05048_Ardennen_h00 t/m h00
21-07-2005
10:24
Pagina XIV
Inleiding – een sombere midwinter
In de eerste dagen van september 1944 schreef het Britse leger een van zijn meest befaamde wapenfeiten op zijn naam. Nadat het in tien weken van meedogenloze en uitputtende strijd in operatie Overlord de Wehrmacht uit Normandië verdreven had, rukten zijn drie pantserdivisies vanuit de dodenakkers van Falaise-Argentan op naar het noorden. Mijn divisie (waarin ik pelotonscommandant was van de Royal Horse Artillery) was de 11de Pantserdivisie, onder bevel van generaal-majoor ‘Pip’ Roberts, ongetwijfeld de meest ervaren bevelhebber van tankformaties in het Britse leger. Met zijn angstaanjagende embleem, de Black Bull, rukte de divisie onstuitbaar op door Vlaanderen en nam na een gewaagde nachtelijke aanval Amiens in, waarbij luitenant-generaal Eberbach in bed verrast werd! De divisie stootte door naar het noorden en overmeesterde in een verbluffende slag de zo belangrijke haven van Antwerpen en het garnizoen van 15.000 man. Met grote hulp van het Belgische verzet werd het uitgestrekte havenkwartier ingenomen vóór de Duitsers dat konden saboteren. In totaal betrof het vijftig kilometer werven en kades, 632 kranen en takels en achtduizend vierkante kilometer opslagruimte. Men had er een opslagruimte voor olie van 450 miljoen liter. In Antwerpen konden uiteindelijk dagelijks 40.000 ton brandstof, smeerolie, munitie, voedsel, wapens en versterkingen aan land gebracht worden. Er was een omvangrijke bevoorrading nodig voor de gigantische inspanningen konden worden geleverd die nodig waren om de barrière van de Siegfriedlinie te slechten. Ook moesten de Rijn en nog vier andere waterbarrières worden overgestoken, om uiteindelijk Bremen en Hamburg in te kunnen nemen en aan te kunnen sluiten bij de Russische legers aan de Baltische kust. Het had lang geduurd voordat generaal Eisenhower en veldmaarschalk Montgomery zich realiseerden dat de logistieke strijd om de bevoorrading moest worden gewonnen, en snel ook. Operatie Market Garden, die briljante, mislukte, Brits-Amerikaanse poging om de Rijn over te steken, leidde het geallieerde ‘topmanagement’ af. Adolf Hitler liet zich echter niet van de wijs brengen. Hij beval zijn troepen in de forten bij de rivier de Schelde en op het eiland Walcheren tot de laatste man te vechten om te voorkomen dat de haven van Antwerpen door de geallieerden zou kunnen worden gebruikt. Ik heb het verhaal over dit slagveld verteld in mijn boek Smashing the Atlantic Wall. Toen de haven op 28 november werd geopend, gaf Hitler het bevel de helft van zijn V1(vliegende bom)- en V2-langeafstandsraketten (meer dan tienduizend) af te vuren op de haven van Antwerpen en op de stad zelf. Hij droeg de onderzeeboten en de torpedojagers die hem nog ter beschikking stonden, op om geallieerde transportschepen tot zinken te brengen en mijnen te leggen in de monding van de Schelde.
