r
maakt een telefoonverbinding via internet via het opgegeven internetnummer. Voor
voert u de positie in van het internetnummer in de lijst met internetnummers
Intern telefoneren Alle gesprekken die gevoerd worden tussen telefoons die op de FRITZ!Box zijn aangesloten, zijn interne telefoongesprekken. Deze telefoongesprekken zijn kosteloos. Intern kiezen N
Neem de hoorn op.
ss
Als u een analoge interne lijn van de FRITZ!Box wilt opbellen, kiest u ss en het nummer van de interne lijn. Kies bijvoorbeeld ss1 om de telefoon op de analoge interne lijn “FON 1” op te bellen.
ss
89
Algemene oproep
Algemene oproep Via een algemene oproep kunt u alle andere interne telefoons tegelijkertijd bellen. Het gesprek wordt opgebouwd met de interne telefoon die als eerste wordt opgenomen. Algemene oproep N
Neem de hoorn op.
ss9
Met deze toetscombinatie worden alle vrije interne lijnen gebeld.
Een gesprek ophalen van het antwoordapparaat Met deze functie kunt u een oproep naar uw telefoon halen die al door het antwoordapparaat is aangenomen. Een gesprek ophalen N
Neem de hoorn op.
s09
Toets de combinatie hiernaast in.
P
Het gesprek wordt naar de telefoon gehaald. De verbinding met de beller is gemaakt.
Aankloppende gesprekken Als de functie “Aankloppen” actief is, wordt u tijdens een gesprek geïnformeerd als een andere externe bellen met u wil spreken. Het inkomende externe gesprek wordt gesignaleerd door een kloptoon in de hoorn. Binnen 30 seconden kunt u dan met de nieuwe gesprekspartner een verbinding opbouwen. Na 30 seconden wordt het aankloppende gesprek afgewezen. In de paragraaf “Aankloppen” op pagina 83 kunt u lezen hoe deze functie wordt in- en uitgeschakeld.
90
Terugbellen bij bezet (CCBS) bij ISDN-aansluiting
Aankloppende gesprekken aannemen of afwijzen R2
Toets de combinatie hiernaast in om een aankloppend gesprek aan te nemen.
R1
Om naar de bestaande verbinding terug te keren, toetst u de toetscombinatie hiernaast in. U kunt ook naar het aankloppende gesprek wisselen door het bestaande gesprek te beëindigen (hoorn opleggen). In dat geval gaat de telefoon meteen rinkelen na het opleggen van de hoorn. Als u dan opneemt, bent u verbonden met de nieuwe gesprekspartner.
R0
Om een aanklopper af te wijzen, toetst u de toetscombinatie hiernaast in.
Terugbellen bij bezet (CCBS) bij ISDN-aansluiting U kunt “Terugbellen bij bezet” activeren als u een telefoonnummer belt dat bezet is. Als de aansluiting vrij is, rinkelt uw telefoon 20 seconden, net als bij een extern gesprek. Als u nu de telefoon opneemt, wordt de gewenste verbinding automatisch opgebouwd. De dienst “Terugbellen bij bezet” kan zowel voor externe als voor interne verbindingen worden gebruikt. Per interne lijn kunt u maximaal vijf terugbelopdrachten tegelijkertijd activeren. Terugbellen bij bezet (CCBS) M
U heeft een telefoonnummer gekozen en hoort de bezettoon.
5
Als het gesprek niet wordt opgenomen, kiest u binnen 20 s ofwel het cijfer 5 of
Rs37r
de toetscombinatie hiernaast.
Q
U hoort een positieve bevestigingstoon.
91
Terugbellen bij niet-melden (CCNR) bij ISDN-aansluiting
Terugbellen bij bezet (CCBS) O
Leg de hoorn neer.
K
Als de door u gebelde gesprekspartner zijn gesprek heeft beëindigd, wordt u weer gebeld.
N
Neem de hoorn op. Het nummer van uw gesprekspartner wordt automatisch gekozen.
Terugbellen bij niet-melden (CCNR) bij ISDNaansluiting De functie “Terugbellen bij niet-melden” kunt u gebruiken als u een telefoonnummer kiest en de gesprekspartner zich niet meldt. Als de gesprekspartner weer bereikbaar is en vanaf zijn toestel een gesprek voert, herkent de functie wanneer dit gesprek wordt beëindigd. Uw telefoon rinkelt. Als u nu de telefoon opneemt, wordt de door u gewenste gesprekspartner automatisch gebeld. De dienst “Terugbellen bij niet-melden” kan zowel voor externe als voor interne verbindingen worden gebruikt. U kunt deze functie vijf keer per poort activeren. Terugbellen bij niet-melden (CCNR) activeren M
U heeft een telefoonnummer gekozen en hoort een beltoon.
5
Als het gesprek niet wordt opgenomen, kiest u binnen 20 s ofwel het cijfer 5 of
Rs37r
de toetscombinatie hiernaast.
Q
U hoort een positieve bevestigingstoon.
O
Leg de hoorn neer. Op het moment dat de door u gebelde gesprekspartner vanaf zijn toestel een gesprek voert en dit beëindigd, rinkelt de telefoon.
N
Neem de hoorn op. Het telefoonnummer van de gesprekspartner wordt automatisch gekozen.
U kunt terugbelverzoeken met de hand wissen, waarbij altijd het oudste terugbelverzoek het eerst wordt gewist.
92
Wisselgesprek (call waiting)
Terugbelverzoeken met de hand wissen N
Neem de hoorn op.
r37r
Toets de combinatie hiernaast in.
O
Leg de hoorn neer.
Wisselgesprek (call waiting) Als er naast het actuele gesprek ook een oproep is van een tweede gesprekspartner, kunt u met de ruggespraaktoets zo vaak als u wilt heen- en weerspringen tussen de twee gesprekken. Dit wordt wisselgesprek (call waiting) genoemd. Wisselgesprek (call waiting) Gesprek 1 P
U voert op dit moment een gesprek met gesprekspartner 1.
R
Druk op de ruggespraaktoets. Gesprek 1 wordt daarmee in de wacht gezet en u kunt een gesprek beginnen met iemand anders.
M
Om een verbinding op te bouwen met gesprekspartner 2, kiest u voor interne gesprekken ss en het gewenste interne nummer of voor externe gesprekken het gewenste externe telefoonnummer.
Gesprek 2
Als aan de andere kant van de lijn wordt opgenomen, kunt u met gesprekspartner 2 een gesprek voeren.
P R2
Als u wilt terugkeren naar gesprekspartner 1, kiest u de toetscombinatie hiernaast.
Gesprek 1
U spreekt nu weer met gesprekspartner 1.
P R2
Om weer met gesprekspartner 2 te spreken, drukt u opnieuw op de toetscombinatie hiernaast. Op deze wijze kunt u tussen gesprek 1 en 2 wisselen.
93
Driegesprek
Wisselgesprek (call waiting) beëindigen O
De gesprekspartner die op dat moment in de wacht staat, hangt op. De actieve sprekers kunnen hun gesprek voortzetten.
R1
U beëindigt de ruggespraak naar de ruggespraakpartner door de toetscombinatie hiernaast in te toetsen. Daarna wordt u weer verbonden met gesprekspartner 1.
O
In plaats van een toetscombinatie in te toetsen kunt u ook de hoorn opleggen en zo zelf de verbinding beëindigen. U hoort een beltoon en als u opneemt bent u verbonden met de gesprekspartner in de wachtstand.
K gesprek P
Driegesprek Met de FRITZ!Box kunt u een telefonisch driegesprek voeren. Hierbij kunnen twee externe en een interne deelnemer of twee interne en een externe deelnemer een conferentiegesprek met elkaar voeren. Driegesprek voeren N
Neem de hoorn op.
M
Kies het telefoonnummer van de eerste gesprekspartner. Begin uw gesprek.
R
Druk op de ruggespraaktoets.
M
Om een verbinding op te bouwen met gesprekspartner 2, kiest u voor interne gesprekken ss en het gewenste interne nummer of voor externe gesprekken het gewenste externe telefoonnummer. U kunt het tweede gesprek voeren terwijl de lijn met de eerste gesprekspartner in de wacht staat.
R3
Toets de combinatie hiernaast in om het driegesprek te beginnen.
94
Ruggespraak/wachtstand
Driegesprek voeren D
Voer het conferentiegesprek. Een gesprekspartner kan gewoon ophangen; in dat geval praat u verder met de andere gesprekspartner.
O
U beëindigt de conferentie door de hoorn neer te leggen.
R2
Net als bij het wisselgesprek kunt u ook bij een driegesprek terugschakelen naar de oorspronkelijke gesprekspartner. Toets de combinatie hiernaast in. De conferentie is nu beëindigd en u spreekt nu met de gesprekspartner met wie u voor aanvang van het driegesprek heeft gesproken. Het tweede gesprek staat in de wacht. U kunt heen en weer schakelen tussen beide gesprekspartners door de toetscombinatie hiernaast in te drukken.
Ruggespraak/wachtstand Met de functie ruggespraak/wachtstand kunt u een actueel gesprek in de wacht zetten om ruggespraak te houden met een tweede gesprekspartner. U kunt ruggespraak in de kamer houden of een tweede gesprekspartner opbellen. De gesprekspartner in de wachtstand hoort deze ruggespraak niet. Als u klaar bent met de ruggespraak, kunt u weer contact maken met de eerste gesprekspartner. Ruggespraak/wachtstand Gesprek 1
U voert op dit moment een gesprek.
P R
Druk op de ruggespraaktoets. Gesprek 1 wordt daarmee in de wacht gezet en u kunt een gesprek beginnen met iemand anders.
M
Om een verbinding op te bouwen met gesprekspartner 2, kiest u voor interne gesprekken ss en het gewenste interne nummer of voor externe gesprekken het gewenste externe telefoonnummer.
95
Ruggespraak/wachtstand
Ruggespraak/wachtstand Gesprek 2 P
Als aan de andere kant van de lijn wordt opgenomen, kunt u met gesprekspartner 2 een gesprek voeren.
R
Als de aansluiting van gesprekspartner 2 bezet is of deze zich niet meldt, drukt u nog een keer op de ruggespraaktoets om terug te keren naar gesprek 1.
R1
Als u wilt terugkeren van gesprek 2 naar gesprek 1, toetst u de toetscombinatie hiernaast in. Daarmee beëindigt u de ruggespraak.
Als u voor het beëindigen van de ruggespraak alleen de ruggespraaktoets indrukt, blijft de verbinding met gesprekspartner 2 bestaan totdat deze de verbinding beëindigt. Ruggespraak beëindigen Gesprek 1 P
O
In plaats van een toetscombinatie in te toetsen kunt u ook de hoorn opleggen en zo zelf gesprek 2 beëindigen. U hoort een beltoon en als u opneemt bent u weer verbonden met gesprekspartner 1. U beëindigt het gesprek door de hoorn neer te leggen.
96
Doorverbinden
Doorverbinden Met de functie “Doorverbinden” kunt u een actueel gesprek naar een andere interne lijn van de FRITZ!Box doorverbinden. Doorverbinden Gesprek 1 P
U voert op dit moment een gesprek met gesprekspartner 1.
R
Druk op de ruggespraaktoets. Gesprekspartner 1 komt in de wachtstand.
ss
Om een verbinding op te bouwen met gesprekspartner 2 drukt u twee keer op de toets sterretje en daarna op het nummer van de interne lijn.
Gesprek 2
U spreekt nu met gesprekspartner 2.
P O
Om gesprekspartner 1 te verbinden met gesprekspartner 2 legt u gewoon de hoorn neer.
Extern doorverbinden (ECT) Met de functie “Extern doorverbinden” kunt u twee externe deelnemers van een actieve en een wachtende verbinding met elkaar verbinden. U kunt dan uw verbinding beëindigen terwijl de twee andere deelnemers het gesprek voortzetten. Extern doorverbinden uit een actieve en een wachtende verbinding N
Neem de hoorn op.
M
Kies het telefoonnummer van de externe gesprekspartner. Begin uw gesprek.
R
Druk op de ruggespraaktoets.
M
Kies het telefoonnummer van de tweede externe gesprekspartner. U kunt het tweede gesprek voeren terwijl de lijn met de eerste gesprekspartner in de wacht staat.
97
Extern doorverbinden (ECT)
Extern doorverbinden uit een actieve en een wachtende verbinding Als u de verbinding wilt beëindigen, terwijl de twee externe gesprekspartners verder praten met elkaar, kunt u beide gesprekspartners met elkaar verbinden. R4
Toets de combinatie hiernaast in. De wachtende en de actieve verbinding worden met elkaar verbonden. De externe gesprekspartners zetten het gesprek voort terwijl u de verbinding beëindigt.
O
Leg de hoorn neer.
Extern doorverbinden vanuit een driegesprek N
Neem de hoorn op.
M
Kies het telefoonnummer van de externe gesprekspartner. Begin uw gesprek.
R
Druk op de ruggespraaktoets.
M
Kies het telefoonnummer van de tweede externe gesprekspartner. U kunt het tweede externe gesprek voeren terwijl de lijn met de eerste gesprekspartner in de wacht staat.
R3
Toets de combinatie hiernaast in om het driegesprek te beginnen.
D
Voer het conferentiegesprek. Een externe gesprekspartner kan gewoon ophangen; in dat geval praat u verder met de andere gesprekspartner. Als u de verbindingen nu zelf wilt beëindigen, terwijl de twee externe gesprekspartners verder praten met elkaar, kunt u beide gesprekspartners met elkaar verbinden.
98
Eenmalig extern doorverbinden bij ISDN-aansluiting
Extern doorverbinden vanuit een driegesprek R2
Net als bij het wisselgesprek kunt u ook bij een driegesprek terugschakelen naar de oorspronkelijke gesprekspartner. Toets de combinatie hiernaast in. De conferentie is nu beëindigd en u spreekt nu met de gesprekspartner met wie u voor aanvang van het driegesprek heeft gesproken. Het tweede externe gesprek staat in de wacht. U kunt heen en weer schakelen tussen beide gesprekspartners door de toetscombinatie hiernaast in te drukken.
R4
Toets de combinatie hiernaast in. De wachtende en de actieve verbinding worden met elkaar verbonden. De externe gesprekspartners zetten het gesprek voort terwijl u de verbinding beëindigt.
O
Leg de hoorn neer.
Eenmalig extern doorverbinden bij ISDN-aansluiting Extern doorverbinden (ECT) is een ISDN-dienst die u bij uw ISDN-aanbieder moet laten vrijschakelen en daaraan zijn meestal kosten verbonden. Als u ECT niet op uw aansluiting laat vrijschakelen, heeft u de mogelijkheid om - voordat u de verbinding met twee gesprekspartners opbouwt een eenmalige externe doorverbinding via de telefooncentrale te starten. Dat wil zeggen dat als u de verbinding beëindigt, de andere deelnemers met elkaar worden verbonden. Eenmalig extern doorverbinden N
Neem de hoorn op.
s32r
Toets de combinatie hiernaast in. U hoort de kiestoon.
M
Kies het telefoonnummer van de externe gesprekspartner. Begin uw gesprek.
R
Druk op de ruggespraaktoets.
M
Kies het telefoonnummer van de tweede externe gesprekspartner. U kunt het tweede externe gesprek voeren terwijl de lijn met de eerste gesprekspartner in de wacht staat.
99
Parkeren bij ISDN-aansluiting
Eenmalig extern doorverbinden Als u de verbindingen nu zelf wilt beëindigen, terwijl de twee externe gesprekspartners verder praten met elkaar, kunt u beide gesprekspartners met elkaar verbinden. R4
Toets de combinatie hiernaast in. De wachtende en de actieve verbinding worden met elkaar verbonden. De externe gesprekspartners zetten het gesprek voort terwijl u de verbinding beëindigt.
O
Leg de hoorn neer.
Bij deze wijze van extern doorverbinden worden beide deelnemers via uw telefooncentrale met elkaar verbonden. Dat betekent dat zolang beide deelnemers met elkaar verbonden blijven, beide B-kanalen op uw ISDN-aansluiting voor deze verbinding bezet zijn.
Parkeren bij ISDN-aansluiting Met de functie “Parkeren” kunt u een actueel gesprek op de S0-bus parkeren. Dit gesprek kan dan door een ander ISDN-toestel dat samen met de FRITZ!Box op uw basisaansluiting is aangesloten, weer verder worden gevoerd. U hoort een positieve bevestigingstoon als het parkeren van gesprek is gelukt. Als u een negatieve bevestigingstoon hoort, is er ofwel een bedieningsfout opgetreden of de functie voor het parkeren en weer voortzetten van gesprekken is geblokkeerd. Mogelijk is ook dat de parkeercode al wordt gebruikt. U kunt het geparkeerde gesprek voortzetten met een ander ISDN-toestel op de S0-bus.
100
Vangen bij ISDN-aansluiting
Een gesprek parkeren P
U voert een gesprek.
R
Druk op de ruggespraaktoets. Het gesprek is dan geparkeerd.
s1
Toets de combinatie hiernaast in. Toets voor
Q
Na een positieve bevestigingstoon kunt u de hoorn nu neerleggen zonder de verbinding te verbreken. Het gesprek is gedurende 2 minuten in de centrale geparkeerd.
O
Vangen bij ISDN-aansluiting U kunt deze functie activeren tijdens het gesprek of nadat de beller heeft opgehangen. Meer informatie over deze dienst krijgt u van uw ISDN-aanbieder. Vangen Rs39r
Toets de combinatie hiernaast in.
Ruimtebewaking (babyfoon) Met de volgende toetscombinatie activeert u de functie voor akoestische ruimtebewaking. Geef daarbij een waarde aan voor het geluidsniveau (mogelijke waarden: 1-8). Toets een telefoonnummer in. Leg de hoorn niet neer. Als het geluidsvolume in de kamer het aangegeven geluidsniveau bereikt, wordt het aangegeven telefoonnummer gekozen. Als de gekozen telefoon rinkelt en u de hoorn opneemt, bent u verbonden met de telefoon waarop u de functie voor ruimtebewaking heeft geactiveerd. Het gebruik van een telefoon met handsfree-functie heeft voordelen.
101
Keypadsequenties gebruiken
Ruimtebewaking activeren N
Neem de hoorn op of activeer de handsfree-functie van uw telefoon.
s4
Wacht op de positieve bevestigingstoon. De babyfoon is nu actief. Leg de hoorn niet neer!
Een interne lijn met geactiveerde ruimtebewaking kan via een andere interne lijn - door het opbellen van de betreffende interne lijn - ook direct worden afgeluisterd. Nadat een oproep is uitgevoerd wordt uiterlijk 1 minuut later een nieuwe oproep gegenereerd. U kunt de functie deactiveren door de hoorn van de telefoon neer te leggen waarop u de functie heeft geactiveerd.
Keypadsequenties gebruiken Met de functie “Keypad” kunt u diensten van uw telefoonaansluiting aansturen door het invoeren van tekens en cijferreeksen via de toetsen van de telefoon. Deze met de toetsen ingevoerde tekenreeksen worden keypadsequenties genoemd. U krijgt deze keypadsequenties van uw netbeheerder. Keypadsequenties invoeren bij spontane netlijnbezetting N
Neem de hoorn op.
sr<seq>
Toets de combinatie hiernaast in. <seq> staat voor de keypadsequentie die u van uw netbeheerder heeft ontvangen.
102
Keypadsequenties gebruiken
Keypadsequenties invoeren bij interne netlijnbezetting N
Neem de hoorn op.
0sr<seq> Toets de combinatie hiernaast in. <seq> staat voor de keypadsequentie die u van uw netbeheerder heeft ontvangen.
103
Problemen oplossen
10
Problemen oplossen Hulp bij storingen In dit hoofdstuk vindt u concrete hulp, als u de gebruikersinterface van de FRITZ!Box niet kunt openen, problemen met de WLAN- verbinding heeft of als u de IP-instellingen van uw computer wilt veranderen.
10.1 Fout bij het openen van de gebruikersinterface Als u bij het openen van de gebruikersinterface een foutmelding krijgt, kan dat verschillende oorzaken hebben. Kijk of u de oorzaak van de fout kunt vinden en probeer de fout te verhelpen.
De FRITZ!Box opnieuw opstarten De gebruikersinterface kan niet worden geopend of reageert niet. Oorzaak
Inconsistenties in de FRITZ!Box. Verhelpen
1.
Start de FRITZ!Box opnieuw op. Trek de netstroomstekker uit het stopcontact.
2.
Maak na ca. vijf seconden weer verbinding met het stroomnet.
3.
Wacht tot de led “Power/DSL” continu brandt. Als u WLAN heeft ingeschakeld, moet ook de led “WLAN” continu branden. Alleen dan is het opstarten van de FRITZ!Box helemaal afgesloten.
4.
Probeer nogmaals de gebruikersinterface van de FRITZ!Box te openen door het adres fritz.box in te voeren.
