Installatiehandleiding Easy Roof Evolution Formaat L-1 (1676 x 1001 portrait)
1. Voorbereiding
Stel de bovenkant van de schroeven van de eindklem in op dezelfde hoogte als de bovenkant van de pv module. Door de schroeven te draaien kunt u deze op de gewenste hoogte instellen.
B. Voorbereidingen aan het frame A.) Verwijder de 2 afstandhouders uit het frame welke passen bij de breedte maat van uw pv module. B.) Bij gebruik van 6 klemmen per module in plaats van de 4 standaard bevestigingspunten, verwijdert u de 2 aangegeven pluggen t.b.v. de 2 extra klemmen. C.) Bij gebruik van het optionele afdichtingsrubber aan de bovenzijde, verwijdert u tevens het daarvoor benodigde bevestigingsmateriaal.
C. Voorbereiding voor de tussenklem Schuif en klik de tussenklem vast op de afstandhouder die u zojuist uit het frame heeft verwijderd.
2. Het verwijderen van de pannen Breedte maat van het systeem inclusief gootstukken
Hoogte maat van het systeem inclusief gootstukken Controleer alstublieft de compatibiliteit van uw pv module bij Mijn Energiefabriek.
3. Bevestiging van de onderste gootplanken (g en k) en de referentie lat (d)
De bovenkant van de onderste gootplank (k) dient op gelijke hoogte te zijn als het convexe gedeelte van de dakpan (daar waar de waterafvoer plaatsvindt).
De onderste gootplanken (g en k) en de loodslab / loodvervanger moeten aan beide zijden minstens 2 panbreedtes langer zijn dan het
Positionering van het pv veld op het dak Positioneer 1 kolom met Easy Roof frames door in het onderste frame 2 schroeven in de aangegeven openingen te plaatsen. De schroeven leunen op de bovenkant van de referentie lat (d) waardoor het frame juist gepositioneerd is.
Positioneer nu het bovenliggende frame en klik deze met de daarvoor bestemde plug vast in een de openingen van het onderliggende frame welke correspondeert met de lengte van uw pv module.
Er kunnen nu 3 situaties ontstaan: A. De dakpan is langer dan de aangegven markering op het frame. U kunt de pannen afslijpen op de gewenste lengte. B. De onderkant van de dakpan komt overeen met de markering op het frame. U kunt verder gaan met stap 4. C. De onderkant van de dakpan ligt hoger dan de markering op het frame. Verplaats de referentie lat (d) omhoog zodat de onderkant van de pan gelijk is met de markering op het frame.
4. Montage van de onderconstructie Gebruik voor de horizontale ondersteuningsconstructie 2 latten per frame + 1 extra lat aan de bovenzijde. Voer de stappen 1 t/m 5 uit zoals hieronder is geïllustreerd. Het aantal keer dat u stap 4 uitvoert, is afhankelijk van het aantal frames dat u boven elkaar plaatst.
4. Montage van de onderconstructie (vervolg) Bij het gebruik van 4 bevestigingspunten per frame zijn er nog extra latten noodzakelijk. Naast de ondersteuning van het frame worden deze latten gebruikt voor de bevestiging van de gootstukken. Deze latten dienen links en rechts van de frames minimaal 200 mm door te lopen. Zie afbeeldingen hieronder.
4. Montage van de onderconstructie (vervolg) Daar waar de frames elkaar overlappen dient nog een extra horizontale lat te worden gemonteerd. Dit om een goede ondersteuning van de frames te waarborgen. Zie de afbeeldingen hieronder. Het aantal extra latten is dus afhankelijk van het aantal frames dat u
5. Montage gootstuk onderzijde Breng de meegeleverde loodvervanger aan op de wijze zoals hieronder is geïlustreerd.
6. Installatie van de Easy Roof frames Leg de eerste pan in de linker onderhoek terug in positie. Plaats nu het eerste frame op maximaal 40 mm van de rand van de dakpan. Maak hierbij gebruik van 2 schroeven welke in de aangegeven openingen worden geplaatst. Deze schroeven worden niet vastgeschroefd. De schroeven leunen op de bovenkant van de referentie lat (d) waardoor het frame qua hoogte juist gepositioneerd is. Verwijder deze schroeven voordat u de frames daadwerklijk gaat monteren.
6. Installatie van de Easy Roof frames (vervolg) Om het afslijpen van kleine stukjes dakpan te voorkomen, adviseren wij u om de breedte van het (zichtbare) Easy Roof systeem op te meten en vervolgens te centreren zodat u
6. Installatie van de Easy Roof frames (vervolg) Nadat u het eerste frame in de linker onderhoek heeft gepositioneerd, plaatst u het volgengde bovenliggende frame en lijnt deze verticaal uit gelijk met het onderliggende frame (zie afbeelding hiernaast).
Afhankelijk van de lengte van de pv module bepaalt u de verticale afstand tussen de frames onderling. Hiervoor maakt u gebruik van de gemarkeerde pen en gat verbinding op de frames (zie afbeeldingen hieronder).
7. Monteer de overige Easy Roof frames Plaats nu het volgende frame en lijn deze uit op de manier zoals op de vorige pagina's onder hoofdstuk 6 staat omschreven (zie ook afbeelding hieronder).
Fixeer nu de onderste frames met de meegeleverde montagestrips (zie onderstaande afbeeldingen).
