Inspectierapport Aja Kabaja (KDV) Cordell Hullplaats 1 3068VA ROTTERDAM Registratienummer 231064676
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Rotterdam-Rijnmond ROTTERDAM 07-02-2014 Regulier onderzoek Definitief 25-02-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................5 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Aja Kabaja is onderdeel van Kinderopvang Bijdehand BV. De locatie bestaat uit 7 verticale groepen die worden aangestuurd door de locatiemanager. Elke groep heeft een eigen aangrenzende buitenruimte en een gezamenlijk deel buitenruimte. De locatie werkt met onderdelen uit het VVE programma Puk en Ko. Veel vaste bereopskrachten hebben een certificaat behaald om met dit programma te werken. Ook worden er wekelijks 3+ activiteiten aangeboden. Tijdens het bezoek aan de locatie heeft ook een nader onderzoek plaatsgevonden in het kader van een handhavingstraject dat door de gemeente Rotterdam is ingesteld vanwege de overtreding die tijdens het vorig regulier onderzoek is geconstateerd. De uitwerking hiervan is vastgelegd in een apart rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Kinderopvang Bijdehand BV hanteert een overkoepelend pedagogisch beleidsplan, een pedagogische werkwijze en een informatieboekje op de locatie gericht geschreven. Pedagogisch beleid Kinderopvang Bijdehand BV heeft het vierogenprincipe in algemene termen beschreven in het informatieboekje. Daarnaast heeft kinderdagverblijf Aja Kabaja een actieplan geschreven waarin zij specifiek beschrijft hoe het vierogenprincipe is vormgegeven. Tijdens het onderzoek blijkt dat het kinderdagverblijf nog een verouderde versie van het informatieboekje gebruikt, waar het vierogenprincipe nog niet in opgenomen is. Dit is teruggekoppeld aan de locatiemanager en die is in de gelegenheid gesteld om een aangepast informatieboekje toe te sturen. Op 11 februari 2014 is een aangepaste versie toegestuurd. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder aan de hand van een observatie-instrument de pedagogische praktijk geobserveerd. De observatie vond plaats op 4 van de 7 groepen tijdens kortdurende activiteiten zoals verschonen, fles geven, fruit geven en vrij spelen. Uit de observatie is gebleken dat de pedagogische praktijk voldoet aan alle voorwaarden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit: - de kinderen reageren positief op elkaar en hebben plezier met elkaar; - het welbevinden van de meeste kinderen is goed. Zij zijn ondernemend en energiek; - de beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen en de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen • Observaties • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan • informatieboekje
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Personeel en groepen Op 1 beroepskracht na die nog een tijdelijk contract had, is er sinds het vorig inspectiebezoek niemand uit dienst gegaan, waardoor op de groepen veelal vaste, bekende gezichten aanwezig zijn. Er is wekelijks inval nodig, dit zijn beroepskrachten die op andere locaties van de organistie over staan vanwege een inkrimping in kindaantal. Verklaring omtrent het gedrag In het kader van de continue screening heeft Kinderopvang Bijdehand BV voor al haar medewerkers in het vierde kwartaal van 2013 nieuwe verklaringen omtrent het gedrag aangevraagd. Deze nieuwe VOG's van de huidige vaste beroepskrachten en locatiemanager zijn steekproefsgewijs ingezien. Passende beroepskwalificatie Alle huidige medewerkers beschikken over een juiste beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Tijdens het vorig onderzoek op 8 maart 2013 is geconstateerd dat niet voldaan werd aan de beroepskracht-kindratio. Op basis hiervan is de gemeente Rotterdam een handhavingstraject gestart. Tijdens dit onderzoek is beoordeeld of de houder passende maatregelen heeft getroffen om weer te voldoen aan de eisen omtrent de inzet van beroepskrachten in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. De beoordeling en de uitwerking is vastgelegd in een apart rapport Nader onderzoek. Dit rapport is zichtbaar in het LRKP. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 7 verticale groepen. Tijdens het openen en het sluiten zijn de groepen samengevoegd met hun koppelgroep. Het komt voor dat een kind op een andere dag dan de vaste dag komt of een extra opvangdag heeft en dan kan het zijn dat die opvang plaatsvindt in een andere dan de eigen stamgroep. Dit is vooraf met de ouders overeengekomen en op een formulier ondertekent. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten • Personeelsrooster
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Veiligheid en gezondheid Kinderopvang Bijdehand BV voert jaarlijks een inventarisatie van de veiligheids- en gezondheidsrisico's uit. De protocollen/werkinstructie en richtlijnen worden terugkerend in de vergaderingen besproken. Meldcode kindermishandeling Medio 2013 heeft Kinderopvang Bijdehand BV de vernieuwde versie meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Brancheorganisatie Kinderopvang geïmplementeerd in de organisatie. De kennis van de medewerkers wordt bevordert door jaarlijks een training over dit onderwerp te organiseren. Medewerkers weten welke stappen zij moeten volgen indien zij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld hebben. Vierogenprincipe Het vierogenprincipe is op de locatie ingevoerd en staat beschreven in het informatieboekje en in een intern actieplan. De oudercommissie heeft inspraak gehad over de invoering van het vierogenprincipe tijdens de vergadering op 21 mei 2013. De ouders zijn geïnformeerd via de nieuwbrief van juni 2013. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen Notulen oudercommissie • • Meldcode kindermishandeling • informatieboekje • actieplan 4ogenprincipe
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Ouderrecht Kinderopvang Bijdehand BV heeft een eigen website waar ouders worden geïnformeerd over onder andere de inspectierapporten. Voor aanvang van de opvang vindt een intake gesprek plaats waarin ouders specifiek over de locatie geïnformeerd worden. Aja Kabaja verspreidt periodiek nieuwsbrieven onder de ouders. Oudercommissie Uit de vragenlijst van de oudercommissie blijkt dat zij het afgelopen jaar over diverse onderwerpen advies hebben uitgebracht en dat de oudercommissie alle informatie tijdig heeft ontvangen om tot een advies te komen. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Notulen oudercommissie • • Informatiemateriaal voor ouders Website •
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Beroepskracht-kindratio Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Aja Kabaja http://www.kov-bijdehand.nl 84 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kinderopvang BijDeHand BV Spoorhaven 10 18 2651AV BERKEL EN RODENRIJS www.kov-bijdehand.nl 41135920
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 F.M.M. Bakker
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: ROTTERDAM : Postbus 70014 : 3000KS ROTTERDAM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
07-02-2014 21-02-2014 Niet van toepassing 25-02-2014 25-02-2014
: 25-02-2014 : 18-03-2014
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder wordt nog in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 07-02-2014 Aja Kabaja te ROTTERDAM