INSTITUUT VOOR DEELTIJD HTO Hogeschool van Amsterdam
BLOKHANDLEIDING I-1/H-3 OPLEIDING ELEKTROTECHNIEK
Project:
Besturen met elektriciteit
Opgesteld door: Barend Bokhorst, Pieter Beerthuizen, Theo Broeke, Aad Roemersma Datum: Augustus 2002 Status: Definitief Versie: 3.2
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
Wijzigingen t.o.v. vorige versies van de blokhandleiding Versie 3.0
Update voor cursusjaar 2000-2001, leerdoelen literatuur e.d.
Versie 3.1
Omzetting naar standaard layout; geen inhoudelijke wijzigingen (wel enkele editorials)
Versie 3.2
Editorial: toevoeging nieuwe code H-3 aan oude code I-1 Voor rooster verwijzing naar apart document voor roosterindeling
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 2 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
INLEIDING
4
1.1 OPDRACHTOMGEVING (CONTEXT) 1.2 OPDRACHT
4 4
HET PROJECT
6
2.1 SYSTEEMEISEN 2.2 ELEKTRISCHE EN MECHANISCHE BEPROEVING 2.3 TERMEN EN DEFINITIES
6 8 9
DE ORGANISATIE
10
3.1 CONCEPT ROOSTER VOOR HET PROJECT BESTUREN MET ELEKTRICITEIT 3.2 ROOSTER WORKSHOPS 3.3 DAGEN, LOCATIES, PROJECTBEGELEIDERS EN DOCENTEN
10 12 12
LEERDOELEN, TOETSEN EN BEOORDELING
13
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
13 13 13 14 15 15 15
LEERDOELEN REGISTRATIE VAN DE VORDERINGEN VAN DE STUDENT IN VOLG+ CIJFER VOOR PROJECT (CODE PROJ: 4 STUDIEPUNTEN) CIJFER VOOR COLLEGE (CODE COLL: 3 STUDIEPUNTEN) CIJFER VOOR BIJDRAGE BEROEPSPRAKTIJK (CODE BRPT: 3 TOT 4 STUDIEPUNTEN) EISEN OM VOOR EEN BLOK TE SLAGEN BIJ ONVOLDOENDE RESULTAAT
LITERATUUR EN HANDLEIDINGEN
16
5.1 5.2 5.3 5.4
16 16 16 16
TE GEBRUIKEN BIJ HET PROJECT BESTURINGSTECHNIEK: DIGITALE SYSTEMEN: NATUURKUNDE:
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 3 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
1 Inleiding Om kennis en ervaring op te doen van de vakgebieden Digitale techniek, Besturingstechniek en Natuurkunde, doorloop je het project ‘Besturen met elektriciteit’. Wat je moet ontwerpen en bouwen is de besturing van een verkeerslichtinstallatie. De nadruk van blok I-1 Elektrotechniek ligt op het ontwerp van digitale besturingen. Verschillende benaderingen kunnen hiervoor worden gekozen, die al dan niet worden ondersteund door kant-en-klare producten. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan de theoretische en praktische kanten van Elektromagnetische Interferentie (EMI) en Compatibiliteit (EMC). In het project is er bewust voor gekozen de aandacht te richten op de besturingstechniek, en EMC niet in het pakket van eisen mee te nemen; dat laatste komt in het college natuurkunde aan bod en in de workshops. De workshops richten zich op het gebruik en programmering van PLC’s. Er wordt verwacht dat de basisprincipes van de handleiding “Project Planning and Work Breakdown” worden toegepast. 1.1
Opdrachtomgeving (context)
Vroeger werden verkeerslichten-installaties star, cyclisch, bestuurd met relais. Tegenwoordig wordt de besturing gerealiseerd met microprocessoren die via sensoren het verkeersaanbod aftasten en op basis daarvan groen- en roodtijden bepalen, of via Programmable Logic Controllers (PLC). De opdrachtgever voor het ontwikkelen van een verkeerslicht installatie is vaak de gemeente. De opdracht kan bij gemeentewerken worden uitgewerkt, of bijvoorbeeld worden uitbesteed aan een ingenieurs-adviesbureau. Het programma van eisen kan gedetailleerd zijn, maar zich ook beperken tot: ‘Het aantal ongelukken moet 30% naar beneden’. In het laatste geval zal men zelf aanvullende eisen moeten stellen, bijvoorbeeld door te kijken naar welke eisen de SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) stelt aan herkenbaarheid en begrijpelijkheid, welke eisen het RVV (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) stelt, welke eisen zijn nodig om te voorkomen dat een mobiele telefoon de installatie ontregelt, etc. 1.2
