Installatiehandleiding Coach Studio MV 6.42 (NL)
CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl
Inhoudsopgave 1. SYSTEEMEISEN VOOR COACH 6 STUDIO MV .................................................................................................. 3 2. LEESWIJZER .................................................................................................................................................... 3 3. DE INSTALLATIE VAN COACH 6 STUDIO MV .................................................................................................. 3 3.1 De standalone installatie van Coach 6 Studio MV.................................................................................. 4 3.2. De snelkoppelingen van Coach 6 ........................................................................................................... 5 3.3 De installatie repareren .......................................................................................................................... 5 3.4 Updaten van de Coach 6 Studio MV installatie ...................................................................................... 5 3.5 Coach 6 Studio MV deïnstalleren............................................................................................................ 5 3.6 ‘Stille’ (silent) installatie van Coach 6 Studio MV.................................................................................. 6 3.7 De Coach 6 Studio MV installatie draaien met een log-bestand ............................................................ 6 3.8 Standalone Coach installaties via het netwerk verspreiden .................................................................... 6 4. DE COACH 6 STUDIO MV NETWERKINSTALLATIE .......................................................................................... 7 4.1 De Server-setup....................................................................................................................................... 7 4.2 De Client-setup ....................................................................................................................................... 8 4.3 ‘Stille’ (silent) Client-setup ................................................................................................................... 10 4.4 Updaten van de Coach 6 Studio MV netwerkinstallatie........................................................................ 10
Vragen en oplossen van problemen Heeft u, bijv. n.a.v. de installatie nog vragen of problemen, kijk dan in de FAQ Software op de CMA-website (http://www.cma-science. nl rubriek ‘Ondersteuning’), of stuur uw vraag naar
[email protected]
Revisie 6.42, 28 augustus 2012
© Stichting CMA, Amsterdam Hardware en software worden gedistribueerd door de Stichting CMA.
Stichting CMA T: 020 7600920 F: 020 7600929 E:
[email protected] W: http://www.cma-science.nl/
Tekst: Vincent Dorenbos, Ewa Kędzierska
© 2006-2012, Stichting CMA
2
1. Systeemeisen voor Coach 6 Studio MV De Coach 6 software voldoet aan alle eisen van de Microsoft-richtlijnen. Voor de Coach 6 MV Installatie > 300 MB op de Systeemschijf Administratierechten onder Windows 7/Vista/XP/2000
Minimumeisen voor de PC voor Coach 6 Studio MV Coach 6 Studio MV kan worden geïnstalleerd op een PC die minimaal aan de volgende eisen voldoet: Een processor vergelijkbaar met een Pentium 4 2,4 GHz; 200 MB vrije diskruimte; 512 MB RAM (1 GB RAM aanbevolen); Aanbevolen schermresolutie 1024 x 768 of hoger, 16-bit kleur (minimaal 800x600); Windows besturingssysteem: Windows 7/Windows Vista/ Windows XP/ Windows 2000 (de installer is geschikt voor 32-bits én 64-bits besturingssystemen). DirectX 9.0c Internet Explorer v6.0 of hoger;
2. Leeswijzer De installatie van Coach 6 Studio MV kan standalone gebeuren, maar ook op een netwerk. Indien u Coach 6 Studio MV standalone wilt installeren, leest u Hoofdstuk 3 over de standalone installatie. Indien u Coach 6 Studio MV op een netwerk wilt installeren, lees dan Hoofdstuk 3 en 4. Coach Studio MV versies vanaf v6.31 bevatten veel nieuwe mogelijkheden. Lees voor een overzicht ervan de revisiegeschiedenis op de CMA-website: http://www.cma-science.nl/software/coach6/wat_is_nieuw.html.
3. De installatie van Coach 6 Studio MV Coach 6 Studio MV kan zowel standalone als op een netwerk geïnstalleerd worden. Voor beide typen installatie begint u met de standalone installatie voor Coach 6 Studio MV. Deze wordt in dit hoofdstuk beschreven. Om Coach 6 Studio MV te configureren voor gebruik op een netwerk zijn daarna nog twee extra stappen nodig. Deze worden beschreven in hoofdstuk 4 op pagina 8.
