Inval in de vroege morgen Van boerderij tot trainingskamp
We gaan terug naar de avond van 11 november 2004. De dan 55-jarige Ton van Beugen runt samen met zijn vrouw een kampeerboerderij in het Brabantse dorpje Liempde. Het hoogseizoen is voorbij en hij heeft niet veel werk om handen aan de enkele gasten die er nog zijn. De avond valt en voor Van Beugen en zijn gezin lijkt het een nacht te worden als alle andere. Niets blijkt minder waar. Tijdens een grootschalige politie-inval op kampeerboerderij de Mus’donck worden die nacht 29 mensen opgepakt. Tom van Beugen: “Ik weet het nog goed. Het was vijf uur ’s ochtends en ik werd wakker van luid gebonk op de deur. Ik liep automatisch naar beneden en deed de deur open. Daar stond een man met bivakmuts en hij vertelde mij dat ze bezig waren met een inval.” Toen pas zag Van Beugen de lichten van een rondcirkelende helikopter en een soort van militaire eenheid die zich precies om de twee meter rondom zijn huis hadden opgesteld. Terwijl Van Beugen verdwaast met de man meeloopt naar achter ziet hij hoe zijn campinggasten in hun onderbroek tegen de muur staan en realiseert zich dat de inval al even bezig is. Zijn vrouw wordt uit bed gehaald en een van de inmiddels binnen gekomen rechercheurs zegt dat het huis onderzocht moet worden. “Met drie slapende kinderen boven?” De vrouw van Van Beugen is des duivels. Wat is hier aan de hand, spookt het door hun hoofd. Dan wordt het duidelijk dat Van Beugen en zijn vrouw ook onder arrest staan. “Ik bel mijn zus, voor de kinderen,” zegt de vrouw van Van Beugen. Maar de rechercheur bijt haar toe: “U belt helemaal niemand. Wat is de naam van uw zus?” En hij loopt naar een dik boekwerk dat op tafel ligt. “Ik was met stomheid geslagen toen hij daar alle gegevens van mijn schoonzus uit haalde. Alles stond daar blijkbaar in, van de lengte van mijn teennagels tot het telefoonnummer van mijn schoonzus. Pas later realiseerde ik me hoe beangstigend dat eigenlijk is.” Onder toeziend oog van hun drie kinderen (17, 15 en 13) worden Van Beugen en zijn vrouw als zware criminelen, apart afgevoerd. Reden voor de inval was de vermoedde aanwezigheid van een PKK-trainingskamp op het terrein van de kampeerboerderij. De aangehouden personen werden verdacht van deelname aan en het steunen van de Koerdische afscheidingsbeweging ‘Partiya Karkeren Kurdistan’, beter bekend als de PKK. Deze organisatie strijdt voor een onafhankelijke Koerdische staat maar wordt als een terroristische groepering gezien die verboden is in Europa. Overigens was het steunen van zo’n soort groepering in november 2004 nog niet voor de wet verboden. Voor Van Beugen kwam de inval als een donderslag bij heldere hemel. Hij vertelt: “In het najaar van 1992 besloten wij een kampeerboerderij over te nemen in Liempde. In de winter van 1992 kregen wij toen voor het eerst de groep Koerden op bezoek. Deze hadden al gereserveerd en betaald voor een plekje op de camping toen hij nog in het bezit van de vorige eigenaar was. Dus op de dag dat wij onze intrek in de boerderij namen, kregen we hen er eigenlijk bij. Het groepje kwam daar al jaren, en ook na onze overname bleven ze elk jaar trouw terug komen.” Van Beugen had nooit iets aan te merken op zijn Koerdische gasten. “Ze deden niets verkeerd dus ik had geen enkele reden om te zeggen van je mag niet meer komen. Ze waren vriendelijk en aardig en ze leverde gewoon hun
centjes in. Het komt er op neer dat die mensen al zeker twintig jaar hier kwamen. Soms kwamen ze zes weken, soms twee keer zes weken en soms ook jaren niet. Dan kwamen ze niet opdagen.” De inval leverde uiteindelijk niets op voor justitie. Geen enkele verdachte werd daadwerkelijk veroordeeld, mede door een gebrek aan bewijs en het feit dat de Turkse justitie niet meewerkte.. Zij stonden niet toe dat de Nederlandse advocaten van de verdachten bij de verhoren van belangrijke getuigen in Turkije aanwezig zouden zijn. Het gerechtshof in Den Bosch besloot hierop de hele zaak te seponeren en justitie kon niet anders dan de aanklacht te laten varen. De getuigenverklaringen zouden op deze manier niet betrouwbaar genoeg zijn om te kunnen gebruiken in een mogelijke strafzaak, zo stelde de Nederlandse rechtbank in oktober 2008. Dit heeft alles te maken met de verhoudingen tussen de Turken en Koerden, die op politiek gebied heel gevoelig liggen.