8. Het vastschroeven van de beugels Bevestig vervolgens de frames met alleen met de middelste beugels en de meegeleverde 6x40 stainless steel schroeven. Monteer eerst de bovenste (midden) beugel, daarna de onderste. Centreer de beugels in verticale richting voordat ze worden vastgeschroefd. Zet de buitenste frames dus nog niet vast met de eindbeugels! De eindbeugels worden later
Verwijder de montagestrip niet direct nadat u de beugels heeft vastgeschroefd!
Als u de aarding van de panelen via de klemmen tot stand wilt brengen, kunt u een aardedraad met de beugels verbinden (zie onderstaande afbeelding).
8. Het vastschroeven van de beugels (vervolg) Herhaal de hiervoor omschreven stappen voor de volgende frames. Ga hierbij trapsgewijs te werk (zie afbeelding). Breng eerst een extra paar montagestrippen aan en schroef de beugels vast, voordat de andere montagestrippen verwijderd worden (zie afbeelding).
8. Het vastschroeven van de beugels (vervolg) Schroef eerst de bovenste (midden) beugel vast daarna de onderste. Gebruik hiervoor de meegeleverde 6x40 stainless steel schroeven. Zet de buitenste frames nog niet vast met de eindbeugels! De eindbeugels worden later
Verplaats nu de 2 montagestrips op de onderste rij naar rechts. De montagestrips alleen verwijderen indien de frames met de beugels zijn vastgezet.
8. Het vastschroeven van de beugels (vervolg) Herhaal nu de hiervoor omschreven stappen voor de andere frames in het pv veld. Let daarbij op dat u niet de eindbeugels monteert t.p.v. de buitenste frames! Deze handeling wordt later uitgevoerd nadat de gootstukken zijn geplaatst.
9. Montage van de gootstukken Positioneer het eerste linkergootstuk naast het eerste frame. Plaats vervolgens de bovenliggende
9. Montage van de gootstukken (vervolg) Til de frames aan de linkerzijde voorzichtig omhoog en schuif de gootstukken onder de frames. Lijn de gootstukken zowel aan de boven- als de onderzijde uit. Indien nodig kunt u het uitstekende deel van het gootstuk aan de onderzijde afsnijden / afknippen. Schroef de gootstukken boven, onder en ter plaatse van elke overlap vast. Maak hierbij gebruik van de aanwezige slobgaten. Draai de schroeven niet te stevig aan.
Herhaal deze stappen voor de gootstukken aan de rechterzijde van het pv veld. Plaats de 'oren'
10. Montage van eindbeugels Monteer nu alle eindbeugels aan de rechterzijde van het pv veld (2 eindbeugels per frame). Maak hiervoor gebruik van de meegeleverde schroeven 6x40 stainless steel.
Monteer nu alle eindbeugels aan de linkerzijde van het pv veld. Maak hiervoor gebruik van de montagestrips. Het gebruik van de montagestrip voor de bevestiging van de eindbeugels aan de
10. Montage van eindbeugels (vervolg) Fixeer de montagestrip op de middenbeugel van hetzelfde frame. Gebruik hiervoor de meegelverde M6 inbus bouten. Positioneer een eindbeugel in de daarvoor bestemde opening in het frame. Fixeer het andere einde van de montagestrip op de eindbeugel. Gebruik ook hiervoor de meegeleverde M6 inbus bouten. Lijn de eindbeugel uit met behulp van de montagestrip. Schroef de einbeugel vast met de meegeleverde schroeven 6x40 stainless steel. Verwijder vervolgens de montagestrip en herhaal
11. Montage van de pv panelen Plaats de panelen in het de Easy Roof frames. Het frame van de panelen blijft 'hangen' achter de profilering van de Easy Roof frames. Positioneer de middenklem met de afstandhouder boven de middenbeugels tussen twee pv panelen in. De middenklem rust op de pv panelen. Schuif de klem met afstandhouder naar beneden en bevestig deze op de middenbeugel. Duw vervolgens de pv panelen tegen de afstandhouder aan. Duw de pv panelen eerst een paar milimeter omhoog (ca. 3 mm) voordat u de middenklemmen vastdraait. Draai de middenklemmen vast met de meegeleverde inbus bouten M6 x 30 of M6 x 40, afhankelijk van de dikte van de pv
11. Montage van de pv panelen (vervolg) Nadat alle middenklemmen gemonteerd zijn, worden de eindklemmen gemonteerd. Pas de hoogte van de eindklem met behulp van de inbus bouten aan zodat deze in lijn zijn met de bovenkant van de pv panelen. Draai de einklemmen vast met de meegeleverde inbus bouten M6 x 40 of M6 x 30 afhankelijk van
12. Aarding Indien de aardedraad niet direct met de pv panelen wordt verbonden, kan de aarding ook op de volgende 2 manieren tot stand komen: 1. Maak krassen op het frame van de pv panelen ter plaatse van de middenbeugel welke in de voorbereiding met de aardedraad is verbonden (zie hoofdstuk 8). Hierdoor komt er een goede
2. Plaats de optionele aardingsklem (klauw) op de achterkant van het frame van de pv panelen daar waar het paneel rust op de middenbeugel welke met de aardedraad is verbonden.
13. Het terugleggen van de dakpannen Leg de dakpannen aan de bovenzijde van het pv veld terug zodat deze de gootstukken overlappen tot aan de aangegeven markering ('Limits tille').
Voor het overlappen van de gootstukken links / rechts moeten de dakpannen zo dicht mogelijk eindigen bij de aangegeven markering ('Limits tille'). De afstand 'D' is max. 40 mm.