104
Kabelverbindingen controleren
Kabelverbindingen controleren De gebruikersinterface van de FRITZ!Box verschijnt niet in het venster van uw internetbrowser. Oorzaak
De kabelverbindingen zitten los. Verhelpen
Controleer of alle kabelverbindingen goed vastzitten.
Naamomzetting controleren De gebruikersinterface van de FRITZ!Box kan niet worden geopend via fritz.box. Oorzaak
De naamomzetting van de FRITZ!Box functioneert niet. Verhelpen
1.
Vul in de internetbrowser als adres in plaats van fritz.box het volgende IP-adres in: 192.168.178.1
2.
Als de gebruikersinterface bereikbaar is via dit adres, controleer dan de instellingen voor de gebruikte netwerkadapter, zoals beschreven in paragraaf “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” vanaf pagina 116.
105
IP-adres controleren
IP-adres controleren De gebruikersinterface van de FRITZ!Box kan niet worden geopend via fritz.box of 192.168.178.1. Oorzaak
Het IP-adres op de aangesloten computer is verkeerd ingesteld. Verhelpen
Stel de gebruikte netwerkadapter in op DHCP zodat het IPadres kan worden toegewezen via de DHCP-server van de FRITZ!Box. Controleer hiervoor de instellingen, zoals beschreven in de paragraaf“Automatisch een IP-adres laten toewijzen” vanaf pagina 116. Als het daarna nog steeds niet mogelijk is om de gebruikersinterface van de FRITZ!Box te openen via fritz.box of 192.168.178.1, gebruikt u het vaste IP-adres van de FRITZ!Box, zoals beschreven op pagina 109.
Inbelverbindingen deactiveren De gebruikersinterface wordt niet geopend. In plaats daarvan verschijnt een venster voor een inbelverbinding. Oorzaak
Bij het oproepen van de gebruikersinterface moet de internetbrowser gebruikmaken van de netwerkverbinding tussen computer en FRITZ!Box. Daarvoor moet de automatische opbouw van een inbelverbinding worden gedeactiveerd. Verhelpen
U kunt de automatische opbouw van een inbelverbinding deactiveren. Bij wijze van voorbeeld is hier beschreven hoe u de instellingen van Internet Explorers 8 controleert: 1.
Selecteer onder “Extra / Internetopties” het tabblad “Verbindingen”.
106
Onlinemodus activeren
2.
Activeer onder “Instellingen voor inbelverbindingen en virtuele particuliere netwerken” de optie “Nooit een verbinding kiezen”.
3.
Klik vervolgens op “OK”.
Onlinemodus activeren De gebruikersinterface verschijnt niet in het venster van uw internetbrowser. Oorzaak
De internetbrowser bevindt zich in de offlinemodus. Verhelpen
Stel de internetbrowser in op onlinemodus. Voorbeeld Internet Explorers 8: 1.
Open het menu “Bestand”.
2.
Wanneer er een vinkje staat voor “Offline werken”, klikt u erop.
Het vinkje wordt verwijderd en Internet Explorer bevindt zich in de onlinemodus.
Proxy-instellingen controleren De gebruikersinterface verschijnt niet in het venster van uw internetbrowser. Oorzaak
De proxy-instellingen van de internetbrowser verhinderen dat de gebruikersinterface kan worden opgeroepen. Verhelpen
Voer de DNS-naam en het IP-adres van de FRITZ!Box in de proxy-instellingen van de internetbrowser in als uitzondering, zoals hier beschreven aan de hand van Internet Explorers 8: 1.
Selecteer onder “Extra / Internetopties” het tabblad “Verbindingen”. 107
CGI-instellingen controleren
2.
Klik bij “LAN-instellingen” op de knop “LAN-instellingen”.
3.
Zet in het volgende venster onder “Proxyserver” een vinkje voor de optie “Een proxyserver voor het LANnetwerk gebruiken” en klik op de knop “Geavanceerd”.
4.
Zet onder “Uitzonderingen”: fritz.box; 192.168.178.1; 169.254.1.1 en klik op “OK”.
CGI-instellingen controleren De gebruikersinterface verschijnt niet in het venster van uw internetbrowser. Oorzaak
Het uitvoeren van CGI-scripts in de internetbrowser is gedeactiveerd. Verhelpen
Stel de internetbrowser zo in dat het uitvoeren van scripts voor de gebruikersinterface is toegestaan. Voorbeeld Internet Explorer 8: 1.
Selecteer onder “Extra / Internetopties” het tabblad “Beveiliging”.
2.
Als de knop “Standaardniveau” grijs is, is het beveiligingsniveau ingesteld op “Normaal-hoog” en is het uitvoeren van CGI-scripts in de internetbrowser al toegestaan.
3.
Als de knop “Standaardniveau” niet grijs is, ga dan als volgt te werk:
4.
Markeer het symbool “Lokaal intranet” en klik op de knop “Websites”.
108
Beveiligingsprogramma’s controleren
5.
Klik in het volgende venster op de knop “Geavanceerd” en voer in het veld “Deze website aan de zone toevoegen:” het volgende in: fritz.box Klik op “Toevoegen”.
6.
Deactiveer de optie “Serververificatie (https:) voor alle websites in deze zone vereist” en klik op “Sluiten”.
Beveiligingsprogramma’s controleren De gebruikersinterface kan niet worden weergegeven in de internetbrowser. Oorzaak
Een beveiligingsprogramma blokkeert de toegang tot de gebruikersinterface. Verhelpen
Beveiligingsprogramma’s, zoals firewalls, kunnen de toegang tot de gebruikersinterface van de FRITZ!Box verhinderen. Richt in alle actieve beveiligingsprogramma's uitzonderingen in voor de FRITZ!Box. Als u een beveiligingsprogramma wilt beëindigen om de toegang tot de FRITZ!Box te testen, trek dan eerst de DSLkabel eruit! Start na de test eerst het beveiligingsprogramma voordat u de DSL-kabel er weer insteekt en een internetverbinding ophoudt!
Gebruikersinterface van de FRITZ!Box openen De FRITZ!Box beschikt over een vast IP-adres dat niet kan worden gewijzigd. Via dit IP-adres is de FRITZ!Box altijd bereikbaar. Dit IP-adres is: Vast IP-adres
169.254.1.1
Om de gebruikersinterface van de FRITZ!Box via dit IPadres te openen, gaat u als volgt te werk:
109
FRITZ!Box wordt door de WLAN-adapter niet gevonden
1.
Verbind de FRITZ!Box via de netwerkkabel (geel) met uw computer. Zie hiervoor paragraaf “Computer op een netwerkpoort aansluiten” vanaf pagina 16).
2.
Controleer of de computer het IP-adres automatisch krijgt toegewezen. U kunt deze instelling bij de IP-instellingen van de computer controleren (zie paragraaf “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” vanaf pagina 116).
3.
Start de computer opnieuw op.
4.
Start uw internetbrowser en voer het vaste IP-adres van de FRITZ!Box in: 169.254.1.1
De gebruikersinterface van de FRITZ!Box wordt nu geopend. Nadat u de gebruikersinterface van de FRITZ!Box weer heeft kunnen openen, moet u de IP-instellingen in de FRITZ!Box controleren en indien nodig corrigeren.
10.2 FRITZ!Box wordt door de WLAN-adapter niet gevonden Als de WLAN-adapter van een computer het draadloze netwerk “FRITZ!Box Fon WLAN 7340” niet kan vinden, neem dan de volgende maatregelen om de oorzaak van de fout te vinden en de fout te verhelpen.
WLAN-adapter activeren De WLAN-adapter kan geen draadloos netwerk vinden. Oorzaak
De WLAN-adapter is niet gebruiksklaar. Verhelpen
Controleer of de WLAN-adapter gebruiksklaar is. Sommige in laptops ingebouwde WLAN-adapters moeten met een schakelaar op de laptop worden ingeschakeld.
110
WLAN activeren
Neem bij vragen over de WLAN-adapter van uw computer contact op met de fabrikant.
WLAN activeren De WLAN-adapter kan het draadloze netwerk van de FRITZ!Box niet vinden. Oorzaak
WLAN is in de FRITZ!Box niet geactiveerd. Als de led “WLAN” op de FRITZ!Box niet continu brandt, is WLAN niet geactiveerd. Verhelpen
Druk op de WLAN-knop van de FRITZ!Box. De led “WLAN” begint eerst te knipperen en gaat vervolgens continu branden. Hiermee is de WLAN-functie geactiveerd.
Naam van het draadloze netwerk bekendmaken De WLAN-adapter kan het draadloze netwerk van de FRITZ!Box niet vinden. Oorzaak
De naam van het draadloze netwerk van de FRITZ!Box is verborgen. Verhelpen
Activeer in de WLAN-instellingen van de FRITZ!Box de instelling “Announce name of the radio network (SSID)”. 1.
Verbind de FRITZ!Box via een netwerkkabel met een computer, zoals beschreven in paragraaf “Computer op een netwerkpoort aansluiten” op pagina 16.
2.
Start een internetbrowser.
3.
Voer als adres fritz.box in.
111
WLAN-verbinding wordt niet opgebouwd
4.
Selecteer het menu “WLAN / Radio Network” en activeer de optie “Name of the WLAN radio network visible”.
5.
Klik op de knop “Apply”.
6.
Verwijder de netwerkkabel en probeer opnieuw een verbinding via WLAN op te bouwen.
10.3 WLAN-verbinding wordt niet opgebouwd Beveiligingsinstellingen voor WLAN vergelijken Controleer of de WLAN-beveiligingsinstellingen die in de FRITZ!Box zijn ingevoerd, overeenkomen met de beveiligingsinstellingen van de WLAN-adapter. U kunt de WLAN-beveiligingsinstellingen van de FRITZ!Box als volgt weergeven en printen: 1.
Verbind de FRITZ!Box via een netwerkkabel met een computer. De stappen die u daarvoor moet nemen, zijn beschreven in de paragrafen “Computer op een netwerkpoort aansluiten” vanaf pagina 16.
2.
Start een internetbrowser.
3.
Voer als adres fritz.box in.
4.
Selecteer het menu “WLAN / Security”.
5.
Klik op de knop “Apply”. Er verschijnt een venster met de WLAN-beveiligingsinstellingen. Print de pagina door op de knop “Print Page” te klikken.
6.
Verwijder de netwerkkabel en controleer de instellingen van de WLAN-adapter aan de hand van de uitdraai. Probeer opnieuw een verbinding op te bouwen.
112
WLAN-verbinding zonder beveiligingsinstellingen testen
WLAN-verbinding zonder beveiligingsinstellingen testen Test zonder WLAN-beveiligingsinstellingen of er in principe een WLAN-verbinding tussen de FRITZ!Box en de WLANadapter mogelijk is. 1.
Verbind de FRITZ!Box via een netwerkkabel met een computer. De stappen die u daarvoor moet nemen, zijn beschreven in de paragrafen “Computer op een netwerkpoort aansluiten” vanaf pagina 16.
2.
Open de gebruikersinterface in een internetbrowser. De stappen die u daarvoor moet nemen, zijn beschreven in paragraaf “Openen van de gebruikersinterface” op pagina 28.
3.
Selecteer het menu “WLAN / Security” en activeer “non-encrypted (not recommended, unprotected)”. Klik dan op “Apply”.
4.
Verwijder de netwerkkabel en probeer opnieuw een verbinding op te bouwen. Deze onbeschermde toestand mag u alleen voor testdoeleinden gebruiken, om te controleren of een WLAN-verbinding in principe mogelijk is.
Als u ook met de onversleutelde toegang geen WLAN-verbinding kunt maken, controleer dan de installatie van de WLAN-adapter en neem indien nodig contact op met de fabrikant van de WLAN-adapter. Activeer de WLAN-versleuteling weer na het uitvoeren van de tests. Houd u hierbij aan de bovenstaande stappen en activeer van tevoren de ingestelde versleutelingswijze.
113
Actuele Service Pack installeren
Actuele Service Pack installeren De WLAN verbinding naar de FRITZ!Box kan in Windows XP Service Pack 2 niet worden opgebouwd via de Microsoft WLAN Service (WZC). Oorzaak
Mogelijk is de Microsoft patch voor WPA2 (IEEE 802.11i) niet geïnstalleerd. Verhelpen
Installeer Service Pack 3 (SP3) voor Windows XP. U kunt dit kosteloos downloaden van de website van Microsoft. Hierna is WPA2 beschikbaar voor de Microsoft WLAN Service, zodat er een WLAN-verbinding naar de FRITZ!Box kan worden opgebouwd.
Storingen uitsluiten die door andere draadloze netwerken worden veroorzaakt Als er in de directe omgeving van uw FRITZ!Box andere apparaten zijn die dezelfde frequentieband gebruiken, kunnen door gelijktijdig gebruik onderlinge storingen ontstaan (bijvoorbeeld schommelingen of onderbrekingen van de verbinding). Storingen kunnen worden veroorzaakt door andere WLAN Access Points, maar ook door apparaten als babyfoons, spelconsoles, garagedeuropeners, Bluetooth-toestellen of draadloze AV-bruggen die ook gebruikmaken van de 2,4 GHz-frequentieband. Test in dit geval een ander radiokanaal voor uw FRITZ!Box. U kunt het radiokanaal ook afstellen op “Auto”. Hiermee activeert u de autokanaalfunctie waarmee de FRITZ!Box zelf het meest gunstige WLAN-kanaal instelt. U gebruikt het beste een 5 GHz-frequentieband voor toepassingen die zijn aangewezen op een zo gelijk mogelijk blijvende, hoge doorvoercapaciteit (“Streaming”). Deze band stelt meer kanalen beschikbaar en heeft veel minder last van externe storingsbronnen.
114
WLAN-kanalen met DFS vermijden
Om het radiokanaal in de gebruikersinterface in te stellen, moet uw computer via een netwerkkabel of draadloos met de FRITZ!Box zijn verbonden. Als uw computer is aangesloten via WLAN, kunt u de onderstaande instructies opvolgen vanaf stap 2. Houd u er in dit geval rekening mee dat de bestaande WLAN-verbinding wordt onderbroken, zodra u de gewijzigde instelling overneemt. Daarna moet u uw computer opnieuw verbinden met de FRITZ!Box. 1.
Verbind de FRITZ!Box via een netwerkkabel met een computer. De stappen die u daarvoor moet nemen, zijn beschreven in de paragrafen “Computer op een netwerkpoort aansluiten” op pagina 16.
2.
Start een internetbrowser.
3.
Voer als adres fritz.box in.
4.
Selecteer het menu “WLAN / Radio Channel”.
5.
Selecteer in de lijst “Radio channel” een ander radiokanaal.
6.
Klik op de knop “Apply”.
7.
Verwijder de netwerkkabel en controleer of er nog steeds storingen optreden.
WLAN-kanalen met DFS vermijden De FRITZ!Box raakt om onbekende redenen de WLAN verbinding kwijt in de 5 GHz-frequentieband. Oorzaak
Voor de 5 GHz-frequentieband is voorgeschreven dat het Access Point van kanaal wisselt, zodra een radarbron op hetzelfde kanaal uitzendt (dynamische frequentieselectie, DFS). Verhelpen
U kunt een gedwongen wisseling van kanaal vermijden door voor de 5 GHz-frequentieband in de FRITZ!Box een kanaal in te stellen dat geen DFS gebruikt (kanaal 36, 40, 44, 48). 115
Automatisch een IP-adres laten toewijzen
10.4 Automatisch een IP-adres laten toewijzen De FRITZ!Box beschikt over een eigen DHCP-server. Dat betekent dat de aangesloten computers hun IP-adres van de FRITZ!Box krijgen toegewezen. De computers moeten daarvoor zodanig zijn ingericht dat ze hun IP-adres automatisch toegewezen kunnen krijgen. De stappen om deze optie te controleren en in te stellen verschillen per besturingssysteem. Lees hiervoor de paragraaf over uw besturingssysteem. Als de FRITZ!Box wordt gebruikt in een netwerk mag in dit netwerk geen andere DHCP-server geactiveerd zijn.
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Windows 7 1.
Klik in de taakbalk op de knop “Start” en kies “Configuratiescherm / Netwerk en internet”.
2.
Klik onder “Netwerkcentrum” op “Netwerkstatus en taken weergeven”.
3.
Kies in de kolom links het item “Adapterinstellingen wijzigen”.
4.
Selecteer de LAN-verbinding die uw computer met de FRITZ!Box verbindt. Klik met de rechter muistoets en selecteer “Eigenschappen”.
5.
Onder “Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig” kiest u het item “Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4)” en klikt u op “Eigenschappen”.
6.
Activeer de optie “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” en “Automatisch een DNS-serveradres laten toewijzen”.
116
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Windows Vista
Eigenschappen van het Internet Protocol (TCP/IP)
7.
Bevestig uw keuze met “OK”. Herhaal de stappen 5 tot en met 7, ook voor “Internet Protocol versie 6 (TCP/IPv6)”.
De computer krijgt nu een IP-adres van de FRITZ!Box.
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Windows Vista 1.
Klik in de taakbalk op de knop “Start” en kies “Configuratiescherm / Netwerk en internet / Netwerkcentrum”.
2.
Kies uit de “Taken” het item “Netwerkverbindingen beheren”.
3.
Kies onder “LAN-verbinding of snelle internetverbinding” de LAN-verbinding die uw computer met de FRITZ!Box verbindt. Klik met de rechter muistoets en selecteer “Eigenschappen”.
117
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Windows XP
4.
Als het venster “Gebruikersaccountbeheer” verschijnt, klikt u in dit venster op “Doorgaan”.
5.
Onder “Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig” kiest u het item “Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4)” en klikt u op “Eigenschappen”.
6.
Activeer de optie “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” en “Automatisch een DNS-serveradres laten toewijzen”.
Eigenschappen van het Internet Protocol (TCP/IP)
7.
Bevestig uw keuze met “OK”. Herhaal de stappen 5 tot en met 7, eventueel ook voor “Internet Protocol versie 6 (TCP/IPv6)”.
De computer krijgt nu een IP-adres van de FRITZ!Box.
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Windows XP 1.
Onder “Start / Configuratiescherm / Netwerk- en internetverbindingen / Netwerkverbindingen” selecteert u de LAN-verbinding van de netwerkkaart die met de FRITZ!Box verbonden is door er dubbel op te klikken.
2.
Klik op de knop “Eigenschappen”.
3.
Selecteer uit de lijst “Internet-protocol (TCP/IP)” en klik op “Eigenschappen”.
118
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Mac OS X
4.
Activeer de optie “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” en “Automatisch een DNS-serveradres laten toewijzen”.
Eigenschappen van het Internet Protocol (TCP/IP)
5.
Bevestig uw keuze met “OK”.
De computer krijgt nu een IP-adres van de FRITZ!Box.
Automatisch een IP-adres laten toewijzen in Mac OS X 1.
Kies in het Apple-menu “Systeemvoorkeuren”.
2.
Klik in het venster “Systeemvoorkeuren” op het icoon “Netwerk”.
3.
Kies in het venster “Netwerk” in het menu “Toon” de optie “Ethernet (integrated)”.
4.
Ga naar het tabblad “TCP/IP” en kies in het menu “Configureer IPv4” de optie “Via DHCP”.
5.
Klik op “Pas nu toe”.
De computer krijgt nu een IP-adres van de FRITZ!Box.
119
Automatisch een IP-adres laten toewijzen onder Linux
Automatisch een IP-adres laten toewijzen onder Linux Uitgebreide informatie en hulp bij het onderwerp netwerkconfiguratie onder Linux vindt u bijvoorbeeld op: http://www.tldp.org/HOWTO/NET3-4-HOWTO.html
120
Deïnstalleren
11
Deïnstalleren Verwijderen van programma’s en programmadelen In dit hoofdstuk is beschreven hoe u de verbinding tussen de FRITZ!Box en uw computer verbreekt en geïnstalleerde programma’s deïnstalleert.
11.1 Verbinding tussen FRITZ!Box en computer verbreken LAN-aansluiting
Als de computer via een netwerkkabel aan een van de LAN-bussen van de FRITZ!Box is aangesloten, is het voldoende om de netwerkkabel te verwijderen. Als de computer met een netwerkhub of -switch met de FRITZ!Box is verbonden, verwijdert u de netwerkkabel tussen de FRITZ!Box en de netwerkhub of -switch.
WLAN
Als de computer draadloos via WLAN met de FRITZ!Box is verbonden, deactiveert u in de software van de WLANadapter of van de WLAN-module de WLAN-verbinding naar de FRITZ!Box.
11.2 Printeraansluiting deïnstalleren De AVM FRITZ!Box USB printeraansluiting deïnstalleert u via het configuratiescherm van het Windows-besturingssysteem.
Printeraansluiting in Windows 7 deïnstalleren 1.
Open “Start / Configuratiescherm / Programma’s”.
2.
Klik onder “Programma’s en onderdelen” op “Een programma verwijderen”.
3.
