Dagboek fragmenten van de spirituele reizen in, naar Zweeds Lapland, door Krista Jonkers. Het zijn dagboekfragmenten van verschillende reizen over de jaren 1010- 2013. Inhoudsopgave 1
Haiku.
2
Een reis door de stilte van Zweeds-Lapland
3
Reis naar de heilige berg.
4
Vertrek
5
Het lelijke jonge eendje
6
Haiku
7
Winter een periode van inkeer.(1)
8
Noorderlicht en wassende maandag.
9
Wolf in Lapland, medereiziger van Krista en vele anderen.
10
Een bijzondere ontmoeting.
11
Nog geen woorden.
12
Mijn trouwe “Berlingo”.
13
Gedicht : Vogel
14
Enkele dagen voor vertrek.
15
De tocht van de heldin.
16
Gedicht: Blank
17
Gedicht: Stappen
18
Winter, een periode van inkeer. (2)
19
Maart, dikke pakken sneeuw.
20
Gedicht: Stilte
21
Lezingen.
1
Haiku dansend in het licht stijgt ze over de besneeuwde berg -wervelwind-
2
Een reis door de stilte van Zweeds Lapland.
Een reis door de stilte van Zweeds Lapland, is een reis naar de stilte in jezelf. Waar je de stem van je ziel kunt horen. Becoming one with the landscape The wind, the snow, the silence I hear them whispering…….
We maken een reis waarbij het doel niet ver weg buiten jezelf ligt, achter de horizon en achter de volgende horizon, maar in jezelf…….. Het is dus geen gewone reis die we maken met een eindbestemming. De reis die we maken zal, door de manier waarop we reizen een afspiegeling worden van onze levensreis. Van de reis die we al hebben afgelegd, maar we vinden ook, nieuwe, inspiratie om weer verder te reizen. Door onze aandacht te richten op onze ervaringen in
het hier en nu leren we ons zelf kennen, komen we tot inzicht en wijsheid en ontwikkelen we een liefdevolle houding ten opzichte van onszelf, anderen en de wereld om ons heen. Tijdens deze reis lezen we een verhaal. Dit verhaal helpt ons om diep (er) gelegen psychische inhouden wakker te maken zodat ze richting kunnen geven aan onze verdere reis. Om te voorkomen dat onze reis een oppervlakkige zwerftocht wordt leggen we ons zelf een bepaalde discipline op waarvan een vaste dagorde een onderdeel is. We zullen op vaste tijden mediteren en/of bidden of die oefening doen die bij je past.
Ik hoop je te ontmoeten en samen met je deze reis te maken.
Hartelijke groet, Krista en Wolf
3
Reis naar de heilige berg
Reis naar de heilige berg zover weg en toch zo dichtbij als vanzelf hoor ik de kracht van het water haar stroom ik zet een voet voorbij mijn andere en aarzel….. ontmoeting volgt:
Gezien tijdens mijn visualisatie, ontmoet ik je op 7 maart 2011. Ik herken je en weet dat dit de plek is waar we gaan verblijven. Opnieuw aarzel ik…..
In mijn bewust zijn past het wereldse niet meer, het voelbare, zichtbare, hoorbare van het menselijke, van mensen. Tijdens mijn reis zal ik oefenen om in de wereld te zijn maar niet van de wereld. Ik zal mediteren, aan de stroom van de rivier, aan de voet van de berg, op een parkeerplaats….. We liggen op de stroom van de rivier haar kracht, haar bevroren water. In de zon, de trom heeft een vast ritme, een sneeuwscooter passeert. Beelden en persoonlijke herinneringen komen in het daglicht/bewustzijn. De koude geeft helderheid. De sneeuw weerspiegelt mijn integriteit, ontroert me. De zon voedt mijn daadkracht. Er is ook ruimte voor de donkere plekken in mijn ziel. Terwijl de zon schijnt kan ik ze aanschouwen, doorvoelen. Ik adem, hoor het ritme van de trom, voel de zon en kijk naar de sporen van de sneeuwscooter. Mijn ogen richten zich als vanzelf in de verte en ontmoeten de heilige berg. Zover en toch zo dichtbij.
Een: “Hej Hej” van een voorbijganger beantwoord ik met een gebaar en voel mijn glimlach op mijn gezicht. Ik voel me een. In de wereld maar niet van de wereld. Een enorme rust daalt in mij. Krista
4
Vertrek
Het lopen en aanvaarden van mijn weg, zoals een pelgrimstocht. Geen doel, geen bestemming, alleen de weg. Niet mijn inzichten, maar mijn ervaringen ( onbewuste weten) bepalen mijn weg. De nacht voor mijn vertrek droom ik: “Er is mij gevraagd een brug te ontwerpen. Ik ben verbaasd, want ik heb niets met architectuur. Maar tegelijkertijd voel ik me blij. Het woord eenvoud heb ik nog in mijn geheugen als ik wakker wordt.” Vele bruggen kent mijn weg. In alle instructie aan mijn reisgenoten zit als vanzelfsprekend de functie van de brug. Ik hoor mij zeggen: Maak een overgang………naar ordenen, naar evalueren, naar…En onder de brug het soms bevroren, water, haar stroming, haar kracht. Of zoals voor sommige medereizigers: het donkere beangstigende water. (symbool voor onbewuste inhoud)
De kracht van water delen spatten omhoog door een ontmoeting met de rotsen welke haar stroming doet veranderen. Ze maakt zich los van de massa. Door deze ontmoeting volgt nog een ontmoeting de lucht. Daarna keert ze terug vervolgd haar weg samen mijn rivier Niet mijn bewuste instelling, maar mijn onbewuste instelling heeft me de weg gewezen. Dus kus ik mijn man en mijn zoon, mijn dierbaren en gaaa! Zoals de reis van de held of heldin in menig verhaal of sprookje. Zoals een pelgrim begint, maar niet weet hoe, of / wanneer zijn of haar tocht eindigt .Is er een einde? Niet weten is voor velen van ons onbeschrijfelijk beangstigend. Je kunt zoveel beren en kuilen op je pad creëren…tegenkomen. We starten deze reis, terecht als een held of heldin van ons eigen levensverhaal. Want we hebben, om deel te nemen van onze angst opwinding durven maken. We hebben onze onzekerheden durven toe te laten. We weten niet waar we aan beginnen…… zouden we er eigenlijk wel aan beginnen? We kunnen zo gemakkelijk onze onzekerheden via het geloven in allerlei spoken en beren en andere verbeelding
van onze onzekerheden, omzetten in zogenaamd argument. Ontbijt, samen, daarna kiest een ieder zijn of haar eigen route naar Gotenburg, Moldoln, waar we onze banden zullen wisselen voor spikes. Keuzes maken en de gevolgen van je keuze te ervaren. De projecties op je auto. Wat maakt dat je denkt dat de auto niet harder kan rijden dan 80 a 90 km per uur? De gevolgen dat je je onzeker voelt over wanneer je aankomt. Dat je de eerste garage aandoet, ( het lichtje van je auto doet het niet). Dat jij bij de grensovergang bij Nieuweschans de autosleutel kwijt bent. Dat jij bij de grens van Denemarken-Zweden terug gestuurd word omdat je papieren van de hond niet in orde zijn……. Je eerste nacht alleen, kies je voor de veiligheid van een camping, hotel of slaap je op een plek die jou vindt, onder de sterrenhemel? In alle zilvergrijze berlingo’s hopen mij in mijn auto te zien, hopen op een ontmoeting. Hoeveel van deze auto’s er op de weg zijn in Duitsland? Niet te tellen! Iedere keer de teleurstelling, dat ik het niet ben. Je confrontatie met dat je deze weg zelf gekozen hebt…te aanvaarden, te leren begrijpen en in een soort vervolgverhaal van je onbewuste weten en sturing te leren plaatsen. Voor het laatste heb je een reisgids nodig, die de taal van het onbewuste begrijpt. Weer voelen dat jij op weg bent, dat niets zeker is. Alleen de ervaring te gaan. Dankbaar voel ik me dat ik jullie reisgids heb mogen zijn.
