Inspectierapport
Deutsche internationale Schule Den Haag (BSO) Van Bleiswijkstraat 125 2582LB 'S-GRAVENHAGE Registratienummer 148628114
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Haaglanden 's-Gravenhage 26-11-2015 Jaarlijks onderzoek Concept
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor:
de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht.
Risicogestuurd toezicht Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Achterin het rapport staat een overzicht van alle inspectie-onderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waar dit inspectie-onderzoek uit bestaan heeft. Op de laatste bladzijde kunt u de reactie van het kindercentrum op het inspectierapport lezen. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Beschouwing Buitenschoolse opvang Deutsche Internationale Schule biedt opvang aan 70 kinderen in de leeftijd van 6-10 jaar, die in vier stamgroepen worden opgevangen. De opvang vindt plaats in het gebouw van de Deutsche Internationale Schule. De voertalen zijn Duits en Nederlands. Inspectiegeschiedenis Tijdens de inspectie van 27 november 2013 heeft de toezichthouder overtredingen geconstateerd op het gebied van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, de verklaring omtrent het gedrag en de klachtenregeling. In navolging daarvan heeft de toezichthouder op 8 februari 2014 een nader onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. De overtredingen waren toen opgelost. Tijdens de reguliere inspectie van 8 december 2015 voldeed de houder aan de beoordeelde voorwaarden uit de wet kinderopvang. Inspectie De onaangekondigde inspectie vindt plaats op een donderdagmiddag. De toezichthouder wordt door de houder te woord gestaan en van informatie voorzien. Er vindt een documentenonderzoek plaats en de toezichthouder verricht observaties op de basisgroepen. De houder heeft een verzoek tot uitbreiding ingediend van 60 naar 70 kindplaatsen. De toezichthouder heeft de uitbreiding tijdens de reguliere inspectie van 26 november 2015 beoordeeld. Hierbij is beoordeeld of er voldoende passend ingerichte binnen- en buitenspeelruimte beschikbaar is voor de kinderen en of er voldoende gekwalificeerd personeel ingezet zal worden. Ook zijn de verklaringen omtrent gedrag gecontroleerd. 3 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Advies aan College van B&W Geen handhaving. Er zijn geen overtredingen geconstateed.
4 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de 4 pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005). Deze basisdoelen zijn: het waarborgen van emotionele veiligheid, het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie, het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie en socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. De observatie vond plaats vanaf 15 uur. Gezien zijn momenten van vrij spel en het eet- en drinkmoment. Basisdoel Het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. Observatie: Bij binnenkomst worden de kinderen persoonlijk begroet. De pedagogisch medewerkers tonen belangstelling door vragen te stellen aan de kinderen en door gesprekken met de kinderen aan te gaan. De kinderen laten in hun gedrag zien dat zij zich op hun gemak voelen bij de pedagogisch medewerkers. Zij laten zich enthousiast maken door de pedagogisch medewerkers en hebben plezier. Basisdoel Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. De beroepskrachten hebben een herkenbaar programma, waarbij ruimte is of gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. Observatie: Na binnenkomst gaan alle kinderen en pedagogisch medewerkers samen aan tafel zitten om wat te eten en te drinken. Een van de pedagogisch medewerkers leest uit een boek voor. Af en toe stelt de pedagogisch medewerker op speelse wijze een educatieve vraag aan de kinderen om bijvoorbeeld de woordenschat te oefenen. De kinderen doen hier enthousiast aan mee. Na het eetmoment kunnen de kinderen kiezen uit een breed activiteiten-aanbod, zoals toneel, buiten spelen, muziek, of een gezelschapsspel doen. Sommige kinderen worden bij het maken van het huiswerk begeleid. Basisdoel Socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Kinderen reageren positief op andere kinderen. Er is belangstelling en nieuwsgierigheid naar wat andere kinderen doen en kunnen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar. Kinderen hebben plezier met elkaar, zonder anderen stelselmatig uit te sluiten. 5 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Observatie: De sfeer is ontspannen en rustig. Het contact tussen de kinderen is hartelijk. Er zijn veel gesprekken onder elkaar en de kinderen hebben plezier. De kinderen tonen belangstelling voor elkaar door vragen te stellen en door het ontact met elkaar te zoeken. Conclusie: Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basisdoelen. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (de heer van Atten) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties
6 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de VOG’s beoordeeld van alle beroepskrachten. Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij dit kindercentrum zijn beoordeeld en voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Opvang in groepen BSO Deutsche Internationale Schule heeft vier stamgroepen:
Groep Groep Groep Groep
1 2 3 4
biedt opvang aan maximaal 18 kinderen in de leeftijd van 6-7 jaar. biedt opvang aan maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 7-8 jaar. biedt opvang aan maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 8-9 jaar. opvang aan maximaal 21 kinderen in de leeftijd van 9-10 jaar.
Bovenstaande omvang en samenstelling voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Op basis van de aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster van november 2015 en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (de heer van Atten) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
7 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte Op deze BSO locatie zijn vier basisgroepen. De oppervlakte van de groepsruimtes is als volgt:
Groepsruimte 1B: 52,84 m² Bouwruimte: 34,14 m² Groepsruimte 3A: 51,50 m² Groepsruimte 3B: 61,58 m² Vorschule: 60,66 m²
Totaal: 260,72 : 70 kinderen = 3,72 m² per kind. Daarnaast kunnen de kinderen dagelijks gebruik maken van de ruime aula en van twee gymzalen. Per kind is er minimaal 3,5 m² passend ingerichte speeloppervlakte nodig, hier wordt aan voldaan.
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind op de BSO moet tenminste 3 m² buitenspeelruimte vast beschikbaar zijn. Deze buitenruimte dient voor kinderen toegankelijk en en passend ingericht te zijn. De kinderen van deze BSO maken gebruik van het aangrenzende schoolplein. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Observaties metingen
8 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Ouderrecht
Oudercommissie De houder heeft voor dit kindercentrum een oudercommissie ingesteld, die bestaat uit 2 leden. De oudercommissie heeft op verzoek van de toezichthouder een vragenlijst ingevuld. In de vragenlijst spreekt de OC haar tevredenheid uit over de gang van zaken rondom het adviestraject. Zo geeft de voorzitter aan het afgelopen jaar onder andere advies te hebben gegeven over de buitenspeelruimte, veiligheid en de lunch. Ze geven zowel gevraagd als ongevraagd advies. De OC krijgt tijdig de benodigde informatie om hun adviestaak te kunnen vervullen. Ook geeft zij aan tevreden te zijn over de pedagogische praktijk op het kindercentrum. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Interview anderen (pedagogisch medewerkers)
9 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
(art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: Deutsche internationale Schule Den Haag : 70
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Deutsche internationale Schule Den Haag Van Bleiswijkstraat 125 2582LB 'S-GRAVENHAGE 40407067
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500BC 's-Gravenhage 070-3537224 A.M. Stassen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: 's-Gravenhage : Postbus 12652 : 2500DP 'S-GRAVENHAGE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: 26-11-2015 : 11-12-2015 : : : :
13 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
14 van 14 Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-11-2015 Deutsche internationale Schule Den Haag te 'S-GRAVENHAGE