Inhoudsopgave
pagina
Hoofdstuk 1
Algemene informatie 1.1 1.2 1.3
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
5
Inleiding Standaardprocedure Wat te doen bij een melding van hoofdluis? Wat te doen bij twijfel? Aanwijzingen voor de leerkrachten
Werkgroep Hoofdluis 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
3
Behandeling, stap voor stap Hoe kun je verspreiding van hoofdluis voorkomen? Antihoofdluismiddelen
Wat doet de Koningin Beatrixschool? 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Hoofdstuk 4
Wat is hoofdluis? Hoe krijg je hoofdluis? Hoe weet je of je luizen en/of neten hebt?
Hoe behandel je hoofdluis? 2.1 2.2 2.3
2
8
Algemeen Vergadering Hoofdluiscontrole Mapje Hoofdluiscontrole Taken
Bijlagen Bijlage 1
Behandelwijze voor ouders
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
10
Hoofdstuk 1
Algemene informatie
Voor u ligt het protocol hoofdluis. Dit protocol dient ter voorkoming en bestrijding van hoofdluis binnen de school. 1.1
Wat is hoofdluis? De hoofdluis behoort tot de groep van insecten die als parasiet op zoogdieren leeft. Luizen leven uitsluitend van het bloed van de gastheer. De luis prikt een minuscuul gaatje in de hoofdhuid en zuigt daaruit bloed op. De hoofdluis komt alleen bij de mens voor en leeft uitsluitend in de haren op de hoofdhuid, waaronder soms ook baard, snor en wenkbrauwen. Een volwassen luis leeft ongeveer een maand en legt zo’n 6-8 eieren per dag: dit zijn neten. Luizen leggen hun eieren aan de basis van de haren, bij voorkeur op de donkere, warme plaatsen op het hoofd, zoals onder de pony, achter de oren en in de nek. De eieren (neten) komen na 7-9 dagen uit. De nieuwe luizen beginnen dan na 7-9 dagen ook met het leggen van eieren. Het is dus niet verwonderlijk dat het aantal luizen op het hoofd in korte tijd sterk kan toenemen. De neten zijn meestal vuilwit tot geelbruin van kleur, een enkele keer zwart. Neten zijn moeilijk los te krijgen. Het verschil met roos is overduidelijk: roos zit altijd los.
1.2
Hoe krijg je hoofdluis? Hoofdluis heeft niets te maken met wel of niet schoon zijn. Het kan iedereen overkomen. Luizen kunnen niet springen en niet vliegen. Luizen zijn overlopers. Ze wandelen van hoofd naar hoofd. Soms gaan ze via jassen, knuffels of mutsen. Kinderen hebben de meeste kans om hoofdluis te krijgen, omdat ze bij het spelen vaak letterlijk de hoofden bij elkaar steken. Gewone lichaamshygiëne is niet van invloed op het krijgen van luizen. Luizen leven van mensenbloed en dat vinden ze ook op een brandschoon en kortgeknipt hoofd. Je kunt hoofdluis niet voorkomen door elke dag je haar te wassen.
1.3
Hoe weet je of je luizen en/of neten hebt? Hoofdluis veroorzaakt meestal jeuk, maar niet altijd. Het is aan te raden uw kind regelmatig op hoofdluis te (laten) controleren. Als u het haar met een neten- of luizenkam doorkamt boven een vel wit papier, kunt u zien of er luizen uit vallen. Het zijn grijsblauwe of, nadat ze bloed opgezogen hebben, roodbruine beestjes van een paar millimeter groot. Hun eitjes, neten, zijn witte stipjes die op roos lijken. Deze zijn zichtbaar als je een zwart vel papier erachter houdt. Neten zitten vaak tussen nekharen, onder de voorhoofdsharen of achter de oren. Met enige routine zijn ze goed te ontdekken door iemand die op deze plaatsen de haren nakijkt. Indien er neten verder dan 2 centimeter van de hoofdhuid verwijderd zijn, kan er sprake zijn van een oude besmetting. Dus hoe verder de neten van de hoofdhuid verwijderd zijn hoe langer geleden de besmetting heeft plaatsgevonden.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
2
Hoofdstuk 2
2.1
Hoe behandel je hoofdluis?
