Inspectierapport. Kinderdagverblijf Ko (KDV) Van der Hoopstraat 46A 1051 VJ AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf Ko (KDV) Van der Hoopstraat 46A 1051 VJ AMSTERDAM Registratienummer: 594371302

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 22-10-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 24-11-2015

Kinderdagverblijf Ko - Jaarlijks onderzoek 22-10-2015

1/9

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/9

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 22 oktober 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio.

Beschouwing Locatie Kinderdagcentrum Ko is een particulier kinderdagverblijf met twee verticale groepen. De leiding wordt gevormd door de eigenaar en een leidinggevende. Dagelijks is een van beiden aanwezig. Het kindercentrum kent een stabiel team: alle beroepskrachten werken reeds vier jaar of langer bij het kinderdagverblijf. De eigenaar besteedt veel aandacht aan de kwaliteit van het personeel. De beroepskrachten hebben een keer per maand groepsoverleg, vier keer per jaar teamvergadering en daarnaast nog een keer per jaar een individueel gesprek met de leiding waarin het beleid wordt besproken. Er is geen vertrouwenspersoon voor ouders of personeel aangesteld. De eigenaar en leidinggevende verklaren samen de functie van klachtencoördinator te vervullen. Kinderdagverblijf Ko heeft het kwaliteitskeurmerk HKZ. Oudercommissie De toezichthouder heeft op 28 oktober 2015 via e-mail contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie. De oudercommissie is over het algemeen zeer tevreden over de opvang van de kinderen en de samenwerking met de leiding van het kinderdagverblijf. Vooral over de kwaliteit van de beroepskrachten is de oudercommissie zeer te spreken en ook dat er weinig verloop is onder de beroepskrachten wordt als zeer positief ervaren. De beroepskracht-kind-ratio wordt, volgens de oudercommissie, nauwlettend gehandhaafd. Over de inrichting van de binnen- en buitenspeelruimte zegt de oudercommissie dat er ondanks de beperkte ruimte uitnodigende speelplaatsen zijn gecreëerd. Al met al is de oudercommissie zeer tevreden maar blijft een (kritische) vinger aan de pols houden en frequent in overleg met de directie.

Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.


3/9

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Ten tijde van het inspectiebezoek is er een aangename sfeer in beide groepen. De kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen; ze geven complimentjes en maken grapjes. In de 'Groene' groep krijgen de kinderen na het eetmoment een doekje om hun gezicht en handen te poetsen. De beroepskracht houdt het doekje voor het kind en wanneer het kind het wil pakken houdt ze het doekje iets hoger. De kinderen lachen hierom en proberen enthousiast het doekje te pakken. De beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als de kinderen op persoonlijke wijze. Zij nemen ruim de tijd voor informatieoverdracht over het kind van en aan de ouders. Ouders krijgen de gelegenheid om groepsgenootjes aan te spreken en te zien waar het kind die dag mee bezig is geweest. Zo hangt er een dagverslag met foto's in de groepsruimte. Hieruit blijkt dat de beroepskrachten voldoende zorg dragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid. De beroepskrachten gebruiken de verzorgingsmomenten voor interactie met het kind. Het kind ervaart persoonlijke warmte, geborgenheid, plezier, humor en aandacht. Er is sprake van een respectvolle interactie; de beroepskrachten gaan op een gepaste manier om met de afhankelijkheid van baby’s. Zij benoemen hun handelingen en stemmen hun gedrag af op de reactie van de baby. Zo zegt één van de beroepskrachten tegen een baby: 'Jij bent moe, ik zie het'. Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Ook als het een beetje regent spelen de kinderen buiten. De beroepskrachten stimuleren de kinderen om zelf hun schoenen en jas aan te trekken. Tijdens het eetmoment laten de beroepskrachten de kinderen de verschillende fruitsoorten benoemen. De aankleding van de groepsruimtes en de knutselwerkjes van de kinderen sluiten aan bij het seizoen. Hieruit blijkt dat de beroepskrachten er voldoende zorg voor dragen dat kinderen de mogelijkheid krijgen om tot de ontwikkeling van hun persoonlijke competenties te komen. Gebruikte bronnen: - 'Pedagogisch beleid en werkplan Kinderdagverblijf Ko', versie 1 d.d. 8 mei 2015 - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten en de leidinggevende


