Inhoudsopgave
1. Algemeen ............................................................................................................... 3 2. Ingebruikname........................................................................................................ 3 2.1 Taal instellen ................................................................................................. 3 2.2 Opladen......................................................................................................... 3 2.3 Het monteren van de stuurhouder ................................................................. 4 2.4 Het inzetten in de stuurhouder ...................................................................... 4 2.5 Het inzetten in de armband (optioneel).......................................................... 4 2.6 Het monteren van het beschermhoesje......................................................... 4 3. Bediening van de toetsen ....................................................................................... 5 3.1 Overzicht ....................................................................................................... 5 3.2 Functies van de toetsten ............................................................................... 5 4. Het functioneren ..................................................................................................... 6 4.1 Hoofdmodus .................................................................................................. 6 4.2 Fiets-Info-Modus 1......................................................................................... 7 4.3 Fiets-Info-Modus 2......................................................................................... 7 4.4 Menu-Modus.................................................................................................. 7 Verschijnt na de Fiets-Info-Modus 2. ................................................................... 7 4.5 Gebruik als Data-Logger (Het opslaan van ritten) ......................................... 8 4.6 Markeren van een POI (Point of Interest / Interessante plaats)..................... 9 4.7 Navigatie ..................................................................................................... 10 4.8 Kompas ....................................................................................................... 10 4.9 Verlichting.................................................................................................... 10 5. Instellings-modus.................................................................................................. 11 GPS INFO ......................................................................................................... 11 ODO .................................................................................................................. 11 PARAMETER .................................................................................................... 11 CLEAR DATA.................................................................................................... 11 ENERGIESTAND .............................................................................................. 11 TIJDZONE......................................................................................................... 12 KALIBREREN.................................................................................................... 12 EENHEDEN ...................................................................................................... 13 TOUR ONTWERP ............................................................................................. 13 TAAL ................................................................................................................. 14 6. Aansluiting aan de PC/Verwerking ....................................................................... 15 6.1 Installatie ..................................................................................................... 15 6.2 Het gebruik van het programma CicloGuide................................................ 16 7. Onderhoud............................................................................................................ 19 8. Opheffing van storingen........................................................................................ 20 9. Garantievoorwaarden ........................................................................................... 21 10. Technische gegevens......................................................................................... 22 11. Garantieformulier................................................................................................ 23 Belangrijk: Om alle functies van de CicloNAVIC 50 optimaal te kunnen gebruiken, leest u a.u.b. voor het in gebruik nemen deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
2
Hartelijk gefeliciteerd! Met de CicloNAVIC 50 heeft u een hoogwaardige GPS-Datalogger met elektronisch kompas en elektronische navigatiefunctie verkregen.
1. Algemeen De CicloNAVIC 50 is met een GPS-ontvanger uitgerust en kan daarmee afgelegde afstanden en snelheden vastleggen en berekenen. Via het (meegeleverde) programma CicloGuide kunnen deze ritten dan op de PC weergegeven worden. Bovendien biedt de CicloNAVIC 50 de mogelijkheid een op de PC weergegeven rit (met max. 50 routemarkeringen)”na te rijden”. De richtingsaanduiding geschiedt door pijlen op het display. Voorwaarde is de ontvangst van GPS-satellietsignalen. Bij het eerste gebruik kan het enige tijd duren voor de eerste signalen ontvangen worden. De ontvangst van het GPS-signaal wordt op het display van de CicloNAVIC 50 bovenaan door strepen naast het accu-symbool aangegeven. Let op: In principe moet iedereen die aan een fitnesstraining begint een gezondheidscheck ondergaan. In het bijzonder beginners en diegenen die weer opnieuw beginnen en boven de 35 jaar zijn en bij vastgestelde ziektes of lichamelijke klachten. Bestaan er ook nog risicofactoren zoals roken, een hoge bloeddruk, verhoogd cholesterolgehalte, diabetes, gebrek aan beweging en overgewicht, moet men beslist eerst een arts raadplegen.
2. Ingebruikname 2.1 Taal instellen Om de gewenste taal in te stellen, a.u.b. het apparaat aanzetten (de toets linksonder 3 sec. lang indrukken), dan de toets rechtsonder 3x kort indrukken (display laat ‚MENU’ zien). Nu de toets rechtsboven 4 x kort indrukken (display laat ‚INFORMATION’ zien). Door kort de toets linksboven in te drukken bevestigen, dan met de toets rechtsboven ‚Setting’ kiezen en weer met de toets linksboven bevestigen. Nu de toets rechtsboven 6x kort indrukken (display laat ‚LANGUAGE’ zien) en met de toets linksboven bevestigen. Nu kan met de toets rechtsboven de gewenste taal gekozen en door kort op de toets linksboven te drukken bevestigd worden.