– XIV –
05048_Ardennen_h00 t/m h00
21-07-2005
10:24
Pagina XV
inleiding – een sombere midwinter
Het geallieerde oppercommando had zich het belang van Antwerpen niet gerealiseerd. Eisenhower moest Montgomery zelfs het bevel geven Canadese en Britse troepen in te zetten voor de inname van de haven. Vervolgens realiseerde het geallieerde oppercommando zich niet hoeveel Hitler er aan gelegen zou zijn Antwerpen te heroveren. Dit boek is het verhaal over een enorm, geheim en gewaagd plan van Hitler om Antwerpen te heroveren en misschien de grootste delen van de Britse en Canadese (en twee Amerikaanse) legers gevangen te nemen. Hij noemde het plan misleidend Wacht am Rhein (het ging niet om de Rijn, en van de wacht houden was al evenmin sprake!) Zijn tweede naam voor het plan was Herbstnebel (herfstmist), aangezien hij de bewolking, sneeuw en regen aan zijn zijde wilde hebben om de geallieerde luchtstrijdkrachten te kunnen vernietigen. De Angelsaksische wereld gebruikte de naam Battle of the Bulge, Ardennes 1944/45 (strijd om de heuvel). Wij hanteren de naam Ardennenoffensief. Dit offensief begon twee weken nadat de eerste geallieerde schepen in Antwerpen aankwamen. Het zou de grootste en felste grondoorlog worden die de Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog voerden. Op een gigantische oppervlakte bevochten bijna een miljoen manschappen elkaar meedogenloos met pantservoertuigen en aanvalsgeschut, in de sneeuw, in de kleine gehuchten en langs de riviervalleien. In de veertig dagen die de strijd duurde, vonden er talloze felle luchtgevechten plaats, meestal overdag, vaak ook ’s nachts. Boven het slagveld maakten de gevreesde geallieerde jachtbommenwerpers, door de Duitsers ‘Jabos’ genoemd, hun duikvluchten om een spoor van vernielingen achter te laten. Soms diende zich ook de Luftwaffe aan, overdag voor beschietingen, ’s nachts voor bombardementen. Het Amerikaanse opperbevel stond aanvankelijk voor een complete verrassing, ondanks het feit dat de geallieerden tientallen berichten hadden ontcijferd die hen hadden moeten waarschuwen. Maar met enige omstreden hulp van veldmaarschalk Bernard Montgomery reageerden de Amerikanen snel. ‘IJzervreter’ generaal Patton stuurde een van zijn legerkorpsen om te proberen het belegerde Bastogne te ontzetten, waar de dappere Amerikaanse 101ste Luchtlandingsdivisie ‘Screaming Eagles’ standhield. De Führer, als een zwarte spin op het Adlerhorst, bedacht een hele serie briljante plannen – Wacht am Rhein, Greif (griffioen), Stösser (havik), Bodenplatte (funderingsplaat) en Nordwind. Om diverse redenen, waaronder geluk, het weer, de onverzettelijke Amerikaanse speciale gevechtseenheden die de Duitse Kampfgruppen bestreden en de overheersing van de Amerikaanse en Britse luchtmacht, leidden ze alle tot niets. Maar het had niet veel gescheeld. Er bevonden zich aan beide zijden helden in overvloed – zeventien Amerikaanse soldaten verdienden de zeldzame Congressional Medal of Honor, naast de dappere verdedigers van de Losheim-pas, St. Vith en de tweelingsteden Bastogne en Clervaux. Ook aan Duitse zijde waren er helden. Generaals die de lei-
– XV –
05048_Ardennen_h00 t/m h00
21-07-2005
10:24
Pagina XVI
het ardennenoffensief
ding hadden aan het front, zoals Von Manteuffel en Bayerlein, en leiders als Otto Remer, de controversiële luitenant-kolonels Peiper, Von der Heydte en Skorzeny. De pantsertroepen van de Waffen SS lieten spijtig genoeg een spoor van vermoorde soldaten en Belgische burgers achter zich. Ik mag hier melding maken van een bescheiden persoonlijk aandeel. De 29ste Pantserbrigade, die deel uitmaakte van de 11de Pantserdivisie en die gewoonlijk door mijn regiment beschermd werd, was betrokken bij Montgomery’s achterhoedeoperaties boven de Maas. Ik was in Brussel (herstellend van verwondingen), toen de Luftwaffe luidruchtig en succesvol drie vliegtuigbases van de Royal Air Force beschoot en bombardeerde, op nog geen kilometer daarvandaan. Winston Churchill, die het verloop van de strijd volgde en het wisselende succes van de gevechten gadesloeg, moest maarschalk Josef Stalin in Moskou vragen ‘of we kunnen rekenen op een groot Russisch offensief in januari.’ Op 6 januari was in zijn woorden ‘de strijd in het westen zeer zwaar.’ Maar toen het allemaal voorbij was schreef Churchill: ‘Onze latere gevechten aan de Rijn werden, hoewel ze zwaar waren, ongetwijfeld vergemakkelijkt.’ De drie Duitse legers werd zeer zware schade toegebracht.
