verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Inhoudsopgave 1. De gemeente Westland en het algemeen beleid 1.1 De respectvolle samenleving 1.2 Sterke gemeente - betekenis van de gemeente - interbestuurlijke verhoudingen - een sterke gemeente is betrouwbaar - gemeente, burger en gemeenschap - gemeentelijke dienstverlening - intergemeentelijke samenwerking - gemeentefinanciën 2. Leefbaarheid en veiligheid 2.1 Gemeentelijk veiligheidsbeleid 2.2 Leefbaarheid in dorp, wijk en buurt 2.3 Publieke ruimte 3. Gezinnen, jongeren, ouderen en generatiebeleid 3.1 Gezinnen en gezinsleven 3.2 Jongeren 3.3 Ouderen 3.4 Generatiebeleid 4. Onderwijs 4.1 Kwalitatief goed onderwijs 4.2 School en omgeving 4.3 Brede scholen 5. Participatie, zorg, welzijn en sociaal beleid 5.1 Participatie en WMO 5.2 Gezondheidsbeleid 5.3 Gehandicapten 5.4 Bestrijding sociaal isolement en armoede 5.5 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg 6. Vrijwilligers, sport, cultuur en participatie 6.1 Vrijwilligers 6.2 Kerken en levensbeschouwelijke organisaties 6.3 Sport 6.4 Erfgoed, kunst, cultuur en media 6.5. Participatie 7. Ruimtelijke ordening en wonen 7.1 Ruimtelijke ordening 7.2 Wonen voor iedereen 7.3 Welstand
8. De Vereniging van Dorpskernen 8.1 Gebiedsgericht werken 8.2 Voorzieningen en scholen 8.3 Zorg op maat 9. Economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en werkgelegenheid 9.1 Economische ontwikkeling 9.2 Werkgelegenheid en arbeidsmarkt 9.3 Gebiedsmarketing 10. Milieu, water, verkeer en vervoer 10.1 Milieu, duurzaamheid en klimaatbeleid 10.2 Afvalstoffen 10.3 Water 10.4 Verkeer en vervoer
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
1.0 De gemeente Westland en het Algemeen Beleid 1.1 De respectvolle samenleving Respectvol samen leven in een sterke gemeente Westland; in deze begrippen is het verlangen van het CDA verwoord voor de gemeentepolitiek in de komende jaren. Respect is één van de kernthema´s van het CDA. Vraag het aan burgers zelf, maar ook uit enquêtes komt het naar voren. De burgers willen (meer) respect. Een sterke gemeente Westland gaat met respect om met de verschillende belangen in de samenleving. Dat betekent dat dit zowel geldt bij de afweging van belangen als bij de democratisch genomen besluiten. Respect bepaalt ook het directe contact tussen burger en gemeente als de burger klant van gemeentelijke diensten en voorzieningen is. Respect stelt een bepaalde norm aan de dienstverlening. Respect stelt ook eisen aan de manier van afhandeling van zaken. Respect betekent ook dat bestuur en burgers begrip tonen voor en ruimte geven aan elkaar. Bestuurders moeten respect hebben voor burgers en hun organisaties als deze het niet eens zijn met genomen beslissingen, als zij opkomen voor het individuele of groepsbelang of gewoon anders tegen zaken aankijken. Daar staat tegenover dat bestuurders, ambtenaren, politiemensen, brandweerlieden, ambulancepersoneel en mensen werkzaam in de zorg recht hebben op een respectvolle bejegening. Zij werken allemaal met hun beste krachten en met volle overtuiging voor de publieke zaak, vóór mensen. Tot besluit heeft het begrip respect nog een andere dimensie dan intermenselijke relaties. In het christendemocratische gedachtegoed drukt het uitgangspunt van rentmeesterschap óók het respect van mensen voor de levende natuur uit.
1.2 Sterke gemeente
Betekenis van de gemeente Het is voor het CDA vanzelfsprekend dat de gemeente een belangrijke functie vervult op het gebied van het openbaar bestuur. De gemeente is voor veel burgers de overheid die het dichtst bij mensen en gemeenschappen staat. Veel maatschappelijke vraagstukken spelen zich af in de gemeente: in dorpskernen, wijken, buurten en straten. Dat vraagt om een sterke gemeente die maatwerk kan leveren bij het oplossen van problemen. Lokaal maatwerk is nodig omdat dorpskernen van elkaar verschillen. Daarom is het noodzakelijk en gewenst dat het Rijk en de provincie globale kaders aangeven en de gemeente daarbinnen zoveel mogelijk vrij laten.
Interbestuurlijke verhoudingen Het CDA is een brede volkspartij die is vertegenwoordigd op alle niveaus van het openbaar bestuur: gemeenteraden, colleges van provinciale staten, regering en parlement en het Europees Parlement zij vormen een belangrijk netwerk. Zij werken zoveel als mogelijk met elkaar samen. Dit betekent niet altijd dat belangen, opvattingen en wensen dezelfde zijn. Ook zijn de verantwoordelijkheden en taken van gemeenten, de provincies, het Rijk en de Europese Unie niet dezelfde. Zij vullen elkaar, als het goed is, aan. Het komt aan op lokale politici en bestuurders met ambitie en idealen die een toekomstgerichte visie hebben op ‘goed bestuur’ in het belang van de lokale gemeenschap. Dat vraagt ook om een goed toegerust en professioneel ambtenarenapparaat. Het CDA staat dan ook achter de plannen betreffende de bouw van het gemeentehuis aan de Verdilaan te Naaldwijk mits binnen de daarvoor gestelde financiële en ruimtelijke kaders. Een sterke gemeente is ook niet per definitie een gemeente die alle problemen geheel zelfstandig aanpakt. Het kan een teken van kracht zijn om als gemeente samen te werken met andere gemeenten.
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect
Samenwerking tussen CDA bestuurders van gemeenten, provincie, Rijk en Europa Goed openbaar bestuur / sterke gemeente
Concrete plannen en rapportage van In alle geledingen aandacht initiatieven vestigen op de belangen van het Westland
Bepalen eigen gemeentelijk beleidsagenda en wettelijke taken goed vervullen
Maatwerk leveren bij het oplossen van problemen en heldere communicatie met belanghebbende c.q. de burgers
Prestatie indicator Rapportage plannen en initiatieven
Rapportage (in begrijpelijke taal)
Een sterke gemeente is betrouwbaar… Een sterke gemeente legt telkens weer in de openbaarheid verantwoording af over het gevoerde beleid. Daarmee toont de gemeente zich ook betrouwbaar en stelt zij zich dienstbaar op aan de lokale gemeenschap. In de visie van het CDA dient de gemeente haar ambities zoveel mogelijk in meetbare doelstellingen te vertalen, bijvoorbeeld als het gaat om vermindering van administratieve lasten voor burgers, instellingen en bedrijven. Sterke gemeenten durven zich kwetsbaar op te stellen als het gaat om het meten van hun eigen bestuurskracht. Ook benchmarks (een vergelijking van de gemeente met vergelijkbare referentiegemeenten) dienen te worden ingezet als een bruikbaar instrument. Bestuurskrachtmetingen en benchmarks, die de gemeenteraad en het college gericht dienen te benutten, vergroten het leerproces ‘waar de gemeente staat’. Verder bieden ze informatie voor toekomstig beleid en kunnen ze worden gebruikt om verantwoording af te leggen aan de lokale gemeenschap. Niet de angst voor zaken die wellicht nog niet goed gaan, maar inzicht in hoe het nog beter kan, moet de drijfveer zijn voor gemeentebestuurders. Dat is een teken van zelfvertrouwen en kracht. Onderwerp Wat willen we bereiken in Te bereiken effect Prestatie 2010‐2014 indicator Vergroten leerproces en Het aantal Bestuurskrachtmetingen Meten bestuurskracht en uitvoeren benchmarks inzicht krijgen in ‘hoe het benchmarks en benchmarks beter kan’ onderzoeken (www.waarstaatjegemeente.nl). Gemeente, burger en gemeenschap Het CDA vindt dat de gemeente in haar handelen de inwoners, de lokale gemeenschap, centraal moet stellen. Het gemeentebestuur staat de lokale gemeenschap ten dienste en niet omgekeerd. Het is belangrijk dat belanghebbenden een volwaardige rol hebben in het beleidsproces. Dat komt onder andere tot uitdrukking in de wijze waarop de gemeente inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven betrekt bij de beleidsvorming en de uitvoering van haar taken. Soms zal de rol van de gemeente zich beperken tot het actief verschaffen van informatie of het betrekken van belanghebbenden bij de voorbereidingsfase van besluitvorming (zienswijzen, inspraak). Maar evengoed kan de gemeente belanghebbenden ook bij de uitvoering van beleid betrekken en maatschappelijke initiatieven aanmoedigen.
Pagina 3 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
In de visie van het CDA moet de reikwijdte van het begrip ‘belanghebbenden’ zo ruim mogelijk worden opgevat. Ook bijvoorbeeld forenzen of toeristen kunnen via hun opvattingen en wensen een zinvolle bijdrage leveren voor het gemeentelijk beleid, ook al zijn zij geen ingezetenen. Te bereiken effect Prestatie Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 indicator Draagvlak t.a.v. Rapportage Totstandkoming Belanghebbende (burgers) een volwaardige rol toekennen besluitvorming (zienswijze, van beleid inspraak) De reikwijdte van het begrip ‘belanghebbenden’ dient zo ruim mogelijk te worden opgevat en niet beperkt te blijven tot alleen de ingezetenen van de gemeente.
Gemeentelijke dienstverlening De gemeente is geen gewone leverancier van diensten. Voor bijvoorbeeld een paspoort of een bouwvergunning kan de burger niet om de gemeente heen. Daarom is het de plicht van de gemeente haar dienstverlening optimaal en klantvriendelijk voor de gebruikers in te richten. Zo wil het CDA dat inwoners en bedrijven bij één loket geholpen kunnen worden met al hun vragen. Daarnaast dient de gemeente in de komende periode de digitale dienstverlening (internet) verder uit te breiden. Via een persoonlijke pagina kan de burger zien hoe het staat met de behandeling van zijn aanvraag voor een vergunning, krijgt hij van de gemeente een uitnodiging zijn paspoort te komen verlengen en kunnen afspraken digitaal worden ingepland. Alle gemeentelijke diensten zijn via het internet aan te vragen of te raadplegen. Inwoners die niet met de computer overweg kunnen, mogen blijven rekenen op goede persoonlijke dienstverlening. Tevens zal de gemeente blijven investeren in het vereenvoudigen van de taal waarin brieven, beleidsnota’s en folders worden geschreven. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Meetbare verbetering Top 5 in benchmark Dienstverlening Optimale en klantvriendelijke dienstverlening Alle diensten en voorzieningen Verbetering van de Top 10 in Digitale dienstverlening aan benchmark dienstverlening ook via internet aanbieden inwoners
Intergemeentelijke samenwerking Er kunnen goede redenen zijn voor de gemeente om ten aanzien van bepaalde onderwerpen met elkaar samen te werken. Bovendien zijn gemeenten geen bestuurlijke eilanden; zij functioneren in een regionale omgeving. Het beleid van een gemeente heeft vaak effecten voor omliggende gemeenten. Dat betekent dat gemeenten daar rekening mee moeten houden en dat afstemming moet plaatsvinden met buurgemeenten en omliggende gemeenten. Kostenbesparing, krachtenbundeling en kwaliteitsverbetering zijn belangrijke drijfveren voor intergemeentelijke samenwerking. Er zijn ook verschillende vormen waarin intergemeentelijke samenwerking kan plaatsvinden. Het kan daarbij gaan om gemeenschappelijke dienstverlening en uitvoering van taken, maar ook om bestuurlijke samenwerking in een gemeenschappelijke regeling. Het CDA vindt dat de gemeente maximaal de ruimte moet benutten om die samenwerkingsvorm(en) te kiezen, die het beste bij hen past.
Gemeentefinanciën Gemeentelijke maatregelen en voorzieningen kosten geld. De bekostiging ervan wordt opgebracht door de belastingbetaler. Voor het CDA is dit een van de redenen om zorgvuldig om te gaan met publieke middelen. Een goed beheer van publieke middelen is een belangrijk uitgangspunt voor het CDA.
Pagina 4 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
De hoogte van gemeentelijke uitgaven en investeringen is geen doel op zich. Er moet sprake zijn van een maatschappelijk belang dat in een redelijke verhouding staat tot het gebrachte financiële offer. Bij elke euro die wordt uitgegeven maakt het CDA daarom een zorgvuldige afweging. Het CDA hecht aan het principe dat structurele uitgaven in beginsel door middel van structurele inkomsten worden bekostigd. Zo ontstaat er solide dekking voor meerjarige uitgaven die niet afhankelijk zijn van incidentele mee‐ en tegenvallers. De aard en hoogte van eventuele begrotingsoverschotten zijn bepalend voor de besteding van deze middelen. Het financiële beleid dat het CDA voor ogen staat, is gericht op een duurzaam begrotingsevenwicht en het op peil houden, en waar nodig, versterken van het weerstandsvermogen van de gemeente. Natuurlijk zijn er veel investeringen waar de gemeente haar verantwoordelijkheid voor kan en moet nemen. Deze investeringen zijn een uitvloeisel van landelijk beleid of van belang voor de lokale gemeenschap. De samenleving staat voor het CDA voorop. Initiatieven die uit de lokale gemeenschap komen zal het CDA waar mogelijk steunen. Sterker nog, het CDA stimuleert de samenleving zelf verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar. Daar waar nodig neemt de politiek weer haar verantwoordelijkheid. Daarbij wordt altijd een rationele afweging gemaakt bij de inzet van schaarse middelen die door de belastingbetaler worden opgebracht. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie 2014 indicator Sluitende Gemeentefinanciën Structurele uitgaven moeten in Een duurzaam beginsel door structurele begrotingsevenwicht en het begroting inkomsten worden bekostigd op peil houden, en waar nodig, versterken van het weerstandsvermogen van de gemeente Heffingen, rechten en leges Evenwichtige ontwikkeling Rapportage dienen zoveel mogelijk kosten / baten kostendekkend te zijn Synergie voordelen realiseren Kostenverhoging en Jaarlijkse door efficiëntie en effectiviteit te Lastenverzwaring voor de verhoging verhogen. burger en bedrijfsleven moet tarieven en lager zijn dan de inflatie lasten 1% onder inflatieniveau In economisch mindere tijden Continuïteit waarborgen. Begroting niet bezuinigen op de collectieve voorzieningen.
Pagina 5 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
2. Leefbaarheid en veiligheid 2.1 Gemeentelijk veiligheidsbeleid Je veilig voelen in je woon‐, werk‐ en leefomgeving is essentieel. De gemeente heeft een belangrijke taak als regisseur in de veiligheidsketen. Om de sociale samenhang en geborgenheid in buurten, wijken en dorpen te waarborgen moet criminaliteit en overlast hard worden aangepakt. Uitgangspunten De zorg voor veiligheid van burgers en effectieve bestrijding van criminaliteit is een kerntaak van de overheid. In de Christendemocratische visie is voorkomen, opsporen, vervolging en bestraffing van criminaliteit een praktische vertaling van de rol van de overheid bij het gestalte geven aan publieke gerechtigheid.
