Nummer archiefinventaris:
2.16.38
Inventaris van het archief van de Commissie inzake het Luchthavenvraagstuk, 1939-1945
Auteur: H.B. Misérus Nationaal Archief, Den Haag 1978 Copyright: cc0 This finding aid is written in Dutch.
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
3
I N H O U D S O P G A V E Beschrijving van het archief......................................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen....................................................................................................... 6 Beperkingen aan het gebruik...................................................................................................... 6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................ 7 Samenstelling van de Commissie inzake het Luchthavenvraagstuk.....................................8 Samenstelling van de ondercommissies............................................................................... 9 Geschiedenis van het archiefbeheer......................................................................................... 10 De verwerving van het archief.............................................................................................. 10 De verwerving van het archief.............................................................................................. 10 Inhoud en structuur van het archief..........................................................................................11 Verantwoording van de bewerking........................................................................................... 11 Verwant materiaal....................................................................................................................12
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen................................................13
I. ARCHIEF VAN DE PLENAIRE COMMISSIE.................................................................................... 13 A. STUKKEN VAN ALGEMENE AARD..........................................................................................................13 B. INGEKOMEN NOTA'S EN RAPPORTEN..................................................................................................13 C. AAN DE COMMISSIELEDEN TOEGEZONDEN STUKKEN.......................................................................14
II. ARCHIEVEN VAN DE ONDER-COMMISSIES...............................................................................15 A. ONDER-COMMISSIE I 'LUCHTVERKEERSBEVEILIGING'.......................................................................15 B. ONDER-COMMISSIE II 'VERLICHTINGSVRAAGSTUKKEN'...................................................................16 C. ONDER-COMMISSIE III 'ALGEMEEN PLAN VAN DE LUCHTHAVEN'.....................................................17 D. ONDER-COMMISSIE IV 'INDELING GEBOUWEN EN EXPLOITATIEVRAAGSTUKKEN'.........................18
III. TEKENINGEN-ARCHIEF............................................................................................................. 19
Bijlagen.....................................................................................................................21 Rede, uitgesproken door de minister van Waterstaat mr.dr.ir. J.A.M. van Buuren bij de installatie der commissie op 14 april 1939......................................................................................21 Rede, uitgesproken door de voorzitter der commissie mr.dr. D.A.P.N. Koolen bij de installatie der commissie op 14 april 1939...................................................................................................... 22
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
5
Beschrijving van het archief
BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF Naam archiefblok: Commissie Luchthavenvraagstuk Periode: 1939-1945 Archiefbloknummer: W26546 Omvang: 0,20 meter; 60 inventarisnummers. Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands. Soort archiefmateriaal: Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers: Commissie inzake het Luchthavenvraagstuk, 1939-1945 Samenvatting van de inhoud van het archief: Het archief omvat de archieven van de Commissie inzake het Luchthavenvraagstuk en zijn ondercommissies en een tekeningenarchief. Het bevat stukken betreffende het benoemen van de diverse leden van de commissies, luchtverkeersbeveiliging, de verlichting van landingsbanen en de inrichting van luchthavens.
6
Cie. Luchthavenvraagstuk
2.16.38
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht. Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. U maakt een profiel aan op www.gahetna.nl, en logt vervolgens in; 2. Via de archiefinventaris (alleen de beschrijvingen met rode nummers) selecteert u het gewenste archiefstuk door op de knop 'Reserveren' te klikken; 3. In het volgende scherm geeft u aan op welke dag u het archiefstuk wilt inzien; 4. Indien u zich bevindt in de studiezaal en een tafelnummer heeft ontvangen kunt u dit nummer vermelden. Als u geen tafelnummer heeft kunt u tafelnummer 777 laten staan; 5. Vervolgens bevestigt u uw reservering door deze te versturen. Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Commissie Luchthavenvraagstuk, nummer toegang 2.16.38, inventarisnummer ... VERKORT: NL-HaNA, Cie. Luchthavenvraagstuk, 2.16.38, inv.nr. ...
