NL
Installatiehandleiding
Warmtepomp en sanitair warm water
Versie V6.04- 0110 NL
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
1
Combi 185 L/LS Inhoudsopgave
Aanwijzingen / veiligheidsvoorschriften
3
Elektrische installatie
9
Productomschrijving
4
Inregelen van de installatie
9
Prestaties
4
Voorschriften warm water circuit
10
Koelcircuit
4
Ingebruikname warm water circuit
10
Automatische regeling
4
Werking warmtewisselaar
10
Ontdooiing
4
Tips voor energiebesparing
11
Levering
4
Tips voor ventilatiesnelheid
11
Toebehoren
4
Controle werking
11
Transport met heftruck
5
Anode
11
Opstelling
5
Beveiligingen
13
Transport met steekwagen
5
Uit bedrijf stelling
14
Installatie
5
Foutmeldingen
14
Aansluiten van waterleidingen
5
Uitschakelen / ontmanteling
14
Condensaatafvoer
6
Principeschema
15
Kanaalaansluitingen
6
Hydraulisch circuit
16
Luchtkanaalsystemen
7
Elektrisch schema / sturing
17
Isoleren van kanalen / niet verwarmde zones
7
Elektrisch schema / ventilatoren
18
Isoleren van kanalen / verwarmde zones
8
EU- Conformiteitverklaring
20
Elektrische verwarming / voeler / anode
8
Technische wijzigingen voorbehouden na publicatie van dit document.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
2
Combi 185 L/LS Aanwijzingen / veiligheidsvoorschriften • De warmtepompboilers COMBI werden ontworpen en geproduceerd volgens de relevante EUregelgeving. (Zie ook de EU- conformiteitverklaring). • Koeltechnische handelingen mogen enkel uitgevoed worden voor een erkend service technieker, werkzaamheden dienen volgens de geldende voorschriften uitgevoerd te worden, koelgassen worden opgevangen alvorens herstellingen aan het toestel uit te voeren. Neem geen risico’s voor personen, installatie en milieu. • Bij herstelling en onderhoud waarbij het koelsysteem dient geopend te worden, steeds extra voorzorgen nemen. Bij gebruik van een open vlam (solderen), neem de nodig voorzorgen met betrekking tot brandpreventie. • Na uitvoering van werken aan de warmtepomp, de voedingsspanning terug inschakelen (stekker in stopcontact). • De elektrische aansluitingen dienen uitgevoerd te worden volgens de plaatselijk geldende voorschriften. • De boiler mag enkel gevuld worden met drinkbaar water. Bij de installatie dienen de juiste materialen voor de leidingen te worden gekozen, vergewis u ervan dat deze compatibel zijn met de materialen waaruit het inwendig circuit van het toestel is uitgevoerd. Een veiligheidsklep dient geplaatst te worden, dit om een overduk in het toestel te vermijden. • De plaatsing van waterleidingen dienen uitgevoerd te worden conform de nationale voorschriften. De installatie en onderhoudswerken mogen enkel uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel. Neem de nodige maatregelen om ongevallen te voorkomen.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
3
Combi 185 L/LS Productomschrijving Toepassing Combi 185 – toestel: Het Combi 185 toestel combineert een warmtepomp / ventilatie-unit en sanitaire warmwater bereiding. Het toestel kan aangewend worden voor verwarming of koeling van de ingeblazen lucht. Het vermogen dekt geheel of gedeeltelijk de verwarmingsbehoefte van de woning (afhankelijk van de lasten) en het verwarmingsvermogen voor opwarming van het sanitair warm water binnen de gegeven temperatuurslimieten.
Beschrijving Combi 185 De combi 185 wordt volledig samengebouwd aangeleverd en is opgebouwd uit volgende componenten: omkasting, boiler, onderdelen voor koelsysteem, ventilatiesysteem en waterkring, verder een automatische regeling met bijhorende afstandsbediening. Het toestel is uitgerust met een warmtewisselaar in de boiler met een oppervlakte van 0,8m² voor aansluiting op een zonnecollector of extern verwarmingssysteem. De combi 185 onttrekt warmte uit de afgezogen luchtstroom om de verseluchttoevoer op te warmen of het sanitair water op te warmen. Het toestel kan voldoende warm water produceren voor een huisgezin en dit het ganse jaar rond. De afgezogen lucht uit de woning, waaruit de warmte werd onttrokken, wordt via een kanaal naar buiten afgeblazen. De tank is in het midden voorzien van een voelerhuls waarin een thermostaat of voeler kan geplaatst worden voor een externe regeling. Het toestel wordt standaard geleverd met een elektrische bijverwarming (1 kW) in de watertank.