Markeer in de lijst het item “AVM FRITZ!Box Printer Port”.
4.
Klik bovenaan de lijst op de knop “Verwijderen / wijzigen”.
De printeraansluiting wordt gedeïnstalleerd.
121
Printeraansluiting in Windows Vista deïnstalleren
Printeraansluiting in Windows Vista deïnstalleren 1.
Open “Start / Configuratiescherm / Programma’s / Programma’s en onderdelen.”
2.
Markeer in de lijst het item “AVM FRITZ!Box USB Printer Port”.
3.
Klik op de knop “Verwijderen / wijzigen”.
4.
Bevestig de volgende vraag met “Ja”.
Hiermee is de printeraansluiting gedeïnstalleerd.
Printeraansluiting in Windows XP deïnstalleren 1.
Open “Start / Configuratiescherm / Software”. Zorg ervoor dat de knop “Programma’s wijzigen of verwijderen” is ingedrukt.
2.
Markeer in de lijst “Geïnstalleerde programma’s” het item “AVM FRITZ!Box USB Printer Port”.
3.
Klik op de knop “Wijzigen / Verwijderen”.
Hiermee is de printeraansluiting gedeïnstalleerd.
122
Productdetails
II
PRODUCTDETAILS EN WETENSWAARDIGHEDEN
1
Productdetails FRITZ!Box Fon WLAN 7340 In dit hoofdstuk staan de productdetails van de FRITZ!Box Fon WLAN 7340. U vindt hier informatie over kabels en toetsen, technische gegevens en andere details.
1.1
Kabels Lees de aanwijzingen over de verschillende kabels en adapters van de FRITZ!Box Fon WLAN 7340 in de volgende paragrafen.
DSL-/telefoonkabel De DSL-/telefoonkabel is een speciaal door AVM ontwikkelde gecombineerde kabel voor aansluiting van de FRITZ!Box Fon WLAN 7340 op de DSL-splitter en de ISDNNT of een analoge telefoonaansluiting. Als u een langere kabel nodig heeft, kunt u een of meer uiteinden van de gecombineerde kabel verlengen via dubbele RJ45-connectors. Welke einde van de kabel u verlengt, hangt af van de omstandigheden ter plaatse. Voor de verlenging van een of meer uiteinden van de DSL/telefoonkabel heeft u de volgende componenten nodig:
• •
1 standaard netwerkkabel 1 standaard dubbele RJ45-connector CAT5
Beide componenten kunt u kopen in een speciaalzaak. AVM adviseert om de DSL-/telefoonkabel via een standaard netwerkkabel met niet meer dan 10 meter te verlengen. Houd er rekening mee dat de lijnkwaliteit kan afnemen door de grotere afstand tot de centrale.
123
Netwerkkabel
Netwerkkabel Om alle netwerkpoorten van de FRITZ!Box Fon WLAN 7340 te gebruiken heeft u extra netwerkkabels nodig. De netwerkkabel (geel) van de FRITZ!Box Fon WLAN 7340 is een standaard ethernetkabel van categorie 5 (Cat5). Als u een reservekabel, een langere kabel of een verlenging nodig heeft, gebruik dan een ethernetkabel van categorie 5 of 5e (Cat5 of Cat5e) van het type STP (Shielded Twisted Pair). Voor een kabelverlenging heeft u een afgeschermde dubbele RJ45-connector (Cat5 of Cat5e) nodig met 1:1contact. U kunt zowel rechte kabels als crosslinkkabels gebruiken. Alle componenten kunt u kopen in een speciaalzaak. Het gebruik van componenten uit een lagere categorie kan de overdrachtssnelheid nadelig beïnvloeden. Voor de netwerkkabel adviseren wij een maximale lengte van 100 meter.
124
Leds
1.2
Leds De FRITZ!Box Fon WLAN 7340 heeft aan de bovenkant vijf leds die door branden of knipperen verschillende verbindingstoestanden weergeven.
LED
Toestand
Betekenis
Power/DSL
brandt
•
De FRITZ!Box is gebruiksklaar
•
Er is stroom en de DSL-aansluiting is klaar voor gebruik
•
Er is stroom
•
Verbinding naar DSL wordt gemaakt of is verbroken
knippert
Internet
brandt
Er is een telefoonverbinding via het internet
knippert
Er zijn berichten in uw mailbox (deze functie moet door uw telefoonaanbieder worden ondersteund)
Fixed Line brandt
WLAN
Info
Er is een telefoonverbinding via de telefoonaansluiting (ISDN/analoog)
knippert
Er zijn berichten in uw mailbox (deze functie moet door uw telefoonaanbieder worden ondersteund)
brandt
De WLAN-functie is geactiveerd
knippert
•
De WLAN-wordt net geactiveerd of gedeactiveerd
•
De WLAN-instellingen worden overgenomen
•
WPS wordt uitgevoerd
•
WPS-proces geannuleerd: Meer dan twee WLAN-apparaten voeren tegelijkertijd WPS uit. Herhaal het verbindingsproces
•
Er is een telefoonverbinding tussen twee internettelefoons, het gesprek is gratis (deze dienst moet door uw internettelefonieaanbieder worden ondersteund)
•
Een vrij configureerbare gebeurtenis wordt gesignaleerd
•
Het Stick & Surf-proces is afgerond
•
Firmware wordt geactualiseerd
•
De voor de onlineteller aangegeven waarde is bereikt
•
Een vrij configureerbare gebeurtenis wordt gesignaleerd
•
Het Stick & Surf-proces loopt
brandt
knippert
knippert rood
Fout: open de gebruikersinterface van de FRITZ!Box en volg de aanwijzingen op de pagina “Overview” op
125
WLAN-knop “Info”-LED
1.3
Voor de led “Info” kunt u vastleggen welke informatie er nog meer moet worden weergegeven. Details hierover vindt u op de gebruikersinterface van uw FRITZ!Box Fon WLAN 7340 onder “System / “Info” Display”.
WLAN-knop De FRITZ!Box heeft een WLAN-knop. De knop heeft twee functies:
• •
WLAN activeren en deactiveren WLAN-verbinding maken met de WPS-methode (zie “WPS (Wi-Fi Protected Setup)” vanaf pagina 148) Als u deze knop langer dan zes seconden indrukt, wordt deze functie uitgevoerd. Uw WLAN-adapter moet dan wel de WPS-methode ondersteunen.
1.4
DECT-knop De FRITZ!Box heeft een DECT-knop. De DECT-knop heeft twee functies:
•
Rinkelen om verplaatste handtoestellen te zoeken (paging-oproep) Als u de DECT-knop één keer kort indrukt, rinkelt het handtoestel.
•
Aanmeldingsprocedure starten bij het aanmelden van handtoestellen Hoe u een DECT-handtoestel aanmeldt, leest u in hoofdstuk “DECT-functie” vanaf pagina 48.
126
Technische gegevens
1.5
Technische gegevens Aansluitingen en interfaces
•
VDSL2-/telefoonaansluiting – VDSL-modem volgens standaard ITU G.993.2 annex A en B – Telefoonaansluiting voor aansluiting op het vaste analoge of ISDN-net
•
DSL-/telefoonaansluiting – DSL-modem volgens standaard TU G.992.1 annex A en B (ADSL), ITU G.992.3 annex A en B (ADSL2), ITU G.992.5 annex A en B (ADSL2+) – Telefoonaansluiting voor aansluiting op het vaste analoge of ISDN-net
•
twee a/b-poorten voor de aansluiting van twee interne lijnen via RJ11-bussen
• •
DECT-basisstation
• •
twee USB Host Controllers (USB-versie 2.0)
twee netwerkpoorten via RJ45-bussen (standaard ethernet, 10/100/1000 Base-T)
WLAN Access Point met ondersteuning voor draadloze netwerken – IEEE 802.11a – 54 Mbit/s – IEEE 802.11b – 11 Mbit/s – IEEE 802.11g – 54 Mbit/s – IEEE 802.11n – 300 Mbit/s
Routerfunctie
• • •
VDSL/ADSL-router DHCP-server Firewall met IP-Masquerading/NAT
127
Gebruikersinterface en leds
Gebruikersinterface en leds
•
configuratie en statusmeldingen via een internetbrowser van een aangesloten computer
•
vijf leds signaleren de toestand van het apparaat
Fysieke eigenschappen
• • • • • • •
afmetingen (b x d x h): ca. 226 x 160 x 47 mm bedrijfsspanning: 230 V / 50 Hz maximaal opgenomen vermogen: 22 W gemiddeld opgenomen vermogen: 8 W – 11 W firmware actualiseerbaar (update) CE-conform omgevingsvoorwaarden – bedrijfstemperatuur: 0 °C – +40 °C – bewaartemperatuur: -20 °C – +70 °C – relatieve luchtvochtigheid (bedrijf): 10 % – 90 % – relatieve luchtvochtigheid (opslag): 5 % – 95 %
128
EG-verklaring van overeenstemming
1.6
EG-verklaring van overeenstemming De fabrikant
AVM GmbH Alt-Moabit 95 D-10559 Berlin
verklaart dat FRITZ!Box Fon WLAN 7340 ADSL/VDSL-WLAN-router in overeenstemming is met de volgende richtlijnen: 1999/5/EG
R&TTE-richtlijn: radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur
2009/125/EG
EU-richtlijn: ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten
De conformiteit is beoordeeld op basis van de volgende normen: - EN 60950-1:2011 - EN 55024:10.2003 - EN 301 489-1 V1.8.1 (2008) - EN 301 489-6 V1.3.1 (2008) - EN 301 489-17 V2.1.1 (2009)
- EN 300 328 V1.7.1 (10.2006) - EN 301 893 V1.5.1 (12.2008) - EN 301 406 v2.1.1 (07.2009) - EN 50371:2002
De conformiteit van het product met de hierboven genoemde normen en richtlijnen wordt bevestigd door de CE-markering.
Berlijn, 1 maart 2011
Peter Faxel, technisch directeur
Aanwijzing over de landen De radiotechniek van dit apparaat is gemaakt voor gebruik in alle landen van de Europese Unie en in Zwitserland, Noorwegen en IJsland. In Frankrijk mag het apparaat alleen in gesloten ruimtes worden gebruikt.
129
Fabrieksgarantie
1.7
Fabrieksgarantie Als producent van het originele product bieden u een garantie van twee jaar op de hardware. De garantieperiode gaat in vanaf de datum dat de eerste koper het product heeft aangeschaft. U kunt de garantieperiode aantonen door het overleggen van de originele factuur of vergelijkbare documentatie. Uw garantierechten uit het koopcontract en uw wettelijke rechten worden niet beperkt door de fabrieksgarantie. Binnen de garantieperiode verhelpen wij defecten van het product die aantoonbaar zijn veroorzaakt door materiaalof productiefouten. Wij zijn helaas niet aansprakelijk voor gebreken ten gevolge van niet-reglementaire installatie, onvakkundige omgang, niet-naleving van het bedieningshandboek, normale slijtage of defecten in de systeemomgeving (hard- of software van derden). Wij kunnen kiezen tussen reparatie en een vervangende levering. Andere claims dan de in deze garantievoorwaarden genoemde rechten op het verhelpen van defecten aan het product maken geen deel uit van deze garantie. Wij garanderen u dat de software in overeenstemming is met de algemene specificaties, maar niet dat de software voldoet aan uw persoonlijke wensen. Wij vergoeden geen verzendkosten. Vervangen producten worden weer ons eigendom. Garantievergoedingen zorgen niet voor een verlenging of hernieuwde ingang van de garantieperiode. Wanneer wij een garantieclaim afwijzen, verjaart deze claim uiterlijk zes maanden na onze afwijzing. Op deze garantie is Duits recht van toepassing, met uitzondering van het verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (CISG). © AVM GmbH 2011. Alle rechten voorbehouden. Stand van de documentatie 06/2011
130
Verwijdering
AVM Computersysteme Vertriebs GmbH Alt-Moabit 95 10559 Berlin DUITSLAND
AVM op internet: www.avm.de/en
1.8
Verwijdering Oude apparatuur en elektronische onderdelen moeten gescheiden van het huisvuil worden verwijderd.
Markering van oude apparatuur en elektronische onderdelen
De FRITZ!Box Fon WLAN 7340 en alle bij de FRITZ!Box Fon WLAN 7340 meegeleverde apparaten en elektronische onderdelen mogen volgens Europese voorschriften niet worden verwijderd met het huisvuil. Brengt ze daarom na gebruik naar een inzamelpunt in uw gemeente.
131
Handig om te weten: WLAN
2
Handig om te weten: WLAN WLAN (Wireless Local Area Network) is een radiotechnologie waarmee draadloze netwerken kunnen worden gemaakt en draadloos toegang tot het internet kan worden verkregen. Op deze wijze kunnen meerdere gebruikers een internetverbinding delen.
2.1
Standaarden WLAN-standaarden IEEE 802.11a, IEEE 802.11b, IEEE 802.11g, IEEE 802.11n en IEEE 802.11i zijn gedefinieerd door het Institute of Electrical and Electronic Engineers (IEEE). De standaarden IEEE 802.11a, IEEE 802.11b, IEEE 802.11g en IEEE 802.11n leggen de overdrachtssnelheid binnen een WLAN vast. De standaard IEEE 802.11i is een veiligheidsstandaard.
Standaarden voor de overdrachtssnelheid Overdrachtssnelheid
De FRITZ!Box ondersteunt de standaarden IEEE 802.11a, IEEE 802.11b, IEEE 802.11g en IEEE 802.11n naar keuze. WLAN-adapters die één of meer van de genoemde standaarden gebruiken, kunnen voor WLAN-verbindingen met de FRITZ!Box worden gebruikt. De standaarden zijn bestemd voor verschillende frequentiebanden.
Standaard
Frequentieband
Brutooverdrachtssnelheid tot
Nettooverdrachtssnelheid tot
802.11a
5 GHz
54 Mbit/s
25 Mbit/s
802.11b
2,4 GHz
11 Mbit/s
5 Mbit/s
802.11g
2,4 GHz
54 Mbit/s
25 Mbit/s
802.11n
2,4 / 5 GHz
300 Mbit/s
100 Mbit/s
Bij de overdrachtssnelheid wordt een onderscheid gemaakt tussen bruto- en nettosnelheid. De nettosnelheid beschrijft de overdrachtssnelheid van de effectieve gegevens.
132
Standaarden voor de overdrachtssnelheid Reikwijdte
De reikwijdte binnen WLANs is sterk afhankelijk van de volgende factoren:
• • •
de gebruikte WLAN-adapter de constructieve situatie de hoeveelheid over te dragen gegevens via dezelfde frequentieband. Er kunnen ook andere WLAN netwerken, magnetrons, babyfoons, spelconsoles, garagedeuropeners, draadloze AV-bruggen of Bluetoothzenders (mobiele telefoons) actief zijn.
FRITZ!WLAN Repeater N/G
De FRITZ!WLAN Repeater N/G van AVM gebruikt u in combinatie met de FRITZ!Box om het bereik van een draadloos netwerk te vergroten op plekken in huis of kantoor waar het draadloze signaal zwak is. Het apparaat is heel gemakkelijk te installeren en kan gewoon op een 230-Vstopcontact worden aangesloten.
IEEE 802.11a
Deze standaard werkt alleen in het zelden gebruikte frequentiebereik van 5 GHz. Hiermee kun je relatief ongestoord door invloeden van buitenaf gegevens overdragen. WLAN-adapters die 802.11a ondersteunen, zijn niet heel gangbaar vergeleken bij apparaten die werken volgens de 802.11b/g-standaard.
IEEE 802.11b
Deze standaard is met maximaal 11 Mbit/s overdrachtssnelheid de oudste beschikbare standaard voor draadloze netwerken. Oudere WLAN-adapters van de eerste generatie kunnen met behulp van 802.11b met de FRITZ!Box communiceren. Als de WLAN-adapter echter nieuwe standaarden ondersteunt, zoals 802.11g, moet de nieuwste standaard worden gebruikt.
IEEE 802.11g
Deze WLAN-standaard is op dit moment het meest gangbaar. Hij communiceert met maximaal 54 Mbit/s bruto in het frequentiebereik van 2,4 GHz en zorgt voor een brede compatibiliteit met veel WLAN-apparaten. Doordat het frequentiebereik van 2,4 GHz veel wordt gebruikt, kunnen er echter gemakkelijk beperkingen ontstaan dan in het minder gebruikte bereik van 5 GHz.
133
In de FRITZ!Box de juiste standaard instellen IEEE 802.11n
Met deze standaard zijn hoge overdrachtssnelheden en reikwijdten mogelijk. De FRITZ!Box ondersteunt 802.11n in de frequentieband van 2,4 GHz, maar als u wilt ook in de frequentieband van 5 GHz. Modulatieprocessen en antennetechnieken als MIMO (Multiple Input, Multiple Output) maken effectiever gebruik van de beschikbare frequentieband dan de oudere standaarden. De standaard 802.11n – en dus de beschikbaarheid van hogere transmissiesnelheden – kan alleen worden gebruikt als de WLAN-verbinding is beveiligd met WPA2 (AES-CCMP). Dankzij compatibiliteit met de 802.11g-standaard kunnen ook oudere WLAN-adapters in gebruik blijven.
In de FRITZ!Box de juiste standaard instellen De in uw WLAN-netwerk haalbare transmissiesnelheid hangt af van de WLAN-standaarden die de gelinkte WLANadapters gebruiken. Deze WLAN-standaarden moeten ook in de FRITZ!Box zijn ingesteld. Ga als volgt te werk om de ingestelde WLAN-standaarden te controleren en zo nodig te wijzigen: 1.
Start een internetbrowser.
2.
Open de gebruikersinterface van de FRITZ!Box door het adres fritz.box in te voeren.
3.
Controleer of onder “System / Expert Mode” de expertweergave is geactiveerd.
4.
Open “WLAN / Radio Channel” en selecteer de benodigde instelling in het veld “WLAN standard”.
Bij het instellen moet u rekening houden met de volgende punten:
•
De FRITZ!Box en alle WLAN-adapters moeten op dezelfde frequentieband werken om met elkaar te kunnen communiceren.
134
In de FRITZ!Box de juiste standaard instellen
•
De standaard die u op de FRITZ!Box instelt, moet samen kunnen werken met de standaarden van alle in het draadloze WLAN-netwerk gebruikte WLAN-adapters.
Noteer met welke standaarden de WLAN-adapters in uw netwerk compatibel zijn en pas dan op basis van de volgende gegevens de FRITZ!Box-instellingen aan:
•
Aan uw draadloze netwerk zijn uitsluitend WLANadapters gelinkt die compatibel zijn met een van de volgende standaarden of met beide standaarden: – 802.11n – 802.11g Stel in de FRITZ!Box de volgende modus in: Modus: 802.11n+g Frequentieband 2,4 GHz wordt gebruikt.
•
Aan uw draadloze netwerk zijn uitsluitend WLANadapters gelinkt die compatibel zijn met een van de volgende standaarden of met beide standaarden: – 802.11b – 802.11g Stel in de FRITZ!Box de volgende modus in: Modus: 802.11b+g Frequentieband 2,4 GHz wordt gebruikt.
•
Aan uw draadloze netwerk zijn uitsluitend WLANadapters gelinkt die compatibel zijn met een of meer van de volgende standaarden: – 802.11n – 802.11g
135
Standaard voor beveiliging
– 802.11b Stel in de FRITZ!Box de volgende modus in: Modus: 802.11n+g+b Frequentieband 2,4 GHz wordt gebruikt.
•
Aan uw draadloze netwerk zijn uitsluitend WLANadapters gelinkt die compatibel zijn met een van de volgende standaarden of met beide standaarden: – 802.11n – 802.11a Stel in de FRITZ!Box de volgende modus in: Modus: 802.11n+a Frequentieband 5 GHz wordt gebruikt.
Standaard voor beveiliging IEEE 802.11i
Met de standaard IEEE 802.11i wordt het beveiligingsmechanisme WPA2 gedefinieerd. WPA2 is een uitbreiding van het bekende beveiligingsmechanisme WPA (Wi-Fi Protected Access). De uitbreiding van WPA naar WPA2 kenmerkt zich vooral door de versleutelingsmethode AES-CCMP: Mechanisme
Versleuteling
WPA
TKIP (Temporary Key Integrity Protocol)
WPA2
TKIP AES-CCMP gebaseerd op de zeer veilige methode AES (Advanced Encryption Standard). Door CCMP (Counter with CBC-MAC Protocol) wordt vastgelegd hoe de AES-methode op WLAN-pakketten wordt toegepast.
136
Beveiliging
FRITZ!Box ondersteunt met het WPA2-mechanisme de versleutelingsmethode AES en met het WPA-mechanisme de versleutelingsmethode TKIP. De FRITZ!Box kan daarom worden gebruikt met WLAN-adapters die eveneens WPA2 met AES of WPA met TKIP ondersteunen.