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
7
Archiefvorming
Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Bij Beschikking van de minister van Waterstaat van 31 maart 1939, La AAA Luchtvaartdienst 1, werd een commissie ingesteld om - kort samengevat - een zo gunstig mogelijke oplossing te bevorderen van het luchthaven-vraagstuk, in het bijzonder met betrekking tot de inrichting en exploitatie van één centrale luchthaven voor het grote internationale en intercontinentale luchtverkeer. De Commissie werd op 14 april 1939 in de Statenzaal door de toenmalige minister van Waterstaat, mr.dr.ir. J.A.M. van Buuren, geïnstalleerd. In augustus 1940 werd door de toenmalige Secretaris-Generaal, tevens waarnemend hoofd, van het departement van Waterstaat, mr. D.G.W.Spitzen, aan de leden van de Commissie inzake het Luchthaven-vraagstuk de vraag voorgelegd of - nu in verband met de inmiddels sedert mei 1940 opgetreden bijzondere tijdsomstandigheden het burgerlijke luchtverkeer noodgedwongen stil was komen te liggen en de Commissie dientengevolge haar normale werkzaamheden niet kon verrichten - het wellicht dienstig zou zijn nu de gelegenheid aan te grijpen om door terzake deskundigen een zuiver op de theorie berustend plan te doen ontwerpen voor de inrichting van één luchthaven in Nederland, bestemd voor het grote internationale en intercontinentale luchtverkeer. Voor dat doel werd in december 1940 een aantal functionarissen van de K.L.M., de Luchtvaartdienst, het K.N.M.I. en van de drie grote gemeenten uitgenodigd en ook bereid gevonden om zitting te nemen in een viertal te vormen Onder-commissies. De taken van deze Onder-commissies werden verdeeld als volgt: • Aan Onder-commissie I werd opdracht gegeven tot het organiseren van de luchtverkeersbeveiliging; • aan Onder-commissie II werd opgedragen na te gaan welke kapitaalsinvesteringen nodig zouden zijn voor de aanleg van verlichtingsinstallaties op luchtvaart-terreinen; • aan Onder-commissie III werd de opdracht verstrekt na te gaan hoeveel en welke gebouwen op een luchtvaart-terrein behoren te worden geplaatst • en aan Onder-commissie IV tenslotte werd opgedragen na te gaan op welke wijze de indeling van de desbetreffende diensten per gebouw moest geschieden en tevens hoe groot de exploitatie-kosten van de verschillende diensten op een luchtvaart-terrein zouden zijn. Een eind-rapport werd niet aangetroffen. Uit ingewonnen informaties bij de Rijksluchtvaartdienst en de departementale bibliotheek is gebleken dat als vaststaand kan worden aangenomen dat ten gevolge van de abnormale omstandigheden, waaronder de Commissie haar werkzaamheden heeft moeten verrichten - door haar geen eind-rapport aan de minister kon worden uitgebracht. In verband met de tengevolge van de oorlog ontstane gewijzigde omstandigheden, meer in het bijzonder ten aanzien van de luchtvaart, achtte de regering het wenselijk de Commissie te ontbinden. Dit geschiedde bij Beschikking van de minister van Waterstaat en Wederopbouw van 8 juni 1945, La AI Luchtvaartdienst2.
1 2
Zie inv. nummer 1, zie ook bundel 200 I, archief R.L.D. Zie inv. nummer 7, zie ook bundel 200 I, archief R.L.D.
8
Cie. Luchthavenvraagstuk
2.16.38
Samenstelling van de Commissie inzake het Luchthavenvraagstuk.
SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIE INZAKE HET LUCHTHAVENVRAAGSTUK. Bij Beschikking van de minister van Waterstaat Lit.AAA dd. 31 maart 1939 werden tot leden benoemd: Lid en voorzitter: • mr.dr. D.A.P.N. Koolen, Lid van de Raad van State; Leden: • P.W. Best, generaal-majoor, commandant der Luchtverdediging; • L. Boogerd, directeur der Gemeente-Handelsinrichtingen te Amsterdam; • dr.ir. M.H. Damme, Directeur-Generaal der P.T.T.; • H.Ch.E. van Ede van der Pals, Directeur van de Luchtvaartdienst; • mr. H.W.J. Mulder, Raadsadviseur, Hoofd van de afdeling Binnenlands Bestuur van het departement van Binnenlandse Zaken; • A. Plesman, directeur van de K.L.M.; • J.C. Roelofsen, Hoofdinspecteur bij de Generale Thesaurie van het departement van Financiën; • mr.dr. W.G.A. Sonsbeeck, Commissaris der Koningin in de provincie Limburg; • prof.ir. I.P. de Vooys, voorzitter van de Economische Raad; • mr.dr. R.H. baron de Vos van Steenwijk, Commissaris der Koningin in de provincie Drenthe; • prof.mr. F. de Vries, voorzitter van de Centrale Commissie voor Advies en Bijstand voor het Verkeersfonds; • dr.ir. L.R. Wentholt, Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat, Hoofd van de Centrale Dienst van de Wegen en Bruggen; • ir. W.G. Witteveen, directeur van de Gemeentelijke Technische Dienst van Rotterdam; aan de commissie werden als secretaris toegevoegd: • jhr. O.A.E.E.L. Wittert van Hoogland, Hoofd van de afd. Luchtvaartterreinen en Luchtvaartpersoneel van de Luchtvaartdienst; en als plaatsvervanger: • mr. H.J. Spanjaard, ambtenaar bij de Luchtvaartdienst. Bij Beschikking van de minister van Waterstaat Lit. LL dd. 13 april 1939 werd als tweede plaatsvervangend secretaris benoemd: • mr. P.E.E. Briët, tijdelijk ambtenaar bij de Luchtvaartdienst. Bij Beschikking van de minister van Waterstaat nr. 521 dd. 7 sept. 1939 werd als derde plaatsvervangend secretaris benoemd: • ir. J.J.M. Aangenendt, ingenieur van de Rijkswaterstaat. Bij Beschikking van de Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd van het departement van Waterstaat werd eervol ontslag verleend aan: • jhr. O.A.E.E.L. Wittert van Hoogland, als secretaris en mr. P.E.E. Briët, als plaatsvervangend secretaris; benoemd tot plaatsvervangend lid voor de generaal-majoor Best - welke naar Engeland was uitgeweken -: • V.E. Wilmar, kolonel der Generale Staf o.n.a.