Rol gemeente Het veiligheidsbeleid vereist een gemeente die haar gezag gebruikt, stimuleert en ondersteunt. De gemeente dient zoveel mogelijk haar taken en autoriteiten op veiligheidsgebied te benutten. Het CDA is van mening dat de gemeente als het gaat om veiligheidsbeleid de volgende drie taken heeft. 1. Participatie en het zoveel mogelijk vormgeven van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en de lokale gemeenschap. Burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven hebben uiteraard een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen van onveiligheid. Respect voor elkaar, moet een gedeeld begrip worden. Goede voorlichting en een lik‐op‐stuk‐beleid helpen om duidelijk te maken wat kan en wat niet kan. Hiermee kan de verruwing van het maatschappelijke klimaat worden tegengegaan. Waar mogelijk worden daders financieel verantwoordelijk gesteld voor de door hun aangebrachte schade. 2. Preventie. Het beleid is erop gericht criminaliteit en overlast niet alleen tegen te gaan, maar liever nog te voorkomen. Dat gebeurt door voorlichting en samenwerking met ouders, scholen en maatschappelijke instellingen. Maar ook door fysieke maatregelen, zoals camerabeveiliging en afspraken met horeca‐ exploitanten. De gemeenteraad dient door de gemeente en door politie voldoende informatie verstrekt te worden. 3. Overlast bestrijden en tegengaan. Geweld mag onder geen enkele voorwaarde worden geaccepteerd. De taak van de gemeente is de openbare orde, in samenwerking met politie en justitie, te handhaven. De burgemeester maakt hierover in het driehoeksoverleg (burgemeester‐justitie‐politie) bindende afspraken en rapporteert daarover aan de gemeenteraad of desbetreffende raadscommissie. Waar nodig, draagt de gemeenteraad zelf ook wensen aan die opgenomen worden in de planvorming en prioriteitstelling van de politie. Het CDA is voorstander van nieuwe initiatieven zoals het weekendarrangement (de verdachte van geweld blijft zolang als juridisch mogelijk vastzitten).
Eigen verantwoordelijkheid Mensen moeten zelf meedoen om hun eigen en de publieke veiligheid te verbeteren. Daarom wordt het gebruik van mogelijkheden om zelf criminaliteit te voorkomen, gestimuleerd. Bijvoorbeeld door Sms‐alert en keurmerken (zoals het Keurmerk Veilig Wonen). Daarnaast is landelijke invoering van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor beroepsgroepen belangrijk om de drempels voor melding van huiselijk geweld te verlagen. Sociale controle en het persoonlijk aanspreken van personen op hun gedrag heeft een preventieve werking. Initiatieven zoals buurtpreventie en conciërges op scholen dragen hiertoe bij. De zichtbaarheid van personen met preventieve veiligheidsdoelstellingen is belangrijk. Het veiligheidsgevoel krijgt een stimulans door meer politie en andere toezichthouders op straat, door particuliere beveiliging in winkels en op bedrijventerreinen, door toezicht in het openbaar vervoer, door
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
conciërges op scholen. Wijkagenten en buurtregisseurs kennen de buurten en wijken en de mensen die daar wonen en werken. Zij treden op als bemiddelaar, stimuleren de sociale samenhang in hun werkgebied en handhaven regels op straat. De gemeente dient deze maatregelen praktisch te faciliteren.
Buurtpreventie Initiatieven waarin eigen verantwoordelijkheid centraal staat, zoals buurtpreventie, draagt het CDA een warm hart toe. De gemeente faciliteert de buurtpreventen dusdanig dat zij hun functie goed kunnen uitvoeren. Aan de randvoorwaarden dient zo goed mogelijk invulling gegeven te worden. De buurtpreventie moet de beschikking krijgen over een onderkomen om samen te komen. Maatregelen gestoeld op initiatieven vanuit bewoners zijn voor hun bestaan afhankelijk van voldoende vrijwilligers. De gemeente dient hiertoe professionele begeleiding te bieden bij de werving van vrijwilligers. Andere voorbeelden hiervan zijn de reddingsbrigade en de brandweer.
Veiligheid is geborgenheid De gemeente dient een gemeenschap te zijn waarin iedereen zich veilig voelt en veilig is. Naast meer regulier toezicht is het CDA voorstander van het gebruik van cameratoezicht, maar alleen indien dit aantoonbaar noodzakelijk is om bepaalde openbare gebieden veiliger te maken. De privacy van individuen mag in de visie van het CDA uiteindelijk geen beletsel zijn. De regels moeten duidelijk zijn: wie niets te verbergen heeft, hoeft geen bezwaar te hebben tegen gefilmd te worden. Dit op voorwaarde dat de bestanden weer vernietigd worden. Waar nodig kan cameratoezicht gepaard gaan met maatregelen op grond van de Wet preventief fouilleren door het aanwijzen van gebieden waar burgers, indien zij zich verdacht gedragen, preventief kunnen worden gecontroleerd op wapens en andere verboden zaken, al onderkent het CDA dat burgers daarvan last kunnen hebben.
Sociale samenhang Het CDA vindt het terugbrengen van sociale samenhang in dorpskernen van groot belang. Een afnemend ‘buurtgevoel’ kan leiden tot een gevoel van sociale onveiligheid. Het CDA staat daarom voor een harde aanpak van overlast en criminaliteit die de veiligheid en leefbaarheid aantasten. Malafide huis‐ en pandeigenaren moeten kunnen rekenen op lik‐op‐stuk‐beleid.
Fysieke veiligheid Een goed fysiek veiligheidsbeleid is noodzakelijk. Adequate brand‐ en milieuvergunningen en het toezicht daarop zijn belangrijk. Het CDA is van mening dat risicovolle bedrijven niet in woongebieden thuishoren. Het CDA wil toewerken naar een milieustraat; een straat waarin alle milieutechnisch risicovolle bedrijven geclusterd worden, zodat hier goed gericht beleid op gevoerd kan worden. De gemeente dient haar rampenplannen op orde te hebben. Verder moet de gemeente zich voorbereiden op invoering van de Wet op de veiligheidsregio’s. De verplichte digitalisering van geo‐informatie in 2011 biedt de gemeente Westland de mogelijkheid snel de relevante informatie van objecten voorhanden te hebben in crisis‐ en rampsituaties. De brandweerkorpsen in de regio Haaglanden gaan fuseren. Hierdoor zal binnenkort Brandweer Haaglanden ontstaan. Het CDA wil dat de gemeente inspraak blijft behouden op de inzet van de brandweer en haar vrijwilligers in het Westland, om de belangen van de vrijwilligers te waarborgen.
Coffeeshops Het CDA wil geen coffeeshops binnen de gemeente Westland. De gemeente moet daarom vrij zijn en blijven om coffeeshops binnen haar grenzen niet toe te staan. De verkoop van (soft)drugs op straat moet hard aangepakt worden. De gemeente dient pro‐actief inzet te plegen tegen het telen van drugs.
Pagina 7 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect
Veiligheid
Een stevige en harde aanpak van veroorzakers van overlast en criminaliteit die de veiligheid en leefbaarheid aantasten Digitalisering van geo‐informatie
Brandweer
Verhoging van het veiligheidsgevoel
Snel de relevante informatie van objecten voorhanden hebben Continuïteit waarborgen en optimaal Deelname moet leuk en faciliteren buurtpreventie aantrekkelijk zijn voor jong en oud (diversiteit) Politie en toezichthouders op de In gesprek komen met de fiets door de wijken burgers De gemeente houdt vast aan de Het in standhouden van inzet van vrijwilligers vrijwilligerscorps.
Prestatie indicator Benchmark
Eind 2011 gereed Rapportage van inzeturen Rapportage inzet Afspraken binnen Haaglanden
2.2 Leefbaarheid in dorp, wijk en buurt De leefbaarheid in dorpskernen wordt grotendeels bepaald door het gevoel van veiligheid, gevarieerde woningbouw, een goed voorzieningenniveau, een schone, groene buitenruimte en het sociale weefsel tussen gemeenschappen. Het CDA vindt het van groot belang dat de gemeente er alles aan doet om burgers in dorpen, buurten en wijken te betrekken bij besluiten over de leefbaarheid en de inrichting van hun directe omgeving. Burgers dienen zo vroeg mogelijk betrokken te worden door middel van het gebruik van hedendaagse technische mogelijkheden. Periodiek overleg of een andere vorm van samenwerking moet gestimuleerd worden. Dit laatste is van groot belang voor het bevorderen van de leefbaarheid, binding en ontmoeting en sociale samenhang. De gemeente dient burgers goed op de hoogte te stellen van de mogelijkheden die de burger ter beschikking staat. De gemeente dient daarom dorpskernraden in te stellen (zie ook hoofdstuk 8). Deze groepen zijn de oren en ogen van de (dorps)kern en moeten één ambtenaar als contactpersoon hebben bij wie ze terecht kunnen.
2.3 Publieke ruimte De lokale gemeenschap moet de publieke ruimte heroveren, in de eerste plaats door te zorgen voor goed onderhoud. Regelmatig wordt een wijk‐ of buurtschouw gehouden. De kwaliteit van de publieke ruimte gaat velen ter harte. Overlast door hondenpoep moet worden bestreden met voldoende uitlaatplaatsen, het plaatsen van automaten met hondenpoepzakjes en meer afvalbakken. Bij de (her)inrichting van straten en pleinen dient er aandacht te zijn voor het gebruik van duurzame voorzieningen en of het onderhoud goed kan worden uitgevoerd. Er wordt rekening gehouden met de wensen en behoeften van kinderen, jongeren, ouderen en gehandicapten. Dus aan een levensloopbestendige en aanpasbare openbare ruimte. Binnen elke wijk of buurt dient een ‘plein’ uit te nodigen tot binding en ontmoeting tussen mensen. Verder vindt het CDA het nodig dat de gemeente de algemene onderhoudsnorm regelmatig opnieuw bekijkt en waar nodig bijstelt. Verloedering en vervuiling moeten worden tegengegaan. Woningcorporaties,
Pagina 8 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
particuliere verhuurders en particuliere woningbezitters moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de publieke ruimte.
Openbaar groen Het CDA wil het openbaar groen behouden en waar mogelijk verder uitbreiden. Een groene en schone publieke ruimte verhoogt de leefbaarheid en draagt bij aan een beter leefmilieu. De prioriteit die de gemeente stelt aan openbaar groen moet omhoog. In tegenstelling tot het verleden mag openbaar groen geen sluitstuk van de begroting meer zijn. Bij herstructurering of nieuwbouw dient een minimaal percentage aan openbaar groen besteed te worden. Het openbaar groen moet goed onderhouden en op peil gehouden worden. Regelmatige controle daarvan is belangrijk om ook hier verloedering en vervuiling te voorkomen. Net zoals bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte, is het van belang om burgers te betrekken bij onderhoud van groen in hun woonomgeving. Bij planning en onderhoud van de groenvoorzieningen vormt de sociale veiligheid een vast onderdeel. Openbaar groen in de kernen draagt bij aan een beter milieu en ruimtelijke kwaliteit. Bomen en planten zijn de longen voor een bebouwde omgeving die in meer of mindere mate vervuilend is. Meer openbaar groen en de aanleg van parken (inclusief natuurlijke waterberging) helpen bij de opvang van (regen)water en CO2‐ uitstoot, gaat opwarming tegen en verhoogt de luchtkwaliteit. Het CDA vindt dat de gemeente met projectontwikkelaars afspraken moet maken over grond die door projectontwikkelaars voor geruime tijd onbenut blijft. Deze grond dient tijdelijk benut te worden voor voorzieningen zoals openbaar groen, parkeer‐ of speelgelegenheid. Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect
Dorpskern, wijk of buurt (publieke ruimten)
Bewoners betrekken bij herinrichting Binding en ontmoeting en onderhoud Schone omgeving en goede staat van Veilige publieke ruimten onderhoud van groen, verlichting en voorzieningen
Prestatie indicator Benchmark veiligheidsgevoel burgers Rapportage resultaten buurtschouw
Pagina 9 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
3.0 Gezinnen, jongeren, ouderen en generatiebeleid 3.1 Gezinnen en gezinsleven Het CDA vindt familie en gezinsleven van groot belang. Door opvoeding worden kinderen en jongeren geleerd met regels en verantwoordelijkheden om te gaan. Het is een feit dat het overgrote deel van de ouders er in slaagt om aan steeds hogere eisen en verwachtingen te voldoen als het gaat om opvoeding van kinderen. Gezinsondersteuning Er zijn helaas ook ouders die de aan hen gestelde verwachtingen niet waarmaken. Zo is het aantal gemelde gevallen van ernstige verwaarlozing en mishandeling van kinderen nog steeds schrikbarend hoog. Daarom heeft de gemeente in de visie van het CDA een taak ouders/opvoeders te ondersteunen en stimuleren bij hun opvoedende taken. Daarom is het belangrijk dat, waar nodig, er grenzen worden gesteld en wordt opgetreden als deze grenzen overtreden worden. Het CDA steunt het functioneren van het gezin door goede scholingsmogelijkheden, goede opvang en ondersteuning, mogelijkheden voor ontspanning en ontmoeting te bieden. Het CDA wil dat de gemeente stimuleert dat er een laagdrempelige ouderschapscursus wordt aangeboden voor (aanstaande) ouders. Signalen die erop (kunnen) wijzen dat het met kinderen of jongeren niet goed gaat, moeten serieus worden opgepakt. Proactief handelen vergroot de kans om beschadiging of ontsporing te voorkomen. Het door de gemeente en hulpinstellingen ‘achter de voordeur’ ingrijpen is tegenwoordig een geaccepteerd fenomeen. Gemeente, jeugdzorg en andere hulpverlenende instanties moeten adequaat samenwerken en tijdig handelen waar nodig. Gemeentelijke regie op de gehele keten van jeugd‐ en gezinsbeleid blijft noodzakelijk. Voor ernstige probleemgezinnen wordt intensieve (gezins)begeleiding aangeboden. Aanvaarding van deze hulp mag echter niet vrijblijvend zijn. Uitgangspunten In het Christendemocratische gedachtegoed zijn gezin en familie de hoeksteen van de samenleving. Als het goed gaat in gezinnen, moet de overheid op afstand blijven en blijven verantwoordelijkheden gespreid. Het uitgangspunt van gerechtigheid gebiedt echter dat de gemeente een taak heeft bij de ondersteuning of zelfs bescherming van kwetsbaren, zoals kinderen en jongeren. Beleid gericht op binding en ontmoeting tussen generaties, tussen jong en oud drukt het uitgangspunt van (leeftijd)solidariteit uit. Centra voor jeugd en gezin In 2011 zal er, evenwichtig verdeeld binnen de gemeente (cluster van dorpskernen), in 5 dorpskernen een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) komen. Het is de bedoeling dat deze centra gaan functioneren als een laagdrempelige voorziening waar ouders en opvoeders gemakkelijk naar toe kunnen met vragen over het opvoeden van kinderen. Daarmee kunnen ouders op één locatie terecht met vragen en wordt er door één coördinator een vinger aan de pols gehouden bij gezinnen die met vragen komen. Het is de taak van gemeenten de samenwerking tussen betrokken instanties op te zetten. Daarnaast krijgt het gemeentebestuur doorzettingsmacht om ‘achter de voordeur’ in te grijpen als ernstige problemen in gezinnen onopgelost blijven. Het is van belang dat er niet alleen gebruik wordt gemaakt van het CJG als er echt problemen zijn. Iedereen die opvoedingsvragen heeft moet het CJG weten te vinden. De gemeente stimuleert de bekendheid en laagdrempeligheid van het CJG via gerichte voorlichting. Tevens moet sprake zijn van goede afstemming en, waar nodig, doorverwijzing tussen het CJG en het bureau Jeugdzorg.