Vermogen De warmtepomp is in staat om 380 liter water op te warmen tot 55°C en dit op 24 uur tijd. Deze waarden zijn afhankelijk van de gewenste watertemperatuur, luchtaanzuigtemperatuur, toevoertemperatuur stadswater en het verbruikspatroon voor het sanitair warm water. De ingebouwde elektrische verwarming van 1 kW kan aangewend worden om piekbelastingen te dekken. De warmtepompboiler COMBI 185 verbruikt slechts 30% energie ten opzichte van een conventionele elektrische boiler.
gezogen door de compressor welke deze gassen comprimeert tot een hoge druk / temperatuur. De gassen stromen vervolgens naar de condensor welke geplaatst is in de verseluchttoevoer of naar de condensor van het sanitair warm water. De warmte geabsorbeerd in de verdamper en een deel van de door de compressor geabsorbeerde energie wordt overgedragen aan de lucht of water. Vervolgens wordt de hoge condensatiedruk met behulp van een drukreduceerventiel (expansieventiel) verlaagd tot de verdampingsdruk, in de verdamper wordt opnieuw warmte opgenomen uit de lucht.
Automatische regeling warmtepomp De automatische regeling start de compressor na afname van warm water. De compressor stopt nadat de volledige waterinhoud de gewenste temperatuur heeft bereikt. Onder normale omstandigheden kan de Combi 185 voldoende warm water produceren voor een gans gezin. Indien nodig kan op de regeling Optima 310 een elektrisch bijverwarming worden ingeschakeld waarbij de verwarmingscapaciteit wordt verhoogd. De elektrische verwarming wordt geregeld volgens een eigen ingestelde temperatuur (gebruik de elektrische verwarming enkel wanneer dit echt nodig is, daar deze meer energie verbruikt dan de compressor). De elektrische verwarming dient manueel ingeschakeld te worden op de regeling.
Ontdooiing Het toestel zal ontdooien van zodra het temperatuursverschil tussen de temperatuur vόόr de verdamperbatterij en de verdampingstemperatuur zelf, te groot wordt. Dit wijst op ijsvorming op de verdamper. Het magneetventiel MA 4 opent, de ventilator voor verseluchtaanzuig en de elektrische naverwarming (lucht) worden uitgeschakeld tot zolang het ijs smelt en de verdamperbatterij een temperatuur van boven de 5°C heeft bereikt. Vervolgens sluit het magneetventiel en start de ventilator.
Levering De levering omvat: - het gecombineerd warmtepompsysteem met bijhorende regeling; - Installatiehandleiding met technische gegevens; - Gebruikshandleiding voor de automatische regeling.
Het koelmiddelcircuit Toebehoren (opties) Het koelmiddelcircuit is een gesloten circuit welke gevuld is met het HCFK-vrije koelmiddel R134a dat fungeert als energiedrager. In de gevinde warmtewisselaar (verdamper) wordt warmte onttrokken aan de lucht en overgedragen aan het koelmiddel. Het gasvormig koelmiddel wordt aan-
-
luchtfilters met verhoogt filteringrendement; temperatuurvoeler voor zonnecollector / gekoppeld extern verwarmingssysteem; vervangingsanode.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
4
Combi 185 L/LS Transport en opslag van de warmtepomp
Installatie
Belangrijk is dat het toestel wordt opgeslagen in rechtopstaande positie, zonder watervulling en in de originele verpakking. Bij transport mag het toestel voorzichtig gekanteld worden onder 45° en dit voor een korte afstand. Transport en opslag dienen te gebeuren binnen volgende temperatuurslimieten -20°C - +70°C.
-
Transport met heftruck
Voor het uitvoeren van service- of onderhoudswerkzaamheden is het nodig om aan de voorzijde van het toestel een vrije ruimte van 600mm. te voorzien. Een kelder, berging, garage of technische ruimte is de aangewezen plaats voor het installeren van het toestel.
Transport van de warmtepomp met heftruck dient steeds in rechtopstaande positie. Hijsen dient zeer traag te worden uitgevoerd. Vermijd een te hoog tillen van het zwaartepunt om omvallen te vermijden, neem uw voorzorgen.
-
Verwijder de verpakking; Verwijder de beschermhoeken; Maak de bevestigingen aan de houten pallet los; Neem het toestel van de pallet en plaats het op de voorziene plaats; Het toestel in verticale positie brengen door de regelbare voetsteunen in- of uit te draaien.
Opstelling van de warmtepomp
Aansluiting waterleidingen
Het toestel moet opsteld worden op een vlakke ondergrond.