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
9
Samenstelling van de ondercommissies
SAMENSTELLING VAN DE ONDERCOMMISSIES Ondercommissie I Lid en Voorzitter:
S.L. Hof, Hoofdinspecteur bij de Luchtvaartdienst.
Lid en Secretaris:
A.P. Dekker, Inspecteur bij de Luchtvaartdienst.
Leden:
O.J. Selis, Inspecteur bij de Luchtvaartdienst. H. Fuchs, Chef Vliegdienst bij de K.L.M. dr. W. Bleeker, Adjunct-Directeur bij het K.N.M.I. U.F.M. Dellaert, Havenmeester van het luchtvaartterrein Schiphol. A.C. Tolk, Havenmeester van het luchtvaartterrein Waalhaven.
Ondercommissie II Lid en Voorzitter:
ir. P.J.G. van Diggelen, Hoofding., Chef Techn. Dienst Kustverlichting.
Lid en Secretaris:
A.P. Dekker, Inspecteur bij de Luchtvaartdienst.
Leden :
U.F.M. Dellaert, Havenmeester van het luchtvaartterrein Schiphol. H. Fuchs, Chef Vliegdienst bij de K.L.M. ir. A.H.B. van Riemsdijk, Afd.Chef G.E.B. Rotterdam. C. Peters, Hoofdinspecteur G.E.B., Amsterdam.
Ondercommissie III Lid en Voorzitter:
U.F.M. Dellaert, Havenmeester van het luchtvaartterrein Schiphol.
Lid en Secretaris:
A.P. Dekker, Inspecteur bij de Luchtvaartdienst.
Leden :
P. de Winter, Inspecteur bij de Luchtvaartdienst. H. Veenendaal, Hoofd Techn. Bedrijven bij de K.L.M. ir. B. Zweers, Hoofdingenieur bij de Gemeente Amsterdam. A.C. Tolk, Havenmeester van het Luchtvaartterrein Waalhaven.
10
Cie. Luchthavenvraagstuk
2.16.38
Ondercommissie IV Lid en Voorzitter:
U.F.M. Dellaert, Havenmeester van het luchtvaartterrein Schiphol.
Lid en Secretaris :
A.P. Dekker, Inspecteur bij de Luchtvaartdienst.
Leden :
A.S. Thomson, Stationschef K.L.M. G. Spit, Chef Technische Dienst K.L.M. F.v.Balluseck, Chef bedrijfseconomisch bureau van de K.L.M. P. Pool, Bouwkundige bij de K.L.M. A.C. Tolk, Havenmeester luchtvaartterrein Waalhaven. ir. B. Zweers, Hoofdingenieur bij de Gemeente Amsterdam.
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Overbrenging van een overheidsarchief De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
11
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING De archivalia hebben betrekking op de periode 1939-1945 en waren geborgen in vier archiefdozen. Na verwijdering van een aantal dubbelen van nota's en rapporten resteerde ± 75% van het oorspronkelijke archief voor inventarisatie. Een bepaalde ordening kon niet worden ontdekt. Wel konden de archivalia behorende tot de Plenaire Commissie c.q. de vier Onder-commissies worden onderkend. Met het oog hierop werd besloten om bij de inventarisatie de hoofdindeling 'Plenaire Commissie Onder-commissies' aan te houden. Bovendien is nog een separaat hoofdstuk "Tekeningen-archief" toegevoegd. Het betreft hier een aantal technische tekeningen van diverse afmetingen, geen betrekking hebbende op voorafgaande inventaris-nummers, welke derhalve onder een eigen inventaris-nummer dienden te worden beschreven.