2.2 Opladen Om de CicloNAVIC 50 op te laden de gummi-afdekking van de mini-USB-aansluiting aan de onderkant van de CicloNAVIC 50 verwijderen. De mini-USB-stekker van het USB-snoertje in het apparaat steken en met de USB-port verbinden met de PC. De oplaadtijd bedraagt 2,5 uur. Gedurende het opladen wordt een desbetreffend symbool linksboven op het display aangegeven. Na het beëindigen van het opladen de mini-USB-stekker verwijderen en de gummi-afdekking weer sluiten.
3
2.3 Het monteren van de stuurhouder De stuurhouder kan zowel aan het stuur (Afb. A-1) als ook aan de voorbouw (Afb. A-2) worden bevestigd.
Om de stuurhouder aan de voorbouw te monteren, het bovenste deel van de stuurhouder m.b.v. een kleine schroevendraaier openschroeven, 90° naar lin ks draaien en weer vastschroeven (Afb. B).
De beschermfolie van de onderkant van de stuurhouder af trekken en de stuurhouder op de gewenste plaats aan het stuur/de voorbouw plaatsen, met de snoerbinders bevestigen.
2.4 Het inzetten in de stuurhouder De CicloNAVIC 50 een kwartdraai naar links gedraaid in de stuurhouder zetten. Om vast te klikken een kwartdraai naar rechts draaien Voor het afnemen van de CicloNAVIC 50 een kwartdraai naar links draaien en eraf halen.
2.5 Het inzetten in de armband (optioneel) Om de CicloNAVIC 50 bv. ook bij het wandelen optimaal te kunnen gebruiken, bestaat er een passende armband (optioneel in de vakhandel verkrijgbaar). De armband wordt m.b.v. klittenband bevestigd (bv. aan de pols, maar ook mogelijk aan de bovenarm). De CicloNAVIC 50 wordt in de armband net zo ingezet als in de stuurhouder.
2.6 Het monteren van het beschermhoesje In de verpakking bevindt zich ook een siliconen-beschermhoesje voor de CicloNAVIC 50. Dit is geschikt om de CicloNAVIC 50 bv. gedurende een rit tegen sterke regen te beschermen. Daarvoor de CicloNAVIC 50 zodanig in het beschermhoesje steken, dat de grote opening voor over het display zit en de kleine opening achter zit. De toetsen laten zich door het hoesje heen bedienen. Na een regenrit moet het hoesje worden afgenomen om beter te kunnen drogen.
4
3. Bediening van de toetsen 3.1 Overzicht
Toets linksboven
Toets rechtsboven
Toets linksonder
Toets rechtsonder
3.2 Functies van de toetsten Toets
Optie
Functie
Toets rechtsonder
3 sec. Indrukken
• In- / uitschakelen van de CicloNAVIC 50
Kort indrukken
• Achtergrondverlichting in- / uitschakelen
Kort indrukken
• Oproepen van de verschillende modi/displays resp. terug naar het vorige display (uit het submenu)
3 sec. indrukken
• Oproepen van het POI-menu
Kort indrukken
• Bevestigen van de uitgekozen functie, resp. instelling
3 sec. indrukken
• Oproepen van de recorder
Kort indrukken
• Uitkiezen van de gewenste functie resp. instelling • Oproepen van de opgeslagen gegevens (in de fietsinfo-modus)
Toets linksonder
Toets linksboven
Toets rechtsboven
5
4. Het functioneren De CicloNAVIC 50 heeft vier verschillende display-aanduidingen (modi). Door het steeds kort indrukken van de toets linksonder kan tussen de verschillende aanduidingen worden gewisseld. Deze zijn: • • • •
Hoofdmodus Fiets-Info-Modus 1 Fiets-Info-Modus 2 Menu-Modus
Bovendien zijn er nog drie verschillende sport-modi (wandel-modus, fiets-modus, gebruikersmodus), om specifieke navigatie-instellingen (zoals bijv. opname-interval van de markeringspunten, omkeer-radius, etc.) van de CicloNAVIC 50 afhankelijk van de gekozen sport te optimaliseren. Deze sport-modi kunnen in de instellingen in de menu-modus uitgekozen worden. De op dat moment ingestelde sport-modus wordt in de hoofdmodus rechtsboven als symbool aangeduid. Aanwijzing: opdat de CicloNAVIC 50 snelheid en afstand berekent en aangeeft, moet voor het begin van de rit een opname worden gestart (zie hoofdstuk 4.5)
4.1 Hoofdmodus Deze modus (display) verschijnt na het inschakelen van de CicloNAVIC 50 (toets rechtsonder 3 sec. lang indrukken). Hier worden de gewenste functies, zoals bv. de actuele snelheid en de afgelegde afstand aangegeven, het actuele kompas en - indien gestart - de navigatie door pijlaanduiding in de kompasring gestart.