– XVI –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 24
hoofdstuk 5
Hitlers plannen voor een groot tegenoffensief
Hitler was er stellig van overtuigd dat iedere coalitie van zulke uiteenlopende tradities en politieke doeleinden als die van Rusland, Amerika, het Britse Imperium (zoals hij het verenigd Koninkrijk en de Britse gebiedsdelen zag) en Frankrijk onvermijdelijk ‘met een klap ten onder zou gaan’. Hij was er zeker van dat hij met de geallieerden in het westen een wapenstilstand zou kunnen sluiten, om zich daarna met onverdeelde aandacht op het Russische front te kunnen richten en Joseph Stalin er uiteindelijk toe te dwingen om vrede te smeken. Het Derde Rijk zou dan redelijk intact blijven, hoewel de veroverde Europese landen (Frankrijk, België en waarschijnlijk Nederland en Italië) prijs zouden moeten worden gegeven. Bovendien maakten de rapporten van zijn inlichtingendiensten hem duidelijk dat er in de hogere kringen van de geallieerden sprake was van wrijvingen, waarbij de generaals elkaar bestreden en de vrijmoedige Engelstalige pers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan hun politieke leiders kritiseerden. ‘Verdeel en heers’ is de oudste en meest succesvolle list aller tijden. Het was Hitler en zijn opperbevelhebbers duidelijk dat een eventueel grootschalig tegenoffensief aan het oostelijke front weinig zou kunnen inbrengen tegen de hordes van het Rode Leger. Maar een beslissende operatie om Antwerpen terug te veroveren en de Britse en Canadese legers te omsingelen en van elkaar te scheiden (en het Amerikaanse bij wijze van toegift), leek een plausibel scenario. Een tweede ‘Duinkerken’ zou Churchill dwingen over vrede te onderhandelen, wat president Roosevelt ervan zou kunnen weerhouden het conflict voort te zetten. Winston Churchill dacht dat de Duitsers er verstandig aan zouden doen om al hun troepen achter de Siegfriedlinie terug te trekken, met de grote barrière van de Rijn als tweede verdedigingslinie. Het doorbreken van beide linies zou de geallieerden waarschijnlijk onacceptabele verliezen kosten. Hij wist dat de Amerikaanse legers die in en rond Aken, de Vogezen en het Hürtgenwald vochten, zware verliezen leden. Hij kan ingeschat hebben dat Eisenhower en Churchill zich in de herfst van 1944 in toenemende mate zorgen maakten over de sterkte van de troepenmacht. Generaal Alfred Jodl, operationeel chef van het Oberkommando der Wehrmacht, was ‘er ook van overtuigd dat de Russen dermate veel troepen aan het oos-
– 24 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 25
5 – hitlers plannen voor een groot tegenoffensief
afb. 5 – Hitler verleent generaal van de Waffen SS ‘Sepp’ Dietrich’ het Ritterkreuz mit Eichenlaub des Eisernen Kreuzes. Dietrich voerde het bevel over het 6de SS Pantserleger in de Ardennen (HU 40125, Imperial War Museum)
telijk front hadden, dat zelfs al zou de in het geheim opgebouwde troepenmacht van Hitler erin slagen de dertig Russische divisies te verslaan, dat geen verschil zou maken voor het uiteindelijk resultaat. Aan de andere kant zou het verlies van dertig divisies voor de geallieerden aan het westelijk front – misschien de helft van hun invasieleger – betekenen dat ze vernietigd zouden worden of omsingeld zouden raken. Dan moesten ze wel om vrede vragen.’ Op de Führerconferentie van 1 september sprak Hitler enkele profetische woorden. Hij zou de geallieerde opmars bij de Siegfriedlinie, de Moezel en de Vogezen stuiten. De komende winter zou ‘mist, nachtelijk duister en sneeuw’ brengen en dat zou ‘een geweldige kans’ bieden. Begin september vond een bijeenkomst van het opperbevel van de Wehrmacht – de dagelijkse briefing op de Wolfsschanze – plaats met Alfred Jodl en zijn adjudant Herbert Buchs. Daar werd terloops over de Ardennen gesproken. Dit dichtbeboste gebied in België en Luxemburg was de plaats waar de geallieerden waarschijnlijk het zwakst waren, met slechts vier of vijf Amerikaanse divisies die het hele omvangrijke gebied moesten verdedigen. Hitler beet zich onmiddellijk in het onderwerp vast. Opeenvolgende bijeenkomsten op de 16de en de 25ste septem-
– 25 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 26
het ardennenoffensief
afb. 6 – Generaal veldmaarschalk Walther Model, de ‘brandweerman’ van de Führer, opperbevelhebber van de Duitse Legergroep B (MH 12850, Imperial War Museum).
