Inleiding Gerrit Jan de Bruyn Stad en natuur zijn voor ons gevoel vaak twee onverenigbare uitersten in ons bestaan: we wonen en werken in de stad, een door mensen gemaakte steenwoestijn, en in onze vrije tijd trekken we de natuur in, bossen, duinen, waddenzee, waar we liefst zo min mogelijk sporen van menselijke invloed willen zien. Maar zoals er in ons land geen natuur te vinden is zonder menselijke invloed, zo is er ook geen stad zonder natuur en wie Leiden een beetje beter kent weet die natuur in de hele stad te vinden. Zo'n kleine duizend jaar geleden waren de natuurlijke omstandigheden aan de Rijnmond zo gunstig dat er een snel groeiende nederzetting ontstond. De combinatie van de voor handelsverkeer geschikte Rijn en strandwallen en een stelsel van getijdenkreken zoals Vliet, Mare, Zijl, Korte Vliet en Roomburger Wetering vormde de natuurlijke basis voor de groei van een van de oudste en belangrijkste Hollandse steden. De oernatuur die de ontwikkeling van de stad mogelijk maakte moest door diezelfde ontwikkeling wijken: waar eens ooibossen groeiden staat nu een stadhuis en Vliet en Mare zijn voor een groot deel gedempt. Maar juist als mensen de natuur om zich heen zien verdwijnen neemt hun behoefte toe om zich te omringen met iets natuurlijks. Waar en wanneer zich de gelegenheid ook voordeed, of het nu om een Burchtheuvel, een ramp met een kruitschip of een gesloopte stadswal ging: overal werden er groene perkjes gemaakt en bomen geplant. Bij latere grote stadsuitbreidingen werd welbewust grond gereserveerd voor grotere parken zoals de Leidse Hout en Polderpark Cronesteyn. En nog weer later gingen bewoners van smalle, boomloze straten en steegjes ertoe over om wat straatstenen voor de gevel weg te halen en geveltuintjes te creëren. Zo is Leiden geworden tot een bonte mengeling van oude en jonge geschiedenis en oude en jonge natuur. Zo kunt u langs rivier en kreken, singels en grachten genieten van bomen, planten, paddenstoelen en vogels, die hun plek hebben gevonden tussen de mooie en minder mooie oude en moderne gebouwen die onze stad rijk is. In Leiden is het nog steeds lekker lopen en met dit boekje in de hand kunnen we nog veel nieuwe schatten ontdekken.
Wandelingen door het centrum Tijdens deze twee wandelingen maakt u kennis met de stadsnatuur van de Leidse binnenstad. De eerste route, Van hofje tot Hortus, beschrijft de mooie plekjes binnen de singels. De tweede route, Slingeren langs de singels, volgt de historische buitenring van de stad. Op ieder punt in de wandeling kunt u van route wisselen. Maar eerste een stukje historie, bezien vanuit ‘natuurlijk perspectief’. Historie Leiden ontstond ongeveer 1000 jaar geleden op de hoge oevers van de Rijn, op een knooppunt van rivier en oude getijdenkreken als de Mare en de Vliet. De oude binnenstad van Leiden is op de kaart goed herkenbaar aan de singels. Deze vorm werd definitief met de stadsuitbreiding van 1659, na zes eerdere stadsuitbreidingen. Lange tijd lag de stad als een versterkte burcht met hoge muren midden in het polderland. Door de opmars van de kanonskogel werden de muren lager en dikker en versterkt met aarden wallen. Vanaf uitspringende bolwerken kon men de vijand bestoken die tot de stadsmuren was genaderd. Bij het oprukken van de Spanjaarden in 1572 en in het rampjaar 1672 werd – om een vrij schootsvel te krijgen en geen schuilplaats aan de vijand te bieden – alles buiten de vesten met de grond gelijk gemaakt. Kloosters, herbergen, korenmolens, boerderijen, maar ook bomen en struiken. Alleen de tuintjes die de stedeling van voedsel voorzagen, bleven gespaard. De bloeiende lakennijverheid bracht in de Gouden Eeuw volop werk en welvaart in Leiden, waardoor de bevolking enorm groeide. Aan het eind van de eeuw woonden binnen de singels maar liefst 70.000 inwoners. Op de tuin van de Burcht en enkele tuinen van rijke bewoners van het Rapenburg na was er nauwelijks een open stukje te bekennen. Op de wallen en bolwerken verrezen korenmolens, stonden droogramen voor lakens en begroef men de slachtoffers van de pestepidemieën. In de 18de eeuw ging het economisch minder goed met Leiden. De lakennijverheid had zijn top gehad en de bevolking nam af. Er kwam ruimte in de stad: de singels kwamen steeds meer ‘vrij’ en werden langzamerhand een geliefde wandelroute voor de stadsbewoners. Paden werden omzoomd door bomen en leidden langs kleine buitenplaatsjes, theekoepels, oude blekerijen en moestuinen. Bij de stadspoorten stonden herbergen waar je een glaasje kon drinken en naar het drukke verkeer van karossen, diligences en trekschuiten kon kijken. In de 19de eeuw kwam er toch weer ruimtegebrek en werden de oude vestingwallen gesloopt om plaats te maken voor fabrieken, kazernes, uitbreidingen van de universiteit en begraafplaatsen. De fabrieken lagen vooral aan de noord- en de oostkant van de stad, in de buurt waar vanouds de arbeiders woonden. Daar ontstonden ook de eerste arbeiderswijken buiten de singel. De rijke stedelingen kozen de op het zonnige zuiden gelegen singels als woonomgeving. Ze bouwden er grote huizen, terwijl de stadswal werd ingericht als park: het Plantsoen. Aan de westkant mocht de Hortus Botanicus op de stadswal uitbreiden. Aan het eind van de 19de eeuw kreeg Leiden stukken van Zoeterwoude, Oegstgeest en Leiderdorp toegewezen en kon de stad buiten de singels bouwen voor haar bewoners. De singels waren niet langer de grens van de stad en kwamen door het verdwijnen van een aantal fabrieken in de 20ste eeuw vrij voor andere functies. In het laatste kwart van deze eeuw ontstonden het Huigpark, Ankerpark, Park de Put, Rembrandtpark en Bleekerspark. Ook op kleinere plekjes tussen deze parkjes is het groen uitgebreid en zijn openbare paden aangelegd en Begraafplaats Groenesteeg is in 1995 openbaar toegankelijk geworden. De singels kregen het karakter dat we nu kennen: een groene ring om het historische stadscentrum.
Van hofje tot Hortus Hans Adema De wandelroute Van hofje tot Hortus loopt vanaf Naturalis, maar u kunt de route ook oppakken bij het station Leiden Centraal of Molen de Valk. Ga vanuit Naturalis rechtdoor de museumtuin in. Aan uw rechterhand staan twee kunstwerken van de in 2004 overleden Leidse beeldhouwer Frans de Wit. Het zijn twee stukken stam van de bruine beuk die tot 1987 in de voortuin van de Hortus stond, maar die is geveld door de reuzenzwam. De bedoeling van de kunstenaar is dat deze stammen tot stof vergaan. Dat proces wordt versneld door paddestoelen die op het dode hout groeien, zoals de kogelhoutskoolzwam, het elfenbankje, de grijze gaatjeszwam, de bloedsteelmycena en de dakloze huiszwam en de kelderzwam. In de rietkragen van de vijver zijn veel vogels te zien. Er broeden zwanen, futen, meerkoeten, waterhoentjes en soms zijn er zelfs kleine karekieten, bosrietzangers en sprinkhaanzangers te horen. Steek de brug met de walvisribben over en ga rechtsaf; volg enige tijd de bordjes Centraal Station langs de EHBO-post en de parkeergarage van het LUMC. Dit is even een saai stukje; wees alert op het bouwverkeer en de spoedeisende ambulances. Loop door het station en ga bij het verlaten van de stationshal rechtdoor langs de linkerzijde van de Stationsweg. Steek de singel over en ga gelijk linksaf, voor het Stadscafé Van der Werf langs het Kiekpad op. Hier staat een monument voor de Leidse fotograaf David Israël Kiek, die aan het eind van de 19de eeuw studenten fotografeerde. Zijn foto’s kregen al snel de naam ‘kiekjes’. In het park groeit in het voorjaar veel speenkruid. Verder staan hier ondermeer fraaie oude vlieren, enkele berken en een treurwilg. In het water zwemmen stadsganzen (vaak diverse soorten door elkaar), futen en soms ook kuifeendjes. Als u geluk hebt ziet u aalscholvers die hun vleugels drogen, terwijl ze op de afzetting rond de fontein staan. Loop langs het oorlogsmonument en ga via het doorsteekje richting Molen de Valk. Dit is een oude korenmolen waar nu een museum is gevestigd. De heuvel is in het voorjaar geel gekleurd door het speenkruid. Steek bij de molen de Lammermarkt over en ga deze linksaf op. Na enkele meters rechtsaf de Lange Scheistraat in. Aan uw rechterhand passeert u de zijkant van het Stedelijk museum de Lakenhal. Met een beetje geluk staat de poort open en kunt u een blik in de tuin werpen. Steek aan het eind van de steeg het water van de Oude Singel over en loop de Lange Lijsbethsteeg in. Langs het water van de Oude Singel en de Oude Vest staan veel linden, in de binnenstad een beeldbepalende boom. Alle huizen in de Lange Lijsbethsteeg hebben vuurdoorns tegen hun gevel die de nauwe straat ‘s zomers en ‘‘s winters veel kleur geven. Halverwege de Lijsbethsteeg vindt u het Elizabethgasthuishof, met een mooie kapel, een pleintje met platanen en verderop een pleintje waarop achtertuintjes uitkomen: dit is het domein van mezen en merels. Loop de Lange Lijsbethsteeg uit en ga richting Sionsteeg, lang het museum Boerhaave (met een fraaie binnentuin:dus loop vooral naar binnen). Loop via de Lange Sint Agnietenstraat naar het Vrouwenkerkplein. Hier zijn nog enkele restanten zichtbaar van de middeleeuwse Onze Lieve Vrouwekerk: op de ruïne groeien enkele muurplanten zoals muurvarentjes. Loop over het plein en ga rechtsaf de Vrouwenkerkkoorsteeg in - let op het muurgedicht aan het einde van de steeg - en vervolg uw weg linksaf de Haarlemmerstraat op. Na het passeren van de Hartebrugkerk gaat u rechtsaf de Donkersteeg in. Kijk aan het einde van de steeg over de groene reling rechts. Hier staat een pijler in het water met een fraaie begroeiing van muurvarens en eikvarens. Op dit punt komen de beide armen van de Oude Rijn, die zich in Leiderdorp heeft gesplitst in Oude en Nieuwe Rijn, weer samen. Loop over de brug linksaf de Oude Rijn op. Hier staan linden waaronder in de herfst veel paddestoelen als de krulzoom en diverse soorten vaalhoeden groeien. Ga rechtsaf door het hek het Van der Sterrepad op. U komt nu op de Burcht, het oudste bolwerk van de stad en tevens Leidens oudste ‘stadspark’. De ronde ringmuur dateert van 1065. Er zijn nog restanten te zien van een donjon of woontoren, maar het is niet bekend hoe die er uit zag. De Burcht was een vluchtoord bij overstromingen en bij aanvallen. Vanaf de Burcht heeft u een majestueus uitzicht over de stad. Meest opvallende boom op de Burchtheuvel is een grote bruine beuk van ongeveer 180 jaar oud. Loop nu linksom het langzaam omhoog klimmende pad op. Tegen de achtergevels van de huizen van de Nieuwe Rijn groeien in de zomer veel gele helmbloemen. Deze plant is inheems in Zuid-Limburg, en hier in Leiden inmiddels ingeburgerd op oude muren en in stadstuintjes. In de Burcht staan twee beuken en een gezonde iep, een van de weinige die de stad nog rest na de iepziekte-epidemie van de vorige eeuw. Ze staan op een verhoging die is ontstaan bij het afgraven tijdens
de restauratie van 1965-1970 van door huisvuil opgehoopte grond. De laatste restauratie vond plaats in 1996. Toen is het afschermende hek onderaan de heuvel vernieuwd en heeft de omloop op de ringmuur een moderne leuning gekregen. Ook is er een podium en avondverlichting gekomen voor theatervoorstellingen die hier ’s zomers plaatsvinden. Deze elementen hebben in opdracht van de Rijksdienst voor Monumentenzorg geen historisch uiterlijk gekregen, maar geven het tijdsbeeld van de twintigste eeuw weer. In vroeger tijden schijnen er zelfs hertjes op de heuvel te hebben rondgelopen, maar tegenwoordig moet u het doen met kleinere stadsgasten, zoals de dwergvleermuis of de gierzwaluw. Bij de Burcht zijn enkele terrassen waar u iets kunt gebruiken, en ook de Burchtheuvel zelf is een heerlijke plek om even in het gras te liggen. We verlaten nu de Burcht en lopen door de poort rechtdoor de Nieuwstraat in. Voor de Openbare bibliotheek staan fraaie lei-linden. Links ziet u de Hooglandse Kerk erboven uit steken, waarvan de bouw in 1377 begon (de kerk is nooit afgebouwd). Ga rechtsaf de Beschuitsteeg in. Links ziet u een mooi gerestaureerd huis uit de zestiende eeuw, dit is het Pilgrim Fathers museum(pje), alleen geopend op zaterdag. Bij het laatste huis rechts is een rooster waaronder niervarens en gele helmbloem groeien. Steek rechtdoor de Nieuwe Rijn over en vervolg de wandeling linksaf. Ga aan het eind van de Botermarkt rechtsaf het Gangetje op. Het Gangetje is de overkluizing van de gracht die het Rapenburg en de Rijn verbindt. Boten (zelfs vrij grote) kunnen er onderdoor varen. Ga rechtdoor de Steenschuur op, steek links de brug over en ga direct rechtsaf het Van der Werfpark in. Aan de overzijde van het water staat de Lodewijkskerk. Deze is oorspronkelijk gewijd aan St. Jacobus van Compostella en als u goed naar de mantel van het beeld van St. Jacobus boven de deur kijkt, is duidelijk te zien dat dit een mantelschelp, een Coquille St. Jacques voorstelt. Halverwege het Van der Werfpark ziet u op de kademuur aan de overzijde van het water een gedenksteen voor de ramp met het kruitschip. Hier explodeerde op Koppermaandag (een niet meer bestaande feestdag) 12 januari 1807 het kruitschip, waarbij een hele stadswijk opgeblazen werd en vele doden vielen. De grote open ruimte die hier was ontstaan, bleef lange tijd onbebouwd (oude Leidenaren noemen het park nog steeds ‘de ruïne’). Aan de parkkant werd later het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie gebouwd en aan de overzijde van het water het Kamerlingh Onneslaboratorium (sinds 2004 de juridische faculteit). Het oude Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, dat is verhuisd en herdoopt tot Naturalis, is nog altijd een dependance van Naturalis. Door de ruiten kunt u de reusachtige walvisskeletten zien hangen waarvoor in het nieuwe Naturalis geen plaats is. Aan het eind van het park groeien op de kademuur (over het hekje buigen) veel muurvarens en enkele muurleeuwenbekjes. In het park staan veel fraaie bomen: moerascipres, treurwilg, plataan, taxus en paardekastanje. Vooral op een lentemorgen is de zang niet te missen van boomkruipers, winterkoningen, roodborsten, merels en vinken. Vanaf het Van der Werfpark kunt u weer rechtsaf de brug over en gelijk links, het Rapenburg op. Ook hier staan linden langs het water. In de herfst zijn er veel paddestoelen te zien, waaronder zelfs de vliegenzwam die niet vaak in stedelijk gebied te vinden is. Lopend op het Rapenburg passeert u ter hoogte van nummer 76 de oude Universiteitsbibliotheek, tegenwoordig het bestuursgebouw van de universiteit. Tijdens kantooruren kunt u de fraaie tuin van het Begijnhof bezichtigen. Het gebouw en de tuin zijn in 1998 gerestaureerd. Wanneer u verder langs het Rapenburg loopt, ga dan bij de volgende brug het water weer over. Wanneer u achterom kijkt heeft u een fraaie blik op de Pieterskerk, gesticht in 1121. Aan de overzijde van bereikt u al snel het Academiegebouw op nummer 73. Achter de ronde poort is de ingang van de Hortus botanicus . Hier kunt u uw wandeling onderbreken met een bezoek aan de tuin. Ook kunt u hier de overstap maken naar de singelroute. De voortuin van de Hortus is vrij toegankelijk. Aan beide zijden van de poort staan de twee oudste bomen van de Hortus: een door Clusius zelf geplante Gouden Regen uit 1601 en een Tulpenboom uit 1715. Beide zijn vermoedelijk de oudste exemplaren ter wereld van hun soort. Na de Hortus gaat u linksaf weer het Rapenburg op en linksaf de Doelensteeg in. Halverwege rechts is het Hofje Eva van Hoogeveen een bezoek waard, maar respecteert u alstublieft de privacy van de bewoners. Achter het hofje is het fraaie silhouet te zien van een monumentale beuk. Aan het eind van de Doelensteeg rechtsaf de Doelengracht op. Voor de gevels zijn kleine geveltuintjes met opvallend veel geelwitte helmbloem en met de Leidse gevelplant bij uitstek: de stokroos. Aan het eind van de Doelengracht kunt u links en daarna rechts twee bruggetjes over en direct links de Groenhazengracht op. Rechtdoor over het terras van de Grote Beer. Het lijkt misschien niet zo, maar dit pad is openbaar dus u kunt doorwandelen. Op het terras is het ’s zomers goed toeven. Daarna langs het water naar rechts. Hier staan monumentale bomen zoals paardekastanje, beuk, moerascipres, een oude appel of peer een plataan en een trompetboom. In het water zwemmen futen en andere watervogels. In de zomer bloeien er volop witte waterlelies (met ronde drijfbladeren) en gele plomp (met ovale drijfbladeren) Onder de poort door van het
Boerhaavecollege en het Noordeinde oversteken. Volg het paadje naar links het Rembrandtpark in en loop langs het water. Aan de wilgen en populieren hier is goed te zien dat het een geliefde hondenuitlaatplek is: de algengroei op de stammen houdt vijftig centimeter boven de grond op, de algen zijn namelijk niet bestand tegen hondenpies. De enige boom die dankzij een hekje het lot van piesende honden niet is beschoren, is een Julianalinde. Deze is geplant op 30 april 1909. In de winter zijn aan de takken van de wilgen veel wilgenroosjes te zien, een door een mug veroorzaakte rozetvormige gal. In het water van het Galgewater zwemmen altijd veel vogels; de laatste jaren opvallend veel aalscholvers. In strenge winters bivakkeren hier vaak grote zaagbekken, nonnetjes, kuifeenden en dodaarsjes. Aan het eind linksaf de brug over richting molen De Put. De bewoner van het huis bij de brug heeft een ingenieuze manier bedacht om graffiti tegen te gaan. Zijn muur is dichtbegroeid met klimop en wingerd en die is daardoor ook een goede plek voor huismussen. Het parkje bij Molen de Put is nog erg jong en in ontwikkeling, maar er staan wel enkele fraaie bomen zoals een grillig gevormde Kaukasische vleugelnoot. Langs de huisjes van de oude Doelenkazerne de straat oversteken met rechts de Morspoort, één van de twee overgebleven stadspoorten. Steek de singel over en loop langs de Morssingel met de kastanjes. Aan de overzijde van het water ligt het Rijksmuseum van Volkenkunde met een grote, vrij toegankelijke museumtuin. De weg vervolgen onder het spoor door, voorbij de ambulancedienst rechtsaf de oprijlaan van Naturalis op. Hier eindigt deze wandelroute.
Slingeren langs de singels Nanda van Beest, Sjaak van Rijn U begint bij een van de blikvangers van Leiden: molen De Valk. Deze oude korenmolen uit 1753 is thans een museum. Op de windwijzer van de molen ziet u de Leidse sleutels met daarop een ‘gouden’ valk. Vanaf de molen loopt u naar de Rijnsburgersingel met de fontein en loopt u langs het Bevrijdingsmonument naar het Kiekpad. Schuin rechts naast het monument staat een stevige eik en in het park ervoor een esdoorn. Steek aan het eind van het Kiekpad schuin de brug over naar de Morssingel. Aan de overkant van het water ziet u het Rijksmuseum voor Volkenkunde. Na de verbouwing eind 1990 is de museumtuin opengesteld voor het publiek. Loop aan de buitenkant van de Morsingel langs het water richting molen de Put tot aan de Morspoort. Misschien treft u langs de Morssingel een troepje stadsganzen aan dat verantwoordelijk is voor het korte gras. Eerst ziet u nieuw aangeplante en later ook monumentale paardekastanjes langs het water. U bereikt de Morspoort over de ophaalbrug. Zowel de Morspoortbrug als de Morspoort zijn versierd met het Leidse wapen. Op het pleintje aan de stadskant van de poort staan naast een overblijfsel van de Morspoortkazerne twee leilinden. Links van de leilinden wandelt u rechtsaf de 1e Binnenvestgracht in naar Park de Put, genoemd naar de molen die er op een stenen bolwerk aan het Galgewater staat. Midden in het parkje staat een kastanje, langs de rand aan de rechterkant vindt u enkele veldesdoorns en achter het Indiëmonument staat een Kaukasische vleugelnoot. Steek het Galgewater over via de houten, dubbele ophaalbrug, de Rembrandtbrug uit 1983. Staande op de brug heeft u een prachtig uitzicht. Kijkt u in de richting van het centrum, dan ziet u links de trapgevel van de Stadstimmerwerf. Sinds 1616 werden hiervandaan de openbare werken van de gemeente verricht. Nu is het verbouwd tot ouderenwoningen. Kijkt u naar de andere kant, dan ziet u behalve het Galgewater (eigenlijk een stukje van de Oude Rijn) schuin links het hoofdgebouw van de voormalige Kweekschool voor de zeevaartschool (1914). Loop de Weddesteeg in. U ziet links een mooie antigraffiti-muur: een hekwerk met klimop en wilde wingerd. In de eerste woning zit een gedenksteen die aangeeft dat hier Rembrandt van Rijn is geboren. Steek het pleintje tegenover de gedenksteen over. Hier staan een paar prachtige elzen. Het pleintje is versierd met een palet van panelen, een verwijzing naar Rembrandt. Rechts de opgemetselde fundering van de korenmolen uit de 17de eeuw van de vader van Rembrandt. U volgt het wandelpad langs het water. Het parkje waarin u terechtkomt, is genoemd naar de beroemde schilder. Op de hoek staat een treurwilg en in de tuin aan de overkant van de singel is een indrukwekkend exemplaar te zien. Lang het water zijn verder gewone wilgen geplant. Vlakbij de uitgang aan het Noordeinde bevinden zich enkele rode kastanjes. Let op het stuk stadsmuur dat in de zijgevel van de Witte Poortkazerne zichtbaar is. Steek het Noordeinde over. Aan de overkant van het Noordeinde staat het Stedelijk Gymnasium. Ga de poort door onder de glazen gevel en loop het tweede deel van het Rembrandtpark in. Van daaruit ziet u de rug van het standbeeld van Rembrandt aan de overkant van de Witte Singel. Hij kijkt naar het voormalige gebouw van het Leidsch Dagblad uit 1916, een ontwerp van architect W.M. Dudok (1884 -1974). In het parkje staan twee beuken, twee kastanjes, een plataan, een moerascipres en een oude fruitboom. In het water en langs de oever groeien de gele lis, de gele plomp en de waterlelie. Vervolg uw weg langs het terras van eetcafé De Grote Beer en ga linksaf en direct rechtsaf de Kazernebrug over. U bent nu op het Arsenaalplein, het voormalige Doelenterrein, waar zich vroeger de Doelenkazerne bevond (het terrein waar de schutterij oefende heette De Doelen). Daaraan herinnert nog slechts het Arsenaal (links). Rechts ligt een plein omzoomd door linden. Rond 1980 zijn op dit terrein naast woningen universitaire gebouwen neergezet evenals aan de overkant van de Witte Singel. Loop rechtdoor door een poortje in het gebouw met het betonnen skelet (onder het bordje Arsenaalplein). ( Wanneer het hek gesloten kunt u niet door de tuin lopen maar moet u linksom het gebouw lopen ) Via de Reuvensplaats komt u weer aan de oever van de Witte Singel. De Witte Singel is genoemd naar de bleekvelden aan de zuidkant van de stad. Langs het water en langs het gebouw met de roosters nadert u een rustieke brug met boomstammetjes, de Paterburg. Aan het water ziet u weelderige oeverbegroeiing van groot hoefblad, wilgen en bamboe. Aan de overkant staan langs het water vooral kastanjes met hier en daar een paar linden. Het pleintje aan de overkant, bij de Universiteitsbibliotheek, is beplant met bolvormige platanen. Als u rechtdoor zou kunnen lopen, zou u in de Hortus botanicus terechtkomen. Een muur verhindert dat, zodat u een ommetje moet maken. Sla daarom linksaf het Paterstraatje in. U stuit op een tuinmuur waarachter de glazen kas van de Hortus zichtbaar is. De muur zelf is begroeid met onder andere muurleeuwenbek, muurpeper en rode spoorbloem. In de loop der tijd worden baksteen en voegen poreus en zacht door de inwerking van vocht, temperatuur, bacteriën en schimmels. Dan verschijnen er korstmossen en mossen,
waarna typische rotsplantjes als muurleeuwenbek en muurvarens hun intrede doen. Als de houten deur hier openstaat, kunt u via het restaurant van de Hortus botanicus de wandeling naar het Rapenburg vervolgen. Een bezoek aan de Hortus is natuurlijk aan te bevelen. Is het poortje gesloten, ga dan links langs de muur en sla de eerste steeg rechtsaf: de Doelensteeg. Als u de Doelensteeg uitloopt, komt u op het statige met linden bezette Rapenburg. Sla hier rechtsaf. Het Rapenburg is de oudste vestinggracht van Leiden, gegraven in 1204. Vroeger was de gracht aan weerszijden beplant met iepen. Deze sneuvelden in de vorige eeuw door de iepziekte. In de 18de en 19de eeuw was het bij gemeentewet verboden om linden langs de gracht aan te planten. Dit vanwege hun aantrekkelijkheid (stuifmeel en nectar) voor bijen. De bijen waren een gevaar voor de paarden die de ruituigen trokken: een steek zou ze op hol doen slaan. Toen paarden uit de stad verdwenen, konden linden dus de zieke iepen vervangen. Loop langs de ingang van de Hortus en het Academiegebouw van de Universiteit Leiden op nummer 73. Direct na het Academiegebouw gaat u weer rechtsaf de Nonnensteeg in; let op de haiku [helaas is het bordje met de vertaling verdwenen]. U loopt met de weg mee linksaf, de 5e Binnenvestgracht op. Rechts ziet u achter het hekwerk de Hortus weer. Op nummer 7a vindt u de Hortus Clusianus uit 1594. Deze eerste studietuin begon met een combinatie van exotische planten (zoals tulpen, hyacinthen en tomaten) en inheemse en nuttige/medicinale gewassen. De tuin moet grote indruk hebben gemaakt op de eerste bezoekers ervan. Ook nu nog is de tuin een lust voor oog en oor. De tuin is soms open (let op: de deur kan klemmen). Eenmaal uit de Clusiustuin vervolgt u linksaf uw weg en ziet u recht vooruit de bol van de Sterrenwacht. Voor nummer twaalf gaat u linksaf de Zeegersteeg in (let op: pas verderop in de steeg zit het bordje!). Hier vindt u rechts het St. Annahofje uit 1503. Rechts voor de ingang staat een vijgenboom die vruchten draagt. Aan het einde van de Zeegersteeg komt u op de Kaiserstraat, waar u rechtsaf slaat. U vindt hier naast de witte esdoorns aan de rechterhand twee hofjes, waar de bewoners vaak aan het tuinieren zijn: het Bethaniënhof en het Jeruzalemshof. U kunt via het Bethaniënhof doorlopen naar het Jeruzalemshof en zo weer aansluiten op de Kaiserstraat. Even verderop, op nummer 63, is het Instituut voor Evolutionaire en Ecologische Wetenschappen en de oude Sterrenwacht. Aan het einde van de Kaiserstraat gaat u net voor de brug linksaf de Boisotkade op. U loopt dan langs het Gemeentearchief en kunt vanaf de Vlietbrug van het uitzicht genieten. De Geuzen kwamen hier in 1574 de stad binnen. Op de Vlietbrug heeft u aan de stadskant een prachtig uitzicht over de Vliet met dwars daarop de bebouwing van het Rapenburg met een deel van de Pieterskerk daarachter. De dichtheid van de bebouwing, de allure van de huizen en de diversiteit aan bouwstijlen en dakvormen geven dit deel van Leiden de uitstraling van een welvarende stad uit de Gouden Eeuw. U ziet links het nieuwe deel van het gemeentearchief en het door beeldhouwer Gert van der Woude ontworpen bronzen Pilgrimbeeld met daarvoor een plaquette met de namen van de Pilgrim Fathers en de tekst: "Vanaf hier vertrokken de Pilgrims uit Leiden op weg naar de Nieuwe Wereld, 1620 - 1647." Op de overgang tussen het oude archief en het nieuw aangebouwde deel staat het jaartal van de aanbouw en dus de ‘geboorte’ van het ‘nieuwe’ archief: 1995. Voor de entree liggen natuurstenen met daarin gegraveerd de namen van de ongeveer 4000 kinderen die in 1995 Leiden in zijn geboren en in het natuurstenen muurtje voor de ingang lezen we de filosofische tekst: "Wie zoekt wat zich hier laat vinden, zal blijven". Al deze elementen zijn speciaal voor het archief ontworpen door de Leidse kunstenaar Jan Kleingeld. Rechts een aantal relatief nieuwe woningen in rode steen aan het Consciëntieplein. Op deze plek stond in de veertiende eeuw de Ridderhofstede van de heer van Raaphorst: de Rapenburg. Aan deze familie en hun hofstede dankt het huidige Rapenburg haar naam. In het schuine aflopende talud staat een grote populier, vier jonge kastanjebomen en een Japanse kers. Langs de Vliet staan aan beide zijden linden, in het talud naar het bronzen beeld staan vlinderstruiken, sneeuwbes, rozenbottels en wat hoger een boom met een schors met lichte verticale strepen: de hemelboom. Aan de singelkant van de brug kijkt u over de Witte Singel en de Zoeterwoudse Singel. U ziet daar het vervolg van de Vliet: het water passeert de Neksluis bij de brug over de Witte Singel met ingemetselde Leidse sleutels en het jaartal 1936, het jaar van de plaatsing van de vernieuwde brug. De sluisdeuren aan het bruggetje zijn zo gebouwd dat ze het water uit de Singel tegenhouden zodat het niet via de Vliet naar het achterliggende polderland kon stromen. Door de ontginning van het veen in de achterliggende polders kwam de omgeving van Leiden zo laag te liggen dat het nodig was via kunstwerken als dit sluisje het Rijnwater binnen de stad te houden. In het water van de Vliet en de Singel kunt u vast meerkoeten, futen, ganzen en wilde eenden zien zwemmen, bovendien kunt u hier vaak de kokmeeuw, de zilvermeeuw, de mantelmeeuw en de blauwe reiger zien. De Waterlelie en Gele Plomp zijn een groot deel van het jaar in de singel aanwezig. De grote bomen langs de Witte Singel voor het archief zijn witte esdoorns, wat lager aan de waterkant staat een flinke Es. Loop de Vlietbrug af richting de Doezastraat. Langs de landelijk aandoende huizen met houten balkons en een ligusterheg aan de Singelzijde met daarachter prachtige essen. Voor de ligusterheg aan de linkerzijde, na het
laatste huis, is een aparte groeiplaats voor Vingerhoedskruid ontstaan. Steek de Doezastraat over en loop via het zebrapad over het trottoir aan de rechterkant van de Jan van Houtkade langs het water. Op de hoek bij de bank voor de Koepoortsbrug (de naam verwijst naar de stadspoort die hier vroeger stond) staat aan de waterkant een stevige, gedrongen paardekastanje met veel knoesten en een stuk ingegroeide staalkabel. Deze boom is zo’n tien jaar geleden bij de reconstructie van het stationsgebied hier naar toe verplant. De rij kastanjes vormt net als veel andere bomenrijen in de stad een belangrijke rust-, nest- en foerageerplaats voor vogels. Van de aanwezigheid van vogels zijn veel sporen te zien, onder andere de vele vlierstruiken, die als zaadje zijn uitgepoept en dus eigenlijk door de vogels zijn geplant. Loop over het trottoir van de Jan van Houtkade langs de statige kastanjes in het talud van de Zoeterwoudse Singel. Op een gegeven moment kunt u links de Jacobsgracht in kijken, met op het eind het voormalige Natuurhistorisch Museum. Bij de parkeerautomaat is het aardig even naar beneden aan de waterkant te speuren naar de restanten van de waltoren Bourgondië. Loop vervolgens door tot aan de waltoren Oistenrijck (beide torens zijn vernoemd naar Maximiliaan van Habsburg, keizer van Oostenrijk, die in 1478 trouwde met Maria van Bourgondië). In het talud naar het water staan volop wilde planten: gevlekte aronskelk, speenkruid, sneeuwklokjes, vingerhoedskruid, fluitenkruid, zuring, harig wilgenroosje, braam en vlier. Naast de toren groeit een door vogels ‘geplante’ Taxus. Steek bij de bloemenstal de Jan van Houtkade over en vervolgens de Korevaarstraat en de Geregracht over naar het Plantsoen. Binnen het perk van het monument voor Leidens ontzet groeit een Japanse Kers en ook staat er een flinke esdoorn. In het Plantsoen aan het water zie je drie grote platanen op een rij. Vlak voor het lage hekje bij het stenen gemaal staat een Japanse notenboom. Vervolg uw route via het pad langs het water richting de volière. Het Plantsoen is aangelegd in 1830 en was (als we de Burcht niet meetellen) het eerste echte kijkgroen dat voor de Leidenaar werd aangelegd binnen de singels. Een aantal prachtige monumentale bomen vraagt uw aandacht: de stevige platanen met de vlekkerige bast, een aantal flinke beuken en eiken, een grote Corsicaanse den, een Atlasceder, kastanjes enzovoort. De volière stamt uit 1867 en is een aantal keer met sluiting bedreigd, maar steeds werd hij weer opgeknapt. Vele generaties ouders hebben hier op zonnige dagen met hun kinderen naar de exotische vogels kunnen turen. Wandelen door het Plantsoen is op zonnige dagen nog steeds een populair uitje voor (groot)ouders en oppassers met kinderen. Voor een exotische vogelbelevenis is de volière echter helemaal niet nodig, want buiten de volière kunt u volop meeuwen, eenden, zwanen, ganzen, meerkoeten, futen, duiven, Turkse tortels, halsbandparkieten en allerlei zangvogels zien. De route gaat verder langs het water. U passeert een informatiebord, en kunt het fietspad oversteken richting het lage pad langs het water. Bij de splitsing van het pad midden door het park of het pad langs het water staat een majestueuze Kaukasische vleugelnoot. Langs onze route komt u wederom fantastische bomen tegen: grote linden, een treurwilg, grote essen en elzen, een Japanse notenboom. Na 200 meter in de bijna haakse bocht van het pad en de singel, bij een omgevallen boom (abeel) in het water staat in het gras het bronzen beeld Moeder en Kind van Jan Wolkers. In de roman Turks Fruit beschrijft hij beeldend de ontstaansgeschiedenis van dit bronzen ‘moedergeluk’. Langs het water bloeit in het voorjaar de gewone vogelmelk in grote hoeveelheden. Iets verder, bijna als laatste boom in het Plantsoen zien we de Wilhelminalinde met een hek eromheen en een inscriptie erin: ‘23 sept. 1898’. Aan het eind van het Plantsoen steekt u bij de zebra de Plantagelaan over naar de Plantage en loopt u rechtdoor: In de Plantage vallen alweer de grote bomen op: een eik in het perk met het stenen muurtje, twee heel verschillende esdoorns: één met een ring om de bast (dit kan een litteken van het enten zijn) en de ander in het midden van het gras, drie platanen en een paardekastanje. In het gras zien we opvallend veel Stinzenplanten: krokussen, sneeuwklokjes en vogelmelk. Loop linksaf de Hogewoerd op, ga rechtsaf de Veerstraat in bij café de Plantage, vervolg uw weg linksaf de Utrechtse Veer op, met de leilinden op het Co Snookerpleintje, naar de groene ophaalbrug, ga rechtsaf de brug over, rechtsaf de Nieuwe Rijn op. Ter hoogte van huisnummer 111 ziet u een geveltuintje met echte Leidse Stokrozen. Loop verder langs Het Huis op de Waard naar het Cathrijn Jacobsdochterhofje. Door de poort mogen we even discreet rondneuzen in dit bijzondere hofje. Vanuit de tuin kunt u de Nieuwe Rijn zien en de Zijlsingel, de begraafplaats Groenesteeg, de 4e Binnenvestgracht en aan de achterzijde de muur van het voormalige Minnehuis met als herinnering de enorme schoorsteen van de toenmalige keuken. De tuin heeft bij de poort links aan de gevel een prachtige passiebloem, rechts enkele fruitboompjes, een moestuin, een siertuin en bij het tuinhuisje staat een stevige treures. U kunt door de poort weer terug, rechts de Kaarsenmakersstraat in en langs een rij haagbeuken. Aan het eind gaat u rechts de Groenesteeg in en loopt u zo naar de toegang van de begraafplaats Groenesteeg. De begraafplaats is aangelegd in
1812 en uitgebreid tot z´n huidige vorm in 1830. De Groenesteeg is vrij te bezichtigen op de op het hek aangegeven tijden. Een wandeling over deze groene oase in de stad is aan te bevelen. Er staan bijzondere bomen; let vooral op de grote bruine beuk in het midden en de bijzondere Stinzenflora: in de vroege lente is de grond bezaaid met wilde hyacinten, gewone en knikkende volgelmelk, krokussen, vingerhelmbloem, blauwe druif, narcissen en sneeuwklokjes. De markante rechthoekige witte aula is deels bewoond en deels expositieruimte. Op de begraafplaats zijn bekende en hooggeplaatste Leidenaren begraven zoals de eerste twee directeuren van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie (nu Naturalis): de heren Temminck en Schlegel. Ga verder richting het Lakenpleinen loop het houten bruggetje (Looiersbrug) rechtsaf over, u komt nu langs de speeltuin De Doorbraak. Linksaf het pad met de kastanjes over, u loopt nu door het Katoenpark langs de Zijlsingel. Voor u ziet u de contouren van de oude meelfabriek opdoemen. Ga na het park rechtsaf en steek bij de zebra de Zijlsingel over en sla langs de singel linksaf. Na de Meelfabriek ziet u aan de overkant het Ankerpark, net als de andere singelparken aangelegd op het voormalige stadsbolwerk. Vroeger heeft hier de Leidse Grofsmederij gestaan. Omstreeks 1980 zijn de aarden wallen weer opgebouwd met kanonnen bovenop. Langs de singel staan linden en in het Ankerpark staan kastanjes. In het water kunt u de gebruikelijke watervogels zien, maar met een beetje geluk spot u in de winter de ijsvogel of de dodaars. Lopend langs de Zijlsingel steekt u de Oude Rijn over. Op de brug heeft u een mooi uitzicht over de (nieuwe) haven en de Zijlpoort. Jarenlang was de Zijlpoort samen met het water van de Singel de door mensenhanden opgeworpen scheiding tussen stad en land. Met het groeien van de stad verschoof deze grens. Bij de Lage Rijndijk gaan we linksaf de platte brug over richting de Zijlpoort. Dit is een mooi moment voor een pauze; er zijn meerdere mogelijkheden voor het vervolg. Vanaf hier kan de enthousiaste wandelaar zijn weg vervolgen langs de Singels richting Molen de Valk en het station. Maar ook kunt u vanaf dit punt met de boottaxi of met een busje van het Stadsparkeerplan terug naar het parkeerterrein Haagweg of het centrum van de stad. Informeer eventueel in de Zijlpoort naar de mogelijkheden.. Loop door de poort en ga direct rechtsaf naar het toegangshek van de Katholieke (de enige in Leiden) begraafplaats Zijlpoort met diverse symbolen die op begraafplaatsen te vinden zijn: o.a. een skelet met beenderen en een zandloper met vleugels. Aan de linkerzijde heeft u zicht op de zijkant van de arbeiderswoningen van de Jan Paulushof (aan de overkant van het watertje). De meeste woningen zijn inmiddels uitgebouwd met een bijkeuken, maar in de vorige eeuwen woonden er gezinnen met 10 personen in zulke huisjes en dan was de benedenruimte vaak nog de werkruimte met bijvoorbeeld een weefgetouw. Bij de opgang naar de begraafplaats hangt op de oude muur een natuursteen met informatie, rechts voor het muurtje staan twee flinke kastanjes. Op de begraafplaats staat de Petruskapel. Petrus heeft in de ene hand een boek en in de andere een sleutel, symbool voor Petrus en Leiden. De begraafplaats is van 1828 en eigendom van de stichting Katholieke Kerken in Leiden. Vanuit de begraafplaats kunt u rechtsaf langs de beheerderwoning richting de houten brug naar het Blekerspark. Schuin rechts tegenover de uitgang van de begraafplaats achter de ligusterheg staat een prachtige linde, iets verder richting het bruggetje staan twee gekandelaberde Kastanjes. Kandelaberen is een bepaalde manier van vormsnoeien zoals dat ook bij linden wel gebeurd: de boom wordt geleid door het snoeien en krijgt de vorm van een (arm)kandelaar. Steek de brug over het park in met de drie rijen eiken. Het Blekerspark is aangelegd na afbraak van de oude stadsmuur. De naam Blekerspark komt van het bleken (en drogen) van linnengoed in de zon. De bebouwing is heden het onderkomen van Stadsdeel Midden. Het dak van de werkplaats is een vegetatiedak. Loop tussen de appartementen en het kantoor van wijkbeheer door en ga linksaf de Oude Herengracht op; steek rechts de straat over en ga over de brug de gracht over en dan direct weer rechtsaf langs het water, de Houtmarkt op. Op het wandelpad langs het water lopen we onder een dubbele rij essen door. U loopt nu langs het water verder door het Huigpark (een plek bij uitstek voor allerlei soorten ganzen) en steekt het grasveld over achter het voetbaldoel. Loop het voetpad op langs de struiken. Op de hoek in het gras staat een flinke kastanje, en iets verder staan vier bijzonder grote exemplaren kronkelwilgen. Loop verder langs de dubbele rij kastanjes. U kijkt dan in de richting van de schoorsteen van het EWR en ziet vier flinke waterscypressen op een rij. De puntige kegelvorm van de watercypres is zeer gelijkmatig en karakteristiek. Ga rechtsaf over de houten brug het water over, steek de Maresingel over en sla linksaf. Langs dit deel van de Singel staan populieren en her en der proberen stadsganzen een broedplek te vinden, wat niet meevalt. In koude tijden is het bij het koelwater van het Energiebedrijf een drukte van belang met eenden en ganzen. Op de pijp van het EWR is in de trektijd af en toe een slechtvalk te zien. Deze valk, die houdt van rotsig terrein, heeft de laatste jaren de Nederlandse steden ontdekt als jachtgebied. In veel
steden is de slechtvalk zelfs al broedend aangetroffen. In Leiden moeten we daar helaas nog even op wachten. Aan uw rechterzijde is het EWR/Slachthuisterrein, een binnenstedelijke nieuwbouwlocatie. Bij de school op de hoek van de Maresingel en de Pasteurstraat is er rechts in de straat op nummer 2a, direct naast het schoolplein, een dubbele groene deur met daarachter het Cathrijne Maartendochtershofje. Bij de ingang maar ook in het hof zelf hangt een gevelsteen met wetenswaardigheden. In het hof staan langs de linkerzijde vijf berken in een mooi onderhouden border. Midden in het gras staat een magnolia in struikvorm, rechts een gewone esdoorn en verderop in het grasveld een gekandelaberde esdoorn. Na een eventueel bezoek aan het hof loopt u langs de Vrije School naar de Haarlemmerweg , steekt u links de Maresingel over, de brug op en na de brug rechtsaf langs de Rijnsburgersingel de Marepoortkade op. U komt dan vanzelf bij Molen de Valk: het einde van de wandeling.
Vooronderzoek Babymassage bij Prematuren, Dysmaturen en Kinderen met Eetproblemen.
Periode: april t/m juli 2000 in het Slotervaart Ziekenhuis Amsterdam
Nederlands Opleidingsinstituut tot Docent Babymassage en voor stem- en zangtraining te Culemborg.
©TiBo, Culemborg, maart 2001 Omslagontwerp en layout: Atelier Bos Culemborg. Aan de tot standkoming van dit vooronderzoeksverslag is de uiterste zorg besteed. Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. 1
INHOUD Dankwoord
blz. 3
Het lied van te vroeg geboren
blz.
5
Inleiding
blz.
6
De neonaat. Van een intra-uteriene naar een extra-uteriene bestaansmogelijkheid
blz.
7
Het leefklimaat van de neonaat op een Neonatale Intensive Care
blz.
7
Stimulatie van het tactiele systeem van te vroeg geboren baby’s
blz.
8-9
De huid van de prematuur en dysmatuur
blz.
10
De tastzin
blz.
11
Inzichten over babymassage vanuit de Indiase cultuur
blz.
12
Uitwerking van massage op twee nivo’s
blz
13
Waaruit bestaat het verrichte onderzoek?
blz.
14 -17
Intuïtief en invoelend masseren
blz.
19
Huidmassage
blz.
20
Beschrijving van een uitgebreide massage
blz.
21 -24
Beste Tineke
blz.
25
TiBo Beroepsopleiding en Organisatie
blz.
26
Geraadpleegde literatuur
blz.
27 2
B
ij deze wil ik mijn dank richten aan de volgende mensen:
Ingrid Peeterse, kinderverpleegkundige/docente babymassage. Zij zocht samen met de kinderartsen van te voren de kinderen uit die in aanmerking kwamen voor babymassage en die vervolgens door mij gemasseerd werden. Marcel Kranenburg en het verpleegkundig en medisch team, omdat zij mij toestemming verleenden om dit onderzoek te kunnen doen. Alle ouders die in vol vertrouwen mij de mogelijkheid gaven om hun kindje te masseren. Alle baby’s voor wie ik een diep respekt voel. Ik zal hun openheid en vertrouwen niet vergeten. Marij Reinartz, die de taalcorrecties heeft verzorgd. Mechteld Bus, kinderverpleegkundige/docente babymassage voor de bijdrage van haar onderwerp tijdens de opleiding tot Docent Babymassage Arjen, mijn man, en Mathilde mijn dochter, voor hun betrokkenheid bij mijn werk.
3
D
it onderzoeksverslag draag ik op
Aan alle Baby’s en Kinderen die door innerlijke betrokkenheid zich van top tot teen omhuld voelen, elke dag weer.......... door vertrouwen en aandachtige en liefdevolle handen.