Behandeling, stap voor stap Stap 1 bestrijden: kam gedurende 14 dagen het haar elke dag met een netenkam Dit uitkammen is het belangrijkst. Kam met een netenkam, deze heeft metalen tanden. Gebruik bij voorkeur geen plastic kam (luizenkam), deze zijn namelijk niet stevig genoeg wanneer het om dik of gekruld haar gaat. Volg de volgende stappen: Was het haar met gewone shampoo en spoel het uit. Doe crèmespoeling in het haar en kam eerst met een gewone kam de klitten weg. Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier. Pak de netenkam en kam het haar van achteren naar voren (van nek naar pony). Begin tegen de schedelhuid aan! Start van het ene naar het andere oor en kam zo al het haar door. Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of u luizen ziet. Spoel gevonden luizen door de wc of wasbak. Spoel vervolgens de crèmespoeling uit het haar en maak kammen goed schoon. U kunt kammen 5 minuten uitkoken of ze ontsmetten met alcohol (70%). Combineer het kammen eventueel met een anti-hoofdluismiddel. Ook dan moet u 14 dagen dagelijks het haar kammen. Als u een anti-hoofdluismiddel gebruikt, herhaal deze behandeling dan altijd na 7 dagen: dus insmeren op dag 1 en dag 8 en altijd 14 dagen dagelijks kammen! Neten laten zich goed verwijderen met verdunde azijn. Hierdoor laten ze tijdens het kammen beter los.
Stap 2 voorkom herbesmetting: pak ook de omgeving aan Zorg ervoor dat de hoofdluis niet alleen weg is, maar ook weg blijft. Neem de volgende maatregelen op de eerste dag van de behandeling en 7 dagen later nog een keer. Was kleding, beddengoed, jassen, dassen, mutsen, verkleedkleren, knuffels etc. minimaal 10 minuten op ten minste 60°C. Hierbi j gaat het om spullen die tot 48 uur voor de behandeling gebruikt zijn. In plaats van wassen kunt u de spullen stomen of 48 uur buiten luchten. Een andere mogelijkheid is om ze 24 uur in de diepvries te leggen of 48 uur te bewaren in een afgesloten zak bij kamertemperatuur. Vergeet ook niet om borstels en kammen goed schoon te maken. Stofzuig (auto)stoelen, banken, matrassen en kussens grondig en gooi de stofzuigerzak weg.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
3
2.2
Hoe kun je verspreiding van hoofdluis voorkomen? Bij kinderen met lang haar kan de kans op besmetting verminderd worden door het haar vast te binden in een staart, vlecht e.d. Bij constatering van hoofdluis bij een kind onmiddellijk de school van het kind, ouder(s)/verzorger(s) van vrienden/ vriendinnen en eventuele clubs waarschuwen om verdere besmetting te voorkomen. Eventueel op school en clubs jassen, gymkleding e.d. in een plastic tas/luizencape aan de kapstok hangen. Alle borstels en kammen (eventueel haarspeldjes en elastiekjes e.d.) regelmatig schoonmaken en niet aan elkaar uitlenen.
2.3
Anti-hoofdluismiddelen Wilt u een anti-hoofdluismiddel gebruiken, kies dan in ieder geval voor een geregistreerd product. Op volgorde van werkzaamheid zijn dit: Lotion en shampoo op basis van malathion: Prioderm® of Noury®; Crèmespoeling en lotion op basis van permetrine: Loxazol®; Spray op basis van bioalletrine/piperonylbutoxide: PARA-spray®. De hoofdluis is steeds vaker resistent (ongevoelig) tegen de anti-hoofdluismiddelen. Bij malathion komt dat het minst voor. Als het middel niet werkt, probeer dan een middel waar een andere werkzame stof in zit. Nieuw zijn de middelen waar de stof dimeticon in zit, zoals XTLuis®. Dit is een ander soort stof die ervoor zorgt dat de luizen stikken. Een ander nieuw middel op de markt is Licener®. De werkzame stoffen die in de anti-hoofdluismiddelen gebruikt worden, komen via de huid in de bloedbaan van het kind. Dit is niet helemaal ongevaarlijk. Wees dus erg voorzichtig met het gebruik van anti-hoofdluismiddelen. Let op! Malathion is brandbaar. Vermijd open vuur tijdens de behandeling met een middel waar malathion in zit en föhn het haar niet. Verder tast chloor de werking van malathion aan, dus laat uw kinderen niet zwemmen in chloorhoudend water op de dag van behandeling. Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen jonger dan zes maanden kunnen beter geen anti-hoofdluismiddel gebruiken. Gebruik geen anti-hoofdluismiddelen als u niet zeker weet of uw kind luis heeft. Een anti-hoofdluismiddel kan besmetting met hoofdluis niet voorkomen.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
4
Hoofdstuk 3
3.1
Wat doet de Koningin Beatrixschool?
