ROB PARRY
Dit is de eerste monografie over het werk van de Nederlandse interieurarchitect en industrieel ontwerper Rob Parry (1925). Zijn bekendste ontwerp is de rood met grijze brievenbus voor de PTT, die hij samen met Emile Truijen heeft ontwikkeld. De brievenbus is echter maar een project in een omvangrijk oeuvre dat verder onder meer bestaat uit meubels, typografie, interieurs, tentoonstellingen, beursstands en verschillende woonhuizen. Parry’s oeuvre weerspiegelt geen leerstellige overtuigingen, maar toont een open blik en een levendige interesse voor het nieuwe. In zijn loopbaan heeft hij zeer uiteenlopende ontwerpen gemaakt en zich op verschillende terreinen begeven. Wat al zijn ontwerpen bindt, is een signatuur die zich misschien het best laat omschrijven als vanzelfsprekend gemak.
Hans Ibelings
9 789492 058010
ROB PARRY
INHOUDSOPGAVE
7
Timo de Rijk Een bezoek aan Rob Parry, zo’n tien jaar geleden
20
Hans Ibelings Vanzelfsprekend gemak
48
Selectie van werken
160
Rutger Pontzen Nieuw Bouwen? Beter Wonen!
168
Colofon 5
EEN BEZOEK AAN ROB PARRY, ZO’N TIEN JAAR GELEDEN Timo de Rijk
Rob Parry woont en werkt al een heel mensenleven in een dubbel herenhuis aan een mooie straat in Voorburg. Toch zeker meer dan tien jaar geleden wilde ik de ontwerper van de beroemde Nederlandse brievenbus graag eens ontmoeten. De bus werd in die tijd vervangen door een ander ontwerp, dat in grote lijnen nog precies zo werkte als Rob Parry en medeontwerper Emile Truijen in de jaren vijftig hadden bedacht. De nieuwe werd niet zonder slag of stoot door het publiek geaccepteerd, zoveel was toen al duidelijk. De oude grijs-rode brievenbus van polyester hoorde immers bij Nederland zoals de felgele treinen en de helderblauwe ANWB-bewegwijzering, die onopvallende aandachttrekkers in de publieke ruimte die je pas opmerkt als je ze niet ziet, bijvoorbeeld als je ons land verlaat. Mijn bezoek aan Parry was onderdeel van wat ik als een culturele missie beschouwde. Het kwam me als steeds onbegrijpelijker voor dat de recente geschiedenis van ons land slechts werd gevormd door bestudering van pakweg de Tweede Wereldoorlog, het leven van een klein aantal politici, de Deltawerken en de tegencultuur van de jaren zestig. Als het om de twintigste eeuw ging, toch hét tijdperk van industriële productie en massaconsumptie, wisten we nauwelijks iets van de spullen die we gebruikten, welke producten we mooi of lelijk vonden of wie ze had ontworpen. Het ontbrak kortom aan een geschiedenis van de vormgeving van het moderne leven. 7
Als student had ik me geïnteresseerd voor de interieurarchitecten van het interbellum. Ik bestudeerde oude tijdschriften als Wendingen en Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, en sprak zelfs nog ontwerpers die bij de opening van de Haagse Bijenkorf waren geweest en architect Berlage persoonlijk hadden ontmoet, zodat ik me even in contact voelde met een bijna afgesloten geschiedenis. De oral history van deze enkeling was voor mijn historisch begrip broodnodig, want de meeste interieurs die me boeiden waren gesloopt en bijna alle tekeningen, presentatie-foto’s en correspondentie van die eerste interieurprofessionals waren weggegooid. Ik was naar Parry vertrokken met dat gemis in gedachten, in combinatie met een groeiende aandacht voor het historische belang van de generatie moderne ontwerpers van na de Tweede Wereldoorlog. Uit de zeldzame kunsthistorische