PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
INHOUD
Voorwoord Samenvatting 1.
Historische context
1.1. 1.2.
1.4.
Inleiding Geschiedenis van de stedenbouwkundige context tussen 1616 en 1874 Geschiedenis van de stedenbouwkundige context vanaf 1874 De toekomst
2.
Bouwgeschiedenis
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Het Kruithuis Citadellaan 1, 3 en 5 Vliertstraat 2 Vliertstraat 4, 6 en 8 Het "geweermakershuisje"
3.
Beschrijving en analyse van het exterieur van de gebouwen
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
Inleiding Het Kruithuis Citadellaan 1, 3 en 5 Vliertstraat 2 Vliertstraat 4, 6 en 8 Het "geweermakershuisje"
4.
Conclusies
1.3.
Bijlagen Literatuurlijst
Kruithuis en zijn omgeving
1
PTOleindingen
Voorwoord Verantwoording Dit werkstuk handelt over het Kruithuis en directe omgeving in 's-Hertogenbosch. Aanvankelijk was alleen het Kruithuis onderwerp van studie. Dit 15e eeuwse gebouw geldt als een van de weinige, tot nu toe vrijwel ongeschonden kruithuizen in Nederland en heeft een rijke historie: aanvankelijk als opslagplaats van kruit, later als munitiewerkplaats annex magazijn en na 1874 als onderkomen voor diverse economische en maatschappelijke functies. Al snel hebben we besloten om ook de andere bebouwing rond het Kruithuis (woningen en militaire broodbakkerij) in ons project mee te nemen. Ten eerst omdat deze bebouwing een militaire signatuur heeft en op hetzelfde kavel als het Kruithuis staat, en er aldus een vermoeden van samenhang daarmee bestaat en ten tweede omdat er op dit kavel plannen bestaan voor een complex van nieuwbouw, waarbij deze bebouwing gesloopt zal gaan worden.
HBO+ Opleiding Restauratie
context en de bouwgeschiedenis van de gebouwen op het terrein van het Kruithuis. Dit deel bestond uitsluitend uit archief- en literatuuronderzoek. Tenslotte heeft een lid op zich genomen de redactie en coördinatie van e.e.a. op zich te nemen en de vormgeving voor zijn rekening te nemen. In een gezamenlijke sessie heeft de projectgroep de eindtekst vastgesteld en de presentatie voorbereid.
Vraagstelling Het Kruithuis is gebouwd op een rechthoekig grondkavel wat is begrensd door straten en water en vormt als zodanig een duidelijk stedenbouwkundige element. Op dit kavel staan rondom het Kruithuis nog een aantal andere gebouwen van militaire signatuur. De vraag die daarbij opdoemt is of deze gebouwen een relatie hebben met het Kruithuis. Anders gezegd: is hier sprake van een samenhangend militair complex. Werkwijze en werkverdeling Het onderzoek naar het Kruithuis e.o. bestond uit het ter plaatse opnemen van de gebouwen, het raadplegen van bestaande literatuur en eigen onderzoek in het stadsarchief en het archief van de afdeling Bouwen, beide van de gemeente 's- Hertogenbosch. Een bezoek aan het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch leverde geen resultaat op. Voor het merendeel heeft de projectgroep deze onderzoeksactiviteiten gezamenlijk uitgevoerd. Daarna en parallel daaraan hebben de individuele projectgroepleden teksten geproduceerd. Twee leden hebben zich voornamelijk gericht op een gedetailleerde beschrijving van het exterieur van de gebouwen. Daarbij hebben zij zich voor wat betreft het Kruithuis zelf beperkt tot een excerpt van bestaande (overvloedige) literatuur. De andere gebouwen hebben zij beschreven op grond van eigen waarneming en opname in het veld. Een ander projectgroeplid heeft zich geconcentreerd op de geschiedenis van de stedenbouwkundige
Kruithuis en zijn omgeving
2
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
Samenvatting. Onderwerp voor dit project vormt het Kruithuis en directe omgeving in 's-Hertogenbosch. Deze 15e eeuwse opslagplaats voor kruit is redelijk gaaf bewaard gebleven. Rond het Kruithuis zijn einde 19e en begin 20ste eeuw een aantal woningen en een militaire bakkerij gebouwd op een duidelijk begrenst kavel. De opdracht voor dit project luidt om het exterieur van deze gebouwen te beschrijven en te plaatsen in de historische context. Daarnaast hebben wij ons de vraag gesteld of deze gebouwen een relatie hebben met het Kruithuis. Anders gezegd: is hier sprake van een samenhangend militair complex. Dit rapport geeft een gedetailleerde beschrijving van het exterieur van de gebouwen op het kavel. Het Kruithuis is in baksteen opgetrokken met een leien zadeldak. De plattegrond is zeshoekig met een open binnenplaats. Opvallend zijn twee traptorentjes en de ingangspartij. De eengezinswoningen van rond 1900 zijn in sobere neo-renaissance stijl opgetrokken net als de militaire bakkerij. Uitvoerig gaan wij in op de historische context waarbij een aantal ingrijpende gebeurtenissen het lot van dit kavel bepaalt: de van inname 's-Hertogenbosch in 1629 door Frederik Hendrik waardoor het Kruithuis vervalt aan de Staat (pas in 1947 wordt het weer eigendom van de gemeente), het graven van de Zuid-Willemsvaart waardoor het kavel in een geheel andere stedenbouwkundige context komt te liggen en tenslotte de Vestingwet 1874 waardoor de vestingstatus wordt opgeheven en het Kruithuis zijn militaire functie verliest. Met name dit laatste gegeven speelt een cruciale rol als het gaat om de beantwoording van de vraag of sprake is van een militair complex: pas toen het Kruithuis haar militaire functie verloren had werden de woningen en bakkerij gebouwd. Wij komen tot de conclusie dat noch in functioneel noch in architectonisch opzicht gesproken kan worden van een samenhangend militair complex. De enige verbindende factor is het Departement van Oorlog als economisch eigenaar van de grond.
Kruithuis en zijn omgeving
3
PTOleindingen
1.
HBO+ Opleiding Restauratie
Historische context
1.1. Inleiding. De stad 's-Hertogenbosch was een belangrijke vestingstad in het hertogdom Brabant en was daar de meest noordelijke hoofdstad van. De tachtigjarige oorlog had al vele jaren gewoed en het twaalfjarig bestand liep op z'n eind. De stad had op
Het jaar 1629 betekent voor 's-Hertogenbosch een dramatische omwenteling op velerlei gebied. Dan wordt de stad ingenomen door Frederik Hendrik (de stedendwinger) en wordt de op het zuiden en rooms-katholiek georiënteerde stad ingelijfd bij het protestantse noorden. Het Kruithuis vervalt aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Tot 1874 blijft het Kruithuis zijn militaire
Kaart van 's-Hertogenbosch ca. 1588, uitgegeven door Braun en Hogenberg tussen 1588 en 1617, uit "'s-Hertogenbosch cartografisch bekeken", red. J.W.M.Timmermans, aril 2001, pag. 31.
verschillende plaatsen munitiewerkplaatsen en in de rondelen van de stad was het kruit opgeslagen. Toen in 1616 in de Orthenseweg een brand uitbrak, vlakbij een munitiewerkplaats, raakte het gemeentebestuur ervan overtuigd dat er snel een veilige kruitopslagplaats gebouwd moest worden. In 1617 werd met de voorbereiding van de bouw begonnen onderleiding van Jan van der Weeghen en in 1621 werd het gebouw opgeleverd en in gebruik genomen.1 1
Artikel van A.van Drunen, getiteld "Het Kruithuis van 's-Hertogenbosch" d.d. 21 maart 1977, gepubliceerd in bulletin KNOB (1977) p.200-215.