De functies in de beide aanduidings-regels op het display kunnen naar wens worden ingesteld. Daarvoor in de hoofdmodus kort de toets linksboven indrukken, de bovenste displayaanduiding begint nu te knipperen. Door het steeds indrukken van de toets rechtsboven kan de gewenste aanduiding worden uitgekozen, door kort de toets linksboven in te drukken wordt deze opgeslagen en de onderste display-aanduiding begint te knipperen. Deze kan nu net zo worden ingesteld.
6
Mogelijke aanduidingen: • • • • • • • • •
Actuele snelheid Geeft de momentane snelheid aan. Geeft de momentane snelheid in kilometer/uur (kph) of mijlen/uur (mph) aan. Rijtijd Geeft de gebruikte rijtijd aan. Afstand Geeft de afgelegde afstand aan. Verblijvende afstand Geeft de nog af te leggen afstand tot het doel aan (gedurende een navigatie). Verblijvende rijtijd Geeft de (naar alle waarschijnlijkheid) benodigde tijd tot aan het doel aan (gedurende een navigatie) Gemiddelde snelheid Maximale snelheid Actuele hoogte Geeft de actuele hoogte aan (in meter/m of feet/ft). Hoogtevariatie Geeft het momentane hoogteverschil met de uitgangshoogte aan (in meter/m of feet/ft).
4.2 Fiets-Info-Modus 1 Deze modus verschijnt na de hoofdmodus. Hier worden enkele specifieke gegevens over de snelheid van de actuele resp. de laatst opgeslagen rit aangegeven. Aanwijzing: opdat de CicloNAVIC 50 deze specifieke gegevens voor een rit berekent en aangeeft moet voor het begin van de rit een opname (recording) worden gestart. Dit gebeurt door 3 sec. lang de toets linksboven in te drukken. Op het display verschijnt een klein venster met vier symbolen. Door opnieuw kort de toets linksboven in te drukken wordt de opname gestart. Het betreffende symbool wordt in de hoofdmodus rechtsonder op het display aangegeven (zie hiervoor ook hfdst. 4.5). Door steeds kort op de toets rechtsboven te drukken kunnen bovendien de gegevens van de beide voorafgaande ritten worden opgeroepen. Daarbij geeft een teller onder in het midden van het display aan of het de tweede of derde voorafgaande rit betreft.
4.3 Fiets-Info-Modus 2 Verschijnt na de Fiets-Info-Modus 1. Hier worden verdere specifieke gegevens voor de rit aangegeven. Zoals bij de Fiets-Info-Modus 1 kunnen ook hier extra de gegevens van de twee voorafgaande opgeslagen ritten worden aangegeven.
4.4 Menu-Modus Verschijnt na de Fiets-Info-Modus 2. Hier kunnen de op de PC uitgewerkte ritten, POI's, BackTracks (naar huis), etc. worden opgeroepen, maar ook alle instellingen worden gedaan (zie hiervoor ook hfdst. 5 PARAMETER).
7
Daarvoor de gewenste functie kiezen (met de toets rechtsboven) en met de toets linksboven bevestigen. Mogelijke keuze: POI Hier kunnen de opgeslagen POI's worden afgeroepen (zie hfdst. 4.6). Naar huis (BackTrack) Hier kunnen de tot dan toe opgeslagen (opgenomen) ritten worden afgeroepen voor ‚BackTrack’ navigatie. Daarbij kan na keuze van de gewenste rit, als extra worden uitgekozen of de navigatie ‚Direkt’ (directe lijn naar het startpunt van de uitgekozen rit) of in ‚Sequenz’ (precies zo terug als de rit gereden werd) aangegeven wordt. Toer Ontwerp Hier kan een met het programma CicloGuide samengestelde rit worden opgeroepen. Daarbij worden de verschillende routemarkeringen aangegeven (beginnend met het doel). Als niet tot het einde genavigeerd moet worden maar bijv. alleen tot een tussendoel, met de toets rechtsboven de gewenste markering (tussendoel) uitkiezen en met de toets linksboven bevestigen. Profiel-Navi Hier kunnen verschillende met het programma CicloGuide opgeslagen punten (net zoals bij POI's) worden opgeroepen. Dat is bijv. nuttig in de vakantie: al thuis via het programma CicloGuide het vakantieadres als Profiel-Navigatiepunt opslaan, dan kan in de vakantie te allen tijde naar dit adres terug genavigeerd worden. Wordt een uitgekozen POI/BackTrack/route of Profiel-Navigatie met de toets linksboven bevestigd, springt de CicloNAVIC 50 automatisch naar de hoofdmodus terug en start de navigatie. Tegelijkertijd wordt automatisch een opname gestart (uitzondering: keuze van een „naarhuis”-rit). Info Hier kunnen diverse instellingen worden gedaan (zie hfdst. 5).