Wel of niet PKK “Ik herinner me deze zaak. Het was een wat ‘padvinderachtig’ zomerkamp", weet Martin van Bruinessen, onderzoeker en deskundige op het gebied van moderne islamitische samenleving. "Ik meen dat er filmpjes gevonden waren van joggende jongens, dat was de aanleiding.” Volgens hem waren de ‘bijeenkomsten’ op de kampeerboerderij vooral ideologisch van aard. “De jongens en meisjes kregen iets te horen over Marx, Lenin, Stalin en Apo (beter bekend als Öcalan red.), de leider van de PKK.” Op Bruinessen maakte de hele zaak een nogal onschuldige indruk. Hij verwijst daarbij naar het feit dat er geen wapentuig is gevonden tijdens de inval op de kamperboerij, zoals vuurwapens. “Het deed mij eigenlijk allemaal erg denken aan zomerkampen van christelijke jeugdverenigingen. In plaats van de Bijbel en andere stichtelijke literatuur als richtlijn, waren hun bijeenkomsten meer politiek van aard.” Historicus en Turkoloog Armand Saǧ is stelliger in zijn mening dan Bruinessen. “Ik denk dat er daadwerkelijk terroristen zijn getraind op boerderij de Mus‘donck.” Volgens de Turkije-deskundige verbleef onder andere Güven Akkuș tijdelijk op de kampeerboerderij. Een opmerkelijke uitspraak, gezien het feit dat Akkuș een terrorist was die in 2007 een aanslag pleegde in Ankara. Ook hebben twee van zijn ooms tijdelijk in Liempde gezeten, vertelt Saǧ. “Het is een zeer droevige zaak dat er naar alle waarschijnlijkheid enkele Koerden werden opgeleid in Liempde die later aanslagen hebben gepleegd. Dit heeft mensenlevens gekost.” Bruinessen durft daar niets over te zeggen maar zegt dat er destijds werd vermoed dat deze training wel een voorbereiding was voor een veel serieuzere terugkeer naar Koerdistan. “Daar zouden ze wel degelijk een militaire training krijgen en gaan deelnemen aan de guerrillastrijd. Erg veel is daar nooit over bekend geworden. De AIVD had wel wat informatie, maar heeft die binnenshuis gehouden", aldus Bruinessen. Dit verklaart wel eerdere bezoeken van de AIVD aan de kampeerboerderij van de familie van Beugen. “Ik weet niet meer precies hoe lang dat van te voren was, maar er stond hier op een gegeven moment een wat gezette man op de stoep die zich bekend maakte als iemand van de AIVD. Het eerste wat dan door je hoofd schiet is: ‘Wat doe ik verkeerd’ en dat vroeg ik dus. Maar ik deed
niets verkeerd, hij kwam alleen vertellen dat hierachter Koerden zaten. Ik zeg ja, dat weet ik, maar die veroorzaken verder geen problemen. Nee, dat vond hij ook niet, het was juist hartstikke goed dat ze hier zitten. Want dan zitten ze bij elkaar, en dan kunnen wij als AIVD een oogje in het zeil houden. Ik zei, maar waarom houden jullie een oogje in het zeil? Ja, wij willen graag weten hoe dat de groep zich gedraagt, want wij moeten op alle terreinen in Nederland zoveel mogelijk inlichtingen verzamelen.” Zo heeft Van Beugen nog even met hem aan de keukentafel gezeten. Na een half uurtje vertrok de man weer, hij zou nog wel een keer bellen. “Ik heb toen nog gezegd, maar zeg het dan, als wij iets kunnen doen. Als er iets gebeurt wat niet goed is dan gaan ze er vandaag nog uit, want ik wil dat risico niet nemen.” Een maand voor de inval kreeg Van Beugen ook nog een bezoekje van de RIVD. “Die man maakte het helemaal spannend. Ook hij zei dat er niets aan de hand was en dat ik me nergens zorgen om hoefde te maken. Hij zei zelfs: ‘hier heb je mijn 06 nummer, als er iemand komt of er is iets, meteen bellen want dan maak ik dat in orde.’ Één keer heb ik politie aan de deur gehad in verband met die Koerden, hij heeft dat toen direct opgelost. Maar ik heb me toch ook lelijk vergist. Tijdens de inval zei ik dat ze hem moesten bellen, want hij wist hoe de vork in de steel zat. Nou mooi niet. Het nummer klopte niet. Er was niemand meer te vinden, de RIVD bestond ineens niet meer en bij de AIVD wisten ze van de hele zaak ook niets. Sterker nog, er was hier nooit iemand van hen geweest.” De frustratie is duidelijk hoorbaar in de stem van Van Beugen. “Toen was dus in een keer alles weg. Alles wat mij was verteld, in rook opgegaan. Keihard ontkennen dat hier iemand van de AIVD bij mij aan de keukentafel gezeten heeft. Nou, dan is het mijn woord tegen hun woord, en ja, dat verlies ik.”