Kruithuis en zijn omgeving
betekenis -zij het in verschillende functiesbehouden. Bij het inwerking treden van de Vestingwet uit dat jaar, verliest het Kruithuis zijn militaire functie als zodanig en komen meer burgerlijke functies aan de orde. Zo kan het gebeuren dat het uiteindelijk de bestemming van museum heeft gevonden. 1.2. Geschiedenis van de stedenbouwkundige context tussen 1616 en 1874 Na de beslissing tot de bouw van een Kruithuis in 1616 werd een commissie in het leven geroepen die
4
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
zich bezig moest heden met de vraag waar het Kruithuis zou moeten komen te staan. Deze commissie, waarin ook de al genoemde Jan van der Weeghen zitting had, had daar niet veel tijd voor nodig. Reeds tien dagen na installatie kwam de commissie met het voorstel om het Kruithuis te situeren in het noordwesten van de stad, vlak bij de stadswal op een terrein wat onbebouwd was (ontploffingsgevaar). Het terrein was in bezit van het Geertruiklooster. Kloosters waren in die tijd
bioscoop Eurocinema).2 Hierdoor kwam het Kruithuis nog vrijer te liggen dan al het geval was. Ook betekende de aanleg van de Citadel dat de Orthenpoort (vlak naast het Kruithuis) werd afgebroken. Zo'n verdedigde ingang van de stad nabij de Citadel was immers overbodig geworden. De Citadel zelf zorgde voor voldoende verdediging van deze stadsuitgang. De poort werd waarschijnlijk vervangen door een simpele opening met profielmuren in de stadsomwalling die in tijden
Kaart uit ca.1645 van Jansonius uit "'s-Hertogenbosch cartografisch bekeken", april 2001, pag.14, red. J.W.M.Timmermans.
ruimtevretende organisaties omdat ze zelfvoorzienend waren en dientengevolge o.a. hun eigen moestuin hadden. De aanleg van de nabijgelegen Citadel vanaf 1634 betekende o.a. dat er een schootsveld (plein of esplanada) werd aangelegd in de richting van het stadscentrum. Dit schootsveld was volgens Frederik Hendrik noodzakelijk om het Bossche centrum in de gaten te houden, omdat er nog veel Spaansgezinden in de stad woonden. Hiertoe werd de bebouwing tussen Citadel en Stadscentrum over een bepaalde afstand afgebroken (waaronder de oude St.Pieterskerk ter plaatse van de huidige
Kruithuis en zijn omgeving
van bedreiging met een hek kon worden afgesloten. Nabij deze doorgang werd een wachthuisje gebouwd.3 Dit huis is tot rond 1900 de enige bebouwing nabij het Kruithuis.
22
"'s-Hertogenbosch, de geschiedenis van een Brabantse Stad 1629-1990". Red. A.Vos, 1997. P 43 en 44. 3 "Tussen Citadel en Kruithuis", historisch vooronderzoek van IBID d.d. januari 2000 (M.W.Enderman en R.Glaudemans).
5
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
Lange tijd veranderde er in deze stedenbouwkundige context weinig. Pas in 1826 is de Zuid-Willemsvaart gegraven waardoor het Kruithuis in een volstrekt andere setting kwam te liggen, namelijk ingeklemd tussen dit kanaal enerzijds en de Aa anderzijds. In 1830 (Belgische opstand) wordt de stad wederom in staat van verdediging gebracht. Hiertoe werd een z.g. "tenaille" gegraven (een soort vestinggracht) tussen ZuidWillemsvaart en Aa ten oosten van het Kruithuis. Deze diende als verdedigingswerk voor de Citadel. De inlaatpoort van deze tenaille is in de gerestaureerde vestingmuur teug te zien. En vanaf dat moment tot aan de Vestingwet 1874 wordt het Kruithuis e.o.
verdedigingstactiek was o.a. het inunderen van grote delen land rondom de stad. Buiten de stadswallen kon daarom niet of slechts ad hoc gebouwd worden. Ook het vrije schootsveld rond de stad speelde een belangrijke rol waardoor niet gebouwd mocht worden. De vesting knelde en er was op allerlei gebied ruimtegebrek. Met het opheffen van de vestingstatus verliest de stad haar militaire betekenis en wordt het garnizoen dat er gelegerd is geleidelijk afgebouwd. Ook werd de stad verlost van haar knellende banden. De "plein" wordt weer bebouwd en de gemeente gaat nadenken over stadsuitbreidingen. Ook het Kruithuis verliest haar kort tevoren verworven aandeel in de vestingwerken en tegelijk
Schets met daarop de tenaille aan de oostzijde van het Kruithuis, uit "Tussen Citadel en Kruithuis, historisch vooronderzoek restauratie" van IBID d.d. januari 2000, pag. 19.
betrokken bij de vestingwerken van 'sHertogenbosch.4 Toen ontstond in grote lijnen ook het kavel wat het onderwerp is voor deze studie. 1.3. Geschiedenis van de stedenbouwkundige context vanaf 1874 Het opheffen van de vestingstatus in 1874 betekent veel voor de stad. Kenmerk van de Bossche 4
haar militaire functie in directe zin. Al snel wordt de in 1830 gegraven tenaille gedempt en wordt de Vliertstraat aangelegd en verkrijgt het kavel haar huidige vorm. Waarschijnlijk in 1899 wordt het wachthuisje op het westelijk deel van het kavel gesloopt. Vanaf dit moment ontwikkelt de bebouwing op dit kavel zich snel. De eigenaar (de Staat der Nederlanden, Departement van Oorlog) heeft schaarse ruimte en kan die exploiteren. Allereerst
idem.
Kruithuis en zijn omgeving
6
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
worden een aantal woningen langs de Citadellaan gebouwd ten behoeve van militaire officieren. Het zijn een drietal eengezinswoningen met verdieping en kap. Vrij spoedig daarna worden langs de Vliertstraat een aantal gebouwen opgericht. Nog een vrijstaande officierswoning en een militaire broodbakkerij. Achter de bakkerij was nog een opslagplaats gebouwd (vergunning 1905)5. Er is verder sprake van een gebouw van ongeveer dezelfde grootte als deze opslagplaats, eveneens gelegen achter de broodbakkerij. Hierover hebben wij weinig teruggevonden. Waarschijnlijk gaat het hier om wat in de volksmond "geweermakerhuisje" heet-
houtzagerijen. Er werden fabriekshallen gebouwd ten behoeve van deze zagerijen, maar later hebben er ook andere bedrijven in gezeten, zoals een melken zuivelhandel, speelgoedfabriek en drankenhandel.7 In 1947 wordt daadwerkelijk de pacht gestopt. Dan verwerft de gemeente 'sHertogenbosch zowel het Kruithuis als het terrein in eigendom van de Staat der Nederlanden.8 De fabrieksgebouwen worden gesloopt en vanaf die tijd vinden er diverse maatschappelijke functies onderdak in het Kruithuis, zoals repetitieruimte van het Brabants Orkest, cursussen en vanaf 1972 museale functies.
Luchtfoto 1930 (detail) uit "Oud 's-Hertogenbosch vanuit de lucht", R.v.d.Laar, 1997.
een werkplaats van de meester geweermaker. Later zou dit nog timmerwerkplaats van de genie geweest zijn.6 Wanneer dit gebouwtje is gesloopt, is onbekend. Vanaf 1917 wordt het Kruithuis zelf en het exercitieterrein in pacht uitgegeven voor de periode van 30 jaar. Er vestigen zich een tweetal 5
Opgave kadaster d.d. oktober 2001 "Het Kruithuis en zijn omgeving", rapport van Henk Bruggeman, 1996. Stadsarchief 's-Hertogenbosch. 6
Kruithuis en zijn omgeving
Voor de gebouwen aan de Vliertstraat geldt dat de gemeente 's-Hertogenbosch deze in 1978 in eigendom verwierf van de Staat der Nederlanden met het oog op sloop t.b.v. een park. Deze sloop is echter niet doorgegaan. Protestacties hebben dit toen voorkomen.9 Een van die protestacties in de 7
"Het Kruithuis en zijn omgeving", rapport van Henk Bruggeman, 1996. Stadsarchief 's-Hertogenbosch. 8 Uitgave Heemschut nr. 21 d.d. juli 1942, pagina 129 t/m 132. 9 Idem.
7
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
late jaren '70 bestond uit het kraken van de panden. Uiteindelijk is Vliertstraat 2 verkocht aan de krakers. De overige gebouwen bleven in eigendom van de gemeente. 1.4. De toekomst. Tot 1997 was in het Kruithuis het Museum voor moderne kunst Het Kruithuis gevestigd. Er werden plannen voor uitbreiding gemaakt op grond waarvan het museum tijdelijk naar een andere locatie in de stad verhuisde. Deze plannenmakerij duurt tot op de dag van vandaag voort. Momenteel zijn de plannen in een definitief stadium van ontwikkeling. Ze roepen echter zoveel maatschappelijke weerstand op (met name bij de heemkundeverenigingen in de stad) dat elke procedurele stap in het ontwikkelingsproces (zoals bestemmingsplanwijziging, monumentenvergunning, bouwvergunning, etc.) bij de rechter bevochten wordt. Dit verklaart ook het lange planproces. De inhoud van de plannen omvatten sloop van bestaande bebouwing rond het Kruithuis met uitzondering van de woning Vliertstraat 2, instandhouding van het Kruithuis en dat in te richten voor publieksruimte (restaurant, toiletten voorlichting, balie, etc.), bloksgewijze vrijliggende nieuwbouw van tentoonstellingsruimten aan de noordzijde van het Kruithuis, de bouw van appartementen in de uiterste noord-oosthoek van het kavel, aanleg van een park, vrijmaken van de binnenzijde van de stadswal om deze beleefbaar te maken en een ondergrondse verbinding tussen Kruithuis en overige museale gebouwen.
