Inspectierapport
Peuterspeelzaal Robbedoes (PSZ) Reggestraat 83a 7468EJ ENTER
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Twente Wierden 07-09-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 21-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 10
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Feiten over het kindercentrum Peuterspeelzaal Robbedoes maakt onderdeel uit van koepelorganisatie Stichting De Welle. Deze organisatie heeft 4 peuterspeelzalen in de gemeente Wierden. De peuterspeelzaal is vanaf 2012 geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Zij is samen met kinderopvangorganisatie Partou gehuisvest in één pand. Peuterspeelzaal Robbedoes heeft twee peuterspeelzaalruimten voor 32 kindplaatsen. Zij biedt peuteropvang gedurende 1 ochtend en 1 middag per week voor kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Er zijn 5 peuterspeelzaalgroepen. De kinderen die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie (VVE) bezoeken 4 dagdelen per week de peuterspeelzaal. Inspectiegeschiedenis november 2012: onderzoek voor registratie november 2013: jaarlijks inspectie oktober 2014 : jaarlijkse inspectie Bevindingen op hoofdlijnen De toezichthouder heeft bij het huidige onderzoek tekortkomingen geconstateerd op het volgende gebied: verklaring omtrent het gedrag In het kader van overleg en overreding krijgt de houder de mogelijkheid gedurende de conceptfase van het rapport de nieuwe VOG aan de GGD toezichthouder te overleggen. De houder kan binnen twee weken na ontvangst van het conceptrapport de VOG bij de GGD overleggen. Op 21 september 2015 heeft de houder de nieuwe verklaring omtrent het gedrag van de medewerker overlegd. Hiermee is het knelpunt opgelost. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Knelpunt is opgelost gedurende de conceptfase van het rapport middels overleg en overreding.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'pedagogisch klimaat'. De toetsing richt zich op de pedagogische praktijk op deze locatie. Per aspect worden praktijkobservaties beschreven gevolgd door een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Bij de observatie van de pedagogisch praktijk maakt de toezichthoudergebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum (juni 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Pedagogische praktijk Uit het gesprek met de beroepskracht blijkt dat zij op de hoogte is van het pedagogisch beleid. Dit komt ook tot uiting tijdens de observatie. Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder twee of meer van de basiscompetenties toegelicht met een voorbeeld. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van de vier basiscompetenties uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk; het waarborgen van de emotionele veiligheid, het ontwikkelen van sociale en persoonlijke competentie en overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. De beroepskracht heeft een smoothie gemaakt met de blender. De kinderen mogen ruiken aan de smoothie en geven aan dat er nog banaan in zit. Ze zien het niet maar ruiken het wel. De blender maakt veel lawaai en daar moeten de kinderen erg om lachen. Ze houden de handen voor de oren. Persoonlijke competentie De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. De beroepskracht vraagt aan de kinderen of ze drinken hebben meegebracht. Dat hebben ze niet want het is maandagmiddag. Ze gaan gezamenlijk bananen in stukjes snijden, yoghurt en ranja toevoegen en alles in de blender doen. Dan krijgen alle kinderen een beker met banaan smoothie. Sociale competentie De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Wanneer wordt gezongen 'we gaan opruimen' helpen de kinderen zo goed mogelijk mee. Dan gaan ze in de kring zitten. De beroepskracht legt uit hoe ze moeten gaan zitten want 'anders kunnen de andere kinderen niets zien'. De kinderen mogen om beurten helpen bij het pellen van de banaan en het in stukjes snijden. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van ‘wat er wèl mag’. Als alles is opgeruimd is het tijd voor buiten spelen. De kinderen reageren uitgelaten en weten dat ze naar de deur moeten lopen en daar op de grond moeten gaan zitten. "Wat doen jullie dat goed" en "zachtjes doen in de gang, soms slapen de kinderen van het kinderdagverblijf". Voorschoolse educatie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
4 van 10
Robbedoes is een VVE locatie. Dat wil zeggen dat aan kinderen voor- en vroegschoolse educatie wordt aangeboden. Alle beroepskrachten hebben naast hun diploma ook een VVE certificaat. Aan kinderen die voor VVE geïndiceerd zijn wordt 4 dagdelen voor- en vroegschoolse educatie aangeboden. De groep bestaat uit maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. De houder heeft voor de beroepskrachten een opleidingsplan opgesteld. Conclusie: aan de basisvoorwaarden voor VVE wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (toezichthouder heeft gesproken met de aanwezige beroepskracht) Observaties (de groep is geobserveerd tijdens vrij spelen en kring) Website VVE-certificaten
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
5 van 10
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent gedrag (VOG) is gebaseerd op een steekproef. Tevens zijn de VOG's beoordeeld van de eventuele stagiaires die momenteel op deze vestiging werkzaam zijn en van de medewerkers die sinds de vorige jaarlijkse inspectie in dienst zijn gekomen. Conclusie: een van de beoordeelde verklaringen omtrent gedrag voldoet niet aan de gestelde eisen. Een van de vrijwilligers heeft een VOG gezondheidszorg en welzijn van mens en dier. Zij dient een VOG te overleggen welke gescreend is op functieaspect 84 (en eventueel 86). De vrijwilliger mag pas na het overleggen van de VOG weer ingezet worden op de groep. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties van de beroepskrachten is gebaseerd op een steekproef. Conclusie: de beoordeelde beroepskwalificaties voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen Er wordt gewerkt met twee groepen van maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. Conclusie: er wordt voldaan aan de voorwaarden voor werken in groepen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio In de VVE groep wordt gewerkt met 2 beroepskrachten op maximaal 16 kinderen. In de andere groep wordt gewerkt met een beroepskracht en een vrijwilliger op maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. Conclusie: er wordt voldaan aan de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (toezichthouder heeft gesproken met de aanwezige beroepskracht) Observaties (de groep is geobserveerd tijdens vrij spelen en kring) Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef VOG) Presentielijsten (presentielijst inspectiedag)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
7 van 10
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Peuterspeelzaal Robbedoes : 32 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting De Welle Binnenhof 43 7642GW WIERDEN 08161427
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Twente Postbus 1400 7500BK ENSCHEDE 053-4876700 I Kleinherenbrink
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Wierden : Postbus 43 : 7640AA WIERDEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
07-09-2015 10-09-2015 Niet van toepassing 21-09-2015 21-09-2015 21-09-2015
: 12-10-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 07-09-2015
Peuterspeelzaal Robbedoes te ENTER
10 van 10