Inspectierapport
De Parel (BSO) Zuiderkruis 4 3813VA AMERSFOORT Registratienummer 850749013
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht Amersfoort 26-05-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 24-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Buitenschoolse opvang De Parel is onderdeel van Stichting KOALAH. De houder van deze locatie heeft onder andere vestigingen in Leusden, Amersfoort en Hoogland. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal twintig kindplaatsen per dag. De locatie bestaat uit één groep. BSO De Parel is gevestigd in Evangelische basisschool De Parel en is geopend op maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag. Recente inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie in 2013 zijn binnen meerdere domeinen tekortkomingen geconstateerd. Uit de inspectierapporten van 2014 blijkt dat deze tekortkomingen grotendeels zijn opgelost, alleen het instellen van een oudercommissie voor deze locatie is nog niet gelukt. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht:
Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht.
Conclusie De houder voldoet nog niet geheel aan de eisen uit de Wet kinderopvang die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Binnen het domein Ouderrecht is een tekortkoming geconstateerd. Verzachtende omstandigheid: De houder heeft aangetoond dat voldaan is aan de inspanningsverplichting voor het instellen van een oudercommissie.
3 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd:
emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden
Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk Inleiding Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden: vrij spel buiten eten en drinken vrij spel binnen Op het moment van de inspectie zijn zeven kinderen aanwezig onder begeleiding van één beroepskracht. Emotionele veiligheid Observatie-criterium uit het veldinstrument: De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskrachten; zij reageren op initiatieven van de beroepskracht. De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen in het contact met de beroepskrachten. De kinderen schakelen de beroepskrachten in als ze hulp of steun nodig hebben. Observatie Tijdens het eten en drinken en tijdens het vrij spel is de rol van de beroepskracht vooral om te faciliteren en ideeën aan te dragen voor een activiteit. De kinderen zijn redelijk zelfstandig in hun doen en laten. De beroepskracht draagt ideeën aan voor het vrij spel voor de kinderen en verzorgt de spullen die nodig zijn voor het maken van de raamdecoratie. De kinderen reageren enthousiast op haar voorstellen. Persoonlijke competentie Observatie-criterium uit het veldinstrument: De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars kennis en kunde. Observatie Het maken van de raamdecoratie en het opbouwen van de treinbaan vergt samenwerking tussen de kinderen onderling. De beroepskracht begeleidt dit proces en ziet er op toe dat gebruik wordt gemaakt van de kwaliteiten van ieder kind. Conclusie 4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Uit de observaties door de toezichthouder is gebleken dat de uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Observaties
5 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn pedagogisch medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gecontroleerd of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de vaste beroepskracht is gecontroleerd. Conclusie De verklaring omtrent het gedrag is geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Het diploma van de vaste beroepskracht is ingezien. Conclusie De beroepskracht beschikt over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. De buitenschoolse opvang bestaat uit één groep van maximaal twintig kinderen van 4-12 jaar. De huidige groep bestaat uit maximaal acht kinderen. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van de maand april en tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Gebruik van de voorgeschreven voertaal In het kindercentrum wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskracht) Observaties Presentielijsten (april 2015) Personeelsrooster (april 2015)
6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. De risico-inventarisaties worden uitgevoerd door de vaste beroepskracht en de locatiemanager. Daarna wordt een actieplan opgesteld met een einddatum. De actieplannen en bijbehorende huisregels worden besproken in een gezamenlijk overleg. Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De meldcode is op locatie aanwezig en wordt besproken tijdens teamoverleggen. Gebruikte bronnen: Actieplan veiligheid (29 juli 2014) Actieplan gezondheid (29 juli 2014) Veiligheidsverslag (29 juli 2014) Gezondheidsverslag (29 juli 2014) Agenda teamoverleg
7 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om de inrichting van de ruimten. Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De opvang heeft de beschikking over een eigen, vaste ruimte. In de ruimte zijn verschillende hoekjes ingericht. Er is ook een kookeiland waar onder begeleiding gebruik van wordt gemaakt. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De opvang maakt gebruik van het speelplein van de basisschool. Deze biedt voldoende variatie voor spel en ontspanning. Er kunnen tegelijkertijd verschillende activiteiten worden ondernomen. Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Ouderrecht
Oudercommissie Momenteel heeft één ouder van buitenschoolse opvang De Parel zitting in de gezamenlijk oudercommissie van De Parel en De Regenboog. De houder heeft de volgende acties ondernomen om een oudercommissie voor de locatie in te stellen:
Flyer op locatie Oproep via nieuwsbrieven Oproep tijdens de ouderavond Oproep via verslag van de ouderavond
De inspanningen hebben vooralsnog niet geleid tot een volwaardige oudercommissie voor buitenschoolse opvang De Parel. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. Boersema) Notulen oudercommissie Nieuwsbrieven Presentatie ouderavond Verslag ouderavond Flyer oproep oudercommissie
9 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: De Parel : 20
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting KOALAH Burgemeester de Beaufortweg 16 3833AG LEUSDEN www.koalah.nl 32136645
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 H. Duinkerken
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Amersfoort : Postbus 4000 : 3800EA AMERSFOORT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
26-05-2015 19-06-2015 23-06-2015 24-06-2015 25-06-2015
: 25-06-2015 : 25-06-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Wij kunnen ons vinden in de inhoud van het inspectierapport. We hebben er dankbaar kennis van genomen.
14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-05-2015 De Parel te AMERSFOORT