De rechtszaak De hele zaak verliep van begin af aan uiterst stroef voor justitie. Op basis van bewijzen die de politie had verzameld, kon geen enkele verdachte worden veroordeeld. Bovendien konden de getuigen in Turkije niet verhoord worden omdat de Turkse autoriteiten weigerden Nederlandse advocaten toe te laten. Extra bewijs in de vorm van een getuigenverklaring kon daardoor niet worden vergaard. Dit was voor de Bossche rechtbank essentieel om tot een veroordeling te kunnen komen. Deze rechtbank had namelijk bepaald dat er 117 getuigen moesten worden gehoord voor meerdere PKK gerelateerd zaken die in Nederland speelden, waarvan enkele tientallen in Turkije verbleven al dan niet in gevangenschap. Onder de te verhoren getuigen was ondermeer de Koerdische leider Öcalan die in Turkije een levenslange gevangenisstraf uitzit. Voor het OM was dit een aderlating, het betekende namelijk dat de zaak in gevaar zou kunnen komen. Later, in 2008, leerden we ook dat de zaak inderdaad in een lastig pakket was geraakt toen bleek dat de rechtbank het OM nietontvankelijk verklaarde en de zaak moest seponeren. In een eerdere fase hadden enkele getuigen, die in veel gevallen ook werden verdacht van PKKdeelname en/of steun aan de organisatie, belastende verklaringen afgelegden tegen enkele verdachten die zijn opgepakt tijdens de inval in november 2004. Dit gebeurde in sommige gevallen om er zelf beter van te worden door bijvoorbeeld strafvermindering af te dwingen in ruil voor een (getuigen)verklaring. Aan die zaak zat een luchtje, zo oordeelden de Nederlandse advocaten.
Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens hebben advocaten het recht om aanwezig te zijn bij getuigenverhoren, ook als die getuigen zich in het buitenland bevinden. Advocaten hebben daar belangen bij in verband met de betrouwbaarheid van de verklaringen. De Turkse autoriteiten zagen dit anders en rond februari 2008 leidt deze onenigheid tot een 'wellesnietes' spelletje tussen de Turkse autoriteiten en de Nederlandse advocaten. In juni 2008 ging toenmalig minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin, op werkbezoek naar Turkije. Zijn doel: de meningsverschillen met Turkije oplossen zodat de rechtszaak tegen de gearresteerde PKK-verdachten kon worden voortgezet. De Turken waren niet te overtuigen en bleven bij hun standpunt dat de verdediging niet aanwezig mocht zijn zijn tijdens het afleggen van de verklaringen. Iets dat voor de Nederlandse advocaten cruciaal was om een eerlijk proces te kunnen waarborgen. Het zag er dan ook naar uit dat de processen tegen de verdachten op niets zouden uitlopen. Het bewijs was niet sluitend, er waren alleen wat indirecte aanwijzingen en vermoedens gevonden, bovendien wilde Turkije niet meewerken. Meerdere keren wordt er door justitie in Nederland om uitstel gevraagd om te voorkomen dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard. Oktober 2008 wordt het OM alsnog nietontvankelijk verklaard. Volgens Y. Tamer, advocaat van een van de verdachten, zijn alle verdachten dan al een aantal jaren op vrije voeten en de meeste van hen zijn het land uitgezet als ongewenst vreemdeling. “Mijn cliënt en zijn vrienden waren allemaal minderjarig en stonden dus onder bescherming van de Nederlandse overheid. Het feit dat Turkije niet wilde meewerken heeft dus uiteindelijk in hun voordeel gewerkt.”
