Nummer archiefinventaris:
2.16.62
Inventaris van het archief van de Nederlandse Afdeling van de Internationale Commissie tot Regeling van de Afwatering van Vlaanderen, 18901922
Auteur: J. Gaillard Nationaal Archief, Den Haag 1986 Copyright: cc0 This finding aid is written in Dutch.
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
3
I N H O U D S O P G A V E Beschrijving van het archief......................................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen....................................................................................................... 6 Beperkingen aan het gebruik...................................................................................................... 6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................ 7 Voorgeschiedenis en instelling van de commissie.................................................................7 Taakuitoefening..................................................................................................................... 7 Samenstelling van de Nederlandse Afdeling.........................................................................9 Geschiedenis van het archiefbeheer......................................................................................... 10 De verwerving van het archief.............................................................................................. 10 Inhoud en structuur van het archief..........................................................................................11 Selectie en vernietiging.............................................................................................................. 11 Verantwoording van de bewerking........................................................................................... 11 Verwant materiaal....................................................................................................................12
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen................................................13 I. STUKKEN VAN ALGEMENE AARD................................................................................................ 13 A. VERGADERINGEN...................................................................................................................................13
II. STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN...........................................................14 A. SAMENSTELLING...................................................................................................................................14 B. ARCHIEFBEHEER....................................................................................................................................14 C. CONTACTEN MET DE BELGISCHE AFDELING........................................................................................14 D. INVENTARISEREND ONDERZOEK.........................................................................................................14 E. TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE...............................................................................................................16 F. CONTRADICTOIR TERREINONDERZOEK...............................................................................................16 G. ONDERZOEK VERLANDING BRAAKMAN..............................................................................................17 H. OPSTELLEN VAN EEN ONTWERP-OVEREENKOMST............................................................................18
III. DOCUMENTATIE....................................................................................................................... 19
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
Beschrijving van het archief
BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF Naam archiefblok: Commissie Afwatering Vlaanderen Periode: 1890-1922 Archiefbloknummer: B26536 Omvang: 0,45 meter; 59 inventarisnummers. Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands. Het archief bevat stukken in het Frans. Soort archiefmateriaal: Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers: Nederlandse Afdeling van de Internationale Commissie tot Regeling van de Afwatering van Vlaanderen Samenvatting van de inhoud van het archief: Het archief bevat naast notulen onder meer stukken betreffende contacten met de Belgische afdeling, inventariserend onderzoek naar de toestand van de afwatering in Vlaanderen, het gemeenschappelijk terreinonderzoek door zowel een Nederlands als een Belgisch ingenieur, en het opstellen van een ontwerp-overeenkomst. Daarnaast bevat het archief documentatie.
5
6
Cie. Afwatering Vlaanderen
2.16.62
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht. Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. U maakt een profiel aan op www.gahetna.nl, en logt vervolgens in; 2. Via de archiefinventaris (alleen de beschrijvingen met rode nummers) selecteert u het gewenste archiefstuk door op de knop 'Reserveren' te klikken; 3. In het volgende scherm geeft u aan op welke dag u het archiefstuk wilt inzien; 4. Indien u zich bevindt in de studiezaal en een tafelnummer heeft ontvangen kunt u dit nummer vermelden. Als u geen tafelnummer heeft kunt u tafelnummer 777 laten staan; 5. Vervolgens bevestigt u uw reservering door deze te versturen. Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Commissie Afwatering Vlaanderen, 1890-1922, nummer toegang 2.16.62, inventarisnummer ... VERKORT: NL-HaNA, Cie. Afwatering Vlaanderen, 2.16.62, inv.nr. ...