5
Het lelijke jonge eendje.
Marsstrand, prachtige zwanen komen langzaam, nieuwsgierig naar mij toe. In hun midden een bruine, nog jonge zwaan. Onmiddellijk denk ik aan het sprookje wat je ongetwijfeld zult kennen. Het lelijke jonge eendje. Hoezo lelijk, denk ik, tijdloos voel ik me en kijk naar hen, laat ik me omringen en kijken zij naar mij.
Tot plotsklaps een jeugdherinnering naar boven komt, waarin ik aangevallen werd door een zwaan die zijn territorium beschermde. Ik heb toen gezwommen, meer onder water dan boven water, voor mijn leven (12 jaar). Mijn rust en tijdloosheid veranderd in besef. Ik besef dat ik in hun leefgebied ben. Rust wordt door deze herinnering/ervaring onrust. Verbeeld ik het me of worden ook zij onrustiger? ( projectie) Langzaam beweeg ik me naar mijn auto. In mijn auto, mijn veilige plek komen de oordelen: “Wat ben ik toch laf!” Maar opnieuw herinner ik me dat juist deze opvatting: “Niet bang zijn”, er juist voor gezorgd heeft dat ik in het meer ging zwemmen. Ik vond dat er ruimte genoeg was, ook voor mij en ik was niet bang! Dat de zwaan er in die tijd heel anders over dacht…… Nu luister ik naar mijn hartkloppingen, ongeacht mijn opvattingen. Ik draai het raampje omlaag. Een van hen komt op dezelfde hoogte en kijkt naar binnen. Ik adem, mijn hartkloppingen verdwijnen. Ik volg “het lelijke jonge eendje”. Wat is hij of zij toch mooi en gracieus. Tijdloos, wordt besef van tijd, doordat medereizigers arriveren. De auto’s worden bekeken, vergeleken… en via het vergelijken en oordelen; mijn auto rijdt niet hard, mijn auto is niet zo groot, niet zo handig ingericht, ik heb geen standkachel en ga zo maar door, zit je zo in het “ lelijke jonge eendje complex.” Jij hebt niet zoveel, jij kan niet zoveel, jij bent minder, niet capabel…… Ook voor de jonge zwaan is er net als voor ons een weg te gaan in acceptatie, in tijd die nodig is om te ontwikkelen, om te beseffen, om moed te verzamelen. Het moment van de druppel die door de rotsen
omhoog spat, contact legt met de lucht om daarna haar weg te vervolgen.( 3) Dat we allemaal mensen zijn, gelijk en ook weer anders door o.a. onze keuzes. Dat juist anders zijn, zijn plek in de wereld nodig heeft. Te midden van alle anderen, te midden van al wat leeft en is. In de wereld maar niet eenzijdig in bezit genomen door de wereld. Buiten aan de voet van het water, de zee, een koude wind raakt door mijn jas mijn huid. Mijn huid antwoordt voelbaar een rimpeling. Ik kijk naar mijn reisgenoten, ik zie ze ineengedoken, bescherming zoekend voor de wind. Zo een prachtige plek. Wij zijn omringt door mist, de wind vanuit het noorden, de wind van de inkeer Onder de brug tussen rotsen. omringt door water ijs wind mist Zijn wij.
We evalueren in mijn Berlingo, uit de wind en in elkaars warmte. Mijn voorraad eten samen met Wolf, mijn Serra Estrela hond, op een kleed buiten. Zo te zien vindt Wolf het niet erg. Natuurlijk zou je kunnen bedenken dat de grootste auto, de beste evaluatie plek zou zijn. Nee, de beste plek is die plek waar werkelijk ruimte is om te zijn. Ook dit is een ontwikkeling, waardoor we gedurende de reis onder verschillende omstandigheden konden kiezen voor een evaluatie plek.
Vele malen buiten, zittend op een rendiervel, thee en een vuur. Vanuit verbinding. Haast, het vergelijken, de competitie bewust te worden. Oefenen in het loslaten, een evenwicht in ieder haar of zijn plek, mogelijkheden en hartelijkheid. Ontstaat er ruimte voor een ander, ruimte om werkelijk te geven in ons leven. De eerste ochtend, langzaam loop ik, komend uit een warm bed, naar het water en zie, als was het voor ons klaar gezet, 5 stukken hout om op te zitten. Dankbaar neem ik plaats. De anderen volgen. We kijken naar het Oosten, de zwanen, het water, onszelf, luisterend naar de klankschaal van het hart, onze ochtendmeditatie. Ik stel me open voor haar trilling… Ik voel mijn hartkloppingen. Mijn opwinding over zoveel schoonheid verandert in een regelmatige hartslag, in dankbaarheid, in rust. Samen.
6
Haiku
Restanten wit in mijn haren en Wolf zijn vacht dansende hagel. Krista Jonkers
7
Winter, een periode van inkeer.
