STRATEGISCHE VISIE GROESBEEK 2025
Inhoudsopgave
1. EEN STRATEGISCHE VISIE .............................................. 7 2. HET DNA VAN GROESBEEK ......................................... 11 Groesbeek anno nu....................................................... 13 Trends en ontwikkelingen ............................................. 16 3. DE KOERS VOOR 2025 ................................................ 19 Groesbeek kiest ............................................................ 21 Drie ontwikkelingslijnen ............................................... 22 INTERMEZZO 2025 ........................................................ 27 Perspectief op de pijlers ............................................... 29 4. (BE)STUREN ................................................................ 30 5. SAMEN UITVOEREN .................................................... 30
1 maart 2012
3
…the future is not ours to see…
Que sera, sera Whatever will be, will be The future is not ours to see… Het liedje van Doris Day is inmiddels meer dan 50 jaar oud en weerspiegelt een tijdgeest die aangeeft dat de toekomst je eerder overkomt dan dat je er greep op hebt. Wij kunnen immers niet in de toekomst kijken. Anno 2012 kunnen we die nog steeds niet zien, maar we kunnen wel uitspreken welke richting we moeten gaan en welke wegen we daarvoor moeten bewandelen. Zeker, de gemeente Groesbeek staat niet alleen met de strategische visie. Vele gemeenten hebben al een dergelijk doorkijkje naar 2020, 2025 of 2030 gemaakt. Hip of hype, het biedt de gemeente in ieder geval een meerjarenperspectief dat het gehele gemeentelijke spectrum omvat. Een gemeenschappelijke focus op beleidsdoelen, waar we met z’n allen voor zouden moeten gaan.
In de afgelopen maanden is geprobeerd het Groesbeekse dna vast te stellen. Wat is nu specifiek aan Groesbeek? Waar scoort de gemeente, wat zou beter moeten en waar willen we uiteindelijk naar toe? Een zinvolle exercitie, die dwong tot positiebepaling, tot oriëntatie op mogelijkheden en tot het uitzetten van de gewenste koers. Met deze strategische visie kunt u de toekomst alvast een beetje beleven. Ik ben benieuwd naar de reacties.
Drs. G.E.W. Prick Burgemeester van Groesbeek
Beleidsdoelen, en dat verheugt mij bijzonder, waar ook de inwoners van Groesbeek door middel van debatavonden nadrukkelijk aan hebben bijgedragen en die onder regie van de adviseurs van BMC in een werkgroep en stuurgroep uiteindelijk in deze strategische visie zijn uitgekristalliseerd. 5
1. EEN STRATEGISCHE VISIE
De Strategische Visie Groesbeek schetst de koers van de gemeente Groesbeek richting het jaar 2025. Groesbeek kiest, een heldere koers en een onderscheidende koers. De gemeente Groesbeek ziet ontwikkelingen op zich af komen, die gevolgen hebben voor het wonen, werken, leven en besturen van deze gemeente. Ontwikkelingen in de bevolkingssamenstelling, de maatschappij en de economie zijn onafwendbaar, maar bieden ook kansen. Met de strategische visie geven we richting aan diverse strategische discussies en opgaven: sturen we tegen, bewegen we mee, kiezen we voor vernieuwing, en stellen we vast wat we hoe dan ook willen behouden. En hoe gaat dat bereikt worden. De Strategische Visie Groesbeek 2025 vormt een gedragen en integraal kader voor toekomstige beleidsopgaven en besluiten gemeentebreed. De Strategische Visie biedt niet alleen koers aan de besluiten en het handelen van de gemeente. De visie beoogt ook bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties te inspireren en aan te zetten tot het (mede) ontwikkelen en uitvoeren van plannen en ideeën. De koers ligt er, de weg er naar toe kan op verschillende wijze worden ingevuld. De Strategische Visie is geen blauwdruk. Geen enkel onderzoek kan de zekerheid bieden die nodig is om een gedetailleerd plan voor de toekomst te ontwikkelen. Geen enkel plan kan bovendien voorzien welke creatieve maatschappelijke initiatieven zullen worden ontplooid. De Strategische Visie 2025 is het resultaat van interactief proces met bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en bestuurders. De ingezette samenwerking vormt de opmaat naar gezamenlijke uitvoering.
9
2. HET DNA VAN GROESBEEK
Groesbeek anno nu
Groesbeek
Een visie op de toekomst wortelt in het heden. Groesbeek anno nu schetst een beeld van de huidige situatie van de gemeente: het landschap en de dorpen, de mensen die er leven, het wonen, werken en de voorzieningen, en de wijze waarop er bestuurd wordt. Vervolgens wordt een aantal voor de toekomst van Groesbeek relevante trends en ontwikkelingen benoemd.
De vijf dorpen - Groesbeek, Berg en Dal, Heilig
Het landschap en de dorpen
verbeterd worden.
Groesbeek is prachtig. De hoge ruimtelijke kwaliteit van het heuvelachtige en gevarieerde landschap is zeer bijzonder voor Nederland. De reliëfrijke stuwwal heeft een gesloten boslandschap, markante steile flanken met bronbeekjes en scherpe overgangen naar de open landbouwgebieden op de flanken, een mooi contrast. Binnen de hoefijzervormige stuwwal ligt het open bekken van Groesbeek met grotendeels weidegrond, vochtige laagtes en beekjes. Vanuit hier is er prachtig uitzicht op de omringende stuwwal, de bossen van het Reichswald, de boswachterij Groesbeek, de Sint Jansberg en de Duivelsberg.
Landstichting, De Horst en Breedeweg – liggen verspreid in de heuvels, langs radiale wegen vanuit Groesbeek. De dorpen hebben een groen karakter en elk een eigen identiteit. De ruimtelijke kwaliteit van de dorpen springt er niet echt uit, mede door de WOII die hier heftig heeft huisgehouden en grote gaten heeft nagelaten. Ook in delen van het buitengebied kan de landschappelijke kwaliteit
Groesbeek is gelegen in de provincie Gelderland op de grens met Limburg en Duitsland. Groesbeek ligt enigszins geïsoleerd, bezien vanuit nationaal opzicht; met als ‘barrières’ de rivier in het noorden en de landsgrens in het oosten. De naam Groesbeek op zich geniet geen landelijke bekendheid als toeristische trekpleister. Binnen het Rijk van Nijmegen is Groesbeek echter een prominente speler. Groesbeek onderscheidt zich met toeristische kernkwaliteiten, zoals het unieke landschap, haar rijke cultuurhistorie en de wijnbouwontwikkeling.
De mensen De bijzondere ontstaansgeschiedenis van dit landschap tijdens de voorlaatste ijstijd werd gevolgd door een rijke historie. De hele Nederlandse geschiedenis is hier langs gekomen: van de eerste bewoners in de bronstijd en ijzertijd, via de Romeinen en Karel de Grote, de Middeleeuwen tot de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw. Deze rijke geschiedenis boeit de Groesbeker. “De Canon van Groesbeek” was snel uitverkocht, maar meer nog zit het prachtige landschap in ieders hart.
Kenmerkend voor de Groesbeekse samenleving zijn een grote betrokkenheid bij elkaar en een rijk verenigingsleven, in het bijzonder in de muziek (Fanfarekorps Wilhelmina) en de sport (volleybal, voetbal, (kruisboog-, kleiduiven-) schieten, (tafel)tennis, motorcross, paardensport). Het culturele leven kent diverse hoogtepunten, zoals de carnaval (Keulen van Gelderland), de Groesbeekse kermis, de Vierdaagse, de Nederlandse Wijnfeesten e.d. Zo ook het sportieve leven, dat gepaard gaat met een gezonde rivaliteit. 13
Groesbeek wordt aan de westzijde begrensd door de beboste stuwwal. Het multifunctionele bosgebied is toeristisch-recreatief gezien zeer aantrekkelijk. Verspreid in het bosgebied liggen diverse landgoederen en instellingen. Ten noorden ligt een aantrekkelijk gebied voor recreatief medegebruik, met een golfbaan. In de hoek Cranenburgsestraat en Wylerbaan liggen diverse recreatieve voorzieningen zoals een zwembad, bungalowpark, camping en het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945. Groesbeek heeft een bedrijventerrein, diverse voorzieningen (basisscholen, sportcomplexen, woonzorgcomplexen) en winkels. Sinds 2001 wordt gewerkt aan een ingrijpende herziening van het centrum. Groesbeek heeft een centrumfunctie voor de hele gemeente. Het dorp heeft een relatief grote sociale huurwoningvoorraad. Dit sluit aan bij het hogere percentage lage inkomens. Het aanbod seniorenwoningen is ten opzichte van de doelgroep senioren laag.
Groesbekers zijn sterk geworteld in de gemeente. Wanneer
gemiddelde. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per
Groesbekers voor werk of studie de gemeente verlaten,
particulier huishouden ligt 5% boven het Nederlandse
keert men na korte of lange tijd graag weer terug. Ook leeft
gemiddelde.
het Groesbeeks dialect nog steeds voort. Groesbekers zijn te karakteriseren als ijverig en hardwerkend en goed voor
Wonen, werken en voorzieningen
elkaar zorgend. Wellicht een gevolg van de geïsoleerde
De gemeente telt 7.660 woningen, waarvan ongeveer 2.370
ligging die in het verleden sterk merkbaar was.
tot de sociale huursector behoort. Ruim twee vijfde van de
Heilig Landstichting
woningvoorraad bestaat uit rijwoningen. Het aandeel 2De oriëntatie van de inwoners verschilt. inwoners van Bredeweg en De Horst zijn sterk georiënteerd op Groesbeek. Inwoners van Berg en Dal en Heilig Landstichting richten zich daarentegen meer op Nijmegen.
onder-1-kap en vrijstaande woningen is gelijk, namelijk 23%. Er staan relatief weinig appartementen. De gemiddelde woningwaarde is €291.000 per woning. Ruim de helft van de woningvoorraad heeft een woningwaarde tot €250.000 en bijna een derde een waarde van minder
Groesbeek had op 31 december 2010 18.871 inwoners,
dan €200.000.
waar van 9221 mannen en 9650 vrouwen. De afgelopen 10 jaar nam de bevolking licht in omvang af en nam de vergrijzing toe. Het aandeel 55-plussers was in 2000 circa 28% en dit is in 2010 toegenomen naar 35% van de bevolking. Het aandeel 25-54-jarigen is in deze periode afgenomen: van 45% naar 38%. Het percentage nietwesterse allochtonen (2,2%) is laag (Gelderland: 6,6%).