2.2
Beveiliging Binnen draadloze netwerken is het onderwerp beveiliging bijzonder belangrijk. De radiosignalen kunnen namelijk ook buiten de kantoorruimtes of de woning worden opgevangen en misbruikt. Voor een WLAN moet daarom de garantie bestaan dat zich geen onbevoegde gebruikers kunnen aanmelden die de internettoegang of de vrijgegeven netwerkbronnen kunnen gebruiken. In de FRITZ!Box zijn er op verschillende niveaus instellingen die bijdragen aan de beveiliging van uw WLAN en zo ook aan de beveiliging van uw computers.
Versleuteling De belangrijkste beveiligingsinstelling is versleuteling. De FRITZ!Box ondersteunt de beveiligingsmechanismen EP (Wired Equivalent Privacy), WPA (Wi-Fi Protected Access) en WPA2 op de volgende wijze:
•
Binnen het WEP-mechanisme wordt een statische sleutel vastgelegd die voor versleuteling van de effectieve gegevens wordt gebruikt. De sleutel moet ook in de WLAN-beveiligingsinstellingen van de FRITZ!Box worden ingevoerd. U moet deze sleutel ook gebruiken in alle WLAN-adapters die u in uw draadloze netwerk gebruikt.
137
Versleuteling
•
De mechanismen WPA en WPA2 zorgen voor authenticatie tijdens de verbindingsopbouw. Daarvoor leggen ze een WPA-wachtwoord vast. Voor versleuteling van de effectieve gegevens wordt bij WPA de versleutelingsmethode TKIP toegepast. Bij WPA2 wordt de versleutelingsmethode AES-CCMP toegepast. De versleutelingsmethode die u hier kiest, moet ook worden ondersteund door uw WLAN-adapter. De effectieve gegevens worden met een automatisch gegenereerde sleutel beveiligd. De sleutel wordt na een bepaalde periode opnieuw gegenereerd. De lengte van het WPA-wachtwoord moet tussen de 8 en 63 karakters liggen. Om de veiligheid te verhogen moet het wachtwoord echter uit ten minste 20 karakters bestaan. Gebruik naast cijfers en letters ook andere tekens en combineer kleine letters met hoofdletters.
Fabrieksinstelling
In de FRITZ!Box is af fabriek een gecombineerde versleuteling WPA + WPA2 ingesteld met de versleutelingsmethode TKIP/AES-CCMP. Dat betekent dat u met deze instelling WLAN-adapters kunt gebruiken die WPA (TKIP) of WPA2 (AES-CCMP) of beide methoden ondersteunen. Wij adviseren u de vooraf ingestelde WLAN-netwerksleutel zo snel mogelijk te wijzigen. De wijzigingen voert u uit in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
Advies
Als uw WLAN-adapter een versleutelingsmethode ondersteunt die veiliger is dan de in de FRITZ!Box vooraf ingestelde methoden, moet u in uw FRITZ!Box de meest veilige methode instellen. Volg voor de beste beveiligingsinstellingen die er met de FRITZ!Box en uw WLAN-adapter mogelijk zijn, de volgende adviezen op:
•
Als uw WLAN-adapter WPA2 volgens de 802.11i-standaard ondersteunt: – Activeer de WPA-versleuteling. 138
Netwerknaam (SSID)
– Selecteer als WPA-modus “WPA2 (CCMP)” of “WPA+WPA2”. – Vervang de WPA-netwerksleutel door een eigen sleutel.
•
Als uw WLAN-adapter het WPA-mechanisme ondersteunt, maar niet het WPA2-mechanisme: – Activeer de WPA-versleuteling. – Selecteer als WPA-modus “WPA (TKIP)” of “WPA+WPA2”. – Vervang de WPA-netwerksleutel door een eigen sleutel.
•
Als uw WLAN-adapter het WPA- en WPA2-mechanisme allebei niet ondersteunt: – Activeer de WEP-versleuteling. – Vervang de WLAN-netwerksleutel door een eigen sleutel.
Wij adviseren u dringend om een WLAN-adapter te gebruiken die WPA of WPA2 ondersteunt (bijvoorbeeld de FRITZ!WLAN USB Stick N). WEP is verouderd en met WEP versleutelde gegevens kunnen binnen een paar minuten worden gekraakt.
Netwerknaam (SSID) In de FRITZ!Box is af fabriek voor SSID (netwerknaam) de waarde “FRITZ!Box Fon WLAN 7340” ingesteld. Het kan voorkomen dat zich in de omgeving van uw FRITZ!Box een apparaat bevindt met dezelfde netwerknaam. Wij adviseren u daarom om de vooraf ingestelde SSID te wijzigen in een waarde naar uw keuze.
139
Frequentiebereiken
2.3
Frequentiebereiken WLAN gebruikt de frequentiebereiken 2,4 GHz en 5 GHz. Met de FRITZ!Box kunt u WLAN-verbindingen opbouwen in het frequentiebereik van 2,4 GHz en 5 GHz. 2,4 GHzfrequentieband
WLAN werkt in het 2,4 GHz-bereik in hetzelfde bereik als Bluetooth, magnetrons en diverse andere apparaten zoals radiografisch bestuurbaar speelgoed en garagedeuropeners. Binnen WLANs die in de buurt van deze apparaten worden gebruikt, kunnen daarom storingen optreden. Normaal gesproken wordt alleen de transmissiesnelheid beperkt. De verbinding wordt niet verbroken en er gaan geen gegevens verloren. Voor WLAN staan in Europa in het 2,4 GHz-bereik 13 kanalen ter beschikking (vrijgegeven door Europese regelgevende agentschappen). Een kanaal kan een bandbreedte van 20 MHz (doorvoercapaciteit tot 130 Mbit/s) of 40 MHz (doorvoercapaciteit tot 300 Mbit/s) hebben. Naast elkaar gelegen WLAN-kanalen in het 2,4 GHz-bereik overlappen elkaar en dat kan op beide kanalen storingen veroorzaken. Als zich bijvoorbeeld meerdere WLANs bij elkaar in de buurt bevinden die frequentiebereik 2,4 GHz met een bandbreedte van 20 MHz gebruiken, moet tussen twee gebruikte kanalen minstens een afstand van vijf kanalen liggen. Als bijvoorbeeld voor een WLAN het kanaal 1 is gekozen, kunnen voor een tweede WLAN de kanalen 6 tot 13 worden gekozen. De minimumafstand is dan altijd in acht genomen.
WLAN-autokanaal
De FRITZ!Box zoekt met de functie WLAN-autokanaal automatisch naar een kanaal met de minste storing. Daarbij wordt rekening gehouden met interferentie van naburige draadloze netwerken (WLAN Access Points) en andere potentiële storingsbronnen (zoals babyfoons, magnetrons). Wanneer er desondanks storingen in een WLAN blijven bestaan, dient u eerst te proberen om de storingsbron te identificeren en zo mogelijk handmatig bij te stellen.
140
Frequentiebereiken
Meer aanwijzingen over storingen in het draadloze WLANnetwerk vindt u in de paragraaf “Storingen uitsluiten die door andere draadloze netwerken worden veroorzaakt” vanaf pagina 114. 5 GHzfrequentieband
De FRITZ!Box kan WLAN ook toepassen in de 5 GHz-frequentieband. Dit frequentiebereik heeft minder onder storingen te leiden dan de vaak gebruikte 2,4 GHz-frequentieband. In de 5 GHz-frequentieband is een automatische wisseling van kanaal (dynamische frequentieselectie, DFS) van uw FRITZ!Box mogelijk, als een zogenaamde “geprivilegieerde gebruiker” het door de FRITZ!Box gekozen kanaal tegelijkertijd wil gebruiken. Dit kan vooral gebeuren bij gebruik van militaire of civiele radar bij u in de buurt. Meer aanwijzingen vindt u in de paragraaf “WLAN-kanalen met DFS vermijden” vanaf pagina 115. Voorwaarde voor gebruik van de frequentieband van 5 GHz is dat alle WLAN-apparaten in het netwerk dit frequentiebereik volgens de standaard IEEE 802.11a of IEEE 802.11n ondersteunen.
2,4 GHz of 5 GHz
De FRITZ!Box werkt in het draadloze WLAN-netwerk in het 2,4 GHz-bereik of in het 5 GHz-bereik, maar niet tegelijkertijd parallel in beide frequentiebereiken.
Bandbreedte
In beide frequentiebereiken kunt u voor de kanalen kiezen tussen de bandbreedte 20 MHz of 40 MHz (uitzondering: kanaal 140 in de 5 GHz-frequentieband). De FRITZ!Box probeert eerst een kanaal met een bandbreedte van 40 MHz (tot 300 Mbit/s doorvoercapaciteit) te selecteren. Als dit niet lukt door storingen of bezetting door naburige draadloze WLAN-netwerken, schakelt de FRITZ!Box tijdelijk automatisch over naar een kanaal met een bandbreedte van 20 MHz. Een grotere bandbreedte biedt een hogere doorvoercapaciteit: Bandbreedte (MHz)
Maximale doorvoercapaciteit (Mbit/s)
20
130
40
300
141
Frequentiebereiken
Bij een grotere bandbreedte neemt echter ook de waarschijnlijkheid van storingen door naburige draadloze netwerken toe. Grotere bandbreedten verkleinen het beschikbare frequentiebereik voor naburige draadloze netwerken. Indeling van de WLAN-kanalen in het 2,4 GHz-bereik: Kanaal
Frequentie (GHz)
Kanaal
Frequentie (GHz)
1
2,412
8
2,447
2
2,417
9
2,452
3
2,422
10
2,457
4
2,427
11
2,462
5
2,432
12
2,467
6
2,437
13
2,472
7
2,442
Indeling van de WLAN-kanalen in het 5 GHz-bereik: Kanaal
Frequentie (GHz)
36
5,18
108
5,54
40
5,20
112
5,56
44
5,22
116
5,58
48
5,24
120
5,60
52
5,26
124
5,62
56
5,28
128
5,64
60
5,30
132
5,66
64
5,32
136
5,68
100
5,50
140
5,700 (alleen 20 MHz bandbreedte)
104
5,52
142
Kanaal
Frequentie (GHz)
WLAN-reikwijdte vergroten
2.4
WLAN-reikwijdte vergroten De reikwijdte van een draadloos WLAN-netwerk hangt ook altijd af van de omstandigheden ter plaatse. De volgende factoren bepalen in grote mate over welke afstand uw FRITZ!Box een stabiele en krachtige WLAN-verbinding kan opbouwen:
• • •
de gebruikte WLAN-adapter de constructieve situatie het aantal apparaten dat in de buurt van het Access Point in hetzelfde frequentiebereik werkt
U kunt de reikwijdte van uw draadloze netwerk indien gewenst zelf vergroten. Hiervoor heeft u extra apparatuur nodig die niet met uw FRITZ!Box wordt meegeleverd: u kunt een WLAN-repeater, bijvoorbeeld de FRITZ!WLAN Repeater N/G van AVM gebruiken, of met behulp van een ander WLAN Access Point die in repeatermodus werkt, een Wireless Distribution System inrichten. Beide methoden worden hierna uitvoeriger beschreven.
FRITZ!WLAN Repeater N/G gebruiken De FRITZ!WLAN Repeater van AVM gebruikt u in combinatie met de FRITZ!Box om het bereik van een draadloos netwerk te vergroten op plekken in huis of kantoor waar het draadloze signaal zwak is. Het apparaat ondersteunt alle gangbare WLAN standaarden, is heel gemakkelijk te installeren en kan gewoon op een 230-V-stopcontact worden aangesloten.
WDS inrichten Om met WDS (Wireless Distribution System) de reikwijdte van uw draadloze netwerk uit te breiden, heeft u naast de FRITZ!Box nog een WLAN Access Point nodig. Een van beide WLAN Access Points werkt als WDS-basisstation, de andere als WDS-repeater. WDS-basisstation en WDS-repeater zijn via WLAN met elkaar verbonden. Via de WDS-
143
WDS inrichten
repeater kan het WDS-basisstation nu ook computers bereiken die zonder de WDS-repeater buiten zijn reikwijdte zouden liggen.
Stroom DSL
Stroom
Repeater
FRITZ!Box (basisstation)
WDS – uitbreiden van de WLAN-reikwijdte met een repeater
Let in verband met de WDS-inrichting op de volgende aanwijzingen:
•
Om de reikwijdte van uw draadloze WLAN-netwerk uit te breiden, heeft u ten minste één extra WLAN Access Point nodig. Het draadloze netwerk van uw FRITZ!Box kan het maximaal drie WLAN Access Points tot een WDS (Wireless Distribution System) worden uitgebreid.
•
Alle WLAN Access Points die in het WDS worden gebruikt, moeten WDS ondersteunen en daarvoor worden ingericht.
•
Alle WLAN Access Points die als WDS-repeater worden gebruikt, moeten zich binnen reikwijdte van het WDS-basisstation bevinden.
•
Als WDS in de FRITZ!Box is geactiveerd, kan deze als WDS-basisstation de internetverbinding voor andere WDS-repeaters opbouwen of als WDS-repeater de reikwijdte van een WDS-basisstation uitbreiden.
•
Controleer of de WDS-verbindingen tussen het WDSbasisstation en de WDS-repeaters met dezelfde versleuteling (bijv. WPA/WPA2) zijn beveiligd. Houd er rekening mee dat de versleutelingsmethode WPA2 alleen beschikbaar is bij gebruik van AVM-apparatuur, omdat bij gebruik van apparatuur van andere fabrikanten alleen de WEP-versleuteling voor WDSverbindingen is gespecificeerd.
144
WDS inrichten
•
Controleer of alle WLAN Access Points in het WDS hetzelfde radiokanaal gebruiken.
•
Ieder WLAN Access Point dat deelneemt aan het WDS, vervult tegenover zijn WLAN-client de taken van een WLAN Access Point. Dat wil zeggen dat ieder WLAN Access Point zich tegenover zijn WLAN-client voorstelt onder de eigen naam (SSID) en met de eigen versleutelingsinstellingen. Als u bij de WLAN-client de WLAN-besturing gebruikt die in Windows 7, Windows Vista of door Service Pack 2 voor Windows XP ter beschikking wordt gesteld, kunt u aan verschillende WLAN Access Points dezelfde SSID en dezelfde versleutelings instellingen toewijzen. De clients melden zich dan automatisch aan bij het best beschikbare WLAN Access Point.
•
Controleer of alle IP-adressen in het draadloze netwerk slechts één keer zijn toegewezen.
FRITZ!Box als basisstation inrichten WDS-basisstation
Als WDS-basisstation maakt de FRITZ!Box internetverbindingen voor andere WLAN-repeaters en -clients. Hoe u de FRITZ!Box inricht als WDS-repeater, leest u vanaf pagina 146. Om de FRITZ!Box in te richten als WDS-basisstation gaat u als volgt te werk: 1.
Start een internetbrowser.
2.
Voer als adres fritz.box in. De gebruikersinterface van de FRITZ!Box wordt geopend.
3.
Controleer of onder “System / Expert Mode” de expertweergave is geactiveerd en klik op “Apply”.
4.
Open “WLAN / Radio Network”.
5.
Als het draadloze netwerk (WLAN) nog niet actief is, activeert u de instelling “WLAN radio network active” en klikt u op “Apply”.
145
WDS inrichten
6.
Klik op het item “WLAN / WDS”.
7.
Activeer de instelling “WDS enabled”.
8.
Kies als bedrijfsmodus de optie “Base station”.
9.
Selecteer in de lijst “WLAN Devices” de apparatuur die als WDS-repeater moet worden gebruikt.
10. Selecteer in het bereik “Security” hoe de verbinding met de WDS-repeater moet worden versleuteld. Houd er rekening mee dat de versleutelingsmethode WPA2 alleen beschikbaar is bij gebruik van AVM-apparatuur. 11. Voer een wachtwoord in. 12. Klik op “Apply”. De “Repeater Settings” die u nodig heeft voor het inrichten van de WDS-repeaters, worden weergegeven. 13. Wij raden u aan om een uitdraai te maken van deze instellingen. De FRITZ!Box is nu ingericht als WDS-basisstation. Voer de afgedrukte instellingen van de FRITZ!Box vervolgens in bij iedere WDS-repeater in uw draadloze netwerk.
FRITZ!Box inrichten als repeater WDS-repeater
Als WDS-repeater vergroot de FRITZ!Box de reikwijdte van een WDS-basistation in het draadloze netwerk. Hoe u de FRITZ!Box inricht als WDS-basisstation, leest u vanaf pagina 145. Om de FRITZ!Box in te richten als WDS-repeater gaat u als volgt te werk: 1.
Start een internetbrowser.
2.
Voer als adres fritz.box in. De gebruikersinterface van de FRITZ!Box wordt geopend.
146
WDS inrichten
3.
Controleer of onder “System / Expert Mode” de expertweergave is geactiveerd en klik op “Apply”.
4.
Open “WLAN / Radio Network”.
5.
Als het draadloze netwerk (WLAN) nog niet actief is, activeert u de instelling “WLAN radio network active” en klikt u op “Apply”.
6.
Klik op het item “WLAN / WDS”.
7.
Activeer de instelling “WDS enabled”.
8.
Kies als bedrijfsmodus de optie “Repeater”.
9.
Selecteer in de lijst “WLAN Devices” het apparaat dat als WDS-basisstation moet worden gebruikt.
10. Als de FRITZ!Box als WDS-repeater moet worden gebruikt, dient u de IP-instellingen te wijzigen: – “IP Address”: voer hier een IP-adres in voor deze FRITZ!Box. Het IP-adres moet voldoen aan de volgende criteria: het moet verschillen van het IPadres van het WDS-basisstation en afkomstig zijn uit het IP-netwerk van het WDS-basisstation. Zorg ervoor dat het IP-adres niet afkomstig is uit het adresbereik van de DHCP-server van het WDS-basisstation. – “Subnet mask”: voer hier bijvoorbeeld de waarde “255.255.255.0” in. Dit komt overeen met het FRITZ!Box-subnetmasker bij levering. – “Standard gateway”: voer hier het IP-adres van het WDS-basisstation in. – “Primary DNS server”: voer hier ook het IP-adres van het WDS-basisstation in. – “Sekundary DNS server”: hier kunt u het IP-adresse van een tweede DNS-server invoeren. 11. Selecteer in het bereik “Security” hoe de verbinding met de WDS-repeater moet worden versleuteld.
147
WPS (Wi-Fi Protected Setup)
Houd er rekening mee dat de versleutelingsmethode WPA2 alleen beschikbaar is bij gebruik van AVM-apparatuur. 12. Voer een wachtwoord in. 13. Klik op “Apply”. In het venster “Repeater Settings” ziet u nu alle instellingen die u nodig heeft voor het inrichten van het WDS-basisstation. Daarnaast ziet u het actuele IP-adres van de FRITZ!Box die u zojuist heeft ingericht als WDS-repeater. Dit IP-adres moet u invoeren in de internetbrowser om de gebruikersinterface van de FRITZ!Box te openen. 14. Wij raden u aan om een uitdraai te maken van deze instellingen. De FRITZ!Box is nu ingericht als WDS-repeater. Voer de afgedrukte instellingen van de FRITZ!Box vervolgens in bij het WDS-basisstation in uw draadloze netwerk.
2.5
WPS (Wi-Fi Protected Setup) De FRITZ!Box ondersteunt WPS (Wi-Fi Protected Setup). Met WPS kunt u WLAN-adapters veilig verbinden met uw FRITZ!Box. Alle benodigde WLAN-beveiligingsinstellingen worden daarbij veilig overgedragen. U kunt de push-button- of PIN-methode gebruiken. WPS kan alleen worden gebruikt met WLAN-adapters die WPS ondersteunen. Of uw WLAN-adapter WPS ondersteunt kunt u vinden in de documentatie van de WLANadapter.
148
WPS met de push-button-methode
WPS met de push-button-methode De push-button-methode (WPS-PBC) kunt u gebruiken als uw WLAN-adapter beschikt over een knop voor WPS of als WPS geactiveerd kan worden via de besturingssoftware van de WLAN-adapter. 1.
Druk op de knop “WLAN” van de FRITZ!Box en houdt hem minstens zes seconden ingedrukt.
Ca. 6 sec. indrukken 2.
Zodra de led “WLAN” begint te knipperen, activeert u de WPS-functie op de WLAN-adapter - afhankelijk van het apparaat via een WLAN-schakelaar of in de besturingssoftware van het apparaat . De activering moet binnen twee minuten worden gestart.
De FRITZ!Box en de WLAN-adapter worden nu automatisch met elkaar verbonden. Daarbij neemt het WLAN-apparaat de beveiligingsinstellingen van de FRITZ!Box over.
WPS met de PIN-methode Als uw WLAN-adapter WPS ondersteunt, maar geen knop heeft voor het starten van de push-button-methode en ook de besturingssoftware van de adapter hiervoor geen mogelijkheid biedt, gebruikt u de PIN-methode om een WLAN-verbinding te maken. U kunt dit op twee manieren doen:
149
WPS met de PIN-methode FRITZ!Box bepaalt PIN
1.
