JAARVERsLAG 2008
Voor u ligt het jaarverslag over 2008 van het Nederlands Jeugdinstituut. Het omvat naast de jaarrekening en het bestuursverslag, waarin het gevoerde beleid wordt verantwoord, negen interviews met klanten en opdrachtgevers van het Nederlands Jeugdinstituut. Gezamenlijk geven deze interviews in woord en beeld een goede indruk van de samenwerking tussen ons kennisinstituut en de praktijk.
INHOUD Voorwoord
4
Doelstelling
6
Missie en kernwaarden
6
1
Het Nederlands Jeugdinstituut in 2008
8
2
Het Nederlands Jeugdinstituut in zijn maatschappelijke context
18
3
Kenniscentrum
22
4
Educatie & Opvang
32
5
Jeugdzorg & Opvoedhulp
34
6
Onderwijs & Jeugdzorg
36
7
Programma-implementatie & Training
46
8
Internationaal
48
9
Organisatie-ontwikkeling
49
10 Communicatie
58
11 Personeel en organisatie
60
12 Vooruitblik organisatieontwikkeling
61
13 Omzet, financiële resultaten en balans
62
Jaarrekening
68
Balans per 31 december 2008
68
Winst- en verliesrekening 2008
69
Kasstroomoverzicht 2008
70
Toelichting jaarrekening
71
Algemene toelichting
71
Toelichting balans
72
Toelichting winst- en verliesrekening
76
Overige gegevens
80
Gebeurtenissen na balansdatum
80
Accountantsverklaring
80
Bestemming resultaat
81
Productenoverzicht 2008
84
Medewerk(st)ers per 31 december 2008
92
JAARVERsLAG 2008
4
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord
Voorwoord 2008 is het tweede jaar in het bestaan van het Nederlands Jeugdinstituut. Het jaar waarin het inhoudelijk fundament van het instituut is gelegd. Missie, visie, profiel en kernwaarden van het Nederlands Jeugdinstituut zijn in juni 2008 gelijktijdig vastgesteld. De visie op opvoeden en opgroeien, en op onze rol als kennisinstituut voor de praktijk, is richtinggevend voor de missie, de positionering en de kernwaarden van het Nederlands Jeugdinstituut. De basis voor de visie en missie van het Nederlands Jeugdinstituut is te vinden in Het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind, met daarin onder meer het recht op leven, ontwikkeling, onderwijs, zorg, recreatie en participatie, bescherming tegen kindermishandeling en uitbuiting en verantwoordelijkheid van de ouders. Of, zoals door Unicef verwoord in het rapport Child Well-being in Rich Countries (2007):
“De echte status van een natie wordt bepaald door de aandacht die men heeft voor de kinderen: voor hun gezondheid en veiligheid, hun materiële welzijn, scholing en sociale aanpassing, hun gevoel van geliefd en gewaardeerd te worden en deel uit te maken van het gezin of de samenleving waarbinnen ze geboren zijn.” Wij ondersteunen alle betrokkenen bij het opvoe-
gebundeld. Zo verschenen over jeugd- en
den en opgroeien van kinderen door het
opvoedingsproblemen onder andere dossiers
ontwikkelen, bundelen, valideren, delen en
over angststoornissen, delinquentie, kindermis-
verspreiden van kennis voor en met de praktijk.
handeling, gedragsproblemen, multiprobleemge-
In 2008 hebben we vele activiteiten uitgevoerd
zinnen en opvoedvragen. Enkele voorbeelden van
die op dat doel zijn gericht, zoals u in dit
dossiers over ontwikkelingen in de jeugdsector
jaarverslag kunt lezen. Een paar activiteiten
zijn de brede school, Centra voor Jeugd en Gezin,
willen we eruit lichten.
professionalisering in de jeugdzorg en effectiviteit van jeugdinterventies (zie: www.nji.nl).
In de jeugdzorg wordt het belang van evidence based-werken, dat wil zeggen op basis van
Met een groot aantal partijen en partners is
bewezen effectiviteit van methodisch handelen,
door het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht
steeds meer onderschreven. In opdracht van het
van het ministerie voor Jeugd en Gezin gewerkt
ministerie voor Jeugd en Gezin is in samenwer-
aan de uitvoering van het Actieplan Professiona-
king met ZonMw en Centrum Jeugdgezondheid/
lisering Jeugdzorg.
RIVM gewerkt aan de ontwikkeling, het beheer en de verspreiding van kennis over dit onder-
In 2008 is in opdracht van het ministerie voor
werp. Het Kenniscentrum van het Nederlands
Jeugd en Gezin een groot driejarig project
Jeugdinstituut heeft zich ontwikkeld tot
gestart, gericht op de aanpak van kindermishan-
nationale kennisbank op dit terrein (zie: www.
deling in heel Nederland.
jeugdinterventies.nl). Daarnaast heeft het Nederlands Jeugdinstituut de ontwikkeling van
In opdracht van het ministerie van OCW is de
evidence based-werken en het werken aan
ondersteuning van de ontwikkeling van zorg- en
practice based evidence op veel plaatsen in
adviesteams (zat’s) gecontinueerd en van
Nederland ondersteund, onder andere door het
kwaliteitsteams voor sociale veiligheid in het
organiseren van het Samenwerkingsverband
onderwijs ter hand genomen.
Effectieve Jeugdzorg Nederland, waarin we samenwerken met jeugdzorginstellingen en onderzoekers.
Het Nederlands Jeugdinstituut wil niet alleen het kennisinstituut voor de jeugdzorg zijn, maar voor allen die bij de ontwikkeling en opvoeding
Het Kenniscentrum is in 2008 begonnen met
van de jeugd zijn betrokken, dus ook voor
de publicatie van digitale themadossiers, waarin
werkers in de pedagogische basisvoorzieningen.
kennis over jeugd- en opvoedingsproblemen en
Daartoe hebben we onder andere in 2008 in
over ontwikkelingen in de jeugdsector wordt
samenwerking met SCO/Kohstamm Instituut en
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord
Sardes het expertisecentrum ontwikkeling,
nale) samenleving en ontwikkelingssamenwer-
opvang en onderwijs 0 -12 jaar (EC O3) opgericht
king wordt vergroot.
met als doel het bevorderen van kennisontwikkeling, -bundeling en -verspreiding over de
Wij werken er hard aan ons werk nog beter,
ontwikkeling en opvoeding van kinderen in
effectiever en samenhangender te doen. Onze
opvangvoorzieningen en het onderwijs. Ook is
interactie en samenwerking met het veld van
ondersteuning gegeven aan de ontwikkeling van
professionals en instellingen kan nog beter. We
de brede school in gemeenten en de implementa-
investeren daarom veel in effectievere communi-
tie van evidence based-methoden als Kaleido-
catie, zoals in de mogelijkheden van internet.
scoop, Stapprogramma’s en Communities that care.
Een woord van dank is op zijn plaats voor al onze medewerkers, die in 2008 een wezenlijke
In 2008 is het Nederlands Jeugdinstituut
bijdrage leverden aan een sterke omzetgroei en
betrokken bij tal van landelijke en regionale
een hoge productie. Ook zijn wij dank verschul-
initiatieven rond de ontwikkeling van Centra
digd aan al onze opdrachtgevers, partners en
voor Jeugd en Gezin. In dat kader heeft ook het
gebruikers, die ons geholpen hebben onze koers
programma Triple P (Positive Parenting
en resultaten te verbeteren.