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
7
Archiefvorming
Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Voorgeschiedenis en instelling van de commissie
VOORGESCHIEDENIS EN INSTELLING VAN DE COMMISSIE Een van de problemen, die na 1830 waren ontstaan door de afscheiding van België, was de regeling van de afwatering in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied. In het eindverdrag met België, het Tractaat van Londen van 19 april 1839, werd in artikel 8 gesteld, dat de waterlozing van Vlaanderen in een afzonderlijke overeenkomst tussen België en Nederland geregeld zou worden. Verwezen werd naar het Tractaat van Fontainebleau van 8 november 1785, waarbij het Oostenrijkse ultimatum om de Schelde voor de scheepvaart open te krijgen was afgekocht. Artikel 6 van het verdrag van 1785 bepaalde, dat er een gemeenschappelijke regeling zou moeten komen ten einde overstromingen te voorkomen. Uiteindelijk werd door het sluiten van de Overeenkomst van Gent op 20 mei 1843 de regeling van de afwatering van Vlaanderen een feit. In de loop der jaren bleek, dat deze regeling niet voldeed. De grenspolders, de zogenaamde polders-mixtes, waren aan het toezicht van hoger gezag onttrokken en vormden voor wat de waterhuishouding betreft als het ware een soort niemandsland. Om hier een oplossing voor te vinden werd in 1875 door de Belgische en Nederlandse regering de Internationale Commissie tot regeling der polders-mixtes ingesteld. Doordat bij het ontwerpen van een reglement misverstanden rezen, heeft deze commissie haar werkzaamheden niet kunnen afronden 1. In 1885 kwam het de Gedeputeerde Staten van Zeeland wenselijk voor om toch tot een regeling van de polders-mixtes te komen met inbegrip van de sedert 1843 sterk gewijzigde afwatering van Vlaanderen. In een schrijven verzochten de Gedeputeerde Staten aan de Nederlandse regering pogingen aan te wenden om de Belgen van de noodzaak hiervan te overtuigen 2. Omdat de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken, jonkheer mr. A.P.C. van Karnebeek, vreesde, dat België moeilijk te weerstreven eisen zou kunnen stellen, had hij behandeling van dit verzoek achterwege gelaten. Hij baseerde deze mening op ervaringen uit de tijd, toen hij nog het ambt van Commissaris der Koning in de provincie Zeeland bekleedde 3. Nadat Van Karnebeek door jonkheer C. Harsten was opgevolgd als Minister van Buitenlandse Zaken, werd contact gezocht met de Belgen. Dit had tot resultaat, dat België instemde met de instelling van een Internationale commissie tot regeling van de afwatering van Vlaanderen. Bij Koninklijk Besluit van 19 november 1890, Staatsblad nr. 73, werden de commissarissen van de Nederlandse Afdeling benoemd. Het Belgische Koninklijk Besluit is gedateerd op 26 december van datzelfde jaar. Taakuitoefening
TAAKUITOEFENING De opdracht die de Nederlandse Afdeling meekreeg, was tweeledig. Ten eerste zou in samenwerking met de Belgische leden een onderzoek ingesteld moeten worden naar de toestand van de afwatering van Vlaanderen en een voorstel gedaan moeten worden, hetzij tot wijziging van de Overeenkomst van Gent, hetzij tot het sluiten van een nieuwe overeenkomst. Hierbij zou de afwatering opnieuw geregeld en de belangen van de beide landen aan de bestaande toestand 1 2 3
Zie inv. nr. 3. Brief van de G.S. Zeeland aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid van 18/25 september 1885, nr. 4606/4, 2e Afd.; Archief Wst. A, 1-111B, doos 2281. Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid van 20 juli 1888, nr. 6505, 2e Afd.; Archief Wst. A, 1-11lB, doos 2281.
