^ / ^
^f
Gemeente
Roosendaal
0024357
Datum:
15 juni 2010
Van:
het college van burgemeester en wethouders
Aan:
de raad van de gemeente Roosendaal
Kopie aan:
Burgemeester; alle directieleden; alle afdelingshoofden
Raadsmededeling
Nr.:
Onderwerp: Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010 Bijlage:
1 (Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010)
Inleiding In 2004 is in Roosendaal gestart met de verdere professionalisering van de handhaving. In dat kader is door uw raad, op 29 april 2004, de Beleidsnota Handhaving ("Programmatisch handhaven, dé manier van werken in Roosendaal") vastgesteld. Het doel van dat beleid is het verbeteren van de integraliteit en de onderiinge afstemming van de handhaving. Onderdeel van het programmatisch handhaven vormt de jaariijkse vaststelling van een uitvoeringsprogramma.
Doel Door middel van deze raadsmededeling handhavinginspanningen in 2010.
wordt
uw
raad
geïnformeerd
over
de
toezicht-
en
Informatie In het gemeentelijke beleid is onderkend, dat het optimaal handhaven van alle aspecten van wet- en regelgeving een omvangrijke taak is. Optimaal handhaven is alleen te realiseren door een fors beslag te leggen op de middelen van de gemeente. Dat is niet realistisch zodat keuzen moeten worden gemaakt. Daartoe zijn op 20 december 2005 per beleidsveld prioriteiten vastgesteld in de nota "Verbreding en verdieping programmatisch handhaven in Roosendaal". Bij het opstellen van het Gemeentelijke Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010 is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: • De nadruk ligt op de handhaving van de regels voor veiligheid en gezondheid, evenals de regels ter voorkoming van overiast voor de leefomgeving of aantasting van de ruimtelijke kwaliteit. • Het verbeteren het veiligheidsgevoel bij de burgers, gericht op de versterking van de integrale aanpak van sociale en fysieke aspecten van veiligheid. In de veiligheidsketen staat de samenhang van preventie, repressie, nazorg en handhaving voorop. • De burgers, instellingen en bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van regels. De gemeente rekent erop dat alle partijen spontaan deze verantwoordelijkheid nemen. Het is de taak van de gemeente toe te zien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Daar waar dat niet het geval is worden maatregelen genomen om de gestelde voonwaarden af te dwingen. • Bij ernstige overtredingen, waarbij de veiligheid en/of gezondheid in het geding is en/of een onomkeerbare situatie dreigt, volgen direct bestuursrechtelijke maatregelen. • De beschikbare capaciteit wordt ingezet al naar gelang de prioriteit van de handhavingopgave. Hoe hoger de prioriteit, hoe intensiever het toezicht op naleving van de rechtsregels. In het coalitieakkoord 2010 - 2014 "Kiezen vanuit kracht en vertrouwen" is gekozen voor drie speerpunten die aansluiten bij de leefomgeving van de inwoners. De drie onderstaande speerpunten zijn benoemd: • Vitale wijken en dorpen; • Veilige leefomgeving; • Krachtige economie. Deze speerpunten vinden hun vertaling in dit uitvoeringsprogramma. Vooral de handhavingopgaven Courage / Credo, Kamerverhuur en Huisvesting Arbeidsmigranten, Jeugd en Sociale Veiligheid alsmede Schoon dragen bij aan het bereiken van het beschreven streefbeeld 2014: "Roosendaal is in 2014 een veilige gemeente waarin inwoners zich op iedere plaats op elk moment veilig voelen, er zijn zichtbare, herkenbare en aanspreekbare wijkagenten, handhaving is stringent vormgegeven, (drugs) overlast en geweld achter de voordeur zijn bestreden."
Het uitvoeringsprogramma is onderverdeeld in 9 handhavingopgaven, waarmee het merendeel van het totale gemeentelijke toezicht- en handhavingveld wordt gedekt. Voor de goede orde wordt vermeld, dat toezicht/handhaving met betrekking tot: • sociale zekerheidswetgeving • privaatrechtelijke aangelegenheden (zekerstelling eigendomsrecht, naleving overeenkomsten en dergelijke) geen onderdeel uitmaakt van dit uitvoeringsprogramma. Niet opgenomen handhavingactiviteiten c.q. handhavingopgaven kunnen lopende het jaar alleen dan worden toegevoegd of in de plaats gesteld worden van een bestaande handhavingactiviteit of bestaande handhavingopgave, nadat hierover uitdrukkelijke besluitvorming door ons college heeft plaatsgevonden.
Vervolg (procedure) De gemeentelijk organisatie zal, samen met de ketenpartners, zorgen voor uitvoering en venwerking van het Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010. De voortgang van de werkzaamheden zal worden gerapporteerd via de Bestuursrapportages.
Afsluiting en ondertekening Wij vertrouwen erop U hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Roosendaal, Namens dezen. De portefeuillehouder voor Handhaving,
Wii. Huljbregts-Schieéon
^/^
Gemeente
• f Roosendaal
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving
2010
Status Versie
Vastgesteld 15 juni 2010
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Voorwoord Met het Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving (GUPH) 2010 krijgt u beeld van de wijze waarop de gemeente Roosendaal haar taak op het gebied van toezicht en handhaving invult. Het GUPH 2010 volgt landelijke en regionale trends maar zeker ook de plaatselijke speerpunten. Zij vormt de basis voor een doelmatige, deskundige, uniforme en integrale uitvoering van het gemeentelijke handhavingbeleid. Dit moet leiden tot een hoog beschermingsniveau voor mens, dier en goed in zijn fysieke woon-, werk- en leefomgeving. In het GUPH 2010 zijn alle handhavingopgaven van de afdeling Toezicht & Handhaving opgenomen. Opnieuw zal deze afdeling tijdens de uitvoering van het GUPH 2010 nauw samenwerken met andere instanties op het gebied van toezicht en handhaving. Het GUPH 2010 is, net als de vorige jaarprogramma's, ambitieus. Planmatig en systematisch werken vereist veel van een organisatie. Toch ben ik er meer dan ooit van overtuigd verder te gaan langs de ingeslagen weg van een systematische en gecoördineerde handhaving. Met dit GUPH - en het onderliggende beleid - zijn we er nog niet. Er zullen nog een aantal slagen gemaakt moeten worden om te komen tot een professionele en integrale handhaving in de gemeente Roosendaal. Hierbij kan gedacht worden aan de invoering (naar verwachting medio 2010) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de implementatie van het parkeertoezicht binnen de gemeentelijke organisatie, de invoering en implementatie van de bestuuriijke strafbeschikking, de implementatie van het fietsparkeerplan alsmede de implementatie van het cluster Leerplicht binnen de afdeling Toezicht & Handhaving. Als portefeuillehouder maak ik me er sterk voor om samen met de afdeling Toezicht & Handhaving en alle ketenpartners te streven naar een zo volledig mogelijk goed gedragen en uitgedragen uitvoering van dit programma. Mr. M.J.H. Marijnen Portefeuillehouder Handhaving.
2/2A
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Inhoudsopgave:
Voorwoord
2
Inhoudsopgave
3
1. Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
4 4 4 4 5 8 9
Programmatisch handhaven Afbakening Kritische succesfactoren Ontwikkelingen in 2010 Instrumenten en procedure Buurtbemiddeling / Mediation
2. Handhavingopgaven 2.0 Bestaande werkvoorraad 2.1 Courage / Credo 2.2 Kamerverhuur Bouvi^en 2.3 2.4 Ruimtelijke Ordening 2.5 Milieu Openbare Orde & Veiligheid 2.6 2.7 Jeugd & Sociale Veiligheid Schoon 2.8 Evenementen 2.9 2.10 Samenvatting inzet afdeling Toezicht & Handhaving 2.11 Samenvatting inzet Regionale Milieudienst West-Brabant Bijlagen Begripsomschrijvingen Gebruikte afkortingen
11 11 10 12 13 13 14 14 16 19 19 21 21
22 23
3/24
Document:
1.