Economisch sterk vertegenwoordigde sectoren zijn de bouwnijverheid, landbouw, handel en zakelijke dienstverlening (gelet op het aantal vestigingen) en recreatie en toerisme. De bloeiende toeristische sector groeit nog steeds, zowel in omzet, aantal toeristische overnachtingen als werkgelegenheid. Groesbeek heeft diverse toeristische trekkers, zoals het Afrika Museum,
Groesbeek heeft een structureel vestigingsoverschot,, voornamelijk vanuit Nijmegen, mede beïnvloed door de aanwezigheid van instellingen. Er is sprake van selectieve migratie. Vooral 70-plussers en gezinnen met kinderen vestigen zich in Groesbeek, terwijl voornamelijk jongeren en starters de gemeente verlaten. Er is een vertrekoverschot van jongeren in de leeftijd 15-24 jaar. Deze groep gaat richting de stad voor studie of werk, een fenomeen dat in veel landelijke gemeenten zichtbaar is. De objectieve overlast en onveiligheid in Groesbeek ligt lager dan het Nederlandse gemiddelde. De subjectieve overlast - het onveiligheidsgevoel - wijkt niet af van het
Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 en Museumpark Oriëntalis. Daarnaast is er het heuvellandschap met de verschillende wijngaarden en een dicht netwerk van onverharde paden en wegen, opgenomen in langeafstandspaden, veel ruitervoorzieningen en de fietslorries (draisine), die recreanten in staat stellen van de cultuur en het natuurschoon te genieten.
Heilig Landstichting is een ruim opgezet woongebied op de stuwwal aan de doorgaande verbinding Nijmegen Groesbeek. In de omringende bossen liggen het Museumpark Oriëntalis, de Cenakelkerk met de pastorie en het Carmelklooster en diverse gezondheidsinstellingen. Het bosgebied is van bijzondere landschappelijke waarde en toeristischrecreatief gezien zeer aantrekkelijk. De cultuurhistorische betekenis van Heilig Landstichting is erkend door de aanwijzing van het gehele voormalige devotiepark als rijksmonument, inclusief de lanenstructuur. In het dorp zijn weinig winkelvoorzieningen aanwezig. Inwoners zijn aangewezen op Berg en Dal, Groesbeek of Nijmegen. Het dorp is relatief vergrijsd, en dit zal de komende jaren sterk toenemen. Het aandeel seniorenwoningen lijkt hier redelijk op aan te sluiten. De voorraad huurwoningen is relatief verouderd: bijna 70% van het woningbezit is voor 1970 gebouwd. De transformatieopgave is hierdoor relatief groot.
De agrarische sector is de grootste grondgebruiker (50 %
uitgaansgelegenheden, zorg en voortgezet en hoger
van de oppervlakte van de gemeente) en daarmee een
onderwijs). Ook heeft deze stad een divers
belangrijke partner in het beheer, onderhoud en aanzicht
werkgelegenheidsaanbod. Groesbeek kent een grote
van het landschap. Groesbeek beschikt over een
uitgaande pendel, veel inwoners werken in de regio.
bedrijventerrein met een relatief hoog aandeel
Groesbeek is vanuit het westen bereikbaar via de snelweg
bouwgerelateerde bedrijvigheid, bedoeld voor overwegend
A73, vanuit het zuiden via Gennep en Mook, en vanuit het
lokale bedrijven. Uitbreidingsmogelijkheden zijn er op het
noorden via Nijmegen. Richting het oosten zijn er diverse
toekomstige terrein Hulsbeek.
grensovergangen naar Duitsland. Een fijnmazig netwerk van
De Horst
buslijnen naar Nijmegen zorgt voor een goede Het dorp Groesbeek vervult een centrumfunctie voor de hele gemeente. Met de in gang gezette ontwikkeling van het centrum wordt deze functie verder versterkt. Sport speelt een belangrijke rol. Zo zijn twee van de zes amateur voetbalverenigingen (De Treffers en Achilles '29) actief op hoogste amateurniveau (Topklasse). De Stichting
bereikbaarheid met het openbaar vervoer. De woonwijken in de gemeente kennen een rustig verkeersbeeld en een goede verkeersveiligheid. Het autoluw maken van het centrum is een belangrijke opgave.
Besturen
Primair Onderwijs Groesbeek heeft 9 scholen voor primair
Groesbeek heeft bestuurlijk een actieve rol in de regio:
(basis en speciaal) onderwijs met in totaal ±1650 leerlingen.
binnen de stadsregio Arnhem-Nijmegen werken gemeenten
Het Montessori College heeft een locatie in Groesbeek
op verschillende onderwerpen samen aan een
(VMBO en de eerste 2 jaar van het HAVO en VWO), waarna
aantrekkelijke, concurrerende en bereikbare regio. In de
leerlingen zijn aangewezen op Nijmegen. De jongeren uit
Euregio Rijn Waal draagt Groesbeek bij aan het verbeteren
Groesbeek en omgeving kunnen in het weekend in de
en intensiveren van de samenwerking met andere Duitse
gemeente terecht bij één van de twee grote discotheken
en Nederlandse overheden op het gebied van economie en
(met regionale uitstraling).
maatschappij. Groesbeek werkt ambtelijk samen met de gemeente Ubbergen en voert sinds 1 juli 2009 de
De gemeente heeft relatief veel zorgaanbieders met een
gemeentelijke taken uit voor de gemeente Millingen aan de
bovenlokaal karakter. Ook is het aanbod van verzorgde
Rijn.
woonvormen voor ouderen relatief groot. De gezondheidszorg/zorgsector zorgt met ruim 2250 banen
Ook vandaag de dag zijn de lijnen tussen organisaties,
(op een totaal van 7240 Groesbeekse banen) voor veel
burgers en de gemeente kort. Voor de gemeentelijke
werkgelegenheid (ca 31,5%). Met name instellingen als de
organisatie gelden openheid en transparantie als
Stichting Pluryn en ZZG Zorggroep zijn daarbij grote
belangrijkste doelen. Samenwerking in de regio is op gang
werkgevers.
gekomen. Efficiencyverbetering staat daarbij centraal. De gemeente zal zich in de toekomst nog meer vraag- en
Nijmegen ligt nabij en biedt onze inwoners en (toeristische)
mensgericht gaan opstellen.
bezoekers stedelijke voorzieningen (cultuur, winkels, 15
De Horst is een kleine kern in het lage middengebied en is vanuit het buitengebied duidelijk zichtbaar. Naar Groesbeekse maatstaven is het landschap rond De Horst vlak. Het dorp ligt tussen Groesbeek en de Duitse grens. De achteraf ligging maakt dat de wegen door het dorp geen doorgaande functie kennen. De Horst bestaat voor het grootste deel uit woningbouw. Verder ligt er een kerk, dorpshuis, school en sportvelden van DVSG, korfbal en schutterij. Aan de noordkant van het dorp liggen grootschalige bedrijfshallen, waar woningbouw in uitvoering is. De Horst kan als een stabiel woonmilieu worden aangemerkt. Het aandeel huurwoningen is lager dan gemiddeld. De huurwoningvoorraad is betrekkelijk oud en bestaat voor een groot gedeelte uit seniorenwoningen.
Trends en ontwikkelingen
Berg en Dal
Sociaal-maatschappelijk Na decennia van groei gaat de omvang van de bevolking stabiliseren of zelfs krimpen. De demografische opbouw verandert, er komen meer senioren en minder jongeren Dit vereist anticiperen. Door een toename van eenoudergezinnen en alleenstaanden neemt het aantal huishoudens eerst nog licht toe. Het aandeel mensen van 55 plus zal stijgen tot 45% van de bevolking. De demografische veranderingen leiden tot een andere vraag naar voorzieningen, woonmilieus en dienstverlening. Het vraagt om een zorgvuldig beheer van de woningvoorraad (goede balans tussen vraag, nieuwbouw en herstructurering). Ouderen willen zo lang mogelijk in hun eigen woning en/of wijk blijven wonen. Door vergrijzing groeit het aandeel mensen dat sterk zorgafhankelijk is. Er ontstaat een vermaatschappelijking van de zorg: door krimpende budgetten moeten mensen in eerste instantie terugvallen op de eigen omgeving (mantelzorg). De toenemende vraag naar zorg en krimp van de beroepsbevolking dreigt in de toekomst te leiden tot een tekort aan arbeidskrachten in de zorgsector. De individualisering in de samenleving lijkt door te zetten, waardoor de gemeenschapszin mogelijk onder druk komt te staan. Het aantal vrijwilligers bij verenigingen loopt terug en het blijkt steeds lastiger om de consument (jeugd vanaf 12 jaar) te binden aan verenigingen. Men shopt, wisselt, zoekt steeds nieuwe uitdagingen. Een tegen hangende ontwikkeling is die van de actieve en zelfstandige burger, die een belangrijke rol speelt in samenleving (bewoners maken samen een leefbare wijk). Samenhang wordt gevonden in verbinding met gelijkgestemden.