8
Cie. Afwatering Vlaanderen
2.16.62
getoetst moeten worden. Ten tweede zou een regeling ontworpen moeten worden voor het beheer van de in Nederland en België gelegen polders. Dit tweede gedeelte van de taak was tot dan toe opgedragen aan de eerder genoemde Internationale Commissie tot regeling der poldersmixtes, die was opgeheven bij Koninklijk Besluit van 19 november 1890, Staatsblad nr. 72. De Nederlandse Afdeling kon zich in de werkzaamheden laten bijstaan door de arrondissementsingenieur te Terneuzen en door de ingenieur van de Provinciale Waterstaat eveneens te Terneuzen. In de eerste jaren bleven de contacten tussen de Belgische en de Nederlandse Afdeling beperkt tot schriftelijke informatie-uitwisseling. Pas onder het voorzitterschap van J.C. de Marez Oyens kon in 1907 voor het eerst een gemeenschappelijke vergadering worden belegd. Voor die tijd had de Nederlandse Afdeling zich slechts bezig gehouden met de inventarisatie van de problemen. In de tweede vergadering van de Nederlandse Afdeling van 16 mei 1891 werd besloten het voorlopig rapport van de leden Hooff en Hogerwaard omtrent de toestand van de kunstwerken zoals die in artikel 38 van de Overeenkomst van Gent waren opgesomd te laten circuleren 4. In december van datzelfde jaar verscheen aan de hand van Hogeraard de "Nota omtrent de afwatering van Vlaanderen". Hierin heeft hij het verschil weergegeven tussen de toestand van de afwatering uit 1843 en de op dat moment bestaande toestand 5. De aanstelling van de civielingenieur A.Th. Baert volgende hierop. Deze functionaris werd belast met het onderzoek van de oostelijke waterleiding, waarover in mei 1893 en in februari 1894 werd gerapporteerd 6. In augustus 1894 verschafte de toenmalige voorzitter W. Six aan de minister van Waterstaat inlichtingen omtrent de stand van zaken. Naar aanleiding hiervan ontving Six een reeds in 1892 door Hogerwaard opgestelde "Memorie" 7. Over deze "Memorie" ontstond een meningsverschil tussen Hogerwaard en het in november 1894 nieuw benoemde lid Bekaar. Volgens de eerste zou België kunnen eisen, dat Nederland het onderhoud van de afwatering en de kosten hiervan op zich zou nemen. Bekaar kon zich met deze zienswijze niet verenigen en Nederland zou naar zijn mening dan ook niet nalatig zijn in de uitvoering van de overeenkomst. In februari 1895 werd hierover het oordeel van de Nederlandse regering gevraagd 8. Uit het antwoord van 8 juni 1899 bleek, dat de Nederlandse Afdeling zich op het standpunt diende te stellen, dat de reeds in 1843 bestaande waterleidingen door de onderhoudsplichtigen verzorgd moesten worden onder toezicht van het provinciaal bestuur, terwijl het oppertoezicht bij de Koningin berustte 9. De benoeming van J.C. de Marez Oyens tot voorzitter in 1905 zorgde voor een opleving van de Nederlandse Afdeling. Op verzoek van de nieuwe voorzitter werd G. van der Meulen benoemd tot secretaris. Hij kreeg mede tot taak om bij de totstandkoming van een nieuwe regeling voor de afwatering van Vlaanderen te assisteren. In 1907 werd in een vergadering van de Nederlandse Afdeling en een paar maanden later ook in de eerste gezamenlijke vergadering van de Internationale Commissie besloten tot het doen van het zogenaamde contradictoir terreinonderzoek: het gemeenschappelijk opnemen van de
4 5 6 7 8 9
Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid van 20 juli 1888, nr. 6505, 2e Afd.; Archief Wst. A, 1-11lB, doos 2281. Zie inv. nr. 18. Zie inv. nr. 22. Zie inv. nr. 29 en 30. Zie de notulen van de 5e vergadering, inv. nr. 1. Zie inv. nr. 24.