Tijdsgeest Het jaar 2004 was een bijzonder bewogen jaar, zo valt te lezen in het jaarverslag van de AIVD. Niet alleen vanwege de inval op de kampeerboerderij in Liempde. Tien dagen voor de inval bij de Mus‘donck, werd Theo van Gogh in Amsterdam door Mohamed Bouyeri vermoord. Het land was geschokt. Mensen hadden de aanslagen in Madrid van maart 2004 nog vers in het geheugen en de aanslag op het WTC in New York lag ook nog niet ver achter hen. Waren dit incidenten of was dit het begin van een structurele dreiging tegen het westen? Door de verschillende incidenten in binnen- en buitenland heeft het toenmalige kabinet stappen genomen om in te spelen op de toenemende terrorismedreiging. Deze dreiging en het onderzoek naar en opsporing van radicaal Islamitische netwerken, die eventueel plannen hadden voor terroristische aanslagen, een zeer hoge prioriteit gekregen binnen de overheden van Westerse landen met de Verenigde Staten voorop in de ‘strijd’. De aanhoudingen en het verijdelen van (mogelijke) aanslagen van de terroristisch organisatie die zichzelf 'de Hofstadgroep' noemde, eveneens in 2004, gaf maar al te goed aan dat Europa met een toenemende spanning te maken had. Alle alarmbellen rinkelden.
De inval in Liempde moet dan ook in de tijdsgeest van toen geplaatst worden. Er kan verondersteld worden dat de autoriteiten in Nederland geen enkel risico wilden lopen en haar voorzorgsmaatregelen flink aanscherpte. Het toezicht op het rekruteren van leden voor terroristische aanslagen, het martelaarschap en de deelname aan de Jihad werd door de AIVD sterk aangescherpt in samenwerking met de Counter Terrorism Group (CTG). Dit deed de inlichtingendienst onder meer door het zogenoemde ‘ronselen’ van leden te onderzoeken. De zaak in Liempde voldeed in de ogen van de AIVD aan een van deze criteria. Het ronselen zou met deze inval tot een halt geroepen worden, in hoeverre überhaupt sprake was van dit feit ter zijde. De AIVD is eerst begonnen met het nauwlettend in de gaten houden van het kampeerterrein en ook van het gezin Van Beugen. Dit verliep overigens niet zo ongezien als de AIVD gehoopt had. Ton van Beugen schudt zijn hoofd als hij er aan terug denkt. Hij vindt zich zelf achteraf gezien naïef, “maar aan de andere kant reken je hier gewoon niet op”. Het was ongeveer een week voor de inval, wanneer hij tegen de avond tijdens het uitlaten van zijn hond, iets raars ziet aan de overkant van een gekapt maïsveld. “Ik dacht, nou zul je het hebben, stelletje idioten. Dat moeten de mannen van de milieuclub geweest zijn.” Aan een boom, op nog geen anderhalve meter van de grond, hangt een vogelhuisje. “Anderhalve meter hoogte, wie doet dat nou” en verbaasd loopt Van Beugen over het veld naar het vogelhuisje. “En toen werd het helemaal te gek, hadden ze voor dat gaatje ook nog een glasplaatje gezet, dat werkt toch niet!” Nietsvermoedend opent hij het dak van het vogelhuisje en schrikt: “Het was helemaal geen vogelhuisje, er zat een camera in! Dus ik pakte die camera en draai hem een kwartslag zodat je er niets meer doorheen zag.” De camera stond namelijk op het huis van Van Beugen gericht. “Recht op mijn voordeur, nou dan ben je toch wel even met stomheid geslagen.” De volgende ochtend bedacht hij zich om de camera maar helemaal weg te halen. Maar als hij het veld weer overloopt ziet hij al meteen: alles is weg. Vogelhuisje, camera, kabels, alleen nog een groot gat in de grond onder