Door economische schaalvergroting komen voorzieningen in dorpen onder druk te staan. Niet alleen de detailhandel, maar ook voorzieningen op gebied van welzijn, cultuur en zorg. Het principe kwaliteit gaat voor afstand doet daarmee zijn intrede. Dit heeft consequenties voor de kwaliteit van het huidige voorzieningenaanbod in de dorpen. Samenwerking tussen voorzieningen en multifunctioneel gebruik van gebouwen wordt steeds belangrijker om de kosten te drukken en een compleet en kwalitatief aanbod in stand de houden. De scholen werken steeds meer samen binnen netwerken van organisaties met diensten gericht op kinderen. Deze intensievere samenwerking biedt ook kansen voor andere functies van onderwijsgebouwen. Technologische en digitale ontwikkelingen en de verhoging van het algemene opleidingsniveau leiden tot andere levenstijlen. De heterogeniteit in de samenleving neemt verder toe. Dé oudere bestaat niet: net zoals bij elke andere leeftijdsgroep bestaan er onder ouderen grote verschillen in bijvoorbeeld leefstijl, inkomen en gezondheid. De groeiende groep senioren gaat er op uit, en geniet van Groesbeek, bijvoorbeeld door een bezoek aan het Aquaduct van Groesbeek of de Romeinse pannenovens in de Holdeurn. Mensen worden nog steeds mobieler en er ontstaan nieuwe manieren van werken. Dit betekent dat de directe nabijheid van werkgelegenheid minder belangrijk is en de kwaliteit van de woonomgeving des te meer. Het besef dat we eerlijk om moeten gaan met onze cultuurhistorische, aardkundige, mythische en landschappelijke rijkdom neemt toe (duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen).
Berg en Dal valt uiteen in twee kerndelen, Beneden (noordelijke gedeelte) en Boven (zuidelijke gedeelte) Berg en Dal en is van noord naar zuid ook verdeeld tussen de gemeenten Groesbeek en Ubbergen. Tussen Beneden en Boven liggen naast enkele villa’s nog een hotel, de parochiekerk en een landgoed. Met de aanwezigheid van het Afrika Museum, het Aquaduct van Groesbeek, de Romeinse panovens bij de Holthurnsche Hof en Tivoli heeft Berg en Dal een belangrijke toeristische functie, die wordt aangevuld met diverse horecabedrijven. Beneden Berg en Dal bestaat vooral uit woningbouw. De enige gebouwencomplexen zijn Hotel Erica, Zorgcentrum Vijverhof, het klooster Mariadal. In Boven Berg en Dal bevinden zich de serviceflat Groot Berg en Dal, commerciële functies, huis- en tandartsen, de basisschool, het gemeenschapshuis Kerstendal en het R.K. kerkhof. Berg en Dal wordt omsloten door waardevolle landschappen waardoor er geen uitbreidingslocaties zijn, alleen enkele inbreidingslocaties. Het dorp is sterk vergrijsd. De corporatiewoningen zijn relatief verouderd: ruim de helft is ouder dan 1970.
Ruimtelijk-economisch De bevolkings-, mobiliteits- en werkgelegenheidsgroei die decennialang gemeengoed was gaat afvlakken. Het doet de groei opgaven uit het verleden veranderen, en brengt nieuwe opgaven met zich mee (meer en andere vormen van zorg, vraag naar werknemers, concurrentie tussen regio’s e.d.). Het einde van de economische recessie lijkt nog niet in zicht. De economische en maatschappelijke gevolgen worden steeds beter zichtbaar: bezuinigingen in organisaties, waardevermindering van grond en vastgoed, minder investeringsmogelijkheden van burgers, overheden en bedrijven. Dit vraagt om nieuwe strategieën om deze maatschappelijke en financiële transitie vorm te geven (bijv. door regionale afstemming, financiering herstructurering, bewust inzetten van laatste groei investeringen, nieuwe verdienmodellen e.d.) De woningbehoefte in Groesbeek ligt in de periode 20102020 op circa 30 woningen per jaar. De omvang van de woningvoorraad zal naar verwachting na 2020 stabiliseren, waardoor de uitbreidingsopgave van de woningvoorraad wordt verruild voor een beheersopgave. De woningmarkt wordt meer vraaggestuurd. Het aanbod wordt meer bepaald door de concrete behoeften van woonconsumenten en minder door een grootschalig aanbod van gemeenten en ontwikkelaars. De vraag van senioren naar geschikte woningen om langer zelfstandig te blijven wonen neemt toe, evenals het belang van het verbeteren van de kwaliteit van bestaande woningen en woonmilieus. De toename van het aandeel ouderen en de afname van het aandeel jongeren leidt ertoe dat er minder wordt verhuisd. De toename van het eigen woningbezit versterkt deze trend.
buiten, geïnteresseerd in de cultuurhistorie en het landschap (ecologische, economische en esthetische koppelingen). De groeiende groep actieve senioren gaat er op uit, wil dingen zien en ervaren. De mobiele mens gaat ook vaker en korter op reis, en wil waar voor zijn geld (kwaliteit). De samenwerking met lokale en regionale partners neemt toe om het toerisme te profileren en in de markt te positioneren. De landbouwsector speelt in op maatschappelijke en economische druk (aandacht voor dierenwelzijn, milieuregelgeving, Europese landbouwpolitiek). Er zijn twee trends zichtbaar: economische schaalvergroting (grotere bedrijven) of verbreding, waarbij de ondernemer neventakken opzet in bijvoorbeeld zorg, recreatie & toerisme, verkoop, educatie en/of groene diensten levert (natuur, landschap, water). Het klimaat verandert waardoor de hoeveelheid en met name de intensiteit van neerslag toeneemt. Dit vereist aanpassingen van het watersysteem, waar met de herinrichting van de Groesbeek van bron tot Duitse grens een start is gemaakt. De verwachting is dat de mobiliteit tot 2020 blijft groeien. De toename van het aantal ouderen leidt tot een grotere recreatieve mobiliteit. Door de opkomst van de elektrische fiets wordt de fietsafstand in de komende periode groter. Als onderdeel van een belangrijke ‘fietsregio’ biedt dit voor Groesbeek ook weer nieuwe toeristische kansen. Het nieuwe werken (thuiswerken) is in opkomst, maar zet minder snel door dan verwacht.
Voor de toeristische sector dienen zich nieuwe doelgroepen aan: stedelijke streekgenoten of mensen van 17
Breedeweg
Breedeweg ligt in een open agrarisch gebied nabij de kern Groesbeek. Vanuit het dorp is er zicht op de stuwwal, het hellingengebied en het Reichswald. Het zuidelijk deel is uitgegroeid tot centrumgebied van het dorp met een concentratie aan voorzieningen, zoals buurtcentrum de Körf, R.K. Verenigingsgebouw De Sleutel, de kerk, basisschool , de sportvelden van Groesbeekse Boys. De Knapheideweg is een waardevolle rafelige dorpsrand met kleinschalige vrijstaande bebouwing op grote percelen. In Breedeweg staan relatief veel seniorenwoningen, terwijl de vergrijzing minder hoog is ten opzichte van de regio. Bijna 50% ivan de verhuurbare woningvoorraad is van voor 1970, waardoor de komende decennia aandacht voor verbetering van woningen nodig is.
Politiek-bestuurlijk Er vindt een omslag plaats van de verzorgingsstaat naar een verantwoordelijke samenleving, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van burgers uitgangspunt is, en de overheid als vangnet acteert. Ook bij ruimtelijke ontwikkelingen laten gemeenten de rol van ‘ontwikkelaar’ meer en meer over aan anderen. De gemeente is steeds meer regisseur. Gemeenten richten zich onder het credo ‘de burger centraal’ op een hoge kwaliteit van publieke dienstverlening. Gemeenten werken meer samen met andere organisaties onder druk van bezuinigingen en decentralisaties om kwaliteit te verhogen, kosten en kwetsbaarheid te verminderen. Anderzijds treedt er concurrentie op tussen regio’s op het gebied van positionering, imago, inwoners en bedrijven. Consumenten zien geen gemeentegrenzen, maar zien kwaliteiten en/of aanbod van bijvoorbeeld werk, wonen of recreatie. Burgers zijn alert op hetgeen er politiek-bestuurlijk gaande is, maar gaan geen langdurige verbondenheid aan met een politieke kleur. De sterke dynamiek in de samenleving en snelle informatie-uitwisseling vragen om een alert, actueel en zorgvuldig bestuur. Met het oog op de decentralisatie van overheidstaken staan intergemeentelijke samenwerking en herindeling hoog op de bestuurlijke agenda, ook in deze regio.
3. DE KOERS VOOR 2025
Groesbeek kiest Dit hoofdstuk zet de koers voor 2025 nader uiteen, langs drie ontwikkelingslijnen, vijf pijlers en een sturingsfilosofie. Het ‘intermezzo 2025’ geeft een impressie van het Groesbeek anno 2025, uitgaande van de met deze visie gemaakte keuzes. Met de Strategische Visie bepaalt de gemeente Groesbeek de koers naar de toekomst. Dit is een heldere koers: in 2025 is het in Groesbeek uitstekend wonen, werken en recreëren, temidden van een prachtig landschap. En het is een eigen koers: Groesbeek kiest ervoor onderscheidend te zijn op drie punten: 1. Samen werken aan zorg: wijken op eigen kracht, zorgen voor elkaar & de gemeente als toplocatie voor zorggerelateerde instellingen en instituten. 2. Jong, gezond en actief: met breedtesport en topsport investeren in ontmoeting en gezondheid, met speciale focus op de jeugd. 3. Spannend landschap: het unieke en diverse landschap verder versterken met ruimte voor recreatieve ontwikkeling en toegankelijkheid. De drie ontwikkelingslijnen komen voort uit het DNA van Groesbeek. Immers, de gemeente Groesbeek staat bekend om haar unieke landschap, heeft een uitstekend sportklimaat, een zorgzame en betrokken samenleving en vormt de thuisbasis voor een groot scala aan zorg(onderzoeks)instellingen. Met deze drie ontwikkelingslijnen kiest Groesbeek ervoor om gericht te investeren op deze onderscheidende punten, en deze kwaliteiten verder uit te bouwen. De ontwikkelingslijnen steunen op vijf sterke pijlers: leefomgeving, woonkwaliteit, werkklimaat, voorzieningenaanbod en bereikbaarheid.