Opdracht
R-1.2-1 Wat jullie samen (als projectteam) moeten maken is het besturingsdeel van de verkeerslichten. R-1.2-2 Voor de verificatie van de juiste werking moet er een plateau komen met daarop:
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 4 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
• Vier lantaarns van 3 lampen voor het gewone verkeer • Vier lantaarns van 2 lampen voor de voetgangerslichten • Bedieningsschakelaars o.i.d. voor simulatie van de beïnvloeding De lantaarns kunnen bijvoorbeeld door LEDs worden gesimuleerd.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 5 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
2 Het project De eisen die in blok I-1 worden gegeven zijn tot in een behoorlijk detail uitgewerkt. Niettemin kan het voorkomen dat keuzes moeten worden gemaakt. In dat geval dienen die keuzes expliciet te worden aangegeven en beargumenteerd. 2.1
Systeemeisen
R-2.1-1 De volgorde in de fasecyclus moet als volgt zijn: • •
bij driekleurige lantaarns: groenfase, geelfase, roodfase bij tweekleurige lantaarns ten behoeve van voetgangers: groenfase, groenknipperlichtfase, roodfase Overige fasecycli: gedoofd, geelfase, roodfase. R-2.1-2 Conflictfasen mogen niet gelijktijdig aanwezig zijn. R-2.1-3 De groenfase moet garantiegroen bevatten. R-2.1-4 De geelfase moet garantiegeel bevatten. R-2.1-5 De roodfase moet garantierood bevatten. R-2.1-6 Elke fasecyclus moet worden beïnvloed door regeltechnische voorwaarden. Deze moeten ten minste bepalen: • • • •
het begin en het einde van de groenfase het einde van de geelfase het begin en het einde van vastgroen het begin en het einde van verlenggroen
R-2.1-7 Regeltechnische voorwaarden worden bepaald door: • • • •
tijdparameters logische variabelen (bijv. knoppen om de voetgangerslichten te beïnvloeden) verkeersinformatie (bijv. via detectielussen) verkeersregeltechische toestanden
R-2.1-8 De duur van het verlenggroen moet worden begrensd door een tijdparameter.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 6 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
R-2.1-9 Het minimumgebied en de maximum stapgrootte van de tijdparameters is als volgt bepaald:
Omschrijving
Minimumgebied (s)
Maximum stapgrootte (s)
groenfase: hiaattijd
6
0,1
garantiegroen
7
1
garantiegeel
6
1
geeltijd
6
1
garantierood
6
1
garantieontruimimg
20
1
ontruimingstijd
20
1
120
1
geelfase:
roodfase:
Overige tijden:
R-2.1-10 Op basis van het verkeersaanbod wordt verlenggroen toegekend. R-2.1-11 De verkeersregeling kent de volgende hoofdtoestanden: •
De geel-knipperfase voor alle daartoe aangewezen lantaarns; overige lantaarns zijn gedoofd.
•
De geelfase voor alle lantaarns, met uitzondering van de tweekleurige; die laatste zijn rood (overgangsfase van 1 naar 2).
•
De “gewone” regelfase, die start met de groenfase van de aangewezen fasecycli en handhaving van de roodfase van de overige fasecycli.
•
De overgangsfase van toestand 3 naar toestand 1, bestaande uit: garantiegroen (voor zover niet geëindigd), geelfase (voor zover niet geëindigd, daarna handhaving van alle roodfasen.