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Inleiding
1.1 Programmatiscli liandhaven In 2004 is in Roosendaal gestart met de professionalisering van de handhaving. In dat kader is de beleidsnota Handhaving "Programmatisch handhaven, dé manier van werken in Roosendaal" vastgesteld. Het doel van het gemeentelijke handhavingbeleid is het verbeteren van de integraliteit en onderiinge afstemming van de handhaving door middel van het invoeren van programmatisch handhaven. Dit houdt in dat jaariijks een uitvoeringsprogramma wordt voorbereid en vastgesteld. Uit dit programma blijkt welke handhavingactiviteiten - in welke mate en samenhang - door de verschillende handhavingpartners worden uitgevoerd. De prioriteiten zijn neergelegd in de nota "Verbreding en verdieping programmatisch handhaven in Roosendaal". 1.2 Afbaliening Dit Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010 maakt inzichtelijk op welke wijze de gemeente Roosendaai de beschikbaar gestelde middelen inzet om de naleving van de rechtsregels door middel van het toepassen van bestuursrecht en/of strafrecht te kunnen bevorderen. In het coalitieakkoord 2010 - 2014 "Kiezen vanuit kracht en vertrouwen" is gekozen voor drie speerpunten die aansluiten bij de leefomgeving van de inwoners. De drie onderstaande speerpunten zijn benoemd: • Vitale wijken en dorpen; • Veilige leefomgeving; • Krachtige economie. Deze speerpunten vinden hun vertaling in dit uitvoeringsprogramma. Vooral de handhavingopgaven Courage / Credo, Kamerverhuur en Huisvesting Arbeidsmigranten, Jeugd en Sociale Veiligheid alsmede Schoon dragen bij aan het bereiken van het beschreven streefbeeld 2014: "Roosendaal is in 2014 een veilige gemeente waarin inwoners zich op iedere plaats op elk moment veilig voelen, er zijn zichtbare, herkenbare en aanspreekbare wijkagenten, handhaving is stringent vormgegeven, (drugs) overiast en geweld achter de voordeur zijn bestreden." Het uitvoeringsprogramma is onderverdeeld in 9 handhavingopgaven, waarmee het merendeel van het totale gemeentelijke toezicht- en handhavingveld wordt gedekt. Voor de goede orde wordt vermeld, dat toezicht/handhaving met betrekking tot: • sociale zekerheidswetgeving • privaatrechtelijke aangelegenheden (zekerstelling eigendomsrecht, naleving overeenkomsten en dergelijke) geen onderdeel uitmaakt van dit uitvoeringsprogramma. Ten aanzien van monumenten wordt de volgende kanttekening geplaatst. Toezicht op verieende monumentenvergunningen worden door de afdeling Beleidsrealisatie uitgevoerd. Echter, op het moment dat er gehandhaafd moet gaan worden ligt de coördinatie van het betreffende dossier bij afdeling Toezicht & Handhaving. Deze afdeling verzorgt tevens de juridische procedures, waarbij de afdeling Beleidsrealisatie als adviseur fungeert. Niet opgenomen handhavingactiviteiten c.q. handhavingopgaven kunnen lopende het jaar alleen dan worden toegevoegd of in de plaats gesteld worden van een bestaande handhavingactiviteit of bestaande handhavingopgave, nadat hierover uitdrukkelijke besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders heeft plaatsgevonden.
4/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
1.3 Kritische succesfactoren Aan een goede uitvoering van de handhavingopgaven zijn een aantal aspecten verbonden die een kritische succesfactor vormen binnen het handhavingproces. Deze aspecten beperken zich niet tot een bepaald gedeelte van het handhavingproces. Het gaat om samenwerking, communicatie, integraliteit, administratieve organisatie, capaciteit, (verdere) professionalisering handhavers en automatisering. Aan deze aspecten zal blijvend/voortdurend aandacht worden besteed om het handhavingproces te optimaliseren.
1.4 Ontwililielingen in 2010 Op het gebied van Toezicht & Handhaving worden in 2010 diverse ontwikkelingen verwacht. Hierna volgt een korte beschrijving van de meest belangrijke items. Vacaturestop: Eind 2009 is door het Directie Team (DT) een vacaturestop afgekondigd. Dat besluit, in relatie tot het DT-besluit van 24 februari 2010, heeft consequenties voor dit uitvoeringsprogramma. Om te voorzien in extra ondersteuning tijdens piekperioden en/of vakanties heeft het directieteam op 2 april 2008 besloten een uitzendkracht (niveau Juridisch medewerker) in te zetten. De kosten, gerelateerd aan inzet van gemiddeld 8 uur per week, kwamen ten laste van "inhuur derden". Op grond van de vacaturestop is dat contract per 1 april 2010 beëindigd. De werkzaamheden, te weten het verhaal van schade op derden, welke schade is toegebracht aan gemeente-eigendommen (zoals: lichtmasten, straatmeubilair, olie op het wegdek) worden niet meer uitgevoerd binnen TH. Het is geen wettelijke taak om schade te verhalen en daarnaast is er geen sprake van toepassing van bestuursrecht. Daarnaast is besloten 1 fte juridische handhavingscapaciteit (gedurende 2010) intern te detacheren ten behoeve van het verwerken van bezwaar- en beroepsprocedures. Hieronder worden de consequenties van dat besluit inzichtelijk gemaakt. IHandhavingopgave: Kamerverhuur
Ingreep: Minder panden controleren
Schoon (algemeen)
Overtredingen APV en Afvalstoffenverordening alleen nog maar strafrechtelijk aanpakken
Toelichting: In plaats van 80 slechts 40 panden controleren.
Risico: Langere periode benodigd om alle panden geïnspecteerd te hebben, waardoor een onveilig pand "er door heen kan glippen". Imagoschade Er wordt alleen gestraft (achteraf), terwijl bestuurlijk handhaven gericht is op het herstel in de oorspronkelijke situatie (incl. mogelijkheid tot kostenverhaal) of het voorkomen van een mogelijke "overtreding".
5/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Handhavingopgave: Evenementen
Ingreep: Geen juridische inzet op evenementen evenementen)
Gemeenteeigendommen
Geen inzet meer op het onrechtmatig toeeigenen van gemeentegrond (m.n. plantsoenen) en geen inzet op naleving contracten Landerije (privaatrecht).
Toelichting: Dit betekent: geen vooroverleg ketenparterners, geen toets handhaafbaarheid conceptvergunningen, geen bestuuriijk hh bij illegale evenementen. Toezichthouders treden alleen strafrechtelijk op.
Risico: Er wordt alleen gestraft (achteraf), tenA/ijl bestuurlijk handhaven gericht is op het herstel in de oorspronkelijke situatie (incl. mogelijkheid tot kostenverhaal) of het voorkomen van een mogellijke "overtreding". Geen toezicht/controle kan op den duur leiden tot eigendomsoverdracht van gemeentegrond aan derden als gevolg van (extinctieve) verjaring. Gemeente komt over als een onbetrouwbare contractspartner.
Toezicht op straatparkeren: Bij besluit van de gemeenteraad d.d. 17 december 1998 is het gemeentelijk Parkeeruitvoeringsplan vastgesteld en is aan Parkeerbeheer Roosendaal B.V. (PBR) het recht verieend om de parkeertaken uit dat plan uit te (doen) voeren. Daartoe heeft de gemeente met PBR een dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten. Een doelstelling van het handhavingsbeleid van de Gemeente Roosendaal, verwoord in de Beleidsnota Handhaving (april 2004), is de verbetering van de integraliteit van de handhaving. Deze doelstelling is vervolgens vertaald in het Organisatie & Formatierapport afdeling Handhaving van 13 april 2006. Hierin staat de richting beschreven waar de gemeente Roosendaal naar toe wil als het gaat om handhaving: meer integraal handhaven: "De afdeling Handhaving staat voor de aansturing en uitvoering van de programmatische handhaving van de regelgeving op alle beleidsterreinen. De handhaving geschiedt planmatig en zo integraal mogelijk. Alle handhavingactiviteiten binnen de gemeente worden ondergebracht bij deze afdeling. Onder het mom voorkomen is beter dan genezen wordt er gewerkt aan duidelijke vooriichting aan de burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties." Geredeneerd vanuit deze gedachte is het logisch, dat alle handhavende taken (waaronder het toezicht op parkeren in de buitenruimte) zoveel mogelijk binnen de afdeling Toezicht & Handhaving belegd worden. Mogelijk worden in de nabije toekomst ook andere handhavingstaken, die momenteel zijn belegd bij bijvoorbeeld de Regionale Milieudienst WestBrabant of Brandweer Midden en West Brabant, terug ondergebracht in de ambtelijke organisatie (en derhalve niet meer uitbesteed). Dit sluit aan op het Koersdocument "Verbonden met de stad". Hierin staat verbetering van de dienstveriening (vorming KCC en één loket gedachte) centraal, waarbij het belangrijk is, dat er één aanspreekpunt is voor de burger. Doordat integrale handhaving nog niet optimaal is doorgevoerd, worden burgers nu geconfronteerd met verschillende handhavers, elk met een specifieke taak. Door de taken te concentreren en deze uit te laten voeren door dezelfde handhaver (de gemeente!) wordt duidelijkheid geschapen. Het principe één gezicht naar buiten sluit aan bij de verbetering van de dienstveriening. De hiervoor geschetste ontwikkelingen zijn voor het