12 Verwant materiaal
Verwant materiaal
Cie. Luchthavenvraagstuk
2.16.38
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
13
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN I. ARCHIEF VAN DE PLENAIRE COMMISSIE
A. STUKKEN VAN ALGEMENE AARD
I. ARCHIEF VAN DE PLENAIRE COMMISSIE A. STUKKEN VAN ALGEMENE AARD
1
Briefwisseling tussen de secretaris-generaal van het departement van Waterstaat en de leden van de commissie inzake het ontwerpen van een geheel op veronderstelling berustend plan voor de inrichting van een luchthaven in Nederland ten behoeve van het grote internationale en intercontinentale verkeer met vliegtuigen. Afschriften. aug.-sept. 1940 5 stukken
2
Briefwisseling tussen de secretaris-generaal van het departement van Waterstaat en de voorzitter van de commissie inzake de benoeming van de leden-deskundigen in een viertal Onder-commissies. Afschriften. okt. 1940-jan. 1941 3 stukken
3
Briefwisseling van de voorzitter met de leden van de commissie inzake het verzoek om zitting te nemen in een aantal in te stellen "Ondercommissies". dec. 1940 1 omslag
4
Brief van de voorzitter aan de commissie-leden met een viertal conceptontwerpen inzake de werkzaamheden van de vier samen te stellen Ondercommissies. Gestencild. dec. 1940 5 stukken
5
Brief van de voorzitter aan A.P.Dekker, inspecteur bij de Luchtvaartdienst inzake de benoeming van deze functionaris tot lid en secretaris van de Ondercommissies 'Luchtverkeersbeveiliging', 'Verlichtingsvraagstukken', 'Algemeen Plan van de Luchthaven' en 'Indeling Gebouwen en Exploitatievraagstukken'. Gestencild. jan. 1941 1 stuk
6
Brief van de voorzitter aan dr. D.Vermeulen, directeur van het Bureau der Verlichtingskunde te Utrecht inzake zijn benoeming tot lid van de Onder-commissie 'Verlichtingsvraagstukken'. Afschrift. mei 1941 1 stuk
7
Brief van de plaatsvervangend-secretaris aan de commissie-leden, houdende mededeling van ontbinding van de commissie bij Beschikking van 8 juni 1945, La, AI Luchtvaartdienst, van de minister van Waterstaat en Wederopbouw, met gelijktijdige uiting van waardering voor het werk door de leden verricht. Gestencild. juli 1945 1 stuk
B. INGEKOMEN NOTA'S EN RAPPORTEN
B. INGEKOMEN NOTA'S EN RAPPORTEN 8
Nota van L.Boogerd, directeur van de Handelsinrichtingen van de gemeente Amsterdam, betreffende de capaciteit van vlieghavens voor het commerciële
14
Cie. Luchthavenvraagstuk
luchtverkeer ingeval van slecht zicht. Met bijlagen. Gestencild. okt. 1939
2.16.38
1 omslag
9
Nota van A.S.Thomson, stationschef bij de K.L.M. inzake een verhandeling over de meest gunstige opstelling van een gebouwen-complex op een vlieghaven. Gestencild. jan. 1941 1 stuk
10
Rapport van A.C.Tolk, havenmeester van het luchtvaart-terrein 'Waalhaven', getiteld: "OPSTELLING EN INRICHTING DER BAKENS TEN BEHOEVE VAN SLECHTZICHT-LANDINGEN." Met bijlage. febr. 1941 2 stukken
C. AAN DE COMMISSIELEDEN TOEGEZONDEN STUKKEN
C. AAN DE COMMISSIELEDEN TOEGEZONDEN STUKKEN 11
Brief van de secretaris aan de commissie-leden met een aan de directeur van de Luchtvaartdienst gericht ingekomen schrijven met nota en overzichtskaart van het midden-westelijk deel van Nederland, afkomstig van A.Plesman, directeur van de K.L.M., inzake het verkrijgen van een inzicht in de exploitatie van één centraal vliegveld. febr. 1941 4 stukken
12
Brief van de secretaris aan de commissie-leden met bijgevoegde kaarten van de omgeving van de vliegvelden bij Leiderdorp, Overschie en Schiphol. maart 1941 4 stukken
13
Stukken, bevattende artikelen uit buitenlandse tijdschriften, door de secretaris ter informatie aan de commissie-leden toegezonden. Gestencild. okt. 1941-nov. 1943 1 omslag
14
Brief van de secretaris aan de commissie-leden met bijgevoegde kaarten van de omgeving van de vliegvelden bij Schiphol en Leiderdorp. aug. 1944 3 stukken
2.16.38
15
Cie. Luchthavenvraagstuk
II. ARCHIEVEN VAN DE ONDER-COMMISSIES
A. ONDER-COMMISSIE I 'LUCHTVERKEERSBEVEILIGING'
II. ARCHIEVEN VAN DE ONDER-COMMISSIES A. ONDER-COMMISSIE I 'LUCHTVERKEERSBEVEILIGING'
15
Verslagen van vergaderingen. Gestencild. mei 1943-juli 1944
1 omslag
De verslagen van de 1e - 40e en van de 42e - 58e vergadering werden niet aangetroffen.