Stel je voor; een periode van rust, min of meer in jezelf gekeerd, in ieder geval kun je je terug trekken uit de drukte van alledag. Een periode waarin je tijd hebt om zorg te besteden aan je zelf. Je voelt rust in hoe je praat. Je kunt mijmeren, dagdromen, wandelen, en ruimte maakt voor je dromen. Voor het onbewuste weten en willen. Waar je begrijpt hoe je echt wilt zijn. Een periode die vroeger aan vrouwen gegund was, ze mochten zich tijdens de menstruatie afzonderen, met elkaar zijn. Tijd en stilte om weer werkelijk te ervaren wat het voor je betekent: vrouw zijn, man zijn, vrouwelijke inhouden of mannelijke inhouden, vanuit je schaduw in het daglicht brengen. Hoe je wilt samenzijn met je vrouw, vriendin, je man, je kinderen….Geen machtstrijd, onverschilligheid, drukte, kinderen op de eerste plek… Inkeer om te weten hoe je verder wilt na een crisis, groot of klein, subjectief of objectief, wil ik van baan/ werksituatie veranderen…. Dit gaat niet vanzelf, je hebt hier stilte voor te nemen. Je hebt even afstand te nemen van het over actieve leven waarin je je vaak begeeft. We zijn nu een 24 uur economie……we zijn vergeten hoe de winter met haar koude, vaak ook een periode was waarin we naar binnen gingen….in onze hutjes, grotten, bij het vuur, hoe we eindeloos vanuit rust de verhalen vertelden die er toe deden, onze kleding in fantastische ingewikkelde patronen, versierden…… In het zonnetje, misschien net als jij nu, ik zit op mijn rendiervel, ik kijk naar de bergen, donkere wolken drijven over, “ het weer slaat om”, een ingeving. Ik heb natuurlijk geen verstand van het weer, wolken, denk ik. Het zonlicht geeft een soort aura aan de bergen. Ik spring op om dit fantastische licht vast te willen leggen. Met mijn fototoestel in de hand herinner ik me de tips van mijn zoon en man, want ik wil met betere foto’s terug komen dan de vorige reis. Als amateur kies ik de beste plek maar……..mijn fototoestel weigert. De batterijen zijn te koud. Ik keer terug naar mijn rendiervel en besef! Ga zitten en adem, ervaar, kijk. Draag dit beeld in me mee…
De volgende dag is het weer omgeslagen, het dooit! Langzaam ontdooit ook mijn fles met water, mijn eten, de batterijen. We maken grapjes dat de sneeuw straks verdwenen zal zijn. Het is in de ochtend al +2 graden. Juist nu wij voorbij de poolcirkel zijn gereisd, uitgerekend nu dooit het. De grapjes hebben een ondertoon van spijt en ongeloof. Onze periode van inkeer is nog maar net begonnen. Weerspiegeld in het landschap en het seizoen. We zijn nog niet toe aan de lente……… Gelukkig. Twee dagen later, mijn fles gevuld met water was bijna helemaal ontdooid, voelt het toch wel weer wat kouder. Ik kijk die ochtend op de thermometer. Enthousiast vraag ik de anderen: “Raad eens naar de temperatuur?”. – 5? Nee, wel -10 wordt er geraden. Ik lach. Nee hoor -29.5 graden. Verbazing al om. De ervaring van deze temperatuur is zo anders als onze gedachte erover, dat – 29.5 graden, erg koud moet zijn. We hebben het niet koud! Na de meditatie van die ochtend, heb ik zin in koffie…maar mijn gaspitje kan maar min 15 graden aan….later in de ochtend als het zonnetje boven de bergtoppen uit is, ze mijn gaspitje opgewarmd heeft, is er koffie. Koffie gemaakt van sneeuw, nescafe en een snufje zout…. Nu het zo lekker koud is, we onze voeten warmen aan het vuur, omringt door het licht van kaarsen, delen we de gebeurtenissen van die dag, delen we met wie we ons identificeren van uit het verhaal…….Herkennen we wie we hebben te zijn…..We delen de gemaakte thee. Wat niet zo eenvoudig is bij – 23 graden. Onze laarzen en handschoenen gaan uit, Wolf ligt achter me, hij vindt het vuur blijkbaar te heet. “Die avond vertelt Imiak het verboden verhaal. Het verhaal van Waka de Wet. Waka de wet begon de wereld te ordenen, zodat elk levend wezen zijn plek in de wereld kreeg en wist….. Imiak, van het volk van de snelle lopers wist, dat het onrechtvaardig was te doden, wanneer hij geen honger had, dat hij mee moest in de roedel van Shoger khan, de grote leider. Dat ook hij zijn gelukkige verleden moest vergeten. Het verhaal van Waka de Wet raakte in de vergetelheid. Als in een droom volgde de roedel haar leider. Maar op die ochtend, toen de roedel een bange poema jong wilde verscheuren, steeg Imiak boven zichzelf uit. Vergat hij de leefregels van de nieuwe leider. Werd wakker in hem, wat hij zolang geprobeerd had te vergeten…… Zonder nadenken, stond hij voor het poemajong, een groot deel van de roedel tegenover hem. Hij voelde zich niet bang, woorden kamen als vanzelf en hij vertelde het verboden verhaal… Leven wij in de vergetelheid? Volgen we de introjecten ( de machthebbers van vroeger of van vandaag de dag?)
Wij reizigers in Lapland, reizen naar de winter, kiezen voor een periode van inkeer, leven in een zelfgekozen ordening. Tegen 22.15 uur doven we het vuur en gaan slapen. Wolf ligt aan mijn voeten. Ik wikkel hem in met een fleece en dan nog een wollen deken, van oor tot staart. Ik krijg mijn knuffel en hij de zijne. Met een zucht en een kreun valt hij in slaap. Mijn hond snurkt. Ik probeer ook te slapen, maar gebeurtenissen van mijn medereizigers laten zich niet zomaar naar de achtergrond brengen. “Een gedenkteken, gemaakt voor dat deel van jouw manier van leven waar je afscheid van neemt, waar je bovenuit “ stijgt”. Een aangrijpende situatie: “je auto met hond en sleutels, de motor draait en jij die buiten staat, er niet in kan, want de deur is op slot……” “Een helende ontmoeting met een mens die er voor jouw op dat moment was, en jij die je kon openen….” “: Excaliber, het zwaard vast zittend in de sneeuw, ben jij het die dit zwaard heeft te dragen?” Ik hoor het ritme van Wolf zijn ademhaling, blijkbaar werkt het net als het tellen van de schapen… ik begeef me in een diepe slaap.