6/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
college reden geweest om te bezien of het nog steeds wenselijk is alle parkeertaken uit te besteden aan PBR. Het college heeft besloten, na afweging van de voor en nadelen, de afdeling Toezicht & Handhaving op te dragen om met ingang van 1 januari 2010 het toezicht op het parkeren in de buitenruimte uit te gaan voeren. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: De overheid werkt aan minder en betere regels. Onder het motto "regels die werken, lasten beperken" is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) tot stand gekomen. Bij de inrichting van die wet hebben de burger en de ondernemer centraal gestaan. Kern van de wet is de invoering van de omgevingsvergunning, waarin zo'n 25 vergunningstelsel worden samengevoegd. De omgevingsvergunning is een belangrijke stap op weg naar een betere dienstveriening. De Wabo zal op 1 oktober 2010 in werking treden. De bestuursrechtelijke handhaving van de Wabo gaat uit van één bevoegd gezag, dat steeds een eenduidige en transparante procedure volgt. De handhavingsstructuur is in de Wabo geregeld en moet de basis vormen voor de (verdere) professionalisering van de zo integraal mogelijk georganiseerde handhavingsprocessen. Dit uitvoeringsprogramma wordt een belangrijk instrument om de afstemming van het toezicht te bewerkstelligen. Leerplicht: Het voornemen bestaat om het cluster Leerplicht organisatorisch onder te brengen binnen de afdeling Toezicht & Handhaving, gezien de relatie binnen het Veiligheidshuis en vanuit de bevoegdheden en handhavingsrol. De binding is met name de aanpak van de overiast gevende jongere welke preventief dan wel repressief kan zijn. leder doet dit vanuit de eigen kerntaak. Beleidsmatig is dit georganiseerd in het programma Veiligheid. Enkele redenen om leerplicht te implementeren binnen TH zijn: ■ leerplicht is een belangrijk onderdeel in de schakel "jeugd en veiligheid" en is daarbij een essentiële partner; ■ leerplicht is een belangrijk onderdeel in de schakel "jeugd en veiligheid" en is daarbij een leerplicht is ook een belangrijke partner in de aanpak van Marokkaans Nederiandse risicojongeren waarvoor de gemeente Roosendaal samen met 21 andere gemeenten, de VNG en het Rijk een convenant hebben afgesloten; ■ door positionering van Leerplicht bij Toezicht & Handhaving kan informatie over jongeren sneller en adequater worden doorgezet naar de diverse partners; ■ voor een ieder is het duidelijk als alle vormen van handhaving zijn gebundeld in 1 afdeling. Fietsparkeerplan: Roosendaal werk hard aan haar stadshart. Zo is de openbare ruimte in de binnenstad grondig aangepakt. Doel hiervan is een kwaliteitsimpuls aan de binnenstad te geven en daarmee het woon en winkelklimaat te verbeteren. Het ordelijk en veilig stallen van fietsen speelt hierbij een belangrijke rol. Hinderlijk geplaatste fietsen, fietswrakken en zwerffietsen passen niet in het kwaliteitsbeeld dat het college voor ogen heeft voor de binnenstad. In de tweede helft van 2010 worden regelingen van kracht op basis waarvan toezichthouders handhavend kunnen optreden om hinderiijk en onjuist gestalde fietsen te verwijderen. Handhaving is aan de orde als door communicatie de gedragsverandering van het fietsparkeren niet het gewenste effect heeft. Bestuurlijke Strafbeschikking: De Wet OM afdoening (wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten) biedt bestuursorganen, opsporingsambtenaren en de Officier van Justitie de mogelijkheid een strafbeschikking uit te vaardigen. M et een strafbeschikking kunnen straffen worden opgelegd, zonder tussenkomst van de rechter. De bestuurlijke strafbeschikking is een strafbeschikking voor een overiastfeit die is aangekondigd door een gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA).
7/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Met de bestuuriijke strafbeschikking krijgt de gemeente een instrument om meer prioriteit te geven dan voorheen aan de handhaving van de wet- en regelgeving gericht op kleine ergernissen en hier vervolgens actief op in zetten. Op de feitenlijst voor de bestuuriijke strafbeschikking overiast staan alle overiastfeiten waarvoor de BOA's een aankondiging van strafbeschikking mogen uitreiken (de zogenaamde positieve lijst). Het betreffende feit moet uiteraard wel strafbaar zijn gesteld in de APV of de Afvalstoffenverordening. De bestuuriijke strafbeschikking is in ons arrondissement, naar alle waarschijnlijkheid, per 1 oktober 2010 beschikbaar. In juni 2010 start het overleg met het OM ten behoeve van de invoering en implementatie van dit handhavingsinstrument in Roosendaal.
8/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
1.5 Instrumenten en procedure De gemeente heeft diverse instrumenten die zij kan inzetten om naleving van wet en regelgeving af te dwingen. De meest voorkomende zijn: ■ het intrekken van een begunstigende beschikking (bijv. het intrekken van een verieende vergunning). ■ het toepassen van (spoed) bestuursdwang. ■ het opleggen van een last onder dwangsom. Daarnaast heeft Roosendaal BOA's (buitengewoon opsporingsambtenaren) in dienst. Deze opsporingsambtenaren kunnen, binnen de aan hen toegekende opsporingsbevoegdheid, strafrechtelijk optreden. In Roosendaal wordt in nagenoeg alle gevallen gebruik gemaakt van de bevoegdheid tot het toepassen van (spoed) bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom. Het intrekken van een begunstigende beschikking komt zeer sporadisch voor. Constatering overtreding Alvorens handhavend te kunnen optreden moet er sprake zijn van overtreding van een wettelijk voorschrift. Dit betekent dat de enkele dreiging dat een overtreding wordt begaan in principe geen grondslag biedt voor het in gang zetten van een handhavingprocedure. De gemeente is gehouden de overtreding te onderzoeken. Goed inzicht dient te ontstaan in alle meespelende feiten en belangen. Hiertoe worden zowel aangekondigde als onaangekondigde controles uitgevoerd. Voor de bewijsvoering is het verder essentieel dat de constatering van de overtreding schriftelijk wordt vastgelegd. Het maken van verslagen en rapportages is daarom onmisbaar. In vele gevallen zullen de Inspecteurs Handhaving (toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht) degenen zijn die een overtreding constateren. In de praktijk zullen zij eerst de overtreder wijzen op de overtreding en afspreken dat aan de overtreding een einde moet worden gemaakt. Belangenafweging Het toepassen van een handhavingmiddel is een bevoegdheid en geen plicht. Dat betekent echter niet dat de gemeente de vrijheid heeft naar eigen inzicht te beslissen om dan niet te handhaven. Het feit dat er sprake is van een bevoegdheid schept de plicht dat aan elke beslissing op het gebied van handhaving een zorgvuldige belangenafweging voorafgaat. Factoren die bij het besluit tot handhaven een rol kunnen spelen zijn: de ernst van de overtreding, sociaalhumanitaire belangen, praktische uitvoerbaarheid, belangen van derden, belangen van de gemeente, financiële belangen, het algemeen belang, precedentwerking, het aanbieden van schadevergoeding, het gelijkheidsbeginsel, medeverantwoordelijkheid van de overheid, het gedoogd hebben van de situatie etc. Legaiisatieonderzoek In het kader van de belangenafweging volgt een legaiisatieonderzoek. Er moet nagegaan worden of datgene dat als een overtreding wordt aangemerkt door het alsnog verienen van een vergunning kan worden weggenomen. Indien de overtreding in aanmerking komt om te worden gelegaliseerd volgt eerst het verzoek aan de betrokkene een aanvraag (om vergunning) in te dienen. M ocht de betrokkene weigerachtig blijven aan een verzoek tot het indienen van een aanvraag te voldoen, dan kan alsnog tot handhaving worden overgegaan. Actief gedogen Het kan ook zijn dat de gemeente een illegale situatie tijdelijk toestaat in afwachting van het verienen van een vergunning of een ontheffing. Deze vorm van gedogen, ook wel actief gedogen genoemd, is alleen acceptabel als er met een redelijke zekerheid van uit kan worden gegaan dat de situatie inderdaad zal worden gelegaliseerd. M et andere woorden: er moet een concreet zicht op legalisatie bestaan. Het standpunt over gedogen is verwoord in de Beleidsnota Handhaving.