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐2014
Te bereiken effect
Gezinnen
Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) Naamsbekendheid en moeten laagdrempelig en toegankelijk slagvaardig. zijn en blijven. Handhaven van 5 locaties, evenwichtig verdeeld over de gemeente. Kernbegrippen voor deze centra zijn ‘proactief, preventief en snelheid van handelen.
Prestatie indicator Dalende trend van het aantal consulten/ behandelingen
Ieder probleemgezin krijgt een Aanpak van ernstige problemen Dalende trend gezinscoach via het CJG. Ernstige in gezinnen overlast en probleemgezinnen wordt intensieve en criminaliteit niet vrijblijvende (gezins)begeleiding aangeboden.
3.2 Jongeren Een maatschappij zonder jeugd heeft geen toekomst, mist dynamiek en verwondering. Jongeren moeten betrokken worden bij de ontwikkelingen in gemeenten. Via jongerenraden of ‐platforms kunnen met vertegenwoordigers van jongeren afspraken worden gemaakt over de betrokkenheid van jongeren bij beleid en van specifieke voorzieningen voor de jeugd. Jongeren verdienen een eigen plek in de buurt of wijk. De gemeente kan dit stimuleren door het aanleggen van bijvoorbeeld playgrounds, sportveldjes, skatebanen, enzovoort. Dit past in de visie van het CDA dat jongeren recht hebben op een eigen plek in de lokale samenleving. Het geven van vrijheid in de opvoeding kan als negatieve keerzijde hebben dat er ruimte ontstaat voor de ontwikkeling van een ongezonde leefstijl van jongeren, dikwijls binnen een groepscultuur. Ouders kunnen onvoldoende zicht hebben op of hun greep verliezen als het gaat om de leefstijl van hun kinderen. In die gevallen is het belangrijk dat, naast opvoedingsondersteuning, de gemeente in samenwerking met haar partners een aanvullende rol neemt bij beïnvloeding van de leefstijl van jongeren. In samenwerking met bijvoorbeeld sportverenigingen en scholen, worden programma’s voor jongeren opgezet, waarin wordt gewezen op de risico’s van overmatig alcoholgebruik, ongezonde voeding, (soft)drugsgebruik, gokverslaving, enzovoort. Het aandeel van jongeren en jong volwassenen (14‐ tot 25‐jarigen) met betrekking tot overlast en criminaliteit is hoog. Door meer toezicht en elkaar aanspreken op asociaal gedrag en, waar nodig, door consequent optreden, moeten overlast en criminaliteit worden teruggedrongen. Waar nodig, schuwt de gemeente niet maatregelen te nemen zoals (in opklimmende lijn) verscherpte surveillance, extra toezicht in het openbaar vervoer, cameratoezicht, preventief fouilleren en samenscholingsverboden.
Pagina 11 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Jongeren
Wat willen we bereiken in 2010‐2014
Te bereiken effect
Prestatie indicator Norm van 3% realiseren zowel in 3% van totale bestaande als nieuwe wijken. ruimte beslag wijk
Bij herinrichting van openbare ruimte worden jongeren uit de wijk betrokken. Bij nieuwe wijken wordt voor het spelen een ruimtegebruik van minimaal 3% aangehouden. Jongeren in de leeftijdsgroep 12 tot 16 Eigen plek in de buurt of wijk om Rapportage jaar en hun organisaties worden resultaten elkaar te ontmoeten. Chill‐ betrokken bij beleidsvorming en plekken totstandkoming van voorzieningen voor de jeugd. Initiatieven van of voorzieningen voor jongeren, zoals skate‐voorzieningen, playgrounds of streetdance‐ruimten worden ondersteund. Voorwaarden creëren en faciliteren zodat het makkelijker wordt voor marktpartijen een paar kleine en middelgrote uitgaansgelegenheden te kunnen exploiteren.
Uitgaans‐, ontspanningsmogelijkheden voor verschillende doelgroepen.
3.3. Ouderen Dankzij de gestegen welvaart en toegenomen kwaliteit van de gezondheidszorg leven mensen langer. Veel ouderen zijn na hun pensionering nog steeds maatschappelijk actief. Voor de ouderen is het van belang dat de randvoorwaarden om zelfstandig te kunnen wonen optimaal zijn in de vorm van levensloopbestendige woningen of aanleunwoningen bij verzorgingscentra. Er is ook een kwetsbare groep ouderen. Bijvoorbeeld ouderen die vereenzamen, een klein inkomen hebben of met een kwetsbare gezondheid (of een combinatie van deze factoren). Indien nodig, kunnen de door de gemeente aangestelde ouderenadviseurs deze ouderen individueel helpen hun weg te vinden op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Naast het verstrekken van ondersteuning en voorzieningen is mantelzorg een belangrijk middel om tegemoet te komen aan de hulpvraag van ouderen. Het CDA pleit voor het opzetten van een gemeentelijk steunpunt mantelzorg, waar vraag, informatie en aanbod bij elkaar komen. Er moet ook aandacht zijn voor de risico's op vereenzaming van ouderen. Waar nodig, kan de gemeente stimuleren dat er periodieke huisbezoeken worden gebracht aan 75‐plussers. Zodoende wordt de leef‐ en woonsituatie van deze leeftijdsgroep in beeld gebracht om de eventuele hulpvraag scherp te krijgen. Een specifiek onderdeel van het welzijnsbeleid moet hierop ingericht zijn. De gemeente moet met ouderen en hun organisaties communiceren en hen betrekken bij het beleid, bijvoorbeeld als het gaat om de WMO en woon‐ en zorgvoorzieningen.
Pagina 12 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐2014
Ouderen
Het CDA blijft zich inzetten om, in samenwerking met zorgaanbieders en cliëntenorganisaties, de zorgvoorzieningen zo optimaal mogelijk in de dorpskernen in te richten zodat er sprake is van woonzorg‐zones. De gemeente zorgt voor voldoende levensloopbestendige woningen en aanleunwoningen bij zorgcomplexen.
De gemeente stimuleert periodieke huisbezoeken om de risico’s op vereenzaming en verwaarlozing van 75-plussers te monitoren. Zonodig neemt de gemeente zelf actie.
Te bereiken effect
Prestatie indicator Bewoners in de eigen dorpskern laten wonen.
Ouderen zo lang mogelijk Geen zelfstandig kunnen laten wonen. wachtlijsten
Risico’s m.b.t. vereenzaming reduceren.
Rapportage resultaten
3.4 Generatiebeleid In de vitale lokale samenleving die het CDA voor ogen staat, is sprake van respect en ontmoeting tussen generaties, tussen oud en jong. Ouderen hebben levenservaring en hebben maatschappelijke ontwikkelingen aan zich zien voltrekken die de moeite waard kunnen zijn te delen met jongeren. Overdracht van kennis beklijft vaak beter als er persoonlijke ervaringen aan worden toegevoegd. Bovendien kunnen intensievere contacten tussen generaties bijdragen aan meer invoelingsvermogen van ouderen voor wat jongeren beweegt en bezighoudt. (Onderwijs)programma’s of evenementen die zijn gericht op binding en ontmoeting tussen generaties verdienen ondersteuning door de gemeente. Prestatie Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect indicator Generatiebel De gemeente ondersteunt initiatieven, Binding en ontmoeting tussen programma’s en/of activiteiten gericht generaties. eid op binding en ontmoeting tussen generaties en waarin oud en jong participeren.
Pagina 13 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
4. Onderwijs 4.1 Kwalitatief goed onderwijs Opgroeiende kinderen moeten in ons land de kans krijgen hun talenten te ontwikkelen en te benutten. Dit begint vaak op school. Kinderen en jongeren hebben recht op kwalitatief goed onderwijs. Scholen moeten dan ook voldoen aan kwaliteitseisen en een omgeving bieden waarin leerlingen zich goed kunnen ontwikkelen. Het CDA vindt het niet acceptabel dat er scholen zijn die niet aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen en zwak onderwijs geven. Ouders moeten er op kunnen vertrouwen dat hun kinderen op school goed worden begeleid en voorbereid op hun toekomst. Zaken als onderwijsachterstanden, hoge percentages schooluitval en jongeren die voortijdig de school verlaat zonder diploma dient te worden voorkomen. Onderwijshuisvesting Goed onderwijs vraagt om goede onderwijshuisvesting. Actuele beheer‐ en onderhoudsplannen, realistische leerlingenprognoses alsook voldoende reserveringen, zijn daartoe noodzakelijk. Waar mogelijk vindt decentralisatie plaats van middelen voor huisvesting, zodat schoolbesturen en ‐directies zelf beslissingen kunnen nemen. Dit alles in goed overleg en met harde afspraken tussen schoolleiding en de gemeente. In sommige dorpskernen moet de afstand tussen de basisschool en de gymnastiekvoorziening verkleind worden. Bij de planvorming van nieuwe basisscholen moet hier vooraf rekening mee worden gehouden. Uitgangspunten Het streven naar goed onderwijs is een van de meest praktische vertalingen van de noodzakelijke solidariteit tussen generaties, zoals dat past in het Christendemocratische gedachtegoed. Daarnaast moet het onderwijs gericht zijn op het bieden van gelijke kansen en tevens ruimte bieden aan talenten van leerlingen. Zo wordt het streven naar gerechtigheid, een ander christendemocratisch uitgangspunt, gediend. Het CDA staat voor gespreide verantwoordelijkheden voor goed onderwijs tussen de overheid – de gemeente en de onderwijsinspectie – het maatschappelijk middenveld (zelfstandige schoolbesturen), onderwijspersoneel, ouders en leerlingen. De vrijheid van onderwijsrichting is een verworvenheid waarvoor het CDA staat.
4.2 School en omgeving Het CDA ziet scholen niet los van hun maatschappelijke omgeving. Omdat de bestuurlijke rol van de gemeente ten aanzien van het onderwijs is veranderd, moet zij vooral samenwerking tussen scholen en instanties stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan: achterstandenbeleid, voortijdig schoolverlaten, terugdringen van ongeoorloofd schoolverzuim, praktijkonderwijs, voor‐ en naschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, volwasseneneducatie. Omdat opvoeding en educatie in elkaars verlengde liggen, vindt het CDA het belangrijk dat ouders bij de school worden betrokken. De vrijwillige inzet van ouders bij bijvoorbeeld het organiseren van activiteiten is van onschatbare waarde. Ouders/opvoeders zijn de eerst verantwoordelijken voor de opvoeding maar wanneer zij daarin tekortschieten, vormen leraren dikwijls de eerste opvang. Leraren zijn van grote waarde als het gaat om het opvangen van signalen van verwaarlozing, mishandeling en sociaal‐emotionele problemen van leerlingen. Van belang is dan dat bij de omvang van scholen, groepen en klassen de menselijke maat in acht wordt genomen, zodat leerlingen persoonlijke aandacht en begeleiding kunnen krijgen.
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
4.3 Brede scholen Als er combinaties van functies (zoals kinderopvang, sport, open schoolpleinen, zorg) mogelijk zijn – bijvoorbeeld in brede scholen – wil het CDA dat stimuleren. Uitgangspunt blijft dat een school wel een school blijft en dat kinderen goede ontwikkelingskansen worden geboden. Het aanbieden van andere voorzieningen kan daarbij van groot belang zijn. Te vaak nog zijn brede scholen in het Westland alleen een optelsom van facilitaire samenwerking. Brede scholen moeten worden gestimuleerd om ook de inhoudelijke meerwaarde te versterken; zonodig moet het Integraal Huisvestingsplan hierop worden aangepast. Leer‐werktrajecten Onderwijs en arbeidsmarkt moeten beter op elkaar aansluiten. Het besef is doorgedrongen dat sommige leerlingen via een individueel traject veel beter tot ontplooiing komen. Het CDA steunt dit en wil dat er afspraken gemaakt worden tussen het lokale en regionale bedrijfsleven en de aanbieders van beroepsopleidingen omdat die nu te veel uit elkaar zijn gegroeid. Hiermee kan voor een deel het voortijdig schoolverlaten worden teruggedrongen. Dit is goed voor de toekomst van jongeren en voor de economie. Initiatieven zoals Samenwerking Overheid‐Bedrijfsleven (SOB) worden ondersteund. Voor het hoger onderwijs geldt dat het imago van de glastuinbouwsector verbeterd moet worden, zodat meer hoog opgeleide jongeren kunnen wonen en werken in de gemeente Westland. Samenwerking met andere hoge scholen en universiteiten wordt gestimuleerd. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Uitbreiding functies Brede Basis leggen voor verdere n.v.t. Onderwijs Scholen. ontwikkeling. Functies, (Definiëren criteria Brede Scholen, huisvesting, inzet en verduidelijken waar een Brede dubbelgebruik ruimten School aan moet voldoen). Positieve beeldvorming onderwijs Voldoende aanbod van n.v.t. glastuinbouwsector en carrière geschoolde werknemers. kansen Basisonderwijs in elke dorpskern Elke dorpskern behoudt op Basisschool in elke zijn minst één basisschool kern
Pagina 15 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
5. Participatie, zorg, welzijn en sociaal beleid Uitgangspunten Voor het CDA telt ieder mens. De uitgangspunten gerechtigheid en solidariteit doen een appel om ieder individu tot zijn of haar recht te laten komen. Samen leven betekent omzien naar elkaar, mensen ondersteuning bieden waar dat nodig is. Deze ondersteuning kan tijdelijk van aard zijn, omdat in de visie van het CDA het beleid vooral moet zijn gericht op herstel van eigen verantwoordelijkheid. Een aanpak gericht op vroegsignalering, preventie en het wegnemen van oorzaken is daarom van belang. Dit neemt niet weg dat er ook mensen zijn die langdurig op ondersteuning en hulp door de overheid zijn aangewezen. De gemeente heeft daarbij, afhankelijk van wet‐ en regelgeving, een bijzondere dan wel een aanvullende taak.
5.1. Participatie en WMO Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in werking getreden. Deze wet geeft gemeente de taak te zorgen voor een samenhangend pakket van diensten en voorzieningen, zodat iedereen kan participeren in de lokale samenleving. Mensen komen in de visie van het CDA het meest tot hun recht in hun relaties met anderen, en het participatiebeleid moet daarop gericht zijn. De gemeente zijn op grond van de WMO verantwoordelijk voor: 1. de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2. preventieve ondersteuning bij opgroeien en opvoeden; 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorg; 5. het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid; 6. voorzieningen voor mensen met een beperking; 7. maatschappelijke opvang en vrouwenopvang; 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg; 9. verslavingsbeleid. Het CDA staat nog steeds achter het uitgangspunt van de WMO dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefsituatie. Pas wanneer mensen dat niet (voldoende) kunnen en hun sociale omgeving geen ondersteuning (kan) bieden, is er een rol weggelegd voor gemeente. De eigen verantwoordelijkheid van WMO‐cliënten is ook een financiële. Waar mogelijk moet een eigen bijdrage worden betaald voor maatregelen, hulp, voorzieningen of ondersteuning. Het doel is om de gemeente een leefbare lokale gemeenschap te laten zijn met een grote sociale samenhang in de wijken en buurten. In dat beeld past dat inwoners zelfredzaam en betrokken zijn bij hun omgeving: ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid en ondersteunen elkaar waar dat mogelijk is. Burgers die (tijdelijk) niet meer op eigen kracht kunnen meedoen of zijn losgeraakt van de samenleving worden ondersteund bij het (weer) op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Bij de aanbestedingen van vraagafhankelijk (openbaar) vervoer en de huishoudelijke verzorging als onderdeel van de WMO staan goede en betaalbare voorzieningen voorop. Kwaliteit van diensten en voorzieningen is voor het CDA leidend bij de aanbestedingen, uiteraard zonder daarbij een goede prijs‐ kwaliteitverhouding uit het oog te verliezen.