3
3.1 De standalone installatie van Coach 6 Studio MV Als u uw bestaande Coach Studio MV installatie wilt updaten, de-installeer Coach Studio MV dan eerst, nadat u een heeft gezorgd voor een reservekopie van uw eigen Coachdocumenten in de mv.nl map (of submap). Zie paragraaf 3.5 voor details. Download de installer voor Coach 6 Studio MV (NL) van de CMA website, rubriek Software>Coach 6>Coach 6 Studio MV (zie ook de licentiebrief). Sla het bestand op in een tijdelijke map. Sluit alle draaiende programma’s op de PC af. Dubbelklik op het gedownloade bestand. Klik op OK en vervolgens op Setup. De installer voor CMA Coach 6 Studio MV (Nederlands) zal starten. Klik Volgende. Maak een keuze voor de map waarin de bestanden van Coach 6 Studio MV zullen worden geïnstalleerd. Accepteer de genoemde standaardmap of klik op Bladeren... om een andere map te kiezen. Klik Volgende.
Voer de Licentienaam en de Licentiecode in precies zoals deze staan in de Licentiebrief die u heeft ontvangen. (Beide velden zijn niet gevoelig voor hoofd- of kleine letters). Klik OK. Licentienaam en Licentiecode vormen een unieke combinatie die nodig is voor een succesvolle installatie van de software. U vindt de Licentienaam en Licentiecode op de licentiebrief die u heeft ontvangen. Bewaar uw licentie-informatie op een veilige plek, zodat deze niet beschikbaar komt voor iemand buiten uw school of instituut. Voltooien van de Coach 6 Studio MV installatie Kies of u de computer direct of later wilt herstarten. Klik Voltooien om de standalone installatie af te sluiten. Voor de netwerkinstallatie gaat u verder met hoofdstuk 3 op pagina 8. De standalone-installatie van Coach 6 Studio MV is hiermee voltooid. 4
3.2. De snelkoppelingen van Coach 6 Na installatie is de programmagroep CMA Coach 6 Studio MV aangemaakt in het Startmenu van Windows (onder ‘Programma’s’). Hierin vindt u de volgende pictogrammen: Docent deze snelkoppeling start Coach in Docentmodus. De Docentmodus is beveiligd met een wachtwoord. N.B.:
Het wachtwoord is na installatie ingesteld op ‘0000’. Wijzig dit voor uw school in een ander wachtwoord via de optie Gereedschap>Wachtwoord-instelling.
Leerling hiermee bereikt u een submenu met de volgende snelkoppelingen: - 1. Videometen deze snelkoppeling start Coach 6 Studio MV met de CMA Coach Projecten voor videometen. De activiteiten zijn gemaakt op Student-niveau. - 2. Modelleren – deze snelkoppeling start Coach 6 Studio MV met de CMA Coach Projecten voor modelleren. De activiteiten zijn gemaakt op Student-niveau. - 3. Animaties - deze snelkoppeling start Coach 6 Studio MV met de CMA Coach Projecten met activiteiten met animaties. De activiteiten zijn gemaakt op Studentniveau. - 3. Onderzoek van geluid - deze snelkoppeling start Coach 6 Studio MV met het CMA Coach Project met activiteiten voor de nieuwe mogelijkheden vanaf v6.40 rond het importeren/exporteren van geluidsbestanden en het afspelen van berekende gegevens als geluid. De activiteiten zijn gemaakt op Student-niveau. Om Coach 6 Studio MV te starten klikt u (in het startmenu van Windows) op Start>Programma’s en kiest u voor CMA Coach 6 Studio MV. Klik dan op één van de pictogrammen. 