16
Rapport van S.L.Hof, hoofdinspecteur van de Luchtvaartdienst, inzake de noodzaak van de totstandkoming van een organisatie van de Peildienst en de Dienst van de Algemene Verkeersleiding. Afschrift. maart 1939 1 stuk
17
Rapport van A.O.L.Strijkers, chef van de Radio- en Verbindingsdienst van de K.L.M., betreffende de organisatie van de Peildienst in Nederland. Met bijlagen. Gestencild. jan. 1941 3 stukken
18
Nota van W.Bleeker, adjunct-directeur van het K.N.M.I. te De Bilt, inzake de organisatie van de Meteorologische Dienst ten behoeve van de luchtvaart in Nederland en de plannen welke vóór mei 1940 bestonden met betrekking tot de verdere ontwikkeling van deze dienst. Gestencild. febr. 1941 1 stuk
19
Rapport van O.J.Selis, inspecteur van de Luchtvaartdienst, inzake een ontwerp voor een landings-radio-baken-installatie met een capaciteit van ongeveer 40 vliegtuigen per uur. Met bijlage. Gestencild. maart 1941 2 stukken
20
Ingekomen brief van U.F.M.Dellaert, havenmeester van het luchtvaart-terrein 'SCHIPHOL' met bijgevoegd artikel uit het Amerikaanse maandblad "FORTUNE", uitgave mei 1940, bevattende een beschrijving van het 'Sperry-Klystron-apparaat' als hulpmiddel bij de slechtzicht-landing. Met bijlage. april 1941 2 stukken
21
Rapport van O.J.Selis, inspecteur bij de Luchtvaartdienst, inzake een beschrijving van de verschillende destijds bekende mistlandings-systemen met vermelding van de vóór- en nadelen van deze systemen. Gestencild. aug. 1941 1 deel
22
Brief en rapport van A.P.Dekker, inspecteur van de Luchtvaartdienst, inzake het ontwerpen van organisatorische richtlijnen voor de luchtverkeersbeveiliging. nov. 1941 2 stukken
23
Ingekomen brief van W.Bleeker, adjunct-directeur van het K.N.M.I. te De Bilt, met bijgevoegd rapport, bevattende een overzicht van de verschillende methoden van mist-bestrijding. Met bijlage. jan.-febr. 1942 2 stukken
24
Rapport en plattegrond-schets, afkomstig van het K.N.M.I. te De Bilt, inzake een ontwerp voor de inrichting van de Meteorologische Dienst op vliegvelden. Met bijlage. Gestencild.
16
Cie. Luchthavenvraagstuk
april 1942
2.16.38 2 stukken
25
Rapport van J.J.Mulder, vlieger bij de Luchtvaartdienst, inzake het bepalen van de posities van vliegtuigen door middel van automatische peilingen. Met kaarten. Afschrift. sept. 1942 3 stukken
26
Rapport van de K.L.M. inzake een beschouwing over de ideale wigbebouwing op vliegvelden met landings- en startbanen in elkaars verlengde. Met tekeningen. Lichtdruk. okt. 1942 1 omslag
27
Rapport van S.L.Hof, hoofdinspecteur van de Luchtvaartdienst, inzake een beschouwing over het ontwerpen van een verkeerstoren. Met schetsen. Gestencild. mei 1943 4 stukken
28
Lijst bevattende een verzameling van stellingen, conclusies en definities, voorkomende in de commissie-verslagen 1 t/m 64. Gestencild. mei 1944
29
1 stuk
Verslag van het K.N.M.I. te De Bilt bevattende een beschrijving van 'THEORETISCHE QBI-TOESTANDEN' te Schiphol in de jaren 1937, 1938 en 1939 en te Waalhaven in de jaren 1938 en 1939. Gestencild. z.j. 1 stuk Onder 'THEORETISCHE QBI-TOESTANDEN' wordt verstaan de omstandigheid waarbij het zicht minder is dan 1000 m. en/of de wolken-hoogte lager is dan 100m.