Bij de selectie van de leidingdiameters dient men rekening te houden met de beschikbare waterdruk en drukval over het leidingcircuit om een voldoende hoge druk en waterdebiet te behouden aan de aftappunten.
Transport met steekwagen Bij het verplaatsen met een steekwagen dient het toestel vastgemaakt te worden, dit tegen afglijden. De wateraansluitingen mogen niet gebruikt worden als transportmiddel. Zorg ervoor dat de steekwagen de omkasting en wateraansluitingen niet kan beschadigen.
Installatie Installatievoorschriften voor de warmtepomp De warmtepomp mag enkel opgesteld worden in een vorstvrije omgeving. De installatieomgeving dient aan volgende voorwaarden te voldoen: - Ruimtetemperaturen waar de extractie plaatsvindt tussen +8°C en + 35°C; - Aanzuigtemperaturen voor de verse lucht (buitenlucht) tussen -20°C en + 35°C; - Geïsoleerde muren tussen technisch lokaal en leefruimten; - Aansluiting voor condenswaterafvoer aanwezig; - Geen abnormale stofconcentraties in de lucht; - Draagkrachtige ondergrond (belasting ± 500 kg). Voor een probleemloze installatie en aansluiting is het nodig om een vrije ruimte van 0,5 m rond het toestel vrij te houden.
De installatie van de waterleidingen dient conform de plaatselijk geldende bepalingen te worden uitgevoerd. Bij de keuze van het materiaal voor de waterleidingen dient men voorzorgen te nemen op vlak van corrosie om aldus beschadigingen te vermijden. Zoals voor alle drukvaten dient het toestel uitgerust te worden met een veiligheidsklep en terugslagklep (of gecombineerde klep) in de toevoerleiding. De aansluitingen voor het koud water (toevoer) en warm water bevinden zich onderaan het toestel (3/4” G). De maximale werkingsdruk bedraagt 10 bar. De maximale watertemperatuur bedraagt 65°C. Bij installatie van de leidingen, vermijd stof of vuil in de leidingen. (Spoel eventueel de leidingen met zuiver water alvorens aan te sluiten op de watertank). Vermijd beschadiging van de aansluitingen op de boiler bij het aansluiten van de leidingen. Gebruik twee sleutels om meedraaien van de aansluitingen te vermijden. (Plaats bij voorkeur driedelige koppelingen op de aansluitingen) Indien de circulatieleiding niet wordt gebruikt dient deze te worden afgestopt.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
5
Combi 185 L/LS Condenswaterafvoer Het toestel kan per dag tot 10 liter condenswater produceren. Daarom is het belangrijk dat dit correct wordt afgevoerd. De condensafvoerbuis moet onder een lichte helling worden geplaatst en uitgerust worden met een reukslot (sifon). Het doel van de sifon is tweeledig, namelijk: vermijden dat geuren uit de riolering worden verspreid in het ventilatiesysteem en anderzijds een eventuele onderdruk in de afvoerleiding te elimineren zodat aldus nog steeds water kan afgevoerd worden Alvorens inbedrijfstelling moet de reukafsluiter gevuld worden met water. Als het toestel werd opgesteld in een niet verwarmde ruimte is het aangewezen om de afvoerleiding te isoleren om bevriezing te voorkomen. Het is aan te bevelen om de reukafsluiter te plaatsen in een verwarmde ruimte om aldus bevriezing te voorkomen. Indien om installatietechnische redenen het niet mogelijk is om de afvoer te isoleren is het raadzaam om een thermostatisch gestuurd verwarmingslint rond de buis te plaatsen.
Verseluchttoevoer De verse lucht mag niet vervuild zijn met agressieve dampen (ammoniak, sulfiden, chloriden, etc.). Deze kunnen onderdelen van het warmtepompsysteem beschadigen.
Kanaalaansluitingen Alle kanaalaansluitingen zijn voorzien van een gele sticker met de vermelding van het kanaal dat dient aangesloten te worden. Supply air / Pulsie lucht (toevoer woning) Kanaal voor de aanvoer van lucht naar de verschillende ruimtes in de woning.
Afblaas
Pulsie
Extract air / Extractie lucht (terugname woning) Kanaal voor de terugvoer van lucht uit de verschillende vochtige ruimtes in de woning. Fresh air / Verse lucht (toevoer van buiten) Kanaal voor de aanvoer van verse lucht, langs dakkap, aardwarmtewisselaar of muurrooster.