3.3 De installatie repareren Om de installatie van Coach 6 Studio MV te repareren gaat u als volgt te werk: Open Instellingen > Configuratiescherm in het Startmenu van Windows. Kies Software. Kies CMA Coach 6 Studio MV (Nederlands) uit de lijst en klik Repareren. Het reparatieproces van de Coach installer gaat nu van start. Volg de instructies op het scherm. Het is mogelijk dat u de licentie-informatie opnieuw moet invoeren. 3.4 Updaten van de Coach 6 Studio MV installatie Indien er een update van Coach 6 Studio MV beschikbaar is, draai dan de nieuwe installer op uw computer. , de-installeer dan eerst Coach 6 Studio MV alvorens de nieuwe installer te draaien. Zorg dat u een reservekopie heeft van uw eigen Coach-documenten (projecten, activiteiten en resultaten) op een veilige plaats. Als u een standalone installatie gebruikt, dan klikt u na installatie op Voltooien. Als u een netwerkinstallatie wilt updaten, lees dan verder in §4.3 van deze handleiding. 3.5 Coach 6 Studio MV deïnstalleren Om Coach 6 Studio MV van uw systeem te verwijderen gaat u als volgt te werk: Open Instellingen > Configuratiescherm in het Startmenu van Windows. Kies Software. Kies CMA Coach 6 Studio MV (Nederlands) uit de lijst en klik Toevoegen/Verwijderen. Het deïnstallatieproces gaat nu van start. Volg de instructies op het scherm.
5
3.6 ‘Stille’ (silent) installatie van Coach 6 Studio MV Het is mogelijk om tijdens de installatie een script te genereren waarmee alle andere machines automatisch van een standalone installatie van Coach 6 Studio MV kunnen worden voorzien. Dit kan ‘stil’ (silent) gebeuren (d.w.z. zonder enige interactie van een gebruiker). Op deze wijze kunt u bijv. computers in uw netwerk voorzien van een standalone-installatie van Coach 6 Studio MV. Om dit te doen gaat u als volgt te werk: Draai het volgende commando vanaf een DOS commandoregel in de map met de Coach 6 Studio MV installatiebestanden: setup.exe -r /f1"c:\setup.iss". De setup-dialogen verschijnen zoals boven beschreven. Voer de benodigde informatie in. Na installatie is het scriptbestand setup.iss aangemaakt in de locatie die direct (zonder spatie!) achter de optie /f1 is opgegeven. Indien de optie /f1 wordt weggelaten wordt het scriptbestand aangemaakt in de [Windir] map (Windows standaard-installatiemap). Draai op alle andere computers het volgende commando (bijvoorbeeld vanuit een speciale map op de server): Setup.exe /S/v/qn /f1"<pad naar setup.iss>". Wederom zonder spatie na /f1. De installatie wordt op deze computer nu ‘stil’ uitgevoerd, d.w.z. zonder enige gebruikersinteractie. 3.7 De Coach 6 Studio MV installatie draaien met een log-bestand Het is mogelijk om tijdens de installatie een log-bestand te laten bijhouden. Open hiertoe een DOS-prompt en type: setup.exe /verbose"C:\is.log". Hiermee wordt een bestand C:\is.log aangemaakt waarin precies vermeld wordt wat er gebeurd is tijdens de installatie van Coach 6 Studio MV. 3.8 Standalone Coach installaties via het netwerk verspreiden Als alternatief voor de netwerkinstallatie van Coach 6 Studio MV (zie hoofdstuk 4), kunt u ook een snapshot maken van een standalone-installatie van Coach en dit snapshot naar alle clients van uw netwerk verspreiden. U heeft hiermee niet de beschikking over de speciale netwerkfaciliteiten van Coach 6 Studio MV, zoals een gedeelde netwerkmap voor Coach lesmaterialen die door de school zijn gemaakt.