B. ONDER-COMMISSIE II 'VERLICHTINGSVRAAGSTUKKEN'
B. ONDER-COMMISSIE II 'VERLICHTINGSVRAAGSTUKKEN' 30
Verslagen van vergaderingen. Gestencild. febr. 1941-okt. 1943
31
Verzameling van commentaren van gezagvoerders en vliegtuigbestuurders van de K.L.M. met betrekking tot de luchthaven- en routeverlichting, naar aanleiding van een daartoe door de chef van de Vliegdienst van de K.L.M. aan voornoemde functionarissen gedaan verzoek. febr.-juni 1941 1 omslag
32
Rapport van de N.V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen te Arnhem inzake een beschouwing over de lichttechnische eisen, welke aan landingsbaan-lichten moeten worden gesteld. Gestencild. nov. 1942 1 deel
33
Brief van het commissie-lid U.F.M.Dellaert met rapport, samengesteld door ir. P.Braam van Vloten en U.F.M.Dellaert, getiteld: "DOEL EN BETEKENIS DER NIEUWE VERLICHTING OP SCHIPHOL". Met bijlage. nov. 1942 3 stukken
34
Rapport van het commissie-lid U.F.M.Dellaert inzake de ontwikkeling van de mistlandingstechniek met behulp van radio-bakens en de daarmee in verband staande modernisering van de verlichting van landingsbanen en de aanloop-verlichting. dec. 1942 1 stuk
1 omslag
2.16.38
35
Cie. Luchthavenvraagstuk
17
Brief aan de Raad van Bestuur van de Nederlandsche Stichting voor Verlichtingskunde te Arnhem met rapport, getiteld: "DE VERLICHTING VAN LANDINGSBANEN EN DE AANLOOP-VERLICHTING". Met bijlage. Gestencild. jan.-maart 1943 2 stukken
C. ONDER-COMMISSIE III 'ALGEMEEN PLAN VAN DE LUCHTHAVEN'
C. ONDER-COMMISSIE III 'ALGEMEEN PLAN VAN DE LUCHTHAVEN' 36
Verslagen van vergaderingen. Gestencild. jan. 1941-juli 1944
1 omslag
37
Nota van de commissie-leden P.de Winter en A.P.Dekker inzake enkele eisen welke moeten worden gesteld ten aanzien van de afmetingen van luchtvaart-terreinen en startbanen. Gestencild. febr. 1941 1 stuk
38
Brief van de secretaris aan de leden betreffende de prototypen van verschillende bouwwijzen van luchthavens met vierbanige stelsels. Met tekeningen. aug. 1942 1 omslag
39
Correspondentie met de K.L.M. inzake het vraagstuk omtrent de noodzaak van het onderbrengen van vliegtuigen in loodsen en of in de toekomst reparaties aan vliegtuigen mogelijk in de open lucht zouden kunnen worden verricht. febr. 1941-okt. 1942 4 stukken
40
Rapport van de K.L.M. inzake een beschouwing van de ideale wigbebouwing op vliegvelden met landings- en startbanen in elkaars verlengde. Lichtdruk. okt. 1942 1 stuk
41
Artikel van A.B.Lambert, getiteld: "PROGRESSIVE DESIGNS FOR A MAJOR AIRPORT". Met bijlagen. Gestencild. dec. 1942 3 stukken Overgenomen uit het tijdschrift 'AERO'DIGEST', december 1941.
42
Nota van het commissie-lid U.F.M.Dellaert bevattende enkele opmerkingen en aanhalingen naar aanleiding van de nota van 14 oktober 1939 van de heer L.Boogerd, directeur van de Gemeente Handelsinrichtingen te Amsterdam, gericht aan de Plenaire Commissie, getiteld: "DE CAPACITEIT VAN DE HAVENS DER HANDELSLUCHTVAART BIJ SLECHT ZICHT". Gestencild. jan. 1943 1 stuk
43
Briefwisseling tussen de secretaris en ir. W.Koiter van de Luchtvaartdienst inzake het probleem van het landen bij sterke zij-wind. jan.-okt. 1943 1 omslag
44
Ingekomen brief van A.S.Thomson, oud-stationschef bij de K.L.M., inzake een uiteenzetting van de voor- en nadelen bij toepassing van het 6-, respectievelijk 8baanrichtingen-systeem. nov. 1943 1 stuk
18
Cie. Luchthavenvraagstuk
2.16.38
D. ONDER-COMMISSIE IV 'INDELING GEBOUWEN EN EXPLOITATIEVRAAGSTUKKEN'
D. ONDER-COMMISSIE IV 'INDELING GEBOUWEN EN EXPLOITATIEVRAAGSTUKKEN' 45
Verslagen van vergaderingen. Gestencild. maart 1941-aug. 1944 Verslagen van de 1e, 2e, 6e, 9e, 11e en 15e vergadering werden niet aangetroffen.
46
Nota en schema, samengesteld door de commissie-leden A.S.Thomson en G.Spit, inzake de ontwikkeling van een dienstregeling in de toekomst. febr. 1941 2 stukken
47
Organisatie-schema voor de stationsdienst van een luchthaven, samengesteld door het commissie-lid A.S.Thomson. maart 1941 2 stukken
48
Nota van A.S.Thomson, getiteld:"BESCHOUWING OVER HET AANTAL PASSAGIERS IN VERBAND MET DE BESCHIKBARE RUIMTE IN EEN STATIONSGEBOUW". Met bijlagen. Gestencild. maart 1941 3 stukken
49
Brief van de secretaris aan de leden met bijgevoegde lijst van alle diensten, welke op een luchthaven aanwezig dienen te zijn. Gestencild. april 1941 2 stukken
50
Ingekomen brief van W.R.van Goor, hoofdinspecteur der P.T.T., inzake een beschouwing over de postale eisen, waarmee bij de inrichting van een stations gebouw rekening moet worden gehouden. nov. 1941 1 stuk
51
Nota's van de commissie-leden A. S.Thomson en F.von Balluseck inzake het opstellen en het manoeuvreren van vliegtuigen in verband met de in- en uitscheping van passagiers en overige lading. Gestencild. maart-april 1942 4 stukken
52
Nota, met situatie-schetsen, van het commissie-lid A.C.Tolk.inzake een zodanige opstelling van vliegtuigen dat het mogelijk wordt geacht om deze onder alle omstandigheden met de neus tegen de wind in te kunnen plaatsen. april 1942 3 stukken
53
Nota van de secretaris aan de commissie-leden bevattende een aantal door ir. H.G.J.Schelling, architect bij de Nederlandse Spoorwegen, verstrekte gegevens omtrent de inrichting van visitatie-zalen bij de Nederlandse grensstations. Met kaarten. april 1943 3 stukken
54
Ingekomen brieven van de K.L.M. betreffende het ontwerpen van een luchtvaartstation. Met tekeningen. aug. 1943 1 omslag
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
19
III. TEKENINGEN-ARCHIEF
III. TEKENINGEN-ARCHIEF 55
Schets-ontwerpen voor een luchtvaart-station. juni 1942
3 stukken
Lichtdrukken. Formaat 30 × 59 cm. Schaal 1:500.
56
Studie-tekening betreffende een ontwerp voor een landingsterrein met start- en rijbanen in diverse variaties. nov. 1942 1 omslag Lichtdrukken. Diverse formaten.
57
Tekening betreffende een stelsel van 3×2 evenwijdige startbanen met vier varianten van lichtbaken-opstellingen. (K.L.M.) sept. 1942 1 stuk Lichtdruk. Ingekleurd. Formaat 82 × 115 cm. Schaal 1:4000.
58
Schets-ontwerpen van Publieke Werken Amsterdam voor een luchtvaartstation. dec. 1942 1 omslag Lichtdrukken. Ingekleurd. Diverse formaten. Schaal 1:1000.
59
Schets-ontwerpen van de K.L.M. voor een luchtvaart-station. okt. 1943
4 stukken
Lichtdrukken. Formaat 28 × 83 cm. Schaal 1:500.
60
Schets-ontwerpen van Publieke Werken Amsterdam voor een luchtvaartstation. jan. 1944 3 stukken Lichtdruk. Ingekleurd Diverse formaten. Schaal 1:500.
2.16.38
Cie. Luchthavenvraagstuk
21
Bijlagen
BIJLAGEN Rede, uitgesproken door de minister van Waterstaat mr.dr.ir. J.A.M. van Buuren bij de installatie der commissie op 14 april 1939.
REDE, UITGESPROKEN DOOR DE MINISTER VAN WATERSTAAT MR.DR.IR. J.A.M. VAN BUUREN BIJ DE INSTALLATIE DER COMMISSIE OP 14 APRIL 1939. Mijne Heeren, Het zij mij allereerst vergund mijn dank te betuigen jegens U voor de bereidwilligheid waarmede Gij een benoeming tot lid der ingestelde Commissie hebt willen aanvaarden. Het vraagstuk, waarover de Regeering Uwe Commissie verzoekt Haar van advies te willen dienen, is niet slechts veel omvattend, doch bovenal zeer belangrijk aangezien de oplossing daarvan, die alom in den lande met een zoo groote belangstelling wordt tegemoet gezien, voor de positie, welke Nederland in de burgerlijke luchtvaart zal innemen van verstrekkende beteekenis zal zijn. Ik wil mij niet begeven in een uiteenzetting of ook maar een opsomming van de verschillende inzichten en standpunten, welke te dezer zake van allerlei kant zijn verdedigd. In de eerste plaats toch meen ik te mogen aannemen, dat die inzichten en standpunten, waarvan in het openbaar is getuigd, stellig in Uw midden bekend zijn, maar vooral wil ik vermijden, door eenigerlei opsomming of volgorde zelfs ook maar den schijn te wekken alsof van mij uit eenige suggestie ten aanzien van Uw arbeid zou gepoogd worden te geven. Het is juist het verlangen van de Regeering op dit ogenblik