Verse lucht
VOORZIJDE
Extractie
Exhaust air / Vervuilde lucht (afblaas naar buiten) Kanaal voor het afvoeren van de vervuilde lucht, langs dakkap of muurrooster.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
6
Combi 185 L/LS Kanaalsysteem Het is aangewezen dat de luchtkanalen worden uitgevoerd in gegalvaniseerde metalen spiraalkokers met rubberen dichtingsringen om een lekvrij en duurzaam systeem te garanderen. Om een geluidsarme installatie te garanderen is het noodzakelijk om geluidsdempers te plaatsen in het toevoer- en extractiekanaal en dit zo kort mogelijk bij het toestel. Het is noodzakelijk dat de ventilatiesnelheden in de luchtkanalen voldoende laag worden geselecteerd om geluidsoverlast aan de luchttoevoer- en luchtafvoerkanalen te vermijden. Bij de positionering van de verseluchtaanvoer- en afblaas luchtroosters / dakkappen, vergewis u ervan dat de twee luchtstromen niet kunnen vermengen en afgeblazen lucht aldus terug wordt ingeblazen. Het is aangewezen dat deze roosters worden ingeplant aan de noord of oost zijde van de woning, aldus kan een optimaal comfort worden gegarandeerd.
Isoleren van de kanalen in koude zolderruimten of kelders/kruipkelders Om de door het toestel teruggewonnen warmte (hoge efficiëntie) optimaal te benutten is het noodzakelijk om de kanalen afdoende te isoleren. Toevoer- en terugnamekanalen: Kanaalisolatie Alternatief A
Kanaalisolatie Alternatief B
Om het warmteverlies langs de kanalen in niet verwarmde ruimten te minimaliseren, dienen de toevoeren terugnamekanalen geïsoleerd te worden met minimaal 100 mm isolatie. Bij isolatiemethode A is het aangewezen dat dit wordt uitgevoerd met twee lagen lamellendeken van 50 mm, met een uitwendige afwerkingsfolie en overlappingen tussen de lagen. Indien de leidingen worden geplaatst op de vloerplaat, kan alternatief B worden toegepast. De isolatie moet volledig aansluiten tegen de leidingen. Verselucht- en afblaaskanalen in onverwarmde ruimten buiten het beschermd volume:
Foutieve Kanaalisolatie
Het is aanbevolen om de verselucht- en afblaaskanalen te isoleren met minimaal 50 mm isolatie. Het verseluchtkanaal dient ondermeer geïsoleerd te worden om tijdens de zomer te vermijden dat de warme omgevingslucht de verse lucht verder zou opwarmen. Een zorgvuldige afdichting ter hoogte van de dak- of muurdoorvoer voorkomt condensatieproblemen. Het gebruik van koudebrugvrije doorvoeren is aangewezen. Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
7
Combi 185 L/LS Isoleren van de kanalen in warme ruimten buiten het beschermd volume Toevoer- en terugnamekanalen: In een warme omgeving (zolder) dienen de kanalen geïsoleerd te worden met 50 mm isolatie. Kanalen geplaatst in verwarmde lokalen van de woning (beschermd volume) dienen niet geïsoleerd te worden. Verselucht- en afblaaskanalen: In warme zones en verwarmde kamers van de woning dienen het verselucht- en afblaaskanaal geïsoleerd te worden met 50mm. isolatie. Bijkomend moet de isolatie uitwendig afwerkt worden met een plastiek- of aluminiumfolie om condensatie te voorkomen.
WARMTEWISSELAAR ZONNECOLLECTOR UITGANG
WARM WATER
WARMTEWISSELAAR ZONNECOLLECTOR INGANG
CIRCULATIE
KOUD WATER
Aansluiting van de warmtewisselaar (S-model) In de watertank is een warmtewisselaar met een oppervlakte van 0,8 m² ingebouwd, deze is uitwendig geëmailleerd. De aansluitingen zijn ¾” RG. In de voelerhuls van de thermostaat kan een bijkomende voeler voor de regeling het zonnecolletorsysteem of extern verwarmingssysteem geplaatst worden. De maximale diameter van de voeler bedraagt 6 mm. Bij installatie van de leidingen, vermijd stof of vuil in de leidingen. (Spoel eventueel de leidingen met zuiver water alvorens aan te sluiten op de watertank). Vermijd beschadiging van de aansluitingen op de boiler bij het aansluiten van de leidingen. Gebruik twee sleutels om meedraaien van de aansluitingen te vermijden. (Plaats bij voorkeur driedelige koppelingen op de aansluitingen) Indien de circulatieleiding niet wordt gebruikt dient deze te worden afgestopt. Wateraansluitingen Aan de onderzijde zijn volgende aansluitingen: - condenswaterafvoerslang - In- en uitgaande aansluitingen warmtewisselaar - koud water in / circulatieleiding / warm water uit Er mogen geen gaten geboord worden in de omkasting, dit om beschadiging van de condensorleidingen te voorkomen. Elektrische verwarming + voeler + anode Gesitueerd aan de voorzijde in het midden, achter het voorpaneel. De warmtepomp mag enkel gebruikt worden met gevulde watertank.