6
4. De Coach 6 Studio MV Netwerkinstallatie Instructies voor Systeembeheerders Naast het voordeel van het centrale beheer van de Coach installatiebestanden, biedt de netwerkinstallatie van Coach 6 Studio MV een speciale Schoollocatie met twee mappen die vanuit Coach 6 Studio MV vanaf iedere client toegankelijk zijn: een map Schoolprojecten, voor het opslaan en toegankelijk maken van Projecten/Activiteiten die op school zijn ontwikkeld. Het pad naar de schoollocatie (uiteraard op de server) geeft u op tijdens de server-setup in de volgende stap. Coach maakt zelf de Schoollprojectenmap aan in de schoollocatiemap. U bereikt de schoollocatie vanuit Coach het eenvoudigst via de knop ‘Favorieten’ in de dialoog ‘Bestand openen’. Om Coach 6 Studio MV te configureren voor gebruik op een netwerk zijn, na het standalone installatieproces, twee extra stappen nodig: 1. configuratie van de server (de ‘Server-setup’); en 2. de configuratie van de client (de ‘Client-setup’) voor alle clients in het netwerk. Deze stappen worden hier in detail beschreven. 4.1 De Server-setup De server-setup is de eerste van de twee stappen die moeten worden uitgevoerd voor de netwerkconfiguratie van Coach. Tijdens de server-setup worden de Coach 6 Studio MV bestanden overgezet van de locale machine naar de netwerklocatie (netwerk-share) die wordt gedeeld met alle computers op het netwerk. Om dit proces te starten gaat u als volgt te werk: 1. Draai, om te beginnen, de Coach 6 Studio MV installatie op één van de machines in het netwerk1 (bij voorkeur op de server zelf). Zie voor details de beschrijving van de standalone installatie van Coach 6 Studio MV in Hoodstuk 3. 2. Bij het eind van de standalone installatie drukt u op de knop Server-setup om de configuratie van de server te starten. Als de installatie al op een eerder tijdstip was gedaan, dan kunt u het programma ServerSetup.exe opstarten. Dit programma bevindt zich in de Coach 6 Studio MV installatiemap, standaard is dit: C:\Program Files (x86)\CMA\Coach6\mv.nl
1
Zorg dat u in ieder geval schrijfrechten heeft in alle mappen die bij stap 2 worden aangegeven.
7
3. De hierboven getoonde dialoog verschijnt. In deze dialoog geeft u drie paden op naar de verschillende locaties voor Coach 6 Studio MV bestanden op het netwerk2: De doelmap voor de installatiebestanden van de Coach-installatie. Voor deze bestemming kiest u een map die vanaf alle clients bereikbaar is (het gesuggereerde pad eindigt op ...\Coach6\mv.nl) N.B.: Voor een optimale werking van Coach 6 Studio MV is het nodig dat alle clients leesrechten hebben in deze map en géén schrijfrechten. De doelmap voor de Schoollocatie. Hierin komen de Schoolprojecten. Kies een map op de server die toegankelijk is vanaf alle clients. N.B.: Voor een optimale werking van Coach 6 Studio MV is het nodig dat de docenten hier lees- en schrijfrechten3 hebben en leerlingen leesrechten. Indien docenten hier geen schrijfrechten hebben kunnen zij geen nieuwe of bijgewerkte Coach 6 Studio MV lesmaterialen (projecten en activiteiten) wegschrijven in de Schoolprojectenmap en zal daarvoor altijd de interventie van Systeembeheer noodzakelijk zijn. Het pad naar de instellingsbestanden-locatie (hieronder vallen de voorkeursinstellingen zoals de lijst met 'Favoriete' locaties en het wachtwoordbestand voor de Docentmodus). Kies een map op de server die vanaf alle clients toegankelijk is. N.B.: Voor de goede werking van Coach 6 Studio MV is het nodig dat leerlingen en docenten in deze map leesrechten hebben en géén schrijfrechten. Anders kan elke gebruiker de voorkeursinstellingen (ook voor alle andere clients) wijzigen. 4. Klik op de knop Setup. 5. Na het kopiëren van de bestanden gaat u verder met de client-setup (§4.3). N.B.: Indien een client werd gebruikt voor de standalone Coach-installatie als voorbereiding van de netwerkinstallatie (zie stap 1, boven), dan moet deze installatie eerst verwijderd worden alvorens de client-setup op deze machine kan worden gedaan. 