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Participatie en WMO
Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 Openstelling van loketten, bureaus, voorzieningen binnen de 11 dorpskernen dient zodanig op elkaar te zijn afgestemd dat op alle werkdagen en binnen het dagvenster de dienstverlening is gegarandeerd.
Te bereiken effect
Prestatie indicator
“5 daags / 10 uurs dienstverlening”
Openingstijden overzicht
5.2 Gezondheidsbeleid Op het gebied van gezondheidsbeleid speelt niet alleen de gemeente een rol. Veel van het gezondheidsbeleid is afhankelijk van nationaal beleid en nationale geldstromen (Algemene wet bijzondere ziektekosten, AWBZ, en Zorgverzekeringswet). Daar waar de gemeente wel een taak heeft, betreft het vooral de openbare gezondheidszorg dat wordt uitgevoerd door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD). Ook heeft de gemeente, de GGD en (in de toekomst het regionale veiligheidbestuur) taken op het gebied van het voorkomen van en optreden bij epidemieën, crises en rampen met risico’s voor de volksgezondheid. Alcohol‐ en drugsgebruik In toenemende mate drinken jongeren te veel alcohol. Er is zelfs sprake van onverantwoord drankmisbruik waarbij men op steeds jongere leeftijd voor het eerst in aanraking komt met alcohol. Het CDA vindt dat de gemeente actief beleid moet voeren op preventie en vroegsignalering van alcoholgebruik onder minderjarigen. Echter, ook in het kader van de handhaving van wet‐ en regelgeving en de bestrijding van overlast, moet de gemeente duidelijke grenzen stellen en streng optreden. Het CDA ondersteunt initiatieven gericht op alcoholvrije uitgaansmogelijkheden voor jongeren van 12 – 16 jaar. Gezondheidsrisico’s Een ander gezondheidsprobleem in ons land betreft zwaarlijvigheid (obesitas), in toenemende mate ook bij jonge kinderen. Dit wordt veroorzaakt door onvoldoende bewegen en te veel en ongezond voedsel. Via het sportbeleid wordt op allerlei manieren geprobeerd mensen aan het bewegen te krijgen. In overleg met schoolbesturen worden de snoep‐ en frisdrankautomaten op scholen geweerd. Verder, zo blijkt uit onderzoek, is het risico op bepaalde ziektes en aandoeningen (zoals diabetes mellitus, schizofrenie, ADHD) relatief hoger onder bepaalde (leeftijds)groepen niet‐westerse allochtonen. Dit vraagt van de gemeente, in samenwerking met GGD, zorgpartijen en migrantenorganisaties, om extra aandacht en actieprogramma’s. Jeugdzorg De jeugdzorg wordt al jaren geconfronteerd met knelpunten, tekorten en wachtlijsten die soms leiden tot schrijnende situaties. Er moet doelmatiger worden gewerkt door ontschotting, het voorkomen en schrappen van overbodige bureaucratische regels. De Centra voor Jeugd en Gezin hebben hierin een belangrijke taak. Een lastig punt blijft de positie van jeugdzorg ten opzichte van de gehele keten van jongerenbeleid tot en met jeugdgezondheidszorg. Wettelijk gezien is de provincie verantwoordelijk voor de jeugdzorg. In de praktijk weet de gemeente vaak veel beter wat er leeft en speelt en kunnen zij flexibeler inspelen op acute zorgvragen. Bovendien is jeugdzorg een onmisbare keten in de gehele schakel van jeugdgezondheidszorg tot en met jeugdbeleid. De gemeente moet hier regie op voeren.
Pagina 17 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect Prestatie indicator Terugdringen zwaarlijvigheid 0‐meting en Gezondheids‐ Samen met scholen, (sport)verenigingen en monitoren beleid maatschappelijke instellingen, programma’s aanbieden die zijn gericht op een gezondere leefstijl van kinderen en jongeren Het CDA ondersteunt initiatieven Het in aanraking komen met n.v.t. gericht op alcoholvrije alcohol voorkomen uitgaansmogelijkheden voor jongeren van 12 – 16 jaar Ouderenzorg Het CDA vindt het belangrijk dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven in hun eigen woonomgeving. Het is belangrijk dat de zorgvoorzieningen hierop aansluiten (woonzorg‐zones). Voor ouderen die zijn aangewezen op intramurale zorg (bijv. verpleeghuiszorg) wil het CDA dat deze zorg wordt aangeboden zo dicht mogelijk in de woonomgeving van de oudere. De gemeente maakt hierover met de zorginstellingen afspraken. Kleinschalige dagopvang van bijvoorbeeld dementerenden moet worden gestimuleerd. Het concept van de Zorgtuin moet in meerdere kernen worden gerealiseerd.
5.3 Gehandicapten Mensen met een functionele beperking of handicap verdienen ondersteuning waar dat nodig is en deze behoefte bestaat. Het CDA vindt dat gehandicapten, binnen vast te stellen grenzen, moeten kunnen beschikken over een persoonsgebonden budget zodat zij zelf de benodigde zorg kunnen inkopen. Daarnaast moet er oog zijn voor het sociale netwerk waarbinnen gehandicapten leven. Familie, vrienden, buren en kennissen vormen immers de achtervang waarop zij kunnen terugvallen als het collectieve zorgsysteem onvoldoende kan inspelen op hun specifieke, individuele zorgbehoeften. Bevorderen van zelfredzaamheid Zelfstandig zijn, zelf beslissingen kunnen nemen, dit zijn voor ieder individu essentiele zaken in het leven. Het is daarom van groot belang dat gehandicapten voldoende informatie en advies kunnen krijgen over bijvoorbeeld wonen, vervoer, werken, recreëren en zorgvoorzieningen. Versnippering van voorzieningen en financiële regelingen is ongewenst. Integrale indicatiesystemen kunnen de gewenste helderheid bieden. Het gehandicaptenvervoer vraagt nauwlettende aandacht. In het kader van de besluitvorming over collectief vraagafhankelijk vervoer zal het CDA de behoeften van gehandicapten goed in de gaten houden. Bij nieuwbouw of reconstructie van woningen is aandacht nodig voor fysieke aanpassingen, vooral om rekening te houden met de specifieke behoeften van gehandicapten. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Aantal deelnemers Gehandicapten Enkele zorgkwekerijen in clusters Zinvolle dagbesteding, van dorpskernen sociale binding 5.4 Bestrijding sociaal isolement en armoede Bij de bestrijding van armoede is het van belang onderscheid te maken tussen armoede als de oorzaak van problemen en armoede als het gevolg daarvan. Voor het CDA staat voorop dat mensen redelijkerwijs van een inkomen rond moeten kunnen komen en de noodzakelijke kosten van het bestaan moeten kunnen opbrengen. Het is vooral van belang om attent te zijn op de hoogte van vaste lasten, kosten voor wonen
Pagina 18 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
(energie), zorg en kinderen. Sommige mensen belanden in armoede omdat ze op allerlei manieren in het leven vastlopen: relatieproblemen, een gebrekkig financieel beheer, gemis aan een structuur en discipline, verslaving enzovoort. In dat geval is extra inkomensondersteuning geen oplossing, maar zijn andere vormen van sociale en maatschappelijke ondersteuning nodig. Het CDA vindt dat de gemeente bij het armoedebeleid oog moet hebben voor de zogeheten armoedeval1 die optreedt als mensen aan het werk gaan. Tegelijkertijd is het CDA zich ervan bewust dat voor sommige mensen de weg naar betaalde arbeid definitief is afgesloten. Voor deze mensen is een sociaal rechtvaardig armoedebeleid levensnoodzaak. Op basis van de eerder geformuleerde uitgangspunten van gerechtigheid en solidariteit kiest het CDA daarom voor een rol van de gemeente die is gericht op ondersteuning van mensen die (soms tijdelijk) geen uitzicht meer hebben op regulier werk vanwege medische en/of sociale redenen. Het CDA maakt zich zorgen over de maatschappelijke participatie van kinderen uit gezinnen die moeten rondkomen van een minimuminkomen. Om er voor te zorgen dat deze kinderen volwaardig maatschappelijk kunnen blijven participeren en de inkomenspositie van de ouders daarvoor een belemmering vormt, kan een declaratieregeling voor maatschappelijke participatie van kinderen ontwikkeld worden. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een vergoeding voor (een gedeelte) van de kosten voor peuterspeelzaal, contributie voor een sportvereniging, of de kosten van zwemlessen. Ook het verlenen van bijstand in natura behoort tot de mogelijkheden. Samenwerking In de visie van het CDA zoekt de gemeente niet alleen naar oplossingen voor bestrijding van armoede, maar gaat zij tevens het gesprek aan met het maatschappelijk middenveld: kerken, levensbeschouwelijke organisaties, vrouwengroepen, migranten‐ en gehandicaptenorganisaties enzovoort. Ook goede afspraken met woningcorporaties, sociaal en maatschappelijk werk en kredietverlenende instanties zijn van belang. Zo komt de gemeente en gemeenschap tot een lokaal programma, gericht op het bestrijden van armoede en sociaal isolement bij mensen met een minimuminkomen zonder reëel perspectief op betaald werk. Schuldhulpverlening Het CDA staat voor een duidelijke visie van de gemeente op schuldhulpverlening. De gemeente moet vooral een preventief beleid voeren, gericht op het voorkomen dat mensen in problematische schuldsituaties raken. De gemeente maakt hiertoe afspraken met woningcorporaties met betrekking tot het tijdig signaleren van huurschulden, zodat huisuitzettingen kunnen worden voorkomen. Ook moet de gemeente afspraken maken met de (gemeentelijke) kredietbank over mogelijkheden voor schuldsanering en over begeleiding bij budgettering. Kwijtschelding Het CDA is voorstander van kwijtschelding van de OZB en heffingen voor mensen met een inkomen op of rond het niveau van een bijstandsuitkering. Voor kwijtschelding komen alle belastingplichtigen in aanmerking die niet of nauwelijks in staat zijn om een gemeentelijke belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. Het toekennen van de kwijtschelding vindt plaats op basis van de wettelijk verplichte vaststelling van de individuele betalingscapaciteit. Aan bijstandsgerechtigden zonder uitzicht op een betaalde baan en belastingplichtigen van 65 jaar en ouder die meerdere opeenvolgende jaren kwijtschelding hebben aangevraagd en gekregen, wordt geen gemeentelijke belastingaanslag meer gestuurd. Betrokkenen zijn verplicht eventuele wijzigingen in hun inkomenspositie aan de gemeente te melden. Door middel van een steekproefsgewijze controle gaat de gemeente na of dit inderdaad het geval is. 1
Armoedeval is het verschijnsel dat mensen die (relatieve) armoede lijden nauwelijks mogelijkheden hebben hun maatschappelijke situatie te verbeteren. Dit is specifiek het geval wanneer iemand met een uitkering er in inkomen op achteruitgaat als hij of zij een betaalde baan krijgt, omdat het recht op subsidies en andere inkomensafhankelijke regelingen komt te vervallen.
Pagina 19 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect 2014 Bestrijding Een armoedebeleid dat activerend is voor wie nog kan werken, sociaal toereikend is voor wie dat niet isolement en meer kan. Ook mensen waarvan armoede de verdiencapaciteit te laag is moeten hun talenten kunnen benutten. Deze groep kan geholpen worden via de reguliere arbeidsmarkt of WSW eventueel met (tijdelijke) loonkostensubsidies
Prestatie indicator
5.5 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg Verslavingszorg Mensen die verslaafd raken aan drugs, alcohol of gokken vervallen tot grote afhankelijkheid, maar blijven verantwoordelijk voor hun eigen gedrag. Dat is het uitgangspunt bij de verslavingszorg die het CDA voor ogen staat. Vooral jonge drugsverslaafden vragen aandacht. (Soft)drugs zijn niet onschuldig, ze hebben – zeker bij veelvuldig gebruik en/of in combinatie met alcohol – zeer schadelijke effecten op de gezondheid van mensen. Dit nog afgezien van onwenselijke effecten die drugsgebruik en ‐handel veroorzaken, zoals overlast en criminaliteit. In de visie van het CDA telt ieder mens; niemand mag worden afgeschreven door de samenleving. Drugsverslaafden moeten daarom worden geholpen – desnoods tegen hun wil – af te komen van hun verslaving. De CDA‐aanpak van de drugsproblematiek is er enerzijds op gericht om de verslaafde te helpen om van de verslaving af te komen en anderzijds om overlast en criminaliteit tegen te gaan. Naast drugsverslaving vragen ook alcohol‐ en gokverslaving om een actief beleid van de gemeente gericht op preventie, vroegsignalering en ondersteuning van zorgverlenende instellingen.
Pagina 20 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
6. Vrijwilligers, sport, cultuur en participatie 6.1 Vrijwilligers
Verenigingen Het CDA gelooft in een samenleving waarin mensen naar elkaar omzien en verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. Heel praktisch ziet men dit terug daar waar mensen participeren in verenigingen. Binnen een vereniging zetten mensen zich vrijwillig in voor een gemeenschappelijk doel. Op natuurlijke wijze raken mensen daar tevens betrokken op elkaar. Het gemeentelijke beleid moet gericht zijn op het faciliteren van verenigingen voor zover zij een maatschappelijk doel nastreven. Het subsidiebeleid moet daarop ingericht zijn.
Vrijwilligerswerk en mantelzorg Vrijwilligers zijn de ruggengraat van onze samenleving. Veel maatschappelijk nuttige taken zouden blijven liggen als er geen mensen zouden zijn die zich onbezoldigd willen inzetten voor de medemens. Het ‘steunpunt vrijwilligers zal nadrukkelijk aandacht dienen te besteden aan het werven en behouden van jongeren als vrijwilliger (zie maatschappelijk stage). Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Voldoende kandidaten om de Meten doorlooptijd Vrijwilligers Vrijwilligers boeien en binden. Faciliteren en opleiden vacatures te vervullen invullen vacature Mantelzorgers zijn mensen die zorgtaken op zich hebben genomen voor een dierbare die is aangewezen op hulp en verzorging. De gemeente dient te zorgen voor een stuk verlichting voor deze vaak zwaarbelaste mensen. Met de komst van het ‘steunpunt mantelzorg’ naar het Westland gaan we er vanuit dat dit steunpunt de mantelzorgers beter zal ondersteunen zowel via een collectief aanbod als via maatwerk. Het CDA vindt dat de gemeente de waardering van vrijwilligers en mantelzorgers tot uitdrukking moet laten komen door hen te ondersteunen bij hun waardevolle taak. Naast bovengenoemd steunpunt mantelzorg kan dat ook door de ‘Dag voor de vrijwilliger’ en de jaarlijkse uitreiking van de Loftrompet. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Steunpunt Mantelzorg Aanbod diensten en Mantelzorg Voortzetting van huidig beleid uitbouwen rapportage Alle mantelzorgers belonen voor Werkers achter de schermen Plan hun belangrijke werk. Jaarlijks een onze waardering tonen. bloementje / taart.