ELEKTRISCH VERWARMINGSELEMENT
VOELERHULS
ANODE
De elektrische voeding dient steeds uitgeschakeld te worden vóór opening van het voorpaneel. Wacht ook steeds tot de ventilatoren zijn gestopt alvorens te openen. Alvorens het toestel in te schakelen vergewis u ervan dat alle elektrische verbindingen correct werden uitgevoerd. Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
8
Combi 185 L/LS Het toestel kan nu ingeschakeld worden en de initiële instellingen aan de hand van een luchtdebietmeter kunnen uitgevoerd worden. Optimale initiële instelling voor de toepassing Een luchtdebietmeter is noodzakelijk. Alvorens de initiële instellingen uit te voeren, controleer of de vijf bovenvermelde zaken correct zijn, start vervolgens het toestel: Selecteer de standaard ventilatiedebietinstelling, dit is snelheid 2. Om een maximale energiebesparing mogelijk te maken, stem het totale luchtdebiet van het toestel af op het gewenste debiet door de desbetreffende parameter aan te passen.
Elektrische aansluitingen De elektrische aansluitingen mogen enkel uitgevoerd worden door een erkend technieker. Zie desbetreffend bedradingschema. De kabel tussen het toestel en het bedieningspaneel is een 4-aderige kabel met sectie 0,25mm² en met een maximale lengte van 50 meter.
Vervolgens de debieten van de verschillende toevoeren afvoerroosters controleren met een luchtdebietmeter. (Na het instellen, de stand van het ventiel blokkeren en bij pulsieventielen de geleidingsplaat in de gewenste richting instellen). Vervolgens het totale luchtdebiet nogmaals meten en een fijninstelling uitvoeren. Eventuele debietregelkleppen welke geplaatst werden in de diverse kanaalstukken instellen. (Blokkeer tenslotte de kleppen in de gewenste stand).
Inspectie en initiële instellingen van het toestel Om een optimale werking te kunnen garanderen dient dit uitgevoerd te worden met behulp van een luchtdebiet meetinstrument. Om het toestel op te starten voordat de instellingen werden uitgevoerd, volg volgende instructies: Alvorens het toestel in te schakelen: 1: Controleer of het toestel volgens de voorschriften werd geïnstalleerd en de leidingen volgens de voorschriften werden geïsoleerd. 2: Controleer of de omkasting kan verwijderd worden voor service en onderhoudswerkzaamheden. 3: Vergewis u ervan dat de luchtfilters zuiver zijn (vervuild tijdens de installatie). 4: Controleer of condensaatafvoer op een correcte wijze werd uitgevoerd, voorzien van een reukslot en beschermd tegen bevriezing. Giet 1 liter water in de lekbak en controleer of dit ongehinderd wegloopt. 5: Stel de toevoerventielen welke het dichtst bij het toestel zijn geplaatst in op drie toeren van gesloten positie en de verst verwijderde ventielen op acht toeren van gesloten positie. De tussenliggende ventielen vier tot zeven toeren openen, afhankelijk van de afstand tot het toestel.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
9
Combi 185 L/LS Voorschriften voor het warm watercircuit
Werking warmtewisselaar in tank
De warmwaterleidingen kunnen in volgende materialen uitgevoerd worden:
1) centrale verwarming
- koper - roestvrij staal - messing - kunststof Afhankelijk van de gebruikte materialen in het watercircuit (in de woning) kunnen combinaties van verschillende materialen aanleiding geven tot corrosie. Controleer of de condensaatafvoer op een correcte wijze werd uitgevoerd, voorzien van een reukslot en beschermd tegen bevriezing. Giet 1 liter water in de lekbak en controleer of dit ongehinderd wegloopt. Bijzondere aandacht is vereist bij gebruik van gegalvaniseerd staal of aluminium leidingsystemen. Ingebruikname van het waterleidingcircuit - Vul de watertank door de afsluitkraan op de vulleiding te openen en ontlucht het systeem door een hoger geplaatste warmwater tappunt te openen totdat er geen lucht meer ontsnapt uit de warmwaterkraan. - Controleer de vulleiding op lekken. - Schakel de elektrische voeding naar de warmtepomp in. Na inbedrijfstelling, de vulleiding controleren op lekken. Warmtepompsysteem De warmtepomp wordt bedrijfsklaar aangeleverd. Het koelcircuit behoeft geen bijkomende werkzaamheden. De automatische regeling schakelt de compressor, ventilatoren, enz. om de gewenste watertemperatuur te bereiken.