4/9

Personeel en groepen Sinds het vorige inspectiebezoek zijn er geen nieuwe beroepskrachten in dienst gekomen. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder de invalkrachten en stagiaires die in de maand van het inspectiebezoek zijn ingezet. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie. Deze steekproef is gehouden onder de invalkrachten die in de maand van het inspectiebezoek zijn ingezet. Opvang in groepen Er zijn twee stamgroepen. Beide groepen bestaan uit maximaal twaalf kinderen tussen 0 en 4 jaar. Alle kinderen worden dagelijks in groepen opgevangen. In de ochtend tot ongeveer 9.00 uur worden beide groepen samengevoegd in de groepsruimte van de 'Paarse' groep. De leidinggevende verklaart dat kinderen in geval van nood voor een extra opvangdag of een ruildag in een tweede stamgroep kunnen worden opgevangen, maar dat zij dit ouders vanwege de emotionele veiligheid van de kinderen afraadt. Ten tijde van het inspectiebezoek wordt één kind (op verzoek van de ouders) tijdelijk in beide stamgroepen opgevangen. Dit gebeurt in een vooraf overeengekomen periode en met schriftelijke toestemming van de ouders. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van de week van het inspectiebezoek constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten verklaren dat wanneer er een kind komt wennen, er vaak een extra beroepskracht wordt ingezet, zodat er extra aandacht gegeven kan worden aan het kind. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen; er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof worden eigen invalkrachten ingezet. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat er altijd twee beroepskrachten samen openen en sluiten. In het geval van een calamiteit wordt ’s ochtends bij het openen de collega met de ‘late’ dienst gebeld, een invalkracht en/of de leidinggevende. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Presentielijsten week 43 2015 - Overeenkomst opvang in tweede stamgroep - Inspectieonderzoek


5/9

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In mei 2015 is een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Het plan van aanpak bestaat naast protocollen uit 'Werkinstructies gezondheidsmanagement' en 'Werkinstructies veiligheidsmanagement'. De beroepskrachten worden tijdens teamvergaderingen op de hoogte gesteld van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en één keer per jaar moeten zij de werkinstructies op kantoor doornemen samen met een collega van de andere groep en de leidinggevende. Op die momenten staan er invalkrachten op de groep. De leidinggevende zet in de werkinstructies door middel van kleuren wat er is gewijzigd ten opzichte van vorig jaar en wat extra aandacht behoeft. De beroepskrachten moeten aftekenen wanneer zij een beleidsstuk hebben gelezen. De beroepskrachten zijn goed op de hoogte van de afspraken met betrekking tot het spelen in de speelhal. Bij het speelhuis met glijbaan in de speelhal hangen de '10 Gouden Glijbaanregels'. Kinderen moeten via de trap naar boven en met de glijbaan naar beneden. Soms mogen een paar oudere kinderen zonder beroepskracht in de speelhal spelen, zij mogen dan geen gebruik maken van het speelhuis. Wanneer het speelhuis niet wordt gebruikt, is de trap van het speelhuis afgeschermd. De beroepskrachten zijn tevens goed op de hoogte van het beleid met betrekking tot veilig slapen. Om wiegendood te voorkomen zorgen de beroepskrachten onder meer voor de juiste temperatuur in de slaapruimte. Kinderen maken geen gebruik van een deken, maar van een slaapzak. Wanneer kinderen op hun buik slapen dan moeten ouders hiervoor schriftelijk toestemming geven. De beroepskrachten zeggen regelmatig te kijken in de slaapruimte. De leidinggevende controleert en registreert de koelkasttemperatuur conform beleid. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de afspraken met betrekking tot het omgaan met borstvoeding. Ouders leveren de borstvoeding gekoeld aan en zetten het op de onderste plank in de koelkast in de keuken. De flesjes dienen voorzien te zijn van een sticker met de naam en de datum. De beroepskrachten handelen wat betreft het reinigen van het verschoonkussen en het wassen van de handen in de praktijk volgens het gezondheidsbeleid. Er is een schoonmaakrooster opgesteld voor de wekelijkse en dagelijkse taken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten/ leidinggevende - Risico-inventarisatie veiligheid, versie mei 2015 - Risico-inventarisatie gezondheid, versie mei 2015 - 'Werkinstructies gezondheidsmanagement' - 'Werkinstructies veiligheidsmanagement' - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Inspectieonderzoek


6/9

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.


7/9

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

Gegevens houder Naam houder KvK nummer Website

: Edith Geertruida Maria Moolenaar : 34160740 : www.kinderdagverblijfko.nl

Kinderdagverblijf Ko 000015274403 24 Nee

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. K. Meijerse

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport


: : : : :

22-10-2015 05-11-2015 17-11-2015 24-11-2015 24-11-2015

: 24-11-2015 :

8/9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.


9/9

Inspectierapport. Kinderdagverblijf Ko (KDV) Van der Hoopstraat 46A 1051 VJ AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents