Inspectierapport
Kinderdagverblijf 't Ottertje Otterkoog 28 1822 BW ALKMAAR Registratienummer 234900647
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden Alkmaar 9 april 2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 8 mei 2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen: Kinderdagverblijf (KDV) ’t Ottertje verzorgt kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar in twee groepsruimten binnen een eigen pand. Het KDV is onderdeel van de kinderopvangorganisatie Kindzorg, waarvan het hoofdkantoor zich in Zaandam bevindt. Er is één babygroep en één peutergroep. Het kinderdagverblijf is geopend op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 07.00 uur tot 18.30 uur. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspecties van november 2012, augustus 2013 en februari 2014 zijn geen tekortkomingen geconstateerd. De inspectie: De toezichthouder heeft de (pedagogische) praktijk geobserveerd en beoordeeld en alle gebruiksruimtes geïnspecteerd. Daarnaast zijn verschillende documenten ingezien en beoordeeld en zijn gesprekken gevoerd met beroepskrachten en de leidinggevende. Conclusie: Kinderdagverblijf 't Ottertje voldoet aan alle getoetste eisen. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Er is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan. De organisatie Kindzorg beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid en daarnaast over locatiespecifieke werkplannen. In deze locatiespecifieke werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van het overkoepelend pedagogisch beleid naar de praktijk. Op het KDV wordt gewerkt met mentorschap. Elke beroepskracht heeft enkele kinderen onder haar hoede waarvan zij de ontwikkeling en het welbevinden monitort. Tevens is zij dan het aanspreekpunt van en naar ouders. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en de relatie hiervan met de praktijk. Dit gebeurt doordat de pedagogisch werkbegeleider coacht en begeleidt. Ook wordt het beleid besproken tijdens werkbesprekingen. Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk is het openbare ‘veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen’ (december 2014) gebruikt. Daarin staan de specifieke aspecten beschreven waarop wordt geobserveerd. Citaten uit dit observatie instrument zijn cursief weergegeven. Sociale competenties: Samen spelen samen leren De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars mogelijkheden. De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprek, imitatie). Praktijkvoorbeeld: Op bepaalde dagen is er bij de babygroep één beroepskracht aanwezig net als bij de peutergroep. De beroepskrachten organiseren de eet- en drinkmomenten gezamenlijk in een aparte ruimte (de voormalige dreumesgroepsruimte). De ruimte grenst aan de babygroep dus als daar baby's slapen staat de deur tussen beide ruimtes open. Met elkaar worden liedjes gezongen en er worden verhalen verteld of voorgelezen. Kinderen zijn op die momenten bij elkaar betrokken en leren elkaar kennen. Buiten de eet- en drinkmomenten worden gerichte activiteiten aangeboden per groep. Tijdens het buitenspelen of in de ballenbakruimte komen de kinderen elkaar ook tegen, maar dan tijdens het vrije spel. Overdracht van normen en waarden: Inbreng, meebeslissen, meedoen De beroepskrachten geven ruimte aan kinderen om bij (sommige) activiteiten aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen taken en inbreng om programmaonderdelen uit te voeren. Ieder kind krijgt naar eigen vermogen de kans om hierin te delen.