4
L
ied van te vroeg geboren
Kindje, de deur van je huisje stond opeens open Je kon niet meer wachten - en opeens stond je buiten Wat ben je mooi- teer en ongeschonden Hoe en waar raak ik je aan? met mijn handen en mijn stem Wat wil je horen? Mama, raak mij aan zodat ik weet dat ik besta Ik wil je horen huilen en lachen tegelijkertijd zo voel ik me bij jou thuis Kindje, leid mij Leid mij.
Dit lied is door schrijfster Tineke Bos zelf gecomponeerd en zij draagt het op aan alle te vroeg geboren kindjes en hun ouders.
5
I
nleiding
In het voorjaar tot de zomer van 2000 heeft TiBo in het Slotervaart Ziekenhuis Amsterdam vooronderzoek gedaan bij te vroeg geboren kindjes, de prematuur, kindjes die te licht in gewicht waren, dysmatuur en bij a terme geboren kindjes met eetproblemen. Tijdens het onderzoek werd ik steeds enthousiaster over de mogelijkheden van de toepasbaarheid van babymassage. Wat mij daarin heeft geraakt was de reaktie van de ouders en de ongelooflijk open kwetsbare houding van deze kinderen, waar ik een diep respekt voor heb. Ik heb dit in alle opzichten ervaren als een warm bad. Tijdens het masseren schoten woorden tekort -de intentie van de aanraking haalde ouders voor een kort moment uit hun verdriet, momenten waarin vertrouwen een plek kreeg. De helende kracht van intens aanraken schenkt/geeft een diep vertrouwen in leven. Ik heb hier volop van genoten en nauwgezetter kunnen bekijken welke technieken in aanmerking kwamen bij deze groep kinderen. Mijn conclusie is dat babymassage in aangepaste vorm kan worden toegepast bij probleemkinderen zoals de prematuur/dysmatuur en de groepen kinderen die nog benoemd worden. Mijn conclusie is: Tijdens de opname van ouder en kind is het effect van babymassage in een woord uitgedrukt: ‘thuiskomen’. Babymassage verdient een plek binnen de neonatologie- en kinderafdelingen van zowel academische als perifere ziekenhuizen. De zorg zal op deze wijze completer, all-rounder worden. Men zal hiervoor eerst tijd en geld moeten investeren door scholing van kinderverpleegkundigen, pedagogisch medewerkers, voorlichting geven, een bedrijfsplan maken, extra formatie aantrekken etc. Dit alles heeft een positief gevolg: de kinderverpleegkundigen zijn nog meer gespecialiseerd, hetgeen zich uit in een effectieve en gerichte aanpak naar ouder en kind. De afdeling wordt een levendige, op kontakt gerichte, omgeving. Dit alles levert geen gebrek aan tijd op maar tijdswinst. Het onderzoek heeft mij persoonlijk veel meer opgeleverd dan ik vooraf vermoedde. Deze zeer kwetsbare groep kinderen heeft mij diep geraakt en mij doen inzien dat zij naast alle noodzakelijke medische ingrepen tijdens de opname, zeer zeker ook liefdevolle en gerichte aanraking nodig hebben. In een congres “Rondom de zorg van.....” hoorde ik onlangs een neonatoloog zeggen:” Om een bepaalde reaktie op te wekken bij een kindje geven we vaak prikkels die onaangenaam zijn.” Je kunt het mijnsinziens ook omdraaien: door het toepassen van positieve prikkels zou het kindje dezelfde reaktie laten zien. Niet vanuit stress maar vanuit ontspanning. Er valt hier nog baanbrekend werk te verrichten. Optimale complementaire zorg kunnen bieden, vraagt om een verdergaande individueel gerichte aanpak van kind en ouder waarin meerdere discipines met elkaar gaan samenwerken. De gevoelswereld van het kind en de ouder hoort daarbij. Het aanraken, het masseren van het kind bevordert het genezingsproces. Angst en verdriet kunnen dan omgezet worden in vertrouwen. Ik hoop in de toekomst mijn bijdrage binnen een ziekenhuis verder uit te bouwen en voortgaand wetenschappelijk onderzoek te doen naar babymassage en gerichte, ontspannende aanrakingen bij baby’s en kinderen. En hierbij hoort ook de ouders te begeleiden in dit proces en opgeleide kinderverpleegkundigen verdergaand te coachen.
6
D
e neonaat. Van een intra-uteriene- naar een extra-uteriene bestaansmogelijkheid.
De sterk te vroeg geboren neonaat is op het moment van geboren worden niet voorbereid en aangepast aan het extra-uteriene leven en is daarom nog niet in staat zichzelf te reguleren in de overweldigende omgeving waarin hij terecht is gekomen. Het uitgangspunt hierbij is dat deze kinderen niet gezien moeten worden als een deficiënte a terme geborene maar als een competent kind dat goed functioneert binnen het ontwikkelingsstadium in de intra-uteriene omgeving waarin hij past. De eerste taak van de neonaat is energie te sparen om een homeostase te bereiken. D.w.z. de neonaat moet veel energie gebruiken om de verschillende lichaamsfuncties te compenseren om zodoende een evenwicht te bereiken. De individuele behoefte van de veel te vroeg geboren neonaat en de omgeving waarin hij zorg ontvangt behoren in de huidige neonatale zorg dan ook centraal te staan. Er zullen op de N.I.C.U.’s aanpassingen en veranderingen moeten komen om aan deze behoefte te voldoen en om werkelijk een op de individuele ontwikkeling afgestemde zorgplanning te kunnen uitvoeren. Dit behoort dan een essentieel onderdeel te zijn in de zorg en begeleiding van deze kinderen. Binnen deze zorg moet voor elke neonaat een individueel zorgpatroon vastgesteld worden. Om dit te kunnen realiseren zal eerst het individuele gedragspatroon vastgesteld moeten worden. Tegelijkertijd moet er een omgeving gecreëerd worden welke ondersteunend werkt op het individuele zenuwstelsel. Kennis over de effecten die het Neonatale Intensive Care klimaat heeft op de ontwikkeling van te vroeg geboren en zieke neonaten zijn nog gering, maar er zijn voldoende aanwijzingen dat het leefklimaat op de huidige N.I.C.U. niet is afgestemd op de individuele ontwikkelingsbehoefte en het ontwikkelingsniveau van de neonaat.
Het leefklimaat van de neonaat op een Neonatale Intensive Care In tegenstelling tot de gezonde a terme geboren neonaat, wordt de te vroeg geboren en/of zieke neonaat vaak gedurende een lange periode blootgesteld aan veelomvattende en diverse onvoorziene prikkels waarbij ook zeer beperkte ouder/kind contacten plaatsvinden. De huidige medische en verpleegkundige zorg betekent doorgaans een verstoring van het slaap/waak ritme, niet op het kind afgestemde geluiden, constante verlichting en veel medische- en verpleegtechnische handelingen die intensief en onprettig van aard zijn. De neonaat staat hierbij continu bloot aan een enorme hoeveelheid prikkels die stressreacties veroorzaken. Hierbij treden veranderingen op in het hartritme, periodes van hypoxie en schommelingen in de intracraniële druk. Het effekt hiervan kan weer leiden tot hypoxie van de hersenen en bloedingen. De signalen die het kind zelf geeft leveren vaak weinig respons op. Prikkels, die de ontwikkeling kunnen stimuleren, krijgt het te weinig of niet. De neonaat wordt minder gewiegd en kan minder tastervaring opdoen. Het contact met het kind wordt vooral bepaald door verpleegkundigen en of medische noodzaak. Bovenstaand citaat geeft duidelijk weer dat gerichte aanraking van levensbelang is zodra het kind tijdens de opname in een goede conditie verkeert. En dat bij ernstig zieke kinderen dit niet aan te raden is. Wat eventueel mogelijk zou kunnen zijn: Bij de neonaat onder de 30 weken is het niet ondenkbaar om dagelijks een korte polariteitsmassage toe te passen van stuit naar kruin. Door één hand tegen de billetjes te houden en de andere hand tegen de kruin van het hoofd te leggen. Het kind als het ware te omhullen in de basis en de grens aangeven van zijn fysieke lichaam. Een subtielere en verfijndere aanraking is het astrale lichaam te behandelen en wel op dezelfde wijze uitgevoerd als bovenomschreven. Het brengt de energie-circulatie in balans en biedt rust. Het zou nader onderzocht moeten worden of dit het genezings- en groeiproces op gang brengt, c.q. bevordert. 7
S
timulatie van het tactiele systeem van te vroeg geboren baby’s
Ik heb voor dit onderwerp gekozen vanwege mijn werk als kinderverpleegkundige, waarbij ik regelmatig te vroeg geboren baby’s verzorg en hun ouders begeleid. Hierbij heb ik gemerkt hoe belangrijk het is om zorgvuldig met het tactiele systeem van deze baby’s om te gaan. Dit is van groot belang voor het welbevinden, de gezondheidstoestand en de ontwikkeling van de vroeggeborene. Bij een te vroeg geboren baby zijn de zintuiglijke waarneemsystemen nog sterk onderontwikkeld. Eén hiervan is het tactiele systeem. Het tactiele systeem wordt in verband gebracht met huidcontact. Een te vroeggeborene zal huidcontact nog veel intenser ervaren als een op tijd geborene. Een te vroeggeborene staat met zijn huidje, het grootste orgaan van ons lichaam, eigenlijk heel erg ‘open’. Misschien staat de baby wel ‘te open’ voor alle vormen van huidcontact. Daarom is het ook van het grootste belang dat deze baby’s met speciale zorg worden omringd. In de baarmoeder zorgt wrijvingsstimulatie voor contact met de huid van de baby. Tijdens de geboorte zorgen het vruchtwater, de baarmoederwand, de navelstreng en de placenta voor huidcontact. Deze vroege vorm van stimulatie werkt mee aan de ontwikkeling van het tactiele systeem. Vlak na de geboorte is de huid één van de belangrijkste lichaamsdelen waar de baby zijn ervaringen mee opdoet. Het tactiele systeem van een baby ontvangt vlak na de geboorte een heleboel stimulatie of prikkeling die hem tot dusverre onbekend zijn. De hoeveelheid aan huidcontact is afhankelijk van het soort geboorte (natuurlijk, keizersnee, vacuüm- tangverlossing en dergelijke) en de algehele toestand van het kind. Dat verschilt dus per kind. Het liefdevolle, zachte, warme contact dat zich na de geboorte tussen moeder en vader en de baby afspeelt, zal bij de vroeggeborene veelal ontbreken. Vele handen, pijnprikkels en temperatuursverandering zijn vlak na de geboorte van deze baby daarentegen de eerste waarnemingen van het tactiele systeem. Hij wordt bijna altijd overgeplaatst naar een kinder- of neonatologie afdeling in een ziekenhuis, waar een heleboel verpleegkundige en medische handelingen zullen plaatsvinden. Door handelingen zoals onderzoek, intuberen, infusen prikken, controles, wisselligging, verschoning en verwisseling van plakkers zal de vroeggeborene steeds weer gestoord worden. Dat alles tezamen is geen prettige ervaring. De benadering van de vroeggeborene en de wijze van handelen zullen steeds weer heel belangrijk zijn voor de ervaring en ontwikkeling van de baby. Een rustige, voorzichtige manier van omgaan met de baby zal positiever overkomen dan dat het plotseling en snel gebeurt. Positief huidcontact is hierbij van het grootste belang. Dit begint eigenlijk al bij de couveuse waarin iedere vroeggeborene terechtkomt. Temperatuur en vochtigheidsgraad worden afgesteld op de leeftijd en gesteldheid van het kind. Om de baby in de couveuse zijn eigen lichaam te laten ervaren is een schapenvachtje met daaronder een ‘rol’ (een lange en opgerolde handdoek) zeer geschikt. Het schapenvachtje voelt warm en zacht aan. De rol, die rondom tegen de baby wordt aangelegd, heeft een steun- en wrijvingsfunctie waarmee de baarmoederwand enigszins nagebootst wordt. Ook is wisselligging belangrijk ter voorkoming van drukplekken en afplatting (met name voor het hoofdje), maar tevens voor de algehele ontwikkeling van het tactiele systeem. Wanneer de baby gefixeerd ligt dient ook regelmatig wisselligging gegeven te worden. Een hangmatje in de couveuse kan bij onrustige baby’s als prettig ervaren worden. De flexiehouding (een gebogen houding) zal de baby een veilig en geborgen gevoel geven. De baarmoeder wordt namelijk nagebootst. De flexiehouding en het meegaan in eigen bewegingen brengt meestal rust in het geheel. Alvorens hiertoe over te gaan dient wel, voor zover mogelijk, vastgesteld te zijn dat de baby neurologisch geen ernstige afwijkingen vertoont. Anders zou het hangmatje juist voor overprikkelen zorgen en een negatief effect teweeg brengen. Maar ook buik- en rugligging kan geboden worden. 8
Baby’s die zeer weinig huidcontact van eigen ouders ontvangen, behore extra aandacht te krijgen. Meestal gebeurt dit door de verpleegkundige die voor de baby zorgt. Dit kan dan uiteraard tijdens gebruikelijke verpleegkundige handelingen bij de baby, maar eventueel ook tussendoor wanneer de baby even wakker ligt en blijk van alertheid vertoont. Het in bad gaan is ook een positieve benadering van het tactiele systeem. Het warme water en de relatieve gewichtloosheid brengen meestal een algehele ontspanning bij de baby teweeg. Het baden kan zowel horizontaal (in bijvoorbeeld het traditionele babybad) als verticaal (in bijvoorbeeld een emmer of een zogenaamde ‘tubby tub’).
Voor een goede observatie ligt een vroeggeborene, op zijn pampertje na, vaak bloot in de couveuse of op de krib (een open couveuse). Als de situatie het toestaat, kan het voor de baby prettig aanvoelen om afgedekt te worden met een katoenen luier. Wanneer de baby af en toe uit de couveuse mag, kun je hem een hemdje en /of truitje, mutsje en sokjes aan doen. Dit voelt prettig en is ter voorkoming van snelle afkoeling. Een warmtelamp kan echter ook goed van pas komen. Dit zijn een hele reeks van aandachtspunten die allemaal in zekere mate invloed uitoefenen op het tactiele systeem van de vroeggeborene. Tevens wil ik nog aangeven dat het heel belangrijk is om ieder handeling bij een vroeggeborene positief af te sluiten. Een knuffel, een aai en lekker neerleggen van de baby is hierbij al voldoende. De kern van de zaak is echter dat er met name voor ouders een speciale taak is weggelegd om het tekort aan warmte, geborgenheid en veiligheid voor de te vroeg geboren baby op een natuurlijke manier te compenseren. Daar kan geen inspanning van een verpleegkundige tegen op. Voor een goede ontwikkeling van de relatie tussen ouder en kind is en blijft direct huidcontact heel belangrijk. Ouders moeten hierbij goed begeleid worden. Je kunt hen bijvoorbeeld adviezen geven hoe ze contact kunnen maken en hebben met hun baby. Wanneer de gesteldheid van de baby het toestaat, en de ouders dit ook aan kunnen, kan de baby bij hen op schoot. Een ander voorbeeld voor nieuw contact tussen ouder en kind is om ouders te leren ‘kangoeroën’. De zogenaamde ‘kangoeroemethode’ is een manier om ouders en hun te vroeg geboren baby al in een vroeg stadium heel dicht bij elkaar te brengen. Hierbij ligt de baby bloot tegen de blote borst van moeder of vader aan. Deze methode’ is afkomstig uit Colombia en was een noodoplossing bij gebrek aan ziekenhuisvoorzieningen voor te vroeg geborenen. Het directe huidcontact en de gunstige beïnvloeding van het ademhalingssysteem zijn bij de kangeroemethode van groot belang. Ook wordt het kangoeroën meestal als zeer prettig en ontspannend ervaren door zowel ouders als baby. Ouders dienen hierbij wederom goed begeleid te worden door een deskundige. Tot slot wil ik stilstaan bij het specifieke belang van de babymassage om het verbroken contact tussen de vroeggeborene en de ouders weer in te halen. Je kunt ouders namelijk vertellen over het belang van babymassage en dat er zelfs voor te vroeg geborenen speciale massagetechnieken bestaan. Als ouders hiervoor open staan, en het aanraken van de ouder naar de baby goed gaat, kun je voorstellen om als docente babymassage een paar massagetechnieken te laten zien. Als de vroeggeborene hier positief op reageert, kun je deze technieken aan de ouder leren om zelf toe te passen bij hun baby. Voorbeelden van mogelijke massagetechieken zijn de wave, massage stuitje-heiligbeen en de mond-massage. De wave is een techniek die je toepast op het astrale lichaam van de vroeggeborene en waar een helende werking vanuit gaat. De massage van het stuitje-heiligbeen geeft de baby vertrouwen in zijn of haar basis. Bij deze massage moet je overigens wel kennis hebben van het onderste chakra en de energetische werking die hiermee samengaat. Ten slotte kan een zachte stimulering van het mondgebied een positieve uitwerking hebben op de ontwikkeling~ van de mondmotoriek, bijvoorbeeld bij hapbewegingen.
9
D
e huid van de prematuur en dysmatuur.
De huid verdient extra aandacht. Bij de sterk te vroeg geboren en dysmatuur geboren neonaat is de huid zeer dun, kwetsbaar en gevoelig. De gehele huidlaag maar met name de handpalmen en voetzolen zijn erg gevoelig voor manipulatie. De te vroeg geboren neonaat reageert bij aanraking hiervan dan ook direct door te huilen, te bewegen en hij vertoont een verhoogde hartactie wanneer men deze gebieden aanraakt of erover strijkt.Je kunt ze wel aanraken met een specifieke techniek: de wave waar een helende en omhullende werking vanuit gaat. De hand(en) worden plusminus 5 tot 10 cm. boven het fysieke lichaamsdeel gehouden. Een hand boven het hoofdje en de andere hand bij de voetjes. De handen komen van een afstand en stoppen daar waar een lichte opwaartse druk voelbaar is (het lichaam wordt dus niet direct aangeraak). Het effekt is dat op deze wijze het fysieke tere, broze lichaamsdeel weer fysiek aanraakbaar wordt. De tedere aanraking van de voetjes zijn minder direkt.
Het wassen van de neonaat Dit kan op verschillende manieren gebeuren. De wijze waarop dit plaatsvindt zal afhankelijk zijn van de conditie, de leeftijd, het gewicht en de thermoregulatie van de neonaat. Aan het water kan een huidverzorgend middel toegevoegd worden. Mijnsinziens zou het gebruik van hydrolaten optimaal kunnen werken. Een of twee eetlepels hydrolaat toevoegen aan het badwater heeft een verzachtend en geneeskrachtig effekt op de huid.
Wat is nu eigenlijk een hydrolaat en hoe kunnen wij het toepassen? Tijdens het stoom- waterdampdestilatie proces waarbij essentiële olie aan de plant wordt onttrokken, gebruiken wij mineraalwater. Het waterdampdestillatie proces voeren we uit om de vluchtige geconcentreerde ‘ziel’ van de plant op te vangen, dit noemen we de essentiële olie. Het water heeft vele niet vluchtige bestanddelen van de plant opgenomen, dit noemen we na het destillatieproces een hydrolaat. Van vier kilo plantenmateriaal krijgt men gemiddeld 1 liter hydrolaat. Van sommige planten zijn de hydrolaten in belangrijke mate sterker werkzaam of beter toepasbaar dan de essentiële oliën uit deze planten. In dat geval worden de planten speciaal voor hun heilzame hydrolaat gedestilleerd. Hydrolaten kunnen worden gebruikt binnen de aromatherapie als aanvulling op of in combinatie met essentiele oliën. De hydrolaten kunnen zowel in- als uitwendig gebruikt worden. Zij bevatten geen alcohol, conserveringsmiddelen of andere toevoegingen en irriteren daarom de huid niet. Bovengenoemd produkt kan ik van harte aan bevelen, aangezien ik een jarenlange ervaring heb met het gebruik van hydrolaten bij zuigelingen. Toepassingen voor de zuigeling: uitwendig: -voor inwrijvingen en massages -bijzonder geschikt voor babyverzorging -ter verrijking van badwater
Wisselligging en decubitus preventie Tijdens de dagelijse zorg moet continue aandacht besteed worden aan decubituspreventie. Risicofactoren voor het ontstaan van decubitus bij de zieke neonaat, maar met name de te vroeg geboren en dysmatuur geborenen, zijn de dunne kwetsbare huid, een slechte perifere circulatie, immobilisatie en weinig aanwezig vetweefsel. Wanneer er geen wisselligging gegeven kan worden in verband met bijvoorbeeld aanwezige thoraxdrains, is extra controle gewenst en moet het hoofd wel gedraaid worden. Speciale aandacht gaat dan uit naar de oorschelp. Het bewegen en licht masseren van de ledematen kan tevens de weefseldoorbloeding verbeteren vooral bij neonaten die pijnbestrijding en spierverslapping krijgen toegediend. Jojoba heeft meer wasbestanddelen, is warmer en veilig in gebruik. 10
D
e tastzin
Binnen de emotionele ontwikkeling van een kind heeft de tastzin een centrale functie. Het is de poort van binnen naar buiten en andersom. Het kind leert zichzelf ervaren in zijn lijf d.m.v. de tastzin, de huid. Als huidcontact en lichaamswarmte niet aanwezig zijn of pas laat na het ontstaan van de behoefte komen, verstoort dit de normale ontwikkeling van het gevoelsleven en schaadt het verkrijgen van het basisvertrouwen. Hoe jonger het kind, hoe groter deze behoefte. Hoe onprettiger een situatie, hoe groter de behoefte. Bij de geboorte is nog geen duidelijke scheiding tussen de binnenwereld en de buitenwereld. Huidcontact zorgt voor dit grensgevoel en tegelijkertijd bereidt dit het kind voor om op latere leeftijd beter met grenzen te kunnen omgaan. Tastzin moet ervaren worden om zichzelf te kunnen ervaren. Positieve ervaringen zorgen ervoor dat de inividuele binnenwereld als veilig wordt ervaren. Van de mate van veiligheid hangt het af hoe de buitenwereld binnenkomt, wordt beleefd. Wordt de tastzin niet of te weinig door de baby ervaren, dan ontstaat vaak een existentiële angst. Dit brengt ons bij de vraag: wat is babymassage? Babymassage is gerichte aanraking. In oosterse culturen is aanraken een gemeengoed, terwijl we het in onze cultuur ons helemaal eigen moeten maken. Aanraken ervaart een baby direct, als prettig of niet prettig. Babymassage verstevigt de band tussen ouder en kind. Als ouder leer je je kind heel goed aanvoelen, met als resultaat dat je soepeler en effectiever van daaruit kunt handelen. Bovendien wordt het gehele organisme van de baby door de massage versterkt. Afhankelijk van de leeftijd kun je steviger masseren. Gaandeweg leer je dat masseren doortastend aanraken wordt, anders dus dan aaien of strelen. Het subtiele van babymassage komt tot uitdrukking in de combinatie van techniek en interactie. Dit vergt oefening en daarom is het belangrijk dat je je hierin laat begeleiden. Babymassage is zowel voor de “gezonde” baby’s als voor baby’s waar iets mee aan de hand is, zoals te vroeg geborenen of baby’s met een huidaandoening of met een ander probleem. Een als positief ontvangen massage is een bevestiging voor de baby dat hij er mag zijn, terwijl zijn binnenruimte intact wordt gelaten. Door het voelen van de huid wordt het in zichzelf bevestigd en kan het tot rust komen in zichzelf. Babymassage heeft positieve effekten voor zowel ouder als kind. -Het verhoogt het welzijn van het kind, zijn/haar stemming en versterkt de ouder/kind relatie. -Er zijn structureel momenten van onverdeelde aandacht voor- en intens contact met elkaar. -Er vindt oprechte communicatie plaats. -Door regelmatig te masseren wordt bij de ouder de intuïtie ontwikkeld en leert deze zich te richten, wat ook in het dagelijkse leven van pas komt. -De ouder leert de lichaamstaal, de enige vorm van communicatie die de baby heeft, te begrijpen. -De ouder leert het kind sneller en beter aanvoelen, waardoor troosten makkelijker wordt. Voor de baby betekent het naast bovenstaande, dat: - De motoriek vaak vloeiender verloopt en de weerstand tegen ziektes verhoogd wordt; de produktie van witte bloedlichaampjes en antilichamen wordt groter, hetgeen meer weerstand geeft tegen virussen en ziekten. -Daarnaast is massage bevorderlijk voor verschillende functies als: de ademhaling, doorbloeding, spijsvertering en uitscheiding. -Massage maakt sterk. Door het stimuleren van de vitale lichaamssappen en als gevolg van de wrijvende, drukkende bewegingen neemt de levenskracht toe. -Het bevordert een alerte uitstraling en na de massage de slaap. -Het geneest aandoeningen en verleent de kracht tot snel herstel. -Het verstevigt de huid en verbetert kleur en structuur ervan. 11
I
nzichten over babymassage vanuit de Indiase cultuur
Massage is de eerste vriend van het menselijk lichaam, die het organisme vanaf de geboorte dient. In India wordt het lichaam traditioneel vanaf de allereerste dag gemasseerd. Dit gebeurt iedere dag tot ongeveer het derde levensjaar. Na het bereiken van de driejarige leeftijd wordt de frequentie gewijzigd en wordt er tenminste een of tweemaal per week gemasseerd, tot en met het zesde jaar. Daarna kan het kind zelf anderen masseren en op zijn of haar beurt door anderen worden gemasseerd. Dit duurt totdat het kind begint te spelen en aan lichamelijk oefeningen mee gaat doen. De wekelijkse massage is een familie-aangelegenheid, iedereen doet eraan mee. Met het stijgen van de leeftijd, als het kind de volwassenheid bereikt, krijgt hij of zij belangstelling voor de vorming van het lichaam. Het volgende stadium breekt aan als iemand trouwt en door zijn of haar partner wordt gemasseerd (de vrouw masseert haar echtgenoot elke dag, tot het eind van haar leven). Op de oude dag zijn er de kleinkinderen, die ook hun grootouders masseren. Zo komt het dat massage voor de overgrote meerderheid een vast onderdeel is van het dagelijks leven. De toegepaste methode is bijzonder belangwekkend: het kind wordt niet alleen met de handen gemasseerd maar de olie voor de massage wordt met behulp van een bolletje deeg aangebracht, terwijl ook het lichaampje met behulp van dit deegbolletje wordt gewreven en gereinigd. Het deegballetje heeft ongeveer de grote van een bam (een dikke knikker). Deze methode dient tevens om het haar dat op het lichaam groeit te verwijderen. Dit reinigt en versterkt het lichaam van de baby.Uiteraard is het gebruik van olie van essentieel belang. Na ongeveer dertig dagen wordt de baby steviger gemasseerd, zodat het lichaam rood en warm wordt. Het reinigen met behulp van het deegbolletje sluit aan op de massage en wordt zolang vol gehouden, totdat ieder haartje op de wangen, nek, schouders en rug verwijderd is. In onze maatschappij heb ik bovenstaande methode toegepast bij hoofdzakelijk eczeemkinderen om de huid te reinigen en te ontdoen van schilfers wat als effekt heeft dat de huid ‘ademt’, aanraakbaar wordt. Tevens is het voor de ouder een mogelijkheid om het kontakt met het kind te bevorderen. Het werken met het deegballetje houdt de huid tijdelijk jeukvrij. Bij de dysmatuur die een sterk ontvelde en gebarsten huid heeft is deze methode zeer aan te bevelen. Deze kwetsbare huid kan in de beginfase gemasseerd worden met een deegballetje alsvorens met de handen te gaan masseren. Het wordt gemaakt van tarwemeel. Bij overgevoeligheid voor tarwe is kikkererwtenmeel aan te bevelen. Verkrijgbaar in natuurvoedingszaken c.q. reformhuizen.
12
U
itwerking van massage op twee nivo’s
1. Fysiek (dus lichamelijk) 2. Psychisch (geestelijk) 1. Ad. Fysiek Bij het wrijven van het lichaam wordt warmte geproduceerd en wordt de bloedsomloop verbeterd, terwijl daarnaast het lymfestelsel wordt gestimuleerd en het bloed met meer voedingsstoffen wordt verrijkt. Massage en lymfe Massage heeft rechtstreeks invloed op de drie circulatiesystemen van het menselijk lichaam, en wel tegelijkertijd: a) het bloedvatenstelsel, b) het zenuwstelsel, c)het lymfvatenstelsel. Dit laatste is het meest rechtstreeks bij de massage betrokken. Om inzicht te krijgen in het belang van lymfe bij de massage, moeten we ons verdiepen in de functies en de manier van functioneren van dit ingewikkelde stelsel. Het bestaat uit lymfklieren en lymfvaten. Het lymfestelsel is geen onafhankelijk circulatiesysteem, maar is een complementair systeem dat evenwijdig loopt aan het bloedvatenstelsel. Door middel van osmose wordt de lymfe met bloedbestanddelen vermengd. Het lymfvatenstelsel fungeert als hulpsysteem van de bloedsomloop door de ‘weggelekte’ vloeistof uit het bloedvatenstelsel op te nemen. Ook vormt het lymfvatenstelsel een verdedigingslinie in het lichaam, dankzij zijn legers van leukocyten, macrofagen (cellen die uit hun omgeving vaste deeltjes zoals bacteriën kunnen opnemen en verteren) en weefsels die anti-lichamen produceren. Het lymfvatenstelsel vormt een alternatieve route waarlangs de weefselvloeistoffen in de bloedstroom kunnen terugkeren. In dit stelsel vindt slechts verkeer in een richting plaats, doordat er klepjes in de lymfvaten zitten. De lymfklieren (of-knopen) bezitten geen kleppen en zijn niet regelmatig (maar wel volgens een vast patroon) over het lichaam verdeeld. Toch is het voor de masseur voldoende wanneer hij onthoudt dat vele lymfknopen onder de gewrichten zijn gelegen. Door cirkelvormige wrijfbewegingen over deze plaatsen te maken kan hij de lymfklieren activeren. Ze worden namelijk gestimuleerd door lokale massage en door stroefheid veroorzaakte warmte, of door warmte vanuit hun omgeving. Door circulatie van lymfe te bevorderen en via wrijving warmte op te wekken alsmede door het inbrengen van olie, reinigt en vitaliseert een massage het lichaam zonder een opeenhoping van toxinen te veroorzaken. De toename van lymefecirculatie verlaagt de bloeddruk. Daarnaast verminderen pijnen en spanningen en wordt een diepere, meer natuurlijke ademhaling bevorderd. Regelmatige massages ontspannen het organisme en bevorderen de spijsvertering door het instandhouden van een juist evenwicht en een juiste circulatie van gassen.
13
W
aaruit bestaat het onderzoek?
1. Welke technieken en intuïtieve handelingen zijn van belang en aan de orde bij een prematuur en dysmatuur en hadden tevens het gewenste resultaat? 2. Welke lichaamsdelen werden gemasseerd? 3. Waar en hoe werden de baby’s gemasseerd? 4. Wat is de duur van een totale lichaamsmassage inclusief aan- en uitkleden? 5. De toepasbaarheid en de tijdsfrequentie van babymassage op een kinderafdeling. 6. Welke groep kinderen komt in aanmerking voor babymassage? 7. Wat was het effekt tijdens en na de massage van de kinderen die meededen aan dit onderzoek? 8. Hoe was de reaktie van ouders tijdens het masseren van hun kindje? 9a. Is integratie van babymassage wel of niet mogelijk op de kinderafdeling? b. Hoeveel kinderverpleegkundigen zijn nodig om babymassage doelgericht en effektief op een kinderafdeling te introduceren? 10. Wat levert babymassage op voor de kinderverpleegkundige? Ad1. De technieken zijn afkomstig uit de Shantala (niet vanuit de traditionele Shantala die volgens een eeuwenoud ritueel te werk gaat), maar door TiBo aangepast zijn voor de Europese hand. Daarnaast zijn Zweedse en TiBo massagehandgrepen veelal toegepast om te komen tot het gewenste resultaat. Het resulteerde bij elke massage in een volkomen ontspannen kind. Een warme, soepele en doorbloede huid; een natuurlijke, vloeiende motoriek; een diepe ademhaling en een vredige blik c.q. uitstraling. Als een kindje tijdens het masseren onrustig en huilerig werd, stopte ik de massage. Het kindje had dan toch honger of zat tegen zijn of haar voedingstijd aan. Een uur na de voeding werd de massage hervat en resulteerde wederom in tevredenheid. In het verslag van de massage van Jaë wordt uitvoerig ingegaan op de toegepaste technieken. Ook de keuze welke grepen op elkaar moesten volgen was heel belangrijk. Essentieel was ook welke lichaamsdelen in welke volgorde gemasseerd werden. Het intuïtief masseren werd door de technieken heen verweven waardoor deze soms net even anders uitgevoerd moesten worden. Deze lijn heeft zich voortgezet naar alle kinderen die door mij zijn gemasseerd. Er zijn en er blijven altijd nuance verschillen in de wijze waarop je elk kind masseert. Het biedt in ieder geval een goede basis-structuur van waaruit een opgeleide TiBo docente/kinderverpleegkundige kan werken. Het volgende dient opgemerkt te worden: De borstmassage die in de Shantalamassage altijd als beginpunt wordt aangegeven is niet aan te bevelen. Deze wordt door het kindje als te direkt ervaren waardoor een heftige reactie niet uitgesloten is. Spanning ontlaadt in het borstgebied heftig en ongecontroleerd waardoor het kind als het ware van zichzelf verwijderd raakt. Je bouwt eerder spanning en stress op dan dat je gedoseerd spanning laat wegvloeien. Ook moet een kindje moet ‘groeien’ in de massage en dit zul je intuïtief en nauwgezet moeten aanvoelen wanneer je tijdens het masseren met de borstmassage begint. Ad 2. De lichaamsdelen worden in de te masseren volgorde benoemd. a. Li of Re. beentje en voetje en vervolgens het andere beentje en voetje b. Hoofdje of Buik c. Herhalen gedeeltelijk li. en re. beentje c. Buik of Hoofdje d. Armen e. Borst afzonderlijk en in combinatie met de buik f. Gedeeltelijk de beentjes Ad 3. De kindjes werden bij mij op schoot gemasseerd in een apart kamertje of op de afdeling. Dit laatste hing nauw samen met de aanwezige drukte. Door op de afdeling het kindje te masseren werden ouders nieuwsgierig. De rust en de reaktie van het kindje en de ouder op de massage, werkten heel aanstekelijk. Ze wilden bijna allemaal zelf aan de slag. Een warmtelamp zorgde ervoor dat de kindjes niet teveel afkoelden. 14
Een tuinstoel voldeed prima doordat je dan voldoende gesteund wordt in de rug. Een voetenbankje waarop je voeten rusten is ook aan te bevelen. Het kindje komt dan in lichte ronding te liggen waarbij het hoofd iets hoger dan de billen ligt. Ad 4. Uit dit onderzoek blijkt dat een totale lichaamsmassage zijn helende werking doet. Van een deelmassage is geen sprake omdat de aanloop naar ontspanning bij deze groep kinderen ongeveer 10 minuten duurt. Pas dan kun je met de eigenlijke massage beginnen. Deze massage duurt ongeveer 15 minuten. Een massage bij een prematuur wordt in vergelijking met een a terme geboren kindje veel milder en vertraagder uitgevoerd. Ad 5. De kinderen die door mij gemasseerd werden waren allemaal in goede conditie. Zij waren in de leeftijd van 30 tot ongeveer 37 weken oud, groeiden goed en kregen allemaal nog sondevoeding. Een keer in de week masseerde ik ongeveer drie kinderen die op dat moment in aanmerking kwamen voor babymassage. Wat ik heel bijzonder vond was dat al deze kinderen heel ontspannen reageerden. Zowel op de aangeboden technieken alsook op de combinatie met het intuïtief masseren. De opbouw van de massage wordt zeer nauwgezet uitgevoerd. Een prematuur, maar ook de docente, moet ‘groeien’ in de massage. Zowel het intuïtief masseren als de technieken zijn een combinatie die je uitermate goed moet beheersen. Gemiddeld was ik ongeveer een half uur per kind bezig. Dat is de tijd die je absoluut nodig hebt om je af te stemmen. Hiermee bedoel ik: het aanvangsmoment moet exact juist zijn qua beginpunt, druk en aanraking. Dit is een heel groot verschil met een gezonde zuigeling. De momenten waarop de massage niet lukte was altijd rond voedingstijd. Dit luistert bijzonder nauw voor het kind als ook voor de continuïteit van het werk. Ad 6. De groep kinderen dit aan dit onderzoek meededen bestond uit negentien prematuren, twee dysmaturen en twee kinderen met eetproblemen. De kinderen die voor een totale lichaamsmassage in aanmerking kwamen waren in goede conditie, groeiden goed en hadden nog sondevoeding. Vanaf 30 weken kwamen de prematuren in aanmerking voor babymassage. Daarnaast is er nog een groep kinderen met andere problemen zoals de huilbaby, cara-, eczeem-, schisis, kindjes met het syndroom van Down. Ook kinderen met neurologische afwijkingen/problemen, zoals kinderen met spasmen, open ruggetje, waterhoofd. Babymassage is niet van toepassing voor: 1. Prematuren die aan de beademingsapparatuur liggen. 2. Prematuren en kinderen met allerlei complicaties en infecties/koorts. Ad.7. Na de massage werd het volgende waargenomen: -Een vredige, rustig uitziende blik. -Een soepele, warme, doorbloede huid. -Geen overstrekken. -Een betere balans van de spierspanning; niet te slap en niet te gespannen. -Minder droge huid door de juiste samenstelling van de babyolie van Zwaantjes. -Een rustige motoriek. -Zachte tevreden geluidjes. -Af en toe een trilling door het hele lijfje. -Een rustige hartactie. -Bij twee kindjes die af en toe nog aan de monitor lagen, werd geen alarm gegeven. -De kinderen vielen in een diepe slaap. -Er werd meteen goed gedronken, hetzij aan de borst, hetzij uit de fles.
Ad. 8 15
Na een korte introduktie voor de ouder wat babymassage is, werd deze door mij uitgevoerd op hun kind. Door het zien van babymassage bij hun kund raakte de ouder vaak ontroerd. Het was zichtbaar dat hun kindje genoot van de massage. Aan de lichaamstaal van de baby konden ouders verhelderend vertellen hoe de massage ervaren werd. Ik vond het verbazingwekkend dat ouders geen moment twijfelden aan de helende werking van babymassage. Zij waren allemaal direkt enthousiast en kwamen al snel tot de conclusie dat babymassage eigenlijk thuis hoort in het aanbod van de zorg rondom de pasgeborene. Waarom? Om de band tussen ouder en kind op gang te brengen c.q. te herstellen en om gevoelens van onmacht te helpen verwerken. Door hun kindje van top tot teen aan te raken werden ouders innerlijk rustig en werd tegelijkertijd de pijn en het verdriet gevoeld. Het verdriet is eigenlijk een diep verlangen naar het herwinnen van het vertrouwen in leven middels de hulp die op dat moment aangereikt wordt. De ouders namen voor het eerst waar, dat hun kind door de massage volledig ontspant en zachte, tevreden geluidjes maakt. Dit gaf ingetogen blijdschap. De sfeer op de afdeling werd levendiger. Ouders waren tevreden. Babymassage is helend voor zowel de ouder als het kind. Inmiddels blijkt dat er een groeiende belangstelling bestaat onder kinderverpleegkundigen die babymassage graag willen toepassen op de afdeling. Zij zien dit werk als een belangrijke aanvulling in hun werk als kinderverpleegkundige of als pedagogisch medewerker. Ad. 9 Integratie is mogelijk als de staf van de kinderafdeling hier enhousiast over is en dit een kans wil geven. Het is belangrijk dat er voldoende krachten zoals kinderverpleegkundigen en pedagogische medewerkers hiervoor worden opgeleid en vervolgens worden ingezet op de afdeling. Integratie van babymassage is mogelijk met de hulp van TiBo door coaching op de afdeling. Kinderverpleegkundigen en pedagogisch medewerkers die door TiBo zijn opgeleid, kunnen een beroep op ons doen om hen hierin ter plekke, dus op de afdeling te coachen. Dit is in de opstartfase zeker aan te bevelen. Het is bovendien van groot belang dat er aan de staf van de afdeling en de kinderverpleegkundigen, en de pedagogisch medewerkers een duidelijke en verhelderende presentatie wordt gegeven over: 1. Wat babymassage in essentie is; 2. Wat de toepasbaarheid hiervan is tijdens de opname van het kind en de ouder; 3. Wat het doel is en de effekten zijn van babymassage bij deze groep kinderen; 4. Wat de reakties van ouders kunnen zijn. Babymassage zal door kinderverpleegkundigen en pedagisch medewerkers uitgevoerd kunnen worden. Aangezien zij direkt betrokken zijn bij de dagelijkse zorg van ouder en kind. Om babymassage te kunnen toepassen moet je minimaal twee a drie kinderverpleegkundigen hebben die hiervoor zijn opgeleid. Zij kunnen bijvoorbeeld elk een dag in de week massages uitvoeren voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Er zal in overleg met het verpleegkundig en medisch team een bedrijfsplan opgesteld moeten worden. Je zult tevens een protocol moeten opzetten zodat voor iedereen duidelijk is wat babymassage is en wanneer het toegepast kan worden. Je kunt babymassage niet te pas en te onpas toepassen, daar zullen duidelijke afspraken voor gemaakt moeten worden. a. Het introduceren van babymassage op de afdeling door een daarvoor opgeleide docente babymassage en/of kinderverpleegkundige is belangrijk om ouders en kinderen hiermee kennis te laten maken. Een oproep plaatsen op de afdeling werkt in de beginfase onvoldoende. Een keer per week zal een kinderverpleegkundige ingezet moeten worden om een totale lichaamsmassage te laten zien bij een kindje waarbij de ouder en andere ouders die geïnteresseerd zijn meekijken. Na de massage, kunnen vragen beantwoord worden. Men zal een tijd moeten kiezen waarin het over het algemeen redelijk rustig is op de afdeling. Bijvoorbeeld van 10.00 u -11.00 u ‘s-ochtends, of van 13.30 u - 14.30 u ‘s-middags of na de dagdienst om 16.00 u-17.00 u. Als dit als een vast patroon wekelijks wordt aangeboden, kan dit nader uitgewerkt worden. Met de ouders die enthousiast zijn worden individuele afspraken gemaakt van 30 minuten. Als blijkt dat er meerdere ouders tegelijkertijd baby16
massage willen geven, kan de docente met een klein groepje ouders ( 3 t/m 5 deelnemende ouders ) masseren en daar vastgestelde afspraken meemaken.Voor een kleine groep kun je beginnen met een frequentie van een tot twee keer per week van circa 1.30 uur. b. Na een aanvangsperiode van een jaar, zou je kunnen kiezen om babymassage poliklinisch aan te bieden aan ouder en kind. De neonatoloog of het medisch team kan deze aanbeveling doen naar de ouder. Dit is zeker aan te bevelen na opname omdat ouders in de thuissituatie in een gat vallen waarin geen of nauwelijks begeleiding is. c. Je kunt als kinderverpleegkundige/docente babymassage een cursus aanbieden binnen het ziekenhuis bijvoorbeeld poliklinisch/klinisch. Zes tot acht bijeenkomsten waarin ouder en kind een keer per week een cursus volgen die afgestemd is op hun achtergrond. d. Een ouder doorverwijzen naar een cursus babymassage waarbij de docente babymassage lid is van de Nederlandse Beroepsvereniging Docenten Babymassage. e. Voorlichting/adviezen/klinische lessen geven aan collega’s. f. De kinderverpleegkundige/docente babymassage kan in consult gevraagd worden. Opmerking: Bij veel thuiszorgorganisaties in Nederland zijn de cursussen babymassage niet afgestemd op probleemkinderen. Alleen een TiBo docente is hierin onderricht. Er zijn natuurlijk meerdere opties mogelijk maar dat hangt natuurlijk nauw samen met de inrichting, financiën en de betrokkenheid van de afdeling, de scholing van het aantal kinderverpleegkundigen en pedagogisch medewerkers en de tijdsfrequentie waarin je babymassage wilt gaan toepassen op de afdeling. Als je ouders hiermee kennis wilt laten maken en dit wilt integreren in de dagelijkse zorg dan is de babymassage een dagelijks terugkerend ritueel. Uit dit onderzoek blijkt dat één een medewerker onvoldoende is om babymassage te kunnen toepassen. Daarmee vorm je geen degelijke basis om dit goed op te zetten en kun je dus geen continuïteit bieden. Je zult daarnaast rekening moeten houden met ziekte en vakantie van medewerkers en parttimers. Babymassage op de kinderafdeling staat nog in de kinderschoenen en hiervoor kan in de beginfase een beroep gedaan worden op TiBo. Ad. 10 1. Je wordt sensitiever in de aanraking. 2. Je kunt d.m.v. babymassage een positieve bijdrage leveren aan ouder en kind. 3. Naast de vele onaangename handelingen die je als kinderverpleegkundige moet verrichten, kun je positieve handelingen aanbieden. 4. Je werk krijgt meer diepgang. 5. Je kunt efficiënter en effektiever te werk gaan wat in de loop van de tijd, tijdwinst zal gaan opleveren. 6. Babymassage biedt rust en een grotere betrokkenheid tussen de ouder en het kind. 7. Je kunt angst en verdriet zowel bij het kind als de ouder minimaliseren. 8. De kinderverpleegkundige kent de kliënt en de baby en kan samen met de kinderarts goed inschatten welke baby’s in aanmerking komen voor babymassage. Op deze wijze komt babymassage onder de aandacht van collega kinderverpleegkundigen en kinderartsen. 9. Zij kan een presentatie of een klinische les geven over het vak babymassage.
