 omslag
25
Notariële akten van 2 mei 1885, 12 mei 1888 en 1 mei 1891 met betrekking tot woningen aan de Baan, kadastrale sectie B no. 2695, 2696 en 2700. 1 omslag
26
Bewijzen van niet-bestaande hypothecaire inschrijvingen, 1891-1896. 1 omslag
27
Uittreksel van de perceelsgewijze kadastrale legger van de Gemeente Schiedam, 15 juli 1893. 1 stuk
28
Register van woningen. 1 deel
29
Taxatie van woningen (rapporten). 1 omslag
30-31
Stukken betreffende de Brandverzekering, 1894-1922. 2 omslagen N.B.: Met hiaten.
30 31 32
Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij, 1894-1922. Maatschappij van Brandverzekeringen, 's-Hertogenbosch, 1908-1922.
Vergunningen. 1 omslag
33
Stukken betreffende onderhoud. 1 omslag
34
Meting percelen J 2105, 4 mei 1913. 1 stuk
- 20 -
Gemeentearchief
14
2.2 huur 35
Huurreglement. 1 omslag
36-38
Huurstaten, 1913-1915 3 delen 36 37 38
39
1913. 1914. 1915.
Lijst met huurders, adres en weekhuur. 2 stukken
40
Betalingsbewijzen van de huurwaarborg voor huizen, 1911-1915. 1 omslag 3. Financiën
41-60
Dividendbewijzen voor aandelen van 10, 100 en 1000 gulden, betreffende de jaren 1903-1921. Genummerd 9-27, zonder talons. 20 stukken N.B.: Zie voor de uitkering de jaarrekeningen, inv.nrs. 8-9.
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61-64
No. 9, 1903. No. 10, 1904. No. 11, 1905. No. 12, 1906. No. 13, 1907. No. 14, 1908. No. 15, 1909. No. 16, 1910. No. 17, 1911. No. 17, 1911. No. 18, 1912. No. 19, 1913. No. 20, 1914. No. 21, 1915. No. 22, 1916. No. 23, 1917. No. 24, 1918. No. 25, 1919. No. 26, 1920. No. 27, 1921.
Dividendbewijzen voor aandelen van 10, 100 en 1000 gulden. 3 omslagen en 1 pak
- 21 -
Gemeentearchief
14
61
62 63 64 65
Nos. 1-19, 23 en 26. Een vel voor een aandeel van duizend gulden; de overige voor aandelen van tien gulden. Zonder talons, niet geplakt. Nos. 15-28. van honderd gulden. Met talons, niet geplakt, complete vellen. Nos. 15-28. Zonder aandeelnummer en bedrag, complete vellen. No. 28, voor 10, 100 en 1000 gulden. Met talons, niet geplakt, incomplete vellen.
Aandelen van 1000, 100 en 10 gulden, 1895-1922. 1 pak
66
Correspondentie en gegevens betreffende aandelen, 1903-1922. 1 omslag
67-69
Kasboeken, 1898-1914. 3 delen 67 68 69
70-71
28 november 1898 - 30 juni 1905. 3 juli 1905 - 31 maart 1910. 1 april 1910 - 31 december 1914.
Bedrijfsrekeningen 1913-1919. Met opbrengsten en kosten van woningen. 2 delen 70 71
72
1 januari 1913 - 27 januari 1919. 1 januari 1919 - 31 december 1922.
Rekening met betrekking tot kosten aan woningen, 11 mei 1891 - 31 december 1907. 1 deel N.B.: In slechte staat.
73
Balansboek, 31 december 1891 - 31 decmeber 1912. Met inhoudsopgave. 1 deel
74
Proefbalansen, 1904-1922. 1 omslag N.B.: Met hiaten.
75-76
Journalen, 1891-1910. 2 delen 75 76
77-83
31 december 1891 - 31 december 1904. 1 januari 1905 - 31 december 1910.
Nota's en belatingsbewijzen, 1900-1924. 7 omslagen
- 22 -
Gemeentearchief
14
N.B.: Met hiaten.