Program) dat door het Nederlands Jeugdinstituut in Nederland wordt verspreid, een hoge
Aan het einde van het jaar beginnen de donkere
vlucht genomen. Triple P is bij uitstek geschikt
wolken van de financiële en economische crisis
voor de ontwikkeling van een doorgaande lijn of
zich samen te pakken. Hoewel dit ongetwijfeld
keten voor de aanpak van algemene, lichte en
effect zal hebben op de ontwikkeling op middel-
zware pedagogische problemen in gezinnen. In
lange termijn van het Nederlands Jeugdinstituut,
verschillende regio’s zijn wij daarmee actief.
is dat effect in eerste instantie nog niet zichtbaar. 2008 was een jaar van sterke groei in omzet,
Het Nederlands Jeugdinstituut is in 2008 op
organisatie en werkzaamheden, en vooralsnog
verzoek van het ministerie voor Jeugd en Gezin
lijkt dat ook in 2009 het geval. Voorspelbaar is
gestart met het programmeren van activiteiten
dat deze crisis zal leiden tot meer ‘opvoedings-
onder de noemers Diversiteit in jeugdbeleid (in
stress’ in gezinnen en ook voor bepaalde groepen
samenwerking met ZonMw) en Gezinsbeleid.
jongeren hard zal aankomen. Des te belangrijker is het te blijven investeren in kennis voor de
De internationale afdeling werkt aan internati-
praktijk van ontwikkeling en opvoeding.
onale kennisuitwisseling, maar heeft ook twee grote subsidieprogramma’s uitgevoerd: Youth in
Kees Bakker
action en Xplore, waarmee de participatie en
Nelleke Groenewegen
betrokkenheid van jongeren bij de (internatio-
Raad van Bestuur Nederlands Jeugdinstituut
5
6
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Doelstelling / Missie en kernwaarden
Doelstelling Het Nederlands Jeugdinstituut is gevestigd te Utrecht. De stichting heeft tot doel het bevorderen van: de optimale ontwikkeling van jeugdigen en van de sociale en pedagogische context waarin zij leven; effectieve preventie, zorg en behandeling van ontwikkelings- en opvoedingsproblemen; professionalisering en kwaliteitsverbetering van de jeugd- en opvoedingssector.
Missie en kernwaarden Wat is het Nederlands Jeugdinstituut? Het Nederlands Jeugdinstituut is het landelijk
Voor wie doen we het? Het Nederlands Jeugdinstituut werkt voor
kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraag-
beleidsmakers, staffunctionarissen en beroeps-
stukken. Het Nederlands Jeugdinstituut is
krachten in de sector jeugd en opvoeding. Wij
gestart op 1 januari 2007. 2008 is dus het tweede
maken kennis beschikbaar voor de praktijk, maar
jaar in het bestaan van het Nederlands Jeugdin-
genereren ook kennisvragen vanuit de praktijk.
stituut.
Op die manier wordt een kenniscyclus georganiseerd, die de jeugdsector helpt het probleemop-
Wat is onze rol? Onze bestaansgrond ligt in het streven naar
lossend vermogen te vergroten en de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening te verbeteren.
een gezonde ontwikkeling van jeugdigen, en verbetering van de sociale en pedagogische
Hoe werken wij?
kwaliteit van de omgeving waarin zij leven. Om
Bij de uitvoering van onze werkzaamheden
dat te kunnen bereiken is kennis nodig. Kennis
gaan wij uit van de kernwaarden gezaghebbend
waarmee de kwaliteit en effectiviteit van de
(gebaseerd op kennis en onafhankelijkheid),
jeugd- en opvoedingssector kan verbeteren.
praktijkgericht (onze kennis moet toepasbaar
Kennis van de normale ontwikkeling en opvoe-
zijn in de praktijk), interactief (we willen
ding van jeugdigen, preventie en behandeling
samenwerken, kennis delen en netwerken
van opvoedings- en opgroeiproblemen, effectieve
ontwikkelen, nationaal èn internationaal) en
werkwijzen en programma’s, professionalisering
innovatief (we beschikken over de nieuwste
en stelsel- en ketenvraagstukken. Het Neder-
inzichten, we werken met vernieuwende
lands Jeugdinstituut ontwikkelt, beheert en
werkwijzen).
implementeert die kennis.
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Doelstelling / Missie en kernwaarden
7
8
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Het Nederlands Jeugdinstituut in 2008
1
Het Nederlands Jeugd instituut in 2008 2008 is voor het Nederlands Jeugdinstituut het jaar waarin het inhoudelijk fundament van het instituut is gelegd. Missie, visie en kernwaarden van het Nederlands Jeugdinstituut zijn gelijktijdig in juni 2008 vastgesteld. De visie op opvoeden en opgroeien, en op onze rol als kennisinstituut voor de praktijk, is richtinggevend voor de missie, positionering en kernwaarden van het Nederlands Jeugdinstituut.
Een belangrijke keuze binnen dat inhoudelijk fundament is dat het Nederlands Jeugdinstituut zich richt op zowel kennis van de ‘gezonde’ opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren, als ook op kennis van preventie, zorg en bescherming bij opvoedings- en opgroeiproblemen. Het eerste speelt zich veelal af binnen het gezin en binnen pedagogische basisvoorzieningen als kinderopvang, brede school, jeugdwelzijnswerk, sport en buurtvoorzieningen. Het tweede gaat over vraagstukken van effectieve preventie en zorg in de jeugdzorg, jeugdbescherming en voorzieningen op het snijvlak van jeugdzorg en onderwijs of gezondheidszorg. Beide onderdelen maken deel uit van hetzelfde continuüm van vraagstukken waarvoor de jeugd- en opvoedingssector zich gesteld ziet.
Het Nederlands Jeugdinstituut kiest voor het profiel van een publieke kennisinstelling in een gemengd stelsel met zowel publieke als private financiering. Dit profiel beantwoordt aan een gebleken behoefte aan een instituut dat ordent, stabiliteit brengt en bouwt aan een kennisbestand voor de jeugd- en opvoedingssector in Nederland. Inzichten uit de praktijk krijgen, evenzeer als de wetenschap, een plaats binnen het kennisdomein van het Nederlands Jeugdinstituut, dat zich
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Het Nederlands Jeugdinstituut in 2008
zowel richt op kennis van bewezen effectieve
Jeugdinstituut bij aan de opbouw van een goede
interventies (evidence based) als op inzichten die
kenniscyclus van ontwikkeling, beheer en
in de praktijk geworteld zijn (practice based).
implementatie van kennis, waardoor de jeugdsector het karakter krijgt van collectief lerende
De wijze waarop het Nederlands Jeugdinstituut
organisaties.
zijn missie en visie uitvoert, is vervat in een viertal kernwaarden: gezaghebbend, innovatief, praktijkgericht
Om vanuit het inhoudelijk fundament van het
en interactief. Aan kennis, die altijd up-to-date en
Nederlands Jeugdinstituut een levendige
gevalideerd is, ontleent het Nederlands Jeugdin-
verbinding te leggen naar de praktijk, werken de
stituut zijn gezag. Evenals aan zijn onafhanke-
afdelingen van het instituut in matrixverband
lijke opstelling: het Nederlands Jeugdinstituut is
aan drie programmalijnen, die samen de
geen belangenorganisatie en heeft geen commer-
belangrijkste thema’s in de jeugdsector van
cieel belang. Maar de visie van het Nederlands
vandaag aangeven: de pedagogische basisinfra-
Jeugdinstituut op het belang van kennis voor een
structuur, (lichtere) hulp in eigen omgeving en
lerende sector betekent dat die kennis ook
effectieve jeugdzorg.
geëxpliciteerd en toepasbaar gemaakt moet worden voor de praktijk, dat we laagdrempelig en toegankelijk zijn, gericht op kennisdelen en netwerkontwikkeling. En natuurlijk beschikken over de nieuwste inzichten en betrokken zijn bij vernieuwingen in de praktijk. Op die manier dragen de kernwaarden van het Nederlands
9
10
‘E en belangrijke stap in de bestrijding van kindermishandeling’ Alexandra Bordewijk Adviseur jeugd bij Spectrum CMO Gelderland
Alexandra Bordewijk is adviseur jeugd bij Spectrum CMO Gelderland, een instelling die gemeenten en organisaties ondersteunt bij de aanpak van maatschappelijke vragen, van jeugd tot ouderen. Namens het Nederlands Jeugdinstituut adviseert zij tevens bij de implementatie van de Regionale Aanpak Kindermishandeling in Gelderland en Overijssel.