Sturingsfilosofie Een nieuwe koers op de toekomst vraagt om een passende sturingsfilosofie. De gemeente doet met deze strategische visie nadrukkelijk een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van haar inwoners, ondernemers en instanties. De overheid kan en wil toekomstige vraagstukken niet alleen oplossen. Rollen en taken zijn aan het veranderen, in de samenleving en bij de overheid. Voor de overheid geldt dat een sterkere samenwerking met andere overheden, instanties, ondernemers en bewoners steeds belangrijker wordt om doelen te realiseren. Dit vereist een ‘nieuwe overheid’, die meer verantwoordelijkheid overlaat aan de samenleving en mensen aanspreekt op hun eigen kracht. De kracht van Groesbeek zit immers in de inwoners van de gemeente. Mensen die elkaar kennen, ontmoeten en helpen. Een 21
blijvende sociale cohesie en aandacht voor elkaar, met veel vrijwilligers en verenigingen en een grote saamhorigheid. Maar ook met een eigen verantwoordelijkheid. Leefbaarheid wordt niet voor, maar door bewoners gemaakt en vereist dan ook de inzet vanuit de mensen zelf. De gemeente Groesbeek wil deze eigen kracht benutten en de ruimte geven aan betrokken burgers en ondernemers. De gemeente Groesbeek treedt meer en meer op als regisseur en facilitator, gericht op samenwerking, het geven van sturing en vooral het bieden van ruimte aan derden om zaken op te pakken. Deze samenwerking vindt al naar gelang het onderwerp in wisselende coalities plaats. Daarbij is het uitgangspunt minder vanuit beperkingen te denken en meer vanuit ruimte voor initiatieven ('ja, mits' in plaats van 'nee, tenzij'). Positief verleiden, waarbij de samenleving in principe zelf uitvoert. Kortom, een regisserende overheid en een verantwoordelijke samenleving.
Drie ontwikkelingslijnen Ontwikkelingslijn Samen werken aan zorg Werken aan: wijken op eigen kracht, zorgen voor elkaar, zorg voor iedereen dichtbij & de gemeente als toplocatie voor zorggerelateerde instellingen en instituten. Inspelen op: de veranderende samenleving, ontgroening en vergrijzing en de eigen kracht van de Groesbekers. Voortbouwen op: de sterke uitgangspositie van de Groesbeekse zorgsector anno nu, de ligging nabij de regio Nijmegen en het krachtige en ‘helende’ landschap. Deze ontwikkelingslijn wordt gedragen door twee handen. Met de ene hand opereren de wijken op eigen kracht en zorgen mensen voor elkaar. Met de andere hand is het helende landschap van Groesbeek een sterke vestigingsfactor en economische kracht. Wijken op eigen kracht In 2025 kent Groesbeek krachtige wijken en buurten. Er wordt optimaal ingespeeld op de eigen kracht van de Groesbekers. Buurtgericht werken is het uitgangspunt. De gemeente faciliteert mensen om zichzelf te redden, en voor degenen die daar niet in slagen garandeert zij een sociaal vangnet. De gemeente ondersteunt, stimuleert, regisseert, schept voorwaarden, brengt mensen en instellingen bij elkaar en kweekt betrokkenheid, onder het motto “iedereen doet (naar vermogen) mee”. De gemeenschapszin wordt geactiveerd. De zorg is vermaatschappelijkt en wordt niet langer op een presenteerblaadje aangeboden. Er is een balans ontstaan tussen zelfredzaamheid van bewoners, lokale solidariteit en professionele zorg. Het principe van “community care” is gangbaar geworden, dat wil zeggen: zorg wordt verleend bij
bewoners aan huis, dus in de eigen omgeving, maar ook dóór de eigen omgeving. Er is sprake van een sterke sociale cohesie, inwoners voelen zich geborgen, de betrokkenheid op buurtniveau is groot en men helpt elkaar. Er wordt samen gebouwd aan een hechte sociale infrastructuur. Ook de fysieke structuur speelt hierop in: woonwijken zijn divers van opzet, waardoor er een gemêleerde samenstelling van buurtbewoners ontstaat. Deze vorm van “community care” draagt er aan bij dat problemen eerder worden gesignaleerd en bespreekbaar gemaakt. Kleine ontmoetingscentra in de wijk zorgen voor interactie tussen mensen, eerste hulp “bij ongelukken” en de kleinschalige infrastructuur die hoort bij informatievoorziening en signalering van problemen. Deze opzet gaat uit van een de slogan “laat duizend bloemen bloeien” en beloon initiatieven met die ondersteuning die nodig is om ideeën en plannen verder te helpen. Zo’n wijkontmoetingscentrum (“Kerncentrale”) is geen standaardvoorziening maar speelt in op de vraag in een dorp of wijk. De professionele zorg is van de beste kwaliteit en speelt in op de specifieke behoefte die niet onderling voorhanden is. Er is een gevarieerd, breed en laagdrempelig aanbod aan zorgvoorzieningen, uiteenlopend van 1e-lijns gezondheidszorg en geestelijke zorg, zorg voor opvang van probleemkinderen, begeleiding van probleemgezinnen, thuiszorg. Deze zorg is dichtbij: de Thuiszorg heeft zich ontwikkeld tot buurtzorg (maatwerk in de buurt). Er is een actieve en efficiënte ketensamenwerking; instellingen zijn complementair en coöperatief.
Ook een oudere voelt zich thuis in Groesbeek. Als zij beperkingen van het ouder worden ondervinden, bieden passende voorzieningen en aangepaste woningen de mogelijkheid om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. Er zijn nieuwe woonzorgarrangementen ontwikkeld, met allianties tussen pensioenverzekeraars en corporaties die een integraal pensioen in natura aanbieden (mensen ontvangen dan hun pensioen niet meer in geld, maar in bijvoorbeeld zorg of woondiensten). De beste zorg voor de Groesbekers, dat is het streven. Enerzijds door de genoemde zorgzame samenleving en een grote mate van zelfredzaamheid van onze inwoners, anderzijds door ook als gemeente met onder andere een brede inzet van de WMO (cf. de zes domeinen) het beste resultaat qua ondersteuning voor die inwoners proberen te garanderen. Die inzet toekomstbestendig maken kan alleen door dit beleid ook in de komende jaren betaalbaar te houden. Helend landschap Vanuit de basale zorgfilosofie en gebaseerd op de al aanwezige instituties en voorzieningen, ontwikkelt Groesbeek zich tot een aantrekkelijk vestigingsmilieu voor zorggerelateerde instellingen en instituten. Door de ligging nabij Nijmegen en omringd door een “helend landschap” zijn alle voorwaarden voor innovatieve initiatieven in deze sector aanwezig. Er wordt immers voortgebouwd op dat wat er nu al gebeurt bij Dekkerswald, Mariëndaal, Vijverhof, de Meent als ook in Werkenrode. De zorgsector beweegt mee met de hiervoor beschreven ontwikkelingen en vernieuwt zich.
Vestigingslocatie Deze pijler is mede gebaseerd op de groeiende behoefte aan jonge professionals die zoeken naar een passende woon- en werkomgeving. Ook de gemeente Groesbeek krijgt te maken met krapte op de arbeidsmarkt, zeker daar waar het de zorg betreft. Daarom gaat zij zich richten op een aantrekkelijk vestigingsklimaatvoor deze doelgroep. Alle registers worden open getrokken om voor jonge professionals een imago te creëren van een inspirerend werklandschap, waarbij werk en vrije tijd naadloos in elkaar overgaan en mensen vanuit eenzelfde professie in broedplaatsachtige situaties ook werken aan verdere vernieuwing van de sector. Een sector van groot belang voor economische groei, werkgelegenheid, innovaties, en onze gezondheid, welvaart en welzijn. Mogelijke initiatieven die passen in deze lijn: Kwetsbare groepen doen mee op de arbeidsmarkt en blijven participeren in de maatschappij (beschutte arbeid met verantwoordelijkheid, waarde en betekenis). Instellen van wijkcoaches, deze coaches kunnen zelfstandig beslissen over woningen, uitkeringen, schuldhulp, zorg en leerplicht. Topsport voor gehandicapten (soort Papendal voor gehandicapten). Bedrijfstak / proeftuin opzetten op het gebied van technische hulpmiddelen voor gehandicapten. Digitale mogelijkheden onderzoeken (zorg op afroep en proeftuin) met Radboud. Campusachtige woon- en werkvormen voor allerlei stageplaatsen in het kader van middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Experiment met woon-zorg-community. Het landschappelijke decor en het zorgzame imago van Groesbeek combineren met vormen van recreatie die daarop aansluiten, zoals Welness en kuuroorden.