6. Indien de school al over Coach projecten beschikt (Coach 6 projecten of Coach 5 projecten, die u wilt converteren), kopieer deze dan handmatig naar de map Projects in de Schoollocatiemap. Dit kan op elk moment gebeuren (en herhaald worden). Bijvoorbeeld als een docent thuis een project heeft gemaakt dat voor de hele school beschikbaar moet zijn, kopieer dan de Projectmap naar de Schoolproject-locatie waarmee het project beschikbaar is voor alle clients. Als docenten schrijfrechten hebben in de Schoollocatie map, kunnen zij zelf Projecten en Activiteiten in die map wegschrijven. 4.2 De Client-setup De client-setup moet op alle clients worden gedaan. Hiermee creëert u een programmagroep in het Startmenu op de client, en, indien nodig, de mogelijkheid om individuele clients te configureren voor specifieke instellingen (bijv. lijstje met Favoriete locaties, enz). U kunt het best een snapshot maken van de client voor en na de client-installatie en dit snapshot via het netwerk verspreiden naar alle andere clients of, als alle clients identiek geconfigureerd moeten worden (of slechts een klein aantal afwijkt), kunt u client-setup ‘stil’ (‘silent’) uitvoeren (zie §4.3). 1. Let op dat er geen locale installatie van Coach 6 of Coach 6 Studio MV is geïnstalleerd.4 Indien één van deze programma’s is geïnstalleerd, deïnstalleer dit dan, anders is het niet mogelijk de client-setup te draaien. 2. Open de map op de server waarin de Coach-installatiebestanden zijn gekopieerd (stap 3 van de Server-setup). Dubbelklik het bestand met de naam ClientSetup.exe. Indien u een 2 3
4
Alle paden kunnen worden opgegeven met stationsletters, of als UNC-pad (‘\\servernaam\...’). In een Novell-omgeving rechten voor lezen, schrijven, creëren en verwijderen ( read, write, create, erase). Coach 6 Lite mag wel naast een ander Coach 6 product geïnstalleerd zijn.
8
3. 4.
5.
6.
7.
5
foutmelding 1607 krijgt van Windows, kijk dan in de FAQ Software op de CMA site (http://www.cma-science. nl/support/faq/software.html#58). U moet een tweetal dialogen doorlopen. In principe kunt u alle defaultinstellingen aanhouden. Stap 1. De locatie van de programmabestanden op de server/share ingeven. Controleer het pad5 naar de schoollocatie op de server (de locatie met Schoolprojecten) zoals ingegeven in stap 2 van de Server-setup (§4.2)). Als u de optie Locale kopie gebruiken aanvinkt krijgt de betreffende client een eigen kopie van de Schoolprojecten-map (niet aanbevolen). Dit betekent dat wijzigingen op het netwerk niet zichtbaar zijn op deze client en dat de client geen wijzigingen kan doorvoeren op de Coachinstellingen op het netwerk (zoals bijv. het toevoegen van projecten aan de Schoolprojecten-map). Klik Volgende. Een tweede dialoog opent zich. Controleer het pad5 in naar de gebruikerslocatie op de server (de locatie voor instellingen en het wachtwoordbestand) zoals ingegeven in stap 3 van de Server-setup (§4.2) Er zijn twee extra opties, die u alleen inschakelt indien de betreffende client afwijkende instellingen behoeft). - Is de optie Locaal instellingenbestand aanmaken aangevinkt (optie is standaard uit), dan slaat de client de instellingen (o.a. favoriete locaties) locaal op. - Is de optie Locaal wachtwoord-bestand aanmaken aangevinkt (optie is standaard uit) dan wordt een locaal wachtwoordbestand voor de Docentversie aangemaakt. Wijzigingen in het Docentwachtwoord zijn dan alleen geldig voor die specifieke machine. Klik Volgende. De installatie van de client zal nu beginnen. Bestanden worden gecreëerd volgens de instellingen in de voorgaande stappen. Na installatie heeft de client een programmagroep met snelkoppelingen naar Coach op de netwerklocatie. Het moge duidelijk zijn dat de netwerklocatie intact moet blijven om met Coach 6 Studio MV te kunnen blijven werken. Wilt u achteraf wijzigingen maken in de configuratie van Coach 6 Studio MV, log dan in met administratierechten op een client en voer de wijzigingen vanuit Coach door (bijv. wijzigen van het docentwachtwoord, of de map waarin Coach 6 Studio MV opstart).