De Regionale Aanpak Kindermishandeling is gemodelleerd naar die van de Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling (RAAK) van Dries van Dantzig en focust vooral op het voorkómen en tijdig signaleren van kindermishandeling. In april vorig jaar hebben minister Rouvoet van Jeugd en Gezin, de centrumgemeenten en provincies met elkaar afgesproken om de Regionale Aanpak Kindermishandeling in alle 35 regio’s van Nederland voortvarend in te voeren. Als implementatieadviseur ondersteun ik de gemeenten en regiocoördinatoren gedurende de gehele projectperiode, van 2008 tot 2010. De regionale coördinatoren zijn begonnen met het maken van een startfoto van de situatie. Er wordt in beeld gebracht wat er in de regio al goed geregeld is rond de preventie en aanpak kindermishandeling en wat nog niet. Vervolgens stelt hij of zij een werkplan op waarin staat wat er moet gebeuren om tot effectieve preventie en bestrijding te komen. scholing en regionale samenwerking krijgen daarbinnen bijzondere aandacht. Daarna zet de regiocoördinator samen met de betrokken gemeenten en organisaties de actiepunten in gang. Voor het Nederlands Jeugdinstituut en de implementatieadviseurs is het vooral belangrijk om alle betrokkenen te laten ervaren dat we met elkaar in heel Nederland een belangrijke stap voorwaarts zetten in de bestrijding van kindermishandeling. Vanuit de verontrusting rond dit onderwerp is de tijd nu rijp om het niet te laten bij woorden, maar vooral over te gaan tot daden.”
‘In april vorig jaar hebben minister Rouvoet van Jeugd en Gezin, de centrumgemeenten en provincies met elkaar afgesproken om de Regionale Aanpak Kindermishandeling in alle 35 regio’s van Nederland voortvarend in te voeren.’
‘ Vanuit de verontrusting rond dit onderwerp is de tijd nu rijp om het niet te laten bij woorden, maar vooral over te gaan tot daden.’
‘D e relaties van het kind staan centraal’ Job van Velsen
‘De brede school mag zich verheugen in een sterk toenemende populariteit.’
Job van Velsen is pionier op het gebied van een geïntegreerde benadering van opgroeiende kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. Hij stond aan de wieg van twee brede scholen in Almere, ontwikkelde het Etutorium-concept en ondersteunt vanuit zijn bureau Etuconsult woningcorporatie Ymere bij de maatschappelijke versterking van de wijken waarin zij actief is. Daarnaast is hij als adviseur werkzaam voor het Netwerkbureau kinderopvang en als projectleider voor het Steunpunt Brede Scholen.
“Al dertig jaar woon en werk ik in Almere. Ik ben vooral actief geweest in het onderwijs en ben betrokken geweest bij de oprichting van basisschool De Hasselbraam en Het Meesterwerk. Beide scholen zijn te typeren als brede school, waarbij Het Meesterwerk vanuit visie de diepte ingaat als brede school, als
“Iedere school is weer anders, iedere wijk waarin de school functioneert is anders. Het
“leerplaats”. De brede school mag zich verheugen in een sterk toenemende populariteit. Het idee erachter is meer
Nederlands Jeugdinstituut onderkent dat
dan een combinatie van verschillende functies die
door met praktische oplossingen te komen.”
zich op het opgroeiende kind richten. In de vele jaren dat ik in het onderwijs actief ben geweest heb ik samen met andere professionals een visie ontwikkeld op de ideale omstandigheden voor het opgroeiende kind. Daaruit is een concept voortgekomen dat we Etutorium hebben genoemd. Etutorium is gestoeld op het principe van relaties. Het kind onderhoudt relaties met de wereld om hem of haar heen. Vanuit die gedachte wil Etutorium het kind een wereld aan mogelijkheden bieden die varieert van onderwijs tot creatieve vorming en sportieve ontwikkeling. Die zienswijze heeft ook consequenties voor het dagritme. In de traditionele omgeving gaat een kind eerst naar school en daarna naar de sportvereniging of de muziekschool. Etutorium streeft een meer gebalanceerd dagritme na. Veel elementen van dat concept hebben we in Het Meesterwerk in Almere gerealiseerd. Op die manier bieden brede scholen kansen tot inhoudelijke vernieuwing van het onderwijs. Maak mensen zelf eigenaar. Dat geldt voor kinderen ten aanzien van hun toekomst, maar ook voor scholen als het gaat om vernieuwing. Dan kom je tot duurzame oplossingen. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunt de brede scholen door het doen van onderzoek en het samenbrengen van de juiste partijen. Iedere school is weer anders, iedere wijk waarin de school functioneert is anders. Het Nederlands Jeugdinstituut onderkent dat door met praktische oplossingen te komen. Ymere investeert daar ook in, omdat het de wijken versterkt. Er is nog een wereld te winnen, maar je ziet dat de aanpak werkt en dat inspireert enorm.”
18
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Het Nederlands Jeugdinstituut in zijn maatschappelijke context
2
Het Nederlands Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context Maatschappelijk gezien is het jeugdbeleid de afgelopen jaren hoger op de agenda komen te staan. steeds beter wordt ingezien wat het belang is van kinderopvang, opvoedingsondersteuning, gezinsbeleid en jeugdzorg voor de toekomst van onze jeugd, en daarmee van onze hele samenleving. Het belang van gezonde opvoeding en optimale
vragen samengebracht in de programmalijn
ontwikkeling van jeugdigen kan nauwelijks
pedagogische basisinfrastructuur. Het doel van
genoeg aandacht krijgen. De samenleving
deze programmalijn is om kennis en praktijk
individualiseert; van oudsher ondersteunende
samen te laten werken aan een sterke pedagogi-
verbanden als familie, kerk en buurt hebben
sche basis.
minder invloed. Tegelijk verlengt de jeugdfase doordat jongeren langer naar school gaan en
Preventie van problemen is een belangrijk
later aan gezinsvorming beginnen. Opvoeden
instrument om de nog steeds groeiende stroom
wordt daardoor complexer. De gevoeligheid van
aanmeldingen voor de jeugdzorg te laten
het proces voor ‘storingen’ en uitval neemt toe.
afnemen. Het Nederlands Jeugdinstituut wijst
Deze maatschappelijke ontwikkelingen vragen om
daar ook in 2008 regelmatig op. Verergering van
nieuwe, moderne opvoedingsarrangementen en een
problemen kan vaak worden voorkomen door
goede pedagogische begeleiding van kinderen en
adequate opvoedingsondersteuning of hulp in de
jongeren om gezonde opvoeding en ontwikkeling te
eigen omgeving. Laagdrempelige voorzieningen
bevorderen en uitval te voorkomen.
waarin jeugdgezondheidszorg, psychosociale ondersteuning en goede toeleiding naar andere
Kinderen groeien in belangrijke mate op in het
voorzieningen samenkomen, kunnen daarin een
gezin, maar bezoeken ook voorzieningen als
wezenlijke rol spelen. Binnen het Nederlands
kinderopvang, naschoolse opvang, onderwijs,
Jeugdinstituut is ook de aandacht voor opvoe-
sportvoorzieningen enzovoort. Daarnaast zien we
dingsondersteuning en hulp in eigen omgeving
in Nederland steeds meer zogenaamde brede
samengebracht binnen een programmalijn.
scholen, waarin tal van voorzieningen voor kind
Daarbinnen passen ook de inspanningen gericht
en buurt bijeen zijn gebracht. Deze samenwer-
op het tot stand komen van Centra voor Jeugd en
kingsvorm richt de aandacht volop op het belang
Gezin en zorg- en adviesteams.
van samenhang, uitwisseling en afstemming tussen binnen- en buitenschoolse voorzieningen. De steeds belangrijker wordende bijdrage die
In 2008 komen ook de eerste lokale Centra voor Jeugd en Gezin tot stand.
vanuit dit hele scala aan voorzieningen wordt
De centra bieden preventie, advies, ondersteu-
geleverd aan de opvoeding en het opgroeien van
ning, signalering en lichte hulp. Bij zwaardere
kinderen en jeugdigen roept vele kennisvragen
problemen of ingewikkelde hulpvragen coördine-
op. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft die
ren de centra de benodigde hulp en verwijzen ze
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Het Nederlands Jeugdinstituut in zijn maatschappelijke context
19
20
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Het Nederlands Jeugdinstituut in zijn maatschappelijke context
door. De komst van het programmaministerie en
jeugdzorg is de derde programmalijn van het
de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin
Nederlands Jeugdinstituut.