Kruithuis en zijn omgeving
8
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
In dit hoofdstuk wordt de bouwgeschiedenis van de diverse gebouwen op het kavel beschreven.
"officierswoningen"genoemd. De woningen komen in 1981 in eigendom van de gemeente 's-Hertogenbosch en worden via een woningcorporatie verhuurd.11
2.1. Kruithuis .10
2.3. Vliertstraat 2
Naast de commissie van plaatsbepaling werd in 1616 nog een commissie benoemd met de taak de bouw van het Kruithuis te leiden en te begeleiden. Ook in deze commissie zat de meergenoemde architect Jan van der Weeghen, een veelzijdig Bosschenaar van aanzien. Naast mathematicus en architect was hij ook medicus. Na enig oriënterend onderzoek in Delft en andere steden van Holland kwam Van der Weeghen met een ontwerp dat op 10 februari 1617 werd goedgekeurd. Op 1 september van datzelfde jaar startten de voorbereidende werkzaamheden en in september 1621 was het Kruithuis gereed.
Dit is een vrijstaande eengezinswoning op de hoek ZuidWillemsvaart - Vliertstraat, gebouwd in 1900. Oorspronkelijk werd het gebouwd ten behoeve van een opzichter genie die daar vier jaar heeft gewoond.12 In 1913 wordt de woning uitgebreid met een dakopbouw aan de achterzijde. De woning wordt in 1978 verworven door de gemeente en begin jaren '80 van de vorige eeuw na een kraakactie verkocht aan de woongroep "Ojeetje".
2.
Bouwgeschiedenis
De functie van kruitopslag blijft dan nog tot 1742 wanneer een nieuwe en kleinere kruitopslagplaats is gebouwd op bastion Baselaar, aan de oostzijde van de stad. Het Kruithuis wordt verbouwd om die geschikt te maken voor munitiewerkplaats en magazijn voor wapens en militaire kleding. De galerijen worden dicht gemetseld om ruimte te maken voor twee pulverkamers. In 1769 wordt de gracht die bij de bouw rondom het Kruithuis is gegraven, gedempt en de brug werd afgebroken. In 1831 wordt er een ontwerp gemaakt voor een viertal brood bakovens in het Kruithuis. Dit gaat niet door. Wel worden de zolders in gebruik genomen als graanzolders. In 1964 wordt de kap en balklaag gerestaureerd en deels vernieuwd terwijl ook de dwerggeveltjes worden aangepakt. Van 1973 tot 1975 vindt een omvangrijke restauratie van het Kruithuis plaats waarbij zoveel mogelijk weer in oorspronkelijke staat wordt teruggebracht. 2.2. Citadellaan 1,3 en 5 Dit zijn een drietal eengezinswoningen met verdieping en kap. Ze werden gebouwd rond 1890 ten behoeve van militairen officieren. Daarom worden deze woningen vaak de
10
Artikel van A.van Drunen, getiteld "Het Kruithuis van 's-Hertogenbosch" d.d. 21 maart 1977, gepubliceerd in bulletin KNOB (1977) p.200215.
Kruithuis en zijn omgeving
2.4. Vliertstraat 4 t/m 8 Al eerder waren er plannen om een broodbakkerij te maken en wel in het Kruithuis. In 1831 werd daartoe een ontwerp gemaakt, maar dit plan is nooit tot uitvoering gekomen.13 In plaats daarvan werd rond 1900 dit gebouw neer gezet, bestaande uit een langgerekte plattegrond met oorspronkelijk aan de linkerzijde (nr.4) een beheerderwoning met garage en kantoor en een broodbakkerij (nr.6). In 1931 wordt vergunning gevraagd om de dubbele deur in de bakkerij te vervangen door een rolluik. Deze vergunning wordt afgegeven14. In plaats van een rolluik is er een stalen kanteldeur geplaatst. In 1951 wordt het rechterdeel van de bakkerij verbouwd tot woning en krijgt huisnummer 8. Dit is een vrij omvangrijke verbouwing, waarbij deuren worden geplaatst in voor- en achtergevel alsmede in de zijgevel, idem ramen en twee dakkapellen Tenslotte wordt een aansluiting op de riolering gerealiseerd en twee stoeptreden voor de voordeur.15 In 1959 wordt het inwendige van de dan overgebleven bakkerij (die inmiddels weg is) verbouwd t.b.v. magazijn en kantoor voor de Politieverbindingsdienst. De tot dan toe onverkavelde bakkerijhal wordt ingedeeld met muren en schotten. Aan de buitenzijde worden kozijnen vernieuwd.16 In 1978 verwerft de gemeente 's-Hertogenbosch het pand in eigendom. 11
Idem. Idem. 13 Artikel van A.van Drunen, getiteld "Het Kruithuis van 's-Hertogenbosch" d.d. 21 maart 1977, gepubliceerd in bulletin KNOB (1977) p.200215. 14 Archief afdeling Bouwen Gemeente 's- Hertogenbosch. 15 Idem. 16 Idem. 12
9
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
2.5. Het "geweermakershuisje" Het wordt niet duidelijk wat hier precies mee wordt bedoeld. In de volksmond wordt het huidige gebouwtje aan de achterzijde van de bakkerij aangeduid met "geweermakershuisje". Uit de vergunningaanvraag van 190517 blijkt echter dat het gaat om een bergplaats. In vergunningaanvragen die uit 1950 stamt wordt op de platte grond van het kavel naast deze bergplaats ook bebouwing aangegeven van ongeveer dezelfde grootte. Verder spreekt het rapport van Bruggeman18 over een tweetal kleine gebouwtjes: een werkplaats van de meester geweermaker en een bergplaats. Als we aannemen dat de bergplaats van Bruggeman dezelfde is als die van de bouwvergunning uit 1905, blijft over dat het geweermakershuisje inmiddels gesloopt is. Wij kunnen van de bouw van dit huisje echter geen bewijs vinden. Ook op luchtfoto's uit 1927 en 1930 komt dit huisje niet voor zodat wij ernstige twijfel hebben of dit huisje ooit wel is gebouwd. Niettemin: de bergplaats is wel gebouwd en wel kort na 1905. Het heeft waarschijnlijk al die tijd ook als zodanig gefunctioneerd.
17
Idem. "Het Kruithuis en zijn omgeving", rapport van Henk Bruggeman, 1996. Stadsarchief 's-Hertogenbosch.
18
Kruithuis en zijn omgeving
10
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
3.2 Het Kruithuis. Het kruithuis is gebouwd op een zeshoekige plattegrond. De zijde van deze zeshoek zijn ongeveer 19 meter lang. De zijde van de zeshoek omsluiten een zeshoekige binnenplaats. De vleugels zijn niet allemaal even breed waardoor het lijkt of de binnenplaatst in de vorm van een pijl is genaakt. Zoals aangegeven zijn er vier vleugels ruim 9 meter breed en de overige twee vleugels zijn ongeveer 5 meter breed. De breedste vleugels bestaan uit begane grond en een zolder met vliering. De twee smallere vleugels bestaan nu uit een begane grond en een zolder. Vroeger waren de smallere vleugels niet gesloten maar waren het open galerijen. De gevel aan de buitenzijde van het Kruithuis is niet erg interessant. Dat hoefde qua functie natuurlijk ook niet. Het moest functioneel zijn en niet decoratief. Wat niet vergeten mag worden zijn de twee traptorens op de hoek waar de smalle en de brede vleugels bij elkaar komen. Later daarover meer. We zullen hier ook weer bovenaan beginnen. Het dak is afgedekt met leien. Ze zijn regelmatig gelegd en vormen een zogenaamd gehaakt dak. De leien hebben een blauwgrijze kleur. Aan de bovenzijde (de nok) is het dak afgedekt met lood, met op de punten een soort makelaar. Het dak vormt een groot geheel van het pand zelf. Het dakvlak is bijna net zo hoog als de wand.
Een van de houken voorzien van hardsteen
Onder de dakvoet, op ongeveer 80 cm bevindt zich een horizontale natuurstenen band, een cordonband. De uitspringende lijst is iets wat geprofileerd en geeft zo een horizontale geleding weer. Boven de cordonlijst bevinden zich een aaltal lagen metselwerk die door de cordonlijst nauwelijks opvalt. Deze metselwerklagen zijn ook bijna in dezelfde kleur als de hardstenen lijst. De openingen in de buitenzijde van het Kruithuis zijn voorzien van luiken waardoor er vanuit de buitenkant niet te zien is wat voor soort kozijnen er in zitten. Van diverse plaatsjes kunnen we inschatten dat de kozijnen een roedeverdeling hebben wat ook gelet op de kozijnen aan de binnenzijde van het Kruithuis wel logisch zou zijn. Een opvallend item van de buitenkant van de gevel is natuurlijk de ingangspoort. De ingangspoort heeft
Leien dak afgewerkt met lood en voorzien van een met lood beklede makelaar
De gevels aan de buitenzijde zijn voorzien van een aantal ramen die waarschijnlijk aan het eind van de 19de eeuw zijn aangebracht. Het steenformaat varieert van 24 a 25,5 bij 11 a 12 bij 5 a 5,5 cm ( 10 lagen omvatten 65 tot 67 cm) en de gevels is uitgevoerd in kruisverband. Op de hoeken van de gevels zijn grote hardstenen blokken aangebracht. Tevens zijn deze blokken terug te vinden naast de toegangsdeur. De hardstenen blokken verschillen in afmetingen, een groot blok afgewisseld met kleine blokjes zodat een speels effect ontstaat.
Kruithuis en zijn omgeving
Ingang van kruithuis
11
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
rustieke pilasters en een rondboog. Uit literatuur hebben wij begrepen dat dit Naamse steen is. De kapitelen, het fries en het fronton hebben een andere steenbewerking en een andere profilering dan het ondergedeelte van de poort. Waarschijnlijk is het bovengedeelte vernieuwd geweest. Op het fronton is een wapen aangebracht. Dit wapen is dat van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Tevens is naar voren gekomen, via literatuur, dat dit wapen meerdere malen is hersteld. Opvallend is ook het hang en sluitwerk op de toegangsdeur. Tijdens de laatste restauratie is zo
met die van het hoofdgebouw. Het bovenste gedeelte van het dak is iets verder omhoog geplaatst, er is als het ware nog een klein tentdakje overheen geplaatst weer een soort makelaar aanwezig op het punt van het dak. Onder de gootlijst bevinden zich een aantal lagen metselwerk en daaronder bevindt zich dan, conform de indeling van het hoofdgebouw, een cordonlijst. Direct onder de cordonlijst begint de rondboog van de blindnissen. Om ook in de traptorens het horizontale een beetje te benadrukken heeft men op de hoeken, halverweg de hoogte van de blindnis en aan de onderzijde van de blindnis een hardstenen blokken aangebracht. Als sluitsteen heeft men dezelfde hardstenen blok toegepast. Wat opvallend is, is dat sommige blindnissen zijn voorzien van schietgaten. De openingen in het metselwerk boven de cordonlijst, in het soort fries-achtige metselwerk, zijn in 1964 aangebracht doordat de houten kapjes vervangen moesten worden. Ook hier is het metselwerk uitgevoerd in kruisverband.
Binnenzijde van het Kruithuis.
Het zware slot aan de toegangspoort
goed mogelijk hersteld en gerestaureerd zodat bijna het originele hang en sluitwerk aanwezig is, behoudens dan de recent aangebrachte sloten.
Ook hier is het dakvlak prominent aanwezig. Toch komt het hier minder massaal over doordat er wat kleine dakkapelletjes en steekkapjes met dwerggeveltjes aanwezig zijn. Het dak is ook aan deze zijde voorzien van een leienafdekking. De dakkapelletjes zijn waarschijnlijk aangebracht voor
De traptorens die, zoals reeds eerder is vermeld, zich bevinden op de hoeken waar de smalle en de brede vleugel bij elkaar komen bestaan eveneens uit een zeshoekige plattegrond. De traptorens zijn markant te noemen. De torens zijn voorzien van een
Vanuit de binnenplaats is goed de verscheidenheid te zien
Hoektoren
tentdak die met leien is afgedekt, de leien zijn gelijk
Kruithuis en zijn omgeving
de daglichttoetreding op de vlieringzolder. De dakkapelletjes zijn voorzien van een leien afdekking en hebben ruiten met een negen roedeverdeling. Zoals eerder vermeld bevinden zich op het dakvlak steekkapjes met dwerggeveltjes. Deze hebben een tuitgevel met top- en schouderstukken afgedekt met een ongeprofileerde natuursteen plaat en met een halfsteensrollaag. Aan de zijkanten van de tuitgevel bevindt zich vlechtwerk. De twee rondboograampjes worden gedekt door een grote rondboog met aanzet en
12
PTOleindingen
sluitstenen van ook hier weer Naamse steen. De randen zijn voorzien van een rechte kathedraalslag, het middenveld is in een bossage gehakt. Zware, iets uit het muurvlak uitspringende natuursteenblokken, voorzien van dezelfde behakking, zitten op de traditionele plaats van de duimen en sluitingen van luiken. Waarschijnlijk hebben er nooit luiken gezeten. Ook deze vensters zijn voorzien van een roedeverdeling van negen ruitjes. De dwerggeveltjes steken iets door de goot heen van het hoofdgebouw. Onder de dwerggeveltjes bevindt zich dan ook een geprofileerde bakstenen waterlijst. De gevel van de begane grond bestaat dan verder nog uit open en gesloten delen. De smalle vleugels zijn zoals al eerder vermeld later dichtgezet. Zij bestonden vroeger uit een open galerij. In eerste instantie bij de bouw van het Kruithuis had de galerij (de smalle vleugels) tien openingen met pijlers en bogen. Deze galerij is rond 1744 dichtgezet met baksteen van het formaat 22,5 bij 10 bij 5 cm. ( 10 lagen -> 66 cm). In de boogvelden zijn toen ramen aangebracht. De pilasters en bogen van de galerij zijn voorzien van uitgemetselde banden en niet van hardsteen wat verder in de gevels gebruikt is. Opmerkelijk is dat de uitkragende geprofileerde baksteenlijst, die bij de gevels van de brede vleugels onder het dakoverstek lopen, bij de smalle vleugels slechts onder de dwerggeveltjes aanwezig zijn. De buitenringmuren van de smalle vleugels zijn gelijk aan die van de brede vleugels. Het enige verschil is dat er aan de binnenzijde kleinere spaarbogen zitten. De brede vleugels bestaan verder nog uit openingen
HBO+ Opleiding Restauratie
gevel is ook hier uitgevoerd in kruisverband. Als vensterbank zijn bakstenen gebruikt die staand zijn verwerkt. Er zijn nog enkele kleine openingen aangebracht, een viertal kleine vensters, die nodig zijn voor de kruipruimte. Deze vensters worden afgesloten door dubbele beplankte luikjes die met
Luikje
een grendel afgesloten kunnen worden. De omlijsting met natuusrsteen van deze luiken is erg opvallend voor zo’n klein opening, het spring er echt uit. In de gevel zijn nog wat standaard balkijzers terug te vinden. Deze balkijzers zijn niet echt bijzonder. Wat nog wel de moeite waard is om te vermelden zijn de twee smeedijzeren
Muurlantaren
Raampartei op de binnenplaats
die men kan terug herleiden qua vorm en detaillering van de dwerggeveltjes. Ook hier zijn twee rondboograampjes onder een groot rondboog geplaatst met aanzet en sluitstenen van hardsteen. Deze versieringen springen iets uit het gevelvlak. De kozijnen zijn voorzien van ruitjes in een roedeverdeling van 18 stuks. De bovenste rij raampjes is rond uitgevoerd. Het metselwerk van de
Kruithuis en zijn omgeving
muurlantaarns. Deze lantaarns, zo staat vermeld in de literatuur, zijn naar een ontwerp van L.C. Hezenmans in 1886. Deze lantaarns zijn afkomstig van het stadhuis van ‘s-Hertogebosch. Eveneens opvallend maar dan niet voor zijn schoonheid zijn – de kleine ventilatiesteentjes op ongeveer 50 cm boven het maaiveld Deze zijn waarschijnlijk aangebracht voor het afvoeren van het overtollige vocht. Onder deze ventilatiesteentjes bevind zich nog wat metselwerk en als laatste bevindt zich nog een plint. Waarschijnlijk is in de binnenplaats het maaiveld verlaagd en daardoor is deze plint nog goed waar te nemen.