de boom. “Er had natuurlijk iemand mee zitten kijken. Ongelofelijk.” Justitie hield dus samen met de AIVD de boel al een tijdje een oogje in het zeil. Van Beugen vermoedt dat het daarom ook niet alleen bij het vogelhuisje is gebleven. “Waarschijnlijk zijn ze nog veel verder gegaan. Want waarschijnlijk hebben ze hier in huis, en achter bij de boerderij, ook nog microfoons gehad, of camera’s. Dat denk ik dat ze ook nog gedaan hebben. Want ze zetten alle middelen in.” Het belangrijkste gerucht was dat zich PKK-leden ophielden op het kampeerterrein. Deze leden zouden zich bezighouden met training en rekrutering voor de inmiddels in Nederland verboden PKK-groepering. Een sterk vermoeden was voor de inlichtingendienst voldoende om een onderzoek te starten en om de kampeerboerderij op die vroege novembermorgen met tweehonderd man aan speciale eenheden en twee politiehelikopters binnen te vallen. De inval werd op de voet gevolgd door de media die ruim van te voren door justitie zelf waren ingelicht. Een journalist van Omroep Brabant bevestigt dat: “We hebben intern een telefoontje gekregen dat er een PKK-trainingskamp opgerold ging worden in Liempde. De inval zelf is van dichtbij vastgelegd door een cameraploeg van justitie zelf. Wij werden tijdens en na de inval op de hoogte gehouden door een woordvoerder van justitie en het hoofd van de nationale recherche. Zij hebben ons toen ook verteld over de wapens en nachtkijkers die gevonden zouden zijn. Later hoorde we pas dat deze bij een ándere inval waren gevonden die dezelfde nacht had plaatsgevonden.” Het weglaten
van dit kleine detail zal niet per ongeluk geweest zijn vermoedt Van Beugen. “Maar het is ook iets wat ik de journalistiek eigenlijk een beetje kwalijk neem, dat ze zich niet goed hebben laten informeren.” Het was belangrijker om een scoop te scoren dan om de feiten te checken. “Dat hebben ze niet gedaan, ook niet door mij maar ik had daar toen ook helemaal geen zin in.” Later las Van Beugen dat verhaal in de krant. “Er werd daarin ook aangegeven dat het vermeende kamp ergens ‘diep verscholen in het bos’ zou liggen. Daar klopt gewoon helemaal geen reet van, we zitten verdorie nog geen 600 meter van de A2 af!” Dat ’diep verscholen in de bossen’ natuurlijk meer indruk maakt begrijpt hij wel, maar het klopt gewoon niet. “Bovendien was het voor ons gewoon een zakelijke transactie en niets meer. Die mensen hielden zich aan het reglement wat wij hebben, dus waarom zou ik ze dan buiten zetten?” “Ik weet niet precies wat ze deden, dat moet ik maar gokken” zegt Van Beugen over de activiteiten van zijn gasten. “Wat ik gezien heb is dat ze de achterkamer tot een soort van klaslokaal hadden ingericht. Het was een soort collegezaal opstelling, en daar was iemand aan het les geven. Ze maakte gebruik van moderne technieken, er werd wel eens een videofilm gedraaid, maar verder stond er de hele dag iemand te praten. En die mensen zaten heel de dag, zaten die te luisteren. Ze hadden wel regelmatig een soort van speelkwartier en dan gingen ze voetballen achter op de wei of rondjes rennen op het veld.” De inlichtingendienst schrijf hierover in haar jaarverslag: "In het kamp in Liempde verbleven jongeren die van plan zijn zich aan te sluiten bij de organisatie. Zij worden ingewijd en onderwezen in de achtergronden, historie, ideologie en cultuur van de Koerdische beweging en de politieke geschriften van PKK-leider Abdullah Öcalan."