ber stonden in het teken van Hitlers gedachten en voorlopige plannen. Het Schwerpunkt (het zwaartepunt) van een massaal offensief om bruggenhoofden over de Maas in te richten en de opmars naar Antwerpen te maken, zou de taak worden van vier SS pantserdivisies van het 6de SS Pantserleger. Hitler gaf daarmee blijk van zijn vertrouwen in de SS, die nog steeds voornamelijk uit vrijwilligers bestond. Het betekende ook dat hij de Wehrmacht, wier officieren getracht hadden hem tijdens
– 26 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 27
5 – hitlers plannen voor een groot tegenoffensief
de putsch in juli om het leven te brengen, niet helemaal vertrouwde! De betrouwbare maarschalk Gerd von Rundstedt zou in naam aan het hoofd staan van Hitlers grote tegenaanval. Er zouden tegelijkertijd drie legers aanvallen onder de 3de Legergroep, onder bevel van Hitlers toenmalige gunsteling, veldmaarschalk Walther Model. Het 6de SS Pantserleger – de spits – zou onder bevel komen van Joseph ‘Sepp’ Dietrich, een van Hitlers oudste kameraden. Dit was een expert in de gewapende oorlogvoering, een taaie, ruwe, ex-slager, onverschrokken en loyaal, maar tot een veel te hoge functie bevorderd. Göring zei dat ‘hij een divisie kon leiden, meer niet.’ Zijn bekwame stafchef, generaal-majoor Fritz Krämer, zou Dietrich vertellen wat hij moest doen! De Waffen-SS had nu de 1ste SS Pantserdivisie ‘Leibstandarte Adolf Hitler’, de 2de SS Pantserdivisie ‘Das Reich’, de 9de SS Pantserdivisie ‘Hohenstaufen’ en de 12de SS Pantserdivisie ‘Hitler Jugend’ op sterkte gebracht. Het 5de Pantserleger zou onder bevel komen te staan van een van Hitlers gunstelingen, generaal der pantsertroepen Hasso von Manteuffel, een kleine, energieke, dappere cavalerieofficier: een Pruis die zich tegenover de Führer durfde te uiten en een zeer loyaal bevelhebber, die van het Oostfront kwam. De voornaamste aanvalsmacht bestond uit de 2de, de 9de en de 130ste Pantserdivisie Lehr (briljante prestatie in Normandië) en de 116de ‘Windhund’ Pantserdivisie. Het Duitse 7de Leger, voornamelijk samengesteld uit infanteriedivisies en onder bevel van generaal der pantsertroepen Erich Brandenberger, zou de zuidflank van de aanval beschermen. Brandenberger, een bekwame generaal, was ondanks zijn bril en schoolmeesterachtige voorkomen een gerespecteerd bevelhebber. Hij had zes Volksgrenadierdivisies, de 15de Pantsergrenadierdivisie en de 5de Luchtlandingsdivisie, maar geen pantserdivisie. De nieuwe Volksgrenadierdivisies moesten voor het eerst als eenheden in actie komen – de 12de, 18de, 26ste, 62ste, 79ste, 167ste, 212de, 246ste, 272ste, 276ste, 277ste, 326ste, 340ste, 352ste en het 560ste”. Op 8 oktober maakte Jodl een voorlopig plan voor het Ardennenoffensief met een legermacht van 32 divisies (12 pantserdivisies of pantsergrenadierdivisies, 2 parachutistendivisies en 18 infanteriedivisies). Daarbij kwamen 5 gemotoriseerde luchtdoelafweerregimenten, twaalf artilleriekorpsen en tien brigades met raketwerpers, plus bataljons van de genie en verbindingsdienst. De Luftwaffe zou ongeveer 1500 vliegtuigen ter beschikking stellen, waaronder honderd van het nieuwe type straalvliegtuig. Op de ochtend van 22 oktober kregen Von Rundstedt en Model het bevel hun stafchefs, generaal der cavalerie Siegfried Westphal en generaal der infanterie Hans Krebs, naar de Wolfsschanze te sturen, waar hen het plan voor de operatie Wacht am Rhein werd uiteengezet. Het is in dit stadium van het verhaal interessant om enig inzicht te krijgen in wat enkele van Hitlers vertrouwde generaals dachten (en later zeiden) over diens capaciteiten. Generaal Guderian schreef: ‘Hitler was ervan overtuigd dat alleen hij
