Inspectierapport
BSO Malle Möle (BSO) Nieuwendijk 22 A 6107AW STEVENSWEERT Registratienummer 156225517
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord Maasgouw 30-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 14-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang...............................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11
2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de pedagogische praktijk, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma’s en VOG’s. Beschouwing Op dinsdag 30 juni heeft er een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang (bso) Malle Möle in Stevensweert. Op deze locatie is ook een kinderdagverblijf gevestigd van dezelfde houder. Bij bso Malle Möle worden maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar opgevangen. Ze delen, op afwijkende tijden, de groepsruimte met de peuters van het kinderdagverblijf. Samenvatting observatie inspectiemiddag De interacties tussen beroepskracht en kind zijn vriendelijk en hartelijk. De energie en sfeer in de groep is ontspannen en gemoedelijk. De kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. Die middag wordt door alle kinderen een knutselactiviteit gedaan (vlinder maken), de kinderen worden tijdens het knutselen gestimuleerd en aangemoedigd door de beroepskracht. Op grond van de met de beroepskrachten gevoerde gesprekken en uit de observaties in de praktijk is gebleken dat de pedagogiek in de praktijk in orde is. Inspectiegeschiedenis In mei 2014 heeft er een reguliere inspectie plaatsgevonden, hieruit bleek dat er aan de getoetste voorwaarden werd gedaan. Voortgang Naar aanleiding van dit onderzoek kan ook geconcludeerd worden dat de houder aan de getoetste voorwaarden, die onderdeel waren van deze inspectie, voldoet. Voor meer informatie zie de toelichting in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Bij dit domein is beoordeeld of er sprake is van kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang.
Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig plaats. De houder biedt op deze locatie opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Gebruikte bronnen: Inspectierapporten
4 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Pedagogisch klimaat Bij deze inspectie is alleen een oordeel over de pedagogische praktijk gegeven. De inhoud van het pedagogisch beleidsplan is geen onderdeel van dit onderzoek geweest. Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2015). Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van vier basiscompetenties vanuit de Wet kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk:
emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.
Pedagogische praktijk De inspectie vindt op een dinsdagmiddag plaats. Er zijn in totaal vijf kinderen, één beroepskracht en een stagiaire aanwezig. Hieronder volgt de samenvatting van een veelheid aan waarnemingen die die middag zijn opgedaan. Emotionele veiligheid - De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. De interacties tussen beroepskracht en kind zijn vriendelijk en hartelijk. De energie en sfeer in de groep is ontspannen en gemoedelijk. De kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Persoonlijke competentie - De kinderen mogen bij de bso zelf kiezen wat ze gaan doen. De beroepskracht doet op een bepaald moment het voorstel om als activiteit een vlinder te gaan knutselen, alle kinderen doen hier aan mee. De beroepskracht sluit aan op wensen en ideeën van een kind bij het maken van de vlinder. Zij begeleidt een kind om zelf te (leren) kiezen en initiatief te nemen. De kinderen ontvangen tijdens het knutselen regelmatig complimenten en waardering voor hetgeen ze aan het maken zijn. Er wordt volop met elkaar gecommuniceerd, waarbij de beroepskracht goed aansluit op de gesprekken van de kinderen. De beroepskracht stimuleert de kinderen om eerst zelf iets te proberen alvorens ze de kinderen helpt. Sociale competentie - De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. De beroepskracht betrekt de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals het opruimen van spullen en het pakken van materialen om te knutselen. De beroepskracht geeft de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Normen en waarden - De beroepskracht laat respect zien voor ieder kind; er is geen sprake van discriminatie of uitsluiten. De beroepskracht legt afspraken en regels duidelijk uit aan de kinderen. Zo wordt er tijdens het knutselen geobserveerd dat een kind materiaal wil hebben van een ander kind, de beroepskracht merkt op: "Hoe vraag je dat netjes?" waarmee ze het kind er op wijst om beleefdheidsvormen (alsjeblieft en dank je wel) te gebruiken. De correcties en aanwijzingen die de beroepskrachten uitspreken naar kinderen gebeuren op een respectvolle wijze. 5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Conclusie: Op basis van de waarnemingen kan geconstateerd worden dat de pedagogische praktijk voldoet. De beroepskracht handelt conform de uitgangspunten en werkinstructies van het pedagogisch beleidsplan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan
6 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn beroepskrachten en stagiaires gecontroleerd of ze in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Van de beroepskrachten is tevens gecontroleerd of zij in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie. De beroepskracht-kindratio en de opvang in de basisgroep is gecontroleerd door middel van roosters, presentie- en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de VOG's onder de beroepskrachten en stagiaires is gebaseerd op een steekproef. Van in totaal vier beroepskrachten en twee stagiaires is de VOG beoordeeld. Uit de toetsing blijkt dat alle VOG's voldoen aan de geldende eisen.
Passende beroepskwalificatie De diploma's van vier beroepskrachten (steekproef) zijn door de toezichthouder ingezien. Van deze vier beroepskrachten kan gesteld worden dat ze beschikken over een passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao kinderopvang. Opvang in groepen BSO Malle Möle bestaat uit een groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar.
Beroepskracht-kindratio Er zijn ten tijde van het inspectiebezoek (30-6-2015) in totaal vijf kinderen, één beroepskracht en een stagiaire aanwezig. Hieruit blijkt dat er, conform het kindaantal, voldoende beroepskrachten aanwezig zijn. Op grond van de bezettingslijsten en de personeelsroosters van week 26 en 27 kan geconcludeerd worden dat er steeds voldoende personeel wordt ingezet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 26, 27) Personeelsrooster (week 26, 27)
7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang peuterspeelzalen)
Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Malle Möle : http://www.utkerreraad.nl : 16
Gegevens houder Naam houder Website KvK nummer
: Anna Jan Margaretha van Montfort : www.utkerreraad.nl : 12059334
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Maasgouw : Postbus 7000 : 6050AA MAASBRACHT
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 E Backus
30-06-2015 10-08-2015 Niet van toepassing 14-08-2015 14-08-2015 14-08-2015
: 21-08-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 BSO Malle Möle te STEVENSWEERT