R-2.1-12
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 7 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
Toestand 1 moet tenminste 15 s duren. In toestanden 2 en 4 moet de tijdsduur van de geelfase tenminste gelijk zijn aan die in toestand 3. R-2.1-13 Het besturingssysteem moet handbesturing toestaan in toestand 3, uitsluitend voor: • het beïnvloeden van de tijdsduur van de groenfasen of de groenfasencombinaties; • het handhaven van roodfasen. NB, de beïnvloeding mag niet strijdig zijn met de overige eisen. 2.2
Elektrische en mechanische beproeving
NB, deze eisen komen in de workshops aan de orde; zij zijn niet van toepassing op het projectdeel van dit blok. R-2.2-1 Het verkeersregeltoestel moeten zijn ingericht voor een eenfase-aansluiting op een voedingsnet met nominale spanning van 220 V en een nominale frequentie van 50 Hz. R-2.2-2 In het regeltoestel moet voldoende ruimte aanwezig zijn voor een driefase-aansluitkast en een kilowattuurmeter. R-2.2-3 De stroomketens moeten zijn beveiligd door smeltveiligheden of maximumschakelaars tegen kortsluitstroom en overbelastingsstroom, volgens NEN 1010. R-2.2-4 Regeltoestellen moeten worden beproefd op bestendigheid tegen vibratie volgens een … norm 1. Tijdens de beproeving moeten de regeltoestellen conform de eisen blijven functioneren. R-2.2-5 Het regeltoestel moet worden beproefd op bestendigheid tegen laagfrequent magnetische velden met een frequentie van 50 Hz en een veldsterkte van 60 A/m in alle richtingen. R-2.2-6 Het regeltoestel moet worden beproefd op bestendigheid tegen hoogfrequent elektromagnetische instraling met: • •
in het frequentiegebied van 100 kHz tot 500 MHz een veldsterkte van 3 V/m in het frequentiegebied van 500 MHz tot 1 GHz een veldsterkte van 1 V/m
R-2.2-7
1 Deze norm dient nog nader te worden vastgesteld.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 8 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
Het regeltoestel moeten worden beproefd op bestendigheid tegen elektrostatische ontladingen van 6 kV met een energie van 2 mJ (totale lading 0,7 C) op de geaarde kast of chassis van het regeltoestel, met een minimale duur van 10 s tussen twee opeenvolgende ontladingen. R-2.2-8 Het regeltoestel moet worden beproefd op bestendigheid tegen overspanning volgens een … norm 2. 2.3
Termen en definities
Conflictgeel
Periode van geel waarbij een deel van de weg door verkeer uit verschillende richtingen wordt gebruikt
Fasecyclus
Opeenvolging van groen-, geel- en roodfase per lantaarn of per groep identiek bestuurde lantaarns
Garantiegeel
Minimumduur van een geelfase
Garantiegroen
Minimumduur van een groenfase
Garantierood
Minimumduur van een roodfase
Hiaattijd
Tijdinterval waarbinnen de detectorinformatie beschikbaar moet zijn om de duur van de groenfasen te verlengen
Regeltechnische voorwaarden
Voorwaarden die toestandsovergangen en de fasecyclus bepalen
Vastgroen
Deel van de groenfase, waarvan de duur door een tijdparameter is vastgelegd
Verkeerslantaarn
Toestel dat een of meer verkeerslichten bevat
Verlenggroen
Deel van de groenfase waarvan de duur door verkeersaanbod wordt bepaald
2 Deze norm dient nog nader te worden vastgesteld.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 9 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
3 De organisatie Dit studieblok bestaat uit 9 weken. Je bent twee dagen per week ingeroosterd. De twee ingeroosterde avonden vul je de eerste 7 weken van het blok met een studie-uur (45 minuten), conceptueel onderwijs, twee studie-uren voor het project, en een studie-uur conceptueel onderwijs. De laatste 2 weken zijn voor afronding, evaluatie, tentamen en beoordeling. Het conceptueel onderwijs staat onder leiding van een docent, het project onder leiding van een projectbegeleider. Docent en projectbegeleider kunnen dezelfde persoon zijn. Bij dit blok is het streven om het conceptueel onderwijs maximaal te laten aansluiten op van het project (dit is niet noodzakelijk voor alle blokken het geval). INDELING DAG 1
INDELING DAG 2
19:00 - 19:45
Besturingstechniek
19:00 - 19:45
Digitale systemen
19:45 - 20:30
Besturingstechniek
19:45 - 20:30
Natuurkunde
20:30 - 21:15
Project ‘Besturen met elektriciteit’
20:30 - 21:15
Project ‘Besturen met elektriciteit’
21:15 - 22:00
Project ‘Besturen met elektriciteit’