Kun je babymassage leren aan je collega’s? Ik citeer hierbij een schrijven van Meriam Knuiman, kinderverpleegkundige/docente babymassage Docent Babymassage is zeker geen vak wat je van verpleegkundige op verpleegkundige over kunt dragen. Je moet het meer zien als een uitbreiding van je vakgebied zoals we deze ook al kennen van de diabetes, stoma, incontinentie en astma verpleegkundigen. Een verpleegkundige heeft wel de basiskennis maar door de precisie, en de kennis op dit gebied is een speciaal hiervoor opgeleide verpleegkundige van belang. Zo gaat het ook met verpleegkundigen die opgeleid zijn tot docent babymassage bij TiBo. Zij kunnen hun collega wel de basis bijbrengen zoals bewust 17
maken hoe het kind op een prettige manier aangeraakt en losgelaten wordt. Eventueel tiladviezen geven kan hier ook bij horen. Maar echt masseren, het advies en uitleg geven aan ouders m.b.t. prematuren, huil, cara, overstrekte kinderen, hoort zeker door een goed opgeleide verpleegkundige te gebeuren en niet door een verpleegkundige die wat gezien en geleerd heeft van zijn collega. Dit omdat je de totale opleiding als bagage nodig hebt om de baby en ouders vooruit te helpen. Elke baby is anders en ook elke ouder. Dit doet steeds opnieuw een beroep op al je kennis en invoelingsvermogen. Het is niet alleen een overdracht van handgrepen; een truc die je toepast. Hier heeft de baby weinig aan. Het gaat er juist om dat je de ouder de juiste handgrepen aanleert, en hem vertrouwt maakt met zijn invoelende kwaliteiten. Kortom: het geheel dient volledig op elkaar afgestemd te zijn. Als je je werk als docent babymassage goed hebt gedaan dan zal deze een dagelijkse aanvulling in de zorg worden. De ouder zal om deze reden het masseren ook lange tijd blijven doen omdat ze zien dat hun baby er wel bij vaart. Het is als docent geweldig om te zien dat de baby geniet onder de handen van de ouder en dat beiden zich hierdoor een stuk prettiger voelen. Want wie kent niet de onrustige prematuur die zijn ouders tot wanhoop kan brengen door zijn onrust? Dit kun je meestal met behulp van babymassage hanteerbaar maken. Geweldig toch deze aanvulling in de zorg!
18
H
et intuïtief en invoelend masseren verdient enorm aandacht bij het werken met het probleemkind.
Bovenstaande is de basis van waaruit je een massage veilig en optimaal kunt geven. Dit hoort binnen elke massageopleiding voor zowel de volwassene als de baby, en met name het probleemkind zoals de neonaat, een hoge prioriteit te hebben. De ervaring wijst uit dat dit aspekt bij veel opleidingen, ook binnen de gezondheidszorg, een ondergeschoven kindje is. Er is nog weinig bekend over intuïtie, hoe je deze als mens kunt ontwikkelen en de enorme bijdrage die zij kan bieden bij je persoonlijke ontwikkeling. Mijn visie is dat het een groot geschenk is, indien je werkt met volwassenen, baby’s en kinderen in de gezondheidszorg als je dit als basis in huis hebt. Intuïtie nodigt je uit om de ander van binnenuit te leren kennen. Het geeft je een richtlijn in hoe te werken in de omgang met de ander. Hieronder staat prachtig beschreven wat intuïtief masseren in essentie doet. Intuïtief masseren Voordat ik begin met masseren sluit ik me even voor een moment af van alles en iedereen in en om me heen en ga met mijn aandacht naar mijn ademhaling. Bij elke ademing zak ik dieper naar beneden tot het lijkt alsof mijn ademhaling in mijn buik is gezakt en mijn geest in mijn hart. Ik laat alle gedachten, drukte, verwachtingen, spanning, hopes & fears, alle ego-beslommeringen van me af glijden ongedwongen, ongekunsteld. Wat ik ervaar is leegte, als in oneindige ruimte. Een onvoorwaardelijke potentie, en ik weet in het nu niet wat er het volgende moment gaat gebeuren. Ik besef en ervaar dat ik ik ben en de baby de baby dat ik in deze relatie de volwassene ben en de baby resoluut, met respect en liefde zal leiden, zal begeleiden. Vanuit dit gevoel masseer ik ontspannen en vloeiend. Mijn ademhaling is onverstoord en mocht het nodig zijn, gaat er iets wankelen, dan sluit ik mijn ogen, leg nadruk op de uitademing en voel daadkrachtig en resoluut (Anja Boers, docente babymassage, december 1999) 19
H
uidmassage
Babymassage is een huidmassage, gebaseerd op een vloeiend en ritmisch bewegingspatroon. De massage stimuleert de huiddoorbloeding en maakt spieren ontspannen en sterker. Daarnaast heeft massage in meer of mindere mate effekt op de ademhaling, spijsvertering en uitscheiding. De baby werd in de baarmoeder bijna ononderbroken gewiegd. Zijn huid die eerder waarneemt dan alle andere zintuigen, werd bij elke beweging van zijn moeder aangeraakt, gestreeld en geprikkeld. In de baarmoeder kende de baby geen honger, kou of eenzaamheid. Na de geboorte zijn al deze omstandigheden ingrijpend veranderd. De baby moet omschakelen en zich aanpassen aan zijn nieuwe leven. De massage kan een baby helpen zich aan te passen en prettig te voelen.
Welke massagevorm wordt veelal toegepast? Wrijven: Bij de baby worden hoofdzakelijk wrijvende strijkbewegingen gemaakt. Wrijven is stimulerend voor de huid, omdat de bloedsomloop wordt bevorderd en de wrijving de warmteontwikkeling in het gemasseerde lichaamsdeel doet toenemen. Kneden: ‘de schroef’ of ‘druk en draai’ die op het been uitgevoerd wordt, is typisch een knedende beweging die zorgt dat de beenspieren sterker worden en dat er ontspanning in het been bewerkstelligd wordt. Massage maakt de huid van een baby zacht en glanzend. Regelmatig wrijven verstevigt de huid.Masseren met de babyolie van Zwaantjes (70% amandelolie en 30% aloe vera) heft de droogte van de huid op. Deze droogte kan wijzen op een gestoorde stofwisseling als gevolg van gasontwikkeling in het lichaam. Ook ons klimaat, koud en vochtig, droogt de huid uit. Uit ervaring van ouders blijkt dat hun eigen handen soepeler worden tijdens het masseren en een genezend herstel plaatst vindt bij o.a. droge, schilferige, koude en reumatische handen. De rol van tactiele stimulatie Afwijkend sociaal, emotioneel en motorisch gedrag kan voor een deel het gevolg zijn van een tekort aan tactiele stimulatie. Apen die vanaf de geboorte een stationaire “kunstmoeder” hadden, vertoonden in veel sterkere mate afwijkend gedrag dan apen wier kunstmoeder onregelmatig bewoog. Ook bij premature kinderen die in de couveuse verpleegd worden is het positieve effekt op groei en ontwikkeling door het regelmatig wiegen en het contact met de moeder (kangoeroemethode) duidelijk aantoonbaar. Het is waarschijnlijk dat tactiele stimulatie invloed heeft op het cerebellum. Het cerebellum oftewel de kleine hersenen die verantwoordelijk zijn voor de motoriek, maar samen met andere hersendelen ook het sociaal-emotionele gedrag regelen. Apen die tactiel gedepriceerd zijn geweest en zeer agressief gedrag vertonen, blijken een afwijkend EEG van het cerebellum te hebben. Na operatieve verwijdering van een deel van het cerebellum werd het gedrag weer normaal. Met de ontwikkeling van de hersenen en het zenuwstelsel wordt ook de feed-back van de huid naar de hersenen geperfectioneerd. In de loop van het eerste levensjaar ontstaat zo een “lichaamsbeeld” (representatie en oriëntatie van het huidoppervlak op het niveau van de hersenen).
20
B
eschrijving van een uitgebreide massage bij een dysmatuur.
Achtergrond Jaë Turpijn Reden van opname: dysmatuur 37 weken. Opname: 2de van gemelli. De tweelingzus van Jaë is een stuk zwaarder bij de geboorte en wel plusminus 2300 gram. Jaë is ongeveer 1690 gram en lag in stuitligging. Bij de geboorte was Jaë bleek/roze van kleur, had goede reflexen en was snel geprikkeld. Voetzooltjes en handjes waren ontveld. De tweeling is het 4de en 5de kind van het gezin. De zus van Jaë ligt op de kraamafdeling, drinkt aan de borst en dit gaat prima. Zij krijgt daarbij nog sondevoeding. Jaë daarentegen krijgt volledige sondevoeding om aan te sterken. Waarneming: Jaë heeft een droge huid en schilfers op haar hele lichaam. Wat direkt opvalt is dat het buikje bol is en wat hard aanvoelt. Het is een klein, tenger kindje, donkere ogen en heeft een aapjesachtig uiterlijk. Jaë wordt door mij voor de tweede keer gemasseerd. De eerste keer was de huid gerimpeld, heel droog en vol schilfers. De huid ziet er nu minder gerimpeld uit en is bijna vrij van schilfers.Tussen de eerste en tweede massage heeft een periode van acht dagen gezeten. De moeder is van Surinaamse afkomst en is vanuit haar cultuur bekend met babymassage. Zij vertelt dat baby’s in haar cultuur direkt vanaf de geboorte gemasseerd worden omdat de kokosolie waarmee dit gebeurt, er voor zorgt dat de huid goed beschermd wordt tegen de zon en dat het kindje door de massage veel beter in zijn vel steekt. Belangrijk is dat de baby soepel en krachtig aanvoelt. Zij is heel enthousiast en erg benieuwd met welke intentie wij in Nederland een kindje masseren en wil dolgraag weten welke technieken wij toepassen. Tijd van de massage Jaë wordt ‘s-ochtends om plusminus 11.30 uur voor de voeding door mij gemasseerd. Houding van de masseur Ik zit in een tuinstoel met een hoge leuning en mijn voeten worden ondersteund door een voetenbankje. Boven mijn hoofd gloeit een warmtelamp zodat Jaë niet afkoelt tijdens de massage. Moeder zit links naast mij en kan op deze wijze de massage goed volgen. Duur van de massage Deze is 30 minuten. Dit is inclusief aan- en uitkleden. Welke babyolie is geschikt voor de prematuur/dysmatuur? De babyolie van Zwaantjes is zeer geschikt omdat deze olie een zeer verfijnde samenstelling heeft en volkomen biologisch is. Er is niets aan toegevoegd zoals geurstoffen of etherische oliën. De babyolie bestaat uit 70% amandelolie en 30% aloë vera. De eigenschappen van deze oliën komen uitgebreid aan bod onder de noemer Babyoliën. Jaë werd op verzoek van de moeder gemasseerd met zuivere kokosolie die weer door haar moeder in Suriname gemaakt was. Een dikke vette olie.
21
Beschrijving van inleving/rustmoment, de toegepaste massagetechnieken en effekten zoals deze tevens is te zien op de film. Kennismaking voorafgaande aan de massage Bij Jaë kruis ik de beentjes en leg ze vervolgens op de buik. Mijn re. hand houdt de beentjes vast in de kruising en ik wieg horizontaal. Dit is een wezenlijk beginpunt bij aanvang van de massage. Ik geef zodoende het kindje de gelegenheid te wennen aan mijn aanraking.Tevens bewerk je een volledige ontspanning in het bekken. De ademhaling is diep en je voorkomt dat het kindje zich overstrekt omdat de onderrug in een lichte ronding ligt. Op deze wijze kunnen zij en ik nader kennis met elkaar maken oftewel gericht kontakt maken. Haar aandacht blijft gericht op mij doordat ik zachtjes af en toe met haar praat, bijvoorbeeld door te vertellen welke handeling ik op dat moment doe, en haar vertel dat ze goed meewerkt. Haar hoofdje ligt dan ook stil, haar ogen kijken mij aan, ze dommelt af en toe weg maar blijft alert. Het is belangrijk dat het kind met volle bewustzijn aanwezig is en blijft tijdens het masseren. Ook dat je als docent elke reaktie goed waarneemt en ervaart dat zij in ontspanning raakt. Zij geeft mij a.h.w. aan hoever ik op dat moment met haar mag en kan gaan. Dit is een precair punt en vraagt van een docent enorm veel geduld, timing, respekt en invoelend vermogen en doortastendheid. Na de kennismaking, start ik met de massage. Ik laat de beentjes in de kruising en olie op deze wijze een beentje helemaal in. Dit doe ik omdat in deze houding het bekken volkomen ontspannen is en haar beentje vol vertrouwen op haar buik ligt en er geen weerstand is op het moment dat ik vanuit rust strijkbewegingen ga maken over haar beentje. Dat zij de overgang van de ene beweging in de ander als vanzelfsprekend gaat ervaren en vol vertrouwen mij het werk laat doen. Het is heel essentieel dat je een houding zoals hierboven benoemd niet abrubt verandert omdat zij dan kan schrikken en de daarmee opgebouwde vertrouwensband/ kennismaking direkt verbreekt. Ga je dan toch door dan zal zij zich verzetten, dit merk je bijvoorbeeld door spierspanning in haar lijfje en met name het strekken van de armen en beentjes. Zij laat het direkt horen als zij dit niet aangenaam vindt. Beentjes Ik begin met zweeds melken en start met het li. beentje. Met mijn middelvinger (meest subtiel van alle vingers) maak ik een strijkende beweging met lichte druk vanaf de hiel richting bil, totaal 3x. Vervolgens masseer ik de zijkant met de vingertoppen van middelvinger, wijs- en ringvinger van het li.beentje enkel richting bovenbeentje, 3x. Daarna het deegrolletje, het is een rollende beweging die begint onder de knie. De knie is licht gebogen en wijst in de richting van de buik. De vingers van mijn li. en re. hand omvatten het onderbeentje en rol het onderbeentje zachtjes doch stevig tussen mijn handen richting enkel. Het lichaampje schudt wiegend mee waardoor spanning gedoseerd los kan komen. Vervolgens ga ik terug naar het li. beentje en voel dat het beentje soepel aanvoelt waardoor ik nu de volle hand kan inzetten met indiaas melken. De li. en re. hand wordt afwisselend met een indraaiende beweging van de pols gemaakt. Als eerste maakt de duim kontakt op de achterkant van het beentje en de vingers volgen direkt daarna en omhullen het bovenbeentje. Met de indraaiende beweging strijk je met lichte druk naar de voet toe. Deze beweging zorgt ervoor dat spanning uit het beentje loskomt en afvloeit via het voetje. 3x. Voet en voet gecombineerd met het hoofdje De voet volgt door met je platte hand over de voetzool met lichte druk te strijken. Je begint op de hak en je strijkt over de teentjes heen. Het effekt van deze beweging is dat je het kind stimuleert zich te aarden en je controleert de grijpreflex. Het dolfijntje volgt waarmee ik in een doorgaande beweging vanuit de platte hand voetzool richting hoofd ga. Mijn platte duim leg ik zachtjes neer net tussen de wenkbrauwen en strijk met zeer lichte druk tot over de haargrens. Vandaaruit strijk ik in een vloeiende beweging met mijn duim en vingers over voetzool en wreef heen en dit wordt een aantal keren herhaald. Je kunt zien dat het voetje volkomen ontspannen is doordat het voetje stil tussen mijn handen ligt, de teentjes subtiel in een natuurlijke ronding liggen, zowel bij de aanraking als bij de afvloeiende beweging. Als ik klaar ben met het li. beentje, herhaal ik de hierboven beschreven handgrepen bij het re. beentje. Ik rond been- en voetmassage af door de kruising van de beentjes en horizontaal te wiegen. Dit om het rustmoment aan te geven, het kindje te bundelen, d.w.z. dat het met vol bewustzijn in het hier en nu gericht aanwezig is. 22
Borst en buikmassage. Om haar langzaam te laten wennen aan de aanraking in dit gevoelige gebied, begin ik met mijn middelvinger kleine rondjes tegen de klok in te draaien vanuit het midden van de borst richting buik. Ik herhaal dit een aantal keren en bij de laatste keer ga ik in een vloeiende en ritmische beweging over in de zon. Ik maak weer eerst met de middelvinger een ruime ronddraaiende beweging met de klok mee over buik in de richting van de darmen. Ik sluit deze beweging af door af te vloeien over het li. beentje van de baby. Het effekt van de ronddraaiende beweging vanaf borst naar buik is dat er een verbinding tot stand komt. Dit is niet met het blote oog waarneembaar. Het kindje kan de beweging volledig in zich opnemen, volgt deze van binnenuit en ervaart lichaamsbesef van haar borst en buik. Zowel de borst als buik voelen na de massage, warm, soepel en ruim aan. De ademhaling is diep. De huid is egaal van kleur en heeft een lichte glans. Daarnaast krijgt het kindje een steviger en compacte uitstraling. Dat wil o.a. zeggen dat het kindje minder kwetsbaar is. De borst en buik vormen een geheel dat stevig aanvoelt. Omhullen en wiegen van de beentjes (gekruist op de buik) om een rustmoment in te bouwen en van hieruit vloeiend overgaan in de volgende handgreep in een nieuw gebied. Armpjes en handjes Ik maak met mijn duim kontakt door de duim in het de handpalm/knuistje te leggen van de baby. Jaë houdt mij heel stevig vast. Soms schud ik heel subtiel met mijn duim (niet met blote oog te zien) om de vingertjes te laten ontspannen. Vandaaruit strijk ik in de richting van de vingertoppen. Daarna neem ik de binnenkant van de onderarm mee en ik breng de onderarm in de positie van de hoerahouding. Herhaal dit een paar keer en neem vervolgens de bovenarm, onderarm en hand mee in een vloeiende beweging. Bij een prematuur en dysmatuur masseer ik eerst de ene hand en arm en vervolgens de andere hand en arm. Deze handgreep wordt bij het rechter en linker armpje apart uitgevoerd, door met mijn beide duimen hand/ onderarm/bovenarm te masseren. Omhullende beweging Ik rond af met de afstrijking van borst/flank/been/voet. Eerst linkszijdig en vervolgens rechtszijdig. Ik verbind elk lichaamsdeel in een afstrijkende beweging waardoor het kindje zich opgenomen voelt in deze beweging. Het rustmoment -Wiegen Ik sluit af met het rustmoment waarbij de beentjes gekruist liggen op de buik en het kindje zachtjes heen en weer gewiegd wordt. Conclusie Zoals hierboven is weergegeven is het een vereiste om bij voornoemde groep kinderen zeer afgestemd te werken. De rustmomenten zorgen ervoor dat jijzelf en het kind volledig op elkaar zijn afgestemd gedurende de hele massage. Op het aspekt afstemming wil ik graag nader ingaan. Afstemming houdt het volgende in: -Het kindje vertrouwt zonder enige reserve op jou. Je bent in staat om een kind omhullend in je op te nemen. Dit lijkt vaak simpeler dan het in werkelijkheid is. Dit vraagt van een docente dat zij innerlijk bewogen is, dat zij inzicht(en) heeft verworven in haar eigen persoonlijkheid omtrent respekt hebben voor de ander, liefde kent en deze op maat weet te uiten, grenzen durft te stellen en grenzen weet te verleggen, engelengeduld heeft, direkt is en creatief. -Je deskundigheid uit zich in de technieken, zowel in de mondelinge als in de praktische uitvoering. -Het invoelend en doortastend vermogen is verfijnd. -Dat je concentratie optimaal is en je hierin geen moment van verslapping kent. -Dat je timing in de handgreep ten alle tijde aanwezig is. -De technieken die aangeboden worden altijd vloeiend en ritmisch uitgevoerd worden. -Dat je de specifieke opbouw van de massage kent bij de prematuur/dysmatuur en deze zonodig weet aan te passen en af te stemmen op het individuele kind. 23
Globaal kun je stellen dat er nooit direkt met de volle hand gemasseerd mag worden. Eerst met vingertoppen/vingers en vervolgens met de hele hand! De druk wordt langzaam van licht tot stevig opgebouwd. Fase 1 begint met het kind waar te nemen van top tot teen. Je een beeld te vormen van het kindje. Fase 2.begint met een rustmoment, het wiegen. Fase 3.De massage begint meestal bij beentjes, voetjes en het hoofd. Vandaaruit masseer je in volgorde borst en buik, handjes en armpjes en het gezicht. Zodra de prematuur/dysmatuur steviger in zijn vel komt te zitten masseer je de rug. De rugmassage bewerkstelligt dat het kindje in deze houding zich sneller overstrekt. Vandaar dat de rug in een later stadium gemasseerd wordt. Essentiële aandachtspunten voor masseur bij een massage van een prematuur en dysmatuur: Stel dat het rustmoment goed verloopt. De timing klopt. Het kindje is in rust. Op het moment dat je wilt gaan masseren worden de handelingen te snel achter elkaar uitgevoerd. Dan ondervind je direkt lichte weerstand. Dit is vaak voor een buitenstaander of ouder met het blote oog niet direkt waarneembaar. Dat gebeurt heel subtiel! De spiertonus van het gemasseerde lichaamsdeel neemt toe en de handgreep kan niet ritmisch en soepel worden uitgevoerd. Het gemasseerde lichaamsdeel voelt stijf en hoekig aan. Als je doortastend en respektvol bent, merk je dit meteen op en corrigeer je jezelf onmiddellijk en ga je een stap terug door bijvoorbeeld de beweging te vertragen en te observeren of de baby hier in mee gaat. Als de baby zich herstelt, wordt de spiertonus van het gemasseerde lichaamsdeel verlaagd. Wil jezelf succes boeken, dan dwing je de massage af en zul je juist meer druk geven. Er ontstaat meer spierspanning in je handen en lichaam waardoor je niet meer afgestemd bezig bent. Op dat moment overschrijd je de grenzen van het kind en dwing je het kind als het ware om met jou mee te gaan. Het gevolg is dat het kind na de massage bijvoorbeeld heel lang onrustig is en/of huilt en zich overstrekt of compleet uitgeput is. Dit laatste wordt vaak aangezien als volledige ontspanning. Helaas, niets is minder waar. De massage van Jaë is verfilmd door het Slotervaart Ziekenhuis.
24
B
este Tineke,
Hierbij mijn verhaal inzake mijn ervaring met babymassage. Ik ben Yvonne Gietman, 30 jaar oud, getrouwd en moeder van Olaf en Twan. Olaf en Twan zijn na een moeilijke zwangerschap bij 35 weken geboren. Helaas was Twan al in de 27 ste week van de zwangerschap inter uterus overleden. Daarna werd bij mij zwangerschapsvergiftiging geconstateerd en werd ik opgenomen in het WKZ in Utrecht. Na een week werd ik ontslagen maar vervolgens lag ik er vier weken later weer in omdat er een bloeding was ontstaan. Drie weken later is spontaan de bevalling begonnen. Olaf was een gezonde jongen van 2005 gr maar wel 5 weken te vroeg. Daar sta je dan als “nieuwe” moeder (en vader) naast een couveuse met daarin je kind. Je wilt zoveel maar je kunt niets (behalve luier verschonen en eventueel een voeding geven als het kind het aankan en niet de voeding via de sonde krijgt. NOOT: de begeleiding vanuit het WKZ was zeer goed daar wil ik geen negatieve geluiden over uiten) Er gebeuren zoveel dingen om je heen. Allemaal draden en piepjes als je je kind aan wilt raken. Je kunt het niet de hele dag knuffelen zoals je wel zou willen. Je neemt je voor die “schade” later allemaal in te halen. Een kind is toch nergens beter als bij z’n moeder denk je. Daarbij hadden wij tijdens de kraamtijd een begrafenis te regelen. Wij waren al een kind kwijt, dus wilden wij het met Olaf zo goed mogelijk doen. Wat wel vast stond, was dat hij borstvoeding zou krijgen want dat is het beste wat je je kind kunt geven. Zeker voor een prematuur kind: in borstvoeding zitten alle voedingsstoffen en afweerstoffen die nodig zijn en beter kun je je kind niet geven en het verdient toch het beste? Het klinkt heel plastisch maar zo bedoel ik het niet. Soms kwam Olaf in het gedrang omdat we voor Twan nog wat moesten regelen en andersom. Gelukkig hebben we van Twan afscheid kunnen nemen zoals we dat graag wilden. Al tijdens de zwangerschap, toen we wisten dat Twan was overleden, na het overlijden van Twan, had ik besloten dat ik de cursus babymassage wilde gaan volgen. Ik wilde alles gaan doen met ons nog levende kindje, dat had hij (of zij, want we wisten toen nog niet dat we twee zonen zouden krijgen) verdient en daar had het recht op zo redeneerden wij. Ik wilde Olaf leren kennen en een bepaalde band proberen op te bouwen. Het contact dat je maakt met je kind tijdens de cursus babymassage, leek mij prachtig. Al vorens er met de cursus babymassage gestart werd, werden we gebeld door de curcusleidster mevrouw Bos. Ze vroeg naar je beweegredenen waarom je de cursus wilden volgen en ik heb mijn verhaal gedaan. Ik heb de cursus met plezier gevolgd en vond het jammer dat deze na 6 weken al afgelopen was. De cursus althans, masseren doen we thuis nog elke week. Ik heb na afloop van de cursus de video die o.l.v. Tineke Bos in het Slotervaart Ziekenhuis is gemaakt, over een massage bij een dysmatuur babytje. Ik wou dat ik dat eerder had gezien en geweten. Ik vond het prachtig om te zien hoe die kleine erop reageerde. Zo ontspannen, de armpjes helemaal open. Wat ik me herinner van de verzorging van Olaf tijdens zijn ziekenhuisperiode (totaal 16 dagen, waarvan 7 dagen couveuse en 4 dagen onder de “lamp” in verband met een te hoog bilirubine gehalte) was dat we heel spaarzaam met zijn energie moesten omgaan. Als hij wakker was moesten we het ervan nemen. Of in bad of aan de borst maar beide kon vaak niet. Zijn voeding kreeg hij dan via de maagsonde. Het lichamelijk contact was dus echt minimaal. Doordat je niet 24 uur van de dag bij je kind kunt zijn, ben je ook echt afhankelijk van het moment. Ik was zeer verbaasd te zien hoeveel energie de baby op de video nog had. Hij kreeg energie in plaats van dat het energie kostte. Ik denk dat het voor ouders van couveusekinderen van zowel prematuur als dysmatuur een verademing kan zijn. Ze kunnen wat doen voor/ met hun kind, ze kunnen contact maken. Als ze dat echt willen. Het is natuurlijk geen moeten. Je moet er wel open voor staan en er de rust voor kunnen opbrengen. Het is een serieuze aangelegenheid en niet het volgen van technieken zoals een taart bakken waarbij je het recept voor je op het aanrecht legt bij wijze van spreken. Ik vind masseren een soort van troosten met je handen. Ik kan het niet anders onder woorden brengen. Het is een gevoel. Er kleven geen negatieve aspecten aan. Voor een kind lijkt het me ook een verademing, want hoe lief de verpleging in een ziekenhuis ook is, het is niet de aanraking van een ouder. Een verpleegkundige staat emotioneel gezien ook verder van het kind af. Dit blijft een patiënt(e). 25
T
iBo Beroepsopleiding
Nederlands Opleidingsinstituut tot Docent Babymassage en voor stem- en zangtrainingen te Culemborg staat onder leiding van mevrouw T.W. Bos, direkteur. De opleiding wordt mede verzorgd door een kinderarts in opleiding, een aromadeskundige, docente theorie, docente didactiek en communicatie, docente PR en werving. TiBo biedt een beroepsopleiding tot docent babymassage. Veel deelnemers zijn afkomstig uit de gezondheidszorg, zoals kinder- kraam- wijkverpleegkundigen, kraamverzorgsters, zwangerschapsdocenten, verloskundigen. Ook zij die geen medische ervaring hebben kunnen worden opgeleid tot docent babymassage. De opleiding tot docent babymassage bevat het aanleren van verschillende massagetechnieken (methodes: Shantala, Zweeds, Ayurvedisch en de TiBo handgrepen). Het gaat hier om een algehele huidmassage voor kinderen in de leeftijdsgroep van 0-12 maanden. Deze massage kan worden toegepast bij zowel gezonde als bij herstellende, licht gehandicapte baby’s. Er zijn aangepaste en specifieke technieken voor eczeem, cara, prematuren, dysmaturen en baby’s die extreem veel huilen. Daarnaast biedt de opleiding praktische en sociale vaardigheden aan, medische kennis, kennis van basisoliën, communciatie, didactiek, ontwikkeling van de intuïtie en er wordt aandacht besteed aan PR en werving.
Organisatie TiBo is een levendige en groeiende organisatie. Zij is gericht op de kwaliteit(en) van mensen, draagt zorgt voor continuïteit en verdieping van het vak en stimuleert het enthousiasme van deelnemers. Door middel van herhalingsdagen en modules zorgt zij er mede voor dat de docenten babymassage zich verder kunnen ontwikkelen en bewaakt zij het nivo van de docenten aangesloten bij de NBDB Nederlandse Beroepsvereniging Docenten Babymassage. Het is een organisatie die onderzoek doet door bestaande massagetechnieken te verbeteren en aan te passen binnen onze maatschappij en nieuwe massagetechnieken te ontwikkelen voor baby’s en kinderen met klachten zoals eczeem, huilbaby’s, prematuren, dysmaturen en kinderen met eetproblemen e.d. TiBo biedt hulp door coaching van door haar opgeleide docenten babymassage die als kinderverpleegkundigen werkzaam zijn op de afdeling neonatologie en kinderafdeling van ziekenhuizen om babymassage in de opstartfase een professioneel gestalte en kader te geven. Daarnaast verzorgt een aparte werkgroep lezingen en workshops voor instellingen en organisaties door het hele land. TiBo geeft tevens cursussen babymassage aan ouder en kind zowel particulier als voor de Thuiszorgorganisatie Rivierenland te Geldermalsen in de volgende plaatsen: Culemborg, Tiel, Geldermalsen en Zaltbommel. De andere poot van TiBo is dat zij basis zanglessen en zangcursussen verzorgd voor volwassenen en jongeren.
26
L
iteratuur
Hieronder volgen de werken die ik tijdens het schrijven heb geraadpleegd of die direct hebben bijgedragen tot het schrijven van dit vooronderzoeksverslag. Groei en ontwikkeling van het kind Syllabus en module prematuren en huilbaby’s De ontwikkeling van het kind Kind in Ontwikkeling, Vijfde druk De rol van tactiele stimulatie, Verslag Kinderverpleegkunde en kindergeneeskunde Inleiding verpleegkundige zorg op de Neonatale Intensive Care
TiBo Frank C. Verhulst R.A.C. Bilo/Voorhoeve/Koot K. Fisscher, kinderarts Persis Mary Hamilton
Te vroeg op de wereld Vanuit de couveuse de wereld in De vroege ontwikkeling in handen
I.J. Hankes-Drielsma concept ICN Uitgeverij Elsevier, juli 1998 Dr. H.W. Bruins en Dr. B.P. Cat Zita van der Heijden S. da Costa en H. v.d. Berg
De eerste zeven jaar, kinderfysiologie Over angstige, verdrietige en onrustige kinderen Nähe und Geborgenheit Gewoon Kind zijn
E. Schoorel H. Köhler S. Stacherl A. Thompson
Babymassage Nieuwsbrief TiBo 2000 Das Fest der Geburt Shantala Ayurvedische massage Het babymassageboek Babymassage Handboek voor Babymassage
Tineke Bos F. Leboyer F. Leboyer H. Johari T. Heinl J. Woodfield V. Schneider
Moederschap Tijd voor jezelf
T. Marsh
Persoonlijke ontwikkeling Intuïtie, Verslag uit de module Intuïtie
Tineke Bos
Innerlijke ontwikkeling, de kunst om de innerlijke stem te volgen tot in de dagelijkse praktijk
H. en H. Korteweg-Frankhuisen
Film Voorlichtingsfilm: een massage volgens de TiBo methode bij een prematuur en dysmatuur kindje Slotervaart Ziekenhuis juli 2000
27
28
Sportmassage – Theorie: samenvatting Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 Plaatsbepalende uitdrukkingen Anatomische stand (de stand die gebruikt wordt voor de inspectie van personen): Rechtop, voeten uit elkaar, tenen naar voren, handpalmen naar voren langs het lichaam en de duimen naar buiten. Extremiteiten: Bovenste extremiteiten (BE): de armen Onderste extremiteiten (OE): de benen Mediaal ( = middellijn) dichtbij het midden of daar dichterbij dan een ander punt bv: de grote teen ligt mediaal tov de kleine teen Lateraal (= zijdelings wat terzijde ligt) van het midden af gelegen bv: het oor ligt lateraal Proximaal (= het meest nabij het anatomisch centrum, de oorsprong gelegen) naar de romp toe gelegen bv: de knie ligt proximaal t.o.v. de voet Distaal (= het verst verwijderd van het anatomisch centrum, de oorsprong) van de romp afgelegen bv: de voet ligt distaal t.o.v. de knie
De uitdrukkingen proximaal en distaal zijn m.n. van toepassing voor de extremiteiten Massagehandgrepen op de extremiteiten worden m.n. uitgevoerd van distaal naar proximaal.
Centraal (profundus, internus) (= in het midden gelegen) naar het binnenste van het lichaam, dieper het lichaam in bv: het hart ligt centraal Perifeer (superficialis, externus) (= aan de omtrek aan de buitenzijde) aan de oppervlakte van het lichaam, in de richting van het lichaam verlaten bv: de huid is een perifeer orgaan
De uitdrukkingen centraal en perifeer worden gebruikt bij het benoemen van de plaats van lichaamsdelen De uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen)
Ventraal (anterior) (=aan de buikzijde gelegen) aan de voorzijde van het lichaam gelegen bv: de buikspieren liggen aan de ventrale zijde van de romp
Paula Pot
1
Sportmassage – Theorie: samenvatting Dorsaal ( posterior) (= tot de rug of rugzijde behorend) Aan de rugzijde van het lichaam gelegen Bv: de rugspieren liggen aan de dorsale zijde van de romp Dorsaal bij de hand: de handrug Dorsaal bij de voet : de voetrug
De uitdrukkingen: ventraal en dorsaal worden voor de romp EN extremiteiten gebruikt.
Craniaal (superior) (= in de richting van de schedel) naar het hoofd toe gelegen bv: de halswervels zijn craniaal gelegen t.o.v. de lendenwervels Caudaal (inferior) (= in de richting van de stuit) naar de stuit toe gelegen bv: de lendenwervels zijn caudiaal gelegen t.o.v halswervels
De uitdrukkingen: craniaal en caudiaal : zijn alleen van toepassing voor de romp en de schedel.
Radiaal (radius = spaakbeen): aan de zijde van de radius gelegen ofwel de duimzijde van de onderarm. Ulnair (ulna = ellepijp): aan de zijde van de ulna gelegen ofwel de pinkzijde van de onderarm. Palmair (= de handpalm betreffend): aan de palmzijde van de hand gelegen. Plantair (= aan de zoolkant m.b.t. de voetzool): aan de voetzoolzijde gelegen. Sinister (= links, linker): vanuit de te inspecteren persoon gezien links gelegen. Dexter (= rechts, rechter): vanuit de te inspecteren persoon gezien rechts gelegen. 1.2 Bewegingsbepalende uitdrukkingen De bewegingen worden altijd uitgevoerd vanuit de ruststand/nulstand
Flexie: (werkwoord flecteren) en eenvoudige beweging: buigen. bv: in het elleboog of kniegewricht
Anteflexie: (beweging en stand van het lichaam) het voorwaarts bewegen van arm of been in schouder en heupgewricht
Paula Pot
2
Sportmassage – Theorie: samenvatting
Retroflexie: (beweging en stand van het lichaam) het achterwaarts bewegen van arm of been in schouder of heupgewricht
Ventraalflexie: het naar voren buigen zoals bij het hoofd of van de gehele romp (beweging vanuit de wervelkolom niet vanuit de heup). Vanuit de heup wordt het anteflexie genoemd!
Dorsaalflexie: het naar achteren buigen (beweging vanuit de wervelkolom niet vanuit de heup) zoals bij het hoofd of van de gehele romp. Vanuit de heup wordt het retroflexie genoemd! Wordt ook bij de romp ook wel extensie genoemd. Hand: rugzijde = dorsaal palmzijde = ventraal
Voet: rugzijde = dorsaal zoolzijde = plantair
Deflexie: het terugkomen vanuit ventraalflexie van de romp richting de neutrale rechtopgerichte stand.
Plantairflexie: het naar beneden bewegen (richting voetzoolzijde) van de gehele voet in het enkelgewricht (beweging vindt plaats in het BSG). Palmairflexie: het naar beneden bewegen (richting handpalmzijde) van de hand in het polsgewricht
Ulnairflexie of ulnairdeviatie: een beweging van de hand naar de pinkzijde in het polsgewricht, in de richting van de ulna Radiaalflexie of radiaaldeviatie: een beweging van de hand naar de duimzijde in het polsgewricht, in de richting van de radius
Lateraalflexie: (lateroflexie) een zijwaartse buiging van het hoofd in de richting van de schouder, de romp zijwaarts buigen (vanuit de wervelkolom). Paula Pot
3
Sportmassage – Theorie: samenvatting Extensie: het strekken van de elleboog, de knie, de vingers en de tenen (soms ook wel de wervelkolom (noemt men ook dorsaalflexie)).
Abductie: het zijwaarts van het lichaam af bewegen van arm of been (beweging in schouder of heupgewricht). Adductie: het zijwaarts naar het lichaam toe bewegen van arm of been (in schouder of heupgewricht).
Rotatie: een draaiende beweging in een gewricht. Endorotatie: arm of been naar binnen draaien vanuit het schouder of heupgewricht. Exorotatie: arm of been naar buiten draaien vanuit het schouder of heupgewricht
Circumductie: combinatie van bewegingen bij elkaar: beweging van arm of been in schouder of heupgewricht waarbij een kegelvorm wordt gemaakt.
Torsie: een draaiende beweging die optreed bij beweging (bv de tussenwervelschijven). We noemen dit ook wel: wringing.
Pronatie: beweging van de onderarm in het ellebooggewricht waarbij de handrug naar boven wordt gedraaid. Supinatie: beweging van de onderarm in het ellebooggewricht waarbij de handpalm naar boven wordt gedraaid. Bewegingen vinden ook in enkel plaats! Paula Pot
4
Sportmassage – Theorie: samenvatting Inversie: beweging van de voet waarbij de binnenrand van de voet wordt geheven. Een combinatie van bewegingen in de enkel/voet: plantairflexie, supinatie en adductie van de voorvoet
Eversie: beweging van de voet waarbij de buitenrand van de voet wordt geheven. Een combinatie van bewegingen in de enkel/voet: dorsaalflexie, pronatie en abductie van de voet.
Niet genoemd in boek / extra aantekeningen Opponatie / reponatie: Beweging waarbij je de duim naar de pink beweegt (opponatie) en weer terug (reponatie). Vind plaats in art CMCI (Carpa Meta Carpea I = grondgewricht van de duim). Enkel: Bovenste Sprong Gewricht (BSG) = art. Talo Curalis Bewegingen: plantairflexie en dorsaalflexie Onderste Sprong Gewricht (OSG): art. Talo Tarsalis Bewegingen: pronatie (draaiing naar buiten), supinatie (draaiing naar binnen) Tibia = schieenbeen Fibula = kuitbeen Cruris = onderbeen
Calcaneus = hielbeen Talus = sprongbeen Tarsus = voetwortel (7st)
Bewegingen in de schoudergordel Elevatie: optrekken van schouders. Depressie / detractie: schouders omlaag
Protractie: schouders naar voren Retractie: schouders naar achteren
Paula Pot
5
Sportmassage – Theorie: samenvatting Laterorotatie: wanneer je je arm hoog op tilt vind er eerst elevatie plaats, daarna draait het schouderblad enigszins naar buiten. Mediorotatie: terug draaien van schouderblad vanuit laterorotatie.
Tekening (aantekening): Uitleg lokalisering van schouderblad. Bij de bewegingen in de schoudergordel zijn er 2 gewrichten die bovenstaande (6) bewegingen mogelijk maken: art. Acromio Clavicularis (= AC gewricht) en art. Sterno Clavicularis (=SC gewricht).
Extra bijlage Bewegingen per gewricht: Bewegingen in het heup- en schoudergewricht: Exorotatie Endorotatie Abductie Adductie Anteflexie Retroflexie Bewegingen in het knie- en ellebooggewricht: Flexie Extensie Bewegingen in het elleboog- en enkelgewricht: Pronatie Supinatie Bewegingen alleen in het polsgewricht: Radiaalflexie Ulnairflexie
Paula Pot
Bewegingen in het pols- en enkelgewricht: Plantairflexie Dorsaalflexie Inversie Eversie Bewegingen in de schoudergordel: Laterorotatie Mediorotatie Protractie Retractie Depressie Elevatie Bewegingen in de wervelkolom: Lateraalflexie ventraalflexie Dorsaalflexie Torsie
6
Sportmassage – Theorie: samenvatting 1.3 Richtingbepalende uitdrukkingen Bewegingen zijn mogelijk in de volgende vlakken: Het FRONTALE vlak: een verticaal vlak, dat het lichaam in een voorkant en een achterkant verdeeld. Het SAGITTALE vlak: een verticaal vlak dat het lichaam in een linkerkant en een rechterkant verdeeld. Het TRANSVERSALE vlak: een horizontaal vlak dat het lichaam in een bovenkant en een onderkant verdeeld. Bewegingen zijn mogelijk om de volgende assen: De LONGITUDINALE as: een lengte-as, deze loopt van boven naar beneden. Deze as staat loodrecht op het transversale vlak. bv: hoofd draaien, gestrekte arm draaien vanuit het schoudergewricht De SAGITTALE as: een horizontale as dwars door het lichaam, van voor naar achter. Deze as staat loodrecht op het frontale vlak. bv: zijwaarts heffen van de arm vanuit het schoudergewricht. afspreiden van het been vanuit het heupgewricht De TRANSVERSALE as: een horizontale as, dwars door het lichaam, van links naar rechts Deze as staat loodrecht op het sagittale vlak. bv: voorwaarts heffen van de arm vanuit het schoudergewricht voorwaarts heffen van het been vanuit het heupgewricht As Frontaal
Vlak Sagittaal
Sagittaal
Frontaal
Longitudinaal
Transversaal
Niet in het schema past: Sagittaal
Frontaal
Beweging Flexie Extensie Adductie Abductie Exorotatie Endorotatie
Lateraal flexie Ulnairdeviatie Radiaaldeviatie
Pronatie en supinatie vind plaats om de eigen as! Hierbij zijn 3 gewrichten betrokken: 1x met humerus (art. Humero Radialis) 2x tussen ulna / radius: (art. Radio Ulnaris distalis en proximalis).
Paula Pot
7
Sportmassage – Theorie: samenvatting Hoofdstuk 2 Osteologie: de leer der beenderen Bot en beenderen zijn onderdeel van het steunweefsel. Botten bestaat uit: - weinig cellen (osteocyt = botcel); - tussenstof (65% uit eitwit en kalkzouten, hierin lopen collagene vezels). Het bot bestaat uit een harde compacte buitenlaag: de compacta (=3), waar binnen zich een harde sponsachtige maar brosse massa bevindt: spongiosa (=1). Deze bevat rood beenmerg. Het gehele bot, behalve aan de gewrichtsvlakken van kraakbeen, is omgeven door een stevig vlies: het periost (=4). Het periost: bevat vele, botvormende cellen die het bot in de dikte doen groeien; heeft een belangrijke rol bij de aanmaak van nieuw bot na een fractuur; bevat vele bloedvaten die ook het bot binnendringen en beenmerg van bloed voorzien. Het periost is zeer hecht met het bot verbonden terwijl aan het periost spieren en pezenhechten. Het periost loopt tot het hyalien kraakbeen. Binnen het bot heeft endost dezelfde functie als periost. De schacht van een bot is hol: de mergholte. Deze holte wordt bekleed door het binnen beenvlies: het endost. Over het algemeen wordt de mergholte opgevuld met geel beenmerg (vetopslag). 2.1 Onderdelen van het bot Een bot bestaat uit een middengedeelte: de diafyse; en de beide uiteinden: de epifysen. Over het algemeen zijn grote delen van de epifysen bekleed met hyaline kraakbeen: de gewrichtsvlakken. Bij sommige botten (femur, dijbeen) komt een opgroeisel voor op de epifyse: de apofyse. Op de grens van epifysen en diafyse komen kraakbeenschijven voor, deze zorgen voor de lengtegroei van het bot: de epifysairschijf. Deze groeischijf verdwijnt (verbeent) bij een volwassen bot. 2.2 Indeling der beenderen: Pijpbeenderen of lange beenderen bv: opperarm, dijbeen, radius, ulna, middenhandsbeentjes. Korte beenderen (bevatten veel spongiosa) bv: handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes. Platte botten (bevatten ook veel spongiosa) bv: borstbeen, schedelbotten, ribben. Gemengde botten een combinatie van pijpbeenderen, korte beenderen en platte botten bv: schouderblad, heupbeen, wervel
Paula Pot
8
Sportmassage – Theorie: samenvatting Thorax: De thorax (borstkas) bestaat uit een groot aantal platte en gebogen botstukken:
Sternum: borstbeen
Wervels: 12 Thoracale wervels (Th1 t/m Th12)
Ribben: 12 paar ribben (12 x 2 = totaal 24 costae) - waarvan 7 paar ware ribben (costae I t/m VII) - en 5 paar valse ribben (costae VIII t/m XII) o waarvan de laatste 2 paar zijn zwevende ribben (XI, XII)
De ware ribben zijn met kraakbeen verbonden aan het sternum en met gewrichtjes aan de wervelkolom en wel aan de thorocale wervels (Th I t/m Th XII). De valse ribben zijn ook, via gewrichtjes, met de wervelkolom verbonden, maar niet (direct) met het sternum: door de gewrichtjes tussen de ribben en de wervels en de torsiemogelijkheid van het ribkraakbeen (tussen ribben en sternum) is de voor de ademhaling noodzakelijke beweging mogelijk. Wervelkolom De olumna vertebralis (=wervelkolom) vormt de as van het lichaam (bevat 32/33 vertebrae (wervels)). Vanaf craniaal gezien: 7 vertebrae cervicales ( nekwervels) 12 vertebrae thoracales (borstwervels) 5 vertebrae lumbales (lendenwervels) zwaarst gebouwd 5 vertebrae sacrales, die samen: os sacrum (heiligbeen) vormen 3a4 vertebrae cocygis, die samen het os cocygis (staartbeen) vormen
C1-C7 Th1-Th12 L1-L5 S1-S5 -
Vanaf C2 tot en met de verbinding van de 5e lumbale wervel met het sacrum bevinden zichelke twee wervels de disci intervertebrales (tussenwervelschijven). Totaal 23. Deze disci vormen verbindingen tussen de wervels en laten een geringe beweeglijkheid van de wervellichamen ten opzichte van elkaar toe. Het os sacrum vormt met de ossa coxae (heupbeenderen) de pelvis (bekkengordel). De gehele wervelkolom is in het sagittale vlak S-vormig gebogen: Kyfose (in thorocale en sacrale deel = B/D) de kromming naar achteren Lordose (in cervicale/ lumbale deel = A/C) de kromming naar voren Een abnormale zijwaartse kromming in het frontale vlak e van de wervelkolom is een scoliose (3 tekening). Wervels: De wervels (=vertebrae) bestaan uit een corpus (wervellichaam) aan de ventrale zijde met daarachter een opening: foramen vertebrale (wervelgat), wordt omsloten door de arcus vertebrae (wervelboog).
Paula Pot
9
Sportmassage – Theorie: samenvatting De wervelgaten van de op elkaar geplaatste wervels vormen tezamen het wervelkanaal, hierdoor loopt het ruggenmerg. De arcus ventebrae heeft verschillende uitsteeksels naar achteren gericht de processus spinosus (doornuitsteeksel) en de beide zijwaartse gerichte processi transversi (dwarsuitsteeksels).