markeren een ontwikkeling waarbij opvoedingsondersteuning is uitgegroeid tot een belangrijke
Die effectiviteit heeft verschillende aspecten. Zo
peiler van het rijksbeleid. Het Nederlands
kan worden vastgesteld welke interventies
Jeugdinstituut juicht deze ontwikkeling toe. Het
volgens onderzoek effectief zijn in het aanpakken
sluit ook goed aan op de bovengenoemde
van problemen. Het Nederlands Jeugdinstituut
programmalijn, gericht op opvoedingsondersteu-
beheert een databank met effectieve jeugdinter-
ning en hulp in eigen omgeving.
venties, die informatie bevat over programma’s voor ondersteuning, preventie, behandeling en
In veel gevallen zijn vroegsignalering, opvoe-
sancties. De interventies zijn op zijn minst
dingsondersteuning en hulp in de eigen omge-
theoretisch goed onderbouwd. Uiteraard is het
ving effectief in het voorkomen van ernstige
van belang dat er in de praktijk ook gewerkt
problemen of stoornissen.
wordt met goede interventies en programma’s.
Er zijn echter ook situaties in het proces van opgroeien
De effectiviteit van het professionele handelen is
die zo zwaar uit balans zijn dat hulp in de eigen
daarmee een volgend aspect van effectiviteit. Tot
omgeving te kort schiet. Zwaardere ingrepen zoals
slot zal ook de organisatie van de zorgketen
uithuisplaatsing, tehuisopvoeding of behande-
effectief moeten zijn. Ook keten- en stelselvraag-
ling van ouders of kinderen zijn dan noodzake-
stukken behoren daarmee tot het werkterrein
lijk. Jeugdzorg zal daarom noodzakelijk blijven.
van de programmalijn effectieve jeugdzorg.
In 2008 staat de jeugdzorg volop in de belangstelling, onder meer door het nog steeds
Het Nederlands Jeugdinstituut wil rond het
toenemende beroep erop. Sluitende en effectieve
hierboven beschreven kennisdomein, dat niets
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Het Nederlands Jeugdinstituut in zijn maatschappelijke context
Programmastijlen
1. Werkwijzen,
2. Professionalise-
3. Stelsel- en
interventies
ringsvraagstukken
ketenvraagstukken
Kennisontwikkeling en -implementatie
Educatie & Opvang
Jeugdzorg & Opvoedhulp
Onderwijs & Jeugdzorg
Kennisbeheer Kenniscentrum
Ontwikkeling,
i.s.m.
opvoeding algemeen
Internationaal
1. Pedagogische basisinfrastructuur
Preventie, zorg, bescherming
Programmaimplementatie en
2. Centra voor jeugd en gezin
Training Preventie, zorg, Internationaal
bescherming 3. Effectieve jeugdzorg
anders is dan een structurering van alle relevante
kennisinstituut en de praktijkafdelingen, tussen
en actuele thema’s in de sector jeugd en opvoe-
evidence based en practice based kennis. In
ding, een sluitende kenniscyclus organiseren.
2008 is met de vaststelling van drie programma-
Daarbij zal, zoals hierboven al gesteld, zowel
lijnen de basis gelegd voor een matrixorganisa-
gevalideerde kennis (evidence based) van
tie. In 2009 zal de uitwerking daarvan haar
effectief gebleken interventies naar de praktijk
beslag krijgen.
worden geleid, als in de praktijk gewortelde kennis (practice based) in de kennisbeheerfunctie worden ondergebracht.
Het kenniscentrum en de praktijkafdelingen van het Nederlands Jeugdinstituut vormen daarmee twee gelijkwaardige stromen in het cyclisch kennisproces van het instituut. In de bovenstaande illustratie is het kennisdomein van het Nederlands Jeugdinstituut schematisch weergegeven. De keuze voor het werken met drie programmalijnen heeft vanzelfsprekend verstrekkende gevolgen voor de inrichting van de organisatie. Doordat de programmalijnen als een soort ‘satépen’ door de verschillende onderdelen van het Nederlands Jeugdinstituut heenlopen, wordt een doorlopend verkeer georganiseerd tussen het
21
22
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Kenniscentrum
3
Kenniscentrum De hoofdtaak van het kenniscentrum van het Nederlands Jeugdinstituut is de verzameling, validering, verrijking en verspreiding van publieke kennis over en voor de sector. Het kenniscentrum ontwikkelt zich tot de kennisbank voor de Nederlandse jeugdsector. Het vormt een brug tussen praktijk en theorie, door enerzijds bewezen inzichten te vertalen naar de praktijk en anderzijds impliciete praktijkkennis te systematiseren. Het uitgangspunt is het belang van kinderen en jongeren en de voorzieningen voor hen: geen wetenschap omwille van de wetenschap, maar kennis die ertoe doet voor de beroepspraktijk in de jeugdsector. Opdrachtgever is het ministerie van Jeugd en Gezin.
De activiteiten van het kenniscentrum zijn georganiseerd langs drie lijnen, te weten
toegankelijk. Ze bevatten rond de belangrijkste kennisthema’s alle beschikbare informatie over
‘instrumenten en interventies’; ‘professionalise-
prevalentie, signalering, werkzame principes en
ring’ en ‘keten- en stelselvraagstukken’. In deze
interventies. Vaak geraadpleegd worden de
lijnen zijn de belangrijkste kennisvragen over de
dossiers over ADHD, Centra voor Jeugd en
kwaliteit van de sector geclusterd. Daarnaast zijn
Gezin, gedragsstoornissen, kindermishandeling,
er twee algemene onderdelen van het kenniscen-
effectiviteit van jeugdinterventies en opvoedvra-
trum, namelijk de internationale kennisuitwisse-
gen. Door de presentatie van deze uitgebreide en
ling en de informatievoorziening.
toegankelijke kennisdossiers worden uiteenlopende kennisvragen uit de samenleving en uit de
Praktijkinformatie over interventies, onderzoek
beroepspraktijk op een samenhangende manier
en instrumenten wordt aangeboden via een
beantwoord.
drietal databanken: de Databank Instrumenten, Richtlijnen en Kwaliteitsstandaarden (DIRK), de
De ontwikkelingen in de jeugdzorg vragen om
Databank Nederlands Onderzoek Jeugd en
duidelijke competenties waarover beroepskrach-
Opvoeding (NOJO) en de Databank Effectieve
ten moeten beschikken. Ook moet duidelijk zijn
Jeugdinterventies (DEI). De laatste databank
hoe die competenties verworven kunnen worden
bevat informatie over programma’s voor
in opleidingen en door bij- en nascholing, hoe ze
ondersteuning, preventie en behandeling die op
gewaarborgd kunnen worden in het dagelijks
zijn minst theoretisch goed onderbouwd zijn.
werk en versterkt door beroepsverenigingen.