21:15 - 22:00
Project ‘Besturen met elektriciteit’
Op elke avond zijn er twee docenten beschikbaar. Samen verzorgen zij de workshops, colleges en begeleiding van het project. Een van de twee docenten zal beide avonden aanwezig zijn om de continuïteit te waarborgen. Deze docent heeft de rol van blokcoördinator. 3.1
Concept rooster voor het project Besturen met elektriciteit
GLOBALE PROJECTPLANNING ‘BESTUREN MET ELEKTRICITEIT’ PROJECTFSEN
WEEK
Initiatiefase
Week 1
OP TE LEVEREN • •
0-document Samenwerkingsovereenkoms t
ACTIVITEITEN • • • • • •
Definitiefase
Blok I-1/H-3
Week 2
•
Startdocument
‘Besturen met Elektriciteit’
• • •
Kennismaken Afspraken maken over integratie dagelijks werk in de studie Eerste projectbespreking Samenstellen projectgroep(en) (4 à 6 personen) Opstellen samenwerkingsovereenkomst Nadenken over GOKIT factoren Opstellen 0-document GOKIT factoren vastleggen Taken verdelen
pag. 10 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
GLOBALE PROJECTPLANNING ‘BESTUREN MET ELEKTRICITEIT’ PROJECTFSEN
WEEK
OP TE LEVEREN
ACTIVITEITEN •
Ontwerpfase
Week 3 Week 4
Voorbereidingsfa se
Week 5
• • • •
• •
Functioneel ontwerp Trade-off ontwerpen Technisch ontwerp Onderlinge review (elke groep doet een review over het werk van een andere groep) 3
Lijst met benodigde componenten Lijst met benodigde gereedschappen
• • •
• • • • • • •
Realisatie
Week 6
•
Demonstratieopstelling
• • •
Week 7
• • Oplevering
Verslag + evaluatie
Week 8
Week 9
• •
• •
Verificatie van de eisen Eindrapportage afronden en inleveren
Presentatie en demonstratie Oplevering
• • • •
Opdrachtanalyse, opties definiëren Mijlpalen vaststellen Startdocument opstellen Functionele ontwerp en technisch ontwerp maken, van minstens twee oplossingen Keuze maken, onderbouwen en verdedigen van technisch ontwerp Uitwerken detail ontwerp Reviewactiviteiten Lijst met benodigde componenten opstellen Lijst met benodigde gereedschappen opstellen Componenten kopen, klaarleggen Gereedschappen gereedleggen In detail uitwerken ontwerp Maken demonstratieopstelling Testen demonstratieopstelling Opstellen eindverslag Start voorbereiding presentatie Samen met opdrachtgever checklist van protocol van oplevering doornemen Eventuele restpunten verbeteren Overall-toets Eindpresentatie
N.B. Deze planning is globaal en alleen ter indicatie; het is de bedoeling dat de projectgroepen hun eigen planning opzetten waarbij in verband met de review eenduidige afspraken met de andere projectgroepen worden gemaakt.
3
Richtlijnen voor reviews zullen aan het begin van het blok beschikbaar zijn.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 11 van 17
Hogeschool van Amsterdam
3.2
Instituut Deeltijd HTO
Rooster workshops
Er zijn in dit studieblok 7 workshops (elke week 1, m.u.v. de laatste twee weken). Hieronder een overzicht van de workshops per week: WEEK
THEMA + ONDERWERPEN
OP TE LEVEREN PRODUCT
1 t/m 7 Thema: PLC-techniek en toepassing
3.3
BESCHIKBARE MIDDELEN Trainer CIAA-lab
Dagen, locaties, projectbegeleiders en docenten
De ingeroosterde dagen vallen op maandag en woensdag, van 19:00 uur tot 22:00 uur. Zie hiervoor het aparte rooster/lokalen/docenten document.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 12 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
4 Leerdoelen, toetsen en beoordeling 4.1
Leerdoelen
Elk blok van 10 weken kent zijn eigen leerdoelen. Onderstaand de belangrijkste leerdoelen voor dit blok: • • • • • • • 4.2
Verdiepen en toepassen van basiskennis van digitale techniek en programmeerbare besturingen Verdiepen van basiskennis van elektromagnetische veldtheorie (natuurkunde) en elektromagnetische compatibiliteit (natuurkunde en digitale techniek) Systematisch toepassen van een projectmatige manier van werken 4 Systematisch vertalen van eisen t.a.v. een programmeerbaar besturingssysteem in een aantal functionele ontwerpen Reviewen van die functionele ontwerpen op basis van de gestelde eisen Het maken van een trade-off tussen die functionele ontwerpen Het uitwerken, realiseren en testen van een geselecteerd functioneel ontwerp Registratie van de vorderingen van de student in Volg+
In Volg+ worden, per student, per studieblok van 9 of 10 weken, de volgende gegevens bijgehouden: • •