Schoudergordel De schoudergordel vormt de verbinding tussen de romp en de bovenste extremiteiten(armen). De gordel bestaat uit clavicula (sleutelbeen) en scapula (schouderblad) aan beide zijden van de romp. De clavicula is aan de romp, aan de voorzijde, verbonden met het sternum. De scapula is verbonden met de clavicula en via het schoudergewricht met de humerus (opperarmbeen). Aan de dorsale zijde van de scapula zit een stevige kam waar spieren zich aan vasthechten of aan ontspringen spina scapulae (schouderbladkam). Deze loopt uit in het acromion (schoudertop). Aan de ventrale zijde van de scapula vinden we een haakvormig uitsteeksel, waaraan een aantal spieren van de bovenarm vasthechten processus coracoideus (ravenbekuitsteeksel).
Bovenste extremiteit De bovenste extremiteit: hand en arm Arm: Humerus (opperarmbeen) Vormt aan proximale zijde een beweeglijke verbinding met de scapula. Hier vinden we de tuberculum major humeri en tuberculum minor humeri (ligt iets meer mediaal en distaal).
Vanuit deze 2 knobbels lopen 2 randjes (crista): crista tuberculum minoris humeri en crista tuberculum majoris humeri. Distale zijde mediaal en lateraal knobbels: epicondylus medialis humerus (hier hechten veel flexoren aan) en epicondylus lateralis humerus (hier hechten veel extensoren aan). Humerus vormt verbinding met twee botstukken in de onderarm: articulatio cubiti (ellebooggewricht). Condyl = knobbel die deel uitmaakt van het gewicht. Epicondyl: knobbel op knobbel Caput humeri = kop van humerus Cavitas Glenoidalis = gewrichtsholte humerus
Paula Pot
10
Sportmassage – Theorie: samenvatting Humerus, radius en ulna zijn door middel van gewrichten aan elkaar verbonden: Hierbij zijn 3 gewrichten betrokken: 1x met humerus (art. humero radialis) 2x tussen ulna / radius: (art. radio ulnaris distalis en proximalis). De ulna heeft aan de boven/achterzijde een puntig uitsteeksel: olecranon. Mediaal op de radius: tuberculum radii (niet op afbeelding). Hand De hand, manus, bestaat uit: carpus (handwortel), bestaat uit: ossa carpalia (handwortelbeentjes, 8 stuks) ossa metacarpalia (middenhandsbeentjes, 5 stuks) digiti (vingers, 5 stuks), met elk drie phalangen (kootjes), de duim heeft twee phalangen Telling: Duim is altijd I Wijsvinger II Middelvinger III Ringvinder IV Pink V
Paula Pot
11
Sportmassage – Theorie: samenvatting BEKKEN / PELVIS
pelvis = bekken os ilium = darmbeen os coxa = heupbeen
os sacrum = heiligbeen os pubis = schaambeen os ischii = zitbeen
symfyse = verbinding tussen ossa pubis acetabulum = kom v/h heupgewricht
crista iliaca = bovenste rand van het bekken; bekken kent twee uitsteeksels aan voorkant en twee uitsteeksels aan achterkant: o SIAS = spina iliaca anterior superior (voorkant, bovenste); o SIAI = spina iliaca anterior inferior (voorkant, onderste); o SIPS = spina iliaca posterior superior (achterkant, bovenste); o SIPI = spina iliaca posterior inferior (achterkant, onderste); de twee ossa pubis zijn met elkaar verbonden met vezelig kraakbeen: symfysis pubica / symfyse -> dit maakt de noodzakelijke beweging mogelijk; aan de achterkant is os ilium verbonden met het sacrum -> articulatio sacroiliaca / SI-gewricht
BOVENBEEN / FEMUR caput femoris = kop van het bovenbeen collum femoris = dijbeenhals trochanter major = knobbel aan laterale zijde trochanter minor = knobbel, dorso-medio-distaal t.o.v. trochanter major
Aan distale uiteinde bevinden zich twee grote knobbels, die een deel van de knie vormen: condylus lateralis femoris condylus medialis femoris
Paula Pot
12
Sportmassage – Theorie: samenvatting KNIEGEWRICHT / ARTICULATIO GENUS
Kniegewricht (articulatio genus) wordt gevormd door condylus lateralis femoris en condylus medialis femoris (als onderdeel van het femur) en de tibia (scheenbeen). Aan de ventrale zijde met de patella (knieschijf). Patella ligt ingebed in de pees van de m. quadriceps femoris. Articulatio patella femorale: gewricht tussen bovenbeen en patella.
ONDERBEEN 1 = caput fibulae 2= condylus lateralis tibiae 4= condylus medialis tibiae 11 = malleolus medialis (tibiae) 12 = malleolus lateralis (fibulae) Onderbeen bestaat uit tibia (scheenbeen) en fibula (kuitbeen): kopje van fibula proximaal, hecht aan op de tibia: caput fibulae (1);
condylen van de tibia (aan bovenkant): condylus lateralis tibiae (2) en condylus medialis tibiae (4). Hiertussen bevindt zich een soort plateau. Op dit plateau vind je de eminentia intercondylaris (3), waar de kruisbanden aan vastzitten;
knobbel op buitenkant enkel (distale uiteinde van de fibula): malleolus lateralis (12) (hier zitten enkelbanden aan vast);
knobbel aan binnenkant enkel (distale uiteinde tibia): malleolus medialis (11);
aan ventrale zijde (voorzijde) van tibia zit een ruw knobbeltje -> aanhechtingsplaats van de quadriceps: tuberositas tibiae (5);
scherpe rand van de tibia (scheenbeenkam): crista anterior tibiae, loopt over de lengte van de tibia (is voelbaar onder de huid). Hier hechten geen spieren aan.
VOET Voet bestaat uit: a)
tarsus / voetwortel: 7 voetwortelbeentjes, w.o. - talus / sprongbeen (1) - os naviculare - calcaneus / hielbeen (2)
b) metatarsus / 5 middenvoetsbeentjes (4) c)
digiti / tenen, bestaande uit phalangen (5)
Talus en tibia en fibula vormen samen het bovenste spronggewricht: articulatio talocruralis Talus, calcaneus en os naviculare vormen samen het onderste spronggewricht: articulatio talotarsalis
Paula Pot
13
Sportmassage – Theorie: samenvatting GEWRICHTSLEER & LEER DER VERBINDINGEN (H3) ARTHROLOGIE & SYNDESMOLOGIE GEWRICHTEN
Synarthrosen
Diarthrosen
continue verbindingen, er zit geen ruimte tussen de botstukken. Deze ruimte is namelijk opgevuld met diverse soorten materiaal.
discontinue verbindingen, er zit ruimte tussen de botstukken. Gewricht wordt in het algemeen gevormd door de uiteinden van botstukken: caput (kop) en cavum (kom).
Afhankelijk van het materiaal spreken we over de volgende verbindingen: 1. Syndesmose: bindweefselverbinding. - Naadverbinding / sutura’s, voorbeeld: schedelnaden. - Membraanverbinding, voorbeeld: bindweefsel(vlies) tussen ulna en radius. - Bandverbindingen, voorbeeld: band tussen patella en tibia. - Gomfosis: voorbeeld: tussen kiezen en kaak. 2. Synchondrose: kraakbeenverbinding, bijv.: - Epifysairschijf: tijdelijke synchondrose bestemd voor lengtegroei van pijbeenderen. - Costo-sternale verbindingen: tussen ribben en borstbeen. - Symfysis pubica: tussen beide ossa pubis (heup). 3. Synostose: botverbinding, bijv.: - verbeende zaaglijnen van de schedel; - os sacrum; - os coxae.
Deze twee gewrichtsoppervlakten zijn bekleed met hyalien kraakbeen om deze gewrichten heen zit een kapsel (=capsula articularis). Dit bestaat uit twee lagen: 1. buitenste laag = membrana fibrosa, dit is voortzetting van het periost 2. binnenste laag = membrana synovialis, hierbinnen zit een vloeistof die zorgt voor smering van het gewricht: synovia Gewrichtkapsel wordt versterkt door gewrichtsbanden / ligamenten. Drietal vormen van ligamenten: 1. extracapsulaire ligamenten, liggen buiten het gewrichtskapsel; 2. capsulaire ligamenten, liggen in het kapsel; 3. intra-articulaire ligamenten, liggen in de gewrichtsholte. Soms passen de botstukken niet goed op elkaar en zijn andere structuren nodig om dit op te lossen (om dit incongruente gewricht beter te laten passen). Voorbeelden: -
-
labrum articularis / gewrichtslip: ring van kraakbeen zorgt ervoor dat caput wat dieper in de cavum komt te liggen; discus articularis / kraakbeenschijf, bijv.: tussenwervelschijf; menisci: bijv.: in kniegewricht.
Diarthrosen zijn op diverse manieren in te delen (naar beweeglijkheid), we onderscheiden dan: 1. Amfi-arthrosen: heel weinig beweeglijk, bijvoorbeeld: - SI-gewricht; - verbindingen tussen fibula en tibia: tibiofibulaire gewrichten; - tussen hand en voetwortel beentjes. 2.
Articuli: ‘normale’, synoviale gewrichten met caput en cavum. Deze zijn onder te verdelen - hoeveelheid assen / functionele indeling; - hoeveelheid samenkomende botstukken.
Paula Pot
14
Sportmassage – Theorie: samenvatting Functionele indeling: om hoeveel assen kan een gewricht draaien? 1. Eén-assige gewrichten: - ginglymus / scharniergewricht, bijv.: gewrichtjes tussen kootjes van vingers; - articulatio trochlearis / schroefgewricht, bijv.: elleboog (flexie en extensie mogelijk); - articulatio trochoidea / draai- of cilindergewricht, bijv.: proximale gewricht tussen radius en ulna (waarin pronatie en supinatie mogelijk is). 2. -
Twee-assige gewrichten: articulatio ellipsoidea / ei-gewricht, bijv.: polsgewricht. Hierin is palmair- en dorsaalflexie mogelijk en ulnair- en radiaaldeviatie. Let op: verschil in bewegingsuitslag; articulatio sellaris / zadelgewricht, bijv.: gewricht tussen handwortel en duim. Flexie en extensie mogelijk en abductie en adductie. Bewegingsuitslagen zijn gelijk.
3. -
Drie-assige gewrichten: articulatio spheroidea / kogelgewricht: kop staat als het ware tegen de kom aan, bijv: schoudergewricht; articulatio enarthrosis / nootgewricht: kop is voor grootste gedeelte omgeven door de kom, bijv: heupgewricht;
-
Onderverdeling naar aantal samenkomende botstukken. 1. articulatio simplex / enkelvoudig: twee botstukken komen samen, bijv.: heupgewricht; 2. articulatio compositus / samengesteld: meer dan twee botstukken komen samen, bijv.: ellebooggewricht; 3. articulatio complex: hierin komen ook andere elementen voor, zoals disci en menisci, bijv.: gewricht tussen twee wervels. Gemengd gewricht: gewricht waarbij beweeglijkheid verandert bij andere positie, bijv.: knie: bij flexie is ook rotatie mogelijk, bij strekking wordt rotatie tegengegaan door banden die op maximale lengte staan. REMMING VAN BEWEGINGEN In articuli (synoviale gewrichten) is beweging mogelijk. Deze bewegingen worden op een gegeven moment geremd. Er zijn diverse soorten remmingen: 1. 2. 3. 4.
5.
benige remming: als 2 botstukken ‘klem lopen’ tegen elkaar, bijv.: strekking ellebooggewricht; ligamenteuze remming: ligamenten / banden spannen aan, bijv.: strekking knie; weke delenremming: als weke delen gecomprimeerd worden, bijv.: flexie elleboog -> onderarm komt tegen bovenarm; remming door passieve insufficiëntie van de antagonistische spieren: tegengestelde spier kan niet voldoende worden verlengd om totale bewegingsuitslag toe te laten, bijv.: heffen van been in gestrekte positie -> hamstrings worden uitgerekt, totdat deze niet verder kunnen; remming door actieve insufficiëntie van de agonistische spieren: spier kan zich niet verder verkorten om maximale bewegingsuitslag te benutten, bijv.: actief buigen van knie in buiklig met gestrekte heup. Hamstrings kunnen zich op gegeven moment niet verder verkorten, zodat flexievan knie ophoudt.
Indeling van spieren _ gekoppeld aan een beweging! 1. agonist: spier die beweging veroorzaakt 2. synergist: hulpspier die meewerkt met agonist 3. antagonist: spier die beweging moet toelaten SCHOUDERGEWRICHT (ART. HUMERI / ART. GLENOHUMERALIS) Het schoudergewricht (art. humeri) is een verbinding tussen het schouderblad (scapula) en de bovenarm (humerus) en sleutelbeen (clavicula). 1.
art. humeri: de kop van het gewricht wordt gevormd door de kop van de bovenarm (caput humeri), de kom bevindt zich op de scapula (lat.: cavitas glenoïdale);
Paula Pot
15
Sportmassage – Theorie: samenvatting 2.
art. glenohumeralis: is gewricht is tussen de kop van de bovenarm en het gewrichtsoppervlak van het schouderblad (glenoid);
3.
grotere bewegingen in schoudergewricht vinden altijd plaats in keten van botstructuren, die verbonden zijn met banden. Schoudergewricht is via banden verbonden met o.a. ac-gewricht (art. arcomioclavicularis) en sc-gewricht (art. sternoclavicularis). Bewegingen in ac-gewricht en sc-gewricht vinden bijvoorbeeld plaats bij abductie van arm boven ‘horizontaal’ (abductie-elevatie).
Belangrijke kenmerken: - hechten veel peesjes aan; - omgeven door slijmbeurzen / bursae mucosae; - uitstekende beweeglijkheid, met als nadeel geringe stabiliteit. Kapsel wordt aan bovenkant versterkt door ligamentum coracohumerale (loopt vanuit processus coracoideus (=ravenbekuitsteeksel). Is echter te weinig voor goede stabiliteit -> spieren spelen belangrijke rol bij stabiliteit van het schoudergewricht. ELLEBOOGGEWRICHT / ART. CUBITI wordt gevormd door - humerus - ulna - radius bestaat uit meerdere gewrichten - art. humeroulnaris, dit is een scharniergewricht (beweging langs 1 as) - art. humeroradialis, dit is een kogelgewricht (beweging langs 3 assen) art. humeroulnaris beperkt art. humeroradialis, zodat deze nog langs twee assen kan bewegen. Daarom noemen we dit een functioneel twee-assig gewricht tussen ulna en radius bevinden zich twee gewrichtjes: art. radioulnaris proximalis en art. radioulnaris distalis
Paula Pot
16
Sportmassage – Theorie: samenvatting POLSGEWRICHT / ART. RADIOCARPEA
de ulna heeft geen direct contact met de handwortel. Hiertussen zit een driehoekig stukje kraakbeen anatomisch gezien is het polsgewricht een ei-gewricht 2-assig. De volgende bewegingen zijn mogelijk: - dorsaalflexie - palmairflexie - ulnairdeviatie - radiaaldeviatie rondom het polsgewricht bevinden zich banden. De belangrijkste aan palmaire zijde
VINGERGEWRICHTEN
tussen middenhandsbeentjes en de proximale phalangen bevinden zich gewrichtjes (vormen de knokkels): art. metacarpeaphalangea / mcp I – V - mcp I = scharniergewricht (buigen/strekken) - mcp II – V = kogelgewrichtjes (buigen/strekken, spreiden/sluiten en roteren) gewrichtjes tussen vingerkootjes: art. interphalangea - per vinger 2 proximalis interphalangea en distalis interphalangea (pip en dip) - pip II – V en dip II – V, want duim heeft maar één interphalangea (ip) - officieel volgt toevoeging manus voor de hand en pedis voor de voet
WERVELKOLOM / COLUMNA VERTEBRALIS
bewegingen met romp en hoofd vinden plaats in de wervelkolom kraakbeenschijven vervormen tijdens bewegingen wervelkolom bestaat uit een › cervicaal deel - tussen 2 gewrichtjes tussen schedel (C0) en C1 vindt lateroflexie (zijwaarts buigen van het hoofd) en extensie/flexie plaats - tussen C1 (atlas) en C2 (axis / draaier) kan rotatie plaatsvinden. Aan bovenkant C2 bevindt zich namelijk een ‘tand’ die deels in C1 valt: dens axis - tussen C2 – C7: 3-assige gewrichten lateroflexie, flexie, extensie, rotatie › thoracaal deel: Th1 – Th12: 3-assige gewrichten. Flexie en extensie is hierin echter beperkt, vanwege de werking van de ribben. Rotatie gaat heel goed in deze gewrichten › lumbaal deel: L1 – L5: 3-assige gewrichten. Rotatie hierin is echter beperkt, vanwege de stand van de gewrichten
HEUPGEWRICHT / ART. COXAE
bevindt zich tussen caput femoris en acetabulum 3-assig: anteflexie, retroflexie (beperkt vanwege de bandjes die lopen van achterkant naar voorkant, max 15 graden), abductie, adductie, endorotatie en exorotatie
Paula Pot
17
Sportmassage – Theorie: samenvatting KNIEGEWRICHT / ART. GENUS De knie is het grootste gewricht van het lichaam qua inhoud.
bewerkelijk gewricht, vanwege de vele losse delen (bandjes, spieren, kraakbeen)
endo- en exorotatie alleen mogelijk als de knie gebogen is
in de knie bevinden zich twee kraakbeenschijven / menisci, deze zitten vast aan de bovenkant van de tibia: mediale meniscus (zit vast aan het kapsel) en laterale meniscus (loopt vrij van kapsel). Meeste klachten ontstaan aan mediale meniscus, deze is namelijk meer gefixeerd
meniscusletsel: (1) scheur in de lengte, (2) stukje dat afbreekt, (3) uiteinde dat omhoog komt te staan
knie heeft twee collaterale banden: lig. collaterale mediale (tussen femur en tibia, loopt capsulair) en lig. collaterale laterale (tussen femur en fibula, loopt extra-capsulair)
in het kniegewricht lopen twee kruisbanden: voorste kruisband = lig. cruciatum anterior (in het plaatje ACL) en achterste kruisban = lig. cruciatum posterior (in het plaatje PCL). Deze kruisbanden zorgen voor beperking van voor- en achterwaartse beweging van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen. Scheuring van een van de kruisbanden gebeurt vaker bij endorotatie
ENKELGEWRICHT Enkelgewricht bestaat uit:
bovenste spronggewricht (tussen talus en tibia/fibula): art. talocruralis. Hierin is dorsaalflexie en plantairflexie mogelijk.
onderste spronggewricht (tussen talus en deel van tarsus, te weten os naviculare en calcaneus): art. talotarsalis. Hierin is inversie en eversie mogelijk.
HULPAPPARATEN (H4) 1.
fascia / fasciën zit om spieren heen, soort bindweefselvlies zorgen voor fixatie en bescherming kan scheuren, als spier samentrekt en dikker wordt spier gaat dan ‘uitpuilen’
2.
bursae mucosae / slijmbeursvliezen twee dunne vliezen, waartussen beetje vocht zit dient ter opheffing van wrijving tussen bijv. bot en spier, bot en pees, bot en huid
Paula Pot
18
Sportmassage – Theorie: samenvatting 3.
vaginae tendinae / peesscheden peeskoker / bindweefselkoker gevuld met synoviaal vocht glijvermogen van pees wordt verbeterd
4.
ossa sesamoidea / sesambotjes botstukjes, ingeweven in pezen en spierbuiken staan niet in contact met het overige skelet vb. patella
MUSCULATUUR (H5) Soorten spierweefsel 1.
dwarsgestreept spierweefsel / skeletspierweefsel spier bestaat uit spierbundels, die op hun beurt bestaan uit spiervezels / spiercellen spiercellen hebben meerdere kernen die aan de zijkant / wand zitten spiercel bestaat voornamelijk uit eiwitten, myosine en actine bij activiteit schuiven de eiwitten in elkaar (=contractie), hierdoor verkort de spier belangrijke eigenschappen o kan snel samentrekken / aanspannen o is vermoeibaar o is willekeurig: staat onder invloed van de wil
2.
glad spierweefsel bevindt zich voornamelijk in de wanden van holle organen en bloed- en lymfevaten belangrijke eigenschappen o contraheert langzaam o onwillekeurig o nagenoeg onvermoeibaar
3.
hartspierweefsel belangrijke eigenschappen o onwillekeurig o onvermoeibaar o kan snel aanspannen o dwarsgestreept
OPBOUW VAN EEN SPIER (5.4)
spier hecht aan op twee botten, middels pees (= bindweefsel, straalt uit in periost) pees kan niet samentrekken in het midden bevindt zich de spierbuik 2 aanhechtingspunten: origo en insertie.
Welke aanhechting is origo en welke is insertie? op dorsale zijde van de romp: origo caudaal insertie craniaal
Paula Pot
op ventrale zijde van de romp: origo craniaal insertie caudaal
van romp naar extremiteit: origo op romp insertie op extremiteit
op extremiteit: origo proximaal insertie distaal
19
Sportmassage – Theorie: samenvatting SOORTEN SPIEREN (5.5) 1.
indeling naar vorm van de spierbuik spoelvormig vb. kuit, biceps waaiervormig vb. borstspier brede / platte spier vb. buikspier
2.
indeling naar vezelverloop parallel vb. buikspier waaiervormig vb. borstspier gevederde vb. tibialis anterior kringspier / sluitspier vb. mond, anus
3.
indeling naar aantal gewrichten dat spier overbrugt mono-articulair (loopt over 1 gewricht) bi-articulair (loopt over 2 gewrichten) poly-articulair (loopt over 2 of meer gewrichten)
4.
indeling naar pezen en buiken meerpezig vb. onderarmspier naar 4 vingers meerkoppig vb. m. biceps, m. triceps, m. quadriceps meerbuikig vb. m. rectus abdominus
5.
indeling naar functie van de spier agonisten antagonisten synergisten
CONTRACTIEVORMEN (5.6 + 5.9) Mechanische indeling de spierlengte wordt als criterium genomen
Fysiologische indeling De tonus (spierspanning) wordt als criterium genomen
1.
1.
2. 3.
concentrische contractie: spier wordt korter tijdens leveren van de arbeid statische contractie: spier levert kracht zonder dat er beweging plaatsvindt excentrische contractie: spier levert kracht terwijl deze verlengt
2. 3.
auxotonische contractie = concentrische contractie isometrische contractie = statische contractie isotonische contractie: verkorting van de spier waarbij de spanning gelijk blijft. Komt niet voor in het dagelijkse leven (is wel in een proefsituatie te realiseren).
FYSIOLOGISCHE DOORSNEDE: dit is een doorsnede dwars op alle spiervezels, dit bepaalt de te leveren kracht. Een spier kan zich over het algemeen verkorten tot de helft van de lente van de spierbuik in rust. 5.8 Actieve insufficiëntie kost energie/aanspannen. De spier is maximaal VERKORT, zonder dat je de maximale bewegingsuitslag hebt (wordt nog wel dikker). Bijv. hamstrings: je zou nog verder kunnen, maar de spier red het niet. Passieve insufficiëntie: de spier is maximaal OP LENGTE (bijv. voorover buigen met gestrekte benen -> hamstrings). Je kan wel verder, als je je knieën buigt.
Paula Pot
20
Sportmassage – Theorie: samenvatting MOTOR UNIT TOEVOEGING OP BLZ 47 Staat niet in boek De motorische unit is de kleinste functionele eenheid van een spier. Bestaande uit: - motorische voorhoorncel (zenuwcel in het ruggenmerg) - bijbehorende neuriet - aantal spiervezelfs Spieren die nauwkeurige bewegingen moeten maken hebben per motor-unit weinig spievezels (bijv. oogspieren). Spieren die kracht moeten leveren hebben per motor-unit veel spievezels (bijv. de quadriceps). MYOLOGIE VAN DE ROMP (H6) Hieronder volgen uitsluitend de in de les besproken bijzonderheden. Spieren: zie boek. M. erector trunci - Ook wel M. erector spinae genoemd (= een verzamelnaam, specifieker hoeft niet!) - Anguli costae: het punt waar de ribben de bocht om gaan - Bijzonder: dikke fascie thoraco lumbaal: fascia thoraco lumbalis Eenzijdig aanspannen = unilateraal Tweezijde aanspannen = bilateraal M. quadratus lumborum e - Bereik je met de 4 van de vierstreek; - Ligt heel erg diep Spieren die de ribben omlaag trekken: helpen bij uitademen (=expiratie). Inspiratie = ribben omhoog. Belangrijkste spier: diaphragma. In rust is je inademing actief en uitademing passief. Tijdens inspanning wordt de uitademing óók actief. M. sternocleidomastoideus - Let op de heterolaterale rotatie (dus het hoofd draait de ándere kant op bij aanspannen). Mm = musculi Laterale hals driehoek:
Paula Pot
vooraan
de achterrand van m. sternocleidomastoideus
achteraan
de voorrand van m. trapezius
onderaan
het middenste eenderde van de clavicula
21
Sportmassage – Theorie: samenvatting M. intercostalis interni - Binnenste tussenribspieren - Helpt bij uitademing M. intercostalis externi - Buitenste tussenribspieren - Helpt bij inademing Diafragma - Grote platte koepelvormige spier (3 gedeeltes) met een centraal peesblad - Diverse gaten, hierdoor kans op hernia diafragmatica
M. rectus abdominis - Rechte buikspier - Meer-buikige spier (zie witte lijnen (linea alba)) - In het midden: de navel (umbilicus) - Zit een sterke fascie omheen (vagina rectus abdominis = rectus schede) M. transversus abdominis - Origo o.a. op de band van poupart (liesband) - Dit is de diepst geleden buikspier M. obliquus abdominis internus en externus - Verloop staat haaks op elkaar - Zie afbeelding hiernaast - Interfereert (grijpt in) op de m. serratus anterior. Voorbeelden: wanneer de romp naar links draait: dan trekt links de de interne schuine buikspier samen en rechts de externe schuine buikspier. Interne schuine buikspier: homolaterale rotatie Externe schuine buikspier: heterolaterale rotatie MYOLOGIE VAN DE BOVENSTE EXTREMITEITEN (H7) Hieronder volgen uitsluitend de in de les besproken bijzonderheden. Spieren: zie boek. M. pectoralis minor - Is ook een inspiratiespier, fixatie is nodig (bijv. na hardlopen met handen op knieën steunen) M. pectoralis major - Hele grote origo! - Pars abdominalis hecht aan fascie van de rechte buikspier M. rhomboideus - Ruitvormig - Functie is retractie en elevatie - Origo: processi spinosi van C6, C7, Th 1 t/m 4 M. levator scapulae - Angulus superior scapulae = de binnen-boven hoek van het schouderblad
Paula Pot
22
Sportmassage – Theorie: samenvatting M. trapezius - Bestaat uit 3 delen: o Dalend = pars descendens o Dwars = pars transversus o Stijgend = pars ascendens (spinosi th1 t/m th12) - Origo van de pars transversus is het lig. Nuchae (=verdikte fascie van M. erector trunci). M. latissimus dorsi - Breedste rugspier - Lenden fascie = fascia thoraco lumbalis M. serratus anterior - Zaagtandspier - Loopt tussen de ribben en schouderblad in, dus “onder” het schouderblad Rotatorcuffspieren Hier volgt een groep die bij elkaar hoort, deze 4 zijn samen de rotatorcuff spieren. De functie van deze spieren is het op spanning houden van het van zichzelf slappe kapsel van het schoudergewricht (= kapselspanner). -
M. supraspinatus
-
M. infraspinatus
-
M. teres minor
-
M. subscapularis
M. teres major - Net zoals hierboven is dit een spier van de schoudergordel, maar GEEN kapselspanner - Loopt niet buitenom (maar binnendoor), loopt met de m. latissimus dorsi mee - Functie is ook een beetje idem M. deltoideus - Driehoekige spier - Insertie is tuberositas deltoidea, dit is een ruw randje aan de zijkant van de humerus M. biceps brachii - Brachii = arm - 2 koppige spier - Loopt via gleufje in bovenarm door het kapsel naar de scapula M. brachialis - Ligt onder de biceps - Sterkste flexor, is de agonist (m. biceps brachii is de synergist) M. coracobrachialis - Belangrijke stabilisatiespier - Trekt kop humerus in de glenoidale holte - Loopt achter de m. pectoralis major door M. triceps brachii - 3 gedeeltes: caput longum, caput mediale en caput laterale - Caput longum loopt over het schoudergewricht - Insertie: olecranon (= haak van ulna) - Zorgt voor extensie elleboog
Paula Pot
23
Sportmassage – Theorie: samenvatting Flexorengroep - Spieren aan de ventrale zijde van de onderarm - Je hoeft ze niet bij naam te weten, maar voorbeelden zijn: o m. flexor carpi radialis o m. flexor carpi ulnaris o m. pronator teres o m. flexor digitorum supeficialis o m. flexor digitorum profundus - Golfelleboog: ontsteking van de pezen van de flexoren (epicondilitis medialis) Extensorengroep - Spieren aan de dorsale zijde van de onderarm - Je hoeft ze niet bij naam te weten, maar voorbeelden zijn: o m. extensor carpi radialis longus o m. extensor carpi radialis brevis o m. extensor carpi ulnaris o m. extensor carpi minimi (pink) - Tennisarm: ontsteking van de pezen van de extensoren (epicondilitis lateralis) MYOLOGIE VAN DE ONDERSTE EXTREMITEITEN (H8) Hieronder volgen uitsluitend de in de les besproken bijzonderheden. Spieren: zie boek. M. iliopsoas Bestaat uit 3 spieren: m. iliacus Origo Fossa iliaca Insertie Trochantor minor
m. psoas major Zijvlakten van Th12-L5 Trochantor minor
m.psoas minor Wervellichaam TH12+L1 Crista pubica
Let op: psoas major ontspringt niet van processi transversi, maar van de zijvlakten van de wervels. Deze spier train je als je op de verkeerde manier je buikspieren traint (wanneer je met je voeten ergens onder haakt). Dit veroorzaakt meer rugpijn. Dit voorkom je door je hakken iets in de grond te duwen. Mm. glutaei - 3 spieren die op elkaar liggen: minimus -> medius -> maximus - Tractus iliotibialis is een peesplaat aan de buitenzijde van het been (loopt tot tibia) - Lig. sacrotuberale: loopt tussen sacrum en tuber ischiadicum M. tensor fascia latae - Spier is maar klein, hecht aan tractus iliotibialis - Loop naar tuberculum van Gerdy (lateraal op mediale tibia condyl) Adductoren - Zijn mono articulair, behalve de m. gracillis (is bi-articulair) - M. gracillis hecht met 2 andere spieren aan (m. sartorius en m. semitendinosus) op de pes anserinus superficialis (ganzepoot). Op deze plek komen drie pezen bij elkaar en lopen dan als één pees verder naar de aanhechting op het onderbeen. M. quadriceps femoris - 4 losse spieren - 3 van de 4 spieren hebben als origo het femur - de rectus femoris hecht aan de SIAI (spina iliaca anterior inferior) - Morbus osgood schlatter: overbelastingsblessure van de knie tijdens de groei. Deze wordt veroorzaakt door voortdurende trek van de kniepees aan de zich tuberositas tibiae. De klachten zijn een warme, opgezette en pijnlijke bobbel onder de knie. Gemiddeld duurt de blessure een half jaar
Paula Pot
24
Sportmassage – Theorie: samenvatting M. sartorius - Kleermakersspier Achterkant bovenbeen / hamstringgroep - Ook wel ischiocrurale groep genoemd (ischio = zitbeen, cruralis= onderbeen) - 3 spieren: zie overzicht
M. tibialis anterior - Voorste scheenbeenspier - Zorgt voor supinatie: optrekken mediale voetrand Achterzijde: m. triceps surae - 3 spieren: m. soleus, m. gastrocnemius (en m. plantaris) - Insertie: tuber calcanei - m. soleus is mono-articulair - m. gastrocnemius is bi-articulair
Op rek brengen m. gastrocnemius
Paula Pot
Op rek brengen m. soleus
25
STUDIEHANDLEIDING
ESPO massagetherapie
7e druk, september 2010 Copyright © 1990-2010, IVS Opleidingen, Dordrecht Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever (IVS Opleidingen). Hoewel dit boek met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomendheden in dit boek, IVS Opleidingen Spuiweg 105-109 3311 GT Dordrecht Website: www.ivsopleidingen.nl
Inleiding Voor u ligt de studiehandleiding voor de opleiding tot ESPO massagetherapeut. Deze handleiding heeft als doel u wegwijs te maken met betrekking tot de opbouw van het studieprogramma, de regelingen en de reglementen. Inzet en motivatie, noodzakelijk voor zowel de opleiding als de uitoefening van het zelfstandige beroep, zijn voor ons bij de aanmelding belangrijke criteria. Wij hopen deze eigenschappen te stimuleren door ons enthousiasme en onze ervaring. U kunt bij ons altijd terecht met vragen over de opzet van een praktijk, de werkkring en alle andere zaken waarvan u denkt dat wij u erbij kunnen adviseren. Wij organiseren wekelijks studiebegeleidingsuren voor studenten in alle disciplines. Deze worden aangekondigd door middel van het mededelingenbord en u kunt hiernaar informeren bij de administratie. Wij vertrouwen erop dat uw inzet voor deze opleiding net zo groot is als die van ons en rekenen erop dat u trouw iedere week de lessen zult volgen, de opgegeven stof ‘verwerkt’ en veel oefent. Het is juist deze routine dat succes oplevert. Uw wens om te slagen is even groot als de onze. Wij hebben er ook belang bij dat wij goede vakmensen blijven afleveren. De directie van IVS Opleidingen wenst u veel plezier en succes toe met uw studie!
SECTIE 1
Algemene informatie
Inhoudsopgave Kwaliteitsbewaking..............................................................................11 1.1
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen........................ 11
1.2
Overkoepelende instanties.................................................................. 11
1.3
Commissie kwaliteitsbeleid................................................................. 12
Regels en procedures..........................................................................13 2.1
Toelatingbeleid................................................................................... 13
2.2
Theoriebeleid...................................................................................... 13
2.3
Praktijkbeleid..................................................................................... 13
2.4
Programmeringsbeleid........................................................................ 13
2.5
Studievorderingsbeleid........................................................................ 14
2.6
Beroepsprocedure............................................................................... 14
2.7
Huisregels.......................................................................................... 14
2.8
Regels voor het afbreken van de opleiding........................................... 15
Overige informatie ..............................................................................17 3.1
Modulaire opleiding............................................................................ 17
3.2
Dagopleiding....................................................................................... 17
3.3
Niveau en vooropleiding...................................................................... 17
3.4
Vrijstelling.......................................................................................... 17
3.5
Vakanties........................................................................................... 18
3.6
Groepsgrootte..................................................................................... 18
3.7
Beroepspraktijkvorming...................................................................... 18
3.8
Voorzieningen..................................................................................... 18 3.8.1 Kopiëren.................................................................................. 18 3.8.1 Mededelingenbord/infokanaal................................................. 18
ESPO massagetherapie . .....................................................................19 4.1
(Keuze)modules.................................................................................. 19
4.2
2-jarige opleiding................................................................................ 20
4.3
3-jarige opleiding................................................................................ 20
4.4
Diploma.............................................................................................. 20
4.5
Vooropleiding...................................................................................... 20
4.6
Zorgverzekeraars................................................................................ 20
4.7
Studiebelastingsuren.......................................................................... 21
Werkmodel enberoepsprofiel...............................................................23 5.1
Het Westers materiemodel................................................................... 23
5.2
Het Chinese energiemodel................................................................... 24
5.3
Het Indiase bewustzijnsmodel............................................................. 24
5.4
Wie heeft er nu gelijk?........................................................................ 25
5.5
Een geïntegreerd model....................................................................... 26
5.6
Het belasting-belastbaarheid model.................................................... 26
5.7
Grenzen aan de verantwoordelijkheid.................................................. 28
Vooropleiding.......................................................................................29 6.1
Sportmassage/massage...................................................................... 29 6.1.1 Wat is sportmassage?.............................................................. 29 6.1.2 Mogelijkheden......................................................................... 29 6.1.3 Opleiding................................................................................. 29 6.1.4 Basic life support (BLS)........................................................... 30 6.1.5 Huiswerkbegeleiding en oefengroepen...................................... 30 6.1.7 Diploma................................................................................... 30
6.2
Wellness-massage............................................................................... 31 6.2.1 Wat is wellness-massage?........................................................ 31 6.2.2 Diploma................................................................................... 31
Verplichte modules..............................................................................33 7.1
Therapeutische basiskennis................................................................ 35
7.2
Haptonomische ontspanningsmassage................................................ 37
7.3
Bindweefselmassage........................................................................... 39
7.4
Holistische massage:onderzoek en behandelen.................................... 42
7.5
Acupressuur van het bewegingsapparaat............................................ 45
7.6
Pathologie van het bewegingsapparaat................................................ 47
7.7
Anamnestische vaardigheden.............................................................. 49
7.8
Triggerpoint therapie.......................................................................... 51
7.9
Basic life support (BLS)....................................................................... 53
Facultatieve modules...........................................................................55 8.1
Haptonomische interactie: therapeutische vorming en communicatie.. 57
8.2
Energetische massage......................................................................... 58
8.3
Manuele lymfe drainage (MLD)............................................................ 60
8.4
Voetreflexmassage.............................................................................. 62
8.5
Oefentherapie..................................................................................... 64
8.6
Ademtherapie en ontspanning............................................................ 67
8.6
Aromatherapie.................................................................................... 68
BATC-erkenning...................................................................................71 9.1
Uw behandelingen vergoed door de zorgverzekeraars........................... 71
9.2
Het belang van BATC erkenning voor massagetherapeuten................. 71
9.3
Medische kennis HBO-niveau............................................................. 71
9.4
Voeding (BATC geaccrediteerd)............................................................ 72
Tentamenreglement.............................................................................73 Afstuderen............................................................................................75 Adressen..............................................................................................79
11
Hoofdstuk 1
In dit hoofdstuk: Doorlichtingsuitslag
Kwaliteitsbewaking 1.1
Overkoepelende instanties Commissie kwaliteitsbeleid
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ons instituut is bezocht door de Inspectie van het Onderwijs in het kader van het jaarlijks onderzoek. Daarbij is de kwaliteit bij IVS Opleidingen als ‘sterk’ beoordeeld. Er werd onder meer gekeken of er sprake was van voortgang in de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. IVS Opleidingen heeft aangetoond goed met deze processen bezig te zijn en u zult begrijpen dat dit een erkenning is waar we trots op zijn. Standaard
Sterk
Meer sterk dan zwak
Meer zwak dan sterk
Zwak
Doelmatigheid programma Leerplaatsen en leermiddelen Onderwijsleerprocessen Beroepspraktijkvorming Studievoortgangsbegeleiding Voorwaarden examens Systematische voortgang en verbetering
Figuur 1.1-1: Doorlichtingsuitslag van het Ministerie van OC&W.
Een volledig overzicht is terug te vinden op de website van het Ministerie en is in te zien bij de administratie van het instituut.
1.2
Overkoepelende instanties
Branche erkenning FBMS Via de Federatie Belangenverenigingen Massage en Sportverzorging (FBMS) kunnen leden en studenten verzekerd worden tegen ongevallen. Ook een beroepsaansprakelijkheidsverzekering behoort tot het pakket. RING Het Registratie Instituut Natuurgerichte Gezondheid (RING) is een onafhankelijk registratiebureau met de registratie van therapeuten als kerntaak. De RING zorgt voor kwaliteitsbewaking en professionalisering. Ministerie van OC&W Beroepen die vallen onder de vestigingswetgeving worden bewaakt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Zoals u kunt lezen in paragraaf 1.1 is het opleidingsinstituut doorgelicht en goed bevonden.
Hoofdstuk 1 | Kwaliteitsbewaking
12
BATC Afgestudeerde massagetherapeuten, die in zijn bezit zijn van het diploma ‘medische kennis HBO-niveau’ kunnen zich via de brancheorganisatie BMS aansluiten bij de Beroepen en Belangen Associatie voor Natuurgerichte Therapeuten en Consumenten (BATC) en mogen zich na acceptatie ‘HBO zorgverlener’ noemen. Patiënten en cliënten die voldoende verzekerd zijn kunnen hierdoor de facturen van de massagetherapeut bij de zorgverzekeraar declareren.
1.3
Commissie kwaliteitsbeleid
De onafhankelijke commissie kwaliteitsbeleid (CKB) bestaat uit drie personen uit verschillende onderwijsdisciplines. De commissie heeft als taak alle aanvragen voor een erkenningsregeling (ten behoeve van de sport- en/of massagetherapeuten) in behandeling te nemen. De commissie beoordeelt deze aanvragen op kennisniveau. Het resultaat van een onderzoek is bindend en wordt onvoorwaardelijk overgenomen door het RING. Doelstelling:
• • • •
Het bepalen en bewaken van de kwaliteitseisen voor een RING-erkenning. Het registreren van de voortgang van de individuele therapeuten. Het bepalen van de individuele therapeutenniveaus. Het onderhouden van het contact met de BATC.
Het proces van de individuele therapeuten zal jaarlijks bekeken worden en de aanvraag zal dan ook jaarlijks moeten gebeuren. Therapeuten dienen hun niveau te behouden c.q. te verbeteren door het volgen van symposia, bij- en nascholingen. Een overzicht van deze activiteiten is te vinden in de ‘Message’, het vakblad voor massage en sportverzorging van de BMS en op de website van IVS Opleidingen onder ‘Kennispad’. De commissie heeft een puntensysteem ingericht waarmee wordt bepaald of men aan de gestelde criteria (om in aanmerking te komen voor de erkenning) voldoet. Ook dit wordt jaarlijks worden bekeken. De registratie wordt openbaar gemaakt (alleen voor BMS-leden) via de eigen website. De CKB ‘zit’ tussen de overkoepelende erkenningorganisaties en de opleidingen in en is onafhankelijk. Haar advies is bindend.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
13
Hoofdstuk 2
In dit hoofdstuk: Toelatingsbeleid
Regels en procedures
Theoriebeleid Praktijkbeleid Programmeringsbeleid Studievorderingsbeleid
2.1
Toelatingbeleid
Beroepsprocedure
Om toegelaten te worden tot de opleiding moet er aan de onderstaande
Huisregels
eisen worden voldaan:
Afbreken van de opleiding
• De kandidaat dient zich in te schrijven bij IVS Opleidingen voor de 2- of 3-jarige dagopleiding, danwel per module.
• De kandidaat dient aan te tonen (met uitzondering van de 3-jarige opleiding) in het bezit te zijn van het diploma (sport)massage, wellness-massage of gelijkwaardig.
• De kandidaat dient een eventueel intakegesprek voor toelating tot de opleiding met een positief resultaat af te ronden. Intakegesprek Voor toelating tot de 2- of 3-jarige dagopleiding behoort een intakegesprek tot de procedure. Dit gesprek heeft als doel extra informatie te verkrijgen van de aanstaande student en deze de ruimte te bieden om eventuele vragen over de aanstaande opleiding te stellen. Voor studenten die het modulaire traject volgen staat het vrij om een (intake)gesprek aan te vragen zodat ook zij de kans hebben eventuele vragen met één van de docenten kort te sluiten.
2.2
Theoriebeleid
IVS Opleidingen heeft zich tot doel gesteld de theoretische inhoud van de modules zo optimaal mogelijk te houden. Nieuwe wetenschappelijke, fenomenologische en empirische ontwikkelingen worden door onze docenten op de voet gevolgd. Indien belangwekkende inzichten veranderen dan wordt hier door aanpassingen van de lesstof snel en adequaat op ingespeeld.
2.3
Praktijkbeleid
Tijdens praktijklessen dient de student inzicht te verwerven en vaardigheid te verkrijgen in het zelfstandig uitvoeren (of assisteren bij de uitvoering) van een groot aantal praktische werkzaamheden.
2.4
Programmeringsbeleid
Iedere docent stelt, volgens de hierna genoemde voorschriften, voor zijn of haar eigen studieonderdeel zelf het lesprogramma samen. Deze voorstellen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de opleidingscoördinator en zo nodig besproken in een docentenvergadering.
Hoofdstuk 2 | Regels en procedures
14
Voorschriften voor het programmeren van het lesprogramma:
• Met betreking tot de organisatie van het te geven onderwijs: • De tijdsduur van het programma. • De tijdsduur per les. • Het aantal lessen praktijk/theorie. • De wijze van toetsen/beoordelen. • Met betrekking tot de doelstellingen: • De algemene doelstellingen van het programma. • De doelstelling per les. • Met betrekking tot de onderwijsinhoud en de leermiddelen: • De leerstof/syllabi. • De te hanteren didactische werkvormen. • De audio/visuele hulpmiddelen, etc. 2.5
Studievorderingsbeleid
Een student wordt tijdens de opleiding beoordeeld op:
• de individuele studieprestaties (vordering, inzet); • de uitoefening van praktische vaardigheden; • de aanwezigheid tijdens de lessen. Daarnaast vinden er tussentijdse toetsingen plaats door middel van take-home tentamens en eventuele andere opdrachten.
2.6
Beroepsprocedure
Tegen elke beoordeling en/of beslissing is beroep mogelijk. Voordat beroep wordt gedaan op de beroepscommissie dient de student wel eerst via de gebruikelijke hiërarchische weg alle mogelijkheden onderzocht te hebben om langs deze weg een oplossing te vinden.
2.7
Huisregels
Studenten oefenen de praktische handgrepen regelmatig met en op elkaar. Dit houdt in dat een goede verzorging van het eigen lichaam zeer wenselijk is. Denk hierbij aan schone, korte nagels en haren. Men hoeft zich niet overladen met parfum en deodorant naar school te begeven, maar een onfrisse lijflucht wordt wat ons betreft beter thuis gelaten. Schone (onder)kleding, handdoeken, lakens spreken verder voor zich. Docenten hebben het recht een student de toegang tot de lessen te ontzeggen wanneer deze naar hun oordeel niet aan de bovenstaande eisen voldoet. Het is verder niet toegestaan om:
• • • •
in de leslokalen te eten/drinken; in het gebouw te roken; tassen en kleding in lokalen achter te laten (u kunt gebruik maken van de ‘lockers’); tijdens de lessen mobiele telefoons te gebruiken.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Regels en procedures | Hoofdstuk 2
Studenten worden tevens vriendelijk verzocht:
• lokalen na afloop van de lessen netjes en opgeruimd achter te laten, d.w.z.: • afvalemmertjes ledigen • behandeltafels recht/op gelijke hoogte zetten • dekens opvouwen • rolletjes op z’n plaats leggen • materialen van de school zorgvuldig te behandelen; • plastic bekertjes, lepeltjes etc. uitsluitend te gebruiken voor consumpties uit onze drankautomaat (het meenemen van eigen thermoskannen etc. is pas toegestaan na overleg met de directie);
• ons vóór aanvang van een les te berichten bij afwezigheid; • voor de praktijklessen schone handdoeken en andere werkmaterialen mee te nemen. 2.8
Regels voor het afbreken van de opleiding
Op alle opleidingen en cursussen zijn van toepassing de algemene cursusvoorwaarden van IVS Opleidingen, welke zijn gedeponeerd bij de K.v.K. onder nummer 23057084. Deze voorwaarden zijn te allen tijde opvraagbaar bij ons instituut.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
15
17
Hoofdstuk 3
In dit hoofdstuk: Modulaire opleiding
Overige informatie
Dagopleiding Niveau en vooropleiding Vrijstelling Vakanties
3.1
Modulaire opleiding
Groepsgrootte
De modulaire opleiding massagetherapie is opgebouwd uit verplichte
Beroepspraktijkvorming
modules en minimaal 3 facultatieve modules.