PKK in Nederland In april 2004 worden de organisaties KADEK, en de later daaruit ontstane organisatie Kongra-Gel, door Nederland toegevoegd aan de lijst van organisaties waarvan de financiën worden bevroren. De beslissing werd door de AIVD genomen omdat er een sterk vermoeden bestond dat deze organisaties een dekmantel vormden voor de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. Door het bevriezen van de geldstromen werd het voor de PKK onmogelijk om de KADEK en KongraGel financieel te steunen. Eventuele opleidingskampen konden daardoor niet meer worden geholpen met indirecte steun van de PKK. Volgens de AIVD zou het PKK-kamp, dat zich zou hebben gevestigd op de kampeerboerderij in Liempde, door de Kongra-Gel zijn georganiseerd. De link met de afscheidingsbeweging waarbij de Nederlandse organisatie als dekmantel werd gezien. “Het inzamelen van geld voor de PKK is een ander interessant thema. ik geloof niet dat daar ooit mensen voor opgepakt zijn. Het gebeurt, dat staat vast, maar het zal wel moeilijk zijn aan te tonen dat dit door een bestaande ,en dus verbiedbare, organisatie wordt gedaan”, zo zegt Bruinessen.
De PKK was in 2004 nog geen illegale organisatie in Nederland. Deze werd pas in 2007 officieel verboden door de Nederlandse staat, ondanks het feit dat de organisatie al sinds 2002 door de Europese Unie en de VS werd gezien als terroristische groepering. Pas in december 2004, een maand na de inval, werd het steunen van de PKK verboden in Nederland. De echte ‘eyeopener’ voor Nederland was een aanslag van terrorist Güven Akkus die in 2007 een aanslag pleegde in Ankara. Volgens Armand Saǧ was er al eerder sprake van een opleidingskamp in Eindhoven, waar ook Akkus zou zijn opgeleid tussen 1998 en 2001. Saǧ: "Nederland was één van de weinige landen, zo niet het enige, dat fel tegen het besluit van de Europese Unie, Verenigde Staten en de Verenigde Naties was om de PKK op de 'Terror List' te zetten." Jaren later kwam Nederland hier op terug en verbood de organisatie alsnog. Volgens Bruinessen bestaat de PKK als organisatie in ons land niet officieel. “Ze heeft geen woordvoerders of vertegenwoordigers in Nederland zitten. Er zijn Koerdische verenigingen die duidelijke sympathieën voor de PKK hebben, maar die zijn wel legaal. Er heeft lange tijd ook een Nederlands actiecomité bestaan dat sterk met de PKK sympathiseerde en een informatiebulletin verspreidde dat overduidelijk door de PKK was geïnspireerd. Maar ook dat heeft bij mijn weten nooit problemen gehad.” Saǧ ziet dat toch anders. Een hervatting van eventuele PKK trainingskampen in Nederland wordt door Saǧ vergeleken met een vulkaan. “Een deel van zulke organisaties zijn ‘slapende’ verenigingen. Veel van de individuen die deel uitmaken van de organisatie hebben een sterke band met hun Koerdische achtergrond. Zij spelen in op incidenten zoals bijvoorbeeld ook is gebeurd rond de terroristische dreigingen in 2004 en door de inval in Noord Irak in 2007.” Saǧ maakt overigens nog een andere opvallende link met de PKK in Nederland die het vermelden waard is, al is de betrouwbaarheid van die informatie niet makkelijk te achterhalen. Saǧ vraagt zich hardop af hoe al die kleine Koerdische koffiehuizen het hoofd financieel boven water weten te houden, terwijl ze maar twee keer per week open zijn. “Het kan zijn dat deze koffiehuizen en culturele verenigingen worden gebruikt als politieke dekmantel voor de Turkse maffia. De link met de maffia bestaat hem dan voornamelijk uit het doorvoeren van drugs zoals opium vanuit Afghanistan via Turkije naar Nederland. Een breed netwerk dat in de afgelopen decennia is opgebouwd.” Dit zijn uiteraard de woorden van Saǧ en hij zegt er zelf ook bij dat deze beschuldiging heel lastig te bewijzen valt.