23
Ontwikkelingslijn Jong, gezond & actief Werken aan: ontmoeting, gezondheid en levendigheid, met speciale focus op de jeugd, door te investeren in breedtesport en topsport. Inspelen op: ontgroening, welzijn. Voortbouwen op: sterke sportcultuur van Groesbekers en het heuvelachtige landschap dat unieke sportmogelijkheden biedt. In 2025 is Groesbeek een sportieve gemeenschap. Inwoners ontmoeten elkaar in een mooie, gezonde en sportieve omgeving, met een breed en uitstekende aanbod aan sport en ontspanning. Het aanbod in de breedtesport is divers van hoge kwaliteit. Ook de topsport floreert in deze gemeente, met voetbal op hoog niveau, wielersport en hardlopen. Daarmee vormt het een motor voor de breedtesport, terwijl de breedtesport de basis vormt voor amateursport op hoog niveau en (inter)nationale sportevenementen. Voor elk dorp is een sportaccommodatie op redelijke afstand aanwezig, waarbij omvang en diversiteit aansluiten op de behoefte. Sportverenigingen zijn geleidelijk in de loop der jaren per dorp gezamenlijk gebruik gaan maken van accommodaties. Hoewel gestimuleerd, zullen verenigingen hier geleidelijk aan zelf initiatieven toe hebben genomen. Accommodaties worden multifunctioneel gebruikt. Het brengt mensen bij elkaar en vormt daarmee ook een netwerk voor de jeugd om zich te ontwikkelen. Vrijwilligers werken efficiënt samen en worden gefaciliteerd. Het promoten van sport en beweging valt samen met het profileren van de gemeente Groesbeek op het gebied van vooraanstaande sportevenementen. Door het organiseren van meer en grotere breedtesportevenementen is naam
gevestigd en de positie uitgebouwd. Dit biedt economische spin-off. Bezoekers en sporters komen graag nog eens terug naar het prachtige en ontspannen Groesbeek. Ook de bestaande evenementen, zoals de Vierdaagse, worden beter benut in brede zin (spin-off, recreatief, economisch, marketing e.d.). Jongeren zijn van belang voor een evenwichtige en leefbare samenleving en hier wil de gemeente in investeren. Naast sportvoorzieningen besteedt de gemeente extra aandacht aan passende woningen, mobiliteit, (uitgaans-) voorzieningen en goed onderwijs voor jongeren. Op aantal locaties in de gemeente zijn “ontmoetingscentrales” opgericht met activiteiten gericht op (virtuele) interactie en dienstverlening en sportieve en creatieve experimenten (toneel, muziek, digitale concerten en exposities). Rondom de jeugd wordt een gedegen organisatie van jeugdparticipatie gelegd, een netwerk van voorzieningen waarbij samenhang en afstemming plaatsvindt. Er zijn unieke samenwerkingsvormen ontstaan onder meer op het gebied van sport, onderwijs, verenigingen en de kinderopvang, allemaal radertjes in een geoliede machine. Zo leggen jongeren in Groesbeek de basis voor een gezond leven: preventie van overgewicht en overmatig gebruik van middelen zijn daarbij aandachtspunten.
Mogelijke initiatieven die passen in deze lijn: Voortgezet Onderwijs en basisonderwijs binnen de gemeente aan laten sluiten bij stichting LOOT (Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport). Ouderen als coach/mentor van jongeren, jongeren als inspirator van ouderen. Beweegbuurten: op buurtniveau een combinatie maken tussen onderwijs, sportaanbieders gezondheidszorg, welzijn cultuur en andere vormen van educatie. Woonexperiment: gezinswoningen ombouwen tot duostarterswoning. Pilot samenwerking kinderopvang-sportverenigingenonderwijs, gericht op de doelgroep 12-14 jaar. Etaleer het brede en complete aanbod aan voorzieningen (sportief en cultureel, verenigingsleven). Ontwikkel nieuwe arrangementen (sportief en cultureel) om de ‘zappende’ doelgroep te verleiden.
Ontwikkelingslijn Spannend landschap Werken aan: een nog mooier Groesbeek waar iedereen van kan genieten. De kwaliteit en diversiteit verder versterken met ruimte voor recreatieve ontwikkeling en toegankelijkheid. Inspelen op: recreatie en toerisme, ruimtelijke kwaliteit. Voortbouwen op: de unieke kwaliteiten van dit landschap. De gemeente is Nationaal Landschap: een landschap rijk aan kwaliteit en diversiteit. Hierdoor is het buitengewoon mooi wonen en recreëren in Groesbeek. Behoud en beheer van wat er is, staat buiten kijf. Behoud is echter geen vanzelfsprekendheid. De landschappelijke en ecologische kwaliteit van de bossen komt voort uit een adequaat beheer. Goede natuurlijke verbindingen met omliggende gebieden leiden tot een goed leefklimaat voor flora en fauna. Groesbeek kiest ervoor blijvend aan het landschap te werken, ook in perioden dat de aandacht en middelen van overheden beperkt zijn. Met de ontwikkeling van een robuuste landschapsstructuur in het agrarisch gebied is anno 2025 een landschap ontstaan dat tegen een stootje kan en een hogere landschappelijke kwaliteit heeft. Deze structuur geeft richting en houvast voor de wijze waarop gebruikers met het beheer van het landschap omgaan en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden ingepast. Er is een ruimer functieveranderingsbeleid voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen. Grondeigenaren maken afspraken over het duurzaam beheer van het landschap (groen-blauwe diensten). De Groesbeker van nu en die van de toekomst is zich bewust van deze bijzondere omgeving en weet het rijke verleden op waarde te schatten. De jeugd volgt lessen in het landschap en leert zo de kwaliteiten van het landschap
kennen. Inwoners, particuliere grondbezitters, natuurorganisaties, ondernemers, waterschappen en de gemeente dragen actief bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het landschap en de dorpen. Het prachtige landschap is immers het visitekaartje dat ten goede komt aan wonen, werken, recreëren en leven in Groesbeek. Er is een kwaliteitsontwikkeling in gang gezet, waarbij elke nieuwe investering - klein of groot - bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. Dat kan ter plaatse, maar ook op een andere passende plek in de gemeente. Het kan letterlijk (plant een boom) of figuurlijk (lever een bijdrage aan het landschapsfonds of ontrommelingsfonds). De kwaliteit, diversiteit en robuustheid van het landschap wint hierdoor aan kracht. Zo ontstaat een principe van wederkerigheid, van ‘voor wat, hoort wat’, waarbij de realisatie van publieke doelen meelift op de dynamiek van particuliere initiatieven. Als basis gelden actuele gebiedskenmerken zoals vastgelegd in het landschapsontwikkelingsplan. Door het opstellen van een toetsingskader voor de ruimtelijke kwaliteit schept de gemeente heldere kaders en het inspireert het partijen om te komen tot kwaliteitsverhogende investeringen in het landelijk gebied. Ook in dorpen is gewerkt aan een hogere ruimtelijke kwaliteit. Er zijn mooie, herkenbare en groene entrees. Lelijke plekken zijn aangepakt. Wanneer er iets nieuws gebouwd wordt, wordt het oude opgeruimd. Vernieuwen gaat boven nieuwbouw. Het beheer van de openbare ruimte in dorpen en wijken gebeurt in samenspraak tussen gemeente en inwoners. Bij nieuwe bebouwing, is bijzondere aandacht voor restauratie en reconstructie van historische gebouwen en elementen in de gemeente. Er wordt ingezet op hoogwaardige en bijzondere architectuur: ook dat voegt kwaliteit toe.
25
Een toename van recreatie en toerisme biedt kansen voor economische ontwikkeling, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Het imago als uitstekende recreatiegemeente is anno 2025 verder uitgebouwd. Ondernemers spelen in op de voor dit gebied onderscheidende punten, zoals het landschap, de musea, de historie, de wijnbouw en dergelijke. Er is gewerkt aan een kwaliteitsverbetering van het aanbod en overnachtingsmogelijkheden in alle segmenten van de markt, met bijbehorende horeca, festiviteiten, detailhandel voor de levendigheid en gezelligheid. De toeristische basisinfrastructuur is op orde (routenetwerken, bezoekerscentra e.d.). Het nieuwe centrum van Groesbeek is een plek waar je graag heen gaat na een wandeling of bezoek aan een museum. Een gastvrij Groesbeek maakt het landschap toegankelijk voor bezoekers door goede voorzieningen en een aantrekkelijke routestructuur. De kwaliteiten van het gebied worden benut zonder hieraan afbreuk te doen. Samenwerking in de sector heeft geleid tot aantrekkelijke arrangementen die de recreant verleiden om de regio optimaal te ontdekken. De toeristische sector en gemeente hebben een goede promotie en marketingstrategie ontwikkeld met extra aandacht voor de inzet van moderne media en ICT. Binnen de promotie van de regio etaleert Groesbeek al haar kwaliteiten.
Mogelijke initiatieven die passen in deze lijn: Een ontrommelingsscan: in beeld brengen welke plekken een kwaliteitsimpuls nodig hebben, gekoppeld aan een ontrommelingsfonds waarin middelen zitten om de ideeën te financieren. Zoeken naar nieuwe wegen, nieuwe middelen om kwaliteit te realiseren, bijvoorbeeld in de vorm van inzet van werklozen/vrijwilligers tbv landschapsonderhoud, beheer van de openbare ruimte door bewoners e.d. Inwoners van Groesbeek adopteren landschapselementen of dragen (1 keer per jaar) actief bij aan het beheer van het landschap onder begeleiding van natuurverenigingen. Nieuwe evenementen (cultuur, literair, wijn). De toeristische infrastructuur op orde brengen. Arrangementen, verbreding en verdieping van het recreatief aanbod. Een Beeldkwaliteitsplan ter inspiratie en als toetsingskader. Groene lesplekken ontwikkelen voor basisonderwijs en middelbaar onderwijs. Werken aan aantrekkelijke dorpsentrees voor alle dorpen. Zichtlijnen inventariseren en herstellen. Meer ruimtelijke kwaliteit: ‘ontrasteren, onthekken, ontborden’. Inventarisatie van flora en fauna en hierop aangepaste beheersmaatregelen ontwikkelen.