Maatschappelijke stage De maatschappelijke stage is vanaf 2011 een verplicht onderdeel van het curriculum van de middelbare scholen. De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid gekregen om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen. Voor deze makelaarsfunctie zijn middelen beschikbaar via het gemeentefonds. Het CDA wil dat de gemeente actief in gesprek gaat met scholen om daadwerkelijk werk te maken van de uitvoering van de maatschappelijke stage. Scholen hebben naast een pedagogische ook een maatschappelijke functie door jongeren voor te bereiden op hun taak in de maatschappij. Jongeren zien de
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
stage vaak als een kans en een leuke uitdaging om kennis te maken met het vrijwilligerswerk. Het is van groot belang dat ze hierin ervaring opdoen, omdat vrijwilligers het cement van de samenleving vormen. Het CDA hecht er aan dat jongeren zelf keuzes kunnen maken bij de invulling van de maatschappelijke stage. Ze mogen hun eigen wensen invullen. De school en de gemeente moeten ervoor zorgen dat er afstemming met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties plaatsvindt. Hiertoe kan het programma ‘Samenwerking Onderwijs Bedrijfsleven’ (SOB) een goed middel zijn. Prestatie indicator Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect 2014 Rapportage vraag Maatschappelijk Vraag en aanbod stageplekken Pro‐actief op zoek naar bij elkaar brengen. Afspraken stageplaatsen voor alle en plaatsingen stage maken tussen de scholen en leerlingen maatschappelijke, zorgorganisaties en het bedrijfsleven Jongeren na de stage periode Pro‐actieve benadering Aantal ingevulde behouden als vrijwilliger door vanuit het steunpunt vacatures nazorg traject / monitoren richting potentiële vrijwilliger
6.2 Kerken en levensbeschouwelijke organisaties Kerken, moskeeën, synagogen en levensbeschouwelijke organisaties, zoals het Leger des Heils, vervullen een belangrijke rol bij de bewustwording van en het zoeken naar oplossingen van maatschappelijke problemen. Kerken en levensbeschouwelijke organisaties spelen een belangrijke rol bij het opvangen van vluchtelingen, van daklozen en bij de bestrijding van armoede. Het CDA wil dat kerken en daarmee te vergelijken instituties betrokken worden bij de uitvoering van (onderdelen van) de WMO. Het is voor het CDA vanzelfsprekend dat de gemeente meewerkt aan de totstandkoming van een moskee binnen haar gemeente grenzen en binnen het beleid dat de gemeente voert in vergelijkbare situaties. Er is vrijheid van godsdienst in Nederland maar ook vrijheid van godsdienstuitoefening. Bij dit laatste hoort een eigen gebouw als men dat wenst.
6.3 Sport Sporten is belangrijk. Het is goed voor de sociale kontakten, ontwikkelt sociale vaardigheden en staat garant voor een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het heeft daarom een belangrijke maatschappelijke en sociale functie voor individuen en de gemeenschap als geheel. Aan het stimuleren van deelname aan sport wordt veel waarde gehecht. Belemmeringen voor deelname dienen opgelost te worden. Westland kent een groot aantal sportverenigingen. Naast de primaire functie krijgen deze verenigingen in toenemende mate een maatschappelijke rol bij de aanpak van sociale problemen en het bevorderen van gezondheidsbewustzijn. Om deze taken uit te kunnen voeren moet de gemeente sportverenigingen hierbij financieel en organisatorisch ondersteunen. Het subsidiebeleid moet sport betaalbaar en bereikbaar houden voor haar inwoners.
Pagina 22 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Een van de grootste problemen van sportverenigingen is het vinden van capabele vrijwilligers. Zij zijn het grootste bezit van iedere vereniging. Belemmeringen voor het vinden ervan moeten in kaart worden gebracht en er moet geprobeerd worden deze te verminderen. Van verenigingen mag gevraagd worden zich in te spannen om bepaalde doelgroepen te bereiken, zoals jongeren, ouderen, mensen met een laag inkomen en gehandicapten. Het accommodatiebeleid voor sportverenigingen wordt uitgewerkt en vastgesteld, zodat iedere vereniging duidelijkheid heeft bij onderhoud. Het CDA hecht aan een bloeiend sportverenigingsleven. Dit betekent echter niet dat niet kritisch moet worden gekeken naar samenwerking van verenigingen of gezamenlijke gebruikmaking van accommodaties. Soms noopt een afweging van kosten en baten tot fusering of tot verplaatsing of tot het multifunctioneel gebruik van de sportaccommodatie. Concrete ondersteuning van (boven)lokale sportbeoefening kan door het inrichten van een gemeentelijk sportcoördinatiepunt. Een dergelijk punt brengt vraag en aanbod bij elkaar en realiseert tevens sportondersteuning. Hierbij dient wel samengewerkt te worden met het Sportservice Centrum Zuid Holland, wat gevestigd is in Poeldijk. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 De gemeente biedt Een bloeiend Rapportage Sport sportverenigingen financiële en (sport)verenigingsleven ledenaantal en groei organisatorische ondersteuning belonen waar nodig. Meerjaren samenhangend Onderhoud en tijdige Beheersplan incl. beheersplan van alle vernieuwing van financiële basis sportaccommodaties sportaccommodaties Juiste prioriteiten stellen en knelpunten op korte termijn oplossen.
6.4 Erfgoed, kunst, cultuur en media
Erfgoed In elke dorpskern is wel cultureel en historisch erfgoed terug te vinden, zoals monumentale panden en landgoederen. Dit is van grote waarde. Vaak biedt dit erfgoed een blik op het verleden met lessen voor de toekomst of geeft het een beeld van hoe er in verschillende tijden tegen zaken aangekeken wordt. In die zin biedt het mensen verstrooiing en maakt ze los van de waan van de dag. De gemeente Westland moet in samenspraak met de monumentencommissie, de Historische verenigingen en werkgroepen zorgvuldig en respectvol met haar erfgoed omgaan.
Kunst en Cultuur Een bijzonder onderdeel van kunst is de amateurkunst. Niet alleen als vrijetijdsbesteding maar in toenemende mate als dagbesteding binnen de zorg. In het kader van het onderwijs of buitenschoolse activiteiten kunnen kinderen en jongeren zich bewust worden van hun talenten voor creatieve zaken. Dit moet verder gestimuleerd worden. Vanuit de kadernota “Kunst en cultuur vanuit de kern” moet de amateurkunst de ondersteuning die het nodig heeft krijgen. Initiatiefrijke en succesvolle organisaties moeten extra worden beloond voor hun inspanning. Kunst in de openbare ruimte geeft een kwaliteitsimpuls aan de bebouwde omgeving. Het nodigt uit om stil te staan bij wat je ziet of ervaart en kan zo bijdragen aan een moment van verwondering en bezinning.
Pagina 23 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Toegepaste kunst in civiele werken in een gemeente kan een kwaliteitsimpuls geven. Het CDA pleit dan ook voor een vernieuwde manier van samenwerking tussen gemeente, kunstenaars en bedrijfsleven. Het CDA sluit daarbij aan bij de tendens in het kunst‐ en cultuurbeleid die leidt tot een cultureel bewustzijn in de samenleving (zogeheten ‘vermaatschappelijking’ van kunst). Samen met kunstenaars wordt getracht burgers te betrekken bij kunstprojecten. Op deze manier blijft er niet alleen iets tastbaars achter, maar heeft het mensen ook samengebracht met een blijvende herinnering hieraan. In het Cultureel Platform Westland moet een brede kunst en cultuur vertegenwoordiging zitting hebben. Het CDA daagt kunstenaars uit óók ondernemer te zijn. Samen met het bedrijfsleven moet meerwaarde gezien en gevonden worden opdat cultuuruitingen kunnen rekenen op draagvlak in de lokale gemeenschap, waarvoor –indien aan de orde – ook een financiële prijs moet worden betaald. De gemeente moet daarbij faciliterend optreden door middel van een goed accommodatiebeleid
Media De lokale en regionale media hebben een belangrijke functie. Niet alleen als maatschappelijk fenomeen, maar zeker ook vanuit de democratische gedachte (om nog maar te zwijgen van de rol van de media bij crises en rampen). Media voorzien in informatie en betrekken daardoor mensen bij de politiek. Te bereiken effect Prestatie indicator Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 De gemeente beschermt het Westlands karakter Kunst en cultuurhistorische erfgoed van de behouden Cultuur dorpskernen, zoals monumenten en tuinbouwhistorische objecten Kunst in de openbare ruimte en in Zichtbaarheid vergroten civiele werken wordt gestimuleerd, waar mogelijk in samenwerking met het bedrijfsleven. Het gebruik van de Nederlandse taal in mediaprogramma’s gericht op migranten is uitgangspunt Voortzetting huidige beleid inzake Rol van de Naald versterken de Naald bij ontwikkeling Kunst en Cultuur
6.5 Participatie Goed nieuws mag niet worden verzwegen. Dat geldt zeker voor de positieve kanten van participatie, voor voorbeelden die anderen inspireren. Denk aan bijvoorbeeld veel meisjes en jonge vrouwen van allochtone afkomst die bovengemiddelde resultaten halen in het onderwijs. Denk ook aan het groeiende aantal migranten dat politiek, maatschappelijk en cultureel actief is in Westland. Christendemocratische benadering Het maatschappelijke debat over participatie in de afgelopen jaren wordt gedomineerd door polarisatie, het benadrukken van (vermeende) tegenstellingen, soms gevolgd door politiek debat over het nemen van vooral repressieve maatregelen. Het CDA kiest principieel voor een andere benadering, zowel inhoudelijk als wat toonzetting betreft. Christendemocraten stellen gedeelde waarden centraal. In de kern gaat het erom dat
Pagina 24 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
mensen uniek zijn, een eigen verantwoordelijkheid dragen en worden uitgenodigd om zich in te zetten voor de gemeenschap waarvan men deel uitmaakt. Wanneer mensen ondersteuning behoeven, moet dit worden geboden. Daar waar men over de scheef gaat moet correctie volgen. Veel migranten vinden vanzelf hun weg, voor anderen is het lastiger en ligt sociaal en maatschappelijk isolement op de loer. Dat laatste kan leiden tot allerlei elkaar versterkende problemen als (ernstige) problemen in het gezin, vroegtijdig schoolverlaten zonder diploma, werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid, (jeugd)criminaliteit, enzovoort. We moeten er dus voor zorgen dat het zover niet komt. Enerzijds door de eigen kracht van mensen te ondersteunen, anderzijds door grenzen te stellen waar dat geboden is. Een aanpak kan pas vruchten afwerpen als oorzaken en gevolg kunnen worden benoemd, als ongewenste ontwikkelingen bespreekbaar zijn. Dat vindt het CDA niet uit een oogpunt van politieke stoerheid en zeker niet om te stigmatiseren naar bevolkingsgroepen; zaken moeten eenvoudigweg worden benoemd als dat de feiten zijn. Pas op basis van feiten kunnen oplossingen succesvol zijn. Deze benadering werkt naar twee kanten als het gaat om vraagstukken die samenhangen met participatie en inburgering. Waar bijvoorbeeld vooral allochtone jongeren van Marokkaanse afkomst een relatief hoog aandeel hebben in overlast en criminaliteit moet dat niet worden verzwegen. Daar staat tegenover dat het vaak gaat om een kleine, maar harde kern die het verziekt voor de meerderheid. Een meerderheid die dan last kan hebben van negatieve beeldvorming en van discriminatie, dat overigens door overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven actief moet worden bestreden. Tot slot moet worden opgemerkt dat participatie en inburgering geen algemeen toepasbare processen zijn waarvan de looptijd exact is aan te geven. Migranten kunnen al decennia of pas kort in ons land leven, sommigen spreken vloeiend Nederlands, anderen gebrekkig of niet. Men is wel of helemaal niet maatschappelijk actief. Kortom, bij participatie en inburgering moet voldoende rekening worden gehouden – binnen zekere grenzen – met de individuele achtergrond, vaardigheden en competenties van migranten. Rol gemeenten De Gemeente heeft in dat verband de volgende taken. 1. Stimuleren van binding en ontmoeting De gemeente stimuleert en ondersteunt activiteiten uit de samenleving die zijn gericht op binding en ontmoeting tussen verschillende bevolkingsgroepen (interculturele activiteiten). 2. Opvoeding en onderwijs Het CDA vindt dat gemeente waar nodig ondersteuning in de opvoeding moeten bieden aan zowel ouders als kinderen, ongeacht afkomst en etnische achtergrond. Dit moet in samenwerking met verloskundigen, consultatiebureaus en scholen. In hoofdstuk 4 is beschreven wat het CDA wil als het gaat om onderwijsachterstanden, schoolverlaten, schakelklassen, enzovoort. In versterkte mate geldt dit voor kinderen van migranten. Daardoor kan een deel van achterstanden beperkt blijven tot één generatie migranten. Tegelijkertijd kunnen migranten van de tweede en derde generatie hun ouders beter helpen als ze zelf voldoende onderwijs hebben ontvangen. 3. Nederlandse taal en inburgering Beheersing van de Nederlandse taal is onmisbaar om te kunnen communiceren en functioneren in onze samenleving. Daar is lang te relativerend over gedaan. Gemeenten hebben de taak om taalcursussen en inburgeringstrajecten te organiseren voor migranten. Het CDA vindt dat een gemeente hier bovenop moet zitten, omdat het migranten helpt een weg te vinden in de maatschappij. Voor oudkomers wil het CDA laagdrempelige taalcursussen via ROC, scholen en buurtcentra behouden.
Pagina 25 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
4. Inkomen door arbeid Mensen zijn verantwoordelijk om in het eigen inkomen te voorzien door arbeid als zij dat kunnen. Van uitkeringsgerechtigden mag worden gevraagd dat zij actief solliciteren om aan de slag te komen. Om goed toegerust te zijn op de arbeidsmarkt is een afgeronde opleiding van groot belang. Helaas is het percentage voortijdig schooluitval onder bepaalde migrantengroepen nog te hoog. Het CDA vindt dat gemeenten het initiatief moeten nemen tot projecten, waarin onder andere CWI, UWV, bedrijfsleven en scholen samenwerken. Hiermee komen laagdrempelige contacten tot stand tussen werkgevers en werknemers. Hierbij kunnen succesvolle allochtone ondernemers als een persoonlijke mentor optreden. Het is van groot belang dat via deze contacten stages, leer‐werktrajecten en arbeidsplaatsen voor migrantenjongeren tot stand komen. 5. Bestrijden van discriminatie Participatie en inburgering kunnen slechts succesvol zijn als migranten met respect voor hun cultuur, religie en traditie worden bejegend. Omgekeerd mag van migranten respect voor de waarden en normen in onze samenleving worden gevraagd. Bevordering van de maatschappelijke participatie van migranten vraagt tevens om gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Discriminatie moet daarom actief worden bestreden. 6. Overlast en criminaliteit hard aanpakken In de visie van het CDA hebben gemeenten een belangrijke rol bij het bestrijden van overlast, (straat)criminaliteit en geweld. Bekend is dat aanvaarding van gezag door sommige (groepen van) allochtone jongeren anders wordt beleefd of soms minder vanzelfsprekend is. De gemeente kan daarop inspelen door gezaghebbende volwassenen uit de eigen cultuur te betrekken bij initiatieven zoals buurtpreventie.