– 27 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 28
het ardennenoffensief
wist wat er gedaan moest worden. Hij sloot zichzelf op in zijn bunker, voerde geen persoonlijke gesprekken meer en beval dat elk woord dat hij uitte, zou worden vastgelegd. Hij verloor zichzelf meer en meer in een theoretische wereld die geen basis had in de realiteit! Hij bestudeerde urenlang kaarten. Hij had een formidabel geheugen. Hij kende alle vitale gegevens van zijn oorlogsmachinerie, op de grond, in de lucht en onderzee.’ De jonge Von Manteuffel, die zo bekwaam het bevel had gevoerd over de divisie Gross Deutschland dat Hitler hem vaak naar de Wolfsschanze ontbood om spoedmisies te bespreken en hem te raadplegen over problemen van de pantseroorlog, schreef: Hitler had een magnetische, zelfs hypnotiserende persoonlijkheid. Ik wist, omdat ik hem goed had leren kennen, hoe ik hem bij de les moest houden en mijn eigen argumenten kracht moest bijzetten. Hitler had veel militaire literatuur gelezen en was ook gek op het luisteren naar militaire lezingen. Door zijn persoonlijke ervaring uit de Eerste Wereldoorlog als gewoon soldaat [korporaal] wist hij zeer veel over oorlogvoering op lager niveau – de eigenschappen van de verschillende wapens, het effect van het terrein en het weer en de mentaliteit en het moreel van troepen. Aan de andere kant had hij geen idee van de hogere strategische en tactische combinaties. Hij begreep goed hoe een enkele divisie bewoog en vocht, maar niet hoe hele legers opereerden. Hij had een echte flair voor strategie en tactiek, in het bijzonder voor verrassingsoperaties. Hitler luisterde meestal niet de naar de argumenten van de oudere generaals, die hij wantrouwde, maar had een hele andere houding ten opzichte van jongere mannen en nieuwe ideeën. Hij was gek op revolutionaire ideeën. Helaas stond hij erop dat geen enkel veroverd terrein moest worden prijsgegeven, ongeacht de consequenties. Lang nadat zijn plannen waren mislukt, stond Hitler erop dat de aanval werd voortgezet. Hij verbood elke voortijdige terugtrekking. [Gedurende de herfst van 1944 telde de Wehrmacht elke maand ongeveer 10.000 gesneuvelden.] Het plan voor het Ardennenoffensief werd volledig opgesteld door het OKW (Oberkommando der Wehrmacht) onder generaal Wilhelm Keitel. Het werd ons toegestuurd als een kant-en-klaar ‘bevel van de Führer’. De beschreven doelstelling was een beslissende overwinning in het westen door twee pantserlegers in te zetten – het 6de onder Dietrich en het 5de onder mij. Het 6de moest noordoostelijk de Maas oversteken tussen Luik en Huy (Hoei), en oprukken naar Antwerpen. Dit leger was het sterkste en had de hoofdrol. Mijn leger moest oprukken langs een meer golvende lijn, de Maas oversteken tussen Namen en Dinant en oprukken naar Brussel om de flank te ondersteunen. Op de derde of vierde dag moest het 15de Leger [dat uit het Pas de Calais kwam en hernoemd was tot 7de leger] met behulp van het speciaal versterkte 12de SS-korps onder generaal Blumentritt een aanval doen vanuit het noordoosten richting de Maas bij Maastricht om de 6de Pantserdivisie bij zijn
– 28 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 29
5 – hitlers plannen voor een groot tegenoffensief
aanval op Antwerpen te ondersteunen. De Führer dacht dat het Ardennenoffensief tegen die tijd een groot deel van de Amerikaanse reserves ter ondersteuning richting de Amerikanen zou hebben getrokken, zodat deze secundaire aanval, alhoewel minder krachtig, een kans van slagen zou hebben. Het doel van het hele offensief was het afsnijden van het Britse leger van zijn bevoorradingslijnen en het zo te dwingen om zich terug te trekken.