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
9
terreinomstandigheden door zowel een Nederlands als een Belgisch ingenieur. De rapportage volgende in oktober 1909 en in januari 1911 10. Hiervan kon dankzij de medewerking van de Nederlandse regering de uitwerking in gedrukte vorm verschijnen 11. Vooral de kaarten, die als bijlagen bij deze gedrukte nota's behoren, geven een duidelijk beeld van de afwateringstoestand zowel ten tijde van het afsluiten van de Overeenkomst van Gent in 1843, als in de periode (ca. 1908-1912) van het contradictoir Terreinonderzoek. In de vergadering van de Internationale Commissie van 23 september 1912 heeft de Nederlandse Afdeling de nota "Beginselen voor de herziening van het Verdrag van 1843" ingebracht. Deze nota is besproken en in principe goedgekeurd, zodat deze als leidraad zou kunnen dienen bij de verdere werkzaamheden. Tevens zijn in diezelfde vergadering een administratieve en een technische subcommissie ingesteld om de rapporten inzake het contradictoir terreinonderzoek te controleren en aan te vullen. De Technische Subcommissie heeft in juni 1913 gerapporteerd inzake de zienswijze van de betrokken polderbesturen omtrent de mogelijkheid van afdamming van de polders-mixtes 12. De werkzaamheden waren nu zo ver gevorderd, dat alle aandacht gericht kon worden op het ontwerpen van een nieuwe overeenkomst. Maar voordat het overleg hierover goed en wel op gang kon komen, maakte het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een einde aan alle aktiviteiten van de Internationale Commissie. Gezien de tijdomstandigheden werd er zelfs vanaf gezien de opengevallen plaatsen op te vullen 13. Noch de Nederlandse Afdeling, noch de Internationale Commissie is ooit weer bijeengekomen. Toen in 1922 Van der Meulen op eigen verzoek uit de functie van secretaris werd ontheven, ging het Ministerie van Buitenlandse Zaken er mee akkoord, dat het archief van de Nederlandse Afdeling van de Internationale Commissie tot regeling van de afwatering van Vlaanderen aan het Ministerie van Waterstaat in bewaring werd gegeven 14. Samenstelling van de Nederlandse Afdeling
SAMENSTELLING VAN DE NEDERLANDSE AFDELING Voorzitters 1890-feb 1892
J.P.R. Tak van Poortvliet
feb 1892 - dec 1899
W. Six
dec 1899 - nov 1904
A.P.C. van Karnebeek
nov 1904 - okt 1911
J.C. de Marez Oyens
okt 1911 - juni 1923
A.A. Bekaar
Leden
10 11 12 13 14
1890 - dec 1899
J.P.J. Buteux
1890 - feb 1915
H.E. de Bruijn
1890 - dec 1907
J.H.C. Heyse
Zie inv. nr. 33. Zie inv. nr. 39-44. Zie inv. nr. 38. Zie port. nr. 1, doos 2657; Archief Ministerie van Waterstaat, 1906-1929. Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Minister van Waterstaat van 15 maart 1922, letter DEZ, nr. 5084; Archief Minister van Waterstaat, 1906-1929, port. nr. 1, doos 2657.
10
Cie. Afwatering Vlaanderen
Leden 1890 - dec 1910
M.B.G. Hogerwaard
1890 - nov 1894
A. van Hooff
1895 - okt 1911
A.A. Bekaar (aansluitend voorzitter)
dec 1899 - sept 1903
L.J.M. van Waesberghe Janssens
nov 1903 - 1925
J.A. van Rompu
aug 1906 - mrt 1922
G. van der Meulen
dec 1907 - okt 1909
E.A.O. de Casembroot
dec 1911 - okt 1912
J.C. Ramaer
dec 1911 - 1925
J.A.J. Sibmacher Zijnen
okt 1912 - 1925
H. van Oordt
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Overbrenging van een overheidsarchief
2.16.62
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
11
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief Selectie en vernietiging
SELECTIE EN VERNIETIGING Behoudens dubbelen zijn geen stukken vernietigd. Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING Het archief is in eerste instantie beschreven door mevrouw J.C. Hannema. Noodgedwongen is deze taak overgegaan op ondergetekende. Bescheiden zijn door hem samengevoegd en de beschrijvingen hebben hun definitieve vorm gekregen. Het archief is niet in geordende staat aangetroffen. Wel waren de stukken inzake de plenaire commissie en de Nederlandse Afdeling gescheiden geborgen. Bij de ordening van de beschrijvingen is uitgegaan van een indeling van algemeen naar bijzonder, waarbij de diverse onderdelen van de taakuitoefening door de Nederlandse Afdeling bepalend zijn geweest. In een apart hoofdstuk is de aangetroffen documentatie ondergebracht. De lengte van het archief bedraagt thans een halve meter.