De warmtewisselaar kan aangewend worden om het water op te warmen door een externe warmtebron in winterperiode (centrale verwarming of dergelijke). De warmtepomp dient uitgeschakeld te worden. Vervolgens zal de externe brander de verwarming overnemen, geregeld door een thermostaat. Bij deze configuratie dient een bijkomende thermostaatvoeler in de boiler geplaatst te worden om de brander te sturen. De maximale watertemperatuur dient begrenst te worden op 65°C. Om ziektekiemen en bacteriën te verwijderen is een kortstondig overschrijden van deze temperatuur toegestaan. Als de brander als aanvullende warmtebron bij de warmtepomp wordt gebruikt dient de temperatuurinstelling voor de brander 5°K lager ingesteld te worden dan de temperatuursinstelling op de warmtepomp. Het resulteert is dan dat de brander fungeert als bijverwarming en inschakelt wanneer het waterverbruik hoger is dan de warmtepomp kan opwarmen. Bij het opstarten van de installatie, vergwis u ervan dat de thermostaten correct zijn ingesteld. 2) Houtbrander of zonnecollector Bij deze configuratie zal een houtbrander of zonnecollector fungeren als aanvulling op de warmtepompboiler. Voeler T9 (zie elektrisch schema) meet de temperatuur in de houtbrander of in de zonnecollector. Als de temperatuur hoger is dan in de tank zal de regelaar een circulatiepomp inschakelen zodat water door de warmtewisselaar in de tank zal circuleren. De schakeldifferentieel kan ingesteld worden tussen 0-5°K. De maximaal aanvaardbare temperatuur is 70°C, in dat geval zal de regelaar de pomp uitschakelen om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
10
Combi 185 L/LS Tips voor energiebesparing Gebruik geen hogere watertemperaturen dan echt nodig. Hoe lager de watertemperatuur des te hoger is het rendement van de warmtepomp. Gebruik enkel hoge watertemperaturen wanneer echt nodig. Tips met betrekking tot de ventilatieleidingen Bij het onderdimensioneren van de luchtkanalen zal een hogere ventilatorvermogen nodig zijn, dit om de drukverliezen te overwinnen. Eindcontrole Na het beëindigen van de installatie is het aangewezen om alle verbindingen te controleren. Vergewis u ervan dat er geen lekken zijn en dat het condenswater kan wegvloeien.
Voor onderhoudswerkzaamheden verwijzen wij graag naar de gebruikershandleiding. Anode: Om de geëmailleerde watertank te beschermen tegen corrosie is deze uitgerust met een magnesiumanode, geplaatst in het midden van de tank. De levensduur is gemiddeld 2 - 5 jaar (afhankelijk van waterkwaliteit). Niettegenstaande dient gecontroleerd te worden of de anode intact is. Het is aan te bevelen om deze 2 jaarlijks te controleren op vervorming en deze te vervangen als de diameter is gereduceerd tot 6-10 mm. Alvorens de controle uit te voeren, de elektrische voeding onderbreken voordat het voorpaneel wordt geopend. Het water van de boiler dient afgelaten te worden alvorens de anode kan gedemonteerd worden. Sluit hiervoor de koud watertoevoer af, open de veiligheidsklep, de afvoer hiervan is aangesloten op een afvoerleiding, de boiler zal nu leeglopen. Terwijl de boiler leegloopt, open een warmwaterkraan zodat geen onderdruk optreedt in de boiler. Als de boiler leeg is kan de anode uitgeschroefd en gecontroleerd worden. Nadat de anode werd teruggeplaatst, sluit de veiligheidsklep en open de koud watertoevoer, de boiler wordt gevuld met water, ontlucht de boiler door een warmwaterkraan tijdelijk te openen. Als de boiler gevuld is met water kan het voorpaneel opnieuw gesloten worden en de elektrische voeding terug ingeschakeld worden. Onderhoud
G4 = Standaardfilter, groffilter klasse 4 F5 = Fijnfilter, klasse 5 F7 = Pollenfilter, fijnfilter klasse 7
Luchtfilters: De filters dienen vervangen te worden als “change filter” knippert op het scherm van de afstandsbediening. Schakel de spanning uit door de stekker uit te trekken of de zekering in het verdeelbord uit te schakelen. Open het voorpaneel en verwijder de filters. Druk de toets van de filtertimer in nadat de filters werden vervangen. In het werkingsmenu kan het tijdsinterval voor het vervangen van de filters eventueel aangepast worden.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
11
Combi 185 L/LS Condensaatafvoer: Elke herfst dient de condenswater opvangbak gereinigd te worden. Vul daarna de bak met water en controleer of het water goed wegstroomt. Is dit niet het geval, reinig dan de afvoerleiding. Controleer tezelfdertijd of de lamellen van de warmtewisselaar proper zijn en reinig indien nodig. Opgelet voor verwondingen door over de lamellen te wrijven, deze zijn zeer scherp. Beschadig de lamellen niet! Tegenstroomwarmtewisselaar: Elke 3 jaar dient de warmtewisselaar gecontroleerd te worden (open het frontpaneel). Als deze vervuild is dient hij uit het toestel getrokken te worden en gewassen te worden met een lauwe niet agressieve zeepoplossing. Daarna goed afspoelen onder stromend water (bij voorbeeld met douchesproeier). Ventilatoren: Jaarlijks dienen de beide ventilatoren gecontroleerd te worden op vervuiling van de schoepen (open het bovenste frontpaneel). Ontstof de ventilatoren – indien nodig – met een penseel of een flessenborstel. Let op dat de balanceergewichtjes op de schoepen daarbij goed op hun plaats blijven om te vermijden dat de ventilatoren uit balans raken en ze daardoor meer lawaai produceren en vroegtijdig dienen vervangen te worden. Ventilatieroosters voor extractie en pulsie: Reinig deze regelmatig met een droge doek. Let er op dat de inregeling niet versteld wordt, daardoor wijzigt ook het luchtdebiet.