Voorzieningen
3.2
Dagopleiding
De dagopleiding bestaat uit een 2- of 3-jarige opleiding met één lesdag per week. Het eerste jaar van de 3-jarige opleiding bestaat uit de opleiding wellness-massage. In het tweede en derde jaar worden de meeste modules in een sterk verweven vorm behandeld waarbij veel tijd en ruimte wordt vrijgemaakt voor de casuïstiek en integratie. De student leert daarbij uitgebreid onderzoeken, behandelen en communiceren van en met echte en ‘gespeelde’ cliënten. Meer informatie over de verschillende modules is te vinden in de omschrijvingen van de hoofdstukken 6 en 7. Hoewel deze beschrijvingen specifiek gericht zijn op het modulaire traject komt de inhoud ook voor wat betreft de dagopleidingen in grote lijnen overeen. De toetsing binnen de dagopleidingen wijkt soms af van de modulaire opleiding. Deze verschillen worden door de docenten ruim op tijd aangegeven.
3.3
Niveau en vooropleiding
Massagetherapie is een opleiding op MBO+ niveau. Voor de 2-jarige opleiding wordt als vooropleiding (sport)massage, wellness-massage of gelijkwaardig verplicht gesteld. Bij de 3-jarige opleiding is dit in het programma opgenomen en hier is dus geen specifieke vooropleiding vereist.
3.4
Vrijstelling
Wanneer een student voor aanvang van de opleiding, één of meerdere modules (bij een ander opleidingsinstituut) reeds heeft gevolgd en de eindtermen daarvan voor 80% of meer overlappend zijn, dan is vrijstelling voor de betreffende module(s) mogelijk. De eindtermen dienen overlegd te worden. Om in aanmerking te komen voor een vrijstelling dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend, gericht aan de administratie van het opleidingsinstituut. Deze zal binnen 3 weken na het verzoek uitsluitsel geven.
Hoofdstuk 3 | Overige informatie
18
3.5
Vakanties
Tijdens alle opleidingen, modules en cursussen worden de reguliere schoolvakanties van de betreffende vestigingsplaats gevolgd.
3.6
Groepsgrootte
Een groep/klas bestaat uit maximaal 24 studenten. Een uitzondering hierop vormen de modules waar alleen theorielessen verzorgd worden. Dan is sprake van maximaal 30 studenten. Er is ook een minimum aantal van 10 studenten om een module of opleiding doorgang te laten vinden.
3.7
Beroepspraktijkvorming
Bij de dagopleidingen wordt het aspect van praktische ontwikkeling en binding met de beroepsvorming ook benadrukt in twee of drie stagetrajecten. Het eerste stagetraject is een korte snuffelstage die een student aan het begin van de opleiding volgt. De student benadert hiervoor zelf een relevante praktijk of therapeutische inrichting alwaar deze twee dagdelen (twee maal vier uur) ‘meeloopt’ en over de schouder van de behandelaar meekijkt. De student schrijft daarna een kort verslag over de ervaringen en de indrukken. De snuffelstage kan worden gelopen bij reeds afgestudeerde massagetherapeuten. Daarnaast kan gedacht worden aan praktijken in de chiropractie, craniosacraaltherapie, osteopathie, fysiotherapie en revalidatie-afdelingen van verpleeghuizen, ziekenhuizen of een revalidatiecentrum. Later in de opleiding volgt de student een tweede stagetraject. Tijdens de lessen casuïstiek komen onderzoek en behandelen van ‘echte‘ cliënten uitgebreid aan bod. IVS Opleidingen heeft zelf enige sportbegeleidingstrajecten lopen. Momenteel voornamelijk in de schaatswereld. Ook hier kunnen massagetherapeuten gevraagd worden voor een uitgebreid derde beroepspraktijkvormend traject.
3.8
Voorzieningen
3.8.1 Kopiëren Het kopieerapparaat staat in het kantoor en is ook beschikbaar voor studenten. Het betreft echter geen zelfbediening. De kosten bedragen 0,10 Euro per kopie.
3.8.1 Mededelingenbord/infokanaal Op het mededelingenbord in de kantine en op het infokanaal worden regelmatig aanbiedingen of interessante mededelingen geplaatst. Ook eventuele roosterwijzigingen worden hiermee gecommuniceerd. Op de website van het instituut wordt een vacaturebank bijgehouden. Deze kan met een gratis website-account worden geraadpleegd.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
19
Hoofdstuk 4
In dit hoofdstuk: (Keuze)modules
ESPO massagetherapie
Beroepspraktijkvorming 2-jarige opleiding 3-jarige opleiding Diploma
Massage kent vele gezichten en inzichten en een groot gedeelte van
Vooropleiding
onze cursisten wil zich verder specialiseren in de diverse massagevor-
Zorgverzekeraars
men. De meest voorkomende methodes zijn daarom gebundeld in de
Studiebelastingsuren
opleiding tot ESPO massagetherapeut. Veel genees- en behandelwijzen gaan uit van de gehele mens. Een holistische visie waarin de mens wordt gezien als een eenheid van lichaam en geest. De opleiding tot ESPO massagetherapeut is gebaseerd op een synthese van het Westerse materiemodel, het Chinese energiemodel en het Indiase bewustzijnsmodel. De opleiding kan modulair en als 2- of 3-jarige dagopleiding worden gevolgd. Bij de modulaire optie dient de student binnen 5 jaar alle verplichte modules en 3 keuzemodules succesvol af te ronden. Bij de dagopleidingen is er geen sprake van keuzemodules omdat er met een vastgesteld programma wordt gewerkt. Een voordeel van een dagopleiding is meer structuur en integratie.
4.1
(Keuze)modules
De opleiding bestaat uit de onderstaande (keuze)modules:
• • • • • • • • •
Therapeutische basiskennis Haptonomische ontspanningsmassage Oefentherapie (keuzemodule) Triggerpoint therapie Manuele lymfe drainage (keuzemodule) Bindweefselmassage Energetische massage (keuzemodule) Holistische massage: onderzoek en behandelen Haptonomische interactie: therapeutische vorming en communicatie (keuzemodule)
• • • • • • •
Pathologie van het bewegingsapparaat Acupressuur van het bewegingsapparaat Aromatherapie (keuzemodule) Basic life support Voetreflexmassage (keuzemodule) Anamnestische vaardigheden Ademtherapie en ontspanning (keuzemodule)
Meer informatie over de inhoud van de modules is te vinden op de aangegeven pagina’s.
Hoofdstuk 4 | ESPO massagetherapie
20
4.2
2-jarige opleiding
Om aan de 2-jarige opleiding te kunnen deelnemen is een vooropleiding vereist. Het in het bezit zijn van een betreffend diploma is niet noodzakelijk al dient deze wel binnen de looptijd van de opleiding te worden behaald. Tijdens de opleiding wordt een groot aantal modules doorlopen die de student de therapeutische kennis en vaardigheden bieden om verantwoord als massagetherapeut te kunnen werken.
4.3
3-jarige opleiding
Aan de 3-jarige opleiding kan zonder vooropleiding worden deelgenomen. Tijdens het 1e jaar wordt de student dan kennis van wellness-massage bijgebracht, aangevuld met specifieke, op het beroep gerichte, vaardigheden. De theorielessen in het 1e jaar behandelen anatomie, fysiologie en de theorie van de massage. Tijdens de praktijklessen worden de diverse handgrepen en klassieke massagevaardigheden geleerd. Gedurende het 2e en 3e jaar wordt een groot aantal modules doorlopen die de student de therapeutische kennis en vaardigheden bieden om verantwoord als massagetherapeut te kunnen werken.
4.4
Diploma
Tijdens de opleiding wordt er regelmatig gedecentraliseerd getoetst. Deze toetsingsmomenten staan onder auspiciën van de Examen Stichting Perimedische Opleidingen (ESPO). Het eerste jaar wordt afgesloten met een theorie en een praktijkexamen. De opleiding wordt na het derde jaar afgesloten met een examen in de vorm van een afstudeeropdracht (zie hoofdstuk 11).
4.5
Vooropleiding
Met uitzondering van de 3-jarige opleiding is voor deelname aan de opleiding ESPO massagetherapie een vooropleiding sportmassage, massage, wellness-massage of gelijkwaardig vereist.
4.6
Zorgverzekeraars
De opleiding ESPO massagetherapie in combinatie met de opleiding medische kennis HBO-niveau opent de weg naar een vergoeding van de behandelingen binnen de praktijkvoering door de zorgverzekeraar. Tijdens de opleiding wordt de student hierover nader geïnformeerd.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
ESPO massagetherapie | Hoofdstuk 4
4.7
21
Studiebelastingsuren
Naam
Contacturen
Zelfstudie
Studiebeasting
Sportmassage, massage of wellness-massage
90 uur
150 uur
240 uur
Therapeutische basiskennis
24 uur
30 uur
54 uur
Haptonomische ontspanningsmassage
30 uur
40 uur
70 uur
Bindweefselmassage
24 uur
240 uur
340 uur
Pathologie van het bewegingsapparaat
27 uur
45 uur
72 uur
Acupressuur van het bewegingsapparaat
36 uur
60 uur
96 uur
Anamnestische vaardigheden
15 uur
20 uur
35 uur
Triggerpointtherapie
24 uur
30 uur
54 uur
Holistische massage: onderzoek en behandelen
54 uur
120 uur
174 uur
Basic life support
3 uur
-
3 uur
Contacturen
Zelfstudie
Studiebeasting
Figuur 4.8-1: Studiebelastingsuren verplichte modules. Naam Energetische massage
24 uur
32 uur
56 uur
Manuele lymfedrainage
40 uur
60 uur
100 uur
Haptonomische interactie: therapeutische vorming en communicatie
24 uur
48 uur
72 uur
Voetreflexmassage
30 uur
32 uur
62 uur
Aromatherapie
24 uur
32 uur
56 uur
Oefentherapie
42 uur
84 uur
126 uur
Ademtherapie en onspanning
24 uur
32 uur
56 uur
Zelfstudie
Studiebeasting
52 uur
52 uur
Figuur 4.8-2: Studiebelastingsuren keuzemodules. Naam Afstudeeropdracht Beroepspraktijkvorming
Figuur 4.8-3: Overige studiebelastingsuren.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Contacturen -
10% van de studiebelastingsuren
23
Hoofdstuk 5
In dit hoofdstuk: Materiemodel
Werkmodel en beroepsprofiel De opleiding tot ESPO massagetherapeut is gebaseerd op de combinatie van verschillende inzichten. Getracht wordt een synthese te bereiken tussen de visies vanuit de drie grootste geneeskundige systemen.
• het Westerse materiemodel • het Chinese energiemodel • het Indiase bewustzijnsmodel Veel geneeswijzen gaan uit van de gehele mens, de holistische visie waarin de mens wordt gezien als een eenheid van lichaam en geest. Maar wat is nu eigenlijk die gehele mens? Bij de bovengenoemde wereldmodellen wordt daar zeer divers over gedacht.
5.1
Het Westers materiemodel
In het Westers medisch model staat het materiële wereldbeeld centraal. In dit beeld wordt gesteld dat de wereld te begrijpen is door de essentie van materie te begrijpen. De mens wordt gezien als een mechanisme. In dit biochemische mechaniek kunnen storingen optreden en verstoring leidt tot pathologie. Het ziektebeeld is te diagnosticeren als een afwijking in de stof. Deze afwijking is o.a. aan te tonen door fysisch-chemische diagnostiek. Datgene wat de patholoog-anatoom door zijn microscoop ziet als afwijkend van de norm wordt geduid als het ziektebeeld. Radio-diagnostiek, bloedonderzoek, echografie, MRI en diverse andere vormen van onderzoek geven een beeld van de stof. De behandeling is ook op het niveau van de stof. Door bijvoorbeeld medicamenten toe te dienen of een operatie toe te passen, wordt getracht de oorspronkelijke situatie van de stof zo dicht mogelijk te benaderen of waar nodig te stof te vervangen. Een patiënt is genezen als de afwijking in de stof verdwenen is. Een ‘psychische’ ziekte wordt ook steeds meer gezien als een fout in de stof, denk hierbij bijvoorbeeld aan serotonine in relatie tot depressieve stoornissen. De vooropleidingen sportmassage, massage en wellness-massage en de modules bindweefselmassage en oefentherapie sluiten het meest aan op dit model. Ook de module haptonomische ontspanningsmassage kent elementen uit deze zienswijze.
Energiemodel Bewustzijnsmodel Geïntegreerd model Belasting-belastbaarheid model Verantwoordelijkheid
Hoofdstuk 5 | Werkmodel en beroepsprofiel
24
5.2
Het Chinese energiemodel
Bij het traditionele Chinese denken bestaat alles primair uit energie. Deze energie heeft twee polen: yin en yang. De energie stroomt door het lichaam via meridianen. Materie is een product van deze energie en ziektes zijn het gevolg van een blokkering of exces van deze energie. In het Chinese wereldmodel spelen emoties een belangrijke rol in het ontstaan van een pathologisch proces. Heftige kortdurende emoties (yang) kunnen soms leiden tot chronische verstoringen (yin); deze blokkeren de energie en leiden uiteindelijk ook tot een storing op het niveau van de stof. In het Chinese wereldmodel heeft elke emotie een voorkeursplek van lichaamspresentatie. Elke emotie is gekoppeld aan een specifieke orgaanenergie. Elk subsysteem van emotieenergie-orgaan heeft zijn eigen karakteristieken. De emotie ‘woede’ blokkeert bijvoorbeeld de lever energie. Dit uit zich fysiek vooral in storingen van de lever en gal (gal spuwen, wat op je lever hebben), verkrampingen van de musculatuur en de ogen (blind van woede). Ziekte wordt behandeld door de energie (weer) te laten stromen door middel van acupunctuur of -pressuur, kruiden, lichaamsoefeningen en dieet. De module in de opleiding tot ESPO massagetherapeut die het meest aansluit op dit wereldmodel is de acupressuur voor het bewegingsapparaat. Ook veel elementen uit de haptonomische ontspanningsmassage zijn te herkennen.
5.3
Het Indiase bewustzijnsmodel
Het Indiase model zet bewustzijn het hoogst op de ladder. Dit bewustzijn transformeert in energie en materie. Het lichaam kent verschillende bewustzijnsniveaus, chakra’s genoemd. Zeven hoofdchakra’s liggen op de mediaanlijn van het lichaam. Frappant is de opmerkelijke overeenkomst tussen de ligging van de meer ‘metafysisch’ voorgestelde chakra’s en onze grote hormoonklieren en perifere vegetatieve regelcentra. Bewustzijn manifesteert zich onder andere in persoonlijkheidskenmerken. Ieder chakra kent zo zijn eigen fasen van ontwikkeling binnen het opbouwen van onze persoonlijkheid. De persoonlijkheid als product van bewustzijn manifesteert zich in dit model in ons fysieke lichaam. De tweede chakra bijvoorbeeld heeft als bewustzijnsthema: ‘ik en de ander’. Denk aan zaken als aantrekking en afstoting, de ontmoeting en seksualiteit en intimiteit. Bewustzijnsfixatie of vernauwing op deze gebieden leidt tot verstoringen van het tweede chakra. Vervolgens raakt de energiehuishouding uit balans en uiteindelijk zijn lichamelijke klachten het gevolg. Ook in het Indiase model heeft elke chakra zijn specifieke lichaamsvoorkeur. De overeenkomsten met het Chinese model zijn meer dan opvallend. Het Indiase model legt de verantwoordelijkheid voor ziekte sterk bij de patiënt.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Werkmodel en beroepsprofiel | Hoofdstuk 5
25
Behandelingen bestaan hier uit bewustzijnsveranderende oefeningen, massages en dieet. Tijdens de opleiding wordt dit model uitgewerkt bij de modules holistische massage, acupressuur van het bewegingsapparaat en ayurvedische massage. De student zal ook bij module haptonomische ontspanningsmassage veel elementen uit het Indiase wereldbeeld herkennen.
5.4
Wie heeft er nu gelijk?
Drie grote stromingen met elk hun eigen thematiek, waar ligt het gelijk? Wetenschappelijk bewijs wordt wel eens als een vorm van gelijk gezien. De basisthema’s zijn wetenschappelijk aangetoond: de materie, energie en meridianen, bewustzijn en chakra’s. Dus daar ligt een gelijk. Maar wellicht ligt het gelijk meer in een synthese tussen deze drie stromingen.
INDIA (BEWUSTZIJN)
WESTEN
CHINA
(MATERIE)
(ENERGIE)
Figuur 5.4-1: De samenhang tussen de drie geneeskundige systemen.
De oorzaak van ziekte kan in één van de poten van de driehoek ontstaan. De manifestatie doorloopt vervolgens verschillende aspecten. Een ziekteproces kan zowel aan de somatische kant starten als aan de emotioneel mentale kant (zie figuur 5.4-2). Voorbeelden zullen dit verduidelijken. Een val van de trap levert een gebroken been op. Vervolgens is de functie van het been: ‘lopen’ verstoord. Storingen in de reactiviteit hebben meer te maken met zaken als pijnbeleving. Iedereen zal beamen dat een gebroken been pijn kan doen. Vervolgens kunnen emotionele en mentale processen opstarten: ‘Hoe moet ik naar mijn werk met dat been?’ en ‘Nu kan ik mijn favoriete sport niet meer uitoefenen’. Het proces kan ook omgekeerd opstarten. Langdurig onderdrukte emoties kunnen mentaal in het hoofd rondtollen. Piekeren en tobben is het gevolg. Hierdoor verandert de reactiviteit binnen het zenuwstelsel. Mensen worden reactiever (lees: prikkelbaarder). Vervolgens kunnen door allerlei neuro-fysiologische processen de functies van organen veranderen. Een verstoorde functie is de voorbode van een structurele verandering: de somatische aandoening. De verstoorde functie wordt wel ervaren door de patiënt, maar is vaak moeilijk ‘hard’ aan te tonen met medisch onderzoek. Vaak wordt de klacht bestempeld als ‘tussen de oren’. Tegenwoordig spreken we liever van aspecifieke gezondheidsklachten versus specifieke gezondheidsklachten. In de opleiding wordt aan deze beide verschijningsvormen van pathologie veel aandacht besteed. Mentale, emotionele en fysieke processen hebben altijd invloed op onze energetische systemen. Op zichzelf staande verstoringen van onze energetische systemen kunnen ook invloed hebben ons fysieke, emotionele en mentale lichaam. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een fenomeen als elektromagnetische randstraling. In figuur 5.4-2 wordt dit proces nogmaals verduidelijkt. Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Hoofdstuk 5 | Werkmodel en beroepsprofiel
26
Energetische verstoringen Mentale en emotionele symptomen Storingen van de reactiviteit Functionele storingen Somatische storingen
Figuur 5.4-2: Van emotie naar somatische aandoening en vice versa, de invloed van energetische factoren.
5.5
Een geïntegreerd model
Moderne kennis uit de neuropsycho-immunologie omarmt uiteindelijk de meer metafore benaderingen uit India en China. De verschillende benaderingswijzen zijn met elkaar te vervlechten tot een geïntegreerd model. In dit model ligt geen gelijk. Het is een manier van kijken en benaderen van cliënten vanuit een brede holistische visie. Binnen deze visie wordt uitgegaan van de kracht en zwakte van de diverse methodieken. Iemand met een acute longontsteking gepaard gaand met hevige koorts mag blij zijn met het gebruik van antibiotica binnen de westerse geneeskunde. Zelfs een zwaar middel als prednison kan hierbij in sommige gevallen levensreddend blijken te zijn. De aandoening heeft zich hierbij overduidelijk in de ‘stof’ gemanifesteerd. De kracht van de Westerse geneeskunde komt hier het meest tot zijn recht. Bij de heftige acute longontsteking wordt massage, acupunctuur of bijvoorbeeld homeopathie ontraden. Anders wordt het wanneer er sprake is van chronische longklachten zonder een duidelijk structureel karakter. Regelmatig gebruik van antibiotica of immuunsupressoren lijkt dit beeld alleen maar te verslechteren. Nu komt er meer ruimte voor de Oosterse modellen. Mogelijk is sprake van een storing in het energetisch systeem. Meer in de door de Chinezen zo genoemde longenergie of door de Indiërs zo beschreven vijfde chakra. Vanuit de Chinese visie zou dit probleem te maken kunnen hebben met de onderdrukte emotie ‘verdriet’ en vanuit het Indiase denken kan de oorzaak voor de verstoring gezocht worden in het slecht uiten van de emotionele toestand. Een geïntegreerde kijk op ziekte en gezondheid pleit voor een verregaande samenwerking tussen reguliere, additieve, alternatieve en traditionele vormen van gezondheidszorg. Verschillende behandelwijzen kunnen elkaar aanvullen in het belang van de gezondheidservaring van patiënt en cliënt. Binnen de opleiding tot massagetherapeut staat het geïntegreerde model centraal, de module holistische massage is te bezien als de samensmelting en integratie van de diverse modellen en methodieken.
5.6
Het belasting-belastbaarheid model
Een tweede belangrijk aspect van de opleiding tot massagetherapeut is de adoptie van het belasting-belastbaarheid model. Een helder model om mensen met klachten mee te benaderen. Belasting en belastbaarheid zijn te bezien als twee polen van een weegschaal, draaglast en draagkracht. Verstoringen binnen dit model worden geduid als ‘stress’.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Werkmodel en beroepsprofiel | Hoofdstuk 5
27
In het stressmodel wordt de functionele belasting bepaald door het evenwicht tussen de belasting en belastbaarheid. Stress binnen de grenzen van het model wordt als prettig ervaren, dit noemen we eustress, het leven kent plezierige uitdagingen. Beweegt de weegschaal echter in de richting van de grenzen van het model dan ontstaat disstress. Allerlei veranderingen in de werking van het zenuwstelsel treden op en de getroffene raakt in de zogenaamde alarmfase. De potentiële stressoren kunnen vanuit vier posities ontstaan. Deze vier belangrijke aspecten in ons leven kennen altijd een wederzijdse interactie. FUNCTIONELE BELASTING Disstress
BELASTING
Disstress
Disstress
BELASTBAARHEID
Disstress
Figuur 5.6-1: Het belasting-belastbaarheid model.
Figuur 5.6-1 laat het belasting-belastbaarheid model zien en figuur 5.6-2 toont vier aspecten van ons leven van waaruit de verstoring van dit belasting-belastbaarheid model zich kan manifesteren.
FYSIEK
SOCIAAL
PSYCHISCH
ZINGEVING
Figuur 5.6-2: Vier aspecten van ons bestaan.
Veranderingen in deze vier verschillende aspecten van ons leven over of rondom de grens van ons belasting-belastbaarheid model roepen de stressreacties op. Ons fysieke lichaam kent zijn beperkingen. Evenzo werk, relaties, emoties, persoonlijke overtuigingen, de eigen ervaring, levensdoelen etc. Het verkeren rondom de persoonlijke grenzen bij de genoemde blokken geeft dus veranderingen in het functioneren van mensen. Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Hoofdstuk 5 | Werkmodel en beroepsprofiel
28
Combineren wij de Oosterse modellen met het Westerse stressmodel van belasting en belastbaarheid dan komen wij uiteindelijk tot het onderstaande geïntegreerde model. Dit model is de rode draad in de opleiding tot ESPO massagetherapeut.
Stress
BEWUSTZIJN Stress
ENERGIE Stress
FYSIEK
BODY / MIND Trauma
Intoxicaties
Infecties
Figuur 5.7-1: Geïntegreerd model.
5.7
Grenzen aan de verantwoordelijkheid
Een massagetherapeut stelt niet zelfstandig een medische diagnose. Dit is de verantwoordelijkheid van een arts of ander daartoe bevoegd deskundige. De massagetherapeut stelt wel zelfstandig een werkdiagnose. Het primaire indicatiegebied voor de massagetherapie ligt bij de aspecifieke gezondheidsklachten. Bij specifieke gezondheidsklachten is het werk van de massagetherapeut altijd een additief naast een eventuele reguliere behandeling. Patiënten die zich aanmelden voor massagetherapie dienen in principe eerst gezien te zijn door een arts. Massagetherapeuten laten zich tijdens de anamnese en het onderzoek extra leiden door rode vlaggen en de bekend veronderstelde consequenties voor hun behandeling. In de verschillende lessen wordt hier inhoudelijk uitgebreid bij stilgestaan.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
29
Hoofdstuk 6
In dit hoofdstuk: Sportmassage/massage
Vooropleiding Met uitzondering van de de 3-jarige opleiding is voor deelname aan de opleiding ESPO massagetherapie een vooropleiding sportmassage, massage, wellness-massage of gelijkwaardig vereist.
6.1
Sportmassage/massage
6.1.1 Wat is sportmassage? Onder sportmassage wordt een complex van handgrepen verstaan die met de blote hand op de onbedekte huid van de passieve gezonde sportbeoefenaar worden toegepast. Het doel van een sportmassage is de lichamelijke conditie van de sporter te bestendigen, te verbeteren en/of de eventuele nadelige gevolgen van het sporten weg te nemen of deze zo min mogelijk te doen voelen. Deze definitie is samen te vatten in 3 karakteristieke woorden: voorbereiden, voorkomen en herstellen. De benaming sportmassage zou de indruk kunnen wekken dat alleen sporters gemasseerd mogen worden, dit is echter niet juist. De bezitter van het diploma sportmassage mag iedereen masseren die gezond is. Een massage met een therapeutisch doel mag uitsluitend door een fysiotherapeut, sporttherapeut of massagetherapeut uitgeoefend worden.
6.1.2 Mogelijkheden Met het diploma sportmassage op zak kan men zich zelfstandig vestigen of in dienst treden van bijvoorbeeld een sportvereniging, sauna of beautyfarm. Ook het als sportmasseur samenwerken met een fysiotherapeut of chiropractor komt steeds vaker voor.
6.1.3 Opleiding De opleiding sportmassage bestaat uit theorielessen met betrekking tot anatomie, fysiologie en sportmassage. Tijdens de praktijklessen leert de student massagetechnieken gericht op alle sportdisciplines en sportverzorging, inclusief tapen, bandageren en EHBSO. De opleiding duurt 1 schooljaar, start in september van ieder kalenderjaar en eindigt in de maand juni. De roosters worden aangepast aan de regionale vakanties en feestdagen.
Wellness-massage
Hoofdstuk 6 | Vooropleiding
30
Voor de meeste cursuslokaties is er één lesavond per week en zal er wisselend theorie- en praktijkles gegeven worden (de ene week drie uur praktijk en de andere week drie uur theorie). Uiteraard kan hiervan afgeweken worden. In Dordrecht kan het ook een lesochtend zijn. Tijdens de de praktijklessen wordt er gemengd geoefend zodat de student zo adequaat mogelijk op het examen en de praktijk wordt voorbereid.
6.1.4 Basic life support (BLS) Om aan het examen sportmassage te mogen deelnemen moet de student in het bezit zijn van een geldig BLS-certificaat. Het behalen van dit certificaat maakt onderdeel uit van de opleiding. De lessen worden verzorgd door instructeurs die zijn gecertificeerd door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
6.1.5 Huiswerkbegeleiding en oefengroepen Op het instituut worden er huiswerkbegeleidingsuren georganiseerd. Daarnaast ontvangt de student bij aanvang van de opleiding een lijst met contactgegevens van alle deelnemende cursisten.
6.1.7 Diploma De opleiding tot sportmasseur is een hele leuke opleiding die in een redelijk kort tijdsbestek te volgen is. Het is echter geen eenvoudige studie, hiervan doordrongen zijn voorkomt teleurstellingen. Dagelijks met de stof bezig zijn is nodig om het diploma sportmassage te kunnen behalen. Om aan het examen te mogen deelnemen dient de student minimaal 16 jaar oud te zijn. Het theorie examen toetst de kennis van anatomie, fysiologie en de sportmassage theorie (waaronder hygiëne, EHBSO en sportverzorging). Tijdens het praktijkexamen komen sportverzorging, eerste hulp en sportmassage aan bod. Het praktijkexamen massage omvat alleen het onderdeel massage. Alle examens worden op een centrale locatie in Nederland afgenomen. De opleiding sportmassage/massage vraagt om een goed doorzettingsvermogen. Het is bovendien belangrijk dat er iedere week buiten de cursustijd nog een aantal uren vrij gemaakt kunnen worden voor het bestuderen van de theorie en het oefenen van de praktijk. Uiteraard verschilt dit per individu en spelen motivatie en vooropleiding hierbij een belangrijke rol. Is het bovenstaande voor u haalbaar dan kunt u deelnemen want een specifieke vooropleiding is niet vereist
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Vooropleiding | Hoofdstuk 6
6.2
31
Wellness-massage
6.2.1 Wat is wellness-massage? Enkele jaren geleden heeft ons instituut de beroepsopleiding tot wellness-masseur ontwikkeld. Deze opleiding onderscheidt zich van een reguliere (sport)massage opleiding door haar gespecialiseerde karakter. Zo vormen het welbevinden, de ontspanning en het goed voelen van de cliënt dé doelstellingen van deze beroepsopleiding en zijn interessante speerpunten als gezichts- en hotstonemassage een belangrijk onderdeel van het lesprogramma. Massage is al zo oud als de mensheid en is voortgekomen uit de instinctmatige behoefte om bij ongemakken te wrijven op het lichaam. De kunst van het masseren is uitgebreid beschreven en een aantal basistechnieken en handgrepen komt steeds weer terug in deze literatuur. Wellness-massage maakt veelvuldig gebruik van deze handelingen, te weten: effleurages, petrissages, tapotages, schuddingen en fricties. Massage is een prettige manier om lichamelijk en geestelijk tot ontspanning te komen en heeft een krachtige uitwerking op het algemene gevoel van welbevinden. Daarnaast bevordert massage de gezondheid doordat tal van lichaamsfuncties worden geactiveerd. Bij spierklachten zoals een stijve nek, pijn tussen de schouderbladen en onderrugklachten geeft massage veelal direct verlichting. Tegenwoordig neemt de wellness-masseur een belangrijke plaats in bij sauna’s en beautyfarms, maar ook op cruise-schepen zijn er steeds vaker wellness-masseurs aanwezig om gasten te verwennen en verzorgen. De tijdens deze opleiding opgedane kennis kan concreet worden toegepast bij: algemene stress en spanning, te hoge spierspanning, lokale storingen in de weefseldoorbloeding, storingen in de lichaamsbeleving en a-specifieke pijn of vermoeidheid. De opleiding is inhoudelijk afgestemd op het vervolgtraject ESPO massagetherapie.
6.2.2 Diploma Om voor het diploma in aanmerking te komen dient de student 3 theorievakken en 1 praktijkexamen met succes af te ronden. De examens worden centraal afgenomen en staan onder toezicht van de Examen Stichting Perimedische Opleidingen (ESPO).
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
HOOFDSTUK 7
Verplichte modules
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.1
Therapeutische basiskennis Deze module behoort tot de opleidingen tot massagetherapeut en sporttherapeut, maar is ook als een op zichzelf staande cursus te volgen. Deze module behoort tot de verplichte modules. Bij veel andere modules is deze module als vooropleiding vereist. Dit is gedaan om alle studenten van het begin af aan van de opleiding met een gelijkwaardige basiskennis te laten starten. De school stelt dus als eis om deze module aan het begin van de modulaire opleiding te volgen. Op deze regel gelden wel een aantal uitzonderingen. De volgende modules kunnen gevolgd worden zonder dat eerst de module ‘theorie van de sport- en massagetherapie’ is gevolgd:
• • • • • •
Haptonomische ontspanningsmassage Haptonomische interactie: therapeutische vorming en communicatie Voetreflexmassage Energetische massage Manuele lymfe drainage Triggerpoint therapie
Verantwoording Om tot een goed en verantwoord vervolg van de opleiding tot massagetherapeut en sporttherapeut te komen, wordt de cursist theoretische kennis aangereikt betreffende het holistische model, het belasting-belastbaarheid model en het vegetatieve functioneren van het individu. Een aantal belangrijke vragen moet dan, als effectieve behandelaar, expliciet kunnen worden beantwoord. Bijvoorbeeld wat zijn de klachten van de cliënt? Hoe komt dat? Hoe komt de cliënt van de klachten af? Hoe lang gaat dat duren? Welke onderdelen moeten worden behandeld? Met welk doel? Welke behandelvormen of technieken zijn hiervoor geschikt? Met welke intensiteit? Hoeveel tijd zit er tussen twee behandelingen? Wat kan de cliënt er zelf aan doen? Kortom er wordt van je verlangd dat je weet wat je doet. Doelstellingen Na afloop van deze module is de cursist in staat om een theoretische analyse te maken van het gezondheidsprobleem van de cliënt, daarbij gebruik makend van kennis uit:
• • • • • • • • • •
Het holistische model Het belasting-belastbaarheid model Het verschijnsel stress De bouw van het zenuwstelsel De werking van het totale zenuwstelsel De werking van het vegetatieve zenuwstelsel De hormonale component van het vegetatieve functioneren Segmentale reflexwegen Dermatomen, myotomen en sclerotomen De stressrespons, met de verschillende reactiefasen
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
35
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
36
• • • • • •
De prikkel-respons relatie Het begrip reactiviteit Lokale en ketenproblematiek Het begrip selectiviteit Het begrip nocisensoriek Het verschijnsel referred pain
Werkwijze De module bestaat uit 8 bijeenkomsten van 3 uur. De nadruk ligt op het klassikaal aanleren van theoretische basiskennis, welke voor het vervolg van de opleiding tot massagetherapeut en sporttherapeut van groot belang zijn. Voorbeelden uit de praktijk van de docenten dienen ter verdere verduidelijking. De cursist wordt geadviseerd om de behandelde lesstof, enkele dagen na elke lesbijeenkomst, door te nemen en eventuele vragen de eerstvolgende bijeenkomst te stellen aan de docent of in te brengen in de groep. Dit komt de interactie tussen docent en groep verder ten goede en houdt de sfeer tijdens de bijeenkomsten open en ontspannen. Van de cursist wordt verwacht dat de behandelde lesstof, aan het begin van de volgende les, in het kort, in eigen woorden kan worden samengevat en worden verteld aan de hele groep. Dit als extra toetsmoment voor de docent en om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat wanneer aan de onderstaande voorwaarden is voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursusuren aanwezig; • heeft de diverse opdrachten tijdens de lessen in voldoende mate uitgevoerd; • behaalt een voldoende beoordeling voor het take-home tentamen (schrijfopdracht). De schrijfopdracht dient in lettertype Arial, lettergrootte 11, uitgeprint aangeleverd te worden aan de docent en mag niet per email worden verzonden. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.2
Haptonomische ontspanningsmassage De module haptonomische ontspanningsmassage is voornamelijk een praktische cursus. De cursus bestaat uit tien bijeenkomsten van drie uur. Vier aspecten zijn met elkaar verweven:
• • • •
De grondbeginselen van de haptonomie Ontspanning en spanning Humanistisch persoonlijkheidsmodel Massage
Tijdens deze module wordt geleerd een goede ontspanningsmassage te geven gebaseerd op deze vier aspecten. Deze ontspanningsmassage bestaat uit meer dan het ‘zomaar’ doen van bepaalde massagetechnieken. Technieken kan iedereen leren, de ene persoon met wat meer, de ander met wat minder oefening. Waar het in deze cursus voornamelijk om draait, is dat je je bewust bent van wat je voelt en van wat je daaruit doet of laat. Dit vraagt ook oefening maar bovenal eerlijkheid naar jezelf en de ander toe. Tijdens massage raken mensen elkaar aan. Wanneer mensen elkaar aanraken gaat dit gepaard met gevoel(ens). De masseur raakt aan en de gemasseerde wordt aangeraakt. Dit is wat het directe huidcontact betreft. Technisch gezien worden zintuigen in de huid gelegen geprikkeld. Deze registreren informatie die door wordt gegeven naar hogere delen van het zenuwstelsel, waar dit een vorm van ervaring geeft. De huid voelt bijv. een warme hand die met bepaalde druk beweegt over het oppervlak van die huid. Maar hoe voelt de gemasseerde zich onder deze aanrakingen? Hoe voelt de masseur zich? Met andere woorden wat zegt je gevoel? Dit is een volledig subjectieve ervaring, ieder mens reageert op zijn eigen unieke wijze. In deze cursus wordt veel stilgestaan bij de ervaring van het gevoel. Gevoel is niet goed of slecht. Gevoel is gewoon een toestand van de ervaring. Goed of slecht is een interpretatie van de waarnemer. Goed of slecht is vaak bepaald vanuit het nest waaruit je gekomen bent, de opvoeding en cultuur, je normen en waardenpatroon. ‘Gevoelige kwesties’ kunnen soms aan de orde komen in deze cursus. Gevoelens hebben ook veel te maken met emoties, zij zijn echter niet hetzelfde als emoties. Gevoelens en emoties kunnen gevoelig liggen en de ervaring van de menselijke kwetsbaarheid kan soms om de hoek komen kijken. In de kwetsbaarheid ligt een grote ontwapenende kracht besloten. Het respectvol met elkaar omgaan wordt bij ons gezien als volstrekt vanzelfsprekend. De cursist wordt uitgenodigd om de ervaring aan te gaan binnen de eigen grenzen van kunnen en willen. De vele jaren dat deze cursus al gegeven wordt, hebben geleerd dat de nieuwe en ‘her’ontdekte vanzelfsprekende kunst van het voelen, leidt tot een prettige en warme tijd met elkaar. Humor, luchtigheid en waar nodig verdieping, zonder trekken of duwen, dragen bij tot een stuk verrijking. Studiehandleiding ESPO massagetherapie
37
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
38
Doelstelling De doelstellingen van deze module zijn de volgende:
• Het verkrijgen van inzicht in de theoretische achtergrond van de haptonomie. • Het verkrijgen van inzicht in het theoretisch persoonlijkheidsmodel vanuit de humanistische psychologie.
• Het opdoen van persoonlijke ervaring met het fenomeen haptonomie. • Het op een positieve manier kunnen integreren van deze ervaring in een massagebehandeling.
• Het kunnen geven van een volwaardige ontspanningsmassage binnen de grenzen van een cliënt, afgestemd op diens behoefte en verwachting.
• Het ervaren van de eigen persoonlijke grenzen binnen een massagebehandeling. • Het weet hebben van indicaties en contra-indicaties. Werkwijze De cursus bestaat uit een theoretisch deel over gevoel, emoties en (ont)spanning. In het praktische gedeelte worden oefeningen met elkaar gedaan om dit te ervaren, afkomstig uit de haptonomie en andere lichaamsgerichte therapievormen. De nadruk ligt op masseren en gemasseerd worden. Je leert een vorm van massage waarin je eigen creativiteit en intuïtie volop de ruimte gaan krijgen. Om niet stuurloos te worden leer je massagetechnieken uit verschillende benaderingsvormen, denk hierbij aan milde bindweefseltechnieken, holistic pulsing, milde oscillaties en diepere spier- en fascietechnieken. Realiseer je dat haptonomie geen massagetechnieken van zichzelf kent, het ‘haptische’ aspect vind je puur en alleen terug in de manier van toepassen en benaderen. Naast dit alles wordt ook stilgestaan bij enkele ontspanningstechnieken die je voor jezelf ook thuis kunt doen. Hoe meer ontspannen jezelf bent tijdens je massage, hoe groter het ontspannend effect op je cliënt. De ontspanningstechnieken die wij behandelen zijn de methode volgens Jacobson, de autogene training en de geleide fantasie. Deze technieken lopen door de hele cursus heen. In de facultatieve module oefentherapie wordt geleerd hoe je deze ontspanningstechnieken kunt overbrengen aan je cliënten. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • heeft het praktijktentamen, afgenomen door de docent, met een voldoende resultaat afgesloten;
• dient vóór afloop van de cursus een verslag in te leveren van minimaal één, en maximaal twee A4-tjes betreffende zijn persoonlijke ervaring en leermomenten tijdens deze cursus. De schrijfopdracht dient in lettertype Arial, lettergrootte 11, uitgeprint aangeleverd te worden aan de docent en mag niet per email worden verzonden. Zie ook: tentamenreglement. Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.3
Bindweefselmassage Deze cursus behandelt zowel de klassieke bindweefselmassage als de moderne bindweefselmassage gebaseerd op neurofysiologische en neuropsychologische inzichten. Deze module is een belangrijke pilaar binnen de opleiding tot massage- en sporttherapeut. Het neurofysiologisch en neuropsychologisch model komt in meerdere modules terug. De cursist leert dit model verder te gebruiken dan alleen in de bindweefselmassage. Doelstelling De module bindweefselmassage kent de volgende doelstellingen: Theorie:
• geschiedenis van de bindweefselmassage, ontwikkeling in Duitsland en de relatie met acupressuur;
• ontwikkeling van de bindweefselmassage in Nederland, stand van zaken van wetenschappelijk onderzoek;
• kennis hebben van de toepassing van de bindweefselmassage in het medische behandelplan, vooral als bedoeld binnen de fysiotherapie;
• indicaties en contra-indicaties voor en de mogelijkheden van de bindweefselmassage binnen de massage- en sporttherapie;
• Indicaties: • ondersteunend bij functionele storingen binnen het bewegingsapparaat; • ondersteunend bij orgaanstoringen. • littekenbestrijding; • ontstoren van stressreacties. • Contra-indicaties: • specifiek medicatiegebruik; • pathologie van de huid; • pathologie van het zenuwstelsel; • in relatie tot de specifieke situatie van de cliënt.
• kennis van de anatomie en fysiologie van het bindweefsel: • verschillende celstructuren en vezeltypen; • bloedvoorziening; • lymfesysteem; • kennis van het centraal en perifeer zenuwstelsel en animaal en vegetatief zenuwstelsel in relatie tot het bindweefsel en de mogelijke effecten, zowel positief als negatief, van een bindweefselmassage;
• kennis van de neuro-anatomie en neurofysiologie betreffende de bouw en werking van het menselijke zenuwstelsel;
• gelaagdheid van het brein (archi-, paleo- en neoniveau); • functionele indeling (logisch-, intuïtief-, emotioneel-, vitaal- en reflexbrein).
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
39
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
40
Dit alles in relatie tot het bindweefsel en de mogelijke effecten, zowel positief als negatief, van een bindweefselmassage.
• • • •
kennis van de efferente en afferente zenuwuiteinden in huid- en bindweefsel; kennis van de verschillende segmentale reflexwegen in relatie tot huid- en bindweefsel; kennis hebben van de hormonale beïnvloeding van het bindweefsel; inzicht hebben in de begrippen selectiviteit, actualiteit en reactiviteit, uitgaande van de specifieke situatie van een cliënt of patiënt gerelateerd aan de juiste intensiteitkeuze van een bindweefselmassage.
Praktijk
• huid-en bindweefselanalyse van de gehele rug, dit door middel van de onderdelen: anamnese, inspectie en palpatie;
• opstellen van een behandelprotocol, met daarin een duidelijke doelstelling van de behandeling;
• het kunnen geven van de juiste instructie aan de cliënt of patiënt betreffende de te verwachten reacties tijdens de behandeling;
• het kunnen uitvoeren van de diverse handgrepen, opgesplitst in oppervlakkig, middelmatig en diep, zoals daar zijn:
• Oppervlakkige technieken: • huidtechnieken; • huidverschuivingen;
• Middelmatige technieken: • huidplooien en huidplukken; • harmonikagreep; • huidknedingen;
• Diepe technieken: • gewebswäsche; • haaktechnieken; • haaltechnieken; • diepe spierfascie technieken;
• deze grepen kunnen toepassen in de volgende uitgangshoudingen van de cliënt en patiënt: ruglig en aangepast aan specifieke situatie;
• deze handgrepen kunnen toepassen op: rug, nek en schouder, bovenste extremiteit, onderste extremiteit, buik, gezicht;
• het leren herkennen van het eventuele optreden van een ‘fehlreactie’ tijdens de behandeling;
• het op de juiste wijze kunnen toepassen van de ontstoringstechnieken tijdens de ‘fehlreactie’;
• het op de juiste wijze kunnen afsluiten van de massage; • de cliënt kunnen informeren over eventueel te verwachten reacties achteraf op de bindweefselbehandeling;
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
• het kunnen inschatten van de juiste behandelduur zowel per behandeling als in frequentie en in het totale aantal, en dit kunnen koppelen aan de reacties van de spanning in het bindweefsel. Werkwijze De cursus omvat 8 dagdelen van drie uur. De eerste twee bijeenkomsten bestaan uit theorielessen. De opzet daarna is een uur theorie gevolgd door twee uur praktijk. De laatste twee lessen zijn voornamelijk praktisch van aard. De cursisten onderzoeken en behandelen elkaar. Gewerkt wordt aan de hand van een bindweefsel-analyseformulier. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • heeft een voldoende beoordeling behaald voor de praktijktoets ‘onderzoek en behandelen’.