Start een internetbrowser.
2.
Voer als adres fritz.box in. De gebruikersinterface van de FRITZ!Box wordt geopend.
3.
Open “WLAN / Security”.
4.
Open het tabblad “WPS Quick Connection”.
5.
Selecteer de instelling “PIN method (WPS-PIN), the FRITZ!Box specifies the PIN”.
6.
De PIN wordt weergegeven. Voer deze PIN in de besturingssoftware van de WLAN-adapter in.
7.
Klik op “Start WPS”.
De WLAN-led op de FRITZ!Box knippert langzaam, het WPS-proces is gestart. Tussen de FRITZ!Box en de WLANadapter wordt nu een veilige WLAN-verbinding gemaakt. WLAN-apparaat bepaalt PIN
1.
Start een internetbrowser.
2.
Voer als adres fritz.box in. De gebruikersinterface van de FRITZ!Box wordt geopend.
3.
Open “WLAN / Security”.
4.
Open het tabblad “WPS Quick Connection”.
5.
Selecteer de instelling “PIN method (WPS-PIN), the WLAN device specifies the PIN”.
6.
Start nu het besturingsprogramma van het WLAN-apparaat. Het programma bepaalt een PIN voor de verbindingsopbouw.
7.
Voer deze PIN in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box in.
8.
Klik op “Start WPS”.
De WLAN-led op de FRITZ!Box knippert langzaam, het WPS-proces is gestart. Tussen de FRITZ!Box en de WLANadapter wordt nu een veilige WLAN-verbinding gemaakt.
150
Handig om te weten: netwerk
3
Handig om te weten: netwerk In de netwerkinstellingen van de FRITZ!Box zijn in de fabriek standaardinstellingen ingesteld. Door deze standaardinstellingen bevindt alle netwerkapparatuur die met de FRITZ!Box is verbonden, zich in één netwerk. U kunt de netwerkinstellingen wijzigen en aanpassen aan de omstandigheden en uw behoeften. Daarvoor moet u over basiskennis over netwerktechniek beschikken.
3.1
•
In de verklarende woordenlijst worden de termen rondom IP-netwerken toegelicht.
•
In de paragraaf “Netwerkoverzicht” vanaf pagina 151 vindt u een overzicht van de netwerken van de FRITZ!Box.
•
In de paragrafen “IP-adres” vanaf pagina 154 en “DHCP-server” vanaf pagina 155 leest u wanneer het zin heeft de standaard netwerkinstellingen te wijzigen, welk effect deze wijzigingen hebben en hoe u de instellingen wijzigt.
•
In de paragraaf “Prioriteren van netwerktoepassingen en netwerkapparatuur” vanaf pagina 164 leest u hoe u prioriteiten kunt toewijzen aan netwerktoepassingen en netwerkapparatuur voor de toegang tot de internetverbinding.
Netwerkoverzicht In de gebruikersinterface van de FRITZ!Box staat een overzicht van alle apparaten en gebruikers die verbonden zijn met de FRITZ!Box. Het netwerkoverzicht “Devices and Users” vindt u in de volgende twee menu's: “Overview / Network” of “Home Network”.
151
Netwerkoverzicht
Iedere gebruiker en ieder netwerkapparaat staat in een regel vermeld in het netwerkoverzicht. De kolommen hebben de volgende betekenis: Icon
De symbolen voor de naam geven aan of het een gebruiken of een netwerkapparaat is. Bij een netwerkapparaat kunt u aan het symbool ook zien of het apparaat via een netwerkkabel of via WLAN is verbonden.
Name
Hier staat de naam waarmee de gebruiker of het netwerkapparaat bekend is bij de FRITZ!Box. De namen van netwerkapparatuur kunt u wijzigen via de knop voor het wijzigen van de regel.
Connection
Hier ziet u via welk verbindingstype het netwerkapparaat is aangesloten op de FRITZ!Box. Door te klikken op het WLAN-symbool komt u rechtstreeks in het menu “WLAN / Radio Network”.
IP Address
Bij netwerkapparatuur staat hier het IP-adres waarmee het apparaat is geïntegreerd in het netwerk van de FRITZ!Box.
Properties
Hier staat of er een poortvrijgave of kinderslot is geactiveerd voor gebruikers of netwerkapparatuur. Knop voor het wijzigen van de regel Met deze knop opent u de details van deze regel. Hier vindt u informatie over het netwerkapparaat, bijvoorbeeld over het kinderslot of de poortvrijgave. Hier kunt u de naam van het apparaat in de FRITZ!Box wijzigen. Knop voor het wissen van de regel Gebruikers of netwerkapparaten die geen actieve verbinding hebben met de FRITZ!Box kunt u met deze knop uit het netwerkoverzicht verwijderen.
152
Altijd hetzelfde IP-adres toewijzen
Altijd hetzelfde IP-adres toewijzen Onder de details voor netwerkapparatuur vindt u de instelling “Always assign this network device the same IP address”. Als deze instelling voor een netwerkapparaat is geactiveerd, wijst de DHCP-server van de FRITZ!Box bij iedere nieuwe verbinding altijd hetzelfde IP-adres toe aan dit apparaat.
Computer opstarten – Wake On LAN Onder de details voor netwerkapparaten die via een netwerkpoort (LAN-poort) zijn verbonden met de FRITZ!Box, is er de knop “Start Computer”. Via deze knop kunt u computers opstarten die Wake on LAN ondersteunen. Met de Wake on LAN-functie kunt u computers in uw FRITZ!Box-netwerk opstarten via het internet. U kunt bijvoorbeeld altijd op afstand toegang verkrijgen tot een computer met een speciaal programma zonder dat de computer hiervoor permanent ingeschakeld moet zijn en onnodig stroom verbruikt.
3.2
IP-instellingen In de IP-instellingen van de FRITZ!Box is af fabriek standaard het volgende ingesteld: Fabrieksinstellingen IP-adres
192.168.178.1
Subnetmasker
255.255.255.0
DHCP-server
geactiveerd
Uit het IP-adres en het bijbehorende subnetmasker resulteren automatisch de volgende waarden: Netwerkadres van het subnet
192.168.178.0
Totale IP-adrespool voor de computers
192.168.178.2 192.168.178.254
153
UPnP-instellingen
De volgende IP-adressen zijn gereserveerd voor bepaalde doeleinden en mogen daarom niet worden toegewezen:
3.3
192.168.178.1
wordt gebruikt door de FRITZ!Box zelf
192.168.178.255
broadcastadres waarmee berichten binnen het netwerk worden verzonden
UPnP-instellingen De in de FRITZ!Box aanwezige dienst Universal Plug & Play (UPnP) stelt statusinformatie van de FRITZ!Box beschikbaar voor de aangesloten computers. Programma’s op de computers die geschikt zijn voor UPnP, kunnen deze informatie ontvangen en daardoor de status van de FRITZ!Box weergeven (bijv. DSL-synchronisatie, verbindingsstatus, gegevensoverdracht). Met de UPnP-dienst kunt u de FRITZ!Box dus monitoren vanaf een aangesloten computer.
3.4
IP-adres De FRITZ!Box wordt geleverd met een in de fabriek ingesteld IP-adres: 192.168.178.1 Als u het IP-adres wilt wijzigen, lees dan ook de volgende paragrafen. Lees ook de aanwijzingen in paragraaf “Gereserveerde IP-adressen” op pagina 155.
Wanneer heeft het zin om het IP-adres te wijzigen? Als één van de volgende situaties van toepassing is, zou u het IP-adres van de FRITZ!Box moeten wijzigen:
•
U heeft een bestaand, lokaal IP-netwerk met verschillende computers.
•
In de netwerkinstellingen van de computers zijn vaste IP-adressen ingevoerd die u niet wilt of niet mag wijzigen.
•
U wilt de FRITZ!Box aansluiten op het lokale IP-netwerk om voor alle computers in het IP-netwerk de diensten van de FRITZ!Box beschikbaar te maken. 154
Gereserveerde IP-adressen
Gereserveerde IP-adressen Het hele bereik 192.168.180.0 is in de FRITZ!Box gereserveerd voor interne doeleinden. IP-adressen uit dit bereik mogen niet aan de FRITZ!Box worden toegewezen.
3.5
DHCP-server De FRITZ!Box beschikt over een eigen DHCP-server. In de fabrieksinstellingen is de DHCP-server standaard geactiveerd. De volgende IP-adrespool is af fabriek gereserveerd voor de DHCP-server: 192.168.178.20 - 192.168.178.200 Deze IP-adrespool kunt u wijzigen. Alle computers die met de FRITZ!Box zijn verbonden, krijgen iedere keer als ze het besturingssysteem opnieuw opstarten door de DHCP-server een IP-adres toegewezen uit de IP-adrespool. Binnen een netwerk mag altijd slechts een DHCP-server actief zijn. Door toewijzing van de IP-adressen door de DHCP-server is gegarandeerd dat zich alle met de FRITZ!Box verbonden computers in hetzelfde IP-netwerk bevinden. De computers kunnen hun IP-adres alleen van een DHCPserver krijgen als in de IP-instellingen van de computer de instelling “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” is geactiveerd. Zie hiervoor paragraaf “Automatisch een IPadres laten toewijzen” vanaf pagina 116.
Vaste IP-adressen bij geactiveerde DHCP-server Als u aan de afzonderlijke computers die met de FRITZ!Box zijn verbonden, ondanks de geactiveerde DHCP-server, vaste IP-adressen wilt toewijzen, lees dan de volgende aanwijzingen:
155
DHCP-server deactiveren
•
De IP-adressen moeten afkomstig zijn uit het IP-netwerk van de FRITZ!Box.
•
De IP-adressen mogen niet afkomstig zijn uit de adrespool van de DHCP-server.
•
Ieder IP-adres mag slechts één keer worden toegewezen.
DHCP-server deactiveren U kunt de DHCP-server uitschakelen. Om ervoor te zorgen dat alle computers ook bij gedeactiveerde DHCP-server in hetzelfde IP-netwerk als de FRITZ!Box blijven, moet u de IP-adressen in de netwerkinstellingen van de computers handmatig invoeren. Deactiveer daarvoor de instelling “Automatisch een IP-adres laten toewijzen” en voer het IP-adres handmatig in het daarvoor bestemde veld in. Als het standaard IP-adres van de FRITZ!Box wordt gebruikt, zijn de volgende IP-adressen beschikbaar voor toewijzing aan de computers: 192.168.178.2 - 192168178254
Ieder IP-adres mag slechts één keer worden toegewezen.
3.6
Netwerkinstellingen wijzigen Om de netwerkinstellingen van de FRITZ!Box te kunnen wijzigen, moet u in de gebruikersinterface de expertweergave activeren: 1.
Start een internetbrowser en voer in de adresregel van de browser fritz.box in.
2.
Activeer in het menu “Expert Mode” de instelling “Show expert settings” en bevestig de instelling met “Apply”.
U kunt de netwerkinstellingen als volgt wijzigen: 1.
Selecteer het menu “Home Network / Network”.
2.
Selecteer het tabblad “Network Settings”. 156
Netwerkinstellingen wijzigen
3.
Klik op de knop “IP Addresses”. De pagina “IP Settings” wordt geopend.
4.
Als u de instellingen heeft gewijzigd, bevestigt u uw keuze met “OK”, zodat uw wijzigingen worden overgenomen.
Houd er rekening mee dat door het wijzigen van de netwerkinstellingen in de FRITZ!Box eventueel ook de netwerkinstellingen van uw computer moeten worden aangepast, zodat u toegang kunt blijven krijgen tot de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
157
Handig om te weten: internettelefonie
4
Handig om te weten: internettelefonie Voice over IP (VoIP) Internettelefonie is al jarenlang gangbaar bij bedrijven. Tegenwoordig kunnen ook consumenten bellen met de kwaliteit van gewone telefonie tegen meestal veel lagere tarieven. Daarnaast zijn met internettelefonie veel comfortabelere toepassingen mogelijk zonder dat het uitmaakt waar de beller zich bevindt. U moet dan denken aan telefonische vergaderingen en voicemail. Andere voordelen zijn wereldwijde bereikbaarheid op één telefoonnummer en de ontwikkeling van nieuwe standaarden voor beveiliging en spraakkwaliteit.
Gegevensoverdracht
Via internet worden allerlei gegevens overgedragen met behulp van het internetprotocol IP (Internet Protocol). IP werkt op basis van pakketten. Dat wil zeggen dat de gegevens voor de overdracht in datapakketten worden opgedeeld. Het IP zorgt er vervolgens voor dat deze afzonderlijke datapakketten door het internet worden getransporteerd. Ook spraak wordt op deze wijze via het internet overgedragen. Dit in tegenstelling tot vastnettelefonie waarbij de gegevens analoog worden overgedragen. Dit betekent dat de gegevens in een samenhangende gegevensstroom worden getransporteerd.
4.1
Scenario’s voor telefoneren Als u in de FRITZ!Box zowel een vastnetnummer als een internetnummer heeft ingericht, kunt u in alle richtingen telefoneren:
• • •
van het vaste net naar het vaste net van het internet naar het vaste net van het internet naar het internet
Hetzelfde geldt ook voor als u wordt gebeld.
158
Handig om te weten: VPN (Virtual Private Network)
5
Handig om te weten: VPN (Virtual Private Network) Via VPN kan een veilige toegang op afstand worden verkregen met het netwerk van de FRITZ!Box.
•
De VPN-oplossing voor FRITZ!Box is gebaseerd op de IPSec-standaard.
•
Computer-LAN-koppeling en LAN-LAN-koppeling: VPN-verbindingen kunnen worden ingericht voor stand-alone computers, maar ook voor netwerken.
•
Het is mogelijk om acht VPN-verbindingen tegelijkertijd actief te hebben.
•
De inrichtingsbestanden voor de VPN-verbindingen worden aangemaakt met een apart programma. Dit programma kunt u gratis downloaden van de website van AVM.
•
U kunt hier ook een gratis VPN-client downloaden voor stand-alone computers. Dit hoofdstuk is een korte inleiding op het thema VPN. Op de website van AVM vindt u de VPN Service-portaal in het Engels. Daar vindt u meer informatie over VPN in het algemeen en in combinatie met de FRITZ!Box. Breng een bezoek aan dit portaal als u meer wilt weten over dit onderwerp. www.avm.de/en/vpn
5.1
Wat is VPN? VPN staat voor Virtual Private Network. Een VPN is een virtueel, particulier netwerk dat het internet gebruikt als fysische basis. VPN zorgt voor de veilige overdracht van de gegevens. Alle aangemelde computers zijn via het internet met elkaar verbonden en kunnen onderling gegevens uitwisselen. De gegevensoverdracht vindt net als in het lokale netwerk plaats via IP. Als de gegevens alleen via IP worden overgedragen, zijn ze niet beveiligd. Derden kunnen dan toegang krijgen tot de gegevens.
159
Veiligheid door een VPN
Gegevensoverdracht via VPN is veilig, omdat de gegevens versleuteld worden verzonden via een zogenaamde tunnel Ongeautoriseerde toegang tot de gegevens is dan niet meer mogelijk. De tunnel is de logische, de virtuele verbinding. Lokaal netwerk B
Lokaal netwerk A
Tunnel
Internet
Aan het uiteinde van een tunnel kunnen stand-alone computers of hele netwerken aanwezig zijn. Telewerkers en buitendienstmedewerkers kunnen via VPN inloggen op het bedrijfsnetwerk. Ook het lokale netwerk van een filiaal kan via VPN worden verbonden met het lokale netwerk van het hoofdkantoor. De twee eindpunten die via een VPN veilig met elkaar zijn verbonden, moeten over een internettoegang beschikken.
5.2
Veiligheid door een VPN Een VPN voldoet aan de volgende veiligheidseisen bij de overdracht van gegevens:
• • • Authenticiteit
Authenticiteit Vertrouwelijkheid Integriteit
De authenticiteit garandeert dat onbevoegde gebruikers geen toegang kunnen krijgen tot het lokale netwerk via het VPN.
160
Tunnelingtechnologie
Daarnaast wordt gecontroleerd of inkomende gegevens daadwerkelijk afkomstig zijn van de aangemelde verzender en niet van een andere bron. Vertrouwelijkheid
Vertrouwelijkheid vereist de geheimhouding van gegevens. Vertrouwelijkheid kan gegarandeerd worden door het versleutelen van gegevens. Dankzij versleuteling kunnen onbevoegde derden de gegevens niet ontcijferen.
Integriteit
Integriteit garandeert dat gegevens bij de overdracht niet gewijzigd, opgenomen of omgeleid worden. De VPN-tunnel zorgt ervoor dat aan deze veiligheidseisen wordt voldaan. De VPN-tunnel wordt gerealiseerd door een tunnelingprotocol.
5.3
Tunnelingtechnologie Een tunnel ontstaat doordat de te verzenden IP-pakketten in een extra, nieuw IP-pakket worden gestopt. Een IP-pakket bestaat uit de IP-header en de effectieve gegevens. De IP-header bestaat uit het IP-adres van de ontvanger en het IP-adres van de afzender. Voordat het originele pakket opnieuw wordt verpakt, wordt het versleuteld en geauthenticeerd.
Nieuwe IP-header
IP-header
Gegevens
IP-header
Gegevens
Originele pakket
Tunnelpakket
versleuteld
•
De IP-adressen van de ontvanger en de afzender in de nieuwe IP-header zijn de publieke IP-adressen van de twee VPN-eindpunten in het internet. Alleen de nieuwe IP-header is op het internet te zien in tekstvorm.
161
Aanvullende programma’s voor VPN
•
Dankzij de versleuteling en de authenticiteit blijft het originele pakket verborgen in de tunnel. De IP-adressen van ontvanger en afzender in de IP-header van het originele pakket zijn particuliere IP-adressen van het lokale netwerk.
Met de tunnel is het mogelijk om netwerken met particuliere IP-adressen via het internet te verbinden. De tunnel zorgt daarnaast voor een veilige verbinding. De VPN-oplossing die met de FRITZ!Box wordt gebruikt, gebruikt als tunnelingprotocol IPSec. IPSec is een tunnelingprotocol dat moderne versleutelingsmethoden biedt en probleemloos ingevoegd kan worden in bestaande IP-netwerken. In de VPN-oplossing van de FRITZ!Box wordt het versleutelingsalgoritme AES gebruikt. AES is het meest moderne versleutelingsalgoritme.
5.4
Aanvullende programma’s voor VPN Alle informatie die nodig is voor een VPN, wordt opgeslagen in een inrichtingsbestand. De eindpunten van een VPN moeten dit bestand krijgen. Als een stand-alone computer via een VPN op een netwerk is aangesloten, heeft deze computer een VPN-client nodig.
•
“FRITZ!Box VPN” Configuration Wizard Voor het maken van inrichtingsbestanden stelt AVM het programma “Configure FRITZ!Box VPN” beschikbaar in het Engels. Dit programma is een wizard die u stap voor stap begeleidt door de VPN-inrichting. Alle vereiste VPN-instellingen, zoals versleutelingsmethoden en toegangsregels, worden automatisch uitgevoerd. Het resultaat hiervan zijn inrichtingsbestanden die u bij de eindpunten van de VPN-tunnel moet importeren. Bij het eindpunt van de FRITZ!Box wordt het inrichtingsbestand geïmporteerd in de FRITZ!Box. Voor VPN-verbindingen met producten van andere fabrikanten kunt u de VPN-instellingen handmatig aanpassen in de bestanden.
162
Aanvullende programma’s voor VPN
•
VPN-client “FRITZ!VPN” AVM biedt het programma “FRITZ!VPN” in het Engels aan als VPN-client.
U kunt de Engelse versies van de wizard en de client gratis downloaden van het VPN serviceportaal op de website van AVM: www.avm.de/en/vpn
163
Handig om te weten: bandbreedtemanagement
6
Handig om te weten: bandbreedtemanagement De FRITZ!Box beschikt over geïntegreerd bandbreedtemanagement. Deze functie zorgt voor een goede spraakkwaliteit bij bellen via het internet. U kunt voorkeursinstellingen opslaan in de FRITZ!Box waarmee u netwerktoepassingen en netwerkapparatuur kunt verdelen in drie categorieën. Met de categorie legt u vast of een toepassing of apparaat bij toegang tot het internet meer of minder prioriteit geniet.
6.1
Bandbreedtemanagement De FRITZ!Box beschikt over een geïntegreerd bandbreedtemanagement. Deze functie zorgt ervoor dat de spraakkwaliteit bij het internetbellen niet door het surfen wordt beperkt. Daarvoor past de FRITZ!Box alle up- en downloads aan de beschikbare bandbreedte aan. Aangezien de FRITZ!Box bovendien de voorkeur geeft aan telefoonverbindingen boven dataverbindingen via internet, worden ongewenste storingen voor een groot deel voorkomen. Maar ook voor internettelefonie geldt: als de gesprekscapaciteit is bereikt, krijgt uw gesprekspartner een bezettoon.