Een onafhankelijke commissie beoordeelt deze interventies op effectiviteit, een logisch gevolg
Nu is er nog een uitval van één op de acht professionals in het eerste werkjaar.
van het toenemend streven naar meer ‘bewezen
Het ‘Actieplan Professionalisering in de Jeugd-
effectief’ werken. De Erkenningscommissie
zorg’ wil beroepskrachten in de jeugdzorg een
Jeugdinterventies, geformeerd uit drie panels
professioneel kader verschaffen waarbinnen zij
van deskundigen (jeugdzorg, jeugdgezondheids-
hun taken kunnen vervullen. Daarvoor is het
zorg en jeugdwelzijn), bereikt in 2008 overeen-
nodig de kwaliteiten van beroepskrachten onder
stemming over één set van criteria voor de
te brengen in een beroepenstructuur en in
beoordeling van de ‘bewezen effectiviteit’ van
beroepsregisters, verder te ontwikkelen in
deze interventies.
opleiding en bijscholing, te waarborgen door
Voor het kenniscentrum van het Nederlands
competentieontwikkeling en vanuit versterkte
Jeugdinstituut is 2008 ‘het jaar van de kennisdossiers’.
beroepsverenigingen te voorzien van een
Stond in het voorafgaande jaar nog de opbouw
sanctioneerbare beroepscode. In 2008 zijn
van het centrum en zijn databanken centraal, in
vanuit het actieplan vele activiteiten uitgevoerd
2008 steekt het kenniscentrum veel energie in de
door de projectpartners. Zo heeft Movisie in
opbouw van dossiers rondom specifieke onder-
samenwerking met het Nederlands Jeugdinsti-
werpen. Deze dossiers zijn voor iedereen via de
tuut twee profielen ontwikkeld voor beroepsvari-
website van het Nederlands Jeugdinstituut
anten in de jeugdzorg, te weten het profiel voor
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Kenniscentrum
de jeugdzorgwerker en het profiel voor de gedragswetenschapper in de jeugdzorg. De databank na- en bijscholing is in de steigers gezet. Het Nederlands Jeugdinstituut is verantwoordelijk voor de programmacoördinatie en voor de ondersteuning van de stuurgroep van het actieplan. In 2008 gaat na de nodige voorbereiding het Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0 tot 12-jarigen (ECO3) van start. ECO3 is een initiatief van het Nederlands Jeugdinstituut, het SCO-Kohnstamm Instituut en Sardes. Het doel van dit expertisecentrum is het bevorderen, bundelen en verspreiden van kennis over de ontwikkeling en opvang van en onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.
Kennis uit wetenschappelijk onderzoek wordt vertaald naar de praktijk, zodat het toegankelijk wordt voor professionals en managers in de jeugdsector. ECO3 fungeert ook als verzamelplek voor praktijkgerichte onderzoeksvragen die in het werkveld leven en koppelt deze terug naar de wetenschap. Zo worden wetenschap, praktijk en beleid verbonden. De inhoudelijke verzorging van veel communicatiemiddelen van het Nederlands Jeugdinstituut gebeurt door het kenniscentrum. Dat geldt voor de redactie van het verdiepingstijdschrift Jeugd en Co Kennis, voor het grootste deel van de website van het Nederlands Jeugdinstituut en ook voor de wekelijkse nieuwsbrief Jeugd, die inmiddels aan ruim 14.000 lezers wordt gemaild en daarmee het grootste nieuwsmedium voor de jeugdsector is in Nederland. In de programmering van het kenniscentrum is tot slot een beperkte ruimte gereserveerd om in te gaan op uiteenlopende vragen die ontstaan bij veldpartijen in de jeugdsector. In 2008 wordt bijvoorbeeld een boekje geschreven met als titel ‘Meer dan de som der delen, voorbeelden van succesvolle samenwerking tussen jeugdzorg en Jeugd-GGZ’.
23
‘Triple P hanteert een positieve benadering’ Karin de Vries Hulpverlener Regionaal Ambulant Team bij jeugdhulpverleningsorganisatie Spirit in Amsterdam-Noord.
Karin de Vries is hulpverlener Regionaal Ambulant Team bij jeugdhulpverleningsorganisatie Spirit in Amsterdam-Noord.
“De naam ‘Triple P’ staat voor positief pedago-
geluisterd en schreeuwen ouders en kinderen alleen
gisch programma. Het oorspronkelijk Australische
nog maar naar elkaar. Met Triple P werken we aan
programma voor opvoedingsondersteuning is
het verbeteren van het onderlinge contact. Een
bedoeld voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar.
kind met ADHD blijft ADHD hebben, maar we zien
Triple P is een laagdrempelig, integraal programma
geregeld dat ouders beter in staat zijn ermee om te
met als doel emotionele en gedragsproblemen bij
gaan. Dat geeft zekerheid en de positieve reacties
kinderen te herkennen en competent ouderschap te
zijn geweldig. We hebben er een aantal genoteerd
bevorderen door een positieve benadering.
in het kader van effectmeting: ‘Ik ga met een gerust
Wat mij zo bevalt aan Triple P is dat het een ba-
hart naar bed en sta vrolijk weer op’, zei iemand. En:
sisprogramma is waarmee je meerdere kanten op
‘het geeft zo veel meer rust als ik niet schreeuw’. Of:
kunt. Onze cliënten – ouders – worden in de regel
‘de sfeer in huis is vele malen beter’.
doorverwezen door Bureau Jeugdzorg. Wij gaan dan
Het Nederlands Jeugdinstituut verzorgt de training
kijken welke begeleiding het beste bij ze past. soms
van hulpverleners die met het programma willen
is een groepsprogramma beter, vaak worden ouders
werken. Zelf werk ik er inmiddels een jaar of twee
echter individueel begeleid.
mee. Ik ben nog getraind door Australiërs, maar dat
Centraal staat de omgang met het kind: heb je posi-
is nu dus verleden tijd. Het Nederlands Jeugdinsti-
tief contact, hoe praat je met je kind, dat is de basis.
tuut besteedt ook veel aandacht aan intervisie en
Die aanpak geeft ouders zekerheid in de omgang
de uitwisseling van ervaringen. Op die manier kan
met hun kinderen en dat geeft de kinderen ook weer
de methode voortdurend worden verbeterd en op de
houvast. Ouders worden weer voorspelbaar en dat
Nederlandse situatie worden toegespitst. De wis-
geeft een veilig gevoel.
selwerking tussen het Nederlands Jeugdinstituut en
Vaak is de situatie thuis geëscaleerd; wordt er niet
de praktijk is heel sterk, dat werkt prettig.”
‘Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te herkennen en competent ouderschap te bevorderen door een positieve benadering.’
‘D e wisselwerking tussen het Nederlands Jeugdinstituut en de praktijk is heel sterk, dat werkt prettig.’
‘H et is geweldig om te zien dat deze aanpak werkt’ Jurgen Hanemaaijer is een van de initiatiefnemers van Battle of the West.
‘H et is belangrijk dat zij een geluid horen van hun eigen generatie.’
Jurgen Hanemaaijer is een van de initiatiefnemers van Battle of the West, een dansen drugspreventie-project in de regio Leiden dat jongeren wil mobiliseren om een cool dance-project neer te zetten.
“Het oorspronkelijke idee is in 2006 ontstaan vanuit een kerk. Een groep Leidse jongeren wilde laten zien dat het ook mogelijk is om zonder drank en drugs te kunnen feesten en plezier te maken. Ik heb zelf een broertje dat met verslavingsproblemen te kampen heeft gehad. Dat heeft me enorm geraakt en aangezet om niet alleen te praten maar ook iets te doen. Het is belangrijk dat zij een geluid horen van hun eigen generatie. Het is mijn persoonlijke missie geworden om jongeren hiervoor te mobiliseren. De Battle of the West is inmiddels vijf keer hebben georganiseerd, volledig op vrijwillige basis. Iedereen die meedoet in de organisatie weet waarvoor we het doen en wordt uitgedaagd om zijn creatieve en artistieke talenten in te zetten. We proberen jongeren uit te dagen om te durven spreken waar iedereen zwijgt. We stimuleren zo een sfeer om te zeggen waar het aan schort en te vechten voor het leven van vrienden, klasgenoten en familie. Concreet doen we dit door een initiatief aan te bieden waarbij we een gezonde en coole standaard neerzetten en als het moet tegen de stroom ingaan. Dat is waar de Battle of the West om draait. De Battle of the West is daarom niet alleen een dans evenement, maar een veelzijdig preventieproject met activiteiten op school, op straat, in de stad en
‘We proberen jongeren uit te dagen om te
als creatief platform voor jongeren om zich te uiten.
durven spreken waar iedereen zwijgt. We
vingszorginstelling Winnersway, stichting Voorkom,
In dit initiatief worden we gesteund door versla-
stimuleren zo een sfeer om te zeggen waar
het Nederlands Jeugdinstituut en Outreach Center
het aan schort en te vechten voor het leven
Vanaf 2007 worden we gesteund door Youth in
van vrienden, klasgenoten en familie.’
