Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
Telefoonnummers: Detacom Helpdesk: (0314) 37 28 40 of kijk op www.detacom.nl C.C.V. Servicecenter: (026) 38 49 849 of kijk op www.ccv.nl Voorbereiding: 1. Zorg ervoor dat u in het bezit bent van een kabel die de betaalautomaat met de computer kan verbinden. Dit is een speciale kabel die u meegeleverd heeft gekregen OF kunt bestellen bij C.C.V. 2. Zorg ervoor dat uw betaalautomaat is ingesteld op het gebruik van de betaalautomaat koppeling. Vaak kan dit op afstand door C.C.V. worden ingesteld. Als u hierover vragen heeft dan kunt u contact opnemen met het CCV Servicecenter. 3. Zorg voor een vrije seriële (of com-) poort op de computer. Een COM-poort is een poort die bestaat uit een zogenaamde D vormige poort met pinnetjes. Er zitten 9 pinnetjes op, in 2 rijen van 4 en 5. Op een computer zitten meestal 1 of 2 com-poorten. Op 1 com-poort is vaak een bonprinter aangesloten. Com-poorten zijn meestal te vinden op de achterzijde van de computer. Soms hebben de poorten een groene kleur. Als uw computer geen vrije compoort heeft kunt u de koppeling niet gebruiken. U zult uw computer dan moeten (laten) uitbreiden met een extra com-poort. Als u twijfelt of hierover vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met de Detacom Helpdesk. 4. Zorg ervoor dat u de software van Detacom bij de hand heeft voor installatie van de koppeling. 5. Deze kassakoppeling kan alleen werken vanaf versie 3.5 van het Detacom WMS. Zorg ervoor dat u minimaal met deze versie werkt, voordat u deze koppeling gaat installeren. De versie 3.5 van het systeem heeft u van Detacom ontvangen in de periode november 2006 – april 2007. De installatie De installatie bestaat uit 3 stappen A. De hardwareinstallatie: het aansluiten van de betaalautomaat op de computer B. De softwareinstallatie: het installeren van de koppeling en het uitbreiden van de licentie. C. Het instellen van de koppeling binnen DetaPOS. A: de hardwareinstallatie. Klik de verbindingskabel in de terminal en sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de vrije compoort van de computer. Zorg ervoor dat u handmatig op de terminal aangeeft dat de kassakoppeling actief is (oudere modellen) OF laat CCV uw apparaat instellen.
B: de softwareinstallatie WAARSCHUWING: zorg ervoor dat u minimaal met versie 3.5 van het Detacom WMS werkt. Bij verwerking van deze koppeling op een ouder systeem, kan gegevensverlies of beschadiging van uw gegevens optreden. Bij twijfel neemt u contact op met de helpdesk. B1. Installeren software U heeft van Detacom een CD ontvangen met de software voor deze kassakoppeling. Plaats deze CD in het station en installeer deze software, zoals u normaal ook een update verwerkt. (windows startmenu / uitvoeren / [cdromletter]:\update.exe, bijvoorbeeld d:\update.exe) Lees de aanwijzingen op het scherm goed door en volg deze op.
Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
B2. Bijwerken licentie Na het installeren van de koppeling dient u uw licentie bij te werken. Deze staat ook op de CD in de map [cdromletter]\licentie (bijv. d:\licentie.) U start het programma bestandsonderhoud (windows startmenu / detacom / bestandsonderhoud), en vervolgens klikt u op het menu bestand / licentiebeheer. In licentiebeheer klink u bij stap 1A op “selecteer” en bladert u op de CD naar het bestand dclf.lic in de map \licentie van de cdrom. Bij stap 1B van licentiebeheer klikt u vervolgens op “licentie inlezen” om uw licentieuitbreiding te verwerken en de koppeling te activeren.