4.5 Gebruik als Data-Logger (Het opslaan van ritten) Om gereden ritten op te slaan, voor het begin van de rit de opname starten: daarvoor in de hoofd-modus de toets linksboven 3 sec. lang indrukken. Op het display verschijnt een klein Popup-venster met 4 symbolen. Deze betekenen:
Met de toets rechtsboven de gewenste functie uitkiezen en door kort op de toets linksboven te drukken bevestigen. Op het display wordt dan rechts onderaan het betreffende symbool aangegeven.
8
Een rit kan max. 1000 routemarkeringen bevatten (komt in de fiets-modus overeen met max. 40 km (het interval om markeringen op te slaan is in de fiets-modus vastgesteld op 40 m). Als 1000 markeringen zijn opgeslagen, schakelt de CicloNAVIC 50 de actuele opname uit en start automatisch een nieuwe opname. Is een langere rit gepland moet deze als een opname opgeslagen worden. In de menumodus bij de instellingen de gebruikers-modus uitkiezen en het interval bijv. op 100 m instellen. Dan bedraagt de maximale afstand die in een rit opgeslagen kan worden 100 km.
4.6 Markeren van een POI (Point of Interest / Interessante plaats) Met de CicloNAVIC 50 kunnen interessante plaatsen aan de hand van de lengte- en breedtegraad snel en eenvoudig worden opgeslagen: daarvoor in de hoofdmodus de toets linksonder 3 sec. lang indrukken. Op het display verschijnt het POI-Popup-venster. De verschillende symbolen zijn ervoor om later de POI’s te kunnen onderscheiden.
Door steeds kort op de toets rechtsboven te drukken kan een willekeurig symbool voor de markering van een POI worden uitgekozen (er kunnen ook meerdere POI’s met hetzelfde symbool worden gemarkeerd). Door kort op de toets linksboven te drukken, wordt de actuele lengte-/breedtegraad met tijd en datum en het uitgekozen POI-symbool opgeslagen. De teller rechts in het POI-Popup-venster laat het (lopende) nummer van de POI’s zien. De opgeslagen POI’s kunnen in de menu-modus voor een (rechte-lijn-)navigatie worden opgeroepen. Daar worden alle opgeslagen POI’s met het betreffende symbool en tijd/datum van het opslaan aangegeven. Voor het uitkiezen van het gewenste POI met de toets rechtsboven markeren en door kort op de toets linksboven te drukken bevestigen. De CicloNAVIC 50 springt automatisch terug naar de hoofdmodus en start ook automatisch de opname. Aanwijzing: het POI-Popup-venster wordt alleen aangegeven, als een GPS-signaal voorhanden is. Bij geen of een te zwak signaal verschijnt de aanduiding ‚weak signal’. Door kort de toets linksonder in te drukken kan men terug keren naar de hoofdmodus.
9
4.7 Navigatie Om de CicloNAVIC 50 voor navigatie te gebruiken, moet eerst een rit resp. een doel via de menu-modus uitgekozen worden (zie hfdst. 4.4). Na het uitkiezen het gewenste doel met de toets linksboven bevestigen. De CicloNAVIC 50 springt automatisch terug naar de hoofdmodus en begint met de navigatie. Daarbij wordt door een pijl in de kompasring aangegeven in welke richting het doel, resp. de volgende markering ligt. Op het display wordt boven de functies de aanduiding (indien ingegeven) van het volgende markeringspunt, resp. het doel in een „lopende regel“ aangegeven. Na het bereiken van een markeringspunt, resp. doel knippert het display een aantal keren en in de lopende regel verschijnt het volgende markeringspunt (resp. de navigatie stopt bij het bereiken van het doel). Om de uitgekozen rit, resp. het doel voor de navigatie te wissen (keuze opheffen), in het opname-Popup-venster het laatste punt (keuze wissen) met de toets rechtsboven kiezen en met de toets linksboven bevestigen (zie hfdst. 4.5). Aanwijzing: met dit wissen wordt alleen de keuze opgeheven, de rit, resp. het doel zelf blijft behouden. Deze kunnen alleen via de menu-modus worden gewist.