Nederland. Action, een subsidieprogramma van de Europese Commissie dat in Nederland wordt uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut. In november 2008 hebben we als project de European Drug Prevention Prize 2008 in ontvangst mogen nemen tijdens een Conferentie over het Europese drugsbeleid in de stad Warschau. Deze stimuleringsprijs werd uitgeloofd door de Pompidou Group, een afdeling van de Raad van Europa. Het is geweldig om te zien dat deze aanpak aanslaat onder jongeren en het stimuleert enorm om het initiatief op een hoger plan te brengen.”
32
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Educatie & Opvang
4
Educatie & Opvang
buitenschoolse opvang. De speelzaaltraining Laten spelen is een vak is geschikt gemaakt voor kindercentra. De uitgave Pedagogische kwaliteit op orde is toegeschreven naar de peuterspeelzaalpraktijk en het materiaal van Werken aan welbevinden is aangevuld met een train-de-trainersmap. Met dergelijke werkzaamheden draagt de afdeling bij aan wederzijds begrip, het gebruik
De afdeling Educatie & Opvang werkt aan onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning op het gebied van de pedagogische basisinfrastructuur. Het doel is de toerusting van professionals, die als medeopvoeders werken aan de gezonde, normale ontwikkeling en socialisatie van kinderen en jongeren en aan de condities die daarvoor nodig zijn. Deze professionals werken in peuterspeelzalen, (brede) scholen, de kinderopvang en het jeugdwelzijnswerk. De activiteiten van de afdeling zijn gericht op professionals en op stafmedewerkers en leidinggevenden, opleiders, overheden en organisaties die het werk van deze professionals ondersteunen.
van eenzelfde terminologie en toegang tot dezelfde methoden. Dit is niet alleen van belang in het kader van de harmonisatie tussen kinderopvang en speelzaalwerk, maar versterkt ook de positie van de sector ten opzichte van (toekomstige) samenwerkingspartners in onderwijs en jeugdwelzijn. Door middel van onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning draagt Educatie & Opvang in 2008 verder bij aan kwaliteitsontwikkeling op een aantal terreinen. Voorbeelden van opdrachten in 2008 wordt hieronder weergegeven. Eén van die terreinen is de brede school.
Educatie & Opvang richt zich er in 2008 vooral op
Educatie & Opvang treedt in de gemeente Almere
om kennis van en voor de ene sector, bijvoorbeeld
kwaliteitsontwikkeling van brede scholen te
peuterspeelzalen, beschikbaar te maken voor andere
stimuleren en beschrijft met subsidie van het
sectoren, zoals kinderdagverblijven en de
ministerie van OCW de samenhang tussen
op als ‘keurmeester brede school’ om de
buitenschoolse opvang. Hiervoor verstrekt het
buitenschoolse opvang en onderwijs in de
ministerie van OCW subsidie. De afdeling
publicatie School met vijf O’s.
ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de praktijk, op basis van materialen van het
Een ander terrein is kinderopvang. In opdracht
programma Kaleidoscoop twee trainershandlei-
van de oudervereniging Balans ontwikkelt het
dingen en dvd’s voor kinderdagverblijven en
Nederlands Jeugdinstituut een publicatie en een training over omgaan met lastig gedrag in de buitenschoolse opvang. Voor gastouderondernemers voert Educatie & Opvang een vooronderzoek uit naar een geschikt kindvolgsysteem (Thuishuis, Groningen) en ontwikkelt een lespakket voor franchise-bemiddelingsmedewerkers en gastouders (Berend Botje, Hoorn). Educatie & Opvang levert een bijdrage aan het versterken van de pedagogische kwaliteit van handelen in de vorm van themabijeenkomsten voor pedagogisch medewerkers en ouders (SKPC Culemborg) en een beschrijving van het ontwikkeltraject Pedagogisch Kookboek (Kinderstad Tilburg).
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Educatie & Opvang
Op het terrein van voor- en vroegschoolse
aanbod van training en intervisie gestart voor de
educatie voert Educatie & Opvang in opdracht
Vervolginspectie Pedagogisch Domein (GGD
van de gemeente Oss een evaluatie uit van opvoe-
Nederland). Op 18 november organiseert
dingsprogramma’s. Samen met bureau Sardes
Educatie & Opvang het congres Opgroeien doe je
maakt het instituut een inventarisatie van
samen. Het congres gaat in op de samenwerking
programma’s en interventies rond ontwikke-
tussen alle mensen die betrokken zijn bij de
lingsstimulering en opvoedingsondersteuning
opvoeding van kinderen. Samenwerking om voor
voor allochtone kinderen en hun ouders.
kinderen zo veel mogelijk kansen te creëren en te zorgen dat zij hun talenten optimaal kunnen
Een laatste aandachtsgebied van Educatie & Opvang,
ontwikkelen.
hier genoemd, is het jeugdwelzijnswerk. In dat kader is een methodiekbeschrijving gemaakt van de
Tot september 2008 is de ontwikkeling van en
huiskameractiviteiten in de brede school van
training voor de programma’s Kaleidoscoop en
welzijnsorganisatie Tandem in Nijmegen. In
Stap ondergebracht bij de afdeling Educatie &
opdracht van de gemeente Utrecht, die advies wil
Opvang. Daarna is de uitvoering van deze en
over vergroting van de effectiviteit van het
andere trainingen overgeheveld naar de afdeling
jongerenwerk en het maatschappelijk rendement
Programma-implementatie & Training.
daarvan, werkt het Nederlands Jeugdinstituut mee aan de visitatiecommissie jongerenwerk.
De uitvoering van activiteiten van de afdeling Educatie & Opvang gebeurt in samenhang met
Voorts verzorgt Educatie & Opvang in 2008
andere activiteiten van het Nederlands Jeugdin-
inleidingen, workshops en trainingen over onder
stituut op het gebied van de pedagogische
andere de buitenschoolse opvang, brede school,
basisinfrastructuur zoals de samenstelling van
werken met baby’s, Kaleidoscoop, Stap-program-
themadossiers, kenniskringen, nieuwsbrieven en
ma’s, kindvolginstrumenten en pedagogisch
studiedagen.
denken en doen voor gastouders. Ook is een
33
34
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jeugdzorg & Opvoedhulp
5
Jeugdzorg & Opvoedhulp De afdeling Jeugdzorg & Opvoedhulp richt zich als afdeling voor onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning van het Nederlands Jeugdinstituut op kennisontwikkeling en kennisimplementatie. Het accent ligt op de ondersteuning van preventieve activiteiten en curatieve hulp door Centra voor Jeugd en Gezin, de jeugdgezondheidszorg, buurtnetwerken, bureaus jeugdzorg en zorgaanbieders voor jeugdigen en hun ouders. De afdeling Jeugdzorg & Opvoedhulp helpt met praktijkontwikkeling, onderzoek, innovatie, ondersteuning, opleiding en training. Daarnaast wordt vaak hulp gevraagd bij regionale samenwerking en regionale aanpassing van effectief gebleken methodieken of landelijk beschikbare kennis. Opdrachtgevers zijn onder meer ministeries, onderzoeksinstellingen, jeugdzorginstellingen, GGD’s, thuiszorgorganisaties en gemeenten.
De ambitie van de afdeling is om in het verlengde van de missie van het Nederlands Jeugdinstituut
een programma van training en scholing aan te bieden. Het programmaministerie voor Jeugd en
de spin in het web te zijn tussen praktijk,
Gezin geeft het Nederlands Jeugdinstituut
opleiding, wetenschap en beleid. In 2008 komt
opdracht om de regio’s te ondersteunen bij de
de realisatie van die ambitie een stap dichterbij.
invoering van de RAAK-aanpak. De kern van
De medewerkers van de afdeling beschikken over
deze aanpak behelst een betere kennis van de
een grote deskundigheid en hebben een hoog
signalen van kindermishandeling, een betere
ambitieniveau. Als gevolg hiervan levert de
samenwerking en alerter optreden. Instellingen
afdeling producten met een hoge kwaliteit. In
die met ouders en kinderen werken, moeten hun
2008 wordt een groot aantal opdrachten
werkwijze zo aanpassen, verbeteren en aanvullen
binnengehaald, zonder dat het nodig blijkt
dat een effectieve aanpak van kindermishande-
daarvoor actief te werven.
ling een reële optie wordt. Het Nederlands Jeugdinstituut doet onder meer onderzoek,
In de opdrachtportefeuille van Jeugdzorg &
ontwikkelt instrumenten, verzorgt trainingen en
Opvoedhulp is de verscheidenheid groot. Er
scholing en begeleidt de regionale implementa-
worden veel opdrachten met een beperkte
tie.
omvang verstrekt door zorginstellingen en gemeenten. Dit resulteert in een versnippering
In juni 2008 vindt in Ede het tweede Nationaal
van het takenpakket van medewerkers en een
Congres Opvoedingsondersteuning plaats met als
verhoudingsgewijs grote administratieve druk. In
titel ‘Opvoedhulp om de hoek’. Het congres is
2009 zal meer aandacht worden gegeven aan
gericht op opvoedings- en gezinsondersteuning
gerichte acquisitie en oriëntatie op de markt.
op gemeentelijk niveau en trekt zo’n zeshonderd bezoekers.