• heeft een voldoende beoordeling behaald voor de theoretische toetsing. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
41
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
42
7.4
Holistische massage: onderzoek en behandelen Binnen deze cursus worden de verschillende benaderingswijzen binnen de massage naast elkaar gezet en gekeken naar hun overeenkomsten. Geput wordt uit de filosofieën van de Chinese en Indiase methodiek, vermengd met moderne westerse neurofysiologische en neuropsychologische inzichten. Getracht wordt een geheel te destilleren uit deze verschillende methoden en inzichten. Datgene wat praktisch goed en veilig toepasbaar is en bij kan dragen aan het welbevinden van de cliënt en patiënt wordt gedoceerd. De basiskennis uit de anatomie en fysiologie wordt bekend verondersteld. Waar nodig dient de cursist deze zelf bij te spijkeren. Geleerd wordt te kijken naar de mens met zijn bewustzijn als een energetisch wezen, energie in interactie met een coördinerend zenuwstelsel. Reflexkringen spelen hierbij een sturende rol. Wellicht één van de belangrijkste en meest vergeten processen binnen de massagetherapie is de wisselwerking tussen de masseur en de gemasseerde. Veel aandacht wordt dan ook besteed aan de attitude van de masseur en de effecten daarvan op de behandeling. Het ontwikkelen van het eigen gevoel (tast en beleving) is hierin belangrijk. Gegevens verkregen uit de anamnese en functieonderzoek stellen de cursist in staat tot het opstellen van een behandelplan. Praktisch wordt geleerd te werken middels een vervloeiing van technieken aan het dermatoom, myotoom, osteotoom en sclerotoom. In deze module ligt het accent op het leren werken met oscillaties en milde mobilisaties aan de perifere gewrichten en de wervelkolom. Deze nieuw te leren vaardigheden worden geïntegreerd met basisvaardigheden uit de energetische massage, acupressuur, sportmassage, bindweefselmassage en de haptische benaderingswijze. Onderdeel van deze module is een bezoek aan de snijzaal van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Dit vindt plaats aan het einde van de cursus en telt als één lesblok. Van iedere student wordt hier een kleine financiële bijdrage gevraagd welke buiten de cursusprijs valt (in 2007 bedroeg dit Euro 20,00). Dit bedrag valt buiten de verantwoordelijkheid van het IVS en dient bij de snijzaal te worden voldaan. Doelstellingen Na het volgen van deze module heeft de cursist zich de volgende vaardigheden en kennis eigen gemaakt, de cursist:
• kent het integratief model waarin de westerse, Chinese en Indiase visie met elkaar verweven zijn;
• heeft inzicht in het geïntegreerd klachtenmodel waarbij sprake is van een twee-richtingsverkeer. Een klacht kan lopen van: psychische factoren (emotioneel-mentaal) - reactieve symptomen - functiestoornissen structurele veranderingen en v.v.;
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
• kent de functionele indeling van het menselijk zenuwstelsel: reflexbrein, vitaal brein, emotioneel brein, logisch brein, intuïtief brein, somatisch en autonoom zenuwstelsel, parasympaticus en orthosympaticus;
• kent de implicaties van bovengenoemde indeling voor zijn therapeutisch handelen; • kent de indeling in dermatomen, myotomen, sclerotomen en osteotomen en de relevantie daarvan voor de therapie;
• heeft inzicht in de basiskennis van het Chinees energetisch emotioneel model; • heeft inzicht in de basiskennis van het Indiaas energetisch bewustzijnsmodel; • kent het onderscheid tussen een cliënt en een patiënt en stemt zijn handelingen hier adequaat op af;
• toont inzicht in het werken met het belasting - belastbaarheidsmodel gerelateerd aan de specifieke situatie van een cliënt of patiënt;
• begrijpt de samenhang tussen het belasting-belastbaarheidsmodel en de Chinese en Indiase zienswijze middels de piramide van van Gelder;
• is in staat tot een basisonderzoek van het energetisch systeem en het bewegingsapparaat, en richt zich hierbij op energetische veranderingen, reactieve symptomen en functiestoornissen (de massagetherapeut vormt zich geen oordeel over structurele stoornissen, dit is voorbehouden aan de arts of medisch specialist of ander daartoe bevoegd deskundige);
• kan de praktische onderzoekstechnieken voor de hierboven genoemde doelstelling toepassen. Hij is in staat de volgende informatie uit onderzoekstechnieken te destilleren:
• Energetische systemen: • exces • deficiëntie. • Bewegingsapparaat: • dermatoom (reactieve en functiestoornissen); • myotoom (reactieve en functiestoornissen); • sclerotoom/osteotoom (reactieve en functiestoornissen). • is in staat aan de hand van de vraag van een cliënt of patiënt in combinatie met de gegevens verkregen uit het onderzoek een behandelplan op te stellen;
• kent de basis van segmentale therapie; • is in staat verschillende behandeltechnieken te combineren tot een integratieve behandeling, de cursist kent de behandeltechnieken aan de volgende systemen:
• • • •
energetisch (manueel sederend of activerend; acupressuur technieken); dermatoom (bindweefseltechnieken); myotoom (klassieke massagetechnieken); osteotoom/sclerotoom (oscillaties en milde mobilisaties).
• heeft weet van indicaties en contra-indicaties. De contra-indicaties weet hij te differentiëren tussen absolute en relatieve.
• heeft weet van het belang van rode en gele vlaggen binnen de diagnostiek. • kent het verschil tussen aspecifieke en specifieke gezondheidsklachten.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
43
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
44
Werkwijze Deze module is zowel theoretisch als praktisch van aard. Het theoretische gedeelte bestaat uit hoorcollege en zelfstandig inlezen in de stof. Waar nodig wordt van de cursist verwacht dat hij zichzelf verder verdiept in de materie middels door de docent geadviseerde literatuur. Het praktische gedeelte bestaat uit het onderzoeken en behandelen van medestudenten. De cursist wordt geacht met veel verschillende personen te oefenen en werken. Dit vergroot je vaardigheden en maakt je flexibel. De lessen bestaan uit integratieve theorie en uit het oefenen van praktische vaardigheden. In de praktijk wordt gewerkt vanuit een oprecht respect voor elkaar. De cursist dient te zorgen voor een schoon lijf en handen met korte verzorgde nagels. De nodige lakens en handdoeken zorgen voor extra warmte en bedekking. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• • • •
is minimaal 80% van het aantal cursusuren aanwezig; heeft de diverse praktijkopdrachten tijdens de lessen in voldoende mate uitgevoerd; behaalt een voldoende beoordeling voor de wellness-les en therapie-les; behaalt een voldoende beoordeling voor de anatomie in vivo-toets.
Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.5
Acupressuur van het bewegingsapparaat Deze module behoort tot de opleiding tot massagetherapeut, maar is ook als op zichzelf staande cursus te volgen. De basis van deze module ligt in de traditionele Chinese geneeskundige filosofie. De opzet is dusdanig, dat alleen informatie uit de Chinese filosofie is verzameld, die relevant is voor de massagetherapeut. Op deze manier blijft de theorie direct toepasbaar bij de praktische mogelijkheden. Acupressuur is heel goed te combineren met de andere therapeutische interventies, zoals die aan de orde komen tijdens de opleiding tot massagetherapeut, maar is ook heel effectief als zelfstandige therapie. Ondanks de Chinese, energetische achtergronden, wordt bij de probleemaanpak toch allereerst uitgegaan van een westerse, medische diagnose. Kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van het bewegingsapparaat is daarom gewenst. Om tot een goede en verantwoorde behandeling te komen, wordt de cursist kennis aangereikt omtrent probleemaanpak en gebruik van standaard behandelprotocollen. Vanuit een uitgebreid behandelprotocol leert de cursist redeneren en verklaren. Doelstellingen Na afloop van de cursus is de cursist in staat om voor verschillende, veelvoorkomende aandoeningen van het bewegingsapparaat, op basis van een westerse, medische diagnose een behandelprotocol te gebruiken of zelfstandig een behandelplan op te stellen. Daarbij gebruik makend van kennis omtrent:
• • • • • • • • • • • •
het verloop van de meridianen; de lokalisatie van de acupunten; Yin- en Yangproblematiek; de verschillende behandelmethoden; de verschillende aspecten van de behandeling; het gebruik van lokale punten; het gebruik van distante punten; het gebruik van lokale en distante regioversterkende punten; de rol van de Yinorganen; de rol van de chakra’s; de functieformules; het gebruik van de verschillende standaard behandelprotocollen.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
45
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
46
Na het inventariseren van het gezondheidsprobleem van de cliënt is de cursist in staat om een acupressuurbehandeling te geven, waarbij het gezondheidsprobleem van de cliënt, zowel symptomatisch, regioversterkend als oorzakelijk benaderd wordt. Werkwijze De module bestaat uit 12 bijeenkomsten van 3 uur. De nadruk ligt op het klassikaal aanleren van zowel theoretische – als praktische vaardigheden, waarbij voorbeelden uit de praktijk van de docent dienen ter verdere verduidelijking. De opzet is dusdanig, dat het geleerde vrijwel direct in de praktijk toepasbaar is. Op deze manier wordt men stap voor stap steeds meer eigen met de lesstof en leveren complexere problemen later minder moeilijkheden op. De cursist wordt geadviseerd om de behandelde lesstof, enkele dagen na de bijeenkomst, nogmaals door te nemen en eventuele vragen de eerstvolgende bijeenkomst te stellen aan de docent of in te brengen in de groep. Dit komt de interactie tussen docent en groep verder ten goede en houdt de sfeer tijdens de bijeenkomsten open en ontspannen. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van de lessen aanwezig; • behaalt een voldoende beoordeling voor het eerste multiple choice tentamen, dit wordt tijdens de zesde les gegeven;
• behaalt een voldoende beoordeling voor het tweede multiple choice tentamen, dit wordt de elfde les gegeven;
• behaalt een voldoende beoordeling voor de praktijkvaardigheidstoetsing. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.6
Pathologie van het bewegingsapparaat De module pathologie van het bewegingsapparaat behandelt de structureel aantoonbare afwijkingen van het bewegingsapparaat. Deze worden gedoceerd in het algemeen, per perifeer gewricht, de wervelkolom en als mede enkele veel voorkomende systemische aandoeningen. Doelstelling Na het volgen van deze module is de cursist in staat om inzicht te tonen in de betekenis, gevolgen en effecten behorende bij een medische diagnose. Het is niet aan de massagetherapeut om zelfstandig een diagnose te stellen. Wel wordt hij in staat geacht de meest voorkomende pathologische beelden en bijgaande symptomen te interpreteren en integreren in een behandelplan. De cursist kan hierbij het cursusboek gebruiken als naslagwerk. Ook dient de cursist in staat te zijn zelfstandig relevante informatie te vergaren betreffende de kennis en inzichten rondom een pathologisch beeld én hij moet deze informatie kunnen verwerken in een behandelplan. Een belangrijk aspect binnen het fenomeen pathologie is het onderscheid tussen specifieke en aspecifieke gezondheidsklachten. Dit onderdeel komt uitgebreid aan de orde onder andere gekoppeld aan de rode vlaggen. De cursist kent en herkent de meest voorkomende pathologische toestanden rondom de volgende delen van het lichaam:
• • • •
bovenste extremiteit; onderste extremiteit; wervelkolom; systemische aandoeningen.
De cursist kent het verschil tussen en de opbouw van en naar:
• • • •
emotionele en mentale symptomen; reactieve stoornissen; functie stoornissen; structurele afwijkingen.
De cursist kent de verschillende fasen van weefselherstel in en na een pathologisch proces:
• • • •
ontstekingsfase; proliferatiefase; vroege en late remodelleringsfase; chronische ontstekingsfase.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
47
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
48
De cursist kent de verschillende aspecten van bovengenoemde fasen met betrekking tot:
• • • • •
huid en bindweefsel; spierweefsel; gewrichtskapsels; kraakbeen; bot.
De cursist kent:
• de verschillen tussen aspecifieke en specifieke gezondheidsklachten; • het fenomeen rode vlaggen en kan dit vertalen in een pathologisch proces; • de grenzen van zijn verantwoordelijkheid als massagetherapeut, gekoppeld aan de rode vlaggen. De cursist is in staat de geleerde informatie te verwerken in de inzichten van het belasting-belastbaarheid model. De lessen zijn voornamelijk theoretisch van aard. Relevante praktijkvoorbeelden zullen de stof meer tot de verbeelding brengen. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van de lessen aanwezig; • behaalt een voldoende beoordeling voor het multiple choice tentamen. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.7
Anamnestische vaardigheden Een gecombineerd praktische en theoretische module waarbij het aanleren van een goede massage- of sporttherapeutische anamnese centraal staat. De cursist leert omgaan met beslisbomen en wordt bekend gemaakt met basisgespreksvaardigheden. Doelstelling De cursist leert een adequate anamnese af te nemen; gerelateerd aan de vraag van de klant. Twee soorten van anamnesevoering worden onderscheiden:
• de traditioneel medische anamnese; • het anamnestisch model, de anamnese gebaseerd op empathische gespreksvoering. In de regulier medische wereld en ook binnen veel vormen van complementaire en alternatieve geneeswijzen wordt veelal gewerkt met een eenrichtingsverkeer anamnese. De behandelaar stelt de vragen en de patiënt antwoordt. De anamnese gebaseerd op empathische gespreksvoering geeft een ander beeld op klachten. De therapeut nodigt hierbij de patiënt veel meer uit om zijn ‘verhaal’ te doen. Het doel van de anamnese is niet het stellen van een medische diagnose. De cursist leert informatie te verzamelen teneinde te komen tot een optimaal behandelplan. De anamnese volgt zogenaamde beslisbomen. Deze houden het proces ‘to the point’. De cursist leert omgaan met de begrippen rode en gele vlaggen en de betekenis daarvan binnen de anamnese en praktijkvoering. Naast het aanleren van een anamnese wordt de cursist gespreksvaardigheden aangereikt. Dit met als doel te leren luisteren naar het verhaal achter de klacht. Een derde doelstelling ligt besloten in het op een goede manier gebruik maken van informatieverstrekking aan de klant betreffende de uitleg van de gekozen therapie en de te verwachten effecten van een behandeling. Veelal wordt hier gewerkt met behulp van een metafoor. Werkwijze De module bestaat uit 5 bijeenkomsten van 3 uur. Deze bijeenkomsten zijn zowel theoretisch als praktisch van aard. Cursisten wordt verzocht om voor de groep een anamnese praktisch te demonstreren. Hetzij in de rol van therapeut of cliënt. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
49
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
50
De cursist:
• dient minimaal 80% van de lessen gevolgd te hebben; • behaalt een voldoende beoordeling voor een op papier uitgewerkte anamnese (van een echte of een gesimuleerde cliënt). Deze anamnese dient tijdens de vierde bijeenkomst te worden ingeleverd;
• schrijft een kort verslag minimaal één A4 en maximaal twee A4 betreffende zijn/haar ervaringen, bevindingen, opmerkingen of aanmerkingen met de nieuwe anamnesevorm gebaseerd op de empathische gespreksvoering; Het verslag en de anamnese dienen in lettertype Arial, lettergrootte 11, uitgeprint aangeleverd te worden aan de docent en mag niet per email verzonden worden. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.8
Triggerpoint therapie Tijdens het onderzoek en de behandeling van aspecifieke pijnproblemen krijgt het spierweefsel veel aandacht waar het om de tonus gaat. De aanwezigheid van zogenaamde myofasciale triggerpoints, specifieke pijnpunten in de verschillende spieren, is echter ook een mogelijkheid om pijn en functiestoornissen te verklaren. Deze triggerpoints kunnen zorgen voor pijn in andere delen van een spier of soms zelfs in nog verder weggelegen structuren. De symptomen die door triggerpoints worden veroorzaakt komen voor in voorspelbare patronen wat de mogelijkheid tot effectieve diagnostiek vergroot. Voor deelname aan de cursus is een vooropleiding sportmassage, massage, wellness-massage of gelijkwaardig vereist. Doelstelling Tijdens deze cursus leert de student het bestaan van triggerpoints herkennen en verklaren, hierbij gebruikmakend van verschillende theoretische modellen. Daarnaast zijn het leren kennen van factoren die triggerpoints in stand houden en uiteraard de behandelmogelijkheden speerpunten van deze cursus. Aandachtspunten tijdens deze module zijn:
• • • • • • • • • •
inleiding triggerpoints; palpatie triggerpoints; triggerpoints en schouderpijn; triggerpoints en lage rugpijn en bekkengordelpijn; triggerpoints en beenpijn; triggerpoints en pijn in hoofd- en nekregio; verklaringsmodellen van triggerpoints en referred pain; therapeutische interventies bij triggerpoints; herstelbelemmerende factoren; casuistiek.
Werkwijze De module bestaat uit 7 bijeenkomsten van 3 uur. Deze bijeenkomsten zijn zowel theoretisch als praktisch van aard. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• dient minimaal 80% van de lessen gevolgd te hebben; • heeft de diverse praktijkopdrachten tijdens de lessen in voldoende mate uitgevoerd; • behaalt een voldoende beoordeling voor een praktische demonstratie van een triggerpoint behandeling bij een bepaalde klacht;
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
51
52
Hoofdstuk 7 | Verplichte modules
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Verplichte modules | Hoofdstuk 7
7.9
Basic life support (BLS) De cursist wordt geacht een geldig reanimatiecertificaat in zijn/haar bezit te hebben. Het staat een ieder vrij een daartoe bevoegde opleidingsschool of instituut te bezoeken. De opleidingseisen zijn conform de voorwaarden van de Nederlandse Hartstichting. Uiteraard wordt dit ook bij het IVS georganiseerd. De data worden aan het begin van de opleiding bekend gemaakt.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
53
HOOFDSTUK 8
Facultatieve modules
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
8.1
Haptonomische interactie: therapeutische vorming en communicatie Deze module biedt de cursist een verdere persoonlijke verdieping in eigen gedrag en drijfveren. In kleine groepen wordt gewerkt aan het persoonlijk ervaren van verschillende aspecten uit de haptonomie. De cursist leert de opgedane ervaring te verwerken in zijn eigen behandelwijze om overdracht en tegenoverdracht te voorkomen. Doelstelling Na het volgen van deze module is de cursist in staat tot een verdieping van de behandeling van de psychologische componenten als onderdeel van een klacht binnen het meerdimensionaal belasting-belastbaarheid model. Werkwijze De cursist brengt in deze module zijn eigen leermomenten in, zodat door oefeningen en feedback met medecursisten ‘blinde vlekken’ en interferente gedragingen kunnen worden blootgelegd en getransformeerd. De eigen ervaring staat aan de basis van de behandeling en begeleiding van derden. Naast de theorie van de gebruikte modellen zijn de lessen voornamelijk praktisch van aard. Aan de hand van diverse praktijkopdrachten en huiswerkoefeningen worden de eigen vaardigheden verbreed. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• • • •
is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; heeft de diverse praktijkopdrachten tijdens de lessen in voldoende mate uitgevoerd; behaalt een voldoende beoordeling voor de schrijfopdracht. De cursist dient voor afloop van de cursus een verslag in te leveren betreffende zijn persoonlijke ervaring en leermomenten tijdens deze cursus.
De casus dient in lettertype Arial, lettergrootte 11, uitgeprint aangeleverd te worden aan de docent en mag niet per email verzonden worden. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
57
Hoofdstuk 8 | Facultatieve modules
58
8.2
Energetische massage Binnen deze module wordt het fenomeen ‘energie’ vanuit verschillende gezichtspunten benaderd en beschouwd. De verschillende gezichtspunten zijn:
• het Westers model: wetenschappelijke benadering esoterisch fenomeen; • het Chinees model; • het Indiaas model. Doelstellingen Na het gevolgd hebben van deze module heeft de cursist kennis van en inzicht in de volgende theoretische en praktische aspecten: Theorie:
• Het fenomeen energie vanuit de volgende gezichtspunten: • het Westers wetenschappelijk model; • het Westers esoterisch perspectief; • de Chinese zienswijzen; • de Indiase zienswijzen. • De menselijke energievelden: • het fysieke veld; • het emotionele veld; • het bewustzijnsveld. • De zeven hoofdchakra’s en hun verschillende aspecten: • ligging op het lichaam; • relatie met autonome zenuwstelsel; • thema’s per chakra ; • de begrippen exces en deficiëntie. • het begrip en belang van de transpersoonlijke ontwikkeling; • het belang van werken binnen de grenzen; • kenmerken van flow; • kenmerken van roofbouw; Praktijk:
• • • • • •
aarden; centreren; de verschillende diagnostische methodieken; het begrip oscillatie; de ligging van Yin Tang; het fenomeen oscillatie:
• diagnostiek; • correctie;
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
• het begrip van het fenomeen vasculair autonoom signaal (VAS): • toepassen VAS binnen diagnostiek; • gebruik VAS ter controle van het therapeutisch effect; • het harmoniseren van het energieveld: • het fysieke veld; • het emotionele veld; • het bewustzijnsveld, hierbij uitgaande van exces, deficiëntie of oscillatie; Werkwijze Deze module is zowel theoretische als praktisch van aard. Het accent ligt op het praktische handelen. Het theoretische gedeelte bestaat uit hoorcollege en het zelfstandig inlezen in de geadviseerde en geraadpleegde literatuur. Het praktische gedeelte bestaat uit het onderzoeken van en het uitvoeren en toepassen van de verschillende methodieken op de medestudenten. De studenten worden geadviseerd oefengroepjes te formeren om extra op en met elkaar te oefenen. Verder wordt van de studenten verwacht dat zij met veel verschillende personen oefenen. Dit vergroot de vaardigheden en inzichten. In de praktijk wordt gewerkt vanuit een oprecht respect voor elkaar. De cursist dient te zorgen voor een schoon lijf, schone kleding en korte verzorgde nagels. De nodige lakens en handdoeken zorgen voor extra warmte en bedekking. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • heeft het multiple-choice tentamen (5e les) van tien vragen met een voldoende resultaat afgerond;
• heeft de diverse praktijkopdrachten tijdens de lessen in voldoende mate uitgevoerd; • behaalt een voldoende beoordeling voor het take-home tentamen (schrijfopdracht); De schrijfopdracht dient in lettertype Arial, lettergrootte 11, uitgeprint aangeleverd te worden aan de docent en mag niet per email verzonden worden. Eén week voor het verstrijken van de laatste les dient de student een persoonlijke schrijfopdracht ingeleverd te hebben. Voor deze opdracht maakt de cursist een persoonlijke chakra-analyse aan de hand van een vragenlijst. De cursist kiest aan de hand van de uitkomsten van deze vragenlijst zelf een chakra en werkt deze uit conform het aan deze reader gekoppelde formulier ‘chakra thema’s’. De test en het themaformulier bevinden zich in de bijlagen van de cursusmap. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
59
Hoofdstuk 8 | Facultatieve modules
60
8.3
Manuele lymfe drainage (MLD) In deze module wordt de massagemethode Manuele Lymfedrainage (MLD) volgens Dr. Vodder onderwezen. Aan de orde komen zowel de theoretische aspecten als de praktijk van de uitvoering van de massagetechniek. Manuele lymfedrainage bestaat uit zachte, subtiele technieken, waarbij het (in)voelend vermogen van de masseur een belangrijke rol speelt. Ook dit aspect krijgt in de cursus de nodige aandacht. Doelstelling Na het volgen van deze module heeft de cursist kennis van en praktische vaardigheid in de volgende aspecten van MLD: Theorie:
• geschiedenis van de MLD, ontwikkeling in Duitsland en Oostenrijk; • ontwikkeling van de MLD in Nederland; • anatomie van het lymfestelsel en fysiologie van het lymfestelsel: • circulatie; • eiwittentransport; • initiele lymfevaten, pre-collectoren en collectoren; • rote lymfevaten, o.a. ductus thoracicus; • waterscheidingen; • lymfangion; • lymfeknoop; • lymfe; • verschillen tussen bloedsomloop en lymfestelsel; • invloeden van MLD; • factoren die de lymfecirculatie beïnvloeden; • oorzaken van het ontstaan van oedeem; • verschillende typen oedeem en behandelingsmogelijkheden met MLD; • indicaties voor MLD binnen massage en sporttherapie; • contra-indicaties voor MLD binnen massage en sporttherapie; • richtlijnen voor de uitvoering van MLD; • techniekgrepen van MLD; Praktijk:
• beoordeling van de klacht en het probleemgebied in relatie tot MLD (anamnese) ; • opstellen van een behandelplan; • het kunnen geven van de juiste informatie aan de cliënt betreffende de te verwachten reacties tijdens en na de behandeling;
• het correct kunnen uitvoeren van de diverse techniekgrepen van de MLD in de juiste volgorde op de volgende delen van het lichaam:
• hals (korte uitvoering); Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
• • • • • •
arm; been; rug thoracaal; rug lumbaal; buik (centrale drainagegreep); opbouw van een MLD-behandeling.
Werkwijze Deze module is zowel theoretisch als praktisch van aard. Het accent ligt op het aanleren van de verschillende techniekgrepen. De module bestaat uit 10 dagdelen van 4 uur. Iedere les begint met een theoretische inleiding en de behandeling van praktijkvragen. Daarna oefenen de cursisten de MLD technieken op elkaar. Van de cursisten wordt verwacht dat zij na iedere lesbijeenkomst het geleerde thuis oefenen (op gezonde modellen!). Alleen op die manier kunnen zij de techniek van de MLD in de vingers krijgen. Een instructievideo/DVD kan bij de docent worden aangeschaft. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • voert tijdens de tweede helft van de cursus de verschillende techniekgrepen uit op de docent;
• behaalt een voldoende beoordeling voor de schrijfopdracht. De cursist maakt een take-home casus. Deze ontvangt hij/zij in de loop van de cursus en dient hij/zij uiterlijk op de negende lesdag in te leveren. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
61
Hoofdstuk 8 | Facultatieve modules
62
8.4
Voetreflexmassage De module voetreflexologie is een facultatieve module in de opleiding tot massagetherapeut. Ook kan de module vrij van de opleiding worden gevolgd. Wel is van belang dat men enige kennis heeft van de anatomie en fysiologie van de mens. Het is vooral een praktische cursus. De cursus bestaat uit 10 bijeenkomsten van 3 uur. Voetreflexologie is een oude geneeswijze die al voor de jaartelling bekend was bij de Egyptenaren en de Chinezen. Dr. Fitzgerald heeft het sinds begin 1900 verder ontwikkeld en het naar de Westerse wereld gebracht. Door het bewerken van (reflex)punten op de voet, die in contact staan met organen en orgaansystemen, wordt het zelfgenezend vermogen van het lichaam gestimuleerd. In deze module leert men de probleemzones te diagnosticeren en interpreteren, de elementaire reflexpunten te voelen en hoe deze te activeren of sederen. Hiervoor worden verschillende behandelingstechnieken toegepast, die allen in de les worden geoefend. Ook wordt besproken hoe men een voetreflexzonebehandeling kan combineren met de andere massagetechnieken van de opleiding tot massagetherapeut. Iedere cursist ervaart dus zelf het ontvangen en het geven van een reflexzonebehandeling. Tijdens de cursus wordt ook stilgestaan bij de intentie waarmee een behandeling wordt gegeven, omdat deze van grote invloed is op het verloop van de behandelingen. Doelstelling De doelstelling van deze module is dat de cursist na afloop van de cursus in staat is een volledige voetreflexzonebehandeling te geven. En daarbij aandacht heeft voor de volgende punten:
• • • • • • •
de intentie van de therapeut; een duidelijke uitleg over gevoelige reflexpunten aan de cliënt; het juist interpreteren van de reflexzones; het juist integreren van reflexzones in de massage; de gevolgen van een behandeling voor de cliënt; de contra-indicaties; het toepassen van ontspanningsgrepen, indien nodig, voor een gunstiger verloop van de behandeling.
Werkwijze De cursus bestaat uit een theoretisch deel over voetdiagnostiek en de betekenis van teen- en voetvormen. Het grootste gedeelte bestaat uit het praktisch oefenen op elkaar. De aandacht ligt op het goed toepassen van de verschillende technieken. Ook ervaar je zelf wat het effect is van de behandeling. Dit zal voor ieder verschillend zijn. Er wordt veel gewisseld om veel ervaring met verschillende voeten te krijgen. Verder wordt geadviseerd om de in de les behandelde stof, thuis nogmaals te oefenen, zodat men in de volgende les door kan gaan. Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
Tijdens de les wordt ook aandacht besteed aan de houding van de cursist, zowel letterlijk als figuurlijk, om de behandeling tot een plezierige ervaring te maken. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • heeft de diverse praktijkopdrachten tijdens de lessen in voldoende mate uitgevoerd; • behaalt een voldoende beoordeling voor het take-home tentamen. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
63
Hoofdstuk 8 | Facultatieve modules
64
8.5
Oefentherapie Deze module is een verplicht onderdeel van de opleiding tot sporttherapeut en een facultatief onderdeel van de opleiding tot massagetherapeut, maar is ook als op zichzelf staande cursus te volgen. De basis van deze module ligt in het feit, dat oefenen en bewegen een flink aantal positieve effecten heeft op het functioneren van de mens in het algemeen en op het herstel na aandoeningen van het bewegingsapparaat in het bijzonder. Bewegen ontspant, mobiliseert, verbetert de verschillende aspecten van de spierfunctie, verbetert de doorbloeding van tal van structuren, smeert de gewrichten, herstelt het contact met het lichaam, etc. Oefentherapie is zeer goed te combineren met de andere therapeutische interventies en biedt de massage- en sporttherapeut bovendien de mogelijkheid om huiswerk mee te geven aan de patiënt. Kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van het bewegingsapparaat is gewenst. Om tot een goede en verantwoorde behandeling te komen middels oefentherapie wordt de cursist kennis aangereikt omtrent het belasting-belastbaarheidsmodel, het vegetatieve functioneren van de patiënt en de begrippen mobiliteit en spierfunctie. Daarbij worden de benodigde onderzoekstechnieken besproken en aangeleerd, zodat met behulp van het aangeboden kennismateriaal het gezondheidsprobleem van de patiënt kan worden geanalyseerd en daarna beslist kan worden welke stappen er oefentherapeutisch genomen moeten worden in een verantwoorde behandeling. Doelstellingen Na afloop van de cursus is de cursist in staat, om voor elke denkbare aandoening van het bewegingsapparaat, te beslissen of oefentherapie geïndiceerd is en afhankelijk van deze beslissing, een behandelplan op te stellen. Daarbij gebruik makend van kennis, omtrent:
• • • • • • • • • • • • •
het belasting-belastbaarheidsmodel; het vegetatieve functioneren van de patiënt; het begrip gewrichtsmobiliteit; het begrip functionele mobiliteit; het begrip articulaire bewegingsbeperking; de bouw van bindweefsel; het fysiologisch onderhoud van bindweefsel; de herstelfasen van bindweefsel; geleid actieve mobiliserende technieken; actieve mobiliserende technieken; het geven van mobiliserende huiswerkoefeningen; de spierfysiologie; het begrip sarcomeer; Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
langzame en snelle spiervezels; langzame en snelle motor-units; overwegend langzame spieren; overwegend snelle spieren; de musculaire dysbalans; de verschillende aspecten van de spierfunctie; de spierverkorting; het onderzoek van een spier op verkorting; de therapieregels bij het rekken van de musculatuur; contra-indicaties voor het rekken van de musculatuur; de proprioceptie en de propriosensoren; de gevolgen van proprioceptieve stoornissen voor de musculaire stabiliteit; het oriënterende onderzoek van de stabiliteit; therapieregels bij stabiliserende oefentherapie; het geven van stabiliserende huiswerkoefeningen; de therapeutische gevolgen van hypertonie; de therapeutische gevolgen voor bepaalde houdingsafwijkingen; het geven van oefeningen ter verbetering van de snelkracht; het geven van oefeningen ter verbetering van de absolute spierkracht; het geven van snelkracht verbeterende huiswerkoefeningen; het geven van absolute kracht verbeterende huiswerkoefeningen; onderzoek en oefentherapie voor de regio enkel; onderzoek en oefentherapie voor de regio knie; onderzoek en oefentherapie voor de regio heup; onderzoek en oefentherapie voor de regio lumbale wervelkolom; onderzoek en oefentherapie voor de regio cervicale wervelkolom; onderzoek en oefentherapie voor de regio schoudergordel; de begrippen spanning en ontspanning; het kunnen beslissen wanneer ontspanningstherapie is geïndiceerd; ontspanningstherapie kunnen geven middels de methode Jacobson; ontspanningstherapie kunnen geven middels de methode Autogene Training.
Werkwijze Deze module bestaat uit 14 bijeenkomsten van 3 uur. De nadruk ligt op het klassikaal aanleren van zowel theoretische als praktische vaardigheden. De eerste 2 bijeenkomsten zijn totaal gereserveerd ter vorming van de theoretische basiskennis. De rest van de cursus is overwegend praktisch van opzet. De opzet is dusdanig, dat het geleerde vrijwel direct in de praktijk toepasbaar is, hetgeen ook zeer gewenst is. Op deze manier wordt men stap voor stap steeds meer eigen met de lesstof en leveren complexere problemen later minder moeilijkheden op. De cursist wordt geadviseerd om de behandelde lesstof, enkele dagen na de bijeenkomst, nogmaals door te nemen en eventuele vragen de eerstvolgende bijeenkomst te stellen aan de docent of in te brengen in de groep. Dit komt de interactie tussen docent en groep verder ten goede en houdt de sfeer tijdens de bijeenkomsten open en ontspannen.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
65
Hoofdstuk 8 | Facultatieve modules
66
Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van de lessen aanwezig; • behaalt een voldoende beoordeling voor het multiple-choice tentamen, dit wordt binnen de tiende lesbijeenkomst op school gemaakt;
• behaalt een voldoende beoordeling voor het take-home tentamen (casus), dit wordt minimaal de dertiende les persoonlijk bij de desbetreffende docent ingeleverd. Het tentamen dient in lettertype Arial 11, uitgeprint ingeleverd te worden bij de docent. Het mag niet per email verzonden worden. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
8.6
Ademtherapie en ontspanning Ademen gaat toch vanzelf? Gelukkig wel, maar helaas gaat het niet altijd vanzelf goed. Ademen is onlosmakelijk verbonden met ontspanning. Ademstoornissen kunnen tal van lichamelijke- en geestelijke klachten veroorzaken. Ademtherapie is het helpen herstellen van een natuurlijke en ontspannen adembeweging die door het gehele lichaam voelbaar is. Ontspanningstherapie is het bewustworden en leren hanteren van lichamelijke en mentale gespannenheid. Ademtherapie en ontspanning bied je de middelen om, via handgrepen, instructies en massagetechnieken, de spanning te regelen. Dit gebeurt via aandacht, voorstelling, houding, beweging en ademhaling. Daarmee kun je ontdekken of een probleem samenhangt met een verhoogde spanning die eigenlijk onnodig is en uiteindelijk door jezelf verminderd kan worden. Door het eigen maken van enkele instructies nemen de overspanning en stressklachten af, terwijl de stressbestendigheid merkbaar toeneemt. Specifiek aan de technieken die geleerd worden is een dynamische vorm van ontspanning door onder andere het faciliteren van een functionele wervelkolom. De handgrepen en instructies zijn veilig en effectief, juist omdat ze nauw aansluiten bij de dagelijkse bewegingen. Deze module biedt een verbreding en verdieping van het aanbod binnen de massagepraktijk. Werkwijze De module bestaat uit een acht bijeenkomsten van drie uur. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • behaalt een voldoende beoordeling voor de toetsing. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
67
Hoofdstuk 8 | Facultatieve modules
68
8.7
Aromatherapie Aromatherapie is het gecontroleerd en geïnformeerd gebruik maken van etherische oliën om het algemeen welzijn en de gezondheid van een persoon te behouden en/of te verbeteren. Het is een holistische therapie, dit betekent dat ze uitgaat van de totale mens, zowel lichaam als geest. Bij aromatherapie worden de etherische oliën, ook wel essentiële oliën genoemd, voornamelijk uitwendig toegepast. Via de huid komen bestanddelen van de oliën in het lichaam terecht, waardoor ze zo hun invloed uitoefenen op de inwendige mens. In deze cursus aromatherapie leert u allereerst de etherische oliën kennen, de chemische samenstelling, de wijze van vervaardigen en de geneeskrachtige werking. Ook de basisoliën komen aan bod om vervolgens praktisch met de aromatherapie aan de slag te gaan. Gedurende de praktijklessen leert u onder andere het maken van crèmes, badzout, pakkingen, kompressen, massageolie etc. Tijdens deze opleiding maakt u kennis met alle gangbare behandeltechnieken uit de aromatherapie. Werkwijze De module bestaat uit een acht bijeenkomsten van drie uur. Toetsing De cursist heeft deze module met goed gevolg afgelegd en ontvangt na afloop een certificaat als hij/zij aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan. De cursist:
• is minimaal 80% van het aantal cursus uren aanwezig; • behaalt een voldoende beoordeling voor de toetsing. Zie ook: tentamenreglement.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Facultatieve modules | Hoofdstuk 8
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
69
71
Hoofdstuk 9
In dit hoofdstuk: Vergoeding door verzekeraars
BATC-erkenning 9.1
Uw behandelingen vergoed door de zorgverzekeraars
Alle bij IVS Opleidingen afgestudeerde massagetherapeuten, in het bezit van het diploma medische kennis HBO-niveau, kunnen zich, mits zij ook lid zijn van de brancheorganisatie BMS aansluiten bij de BATC, www.batc.nl. Door de BATC erkenning van onze massagetherapeuten kunnen patiënten voortaan een factuur bij hun zorgverzekeraar indienen. De massagetherapeuten mogen, na acceptatie, ook de titel dragen van HBO zorgverlener.
9.2
Het belang van BATC erkenning voor massagetherapeuten
Afgestudeerde massagetherapeuten en massagetherapeuten in opleiding kunnen zich (via de brancheorganisatie BMS) aansluiten bij de Beroepen en Belangen Associatie voor Natuurgerichte Therapeuten en Consumenten (BATC) en zich na acceptatie ‘HBO zorgverlener’ noemen. Hiervoor is het noodzakelijk dat ook het diploma HBO medische kennis en het certificaat voeding (BATC geaccrediteerd) wordt behaald. Hierdoor kunnen, zich daarvoor verzekerde patiënten, uitgeschreven facturen bij de zorgverzekeraar declareren. Voor reeds afgestudeerde massagetherapeuten en massagetherapeuten i/o is er een dispensatie regeling van 2 jaar na aanmelding. De opleidingen HBO medische kennis en voeding kunnen parallel gevolgd worden aan de opleiding tot massagetherapeut.
9.3
Medische kennis HBO-niveau
Om verantwoord te kunnen werken in de medische, paramedische of complementaire gezondheidszorg is kennis van groot belang. Inzicht in de fysiologie van het menselijke lichaam gekoppeld aan pathologie vergroot de professionaliteit van de hulpverlener. Deze module behandelt naast de algemene ziekteleer alle grote orgaansystemen van het menselijke lichaam en de bijbehorende specifieke pathologie. Symptomen, oorzaken en behandelvormen als algemeen gebruikt en gesteld binnen de reguliere gezondheidszorg komen aan bod. Daarnaast wordt ook ingegaan op de invloed van bijvoorbeeld voeding, psyche en sociale omstandigheden in relatie tot ziekte en gezondheid vanuit een breder perspectief. De opleiding wordt getoetst door de ESPO (Examen Stichting Perimedische Opleidingen) in de maand mei. Het examen bestaat uit 50 meerkeuzevragen.
Medische kennis HBO-niveau RING-Register
Hoofdstuk 9 | BATC-erkenning
72
Vooropleiding Om de cursus te kunnen volgen is kennis nodig van anatomie en fysiologie op MBO+ niveau. Deze kennis wordt opgedaan middels de opleiding sportmassage. Deze opleiding is ook nodig om in te kunnen stromen in de trajecten sporttherapeut en massagetherapeut. De opleiding sportmassage omvat ongeveer 90 contacturen en zo’n 150 studiebelastingsuren. De examens worden afgenomen door de ESPO (Examenstichting Perimedische Opleidingen) en vinden plaats in de maanden januari (anatomie) en april (fysiologie). Als aan de bovenstaande eis is voldaan (of aan een gelijkwaardige eis) is het mogelijk om de opleiding medische kennis HBO-niveau te volgen. Deze opleiding omvat 90 contacturen en ongeveer 220 studiebelastingsuren.
9.4
Voeding (BATC geaccrediteerd)
Voeding heeft veel invloed op onze gezondheid. De cel als kleinste levende eenheid van het lichaam is voor zijn stofwisselingsprocessen volledig afhankelijk van wat jij als eigenaar van die cel, qua voeding, in je mond stopt. Verbrandings-, bouw- en herstelprocessen kunnen fysiologisch gezien niet zonder de daarvoor noodzakelijke voedingsstoffen. Pathologisch gezien kunnen overgewicht, allergieën, vermoeidheid en talloze vage klachten veroorzaakt worden, maar ook verholpen worden door voeding. Niet alleen fysieke processen worden oorzakelijk en therapeutisch beïnvloed door voeding, ook mentale en emotionele processen worden er wederkerig door beïnvloed. Om inzicht te krijgen in de effecten van voeding zul je je de basiskennis van de voedingsleer eigen moeten maken. Hieronder vallen onder andere de volgende onderwerpen: Het spijsverteringskanaal en het spijsverteringsproces (zowel anatomisch, fysiologisch als pathologisch), de diverse voedingsstoffen, vitamines en mineralen, verschillende diëten en voedselcombinaties. Tijdens deze cursus komen de volgende vragen aan bod: Wat is de invloed van onze darmen op het immuunsysteem en wat heeft het te maken met eczeem? Bevat onze huidige voeding nog voldoende vitamines en mineralen? Hebben voedingssupplementen zin? Welke voedingssupplementen zijn geschikt en wat is een redelijke prijs? Hoe denken ze in andere geneeskundige tradities over voeding? Allerlei vragen die niet zomaar te beantwoorden zijn met een avondje google. Met deze cursus leer je met een objectieve blik naar voeding en voedingssupplementen te kijken. Daarnaast zul je thuis door middel van opdrachten aan de slag gaan met de informatie die je tijdens de cursus krijgt aangereikt.
Studiehandleiding ESPO massagetherapie
73
Hoofdstuk 10
In dit hoofdstuk: Tentamenreglement
Tentamenreglement Alle tentamens en examens van IVS opleidingen voor wat betreft de massage- en sporttherapie staan onder auspiciën van de ESPO, de examen stichting perimedische opleidingen (www.espo-examens.nl) . Het uitgangspunt is om minimaal drie toetsingsmomenten per module te houden. Een uitzondering kan hieruit bestaan dat de vorm of inhoud van de module dit niet toelaat. De volgende toetsvormen worden gebruikt:
• Schrijfopdracht, meestal gekoppeld aan een persoonlijk leerdoel of persoonlijke ervaringen opgedaan tijdens de module.
• Praktijktoetsing; de docent toetst praktische vaardigheden als geleerd binnen de module
• Een multiple-choice tentamen. • Open vragen; meestal in de vorm van een take-home tentamen. • Casus opdracht; in de vorm van een take-home tentamen. De regel is dat per module alle opdrachten als voldoende gemaakt dienen te worden en beoordeeld te zijn. Het inleveren na de van te voren afgesproken sluitingsdatum van een opdracht of take-home tentamen wordt ook als een onvoldoende beoordeeld. Na een onvoldoende heeft de student 1x een herkansing. Wordt deze ook als onvoldoende beoordeeld dan dient de module als geheel overgedaan te worden. De student kan bezwaar aantekenen tegen een onvoldoende beoordeling. Dit dient binnen 14 dagen na afloop van de laatste lesdag van de module per aangetekende post te gebeuren. Uw bezwaar wordt dan beoordeeld door een commissie van beroep, hierbij is sprake van hoor en wederhoor. De commissie is aangesteld door de ESPO. Het adres van de ESPO is: ESPO Postbus 4182 2980 GD Ridderkerk Email:
[email protected]
75
Hoofdstuk 11
In dit hoofdstuk: Afstuderen
Afstuderen Het afstuderen voor het diploma ESPO massagetherapie gaat in de vorm van een afstudeergesprek/verdediging tegenover een commissie van docenten. De afstudeermomenten zijn juni en oktober van ieder kalenderjaar. De exacte data zijn, te zijner tijd, bekend bij de administratie van IVS opleidingen of te vinden op de website van de ESPO. Indien u alle afzonderlijke, benodigde modules van de massagetherapie of de dagopleiding massagetherapie met goed gevolg heeft afgesloten en van plan bent af te studeren als massagetherapeut kiest u een gespreksonderwerp waar u zich later, tijdens het afstudeergesprek, in gaat verdedigen. Vanaf het moment van de onderwerpkeuze gaat u zich geheel zelfstandig (zonder structurele begeleiding) verdiepen in dit onderwerp. U verzamelt relevante informatie en brengt de verzamelde kennis, voor u zelf, bij elkaar. Ook het doen van aanvullend, zelfstandig onderzoek is mogelijk. Na verloop van enige (verdiepings)tijd poneert u een stelling. Er hoeft dus geen scriptie geschreven te worden, maar het mag wel. Vanzelfsprekend is (incidenteel) overleg met de docenten mogelijk en toegestaan. Ook kan gediscussieerd worden met medestudenten. De door u geponeerde stelling kunt u onderbouwen vanuit de (wetenschappelijke) literatuur en/of door uw zelfstandig uitgevoerde onderzoek. Uiterlijk 2 maanden voor het door u gewenste examenmoment vraagt u het afstudeergesprek aan bij de ESPO door het invullen van het ESPO examenformulier voor massage- of sporttherapie (hieraan zijn examenkosten verbonden). Dit formulier is af te halen of op te vragen bij de administratie van IVS opleidingen of te vinden op de website van de ESPO. Op dit formulier maakt u uw onderwerpkeuze reeds bekend. Uiterlijk 1 maand voor de datum van afstuderen levert u een volledig ingevuld afstudeerformulier in bij de administratie van IVS opleidingen. Ook dit formulier is te verkrijgen bij de bovengenoemde administratie of eerdergenoemde website. Dit door u ingevulde afstudeerformulier bevat informatie voor de commissie van docenten die het afstudeergesprek met u voeren. De inhoud wordt tevens meegenomen in de eindbeoordeling.
Hoofdstuk 11 | Afstuderen
76
Aan de hand van het door u ingeleverde afstudeerformulier gaat u het afstudeergesprek in en dient u de door u geponeerde stelling te verdedigen. Uiteraard komen daarbij alle (relevante) inhoudelijke zaken met betrekking tot uw stelling en uw onderwerp aan de orde. Dit afstudeergesprek wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende. Bij een voldoende beoordeling bent u geslaagd en heeft u recht op uw diploma ESPO massagetherapie. Bij een onvoldoende beoordeling dient u een herkansing voor het afstuderen aan te vragen bij de ESPO door zich opnieuw in te schrijven via het ESPO- examenformulier voor massage- of sporttherapie. Samenvatting:
• U heeft de benodigde modules van de opleiding massagetherapie of de dagopleiding succesvol afgesloten;
• • • •
U wilt afstuderen; Er hoeft géén scriptie geschreven te worden, maar het mag wel; U kiest zelf een onderwerp voor uw afstudeergesprek; Uw onderwerp heeft een relatie of blijkt een relatie te hebben met uw opleidingsrichting (massagetherapie);
• U verzamelt zelfstandig literatuur en doet kennis op met betrekking tot uw onderwerp; • U poneert voor uzelf een stelling; • U kunt deze stelling onderbouwen vanuit de (wetenschappelijke) literatuur en/of via een zelfstandig uitgevoerd onderzoek.