INTERMEZZO 2025 uitgekiende vorm van zelfbeheer in de wijken kregen inwoners meer zeggenschap over hun woonomgeving, wonen en werken werden er gecombineerd en de onderlinge samenhang werd als voorwaarde gesteld voor het beschikbaar stellen van budgetten. Een prima plan, dat overal in Nederland werd nagebootst, maar niet overal met evenveel succes. Dat komt door de specifieke Groesbeekse mentaliteit. Ze zijn graag baas in eigen huis, zogezegd. Ook na de gemeentelijke herindeling maakte dat helemaal geen verschil. Wat heet, die sociale cohesie werd juist sterker. Het bestuur kwam op afstand, maar de inwoners kwamen dichterbij elkaar.
We zijn blijven hangen! We deden voor de twaalfde keer mee aan de Vierdaagse. Inderdaad, 2012 was ons eerste jaar. Viel niet mee hoor. Vooral de zeven heuvelen bij Groesbeek, dat ging ons niet in de kouwe kleren zitten. Het was zo erg dat we amper oog hadden voor de omgeving. Om ons heen hoorden we natuurlijk wel: “Kijk nou toch, wat een schitterend uitzicht!” Maar mijn uitzicht bleef beperkt tot de kuiten van mijn vriendin, die voor mij uit liep.
We zaten toen ook al in de gezondheidszorg. In de randstad. Daar werd het almaar drukker. Een parkeerplaats in de binnenstad ging een weeksalaris kosten. We wilden dichterbij de natuur en toch ons vak blijven uitoefenen. Toen we verleden jaar weer meeliepen, zei ik tegen mijn partner: “Hier wil ik wel wonen!” “Als er dan ook maar werk is,” merkte zij op. Dat was natuurlijk helemaal geen probleem. Groesbeek had inmiddels een naam opgebouwd met een veelzijdig zorglandschap. Mantelzorg en vrijwilligers in Groesbeek namen niet in aantal af, zoals elders; nee, door een
27
Maar niet alleen in de wijken was er een vorm van zelfredzaamheid, qua zorg, maar Groesbeek had inmiddels haar beroemde landschap ingezet voor het werven van werk en werkers. Er kwam een campus voor gehandicapten die volop konden sporten en revalideren. Met de ruggesteun van Nijmegen en een digitale infrastructuur die zijn weerga niet kent, kwam er volop beweging in de randen van het landschap. Dat had natuurlijk ook alles te maken met de sportieve naam en faam van Groesbeek. Outdoorsport en revalidatie bleken een gouden combinatie. Van heinde en verre kwamen specialisten naar Groesbeek. Ja, wij ook. Mijn partner werkte toen al in de revalidatie en ik zat in het onderzoek. Als je in de zorg werkte mocht je in of rond de campus gaan wonen. Maar in de wijken was ook volop ruimte. Daar waren eengezinswoningen uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw omgebouwd tot woningen voor starters en zorgwoningen voor senioren. Die woonden bij elkaar. Ook zo’n vondst. De mensen worden steeds ouder en blijven langer gezond, dus die namen jonge professionals onder hun hoede. Een soort coaching on the wijk, zal ik maar
zeggen. Later zijn we naar Groesdal verhuisd, dat is het walhalla voor de sporters met een handicap. Hoe dat zo kwam? Na die vierdaagse van 2024 zijn we voor het eerst in Groesbeek blijven hangen. Er was een festival van kunst en architectuur in het landschap. Zoiets moois heb je nog nooit gezien. Steltlopers die door het coulisselandschap stapten. Schitterende beelden en virtuele kunst. Je kon in een hologram je eigen landschap ontwikkelen. Elk jaar mag het meest duurzame en fantasierijke ontwerp gebouwd worden op speciale plekken in het landschap die voorheen wat rommelig oogden. Mooie stunt hè? Niks te rood voor groen, maar rood en groen voor rommel! Kijk, dit is het winnende ontwerp van 2022. Dat is inmiddels gerealiseerd. Van heinde en ver komen mensen hier op architectuurexcursie. Nee, dat kunnen wij nog niet betalen, maar volgend jaar doen we mee met een woning die helemaal van natuurlijke materialen is gebouwd.
Onze kinderen zitten inmiddels op een praktijkopleiding, hier in Groesbeek. Ook al zeer innovatief. Ze hebben een MBO met daaraan gekoppeld een stageopleiding in de campus van vijf jaar. Nee, je moet ingeloot worden, het loopt storm. In het begin klaagden ze hier nog wel eens over het verkeer. Dan moesten wij natuurlijk ontzettend lachen. Wat nou, druk? Laat ze maar netjes rustig rijden en genieten van al het moois. Elektrische auto’s mogen overal rijden. En fietsers en voetgangers hebben overal voorrang. Er is een zweefbus die rechtstreeks naar Nijmegen gaat. Het langste stuk gaat-ie over een monorail, in de dorpen rijdt-ie vrij over bestaande wegen. Vooruitziende politici moeten dat geweest zijn. De duurzame samenleving, noemden ze dat destijds. De hele kern is energieneutraal. Er zijn beken die stroom opwekken en het wandelen over de promenade is eigenlijk energievoorziening, want de voetdrukken worden omgezet in groene stroom.
Het centrum is gezellig kleinschalig gebleven. Allerlei speciale attracties zorgen het hele jaar door voor beweging. e Het wijnfestival beleeft dit jaar zijn 2 lustrum. En het evenement “stories by night” trekt bezoekers uit heel Europa. Je mag dan met een verhalenverteller mee door de nachtelijke pracht van het buitengebied. Spannend en literair vernieuwend. Nee, wij gaan hier niet meer weg. We zijn helemaal geïntegreerd. Vroeger schijnt dat lastig te zijn geweest, werd je nooit een echte Groesbeker. Maar die tijd is voorbij hoor. Als je maar mee doet, dan is er niemand die onderscheid maakt. Ja, ik zit in het bestuur van de handbal en onze jongste geeft paardrijles aan kinderen met een visuele beperking. Die waren er altijd al, maar nu krijgen ze hier een eersteklas behandeling. Waar ik op vakantie ga? Nou hier, natuurlijk. Als je in Groesbeek woont, moet je wel gek zijn om weg te gaan.
Perspectief op de pijlers Het perspectief van Groesbeek voor 2025 steunt op een aantal sterke pijlers: een duurzame leefomgeving, een uitstekende woonkwaliteit, een innovatief werkklimaat, een compleet voorzieningenniveau en een goede bereikbaarheid. Leefomgeving Ambities Versterken van de identiteit van de streek en de afzonderlijke deelgebieden. Werken aan een duurzame grondgebonden agrarische productie. Versterken van de biodiversiteit (ecologische hoofdstructuur en verbindingszones) Plaats bieden aan duurzame vormen van bedrijvigheid, bouwen op duurzame wijze. Werken aan een geringere afhankelijkheid van nietduurzame energie. Een grotere verantwoordelijkheid voor de eigen buurt/wijk. Ook gemeente Groesbeek staat een duurzame samenleving voor. Een duurzame ontwikkeling kan worden gedefinieerd als het voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoefte te voorzien. In onze samenleving dringen we het energiegebruik terug en beperken we het gebruik van eindige grondstoffen. De gemeente zal een gidsfunctie vervullen door voorop te lopen. De ecologische hoofdstructuur is functioneel voor planten en dieren, zodat de biodiversiteit in Groesbeek hoog is. Het agrarisch gebied wordt gekenmerkt door grote afwisseling.
Een gedeelte ervan wordt ingenomen door groene of blauwe landschapselementen. Het beheer van het landschap is goed geregeld door middel van contracten met agrariërs, doe-dagen voor bewoners, schoolactiviteiten, vrijwilligerswerk en dergelijke. De landschapsbewuste houding van bewoners, ontstaan doordat op jeugdige leeftijd kennis is gemaakt met de natuur in de buurt (groene lesplekken), zorgt voor veel enthousiasme in het landschapsbeheer.
Woonkwaliteit Ambities De woonkwaliteit in Groesbeek is uitstekend en sluit aan op de vraag: door vernieuwbouw en verbetering van wijken beschikt Groesbeek ook in 2025 over aantrekkelijke woonmilieus. Voor bijzondere doeleinden of doelgroepen voegt nieuwbouw op inbreidingslocaties kwaliteit en diversiteit toe. Verbetering van het woningaanbod sluit aan bij de veranderende wensen en behoefte van de woonconsument. Voor senioren, starters, jonge doorstromers en zorgbehoevenden is extra aandacht. Inbreiding gaat voor uitbreiding. Alleen beschikbare locaties binnen de bebouwde kom ontwikkelen en niet meer kiezen voor uitbreidingslocaties. De nieuwe gebouwen zijn flexibel en toekomstbestendig gebouwd, zodat slim kan worden ingespeeld op demografische ontwikkelingen. De kwaliteiten van het landschap dragen bij aan een aangename woonomgeving voor de inwoners van Groesbeek. Groene vingers vanuit het buitengebied leiden naar de bebouwde kom. Structuurbepalend groen is
29
belangrijker dan de versnipperde groene openbare ruimte. Voortuinen zijn net zo goed bepalend voor het straatbeeld. Wil Groesbeek een aantrekkelijke woongemeente blijven dan zijn deze kwaliteiten alleen niet genoeg. Alles dat nieuw gebouwd wordt – ook bij herstructurering – moet kwaliteit toevoegen: kwaliteit in de woningvoorraad en kwaliteit in de openbare ruimte. Voor inwoners met uiteenlopende wensen en mogelijkheden (huur en koop) moeten er ook in 2025 passende woningen beschikbaar zijn. Groot onderhoud, verbouwen of zelfs sloop van woningen behoort tot de mogelijkheden. Daarmee verbetert de kwaliteit in wijken en dorpen en blijft het prettig wonen in Groesbeek. Dit vraagt van gemeenten, corporaties en ontwikkelaars om de kwaliteit van woningen en de wensen van inwoners te blijven monitoren. Het bevorderen van doorstroming en senioren, starters en zorgbehoevenden krijgt extra aandacht. Experimenten worden daarbij niet geschuwd. Afhankelijk van de vraag naar woningen wordt ruimte geboden voor nieuwbouw op locaties die hiervoor reeds gereserveerd zijn. Daarbij geldt dat eerst gezocht wordt naar beschikbare locaties binnen de bebouwde kom voordat uitbreidingslocaties aangesproken worden. Met nieuwbouw in bestaande wijken dragen we bij aan meer differentiatie en een betere woonkwaliteit.