9/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Handhavend optreden Indien legalisering van de overtreding niet aan de orde is en de gemeente ook niet voornemens is de strijdige situatie te gedogen, maar juist handhavend wil optreden, rijst de vraag welk van de handhavinginstrumenten het meest geschikt is om op een adequate wijze de illegale situatie te beëindigen. Het is niet mogelijk gelijktijdig de handhavinginstrumenten bestuursdwang en dwangsom te hanteren. Dit betekent, dat voordat tot handhaving wordt overgegaan een afgewogen keuze moet worden gemaakt tussen beide instrumenten. Die keuze hoeft geen afzonderiijke motivering in de beschikking. De voorwaarde is wel, dat het belang zich er niet tegen verzet. De handhavingmiddelen bestuursdwang en dwangsom kunnen wel na elkaar worden ingezet. Het drie-stappen-model In Roosendaal hanteren we, qua proces, het "drie-stappen-model". Nadat een overtreding wordt geconstateerd en vastgelegd in een rapportage volgt een constateringbrief. Hierbij wordt de overtreder in kennis gesteld van het feit dat een overtreding is geconstateerd en wat er moet gebeuren om die overtreding te beëindigen. Daarbij wordt de betrokkene dringend verzocht zelf een einde te maken aan die overtreding. Dit kan door: • het alsnog indienen van een aanvraag om een vergunning of een ontheffing (indien legalisatie mogelijk is) of • het terugbrengen van de illegale situatie in de oorspronkelijke toestand. Hiervoor wordt in de regel een termijn van zes weken toegekend. De tweede stap vormt een hercontrole door een Inspecteur Handhaving. Indien de overtreding niet is beëindigd, volgt er een vooraanschrijving. Daarbij wordt de betrokkene wederom dringend verzocht zelf een einde te maken aan die overtreding. Hiervoor wordt in de regel een termijn van vier weken toegekend. Daarnaast wordt kenbaar gemaakt dat er het voornemen bestaat om bestuursdwang te gaan toepassen dan wel dat er een dwangsom zal worden opgelegd als de overtreding niet beëindigd wordt. De overtreder wordt hierbij gelijktijdig in de gelegenheid gesteld zijn visie (zienswijze) kenbaar te maken. De derde stap is wederom een controle door een Inspecteur Handhaving. Indien de overtreding nog niet is beëindigd volgt het besluit tot toepassing bestuursdwang dan wel tot het opleggen van een last onder dwangsom. Na een dergelijk besluit wordt de betrokkene gedurende de begunstigingstermijn, waarbij een periode van 8 weken wordt gehanteerd, wederom in de gelegenheid gesteld een einde te maken aan de overtreding. Daarnaast bestaat er voor de overtreder de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift. Zodra na de begunstigingstermijn wordt geconstateerd dat de overtreding nog altijd voortduurt, dan wordt het bestuursdwangbesluit geëffectueerd of wordt de opgelegde dwangsom verbeurd. 1.6 Buurtbemiddeling / Mediation Buurtbemiddeling Roosendaal begon in april 2008. Buurtbemiddeling wordt op steeds meer plaatsen in Nederiand ingezet. In Roosendaal is het project opgezet door de gemeente Roosendaal, welzijnsorganisatie SIW, de politie in Roosendaal en AramisAlleeWonen. Bij buurtbemiddeling gaan vrijwilligers eropuit als er een conflict bestaat tussen buurtbewoners. Vrijwilligers, die onafhankelijk zijn en geen enkel eigenbelang hebben bij een conflict, weten vaak snel het vertrouwen van de strijdende partijen te winnen, is de ervaring. Het belangrijkste wat een bemiddelaar doet, is buren met elkaar in gesprek brengen. Zo lossen moeilijkheden zich doorgaans vanzelf weer op. Hierdoor wordt er minder beslag gelegd (inzet gevraagd bij klachten, meldingen m.b.t. (geluids)overiast, bezwaren e.d. die voortkomen uit "burenruzies") op het ambtelijk apparaat. Naast buurtbemiddeling bestaat natuuriijk ook de "reguliere" mediation. Met mediation wordt samen met de andere partij het conflict opgelost met hulp van een onafhankelijke mediator. Het grote verschil met advocaten en rechters is dat de mediator geen standpunt inneemt, geen oplossingen bedenkt en
10/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
geen beslissingen neemt. Dat doen partijen zelf. De mediator begeleidt daarbij. Partijen denken dus zelf actief mee en bepalen de oplossing. Hierdoor is de oplossing vaak beter dan een opgelegde oplossing van bijvoorbeeld een rechter. De mediator kiest geen partij, maar blijft onafhankelijk en neutraal. Ook van deze professionele vorm van bemiddeling zal meer en meer gebruik gemaakt gaan worden. In sommige zaken is zelfs al sprake van gerechtelijke uitspraken, waarbij ("verplicht") doorvenwezen wordt naar mediation. Van medewerkers van de gemeente Roosendaal wordt nu maar vooral in de toekomst meer en meer verwacht, dat zijn zich een rol aanmeten die gericht is op het oplossen van problemen c.q. conflicten. Deze rol gaat duidelijk verder dan het vaststellen of iets al dan niet in strijd is met geldende wet- en regelgeving en op basis van die informatie sec Juridisch te handelen. Er dient gezocht te worden naar een minder statische manier van werken. Er dient meer in gesprek gegaan te worden met de klant en meer oplossingsgericht gewerkt te worden. Daarvoor dient de ruimte geboden te worden, doch de wetgeving legt beperkingen op. Algemeen kan gesteld worden, dat de rol van de gemeente in de samenleving permanent verandert. De gemeente heeft tegenwoordig een andere rol dan in het verieden. De rol naar de burgers toe is anders geworden; er is tegenwoordig sprake van interactie en dialoog. Daardoor kan in de toekomst mogelijk ook op een andere manier gewerkt en op een andere manier gehandhaafd gaan worden.
11/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
2.
Handhavingopgaven
2.0
Bestaande
werkvoorraad
De werkvoorraad van de afdeling Toezicht & Handhaving wordt bewaakt via het softwaresysteem SBA (StadsBeheerAdministratie). Per 1 Januari 2010 staan hierin 1342 zaken geregistreerd als zijnde in behandeling. Die behandeling kan variëren van een eerste controle op basis van een melding, toezicht op een verieende vergunning, bestuursrechtelijke handhaving tot behandeling van hoger beroep bij de Raad van State. In onderstaand schema is de werkvoorraad weergegeven per handhavingsopgave/product in relatie tot de toegekende prioriteit.
1 Bouwvergunningen (regulier) R.O. Bouwvergunningen (licht) Openbare Orde & Veiligheid t Sloopvergunningen Schoon Kamerverhuur Gemeente-eigendom Courage Totaal
Prioriteit Prioriteit Prioriteit Prioriteit 4 2 3 1 227 179 69 18 73 184 10 200 16 55 1 4 78 14 62 5
Geen ^ 2 27 55 41
22 373
373
461
10
125
Totaal 475 287 200 99 821 69 67 1 41 22 1342
Activiteiten in 2010: 2.0.a vervolg geven aan de in totaal 585 meldingen en handhavingsdossiers; 2.0.b het aangekondigd en onaangekondigd uitvoeren van toezicht op het bouw- en sloopproces bij 757 bouw- en sloopvergunningen (zie ook punt 2.3.a en 2.3.b).
2.1
Courage / Credo
Ter bestrijding van de drugsoveriast is op 1 Januari 2003 gestart met het project "Courage". Binnen dit project wordt door verschillende partijen samengewerkt om de overiast die voortvloeit uit drugsgebruik en de verkoop van drugs terug te dringen. In 2006 is dit project geëvalueerd. Uit deze evaluatie is gebleken dat de gemeente Roosendaal, samen met de partners van Courage, op de goede weg is, maar dat het beoogde resultaat nog niet is bereikt. Daarom is, in 2006, besloten het project Courage vier jaar door te zetten. Dit heeft onder andere geresulteerd in de sluiting van de gedoogde coffeeshops in Roosendaal per 16 september 2009 en een afname van de overiast in het gebied rondom deze voormalige coffeeshops. Momenteel richt de afdeling Toezicht & Handhaving zich, uiteraard binnen de doelstellingen van het project en samen met de ketenpartners, op de bestuursrechtelijke handhaving ten aanzien van verkooppunten van drugs. In het project Credo wordt ingezet op het verbeteren van de leefbaarheid, (sociale) veiligheid en kwaliteit van de woonomgeving in de Molenstraat, Brugstraat en Hoogstraat (en de directe omgeving van die straten), ook wel het (voormalige) overiastgebied. Doelstelling is het terugbrengen van de uitstraling en de sfeer die deze straten ooit hadden. Hierbij is de samenwerking tussen alle betrokken instanties van groot belang.
Op basis van de nota "Verbreding en verdieping programmatisch handhaven in Roosendaal" is aan de betreffende (sub)producten geen prioriteit toegekend.