12 Verwant materiaal
Verwant materiaal
Cie. Afwatering Vlaanderen
2.16.62
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
13
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN I. STUKKEN VAN ALGEMENE AARD
A. VERGADERINGEN
I. STUKKEN VAN ALGEMENE AARD A. VERGADERINGEN
1
Notulen van de vergaderingen. feb. 1891 - mei 1914
1 omslag
2
Convocatiebrieven. jan. 1891 - apr. 1914
1 omslag
3
4
Tekst houdende het openingswoord van voorzitter J.C. de Marez Oyens uitgesproken in de vergadering op 19 juni 1906 te Middelburg. gedrukt. juni 1906
1 stuk
Brief van de voorzitter aan de secretaris, waarin wordt gevraagd aan de leden mee te delen, dat "wegens de tijdomstandigheden" voorlopig geen vergaderingen zullen worden uitgeschreven; met de desbetreffende minuut-brief aan de leden. aug. 1914 1 stuk
14
Cie. Afwatering Vlaanderen
2.16.62
II. STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN
A. SAMENSTELLING
II. STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN A. SAMENSTELLING
5
Stukken betreffende de samenstelling van de Nederlandse Afdeling. mrt. 1890 - okt. 1912
6
Stukken betreffende de benoeming tot en het ontslag van mr.dr. G. van der Meulen als secretaris. juni-aug. 1906, jan. 1922 1 omslag
1 omslag
B. ARCHIEFBEHEER
B. ARCHIEFBEHEER 7
Brief van oud-voorzitter W. Six aan A.P.C. Karnebeek, waarbij hij zijn archief, bestaande uit een portefeuille met een rol kaarten, aanbiedt. dec. 1899 1 stuk De genoemde bescheiden zijn niet aangetroffen.
8
Register aangelegd door J.C. de Marez Oyens houdende "Index van (c. 1906)
1 katern
A. Stukken van - of betreffende de Internationale Commissie voor het ontwerpen van eene regeling voor het beheer der in Nederland en België gelegen polders, B. Stukken van - of betreffende de Internationale Commissie voor de afwatering van VLAANDEREN en het beheer der gemengde polders.
9
Register van ingekomen en uitgaande stukken, losbladig. 1908-1922
3 stukken
Dit register is niet volledig.
10
Plaatsingslijst van: (c. 1922)
1 stuk
A. boekwerken behorende tot het archief, B. gegevens en bescheiden behorende tot het archief, C. tekeningen behorende tot het archief. C. CONTACTEN MET DE BELGISCHE AFDELING
C. CONTACTEN MET DE BELGISCHE AFDELING 11
Correspondentie inzake de pogingen om de leden van de Belgische en de Nederlandse Afdeling in een gezamenlijke vergadering bijeen te brengen. mei 1891 - nov. 1892 1 omslag
12
Stukken betreffende de benoeming van de leden van de Belgische Afdeling. jan. 1891 - jan. 1913 1 omslag
13
Notulen van de plenaire vergaderingen van de Internationale Commissie; met bijbehorende correspondentie. sept. 1907 - juli 1914 1 omslag
D. INVENTARISEREND ONDERZOEK
D. INVENTARISEREND ONDERZOEK 14
Brieven, waarin J.P.J. Buteux zijn kennis van en zijn mening over de afwateringskwestie weergeeft.