Inleiding Hoofdluis is vooral een bedreiging voor de omgeving vanwege besmettingsgevaar. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de één naar de ander worden overgebracht. De school is, ongewild, zo’n plaats. Om een hoofdluisepidemie te voorkomen, is het gewenst dat de school regels vaststelt en afspraken maakt met het team en de ouders.
3.2
Standaardprocedure Ieder schooljaar worden de volgende (preventieve) stappen ondernomen: 1. Na de zomervakantie wordt het hoofdluisprotocol door de schoolleiding en contactpersoon (IR) onder de aandacht gebracht van de leerkrachten en ouders (artikel in nieuwsbrief). 2. Na iedere vakantie vindt er zo spoedig mogelijk een luizencontrole plaats. De contactpersoon informeert tijdig de luizencontrole-ouders en leerkrachten. 3. In de schoolgids staat beknopte informatie over de ouderwerkgroep, behandeling van hoofdluis en preventieve maatregelen. Er wordt verwezen naar de website van de school waar het hele protocol te lezen is.
3.3
Wat te doen bij een melding van hoofdluis? Mogelijkheid 1 1. Tijdens de hoofdluiscontrole wordt er hoofdluis ontdekt bij een leerling. 2. De contactpersoon op school (IR) wordt hiervan op de hoogte gesteld. Wanneer de contactpersoon niet ambulant is, wordt er een briefje met naam van de betreffende leerling in het lokaal gebracht. 3. De contactpersoon informeert de groepsleerkracht. 4. De contactpersoon neemt contact op met de ouders en geeft een behandelwijze mee naar huis (bijlage 3). Als ouders het liefst direct beginnen met behandelen, mogen ze hun kind van school ophalen. 5. Als een kind hoofdluis heeft, worden broertjes en zusjes door de contactpersoon of door een andere leerkracht uit de klas gehaald. Zij worden dan ook gecontroleerd op hoofdluis. We noemen dit een steekproef, er worden meerdere kinderen gevraagd. 6. De luizencontrole-ouders maken met de contactpersoon een afspraak voor een hercontrole na 10 dagen. 7. De luizencontrole-ouders tellen de luizentassen af voor de betreffende groep. 8. Er gaat een brief (bijlage1) mee naar de ouders dat er hoofdluis is geconstateerd en dat er over 10 dagen een nieuwe controle plaatsvindt. 9. De kinderen van de betreffende groep doen de jassen in luizentassen. Er wordt geprobeerd om de betreffende groep te isoleren. Wanneer dit niet mogelijk is, worden ook aan de omringende groepen luizentassen uitgedeeld. 10. De groepsleerkracht zorgt er voor dat kleren, knuffels, kussenhoezen, e.d. in de klas worden gewassen door een (klassen)ouder. Ook is het mogelijk om gebruik te maken van een afgesloten plastic zak. 11. Er is opnieuw gecontroleerd. Luisvrij. De maatregelen worden opgeheven. De luizencontrole-ouders zorgen er voor dat de luizentassen gewassen worden. 12. Wanneer er nog wel hoofdluis heerst, dan gaat er opnieuw een brief (bijlage 2) mee en wordt er na 10 dagen weer gecontroleerd. Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
5
Mogelijkheid 2 1. Er komt een telefoontje binnen van ouders dat er bij een leerling hoofdluis is geconstateerd. 2. De contactpersoon op school (IR) en de groepsleerkracht worden hiervan op de hoogte gesteld. 3. Er gaat een brief mee naar de betreffende ouders met daarin de behandelwijze van hoofdluis. (bijlage 3) 4. De contactpersoon neemt contact op met de betreffende luizencontrole-ouders om nog diezelfde dag een controle te organiseren. Ook broertjes en zusjes worden gecontroleerd. Er worden meerdere kinderen gevraagd. We noemen dit een steekproef. 5. Bij binnenkomst van de leerlingen worden direct luizentassen uitgedeeld, ditmaal door de groepsleerkracht. 6. Er gaat een brief (bijlage 1) mee naar de ouders dat er hoofdluis geconstateerd is en dat er over 10 dagen een nieuwe controle plaatsvindt. 7. De kinderen van de betreffende groep hangen de jassen in luizentassen. Er wordt geprobeerd om de betreffende groep te isoleren. Wanneer dit niet mogelijk is, worden ook aan de omringende groepen luizentassen uitgedeeld. 8. De groepsleerkracht zorgt er voor dat kleren, knuffels, kussenhoezen, e.d. in de klas worden gewassen door een (klassen)ouder. Ook is het mogelijk om gebruik te maken van een afgesloten plastic zak. 9. Er is opnieuw gecontroleerd. Luisvrij. De maatregelen worden opgeheven. De luizencontrole-ouders zorgen er voor dat de luizentassen gewassen worden. 10. Wanneer er nog wel hoofdluis heerst, dan gaat er opnieuw een brief (bijlage 2) mee en wordt er na 10 dagen weer gecontroleerd. 3.4
Wat te doen bij twijfel? 1. 2. 3. 4.