Alle paden kunnen worden opgegeven met stationsletters, of als UNC-pad (\\servername\...’).
9
4.3 ‘Stille’ (silent) Client-setup Het is mogelijk om tijdens de installatie een script te genereren waarmee alle andere clients automatisch kunnen worden geconfigureerd. Dit kan ‘stil’ (silent) gebeuren (d.w.z. zonder enige interactie van een gebruiker). Om dit te doen gaat u als volgt te werk: Draai het volgende commando vanaf een DOS commandoregel in de Coach 6 Studio MV installatie- map op de serverlocatie: ClientSetup.exe -r /f1"c:\setup.iss". De client-setup dialogen verschijnen zoals boven beschreven. Voer de benodigde informatie in. Na installatie is het scriptbestand setup.iss aangemaakt op de locatie die direct (zonder spatie!) achter de optie /f1 is opgegeven. Indien de optie /f1 wordt weggelaten wordt het scriptbestand aangemaakt in de [Windir] map (Windows’ standaard installatiemap). Kopieer het scriptbestand naar een locatie op de server waar alle clients kunnen lezen. Draai, vanuit deze map op de server, op alle andere netwerkclients het volgende commando: ClientSetup.exe /S/v/qn /f1"<pad naar setup.iss>" wederom zonder spatie na /f1. De installatie van de client wordt nu ‘stil’ uitgevoerd. Door het script-bestand setup.iss uit te voeren vanuit een ander scriptbestand is het mogelijk om meerdere clients ineens te installeren. N.B.: - Indien slechts een paar clients afwijken van de hele rest, is het mogelijk om alle clients automatisch te configureren, en daarna de client-setup handmatig uit te voeren op die clients die een afwijkende configuratie behoeven. Op deze laatste groep clients moet de CMA Coach 6 Studio MV Clientsetup dan wel eerst gedeïnstalleerd worden. - Op dezelfde wijze is het mogelijk om de installatie ‘stil’ te repareren of te de-installeren. Wordt clientsetup.exe gedraaid nadat het al eerder werd geïnstalleerd, zal de dialoog voor reparatie of de-installatie verschijnen. Indien clientsetup.exe werd gestart vanaf een commandoregel met dezelfde opties als hierboven, dan wordt eveneens een scriptbestand gegenereerd voor reparatie of de-installatie. Dit script kan ook automatisch op alle clients worden toegepast. 4.4 Updaten van de Coach 6 Studio MV netwerkinstallatie Indien een update van Coach beschikbaar is is het over het algemeen zowel nodig de programmabestanden op de server als de clientsoftware te vervangen. Verwijder hieraan voorafgaand alle programmabestanden die naar de serverlocatie werden gekopieerd in een eerdere server-setup. Start dan de installatie van Coach 6 Studio MV zoals hierboven beschreven en druk, bij het einde van de standalone-installatie, op de knop Server setup, om de nieuwe programmabestanden over te zetten naar de server (of draai ServerSetup.exe later vanuit de Coach Studio MV installatiemap op de server om de server-setup los van het standalone-installatieproces te starten). Bij een grote update (major release), zal het in de regel ook nodig zijn ook de clients te updaten. Deïnstalleer eerst de vorige client van de machine en draai dan de nieuwe ClientSetup.exe. Deze kan vervolgens via snapshot of op andere wijze verspreid worden over het netwerk.
10