13
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
3.3 Beschrijving Citadellaan 1-3 en 5 Deze drie woningen zijn een drie onder één kap woning. Het pand heeft een rechthoekige plattegrond. Het middelste pand heeft een groter beukmaat dan de buitenste twee woninkjes. De woningen bestaan uit twee verdiepingen en een verdieping in de kap. De voorgevel is bijna symmetrisch van opzet. Indien men het middelste huisje wegdenkt en dan met name de onderzijde, dan is het pand symmetrisch. Doordat er drie woningen in zijn geplaatst en de voordeuren niet in het midden zitten kan het pand niet symmetrisch zijn. Voor het overige is het pand wel symmetrisch. Jammer is dan ook dat een schoorsteen breder is gemaakt dan de andere schoorsteen. Als we dan ook hier weer bovenaan beginnen dan zien we op het dak een kruispan liggen. De bakgoot heeft een eenvoudige gootlijst met een eenvoudige profilering. Op het dak zijn drie dakkapellen aanwezig. Deze dakkapellen zijn gelijk van vorm
Dakkapel van de woning aan de citadellaan
en symmetrisch dakkapellen hebben een zinken bedekking en zijn voorzien van neorenaissance kenmerken zoals een fronton en trigliefen De gevel geeft een drukke indruk. Het geeft een horizontale geleding weer. Dit komt door de aanwezigheid van de verschillende kleuren metselwerk in de gevel die horizontaal lopen. Onder de gootlijst bevindt zich een erg drukke band metselwerk die iets naar voren uitspringt. Deze band metselwerk bestaat uit een crèmekleurige verblendsteen afwisselend met een donker bruine kleurige (hazelnoot) geglazuurde steen. De wijze waarop de stenen zijn toegepast is druk te noemen. Het zijn twee staande strekken van de crèmekleurige steen en daarnaast twee koppen creme en twee koppen donkere steen staand.
Kruithuis en zijn omgeving
Onder deze laag bevinden zich drie lage metselwerk in een gewone donker rode baksteen (afmetingen van de baksteen zijn (215 mm bij 50 mm) en uitgevoerd in kruis verband. Daaronder bevinden zich de rechthoekige hanenkammen van de
Pand aan de citadellaag. Hierbij valt het drukke metselwerk op
kozijnen van de verdieping. Ook de hanenkammen zijn opvallend. Ook hier zijn de geglazuurde stenen toegepast en in het midden de crèmekleurige stenen. Naast de hanenkammen zijn de crèmekleurige stenen doorgezet zodat men ook in dit pand een zogenaamde speklaag terugvindt. Als we dan langzaam de gevel naar beneden gaan bekijken komen we ter plaatse van de kalven van de kozijnen weer een crèmekleurige speklaag tegen. Deze speklaag benadrukt de horizontale geleding in de gevel. De volgende speklaag bevindt zich ter hoogte van de onderdorpel van het kozijn. Ook hier krijg je dan een horizontale geleding. Mede doordat er veel contrast zit tussen de gevelsteen en de speklagen wordt de gevel ook drukker. De speklagen springen als het ware uit de gevel. Als we dan nog verder naar beneden afzakken komen we dezelfde hanenkammen tegen boven de kozijnen op de begane grond. Deze zijn identiek aan de hanenkammen van de kozijnen op de verdieping. Teven is ter hoogte van het kalf van de kozijnen op de begane grond de crèmekleurige speklaag doorgezet. Alles is dus consequent doorgevoerd. Dat is dan ook weer terug te vinden in de speklaag bij de onderdorpels van de kozijnen op de begane grond. Aan de onderzijde van de voorgevel bevindt zich een plint van zes lagen met daarboven een profielsteen. Deze zes lagen zijn uitgevoerd in een donkere steen dan de steen die is toegepast in de rest van de gevel. Wat nog meer opvalt in de gevel zijn de halve pilasters. Deze pilasters bevinden zich op de hoeken van de woning en geven zo dus eigenlijk de indeling van de drie woningen weer. Opvallend is hierbij dat de pilasters een extra speklaag hebben
14
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
tussen de speklagen van de gevel. Hierdoor vallen de pilasters nog extra in het oog. Zoals al eerder vermeld is de middelste woning breder dan de twee buitenste woningen. Dit kan men terug zien in de gevel. Bij de middelste woning is een extra (toilet) raam aanwezig op de begane grond en op de verdieping bevindt zich tussen de twee ramen een blinde nis. Onder het toiletraam is tevens een blinde nis aanwezig. Deze twee nissen lijken dan weer op elkaar doordat ze in het midden een speklaag hebben op dezelfde hoogte als de speklaag van de pilasters. De kozijnen in de voorgevel zijn gelijk van vorm. Ze zijn rechthoekig van vorm met aan de bovenzijde een vast gedeelte op ongeveer 1/3 van de hoogte en daaronder zijn er twee openslaande ramen aanwezig. De drie voordeuren zijn identiek en bestaan uit een houten deur met een raamopening die verdeeld is negen ruitjes. De linker en rechterzijgevel komen overeen met elkaar. Deze gevels geven een rustiger beeld maar ook hier heeft men een horizontale gelding in willen aanbrengen. De rijkheid die de voorgevel heeft komt in de zijgevels niet terug. De speklagen van crèmekleurige stenen is in de zijgevels vervangen door crèmekleurige smeerwerkbanden. De spekalgen zijn consequent doorgezet ter hoogte van de kozijnen; ter hoogte van de hanenkammen en ter plaatse van de onderdorpel van het kozijn. Wat wel opvalt in de zijgevels is het soort roosvenster- achtig metselwerk. Dit geeft een leuk effect in de gevel. (plaatje invoegen) Ter plaatse van de beëindiging van het pannendak is een zogenaamde windveer toegepast. Deze windveer is aan de linkerzijde nog wel aanwezig maar aan de rechtergevel is deze niet meer aanwezig. Het is een klein spantje met een trekbalk en wat schuin geplaatste schoren. (plaatje invoegen) Als afwerking is er een soort makelaar gemaakt. Deze is nog wel in beide gevels intact gebleven. Het pannendak heeft een overstek aan de beide zijgevels. De gordingen zijn verjongt en steken door naar buiten en komen daardoor in het zicht. De achtergevel geeft een eenvoudig beeld weer met ook hier de speklagen in smeerwerkbanden ter hoogte van de hanenkammen en ter plaatse van de onderdorpel van het kozijn. Kozijnen en andere detaillering komen overeen met de voorzijde van de woningen. De voorgevel is veel rijkelijker gedetailleerd dan de achtergevel; de voorgevel is de belangrijkste gevel en het eerste in het oog springend. Wat ook nog opvallend is, is dat de stoep voor de huizen verlaagd is aangelegd.
Kruithuis en zijn omgeving
15
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
3.4 Beschrijving Vliertstraat 2 Plattegrond Vliertstraat 2 De plattegrond van dit pand bestaat uit een vierkant met een afgeschuinde hoek. De afschuining bevindt zich op een hoek van de straat en geeft zo een duidelijke vorm weer. De maten van het vierkant zijn ongeveer 8 meter bij 8 meter. Zoals men op de plattegrond kan zien (plaatje invoegen) is het een kleine afschuining met een driehoek met een basis van ongeveer 1,5 meter. Zowel boven als beneden is de plattegrond gelijk gehouden. Dat wil zeggen dat de indeling nagenoeg gelijk is. De ingang bevindt zich aan de Vliertstraat en dus niet, wat men zou verwachten, in de afschuining. Links en rechts van de gang bevinden zich kamertjes. Aan de voorzijde (Zuid Willemsvaart) zijn de twee kamers gesitueerd waar men de meeste tijd doorbracht. Zo had men een mooi uitzicht over het water. Aan de andere zijde van de gang bevindt zich de keuken en een berghokje. In een later stadium is er een uitbouw bijgekomen aan de achtergevel en tevens is er een overkapping aangezet. Op de verdieping bevindt zich ook een gang (op de verdieping dus overloop genoemd) en ook hierbij zijn de kamers aan de zijde van de Zuid Willemsvaart geprojecteerd. Bij de bouw van de woning waren de kamers op de verdieping alleen aan de Zuid Willemsvaart geprojecteerd. Aan de rechterzijde van de overloop bevonden zich geen kamers. In 1913 heeft men de woning uitgebreid met een kamer op de verdieping aan de achterzijde. Hierdoor krijgt men ook een verspringing in het dakvlak. Aan de voorzijde, waar de afschuining wordt beëindigd met een dakkapel, is het dakvlak laag en de ruimte binnenin dus ook laag. De dakkapel is een soort torentje op de gevel. Het voorste gedeelte van het pand bestaat dan ook eigenlijk ook maar uit één bouwlaag met een beëindiging. In de oude plattegrondtekeningen staat dan ook aangegeven dat daar zich de zolder bevindt. Aan de achterzijde, waar zich de slaapkamers bevinden, is de woning wel twee bouwlagen hoog met daarboven een zadeldak. De uitbouw van 1913 is daarin tegen plat uitgevoerd, waardoor het erg rommelig aandoet. Uiterlijke beschrijving van het pand Vliertstraat. Als we bovenaan beginnen komen we uit bij het dak. Het dak van het gebouw uit 1895 bestaat uit een oude hollandse pan met als afwerking een eenvoudig platte ronde vorsten gezet in de specie. Zoals eerder aangeven staat er op de hoek van de straat een dakkapel (torenachtig) met als afwerking een tentdakje. Dit tentdakje is tevens voorzien van oud hollandse pannen overeenkomstig de pannen op het hoofddakvlak. Aan de zijkanten is de dakkapel voorzien van zinken loketten. Deze loketten zijn op een lei-achtige manier aangebracht