4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Praktijkvoorbeeld: Nadat enkele kinderen hun beker hadden leeggedronken verzamelden twee kinderen alle bekers. Een ander kind wilde dat ook heel graag doen en vroeg of hij de volgende bekers mocht verzamelen. Een van de beroepskrachten liet merken dat ze dat begreep, maar benoemde dat nu de twee kinderen aan de beurt waren. Daarna opperde de beroepskracht het idee om alle bekers die de twee andere kinderen verzameld hadden weg te brengen naar de keuken. Het kind reageerde enthousiast dat het dat leuk vond. Andere kinderen mochten na het eten en drinken helpen om bijvoorbeeld washandjes weg te brengen. Emotionele veiligheid: Respectvol contact De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Praktijkvoorbeeld: Tijdens de observaties vonden verschillende positieve interacties plaats met de kinderen. De kinderen gedroegen zich open en vrij en namen verschillende keren initiatief tot contact met de beroepskrachten. De beroepskrachten lieten merken dat ze de kinderen begrepen en spraken duidelijk en positief met de kinderen. Ook namen zij initiatief tot het voeren van een gesprek of het maken van grapjes. Er heerste een positieve sfeer. Bovenstaande betreft slechts enkele voorbeelden van verschillende observaties. Naar aanleiding van de praktijkobservaties is geconcludeerd dat tijdens de inspectie aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw N. de Waard (leidinggevende) Interview anderen (beroepskrachten en stagiaire) Observaties (pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimten) Pedagogisch beleidsplan (juni 2014) Pedagogisch werkplan (juni 2014)
5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Personeel en groepen Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding. Tijdens de inspectie is onder andere naar verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificaties, de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio) gekeken. Verklaring omtrent het gedrag Personen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, worden door de overheid continu gescreend op functieaspecten passende bij hun functie, de zogenaamde continue screening. De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen in die steekproef was in bezit van een geldige VOG. Aan de voorwaarden wordt voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft (op basis van een steekproef) de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen in die steekproef beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Opvang in groepen De babygroep (0-2 jaar) bestaat uit maximaal veertien kinderen en de peutergroep bestaat ook uit maximaal veertien kinderen (2-4 jaar). Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Beroepskracht-kindratio Middels een steekproef uit de feitelijke kindbezetting en het personeelsrooster van maart en april 2015 is de beroepskracht-kindratio beoordeeld. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw N. de Waard (leidinggevende) Interview anderen (beroepskrachten en stagiaire) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (maart en april 2015) Personeelsrooster (maart en april 2015)
6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt. Tevens is beoordeeld of de houder overeenkomstig de wettelijke meldplicht met betrekking tot kindermishandeling handelt, en de kennis hiervan bevordert. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie is aan de hand van het digitale programma De Risico-monitor uitgevoerd in februari 2015. Per gebruiksruimte zijn huisregels opgesteld. Het team is goed op elkaar ingespeeld en de beroepskrachten hebben inzage in de risico-inventarisatie en het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Meldcode kindermishandeling De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. De meldcode kindermishandeling is bij 't Ottertje geïmplementeerd. De houder heeft de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de brancheorganisatie (juli 2013) hiervoor gebruikt. De definitieve versie van de organisatie Kindzorg is van september 2013. De leidinggevende (en tevens beroepskracht) is aandachtsfunctionaris en in het bezit van een certificaat aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De GGD Hollands Noorden geeft vanaf 1 januari 2015 vorm aan de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) en de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) in de regio Noord-Holland Noord. SHG en AMK heten vanaf 1 januari 2015 ‘Veilig Thuis’. In een brief, eind 2014, zijn alle betrokken organisaties, zoals kindercentra en peuterspeelzalen, daarover geïnformeerd. De beroepskrachten zijn bekend met de meldcode en met 'Veilig Thuis'. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de houder de kennis van de meldcode heeft bevorderd. De beroepskrachten zijn op de hoogte van mogelijke signalen en de te volgen route indien er zorgen zijn. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan.
7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. 't ottertje heeft hier beleid op gemaakt dat is goedgekeurd door de oudercommissie. Alle ouders worden hierover geïnformeerd via de nieuwsbrieven. Bij KDV 't Ottertje zijn altijd twee volwassenen in het pand aanwezig. Of er zijn twee of meer beroepskrachten tegelijkertijd aanwezig, of één beroepskracht en een stagiaire. De groepsruimtes zijn open en transparant. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw N. de Waard (leidinggevende) Interview anderen (beroepskrachten en stagiaire) Observaties (pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimten) Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2015) Actieplan veiligheid (februari 2015) Actieplan gezondheid (februari 2015) Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling (september 2013) Pedagogisch werkplan (juni 2014)
8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
't Ottertje http://
[email protected] 35 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kindzorg Zaanstad B.V. Provincialeweg 180 1506 MG ZAANDAM 35030106
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 9276 1800 GG Alkmaar 088-0100549 Mevrouw M. Andela
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Alkmaar : Postbus 53 : 1800 BC ALKMAAR
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
09-04-2015 23-04-2015 04-05-2015 04-05-2015 08-05-2015 08-05-2015
: 08-05-2015 : 09-05-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-04-2015 't Ottertje te ALKMAAR