Hitler herinnerde zich zeker met grote trots de Panzerblitzkrieg van mei 1940, toen zijn Legergroep A onder Von Rundstedt met tien tankdivisies door de dicht beboste valleien van de Ardennen voortraasde. Hij verklaarde op 17 mei 1940 op het hoofdkwartier van Von Rundstedt dat op dat moment van de overwinning ‘de hele wereld luisterde’. Hoewel het terrein zeker niet ideaal was voor tanks, waren die hem toen zeer van pas gekomen. Waarom niet opnieuw, vier jaar later? Toen veldmaarschalk Von Rundstedt op 24 oktober het plan te zien kreeg was zijn reactie (na de oorlog, ten overstaan van Basil Liddell Hart): ‘Ik was verbijsterd. Hitler had me niet geraadpleegd over de haalbaarheid van het plan. Het was me duidelijk dat de beschikbare troepenmacht veel te gering was voor zo’n uiterst ambitieus plan. Model was dezelfde mening toegedaan als ik. In feite geloofde geen enkele soldaat erin dat het doel, Antwerpen bereiken, werkelijk haalbaar was. Maar ik wist zolangzamerhand wel dat het geen zin had om tegen Hitler te protesteren over de haalbaarheid van wat dan ook. Nadat ik had overlegd met Model en Von Manteuffel had ik het idee dat de enige mogelijkheid om Hitler van dit bizarre plan af te brengen, was hem een alternatief voorstel te doen dat hem zou bevallen en dat beter uitvoerbaar zou zijn. Dit was het plan voor een beperkt offensief met het doel om de geallieerde voorhoede rond Aken af te knijpen.’ Von Manteuffel zag in dat de strategische posities gebrekkig waren en dat de flanken versterkt zouden moeten worden. De munitievoorraden waren inadequaat. De geallieerde superioriteit in de lucht zou een te grote handicap vormen. Bovendien waren in Engeland sterke geallieerde versterkingen voorhanden, waaronder divisies van de luchtmacht. Het goede wegennetwerk ten noorden van de Maas zou de geallieerde tegenaanvallen vergemakkelijken.
Het Schwerpunkt van Dietrichs Waffen-SS Vóór de oorlog was Hitlers Schutzstaffel (SS) met zijn drie divisies het equivalent van de militaire staatspolitie. Hitler was paranoïde en zag overal samenzweringen. Hij wantrouwde de meeste van zijn generaals. Hij halveerde de operationele macht van het OKW (Oberkommando der Wehrmacht) en het OKH (Oberkommando des Heeres, dat de dagelijkse leiding had over de operaties aan alle fronten). In 1941 beperkte zich het OKW tot het Russische front, en het OKH tot alle andere oorlogsterreinen. De enige coördinerende schakel tussen het OKW en het OKH werd gevormd door Hitler en zijn eigen kleine persoonlijke staf. Om te proberen te ver-
– 29 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 30
het ardennenoffensief
mijden dat er een staatsgreep tegen hem zou worden gepleegd, moedigde hij Göring en Himmler aan om privélegers te formeren. Hitler had alleen echt vertrouwen in de loyaliteit van de Waffen-SS (de gewapende SS) jegens hem. Die werd vanaf 1941 snel uitgebreid tot dertig elitedivisies. In de campagne in Normandië, toen de Wehrmacht er kennelijk niet in slaagde de overhand te krijgen, beval Hitler veldmaarschalk Rommel een formidabele reeks tegenaanvallen te ondernemen en werden vier SS-divisies ingezet, de 9de en 10de uit Polen, de 1ste uit België en de 2de (reserve) bij St.-Lo. Door meedogenloze druk uit te oefenen op deze SS-divisies, zowel op de grond als vanuit de lucht, wisten Montgomery en Bradley, onder commando van Eisenhower, deze troepen geleidelijk aan uit te putten en te omsingelen in de pas van Falaise-Argentan. Alle vier de SS-divisies werden gereduceerd tot een paar honderd man met zelden meer dan een dozijn tanks. Ze hergroepeerden zich niettemin, meestal onder dezelfde bevelhebbers, en werden nu samengevoegd onder bevel van de nogal domme en ruwe ‘Sepp’ Dietrich. De namen van de divisies getuigen van hun loyaliteit aan de Führer. De 1ste was de Leibstandarte