8
Noorderlicht en wassende maan
Tijd voor de nacht meditatie. Het is kwart voor twee, tijd om me warm aan te kleden. In het donker tast ik naar mijn “waslijntje” waar mijn sokken hangen om te luchten. Mijn handschoenen heb ik onder mijn slaapzak, T-shirt erin. Deze zijn dus al voorverwarmd. Wolf gaat nooit mee. Bij alle andere meditatiemomenten staat hij erop mee te mogen. Aan mijn zijde leidden we de meditatie. Behalve in de nacht; hij kijkt me aan, zucht, verroerd zich niet en sluit weer zijn ogen. Ik worstel me over hem heen naar buiten. De sterren staan aan de hemel. Het is redelijk helder. Ik loop naar de plek waar ik mijn medereizigers zal ontmoeten en begin een monotoon ritme op mijn trommel te slaan. In het donker komen gestalten langzaam dichterbij. We vormen een kring. De meditatie begint. Verbonden met moeder aarde, verbonden met de elementen lucht, water en vuur. Er is tijd en ruimte om te beseffen dat we afhankelijk zijn van deze elementen, we kunnen niet zonder. Zij dragen en voeden ons. Ook wij kunnen dragend zijn, verantwoordelijk zijn, onze energie weer met hen delen. Zoals Imiak, weer wakker worden in het besef van dat wat in de vergetelheid geraakt is. Imiak, symbool van de jonge onervaren leider, in ons. Symbool van verantwoordelijkheid leren dragen, voorleven. We beseffen een diep respect voor elkaar, het feit dat we oefenen……we voelen ons verbonden met al wat leeft en is. We lopen zachtjes in stilte terug, enkel het geluid van de trom, we lopen van het bevroren water naar moeder aarde. Dit is de plek waar we afscheid nemen, van elkaar, de nacht… Een zachte hand raakt mijn schouder, ik kijk omhoog, blijf tegelijk één met het geluid van de trom. “Kijk” zegt een stem zachtjes, en ik kijk. Ik laat me enigszins betoveren door de prachtige kleuren en beweging, zichtbaar in de lucht: Noorderlicht. Een medereiziger heeft de moed gevat de meditatiestilte te doorbreken, te willen delen in dit prachtige schouwspel. Ze heeft een keuze gemaakt, is zelfverantwoordelijk en wordt gelijk aan Imiak. Ook de andere medereizigers aanschouwen… Betoverend; de kleuren, de beweging, de koude heldere lucht die ik inadem. Mijn blik dwaalt van het Noorderlicht naar de maan, wassende maan. De maan. In zovele culturen, neemt ze een belangrijke plek in, vaak vrouwelijk geduid. De maancyclus. Zoals ze ons beïnvloed, eb en vloed, de menstruatie, de planten… Maar ook hoe haar cyclus vaak verbonden wordt met overgangsfasen. Leven, sterven en leven, om weer opnieuw te sterven. Loslaten van oud. Rouwen over de periode die voorbij is en weer ontwikkelen. Ieder op zijn, haar eigen manier. De ontwikkeling van kind naar jonge vrouw. De man die zijn prestatie, zijn overwinning loslaat en zich opent voor andere kwaliteiten. De schaduw kant, het vrouwelijke, o.a. de liefde, de creativiteit integreert en zich ontwikkeld naar een wijze, verantwoordelijke man. De ontwikkeling van een volwassen vrouw die samenvalt met lichamelijke en emotionele veranderingen, de menstruatie die stopt. De veranderingen in haar bewustzijn, haar mogelijkheden. Misschien meer beschouwend, in de wereld maar niet van de wereld. Meer in staat te relativeren, haar kinderen de ruimte geeft om in één
van de zeven sloten te lopen. Niet alles meer op zichzelf betrekt, meer in staat vanuit rust, voorleven op weg te zijn naar een wijze vrouw. In de wereld maar niet van de wereld. Ik besef de weg die ik heb te gaan, ik besef hoe ik in deze groep oefen, in mijn leven oefen en besef heb van mijn droombeeld, die mijn richting in mijn leven bepaald. Hoe het verhalen schrijven voor kinderen mijn bedoeling in zich meedraagt, dat ook kinderen in deze realistische tijd weer contact durven maken met hun dromen. Zoals ik ook in contact met jou, zoek naar je bedoeling, je droombeeld, je mogelijkheden, zoek naar hoe je hebt te zijn. Ik besef hoe de reis naar lapland, het onbewuste weten een overgang reis is. Wassende maan…we beginnen bijna aan onze terugreis naar de wereld. Morgen zullen we vertrekken. Ik richt mijn blik weer naar mijn medereizigers en moeder aarde. Het geluid van de trommel sterft weg….we omarmen elkaar en dan verdwijnt een ieder naar zijn eigen “nest”. Welterusten. Krista Jonkers
9
Wolf in Lapland, medereiziger van Krista en vele anderen.
Ieder jaar in maart vertrekken we, Wolf mijn Serra Estrela, ondergetekende, met enkele medereizigers en eventueel ook nog hun honden, naar Zweeds Lapland. Zo dus ook dit jaar, we reizen in onze eigen auto, slapen hierin, koken, eten, mediteren in de buitenlucht. Voor het vertrek is er dus een kleine voorbereiding nodig. Ik knip het haar tussen de voetzolen van Wolf zo goed en zo kwaad het lukt, weg. Zo zal hij minder last hebben, tijdens het lopen, van sneeuwballetjes tussen zijn tenen en voetzolen. Van andere jaren heb ik geleerd dat hij anders, om de 500 voetstappen, gaat liggen om vervolgens alle sneeuwballetjes één voor één weg te halen. Dit is een langdurig zeer precies werkje. Hij slaakt een zucht als de klus geklaard is, we kunnen dan verder, om na 500 meter opnieuw….. Je begrijpt dat onze wandeling in dit geval bestaat uit om me heen kijken of hem meehelpen. De tip, van een Zweedse trainer in de hondenslee-sport, werkt dit jaar gelukkig uitstekend. Tijdens onze lange wandelingen hoef ik dit jaar niet één keer stil te staan en dartelt wolf blij en opgetogen in de sneeuw, het lijkt wel een jonge hond, ( bijna 8 jaar). Ik neem van een bekend Zweeds merk een zwaardere hondenbrok mee, welke hem beter schijnt te bevallen. Het komt mij ook beter uit, want ik hoef minder voer mee te nemen, dus meer plek voor de wollen dekens, waar ik de auto mee inwikkel en zo ook Wolf, voor we de nacht ingaan. Tijdens mijn voorbereidingen wijkt Wolf niet van de zijde van mijn Berlingo, waar ik mee reis. Hoe vaak ik hem ook vertel dat het nog 4, 3 ,2 en 1 nacht slapen is, hij blijft bij de Berlingo! Na lang aandringen, sjokt hij met duidelijke tegenzin ons huis in voor de laatste nacht. Die ochtend staan we vrolijk op, worden uitgezwaaid door onze geliefden. Zodra we op weg zijn neemt Wolf zijn positie in. Zit hij voor het zijraam en kan tegelijkertijd door het voor- en achterraam kijken. Zijn taak is begonnen, waken. Als er een andere auto onderweg, terwijl ik stilsta voor een stoplicht, iets te dichtbij stopt, of een andere bumperklever, hoor ik een licht binnensmonds gegrom. We rijden de auto op de boot bij Puttgarden, wandelen even op het dek en reizen verder, tot onze eindbestemming voor die dag, het strand bij Ostersund. Het is al donker, maar Wolf en ik ruiken de zee….heerlijk uitwaaien en wandelen, onze avondmeditatie en dan samen slapen, hij in zijn twee wollen dekens en ik in mijn slaapzak. Wolf slaapt binnen twee tellen. Ik luister na zijn ademhaling en licht gesnurk tot ook ik in slaap val.