4.8 Kompas De CicloNAVIC 50 bezit een elektronisch kompas, dit wordt d.m.v. een digitale kompasring in de hoofdmodus aangegeven. De windrichtingen worden met N (=North/Nord), E (=East/Ost), S (=South/Süd) en W (=West) aangegeven. Indien het kompas fout aangeeft, moet het eventueel gekalibreerd worden. Zie hiervoor hfdst. 5.
4.9 Verlichting De CicloNAVIC 50 heeft een ingebouwde achtergrondverlichting. Deze kan door het kort indrukken van de toets rechtsonder in- en uitgeschakeld worden. In de instellingen in de menu-modus kan bij het punt ENERGIESTAND ingesteld worden of de verlichting met de hand (in- en uitschakelen door indrukken van een toets) of automatisch (inschakelen door druk op de toets, uitschakelen automatisch na een bepaalde tijd) moet functioneren. Zie hiervoor ook hfdst. 5.
10
5. Instellings-modus In principe geldt: Met de toets rechtsboven kunnen de verschillende aanduidingen uitgekozen, resp. (bij ODO) de aangegeven waarden verhoogd worden. Met de toets linksboven wordt de betreffende keuze opgeslagen, resp. de betreffende aanduiding bevestigd. Om naar het vorige beeldscherm terug te keren, resp. het instellen af te breken, de toets linksonder indrukken. Aanwijzing: wordt een aanduiding met de toets rechtsboven uitgekozen, maar niet met de toets linksboven bevestigd (maar met de toets linksonder het instellen afgebroken), blijft de vorige instelling actief. In de menu-modus kunnen verschillende instellingen worden gedaan. Daarvoor in de menu-modus het punt INFO met de toets rechtsboven uitkiezen, met de toets linksboven bevestigen.
Nu verschijnen de volgende punten: GPS INFO
ODO
Hier worden de GPS-gegevens (lengte- en breedtegraad) van het actuele standpunt (resp. van het standpunt waar het laatste GPS-signaal ontvangen werd) aangegeven. Hier kan het totaal aantal km worden ingesteld. Het onderstreepte getal kan met de toets rechtsboven worden veranderd en met de toets linksboven worden opgeslagen.
PARAMETER Hier kunnen verschillende instellingen worden gedaan: CLEAR DATA Hier kunnen de opgeslagen gegevens worden gewist. Mogelijke keuze: POI Naar huis Toer Ontwerp Profiel-Navi Gewenste gegevens uitkiezen met de toets rechtsboven, door kort de toets linksboven in te drukken worden de betreffende gegevens gewist. ENERGIESTAND Hier kunnen verlichting en stroomspaarmodus worden ingesteld. Verlichting Hier kan de duur van de achtergrondverlichting worden ingesteld.
11
Mogelijke keuze: Manueel De verlichting wordt door kort de toets rechtsonder in te drukken in- en uitgeschakeld. 10 sec 30 sec 60 sec De achtergrondverlichting wordt bij elke druk op de toets in- en na de ingestelde tijd automatisch uitgeschakeld. Aanwijzing: door de eerste druk op de toets wordt alleen het licht ingeschakeld, om een functie in werking te zetten de betreffende toets opnieuw indrukken. Aanwijzing: door het vaak gebruiken van de achtergrondverlichting is de accu sneller leeg. Rustmodus Hier kan de automatische uitschakeling worden ingesteld. Mogelijke keuze: Uitgeschakeld Met deze instelling is de automatische uitschakeling niet langer actief. D.w.z. de CicloNAVIC 50 blijft zo lang ingeschakeld tot hij door 3 sec. lang op de toets rechtsonder te drukken met de hand wordt uitgeschakeld. 10 min 30 min 60 min Zonder GPS-signaal en zonder druk op de toets binnen dit tijdsbestek schakelt de CicloNAVIC 50 na de ingestelde tijd automatisch uit.
TIJDZONE Hier kan de tijdzone worden veranderd. Mogelijke keuze: Automatisch Met deze instelling wordt de tijdzone automatisch bij ontvangst van het GPSsignaal ingesteld. Aanwijzing: de omstelling naar zomertijd moet met de hand worden ingesteld. (in Nederland dan bijv. bij Manueel UTC+2 kiezen). Manueel Hier kan de tijdzone met de hand worden ingesteld. UTC +1 . . UTC -1 . . KALIBREREN Hier kan het kompas gekalibreerd worden. Als er verkeerde aanduidingen op het kompas worden vastgesteld, moet het kompas gekalibreerd worden. Het kalibreren kan men het best doen, als de CicloNAVIC 50 op de fiets gemonteerd is. Anders de CicloNAVIC 50 op een vlakke ondergrond leggen.