Adolf Hitler (de lijfwacht van Adolf Hitler). De 2de was Das Reich en de twee regimenten pantsergrenadiers waren Deutschland en Der Führer. De 9de was de Hohenstaufen en de 12de was de Hitler Jugend, samengesteld uit de zeventienjarige titanen die in Normandië superieur gevochten hadden, en daar enorme verliezen hadden geleden. Er overleefden maar driehonderd jongens met tien tanks! Generaal Dietrich kreeg de eer Antwerpen in te nemen en Von Manteuffel om Brussel te veroveren via Namen. De makkelijkste route naar de Ardennen was via de pas van Losheim, die werd toegewezen aan het 5de Pantserleger, dat uiteindelijk het dichtst bij de bruggen over de Maas zou komen. Zelfs Hitlers oude kameraad, generaal (SS Obergruppenführer/generaal) ‘Sepp’ Dietrich was sceptisch: ‘Alles wat Hitler me opdraagt, is een rivier over te steken, Brussel in te nemen en daarna Antwerpen in te nemen! En dat in de slechtste tijd van het jaar, door de Ardennen, waar de sneeuw tot aan je middel komt en er niet genoeg ruimte is om vier tanks voorop te laten gaan, laat staan een aantal pantserdivisies. Waar het om acht uur licht wordt en om vier uur weer donker is en dat met gehergroepeerde divisies die bestaan uit kinderen en zieke oude mannen – en met Kerstmis! Later merkte Von Rundstedt op: ‘Antwerpen? Als we de Maas bereiken kunnen we God al op onze blote knieën danken – laat staan dat we proberen Antwerpen te bereiken.’ Op vier november werd een gewijzigd plan, een nogal verstandig plan, naar het OKW gestuurd en aan Hitler voorgelegd, onder de voorwaarde dat met enige operatie van deze omvang niet vóór 10 december zou kunnen worden begonnen. Het plan van Von Rundstedt hield in, dat het 15de Leger (nu het 7de) ten noorden van Aken een aanval zou uitvoeren richting Maastricht. Het 6de SS Pantserleger zou ten zuiden van Aken aanvallen met de bedoeling een brug over de Maas te verove-
– 30 –
05048_Ardennen_h01 t/m h10
21-07-2005
10:24
Pagina 31
5 – hitlers plannen voor een groot tegenoffensief
ren ergens in de buurt van Luik. Daarna zou het 5de Pantserleger toeslaan vanuit het Eifelplateau richting Namen. Als de tegenstander tekenen van instorting vertoonde, dan zou men richting Antwerpen optrekken. Zoals te voorzien was, verwierp Hitler het plan van zijn generaals. Alan Moorehead schreef in Eclipse dat hij het plan van Von Rundstedt een van de meest fantasierijke en gedurfde voorstellen vond van de hele oorlog. Eisenhowers legers zouden doormidden gesneden worden. Vier geallieerde legers zouden vast komen te zitten in Nederland en België. Als Antwerpen zou zijn ingenomen, zou er geen ontsnappingsroute meer zijn naar de zee: ‘Als het westelijk front er niet meer zou zijn, zou Hitler een goede kans hebben gehad de Russen nog een winter tegen te houden. Als dan in de zomer de V1 en de V2 en de door raketten en straalmotoren aangedreven gevechtstoestellen in massaproductie konden worden genomen, en ook een nieuwe generatie onderzeeboten, ja dan zou alles mogelijk zijn als het Rijk heelhuids door de zomer van 1945 zou komen. Ze zouden zelfs een apart vredesvoorstel kunnen doen aan Rusland. Hitler zou tegen Moskou kunnen zeggen: “Kijk, jullie zien dat de geallieerde positie in het westen hopeloos is, laten we het eens worden en de oorlog beëindigen”.’ Hitler had, sinds hij in januari 1933 kanselier was geworden, enorme risico’s genomen, en bijna steeds goed gegokt. Hij had Europa veroverd, min of meer zoals hij dat had aangekondigd in Mein Kampf. Stalingrad, Tunis en het uiteindelijke debacle in Normandië waren immense tegenslagen. Met de enorme mankracht van het Derde Rijk en zijn miljoenen slavenarbeiders en met Hitlers verbijsterende controle over Duitsland, zouden zijn plannen voor het grootste gevecht ooit in de Tweede Wereldoorlog zijn laatste gok zijn.
– 31 –