Tijdens de hoofdluiscontrole wordt er getwijfeld of er hoofdluis is bij een leerling. De contactpersoon op school (IR) wordt hiervan op de hoogte gesteld. De contactpersoon informeert de groepsleerkracht. De contactpersoon neemt contact op met de ouders en vraagt hen preventief te behandelen d.m.v. kammen en extra controleren. Naar behoefte wordt een behandelwijze (bijlage 3) meegegeven. Als de ouders hoofdluis constateren, wordt hen gevraagd direct contact op te nemen met school. 5. Bij constatering van neten, worden dezelfde maatregelen genomen als bij het ontdekken van luizen. Bij neten verder dan 2 cm. van de hoofdhuid wordt er geen actie ondernomen. 6. Als een kind wel behandeld is of bezig is met de behandeling en er zitten neten aan het eind van het haar, dan alleen dat kind (steekproefsgewijs) na 10 dagen nog een keer controleren.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
6
3.5
Aanwijzingen voor de leerkrachten Verkleedkleren en knuffels regelmatig wassen. Gebruik ze niet in de periode met hoofdluis!! Bewaar geen pruiken/kammen/hoeden/mutsen in de klas. Zorg dat de speelkussens van wasbare hoezen zijn voorzien. Let op bij gym- / zwemlessen dat handdoeken, kleding en kammen niet uitgewisseld worden. Als je gaat gymmen of zwemmen alle kleren in de gymtas laten stoppen. Dus geen kleding aan haakjes of op de grond. De kleuters gebruiken hiervoor de luizentassen. Gymtassen na iedere gymles mee naar huis geven en laten wassen. Let in een periode dat er hoofdluis heerst op dat kinderen buiten hun jassen niet op één hoop gooien! De jassen echt op de gang aan en uittrekken bij de eigen kapstok. Voorkom dat ze met jassen gaan slepen, zwaaien o.i.d.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
7
Hoofdstuk 4 4.1
Werkgroep hoofdluis
Algemeen De contactpersoon is juf Irma Roggeveen (IR). Zij is het aanspreekpunt voor alles met betrekking tot de uitvoering van het hoofdluisprotocol en tevens verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de reguliere controles en het in gang zetten van de eventuele extra controles.
4.2
Vergadering De werkgroep vergadert minimaal 1 keer in het jaar. Bij voorkeur aan het begin van een nieuw schooljaar. Tijdens deze vergadering worden de ouders over de verschillende groepen verdeeld. Waar mogelijk worden ook de dagen en tijdstippen van de hoofdluiscontroles voor het nieuwe jaar vastgesteld.