studies kwamen die ontwerpers overigens naar voren als moralistische adviseurs van een burgerlijk Nederland dat, nauwelijks bekomen van de oorlog, slechts geïnteresseerd was in loodzware eiken meubelen en overdadig gestoffeerde interieurs. De nieuwlichters wilden blijkbaar niet onderdoen voor het engagement van hun leermeesters uit de jaren dertig en wensten over ethiek in plaats van over esthetiek praten. Niet mooi, maar goed was hun parool. Tegelijk vroeg ik me af wie dan verantwoordelijk was voor die duizenden meubelen die wel in een moderne, optimistische vormgeving waren uitgevoerd. Waar de avant-gardegeneratie van voor de oorlog ooit zijn belang ontleende aan uniek artistiek experiment (zoals Gerrit Rietveld) of aan radicale, socialistische producten (zoals Mart Stam), daar moet die naoorlogse generatie met ontwerpers als Friso Kramer, Kho Liang Ie en Rob Parry zich toch ook een idee gevormd hebben hoe dergelijke meubelen in de praktijk moesten worden gemaakt. En vooral ook wie ze zou kopen. Voor de Tweede Wereldoorlog was modernisme nog bijzonder, in zeker zin onaangepast en het speelveld van de avant-garde. Maar in de Verenigde Staten golden de jaren vijftig als het tijdperk dat iedereen voor het eerst en masse modern wilde zijn. En al leek de Nederlandse burger wat voorzichtiger, een steeds groter gedeelte van de bevolking droeg bij aan het succes van meubelbedrijven als Pastoe en Gelderland, of een stoffenfabrikant als De Ploeg. Ik was precies op tijd, vroeg in de middag, en werd door Rob Parry hartelijk binnengehaald. Bij een kop koffie aan de kleine eettafel viel mijn oog als vanzelf op de lamp naar ontwerp van Lisa JohanssonPape erboven. Het is een lamp in de vorm van een meisjesborst, een modern icoon van de wederopbouw, die in grote hoeveelheden uit Scandinavië geïmporteerd moet zijn. Het exemplaar van de familie Parry had duidelijk tientallen gloeilampen overleefd en was te oordelen aan de vele butsen en krassen getuige geweest van menig enthousiast 8
gesprek aan tafel. Parry wist dat ik geïnteresseerd was in zijn archief, dat zich in zijn studio bevond die nog in volle glorie te bewonderen was, zo had hij aan de telefoon duidelijk gemaakt. Met een tweede koffie in de hand verhuisden we via een smalle deur naar een witgeschilderde ruimte, die zich in het aangrenzende pand bevond. Op weg naar Voorburg was ik een ‘man on a mission’, maar eenmaal binnen voelde ik me een beetje een indringer in Parry’s wereld. Zijn studio was geen dor archief, maar de neerslag van een leven lang ontwerpen. Parry leidde me kort rond in de lichte ruimte, terwijl steeds weer andere maquettes, tekeningen en onbekende stoelontwerpen mijn aandacht trokken en tijdschriften en brieven uitnodigden tot nadere bestudering. Hij stelde me op mijn gemak door al snel, en gelukkig weinig routineus, te vertellen over zijn tijd bij Rietveld, de samenwerking met Truijen, de stands voor grote internationale tentoonstellingen en allerlei ideeën die hij had voor experimentele en praktische meubelen en zelfs voor een nieuw stuk speelgoed waarmee hij nog bezig was. Kijkend in zijn studio en luisterend naar Parry begreep ik plotseling de moderne beweging op een heel andere manier. In de eerste jaren van zijn ontwerperschap heerste geen utopisch verlangen, maar eerder mildheid over de onvolmaakte mens na de enorme wereldbrand. Rob Parry trad de toekomst niet met norm of