12/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Activiteiten in 2010: 2.1.a Meerdere aangekondigde en onaangekondigde controles van panden / percelen waar mogelijk sprake is van overtreding van de Opiumwet. 2.1.b Éen grootschalige integrale controle, waaraan nagenoeg alle ketenpartners gelijktijdig deelnemen en controleren op basis van de eigen discipline. 2.1 .c Vier acties "blauw op straat". 2.I.d Surveillance in het (voormalige) overiastgebied (zichtbaar aanwezig op straat, ontmoedigen aanwezigheid drugsrunners, aanspreken drugsgebruikers en -toeristen op houding en gedrag en/of verbaliserend optreden alsmede optreden tegen parkeer- en verkeersovertredingen). 2.1.e Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM) of rapportages vanuit de politie dan wel eigen bevindingen. Dit kan leiden tot bestuursrechtelijke besluitvorming om te komen tot sluiting van panden waarvan vast is komen te staan dat daar sprake is van overtreding van de Opiumwet en/of de Algemene plaatselijke verordening. 2.1.f Vertegenwoordiging van de gemeente in het kader van gerechtelijke procedures (bezwaar en beroep). 2.1.g Deelname aan diverse overieggen (zoals: Courage; Wet-Bibob; Credo).
2.2
Kamerverhuur en Huisvesting Arbeidsmigranten
Een knelpunt vormt de verhuur van kamers / panden aan arbeidskrachten (al dan niet met verblijfstitel) voornamelijk uit Oost-Europa. Daarnaast speelt in mindere mate zorg voor een goede huisvesting van alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA's), asielzoekers (al dan niet uitgeprocedeerd) en andere kwetsbare groepen. In de volksmond wordt deze problematiek vaak als illegale kamerverhuur aangeduid. Een "illegale kamer" is een kamer die niet voldoet aan de wettelijke eisen, waarbij gedacht moet worden aan regels met betrekking tot (brand)veiligheid, Bouwbesluit en Bouwverordening (overbevolking). Uitgangspunt is de panden / woningen integraal te controleren. Waar nodig zal een bestuuriijk handhavingtraject worden gestart om bij de gebruiker c.q. eigenaar van het pand af te dwingen dat de noodzakelijke verbeteringen c.q. aanpassingen worden verricht dan wel dat een strijdige situatie wordt beëindigd. Dat kamerverhuur c.q. huisvesting van arbeidsmigranten een steeds groter maatschappelijk probleem wordt, blijkt wel uit het feit dat er regelmatig nieuwe adressen bijkomen waar mogelijk sprake is van kamerverhuur c.q. huisvesting van buitenlandse werknemers. Deze adressen komen aan de ene kant voort uit klachten van bewoners en/of één van de samenwerkende instanties (zoals de Belastingdienst). Aan de andere kant worden deze door de gemeente zelf gesignaleerd, bijvoorbeeld door team Dienstveriening van de afdeling Publiekszaken. Dit team geeft op basis van GBA-mutaties verdachte panden, waar veel mensen staan ingeschreven die geen familiebanden hebben en/of geen huishouden vormen, direct door aan de afdeling Toezicht & Handhaving. Deze panden worden toegevoegd aan het overzicht van (potentiële) kamerverhuurpanden en ingepland ten behoeve van een eerste controle. Het betreft hier overigens vooral panden waarin hoofdzakelijk buitenlandse werknemers gehuisvest worden. Dit laatste gebeurt vaak door tussenkomst van (gespecialiseerde) uitzendbureaus. Op 1 januari 2010 zijn 180 panden geregistreerd. Van deze panden is bekend of bestaat een groot vermoeden dat daarin sprake is van (illegale) kamerverhuur. Activiteiten in 2010: 2.2.a Vijf integrale controles, waarbij per controle een aantal panden gecontroleerd worden. 2.2.b Aangekondigde en onaangekondigde controles van circa 40 panden (3 a 4 controles per pand, in totaal circa 150 (her) controles). 2.2.C Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM) of rapportages vanuit met name de vreemdelingendienst en brandweer dan wel eigen bevindingen. Dit kan leiden tot bestuursrechtelijke besluitvorming om te komen tot gedoogbeschikkingen, bouwkundige
13/24
Document:
2.2.d 2.2.e 2.2.f
2.3
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
aanpassing dan wel sluiting van panden waarvan vast is komen te staan dat daar sprake is van overtreding van de eisen die voortvloeien uit de Woningwet, de nota "Arbeidsmigranten in Roosendaal" en /of het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Vertegenwoordiging van de gemeente in het kader van gerechtelijke procedures (bezwaar en beroep). Deelname aan diverse overleggen. Deelname aan het regionale project "MOE-landers" (problematiek huisvesting arbeidsmigranten).
Bouwen
Nadat een sloop- of bouwvergunning is verieend, wordt gecontroleerd of de vergunninghouder de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en/of beperkingen naleeft. Met andere woorden of de vergunninghouder sloopt/bouwt (laat slopen/bouwen) in overeenstemming met de verieende vergunning. Dit bouwtoezicht is een kerntaak van de gemeente. Doelstelling is het bevorderen van de naleving alle verieende vergunningen door middel van toezicht. Die naleving wordt bevorderd door: a. Steekproefsgewijze controle tijdens de realisatie. De controlefrequentie verschilt per bouwvergunning, zoals is vastgelegd in de nota "Verbreding en verdieping programmatisch handhaven in Roosendaal". Daarnaast wordt niet elke bouwvergunning volledig gecontroleerd, maar beperkt het toezicht zich tot de kernbepalingen; b. "oplossen in het veld" bij geconstateerde afwijkingen van de bouwvergunning (overreden alsnog overeenkomstig de bouwvergunning te bouwen of een wijzigingsaanvraag in te dienen); c. opleggen van een bouwstop. Er zijn per 1 januari 2010: • 82 sloopvergunningen die uitgevoerd worden dan wel waar nog gestart moet worden met het slopen. • 200 lichte bouwvergunningen die uitgevoerd worden dan wel waar nog gestart moet worden met het bouwproces. • 475 reguliere bouwvergunningen die uitgevoerd worden dan wel waar nog gestart moet worden met het bouwproces. In 2010 worden er naar verwachting 260 lichte en 325 reguliere bouwvergunningen en 70 sloopvergunningen en 120 sloopmeldingen verieend. Activiteiten in 2010: 2.3.a Het aangekondigd en onaangekondigd uitvoeren van toezicht op het bouw- c.q. sloopproces, controle start werkzaamheden, bouwkundige eindcontrole en administratieve verwerking. 2.3.b Intrekken van bouw- en sloopvergunningen waarvan geen gebruik gemaakt wordt c.q. waarbij niet binnen de daarvoor gestelde termijn is gestart met de uitvoering van de sloop- of bouwwerkzaam heden.
2.4
Ruimtelijke Ordening
Naast het houden van toezicht op de naleving van verieende bouwvergunningen is het belangrijk dat actief illegale activiteiten of situaties worden opgespoord. Hierbij valt te denken aan: • Bouwen of slopen zonder of in afwijking van een bouw-, sloop- en/of monumentenvergunning. • Gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. • Gebruik van gebouwen zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning of -melding
14/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Activiteiten in 2010: 2.4.a Uitvoeren van aangekondigde en onaangekondigde controles van panden / percelen. 2.4.b Aangekondigde en onaangekondigde integrale controles van panden / percelen (gezamenlijk met Brandweer en RMD) in het kader van de planmatige aanpak van het spoorwegemplacement, bedrijventerreinen c.q. complexen met bedrijven. 2.4.c Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM) of rapportages vanuit de Brandweer, Regionale Milieudienst dan wel eigen bevindingen. Dit kan leiden tot het opleggen van een bouwstop of het toepassen van bestuursrechtelijke dwangmiddelen zoals het opleggen van een last onder dwangsom of het toepassen van bestuursdwang. 2.4.d Vertegenwoordiging van de gemeente in het kader van gerechtelijke procedures (bezwaar en beroep).
2.5
Milieu
Nadat een vergunning is verieend dan wel een melding is geaccepteerd, wordt gecontroleerd of de vergunninghouder c.q. melder de vergunning c.q. de relevante Algemene Maatregel van Bestuur en de daaraan verbonden voorschriften en/of beperkingen naleeft. Dit is een kerntaak van de gemeente. De controlefrequentie verschilt per vergunning c.q. melding, zoals op 20 december 2005 is vastgelegd in de nota "Verbreding en verdieping programmatisch handhaven in Roosendaal". Overigens wordt niet elke vergunning c.q. melding volledig gecontroleerd, maar kan het toezicht zich beperken tot de kernbepalingen. Naast het houden van toezicht op de naleving van verieende vergunningen c.q. ingediende meldingen is het belangrijk dat actief illegale activiteiten of situaties worden opgespoord. Te denken valt aan het oprichten en in werking hebben van een inrichting zonder of in afwijking van een vergunning c.q. melding. Er zijn in Roosendaal circa 1.940 inrichtingen geregistreerd die vallen onder de werkingsfeer van de Wet milieubeheer. Activiteiten in 2010: 2.5.a Uitvoeren van aangekondigde en onaangekondigde controles bij circa 210 inrichtingen. 2.5.b Inzet op het vervolg geven aan meldingen / rapportages vanuit de Milieuklachtenlijn, brandweer dan wel eigen bevindingen. 2.5.C Uitvoeren van aangekondigde en onaangekondigde gezamenlijke controles bij inrichtingen (zie ook punt 2.4.c). 2.5.d Vertegenwoordiging van de gemeente in het kader van gerechtelijke procedures (bezwaar en beroep).
