VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE
Instructie voor leerlingen…………………………………………………………………..
5
Gebruik van de lesbrieven………………………………………………………………….
6
Lesbrief: Wat wil je zijn en worden………………………………………………………..
7
Wat wil je zijn en worden ………………………………………………………………….
11
Wat wil je zijn en worden ………………………………………………………………….
14
Taal en taalverschillen……………………………………………………………………...
19
Praten in de groep…………………………………………………………………………..
22
Keuzes maken………………………………………………………………………………
24
Discussies voorbereiden……………………………………………………………………
27
Docenten en leerlingen…………………………………………………………………….
30
Weggaan en afscheid……………………………………………………………………….
32
Toekomst……………………………………………………………………………………
33
Zorgen voor jezelf en je omgeving………………………………………………………...
35
Vriendschap…………………………………………………………………………………
37
Ik ben oke…………………………………………………………………………………...
40
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
1/7
Doelen en scoren…………………………………………………………………………...
42
Wie ben ik, wie ben jij……………………………………………………………………...
45
Pesten en gepest worden…………………………………………………………………...
49
Een klassevertegenwoordiger kiezen……………………………………………………...
51
Ik en de school……………………………………………………………………………...
53
Zelfstandigheid……………………………………………………………………………... 55 De klas……………………………………………………………………………………….
59
Regels in de school………………………………………………………………………….
61
Schema samenwerken in een team………………………………………………………...
64
Jouw houding of rol in de samenwerking met anderen…………………………………..
69
Risico’s………………………………………………………………………………………
74
Humor in de klas………………………………………………………………………….
83
Een eigen identiteit…………………………………………………………………………
87
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
2/7
INSTRUCTIE VOOR LEERLINGEN WERKWIJZE LESBRIEVEN De lesbrieven zijn en blijven jouw eigendom. Een docent kan ze niet innemen. De lesbrieven helpen je op weg om je gedachten te uiten op papier. Daarna in een groepsdiscussie heb je dan al nagedacht en kun je gemakkelijker praten over het onderwerp. Doordat anderen in je klas hun eigen gedachten en ideeën hebben en die vertellen ontstaan er gesprekken. We noemen dat de dialoog en daar kun je veel van opsteken. Probeer te leren van wat anderen zeggen en te bedenken dat je niet alles al zeker hoeft te weten. Het zoeken naar antwoorden is leuker. Bij de discussies kun je je eigen gedachten en gevoel uiten. Begin je zinnen met: ik denk of ik voel. Wat je denkt of voelt is van jezelf. Het is veiliger om zo je zin te beginnen. Wat je denkt of voelt is niet bedreigend voor anderen. Dat wordt het wel als je wilt dat anderen ook zo moeten denken en voelen. Probeer te begrijpen wat anderen zeggen. Dat kun je tonen door te luisteren en anderen ruimte te geven. Zij leren dan van jou dat ook te doen. Begrijp dat elkaar echt snappen moeilijk is. We zegggen soms al niet goed wat we bedoelen. Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn. Als je verlegen bent en weinig durft te praten, probeer dan per discussie één keer iets te zeggen. Dat lukt het best door “bij jezelf te blijven”. Dus zo: ik denk, ik heb, ik voel, enzovoort. Probeer niemand te beschuldigen: jij hebt altijd.... of jij bent zo’n...... enz. Iemand die beschuldigd wordt voelt zich in een hoek gedrongen en gaat vervolgens in de aanval. Zeg rustig hoe bij jou gedrag of meningen overkomen: ik denk... of bij mij is dat.. enzovoort. Jouw inbreng in een discussie verloopt goed als je in de eerste plaats wilt luisteren, dus nieuwsgierig bent. Daarna volgt dat je het belangrijk en leuk vindt om te praten met mensen.
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
3/7
GEBRUIK VAN DE LESBRIEVEN Vul de lesbrieven in als de docent daarom vraagt.
Â
Inleiding
betekent dat je de opdracht alleen (individueel) invult. Je bent vrij om te schrijven wat je wilt
betekent dat je de opdracht in kleine groepjes voorbespreekt en noteert
{
betekent dat je de opdracht in de grote groep (klas) bespreekt en daarna de uitkomsten (conclusies) opschrijft
E
betekent evaluatie of terugblik. Je sluit dan het onderwerp af met een conclusie of maakt een afspraak met jezelf of met anderen. Het kan ook betekenen dat je nagaat hoe de stand van zaken op dat moment is.
ruimte om te schrijven, nadenken, bewaren.
"
vrij tekenen of schrijven
JIJZELF: Het gebruiken van dit boek kan je helpen “erbij” te blijven. Dat kun je tot doelstelling maken. Ook is het voor jou misschien leuk om te weten wie je zelf bent en hoe anderen erover denken. Iedereen heeft gedachten en gedrag wat daarbij past. Dat te willen begrijpen noemen we belangstelling. Het levert nogal wat op, bijvoorbeeld mensenkennis en dat heeft iedereen wel nodig in het dagelijkse leven.