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
dec. 1890 - jan. 1891 15
15 3 stukken
Stukken betreffende archivalia inzake de afwatering van Vlaanderen berustende bij andere instellingen en de raadpleging daarvan. jan. 1891 - dec. 1908 1 omslag Zie ook inv. nr. 8.
16
Staat van de toestand van de kunstwerken, die in artikel 38, alinea 4, van de Overeenkomst van 1843 zijn opgesomd, ondertekend door M.B.G. Hogerwaard. mrt. 1891 1 katern De bijbehorende brief van 14 maart 1891 is niet aangetroffen.
17
Correspondentie tussen J.P.R. Tak van Poortvliet en M.B.G. Hogerwaard inzake de door Tak van Poortvliet opgeworpen ideeën omtrent de afwateringskwestie. mrt. - apr. 1891 1 omslag
18
"Nota omtrent de afwatering van Vlaanderen", op 1 december 1891 door M.B.G. Hogerwaard opgesteld; gedrukt exemplaar met de bijbehorende correspondentie. apr. - juni 1892 1 omslag
19
Minuut-brief van waarnemend-voorzitter W. Six aan het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland houdende het verzoek tot aanwijzing der onderhoudsplichtigen van de waterleidingen; met bijlage. mei 1892 2 stukken
20
Stukken betreffende de aanstelling van de civiel-ingenieur A.Th. Baert in dienst van de Nederlandse Afdeling ten behoeve van de opnemingen inzake de afwatering van Vlaanderen. juni 1892 - okt. 1893 1 omslag
21
Correspondentie tussen W. Six en A. van Hooff inzake de vordering van de werkzaamheden van A. Th. Baert. mrt. 1893, jan. 1894 4 stukken
22
Brieven van A. van Hooff aan H.E. de Bruijn en M.B.G. Hogerwaard, waarbij worden aangeboden de rapporten van het onderzoek inzake de oostelijke waterleiding, uitgevoerd door J. Nelemans bijgestaan door A.Th. Baert. mei 1893 - feb. 1894 1 omslag
23
Brief, waarin J.A.J. Sibmacher Zijnen informatie geeft omtrent de sluizen in Gent en de afwatering van de St. Françoispolder; met kaarten. dec. 1893 1 omslag
24
Correspondentie inzake het verzoek aan de regering om nadere instructie inzake de zorg voor het onderhoud der afwateringen en de scheiding der zg. "polders mixtes". jan. 1895 - juni 1899 1 omslag
25
Notitie (van A.P.C. van Karnebeek) inzake de werkzaamheden over de periode 18911894. (c. 1899) 1 stuk
26
Brief van oud-voorzitter A.P.C. van Karnebeek, waarbij een exemplaar van de krant
16
Cie. Afwatering Vlaanderen
2.16.62
"Zelandia" wordt aangeboden, waarin is opgenomen een artikel inzake de vordering der werkzaamheden van de commissie. mrt. 1906 2 stukken 27
Nota-wisseling tussen J.C. de Marez Oyens enerzijds en G. van der Meulen, M.B.G. Hogeraard en A.A. Bekaart anderzijds inzake de wijze waarop de werkzaamheden hervat moeten worden. jan. - mei 1907 1 omslag
28
Brief, waarin J. Lely informatie geeft omtrent de sluizen in Gent; met kaart. sept. 1910 2 stukken
E. TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE
E. TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE 29
Minuut-brief aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waarin W. Six inlichtingen verschaft omtrent de stand van zaken; met bijlagen. aug. 1894 3 stukken
30
Brief aan W. Six, waarin M.B.G. Hogerwaard adviseert zijn "Memorie over de afwatering van Vlaanderen" van 19 november 1892 aan de regering te overleggen; met de daarop aansluitende correspondentie en de nota van A.A. Bekaar houdende aan- en opmerkingen inzake de memorie. sept. 1894 - jan. 1895 1 omslag De memorie is slechts in een naderhand gedrukte versie aanwezig.