Kruithuis en zijn omgeving
Zinken loketten die als leien zijn aangebracht
(dekking Maasdak dubbel). Waar de dakkapel aansluit op de gevel en op het dakvlak wordt een soort rolwerk toegepast. Dit rolwerk is gemaakt van hardsteen. Deze hardstenen blokken ondersteunen als het ware visueel de dakkapel en het geeft een rustig beeld bij de aansluiting van de gevel met het hoofddak en de dakappel. Onder het tentdakje is een goot aanwezig waaronder gootklosjes zijn gesitueerd De gootlijst van de dakkapel is eenvoudig gedecoreerd maar daar staat tegenover dat de gootklosjes dubbel zijn uitgevoerd wat afwijkt van de rest van de gootklossen. Zoals aangegeven heeft het hoofdgebouw ook een afwerking met dakpannen. Het hoogste gedeelte heeft een zadeldak waarbij een bakgoot is aangebracht. De bakgoot heeft een gootlijst die eenvoudig is geprofileerd. Ook onder deze gootlijst bevinden zich gootklossen. In tegenstelling tot de gootklossen bij de dakkapel zijn deze gootklossen zwaarder uitgevoerd. De gootklos is opgebouwd uit twee delen; het bovenste gedeelte is van hout en het onderste gedeelte is van steen. Visueel lijkt het of de onderzijde uitsteekt uit de gevel. Aan de zijgevel van het hoge gedeelte van het pand is een boeiboord aangebracht in dezelfde stijl als de gootlijst. Onder dit boeiboord zijn de verjongde dakbalken aanwezig. Deze dakbalken komen door de gevel naar buiten en om het niet een te “zwaar” beeld te geven worden de balken verjongd. Helaas zijn in het dakvlak naast de dakkapel twee grote dakramen geplaatst. Deze geven jammer genoeg een verstorend beeld van het dakvlak. Onder de gootlijsten komt natuurlijk het metselwerk. Het metselwerk, uitgevoerd in kruis verband, bestaat uit een roodachtige baksteen met daartussen in speklagen van een gele verblendsteen. De gele verblendstenen lopen niet geheel door in de speklagen. De gele stenen komen afwisselend met de gewone rode baksteen terug in de laag. Hierdoor krijg je een aardig beeld in de gevel afwisselend een gele steen en een rode steen. De speklaag is aangebracht boven de ramen en tussen de goot (dus
16
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
nog boven de hanenkam van het kozijn op de verdieping), De laag is consequent doorgezet. Op de hoeken wordt de speklaag iets verbreed; er komen twee gele stenen boven elkaar. Dus waar je een gele steen zou verwachten op de hoek wordt deze niet toegepast maar boven elkaar geplaatst. Ook dit is erg consequent doorgevoerd. Boven de raampjes in de dakkapel zijn hanenkammen
het gevelbeeld compleet te houden heeft men ter hoogte van het kalf van dit raam een gele steen geplaatst. (zie afbeelding…). Ter hoogte van de onderdorpel van de kozijnen is tevens een dubbele speklaag toegepast. Deze is weer iets anders uitgevoerd dan de speklaag ter hoogte van het kalf. Deze laag bestaat uit drie lagen met ook weer de bovenste en onderste in de gele verblendsteen
Hoekhuis op de vliertstraat. Hierbij is een mooi voorbeeld te zien wat met twee verschillende kleuren steen voor nuasenns te berijken zijn
toegepast. Doordat het relatief smalle raampjes zijn is het beeld afwijkend van de hanenkammen boven de andere ramen. De gele steen van de speklagen zijn dus terug te vinden in de hanenkammen boven de kozijnen. De hanenkammen lopen schuin omhoog en springen daardoor in het oog. Zoals al eerder vermeld zijn de gele stenen erg consequent doorgezet zelfs in de schoorsteen ziet men een gele steen terugkomen. In de gevel komen ook nog verschillende motieven terug in de speklagen Men heeft de speklagen geplaatst ter hoogte van een verspringing in de gevel. De speklaag loopt namelijk ter plaatse van het kalf van het raam. Op deze hoogte bevindt zich een speklaag die bestaat uit een twee lagen gele stenen met daartussen de gewone rode gevelsteen. In de gele lagen zijn wel meerdere gele stenen achter elkaar geplaatst. Ter plaatse van het raam wordt de middelste rode laag onderbroken met een gele steen. De hoogte van het toiletraampje paste niet geheel in de hoogte van de speklaag maar om
Kruithuis en zijn omgeving
uitgevoerd. Daartussen bevindt zich de rode steen. De gele lagen bestaan uit twee koppen geel achter elkaar met daartussen een rode kop. (zie afbeelding….). Onder aan de gevel bevindt zich nog een speklaag. Dit zijn afwisselend gele en rode strekken. Dit is een kleine decoratieve laag met daaronder de muurplint. Deze bestaat uit een hardstenen profiellijstje met daaronder nog twee lagen metselwerk. Doordat het hardstenen lijstje uitsteekt is dit nog een extra versiering aan de onderzijde van de gevel. Wat opvallend is, is de versiering tussen de raampjes van de dakkapel en de ramen op de begane grond. Hier bevinden zich wat extra gele stenen die symmetrisch zijn geplaatst. Alleen op deze plek bevindt zich deze decoratie. Het geeft de afgeschuinde hoek wel een extra uitstraling mee. De kozijnen zijn natuurlijk uitgevoerd in hout. Op de begane grond bevinden zich schuiframen. Het is een langwerpig raam met een zesdeling. In het bovenste gedeelte bevinden zich twee nagenoeg
17
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
vierkante ramen en in het onderste gedeelte bevinden zich vier vierkante ramen. In het hoge gedeelte van het pand bevindt zich op de verdieping een langwerpig raam met een vierdeling. De kozijnen in de langwerpige ramen in de dakkapel zijn verder niet ingedeeld. De kleine raampjes in de gevel aan de Vliertstraat zijn alleen horizontaal verdeeld met, zoals al eerder gezegd, een kalf. De gevel aan de Zuid Willemsvaart is niet veel verschillend van de gevel in de Vliertstraat. Wat opvallende is is het vergaarbakje. Dit vergaarbakje is uitgevoerd in zink en is vrij authentiek. Aan de achterzijde is een overkapping geplaatst. De overkapping is voorzien van een geprofileerde boeiboord. De overkapping is later bijgebouwd. Men heeft de overkapping uitgevoerd in hout en wit geschilderd. Jammer! Aan de andere zijde is eveneens een uitbouw op de begane grond gebouwd. Deze uitbouw is in rode baksteen uitgevoerd en past daardoor beter bij het hoofdgebouw van 1885. Hier is geprobeerd aansluiting te zoeken bij de detaillering maar helaas….. Zoals al eerder aangegeven is het platte gedeelte ook niet geheel authentiek maar hier is duidelijk aangesloten bij de materialisering en detaillering van het hoofdgebouw. Gelukkig maar. De blauwe kleur van de deur zal niet authentiek zijn.
Kruithuis en zijn omgeving
18
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
3.5 Vliertstraat 4-6-8 Het pand Vliertstraat 4-6-8 heeft een rechthoekig bouwoppervlakte van ca. 10,8m x 41,2m welke in de lengte richting is gesitueerd t.o.v. de Vliertstraat. De stijl waarin het pand is uitgevoerd is Neorenaissance. Het gebouw is in drie delen , gelijk aan de adressen, op te splitsen qua vormgeving en gebruik. Vliertstraat 4 Vliertstraat 4 is vanaf de straatzijde het linkerbouwdeel met een grondoppervlakte van
van het pannendak een dakkapel geplaatst. De boeiboord van deze dakkapel loopt over in de daklijst, waaruit wij concluderen dat de dakkapel origineel is. In het achterdak is eveneens een dakkapel geplaatst met een dubbele deur welke toegang biedt tot de platte daken van nr. 6 en 8. Deze dakkapel is voorzien van een lessenaarsdak welke aansluit net onder de dakrand. De detaillering van deze dakkapel komt geheel niet overeen met de rest van het gebouw en is op de tekeningen ook niet terug te vinden. Het dak is voorzien geweest van diverse schoorstenen. Op dit moment is nog een grote schoorsteen aanwezig welke in 1959 is geplaatst.
De oude bakkerij aan de vlierstraat.