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
4/7
LESBRIEF: WAT WIL JE ZIJN EN WORDEN
Â
Datum: ...../...../.....
Studiebegeleiding
Je zit op een school die je zal opleiden. Jij wilt opgeleid worden. We nemen aan dat je dat wilt, al zullen er onder jullie misschien enkelen zijn die niks willen en die het gevoel hebben dat ze naar school moèten. Wij gaan er vanuit dat de meeste kinderen iets willen, dus een doel hebben. Er zullen niet veel leerlingen zijn die hun leven lang willen stilzitten voor het raam bijvoorbeeld. Eens, later moeten jullie je kost verdienen met een beroep dat je uitoefent. In deze maatschappij wordt dat van je verwacht. Dat is dus “moeten”. We gaan uitzoeken hoe het nu ongeveer met jou zit. Voorbeeld: Jocelyn wil iets met kinderen gaan doen. Achmed wil advocaat worden om zijn landgenoten te kunnen helpen, Tilly wil het beroep van haar ouders die beide dokter zijn en JanPeter wil iets in de bouw. Zet je honderd kinderen op een rij dan zijn er ook honderd wensen. Een maatschappij (land, volk) heeft mensen nodig die taken op zich kunnen nemen (moeten). We kunnen dus leven omdat er zoveel verschillende mensen zijn met even zoveel verschillende mogelijkheden. We noemen als mogelijkheden: talent, intelligentie, doorzettings-vermogen en wensen of willen. Op een rijtje gezet ziet het er zo uit: WILLEN:
jij wilt iets gaan doen wat je leuk vindt en bijdragen leveren aan de maatschappij jij wilt onafhankelijk of zelfstandig worden door zelf je kost te verdienen jij wilt de mogelijkheden benutten van iets waar je goed in bent
MOETEN:
je bent nodig in de maatschappij je moet zelfstandig je kost verdienen je bent niet alleen, anderen hebben jou nodig en jij hebt anderen nodig
Opdracht 1
Om te controleren of het bovenstaande waar is vul je de onderstaande lijst in. 1. Ik wil leren en opgeleid worden omdat ...
2. Ik wil een goed leven hebben omdat ...
3. Ik wil later dingen doen die ...
4.
Ik wil ...
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
5/7
Opdracht 2
Sommigen zullen iets opgeschreven hebben dat lijkt op “rijk worden en gelukkig”. Is dat mogelijk? Kunnen we allemaal rijk worden en gelukkig? Heb je dat zelf in de hand? Wat is belangrijk voor jou? Wat is belangrijk voor ons allemaal?
Opdracht 3
Nu gaan we terug naar nu. Je zit op een school die jou opleidt. Wat moet je en wat wil je?
Iedereen weet dat er dingen in een mensenleven zijn die ook wel eens niet lukken. Soms is dat vervelend of verdrietig maar toch aanvaarden mensen dat soms als heel gewoon. Ken jij mensen bij wie dat zo is? Hoe reageren ze daarop? Meestal zijn mensen teleurgesteld in dat wat ze wilden of wensten en wat ze niet voor elkaar konden krijgen. Nou kun je moeilijk vragen “meneer bent u teleurgesteld in uw leven?” Toch kun je wel iets te weten komen op een andere manier. Stel de vraag aan mensen in je omgeving en luister goed naar wat ze zeggen. Je kunt je ouders of verzorgers vragen en de buurvrouw of oom Willem. Een klein intervieuw dus. Wel beleefd vragen en bedanken voor de antwoorden!
Opdracht 4
VRAGEN:
Toen u 12 jaar was, wat deed u toen? Had u toen iets anders gedaan als u geweten had wat u nu weet? Wat vindt u van uw werk of van werken in het algemeen.
De antwoorden waren:
Groepsopdracht
Bespreek in een groepje de lesbrief. Vergelijk jullie antwoorden en schrijf die je leuk vindt van anderen op in je eigen lesbrief. Maak een lijst van de belangrijkste punten uit de vier opdrachten. Schrijf die in je lesbrief. Benoem een rapporteur die alles opschrijft in korte zinnen. Belangrijk is
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
6/7
{
In de grote groep bespreken jullie wat de groepjes hebben opgeschreven. Goed luisteren naar elkaar. Schrijf iets wat je wilt onthouden hieronder.
E
Wat heb je begrepen uit het gesprek? Had je er wat aan? Wil je of kun je er thuis een gesprek over beginnen? Begrijp je dat het belangrijk is dat je helder krijgt hoe de maatschappij er uitziet en wat jouw taak daarin is? We hopen dat jij de jouwe een beetje ziet zitten.
Mijn doelen zijn...
© 2003 - Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van De klas als team (leerlingenboek)
7/7