6.2
Prioriteren van netwerktoepassingen en netwerkapparatuur Prioriteren is een functie waarmee u kunt vastleggen dat netwerktoepassingen en netwerkapparatuur bij de toegang tot de internetverbinding wel of niet met voorkeur worden behandeld. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld vastleggen dat toepassingen als internettelefonie, IPTV of video on demand altijd de voorkeur genieten boven andere toepassingen. U kunt ook vastleggen dat file-sharing-toepassingen als eMule of BitTorrent altijd moeten aansluiten achter online-spelletjes. De FRITZ!Box beschikt over de volgende methoden om datapakketten te verzenden volgens hun vastgelegde prioriteit:
164
Categorieën voor het prioriteren
•
Wijziging van de volgorde waarin de pakketten in de richting van het internet worden verzonden (upstream-richting). De volgorde van de pakketten die vanuit het internet naar de FRITZ!Box worden verzonden (downstreamrichting ), kan niet worden gewijzigd.
•
Verwerpen van pakketten met een lagere prioriteit om de overdracht van pakketten met een hogere prioriteit te garanderen. Deze methode wordt gebruikt als meer pakketten naar het internet moeten worden verzonden dan de upstream-snelheid van de internetverbinding toestaat.
•
Op momenten dat er geen pakketten met een hoge prioriteit worden verzonden, staat de volledige snelheid van de internetverbinding ook ter beschikking van pakketten met een lagere prioriteit.
Categorieën voor het prioriteren Er zijn drie categorieën voor het prioriteren, te weten: “Real-time applications”, “Prioritized applications” en “Background applications”. Hieronder vindt u een toelichting op deze categorieën.
•
Real-time applications Deze categorie is geschikt voor toepassingen met zeer hoge eisen aan de overdrachtssnelheid (bijvoorbeeld internettelefonie, IPTV, video on demand). – Netwerktoepassingen van deze categorie hebben altijd voorrang boven andere toepassingen die tegelijkertijd toegang willen tot het internet. – Als de internetverbinding volledig is belast, worden de netwerkpakketten van de toepassingen uit deze categorie altijd het eerst verzonden. Gegevens van netwerktoepassingen uit andere categorieën, bijvoorbeeld uit “Prioritized applications”, worden dan pas op een later moment overgedragen.
165
Categorieën voor het prioriteren
– Als er verschillende netwerktoepassingen in deze categorie aanwezig zijn, delen ze de beschikbare capaciteit. – Als internettelefonie in deze categorie is ondergebracht, heeft deze toepassing de hoogste prioriteit vóór alle andere realtime toepassingen.
•
Prioritized applications Deze categorie is geschikt voor toepassingen die een snelle reactietijd vereisen (bijvoorbeeld bedrijfstoegang, terminal-toepassingen, spelletjes). – Voor netwerktoepassingen die in deze categorie vallen, staat 90 % van de upload-bandbreedte ter beschikking zolang er geen toepassing uit de categorie “Real-time applications” is die bandbreedte nodig heeft. De overige 10 % van de up-load-bandbreedte staat ter beschikking van toepassingen met een lagere of helemaal geen prioriteit. – Als er verschillende netwerktoepassingen in de categorie “Prioritized applications” zijn, delen ze de beschikbare capaciteit.
•
Background applications Deze categorie is geschikt voor toepassingen die geen hoge overdrachtssnelheid nodig hebben en die niet onder tijdsdruk staan (bijvoorbeeld peer-topeer-diensten of automatische updates). – Netwerktoepassingen uit deze categorie worden altijd als laatste behandeld als de internetverbinding volledig is belast. Als er dus een toepassing is uit een andere categorie of zonder prioriteit die de volledige bandbreedte nodig heeft, moeten achtergrondtoepassingen wachten tot er weer bandbreedtecapaciteit beschikbaar is. – Als er geen andere netwerktoepassingen actief zijn, krijgen de achtergrondtoepassingen de volledige bandbreedte tot hun beschikking.
166
Categorieën voor het prioriteren
De toewijzing van netwerktoepassingen en netwerkapparatuur aan de categorieën gebeurt met behulp van regels. Om gebruik te kunnen maken van de functie prioriteren moet u in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box de expertweergave activeren:
Menu
1.
Start een internetbrowser en voer in de adresregel van de browser fritz.box in.
2.
Selecteer het menu “System / Expert Settings”.
3.
Activeer de instelling “Enable expert settings” en bevestig de instelling met “Apply”.
Het menu “Prioritization” vindt u onder “Internet”.
167
Andere functies
7
Andere functies In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van andere nuttige functies en eigenschappen van de FRITZ!Box.
7.1
Kinderslot Met het kinderslot in de FRITZ!Box kunt u bepalen wanneer en hoe lang afzonderlijke computers of Windows-gebruikers toegang mogen hebben tot het internet. U kunt bijvoorbeeld vastleggen dat uw kinderen de internetverbinding doordeweeks alleen tussen 16:00 uur en 20:00 uur gedurende hoogstens een uur kunnen gebruiken. Menu
Het kinderslot stelt u in via de gebruikersinterface van de FRITZ!Box in het menu “Internet / Child Protection”. Het menu “Child Protection” is pas beschikbaar als u in de FRITZ!Box de internettoegang heeft ingericht en verbinding met het internet heeft gemaakt. Het menu is niet beschikbaar als u de FRITZ!Box heeft ingericht als DSLmodem of IP-client.
•
U kunt een kinderslot instellen voor iedere computer. Het maakt niet uit welk besturingssysteem erop draait.
•
Bij de besturingssystemen Windows 7, Windows Vista en Windows XP kunt u voor iedere gebruiker een eigen kinderslot instellen.
Maak bij het instellen van het kinderslot ook gebruik van de online-helpfunctie van de FRITZ!Box. In de online-helpfunctie vindt u nog meer informatie over het kinderslot.
7.2
Energiemonitor De FRITZ!Box heeft een zeer efficiënt energieverbruik. De afzonderlijke modules van de FRITZ!Box passen hun energieverbruik aan het actuele gebruik aan. Bij weinig of zelfs geen gebruik vermindert het energieverbruik. Menu
Een overzicht van het energieverbruik vindt u in het menu “System / Energy Monitor”. 168
Energiemonitor
Het energieverbruik staat vermeld in procenten. Voor het maximale totale energieverbruik van de FRITZ!Box gaan we ervan uit dat alle modules in gebruik zijn. Op de pagina “Energy Monitor” staan de volgende gegevens:
•
FRITZ!Box system overall Hier staat hoeveel energie alle functies van de FRITZ!Box op dat moment en gemiddeld per dag gezamenlijk verbruiken. Als alle functies en modules volledig worden belast, bedraagt de waarde 100 %. Bij een lagere belasting is de waarde kleiner.
•
FRITZ!Box central processor Hier staat het energieverbruik van de CPU vermeld, op dat moment en gemiddeld per dag. Bij volledige belasting van de CPU staat hier 100 %. Bij een lagere belasting is de waarde kleiner.
•
De afzonderlijke modules van de FRITZ!Box Voor iedere module staat vermeld hoeveel energie er op dat moment en gemiddeld per dag wordt verbruikt. Als er 100 % staat, is de module volledig belast. Anders is de waarde kleiner.
•
Statistics Aan de hand van drie diagrammen wordt hier weergegeven hoe bepaalde apparaatparameters van de FRITZ!Box veranderen in relatie tot de acties die met de FRITZ!Box worden uitgevoerd. U kunt hier observeren welk effect bijvoorbeeld gelijktijdig telefoneren, surfen en datastreaming heeft op de FRITZ!Box.
Op de tab “Settings” in het menu “Energy Monitor” kunt u afzonderlijke LAN-poorten handmatig deactiveren, als u niet alle LAN-poorten nodig heeft.
169
Push service-mail
7.3
Push service-mail Met de zogenaamde push service kunt u instellen dat de FRITZ!Box u regelmatig e-mails stuurt met status- en gebruiksgegevens. In deze e-mail staat een tabel met het verbindingsoverzicht van uw FRITZ!Box. Tevens wordt de oproepenlijst als csv-bestand in bijlage meegestuurd. U kunt het bestand bijvoorbeeld met een spreadsheetprogramma openen en analyseren. Menu
7.4
De push service-mail richt u in het menu “System / Push Service” in.
Nachtservice In de FRITZ!Box kunt u voor WLAN en de met de FRITZ!Box verbonden telefoons een nachtservice inrichten. Menu
De nachtservice richt u in het menu “System / Night Service” in. Eerst bepaalt u binnen welk tijdsbestek de nachtservice van de FRITZ!Box actief moet zijn. Bijvoorbeeld van 22:00 uur ’s avonds tot 6:00 uur ’s ochtends. Daarnaast moet u de functie activeren:
•
Draadloos netwerk (WLAN) uitschakelen Op de pagina “WLAN” kunt u het WLAN uitschakelen tijdens de nachtservice. Dit bespaart stroom. Met de WLAN-knop kunt u WLAN ieder moment weer handmatig inschakelen.
170
Nachtservice
•
Rinkelblokkering activeren Als de instelling “Do Not Disturb enabled” is geselecteerd, rinkelen de met de FRITZ!Box verbonden telefoons niet. IP-telefoons vormen hierop een uitzondering. Ze zijn via een netwerkkabel of via WLAN verbonden met de FRITZ!Box. Op IP-telefoons heeft de rinkelblokkering geen effect. Als u een faxapparaat heeft aangesloten op de FRITZ!Box, is dat tijdens de nachtservice gedeactiveerd. Op de in de FRITZ!Box geïntegreerde faxfunctie heeft de rinkelblokkering geen effect. Als u een antwoordapparaat heeft aangesloten op de FRITZ!Box, is dat tijdens de nachtservice niet actief. Op het geïntegreerde antwoordapparaat van de FRITZ!Box heeft de rinkelblokkering geen effect. Voor afzonderlijke telefoontoestellen kunt u individuele instellingen vastleggen. U kunt bijvoorbeeld individuele tijden voor de rinkelblokkering instellen. Ook kunt u de rinkelblokkering deactiveren voor bepaalde toestellen. De individuele instellingen voert u uit in het menu “Telephony / Telephony Devices”.
171
Wegwijzer klantenservice
8
Wegwijzer klantenservice Hulp bij alle belangrijke service-onderwerpen We laten u niet in de steek als u een vraag of probleem heeft. Of het nu gaat om handboeken, FAQs, updates of support, hier vindt u alle belangrijke service-onderwerpen. Microsoft updates
In veel gevallen kunnen problemen die tijdens het gebruik optreden, worden verholpen door installatie van een actueel Microsoft Service Pack of andere Microsoft updates. Service Packs en updates vindt u direct bij Microsoft op het adres: www.microsoft.com
8.1
Documentatie Lees de volgende documentatie als u alle functies en diensten van uw FRITZ!Box Fon WLAN 7340 volledig wilt benutten: Help Handboek
In de gebruikersinterface van de FRITZ!Box kunt u via de “Help”-knoppen uitgebreide hulp oproepen. Het handboek van de FRITZ!Box Fon WLAN 7340 kunt u in pdf-formaat downloaden van de volgende website: www.avm.de/en/service/manuals De Adobe Acrobat Reader voor het lezen van pdf-documenten kunt u gratis downloaden van de website www.adobe.com.
8.2
Veel gestelde vragen (FAQs) We willen u het gebruik van onze producten zo eenvoudig mogelijk maken. Als er onverhoopt toch een probleem optreedt, is vaak een kleine tip al voldoende om het probleem te verhelpen. Daarom stellen we u een selectie uit de veel gestelde vragen ter beschikking. De FAQs in het Engels vindt u op het volgende adres: www.avm.de/en/service/FAQs
172
Updates en programma’s
8.3
Updates en programma’s Updates voor firmware en andere programma’s die u met uw FRITZ!Box kunt gebruiken, stelt AVM gratis beschikbaar. Firmware
Gebruik voor een update van de firmware de wizard “Update Firmware” op de gebruikersinterface van de FRITZ!Box. In het menu “Wizards / Update Firmware” kunt u de firmware van het internet downloaden en de update uitvoeren.
Programma's
Actuele software kunt u downloaden van: www.avm.de/en/download
FTP
Ervaren gebruikers kunnen updates ook via de FTP-server van AVM downloaden. U vindt de FTP-server in het downloadgedeelte via de link “FTP Server” of op het volgende adres: ftp.avm.de
8.4
Ondersteuning door het serviceteam Als er problemen zijn met uw FRITZ!Box, adviseren we de volgende stappen te nemen: 1.
Als u vragen heeft over de ingebruikname van uw FRITZ!Box, lees dan nog een keer het hoofdstuk “Aansluiting” vanaf pagina 15. Lees ook de informatie in het hoofdstuk “Productdetails” vanaf pagina 123.
2.
Als er een keer iets niet goed werkt, vindt u “eerste hulp” in het hoofdstuk “Problemen oplossen” vanaf pagina 104. Hier krijgt u ook bruikbare aanwijzingen over problemen bij het opbouwen van een verbinding.
173
Support per e-mail
3.
Voor de volgende stap adviseren we u om de Engelstalige FAQs op het internet te raadplegen: www.avm.de/en/service/FAQs Daar vindt u dag en nacht antwoorden op de vragen die klanten het vaakst aan ons supportteam stellen.
4.
Als u hier geen antwoorden vindt, kunt u bij het supportteam van AVM terecht voor tips en oplossingen. U kunt de support per e-mail of fax bereiken. Raadpleeg eerst de hierboven beschreven informatiebronnen voordat u contact opneemt met het supportteam.
Support per e-mail Via onze serviceafdeling op het internet kunt u ieder moment per e-mail een vraag in het Nederlands stellen. U vindt de serviceafdeling op: www.avm.de/en/service/support Selecteer in het supportgedeelte het product waarvoor u hulp nodig heeft. Klik op de link “Mail Form” om het emailformulier te openen. Vul het formulier in het Engels in en stuur het via de knop “Send” naar AVM. Ons supportteam beantwoordt uw e-mail dan zo snel mogelijk. U kunt het supportteam ook aanschrijven in het Nederlands door een e-mail te sturen naar het volgende adres: [email protected]
Support per telefoon Als u ons geen e-mail kunt sturen, kunt u onze supportafdeling ook bellen van maandag tot vrijdag van 11:00 tot 17:00 uur. Het telefoonnummer van ons supportteam is: +31 (0)24-3 24 95 60 Bellen
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand heeft voordat u contact opneemt met het supportteam:
174
Support per telefoon
•
Serienummer van de FRITZ!Box Het serienummer vindt u aan de onderzijde van het apparaat. Het supportteam vraagt altijd naar dit nummer.
•
Welk besturingssysteem gebruikt u: bijvoorbeeld Windows 7, Windows Vista of Windows XP?
•
Op welke manier is de FRITZ!Box verbonden met uw computer: met een netwerkkabel of via WLAN?
•
Op welke plek in de installatie of bij welke toepassing treedt een fout of een foutmelding op? Hoe luidt deze melding precies?
•
Met welke firmware werkt de FRITZ!Box? De firmwareversie vindt u op de pagina “Overview” van de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
Als u deze informatie heeft uitgezocht, kunt u contact opnemen met ons supportteam. Het team helpt u bij het oplossen van uw probleem.
175
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst ADSL
Afkorting van Asymmetric Digital Subscriber Line ADSL (G.992.1/G992.2) is ontwikkeld op basis van de DSL-technologie om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan hogere gegevenssnelheden bij het up- en downloaden. Het staat voor een snelle gegevensoverdracht via standaard koperen kabels en transport in beide richtingen met verschillende snelheden (upstream met 640 Kbit/s en downstream tot 9 Mbit/s).
ADSL2
Afkorting van Asymmetric Digital Subscriber Line 2 ADSL2 (G.992.3) is een verdere ontwikkeling van de ADSLstandaard. Ten opzichte van de eerste ADSL-generatie biedt ADSL2 een grotere reikwijdte. Daarnaast is het veel stabieler dan ADSL, omdat het bij storingen van afzonderlijke dragerfrequenties deze eenvoudig tijdelijk kan deactiveren. Op deze manier voorkomt ADSL2 synchronisatieverlies. Met een maximum van 12 Mbit/s bij de downstream heeft ADSL2 een veel groter bandbreedte dan ADSL. ADSL2 is volledig neerwaarts compatibel, dat wil zeggen dat ADSL-eindapparatuur ook gebruikt kan worden op ADSL2-aansluitingen, maar zonder gebruik te kunnen maken van de voordelen van ADSL2. In de praktijk heeft ADSL2 aan betekenis verloren sinds met de ADSL2+-standaard hogere gegevenssnelheden kunnen worden bereikt.
ADSL2+
Afkorting van Extended bandwidth Asymmetric Digital Subscriber Line 2 ADSL2+ (G.992.5) is een verdere ontwikkeling van de ADSL-standaard.
176
Verklarende woordenlijst
ADSL2+ biedt een verdubbeling van het voor downstream gebruikte frequentiebereik en dus een verdubbeling van de maximaal haalbare bandbreedte in downstream tot 24 Mbit/s. ADSL2+ is volledig neerwaarts compatibel, dat wil zeggen dat ADSL- en ADSL2-eindapparatuur ook gebruikt kan worden op ADSL2+-aansluitingen, maar zonder gebruik te kunnen maken van de voordelen van ADSL2+. ADSL-controller
DDNS
Een ADSL-controller is een elektronische module die een computer toegang geeft tot een ADSL-aansluiting. ADSLcontrollers zitten op interne ADSL-kaarten (voor de PCIbus) of in externe ADSL-modems (met USB- of ethernetaansluiting). Afkorting van Dynamic Domain Name System DDNS is een service die het mogelijk maakt dat een computer ondanks permanent wisselend openbaar IP-adres altijd bereikbaar is onder dezelfde domeinnaam (Domain Name). Hierdoor is het eigen netwerk ook vanaf een andere plek vanuit het internet altijd bereikbaar. Ook kunnen particuliere gebruikers tegen een gunstig tarief eigen internetdiensten op hun eigen computer plaatsen. Telkens als de internetverbinding wordt gemaakt, wijst de internetaanbieder een nieuw, openbaar IP-adres toe. Telkens na het wisselen van IP-adres wordt het actuele IPadres overgedragen naar een speciale DDNS-server. Tot op de paar seconden tussen het wegvallen van het oude IP-adres en de bekendmaking van het nieuwe IP-adres is de computer op deze manier altijd bereikbaar onder de gekozen domeinnaam.
DECT
Afkorting van Digital Enhanced Cordless Telecommunications DECT is een Europese standaard voor draadloze telefonie en is door het ETSI, het European Telecommunications Standards Institute, in 1991 ontworpen en in 1992 officieel toegelaten. DECT definieert de “air interface” tussen
177
Verklarende woordenlijst
het mobiele handtoestel en het basisstation waarbij spraak- en gegevensoverdracht met flexibele overdrachtssnelheden worden ondersteund. DHCP
Afkorting van Dynamic Host Configuration Protocol DHCP is een protocol voor het dynamisch verkrijgen van bedrijfsparameters van het TCP/IP-protocol (TCP is een transportprotocol dat bovenop het internetprotocol werkt). Daarbij krijgen de computers van een lokaal IPnetwerk (DHCP-client) tijdens het opstarten van het besturingssysteem toegang tot de DHCP-server. Dankzij het centrale beheer van de TCP/IP-bedrijfssparameters kunnen adresconflicten door per ongeluk dubbel verstrekte IP-adressen worden voorkomen.
DHCP-server
DNS
De DHCP-server geeft aan iedere client een op dat moment nog niet verstrekt IP-adres. Daarnaast deelt de DHCP-server aan de client de IP-adressen mee van de te gebruiken DNS-server en de standaard-gateway. Bij het verstrekken van de IP-adressen grijpt de DHCP-server terug op een van tevoren vastgestelde IP-adrespool. Afkorting van Domain Name System De Domain Name Service zorgt voor de toewijzing van het IP-adres aan een bepaalde domeinnaam. Deze Domain Name Service staat op iedere computer. Hij neemt de door een gebruiker ingevoerde domeinnaam in ontvangst en vraagt bij een aan hem bekende DNS-server het bijbehorende IP-adres aan. Als een DNS-server de aanvraag zelf niet kan beantwoorden, heeft hij de mogelijkheid om bij andere DNS-servers te vragen naar het IP-adres (DNS-resolving). Als de Domain Name Service een negatief antwoord krijgt van de DNS-server, (domeinnaam niet bekend), kan hij navraag doen bij andere DNS-servers die hij kent of een foutmelding terugsturen naar de gebruiker. Als hij wel het gewenste IP-adres krijgt, kan de toepassing met behulp hiervan naar het door de gebruiker gewenste doel gaan.