10,8m x 9,3 m. Dit bouwdeel is het hoofdeel van het gebouw waar de kantoorfuncties, remise en in eerste instantie de woning van de beheerder zijn gevestigd. Het bouwdeel is voorzien van 2 kelders, begane grond (bureel en remise) en twee verdiepingen (woning met kamer en suite). De gebruiksfuncties als boven omschreven zijn in loop der tijd gewijzigd. De huidige vorm hebben wij niet kunnen vaststellen. De dakvorm is een afgeplat schilddak. Het platte dak heeft een bitumineuze dakbedekking, welke overgaat op een stijl pannendak met blauw gesmoorde kruispannen. De overgang van het platte dak naar het pannendak is voorzien van een eenvoudig geprofileerde daklijst (recht boeiboord met omgekeerd ojief). De hoekkepers zijn voorzien van blauwgesmoorde platte vorsten. Aan de voorgevel van nr. 4 (linkerzijgevel vanaf straatzijde) is in het midden over de volle hoogte
Kruithuis en zijn omgeving
De goot onder het pannendak is een bakgoot op klossen. Het boeiboord is eenvoudig geprofileerd gelijk aan de dakrand. De klossen daar in tegen zijn zwaar (en hoog) uitgevoerd en voorzien van een rijke profilering. Tussen de gootklossen zijn tableaus van siertegelwerk van helderrode en groen geglazuurde tegels gemaakt. De motieven (2 soorten) worden tussen de klossen om en om toegepast. De overgang van de tableaus met het gevelmetselwerk wordt gescheiden door een groen geglazuurde profielsteen met daaronder een groengeglazuurde kop om en om gewisseld met een kop van het gevelmetselwerk. Het gevelmetselwerk is uitgevoerd in een roodbruine baksteen (afmeting waalformaat) in kruisverband en is voorzien van knipvoegen. In het gevelmetselwerk zijn speklagen aangebracht. Deze speklagen zijn als 2 koppenlagen welke in
19
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
“halfsteens” verband afwisselend een helder rode en een groen geglazuurde steen uitgevoerd. De speklagen bevinden zich ter plaatse van de bovenen onderdorpel van de kozijnen, zowel op de 1e als op de 2e verdieping. Boven de raamkozijnen zijn
Een bont gezelschap a van metselwerk
gedrukte ontlastingsbogen aangebracht van helderrode stenen (steens uitvoering) met groen geglazuurde aanzet en sluitstenen. De boogvelden zijn gevuld met siertegelwerk. Op deze bogen zijn twee uitzonderingen gemaakt. T.p.v. de toegang van de remise is gekozenvoor een korfboog welke is voorzien van meerdere “sluitstenen”. In de achtergevel zijn twee kleine ramen voorzien van een hanenkam (steens) welke zijn voorzien van de aanzetstenen als bij de drukbogen. De vooruitstekende plint van het metselwerk wordt gemarkeerd door een groen geglazuurde profielsteen. Onder deze steen is een donkerde gevelsteen toegepast. De raamkozijnen op de begane grond zijn dichtgetimmerd zodat wij deze niet kunnen opnemen. De raamkozijnen op de verdieping zijn uitgevoerd als schuifkozijnen met een bovenlicht (2x4 ruitjes). Het schuivend raamdeel is in twee verticale glas delen gedeeld. Alle raamkozijnen zijn voorzien van een natuursteen (zandsteen o.i.d.) lekdorpel met aangehakte neuten en waterkering. De onderdorpels komen overeen met de omschreven panden aan de Citadellaan. De deur naar de remise (voorgevel) is uitgevoerd in chaletstijl. De schoren in de deur zijn aan de buitenzijde zichtbaar en geprofileerd. Ter plaatse van de toegangsdeur is een hardstenen trapje gemaakt. De tuinmuur met hekwerk tussen Vliertstraat 2 en 4 is van later datum maar wel voorzien van de gelijke detaillering en groen geglazuurde stenen.
Kruithuis en zijn omgeving
20
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
Vliertstraat 6 Vliertstraat 6 is het middendeel van het gebouw met een grondoppervlakte van 10,8m x 26,4 m. Dit bouwdeel is voorheen in gebruik geweest als bakkerij en heeft in vroeger tijd drie ovens gehad. Dit bouwdeel heeft naast de begane grond ook gedeeltelijk een verdieping voor opslag. T.p.v. de ovens is/ was geen verdieping aanwezig. De dakvorm is als Vliertstraat 4 een afgeplat schilddak. Het platte dak heeft een bitumineuze dakbedekking, welke overgaat op een stijl pannendak met blauw gesmoorde kruispannen. De overgang van het platte dak naar het pannendak is voorzien van een eenvoudig geprofileerde daklijst (recht boeiboord met omgekeerd ojief). De hoekkepers zijn voorzien van blauwgesmoorde ronde vorsten. Aan de voor- en achtergevel zijn ter plaatse van de oude ovens grote gemetselde dakkapellen over de volle hoogte van het pannendak geplaatst. De boeiboord van deze dakkapellen lopen over in de daklijst. Tevens zijn aan de straat zijde twee hijsluiken in het dak gemaakt. De hijsluiken zijn vervaardigd in chaletstijl. Het dak is uitgevoerd als zadeldak, bedekt met leien, voorzien van een sierspant met sierschoren en
Het gevelmetselwerk is uitgevoerd in een roodbruine baksteen (gelijk aan Vliertstraat 4) in kruisverband en is voorzien van knipvoegen. In zowel de voor- als achtergevel zijn lisenen aangebracht welke aan tot aan de goot doorlopen. Onder de “fries” zijn de lisenen voorzien van een groen geglazuurde profielsteen (lekdorpel). In het gevelmetselwerk zijn gelijk aan Vliertstraat 4 speklagen opgenomen ter plaatse van de boven- en onderdorpel van de raamkozijnen. Op de lisenen zijn geen speklagen aangebracht. Boven de kozijnen zijn helderrode drukbogen aangebracht met “aanzet-” en “sluitstenen” uitgevoerd in groen geglazuurde stenen, welke aan de boven zijde één boog vorm hebben die aan de onderzijde verdeelt zijn twee of drie bogen na gelang de indeling van de kozijnen. De boogvulling is opgevuld met diagonaal tegelwerk in dambordpatroon. De plint van het gevelmetselwerk is uitgevoerd in als Vliertstraat 4. De kozijnen van Vliertstraat 6 zijn door ons niet meer waar te nemen omdat deze zijn dichtgespijkerd. Uit de drukbogen hebben wij geconcludeerd dat de kozijnen voorzien waren van tussenstijlen. Deze conclusie blijkt bij uit onderzoek in de archieven juist te zijn. Op de oude tekeningen staan kruiskozijnen getekend met roedeverdeling. Een in het oog springende “vervuiling” van de gevelindeling is de vierkante garagedeur naast Vlierstraat 8. De deur is in 1931 aangevraagd en geplaatst. De drukboog welke boven het bestaande kozijn was aangebracht is geheel verdwenen en vervangen door een betonbalk.
Hijsluiken gemaakt in een chaletstijl
-stijlen met profileringen. De dubbele deuren zijn uitgevoerd met dezelfde detaillering als de toegangsdeur van de remise (Vliertstraat 4). De punt boven de deur is uitgetimmerd met kraaldelen. De metselwerk penanten naast het deurkozijn steken t.o.v. het gevelmetselwerk uit en worden door groen geglazuurde consoles opgevangen. De goot onder het pannendak is een bakgoot welke zich in het gevelvlak bevind. De bakgoot is eenvoudig geprofileerd met een omgekeerd ojief. Onder de goot is een “fries” gemetseld bestaande uit helderrode en groen geglazuurde baksteen.
Kruithuis en zijn omgeving
21
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
Vliertstraat 8 Vliertstraat 8 is het rechterdeel van het gebouw met een grondoppervlakte van 10,8m x 5,6 m. Dit bouwdeel is in 1950 afgesplitst van Vliertstraat 6. In dit jaar is het gedeelte van het magazijn verbouwd tot woning. De woning is geheel
“aanzet-“ en “sluitstenen”. De boogvulling is daar in tegen met dezelfde tegeltjes als Vliertstraat 6 gevuld. Aan de zij- en achtergevel heeft men nog veel minder moeite gedaan om het aanbrengen van de kozijnen te verbloemen. Boven de raam en deurkozijnen zijn een halfsteens rollaag aangebracht, de kozijnhoogte corresponderen niet
Hoekhuis van de bakkerij voorzien van grote poort .
onderkelderd. De begane grond en de verdieping zijn aangepast voor bewoning. Het uiterlijk van het gebouw wat voor de verbouwing idendiek aan Vliertstraat 6, maar is tijdens de verbouwing flink gewijzigd. Hieronder wordt vooral aandacht gegeven aan de wijzigingen, welke wij door het “lezen” van het gebouw later op tekening werden bevestigd.
met de speklagen en de doorbroken speklagen zijn aangeheeld met “normaal” gevelmetselwerk. Aan de voorgevel is een metselwerk trapje gemaakt t.p.v. de deur. Samen met de daarnaast gelegen koekoek is van de buitenzijde duidelijk te zien dat het gebouw voorzien is van een kelder.