Pagina 26 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
7. Ruimtelijke ordening en wonen 7.1 Ruimtelijke ordening De inrichting van de publieke ruimte raakt ons allen. Het gaat om het scheppen van een zo goed mogelijk evenwicht tussen wonen, werken en recreëren, tussen economische en ecologische functies. Ruimtelijke ordening is een middel en geen doel. Het is een belangrijk instrument om leefbaarheid in het Westland in stand te houden en te bevorderen. Op nationaal niveau zijn in de achterliggende periode belangrijke besluiten genomen over ruimtelijke ordening die een nieuw bestuurlijk kader scheppen voor gemeenten. Vooral de Nota Ruimte en de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (nWRO) zijn van betekenis. De nWRO is sinds 1 juli 2008 van kracht. De verplichte digitalisering van bestemmingsplannen (te realiseren in 2011) vergroot de betrokkenheid van inwoners bij het ruimtelijke ordeningsbeleid van de gemeente. Uitgangspunten Voor het CDA zijn ten aanzien van de ruimtelijke ordening twee uitgangspunten leidend: gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap. Bij bestuurlijke oplossingen is er sprake van een duidelijke relatie tussen deze uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is dat van een heldere verdeling van bestuurlijke verantwoordelijkheden. Het CDA vindt dat de gemeente als eerste aan zet is bij de ruimtelijke inrichting van de directe leef‐ en woonomgeving van inwoners. Het tweede uitgangspunt, rentmeesterschap, heeft te maken met het feit dat het bij ruimtelijke ordening gaat om keuzes voor de lange termijn. Dat betekent dat bestuurders zich ervan bewust moeten zijn dat de inrichting van de openbare ruimte ook gevolgen heeft voor de komende generaties. Daarom is het van belang burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers zoveel mogelijk te betrekken bij deze keuzes. In het Westland is de ruimte schaars. Volgens het CDA moet voldoende ruimte beschikbaar behouden blijven voor tuinbouw en openbaar groen. De gemeente dient in de bestemmingsplannen strakke kaders mee te geven bij ontwikkeling van de ruimte. De bestemmingsplannen moet in samenspraak met betrokken partijen opgesteld worden en voldoende rekening houden met ontwikkelingen die in de economische sector zich voordoen. Bedrijven die een meerwaarde hebben voor de specifieke Westlandse economie krijgen voorrang boven bedrijven die dat niet hebben. Bestemmingsplannen dienen strikt en conform het gestelde in de plannen te worden uitgevoerd.
Verschillende regionale opgaven Regionale demografische ontwikkelingen hebben verstrekkende gevolgen voor onder meer de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Het CDA wil dat de gemeente de demografische ontwikkelingen goed in beeld heeft en haar visie en haar woningbouwprogramma, zoals verwoord in de visie Greenport Westland 2020, hierop aanpast. Bij de herstructurering van bestaande of bij nieuw aan te leggen bedrijventerreinen dient de Westlandse economische structuur bepalend te zijn; centraal staat de vraag welke ontwikkelingen het meeste bijdragen aan de Westlandse economie. Het CDA wil dat bij het maken van plannen voor ruimtelijke ingrepen rekening gehouden wordt met landschappelijke, ruimtelijke en cultuurhistorische aspecten. Het CDA vindt dat de ruimtelijke kwaliteit van openbaar groen meer aandacht moet krijgen. Tuinbouw is de motor van het Westland. Cruciaal voor de economie van de gemeente is voldoende glasareaal. Om deze reden mag geen verder afbreuk gedaan worden aan de bestemming duurzame glastuinbouw.
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
De Westlandse Zoom voegt weinig toe aan de ontwikkeling en de economie van het Westland. Het CDA wil dat de tweede fase van de Westlandse Zoom niet ten uitvoer wordt gebracht. De planologische bevriezing dient op zeer korte termijn te worden opgeheven zodat betrokken tuinders hun bedrijf goed kunnen uitoefenen.
Vergunningen en handhaving De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die naar verwachting op 1 januari 2010 in werking treedt, introduceert de omgevingsvergunning. Dit is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Dit stelt gemeenten in staat tot betere afstemming van vergunningverlening en handhaving op deze terreinen. De deregulering door de Wabo draagt tevens bij tot minder administratieve lasten, kortere procedures en betere dienstverlening aan burgers en bedrijven en maakt een einde aan tegenstrijdige regels en voorschriften. Prestatie Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect indicator De gemeente actualiseert haar Burgers, ondernemers en Rapportage Ruimtelijke bestemmingsplannen en betrekt maatschappelijke organisaties voortgang ordening burgers ondernemers en zoveel mogelijk betrekken bij maatschappelijke organisaties bij het de inrichting van de openbare voorbereiden van de plannen ruimten Continuïteit in de bijdrage aan Werkelijke De in de Greenportvisie de Westlandse economie. bestaand opp. aangegeven oppervlakte
glasareaal is de absolute ondergrens. De tweede fase van de Westlandse Zoom moet niet ten uitvoer wordt gebracht. Renovatie bedrijventerreinen boven uitbreiding Bebouwingsdichtheid verminderen, meer groen en voorzieningen voor jeugd Centrumplannen dorpskernen (kaalslag) aanpakken, inbreiën en integreren van woningen in bestaande wijken, meerjarenplan vaststellen o.b.v. prioriteit.
Behouden glasareaal.
Besluit
Efficiënt en effectief gebruik van de beperkte ruime. Hanteren 3 % norm
Toetsen plannen
Prioriteit renovatie bepalen en duidelijk communicatie met de burgers. Evenwichtige ontwikkeling van alle dorpskernen, zwakste dorpskern extra stimuleren (kritische massa veiligstellen).
7.2 Wonen voor iedereen Wonen is een eerste levensbehoefte. Helaas is de woningmarkt voor veel mensen minder toegankelijk en betaalbaar dan het CDA zou willen. De Westlandse woningmarkt kent een aantal knelpunten, deels veroorzaakt door ontwikkelingen op de huizenmarkt en deels veroorzaakt door de wet‐ en regelgeving die geldt voor met name het stadsgewest Haaglanden.
Pagina 28 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Uitgangspunten Nieuwbouw is van belang vanwege het draagvlak voor voorzieningen en het sociale functioneren van de lokale gemeenschap. Er moeten voldoende mogelijkheden zijn voor ouderen en jongeren om te kunnen blijven wonen in hun eigen omgeving. Daartoe zal de gemeente keuzes moeten maken betreffende de doelgroepen voor woningbouw. Woningbouw voor de natuurlijke aanwas, vooral de starters op de woningmarkt, is daarbij het uitgangspunt van het CDA. Bij de ruimtelijke inrichting van dorpskernen dient rekening te worden gehouden met het karakteristieke van iedere kern (organische groei van dorpen). Dat kan betekenen dat er verschillen bestaan tussen uitbreidingsmogelijkheden per dorpskern. Dit zal dan vooraf vastgelegd moeten worden in ruimtelijke dorpenplannen. Alternatieve woonvormen in vrijkomende gebouwen worden gestimuleerd. Afhankelijk van de ruimte die de provinciale streekplannen bieden, zet het CDA in op het optimaal gebruik maken van woningsplitsing. Het CDA geeft hierbij voorrang aan starters, omdat het voor deze groep haast onmogelijk is om in de vrije sector een eigen woning te verkrijgen.
Woningmarkt vlottrekken In het Westland is een gat ontstaan tussen de bovenkant van de huurmarkt en de onderkant van de koopmarkt. De doorstroming op de huurmarkt wordt gestagneerd door het hoge gemiddelde inkomen van de Westlanders. De gemeente Westland moet zich ten zeerste inspannen om de woningmarkt weer vlot te trekken. Als er genoeg goede woningen voor senioren worden gebouwd, komt er doorstroom op gang die ruimte biedt aan starters. De gemeente maakt concrete afspraken over het nieuwbouwprogramma met ontwikkelaars en woningcorporaties. Daarnaast treft de gemeente gerichte maatregelen voor doelgroepen, zoals het verstrekken van startersleningen, het ontplooien van MGE‐constructies (Maatschappelijk‐ Gebonden‐Eigendom) en het geven van begeleiding en advies. Voor de bestaande woningvoorraad wil het CDA positieve ontwikkelingen stimuleren, zoals meer mogelijkheden voor combineren van wonen en werken en het toestaan van woningaanpassingen als mensen zorg nodig hebben. De gemeente dient meer sturend op te treden op de woningmarkt. Hiertoe dient het prestatieafspraken met corporaties af te sluiten en de belangen van Westland steviger te behartigen binnen stadsgewest Haaglanden. Het bouwen van vrije sectorwoningen moet verminderen en meer bouwen voor starters en lagere inkomens
Open woningmarkt Sinds een aantal jaar kent de gemeente Westland een open woningmarkt. Hierdoor is de instroom van niet‐ Westlanders flink toegenomen. Niet‐Westlanders weten binnen hun eigen woonplaats vaak geen geschikt woningtype te vinden en wijken daarom uit naar het Westland. De instroom legt een grote druk op de Westlandse huurmarkt. De gemeente Westland dient een regeling te treffen waardoor een bepaald percentage nieuwe bewoners van huurhuizen uit de eigen gemeente dient te komen. In sommige gemeenten in Nederland wordt een dergelijke regeling reeds toegepast. De open woningmarkt moet gesloten worden wil de Greenport in de toekomst nog wat voorstellen. Openen van onderhandelingen met Haaglanden en de provincie is nodig.
Pagina 29 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Meer keuzevrijheid en zeggenschap Het CDA vindt dat kopers en huurders meer zeggenschap en keuzemogelijkheden moeten krijgen bij nieuwbouw. De gemeente kunnen hierbij gebruik maken van de mogelijkheden die de nWRO biedt. Architecten en ontwikkelaars denken te veel voor en te weinig met de toekomstige gebruikers. Het CDA is er voorstander van om weer Gebruikers Advies Commissies in te stellen die vanuit een praktisch oogpunt naar nieuwe bouwplannen kijkt. Vormen van (individueel en collectief) particulier opdrachtgeverschap verdienen ondersteuning door de gemeente. Daarbij heeft de gemeente ook oog voor de risico’s van particulier opdrachtgeverschap door te zorgen voor intensieve begeleiding en ondersteuning waar nodig. Toekomstige eigenaren en huurders van woningen moeten meer invloed en zeggenschap krijgen bij nieuwbouw.
Gemeente en woningcorporaties Woningbouwcorporaties, zorginstellingen en de gemeente kunnen samen meer bereiken dan iedere partij afzonderlijk. De gemeente moet partijen bij elkaar brengen om concrete afspraken te maken over goede, betaalbare woningen en voorzieningen. Het CDA blijft woningcorporaties aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid: het investeren in woningen en omgeving. Renovatie en sloop van woningen vinden plaats op basis van gezamenlijke afspraken tussen gemeente en woningcorporaties. Ook over de aan‐ en verkoop van corporatiewoningen maakt de gemeente afspraken met woningcorporaties met het oog op de strategische kernvoorraad huurwoningen.
Bouw‐ en woningtoezicht In een samenleving waarin respect voorop staat, moet ook sprake zijn van respect voor particuliere eigendommen. Daarom moet de gemeente, als het aan het CDA ligt, bijvoorbeeld optreden tegen het kraken van leegstaande woningen, appartementen en kantoorpanden. In voorkomende gevallen kunnen leegstaande gebouwen, woningen, appartementen en kantoren door de gemeente of corporaties worden aangekocht en een nieuwe bestemming krijgen, bijvoorbeeld voor jongeren, starters of zorggroepen. Daar staat tegenover dat eigendom ook verplichtingen schept als het gaat om beheer, onderhoud en veiligheid. Op grond van wet‐ en regelgeving moet de gemeente actief optreden tegen zaken als illegale verhuur en onveiligheid. Bouw‐ en woningtoezicht is en blijft een belangrijke gemeentelijke taak. In de visie van het CDA gaat de verantwoordelijkheid van de gemeente echter verder. Namelijk door particulieren, corporaties en ondernemers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor beheer, onderhoud en veiligheid, en door zo nodig handhavend op te treden. De gemeente voert een actief beleid tegen verloedering van woningen en kantoorpanden. Gemeenten moeten bijvoorbeeld stimuleren dat er actieve verenigingen van eigenaren zijn, die hun (appartementen) complexen goed onderhouden.
Pagina 30 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wonen
Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 De open woningmarkt moet gesloten worden wil de Greenport in de toekomst nog wat voorstellen. Openen van onderhandelingen met Haaglanden en de provincie is nodig. Vasthouden aan uitgangspunt in de Greenportvisie om tot 2020 in de gemeente voldoende nieuwe woningen te bouwen. Het bouwen van vrije sectorwoningen moet verminderen en meer bouwen voor starters en lagere inkomens. Dertig procent sociale woningbouw over te bouwen totaal volume.
Te bereiken effect Bouwen voor groei van Westlandse bevolking
Prestatie indicator Wachtlijsten woningzoekenden
Aantal nieuwe woningen
Betaalbare koop‐ en huurwoningen
Meten is weten
7.3 Welstand Veel mensen voelen zich betrokken bij de bebouwde omgeving. Daarbij gaat het niet alleen om de kwaliteit van de bebouwing zelf, maar ook om de inrichting, de inbedding in het groen en de vormgeving van het stratenpatroon. De gemeente moet bewoners helder en eenduidig zoveel mogelijk inzicht in de te hanteren (inspraak)procedures geven.
Pagina 31 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
8. De Vereniging van dorpskernen Het karakter, de functies en activiteiten binnen de Gemeente Westland worden sterk bepaald door de lokale gemeenschappen (11 Dorpskernen), en gemeenschappen van mensen zoals het gezin, familie, vriendengroepen, de school, de kerk, verenigingen en organisaties (in de kern, wijk, de buurt of de straat). De inzet van het CDA is overal dezelfde: vitale lokale gemeenschappen in stand houden waar het goed leven, werken en genieten is.