• Uiterlijk 2 maanden voor het afstuderen vraagt u het afstudeergesprek aan via het ESPO- examenformulier voor massage- of sporttherapie;
• Uiterlijk 1 maand voor de datum van afstuderen levert u een volledig ingevuld afstudeerformulier in bij de administratie van IVS opleidingen;
• U voert uw afstudeergesprek en verdedigt uw stelling; • Bij een voldoende beoordeling bent u geslaagd voor uw diploma ESPO massagetherapie;
• Bij een onvoldoende beoordeling dient u zich, voor het alsnog kunnen verkrijgen van uw diploma, opnieuw in te schrijven via de ESPO. Voor kandidaten die zowel in de richting massagetherapie als sporttherapie willen afstuderen is het NIET mogelijk 1 afstudeergesprek aan te vragen. Gesprekken voor massagetherapie en sporttherapie voor 1 kandidaat vinden dus afzonderlijk plaats. Afstudeergesprekken zijn een, voor de student, individuele, aangelegenheid en kunnen dus NIET samen met een medestudent worden gevoerd. Voorbeeld 1 van een afstudeeronderwerp: ADHD Voorbeeld 1 van een geponeerde stelling: Kinderen met ADHD en massagetherapie; een effectieve combinatie. Voorbeeld 2 van een afstudeeronderwerp: De ICE-regel Voorbeeld 2 van een geponeerde stelling: De ICE-regel is achterhaald en dient niet meer te worden gebruikt door de sporttherapeut. Studiehandleiding ESPO massagetherapie
Afstudeerformulier Naam en voorletters kandidaat: Meisjesnaam (indien van toepassing): Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: Richting: ESPO massagetherapie / ESPO sporttherapie (doorhalen wat niet van toepassing is) Afstudeermoment (maand en jaar):
Onderwerp: Motivatie:
Stelling: Motivatie:
Belangrijkste gebruikte literatuurbronnen:
Beoordelingsformulier afstuderen Naam kandidaat: Datum: Richting: massagetherapie / sporttherapie
Blok 1
Onvoldoende
Matig
Voldoende
Goed
Matig
Voldoende
Goed
Voldoende
Goed
Motivatie van onderwerp Motivatie van probleemstelling Relevantie verzamelde literatuur/artikelen Eigen inbreng Criterium: van blok 1 dienen alle items minimaal als voldoende beoordeeld te zijn. Blok 2
Onvoldoende
Inhoudelijke kennis van onderwerp Inhoudelijke kennis van sport-/massagetherapie Integratie onderwerp met sport-/massagetherapie Eigen mening en discussie Criterium: van blok 2 dienen 3 van de 4 items minimaal als voldoende beoordeeld te zijn. Blok 3
Onvoldoende
Verdediging probleemstelling Verwoording van kennis Criterium: van blok 3 dient beide items minimaal als voldoende beoordeeld te zijn.
Motivatie beoordeling:
Eindbeoordeling:
Matig
79
Hoofdstuk 12
In dit hoofdstuk: IVS Opleidingen
Adressen IVS Opleidingen Adres:
Spuiweg 105 t/m 109
3311 GT Dordrecht
Telefoon:
(078) 6144934
(078) 6312839
Fax:
(078) 6130461
E-mail:
[email protected]
Website:
www.ivsopleidingen.nl
Bankrekening: 44.38.88.965 ABN/Amro te Dordrecht
38.54.49.011 Rabobank te Dordrecht
Girorekening: 16.38.943 K.v.K.:
23057084
Examen Stichting Perimedische Opleidingen Adres:
Postbus 4182
2980 GD Ridderkerk
Website:
www.espo-examens.nl
ESPO
Lymfetherapeut
Wellnessmasseur Massagetherapeut
2013
Sportmasseur Sporttherapeut
studiegids
Therapeutische Beroepsopleidingen
A-Z index
IVS Opleidingen IVS Opleidingen is een toonaangevend opleidingsinstituut op het gebied van lichaamsverzorgende en therapeutische beroepsopleidingen. De CREBO opleidingen van IVS Opleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Onderwijs.
Administratie Spuiweg 105-109
Lymfetherapie Massagetherapie Medische kennis HBO-niveau Sportmassage Sporttherapie Wellnessmassage Wellness-specialist
12 10 19 4 14 7 8
Acupressuur van het bewegingsapparaat Anamnestische vaardigheden Aromatherapie Bindweefselmassage Het starten van een praktijk Hotstone massage Medical Taping Concept Mindfulnessmassage PR en marketing Reanimatie/AED met vitale functies Stoelmassage Stressrelease Thaise yoga massage Triggerpoint therapie (inclusief deep tissue massage) Voetreflexmassage Workshops
16 17 19 21 20 20 18 17 20 17 16 22 21 18 22 22
Algemene informatie
27
3311 GT Dordrecht Telefoon: (078) 6144934
(078) 6312839
Telefax:
(078) 6130461
E-mail:
[email protected]
Directie A.M. Scheepbouwer
Bankrelaties Rabobank: NL40 RABO 0385 4490 11 ING Bank: NL91 INGB 0001 6389 43
Kamer van Koophandel IVS Opleidingen is geregistreerd te Dordrecht onder no. 51997223.
Productie Ontwerp: Romec Designs E-mail:
[email protected]
Druk:
Printshop Sliedrecht
E-mail:
[email protected]
Voorwoord IVS Opleidingen leidt al vele jaren enthousiaste studenten op in een breed scala aan lichaamsverzorgende en therapeutische beroepsopleidingen.
Het is ons daarbij opgevallen, dat onze studenten grofweg in drie groepen kunnen worden ingedeeld. Een eerste groep legt tijdens de studie de nadruk op het sportverzorgingsgedeelte. Bij een tweede groep gaat de interesse voornamelijk uit naar het massagegedeelte. Tot slot is er een groep waarbij de nadruk ligt op de uiterlijke verzorging. Door het ontwikkelen van verschillende opleidingstrajecten wordt getracht in deze behoeftes te voorzien.
In deze studiegids vindt u het programma zoals wij dit momenteel voor onze therapeutische beroepen aanbieden. Heeft u na het lezen nog vragen dan zijn wij uiteraard graag bereid deze voor u te beantwoorden. U kunt hiervoor bellen met onze administratie die van maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren te bereiken is.
BEROEPSOPLEIDING
Sportmassage
s!
fle e o r p s rati
G
r meer
Kijk voo
De uitzonderlijke prestaties die van de tegenwoordige sporter
tie op infoma
ebsite
onze w
of deze zo min mogelijk te doen voelen.
Opleiding
Deze definitie is samen te vatten in drie
Sportmassage is een praktische studie,
karakteristieke woorden: voorbereiden,
waar echter ook de nodige theoretische
voorkomen en herstellen.
kennis bij komt kijken. De opleiding
geëist worden vragen om een
bestaat uit ongeveer 100 contacturen. De benaming sportmassage zou de
goed begeleidend team, een team waarin de sportmasseur, als specialist op het gebied van massage, blessurepreven-
indruk kunnen wekken dat alleen spor-
Tijdens de theorielessen komen
ters gemasseerd mogen worden. Dit
anatomie en fysiologie in relatie tot
is echter niet juist. De bezitter van het
het bewegingsapparaat aan de orde.
diploma sportmassage mag iedereen
Praktisch leert de student massage-
masseren die gezond is. Een mas-
technieken gericht op alle sportdiscipli-
sage met een therapeutisch doel mag
nes en sportverzorging, inclusief tapen,
uitsluitend door een fysiotherapeut,
bandageren en EHBSO.
sporttherapeut of massagetherapeut
tie en blessureverzorging, een
uitgeoefend worden.
eigen plaats heeft.
Mogelijkheden
kort tijdsbestek te volgen is. Om teleur-
De opleiding tot sportmasseur is een heel leuke opleiding, die in een redelijk
Niet alleen in een eigen praktijk maar
stelling te voorkomen is het goed om
Onder sportmassage wordt een
ook binnen een sportvereniging heeft
te weten, dat het geen eenvoudige op-
complex van handgrepen verstaan
de sportmasseur een eigen plaats
leiding is. Om het vernieuwde diploma
die met de blote hand op de onbe-
verworven. Zowel het behandelen van
sportmassage te kunnen behalen, is het
dekte huid van de passieve, gezonde
individuele cliënten als het functioneren
nodig om dagelijks met de stof bezig
mens worden toegepast. Het doel van
in een (para)medisch team behoort tot
te zijn. De totale studiebelasting wordt
een sportmassage is de lichamelijke
de vele mogelijkheden van de moderne
door ons geschat op ongeveer 200 uur.
conditie te bestendigen, te verbeteren
sportmasseur. Ook samenwerken met
en/of de eventuele nadelige gevolgen
een fysiotherapeut of chiropractor komt
De opleiding is ook te volgen zonder
van het sporten of werk weg te nemen
steeds vaker voor.
het verzorgingsgedeelte. In dat geval
wordt deze afgesloten met een aange-
Duur
past examen/diploma (massage). Meer
De opleiding duurt 1 lesjaar, start in
informatie over deze optie kan worden
september en eindigt in de maand juni.
Studenten en oud-studenten
opgevraagd bij de administratie van
De roosters worden aangepast aan
kunnen lid worden van de Be-
ons instituut.
regionale vakanties en feestdagen.
BMS langenvereniging voor Beroeps-
Voor de meeste leslocaties is er één
beoefenaars in de Massage- en
Docenten
lesavond per week en zal er wisselend
Sportverzorgingsbranche (BMS).
IVS opleidingen verzorgt al zo’n 30 jaar
theorie- en praktijkles gegeven worden.
Deze vereniging heeft als hoofd-
de erkende opleiding sportmassage.
Tijdens de praktijklessen wordt er ge-
doel de belan-
De opleiding wordt gegeven
mengd geoefend, zodat de student zo
genbehartiging
door fysiotherapeuten, docen-
adequaat mogelijk op het examen en
van haar aan-
ten lichamelijke opvoeding,
de praktijk wordt voorbereid.
gesloten leden.
massage- en sporttherapeu-
Daarnaast heeft
ten en ervaren mensen uit het werkveld. Alle docenten zijn
de vereniging zich
Huiswerkbegeleiding en oefengroepen
het op peil houden en verbeteren
uiteraard ook zelf sportmasseur en
Op het instituut worden er huiswerk-
van de kwaliteit van de masseur/
tevens getraind als examinator.
begeleidingsuren en oefenochtenden georganiseerd, waar
sportverzorger als doel gesteld en oefent zij invloed uit op het
U zult begrijpen dat deze mensen nauw
iedere student ge-
landelijk beleid met betrekking tot
bij sport en sportverzorging betrokken
bruik van kan maken.
de (sport)gezondheid en de maat-
zijn, aan hen is de taak gesteld, om u
Daarnaast ontvangt de
schappelijke erkenning van het
deskundig op te leiden.
student bij aanvang van de opleiding een lijst
beroep. De BMS geeft een blad uit, organiseert
met contactgegevens
activiteiten
van deelnemers, zodat
en zorgt voor
oefen-/studiegroepjes
interessante
geformeerd kunnen
kortingen.
worden.
Iedere nieuwe stu-
Diploma
dent sport-
Om aan het examen
massage is
te mogen deel-
automatisch
nemen, dient de
gratis lid van september tot januari
student minimaal
van het jaar waarin de opleiding
16 jaar oud te
gevolgd wordt. Daarna is de con-
zijn en een geldig
tributie E 49,95 per kalenderjaar.
De cursusmap
certificaat reanimatie/AED met vitale
De BMS maakt ook onderdeel uit
Vooropleiding
functies te bezitten. De
van de Federatie Belangenver-
De opleiding sportmassage vraagt om
theorie-examens toetsen
enigingen Massage en Sportver-
een goed doorzettingsvermogen. Het
de kennis van anatomie,
zorging (FBMS). Deze federatie
is bovendien belangrijk, dat er iedere
fysiologie, massage en
overkoepelt vrijwel alle belangen-
week buiten de lestijd nog een aantal
verzorging. Het praktijk-
verenigingen in Nederland. Voor
uren vrij gemaakt kunnen worden voor
examen bestaat uit twee
BMS-leden houdt dit o.a. een
het bestuderen van de theorie en het
onderdelen: massage en sportverzorging.
collectieve aansprakelijkheidsver
oefenen van de praktijk. Uiteraard
zekering voor bedrijven en een
verschilt dit per individu en spelen
ongevallenverzekering in.
motivatie en vooropleiding hierbij een
Alle examens worden
belangrijke rol. Een specifieke voorop-
op een centrale locatie
leiding is niet vereist.
afgenomen.
Website: bms-belangenvereniging.nl
Reanimatie/AED met vitale functies IVS Opleidingen biedt op locatie mogelijkheden om dit certificaat te behalen. De extra kosten die hier aan verbonden zijn, worden jaarlijks door instructeurs van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) vastgesteld
Lemmer
en worden tezamen met de data aan het begin van
De Hege Fonnen Betelgeuze 2
de opleiding bekend gemaakt. Data en inschrijvingsmogelijkheden zijn te vinden op onze website.
Zwolle
Leermiddelen
Hogeschool Windesheim Campus 2-6
Voor deze opleiding is de aanschaf van het Cursusmap Sportmassage verplicht. Dit is een eigen uitgave en bevat
Apeldoorn
de lesstof voor de vakken anatomie,
Wijkcentrum Dok Zuid 1e Wormenseweg 494
fysiologie, massage en sportverzorging. De kosten hiervan worden tegelijk met
Nijmegen
het cursusgeld geïncasseerd. Voordat de student aan de opleiding begint,
Instituut Penso Van Trieststraat 1d
Dordrecht
ontvangt deze een bestelformulier
Den Bosch
IVS Opleidingen Spuiweg 105
waarop alle boeken en materialen, nodig voor de opleiding, geheel of
Tilburg
Roosendaal
gedeeltelijk kunnen worden besteld.
Maaspoort (Sport en Events) Marathonloop 3
Elso Care Kraaivenstraat 21-01
Sporthal ‘In de Roos‘ Commandobaan 6
Eindhoven
Indoor Sportcentrum Theo Koomenlaan 1
Studenten zijn vrij om materialen elders aan te schaffen. Er wordt wel verwacht, dat alle voorgeschreven
Verdien tot E 100,00 korting* op uw inschrijving!
boeken en materialen bij aanvang van de eerste les in het bezit van de
Wanneer u zich tijdig inschrijft voor een van onze beroepsopleidingen belonen wij u met een aantrekkelijke korting op de onderwijsbijdrage!
Inschrijftermijn
student zijn.
Korting
Tot 4 maanden voor aanvang
E 100,00
Het dragen van hygiëni-
Tot 3 maanden voor aanvang
E 75,00
sche kleding met korte
Tot 2 maanden voor aanvang
E 50,00
mouwen is verplicht.
Tot 1 maand voor aanvang
E 25,00
Examinering Voor de examinering van de op-
Er kan pas praktijkexamen worden
leiding sportmassage werkt ons
gedaan nadat de student voor alle
instituut werkt samen met de Examen
theorie-examens is geslaagd. Bij het
Stichting Perimedische Opleidingen
niet slagen voor de theorie wordt een
(ESPO).
gedeelte van het examengeld gereserveerd voor het later af te leggen
De examenkosten liggen voor een
praktijkexamen.
compleet examen rond de E 145,00. Voor dit bedrag kunnen onbeperkt
De student ontvangt het diploma na-
theorie-examens worden geoefend op
dat deze voor alle examenonderdelen
www.espo-examens.nl.
is geslaagd.
* Bovenop eventuele andere kortingen.
Wellnessmassage
s!
fle e o r p s rati
G
r meer
Kijk voo
De opleiding wellnessmassage onderscheidt zich van een reguliere (sport)massageopleiding door haar gespecialiseerde karakter. Zo bevinden de ontspanning en het welbe-
tie op infoma
ebsite
onze w
Massage is al zo oud als de mensheid
tyfarms, maar ook op cruiseschepen
en is voortgekomen uit de instinctma-
zijn er steeds vaker wellnessmasseurs
tige behoefte om bij ongemakken te
aanwezig om gasten te verwennen en
wrijven op het lichaam. De kunst van
te verzorgen. De tijdens deze oplei-
het masseren is uitgebreid beschre-
ding opgedane kennis kan concreet
ven en een aantal basistechnieken en
worden toegepast bij algemene stress
handgrepen komt steeds weer terug
en spanning, te hoge spierspanning,
in deze literatuur. Wellnessmassage
lokale storingen in de weefseldoor-
maakt veelvuldig gebruik van deze
bloeding, storingen in de lichaamsbe-
handelingen, te weten: effleurages,
leving en aspecifieke pijn of vermoeid-
petrissages, tapotages, schuddingen
heid. De opleiding beslaat 1 lesdag per
en fricties.
week en is inhoudelijk afgestemd op
vinden van de cliënt zich onder
het vervolgtraject massagetherapie.
Welbevinden de doelstellingen van deze opleiding en vormen specialisaties als kruidenstempel-, Lomi Lomi-, hotstonemassage en aromatherapie een belangrijk
Massage is een prettige manier om
Diploma
lichamelijk en geestelijk tot ontspan-
Om voor het diploma in aanmerking
ning te komen en heeft een krachtige
te komen dient de student 3 theorie-
uitwerking op het algemene gevoel
examens en 1 praktijkexamen met een
van welbevinden. Daarnaast bevordert
voldoende resultaat af te sluiten. Deze
massage de gezondheid, doordat tal
examens worden centraal afgenomen
van lichaamsfuncties worden geacti-
en staan onder auspiciën van de Exa-
veerd. Bij spierklachten zoals een stijve
men Stichting Perimedische Opleidin-
nek, pijn tussen de schouderbladen
gen (ESPO).
en onderrugklachten geeft massage
onderdeel van het lesprogramma en het examen.
veelal direct verlichting. Tegenwoordig
Vooropleiding
neemt de wellnessmasseur een be-
Voor deelname aan deze opleiding is
langrijke plaats in bij sauna’s en beau-
geen vooropleiding vereist.
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving! Zie pagina 6.
Speciaal voor iedereen die een opleiding massage, sportmassage, wellness massage of schoonheidsverzorging heeft gevolgd heeft IVS Opleidingen de 1-jarige vervolgopleiding tot wellness-specialist ontwikkeld.
Wellness-specialist
Het accent ligt bij deze opleiding op de integratie van diverse populaire en effectieve massagevormen, om zo te leren masseren met gevoel, met een passende intentie en met een variatie aan handgrepen. Het doel is om de wellness-specialist de praktische handvatten te bieden om cliënten een uitgebreide relaxerende of vitaliserende massagebehandeling te kunnen geven. Tijdens de opleiding komen o.a. de volgende onderdelen aan bod: • Hot- en coldstonemassage • Bamboemassage • Lomi-Lomi massage • Indian headmassage • Voet- en onderbeenmassage • Thaise yogamassage • Stoelmassage • Aromatherapie • Kruidenstempelmassage • Dode Zeezout pakkingen Een wellness-specialist stelt de cliënt
Vooropleiding
Certificaat
met zijn of haar hulpvraag centraal en
Voor deelname aan deze 1-jarige
Tijdens de opleiding wordt er regel-
begeleidt en behandelt deze middels
dagopleiding is een vooropleiding
matig gedecentraliseerd getoetst. De
een op maat gemaakt (holistisch)
(sport)massage, wellnessmassage,
opleiding wordt afgesloten met een
behandelplan.
schoonheidsverzorging of een verge-
certificaat.
lijkbare opleiding vereist. Het in het be-
Opleiding
zit hebben van het betreffende diploma
Erkenningen
De opleiding tot wellness-specialist
is niet noodzakelijk maar dit dient dan
De opleiding tot wellness-specialist
neemt 22 lesdagen in beslag, ver-
wel binnen de looptijd van de opleiding
is erkend door de Examen Stichting
spreid over een periode van 9 maan-
te worden gerealiseerd.
Perimedische Opleidingen (ESPO), de
den. Het merendeel van de lessen is
Belangenvereniging voor Beroepsbe-
praktisch van aard. Daarnaast zullen
oefenaars in de Massage- en Sport-
er regelmatig integratielessen en cliën-
verzorgingsbranche (BMS).
tenochtenden worden ingepland. Gedurende de opleiding zal de student, op integratieve wijze een reeks modules doorlopen. Hiermee wordt de benodigde kennis opgedaan danwel vaardigheden geleerd om op een verantwoorde wijze als wellness-specialist te kunnen werken.
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving! Zie pagina 6.
10 De opleiding tot massagetherapeut is een erkende vervolgopleiding voor sport- en wellnessmasseurs die een variëteit aan cliënten met uiteenlopende lichamelijke klachten willen kunnen behandelen.
s!
fle e o r p s rati
G
r meer
Kijk voo
BEROEPSOPLEIDING
Massagetherapie
tie op infoma
ebsite
onze w
11 Tijdens de vervolgopleiding tot massagetherapeut zal de student zich, door zich een schat aan nieuwe (therapeutische) kennis en vaardigheden eigen te maken, ontwikkelen tot iemand die binnen de grenzen van het beroep geen enkele uitdaging uit de weg zal hoeven gaan. Kenmerkend voor deze opleiding is een holistische visie, waarin de cliënt wordt bezien als een eenheid van lichaam en geest. Krachtige elementen uit de Westerse, Chinese en Indiase medische filosofie worden binnen de opleiding middels een integratief model samengebracht en waar mogelijk in de praktijk bij de cliënt therapeutisch toegepast. Een massagetherapeut stelt de client met zijn of haar hulpvraag centraal en begeleidt en behandelt deze middels een op maat gemaakt (holistisch) therapeutisch behandelplan.
Opleiding De opleiding tot massagetherapeut duurt één lesjaar met één lesdag per week. Gedurende de opleiding zal
• Bindweefselmassage
Diploma
de student, op integratieve wijze een
• Onderzoek en behandeling (patronen
Tijdens de opleiding wordt er regel-
reeks modules doorlopen. Hiermee
en profielen)
matig gedecentraliseerd getoetst.
wordt de benodigde kennis opgedaan
• Manuele lymfe drainage
Deze toetsingsmomenten staan onder
danwel vaardigheden geleerd om op
• Triggerpointtherapie
auspiciën van de Examen Stichting
een verantwoorde wijze als massa-
• Acupressuur
Perimedische Opleidingen (ESPO). De
getherapeut te kunnen werken. Dit
• Anamnestische vaardigheden
opleiding wordt afgesloten met een
relaxerend en vitaliserend, maar zeker
• Integratie en examentraining
praktijkexamen.
ook bij een scala aan gezondheidspro-
• Casuïstiek
Erkenningen
blemen.
Vooropleiding
De opleiding tot massagetherapeut
Tijdens de opleiding komen o.a. de
Voor deelname aan deze opleiding
is erkend door de Examen Stichting
volgende onderdelen aan bod:
is een vooropleiding sportmassage,
Perimedische Opleidingen (ESPO), de
massage, wellnessmassage of een
Belangenvereniging voor Beroepsbeoe-
• Conceptueel kader
hieraan gelijkwaardige opleiding ver-
fenaars in de Massage- en Sportverzor-
• Bindweefsel v/h menselijk lichaam
eist. Het bezitten van een betreffend
gingsbranche (BMS).
• Segmentatie
diploma is niet strikt noodzakelijk,
• Pijn
maar dit dient wel binnen de looptijd
• De invloed van stress op de houding
van de opleiding te worden behaald.
en het bewegingsappparaat. • Onderzoek naar bindweefsel- en orgaanspecifieke veranderingen in de huid, spieren en gewrichten.
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving! Zie pagina 6.
12 Manuele lymfedrainage (MLD) is in Nederland aan een flinke opmars bezig. Ook binnen de massage- en sporttherapie worden MLD-technieken steeds vaker toegepast bij zeer uiteenlopende problemen. De opleiding tot lymfetherapeut is gebaseerd op originele lymfedrainage zoals deze door ‘lymfepionier’ Dr. Emil Vodder is ontwikkeld.
!
es fl e o r p ratis
G
r me
Kijk voo
BEROEPSOPLEIDING
Lymfetherapie
p onze
atie o er infom
website
13 Manuele lymfedrainage (MLD) is een
len van de armen, benen, hals en buik
oedeem, littekens, haematomen en
specifieke massagevorm die op de
(korte uitvoering) en casuïstiek.
bindweefselfibrosen met een speciaal
huid en het direct daaronder liggende
soort tape die door een grote elastici-
bindweefsel wordt uitgevoerd. Met de
Module 2: vervolg
teit beweging/activiteit in het weefsel
zachte, ritmische technieken kunnen
Gedurende de tweede serie lessen
mogelijk maakt en ondersteunt. De re-
sensationele behandeleffecten worden
wordt de reeds opgedane theorieken-
sultaten van lymftaping zijn vaak ver-
behaald bij talloze indicaties.
nis verder uitgebreid. Praktisch komen
bazingwekkend. Zo kan de hersteltijd
de behandeling van de rug, lendenen,
na een (sport)blessure met 1/3 worden
De opleiding bestaat uit 4 modules
nek, borst, buik, hals en gezicht aan
verkort. De manier van tapen luistert
waarin lymfedrainage- en lymftaping-
de orde.
nauw voor wat betreft de uitvoering en
technieken voor het gehele lichaam
verschilt per aandoening.
worden geleerd. Met de opgedane
Indicaties die na het volgen van deze
kennis kan vervolgens een werkzaam
module behandeld kunnen worden
Tijdens de eerste lesdag van deze
behandelplan worden opgesteld voor
omvatten ondermeer:
tweedaagse module komen de vol-
ondermeer (sport)blessures, haematomen, migraine, spier- en gewrichtsklachten, reumatische aandoeningen,
gende onderwerpen aan de orde: • de herstelfase van spier- en peesaandoeningen en (sport)blessures;
• Fases van wondgenezing.
‘restless-legs’, stress en na
• hyperventilatie;
• Lymftaping theorie.
orthopedische operaties.
• PMS-klachten;
• Lymftaping bij littekens.
• whiplashgerelateerde klachten;
• Lymftaping bij bindweefselfibrosevorming.
• migraine/hoofdpijn;
• Lymftaping bij haematomen.
• chronische sinusitis; • fibromyalgie; • huidproblemen zoals eczeem.
Op de tweede lesdag wordt dieper ingegaan op het reeds geleerde en komt
Module 3: speciale technieken
lymftaping bij oedeem ten gevolge van
Module 3 introduceert 50 speciale
(sport)trauma’s en lymftaping na ope-
technieken die vaak met mobilisaties
raties ten gevolge van (sport)blessures
van gewrichten gecombineerd worden.
aan de orde.
Deze techniekgrepen kunnen worden
Vooropleiding
toegepast in de herstelfase:
Voor deelname aan deze opleiding is een vooropleiding sportmassage,
• bij (sport)blessures, zoals enkeldisEen lymfetherapeut is in staat om een effectieve afvoer van vocht en afvalstoffen vanuit de weefsels te
torsies;
massage, wellnessmassage of een hieraan gelijkwaardige opleiding ver-
• bij spier- en peesaandoeningen, zoals RSI/KANS of CTS;
eist. Het bezitten van een betreffend diploma is niet strikt noodzakelijk,
• bij gewrichtsproblemen, zoals ‘frozen
maar dit dient wel binnen de looptijd
pijndempend effect langs reflectoire
shoulder’ of na meniscusproblema-
van de opleiding te worden behaald.
weg te genereren en het immuunsy-
tiek;
bewerkstelligen, een ontspannend en
steem te ondersteunen. Behandelin-
• na orthopedische operaties, zoals
gen in relatie tot kanker vallen buiten
een totale heup-, of knieprothese.
Diploma De 4 modules worden na toetsing afgesloten met een certificaat. De opleiding
de inhoud van deze opleiding.
Module 4: lymftaping
wordt afgesloten met een centraal
Module 1: basis
Lymftaping heeft zijn oorsprong in
ESPO-theorie- en praktijkexamen.
Tijdens de eerste 9 lessen van de op-
Japan. Chiropractor Kenzo Kaze
leiding komt de MLD-theorie volgens
ontwikkelde daar zo‘n 20 jaar geleden
de methode van Dr. Emil Vodder uitge-
een methode van kinesiotaping welke
breid aan de orde en leert de student
is doorontwikkeld tot lymftaping.
de basistechnieken voor het behande-
Onder lymftaping valt het tapen van
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving! Zie pagina 6.
14 Wanneer een sporter geblesseerd raakt, legt deze zijn of haar haperende lichaamsdeel maar al te graag in de handen van de ‘alwetende’ sportverzorger. Het is natuurlijk prachtig dat het vertrouwen in deze persoon tegenwoordig zo groot is, maar de psychologische druk neemt hierbij wel steeds toe. Het is onvermijdelijk dat bij een sportverzorger de vraag gaat opborrelen of hij of zij wel genoeg kennis en vaardigheden bezit om met al deze blessures, en met name het herstel, op een gedegen en verantwoorde wijze om te gaan.
!
s e fl e o r ratis p
G
meer ijk voor
K
BEROEPSOPLEIDING
Sporttherapie
nze
tie op o
infoma
website
15 Het antwoord op de vraag laat zich raden: natuurlijk schiet de therapeutische kennis tekort. Dat kan ook niet anders, de opleiding sportmassage leidt immers niet op voor een therapeutische, maar voor een preventieve rol. Met het bovenstaande, herkenbare fenomeen in gedachten heeft ons instituut de opleiding tot sporttherapeut ontwikkeld. De opleiding is ideaal voor enthousiaste, leergierige sportverzorgers die op zoek zijn naar nieuwe, praktische therapeutische kennis en therapeutische vaardigheden én voor sportverzorgers die gemerkt hebben dat zij, om betere diensten te kunnen verlenen en/of adviezen te kunnen geven, dienen te investeren in zichzelf. Om in sporttermen te blijven: als sporters trainen om betere prestaties neer te zetten, mag een moderne sportverzorger daarbij niet achterblijven. Een sporttherapeut is in staat een blessure effectief te behandelen met diverse hands-on technieken en weet waar zijn of haar grenzen liggen
Tijdens de opleiding komen o.a. de
Vooropleiding
met betrekking tot de behandeling.
volgende onderdelen aan bod:
Voor deelname aan deze opleiding is een vooropleiding sportmassage of
Uiteraard is de sporttherapeut in het bezit van een gedegen kennis m.b.t.
• Conceptueel kader
een gelijkwaardige opleiding vereist.
de anatomie en de (patho)fysiologie
• Bindweefsel v/h menselijk lichaam
Het bezitten van het betreffende di-
van sportblessures, de verschillende
• Herstel na weefselschade
ploma is niet strikt noodzakelijk, maar
ontstaansfactoren en over het fysiolo-
• Gewrichtsleer
dit dient wel binnen de looptijd van de
gische en afwijkende herstel.
• Segmentatie
opleiding te worden behaald.
• Pijn Tot slot hoort ook de verantwoorde begeleiding van geblesseerde sporters, van de behandeltafel tot het sportveld,
• De invloed van stress op de houding en het bewegingsappparaat. • Onderzoek naar bindweefsel- en
Diploma Tijdens de opleiding wordt er regelmatig gedecentraliseerd getoetst.
tot het takenpakket van de de sport-
orgaanspecifieke veranderingen in de
Deze toetsingsmomenten staan onder
therapeut.
huid, spieren en gewrichten.
auspiciën van de Examen Stichting
• Het articulair bewegen van perifere
Opleiding De opleiding tot sporttherapeut duurt één lesjaar met één lesavond per week. Een afgestudeerde sporttherapeut is in staat een voorname rol te
gewrichten en de wervelkolom. • Het driedimensionaal strekken van
Perimedische Opleidingen (ESPO). De opleiding wordt afgesloten met een praktijkexamen.
korte en lange bindweefselplaten. • Onderzoek en behandeling (patronen en profielen)
spelen in het therapeutisch behande-
• Trainingsleer
len en begeleiden van sporters met
• Sport en voeding
‘pijntjes’, overbelastingsblessures en
• Core stability
andere, echte blessures.
• Integratie en examentraining
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving! Zie pagina 6.
16
Acupressuur van het bewegingsapparaat
Stoelmassage Deze, door de ESPO geaccrediteerde, cursus is het logische antwoord op de toenemende vraag vanuit het
Tijdens de opleiding tot massagetherapeut komt
bedrijfsleven met betrekking tot het welzijn van haar
het zenuwstelsel met haar controlerende en regu-
werknemers. Deze manier van masseren heeft zijn spo-
lerende functies regelmatig aan de orde. Tegenover
ren inmiddels verdient als dé behandelmethode op de
deze Westerse benadering van gezondheid en ziekte
werkplek, maar ook tijdens evenementen.
staat de Chinese visie. Ook hier is er sprake van een regelsysteem, welke te benaderen is via het meri-
Een stoelmassage wordt gegeven op een speciaal ontwor-
diaanstelsel en het Yin/Yang principe. Er zijn grote
pen stoel, waardoor de cliënt comfortabel kan zitten en
verschillen tussen beide tradities, maar ook grote
de masseur het beste kan masseren. Er wordt gewerkt op
overeenkomsten.
drukpunten, door de kleding heen. Deze drukpunten zijn punten die kunnen worden gezien als belangrijke plek-
Bij deze cursus wordt gewerkt met de Chinese visie op
ken in/op spieren, triggerpoints én acupressuurpunten. Na
de geneeskunde. Zonder het systeem tot op de bodem
een gedegen theoretische voorbereiding, leert de student
te ontleden worden de belangrijkste aspecten bespro-
volgens een vast basisprotocol te werken en kan deze na
ken, met als doel de aankomende therapeut een aanvul-
afloop een effectieve stoelmassage-behandeling van 15 á
lend behandelmiddel aan te reiken.
20 minuten uitvoeren.
Na afloop zal de student in staat zijn om voor verschil-
Examen
lende regio’s van het bewegingsapparaat een behan-
Om in aanmerking te komen voor ESPO accrediatie en het
delplan op te stellen en een acupressuurbehandeling te
diploma ‘ESPO stoelmasseur’ dient de cursus met een
geven die past bij de krachtige Chinese acupunctuur-
succesvol verlopen praktijkexamen te worden afgesloten.
traditie.
Voordat een student aan dit examen kan deelnemen dient deze eerst 25 ‘oefencliënten’ te hebben behandeld.
Vooropleiding Voor deelname aan deze cursus is een vooropleiding
Vooropleiding
(sport)massage, wellness-massage of gelijkwaardig
Voor deelname aan deze cursus is geen vooropleiding vereist.
vereist.
17
Mindfulnessmassage Als eerste kennismaking met de wondere wereld van massage of als interessant vervolg op de opleidingen sport- of wellnessmassage is de cursus mindfulnessmassage ontwikkeld. Tijdens deze cursus leert de student een breed scala aan nieuwe, leuke én effectieve massagehandgrepen die kunnen worden toegepast op de rug, de schouders, de nek, het hoofd, de buik en de extremiteiten. Tijdens deze cursus wordt de student geleerd mogelijk eerder opgedane vaste massagepatronen beetje bij beetje los te laten en de vele nieuwe handgrepen in een handige opbouw met veel vrijheid en gevoel uit te voeren. Daarbij wordt de massage in een ‘mindfulnessjasje’ gestoken. Door ‘mindful’, met volledig bewustzijn en intentie te masseren kan een toestand van mindfulness bij de cliënt tot stand worden gebracht. Het met volle teugen genieten van een massagebehandeling gaat vanzelfsprekend het beste wanneer een cliënt dit met aandacht en zonder oordelen on-
Vooropleiding
dergaat. ‘Mindlessness’, het geen aandacht hebben voor wat
Voor deelname aan deze cursus is geen vooropleiding
er tijdens de massage gebeurt, wordt hiermee voorkomen en
vereist. Enige kennis en vaardigheden met betrekking tot
zo worden er betere effecten bereikt.
massagehandgrepen wordt echter aanbevolen.
Anamnestische vaardigheden
Reanimatie/AED met vitale functies
De anamnese is te bezien als een intakegesprek waarbij
De cursus Reanimatie/AED met vitale functies volgt de
de therapievraag en de ziektegeschiedenis van een
exameneisen en leerstofomschrijving van de Nederlandse
cliënt naar voren komen.
Reanimatie Raad (NNR) en wordt in een verkorte versie, gedurende 1 lesdag, door NRR-gecertificeerde instructeurs
Goede gespreksvaardigheden dragen bij aan het creëren
verzorgd.
van een vertrouwelijke sfeer tijdens de anamnese. Daarnaast komt ook het geven van uitleg en informatie aan de cliënt aan de orde. Dit alles gerelateerd aan het denkmodel binnen de massage- en sporttherapie.
Vooropleiding Voor deelname aan deze cursus is een vooropleiding (sport)massage, wellnessmassage of een gelijkwaardige
Vooropleiding
opleiding vereist.
Voor deelname aan deze cursus is geen vooropleiding vereist.
18
Medical Taping Concept Medical taping wint steeds meer terrein binnen de
Triggerpoint therapie, incl. deep tissue massage
sportverzorging. Door middel van specifieke tapetechnieken met elastische tape wordt het lichaamsei-
Tijdens het onderzoek en de behandeling van aspecifieke
gen herstelvermogen bij blessures en andersoortige
pijnproblemen krijgt het spierweefsel veel aandacht waar
klachten ondersteund. Tijdens deze cursus maakt de
het om de tonus gaat. De aanwezigheid van zogenaamde
student kennis met (de mogelijkheden van) deze suc-
myofasciale triggerpoints, specifieke pijnpunten in de
cesvolle tapemethode, met tape die in diverse kleuren
verschillende spieren, is echter ook een mogelijkheid
op de markt wordt gebracht.
om pijn en functiestoornissen te verklaren. Deze triggerpoints kunnen zorgen voor pijn in andere delen van een
Het toepassingengebied mag breed genoemd worden:
spier of soms zelfs in nog verder weggelegen structuren.
nabehandeling van blessures, reduceren van ontstekingen of vochtophopingen (oedeem, maar ook haematomen), houdingscorrecties en behandeling van klachten door overbelasting (zoals RSI, tennis- of golfelleboog). Ook neuro-reflectoire beïnvloeding, bijvoorbeeld bij hoofdpijn, behoort tot de mogelijkheden.
De symptomen die door triggerpoints worden veroorzaakt komen voor in voorspelbare patronen wat de mogelijkheid tot effectieve diagnostiek vergroot. Tijdens deze cursus leert de student het bestaan van triggerpoints herkennen en verklaren, hierbij gebruik makend van verschillende theoretische modellen. Daarnaast zijn het leren kennen van factoren die trigger-
Fysiotape
points in stand houden en uiteraard de behandelmogelijkhe-
Deze cursus valt inhoudelijk onder de verantwoordelijk-
den speerpunten van deze cursus. Tijdens de cursus wordt de
heid van Fysiotape BV uit Enschede. De auteur van het
student, naast de gekende behandelmethoden van trigger-
gelijknamige boek (MTC) biedt een op maat gemaakte
points, diverse deep tissue massagetechnieken aangeleerd.
cursus aan.
Vooropleiding Vooropleiding
Voor deelname aan deze cursus is een vooropleiding
Voor deelname aan deze cursus is een vooropleiding
(sport)massage, wellnessmassage of een gelijkwaardige
(sport)massage of een gelijkwaardige opleiding vereist.
opleiding vereist.
19
Aromatherapie Aromatherapie is het gecontroleerd en geïnformeerd gebruik maken van etherische oliën om het algemeen welzijn en de gezondheid van een persoon te behouden en/of te verbeteren. Aromatherapie is een holistische therapie, dit betekent dat wordt uitgegaan van de totale mens, zowel lichaam als geest. Bij aromathe-
Medische kennis HBO-niveau Om verantwoord werkzaam
rapie worden de etherische oliën, ook wel essentiële oliën genoemd, voornamelijk uitwendig toegepast. Via de huid komen bestanddelen van de oliën in het lichaam terecht, waardoor ze zo hun invloed uitoefenen op de inwendige mens.
ingegaan op de invloed van bijvoorbeeld voeding, psyche en sociale omstandig-
te kunnen zijn in de comple-
heden in relatie tot ziekte en gezondheid vanuit een breder perspectief. Uitgebreid
mentaire zorg, medische,
cursusmateriaal ondersteunt daarbij de beeldvorming. Door het volgen van deze
paramedische of perimedische
opleiding zal de student brede en diepgaande medische kennis verwerven.
praktijk is kennis over het menselijk lichaam, de oorzaken
Na het theoretisch behandelen van
Diploma
alle etherische oliën en hun chemi-
De opleiding wordt afgesloten met een
sche samenstelling, de wijze van
centraal ESPO-theorie-examen.
vervaardigen en de geneeskrach-
en het diagnosticeren van afwijkingen en ziekten van groot belang. De opleiding medische kennis HBO-ni-
tige werking maakt de student
Vooropleiding
kennis met alle gangbare behan-
Voor deelname aan deze opleiding
deltechnieken. Ook de basisoliën
medische kennis HBO-niveau is ken-
komen aan bod om vervolgens
nis van anatomie en fysiologie op het
praktisch met de aromatherapie
niveau van de opleiding (sport)massage
aan de slag te gaan.
of wellnessmassage vereist.
veau behandelt naast algemene ziekte-
Gedurende de praktijklessen leert
leer alle grote orgaansystemen van het
de student onder andere het ma-
menselijke lichaam en de bijbehorende
ken van crèmes, badzout, pakkin-
specifieke pathologie. De symptomen,
gen, kompressen en massageolie.
oorzaken en behandelvormen die algemeen gesteld en gebruikt worden
Vooropleiding
binnen de reguliere gezondheidszorg
Voor deelname aan deze cursus is
komen aan bod. Daarnaast wordt ook
geen vooropleiding vereist.
20
Hotstonemassage
PR en marketing
Het starten van een praktijk
Een hotstonemassage is zoals
Tijdens deze cursus leert de student
Tijdens deze cursus wordt uiteenge-
het woord al zegt een massage
welke activiteiten ondernomen kun-
zet wat echt belangrijk is, wanneer
met ‘hete stenen’. Hete stenen
nen worden om cliënten te werven.
iemand ‘voor zichzelf’ wil beginnen.
worden als warme stenen. De
De volgende onderwerpen komen
Zaken als de inschrijving bij de Kamer
temperatuur van de stenen ligt
daarbij aan bod:
van Koophandel, de Belastingdienst,
moet dan eigenlijk gelezen
namelijk om en nabij de 40-45 graden Celcius.
verzekeringen en het opzetten van een • Angsten en onzekerheden m.b.t. de marketingaanpak. • Het schrijven van een marketingplan.
onzekerheden binnen het zelfstandig ondernemerschap worden uitgebreid
houden van een relatienetwerk. (passende) doelgroep. • De SWOT-analyse (het bepalen van de sterktes en zwaktes, beweging zorgt voor een diepere
kansen en bedreigingen). • Promotiemiddelen ter
werking in het spierweefsel, wat
uitbreiding van
de massagebehandeling effectie-
de naamsbekendheid.
ver maakt. Een hotstonemassage draagt bij aan een positief herstel, de afvoer van afvalstoffen, het ontgiften van het lichaam, het stimuleren van de organen en het in balans brengen van het lichaam.
Vooropleiding Voor deelname aan deze cursus is geen vooropleiding vereist.
rijtje gezet. Maar ook de angsten en
• Het benutten, uitbouwen en onder• Het bepalen van een
De combinatie van warmte en
administratie worden helder op een
besproken en omgezet in uitdagingen.
21
Thaise yogamassage Thaise yogamassage combineert
Thaise yogamassage is heel anders
wegingsbeperking in de gewrichten)
technieken die gewoonlijk apart in
dan een Westerse massage. De mas-
hebben buitengewoon veel baat bij de
de Westerse fysiotherapie gevonden
sage is dynamischer, afwisselender en
bewegingstherapie die de Thaise yoga-
worden (zoals manuele therapie en
er wordt geen olie gebruikt. In Thailand
massage biedt. Ook lage rugklachten,
strekkingen) met invloeden uit de
geniet de yogamassage veel aanzien
futloosheid, RSI-klachten en reuma
Chinese acupressuur (drukpunt-
als methode om zowel lichamelijk als
behoren tot de aandachtspunten van
massage) en de Indiase yoga. Zo
mentaal jong en vitaal te blijven.
deze massagevorm.
is op de Westerse wetenschap en
Thailanders noemen de massagevorm
Er wordt bij deze cursus drie hele da-
gecombineerd wordt met de Oos-
met een knipoog ook wel yoga voor
gen lesgegeven op een hoog/laag bank
terse denkwijze.
luie mensen. Doordat de masseur de
en één dag op een futon.
ontstaat een massage die gebaseerd
strekking geeft, kan de cliënt vanuit Bij Thaise yogamassage ligt de cliënt,
een veel diepere, meditatieve ontspan-
Vooropleiding
gekleed in soepele kleding, op een
ning de yogaoefeningen ondergaan. De
Voor deelname aan deze cursus is
hoog/laag bank of futon op de grond.
cliënt profiteert daarbij niet alleen van
geen vooropleiding vereist.
De massage werkt op energetisch
de uitwerking van de strekkingen, maar
en fysiek niveau diep door, brengt de
ontvangt tevens een heerlijke ontspan-
doorstroming van de energiebanen en
nende massage.
chakras in balans, werkt aardend en geeft een gevoel van innerlijke rust en
Mensen met aandoeningen als artrose
ruimte.
(gewrichtslijtage) of Bechterew (be-
Bindweefselmassage Bindweefselmassage is een vorm
leert de student het bindweefselon-
van reflexzonetherapie. Mechani-
derzoek en de massage vanuit een
sche prikkels die aan de huid en
modern neurofysiologisch en neuro-
het bindweefsel worden toegediend
psychologisch perspectief. Kennis van
stimuleren sensoren in de huid,
de reflexwegen en reflexprocessen
waarbij het effect van deze prikkels
vergroot het inzicht in het ontstaan van
niet beperkt blijft tot de plaats waar
aandoeningen van spieren en gewrich-
behandeld wordt.
ten en de behandeling daarvan.
Bindweefselmassage behandelt de
Vooropleiding
zichtbare/voelbare veranderingen in
Voor deelname aan de cursus is een
de huid en het onderhuids gelegen
vooropleiding (sport)massage,
bindweefsel, onder andere via het
wellnessmassage of een
vegetatieve zenuwstelsel. Deze ver-
gelijkwaardige opleiding
anderingen worden bindweefselzones
vereist.
genoemd en ontstaan door vege tatieve processen zoals bijvoorbeeld bij aandoeningen van organen, spieren of gewrichten. Gedurende 8 lesdagen
22
Voetreflexmassage
Stressrelease
Voetreflexmassage is een onderdeel van de reflexo-
Stressrelease is een uitermate krachtige techniek, die in
logie zoals deze door Dr. Fitzgerald sinds 1920 is
de kinesiologie gebruikt wordt om stress los te laten. De
ontwikkeld. Door het manipuleren en masseren van
technieken werken in op alle typen problemen die door
zogenaamde voetreflexzones kan middels prikkelge-
emoties veroorzaakt worden en waardoor fysieke symp-
leiding in speciale reflexketens het functioneren van
tomen de kop opsteken.
organen en orgaansystemen worden beïnvloed. De Kinesiologie kent een holistische benadering en bekijkt de mens in zijn totaliteit. De mens wordt gezien als een geheel van structuur (spieren en botten), chemie (spijsvertering, voeding) en psyche (gedrag, emoties). Met behulp van spiertesten als biofeedback-middel kunnen disbalansen en blokkades zichtbaar gemaakt worden op emotioneel gebied. Door zachte druk op een spier uit te oefenen en te voelen hoe deze reageert, wordt in beeld gebracht hoe en waar het welzijn verstoord is geraakt. Blokkades kunnen gevonden worden op het gebied van stress, persoonlijke overtuigingen, angsten, dwangmatig gedrag en verslavingen. Ook wordt door middel van spiertesten de optimale behandeling vastgesteld, met o.a. speciale stress release technieken en bewustwording, zodat de (emotionele) disbalans ongedaan kan worden gemaakt. Deze cursus geeft een behandelaar extra handvatten om cliënten met stressgerelateerde klachten te kunnen helpen via speciale technieken, oefeningen en achtergrondinformatie.