voorschrift tegemoet, maar met lichtheid en smaak. Voor Parry, erfgenaam van Rietveld, was het ontwerpen niet in de eerste plaats een politieke, maar een menselijke activiteit. In hem weerklonk niet Duitsland maar Frankrijk, niet het Ruhrgebied maar de Côte d’Azur. Ik ben vast te lang gebleven, daar in de studio in Voorburg, al was Parry te aardig om te zeggen dat ik maar eens moest gaan. Hartelijk nam hij in het schemer afscheid bij de deur, waar mijn oog viel op de laatste publicatie van Droog Design, een boekwerkje met op de voorzijde een stoel waarbij een stapel boeken een te korte poot ondersteunt. Droog was op weg naar wereldroem, maar de gevestigde orde keek de jonge ontwerpers met een scheef oog aan. ‘Flauwe gimmicks uit de doehet-zelf winkel’, was nog wel de meest welwillende beoordeling van mijn collega’s in Delft. Voorzichtig vroeg ik Parry naar zijn oordeel over de jongste loot aan de designstam, al hield ik er rekening mee dat het boekje bij de voordeur lag om bij het oud papier gegooid te worden. Vrolijk keek hij me aan: ‘Ik vind het eigenlijk wel leuk’, zei hij, waarbij zijn wenkbrauwen nog wilder de lucht in leken te wijzen dan de hele middag het geval was geweest. Parry gaf me een hand en wenste me een goede reis. We hadden geen afspraken gemaakt over zijn archief, maar onderweg naar huis hoopte ik eens te meer dat er kansen zouden komen om tentoonstellingen en boeken over deze generatie humane modernisten te laten verschijnen. De generatie van Rob Parry. 9
MAQUETTES
1947 Eetkamerstoel in perspex
1948 Eetkamerstoel met verend buisframe
1949 Eetkamerstoel in hout
1950 Serveerboy
1950 Fauteuil met beweegbare rug
1950 Fauteuil met beweegbare rug, variant in hout
1950 F&T stoel
1950 Rollenstoel
1950 Eetkamerstoel in aluminium
1950 Tafel met aluminium onderstel
10
1952 Draadframe stoel
1952 Fauteuil gaas
1952 Bureau
1953 Fauteuil Triënnale
1954 Stoel (Parry-Truijen)
1954 Bureau
1954 Barkruk Club WW
1954 Tafeltje Club WW
1954 Stoel SER (Parry-Truijen)
11
1952 Fauteuil
1955 Stoel Staatsmijnen (Parry-Truijen)
MAQUETTES
1959 Uitschuiftafel
1956 Bed DICO
1959 Fauteuil
1960 Sikkens stoel
1960 Fauteuil Parlez, Stabin-Bennis
1960 Stoel met rug en zitting in gelijke delen
1960 Tafel met omkeerbaar blad
12
1960 Eetkamerstoel Parlez, Stabin-Bennis
MAQUETTES
1957 Stand Paul Sorbi, RAI, Amsterdam
1957 Brievenbus PTT (Parry-Truijen)
1957 Woonhuis Gorissen, Leidschendam
1957 Ledenmanifestatie Instituut voor Industriële Vormgeving, RAI, Amsterdam
1958 Sikkens, stand IIV, Jaarbeurs, Utrecht
14
1959 Stand Paul Sorbi, Houtrusthallen, Den Haag
1959 Tentoonstelling Nederlands Fabrikaat HAL-RDM
1959 Strandtent Coca-Cola
1960 Stand Van Meurs
15
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Eetkamerstoel in perspex
48
1947
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Aluminium lectuurbak uit een stuk
49
1947
BEURSSTAND
50
Oosterhoutse Bouwplatenfabriek, Jaarbeurs, Utrecht
51
1949
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Serveerboy
54
1950
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Rollenstoel
55
1950
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Stoel met beweegbare rug
56
1950
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Lotus stoel
58
1952
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Stoel 1611
59
1952
Wijjnhandel Ferwerda & Tieman, Den Haag
61
1954
INTERIEUR
62
Clubhuis WW, Den Haag
63
1954
INTERIEUR
70