8.1 Gebiedsgericht werken Het CDA legt een grote verantwoordelijkheid bij de samenleving. Een consequentie daarvan is dat de gemeente open staat voor ideeën, opvattingen en wensen vanuit dorpskernen, buurten en wijken. De lokale gemeenschap is nooit af. Het CDA vindt dat de gemeente continue bezig moet zijn met het verzamelen van de beste ideeën. Gebiedsgericht werken kan op verschillende manieren worden georganiseerd, maar is in de eerste plaats een houding van de gemeente. De gehele structuur en wijze van werken binnen de gemeentelijke organisatie moet erop gericht zijn de dialoog met de bewoners van dorpskernen, buurten en wijken een permanente plaats te geven. Bestuurders en ambtenaren moeten de inwoners actief opzoeken, hen betrekken en positief staan tegenover initiatieven ‘van onderop’. Dat is écht gebiedsgericht werken. Voor het CDA staat voorop dat de gemeente de dialoog en samenwerking met bewoners niet dwingend oplegt, maar juist gebruik maakt van initiatieven die vanuit de samenleving zelf naar boven komen. De gemeente mag van gesubsidieerde instellingen vragen dat zij de participatie van gebruikers en cliënten goed hebben geregeld. In de subsidieverordening kan worden vastgelegd dat gesubsidieerde instellingen hun cliënten of gebruikers (bijvoorbeeld via gebruikersplatforms) serieus betrekken op het niveau van dorpskernen, buurten en wijken. De dorpskern‐, wijkgerichte benadering krijgt ook vorm in de samenwerking tussen gemeente en woningcorporaties. Onderwerp Wat willen we bereiken in Te bereiken effect Prestatie indicator 2010‐2014 Door dialoog en Aantal Gebiedsgericht De gemeente legt haar voornemens die de samenwerking met de ‘samenwerkingsverbanden’ werken dorpskernen raken vast nadat bewoners, draagvlak die worden opgezet in gezamenlijkheid met de creëren voor te nemen gedurende de raadsperiode bewoners een dorpskern‐, besluiten wijkvisie en een ontwikkelingsplan is opgesteld De gemeente voert een actief dorpskernenbeleid en stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor het vergroten van de leefbaarheid Dorpskernen krijgen een vaste Inzicht en overzicht van Rapportage coördinator als aanspreekpunt de specifieke voor bewoners en instellingen problematiek van de verschillende dorpskernen. Kloof burger gemeente overbruggen
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Opzetten van dorpskernraden (b.v. KOM Maasdijk, Heulse Aanpak, klankbordgroep De Lier)
Dialoog met de Opzetten dorpskernraden bewoners van in het eerste jaar van de dorpskernen, buurten en nieuwe raadstermijn. wijken een permanente plaats te geven.
8.2 Voorzieningen en scholen Fysiek en sociaal isolement van mensen als gevolg van ontoereikende en moeilijk bereikbare voorzieningen is niet aanvaardbaar. Het CDA zet zich daarom in voor een voorzieningenniveau dat zo dicht mogelijk bij mensen ligt en zoveel mogelijk aansluit bij de dorpskernen. Dat wil zeggen dat winkels, scholen, een dependance van het postkantoor, een verzorgingshuis binnen een redelijk bereik zijn. Ook aanvaardbare aanrijdtijden van bijvoorbeeld brandweer en ambulance alsook goede bereikbaarheid via het openbaar vervoer horen daarbij. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen hoeft overigens niet te betekenen dat afstanden altijd in fysieke zin overbrugd moeten worden. In toenemende mate maken elektronische en digitale hulpmiddelen het organiseren en aanbieden van voorzieningen ‘op afstand’ mogelijk. Ook via e‐commerce, boodschappenservice, tafeltje‐dek‐je, bibliobus, collectief vraagafhankelijk vervoer (bel‐ en buurtbussen en taxi’s) kan tot op zekere hoogte worden voorzien in behoeften van mensen die minder mobiel zijn. Het CDA zet zich in voor het in stand houden van basisscholen in alle dorpskernen. Ook is het CDA van mening dat de gemeente zich moet inzetten voor een multifunctioneel gemeenschapshuis, waarin diverse activiteiten plaats kunnen vinden. Met de provincie en instellingen op zorggebied, zoals thuiszorgorganisaties en Woonzorg Nederland, kunnen coalities gesloten worden om een dergelijk gemeenschapshuis te realiseren. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐2014 Te bereiken effect Prestatie indicator Een ontmoetingsruimte voor Plan en Voorzieningen Een gemeenschapshuis /verenigingsgebouw in iedere alle doelgroepen in de uitvoering dorpskern. dorpskern.
Creatief omgaan met het onder één dak brengen van voorzieningen
Een voorzieningenniveau dat zo dicht mogelijk bij de mensen ligt.
8.3 Zorg op maat Zorg op maat is ook nodig in dorpskernen. Investeren in voorzieningen betekent investeren in leefbaarheid, in sociale samenhang en gemeenschapszin. Hier ligt een belangrijke opgave voor gemeente en zorgaanbieders. De afstand naar zorgvoorzieningen voor ouderen, huisartsen en apothekers mogen niet groter worden. Voor apothekers en huisartsen moet het financieel mogelijk blijven om zich in de dorpskernen te vestigen. Ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. Om dit mogelijk te maken zijn speciale voorzieningen nodig. Bij het verstrekken van voorzieningen is de hulpvraag van ouderen het uitgangspunt. Het treffen van voorzieningen voor ouderen is moeilijker in kleine dorpskernen, maar de basisvoorzieningen
Pagina 33 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
mogen niet ontbreken. In sommige gevallen kunnen voorzieningen ‘op afstand’ (tafeltje‐dek‐je, thuiszorg, alarmsystemen) uitkomst bieden.
Pagina 34 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
9. Economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en werkgelegenheid 9.1 Economische ontwikkeling Een gezonde economie schept banen en stelt zo veel mogelijk mensen in staat om te participeren. Nederland en het Westland is een open economie; economische groei en daarmee de ontwikkeling van de werkgelegenheid is nauwelijks gericht te beïnvloeden door de overheid, laat staan door een individuele gemeente.
Ondernemersklimaat De gemeente kan echter wél mede bijdragen aan goede randvoorwaarden voor economische ontwikkeling. Het CDA vindt de inbreng van ondernemers zeer belangrijk zodat de gemeente meer vraaggericht gaat werken. Intensief contact met de ondernemersorganisaties , alsmede met de diverse belangenorganisaties voor de glastuinbouwsector is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Een periodieke bedrijvenpeiling onder alle ondernemers geeft vervolgens nog meer inzicht om de gemeentelijke dienstverlening aan het bedrijfsleven op een hoger plan te brengen. Het CDA wil een goed gemeentelijk investeringsklimaat stimuleren en faciliteren, onder meer door het verder uitbouwen van het bedrijvenloket zowel fysiek als digitaal, zodat ondernemers snel en effectief geholpen worden. Het loket neemt tevens de backservice op zich. Verder is het CDA voorstander van het opzetten van accountmanagement=vast aanspreekpunt binnen de ambtelijke organisatie zodat bedrijven rechtstreeks contact hebben over vraagstukken die verder gaan dan die het bedrijvenloket behandeld. De gemeente organiseert verder regelmatig netwerkbijeenkomsten voor het bedrijfsleven, zodat er meer clusters ontstaan waarin bedrijven elkaars toeleverancier kunnen zijn en elkaar ondersteunen. Onderwerp Wat willen we bereiken Te bereiken effect Prestatie in 2010‐2014 indicator Uitbouwen Goed functionerend Ondernemersklimaat bedrijvenloket bedrijvenloket Inzetten op Ingevoerd, accountmanagement geïmplementeerd en goed functionerend accountmanagement Bedrijfsleven en de Duidelijk inzicht in wat Uitgevoerde gemeentelijke bedrijven nodig hebben bedrijvenpeiling dienstverlening op een van de gemeente om te hoger plan te brengen kunnen ondernemen in het juiste klimaat Economische ontwikkelingen stimuleren Het verder ontwikkelen en blijven promoten van de greenport Westland is van groot belang. Westland herbergt het grootste aaneengesloten glastuinbouwcomplex ter wereld. Westland levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie. Om haar positie als Greenport nog verder te versterken en het woon‐en leefklimaat te verbeteren, heeft de gemeente de visie Greenport Westland 2020 ontwikkeld. Deze visie geeft de ruimtelijke en economische kaders aan waarbinnen de gemeente zich duurzaam wil ontwikkelen. Het CDA vind het belangrijk dat de gemeente samen met andere partijen werkt aan ruimte om te wonen, te leven en te ondernemen, waarin het glastuinbouwcluster een centrale rol speelt. Westland staat met haar glastuinbouwcluster de komende jaren voor een aantal uitdagingen, zoals de verduurzamingsopgave, de herstructurering en, de bereikbaarheid, het energievraagstuk, de wateropgave , etc, Om een vitaal, duurzaam en innovatief glastuinbouwcluster van wereldformaat te blijven, moet de gemeente moet actief participeren in netwerkorganisaties (bijv. Greenports Nederland), samenwerken met
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
andere gemeenten en greenports en in gesprek blijven met ondernemers in de sector over de toekomstige ontwikkeling van de sector en de herstructurering van glas. Bedrijventerreinen Voor economische ontwikkeling zijn goede ontsluitingen van bedrijventerreinen onontbeerlijk. Wat bedrijventerreinen betreft zijn, naast goede bereikbaarheid, de trefwoorden ‘schoon, heel en veilig’ uitgangspunt bij ontwikkeling, beheer en onderhoud. De gemeente stimuleert het concept van parkmanagement voor bedrijventerreinen, bijvoorbeeld via de inzet van bedrijven investeringszones. Het CDA staat op het standpunt dat eerst bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd alvorens nieuwe worden aangelegd. Afstemming in de regio waar bedrijventerreinen moeten komen is van groot belang om versnippering van terreinen tegen te gaan. Ongebreidelde groei van bedrijventerreinen, kantorenlocaties en de daarmee gepaard gaande extra druk op de beschikbare ruimte is niet wenselijk. Het is daarom van belang goede afspraken te maken in regionaal verband over zakelijke ontwikkelingslocaties. Het cda is daarbij voorstander van clusteren van afvalverwerkingsbedrijven in een zware mileustraat eventueel in regionaal verband. Ten aanzien van winkelgebieden is het CDA voorstander van het hebben en behouden van goede basisvoorziening in de kernen. Winkelvoorzieningen zijn bepalend voor de leefbaarheid van de dorpskernen. Dit geldt ook voor de kleinere dorpskernen. Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Een duurzame, bereikbare Een vitaal, duurzaam en Hoeveelheid Greenport Greenport innovatieve glasareaal zoals glastuinbouwsector vastgelegd in de Greenportvisie Voldoende Aantal locaties Economische Goed bereikbare geherstructureerde bedrijventerreinen van ontwikkelingen bedrijventerreinen goede kwaliteit stimuleren Goede afspraken over de Effectieve inzet van de Gemaakte afspraken ontwikkelingen van beschikbare ruimte bedrijventerreinen en kantoorlocaties in regionaal verband Basisvoorzieningen van winkels Leefbare dorpskernen Aantal basiswinkels in de dorpskernen Uitgangspunten Het CDA is voor een sterke gemeente en een sterke markt, waarbij enerzijds verantwoordelijkheden zijn gespreid en anderzijds sprake is van partnerschap waar nodig. De marktsector moet kunnen floreren en de gemeente kan daar goede randvoorwaarden voor scheppen.
9.2 Werkgelegenheid en arbeidsmarkt Bevordering van werkgelegenheid is van groot belang. Het CDA vindt betaald werk de beste vorm van sociale zekerheid. Betaalde arbeid geeft mensen niet alleen een zelfstandig verdiend inkomen: werken biedt ook mogelijkheden tot verdere zelfontplooiing, het opdoen van sociale contacten en geeft mensen het gevoel erbij te horen in de samenleving. Juist daarom wil het CDA zich inzetten voor een zo groot mogelijke instroom naar werk. De Wet werk en bijstand (WWB) biedt daarvoor veel aanknopingspunten, maar vereist ook door beperkte budgetten heldere keuzes.
Pagina 36 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Rol gemeenten Gemeenten krijgen bij bevordering van werkgelegenheid een grotere rol. De integratie van delen van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) tot het werkbedrijf biedt kansen voor de gemeenten om goede samenwerkingsverbanden op te zetten. Gemeenten zetten loonkostensubsidies in voor langdurig werkzoekenden zodat werkgevers gestimuleerd worden om deze mensen in dienst te nemen. Het CDA is van mening dat de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt verbeterd moet worden. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor de reïntegratie van bijstandsgerechtigden, hebben veel contacten met bedrijfsleven en het onderwijs. Het CDA steunt het opzetten van één loket voor werkzoekenden en werkgevers in arbeidsmarktregio’s. Het onderwijs tracht meer vraaggericht te werken om in te spelen op de toekomstige arbeidsvraag van werkgevers, waarbij werkgevers hieraan actief meewerken. Contractonderwijs is hier een voorbeeld van. Uitkeringsgerechtigden moeten gerichter en doelmatiger worden toegeleid naar de arbeidsmarkt; tegenover het recht op een uitkering staat de plicht van uitkeringsontvangers om zo snel als mogelijk uit de uitkeringssituatie te geraken door een aanbod van werk of van scholing te accepteren. Gemeenten moeten daarom zo veel mogelijk verbindingen gaan leggen tussen de WMO, de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), de Wet integratie burgers (WIB) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Hierdoor kunnen zo veel mogelijk mensen participeren. Het Participatiefonds2 kan daartoe een impuls leveren. Is regulier werk geen optie, dan kan men bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in het kader van de WMO doen. Jongeren en werkgelegenheid Jongeren (18‐23 jaar) zijn de leeftijdsgroep die de hoogste prioriteit verdient bij werkgelegenheids‐ bevordering. Daarom wil het CDA dat alle jongeren die een bijstandsuitkering aanvragen direct actief aan de slag gaan in een gemeentelijk traject. Wie (nog) geen diploma heeft, moet de kans krijgen om, eventueel in een leer‐werk‐traject, alsnog een startkwalificatie te halen. Verder vindt het CDA dat alle jongeren met behulp van sollicitatiecursussen, arbeidstrainingen, het opdoen van werkervaring met behoud van uitkering en actieve samenwerking met bedrijven zo snel mogelijk aan regulier werk moeten worden geholpen. Deze hulp is niet vrijblijvend, van de jongeren wordt een eigen inzet verwacht.
Gezinnen met kinderen Voor gezinnen met kinderen is het langdurig aangewezen zijn op de bijstand extra moeilijk, Daarom vindt het CDA dat bij gezinnen met kinderen door de gemeente een extra inspanning moet worden verricht bij het bemiddelen van de ouder(s) naar werk. Ten aanzien van eenoudergezinnen die leven van een bijstandsuitkering, vindt het CDA dat sprake moet zijn van een goede balans tussen de ouderlijke zorgplicht voor het kind en het zich beschikbaar stellen voor de arbeidsmarkt. De WWB biedt daarom de mogelijkheid om deze groep geheel of gedeeltelijk een ontheffing te geven van de sollicitatieplicht. Het CDA pleit ervoor hiervan gebruik te maken. Om toch contact met de arbeidsmarkt te houden kan parttime werken voor deze groep financieel worden gestimuleerd door middel van een premie. 2
Het Participatiefonds is een federale kredietorganisatie voor zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen, kredietorganisaties, starters, inclusief werkzoekenden, die een eigen zaak willen opzetten.