178
Verklarende woordenlijst
Het hiërarchische systeem van DNS-servers wordt het Domain Name System genoemd. De IP-adressen van de DNSservers waarbij de Domain Name Service standaard navraag moet doen, krijgt de computer meestal automatisch van de internetaanbieder bij het maken van de internetverbinding. In lokale netwerken kan het toewijzen van de adressen ook gebeuren via DHCP. Anders moet de gebruiker of de systeembeheerder ze handmatig invoeren in de TCP/IP-instellingen van de computer. Downloaden
Downloaden is het binnenhalen van bestanden van het internet.
DSL-modem
Een DSL-modem verbindt een computer via de DSL-kabel met het internet. In tegenstelling tot analoge modems wordt hierbij de telefoonlijn niet bezet.
DSL-router
Een DSL-router is een combinatie van een DSL-modem en een router.
Dynamisch IPadres
Een dynamisch IP-adres is een IP-adres dat alleen geldig is voor de duur van een internet- of netwerksessie. Iedere computer die deelneemt aan het internet, moet beschikken over een eenmalig verstrekt, openbaar IP-adres. Aangezien dit soort IP-adressen slechts in beperkte mate beschikbaar is, moet er zuinig mee worden omgesprongen. Daarom krijgen de meeste internetdeelnemers die via een gekozen lijn verbinding maken met het internet, een dynamisch IP-adres. Dynamisch betekent in dit geval dat de deelnemer telkens een op dat moment nog niet verstrekt, openbaar IP-adres krijgt telkens als hij verbinding maakt met het internet. In lokale IP-netwerken daarentegen worden dynamische IP-adressen meestal gebruikt vanwege het gemak en omdat ze verkeerde IP-adressen of per ongeluk dubbel verstrekte adressen kunnen voorkomen. De dienst DHCP is verantwoordelijk voor het verstrekken van dynamische IPadressen.
179
Verklarende woordenlijst
Firewall
Met een firewall kunt u een computer of een lokaal netwerk beschermen tegen aanvallen vanuit het internet. De meeste firewalls werken met pakketfilters die alleen de IP-adressen en poortnummers van in- en uitgaande datapakketten controleren en de pakketten filteren volgens vastgelegde regels. Sommige firewalls integreren daarnaast nog concepten zoals IP-Masquerading en NAT en ontkoppelen het dataverkeer door een strikte scheiding van het interne en externe netwerk. Zeer krachtige firewalls analyseren en beoordelen daarnaast ook nog de inhoud van de pakketten en filteren deze volgens vastgelegde regels. Van dergelijke technieken maakt bijvoorbeeld een Stateful Packet Inspection Firewall gebruik.
Firmware
FTP
Onder firmware verstaan we software die is ingebed in elektronische apparaten. De firmware is opgeslagen in programmeerbare modules in een apparaat. Firmware kan via de computer altijd worden geactualiseerd. Daardoor kan de fabrikant flexibel reageren op nieuwe eisen van de gebruiksomgeving, nieuwe functies integreren op verzoek van de klant en fouten verhelpen die zijn ontdekt na de productie. File Transfer Protocol Het FTP maakt de uitwisseling van bestanden tussen twee op het internet aangesloten computers mogelijk. De gegevens worden uitgewisseld via zogenaamde FTP-client en een FTP-server. Comfortabelere FTP-clients zijn verkrijgbaar als zelfstandig programma of als onderdeel van sommige ISDN file transfer-programma’s. Sommige browsers beschikken inmiddels over eenvoudige FTP-clients.
180
Verklarende woordenlijst
Gateway
Gateway is een algemene naam voor een interface tussen twee netwerken. Een dergelijke overgang tussen twee netwerken kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een router of een bridge. Als een computer datapakketten wil sturen naar een computer uit een ander netwerk, moet hij het pakket eerst overdragen aan de gateway. De computer moet dan wel het adres van de gateway kennen. Als in een lokaal netwerk alle intern niet te bezorgen pakketten altijd via dezelfde gateway naar de ontvangers worden gestuurd, moet het adres van de gateway voor dit doel in de netwerkinstellingen van de computer worden ingesteld als standaard-gateway. Bij het opbouwen van een internetverbinding via een ADSL-controller zorgt het besturingssysteem of de inbelsoftware er automatisch voor dat een dergelijke standaard-gateway voor de computer wordt vastgelegd. In lokale netwerken die voor de gemeenschappelijke internettoegang een router gebruiken, moet het IP-adres van de router in de TCP/IP-instellingen van iedere computer die toegang wil, worden vastgelegd als standaard-gateway. Als de TCP/IP-instelling wordt afgewikkeld via een DHCPserver, hoeft het gateway-adres niet handmatig te worden ingevoerd.
HSPA
Afkorting van High Speed Packet Access HSPA is een standaard voor draadloze, mobiele communicatie van de derde generatie en een verdere ontwikkeling van de UMTS-standaard. Met HSPA zijn met DSL vergelijkbare gegevenssnelheden mogelijk (3,6 tot 13,98 Mbit/s) in mobiele netwerken.
IP
Afkorting van Internet Protocol Het internetprotocol IP is het belangrijkste basisprotocol voor het sturen van de gegevensuitwisseling in lokale netwerken en het internet. Het internetprotocol werkt verbindingsloos, dat wil zeggen dat datapakketten van de afzender naar de ontvanger worden verzonden zonder dat deze
181
Verklarende woordenlijst
hierover van tevoren een afspraak hebben gemaakt. De opgave van het adres van ontvanger en afzender in de datapakketten gebeurt aan de hand van IP-adressen. IP-adres
In op IP gebaseerde netwerken, zoals in het internet en lokale netwerken, worden aangesloten apparaten aangesproken via hun IP-adres. Voor een eenduidige toewijzing van datapakketten moet gegarandeerd zijn dat ieder IPadres binnen het IP-netwerk slechts één keer is verstrekt. Het IP-adres bestaat uit vier groepen van drie cijfers (bijvoorbeeld: 192.168.178.247). Iedere groep kan een waarde hebben tussen de 000 en 255. Ieder IP-adres bevat twee gegevens: het netwerkadres en het hostadres. Deze twee gegevens kunnen alleen uit een IP-adres worden gelezen als ook het subnetmasker is vermeld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen openbare en particuliere adressen en tussen vaste en dynamisch verstrekte IP-adressen. Zie hiervoor ook de bijbehorende lemma's in deze woordenlijst.
IP-adressering
De IP-adressering is een vast onderdeel van het internetprotocol (IP). De internetadressen worden weergegeven in een decimale of hexadecimale notatie of met octetten. FRITZ!Box maakt gebruik van de decimale notatie waarbij de afzonderlijke bytes door punten van elkaar worden gescheiden om aan te geven dat ze bij elkaar horen. Alle internetadressen samen, de adresruimte, zijn verdeeld in klassen (A, B, C, D en E). Van de vijf adresklassen worden alleen de eerste drie klassen gebruikt. Deze hebben de volgende kenmerken:
182
Verklarende woordenlijst
Klasse
Kenmerken
Netwerkadres Decimale waarde
Klasse-Aadres
Weinig netwerken, veel net- 0-127 werkknooppunten
Klasse-Badres
Gemiddelde verdeling van netwerken en netwerkknooppunten
128-191
Klasse-C-adres Veel netwerken, weinig net- 192-223 werkknooppunten
Kenmerken van de IP-adresklassen Ieder IP-adres bestaat uit twee delen: het netwerkadres en het hostadres. De waardebereiken van het netwerkadres en het hostadres zijn variabel; ze worden bepaald door de eerste vier bits (van de eerste byte) van een IP-adres. IPmasquerading
IP-netwerk
NASfunctionaliteit
Met behulp van IP-masquerading kan een computer of lokaal netwerk worden beveiligd tegen ongewenste verbindingsverzoeken uit het internet. Intern gebruikte IP-adressen van een netwerk worden hiervoor omgezet naar één openbaar IP-adres. Naar buiten toe ziet dat eruit alsof alle verzoeken vanuit één enkele computer worden verzonden. Een netwerk waarin de gegevensuitwisseling plaatsvindt op basis van het internetprotocol, is een IP-netwerk. NAS is de afkorting van Network Attached Storage Als NAS betitelen we een of meer apparaten die voor geheugencapaciteit in een netwerk zijn geïntegreerd. Bij de FRITZ!Box betekent NAS-functionaliteit dat diverse diensten voor aangesloten USB-opslagmedia beschikbaar zijn in de FRITZ!Box zodat het voor u gemakkelijker wordt om uw gegevens te gebruiken en in het lokale netwerk beschikbaar te stellen. Via het opslagmedium aan de FRITZ!Box kunnen documenten in het lokale netwerk gemakkelijk worden uitgewisseld. De mediaserver stelt muziek, afbeeldingen en video's beschikbaar in het netwerk voor compatibele afspeelapparatuur. Indien gewenst 183
Verklarende woordenlijst
kunnen bestanden ook worden vrijgegeven op het internet of kan het lokale geheugen worden uitgebreid met onlinegeheugencapaciteit. NAT
Afkorting van Network Address Translation NAT is een procedure die in routers wordt gebruikt om de adresinformatie in datapakketten te vervangen door andere. Een typische toepassing voor NAT zijn routers die lokale netwerken verbinden met het internet. In lokale netwerken heeft ieder netwerkapparaat een particulier IP-adres, terwijl voor het internet vaak alleen een openbaar IP-adres beschikbaar is. Om ervoor te zorgen dat de netwerkapparatuur toch toegang tot het internet krijgt, vervangt de router de particuliere afzender-IP-adressen in alle uitgaande datapakketten door zijn eigen, openbare IP-adres. De router slaat alle benodigde informatie op in een tabel om de inkomende datapakketten later toe te kunnen wijzen aan het juiste netwerkapparaat.
Netlijnbezetting
De netlijnbezetting is het cijfer dat binnen een systeem met interne lijnen vooraf gekozen moet worden om een telefoonlijn te krijgen. Meestal is dit de “0”.
Openbaar IPadres
Een openbaar IP-adres is een voor het internet geldig IPadres. Iedere computer of router die deelneemt aan het internet, moet beschikken over een openbaar IP-adres. Dit adres wordt meestal dynamisch verkregen van de internetaanbieder tijdens het inbellen. De internetaanbieder wijst het IP-adres toe aan de computer of router voor de duur van een internetsessie.
Particulier IPadres
Particuliere IP-adressen zijn bedoeld voor computers en andere netwerkapparatuur binnen lokale IP-netwerken. Omdat er veel lokale IP-netwerken zijn die niet of slechts via één computer of router verbonden zijn met het internet (gateway), zijn bepaalde adresbereiken uit de openbare IP-adressen gehaald en beschikbaar gesteld voor verstrekking binnen lokale IP-netwerken. Binnen uw eigen
184
Verklarende woordenlijst
netwerk dient u erop te letten dat een IP-adres slechts één keer wordt verstrekt. Een particulier IP-adres kan in willekeurig veel andere lokale netwerken voorkomen. Poort
Voor de op IP gebaseerde protocollen TCP en UDP beheert een computer zogenaamde poorten. Hiermee kunnen verschillende toepassingen op één computer via dezelfde netwerkverbinding en tegelijkertijd gegevens uitwisselen met eindpunten. Poorten vormen het aanlooppunt voor de datapakketten die via het internetprotocol IP worden bezorgd. Terwijl het IP-adres heel algemeen de doelcomputer bepaalt, adresseert de poort de communicatie-interface die door een toepassing voor een bepaalde communicatie beschikbaar wordt gesteld. Het internetprotocol trekt voor het aangeven van het poortnummer 16 bit uit. Hiermee kunnen dus 65.535 poortnummers worden onderscheiden. De poorten tot poortnummer 1.024 zijn gereserveerd voor speciale systeem- en internettoepassingen. Hiertoe behoren bijvoorbeeld de poortnummers 21 voor FTP (File Transfer Protocol), 25 voor SMTP (Simple Mail Transfer Protocol), 53 voor DNS (Domain Name Service) en 80 voor HTTP (Hypertext Transfer Protocol). Voor gebruikers zijn poorten vooral interessant in verband met de beveiliging van een internetverbinding tegen aanvallen. De meeste firewalls bieden de mogelijkheid om dataverkeer op bepaalde poorten te blokkeren. Dit is met name interessant voor het blokkeren van poortnummers waarop anders systeemdiensten gegevens zouden kunnen ontvangen. Daarnaast kunnen poorten op zo’n manier worden geblokkeerd dat eventueel verborgen Trojaanse paarden (schadelijke toepassingen die achterdeuren op een computer openzetten) gegevens kunnen ontvangen op speciaal is hiervoor aangemaakte, eigen poorten. Een firewall blokkeert meestal alle atypische poortnummers die niet nodig zijn voor normale toepassingen en biedt ervaren gebruikers de mogelijkheid om doelgericht poorten vrij te geven.
185
Verklarende woordenlijst
Poortvrijgave
Met de poortvrijgave kan een gebruiker aangeven via welke poorten een router of firewall alle in- of uitgaande datapakketten moet laten passeren. Als bijvoorbeeld een computer uit het lokale netwerk serverdiensten aanbiedt, moet in de instelling van een router die NAT of IP-Masquerading gebruikt, de door de serverdienst gebruikte poort voor ingaande datapakketten vrijgegeven en dus permanent geopend worden. Als doeladres voor alle pakketten die via de poort binnenkomen, moet het particuliere IP-adres van de betreffende computer worden ingesteld. Typische servertoepassingen waarvoor poortvrijgaven nodig zijn, zijn FTP- en webservers. Voor de toegang tot een computer via een onderhoudsprogramma op afstand, zoals Symantecs PC-Anywhere of Microsofts Remote Desktop, maar ook voor het gebruik van een filesharingprogramma, zoals eMule, moet de benodigde poort worden vrijgegeven. De poortvrijgave voor de belangrijkste toepassingen is heel eenvoudig, mits de instellingen van de router of firewall al vooraf geconfigureerde regels bevatten.
Stick & Surf
Stick & Surf is een door AVM ontwikkelde methode voor een snelle, eenvoudige, probleemloze en veilige inrichting van draadloze netwerken. Met deze methode kunnen alle belangrijke parameters van een draadloos netwerk probleemloos worden overgedragen van het access point naar iedere nieuwe computer die deel gaat uitmaken van het netwerk. Deze methode zorgt ervoor dat draadloze parameters, zoals het gebruikte WLAN-kanaal, SSID, de gebruikte WLANstandaard en beveiligingsparameters (bijv. versleutelingsmethoden en netwerksleutels) door het WLAN access point zoveel mogelijk automatisch worden overgedragen naar de computer met de daarop aangesloten WLANclients.
Standaardgateway
zie gateway
186
Verklarende woordenlijst
Subnet
Subnetmasker
Een lokaal IP-netwerk bestaat uit een subnet of is verdeeld in verschillende subnetten. De verdeling van de subnetten gebeurt bij het inrichten van het lokale IP-netwerk. Ook de subnetten van een lokaal IP-netwerk zijn IPnetwerken. Het subnetmasker geeft aan welk deel van een IP-adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres. Het netwerkadres definieert het zogenaamde subnet. Voorbeeld 1 IP-adres:
192.168.178.247
Subnetmasker:
255.255.255.0
De bezetting van de eerste drie groepen in het subnetmasker geeft aan dat de eerste drie groepen in het IP-adres het netwerk definiëren. Hieruit volgen de volgende adressen: Netwerkadres van het subnet:
192.168.178.0
Hostadres in het subnet:
192.168.178.247
IP-adressenpool in het subnet: 192.168.178.0 192.168.178.255 De IP-adressen 192.168.178.0 en 192.168.178.255 zijn gereserveerde adressen. Voor verstrekking aan de computers staan 254 IP-adressen ter beschikking: 192.168.178.1 192.168.178.254. Er kunnen dus maximaal 254 computers in het subnet worden opgenomen.
Voorbeeld 2 IP-adres:
192.168.178.247
Subnetmasker:
255.255.0.0
De bezetting van de eerste twee groepen in het subnetmasker geeft aan dat de eerste twee groepen in het IP-adres het netwerk definiëren. Hieruit volgen de volgende adressen:
187
Verklarende woordenlijst
Voorbeeld 2 Netwerkadres van het subnet:
192.168.0.0
Hostadres in het subnet:
192.168.178.247
IP-adressenpool in het subnet: 192.168.0.0 192.168.255.255 Dat zijn 65536 IP-adressen. De IP-adressen 192.168.0.0 en 192.168.255.255 zijn gereserveerde adressen. Voor verstrekking aan de computer staan de adressen 192.168.0.1 192.168.255.254 ter beschikking.
TCP/IP
Afkorting van Transmission Control Protocol / Internet Protocol TCP/IP is de “taal” van het internet. TCP/IP staat voor alle protocollen die gegevensuitwisseling op het internet mogelijk maken. TCP/IP omvat onder andere de protocollen voor het downloaden van bestanden (FTP) en de afwikkeling van e-mailcommunicatie (SMTP). TCP/IP is momenteel beschikbaar voor vrijwel alle systeemplatforms. Daarmee biedt TCP/IP het onschatbare voordeel van een probleemloze communicatie tussen netwerken en computersystemen die eigenlijk niet compatibel zijn.
TR-069
TR-069 is een op HTTP gebaseerd protocol voor de communicatie tussen CPE (Customer Premises Equipment ADSL-eindapparaat bij de eindgebruiker) en een Auto Configuration Server (ACS) van de internetaanbieder. Het protocol TR-069 is ook bekend onder de naam CPE WAN Management Protocol (CWMP). Het maakt een veilige automatische instelling van het eindapparaat mogelijk en dus vooral ook een eenvoudige eerste inrichting van het ADSLeindapparaat door de eindgebruiker (automatische provisionering).
188
Verklarende woordenlijst
Het protocol TR-069 kan alleen worden gebruikt voor autoconfiguratie als het door het betreffende eindapparaat actief wordt ondersteund. Het eindapparaat moet dan beschikken over een Auto Configuration Client (ACC). De standaardwaarden voor de automatische inrichting van het ADSL-eindapparaat worden door uw internetaanbieder geplaatst op de Auto Configuration Server. Zodra het ADSL-eindapparaat begint met de autoconfiguratie, worden de instellingen van de Auto Configuration Server opgeroepen en overgenomen in het ADSL-eindapparaat zonder verder ingrijpen van de gebruiker. De communicatie tussen ADSL-eindapparaat en Auto Configuration Server verloopt versleuteld. UMTS
Afkorting van Universal Mobile Telecommunications System UMTS is een standaard voor draadloos telefoneren van de derde generatie (3G) met transmissiesnelheden van 384 Kbit/s tot 7,2 Mbit/s. Dankzij de hoge transmissiesnelheden ondersteunt het multimediale diensten. Met speciale kaarten of USBsticks kunnen ook laptops en computers toegang krijgen tot het Internet via UMTS.
Update
Updates zijn actualiseringen van software of firmware. Updates zijn vaak gratis, verhelpen programmafouten en bieden ook nieuwe functies.
Uploaden
Uploaden is het proces waarbij bestanden die zich op de eigen computer bevinden, worden overgedragen naar een andere computer die op het internet is aangesloten.
UPnP
Afkorting van Universal Plug & Play UPnP is een uitbreiding van de Plug & Play-standaard van Microsoft voor netwerkomgevingen waarmee apparaten universeel gekoppeld kunnen worden en onderling diensten kunnen uitwisselen – zonder centrale server of computer.
189
Verklarende woordenlijst
Met UPnP is het mogelijk om apparaten merkonafhankelijk aan te sturen (stereo-installaties, routers, printers, gebouwenbesturing) via een op IP gebaseerd netwerk, met of zonder centrale controle door een gateway. Het is gebaseerd op een aantal gestandaardiseerde netwerkprotocollen en gegevensformaten. Eenvoudig gezegd kunnen apparaten via UPnP geautomatiseerd met elkaar communiceren en informatie uitwisselen. Tegenwoordig specificeert het UPnP-forum de UPnP-standaard en gecertificeerde apparaten die aan deze standaard voldoen. UPnP AV
Afkorting van Universal Plug & Play Audio/Video UPnP AV is een UPnP-specificatie voor de samenwerking tussen mediaserver, weergaveapparatuur en besturingsapparatuur voor het streamen van audio- en videogegevens binnen netwerken. Mediaservers zijn apparaten die audio- en videogegevens paraat houden zodat ze kunnen worden opgeroepen. Weergaveapparaten spelen de audio- en videogegevens af (televisies, stereo-installaties, streaming clients). Besturingsapparatuur zijn afstandsbesturingen.
Vast IP-adres
Vaste IP-adressen zijn IP-adressen die permanent zijn toegewezen aan een computer of een ander apparaat, zoals een netwerkprinter. Het verstrekken van vaste IP-adressen heeft alleen zin als voor een lokaal netwerk voldoende IP-adressen beschikbaar zijn of als een computer permanent onder een bepaald IP-adres bereikbaar moet zijn (bijvoorbeeld: webservers, e-mailservers).