4.3
Hoofdluiscontrole De school is verdeeld in 4 clusters. Per cluster zijn een aantal ouders verantwoordelijk (bijlage 4). Zij maken onderling een afspraak voor de hoofdluiscontrole. De leden van de werkgroep zijn verantwoordelijk voor hun eigen controle. Dat houdt in: 1. Ze plannen zelf de dag en tijdstip van de controle. Het liefst een vaste dag en tijdstip en anders voor de betreffende vakantie doorgeven aan de contactpersoon (IR). 2. Ze volgen procedure bij melding van hoofdluis 3. Ze dragen zorg over de organisatie van maatregelen bij constatering van hoofdluis, zoals het uitdelen van luizentassen en het uitwassen daarvan. 4. Er wordt door werkgroepleden genoteerd, niet door leerlingen. 5. Er dient strikt vertrouwelijk met de ‘informatie’ te worden omgegaan. Daarom moeten de leerkrachten ook niet in het ‘openbaar’ vragen of alles in orde is, bij signalering van hoofdluis worden ze daar ‘voorzichtig’ van op de hoogte gesteld. 6. De ‘controleurs’ spreken ook geen ouders aan. Mocht er contact met een ouder moeten worden opgenomen, dan wordt dit gemeld bij de contactpersoon, bij haar afwezigheid aan de leerkracht. De school neemt contact op met de ouders! 7. De leerlingen van de groepen 1 – 4 krijgen een stickertje na afloop van de controle. 8. Als er hoofdluis geconstateerd wordt, pakken de luizencontrole-ouders zelf de tassen en tellen deze voor de groep uit. 9. De luizencontrole-ouders maken zelf een vervolgafspraak voor hercontrole met contactpersoon en/of groepsleerkracht. Deze afspraak wordt genoteerd in de digitale agenda van school.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
8
4.4
Mapje Hoofdluiscontrole Elke groep heeft een eigen map met groepslijsten. Deze liggen bij elkaar in een krat in het magazijn. In het mapje van de hoofdluiscontrole wordt aan het begin van elk jaar de volgende documenten toegevoegd: 1. Hoofdluisprotocol 2. Gegevens hoofdluiscommissie 3. Standaardbrieven 4. Nieuwe groepslijsten 5. Materialenlijst 6. Schooljaarplanning 7. Stickers Bij elke hoofdluiscontrole wordt genoteerd of een kind hoofdluis heeft of hoofdluisvrij is! We noteren een L bij luis en een N bij neten.
4.5
Taken 1. Beheer materialen: De materialen voor de hoofdluiscontrole liggen bij elkaar in een krat in het magazijn. Deze persoon zorgt ervoor dat er voldoende materialen in de kist zitten en vult deze zo nodig op tijd (!) aan. Zij zorgt er ook voor dat de spullen netjes in de kist en in de kast gelegd worden. Degene die de materialen beheert zorgt er voor dat de materialenlijst (bijlage 5) klopt en eventueel wordt aangepast en aangevuld. 2. Aanspreekpunt ouders: Deze persoon onderhoudt de contacten tussen de werkgroepleden en school (contactpersoon). Zij speelt tussentijdse informatie en/of vragen door van school naar de werkgroepleden of andersom. Voor vergaderingen plant het aanspreekpunt een datum en tijdstip waarop iedereen aanwezig kan zijn.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
9
Bijlage 1
Behandelwijze voor ouders
Wat te doen bij hoofdluis? Als er bij uw kind hoofdluis geconstateerd is, is het handig om te weten wat u moet en kunt doen. Hieronder vindt u een stappenplan waarin wordt aangegeven welke maatregelen u dient te nemen. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Voor vragen en overleg kunt u altijd contact opnemen met juf Irma Roggeveen. Ook als u hulp wilt bij het controleren en kammen van het haar van uw kind kunt u contact opnemen met juf Irma Roggeveen. Zij kan een ouder uit de commissie vragen om het kammen en controleren een keer voor te doen. Stap 1: Bestrijden Kam gedurende 14 dagen het haar elke dag met een netenkam Dit uitkammen is het belangrijkst. Kam met een netenkam, deze heeft metalen tanden. Gebruik géén plastic kam (luizenkam), deze zijn namelijk niet stevig genoeg wanneer het om dik of gekruld haar gaat. Volg de volgende stappen: Was het haar met gewone shampoo en spoel het uit. Doe crèmespoeling in het haar en kam eerst met een gewone kam de klitten weg. Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier. Pak de netenkam en kam het haar van achteren naar voren (van nek naar pony). Begin tegen de schedelhuid aan! Start van het ene naar het andere oor en kam zo al het haar door. Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of u luizen ziet. Spoel gevonden luizen door de wc of wasbak. Spoel vervolgens de crèmespoeling uit het haar en maak kammen goed schoon. U kunt kammen 5 minuten uitkoken of ze ontsmetten met alcohol (70%). Combineer het kammen eventueel met een anti-hoofdluismiddel. Ook dan moet u 14 dagen dagelijks het haar kammen. Als u een anti-hoofdluismiddel gebruikt, herhaal deze behandeling dan altijd na 7 dagen: dus insmeren op dag 1 en dag 8. En altijd 14 dagen dagelijks kammen! Neten laten zich goed verwijderen met verdunde azijn. Hierdoor laten ze tijdens het kammen beter los. Stap 2: Voorkom besmetting Pak ook de omgeving aan! Zorg ervoor dat de hoofdluis niet alleen weg is maar ook weg blijft. Neem de volgende maatregelen op de eerste dag van de behandeling en 7 dagen later nog een keer. Was kleding, beddengoed, jassen, dassen, mutsen, verkleedkleren, knuffels etc. minimaal 10 minuten op ten minste 60°C. Het gaat om spullen die tot 48 uur voor de behandeling gebruikt zijn. In plaats van wassen kunt u de spullen stomen of 48 uur buiten luchten. Een andere mogelijkheid is om ze 24 uur in de diepvries te leggen of 48 uur te bewaren in een afgesloten zak bij kamertemperatuur. Vergeet ook niet om borstels en kammen goed schoon te maken. Stofzuig (auto)stoelen, banken, matrassen en kussens grondig en gooi de stofzuigerzak weg.
Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
10
Stap 3: Voorkom verspreiding Bij kinderen met lang haar kan de kans op besmetting verminderd worden door het haar vast te binden in een staart, vlecht e.d. Bij constatering van hoofdluis bij een kind onmiddellijk de school van het kind, ouder(s)/verzorger(s) van vrienden/ vriendinnen en eventuele clubs waarschuwen om verdere besmetting te voorkomen. Eventueel op school en de clubs jassen, gymkleding e.d. in een plastic tas/luizencape aan de kapstok hangen. Alle borstels en kammen (eventueel haarspeldjes en elastiekjes e.d.) regelmatig schoonmaken en niet aan elkaar uitlenen. Anti-hoofdluismiddelen Wilt u een anti-hoofdluismiddel gebruiken, kies dan in ieder geval voor een geregistreerd product. Op volgorde van werkzaamheid zijn dit: Lotion en shampoo op basis van malathion: Prioderm® of Noury®; Crèmespoeling en lotion op basis van permetrine: Loxazol®; Spray op basis van bioalletrine/piperonylbutoxide: PARA-spray®. De hoofdluis is steeds vaker resistent(ongevoelig) tegen de anti-hoofdluismiddelen. Bij malathion komt dat het minst voor. Als het middel niet werkt, probeer dan een middel waar een andere werkzame stof in zit. Nieuw zijn de middelen waar de stof dimeticon in zit, zoals XTLuis®. *Dit is een ander soort stof die ervoor zorgt dat de luizen stikken. De werkzame stoffen die in de anti-hoofdluismiddelen gebruikt worden, komen via de huid in de bloedbaan van het kind. Dit is niet helemaal ongevaarlijk. Wees dus erg voorzichtig met het gebruik van anti-hoofdluismiddelen. Let op!
Malathion is brandbaar. *Vermijd open vuur tijdens de behandeling met een middel waar malathion in zit en föhn het haar niet. Verder tast chloor de werking van malathion aan, dus laat uw kinderen niet zwemmen in chloorhoudend water op de dag van behandeling. Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen jonger dan zes maanden kunnen beter geen anti-hoofdluismiddel gebruiken. Gebruik geen anti-hoofdluismiddelen als u niet zeker weet of uw kind luis heeft. Een anti-hoofdluismiddel kan besmetting met hoofdluis niet voorkomen.
Op school…
Als er hoofdluis is geconstateerd bij een kind, worden de ouders hiervan persoonlijk op de hoogte gesteld. De jassen van de desbetreffende groep gaan vanaf dat moment in luizentassen . De kinderen van de klas krijgen een briefje mee met daarin de mededeling dat er hoofdluis is geconstateerd en dat de jassen in luizentassen komen te hangen. Verkleedkleren, kussens e.d. die in de klas gebruikt worden, worden uitgewassen of in een afgesloten plastic zak gedaan. Na 10 dagen vindt er weer een hoofdluiscontrole plaats door de ouderwerkgroep. Als er geen hoofdluis meer wordt geconstateerd, worden de maatregelen opgeheven. Als er wel hoofdluis wordt geconstateerd, blijven de maatregelen van kracht en gaat er opnieuw een briefje mee waarin de ouders worden opgeroepen om de jassen uit te wassen en thuis extra te controleren. Bij gym wordt de ‘eigen’ kleding in de gymtas gedaan. De gymtassen gaan in deze periode mee naar huis. Hoofdluisprotocol – Koningin Beatrixschool – Kootwijkerbroek
11