Bewolkt en een paar dagen later. We zijn nu boven in Zweden, voorbij Jokkmokk, in de middle of nowhere. We hebben een hut gevonden, waar een ieder welkom is. Het is hier zo stil, zo mooi, zo niets meer dan dennenbomen en sneeuw. Ongeveer een kilometer van “onze” hut verwijdert, staan er twee (volgens de beschrijving) Mammoettanden, welke de poort naar een andere wereld symboliseert.( de Samen Cultuur, oorspronkelijke bevolking).
We ( wolf los en ik) wandelen door de poort de andere wereld in. Na verloop van tijd hoor ik het geluid van een sneeuwscooter. Omdat Wolf in zijn eerste levensjaar door jongens op een scooter, die ons van achteren benaderde geschopt is, weet ik nooit hoe hij reageert. De ene keer is het geluid blijkbaar hetzelfde en wordt hij woedend, een andere keer kijkt hij niet op of om, ik hoor blijkbaar het verschil in geluid niet, dit wetend van mezelf lijn ik hem dus aan. Er passeren ons twee scooters en in die korte flits denk ik: “ bah wat een nare energie/mannen.” Vervolgens denk ik natuurlijk dat ik niet direct mag oordelen. Ik laat mijn gedachten los en we wandelen, Wolf weer los, verder. Ik geniet van Wolf, de manier waarop hij me uitdaagt om te spelen in de sneeuw, we rennen, hij wat sneller dan ik, maken schijnbewegingen, en als ik languit in de sneeuw lig uit te hijgen, ligt hij even enthousiast te rollen in de sneeuw. We rusten wat uit,eten, ja heel eerlijk, hij krijgt ook een stukje van mijn boterham, voordat we aan onze wandeling terug naar de hut beginnen. Plotseling zie ik als we vlakbij de hut zijn, maar ik deze door de dennenbomen, nog niet kan zien, Wolf een grote omtrekkende beweging maken. In een flits weet ik: Hij gaat aanvallen! In dezelfde snelheid weet ik; de twee mannen op de sneeuwscooter……Even later hoor ik het geschreeuw van allerlei stemmen. Ik kan niet zo hard rennen in de sneeuw….ik hoor een medereiziger gillen: “Wolf valt aan”. Met al mijn energie en leiderschap roep ik: Zet hem onder appel!! Deze energie komt over. Ze roept Wolf, in plaats van te panikeren met een hoge stem, hoor ik ook haar leiderschap. Even later hoor ik een reactie vol verbazing: “hij zit naast me; Wolf! Inmiddels ben ook ik op de plaats van onheil. Een korte briefing over het gebeurde. Wolf had de medereizigers samen met Aya de andere hond, in een snel tempo bij de mannen weggedreven, vervolgens één van de mannen bij de arm gegrepen om hem weg te sleuren van de hut en alle betrokkenen. Natuurlijk hadden de mannen dit niet geaccepteerd en waren begonnen te schreeuwen, schoppen en slaan op Wolf. Deze laat zich kennen, ( eerst gegil van medereizigers, ”schapen”, dan de agressie van de mannen), mocht hij al getwijfeld hebben dan nu zeker niet meer, vastberaden werkt hij met al zijn kracht, lenigheid en Serra genen door, de mannen zullen weg! Ik besluit mijn vrouwelijke charme in te zetten. Met wolf onder appel, vraag ik één van de, nogal, dronken Machomannen , of Wolf hem pijn heeft gedaan en misschien is hij, erg bang geworden? Wetend en vertrouwend op een stoer antwoord, zegt hij:”Nee, natuurlijk niet”. Op mijn doorvragen laat hij zien dat zijn jas heel is, er niets aan de hand was, kleine hond………Ik zeg alleen maar, wat fijn en sorry. Gelukkig maar dat jullie niet bang werden. Natuurlijk ben ik ook blij dat er geen schade is, maar begrijp ook de situatie en Wolf. Ik denk er net zo over. Hoe krijgen we deze mannen weg? De medereizigers gaan op pad, weg van de hut en de mannen. Ik blijf met Wolf in de hut en onze spullen.
De mannen buiten bij het vuur. Na een uur met nog meer drank op, verlaten ze eindelijk “ onze”, plek. Wolf gaat nu liggen slapen. In de evaluatie blijkt dat de medereizigers erg onder de indruk zijn van het gebeuren. Ze wantrouwen Wolf. Hoe kan het ook anders, ze kennen hem alleen maar als grote knuffelbeer, altijd lief ook als je je verdrietig voelt. Dan komt hij bij je en krijg je een tedere lik met zijn o zo een grote tong. Ja oké, hij snaait nog weleens je boterham, maar dat wordt hem altijd direct vergeven, omdat hij zo lief is en trouw. Maar nu…… Ik ben niet in staat, ondanks dat ik uitleg dat dit geen goede energie/mannen waren hen helemaal gerust te stellen. Gelukkig doet de volgende dag Wolf dit zelf. Om het middaguur zitten we gezellig bij elkaar in de hut, Wolf en Aya slapen. Plotseling gaat de deur open en twee mannen lopen naar binnen. De groep houdt de adem in en kijkt naar Wolf en de mannen. Wolf doet één oog open, snuft, zijn kop gaat even omhoog, dan een zucht en “slaapt” hij met een oor omhoog verder. De mannen worden hartelijk door ons begroet en welkom geheten. Ze koken hun potje, we schenken koffie en er ontstaat een fijn gesprek. Als ze op het punt staan weg te gaan, durf ik aan één van deze twee mannen te vragen: ken ik jou? Dan begint hij te lachen. Ja, ik dacht ook al, ken ik jou, ben jij Krista? Ja, zeg ik en krijg ik een spontane omhelzing van hem. Wolf vindt het allemaal best. Het blijkt de Wildernisgids te zijn van een paar jaar eerder waar ik een ook toen goede ontmoeting mee had. Na nog meer praten en herinneringen, verbreek ik het gesprek, het is tijd voor de middag meditatie.