F. CONTRADICTOIR TERREINONDERZOEK
F. CONTRADICTOIR TERREINONDERZOEK 31
Correspondentie inzake de aanwijzing door de Minister van Waterstaat van de adjunct-ingenieur J. Lely voor het verrichten van het contradictoir terreinonderzoek. juli - dec. 1907 1 omslag
32
Stukken betreffende het opstellen van de instructie voor de ingenieurs, die zijn belast met het contradictoir terreinonderzoek. okt. 1907 - feb. 1908 1 omslag
33
Correspondentie inzake de werkzaamheden en de rapportage hieromtrent van J. Lely en zijn Belgische collega's. mei 1908 - juni 1912 1 pak
34
Minuut-brief van A.A. Bekaar aan de Minister van Buitenlandse Zaken houdende het verzoek tot machtiging om de rapporten van J. Lely en zijn Belgische collega's te laten drukken; met de daarop binnengekomen machtiging. feb. 1912 2 stukken
35
Notulen van de gecombineerde vergadering van de administratieve en technische subcommissie, die zijn belast met de uitwerking van de rapporten van J. Lely c.s.; met bijlagen. okt. 1912 1 omslag
36
Proces-verbaal, opgemaakt door J.A.J. Sibmacher Zijnen en E.A.O. de Casembroot, van de bijeenkomst met de ontvangers-griffiers van de Nederlandse
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
waterschappen, die grensoverschrijdend afwateren; met bijlagen. nov. 1912
17
1 omslag
37
Staat van de door de administratieve subcommissie verzamelde gegevens inzake de gronden die grensoverschrijdend afwateren; met bijlagen. dec. 1912 - juli 1914 1 omslag
38
Rapport van de technische subcommissie inzake de zienswijze van de betrokken polderbesturen in het geval van afdamming van de grensoverschrijdende afwateringen. juli 1913 1 katern
39-44
Gedrukte nota's A - F houdende de "Uitkomsten van de terreinopnemingen en verdere onderzoekingen langs de Nederlandsch-Belgische grens"; met bijlagen en kaarten. apr. 1912 - apr. 1913 6 omslagen 39 A. Gedeelte van het voormalig Zwin (grenspaal no. 369) tot aan de Clarapolder (grenspaal no. 326). apr. 1912. 40 B. Gronden, behoorende tot de Isabellawatering; van den Clarapolder (grenspaal no. 326) tot aan de St. Albertpolder (ongeveer grenspaal no. 317). 1912. 41 C. Afwatering door het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Afwatering door de Langeleede. - Rijkswaterleidingen wederzijds het Kanaal van Gent naar Terneuzen. sept. 1912. De bijbehorende kaarten ontbreken.
42
43
44
45 G. ONDERZOEK VERLANDING BRAAKMAN
D. Gronden, ter linker- of westzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen, waarop de artikelen 8-12 van de overeenkomst van 1843 betrekking hebben; van den St. Albertpolder (ongeveer grenspaal no. 317) tot aan het genoemde Kanaal (grenspaal no. 309). okt. 1912. E. Gronden, ter rechter- of oostzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen, waarop artikel 5 van de overeenkomst van 1843 betrekking heeft; van het genoemde Kanaal (grenspaal no. 308) tot aan de straatweg van Hulst naar St. Nicolaas (grenspaal no. 279). dec. 1912. F. Gronden, ter rechter- of oostzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen, waarop artikel 5 van de overeenkomst van 1843 betrekking heeft; van den straatweg van Hulst naar St. Nicolaas (grenspaal no. 279) tot aan den Groot Kieldrechtpolder (grenspaal no. 273). Gronden, ter rechter- of oostzijde van het kanaal van Gent naar Terneuzen, waarop de artikelen 6 en 7 van de overeenkomst van 1843 betrekking hebben; van den Groot Kieldrechtpolder (grenspaal no. 273) tot aan de Schelde (grenspaal no. 269A). apr. 1913.