Na het inlezen van de licentie klikt u onderaan op sluiten en sluit u het programma bestandonderhoud af. Op dit moment heeft u uw software ingelezen en uw licentie uitgebreidt met de gebruiksrechten voor de betaalautomaatkoppeling. C: Instellen DetaPOS LET OP: indien u een licentie heeft voor 1 betaalautomaat koppeling, dan kunt u de koppeling gebruiken voor KASSA 1. Deze kassa dient u dan ook in te stellen. Start DetaPOS (het kassaprogramma), log eventueel in met uw medewerkersnummer en ga naar het menu bestand / kassainstellingen. C1. Instellen betaalwijzen Op het tabblad “Algemeen” klikt u onderaan op “instellingen kasopmaak. Controleer of u de volgende betaalwijzen heeft ingevoerd: PIN, Chipknip en Betaalautomaat. Als deze betaalwijzen (of een van deze) ontbreken, maak deze dan aan op de volgende wijze: 1. klik op Toevoegen 2. Type de naam in van de betaalwijze (dus PIN of chip of betaalautomaat), gevolgd door enter/ok. 3. Stel de betaalwijze in door de betaalwijze met de muis te selecteren en de opties in te stellen volgens onderstaand schema: Betaalwijze Vragen Is geen kontant Opnemen in telling / overnemen uit bestand om aantal betaalmiddel PIN Nee /uitgevinkt Ja /aangevinkt Telling overnemen uit transactiebestand Chipknip Nee /uitgevinkt Ja /aangevinkt Telling overnemen uit transactiebestand Betaalautomaat Nee /uitgevinkt Ja /aangevinkt Telling overnemen uit transactiebestand
Sluit instellingen kasopmaak af door onderaan het venster op OK te klikken.
Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
U bent weer terug in het scherm ‘kassa instellingen’. C2. Keuze van de COM-poort Als u al weet op welke com-poort uw betaalautomaat is aangesloten, dan kunt u deze stap overslaan. Een computer heeft meestal 1 of 2 com-poorten. Dit kunnen er echter meer zijn. De com-poorten zijn meestal opeenvolgend genummerd com1, com2, com3 enz. In het scherm “kassa instellingen” waar u nu bent aangekomen, klikt u bovenaan op het tabblad uitvoer. Controleer goed in dit scherm op welke compoort u al randapparatuur heeft aangesloten. Bijvoorbeeld: als u bij printer 1 heeft staan Epson TM-T 88 op COM 1 dan kunt u ervan uitgaan dat deze poort al bezet is door de bonprinter. Zo kan er bijv. ook nog een klantendisplay en een kassalade zijn aangesloten op deze com-port (com 1) of een andere com-poort. Voorbeeld:
De meest waarschijnlijke poort waar uw betaalautomaat op is aangesloten is de eerste vrije poort, waar geen andere apparatuur op is aangesloten in het tabblad “uitvoer”. In ons voorbeeld is er een bonprinter aangesloten op COM1 en een kassalade op COM3, dus de poort voor de betaalautomaat is waarschijnlijk COM2. (namelijk com1: bezet, com2: vrij, com3: bezet, com4: vrij, com5: vrij, enz…) C3. Instellen van de betaalautomaat. U bevindt zich nog steeds in het venster “kassa instellingen” van DetaPOS. U klikt nu op het tabblad “betaalautomaat.” Geef in dit scherm de volgende instellingen aan (zie ook voorbeeldscherm hierna) Type = Betaalautomaat OMNI 2250/3750 en compatible Geen ander bedrag toestaan = aangevinkt Hoofdbetaalwijze = Betaalautomaat De volgende betaalwijzen ook koppelen aan de automaat: aanvinken PIN, Chipknip en Betaalautomaat Alleen hoofdbetaalwijze laten zien in het afrekenscherm = aangevinkt
Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
Voorbeeldscherm instellingen betaalautomaat.
Nadat u deze instellingen heeft gedaan, klikt u op de opdrachtknop “instellingen” voor specifieke instellingen voor de betaalautomaat.
Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
Bij “aangesloten op poort” selecteert u de poort waarop de automaat is aangesloten. (Zie ook stap C2). Verder stelt u het scherm in zoals voorgaand voorbeeldscherm, dus: Poortinstellingen = 9600,e,7,1 (zonder spaties en kleine letters) DTR signaal gebruiken = NIET aangevinkt RTS signaal gebruiken = NIET aangevinkt Handshaking = geen handshaking Bij de betaalcode’s (onderste deel van het scherm) kunt u instellingen doen per betaalwijze. U selecteert in de lijst aan de linkerkant de betaalwijze en bij “koppelen aan betaalwijze (rechts) geeft u aan wat u wenst. U stelt dit als volgt in: Betaalwijze Koppelen aan Betaalwijze Bank PIN Chipknip Chipknip Equens, bv PIN, incl Eurocard en VISA via Equens PIN Giro PIN Bij alle andere betaalwijzen uit de lijst Hoofdbetaalwijze volgen Om deze instellingen op te slaan, klikt u onderaan dit scherm op “Opslaan”. U komt nu weer terug in het scherm “Kassa Instellingen”. Dat venster sluit u af door onderaan op “OK” te klikken. Uw kassa is nu ingesteld voor gebruik met de betaalautomaat.
Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
DetaPOS: Afrekenen met een gekoppelde betaalautomaat Voorbeeldscherm
Als u alle instellingen heeft gedaan zoals in het voorgaande deel is aangegeven, dan zal uw afrekenscherm er min of meer uitzien zoals hierboven. Wat valt u wellicht op? PIN en Chip zijn “verdwenen”. Betaalautomaat is ervoor in de plaats gekomen. Dit komt doordat de betaalautomaat automatisch aangeeft aan de kassa op welke wijze de klant heeft betaald. Dit wordt later uitgesplitst op de betaalwijzen: PIN voor PIN transacties Chipknip voor chip transacties Alle andere betaalwijzen (bijv. creditcards) worden op de betaalwijze “betaalautomaat” geboekt. Het afrekenen Zoals “normaal” toetst u in het vak “scancode” van de kassa een “enter” om naar het afrekenscherm te gaan. Indien uw klant gebruik wenst te maken van de betaalautomaat dan gebruikt u de toets F12 om de betaalautomaat te activeren. Volg de aanwijzingen op zowel het scherm van de kassa, als het display van de betaalautomaat. Indien er (volledig) betaald is, dan wordt de bon na het “elektronisch akkoord” afgesloten en afgedrukt. Indien een transactie “niet akkoord” is, keert het programma terug naar het afrekenscherm. Desgewenst kunt u nogmaals de betaalautomaat toets F12 gebruiken om het opnieuw te proberen. Tip: probeer het eerst eens met een bontotaal van 1 cent! Tip2: Indien uw klant een deel kontant wenst te betalen, dan geeft u dat eerst aan VOORDAT u naar de betaalautomaat gaat. Het programma rekent automatisch het restantbedrag voor u uit en geeft dat dan door aan de betaalautomaat. Bonnen men een voltooide deelbetaling, dienen te worden afgemaakt. Deze kunt u niet laten vervallen of in de wachtstand plaatsen.
Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling
Als u het programma instelt op de wijze zoals hiervoor is aangegeven, dan heeft u het programma en de automaat ingesteld op “de meest gebruikelijke wijze”. Wij raden u aan om eerst eens een tijdje op deze wijze te werken om wat ervaring op te doen. Naast deze werkwijze zijn er ook nog andere mogelijkheden. Deze kunt u zelf instellen. Andere mogelijkheden: Extra geld PINnen, het zogenaamde “bijpinnen” toestaan. DetaPOS: bestand / Kassainstellingen, tabblad betaalautomaat.
Uitvinken “geen ander bedrag toestaan”. Maak een keuze in de lijst “maximaal extra bedrag…”
Andere hoofdbetaalwijze: DetaPOS: bestand / Kassainstellingen, tabblad betaalautomaat. De hoofdbetaalwijze waarop “de overige” betaalwijzen, bijv. creditcard, worden geboekt. Dit kan van belang zijn indien in de toekomst betaalwijzen als bijv. nieuwe creditcards worden toegevoegd aan de mogelijkheden van uw betaalautomaat.
Ook PIN bedragen invoeren buiten betaalautomaat om. DetaPOS: bestand / Kassainstellingen, tabblad betaalautomaat.
Diir bijvoorbeeld het vinkje voor PIN uit te vinken, kunt u een PIN-transactie ook handmatig invoeren. Een PIN transactie die automatisch via de betaalautomaatkoppeling (F12) wordt gedaan wordt al door het programma geboekt op PIN. Door PIN hier uit te vinken, kunt u een bedrag ook op PIN boeken, ZONDER dat daar automatisch een transactie via de betaalautomaat aan gekoppeld is. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere betaalwijzen Chipknip enz. Door het vinkje bij “alleen hoofdbetaalwijze laten zien” weg te halen, zullen ook PIN en Chipknip weer zichtbaar worden in het afrekenscherm. Dit verdient echter niet de voorkeur omdat deze bedragen na de transactie al door de betaalautomaat automatisch worden geboekt op bijv. Chipknip of PIN. Betaalwijzen verder uitsplitsen Indien u bijvoorbeeld de VISA card apart wilt boeken, dan maakt u een betaalwijze VISA aan (stap C1). Daarna kunt u bij de instellingen van de betaalautomaat (DetaPOS: bestand / Kassainstellingen, tabblad betaalautomaat, onderaan de opdrachtknop “Instellingen”) VISA selecteren en “Koppelen aan betaalwijze” VISA. (Zie voorbeeld)