Cijfer voor het project, (4 studiepunten) Cijfer voor colleges, al dan niet opgedeeld in een apart cijfers per college, (3 studiepunten) • Aantekening of men vanuit de beroepspraktijk een bijdrage aan de studie heeft geleverd De cijfers voor het project en de colleges bepalen of een blok met voldoende resultaat is afgesloten. De 7 studiepunten worden als geheel toegekend. Bij een goed projectresultaat en onvoldoende college resultaat krijgt men dus geen 4 studiepunten, pas als alles voldoende is krijgt men in één keer 7 studiepunten. In de I-fase kan men per studieblok ook 3 of 4 studiepunten krijgen voor de beroepspraktijk, dit staat echter los van het afronden van een blok, zie verder de toelichting in paragrafen 4.5 en 4.6. 4.3
Cijfer voor project (code PROJ: 4 studiepunten)
De project beoordeling is een grotendeels een groepsbeoordeling. Dit cijfer wordt bepaald aan de hand van projectdocumenten, het product dat het project oplevert en een toets, te weten:
4
Het is de bedoeling om in de I-fase systematisch te leren omgaan met een projectmatige werkwijze, waarin planning en work breakdown (het gestructureerd analyseren en in hapklare brokken onderverdelen van de werkzaamheden) een cruciale rol spelen. Als hulpmiddel hierbij wordt verwezen naar de literatuur in hoofdstuk 5.4.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 13 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
•
Beoordeling startdocument, gewicht: 10%
•
Zijn doelstellingen in het startdocument realistisch voor het niveau? Zijn de doelstellingen waargemaakt? Is het document verzorgd, geeft het blijk van vaardigheid in schriftelijk communiceren? Beoordeling functioneel en technisch ontwerp, gewicht: 20%
•
Is een goed gebalanceerde en uitgewerkte projectplanning gegeven? Geven de functionele ontwerpen blijk van inzicht in de materie? Dekken de functionele ontwerpen het programma van eisen? Is de trade-off in orde? Is het technisch ontwerp goed uitgewerkt? Is het document verzorgd, geeft het blijk van vaardigheid in schriftelijk communiceren? Beoordeling reviewproces: 10%
•
Voor de reviewer: voorbereiding, uitvoering en verslaglegging van de review Voor de gereviewde: planning in de aanlevering en verdediging van het materiaal Beoordeling procesverslag: 5%
•
Projectvaardigheden, was de planning, rolverdeling en samenwerking goed? Is er invulling gegeven aan verbeterpunten? Beoordeling eindverslag project, gewicht: 25%
•
Heeft het verslag een goede structuur (tittelblad, hoofdstukindeling, samenvatting, conclusies, literatuurlijst) Geeft het verslag blijk van voldoende inhoudelijk kennis? Zijn de acties, die in de review zijn overeen gekomen, voldoende ingewerkt? Beoordeling eindproduct, gewicht: 30% Voldoet de functionaliteit aan het programma van eisen? Ziet het er netjes afgewerkt uit? Hoe is de eindpresentatie en verdediging? 5
4.4
Cijfer voor college (code COLL: 3 studiepunten)
Competentie in het oplossen van problemen is doorgaans belangrijker dan parate kennis. Iemand is competent als hij of zij, op het moment dat er zich een probleem aandient, juist, efficiënt en effectief gaat nadenken over het probleem, en vaardig de juiste concepten weet te benutten om het probleem op te oplossen. Een competentie is dan ook opgebouwd uit attitude, vaardigheid en kennis. Competent zijn betekend vaak kennis van verschillende colleges op slimme wijze kunnen combineren. Om zoveel mogelijk competentiegericht te beoordelen, kan per studieblok bepaald worden hoe colleges beoordeeld worden. Bij een integrale beoordeling komt er één integraal cijfer. Daarbij komt de wens om ook tijdens de looptijd van een blok te meten en te beoordelen en niet alleen aan het einde in een toets, iets dat wel tijd kost en moet passen binnen het college. Per studieblok en per vak kan voor een andere oplossing gekozen zijn. 5
Er wordt vanuit gegaan dat alle projectgroepleden aan de presentatie en verdediging meewerken.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 14 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
Voor dit studieblok is gekozen voor de probleemgestuurde toetsing van de colleges, in combinatie met hetgeen in het project is geleerd. Deze toets duurt maximaal 3 uur. Het betreft een case die je een week tevoren thuis krijgt. De bijbehorende vragen worden op het examen uitgereikt. •
Beoordelingsaspecten: Zijn de vragen van de case goed gemaakt?