Ontvangstruimte Sociaal Economische Raad, Den Haag (Parry-Truijen)
71
1955
TENTOONSTELLING
Museum voor Nijverheid en Techniek, Amsterdam
73
1955
INTERIEUR
74
Woonhuis Parry, Voorburg
75
1955
Woonhuis Parry, Voorburg
77
1955
BEURSSTAND
78
Economische Voorlichtingsdienst, Parijs (Parry-Truijen)
79
1955
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Versterker (Parry-Truijen)
82
1956
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Radivector kachel Becht en Dyserinck (Parry-Truijen)
83
1956
TENTOONSTELLING
84
PTT, Rome (Parry-Truijen)
85
1956
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Nachtkastje DICO
86
1956
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Kaptafel DICO
87
1956
BEURSSTAND
90
Kring Industriële Ontwerpers, Jaarbeurs, Utrecht (Parry-Truijen)
91
1957
BEURSSTAND
92
Paul Sorbi, RAI, Amsterdam
93
1957
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Brievenbus PTT (Parry-Truijen)
95
1957
BEURSSTAND
Blikvanger beursstand jaarbeurs Utrecht
98
1957
Woonhuis Gorissen, Leidschendam (Parry-Truijen)
101
1957
Brochure Parrex combinatiebank en bedbank
103
1959
INDUSTRIËLE VORMGEVING
104
Treininterieur Stabin-Bennis
105
1959
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Lage tafel, onderstel met rechthoekig profiel
110
1960
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Lage tafel met omkeerbaar blad
111
1960
INTERIEUR
Gevel Taveerne Tastevin, Den Haag
116
Taveerne Tastevin, Den Haag
117
1960
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Stoel met polyester kuip, Stabin-Bennis
118
1960
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Sta/zitsteun
119
1960
TENTOONSTELLING
120
Sculptuur Shell, Floriade, Rotterdam
121
1960
STRAATVERSIERING
122
Hoogstraat, Den Haag
123
1961
BEURSSTAND
124
Van Meurs, RAI, Amsterdam
125
1961
BEURSSTAND
126
Van Meurs, RAI, Amsterdam
127
1961
INTERIEUR
134
Wijnhandel Ferwerda & Tieman, Roelof Hartstraat, Amsterdam
135
1962
Wijnhandel Ferwerda & Tieman en Noack Delicatessen, Arnhem
137
1962
BEURSSTAND
Van Meurs, RAI, Amsterdam
141
1964
INTERIEUR
150
Tenniscentrum Pellikaan, Goirle
151
1976
INTERIEUR
154
Ontvangstruimte Aegon, Den Haag Mariahoeve
155
1982
INDUSTRIËLE VORMGEVING
Katheder
158
1988
Deze en volgende pagina’s Studio en woonhuis Parry, Voorburg
160
163
COLOFON Redactie Hans Ibelings Eindredactie Caroline Gautier Grafisch ontwerp Haller Brun, Amsterdam Lithografie Marc Gijzen, Leidschendam Druk Lecturis, Eindhoven Uitgever The Architecture Observer, Amsterdam/Montreal www.architectureobserver.eu © 2015 The Architecture Observer en Rob Parry Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Herkomst afbeeldingen Archief Rob Parry, met uitzondering van: Hotze Eisma (p. 10–19, 54, 160, 163, 164, 167) en Hans Fonk (p. 46) Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald. Belanghebbenden wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Deze uitgave is tot stand gekomen met financiële steun van Volkskracht – J.E. Jurriaanse Stichting. Met dank aan Oud-medewerkster Hanny Kroon, voor het ordenen van het archief; Timo de Rijk en Rutger Pontzen, voor hun geschreven bijdragen; Sandra Parry, en Alain Parry en Anja Koops, voor hun hulp bij de totstandkoming van het boek.
ISBN 978-94-92058-01-0
168
Vijftig exemplaren van deze uitgave zijn genummerd en gesigneerd. Bij deze vijftig exemplaren is een replica gevoegd van het schaalmodel van Rob Parry’s F&T stoel (1950).