Het dak is gelijk aan Vlierstraat 6 (kap loopt door). Op het dak is aan de voor-, zij- en achtergevel een dakkapel geplaatst. Deze dakkapellen zijn voorzien van een platdak welke onder de daklijst aansluit. De dakrand is zonder profilering. De kozijnindeling en –profilering komt overeen met de kozijnen op de begane grond. De kozijnen van de begane grond zijn in 1950 geheel vervangen / aangebracht. In de voorgevel valt dit met name op doordat bij het raamkozijn een houten dorpel is toegepast en de onderdorpel niet meer op gelijke hoogte zit als de speklaag. Ook de drukbogen boven het raam- en deurkozijn zijn duidelijk anders van vorm, steens boog zonder
Kruithuis en zijn omgeving
22
PTOleindingen
3.6 Geweermakershuisje Het geweermakershuisje dateert van ca. 1905 (datum bouwvergunning) Het heeft een rechthoekig oppervlakte van 10,44 x 6,44 m. Naast een betonvloer in het zand heeft het pand ook een beloopbare zolderverdieping. De nokhoogte is ca. 5,95 m +Peil. Het huisje is gemaakt in neorenaissancestijl (met chaletstijl invloeden). Het dak is een zadeldak bedekt met Oud Hollandse blauw gesmoorde pannen met ronde nokvorsten. Aan de dakvoet zit een zinken mastgoot op “standaard” gootbeugels welke op een gootplank zijn bevestigd. De originele goot was tevens een mastgoot maar dan op driehoekige beugels die in het metselwerk waren opgenomen. Het dak heeft een behoorlijke overstek. De gordingen lopen door naar buiten en zijn daar t.p.v. de koppen geprofileerd. Als dakbeëindiging is gekozen voor een windveer welke aan de dakvoet verbreedt als
HBO+ Opleiding Restauratie
In de zijgevel is in later stadium een raamkozijn verwijderd en hiervoor is een deurkozijn geplaatst. De breedte en de boogvulling zijn afgewerkt met Ingang van kruithuis
hout. In het metselwerk verraad zich deze ingreep zich door de negge-eindiging met een klezoortje terwijl tpv het raamkozijn gebruik is gemaakt van drieklezoren.
Gesmeerde speklagen
Beidiging van de windveer
een rol. Op de nok van het dak staat een houten piron. Het gevelmetselwerk is opgetrokken uit een donkerroodbruine baksteen gemetseld in kruisverband met knipvoegwerk. Rondom het gebouw zijn speklagen aangebracht door middel van smeerwerk. Dit smeerwerk heeft een natuursteenachtig (zandsteen) uiterlijk. De banden bevinden zich op de hoogte van de onder- en bovendorpels van de raamkozijnen op de begane grond en bij de topgevels nog een extra band t.p.v. de bovendorpel van het topgevelkozijntje. Boven de raam- en deurkozijnen zijn flauwe drukbogen gemetseld welke zijn voorzien van smeerwerk t.p.v. de aanzet en “sluitsteen”. Het smeerwerk komt overeen met de zijgevels en achtergevel van de pand Citadellaan 1-3-5. KOZIJNEN……………………
Kruithuis en zijn omgeving
23
PTOleindingen
4.
Conclusies
Vanuit de vraagstelling hebben wij een beschrijving gegeven van het kavel Kruithuis e.o. De beschrijving van de historische context zowel als de beschrijving van het exterieur duiden er op dat er geen sprake is van een samenhangend militair complex. Daarvoor hebben wij de volgende argumenten. Het Kruithuis heeft duidelijk een militaire functie. Aanvankelijk als kruitopslagplaats en vrij snel daarna als magazijn van militaire goederen en als munitiewerkplaats. Dit blijft tot 1874. Dan vervalt de vestingstatus en verliest het Kruithuis zijn militaire functie. Wanneer deze functie exact verdwijnt is niet te zeggen, maar dat moet zijn tussen 1874 en 1917. Want dan wordt het Kruithuis verhuurd aan een houtzagerij. Rond 1900 worden de woningen en de bakkerij opgericht. Wonen en het (industrieel) bakken van brood zijn typisch burgerlijke functies. Het feit dat de Staat der Nederlanden (Departement van Oorlog) deze functies binnenhaalt en vormgeeft op haar terrein, doet daar niets aan af. De Staat had net zo goed kunnen besluiten om het bakken van brood over te laten aan de burgerlijke sector, hetgeen later ook gebeurde. En de staat had het personeel net zo goed bij welke woningcorporatie dan ook kunnen laten huren. (Ook dat wordt later goed gebruik). Kortom: de functies die na 1874 aan het terrein worden toegevoegd, mogen niet gedefinieerd worden als typisch militaire functies. Het Departement van Oorlog moet in dit verband dan ook niet gezien worden als de organisatie die de verdediging van het land tot taak heeft, maar veel meer als economisch grondeigenaar. Hoogstwaarschijnlijk heeft het Departement uit economische overwegingen besloten om de gebouwen op te richten, immers als je een bakkerij of woningen op particuliere grond wil oprichten, zul je die grond moeten verwerven. Dat was waarschijnlijk ook wel gebeurd als niet deze grond al in eigendom van het departement was. De verhuur en verpachting van Kruithuis en exercitieterrein bevestigt deze economische motieven van het Departement. Aangezien het Departement kennelijk op dat moment niets anders wist te verzinnen om op het terrein te creëren, heeft zij de zaak verpacht aan de particuliere sector. Zou er sprake zijn geweest van een typisch militair complex, dan zouden burgerlijke functies (als een houtzagerij) zich nooit daarmee hebben kunnen verenigen.
Kruithuis en zijn omgeving
HBO+ Opleiding Restauratie
Aldus hebben wij aangetoond dat er geen sprake is van een samenhangend militair complex in de zin dat de verschillende gebouwen in functioneel opzicht bij elkaar zouden horen. Er is wel een andere samenhang te ontdekken, maar die is veeleer te vinden in de architectuur van de woningen en bakkerij op het terrein. Waarschijnlijk is alle bebouwing van rond 1900 ontworpen door een en dezelfde architect (overigens is onbekend wie dat was). De schrijver van de eerder aangehaalde publicatie van de Bond Heemschut 19 in 1942 hierover: "…een drietal militaire woningen en een militaire bakkerij met aanhoorigheden, alle in den afgrijselijken "Geniestijl" van die dagen gebouwd." Heden ten dage wordt over deze stijl, die overigens neo-renaissance is, geheel anders gedacht. Hoe het ook zij, de woningen en de bakkerij zijn onmiskenbaar in dezelfde tijd, maar ook in dezelfde stijl gebouwd en het zou ons niet verbazen dat er een en dezelfde architect aan de slag is geweest. Het Kruithuis zelf valt hier weer buiten, zodat we niet kunnen spreken van een samenhangend geheel, ook niet op het gebied van architectuur. Samenvattend komen wij tot de conclusie dat er geen sprake is van een samenhangend militair complex en dat de gebouwen van rond 1900 weliswaar een militaire signatuur hebben maar daar min of meer toevallig zijn neergezet en geen directe relatie hebben met het Kruithuis. De samenhang die er is, beperkt zich tot het feit dat het Departement van Oorlog economisch eigenaar van het kavel was.
19
Uitgave Heemschut nr. 21 d.d. juli 1942, pagina 129 t/m 132.
24
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
Bijlagen
Kruithuis en zijn omgeving
25
PTOleindingen
HBO+ Opleiding Restauratie
Literatuurlijst
"Het Kruithuis van 's-Hertogenbosch", A.van Drunen, 21 maart 1977. Gepubliceerd in bulletin KNOB (1977) pagina 200-215. "'s-Hertogenbosch, de geschiedenis van een Brabantse stad 1629 - 1990", redactie A.Vos, 1997 "Tussen Citadel en Kruithuis", historisch vooronderzoek van IBID d.d. januari 2000 "Het Kruithuis en zijn omgeving", H.Bruggeman, 1996, Stadsarchief 's-Hertogenbosch "Heemschut" nr. 21, juli 1942, pagina 129 t/m 132 "'s-Hertogenbosch cartografisch bekeken", redactie J.W.M.Timmermans, april 2001 "Oud 's-Hertogenbosch vanuit de lucht", R.v.d.Laar, 1997
Kruithuis en zijn omgeving
26