Werkklimaat Ambities Ruimte voor ondernemers om een bedrijf te starten, vernieuwen en innoveren (broedplaatsen). Ruimte voor het nieuwe werken (goede ICT, ruime opzet van woningen, kleinschalig, aan huis). Revitalisering en uitbreiding bestaande bedrijventerrein.
Inzet op de ontwikkeling van kansrijke sectoren zorg en toerisme. Een aantrekkelijk centrum van Groesbeek als motor voor lokale economie. De gemeente Groesbeek is vitaal door ondernemende inwoners en ondernemers in de dorpen. Het is hier goed werken, nu en in de toekomst. Groesbeek is trots op zijn eigen ondernemers die ook bijdragen aan een sterke gemeenschapszin in de gemeente. Feit blijft dat een groot deel van de werkgelegenheid met name in de regio te vinden is. Een gezonde lokale economie biedt in 2025 werkgelegenheid voor een deel van de eigen bevolking. De lokale economie is robuust genoeg om winkelvoorzieningen en bedrijven vast te houden om tenminste de eigen bevolking te kunnen bedienen. Een goed ondernemersklimaat voor zelfstandigen en jonge ondernemers blijft een speerpunt. Er moet ruimte zijn voor verdere ontwikkeling van het vakmanschap, voor innovatie. De samenwerking tussen lokale ondernemers en ondernemers in de regio neemt toe. Twee kansrijke pijlers voor meer arbeidsplaatsen zijn het toerisme en de zorg (zie voor verdere toelichting de ontwikkelingslijnen). Andere kansen liggen er voor nieuwe economische dragers in het buitengebied. Herontwikkeling van de voormalige agrarische bebouwing door inwoners en ondernemers kan bijdragen aan het behoud van waardevol cultureel erfgoed en levendigheid van het platteland. Nieuwe bedrijventerreinen worden niet voorzien. De focus ligt vooralsnog op ontwikkeling en reeds ingang gezette uitbreiding van bedrijventerrein de Mies/Hulsbeek. Overige ontwikkelingen zullen veelal kleinschalig en verspreid over de gemeente plaats vinden. Thuiswerken is
een normaal geaccepteerd maatschappelijk verschijnsel dat bij veel werkgevers praktijk van alledag geworden is. De invloed van digitale netwerken is doorgedrongen tot alle sectoren van de samenleving en biedt tal van nieuwe oplossingen.
Voorzieningenaanbod Ambities Behoud van de reeds aanwezige basisfuncties in de dorpen (onderwijs, ontmoeten, sport). Een bruisend centrum met detailhandel in Groesbeek, een echt dorpshart. Stedelijke voorzieningen worden aangeboden in de regio. Een goede bereikbaarheid is van belang. Duurzaam en efficiënter gebruik van accommodaties (onderwijs, sport en welzijn): multifunctionaliteit, toegankelijkheid en spreiding door gemeente. De kleinschaligheid van de dorpen maakt dat behoud van alle voorzieningen voor de toekomst niet vanzelfsprekend is. Insteek van de visie is behoud van de aanwezige ‘functies’ in de dorpen: er moet onderwijs zijn, mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten, en er kan gesport worden. Daarboven alleen voorzieningen die specifiek zijn voor een dorp of een geografisch handige verdeling inhouden van bovendorpse voorzieningen. De wijze waarop (in welk gebouw, met welk aanbod) kan variëren en veranderen, als gevolg van maatschappelijke, economische of financiële ontwikkelingen. Dit vereist samenwerking, de inzet van maatschappelijke partners en van de bewoners zelf, bijvoorbeeld in de vorm van gezamenlijk gebruik van gebouwen & voorzieningen. In de detailhandel, de zorg voor ouderen, het onderwijs, veiligheid op straat en op de arbeidsmarkt geldt dat digitale netwerken in sterke mate de voorzieningen beïnvloeden die geboden worden. Ook dit draagt bij aan een compleet aanbod van voorzieningen.
Sport, cultuur, ouderenactiviteiten, muziek: veel van de traditionele vrijetijdsbesteding vindt nog altijd plaats in de sociale omgeving van een plaatselijke vereniging. Inwoners zijn zich ervan bewust dat zij zelf een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren door belangeloos als vrijwilliger actief te zijn. Wel heeft het traditionele vrijwilligerswerk in 2025 veranderingen ondergaan. Het heeft nieuwe prikkels en impulsen gekregen door verweving met zorg, arbeidsreïntegratie, onderwijs (maatschappelijke stages) en welzijn. Dit leidt tot nieuwe tijdelijke of structurele vormen van participatie en sociale cohesie.
Bereikbaarheid Ambities Een adequate infrastructuur toegespitst op de locale veiligheid en comfort. Meewerken aan regionale ontwikkelingen. Voortdurende aandacht voor de veiligheid en het optimaal onderhouden van de bestaande infrastructuur.
aanpassingen wordt continue gewerkt aan het optimaliseren van de huidige infrastructuur en het verhogen van de verkeersveiligheid. Inwoners en bezoekers kunnen kiezen uit verschillende manieren van vervoer, door een compleet en samenhangend netwerk aan wegen, fiets- en wandelpaden en openbaar vervoerlijnen. Ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door tijdige aanpassingen van de infrastructuur en de benutting daarvan. Sprekend voorbeeld daarvan is een verschuiving van verkeersstromen vanuit het centrum naar andere capabele en veilige routes, zodat het centrum van Groesbeek een aantrekkelijk economisch- en leefklimaat krijgt. Verder is er ruimte voor innovatieve nieuwe vervoersvormen en krijgen fietsers en voetgangers ruim baan.
Groesbeek ligt enigszins decentraal en dat versterkt het imago van rust, ruimte en exclusiviteit. Als gemeente gaan wij daarom geen ingrijpende wijzigingen in de bestaande infrastructuur plannen. In regionaal verband werken we met andere overheden aan eventuele verbeteringen in een groter verband. Dit standpunt is geen doel op zich, of een gevolg van budgettaire overwegingen, maar omdat deze lijn past bij de inhoud van onze ambities, zoals neergelegd in deze visie. Daarin staan de kwaliteit van de openbare ruimte, de rustige landschappelijke ligging en de prioriteit bij een hoogwaardig netwerk voor langzaam verkeer centraal. Uitgangspunt is een betere benutting van de bestaande infrastructuur. Door goed onderhoud en verkeerskundige
31
4. (BE)STUREN
De rol van de gemeente in de samenleving is aan het veranderen. De gemeente Groesbeek wil zich ontwikkelen tot een organisatie die samen met anderen werkt aan maatschappelijke opgaven. De gemeente Groesbeek kent twee gezichten. De bestuurlijke, formele rol en de informele, sociaalmaatschappelijke rol. De tweede wordt belangrijker geacht dan de eerste. Hoe de gemeenschap reilt en zeilt en welke verantwoordelijkheden zij op zich neemt is een cruciaal onderdeel van deze visie. De gemeente als overheid is daaraan ondergeschikt. Dit vraagt van de gemeente dat zij bewust van buiten naar binnen denkt en van binnen naar buiten handelt. Wat zijn de regionale opgaven en hoe stellen de buurgemeenten zich daarbij op? Wat leeft er in de gemeenschap? Waar worstelen maatschappelijk organisaties mee? Welke ambities koesteren ondernemers? Pas als de gemeente weet wat de maatschappelijke agenda inhoudt kan zij zich ontwikkelen tot een goede regisseur en zichzelf de juiste doelen stellen. De gemeente zette met het collegeprogramma 2010-2014 “Dichtbij, zichtbaar en verbonden. - Regie over de samenleving op een manier die past bij deze gemeente” de eerste stap naar een doorontwikkeling tot regiegemeente. De besturingsfilosofie van deze visie sluit daar op aan. Wat kunt u van ons verwachten Een regiegemeente stemt haar eigen bestuurlijke agenda af op de initiatieven in de samenleving, maar verliest daarbij de eigen wettelijke taken niet uit het oog. Groesbeek moet de komende jaren een afweging maken hoe zij wil sturen op het bereiken van doelen. Telkens stelt de gemeente zichzelf daarbij de vraag wat de eigen rol is en hoe zij dit invult.