In de avond evaluatie die volgt,heeft Wolf hun volle vertrouwen weer terug…. Is iedereen onder de indruk van zijn selectieve oordeelsvermogen Hij voelt haarscherp wie een goede of een slechte energie om zich heen draagt. Iedereen voelt zich nog meer bewaakt door hem. Voor mij als baas geldt dat ik het overzicht heb te bewaken in en wanneer Wolf zijn werk mag doen en wanneer hij het aan mij moet overlaten. Van dit laatste hoor ik hem al protesteren, want ik weet het altijd beter. Toegegeven dat ik dit ook echt vind, ik ben zijn baas, maar ook toegegeven hij heeft me in vele situaties geholpen, mijn rationalisaties doorbroken, zodat ik de werkelijke energie kan begrijpen en naar handelen. Krista Jonkers
10
Een bijzondere ontmoeting.
Mijn medereizigers liggen kilometers op mij voor. …. Mijn trouwe Berlingo rijdt uitstekend en ik houd mij aan het dag ritme. Na de ochtend briefing rijden we weg van de plek, waar ik, ondanks ons korte verblijf al van houd. In gedachten ben ik bij mijn plek bij Jokkmokk aan het meer, waar we dachten drie wolven te hebben gezien. We konden onze ogen niet geloven, we wilden elkaar eerst overtuigen dat dit niet kon, maar onze hoop en wens was groter, de stemming sloeg voorzichtig om naar misschien wel. Op het informatiebord staat dat ze in dit gebied leven. Het zou dus kunnen! ?? Drie verkenners? Siriki, Sterre en Imiak? Ik blijf twijfelen en betreur mijn beslissing dat ik mijn bril en een verrekijker niet nodig dacht te hebben. In Nederland gelaten. Voorzichtig deel ik mijn opwinding met mijn thuisfront, via sms, ze zijn enthousiast en geloven mijn ogen meer dan ikzelf. Ik blijf worstelen; Wat heb ik nu gezien?
Ik denk aan het moment dat sneeuw en horizon en lucht één kleur is geworden. Er nauwelijks nog een horizon zichtbaar is. Het land van leegte, het land van stilte, heb ik het genoemd. Ik kijk vanuit mijn auto naar buiten, vandaag is het geheel ander weer. Harde windvlagen maken in een korte tijd sneeuwduinen, de felle zon doet het blauw van de lucht nog meer weerkaatsen, prachtige fonkelende sneeuwkristallen. Na een tijdje kies ik er toch voor om mijn zonnebril op te zetten, mijn ogen te beschermen en beter te zien, ook al zijn de contrasten in het landschap zo betoverend!
Mijn muziek van Kate and An Mc Carrigal, weerspiegelt mijn weemoed, het liefst wil ik nog even blijven, hechten, stil staan, kijken, ademen. In het moment zijn, zonder een volgend moment, oftewel beweging. Ik ben me bewust, en kies voor beweging…….. Na een kilometer of 50, besluit ik van de weg af te gaan naar rechts, een andere weg in. Ik weet niet waarom, het is zelfs tegen de reisdiscipline in, maar ik volg mijn ingeving. Ik kom op een nog stiller en moeilijker begaanbare weg. Ik zie tussen de sneeuwhopen een klein bordje met de letters SA…….. Samen denk ik onmiddellijk, de oorspronkelijke bevolking van Lapland. Ik vervolg mijn weg met enigszins een opgewonden hartslag. Mijn verlangen om echt in contact te komen met de Samen, in plaats van een toeristische afspraak, is klaar wakker. Na vele kilometers stop ik bij een gewoon huis, gewoon een schuur. Ik parkeer mijn auto en stap uit. Uit de schuur komt een vrouw, ze heeft een trui aan met een bekend motormerk erop, vier honden dartelen om haar heen. Een hond springt in mijn auto, Wolf en de “witte husky” staan neus aan neus. Ze mogen elkaar blijkbaar, want er ontstaan geen territorium problemen. De vrouw staat voor me, we kijken elkaar aan, gelijk de honden, mogen we elkaar. Er is nog geen woord gewisseld. Dan begin ik te vragen naar de Samen cultuur. Ze gaat zonder een woord haar huis in, komt terug met een rieten mand, vraagt of ik achter op de sneeuwscooter wil stappen. Vol vertrouwen stap ik achter op. Laat Wolf en mijn Berlingo achter. We rijden het bos in. We stoppen bij een kleine nederzetting. Ze loopt naar een van de hutten, gaat naar binnen, maakt het vuur in een mum van tijd aan en nodigt me uit binnen te komen.
We zitten op rendiervellen, bij het vuur, een kleine, zwart geblakerde ketel , gevuld met sneeuw, deze plaatst ze in de vlammen, even later bied ze me koffie aan en een stukje gedroogd rendiervlees. Heerlijk! Er is nog steeds geen woord gewisseld, ik voel me hier heel goed bij. Langzaam aan na een paar teugen koffie komen er woorden, een paar….. Ik vraag naar de religie van de Samen. Ons gesprek is dan weer persoonlijk, waarin ik me herken in haar ervaring, haar begrijp, dan weer is ze stil en knikt als ik vertel…… Soms verteld ze een stukje over de geschiedenis. Hoe in 1500 het christendom de religie van de staat werd en van al haar burgers. Hoe de sjamanen, wijze vrouwen werden verbrand…. Ze staat op. In de ruimte, staat een kist, van onder enkele dekens, haalt ze een trommel tevoorschijn. Ze laat haar trommel zien, ik ben onder de indruk, ze verteld en legt uit. Ik begrijp het verschil tussen de toeristische sjamanen trommel ( er hangt bij mij thuis een kleine aan de muur, gekocht in een van mijn eerdere reizen) en de echte sjamanen trommel. Als vanzelf sprekend vraagt ze of ze mijn trommel mag zien. Zonder dat ik maar iets hierover verteld heb, vind ze het vanzelfsprekend dat ik sjamanen trommel bezit. Met enige schroom vertel ik dat deze in de auto ligt. Ik begin onrustig te worden en denk aan mijn medereizigers, die steeds meer kilometers van mij verwijderd raken. We zitten al bijna twee uur in de hut bij het vuur. Dan durf ik haar te vragen: “Mag ik met mijn medereizigers, een dag en nacht in je hut verblijven?" Ze denkt na, deze tijd gebruik ik om uit te leggen; wie we zijn, dat we willen; mediteren, slapen in de beschutting van de hut. Vanzelfsprekend voeg ik eraan toe dat dit natuurlijk niet gratis hoeft. Iedereen moet ten slotte rondkomen. Het is goed, ze wil dan in de avond nog een lezing geven over de Samen Cultuur en in de ochtend ons meenemen naar de rendieren. Het vuur wordt gedoofd, we keren terug. Bij de auto laat ik haar mijn trommel zien, ze lacht en zegt: “Twee honderd jaar geleden was je nu verbrand”. We gaan onze eigen weg. Ik zoek contact met mijn medereizigers en zij verdwijnt weer in de schuur.