4.5
Cijfer voor bijdrage beroepspraktijk (code BRPT: 3 tot 4 studiepunten)
Bij het voltijdonderwijs wordt een student geacht ca. 40 uur per week aan de studie te werken. Bij het deeltijd onderwijs is dat ca. 26 uur. Bij beide type opleidingen kan de student vanuit hetzelfde startniveau in 4 jaar de Ing.-titel behalen. Dit is bereikt door de beroepspraktijk een integraal deel te laten zijn van de opleiding. Het beoefenen van een relevant beroep is dus voorwaarde om de studie te kunnen doen. Vanaf de I-fase wordt in principe per studieblok van 9 of 10 weken 3 à 4 studiepunten toegekend voor relevant werk. Er wordt geen cijfer gegeven, er worden alleen studiepunten toegekend. 4.6
Eisen om voor een blok te slagen
Om voor een studieblok van 9 of 10 weken te slagen moet je voor zowel het project als voor de concepten een 5,5 of hoger scoren. Pas na het slagen voor een volledig studieblok worden de 7 studiepunten toegekend. De beroepspraktijk (alleen I-fase) is géén voorwaarde om een voldoende voor een blok te halen. Wel worden studiepunten voor de beroepspraktijk zoveel mogelijk per blok toegekend. Soms kan het voorkomen dat iemand niet in de gelegenheid is iets met de beroepspraktijk te doen; denk bijvoorbeeld aan een student die (tijdelijk) werkeloos is. Hij of zij krijgt dan toch de kans om de blokken zonder vertraging met succes af te sluiten. Dat neemt niet weg dat hij of zij voor het einde van de studie 48 studiepunten moet hebben gescoord voor de beroepspraktijk. Er wordt bij het ter perse gaan van deze blokhandleiding nog onderhandeld over de wijze waarop de beroepspraktijk beoordeeld zal worden. 4.7
Bij onvoldoende resultaat
Bij een onvoldoende krijg je een aanvullende opdracht. Het streven is dat je de gelegenheid krijgt een onvoldoende beoordeling binnen 4 weken te herstellen. Dit gebeurt in onderling overleg met de betrokken begeleider. Als je ook bij deze herkansing een onvoldoende scoort, wordt in onderling overleg met betrokken docenten en de mentor een afspraak gemaakt over een persoonlijk herstelplan.
Blok I-1/H-3
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 15 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
5 Literatuur en handleidingen 5.1
Te gebruiken bij het project
Studentenhandleiding voor het plannen van projecten. Titel: Auteur: Uitgever: Druk:
Project Planning and Work Breakdown Beerthuizen, P. Studentenhandleiding DtHTO - Hogeschool van Amsterdam Versie 1.1
Deze handleiding is verkrijgbaar bij de DtHTO - Hogeschool van Amsterdam. Als algemene leidraad bij het werken in projecten is er: Titel: Auteur: Uitgever: Druk:
Werkmodellen projectonderwijs voor docenten en studenten Project Orbit DtHTO - Hogeschool van Amsterdam Juni 2000
Deze leidraad is verkrijgbaar bij de DtHTO - Hogeschool van Amsterdam. Titel: Auteurs: ISBN: Uitgever: Druk: 5.2
Besturingstechniek
Titel: Auteurs: ISBN: Uitgever: Druk: 5.3
Projectmatig werken G. Wijnen, W. Renes, P. Storm 90 274 3328 3 Het Spectrum 16e druk (1999) of hoger
Programmable Logic Controllers J.W. Webb and R.A. Reis 00 242 4980 7 Prentice Hall, Englewood Cliffs New Jersey Derde druk 1995
Digitale systemen
Titel: Auteur: Uitgever: Druk:
Digitale Techniek 3 (compilatie) collegedictaat HvA - DtHTO HvA - DtHTO Juni 2000
Deze handleiding is verkrijgbaar bij de DtHTO - Hogeschool van Amsterdam. 5.4
Natuurkunde
Titel: Auteur: ISBN:
Blok I-1/H-3
Natuurkunde voor Wetenschap & techniek Giancoli 90 395 0395 8
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 16 van 17
Hogeschool van Amsterdam
Instituut Deeltijd HTO
Uitgever: Druk: Titel: Auteur: ISBN: Uitgever: Druk:
Blok I-1/H-3
Elektromagnetische comptabiliteit J.J. Goedbloed 90 201 2220 7
‘Besturen met Elektriciteit’
pag. 17 van 17