12
Om het kalibreren te starten kort de toets linksboven indrukken. Nu de CicloNAVIC 50 (resp. de fiets) langzaam meerdere malen in de richting van de klok draaien (resp. een klein rondje draaien). De CicloNAVIC 50 geeft de hoofdmodus aan. Na het starten van het kalibreren worden echter geen windrichtingen meer aangegeven. Zodra deze worden aangegeven is het kalibreren ten einde. EENHEDEN Hier kan tussen kilometer/meter- en mijlen/feet-instelling worden gekozen. Mogelijke keuze: km mijl TOUR ONTWERP Hier kunnen gebaseerd op de gewenste soort sport speciale specifieke navigatie-instellingen, met betrekking tot opslaginterval, omkeerradius en navigatieradius worden ingesteld. Mogelijke Keuze: Wandel-Modus Vaste instelling voor het interval is 10 m, navigatieradius 100 m en omkeerradius 20 m (Verklaring van de verschillende instellingen zie gebruikersmodus). FIETS-Modus Vaste instelling voor het interval is 40 m, navigatieradius 200 m en omkeerradius 40 m (Verklaring van de verschillende instellingen zie gebruikersmodus). Gebruikers-Modus Mogelijke keuze: Interval Hier kan het gewenste opslaginterval (d.w.z. het interval waarin de routemarkeringen worden opgeslagen) worden ingesteld. Mogelijke keuze: 10 m 20 m 30 m 40 m 100 m Navi-Radius Hier kan worden ingesteld in welke omtrek een routemarkering als “bereikt” wordt gezien (navigatieradius). Mogelijke keuze: 100 m 200 m 300 m 400 m 500 m
13
Omkeerradius Hier kan worden ingesteld tot welke afstand tot een niet bereikte routemarkering kan worden terug genavigeerd. Mogelijke keuze: 20 m 30 m 40 m 50 m 100 m TAAL Hier kan de gewenste taal voor de tekstaanduidingen in de CicloNAVIC 50 worden ingesteld. Mogelijke keuze: English Français Deutsch Nederlands Italiano Español
14
6. Aansluiting aan de PC/Verwerking 6.1 Installatie Om het programma CicloGuide en de benodigde driver te installeren, de meegeleverde CD in de CD-lezer van de PC leggen en het zich op de CD bevindende bestand CicloGuide_setup.exe door dubbel klikken starten. Nu verschijnt het installatiebeeldscherm voor het programma CicloGuide.
De installatieaanwijzingen op het beeldscherm volgen. Na de installatie van het programma wordt automatisch het installeren van de driver gestart.
Hier eveneens de installatieaanwijzingen op het beeldscherm volgen tot beëindiging.
15
Nu het USB-snoertje met de PC en de CicloNAVIC 50 verbinden. Meteen wordt de CicloNAVIC 50 automatisch bij het verbinden met de PC herkend.
6.2 Het gebruik van het programma CicloGuide Om het programma te starten het icoontje op de desktop dubbel aanklikken. Aanwijzing: om de kaart te kunnen laten zien is een verbinding met het internet nodig. Is de CicloNAVIC 50 bij het starten van het programma al met de PC verbonden, dan wordt de betreffende Com-port automatisch herkend en in de werkbalk links onder aangegeven.
Via de verschillende tabs boven in het programma kunnen de betreffende punten/functies worden uitgekozen. 6.2.1 Profiel-Navigatie Hier kunnen verschillende punten op de kaart worden gemarkeerd en voor de navigatie in de CicloNAVIC 50 gezet worden. Voor het eenvoudiger onderscheiden van de verschillende punten kunnen deze in categorieën en sub-categorieën worden ingedeeld. Om eigen categorieën samen te stellen eerst op het symbool klikken. Dan wordt de categorieën-editor geopend.
16
Hier kunnen de categorieën/sub-categorieën van naam gewijzigd, gewist, resp. nieuw samengesteld worden. Om een punt voor de Profiel-Navigatie te creëren, op de kaart op de gewenste plaats klikken. Nu verschijnt de doel-editor.
Hier kan aan de uitgekozen plaats/het uitgekozen punt een naam worden gegeven en de hiervoor betreffende categorie/sub-categorie worden uitgekozen. Door op ‚Toevoegen’ te klikken, wordt het punt in de tabel links overgenomen. Om de tabel op de CicloNAVIC 50 over te nemen, op het symbool Om de tabel op de PC op te slaan op het symbool
klikken.
klikken.
17
6.2.2 POI Hier kunnen de op de CicloNAVIC 50 opgeslagen POI’s gedownload worden. Daarvoor op het symbool
klikken. In de tabel verschijnen de opgeslagen POI’s.