de onderscheidene oplossingen, waarop het oog kan vallen, te toetsen aan een objectief, kundig oordeel en daarna een uiteindelijk standpunt te bepalen. Hiervoor is noodig, dat alle denkbeelden, ook die, welke van de zijde van de Regeering reeds zijn geopperd, in den smeltkroes van Uw beoordeeling worden gedaan en dat alle belangen, in hun onderlinge waarden en in hun beteekenis tegenover het algemeen belang, worden bezien. Waaruit dit algemeen belang bestaat is niet mogelijk te onderkennen; het zoo goed mogelijk inschakelen van Nederland in het groote luchtverkeer en het zoo veel mogelijk bevestigen van de positie van de Nederlandsche luchtvaart in dit verkeer. Moeilijker is gebleken om de juiste politiek te bepalen ten aanzien van de ontwikkeling der luchthavens in het midden - Westelijk deel van ons land, welke politiek voor het zoo juist gestelde doel van groot belang is. Divergentie van meerringen en van belangen heeft op dit punt het aspect niet verhelderd en het is juist daarom, dat de Regeering gaarne orde zag geschapen in die veelheid van standpunt, een orde, die Uwe Commissie zal voeren tot een uiteindelijk advies, waaraan de Regeering voor het bepalen van haar definitieve oplossing groote waarde zal hechten. Uwe Commissie moge in de ruimte, welke de opdracht haar biedt, aanleiding vinden om het vliegveld - vraagstuk in al zijn onderdeelen, waarbij uiteraard de financieele zijde niet de minst belangrijke is, in beschouwing te nemen, zóódat de Regeering binnen bekwamen tijd kan beschikken over een advies waarin alle vraagpunten met betrekking tot de vliegveldvoorziening voor het luchtverkeer van het heden en van de naaste toekomst, grondig onder de oogen zijn gezien. Mocht Uwe Commissie voorlichting buiten die uit eigen kring behoeven of dergelijke voorlichting zich aanbieden, dan zal zij ongetwijfeld zich die te nutte willen maken. Het is mij een groote voldoening, mijnheer Koolen, dat Gij aan mijn verzoek, het voorzitterschap van deze Commissie op U te nemen, wel gehoor hebt willen geven. Onder Uw beproefde leiding kan met vertrouwen het advies, dat deze Commissie der Regeering zal voorleggen, tegemoet worden gezien.
22
Cie. Luchthavenvraagstuk
2.16.38
Mijne Heeren. Uw aller medewerking inroepend om Uw beste krachten te wijden aan deze voor de Nederlandsche luchtvaart zoo belangrijke zaak, verklaar ik de Commissie voor geïnstalleerd. Rede, uitgesproken door de voorzitter der commissie mr.dr. D.A.P.N. Koolen bij de installatie der commissie op 14 april 1939.
REDE, UITGESPROKEN DOOR DE VOORZITTER DER COMMISSIE MR.DR. D.A.P.N. KOOLEN BIJ DE INSTALLATIE DER COMMISSIE OP 14 APRIL 1939. Excellentie, Dezelfde schroom, die U belet heeft ook zelfs maar oppervlakkig in te gaan op de verschillende stroomingen, welke zich bij de behandeling van het aan onze Commissie toevertrouwde belang hebben afgeteekend, is ook voor mij een aanwijzing om bij deze eerste samenkomst mij zorgvuldig te onthouden zelfs van de geringste aanduiding betreffende de richting, waarin naar mijn meerring die stroomingen geleid moeten worden om zoo mogelijk ten slotte in eenzelfde bedding haar loop te vervolgen. Intusschen is er toch één punt, waarop Uwe Excellentie een duidelijk geluid heeft doen hooren en wel bij het uitspreken van den wensch, dat de Commissie bij het beoordeelen van alle geopperde denkbeelden en bij het afwegen van alle bestaande belangen het algemeen belang in het oog zoude houden. Dat algemeen belang is het belang van Nederland. Uwe Excellentie kan zich overtuigd houden, dat bij alle leden der Commissie het nationale belang op den voorgrond zal staan. In Uwe rede heeft U de aan onze Commissie opgedragen taak veelvattend genoemd. Inderdaad laat de opdracht ruimte om alle zijden van het vliegveld-vraagstuk - daaronder ook begrepen de financieele - in alle onderdeelen te beschouwen: de Commissie in haar geheel moet U dankbaar zijn dat U haar zoo heeft samengesteld dat een groot deel der leden, uit eigen wetenschap, omtrent onderdeelen voorlichting kan geven. Wij aanvaarden onze taak met opgewektheid, maar niet zonder Uwe Excellentie dank gebracht te hebben voor het vertrouwen in ons gesteld, dat wij hopen niet te zullen beschamen.