6.1 Sanitaire waterleiding en boiler Veiligheidsventiel: Bij het aansluiten van de boiler heeft de installateur een veiligheidsventiel geplaatst in de aanvoerleiding van het koud water. Deze klep werd geplaatst om de boiler te beschermen tegen overdruk, het is namelijk zo dat water uitzet bij opwarming. De ingebouwde of voorgeplaatste terugslagklep verhindert het terugstromen van water in de toevoerleiding. De druk in de boiler kan maximaal oplopen tot de openingsdruk van het veiligheidsventiel. Als dit gebeurt, opent de veiligheidsklep en overtollig water wordt afgevoerd. Als de klep niet opent zal de boiler barsten. Om zeker te zijn dat de klep naar behoren functioneert, is het raadzaam meermaals per jaar de klep te controleren. Controleer dit door de hendel op de veiligheidsklep in de drukken/in te draaien en vergewis u ervan dat het water wegloopt. Beschadigingen voortvloeiend uit een niet werkende klep worden niet gedekt door de garantiebepalingen.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
12
Combi 185 L/LS Beveiligingen Het toestel is uitgerust met volgende beveiligingen: Hoge druk beveiliging De hoge druk beveiliging beschermt de warmtepomp tegen extreem hoge drukken in het koelcircuit. Bij een abnormale werking (hoge druk) zal de beveiliging de compressor stoppen. Het systeem zal opnieuw starten nadat de beveiliging manueel werd ingedrukt. Hiervoor dient het onderste voorpaneel geopend te worden.
Druk de rode knop in om te herwapenen.
Beveiligingsthermostaat voor elektrisch verwarmingselement De veiligheidsthermostaat beschermt de sanitaire installatie tegen te hoge temperaturen tijdens het verwarmen van het sanitair water met de elektrische bijverwarming. Zodra de ingestelde temperatuur (90°C) bereikt wordt, zal deze het verwarmingselement uitschakelen. Men kan de thermostaat niet terugstellen vooraleer de temperatuur gedaald is onder 90°C. Om de thermostaat terug te herwapenen moet de voedingsspanning naar het toestel onderbroken worden, het onderste frontpaneel losgeschroefd en de beschermingskap over het elektrische element weggenomen worden. Nu kan de thermostaat teruggesteld worden door op de knop in het midden te drukken. Opmerking: Let op om de aansluitdraden niet los te rukken of te beschadigen!