2.6
Openbare Orde & Veiligheid
Deze handhavingopgave kent een scala aan regels, die zijn neergelegd in de Algemene plaatselijke verordening (APV) en de zogenaamde bijzondere wetgeving. In de APV zijn onder meer regels opgenomen voor horeca, prostitutie, gebruik openbaar gebied. De bijzondere wetten betreffen vooral: de Drank- en Horecawet, de Wet op de Kansspelen, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet kinderopvang en de Winkeltijdenwet. De ketenpartners hebben een belangrijke taak bij het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wetgeving gestelde regels. Nadat een vergunning is verieend wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of de vergunninghouder de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en/of beperkingen naleeft. Dit is een kerntaak van de gemeente. De controlefrequentie verschilt per vergunning, zoals is vastgelegd in de nota "Verbreding en verdieping programmatisch handhaven in Roosendaal". Daarnaast wordt niet elke vergunning (volledig) gecontroleerd, maar kan het toezicht zich beperken tot de kernbepalingen. Naast het houden van toezicht op de naleving van verieende vergunningen is het belangrijk dat actief illegale activiteiten of
75/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
situaties worden opgespoord c.q. dat er toezicht wordt gehouden op naleving van de gebod- en verbodbepalingen en/of algemeen geldende regels zoals die zijn opgenomen in de APV of de wet. Toezicht op straatparkeren Tijden van betaald parkeren (binnen het daartoe aangewezen gebied): De tijden waarop het betaald- en vergunning parkeren van toepassing is: Maandag t/m donderdag 09.00 tot 18.30 uur Vrijdag (koopavond) 09.00 tot 21.00 uur Zaterdag 09.00 tot 17.00 uur Extra koopavonden 18.30 tot 21.00 uur Koopzondagen 12.00 tot 17.00 uur Op de meeste algemeen erkende feestdagen is het betaald- en vergunning parkeren niet van toepassing, dat zijn in 2010: vrijdag 1 januari (Nieuwjaarsdag); vrijdag 2 april na 18.30 uur (Goede Vrijdag); maandag 5 april (Tweede Paasdag); donderdag 13 mei (Hemelvaart); maandag 24 mei (2e Pinksterdag); zaterdag 25 december (Eerste Kerstdag). Op Koninginnedag, vrijdag 30 april 2010, is het betaald- en vergunning parkeren van kracht van 9.00 uur tot 21.00 uur. Koopzondagen 2010 waarop het betaald- en vergunning parkeren van toepassing is, zijn: 31 januari, 28 februari, 28 maart, 25 april, 30 mei, 27 juni, 25 juli, 29 augustus, 26 september, 31 oktober, 21 november, 28 november, 12 december en 19 december. Op een koopzondag is het betaald-en vergunning parkeren van 12.00 tot 17.00 uur van toepassing. Extra koopavonden in 2010 zijn: donderdag 2 en donderdag 23 december. Waar en waarom betaald- en vergunning parkeren? Sinds 2000 moet in het centrum van Roosendaal betaald worden voor het gebruik van openbare parkeerplaatsen. Daar is een aantal redenen voor. De bewoners van de binnenstad werden voortdurend geconfronteerd met het feit dat zij hun auto niet meer kwijt konden in hun woonomgeving. Het zoekverkeer zorgde voor onveilige en onpraktische situaties, fietsers en spelende kinderen kregen nog nauwelijks de ruimte. Kortom de leefbaarheid van de binnenstad was in het gedrang. Om deze problemen het hoofd te bieden is het Parkeer Uitvoerings Plan opgesteld, kortweg het PUP. Het PUP geeft structuur aan het parkeren, ieder z'n eigen plek, zowel de bewoners als de bezoekers. Binnen het gebied zijn bepaalde straten (voornamelijk woonstraten) aangewezen voor vergunninghouders. Dit wordt aangegeven met een zonebord "vergunningparkeren". In een dergelijke zone mogen alleen vergunninghouders parkeren. Een vergunning kan door bewoners en bedrijven welke zijn gevestigd in het PUP-gebied worden aangevraagd. Daarnaast is ook ruimte vrijgehouden voor betaald parkeren. Een zonebord "betaald parkeren" wijst op een dergelijke situatie. Het is mogelijk, dat in het gebied waar betaald parkeren is toegestaan, ook de vergunninghouder mag parkeren. Dat is met een aanvullend bord aangegeven. Zoals de gemeenteraad reeds in november 2009 (raadsmededeling 219-2009) is geïnformeerd, wordt (sedert 1 januari jl.) door medewerkers van de afdeling Toezicht & Handhaving toezicht gehouden op het straatparkeren. Het toezicht op straatparkeren vindt plaats in de gehele gemeente, dus ook buiten het gebied waarvoor het PUP is vastgesteld. De inspecteurs Handhaving hebben een belangrijke rol in de uitvoering van het PUP, waarbij zij controleren op vergunningen en parkeertickets. Daarnaast treden zij, dus in de gehele gemeente, op tegen parkeerovertredingen waarbij de veiligheid en de leefbaarheid in het geding zijn. Zij hebben een aanstelling als Buitengewoon Opsporingsambtenaar, waardoor zij het recht hebben te bekeuren in het geval van verkeersovertredingen. Uiteraard is ook de politie hiertoe bevoegd. Het handhavingsbeleid op het gebied van fout parkeren wordt binnen de gehele gemeente op een zelfde manier uitgevoerd. Formeel bezien gelden de regels ten aanzien van fout parkeren uiteraard 24 uur per dag. Dit betekent echter niet dat er continu, dus 24 uur per dag/7 dagen in de week, controles worden uitgevoerd. Ook buiten de tijden waarop het parkeerregime van toepassing is wordt er door de inspecteurs Handhaving en politiebeambten integraal toezicht gehouden, waarbij zeker aandacht is voor handhaving van parkeerovertredingen.
16/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Activiteiten in 2010: 2.6.a In 2010 worden er naar verwachting het volgende aantal vergunningen verieend dan wel zijn van kracht (vergunningen die in het verieden verieend zijn voor (on)bepaalde tijd). Ook kan het zijn dat er algemeen geldende regels gesteld zijn. Het betreft de volgende producten waarop aangekondigd en onaangekondigd integraal toezicht wordt uitgevoerd: Prioriteit: Actor: Product: Controlefrequentie: 1 Gebruik openbaar gebied TH Steekproefsgewijs. 1 Kinderopvang GGD 1 keer per jaar 1 GGD 1 keer per jaar Seksinrichting Politie Minimaal 1 keer per jaar Sluitingsuur horeca 1 Politie Wekelijks 1 TH Stoepbord 1 keer per kwartaal 1 TH 4 keer per jaar Terras 2 Horeca Politie TH Steekproefsgewijs. 3 Geluidhinder RMD Steekproefsgewijs. 4 (Woon) boten haven TH Steekproefsgewijs. 4 Invaliden parkeerplaats TH Steekproefsgewijs. 4 Kappen van bomen TH Steekproefsgewijs. 4 TH Standplaats 1 keer per kwartaal 4 Uitstalling TH 1 keer per kwartaal 4 Uitweg PG Alle worden gecontroleerd. 4 Winkeltijden Politie TH Steekproefsgewijs. geen Speelautomaten Verispect TH Steekproefsgewijs. Uitvoeren van controles in het openbare gebied c.q. in openbare lokalen gericht op het 2.6.b voorkomen van overtredingen (hoe ook genaamd) en het opsporen van overtredingen. 2.6.C Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM) of rapportages vanuit politie, brandweer, RMD dan wel eigen bevindingen. 2.6.d Zes controles specifiek gericht op horecabedrijven, met name gericht op geluidsoveriast. 2.6.e Controles specifiek gericht op opslag- en verkoop van vuurwerk. Vertegenwoordiging van de gemeente in het kader van gerechtelijke procedures (bezwaar en 2.6.f beroep). 2.6.g Het toezicht op straatparkeren. 2.6.h Dagelijkse briefing van de inspecteurs (intern) en dagelijkse briefing bij de politie (extern).