11
Nog geen woorden.
Door alle reacties, belangstelling, oprechte nieuwsgierigheid naar mijn/onze ervaringen in Lapland, voel ik me in een warm bad thuis komen. Tegelijkertijd wil ik wel heel veel vertellen en je meenemen in de gebeurtenissen……… maar ik merk ook dat er nog veel bij mij/ons in proces is. Dat een afgerond verhaal nog niet te maken is. Ik kies voor stilte, een knuffel, samenzijn, mijn giften zonder al te veel woorden te geven. We genieten van elkaars nabijheid, ik van hun verbazing over dat wat ik heb meegebracht……het is goed zo. Voor nu hoeven er even geen woorden… Krista
12
Mijn trouwe Berlingo.
Zoals velen mij kennen, heb ik een onuitroeibare positieve projectie op “mijn Berlingo”. Start altijd, rijdt altijd, is mijn huis tijdens het reizen en hierin hebben Wolf en ik alle ruimte die we nodig hebben en kan op een Lapse glijbaan ( weg met alleen maar ijs) gemakkelijk een bergje op……… Een mede reiziger had van te voren een nieuwe auto gekocht en was in haar projecties een ietsje onzeker, dus minder “vol vertrouwen”. Maar hoe onze projecties ook waren, een ieder ging op pad met dat wat hij of zij dacht nodig te hebben. En ik dus met mijn onvolprezen Berlingo. Met een goed humeur en enige opwinding worden de eerste kilometers afgelegd. Mijn reis gaat voorspoedig. Ik stop onderweg maar één keertje om de bagage op het dak beter te rangschikken. De boot voor de overtocht ligt al klaar. En voor de meditatie van 20.00 uur sta ik al op een vrije plek aan het strand bij Hoganas, te Zweden. Mijn hart jubelt, ik hoor het geluid van de zee, ruik het zoute water, loop met Wolf langs het strand en kook mijn maaltijd buiten. Ik denk aan Bert, mijn man, de voetstappen die we hier hebben liggen. Als ik later in mijn slaapzak lig en Wolf naast mij nog een knuffel wil, zeg ik: ”Fijn hé Wolf, onze fijne Berlingo.” In mijn gedachten ( moet ik opbiechten) verbeeld ik me wel eens dat ik niet meer nodig heb om in te wonen, dan mijn Berlingo.
Ook deze reis hebben we weer kunnen ervaren hoe gastvrij de Zweden zijn. We mogen, terwijl we er uit zien als een stel overgelukkige zwervers, gratis douchen, dan weer in een sauna. Alles gaat dus voorspoedig, totdat ik terug moet schakelen om mijn snelheid te verminderen voor een rotonde. Van de vijfde versnelling kom ik niet lager. Het lukt me terug in de vijf te komen en met een uiterste concentratie kom ik de rotonde door. O jee, wat nu? Ik besluit door te rijden en denk nog hoopvol dat ik straks weer gewoon kan schakelen. Maar ik krijg het niet helemaal voor elkaar dit idee, zonder dat het in mijn gevoel knaagt, te behouden. Ik rijd vele kilometers en alles gaat goed. Dus het probleem breng ik nog verder naar de achtergrond. Ik zing en voel me vrolijk……… tot de volgende rotonde, wat een klein dorpje aankondigt, Stromsund. Ik waag het erop en schakel…….nee dus. Ik laat mijn auto uitrollen en duw hem naar een veiligere plek. Als ik opkijk zie ik wonder boven wonder een politie auto. Je moet weten dat bijv. in de gemeente Jokkmokk, wat een enorm gebied aan dorpjes is met tezamen 1500 inwoners, er maar één politie man/vrouw is. In Stromsund is het niet anders. Maar ik zie de auto en zwaai enthousiast. De man rijdt naar me toe en vraagt wat hij kan betekenen. Ik leg hem de situatie uit. “Stap maar in”, zegt hij uitnodigend. Ik protesteer dat ik wel erg stink na een nacht bij het kampvuur geslapen te hebben en een week niet gedoucht. Hij lacht en vertelt vrolijk dat hij met zijn vrouw en vier kinderen als het maar even kan gaat kamperen waarbij een vuur stoken onvermijdelijk is. Hij is bekend met de geur. Ik stap in. We rijden naar een garage en hij gaat ook mee een hotel zoeken. Hij regelt dat Wolf en ik onderdak hebben, want een hond mag niet mee in welk hotel dan ook, overheidsbeleid. Maar wij zijn dus overal welkom. In het hotel mogen we met z’n allen aanschuiven aan de maaltijd, tot mijn grote blijdschap en verwondering staan ook hier de mensen open voor mediteren. Ik voel me welkom, gedragen, geaccepteerd in heel mijn zijn.
Mediteren kan dus overal! In de buitenlucht, al dan niet bij een mooi vuur, in een invalidentoilet gebouw, schoon en ingericht met rendiervellen en kaarslicht, de camper van een medereiziger, natuurlijk mijn Berlingo en dus nu ook in dit hotel. Al ligt mijn voorkeur bij mediteren in de buitenlucht. Zijn kan overal……..Al ben ik liever in de buitenlucht en slaap ik liever in mijn Berlingo. Ik verblijf er twee dagen en nachten. Onderdelen voor de Berlingo moeten vanuit Zuid-Zweden komen naar het Noorden. De volgende dag passeert dezelfde politie man mij, hij zwaait en toetert…..ik zwaai enthousiast terug, totdat zijn auto om de bocht uit mijn zicht verdwijnt. Mijn medereizigers gaan op de tweede dag hun eigen weg. Als mijn auto klaar is rijd ik een hele nacht, we ontmoeten elkaar voor de ochtend meditatie. En mijn projecties op mijn Berlingo? Evengoed weer vol vertrouwen. Krista
13
Gedicht: Vogel
Vogel slimmer dan vriend of vijand onwetend van een Darwin jaar of hoe wij haar imiteren, wacht ze op beter weer. Hartelijke groet vanuit een koud Lapland. Krista Het was vannacht – 30 graden.
14
Enkele dagen voor vertrek.