Druk de witte knop in om te herwapenen.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
13
Combi 185 L/LS Storingsanalyse Het toestel functioneert niet Controleer het volgende: • Zekering in zekeringenkast uitgevallen, geen spanning naar het toestel? • Is de stekker in het stopcontact? • Is de warmtepomp verbonden met het bedieningspaneel? • Is het sanitair warm water > 55°C? • Losgekomen bekabeling tussen bedieningspaneel en schakelprint? • Is de hogedruk beveiliging uitgeschakeld? • Werd de filter niet vervangen? • Defecte voeler – de compressor is uitgeschakeld maar het water wordt nog opgewarmd door de elektrische verwarming. Condenswaterlek afkomstig van het toestel: Mogelijke oorzaak / defect: • Condenswaterafvoer verstopt door vuil. • De reukafsluiter is niet gevuld met water. • Bevroren afvoerleiding, aflaat is niet afdoende beschermd tegen vorst. Geen luchttoevoer naar de verschillende kamers: Mogelijke oorzaken / defecten: • Ventilator defect. • Filter verstopt. • Aanzuigrooster van buitenlucht verstopt door stof en bloemenzaden in de lente, door bladeren in de herfst en door sneeuw en ijs in de winter. • Glaszekering op de elektronische print gesprongen. Geen luchtafzuiging uit de vochtige ruimtes: Mogelijke oorzaken / defecten: • Ventilator defect. • Filter verstopt. • Glaszekering op de elektronische print gesprongen. • Ventilatieroosters dichtgedraaid of verstopt. • Afblaasrooster (buiten) verstopt, in de winter door sneeuw of ijs. Koude luchttoevoer: Mogelijke oorzaken / defecten: • Warmtewisselaar verstopt door stof of ijs. • Afvoerventilator defect. • Filter in de afvoerlucht verstopt. • De warmtepomp is defect. • De koelbatterij is dichtgevroren. • Het bedieningspaneel of schakelprint defect. • Defecte voeler.
• • •
Elektrische naverwarmingsbatterij uitgeschakeld op beveiligingsthermostaat (indien deze optie aanwezig is). Geen warmwatercirculatie door warmwaterbatterij (enkel indien deze optie aanwezig is). Geblokkeerde circulatiepomp warmwatercircuit, lucht op de leidingen van de centrale verwarming, defecte beveiligingsthermostaat, defecte servomotor, foutieve instelling op het bedieningspaneel (indien naverwarming aanwezig is).
Op het display van de bediening verschijnt: Data error (communicatiestoring): • Geen communicatie tussen elektronische print en afstandsbediening. • Verbindingskabel tussen bediening en toestel te lang. Version error (niet compatible software): • De software van het bedieningspaneel is niet compatible met deze van de elektronische print. Change filter (filteralarm): • De luchtfilters dienen vervangen te worden. Hold ON-OFF (opgeslagen alarm): • De luchtfilters werden binnen een periode van 14 dagen niet vervangen. Het toestel werd uitgeschakeld.
Afbraak / buiten bedrijfstelling van de installatie: Volgende voorschriften dienen te worden gevolgd: Neem de elektrische voeding weg van het toestel en ontkoppel de voedingskabel. Koppel de water- en verwarmingsleidingen en eventuele kabels naar het verwarmingselement af. Ledig de boiler, sluit de koud watertoevoer af, open de veiligheidsklep zodat het water kan aflopen. Verwijder de verbindingskabel naar het bedieningspaneel. Sluit de terugname- en uitblaasroosters af. Koppel de luchtkanalen af en sluit deze af, dit om condensatie en stof in de kanalen te vermijden. OPGELET: Als het toestel definitief uit dienst genomen wordt dan dient eerst het koelmiddel uit de warmtepomp verwijderd te worden door een gecertificeerde koeltechnicus.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
14
Combi 185 L/LS
Principeschema
Verwarmingskring / radiatoren
Aansluitingen Pulsielucht en extractielucht warmtepomp
Circulatiepomp
Ketel Centrale verwarming
Ontluchter
Circulatiepomp Voeler
Aflaat
Stadswatervulling
1: Afsluitkraan 2: Drukreduceerventiel 3: Controleaansluiting 4: Terugslagklep 5: Controleaansluiting manometer 6: Aflaatkraan 7: Veiligheidsklep 6,0 bar
Aflaatkraan op laagste punt van de installatie (om boiler leeg te laten)
Let op dat bij een combinatie van de warmtepomp met een centrale verwarming of zonnecollector, de maximale watertemperatuur voor het sanitair warm water de 65°C niet overschrijdt en dat de druk in de warmtewisselaar niet meer is dan 3 bar
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
15
Combi 185 L/LS
Temperatuurvoelers T1: Pulsielucht T2: Ruimte T3: Verse lucht T4: Afblaas T5: Voor koelbatterij T6: Koelbatterij T7: Watertank bovenaan T8: Watertank onderaan T9: Zonnecollector
Magneetventiel Verwarming water Verwarming ruimte Geen verwarmingsvraag Ontdooiing
MA2
MA3 ON
MA4
ON
MA5
MA6 ON
ON ON
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
16
Combi 185 L/LS Elektrisch schema sturing
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
17
Combi 185 L/LS Elektrisch schema ventilatoren
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
18
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
19
Onder voorbehoud van technische wijzigingen. V6.04-0110 NL
ARTIKLIMA bvba – Zwaarveld 9A – 9220 HAMME – Tel. +32 52 41 25 41 – Fax +32 52 41 29 66– E-mail
[email protected]
20