2.7
Jeugd & Sociale Veiligheid
Leerplicht: Leerplicht hangt heel nauw samen met leerrecht, ofwel het recht op ondenwijs. Overal ter wereld wordt dit recht als een groot goed beschouwd. Veel landen hechten er zelfs zoveel waarde aan, dat ze de jeugd via een wet verplichten om naar school te gaan. Nederiand is een van die landen. De Nederiandse overheid vindt het belangrijk dat kinderen naar school gaan. Al ruim 100 jaar kent Nederiand daarom een leerplichtwet. In deze wet zijn de verantwoordelijkheden van ouders, jongeren, scholen en gemeenten vastgelegd. De Leerplichtwet 1969 is daarom ook een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Het doel van de Leerplichtwet 1969 is dan ook dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met
n/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
kennis en vaardigheden, die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. Uitgangspunten van de Leerplichtwet 1969: ■ Een kind heeft recht op ondenwijs. ■ Ouders / verzorgers zijn verplicht om hun kind onderwijs te laten volgen. ■ Vanaf 12 jaar is het kind zelf ook verantwoordelijk voor het volgen van onderwijs. ■ Bij verzuim moet interventie leiden tot weer naar school gaan; de uitvoering heeft in eerste instantie het karakter van maatschappelijke zorg. ■ Het behalen van een startkwalificatie geeft betere mogelijkheden voor de toekomst. ■ Gemeenten hebben een centrale rol aangewezen gekregen voor het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 opgedragen aan burgemeester en wethouders van de woongemeente. Zij hebben in de huidige Leerplichtwet 1969 de taak gekregen om erop toe te zien dat alle leerplichtigen staan ingeschreven bij een school en dat zij de school ook volgens vastgestelde schooltijden bezoeken en wijzen voor de uitvoering van dit toezicht een of meerdere leerplichtambtenaren aan. Deze beëdigde leerplichtambtenaren gebruiken de informatie uit, door de gemeente wettelijke verplicht te voeren, leerplichtadministratie als uitgangspunt van hun werkzaamheden. Een leerplichtambtenaar met buitengewone opsporingsbevoegdheid kan proces verbaal opmaken bij overtreding van de wettelijke verplichtingen. Jongeren (vanaf 12 jaar), hun ouders en/of feitelijke verzorgers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het geregelde schoolbezoek van leerplichtige jongeren. Ook de onderwijsinstellingen delen de verantwoordelijkheid voor het naar school gaan en voor het voorkomen van voortijdig schoolveriaten (volumebeperking). Scholen zijn verplicht binnen 7 dagen een kennisgeving van in en uitschrijving van de leerplichtige leeriing te zenden aan de leerplichtadministratie van de woongemeente. In de Leerplichtwet 1969 is bepaald bij welke hoeveelheid ongeoorloofd schoolverzuim een schooldirecteur verplicht is dit verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de verzuimende jongere. Hiervoor is het aan de school om de oorzaak van het verzuim op te sporen en aan te pakken. Uiteraard kan hiervoor de specifieke kennis en ervaring van de leerplichtambtenaar worden gebruikt via bijvoorbeeld telefonisch consult of deelname aan een Zorg Advies Team van de desbetreffende school. (onderwijs)lnstellingen worden vanuit de regisserende en faciliterende rol die de gemeente heeft voortdurend aangespoord en ondersteund hun eigen verantwoordelijkheid in deze te nemen. Jeugdoveriast: In diverse wijken binnen de gemeente is sprake van de aanwezigheid van (hang)jongeren. Er is daardoor mogelijk sprake van een vermindering van de kwaliteit van het woonklimaat in de betreffende wijken. Op 28 juli 2009 heeft het college van Roosendaal het masterplan "Rising Stars" vastgesteld. Dit plan richt zich op de aanpak van risicojongeren in Roosendaal met het doel criminaliteit en overlast veroorzaakt door jongeren te verminderen, jongerenoveriast voor bewoners terug te dringen en de ontwikkelingskansen van jongeren te vergroten om uitval en ontsporing tegen te gaan en te voorkomen. De inspecteurs van de afdeling Toezicht & Handhaving zullen, additioneel aan de reguliere inzet van de politie en het SIW, in de bekende probleemgebieden aanwezig zijn. Hierbij zullen hangjongeren, bij normoverstijgend gedrag, worden aangesproken op hun gedrag. Het primaat van de uitvoering van deze handhavingopgave ligt bij politie en SIW. De regie ligt bij de afdeling Toezicht & Handhaving. Bij het interventiemodel "Gezag en Gedrag" worden ouders van jongeren die hinderiijk, overiastgevend of crimineel gedrag hebben vertoond door de gemeente (projectleider sociale veiligheid) of door het Veiligheidshuis aangesproken op het gedrag van hun kind en zo nodig uitgenodigd voor een gesprek. Of de ouders worden uitgenodigd door de gemeente of door het Veiligheidshuis is afhankelijk van de ernst van de gedraging en de classificering van de jongere (los contact, passieve meeloper, actieve meeloper, adjudant of harde kern). Bij dit model hoort een stroomschema waarin de te nemen stappen duidelijk zijn uiteen gezet. M et de ouders wordt een contract afgesloten waarin de wederzijdse afspraken worden vastgelegd. Ook bij dit model wordt
18/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
gewerkt met grenzen stellen en perspectief bieden. Op 5 oktober 2009 hebben het Rijk, de VNG en een twintigtal gemeenten, de intentieverklaring "gemeentelijke aanpak Marokkaans-Nederiandse risicojongeren" ondertekent. Met het ondertekenen van de intentieverklaring draagt het samenwerkingsverband uit dat zij willen dat Marokkaans-Nederlandse risicojongeren minder overiast en criminaliteit veroorzaken en dat er meer Marokkaans-Nederlandse jongeren op school zitten en aan het werk zijn. Aangezien de samenwerking uitstekend past in de vastgestelde aanpak in het kader van het project "Rising stars" en kansen biedt voor de gemeente Roosendaal, heeft ook Roosendaal de intentieverklaring ondertekend. In Roosendaal is gekozen voor de inzet van straatcoaches. De straatcoach is een functionaris die overwegend grenzenstellend optreedt om zo overlast tegen te gaan. Hij brengt een "harde" boodschap over: • Jongeren aanspreken op hun overiastgevende gedrag; • Ouders confronteren met het overiastgevende gedrag van hun kinderen; • Jonge kinderen die 's avonds over straat zwerven naar huis brengen. Daarnaast vervult de straatcoach een perspectief biedende rol, door jongeren door te verwijzen naar andere instanties (zoals jongerenwerk, sportclubs etc). De grote kracht van de straatcoach zit in 2 onderscheidende kenmerken: a. Zichtbaarheid: zichtbaar voor de burger. De straatcoach kan gericht worden ingezet om overlastgevende groepen aan te pakken. De straatcoach zorgt voor een herstel van sociale controle/toezicht in de wijk; iets waar burgers vaak grote behoefte aan hebben; b. Informatiepositie: het bereik van de straatcoach is groot omdat hij/zij constant op straat is. Daardoor komt de straatcoach in contact met jongeren die uit beeld zijn bij andere instanties en in de anonimiteit dreigen te verdwijnen. Huiselijk geweld: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Met 'de huiselijke kring' worden (ex-)partners, gezins- en familieleden en huisvrienden bedoeld. De term 'huiselijk' verwijst dus niet zozeer naar de plaats waar het geweld zich voordoet, maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Huiselijk geweld kan de vorm aannemen van kindermishandeling en seksueel kindermisbruik, (ex-)partnergeweld in alle denkbare verschijningsvormen en mishandeling, uitbuiting of verwaarlozing van ouderen. Het gaat bij huiselijk geweld om lichamelijke, seksuele en psychische vormen van geweld, zoals belaging en bedreiging ('stalking'). Per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. Het kabinet wil met deze wet de mogelijkheid creëren om een tijdelijk huisverbod op te leggen aan een pleger van huiselijk geweld, in situaties die acuut dreigend zijn voor het slachtoffer en eventueel betrokken kinderen. Het huisverbod houdt in dat een pleger van huiselijk geweld in beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de partner of de kinderen. De maatregel biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpveriening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. Het huisverbod wordt in de vorm van een beschikking uitgereikt door de burgemeester of door de politie indien zij daartoe wordt gemandateerd. De burgemeester kan afhankelijk van de situatie het huisverbod veriengen tot maximaal vier weken. Een uithuisgeplaatste die zich niet aan het huisverbod houdt, kan maximaal twee jaar gevangenisstraf krijgen of een taakstraf. De uithuisgeplaatste heeft de mogelijkheid om tegen het huisverbod in beroep te gaan bij de bestuursrechter. Activiteiten in 2010: 2.7.a Regie op de aanpak van jeugdoveriast en sociale veiligheid. 2.7.b Uitvoeren van de wettelijke taken op grond van de Leerplichtwet 1969. 2.7.C Uitvoeren van toezicht in het openbare gebied gericht op het voorkomen van overlast. 2.7.d Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM, circa 110 meldingen). 2.7.e Maandelijks aansturing Platform Jeugd & Veilig.
19/24
Document:
2.7.f
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
2.7.g
Structureel overieg met ketenpartners (zoals OM, politie, Zuidwester, SIW, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Halt, Bureau Jeugdzorg) t.b.v. afstemming op dossierniveau. Deelname aan het Veiligheidshuis.