Door het aanklikken van een POI in de tabel wordt de betreffende plaats rechts op het kaartfragment aangegeven. 6.2.3 Toer ontwerp Hier kan een route worden samengesteld en op de CicloNAVIC 50 worden geladen. Voor de route kunnen max. 50 markeringspunten worden aangegeven. Daarvoor het startpunt op de kaart aanklikken. De betreffende gegevens (lengte- en breedtegraad) worden in de tabel overgenomen. Nu langs de gewenste route hoogstens 50 markeringspunten plaatsen.
Om de verschillende markeringspunten te benoemen het betreffende punt in de tabel markeren (door aanklikken), dan op het symbool aanduiding voor het punt gegeven worden.
klikken, nu kan een
Om de totale route op de CicloNAVIC 50 te zetten, op het symbool Om de route op de PC op te slaan, op het symbool
klikken.
klikken.
6.2.4 Track Hier kunnen de op de CicloNAVIC 50 opgeslagen ritten overgedragen worden op de PC. Daarvoor op het symbool
klikken. De overdracht van de ritten wordt gestart.
De opgeslagen ritten verschijnen in de tabel en kunnen door het aanklikken van een bepaalde rit op de kaart getoond worden. Om de overgedragen ritten op te PC op te slaan op het symbool
klikken.
Om de ritten in een ander formaat op te slaan, op het betreffende formaat (KML, GPX of NMEA) klikken. 6.2.5 Parameter Hier kunnen speciale instellingen worden gedaan. Onder het punt ‚Opname’ resp. ‚Extras’ kunnen bijv. instellingen op de PC worden gedaan en worden overgedragen op de CicloNAVIC 50. Daarvoor de betreffende velden invullen en dan op het venster ‚Instellen’ klikken.
18
7. Onderhoud Als de CicloNAVIC 50 niet gebruikt wordt, moet hij op een koele en droge plaats worden bewaard. A.u.b. niet - op een vochtige en niet geventileerde plaats bewaren - in de auto bewaren (vooral bij sterke zonnestraling) Sterke zonnestraling gedurende langere tijd vermijden (> 50°C). De CicloNAVIC 50 niet in de buurt van sterk magnetische of elektromagnetische velden gebruiken, resp. bewaren (kan o.a. de kompasfunctie beïnvloeden). De CicloNAVIC 50 is bestand tegen opspattend water, maar niet voor het gebruik in water geschikt en is er niet tegen bestand onder stromend water gehouden te worden. Reiniging: Het beeldscherm van de CicloNAVIC 50 kan met een zachte droge doek worden gereinigd, a.u.b. geen materiaal gebruiken dat krassen kan veroorzaken.
19
8. Opheffing van storingen Mogelijke Problemen
Oorzaak/oplossing
Geen aanduiding op het display/geen stroom
De accu is niet voldoende opgeladen - Voor het opladen het apparaat met de PC verbinden Het apparaat staat af - Toets rechtsonder 3 sec. lang indrukken
Geen GPS-signaal
- Het apparaat onder de vrije hemel gebruiken - Erop letten dat de positie niet door hoge gebouwen of andere storingsfactoren gehinderd wordt (versperd) - Het apparaat opnieuw starten - Eventueel re-setten, daarvoor de toetsen rechtsboven, linksboven en linksonder tegelijkertijd minstens 3 sec. lang indrukken, dan de gewenste actie (ColdStart) kiezen. Let op: daarmee worden alle opgeslagen waarden/ritten en instellingen gewist.