Pagina 37 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 Werkgelegenheid De gemeente moet bevorderen en arbeidsmarkt dat wie kan werken ook aan de slag geholpen wordt
Te bereiken effect
Jongeren van 18 tot 23 jaar mogen de aansluiting niet missen en daardoor aan de kant komen te staan Alleenstaande ouders met Parttime werken voor deze kinderen in de leeftijd van 0 tot groep kan financieel 12 jaar kunnen geheel of worden gestimuleerd door gedeeltelijk worden vrijgesteld middel van een premie. van sollicitatieplicht
Prestatie indicator Zij moeten direct aan de slag in een gemeentelijk traject
9.3 Gebiedsmarketing Steeds vaker worden gemeenten als ‘merk’ in de markt gezet, zodat zij zich kunnen onderscheiden van de concurrenten. Dit wordt city‐ of gebiedsmarketing genoemd. Er wordt gewerkt aan een doordachte en samenhangende strategie die de aantrekkelijke kanten van de gemeente laten zien. De activiteiten die daarbij worden ondernomen zijn afgestemd op wensen en verwachtingen van de doelgroep(en) die men wil bereiken. Dat kunnen bedrijven zijn, toekomstige inwoners, potentiele werknemers (met name voor in de glastuinbouwsector), bezoekers, maar ook policiti of maatschappelijke instellingen zijn. Alles met als doel dat zij zich een positief beeld vormen over Westland . Het imago van Westland hangt nauw samen met het imago van de glastuinbouw. Met name op de arbeidsmarkt leven nog verouderde beelden over deze sector. Een goed imago voor de tuinbouw, betekent dan ook een beter imago voor Westland. In 2008 is de gemeente samen met het bedrijfsleven gestart met het project ‘Imago Westland’. Echter, de gemeente kan haar marketingstrategie alleen succesvol implementeren als er sprake is van een gelijkwaardige samenwerking tussen gemeente, inwoners, bedrijfsleven, onderwijs, belangenorganisaties en maatschappelijke instellingen in een professionele organisatie. Onderwerp Wat willen we bereiken in Te bereiken effect Prestatie indicator 2010‐2014 De gemeente gaat na Gebiedsmarketing Westland op de kaart welke positieve eigenschappen van de gemeente nog meer aandacht kunnen krijgen, welke samenhang daartussen zit en op welke wijze de authenticiteit en profilering het best tot hun recht komen. Realisatie van een effectieve samenwerkint tussen diverse partijen.
Pagina 38 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
9.4 Toerisme Het CDA blijft zich sterk maken om het verblijf – en dagtoerisme verder te bevorderen. De gemeente Westland beschikt over kilometers kust, wandel, fietspaden en waterwegen. Parken als de Wollebrand, de Hofvijver ,de vele rondvaartboten, horeca. het Streekhistorisch Museum en de jachthavens kunnen zijn een impuls voor de Westlandse economie . Onderwerp Wat willen we bereiken in 2010‐ Te bereiken effect Prestatie indicator 2014 Nieuwe Nota Toerisme Westland Bevorderen toerisme, Binnen 1 jaar na Toerisme 2005 economische impuls aantreden nieuwe raad nieuwe nota vaststellen
Pagina 39 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
10. Milieu, water, verkeer en vervoer
10.1 Milieu, duurzaamheid en klimaatbeleid
Uitgangspunten Rentmeesterschap, solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid zijn de Christendemocratische uitgangspunten die van bijzondere betekenis zijn als het gaat om het werken aan een goed leefmilieu. Rentmeesterschap betekent dat wij de wereld in dezelfde of, als het kan, in een betere toestand doorgeven aan de komende generaties. Daarom rust er op ons een morele verplichting om schade aan het leefmilieu te voorkomen. De bijdrage die de gemeenten kan leveren aan duurzaamheid gebeurt in samenspel: ieder op basis van zijn of haar eigen verantwoordelijkheid voor een goed leefmilieu, voor nu en in de toekomst. Rol gemeente Ook de gemeente zal haar steentje moeten bijdragen. Door zelf het goede voorbeeld te geven, maar ook door gedragsbeïnvloeding en particuliere initiatieven te stimuleren en, waar nodig, te ondersteunen. In het beleid ligt de nadruk op energiebesparing die voor burgers en bedrijven te halen valt dankzij investeringen in duurzaamheid. Denk bijvoorbeeld aan lagere kosten voor duurzame openbare verlichting, het gemeentelijke inkoopbeleid, energiezuinige woningen, duurzame energieopwekking, zoals door middel van aardwarmte, duurzame WKK's, gedragsbeïnvloeding door regelgeving en subsidies, enzovoort. Duurzaamheid en energiebesparing De gemeente moet het goede voorbeeld geven en actief stimuleren als het gaat om duurzaamheid, bijvoorbeeld door de zogeheten millenniumdoelstellingen te onderschrijven, een actief klimaatbeleid te voeren en door in haar inkoopbeleid altijd rekening te houden met duurzaamheid. Verder vindt het CDA dat de gemeente een extra bijdrage kan leveren aan duurzaamheid door te investeren in energiebesparing in gebouwen en in de openbare ruimte. Een mogelijkheid is om de verlichting van openbare gebouwen uit te schakelen tussen middernacht en de ochtend, mits dat in het kader van sociale veiligheid verantwoord is. Bij de centrale huisvesting moet hier ook maximale aandacht voor zijn. Het is positief dat gemeenten doelstellingen formuleren met betrekking tot CO2‐reductie of zelfs CO2‐ neutraliteit. Duurzaamheid gaat verder dan het plaatsen van bijv. windmolens; ook energiebesparing door huishoudens en bedrijven en het stimuleren van ‘schoon rijden’ dragen bij aan een vermindering van de uitstoot van CO2. Bij nieuwbouw van woningen zijn duurzaamheid van materialen en energiebesparing uitgangspunt. Het Bouwbesluit wordt regelmatig aangepast aan nieuwe normen voor duurzaamheid en energie (Energie Prestatie Coëfficiënt, EPC), die marktpartijen ook daadwerkelijk kunnen realiseren. Verder heeft de gemeente een taak om bij nieuwbouw duurzame energieopwekking te stimuleren, bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen, kleine windmolens, warmteopslag, of via energielevering door de kassen (duurzame energievoorziening van de kas aan woningen) enzovoort. Er is ook veel winst te boeken als het gaat om duurzaamheid en energiebesparing van bestaande woningen. Met woningcorporaties worden afspraken gemaakt om bij renovatie van woningen te kiezen voor duurzame en energiebesparende investeringen. Nieuwbouwplannen worden door de gemeente onderworpen aan een duurzaamheidstoets.
10.2 Afvalstoffen Afval wordt steeds meer beschouwd als grondstof voor (nieuwe) productieprocessen. Vanouds heeft de gemeente een taak ter versterking van het milieubesef van burgers en bedrijven. Die rol kan worden versterkt. De gemeente dient via hun milieutoezichthoudende taak afvalstromen van burgers en bedrijven effectief beïnvloeden.
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 Maatschappelijk Streven naar meer energiearmer woningen verantwoord Ontwikkelen beleid en ondernemen stimuleringsmaatregelen voor het opwekken van groene energie. o.a. (kleine ) windmolens, aardwarmte Integrale gebiedsontwikkeling Westland
Afvalstations
Visie ontwikkelen op duurzaamheid van de eigen organisatie met de partners Actief beleid op CO2‐reductie Onderschrijven millenniumdoelstellingen De 3 gemeentewerven handhaven
Te bereiken effect
Prestatie indicator
Meer groene energieopwekking
Duurzame energielevering van glastuinbouwsector aan nieuwbouwprojecten Duurzaam inkopen, duurzaam wagenpark
Bereikbaarheid en korte afstanden tot de dorpskernen
10.3 Water De komende jaren is sprake van grote opgaven op het terrein van het waterbeleid. Dit enerzijds ten gevolge van de klimaatverandering die gevolgen heeft voor de zeespiegel, rivierafvoeren en de intensiteit van regenbuien. Maar anderzijds maakt ook de opgave de waterkwaliteit te verbeteren, die mede voortvloeit uit de Europese kaderrichtlijn water, aanpassingen van het (afval)watersysteem noodzakelijk. Niet alleen de waterschappen, maar ook de gemeente heeft een belangrijke taak op het gebied van het beheer van (afval)water. De recent ingevoerde Wet op de gemeentelijke watertaken getuigt daarvan. Naast het traditionele beheer en onderhoud van riolering zijn in deze wet nu ook gemeentelijke taken geregeld die betrekking hebben op de bestrijding van overlast door overtollig hemel‐ en grondwater dan wel door te laag grondwaterpeil. Een goede uitvoering van deze taken vergt nauwe samenwerking tussen de gemeente en het waterschap. Gezamenlijke waterplannen en afvalwaterakkoorden geven daaraan een basis. Daarom zet het CDA ook in op de uitvoering van het waterplan binnen acceptabele condities. Ook in de Greenportvisie speelt de wateropgave een belangrijke rol. Initiatieven, zoals het 4B concept (Waalblok) zijn in Westland belangrijke innovatie oplossingen in het watervraagstuk, die vooral wateroverlast in de toekomst moet voorkomen. De intensivering van opgaven en uitbreiding van gemeentelijke watertaken maakt stijging van de lasten via de rioolrechten vaak onvermijdelijk. Slimme coördinatie van maatregelen met de ruimtelijke ontwikkeling en intensieve samenwerking met het waterschap kunnen deze kosten beperken.
Pagina 41 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 Gegarandeerde toevoer van zoetwater Uitvoeren waterplan Samenwerking op het gebied van beheer en onderhoud met de waterschappen
Te bereiken effect
Prestatie indicator
Gietwater voor in de tuinbouw van voldoende kwaliteit Effectieve en efficiënte aanpak van de wateropgave, tegen maatschappelijk de laagste kosten
10.4 Verkeer en vervoer Bereikbaarheid, verkeersveiligheid en duurzame vormen van mobiliteit zijn de speerpunten van het gemeentelijke verkeers‐ en vervoersbeleid dat het CDA voor ogen staat. Wat infrastructuur betreft is de gemeente Westland met elf dorpskernen een ingewikkelde gemeente. Belangrijke wegen zijn in beheer en onderhoud bij de provincie Zuid‐Holland. Het CDA vindt het belangrijk dat elke kern goed bereikbaar is en dat het wegennet voor elke gebruiker efficiënt en veilig is. Het CDA staat voor een duurzaam veilig wegennet waarbij de bereikbaarheid en leefbaarheid van groot belang zijn. Locaal en zakelijk verkeer De woonkernen moeten maximaal bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en de fiets. In bestemmingsplannen wordt een paragraaf opgenomen met betrekking tot het vrachtverkeer in de gemeente met oog op de bevoorrading van winkels, de agro‐logistiek, verkeersveiligheid en een schoon leefmilieu. De gemeente overlegt daartoe regelmatig met winkeliers, detaillisten en vervoerders. Op ontsluitingswegen in en rond bedrijventerreinen wordt tovergroen geïntroduceerd ten behoeve van een goede doorstroming van vrachtverkeer. De gemeente maakt afspraken met het Rijk en de provincie over het vervoer van gevaarlijke stoffen in en rond de gemeente. Verder moet de bereikbaarheid van het Westland in het geheel worden verbeterd. De gemeente maakt hiertoe afspraken met andere partners. Een aantal infrastructurele verbeteringen staan gepland: ‐ De verlengde Veilingroute N222 ‐ Aansluiting Lange Broekweg op N222 ‐ Zuidelijke Randweg ‐ Reconstructie Westerlee ‐ de tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland ‐ Reconstructie N223 (Westerlee –Den Hoorn) Het CDA vindt dat de gemeente hierbij moet vasthouden aan goede en veilige bereikbaarheid van de aanliggende kernen(waarbij vooral gedacht wordt aan de kern Maasdijk). Ook voor de menging van het langzaam verkeer en het landbouwverkeer moeten goede en veilige oplossingen komen. Het CDA wil dat de inwoners en het bedrijfsleven van de kernen die betrokken zijn bij de aanleg en reconstructies goed geïnformeerd worden en dat zo nodig in goed overleg de zaken uitgevoerd gaan worden. Fietsverbindingen moeten gehandhaafd blijven. Verkeersveiligheid In woonwijken zijn of worden 30 km zones ingesteld en maatregelen genomen die deze snelheid fysiek ook afdwingen. Andere maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid zijn vrije fietsbanen, lagere maximumsnelheden, controle op naleving verkeersregels, het verkeersluw maken van woonkernen, het instellen van voetgangerszones in winkelstraten enzovoort. Openbaar vervoer en fiets Veel mensen zijn voor hun mobiliteit aangewezen op openbaar vervoer. Daar waar mensen een keuze kunnen maken tussen meerdere vormen van vervoer, is het van belang dat het openbaar vervoer in prijs en kwaliteit concurrerend is met bijvoorbeeld de auto als het gaat om (middel)lange afstanden. Daarom is het
Pagina 42 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
van belang dat de gemeente regelmatig overlegt voert met vervoerders en reizigersorganisaties over de dienstregeling, prijs en kwaliteit van het openbaar vervoer. De gemeente draagt zorg voor een goede bereikbaarheid tussen en in de kernen per fiets evenals voor een goede onderlinge verbinding van fietsroutes (hoofdfietspaden netwerk). Veilige fietsroutes, vooral van en naar scholen, hebben een hoge prioriteit. Ook de aanleg of uitbreiding van recreatieve fietsroutes in het buitengebied verdienen aandacht. Het CDA vindt het belangrijk dat de kwaliteit van fietspaden in Westland verbetert. Het CDA is van mening dat het openbaar vervoer van en naar de gemeente met de Spoorwegstations, Rijswijk, Delft, Maassluis en Hoek van Holland en het OV‐punt Leyweg in Den Haag in stand gehouden moet worden en daar waar de verbinding nog niet goed is verder verbeterd moet worden. Hierbij denken we vooral aan het openbaar vervoer in de avondspits, avonduren en in de weekenden. Wie op deze tijden van en naar één van de kernen wil wordt nu vaak gedwongen een alternatief te zoeken of thuis te blijven. Het CDA vindt dat in de eerste helft van de raadsperiode in de raad een discussie gevoerd moet worden over de toekomst van het openbaar vervoer en met name de betaalbaarheid ervan. Schoon rijden Mobiliteit en transport kunnen steeds duurzamer. Openbaar vervoer is natuurlijk al een duurzame vorm van vervoer. Voor het eigen wagenpark van de gemeente zijn er ook andere mogelijkheden om schoner te rijden. Het CDA stimuleert het gebruik door de gemeente van elektrische vervoermiddelen. Ook het gebruik van aardgas en andere biobrandstoffen van de tweede en derde generatie (dat zijn brandstoffen die geen nadelige invloed hebben op de internationale voedselmarkt) dient verder gestimuleerd te worden. Het CDA doet een appel op de gemeente en andere partners (zoals openbaar vervoerbedrijven, taxi‐ en autoleasebedrijven, koeriersdiensten, woningcorporaties) gezamenlijk een visie te ontwikkelen op en afspraken te maken over ‘schoon rijden’. Tot slot kan de gemeente vormen van ‘schoon rijden’ hanteren als criterium bij de concessieverlening aan openbaar vervoerbedrijven (voorschrijven van de zogeheten EEV‐ norm3 bij aanbesteding van het openbaar vervoer). 3
EEV‐norm: Enhanced Environmentally friendly Vehicle, een Europese norm voor voertuigen die behalve met luchtkwaliteit ook rekening houdt met geluid.
Pagina 43 van 44
verkiezingsprog 2010-2014 concept leden 2009
Onderwerp
Wat willen we bereiken in 2010‐ 2014 Bereikbaarheid De gemeente ontwikkelt samen met bedrijfsleven en winkeliers een visie op distributie en zakelijk verkeer. Bereikbaarheid Verbeteren fietsverbindingen en ook het beheer en onderhoud en daarnaast goede afspraken maken met andere fietspadbeheerders Onderzoek en planvorming naar een extra oeververbinding met de Zuid‐Hollandse eilanden
Openbaar vervoer
Betere afspraken met openbaarvervoersbedrijven
Te bereiken effect Betere en veiligere kernen
Betere kwaliteit van de fietspaden
Prestatie indicator
Verbeterde bereikbaarheid
Verbeterde aansluiting/knooppunten in omgeving, treinstations en ziekenhuizen en oprekken van de avondspitstijden tot 19:00 uur
Pagina 44 van 44