Correspondentie inzake de wijzigingen van en de aanvullingen op de gedrukte nota's A - F. apr. 1912 - juli 1914 1 omslag G. ONDERZOEK VERLANDING BRAAKMAN
46
Stukken betreffende de afwatering door de Isabellasluis in verband met de verlanding van de Braakman en de voorgenomen bedijking; met kaarten.
18
H. OPSTELLEN VAN EEN ONTWERP-OVEREENKOMST
Cie. Afwatering Vlaanderen
mei 1909 - nov. 1912
2.16.62 1 omslag
H. OPSTELLEN VAN EEN ONTWERP-OVEREENKOMST 47
Stukken betreffende het opstellen van schets-ontwerpen ter vervanging van de Overeenkomst van 1843. feb. 1909 - dec. 1910 1 omslag
48
Brief van de Minister van Waterstaat houdende het verzoek om bij het opstellen van het ontwerp-verdrag er rekening mee te houden, dat de Zwarte Brug in de Canisvlietpolder vervangen wordt door buizen. dec. 1912 1 stuk
49
Stukken betreffende het voorstel van de Nederlandse Afdeling inzake de grondbeginselen die bij herziening van de Overeenkomst van 1843 gehanteerd kunnen worden. sept. 1912, juni 1914 1 omslag
2.16.62
Cie. Afwatering Vlaanderen
19
III. DOCUMENTATIE
III. DOCUMENTATIE 50
Staat houdende de hoogten van de verkenmerken boven het Amsterdams Peil volgens de Eerste en Tweede Waterpassing ter bepaling van de gemiddelde hoogte van de kerk te Roode Sluis; met verwijzing naar de nummers van de betreffende kunstwerken, waaronder die in artikel 4 van de Overeenkomst van 1843 zijn opgenomen. z.d. 1 stuk
51
Uittreksels van diverse internationale verdragen inzake de afwatering van Vlaanderen. 1785-1902 1 omslag
52
Description de l'écoulement actuel des eaux des Flandres et des modifications apportées à la convention conclue entre la Hollande et la Belgique, le 20 mai 1843. Afschrift. z.d. 1 stuk
53
Convention du 20 mai 1843 pour régler l'écoulement des eaux Flandres (Bulletin officiel, no. LV). Kopie. z.d. 1 katern
54
Reglement van policie voor de polders. (in de departementen der Schelde, der monden van de Schelde, der Lys, der twee Nethes, der monden van den Rhijn en van de Roer.) voorgeschreven bij Keizerlijk Decreet van 16 december 1811. Te Nijmegen, bij de wed. J.C. Vieweg en zoon, gedrukt. 1835 1 deel
55
Rapport van de secretaris-tresorier van de watering van Grevening houdende de "Beschrijving van alle de onderhoudingswerken ten laste der watering Grevening". mrt. 1864 1 katern
56-57
Recueil de lois, arrêtés, règlements etc. concernant l'administration des eaux et polders de la Flandre oriental, par M.J. Wolters. Gand, H. Hoste, libraire-éditeur, Rue des Champs, gedrukt. 1869, 1874 2 delen 56 Tome premier. troisième édition, revue, augmentée et completée jusqu'en 1874, par G. Wolters. 1874. 57 Tome secound. troisième édition, revue, augmentée et completée jusqu'en 1869, par G. Wolters. 1969.
58
Provinciale bladen van Zeeland houdende besluiten inzake aanvullingen op waterschapsreglementen, beheer en onderhoud van sluizen van de Kapitale Dam en het Polderreglement (incompleet). 1870-1894 1 omslag
59
Verzameling der meest in gebruik zijnde wetten en verordeningen inzake van beheer der Polders en gelijkaardige vereenigingen buiten de regelmatig ingerichte wateringen. Gent, druk F. en R. Buyck, Gebroeders. (na 1898) 1 deel