Nog een paar dagen dan is het zover…… we vertrekken. We begeven ons in het ongewisse, niet weten, maar ervaren. In de voorbereiding sloeg de stemming soms even door naar: "Néééééé, ik ga niet! Ik durf niet." Zeker daar waar de angsten van anderen, de vriendelijke waarschuwingen, goed bedoeld, ons confronteerden met onze eigen “niet weten”. Sluimerde onzekerheden in ons wakker maakten. Doorreizend naar zekerheden zoeken: "Heb ik de juiste kleding? Gaat mijn auto het wel doen?" Soms zelfs zo dat we een negatieve zekerheid zochten: "Het zal wel slecht aflopen met me." We zijn zo nu en dan onzeker en kunnen daar boven op, ook bang gemaakt worden. Met de zon in mij hart, een glimlach op mijn gezicht, voel ik de opwinding met de dag meer en meer in mij ontwaken..... Voel ik me dankbaar dat ik deze reis samen met anderen mag en wil maken. In liefde. Krista
De tocht van de heldin. Vijf vrouwen zijn begonnen aan de laatste bijeenkosten, voorbereidingen van de "Laplandreis". We worden geconfronteerd met veel onzekerheden, we weten dus niet, wat we zullen gaan ervaren. We laten huis en haard los, we maken geen planning en reisdoel. Wat opvalt, is dat naarmate wij juist zekerheden loslaten, we in ontmoetingen met andere mensen, angsten op ons geprojecteerd krijgen. In de vorm van wat ons wel niet kan overkomen; de kou, ongelukken, belachelijk dat je zoiets zou willen…. Maar ook verlangen, bewondering, ik zou wel willen maar durf nog niet. We oefenen in dat wat ons raakt en onderzoeken; herkennen ons meer of minder. We leren zorgzaam om te gaan met wie we delen om ons te beschermen tegen een angstcultuur van deze tijd. Of tegen een heldendom, waarin er weer geen plaats voor onzekerheid, angst kan zijn. Vanuit het licht reizend door een oneindige ruimte aardend in het donkere bos verblijf ik in een warme gloed ontmoetingen met planten rotsen, mossen dier én mens verblijf ik totdat mijn terugreis zich aandient door een oneindige ruimte aardend in het licht oneindig. Krista.
16
Blank
Ik ben op opnieuw vertrokken, en begeef me in een oneindig landschap, mijn ziel. Blank als alleen het binnenste van je ziel kan zijn, bevroren, geknakt, onder de last van een in oorsprong vederlichte sneeuw tezamen in staat je te breken onwetend jou zaad beschermt door dat wat je brak wachtend op een nieuwe lente een nieuw leven. In liefde Krist
17
Gedicht: stappen
Geruisloos de stappen van de eland waar jonge berkenbomen beschenen door de maan hun blad laten vallen een windvlaag de stilte doorbreekt samen met het schrille geluid van de eksters vormen haar voetstappen een cirkel en leeft ze het ritme van haar hart. Krista
18
Winter, een periode van inkeer (2)
Aan de oever van een brede rivier, hard bevroren water, sta ik, vrouw. Mijn ogen dwalen over de sneeuwduinen naar de overkant van de oever. Jonge dicht bij elkaar staande berkenbomen aan de voet van de rivier. De zon doet het wit van de barst opschijnen. De lucht kleurt blauw en het wit van de sneeuw weerkaatst in het zonlicht. Even doet het pijn aan mijn ogen. Achter de berkenhaag aan de voet van de rivier, doemt een in een wit kleed gehulde bergkam op. Ook zij wordt beschenen door de zon. De zon, ik voel haar warmte in mijn gezicht. De warmte van de zon doet me terugkeren in mijn lichaam. Aarzelend betreed ik het bevroren water. Niet wetend. Niet wetend waar naar toe te zullen gaan. Linksaf? Naar daar waar een richtingaanwijzing een bewoonde wereld doet vermoeden. Arkasas. Rechtsaf? Een door het aan het oog onttrokken bestemming? De berkenbomen belemmeren mijn zicht. Ik kies het laatste. Aarzelend begeef ik mij op een pad met onbestemde bestemming. Ik adem, hoor mijn voetstappen krakend in de sneeuw, voel de zon op mijn gezicht. Krista
19
Maart, dikke pakken sneeuw.
Mijn ogen gesloten, gele bergen doemen op, ronde rotsen, met hier en daar, een narcisje, dapper tussen het gesteente haar hoofd opgericht, haar hartje open..... Ik verlang nu de lente voelbaar is in Jokkmokk naar het uitbundige geel van de bergen. Eentonig wit, afgewisseld met ogenschijnlijk eentonig geel...
Heimwee, naar de kleuren. In mei zal de gele brem haar pracht uitstrooien over het Portugese berglandschap. Om mij heen al dagen verschillende tonen grijs. Ik bevind me op een bevroren meer. Hallucineer ik en zie ik dat wat er niet is? Na een paar dagen ben ik gewend aan het grijs, de wereld van dat wat er nog was, een horizon van bergen en bomen, is niet meer. Verloren realiteit in tinten grijs. “Open veld van ervaring”. Krista
20
Stilte Een paar dagen later het is zo stil de zon schijnt zachtjes streelt haar licht de bomen nog zachter valt de sneeuw van haar takken plof opnieuw is het stil zo stil Krista Jonkers
21 Wat we onbewust al weten . Het is het weten wat we ook kunnen ontdekken door onze dromen, sprookjes/verhalen, fantasieën...etc. Maar nu gaan we naar Zweeds Lapland; naar de onbetreden sneeuwvlaktes, de stilte waarin je een sneeuwvlok kunt horen vallen, waar niets meer is wat jou afleidt van het onbewuste weten. Het is niet alleen stil. We ontmoeten hier bijzondere mensen, rendieren, berkenbomen..... deze "toevallige" ontmoetingen zijn soms vreugdevol...soms pijnlijk.... maar altijd gebeurtenissen om dankbaar voor te zijn. We maken onze reis niet volgens een reisplan. We proberen ieder vorm van planning en controle los te laten. We hebben het niet meer druk. We reizen heel aandachtig. We luisteren naar de aanwijzingen die ons onbewuste weten ons geeft. Je leert van de problemen die je tijdens de reis zult ontmoeten. Deze reis kan vergaande gevolgen hebben voor je leven. Je leert nee te zeggen tegen wat je niet, meer, wilt. Na eerst nee te kunnen zeggen, maar vooral doen komt er een ja….. Je ontdekt welke richting en/of inhoud je aan je leven wilt geven. Je ontwikkelt het zelfvertrouwen wat nodig is om hier daadwerkelijk vorm aan te gaan geven. Je gaat voelen met wie en met wat je je verbonden voelt. Je gaat voelen dat je hier je liefde aan wilt geven. Krista .
Als je wilt, geef ik lezingen over deze bijzondere reizen. Je kunt mij uitnodigen voor bedrijf of spontaan samen gestelde groep een lezing te verzorgen. Of je aanmelden en bij voldoende belangstelling organiseren wij dan een lezing.
Door een power point presentatie, dagboekfragmenten en gedichten, neem ik je al een stukje mee op reis. Ik vind het fijn je te ontmoeten. Krista Jonkers