77
78
79
80
81 82 83
84-89
A t/m D. Vereniging voor Armenzorg en tegen Bedelarij, D. Bal-Gabel,, J. Bokhorst, wed. Borrani, Centraal Bureau voor Sociale Adviezen, Comité voor Kinderarbeid, W. Damme, H.J.J. de Does, Th. van Dijk, H. van Dijke. E t/m J. Drukkerij 'De Eendracht', S.T.D. Engering, J. Gazan, W. van Geloven, S. Giorgis, Groenhorst, M.P.A. de Groot, G. Heetman, J. Hendriks, H.J.J. Hölscher, M.W.W. Hölscher, A. Jongste. K t/m O. L. Maagdenburg (schoonmaken woningen), Maatschappij t.v.d.z. Kappelhof & Hovingh, Mak (touwslagerij / zeilmakerij), B. Maltha (huisschilder / glazenier), Wed. M. Van Meurs (lood- en zinkwerken), Van Milaan (ijzerwaren / huishoudelijke artikelen), J. van der Most (metselwerk), L. de Munnik, Nederlandsche Coöperatieve Bond, mej. P. Notenboom, G. Odé (boekhandel). P t/m R. N.v. Drogisterij 'De Papaver', J. Pelle (onderhoud sloten), C. Plooij (schilder), L.M. Pluijm (barometers), H.C.M. Poortman (nota statutenwijziging 1909), J. Post (ijzerwaren), H. Rebers (kantoorboekhandel), F.G. Reine (tuinman / bloemist), Rijnbende & Van Hoek (gehangers), J.L. Ritman, drukkerij H.A.M. Roelants. A.J. Schreuder, 1908-1922. Slavenburg en Scheurkogel, 1908-1924. S t/m Z.Schiedamsche Spoeling Vereeniging, S. Schieveen, L. Schilperoort, C.H. Schouten, M. Sluyters (schilders), J. van der Spek, Firma van den Toorn, H. Verdoes, W.A. Verwayen, H. Veth, M. van der Vlies, Volkshuis Schiedam, A. Voorboel, Van Voorzen & zn., wed. Weber (olie), Wenteler, E. Westerveld, J.J. Westerveld, J. Wichem, wed. H. Witberg, A. van Woerkom, Van Zon, J.C. Zijderveld.
Nota's water en gas, 1908-1922. 6 omslagen N.B.: Met hiaten.
84 85 86 87 88 89
Waternota's woningen Baan, 1908-1919. Waternota's woningen Spoorstraat, 1908-1922. Waternota's woningen Villastraat, 1908-1922. Waternota's Drinkwaterleiding Gemeente Schiedam 1908-1922. Nota's Gasfabriek Schiedam, 1911-1919. Niet te plaatsen waternota's.
- 23 -
Gemeentearchief
90
14
Nota's betreffende de bijdrage in de aanleg van straat, riolering en gasleiding, 1909-1922. 1 omslag N.B.: Met hiaten.
91-98
Aanslagen Gemeentelijke en Rijksbelastingen, 1908-1922 6 omslagen en 3 stukken 91 Grondbelasting, 1908-1912, 1917-1922. 92 Personele Belasting, 1917-1920. 93 Dividend- en Tantièmebelasting, 1919, 1921-1923. 94 Inkomstenbelasting, 1906-1919. N.B.: Met hiaten.
95
Plaatselijke Belasting op gebouwde Eigendommen, 1910-1922. N.B.: Met hiaten.
96 97 98 99-104
Precariobelasting, 1908, 1912, 1917-1922. Plaatselijke Inkomstenbelasting, 1909-1910 en 1917-1918. Hoogheemraadschap, 1922.
Spaarbankboekjes, 1922-1940. 99 100 101 102 103 104
6 delen No. 43169 voor J.M. van der Schalk, 20 april 1922 - 17 december 1940. No. 43684 voor het Weeshuis der Hervormden, 9 oktober 1922 - 29 januari 1924. No. 43684 voor het Weeshuis der Hervormden, 29 januari 1924 - 18 februari 1925. No. 43684 voor het Weeshuis der Hervormden, 24 februari 1925 - 18 mei 1926. No. 43684 voor het Weeshuis der Hervormden, 26 mei 1926 - 30 augustus 1927. No. 43684 voor het Weeshuis der Hervormden, 6 september 1927 - 3 maart 1929.
4. Overige en niet te plaatsen stukken 105
Uitkeringsbewijzen, z.d. 1 omslag
106
Overige niet te plaatsen stukken. III. Documentatie
107
Schiedamsche Courant d.d. 5 september 1922, 8 november 1922 en 1 maart 1923. 1 omslag
- 24 -
Gemeentearchief
14
Inhoudsopgave 2
Beschrijving van het archief INLEIDING 1. Geschiedenis van de N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” 1.1 Voorgeschiedenis 1.2 De Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht 1.3 N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” M.C.M. de Groot (1860-1935) N.V. Woningmaatschappij “Samenwerking” (1892-1923)
1.4 Veranderde tijd. Schiedam op de drempel van de twintigste eeuw
2. Verantwoording van de bewerking Aanwijzingen voor de gebruiker 3. Wijze van citeren
4. Openbaarheid 5. Gebruikte archieven 6. Literatuuropgave
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen I. Stukken van algemene aard II. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 1. Organisatie 2. Eigendommen 2.1 aankoop, onderhoud, verzekering 2.2 huur
3. Financiën 4. Overige en niet te plaatsen stukken
III. Documentatie
- 25 -
3 3 4 5 6 6 8 14 16 16 16 16 16 17 18 18 19 19 19 19 21 21 24 24