2.8
Schoon
Het doel is de netheid van de openbare ruimte te verbeteren door aanpak van zwerfafval, illegale stort van afval, graffiti, wildplakken, fietsenwrakken, (foutief) gestalde aanhangwagens, caravans e.d., voertuigen etc. Burgers en bedrijven worden aangesproken op hun gedrag. Indien dit aanspreken geen effect sorteert wordt overgegaan op verbaliseren (door onze BOA's). Daarnaast wordt er ingestoken op het starten van een traject tot bestuursrechtelijk handhaven (flankerend beleid). De gemeentelijke beleidslijn "huisuitzettingen" richt zich op de verhuurder, die schendt of dreigt (in de rol van opdrachtgever tot de huisultzetting) immers de APV te schenden. In dat kader wordt in voorkomende gevallen door middel van bestuursdwang de verhuurder gesommeerd de spullen weg te halen en de (eventueel gemaakte) kosten te verhalen. Activiteiten in 2010: Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM) alsmede het gericht toezicht uitvoeren op de volgende producten: Product: Prioriteit: Actor: Controlefrequentie: Alle (aangemelde uitzettingen) Huisuitzettingen Geen TH worden gecontroleerd. (foutief) TH Geen Gestalde aanhangwagens Politie TH (foutief) Geen Dagelijks (van maandag tot en Gestalde caravans e.d. Politie met zaterdag en op TH Fietswrakken Geen koopzondagen) uitvoeren van Politie toezicht in het openbare TH Graffiti 3 gebied gericht op het Politie voorkomen van vervuiling. TH Illegale stort Geen "Politie Vervolg geven aan meldingen TH vanuit het Mini containers Geen Politie Klachtenmeldsysteem TH Wildplakken 3 Politie TH Zwerfafval Geen Politie
2.9
Evenementen
De handhavingopgave evenementen kent een scala aan regels, die zijn neergelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de zogenaamde bijzondere wetgeving. In de APV zijn onder meer regels opgenomen voor optochten, feesten en evenementen. Met de bijzondere wetgeving wordt gedoeld op onder andere de Drank- en Horecawet (ontheffing horeca bij evenementen), de Wegenverkeerswet 1994 (wedstrijden op de weg) en de Zondagswet. Evenementen worden steeds groter en/of ingewikkelder door alleriei (externe) factoren. De vergunningveriening vooraf maar zeker het toezicht op de naleving van alle noodzakelijk gestelde voorschriften en beperkingen worden steeds complexer. Rampen zoals de vuurwerkbrand in Enschede en de Nieuwjaarsbrand in Volendam
20/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
hebben als neveneffect, dat er steeds meer voorschriften en beperkingen worden opgelegd met als doel het voorkomen (of, als er onverhoopt toch iets gebeurt, het beperken) van letsel en schade aan personen, dieren en goederen. Toch vinden er nog calamiteiten plaats. Voorbeelden hiervan zijn de ongeregeldheden (rellen) tijdens een strandfeest in Hoek van Holland en het bezwijken van een trap tijdens een openluchtconcert in Utrecht. Dichter bij huis is eind 2009 een calamiteit voorkomen, door het tijdig ontruimen van de overdekte tijdelijke ijshal waarvan de toegepaste constructie niet berekend was op de enorme ophoping van sneeuw. Er zijn vele rapporten geschreven over het ontstaan van dergelijke calamiteiten. Een aantal algemene, steeds terugkerende, conclusies zijn: voorwaarden zijn niet handhaafbaar, voorwaarden zijn niet duidelijk voor de vergunninghouder, voorwaarden zijn tegenstrijdig aan elkaar, er is onvoldoende toezicht, miscommunicatie enzovoort. Hier speelt de integrale verantwoordelijkheid en de daarbij behorende bevoegdheid van de gemeente (i.e. van evenementen is de burgemeester bevoegd gezag). Duidelijke afspraken in de keten (zowel de interne als de externe keten) zijn hier noodzakelijk. De uitvoering van deze handhavingopgave ligt, afhankelijk van het soort evenement c.q. het specifieke deelondenwerp, bij politie, brandweer, RMD en gemeente. De regie ligt bij de afdeling Toezicht & Handhaving. Activiteiten in 2010: Inzet op het vervolg geven aan meldingen (KSM) alsmede het gericht toezicht uitvoeren op de volgende producten: Actor: Prioriteit: Controlefrequentie: Product: Politie Alle worden gecontroleerd 1 Betoging TH TH 1 Evenement Politie 2 TH Wegwedstrijd Politie Op circa 10% van de 3 RMD verieende vergunningen wordt Geluidhinder steekproefsgewijs toezicht 4 TH Snuffelmarkten uitgevoerd. Politie 4 Politie Zondagswet TH TH 4 Zwak-alcoholische dranken Politie
21/24
Document:
2.10
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Inzet Toezicht & Handhaving
In de onderstaande tabel is het totaal overzicht opgenomen van de handhavingopgaven in 2010 en de voor de uitvoering daarvan benodigde capaciteit binnen de afdeling Toezicht & Handhaving. < u TT
o (D I-t-
00 3 (A
O
>
= 9o. 3
tC
a. a. Il) o 3"
C o>
3
S.
5' ® «3§
3 3-
O
c
delijk Regi
N O 3-
fi) fi>
a c
3 (O
po
Openbare Orde & Veiligheid Ruimtelijke Ordening Bouwen Courage Jeugd Kamerverhuur Schoon Evenementen Milieu subtotaal (handhavingopgaven) (gereserveerd t.b.v.) onvoorzien (gereserveerd t.b.v.) overieggen subtotaal (reserveringen) TOTAAL
6.992 1.076 2.731 2.040 826 1.057 899 605 0 16.226 1.919 1.628 3.547
831 1.823 0 582 240 317 0 0 125 3.918 667 336 1.003
92 128 350 100 260 105 291 90 0 1.416 176 87 263
187 80 0 80 1.102 77 177 93 50 1.846 351 228 579
8.102 3.107 3.081 2.802 2.428 1.556 1.367 788 175 23.406 3.113 2.279 5.392
19.773
4.921
1.679
2.425
28.798
Bovendien zijn er in de begroting 300 uren opgenomen voor de afdeling Beleidsrealisatie ten behoeve van bouwadviezen, controles en handhaving met betrekking tot het onderwerp monumenten. 2.11 Inzet Regionale Milieudienst West-Brabant Met de RMD is een werkprogramma afgesproken. De kosten verbonden aan de uitvoering van dat programma bedragen € 469.200,--.
22/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Begripsomschrijvingen Hierna treft u begripsomschrijvingen aan van termen zoals ze in de lijn van dit uitvoeringsprogramma bedoeld zijn. Administratieve ondersteuning
Activiteit gericht op de administratieve ondersteuning;
Constatering
Eigen waarneming van een overtreding van wet- of regelgeving door een toezichthouder (art. 5:11 Awb) en/of een BOA
Handhavingverzoek
Formeel verzoek van een derde belanghebbende tot het nemen van een besluit om handhavend op te treden
Inspectie
Activiteit gericht op het doen van ambtelijk onderzoek
Juridisch
Activiteit gericht op de Juridische afwikkeling van handhavingkwesties
Management
Activiteit gericht op de vakinhoudelijke begeleiding van de medewerkers, regie op de ketenpartners en administratieve ondersteuning
Melding
Een signaal van een burger, bedrijf, ketenpartner of vanuit de ambtelijke organisatie e.d. dat er mogelijk sprake kan zijn van een overtreding van wet- of regelgeving (ook wel eens aangeduid als een klacht)
Regie
Activiteit gericht op de regie op de interne en externe ketenpartners
Toezicht
Activiteit gericht op het toezien of een persoon / zaak conform een vooraf bepaalde norm handelt, gedraagt c.q. zich bevindt
Vakinhoudelijke sturing
Activiteit gericht op de vakinhoudelijke begeleiding van de medewerkers
23/24
Document:
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving 2010
Gebruikte afkortingen
APV Awb BOA Brandweer DT DVO GUPH KSM
OM Parkeerbeheer PUP RMD SIW TH Wabo
Algemene plaatselijke verordening Algemene wet bestuursrecht Buitengewoon opsporingsambtenaar Brandweer Midden en West Brabant Directie Team Dienstverieningsovereenkomst Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Handhaving Meldpunt voor klachten & suggesties, bij de gemeente, dat telefonisch 24 uur per dag bereikbaar is. Bovendien kan er digitaal gemeld worden. Openbaar Ministerie Parkeerbeheer Roosendaal B.V. Parkeer Uitvoerings Plan Regionale Milieudienst West-Brabant Stichting Integraal Welzijn Afdeling Toezicht & Handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
24/24