Geen afstandsaanduiding
Opname is niet gestart - Opname starten door 3 sec. lang op de toets linksboven te drukken en bevestigen door kort op de toets linksboven te drukken
Aanduiding „weak signal“
Geen GPS-signaal resp. GPS-signaal is te zwak voor de gewenste functie - Door kort op de toets linksonder te drukken terug naar het vorige display - Opnieuw proberen als het GPS-signaal voldoende sterk is
Kompas geeft verkeerd aan
Magnetisch, resp. elektromagnetisch storend veld in de buurt - Het storende veld verlaten, resp. het storende apparaat verwijderen Kompas kalibreren (zie hfdst. 5)
Geen PC-verbinding
USB-snoertje niet correct aangesloten - Snoertje verwijderen en opnieuw proberen - Eventueel snoertje uitwisselen Verkeerde port in het programma CicloGuide ingesteld - Juiste port instellen
20
9. Garantievoorwaarden Wij geven de eerste koper van dit product een garantie van 2 jaar vanaf de koopdatum volgens onderstaande voorwaarden. Binnen deze garantietijd verhelpen we kosteloos gebreken aan het apparaat, die duidelijk op een materiaal- en/of fabricagefout berusten. Uitgesloten van garantie is schade, die door verkeerde behandeling of verkeerd gebruik, commercieel gebruik of door een val/ongeluk is veroorzaakt. Eveneens uitgesloten van garantie zijn de aan slijtage onderhevige onderdelen, kapotte behuizing van het apparaat en de accu. De doorvoering van de garantie geschiedt naar onze keuze via reparatie of vervanging van kapotte onderdelen. De garantie dekt geen directe-, indirecte-, of vervolgschade, die met het product in verband staan. Deze garantie beperkt noch de wettelijke rechten van de gebruiker volgens het betreffende geldige nationale recht, noch de rechten van de gebruiker t.o.v. de handelaar volgens het gesloten koopcontract. Indien u gebruik wilt maken van de garantie, wendt u zich a.u.b. tot uw handelaar of uw lokale distributeur of stuurt u de computer met de kassabon (datum) en alle onderdelen, voldoende gefrankeerd, aan: CICLOSPORT SERVICE K. W. Hochschorner GmbH Konrad-Zuse-Bogen 8 D-82152 Krailling Telefax: E-Mail:
089 / 8 59 63 01
[email protected]
Leest u a.u.b. voor het inzenden van het apparaat nog eens zorgvuldig de gebruiksaanwijzing door en controleert u de accu. Bij terechte aanspraak op garantie wordt het gerepareerde apparaat of een vervangend apparaat kosteloos terug gestuurd. Reparatie: Wordt het apparaat voor reparatie opgestuurd of kan een aanspraak op garantie niet worden verleend, voeren we een reparatie tot Eur 19,-- automatisch uit. Het terugsturen van het apparaat geschiedt onder rembours.
21
10. Technische gegevens Positioneringtijd - Koude start - Warme start - Hete start - Heroriënteringtijd Achtergrondverlichting LCD-resolutie LCD maten Omgevingstemperatuur Stroomverzorging Gebruiksduur van de accu
Waterdicht Ondersteunt WAAS / EGNOS Markeringspunten
Routeplanning
35 seconden 32 seconden 2 seconden 2 seconden Ja (verlichtingsduur instelbaar) 128 x 128 punten 29,9 mm x 29,3 mm - 10°C tot + 50°C 3,7V Li polymeer oplaadbare accu ca. 10 uur bij lopende GPS-navigatie ca. 2 maanden bij uitgeschakeld apparaat (de klok loopt intern door) Aanwijzing: bij het vaak gebruiken van de achtergrondverlichting is de accu sneller leeg Tot 0,6 bar Max. 100.000 markeringspunten kunnen worden opgeslagen (een rit kan max. 1000 markeringspunten bevatten) Men kan 1 Route met max. 50 markeringspunten uploaden
22
11. Garantieformulier Afzender: ___________________________________________________________________ Naam, voornaam ___________________________________________________________________ Straat, nr. ___________________________________________________________________ Woonplaats ___________________________________________________________________ Telefoon (overdag) ___________________________________________________________________ E-mail ___________________________________________________________________ Reden van het toesturen: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Na afloop van de garantie mogen reparaties tot Euro ___________ worden uitgevoerd.
23
Het zich ontdoen van elektrische en elektronische apparaten (te gebruiken in landen van de Europese Unie en andere Europese landen met een apart verzamelsysteem voor deze apparaten). Het symbool op het product of zijn verpakking wijst erop, dat men dit product niet als normaal huishoudafval moet behandelen, maar naar een speciale verzamelplaats voor het recyclen van elektrische of elektronische apparaten moet brengen. Door uw bijdrage om zich op de juiste manier van dit product te ontdoen, beschermt u het milieu en de gezondheid van uw medemensen. Milieu en gezondheid worden door het zich op de verkeerde manier van afval te ontdoen in gevaar gebracht. Materiaalrecycling helpt het verbruik van grondstoffen te verminderen. Verdere informatie over recycling van dit product verkrijgt u in uw gemeente, de communale afvalbedrijven of in de winkel waar u dit product heeft gekocht. FCC Statement This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to part 15 of the FCC rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: -Reorient or relocate the receiving antenna. -Increase the separation between the equipment and receiver. -Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. -Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. To assure continued compliance, any changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s authority to operate this equipment. (Example- use only shielded interface cables when connecting to computer or peripheral devices). This equipment complies with Part 15 of FCC RF Rules. Operation is subject to the following two conditions: 1) This device may not cause interference and 2) This device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device. Caution! The manufacturer is not responsible for any radio or TV interference caused by unauthorized modifications to this equipment. Such modifications could void the user authority to operate the equipment. Vergissing en technische veranderingen voorbehouden
24
25