VDSL
Afkorting van Very High Speed Digital Subscriber Line VDSL in de versie VDSL2 (G.993.2) wordt in Duitsland steeds meer als DSL-technologie beschikbaar. VDSL2 is een verdere ontwikkeling van de ADSL2+-standaard en is bovendien volledig neerwaarts compatibel. De standaard maakt hoge datatransmissiesnelheden tot 100 Mbit/s bij het up- en downloaden mogelijk. Het distributienet moet 190
Verklarende woordenlijst
dan wel naar een fijnmazigere infrastructuur worden omgezet. Dit is in buitengebieden nauwelijks kostendekkend te realiseren. VoIP
Afkorting van Voice over IP; in het Nederlands: spraakoverdracht via het internetprotocol, ook internetbellen en internettelefonie genoemd Met Voice over IP kunt u bellen via het internet. De techniek is al jarenlang gangbaar bij bedrijven. Tegenwoordig kunnen ook consumenten bellen met de kwaliteit van gewone telefonie tegen meestal veel lagere tarieven. Daarnaast zijn met VoIP veel comfortabelere toepassingen mogelijk zonder dat het uitmaakt waar de beller zich bevindt. U moet dan denken aan telefonische vergaderingen en voicemail. Daarnaast bent u wereldwijd bereikbaar onder een telefoonnummer. Verder zijn er nieuwe VoIP-mogelijkheden als een buddylijst, zoals we die ook kennen van het chatten. In het verleden was internettelefonie alleen mogelijk via een koptelefoon en microfoon die op de computers van de gesprekspartners waren aangesloten. Tegenwoordig kunnen we met VoIP-systemen ook comfortabel bellen via het internet met analoge telefoons terwijl de computer is uitgeschakeld, ook naar vaste en mobiele nummers. Verschillende internetaanbieders en telecombedrijven stellen hiervoor zogenaamde SIP-gateways ter beschikking. Via zo’n gateway worden spraakverbindingen opgebouwd tussen het internet en gewone telefoonnetwerken. In principe zijn VoIP-gesprekken via iedere DSL-toegang mogelijk. Als de DSL-provider de zogenaamde SIP-standaard ondersteunt, kunt u deze dienst echter veel comfortabeler gebruiken met bestaande eindapparatuur en voor gesprekken naar vaste en mobiele nummers. SIP is de huidige standaard voor VoIP, zoals vastgelegd door de IETF (Internet Engineering Task Force).
VPN
Afkorting van Virtual Private Network VPN wordt gebruikt om apparaten van een naburig netwerk aan het eigen netwerk te koppelen zonder dat de netwerken onderling compatibel moeten zijn. 191
Verklarende woordenlijst
Een Virtual Private Network is meestal een autonoom, over meerdere locaties verdeeld bedrijfsnetwerk dat de infrastructuur van een openbaar communicatienetwerk gebruikt voor het koppelen van zijn partiële netwerken of voor het linken van afzonderlijke computers. Hiervoor gebruikt een VPN tunnelingtechnieken en de infrastructuur van het internet. Met behulp van een Virtual Private Network kunnen alle netwerktoepassingen van het bedrijfsnetwerk ook op afstand worden gebruikt. Hierdoor kunnen de voordelen van een netwerk ook over grote afstanden worden benut. Met een VPN is een optimale informatiestroom zonder tijdverlies gegarandeerd in de hele onderneming, ook als deze op verschillende locaties is gevestigd. E-mailservers, het delen van bestanden of andere centrale toepassingen van het bedrijfsnetwerk zijn met VPN ook beschikbaar in elders gelegen vestigingen, filialen, partnerbedrijven of thuiskantoren. Ook de buitendienstmedewerkers van een bedrijf krijgen op deze manier altijd een veilige toegang tot het bedrijfsnetwerk. WLAN
Afkorting van Wireless Local Area Network Het begrip WLAN is de industrienorm voor draadloze lokale netwerken en werd in 1997 goedgekeurd door het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) onder de naam IEEE 802.11. Met behulp van de WLAN-technologie kunnen afzonderlijke computers of netwerkapparaten, zoals printers of DSL access points, draadloos op een bestaand bedraad lokaal netwerk (LAN) worden aangesloten. Het is ook mogelijk om lokale netwerken helemaal draadloos op te bouwen. Een andere handige toepassing is het verbinden van bestaande bedrade netwerksegmenten. WLAN is eigenlijk ontwikkeld voor korte afstanden. Toch kunnen door cascadeschakelingen van WLAN access points of door het gebruik van transmissielinks met een hoog richteffect ook verder van elkaar gelegen netwerksegmenten met elkaar worden verbonden. Ook is het
192
Verklarende woordenlijst
mogelijk om relatief afgelegen netwerkdeelnemers aan te sluiten op een bestaand netwerk, en wel tegen lage kosten en zonder al te veel moeite. WLAN access points dienen vaak ook als internettoegangspunt bij mensen thuis en in openbare ruimten. Veel luchthavens, hotels en cafés hebben zogenaamde WLANhotspots waar klanten gratis of tegen betaling gebruik van kunnen maken. Dit maakt WLAN een concurrent van mobiele UMTS-technologie. Wat betreft de toepassingsmogelijkheden voor draadloze netwerkcommunicatie zijn er ook overlappingen met de Bluetooth-technologie. Voor mobiele toestellen met een beperkte energiecapaciteit is Bluetooth nog wel handiger, omdat Bluetooth veel minder stroom verbruikt dan Wireless LAN. Daarnaast heeft de Bluetooth-technologie meer toepassingsmogelijkheden waardoor het flexibeler kan worden gebruikt.
193
Index
Index A Aankloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . 83, 90 Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 analoge vaste net . . . . . . . . . . . . 23 computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 DSL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 FRITZ!WLAN USB Stick . . . . . . . . . 19 IP-telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 ISDN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 meerdere computers . . . . . . . . . . 17 netwerkaansluiting . . . . . . . . . . . 16 netwerkhub/-switch . . . . . . . . . . 18 stroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 telefoon, fax, antwoordapparaat 25 USB-apparaten . . . . . . . . . . . . . . 52 WLAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Aansluiting leds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Aansluitingen en interfaces . . . . . . 127 Aanwijzingen juridische . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 over het handboek . . . . . . . . . . . . 8 veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Activeren DECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 rinkelblokkering. . . . . . . . . . . . . . 72 USB Remote Connection . . . . . . . 66 WLAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Adapter WLAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Akoestische signalen. . . . . . . . . . . . . 70 Analoge telefoonaansluiting. . . . . . . 23 Antwoordapparaat bedienen via telefoontoetsen. . . 46 geïntegreerd. . . . . . . . . . . . . . 42, 46 inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Auteursrecht. . . . . . . . . . . . . . . . . 2, 130 Autokanaal zie WLAN-autokanaal . . . . . . . . 140
FRITZ!Box Fon WLAN 7340
Autoprovisionering zie internettoegang, automatische inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 AVM Stick & Surf. . . . . . . . . . . . . . . . . 19
B Babyfoon zie ruimtebewaking . . . . . . . . . . 101 Bandbreedtemanagement . . . . . . . . 164 Bedienen per telefoon . . . . . . . . . . . . 69 Beveiliging WLAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Bevestigingstoon . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Busy-on-Busy zie gesprekken afwijzen bij bezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
C CAT-iq zie DECT-functie . . . . . . . . . . . . . . 48 CLIP zie nummerweergave . . . . . . . . . . 85 CLIR zie nummerweergave . . . . . . . . . . 84 Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2, 130 COLP zie nummerweergave . . . . . . . . . . 86 COLR zie nummerweergave . . . . . . . . . . 86 Computer aansluiten . . . . . . . . . . . . . 16
D Deactiveren DECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 USB Remote Connection . . . . . . . 67 WLAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 DECT-functie activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 basisstation . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 deactiveren. . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 DECT-knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
194
Index DECT-telefoons aanmelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 afmelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 intern telefoneren . . . . . . . . . . . . 49 zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Deïnstalleren FRITZ!Box . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 printeraansluiting . . . . . . . . . . . 121 DHCP-server deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . 156 geïntegreerd. . . . . . . . . . . . . . . . 155 vast IP-adres . . . . . . . . . . . . . . . 155 Diensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Documentatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 172 Doorschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Doorverbinden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Draadloze telefoon aanmelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 afmelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 intern telefoneren . . . . . . . . . . . . 49 zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Driegesprek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 DSL-/telefoonkabel . . . . . . . . . . . . . 123
E ECT zie extern doorverbinden . . . . . . 97 Een gesprek ophalen . . . . . . . . . . . . . 90 EG-verklaring van overeenstemming129 Elektronische onderdelen inzameling . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 E-mail faxen doorsturen . . . . . . . . . . . . . 45 ingesproken berichten doorsturen46 push service-mail . . . . . . . . . . . 170 Energiemonitor . . . . . . . . . . . . . . . . 168 Energieverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . 168 Extern doorverbinden . . . . . . . . . 97, 99
FRITZ!Box Fon WLAN 7340
F Fabrieksinstellingen DHCP-server . . . . . . . . . . . . . . . . 155 IP-adres. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 netwerknaam . . . . . . . . . . . . . . .139 via telefoontoetsen . . . . . . . . . . . 72 FAQs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .172 FAT / FAT32 zie USB-opslagmedia. . . . . . . . . . 54 Fax inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 naar e-mailadres verzenden . . . . 45 ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Faxapparaat analoog. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 geïntegreerd . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Firmware-update . . . . . . . . . . . . . . .173 Fouten vinden. . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Frequentiebereiken WLAN . . . . . . . . 140 FRITZ!WLAN Repeater N/G . . . . . . . . 143 FRITZ!WLAN USB Stick . . . . . . . . .19, 53 FTP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Fysieke eigenschappen omgevingsvoorwaarden. . . . . . . 128 opgenomen vermogen . . . . . . . . 128
G GAP zie DECT-functie . . . . . . . . . . . . . . 48 Gebruikersinterface instellingen vastleggen . . . . . . . . 30 openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 problemen bij het openen . . . . . 104 wachtwoordbeveiliging . . . . . . . . 28 Gebruikersinterface openen . . . . . . . 28 Geïntegreerde apparaten antwoordapparaat . . . . . . . . . . . . 46 fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Geïntegreerde apparatuur mediaserver . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Gesprekken afwijzen bij bezet . . . . . 87
195
Index
H Help klantenservice . . . . . . . . . . . . . . 172 problemen oplossen . . . . . . . . . 104 serviceteam . . . . . . . . . . . . . . . . 173 HSPA mobiel internet . . . . . . . . . . . . . . 35 Hub netwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
I Info-LED . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 Informatie op het internet FAQs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172 Ingebruikname voorwaarden voor installatie . . . 13 Inrichten internettoegang . . . . . . . . . . . . . . 31 IP-telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 printerpoort . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 randapparatuur . . . . . . . . . . . . . . 39 telefoonverbindingen . . . . . . . . . 38 Instellen per telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Instellingen IP-adres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 netwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 randapparatuur . . . . . . . . . . . . . . 40 vastleggen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Interfaces en aansluitingen. . . . . . . 127 Intern telefoneren . . . . . . . . . . . . . . . 89 Internettelefonie bandbreedtemanagement . . . . 165 nummer invoeren. . . . . . . . . . . . . 38 telefoniemogelijkheden . . . . . . 158 Voice over IP (VoIP) . . . . . . . . . . 158 Internettoegang automatische inrichting . . . . . . . 32 handmatig inrichten . . . . . . . . . . 34 inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 inrichtingsassistent . . . . . . . . . . . 34 tijdslimiet . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 via DSL . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 34 via kabelmodem . . . . . . . . . . . . . 34 via mobiel internet . . . . . . . . . . . 35 FRITZ!Box Fon WLAN 7340
Inzameling elektronische onderdelen . . . . .131 oude apparatuur . . . . . . . . . . . . 131 IP-adres automatisch laten toewijzen . . . 116 fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . 153 FRITZ!Box . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 IP-instellingen . . . . . . . . . . . . . . 153 Linux . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Mac OS X. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 Windows 7 . . . . . . . . . . . . . . . . .116 Windows Vista . . . . . . . . . . . . . . 117 Windows XP . . . . . . . . . . . . . . . . 118 IPSec zie tunnelingtechnologie . . . . . . 162 IP-telefoon aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 ISDN verbinden. . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
J Juridische aanwijzingen. . . . . . . . . . . . 2
K Kabel DSL-/telefoonkabel . . . . . . . . . . 123 netwerkkabel . . . . . . . . . . . . . . .124 Kabelaansluiting (breedband). . . . . . 34 Keypadsequenties . . . . . . . . . . . . . . 102 Kiesregels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Kinderslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168 Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . .172 Knop DECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 WLAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
L LAN aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Leds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
196
Index
M
P
Mediaserver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Mobiel internet . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Paging-knop zie DECT-knop. . . . . . . . . . . . . . . 126 Paging-oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Pickup zie een gesprek ophalen . . . . . . . 90 PIN-methode zie WPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149 Printeraansluiting deïnstalleren in Windows 7 . . . . 121 deïnstalleren in Windows Vista. 122 deïnstalleren in Windows XP . . . 122 Printerpoort inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 USB-printer gebruiken . . . . . . . . . 57 Printerstuurprogramma installeren in Apple-systemen. . . 62 installeren in SUSE Linux. . . . . . . 61 installeren in Windows 7 . . . . . . . 59 installeren in Windows Vista . . . . 59 installeren in Windows XP . . . . . . 60 Prioriteren bandbreedtemanagement . . . . . 164 categorieën. . . . . . . . . . . . . . . . . 165 regels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . 104 Productdetails . . . . . . . . . . . . . . . . .123 Push service-mail . . . . . . . . . . . . . . . 170
N Netlijnbezetting omzetten. . . . . . . . . 86 Netwerk aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 fabrieksinstellingen. . . . . . . . . . 153 instellingen wijzigen . . . . . . . . . 156 IP-instellingen . . . . . . . . . . . . . . 153 netwerkhub/-switch . . . . . . . . . . 18 netwerkinstellingen. . . . . . . . . . 151 netwerkoverzicht . . . . . . . . . . . . 151 prioriteren . . . . . . . . . . . . . . . . . 164 UPnP-instellingen . . . . . . . . . . . 154 Netwerkapparatuur computeronderhoud op afstand . . . . . . . . . . . . . . . . 153 hetzelfde IP-adres . . . . . . . . . . . 153 USB-netwerkmedium. . . . . . . . . . 56 USB-printer . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Wake On LAN . . . . . . . . . . . . . . . 153 Netwerkkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 Netwerknaam . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139 Nieuwe firmware . . . . . . . . . . . . . . . 173 NTFS zie USB-opslagmedia . . . . . . . . . 54 Nummerweergave CLIP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 CLIR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 COLR/COLP. . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 doelnummer onderdrukken . . . . 86 uitgaande oproepen onderdrukken . . . . . . . . . . . . . . 84 voor inkomende oproepen . . . . . 85
O Omvang van de levering . . . . . . . . . . 13 Oproepblokkering . . . . . . . . . . . . . . . 44 Oproepenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Overzicht apparaateigenschappen. . 11
FRITZ!Box Fon WLAN 7340
R Randapparatuur inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 ondersteunde . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Recycling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Repeater FRITZ!WLAN Repeater N/G . . . . . 143 WDS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 Rinkelblokkering. . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Ruggespraakfunctie . . . . . . . . . . . . . . 93 Ruimtebewaking. . . . . . . . . . . . . . . . 101
197
Index
S Scenario’s voor telefoneren . . . . . . 158 Sneller kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 SSID zie netwerknaam . . . . . . . . . . . . 139 Stroom aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . 15 Stroomverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Support per e-mail . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174 Switch zie netwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Symbolen bedienen per telefoon. . . . . . . . . 70 in het handboek . . . . . . . . . . . . . . 8
T Technische gegevens aansluitingen en interfaces . . . 127 fysieke eigenschappen . . . . . . . 128 Telefonie antwoordapparaat . . . . . . . . . . . . 46 doorschakeling . . . . . . . . . . . . . . 43 faxontvangst . . . . . . . . . . . . . . . . 45 functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 intern telefoneren . . . . . . . . . . . . 49 kiesregels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 oproepblokkering . . . . . . . . . . . . 44 oproepenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . 43 telefoonboek . . . . . . . . . . . . . . . . 43 wekkerfunctie . . . . . . . . . . . . . . . 44 Telefoonboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Telefoonnummer internetnummer . . . . . . . . . . . . . . 38 vaste net. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Telefoonverbindingen . . . . . . . . . . . . 38 Toegang op afstand zie VPN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Toegangsrechten gebruikersinterface . . . . . . . . . . . 29 USB-opslagmedium. . . . . . . . . . . 54 Toetscodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Tonen akoestische signalen. . . . . . . . . . 70 bevestigingstoon . . . . . . . . . . . . . 69 signaaltonen antwoordapparaat 47 FRITZ!Box Fon WLAN 7340
Toonfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 TR-069 internettoegang, automatische inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Tunnelingtechnologie . . . . . . . . . . .161
U Uitgaande telefoonnummer vastleggen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 UMTS internettoegang . . . . . . . . . . . . . . 35 Update firmware . . . . . . . . . . . . . . . . . . .173 Microsoft. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172 UPnP instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 154 mediaserver . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 USB Remote Connection . . . 53, 57, 65 activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 deactiveren. . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 USB-apparaten aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 externe harde schijf via USB . . . . 54 FRITZ!WLAN USB Stick . . . . . . . . . 53 gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . 67 mediaserver . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 netwerkmedium . . . . . . . . . . . . . . 56 netwerktoegang . . . . . . . . . . . . . . 53 USB-hub . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 USB-kaartlezer . . . . . . . . . . . . . . . 65 USB-modem . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 USB-opslagmedium . . . . . . . . . . . 54 USB-printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 USB-stick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 USB-opslagmedia ondersteunde bestandssystemen54 toegangsrechten . . . . . . . . . . . . . 54 wachtwoordbeveiliging . . . . . . . . 54
198
Index
V Vastnetnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 bedieningsinstructies . . . . . . . . . . 9 gebruikersinterface . . . . . . . . . . . 28 USB-opslagmedia . . . . . . . . . . . . 54 VPN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 Verbindingswijze vastleggen . . . 45, 88 Verklaring van overeenstemming . . 129 Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 VoIP zie internettelefonie . . . . . . . . . 158 Voorwaarden voor gebruik . . . . . . . . 13 VPN aanvullende programma’s . . . . 162 client. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 inrichtingsassistent . . . . . . . . . . 162 IPSec. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162 toegang op afstand . . . . . . . . . . 160 tunnelingtechnologie . . . . . . . . 161 veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 Virtual Private Network . . . . . . . 159
W Wachtstand-functie . . . . . . . . . . . . . . 95 Wachtwoordbeveiliging gebruikersinterface . . . . . . . . . . . 28 USB-opslagmedium. . . . . . . . . . . 54 Wake On LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 WDS basisstation . . . . . . . . . . . . . . . . 145 repeater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146 WLAN-reikwijdte. . . . . . . . . . . . . 144 Wekkerfunctie . . . . . . . . . . . . . . . 44, 74 WEP-beveiligingsmechanisme . . . . 137 Wi-Fi Protected Setup (WPS) . . . . . . 148 Windows printeraansluiting deïnstalleren in Windows 7 . . . 121 deïnstalleren in Windows Vista 122 deïnstalleren in Windows XP . . 122 Windows printerpoort inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Wisselgesprek (call waiting) . . . . . . . 93
FRITZ!Box Fon WLAN 7340
WLAN activeren/deactiveren . . . . 72, 126 beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . .137 computer verbinden. . . . . . . . . . . 18 frequentiebereiken . . . . . . . . . . 140 FRITZ!WLAN Repeater N/G . . . . . 143 reikwijdte . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 standaarden . . . . . . . . . . . . . . . . 132 versleuteling. . . . . . . . . . . . . . . . 137 Wireless Local Area Network . . . 132 WPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148 WLAN-adapter handmatig verbinden. . . . . . . . . . 20 problemen verhelpen. . . . . . . . . 110 via Stick & Surf verbinden . . . . . . 19 via WPS verbinden . . . . . . . . . . . . 19 WLAN-autokanaal. . . . . . . . . . . . . . . 140 WLAN-knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 WLAN-verbinding FRITZ!WLAN USB Stick . . . . . . . . . 19 handmatig maken . . . . . . . . . . . . 20 met Stick & Surf . . . . . . . . . . . . . . 19 met WPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 problemen verhelpen. . . . . . . . . 112 WPA-beveiligingsmechanismen . . . 138 WPS PIN-methode. . . . . . . . . . . . . . . . 149 push-button-methode (WPS-PBC) . . . . . . . . . . . . . . . . 149 WLAN-knop . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
199