De rollen van de gemeente: De gemeente als bestuur van de gemeenschap. De gemeente kan niet overal aan bijdragen en moet politieke afwegingen maken waar zij haar middelen inzet. Van de overheid mag worden verwacht dat zij haar taak uitvoert met deskundigheid, betrokkenheid en zorg voor haar burgers maar dat ook doet met efficiënt gebruik van de aan haar toevertrouwde door de samenleving opgebrachte middelen. Het bestuur weet wat er leeft in de samenleving, en bekijkt of en welke rol de gemeente daarbij inneemt. Op basis daarvan stelt het bestuur op hoofdlijnen de beleidskaders vast en de benodigde middelen (mens, financieel) beschikbaar om haar rol te kunnen vervullen. De gemeente als participant in het openbaar bestuur. Belangrijke opgave is de vorming van sterke allianties om de krachten in de maatschappij te benutten. Steeds vaker gaat de gemeente daarbij ook de samenwerking aan met buurgemeenten. De rol gaat zich steeds meer richten op het faciliteren, samen brengen en laten samen werken van betrokkenen. De raad en het college van B&W geven invulling aan deze rol. Ze stellen duidelijke kaders vast en luisteren goed naar de gemeenschap. Er is sprake van zakelijke en integere relaties tussen burger en gemeentepolitiek. De gemeente toont bestuurlijk leiderschap bij de vorming van allianties en is daadkrachtig wanneer nodig. De gemeente als initiator en inspirator. Uitvoering wordt meer en meer weggezet bij derden. Waar nodig jaagt de gemeente aan, initieert, brengt partijen bijeen en biedt inspiratie. Samenwerken in plaats van voorschrijven, creatief en flexibel in plaats
35
van beleidsmatig en de ambtenaren treden veel meer op als ambassadeur en verbindingsofficier, dan als interne adviseurs van het bestuur. De gemeente als dienstverlener. Van de gemeente kunt u verwachten dat zij als ‘eerste overheid’ toegankelijk en serviceverlenend is. Daar waar nodig stelt het aanvullende kaders, voor zover landelijke regelgeving niet toereikend is. De dienstverlening vanuit de gemeente is transparant, professioneel en efficiënt: een gestroomlijnde interactie tussen bestuur, bevolking en experts in het gemeentehuis. De gemeente als organisatie. De gemeente heeft de bedrijfsvoering goed op orde. Kansen voor kwaliteit en efficiencywinst door samenwerking met andere gemeenten worden actief verkend. De ambtelijke organisatie blijft zich ontwikkelen, staat open voor leren en vernieuwen. De medewerkers ondersteunen het bestuur bij de uitvoering van taken met consistente voorstellen (projecten en toezicht/handhaving) en gedragen beleidsplannen. De ondersteuning bij de vorming van allianties is cruciaal: de ambtenaar als ambassadeur en coördinator van een beleidsveld. De competenties in de organisaties sluiten aan bij de werkwijze van een regiegemeente. Wil de gemeente de bevolking optimaal bijstaan dan zal zij: kerntaken effectief en efficiënt uit moeten voeren; de cultuur van de organisatie moeten wijzigen in een regievoerende, serviceverlenende, dienstbare; op alle fronten samenwerking moeten zoeken met andere partijen en groepen in de samenleving.
Om aan deze doelstelling inhoud en ruimte te bieden, zal de gemeente intensief gaan samenwerken met andere overheden. Aanvankelijk vooral om de efficiency van bepaalde taken te verbeteren, om expertise te delen met andere gemeenten en om haar kerntaken beter en effectiever op te kunnen pakken. Mocht dit leiden naar verdergaande vormen van gemeentelijke samenwerking dan is dat geen doel op zich, maar alleen om bovengenoemde filosofie verder uit te bouwen en te concretiseren. Er is oog voor een passende bestuurlijke schaal (professionele organisatie, effectiviteit en efficiency) en de menselijke maat (aandacht voor inwoners, buurten en wijken vergroten). We hechten veel waarde aan de geschetste ontwikkelingslijnen in deze visie. Het anders denken over de rol van de gemeente gaan raad, college en de ambtelijke organisatie de komende jaren verder vormgeven. Eerst weten wat je wilt, daarbij de juiste rol vinden en dit kenbaar maken. De burger, ondernemer, maatschappelijke organisatie moet de veranderende gemeente leren kennen.
5. SAMEN UITVOEREN
Een toekomstvisie maken en er dan vervolgens niks mee doen; dat kan natuurlijk niet. Deze visie is geen eindstation, maar een vertrekpunt. Het vormt het kader voor de aanzet van concrete uitvoeringsprogramma’s per ontwikkelingslijn. De genoemde pijlers in deze visie staan voor de basale taken van onze gemeente op die terreinen. Aan de kwaliteit van de dienstverlening aan onze inwoners en klantgerichte ondersteuning van maatschappelijke initiatieven geven we prioriteit daar waar het de gemeentelijke begroting betreft. De drie ontwikkelingslijnen worden ingebed in de gemeentelijke organisatie. Per lijn wordt geldt dat: de samenwerking met maatschappelijke instellingen en initiatieven van inwonersgroepen centraal staat bij de vormgeving van onze organisatie; de bestuurlijke en ambtelijke samenwerking plaatsvindt in kleine, slagvaardige units; stuur op programma’s (korte, middellange en langer termijn); werk met pilots en experimenten. Voor de vijf pijlers geldt: de reguliere beleidsplancyclus (mobiliteitsplan, accommodatiebeleid, woningbouwbeleid e.d.); herbezien en actualiseren waar nodig; integreren en verbinden met de lijnen; benut platforms van de ontwikkelingslijnen. Deze visie geeft een richting voor de uitwerking van beleidsprogramma’s. Tevens vormt het een vertrekpunt voor de op te stellen structuurvisie en een maatschappelijke ontwikkelingsprogramma. Hierna volgen per ontwikkelingslijn de tijdens het proces aangereikte ideeën en plannen.
Ontwikkelingslijn Samen werken aan zorg Wijken en buurten op eigen kracht voor het uitvoeren van gemeentelijke taken gaan wij inzetten op een integrale aanpak de gemeente werkt samen met groepen bewoners en (semi-) professionele hulpverleners. de schaal van onze aanpak passen we aan aan die van de initiatieven of op basis van geografisch herkenbare eenheden. de medewerkers van de gemeente zijn de ogen en oren van de wijk en/of buurt: initiëren, faciliteren en ondersteunen de wijk- en buurtgerichte aanpak; een netwerk van kerncentrales ontwikkelen (ook bestaande buurtcentra gebruiken); mantelzorgers en buurtcoördinatoren ondersteunen en in het zonnetje zetten; platform in het leven roepen van eerste-lijns-zorgers en stakeholders uit wijken en buurten. Professionele zorg blijven werken aan integratie van mensen met een beperking. Daarvoor worden voortdurend woningen beschikbaar gesteld en gehouden; bestaande instituten krijgen ruim baan voor uitbreiding en ontwikkeling; nieuwe initiatieven met open armen ontvangen; een campus voor zorggerelateerde stageplaatsen met woonfunctie voor MBO en HBO (op den duur gelieerd aan een praktijkopleiding Zorg); Pilot starten: Platform buurtzorg, wijkteam als experiment, een experiment starten voor een woon/werk en leefnetwerk in een apart wijkje.
39
Uitwerking ter illustratie Wijk- en buurtgericht werken Integrale aanpak van alle uitvoerings- en controlewerkzaamheden in de wijk. Daarbij zijn de medewerkers van de wijkteams de ogen en oren van de wijk. Buurtzorg en mantelzorg Kerncentrale in de wijk, waar ontmoeten en eerste lijnszorg zowel formeel als informeel ruimte bieden voor hulp en aandacht. Stimuleren en ondersteunen van initiatieven die leiden tot een min of meer gestructureerde zelfhulporganisatie in straten en buurten. Te denken valt aan een meldpunt/eerste hulp bij kleine ongelukken, kleine klusjes en boodschappen doen voor hulpbehoevenden, zorgen dat mensen met een handicap zo lang mogelijk in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Wijkhoofd, coördinerend buurtoudste etc. Ook de wooncorporatie is intensief betrokken. We proberen degene die hulp of zorg behoeft zelf de regie te laten voeren. Hij/zij bepaalt wat hij zelf kan, welke hulp hij daarvoor nodig heeft en hoe hij dat moet organiseren. Als we “opschalen” gaat dat via de eerste lijnszorg. Een wijkverpleegkundige, de huisarts, de diaconie van de kerk zijn bijvoorbeeld oproepbaar door de “patient” zelf, maar ook door de buurtoudste. Ouderen worden preventief bezocht. Professionele zorg Groesbeek is het decor voor een professionele zorgsector. Het helende landschap, de aanwezigheid van instituties en instellingen en de nabijheid van het Nijmeegse zorgvallei zijn de natuurlijke pijlers voor deze ontwikkeling. We bouwen uit wat er al is: specialistische instituties; revalidatie, onderzoek, stagecampus voor MBO en HBO, experimenten wonen en werken.
Ontwikkelingslijn Jong, gezond en actief netwerken organiseren van instanties/verenigingen/onderwijs t.b.v. jeugd; integraal aanbod jeugdvoorzieningen uitbouwen (door samenwerking en koppeling) muziek, sport, leren; breedtesport en topsport uitbouwen (sportbeleid); infrastructuur voor duursporten opbouwen (mountainbikeroutes, fietsen, lopen e.d.); doorstroming in de woningmarkt stimuleren zodat jongeren in kunnen stromen. Ontwikkelingslijn Spannend landschap promotie en imago (regionaal); recreatieve infrastructuur op orde (netwerken, horeca, centrum); netwerken / verbinden /samenwerken (ondernemers, overheden, arrangementen); ruimte voor ondernemers, ontwikkeling (passende regels); ontrommelen en kwaliteitsimpuls (mooier maken).
Colofon De Strategische Visie 2025 is in opdracht van de gemeente Groesbeek opgesteld door BMC | Advies en Management. Foto’s Frans Aleven, Huib Janssen, BMC, Gemeente Groesbeek Maart 2012
41