Vooropleiding Voor deelname aan deze cursus is geen vooropleiding vereist.
Workshops Reflexzones zijn plaatsen die verbonden zijn met de energievoorziening van corresponderende plaatsen of
Ons instituut organiseert regelmatig workshops en
organen in het lichaam. Een reflexzone kan pijnlijk of
ééndaagse trainingen over interessante en/of actuele
gespannen aanvoelen wanneer de energievoorziening
thema’s en onderwerpen. Voor een compleet overzicht
verstoord is. Via de reflexzones kunnen organen dus
verwijzen wij u door naar onze website.
‘op afstand’ worden behandeld. Tijdens deze cursus leert de student het waarnemen en interpreteren via de
Onderwerpen
reflexzones, waardoor deze met de aangeleerde behandeltechnieken een volwaardige voetreflexmassage kan
• Aromatherapie
• Hotstonemassage
geven.
• Bamboemassage
• Indian head massage
• Harsen voor sport- en
• Lage rugklachten
Vooropleiding
wellnessmasseurs
• Lomi-Lomi
Voor deelname aan deze cursus is een vooropleiding
• Hoofdpijn
• Nek- en schouderklachten
(sport)massage, wellnessmassage of een gelijkwaardige
• Hormonen, overgang
• Snijzaalbezoek EMC
opleiding vereist.
en chocolademassage
• Stempelmassage
23
Algemene informatie
Erkenningen en accreditaties:
Inschrijven
Annuleren
Ons instituut is
Inschrijven kan uitsluitend door
Een annulering wordt uitsluitend in
erkend door de
het invullen en versturen van het
behandeling genomen wanneer dit
Belangen-
(digitale) inschrijfformulier. Inschrijf-
schriftelijk geschiedt. Neem hierbij
vereniging voor
formulieren worden op volgorde van
wel onze annuleringsvoorwaarden in
Beroepsbeoefenaars in de
binnenkomst behandeld.
acht. U vindt deze op de achterzijde
Massage- en Sportverzorgingsbranche.
BMS
van het inschrijfformulier en op onze
Locatie
website.
ESPO De Examen Stichting
De opleidingen en cursussen zoals in deze brochure beschreven vinden
Algemene voorwaarden
Perimedische Opleidin-
uitsluitend plaats in Dordrecht, tenzij
Op de door u afgesloten overeen-
gen verzorgt en bege-
dit anders is aangegeven.
komst zijn de cursusvoorwaarden
leidt diverse examen-
van IVS Opleidingen van toepassing.
trajecten, waaronder
Groepsgrootte
Deze voorwaarden zijn gedeponeerd
sportmassage.
Tijdens praktijklessen geldt er een
bij de K.v.K. te Dordrecht onder num-
minimum van 12 en een maximum
mer 51997223.
van 24 cursisten per groep.
CRKBO Ons
Betalingen
instituut
De afschrijvingen verlopen via
is geregi-
automatische incasso en zullen
streerd bij het Centraal Register Kort
plaatsvinden zoals door u op het inschrijfformulier aangegeven. Boeken en materialen dienen bij aflevering te worden voldaan tenzij met onze administratie anders is overeengekomen. Het examengeld wordt, daar waar nodig, jaarlijks door de examinerende instanties vastgesteld. Wijzigingen zijn aan deze instanties voorbehouden.
Geldigheidsduur deelcertificaten Behaalde deelcertificaten voor de opleidingen tot wellness- en massagetherapeut hebben een geldigheidsduur van 5 jaar. Pas na het behalen van alle vereiste deelcertificaten en het praktijkexamen komt de student in aanmerking voor het ESPO-diploma.
IVS Opleidingen Spuiweg 105-109 3311 GT Dordrecht Telefoon: (078) 6144934 Revisie 19082013
2013 STUDIEGIDS
Lichaamsverzorgende Beroepsopleidingen
A-Z index Medisch pedicure Anti-druk technieken Diabetische voet Nagelreparatie-, nagelprothese- en nagelbeugeltechnieken Ondernemersvaardigheden medisch pedicure Orthesiologie Overige risicovoet Nagelstyling Pedicure Schoonheidsverzorging Visagie Beautyspecialist
12 14 13 14 13 14 13 8 10 4 6 7
IVS Opleidingen IVS Opleidingen is een toonaangevend opleidingsinstituut op het gebied van lichaamsverzorgende en therapeutische beroepsopleidingen. De CREBO opleidingen van IVS Opleidingen vallen onder de verantwoordelijkheid van
Aromatherapie Lymfetherapie Mindfulnessmassage Stoelmassage Wellnessmassage Workshops
18 16 17 18 15 18
Algemene informatie
19
het Ministerie van Onderwijs.
Administratie Spuiweg 105-109 3311 GT Dordrecht Telefoon: (078) 6144934
(078) 6312839
Telefax:
(078) 6130461
E-mail:
[email protected]
Directie A.M. Scheepbouwer
Bankrelaties Rabobank: NL40 RABO 0385 4490 11 ING Bank: NL91 INGB 0001 6389 43
Kamer van Koophandel IVS Opleidingen is geregistreerd te Dordrecht onder no. 51997223.
Productie Ontwerp: Romec Designs E-mail:
[email protected]
Druk:
Printshop Sliedrecht
E-mail:
[email protected]
Voorwoord IVS Opleidingen is een toonaangevend instituut op het gebied van lichaamsverzorgende beroepsopleidingen. Aan de inhoud van deze studiegids hebben wij grote zorg besteed. Mocht u na het lezen echter nog vragen hebben, aarzel dan niet om ons te bellen. Telefonisch kunt u een afspraak maken voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek op het instituut. Tijdens dit gesprek kunnen wij u persoonlijk adviseren en u verder alle gewenste informatie verstrekken. Daarnaast organiseren wij met regelmaat open dagen, informatieavonden en inloopdagen. Voor de meest recente data en cursusinformatie verwijzen wij u naar onze website.
Veel mensen bezoeken de schoonheidsspecialiste om even heerlijk te ontspannen en vervolgens fris en stralend voor de dag te komen. Maar eigenlijk hoort een regelmatig bezoek aan de schoonheidsspecialiste er gewoon bij. Of je nu jong bent of oud, vrouw of man, de huid heeft regelmatige, professionele zorg nodig.
! s e fl e o pr Gratis r me
Kijk voo
BEROEPSOPLEIDING
Schoonheidsverzorging
p onze
atie o er infom
website
Volwaardig beroep
De opleiding is opgebouwd uit de
Lichaamsbehandeling
Het beroepsbeeld van de schoonheids-
volgende deelkwalificaties:
Deze deelkwalificatie is zowel theo-
specialiste heeft zich in de loop der
retisch als praktisch van opzet. De
jaren aanzienlijk gewijzigd. De tijd dat
Analyse en behandelplan
dit beroep als ‘hobby’ in een achterka-
Tijdens deze theoretische deelkwalifi-
mertje werd uitgeoefend, ligt gelukkig
catie wordt de student o.a. kennis van
al weer geruime tijd achter ons. Mede
anatomie, fysiologie, algemene patho-
door de inzet van vooruitstrevende
logie en cosmetische huidafwijkingen
• een been- en voetmassage;
wetenschapsmensen heeft de moderne
bijgebracht.
• een arm-, hand-, decolleté- en
Tegenwoordig wordt het vak schoon-
Hand-, nagel- en voetverzorging
• een rugpakking;
heidsspecialiste gezien als een volwaar-
Tijdens deze praktische deelkwalifica-
• het harsen van benen, armen en
dig beroep met een vaak sterk sociaal
tie wordt o.a. aandacht besteed aan
karakter, uiteenlopende mogelijkheden
het knippen, vijlen, reinigen en lakken
en een honorering die daar bij past.
van de nagels en een hand- en voet-
student leert hier o.a.: • een rug-, nek-, schouder- en bilmassage;
buikmassage;
cosmetiek een nieuw gezicht gekregen.
oksels; • het werken met een vacuumzuigen vibratiemassage-apparaat.
massage.
Mogelijkheden
Hygiëne, arbo en milieu
Het werkterrein van de schoonheids-
Gelaatsbehandeling
Deze deelkwalificatie is zowel theo-
specialiste is groot. Een succesvolle
Deze deelkwalificatie is zowel theo-
retisch als praktisch van opzet. De
afronding van de opleiding levert het
retisch als praktisch van opzet. De
student leert alles over het belang van
‘vakdiploma schoonheidsverzorging’
student leert o.a.:
hygiëne voor de gezondheid van de
op. Met dit vakdiploma op zak kan zelfstandig of in loondienst worden gewerkt. Eigen inbreng kan het vak vaak een geheel individuele richting geven. Werkmogelijkheden bij een cosmetisch
mens en het nemen van hygiënische • een huiddiagnose en behandelplan opstellen;
maatregelen. Verder is er aandacht voor de betekenis van ziekteverzuim
• een oppervlakte- en dieptereiniging uitvoeren;
voor de werknemer en de samenleving en hoe deze kunnen worden aange-
instituut, kapperszaak, parfumerie,
• het verwijderen van comedones/milia;
pakt. Ook wordt geleerd op welke
beautyfarm of zelfs een cruiseschip
• een massage van het gelaat, de hals
wijze veiligheid en gezondheid op de
liggen min of meer voor de hand. Maar
en het decolleté;
werkplek kunnen worden gegaran-
heeft u er wel eens aan gedacht hoe be-
• het epileren van de wenkbrauwen;
deerd. Kennis, inzicht en vaardigheden
langrijk cosmetische verzorging kan zijn
• het harsen van de bovenlip en kin;
worden bijgebracht ter voorkoming
voor patiënten die in ziekenhuizen, reva-
• het verven van wimpers en wenk-
van vervuilingsrisico’s door onoordeel-
lidatiecentra of psychiatrische inrichtingen verblijven? Ook in bejaardenhuizen kan de schoonheidsspecialiste een bijdrage leveren aan de verhoging van
brauwen;
kundig gebruik van materialen. Tot slot
• het aanbrengen van poeder- en crèmemaskers;
wordt de omgang met het milieu in het algemeen behandeld.
• het werken met een waterdamp-,
het levensplezier van bewoners. In de
koeldamp-, vacuumzuig- en borstel-
Vooropleiding
wereld van de publiciteitsmedia (zoals
apparaat;
Voor deelname aan de opleiding is
studio’s voor film, foto en televisie) is er
• het aanbrengen van dag make-up;
een groeiende vraag naar schoonheids-
• het aanbrengen van kunstwimpers.
geen vooropleiding vereist.
specialisten en bij tal van representatieve functies (zoals stewardessen,rece ptionistes en hostesses) is er behoefte aan vakbekwame voorlichtingsinstructie op het gebied van cosmetiek.
Verdien tot E 100,00 korting* op uw inschrijving! Wanneer u zich tijdig inschrijft voor een van onze beroepsopleidingen belonen wij u met een aantrekkelijke korting op de onderwijsbijdrage!
Inschrijftermijn
Korting
Lesopties
Tot 4 maanden voor aanvang
E 100,00
De opleiding is te volgen als 1-jarige (2
Tot 3 maanden voor aanvang
E 75,00
lesdagen per week) of 2-jarige dagop-
Tot 2 maanden voor aanvang
E 50,00
leiding (1 lesdag per week).
Tot 1 maand voor aanvang
E 25,00
Een totaaloverzicht van de kosten voor deze opleiding vindt u in de bijlage en op onze website.
Visagie heeft zich de afgelopen jaren op spectaculaire wijze ontwikkeld en aan deze ontwikkeling lijkt nog geen einde te zijn gekomen. Kappers en schoonheidsspecialisten kunnen hun kwaliteiten aanzienlijk verbeteren door zich ook te bekwamen op dit gebied.
! s e fl e o pr Gratis r me
Kijk voo
BEROEPSOPLEIDING
Visagie Fotografie: John Sassen
p onze
atie o er infom
website
Visagist is een vrij beroep, wat bete-
Daarnaast wordt de student theoreti-
kent dat het vrij gemakkelijk zelfstandig
sche en praktische kennis bijgebracht
kan worden uitgeoefend, zonder aan
met betrekking tot:
wettelijk gestelde eisen van vakbekwaamheid en handelskennis te moeten
• het toepassen van correcties;
voldoen. Dit lijkt wellicht op het eerste
• het aanbrengen van make-up
Naast deze volledige opleiding tot visagist is het tevens mogelijk
oog aantrekkelijk, maar iemand die zich
producten in het algemeen;
zelfstandig als visagist wil vestigen, doet
• het economisch omgaan met
er goed aan zich vooraf op de hoogte
Beautyspecialist deel te nemen aan de korte cursus ‘beautyspecialist (visagie)’.
materialen;
te stellen van de eisen waaraan het mo-
• kleurkennis en -harmonie;
derne ondernemerschap moet voldoen.
• morfologie in relatie tot
Tijdens deze cursus komen alleen
gezichtsvormen;
de thema’s dag-, avond- en bruids-
Om ervoor te zorgen dat studenten
• wenkbrauwmodellage en -epilatie;
make-up aan de orde. Een perfecte
voldoende persoonlijke aandacht
• het aanpassen van make-up
kennismaking met het vak of als
krijgen, wordt er in kleine groepen
aan mode/persoonlijkheid;
lesgegeven. Hoewel de studenten
• de psychologische aspecten
vaak voor elkaar model zijn, wordt een
aanvulling voor schoonheidsspecialisten.
van make-up;
aantal keren met zelf meegebrachte
• hairstyling;
modellen gewerkt.
• de historie van make-up.
De lessen worden gegeven door vak-
Tot slot zal er tijdens een aantal lessen
bekwame docenten en onze relaties
aandacht zijn voor examentraining en
met make-up specialisten in bin-
zal er gewerkt worden aan een portfolio
nen- en buitenland staan er borg voor,
waarmee de student zich na de oplei-
dat trends en ontwikkelingen in het
ding kan presenteren. De cursus wordt
modebeeld op de voet kunnen worden
afgerond met twee praktijkopdrachten,
gevolgd.
een werkboek en een theorie-examen.
Studieprogramma
Vooropleiding
Tijdens de opleiding leert de student
Voor deelname aan de opleiding is
het aanbrengen van:
geen vooropleiding vereist.
• make-up voor de blanke en de gekleurde huid; • make-up voor dag en avond; • fantasie make-up; • bruids-, foto- en filmmake-up; • make-up voor ouderen; • make-up voor brildragenden; • make-up voor mannen; • make-up voor travestie.
Verdien tot E 100,00 korting* op uw inschrijving! Wanneer u zich tijdig inschrijft voor een van onze beroepsopleidingen belonen wij u met een aantrekkelijke korting op de onderwijsbijdrage!
Inschrijftermijn
Korting
Tot 4 maanden voor aanvang
E 100,00
Tot 3 maanden voor aanvang
E 75,00
Tot 2 maanden voor aanvang
E 50,00
Tot 1 maand voor aanvang
E 25,00
Een totaaloverzicht van de kosten voor deze opleiding vindt u in de bijlage en op onze website.
Aan nagels is veel af te lezen en te versieren. Zo moet een nagelstylist kennis hebben van nagelziektes en vooral ook weten aan welke nagels wèl en aan welke beslist niet te werken. Deskundigheid is dus noodzakelijk.
!
s e fl e o r ratis p
G
Kijk
BEROEPSOPLEIDING
Nagelstyling
fomatie
eer in voor m
e
op onz
website
Nagelstylist is een vrij nieuw beroep. Helaas zijn veel opleidingen direct verbonden aan een product waardoor het accent vaak ligt op productverkoop. Het doel van deze opleiding is om de student zodanig op te leiden dat deze op een professionele wijze nagels kan verzorgen en er zodoende een beroep mee kan uitoefenen. De opleiding bestaat uit vier praktische modules en één theoretische module.
Module: theorie Tijdens deze module komen de volgende onderwerpen uitgebreid aan de orde: • De anatomie van de hand, de arm en de nagels. • De fysiologie van de bloedsomloop, de zenuwvoorziening en de spieren.
de markt komen of reeds te koop zijn, op de juiste wijze worden verwerkt. Ook het acrylsysteem zal eenvoudiger
• de diverse producten en systemen;
aan te leren zijn.
• het aanbrengen van kunstnagels met sjablonen en tips;
• Wat (niet) te doen bij nagelziektes, schimmelinfecties en andere afwij-
Module: nail-art
kingen.
Nail-art is het aanbrengen van ‘kunst’
• Zakelijke aspecten, reclame en promotie. • Het kiezen van een systeem.
• het aanbrengen van acryl over
op een (natuurlijke) nagel. Gedurende
natuurlijke nagels; • het opvullen van acrylnagels.
één les leert de student het decoreren van nagels met behulp van:
Als kennismaking met het vak of als aanvulling voor bijvoorbeeld schoon-
• De natuurlijke nagel. • Mannen met kunstnagels.
Tijdens deze lessen leert de student:
• speciale lakmethoden;
heidsspecialisten kan voor deze mo-
• strasssteentjes, tape
dule ook los worden ingeschreven.
Module: manicure
en glitterpoeder;
Tijdens deze module komen de basis-
• gouden en zilveren sieraden;
Modellen en groepsgrootte
behandeling voor de natuurlijke nagel,
• french manicure;
Tijdens de lessen wordt er met model-
de hand-/armmassage, handpeeling
• schilderingen.
len gewerkt. De student dient zelf voor een model te zorgen. Het maximale
en handmaskers, handpakkingen, paraffine behandelingen en product-
Module: acrylnagels
bespreking aan de orde.
Het gebruik van acrylnagels is het
aantal cursisten per groep is 14.
oudste systeem in ons land. Het is
Vooropleiding
Module: gelsystemen
een techniek waarbij met een poeder
Voor deelname aan de opleiding is
In de module gelsystemen worden de
en een vloeistof samen een nagel
geen vooropleiding vereist.
technieken aangeleerd om met ver-
gevormd kan worden.
scheidene gelsystemen om te gaan. Denk hierbij aan bouwgel, strijkgel en een-, twee-, en drie-fase gel. Het accent zal liggen op het werken met een
Verdien tot E 100,00 korting* op uw inschrijving! Wanneer u zich tijdig inschrijft voor een van onze beroepsopleidingen belonen wij u met een aantrekkelijke korting op de onderwijsbijdrage!
Inschrijftermijn
modelleersysteem (bouwgel). Dit is
Korting
een te verwerken gel waarbij speciale
Tot 4 maanden voor aanvang
E 100,00
technieken nodig zijn. Wanneer dit
Tot 3 maanden voor aanvang
E 75,00
systeem beheerst wordt, kunnen alle
Tot 2 maanden voor aanvang
E 50,00
andere gelsoorten die in Nederland op
Tot 1 maand voor aanvang
E 25,00
Een totaaloverzicht van de kosten voor deze opleiding vindt u in de bijlage en op onze website.
10 Dagelijkse zorg voor ons uiterlijk vinden we de normaalste zaak van de wereld. Toch worden onze voeten hierbij vaak overgeslagen. Pas wanneer de teennagels pijnlijk zijn of de likdoorn steekt, krijgen de voeten aandacht.
!
es fl e o r p ratis
G
r me
Kijk voo
BEROEPSOPLEIDING
Pedicure
p onze
atie o er infom
website
11 Pedicure is een verzorgend, dankbaar en veelzijdig beroep dat doorgaans zelfstandig kan worden uitgeoefend. Een pedicure verzorgt de voethuid, geeft adviezen met betrekking tot schoeisel en behandelt, voorzover deze tot het werkterrein behoren, alle aan de voet voorkomende pijnklachten, zoals pijnlijke eeltplekken, likdoorns en ingroeiende nagels. Kort gezegd: een pedicure doet er alles aan om de gezondheid van de voet optimaal te houden.
Een vak met vooruitzichten
Analyse en behandelplan
Hygiëne, arbo en milieu
Een pedicure heeft een grote verant-
Tijdens deze deelkwalificatie wordt
Tijdens deze deelkwalificatie leert de
woordelijkheid, omdat een verkeerd uit-
de student kennis van fysiologie,
student het belang van hygiëne voor
gevoerde behandeling funeste gevolgen
algemene pathologie en orthopedie
de gezondheid van de mens en het
kan hebben. Een uitgebreide opleiding
bijgebracht. Daarnaast komen ook
nemen van hygiënische maatregelen.
is daarom nodig om alle werkzaamhe-
schoen- en productkennis en de
Verder is er aandacht voor de beteke-
den naar behoren te kunnen uitvoeren,
cliëntenkaart uitvoerig aan de orde.
nis van ziekteverzuim voor de werkne-
maar ook om te kunnen weten wanneer
Het praktische gedeelte bestaat uit het
mer en de samenleving en hoe deze
iemand naar een arts of podothera-
afnemen van een anamnese, het stel-
kunnen worden aangepakt. Ook wordt
peut moet worden doorverwezen. IVS
len van een diagnose, het maken van
geleerd op welke wijze veiligheid en
Opleidingen is dan ook van mening, dat
blauwdrukken en het opstellen van
gezondheid op de werkplek kunnen
een goede opleiding meer lesuren moet
een behandelplan.
worden gegarandeerd. Kennis, inzicht
omvatten dan algemeen wordt aange-
en vaardigheden worden bijgebracht
Behandeling van voet, nagels en huid
ter voorkoming van vervuilingsrisico’s
mogelijkheid om met een kleine investering, snel een zelfstandig bestaan op
Deze deelkwalificatie is voornamelijk
terialen. Tot slot wordt de omgang met
te bouwen. Zo kan het beroep vanuit
praktisch van opzet. Er wordt geleerd
het milieu in het algemeen behandeld.
een privéwoonhuis worden uitgeoefend,
hoe men, met behulp van daartoe
mits dit aan een aantal eisen voldoet
geschikte producten en/of apparatuur,
Vrijstelling
en er een ruimte als praktijkkamer kan
een cliënt zonder (of met minder) voet-
Een student die in het bezit is van een
worden ingericht. Het beroep is daar-
bezwaren weer huiswaarts kan laten
certificaat van een andere instelling kan
naast uitstekend te combineren met
keren. Indien nodig wordt de cliënt op
mogelijk worden vrijgesteld van een
o.a. schoonheidsverzorging, massage
de hoogte gebracht van mogelijkheden
overeenkomend examenonderdeel.
en/of een saunaspecialisme.
voor verdere thuisbehandeling of te
nomen. Het beroep biedt een unieke
door onoordeelkundig gebruik van ma-
Vooropleiding
nemen maatregelen.
Studieprogramma
Voor deelname aan de opleiding is
Het studieprogramma van de oplei-
geen vooropleiding vereist.
ding pedicure bestaat uit verschillende deelkwalificaties.
Ondernemersvaardigheden
Verdien tot E 100,00 korting* op uw inschrijving! Wanneer u zich tijdig inschrijft voor een van onze beroepsopleidingen belonen wij u met een aantrekkelijke korting op de onderwijsbijdrage!
Inschrijftermijn
In deze deelkwalificatie maakt de stu-
Korting
dent kennis met de stappen die gezet
Tot 4 maanden voor aanvang
E 100,00
moeten worden bij het starten van een
Tot 3 maanden voor aanvang
E 75,00
eigen praktijk, wet- en regelgeving en
Tot 2 maanden voor aanvang
E 50,00
PR en marketing.
Tot 1 maand voor aanvang
E 25,00
Een totaaloverzicht van de kosten voor deze opleiding vindt u in de bijlage en op onze website.
12 Een medisch pedicure is gespecialiseerd in het verzorgen van kwetsbare en moeilijk te behandelen voeten. Deze opleiding biedt pedicures de mogelijkheid hun vakkennis te verbreden en te verdiepen. Een behandeling door een medisch pedicure wordt door een groot aantal zorgverzekeraars vergoed. De opleiding medisch pedicure bestaat uit de kwalificaties risicovoet, specialistische technieken en ondernemersvaardigheden.
Examenstructuur De examens voor het diploma medisch pedicure zijn als volgt opgebouwd: • Risicovoet: - 2 theorie-examens - 2 proeven van bekwaamheid • Specialistische technieken: - 1 theorie-examen - 1 proeve van bekwaamheid • Ondernemersvaardigheden: - portfolio assessment
Vooropleiding Voor deelname aan de opleiding medisch pedicure dient de student in het bezit te zijn van een door de branche erkend diploma of een MBO-diploma
BEROEPSOPLEIDING
Medisch pedicure
(niveau 3). Bezitters van een vakdiploma pedicure dienen tevens te beschikken over basiskennis ondernemen (starten van een eigen praktijk, wet- en regelgeving, PR en marketing).
13
Ondernemersvaardigheden: medisch pedicure
Risicovoet In iedere praktijk komen er situaties voor waarbij de kennis die is opgedaan tijdens de basisopleiding niet toereikend is. Na het behalen van het branchediploma pedicure is het daarom aan te bevelen verder te gaan met de kwalificatie risico-
Speciaal voor het branchedi-
voet om daarmee tevens te worden
ploma medisch pedicure heeft
opgenomen in het Kwaliteitsregister
IVS Opleidingen een 2-daags
Pedicure (KRP).
lesprogramma samengesteld. Dit is een verplicht onderdeel van de opleiding.
Om bij het KRP ingeschreven te kunnen blijven, dient aan na- en bijscholing te worden gedaan. Met dit doel biedt
De cursusinhoud omvat ondermeer
ons instituut diverse cursussen en
het ontwikkelen van het bedrijfsbeleid, het schrijven van een onder-
workshops aan waarmee de daarvoor benodigde accreditatiepunten kun-
Diabetische voet
nemingsplan, inkoop- en voorraad-
nen worden behaald. Informatie over
Om de voeten van diabetici op een
beleid, het voeren van de financiële
het KRP is te vinden op de website
verantwoorde wijze te kunnen behan-
administratie en personeelsbeleid.
van ProCert (www.procert.nl). Na het
delen is extra kennis een noodzaak.
succesvol afsluiten van de cursus
Tijdens deze deelkwalificatie wordt de
Tevens leert de student zich
risicovoet heeft de student vijf jaar de
student getraind in het stellen van de
bewust te worden van eventuele
tijd om het volledige diploma medisch
juiste diagnose en het begeleiden van
blokkades en hoe deze om te
pedicure te behalen.
een cliënt in de eigen verzorging van
zetten tot krachten. Door deze
de voeten, het opsporen van ontste-
krachten samen met de vaardig-
kingen, etc.
heden in te zetten kan een student
De cursus bestaat uit
zich ontwikkelen tot succesvol
2 deelkwalificaties:
Overige risicovoet
ondernemer.
• Diabetische voet
Deze deelkwalificatie behandelt de
• Overige risicovoet
reumatische, oudere, verwaarloosde en spastische voet. Het is in alle gevallen
Naast theorie is er tijdens de cursus
noodzakelijk te weten hoe hier precies
veel aandacht voor praktijkproblemen.
mee om te gaan en waar de grenzen
De cursus wordt afgesloten met twee
liggen. Tijdens deze module worden
theorie-examens en twee proeven van
alle vaardigheden aangeleerd, die
bekwaamheid. Voor het succesvol
nodig zijn om aan cliënten een verant-
afsluiten van de cursus ontvangt de
woorde behandeling te kunnen geven.
student 25 accreditatiepunten.
Verdien tot E 100,00 korting* op uw inschrijving! Wanneer u zich tijdig inschrijft voor een van onze beroepsopleidingen belonen wij u met een aantrekkelijke korting op de onderwijsbijdrage!
Inschrijftermijn
Korting
Tot 4 maanden voor aanvang
E 100,00
Tot 3 maanden voor aanvang
E 75,00
Tot 2 maanden voor aanvang
E 50,00
Tot 1 maand voor aanvang
E 25,00
Een totaaloverzicht van de kosten voor deze opleiding vindt u in de bijlage en op onze website.
14
Specialistische technieken
ANBOS De Algemene Nederlandse Branche
Tijdens de kwalificatie specia-
Organisatie Schoon-
listische technieken komen de vol-
heidsverzorging heeft
gende deelkwalificaties aan bod:
aan ons instituut een kwaliteitserkenning afgegeven.
Antidruktechnieken Tijdens de cursus antidruktechnieken leert de student, gebruikmakend
TCI
van verschillende soorten materia-
De stichting Toets
len, drukproblemen op een verant-
Centrum Intereduca-
woorde manier op te lossen.
tief is een exameninstelling voor de uiterlijke verzorgingsbranche.
Met de geleerde technieken kunnen bepaalde delen van de voet preventief en tijdelijk drukvrij worden ge-
Provoet
maakt, zodat er minder eeltplekken
ProVoet, de
en/of likdoorns kunnen ontstaan.
landelijke brancheorganisatie voor pedicures in Nederland
De cursus is vrijwel geheel praktisch en vertegenwoordigt 5 accreditatiepunten.
Nagelreparatie-, nagelprotheseen nagelbeugeltechnieken
heeft aan ons instituut een kwaliteitserkenning afgegeven.
Tijdens deze cursus wordt geleerd
Orthesiologie
hoe nagelproblemen kunnen worden
Omdat er, in ons klimaat, vrijwel
verholpen door het plaatsen van een
ESPO
altijd schoenen gedragen moeten
metalen of kunststof nagelbeugel.
De Examen Stichting
worden, kunnen pijnlijke drukplekken
Verder is er aandacht voor het repa-
Perimedische Opleidin-
veel hinder veroorzaken.
reren/reguleren van beschadigde of
gen verzorgt en bege-
vervormde nagels door hoektech-
leidt o.a. het examen
Om blijvende drukvermindering te
nieken, nagelprothesetechnieken en
wellnessmassage.
geven bij voetklachten kan een or-
nagelregulatie.
these gemaakt worden. Een orthese ontlast drukplekken aan en tussen
De cursus is zowel theoretisch als
de tenen en/of reguleert teenstand-
praktisch en vertegenwoordigt 10
afwijkingen.
accreditatiepunten.
De cursus is zowel theoretisch als praktisch en vertegenwoordigt 5 accreditatiepunten.
15
BEROEPSOPLEIDING
Wellnessmassage
s!
fle e o r p s rati
G
r meer
Kijk voo
De opleiding wellnessmassage onderscheidt zich van een reguliere (sport)massage opleiding door haar gespecialiseerde karakter. Zo bevinden de ontspanning en het welbe-
tie op infoma
ebsite
onze w
Massage is al zo oud als de mensheid
tyfarms, maar ook op cruiseschepen
en is voortgekomen uit de instinctma-
zijn er steeds vaker wellnessmasseurs
tige behoefte om bij ongemakken te
aanwezig om gasten te verwennen
wrijven op het lichaam. De kunst van
en verzorgen. De tijdens deze oplei-
het masseren is uitgebreid beschre-
ding opgedane kennis kan concreet
ven en een aantal basistechnieken en
worden toegepast bij algemene stress
handgrepen komt steeds weer terug
en spanning, te hoge spierspanning,
in deze literatuur. Wellnessmassage
lokale storingen in de weefseldoor-
maakt veelvuldig gebruik van deze
bloeding, storingen in de lichaamsbe-
handelingen, te weten: effleurages,
leving en aspecifieke pijn of vermoeid-
petrissages, tapotages, schuddingen
heid. De opleiding beslaat 1 lesdag per
en fricties.
week en is inhoudelijk afgestemd op
vinden van de cliënt zich onder
het vervolgtraject wellnesstherapie.
Welbevinden de doelstellingen van deze opleiding en vormen specialisaties als kruidenstempel-, Lomi Lomi-, hotstonemassage en aromatherapie een belangrijk
Massage is een prettige manier om
Diploma
lichamelijk en geestelijk tot ontspan-
Om voor het diploma in aanmerking
ning te komen en heeft een krachtige
te komen dient de student 3 theorie-
uitwerking op het algemene gevoel
examens en 1 praktijkexamen met een
van welbevinden. Daarnaast bevordert
voldoende resultaat af te sluiten. Deze
massage de gezondheid doordat tal
examens worden centraal afgenomen
van lichaamsfuncties worden geacti-
en staan onder auspiciën van de Exa-
veerd. Bij spierklachten zoals een stijve
men Stichting Perimedische Opleidin-
nek, pijn tussen de schouderbladen
gen (ESPO).
en onderrugklachten geeft massage
onderdeel van het lesprogramma en het examen.
veelal direct verlichting. Tegenwoordig
Vooropleiding
neemt de wellnessmasseur een be-
Voor deelname aan deze opleiding is
langrijke plaats in bij sauna’s en beau-
geen vooropleiding vereist.
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving!
16
BEROEPSOPLEIDING
Lymfetherapie
s!
fle e o r p s rati
G
r meer
Kijk voo
Manuele lymfedrainage (MLD) is in Nederland aan een flinke opmars bezig. Ook binnen de massage- en sporttherapie worden MLD-technieken steeds vaker toegepast bij zeer uiteenlopende problemen. De
tie op infoma
ebsite
onze w
bindweefsel wordt uitgevoerd. Met de
ding komt de MLD-theorie volgens de
zachte, ritmische technieken kunnen
methode van Dr. Emil Vodder uitgebreid
sensationele behandeleffecten wor-
aan de orde en leert de student de ba-
den behaald bij talloze indicaties. De
sistechnieken voor het behandelen van
opleiding bestaat uit 4 modules waarin
de armen, benen, hals en buik (korte
lymfedrainage- en lymftapingtechnie-
uitvoering) en casuïstiek.
ken voor het gehele lichaam worden geleerd. Met de opgedane kennis kan
Module 2: vervolg
vervolgens een werkzaam behandel-
Gedurende de tweede serie lessen
plan worden opgesteld voor ondermeer
wordt de reeds opgedane theoriekennis
(sport)blessures, haematomen, mi-
verder uitgebreid. Praktisch komt de
graine, spier- en gewrichtsklachten, reu-
behandeling van de rug, lendenen, nek,
matische aandoeningen, ‘restless-legs’,
borst, buik, hals en gezicht aan de orde.
stress en na orthopedische operaties.
opleiding tot lymfetherapeut is gebaseerd op originele
Indicaties die na het volgen van deze Een lymfetherapeut is in staat om een
module behandeld kunnen worden
effectieve afvoer van vocht en afvalstof-
omvatten ondermeer:
fen vanuit de weefsels te bewerkstel-
lymfedrainage zoals deze door
• de herstelfase van spier- en peesaan-
ligen, een ontspannend en pijndem-
doeningen en (sport)blessures;
pend effect langs reflectoire weg te
‘lymfepionier’ Dr. Emil Vodder is ontwikkeld.
genereren en het immuunsysteem te
• hyperventilatie;
ondersteunen. Behandelingen in relatie
• PMS-klachten;
tot kanker vallen buiten de inhoud van
• whiplash gerelateerde klachten;
deze opleiding.
• migraine/hoofdpijn;
Manuele lymfedrainage (MLD) is een
• chronische sinusitis;
specifieke massagevorm die op de
Module 1: basis
• fibromyalgie;
huid en het direct daaronder liggende
Tijdens de eerste 9 lessen van de oplei-
• huidproblemen zoals eczeem.
Verdien tot E 100,00 korting op uw inschrijving!
17 Module 3: speciale technieken
littekens, haematomen en bindweefsel-
lymftaping bij oedeem ten gevolge van
Module 3 introduceert 50 speciale
fibrosen met een speciaal soort tape
trauma’s en lymftaping na operaties ten
technieken die vaak met mobilisaties
die door een grote elasticiteit bewe-
gevolge van blessures aan de orde.
van gewrichten gecombineerd worden.
ging/activiteit in het weefsel mogelijk
Deze techniekgrepen kunnen worden
maakt en ondersteunt. De resultaten
Vooropleiding
toegepast in de herstelfase:
van lymftaping zijn vaak verbazing-
Voor deelname aan deze opleiding is een
wekkend. Zo kan de hersteltijd na een
vooropleiding schoonheidsverzorging,
• bij blessures, zoals enkeldistorsies;
(sport)blessure met 1/3 worden verkort.
sportmassage, massage, wellnessmas-
• bij spier- en peesaandoeningen, zoals
De manier van tapen luistert nauw voor
sage of een gelijkwaardige opleiding
wat betreft de uitvoering en verschilt per
vereist. Het bezitten van een betreffend
aandoening. Tijdens de eerste lesdag
diploma is niet strikt noodzakelijk, maar
van deze tweedaagse module komen
deze dient wel binnen de looptijd van de
de volgende onderwerpen aan de orde:
opleiding te worden behaald.
RSI/KANS of CTS; • bij gewrichtsproblemen, zoals ‘frozen shoulder’ of na meniscusproblematiek; • na orthopedische operaties, zoals een totale heup-, of knieprothese.
• Fases van wondgenezing.
Diploma
Module 4: lymftaping
• Lymftaping theorie.
De 4 modules worden na toetsing afge-
Lymftaping heeft zijn oorsprong in
• Lymftaping bij littekens.
sloten met een certificaat. De opleiding
Japan. Chiropractor Kenzo Kaze
• Lymftaping bij fibrosevorming.
wordt afgesloten met een centraal
ontwikkelde daar zo‘n 20 jaar geleden
• Lymftaping bij haematomen.
theorie- en praktijkexamen.
een methode van kinesiotaping welke is doorontwikkeld tot lymftaping. Onder
Op de tweede lesdag wordt dieper in-
lymftaping valt het tapen van oedeem,
gegaan op het reeds geleerde en komt
Mindfulnessmassage Als eerste kennismaking met de wondere wereld van massage of als interessant vervolg op de opleidingen schoonheidsverzorging, sport- of wellnessmassage is de cursus mindfulnessmassage ontwikkeld. Tijdens deze cursus leert de student een breed scala aan nieuwe, leuke én effectieve massagehandgrepen die kunnen worden toegepast op de rug, de schouders, de nek, het hoofd, de buik en de extremiteiten. Tijdens deze cursus wordt de student geleerd mogelijk eerder opgedane vaste massagepatronen beetje bij beetje los te laten en de vele nieuwe handgrepen in een handige opbouw met veel vrijheid en gevoel uit te voeren. Daarbij wordt de massage in een ‘mindfulnessjasje’ gestoken. Door ‘mindful’, met volledig bewustzijn en intentie, te masseren kan een toestand van mindfulness bij de cliënt tot stand worden gebracht. Het met volle teugen genieten van een massagebehandeling gaat vanzelfsprekend het beste wanneer een cliënt dit met aandacht en zonder oordelen ondergaat. ‘Mindles-
Vooropleiding
sness’, het geen aandacht hebben voor wat er tijdens de
Voor deelname aan deze cursus is geen vooropleiding
massage gebeurt, wordt hiermee voorkomen en zo worden
vereist. Enige kennis en vaardigheden met betrekking tot
er betere effecten bereikt.
massagehandgrepen wordt echter aanbevolen.
18
Stoelmassage
Aromatherapie
Workshops
Deze door de ESPO geaccrediteer-
Aromatherapie is het gecontroleerd
Ons opleidingsinstituut organi-
de cursus is het logische antwoord
en geïnformeerd gebruik maken
seert regelmatig workshops en
op de toenemende vraag vanuit het
van etherische oliën om het alge-
ééndaagse trainingen over inte-
bedrijfsleven met betrekking tot het
meen welzijn en de gezondheid van
ressante en/of actuele thema’s
welzijn van haar werknemers. Deze
een persoon te behouden en/of te
en onderwerpen. Een aantal
manier van masseren heeft zijn
verbeteren.
hiervan is reeds in deze studie-
sporen inmiddels verdiend als dé
gids omschreven, maar voor een
behandelmethode op de werkplek,
Aromatherapie is een holistische
compleet overzicht verwijzen wij
maar ook tijdens evenementen.
therapie, dit betekent dat het uitgaat
u door naar onze website.
van de totale mens, zowel lichaam als
Onderwerpen
Een stoelmassage wordt gegeven op
geest. Bij aromatherapie worden de
een speciaal ontworpen stoel, waar-
etherische oliën, ook wel essentiële
door de cliënt comfortabel kan zitten
oliën genoemd, voornamelijk uitwen-
• Aromatherapie
en de masseur het beste kan masse-
dig toegepast. Via de huid komen be-
• Bamboemassage
ren. Er wordt gewerkt op drukpunten,
standdelen van de oliën in het lichaam
• Harsen voor pedicures, sport- en
door de kleding heen. Deze drukpun-
terecht, waardoor ze zo hun invloed
wellnessmasseurs
ten zijn punten die kunnen worden
uitoefenen op de inwendige mens.
• Hormonen, overgang
spieren, triggerpoints én acupres-
Na het theoretisch behandelen van
• Hotstonemassage
suurpunten. Na een gedegen theore-
alle etherische oliën en hun chemi-
• Indian head massage
tische voorbereiding, leert de student
sche samenstelling, de wijze van
• Lomi-Lomi massage
volgens een vast basisprotocol te
vervaardigen en de geneeskrachtige
• Masseren en combineren
werken en kan deze na afloop een
werking maakt de student kennis met
• Naildesign
effectieve stoelmassagebehandeling
alle gangbare behandeltechnieken.
• Penseelmassage
van 15 á 20 minuten uitvoeren.
Ook de basisoliën komen aan bod om
• Snijzaalbezoek Erasmus MC
vervolgens praktisch met de aroma-
• Stempelmassage: Dode Zee-zout
en chocolademassage
gezien als belangrijke plekken in/op
Examen
therapie aan de slag te gaan.
ESPO-accrediatie en het diploma ‘ESPO-stoelmasseur’ dient de cursus met een suc-
Gedurende de praktijklessen leert de student onder andere het
cesvol verlopen
maken van crèmes,
praktijkexamen te
badzout, pakkingen,
worden afgeslo-
kompressen en
ten. Voordat een
massageolie.
student aan dit examen kan deelnemen dient deze
Vooropleiding Voor deelname
eerst 25 ‘oefen-
aan de cursus
cliënten’ te heb-
is geen voor-
ben behandeld.
opleiding vereist.
Vooropleiding Voor deelname aan de cursus is geen vooropleiding vereist.
gezicht • Stempelmassage: Dode Zee-zout
Om in aanmerking te komen voor
lichaam • Thuismake-up • Voet- en onderbeenmassage voor (medisch) pedicures • Wellnesspakkingen en -behandelingen
19
Algemene informatie Huiswerk- en/of studiebegeleiding
Geldigheidsduur modules
Vakkleding
Eénmaal per week, op een vaste tijd
Het is soms mogelijk om een opleiding
Op het instituut wordt uitsluitend in
die wordt meegedeeld aan het begin
over een langere periode te spreiden.
witte vakkleding gewerkt. De student
van de opleiding, kunnen studenten
Na het behalen van alle modules ont-
wordt hierover geïnformeerd.
op het instituut terecht voor één uur
vangt de student het diploma.
Examenkosten
huiswerk- en/of studiebegeleiding. Tijdens dit uur zal één van onze
Aanmelden
De examenkosten worden jaarlijks
docenten beschikbaar zijn voor het
Mocht u besluiten om uzelf voor een
door de betreffende instanties vast-
beantwoorden van vragen met betrek-
opleiding of cursus (digitaal) aan te
gesteld en worden rechtstreeks door
king tot het opgegeven huiswerk en
melden, dan dient u een compleet
het examenbureau aan de student in
het geven van advies en begeleiding
ingevuld inschrijfformulier aan ons toe
rekening gebracht. Wijzigingen zijn
met betrekking tot de studie in het
te zenden.
voorbehouden aan de examinerende instanties.
algemeen. Uiteraard is dit ook op een ander tijdstip mogelijk. Er dient dan
Indien van toepassing, wordt u uitgeno-
wel eerst een afspraak te worden
digd voor een kennismakingsgesprek
Vakanties
gemaakt.
waarin zal worden getracht al uw vra-
De vakantieperiodes komen zoveel
gen te beantwoorden. Vervolgens kan
mogelijk overeen met de door het
Beroepsvorming
worden overgegaan tot de onderteke-
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
IVS Opleidingen ziet het als één van
ning van de definitieve overeenkomst
Wetenschappen officieel vastgestelde
haar taken de student te begeleiden in
tussen het instituut en de student.
vakantieperiodes voor de regio’s. In
de ontwikkeling van het beroepsbeeld.
sommige gevallen kan hiervan af-
Denk hierbij aan het bezoeken van
Onze opleidingen en cursussen zul-
geweken worden. De exacte vakan-
bedrijven en beurzen gericht op de
len uitsluitend doorgang vinden bij
tietijden zullen steeds tijdig bekend
branche. Tevens zullen er activiteiten
voldoende inschrijvingen. Wijzigingen
worden gemaakt.
georganiseerd worden in de vorm van
in lestijden en lesdagen zijn voorbe-
lezingen met informatie gericht op het
houden.
Algemene voorwaarden Op de afgesloten overeenkomst
beroep. Het opleidingsinstituut zal alle mogelijkheden aangrijpen om van
Samenwerking
zijn de cursusvoorwaarden van IVS
onze studenten vakmensen te maken.
IVS Opleidingen is aangesloten bij een
Opleidingen van toepassing. Deze
samenwerkingsverband voor scho-
voorwaarden zijn gedeponeerd bij de
Vooropleiding
len in de uiterlijke verzorging. Deze
K.v.K. te Dordrecht onder nummer
Om met goed gevolg aan de les-
organisatie staat open voor particu-
51997223 en zijn te allen tijde bij het
sen te kunnen deelnemen is een
liere opleidingsinstituten, die voor de
instituut opvraagbaar.
vooropleiding niet vereist, maar is
kwalificatie schoonheidsspecialist en
VMBO-niveau gewenst. Dit betekent
kwalificatie voetverzorger opleiden
dat niemand wordt uitgesloten op
zoals in de Wet Educatie Beroepson-
puur theoretische gronden, omdat de
derwijs (WEB) is bepaald.
beroepen in hoofdzaak praktisch van aard zijn. Het latere zakelijk succes in
Termijnbetalingen
de maatschappij hangt meer af van
Voor studenten onder de leeftijd van
praktische kwaliteiten, contactuele
18 jaar, dient het inschrijfformulier te
eigenschappen en zakelijk inzicht, dan
worden (mede) ondertekend door één
van theoretische kennis. Toch moet
van de ouders of wettelijke vertegen-
het theoretische niveau van de oplei-
woordigers. Bij een groot aantal defini-
dingen niet worden onderschat.
tieve inschrijvingen kan een opleiding volgeboekt raken.
IVS Opleidingen Spuiweg 105-109 3311 GT Dordrecht Telefoon: (078) 6144934 Revisie 05042013