Enkele opdrachten die illustratief zijn voor het werkterrein van de afdeling worden hieronder
De zorgaanbieders in Amsterdam en de stadsre-
beschreven.
gio vragen het Nederlands Jeugdinstituut en
Eén van de grotere projecten in 2008 is de
adviesbureau Van Montfoort om een aantal
ondersteuning door het Nederlands Jeugdinstituut
werksoorten en zorgprogramma’s door te lichten
van de landelijke invoering van het actieplan tegen
op effectiviteit. Met een onderzoek naar enkele
kindermishandeling volgens de RAAK-aanpak.
laatste programma’s komt in 2008 een einde aan
De rijksoverheid vraagt 35 centrumgemeenten
dit project. Ook andere provincies en zorgaanbie-
om sluitende afspraken te maken tussen lokale
ders verzoeken het Nederlands Jeugdinstituut
en regionale partners over de aanpak van
om ondersteuning bij het verhogen van de
kindermishandeling en om professionals actief
effectiviteit van hun zorgaanbod. Zo voert het
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jeugdzorg & Opvoedhulp
Nederlands Jeugdinstituut projecten uit op dit
Samen met instellingen voor jeugdgezondheids-
terrein bij zorgaanbieder Yorneo in Drenthe,
zorg en de Stichting AIT wordt in 2008 de
XONAR in Zuid-Limburg en FlexusJeugdplein in
methodiek ‘Kortdurende videohometraining’
Rotterdam. In opdracht van de provincie Utrecht
doorontwikkeld. De implementatie gebeurt in de
start het Nederlands Jeugdinstituut een project
vorm van een handleiding ter ondersteuning van
om met de zeven zorgaanbieders in de provincie
gezinnen met jonge kinderen. Een ander
een deel van het zorgaanbod te beschrijven en
voorbeeld van methodiek- en interventieontwik-
van een theoretische onderbouwing te voorzien.
keling vind plaats op verzoek van de gemeente
Er worden 28 modules geselecteerd en in drie
Almere. Samen met professionals in die gemeen-
workshops leren gedragswetenschappers hoe de
te wordt de functie zorgcoördinatie beschreven
beschrijving aan te pakken volgens de systema-
en toegepast, evenals een uitvoeringshandleiding
tiek van de Databank Effectieve Jeugdinterven-
en trainingsprogramma ontworpen. Het resultaat
ties.
is onder meer de ‘Handleiding coördinatie van
Het beschrijven en onderbouwen van zorgaanbod
zorg voor de JGZ in Almere’. Deze handleiding
levert een flinke kwaliteitsslag op, onder andere door
dient nadien ook als input voor een landelijk
het zorgaanbod te vergelijken met kennis over
traject waarin alle betrokkenen consensus
soortgelijke erkende interventies.
bereiken over de invulling en positionering van de functie coördinatie van zorg in het kader van de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. In januari 2008 vind voor de vierde keer het congres ‘Jeugdzorg in Onderzoek’ plaats. Het congres wordt voor het eerst georganiseerd door het programmaministerie voor Jeugd en Gezin samen met de drie kennisinstituten Nederlands Jeugdinstituut, ZonMw en RIVM. Het congres is ditmaal niet alleen gericht op de jeugdzorg, maar op alle zorg voor jeugd. Van preventie en vroegsignalering door de jeugdgezondheidszorg en het onderwijs, tot en met de behandeling en nazorg door de jeugdzorg, de jeugd-ggz en de jeugd-lvg. Nog nooit was de belangstelling zo groot, wat bewijst dat het onderwerp volop leeft in de sector.
35
36
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Onderwijs en Jeugdzorg
6
Onderwijs &
De afdeling Onderwijs & Jeugdzorg, één van de drie afdelingen van het Nederlands Jeugdinstituut voor onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning, stimuleert en ondersteunt structurele samenwerking tussen Onderwijs & Jeugdzorg. Deze samenwerking verbetert de hulpverlening aan leerlingen met psychosociale problemen en aan hun opvoeders.
Jeugdzorg
Zorg- en adviesteams (ZAT’s) vervullen een centrale rol in de zorgstructuur van het onderwijs. ZAT’s zijn interdisciplinaire teams van professionals uit het onderwijs, de jeugdzorg, de gezondheidszorg, het maatschappelijk werk, van politie en leerplichtambtenaren. Het kabinet streeft naar een landelijke dekking van goed functionerende ZAT’s zodat vroegtijdige signalering, preventie en effectieve hulp gewaarborgd zijn en kinderen en jeugdigen de zorg krijgen die ze nodig hebben. De afgelopen jaren is aanzienlijke vooruitgang geboekt op dit terrein. Zo heeft nu 95% van de scholen in het voortgezet onderwijs een ZAT. Nut en noodzaak zijn inmiddels onomstreden.
Goed functionerende ZAT’s leiden tot een betere probleemtaxatie, goede zorg in en rond de school, en een snellere en effectievere toeleiding naar voorzieningen binnen de jeugdzorg of naar andere schooltypen. Omdat een zorg- en adviesteam nadrukkelijk kijkt naar kind en gezin levert het een aandeel in de vergroting van de betrokkenheid van ouders met het onderwijs. In 2008 ligt het accent op verbetering van de kwaliteit. In april verschijnen de resultaten en conclusies van het programma Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams (IKZ-programma), uitgevoerd op eenentwintig locaties in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het belangrijkste doel van dit programma is het ontwikkelen en beschrijven van een kwaliteitskader voor de ZAT’s. Dat kwaliteitskader gaat in op doelen en prestaties, functies, werkprocessen en voorwaarden. Hieruit zijn de kwaliteitscriteria afgeleid, die in samenwerking met de uitvoeringspraktijk zijn vertaald in referentiemodellen voor de verschillende onderwijsvormen, elk voorzien van taakprofielen voor de deelnemers aan een ZAT en een checklist voor de kwaliteit van het ZAT. Deze
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Onderwijs en Jeugdzorg
instrumenten bieden houvast voor kwaliteitsver-
Om scholen te ondersteunen in het scheppen van
betering en kunnen worden benut bij evaluatie,
een veilige leeromgeving starten in de laatste
monitoring en verdere professionalisering.
maanden van 2008 de Kwaliteitsteams Veiligheid. Deze teams zijn ondergebracht bij het
Met de opzet van een landelijk steunpunt voor
Nederlands Jeugdinstituut en bestaan uit
zorg- en adviesteams in september 2008 en met
deskundigen die scholen helpen om sociale
hulp van het bovengenoemde kwaliteitskader
veiligheid in beeld te krijgen en te verbeteren.
zet het Nederlands Jeugdinstituut er de komende jaren
Deze deskundigen zijn afkomstig van het
op in dat overal in Nederland ZAT’s functioneren en dat
Nederlands Jeugdinstituut, maar ook van het
bestaande ZAT’s nog beter functioneren.
Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Het steunpunt onderhoudt daarom intensieve
Veiligheid en vanuit Halt. Ruim dertig scholen
contacten met meer dan tweehonderd samen-
hebben in de aanloopfase de teams ingeschakeld.
werkingsverbanden in het primair onderwijs, ruim tachtig samenwerkingsverbanden in het
Een derde aandachtsveld van de afdeling
voortgezet onderwijs en de negen kenniskringen
Onderwijs & Jeugdzorg bestaat uit de rebound-
vanuit het middelbaar beroepsonderwijs,
voorzieningen. Een reboundvoorziening biedt
waarvan de zeventig deelnemende onderwijsin-
leerlingen die in het reguliere voortgezet
stellingen samen zo’n veertig procent van de
onderwijs grensoverschrijdend gedrag vertonen
Nederlandse beroepsbevolking opleiden. Het
een programma met als doel zo snel mogelijk de
streven naar landelijke dekking staat eveneens in
schoolloopbaan binnen het reguliere onderwijs
een brief aan de Tweede Kamer van juni 2008
weer te vervolgen. Het reboundprogramma
van de minister voor Jeugd en Gezin en de
wordt veelal op een aparte reboundlocatie tijdens
staatssecretarissen voor Onderwijs, Cultuur en
schooluren aangeboden. Het Nederlands
Wetenschap.
Jeugdinstituut is nauw betrokken bij de start van reboundvoorzieningen in 2005 en biedt sinds-
Goede schoolprestaties van leerlingen vergen
dien een door het ministerie van OCW gefinan-
niet alleen aandacht voor individuele problemen,
cierd ondersteuningsprogramma. In 2008 wordt
maar ook voor het scheppen van een veilig
deze ondersteuning onder meer aangeboden
schoolklimaat.
door een helpdesk, door een webbased applicatie
Enkele tragische incidenten op Nederlandse scholen
Rebound Online en door de start van kenniskrin-
hebben de afgelopen jaren de aandacht voor sociale
gen in de vijf regio’s in het voorjaar van 2008.
veiligheid op school sterk vergroot.
37
‘Z odra je over verbetering begint te praten, zie je al resultaat’ Aly de Jong Manager programmakwaliteit bij Yorneo, jeugdzorgaanbieder in de provincie Drenthe.
Aly de Jong is manager programmakwaliteit bij Yorneo, jeugdzorgaanbieder in de provincie Drenthe.
“Wat Yorneo betekent? De naam op zich eigenlijk niets, het gaat er meer om welke betekenis wij eraan geven. We zochten een naam waarmee we ons konden onderscheiden van andere aanbieders op het gebied van de jeugdzorg. De naam inspireert in ieder geval tot creatieve uitwerkingen. Je kunt het zien als Yor Neo: you’re new. Je hoort er ook journey in, in de betekenis van een reis. Yorneo biedt hulp aan kinderen, jongeren en hun ouders of verzorgers bij opvoed- en ontwikkelingsproblemen. We werken vanuit een aantal gerichtheden. Eén daarvan is onze systemische manier van werken. Wij beschouwen het kind nooit op zichzelf, maar altijd in de context van ouders, school, thuis en vrienden. Jaarlijks bieden wij hulp aan meer dan 1.600 kinderen, jongeren en hun gezin. Er werken meer dan 400 medewerkers bij Yorneo, waaronder pedagogisch medewerkers, gezinshulpverleners, trainers, systeemtherapeuten, orthopedagogen en gz-psychologen, maatschappelijk werkers en een kinder- en jeugdpsychiater. Daarmee werkt Yorneo vraaggericht, netwerkgericht, oplossingsgericht en resultaatgericht aan oplossingen voor het gezinssysteem, uitgaande van de specifieke situatie van het kind. Wij hebben onze visie samengevat in drie onderling verbonden gedragsregels. Een: als iets (beter) werkt, doe er méér van. Twee: als iets niet werkt, stop er dan mee en probeer iets anders, en drie: als iets werkt, leer het aan en van de ander. Met het Nederlands Jeugdinstituut werken we samen aan continue effectiviteitsverbetering. De jeugdzorg staat niet bekend om haar onderzoekstraditie, maar het Nederlands Jeugdinstituut helpt ons geweldig met de beschrijving en de theoretische onderbouwing van methodieken. Daarin gaan zij heel pragmatisch te werk; zij kijken zorgvuldig naar wat er al is en werken vanuit die basis samen met onze teams aan verbetering. Dat heeft al geleid tot goed beschreven behandelprogramma’s voor Intensieve Orthopedagogische Gezinsbegeleiding, het Medisch Kinderdagcentrum en programma’s voor jongeren van verschillende leeftijdsgroepen. Het prettige is, zodra je met het Nederlands Jeugdinstituut over verbetering begint te praten, merk je al resultaten.”
‘ Wij beschouwen het kind nooit op zichzelf, maar altijd in de context van ouders, school, thuis en vrienden.’
‘De jeugdzorg staat niet bekend om haar onderzoekstraditie, maar het Nederlands Jeugdinstituut helpt ons geweldig met de beschrijving en de theoretische onderbouwing van methodieken.‘
‘E en werkbare mix van theorie en praktijk’ Annemiek van Woudenberg Zelfstandig adviseur (betrokken bij de ontwikkeling van enkele Centra voor Jeugd en Gezin)
‘Een convenant van samenwerking in een CJG tekenen is iets anders dan er professionals laten samenwerken. Hierin biedt het Nederlands Jeugdinstituut deskundige ondersteuning.’
Annemiek van Woudenberg is als zelfstandig adviseur betrokken bij de ontwikkeling van enkele Centra voor Jeugd en Gezin.
“Ik heb lang als jeugdarts bij de GGD gewerkt en ben vanaf 2002 betrokken geraakt bij de opzet en ontwikkeling van Ouder- en Kindcentra in Amsterdam. Ouder- en Kindcentra zijn de voorlopers van de Centra voor Jeugd en Gezin. Drie jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen. Mijn inhoudelijke achtergrond stelt me in staat om de totstandkoming van Centra voor Jeugd en Gezin vanuit een solide basis te ondersteunen. In alle Nederlandse gemeenten moeten deze CJG’s komen. Momenteel help ik bij de opzet van de CJG’s in Hilversum en Haarlemmermeer. Het CJG is bedoeld voor ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar en ook voor professionals. Wie vragen heeft of advies wil over de opvoeding en ontwikkeling en gezondheid van kinderen en jeugdigen kan hier terecht. De centra bieden advies, ondersteuning en hulp op maat. Ook als het om complexere vragen gaat. Mocht dat nodig zijn, dan verwijzen de centra je door naar de juiste hulpverlener of instantie. De meeste gemeenten zijn enthousiast over het idee van de Centra voor Jeugd en Gezin, maar inhoudelijk ontbreekt soms de kennis om het voor elkaar te krijgen. Een convenant van samenwerking in een CJG tekenen is iets anders dan er professionals laten samenwerken. Hierin biedt het Nederlands Jeugdinstituut deskundige ondersteuning. Het Nederlands
‘ De meeste gemeenten zijn enthousiast over het idee van de Centra voor Jeugd en Gezin, maar inhoudelijk ontbreekt soms de kennis om het voor elkaar te krijgen.’
Jeugdinstituut vind ik een integere en professionele club die juist die verbinding tussen beleid en praktijk maakt: een werkbare mix van praktische handreikingen en theoretische onderbouwing. Ik denk wel dat de CJG’s door het hele land er komen, ook na deze kabinetsperiode. Het wordt nu goed neergezet en er is al wetgeving rondom de Centra. Maar er is nog veel werk te doen. Natuurlijk zullen er voorlopig kwaliteitsverschillen zijn, maar zolang daar consequent aandacht voor is, lost zich dat in de toekomst wel op.”
46
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Programma-implementatie & Training
7
Programmaimplementatie & Training Om optimale ondersteuning te kunnen bieden bij de verspreiding en implementatie van effectief gebleken programma’s start het Nederlands Jeugdinstituut in 2008 met een aparte afdeling voor deze taak. Eerst onder de naam Trainingen, Opleidingen en Programma’s, later wordt de naam veranderd in Programma-implementatie & Training (PiT). De naamsverandering markeert de overgang van een ondersteunende afdeling naar een afdeling die wil bijdragen aan de jeugdsector als een collectief lerend systeem door het aanreiken van implementatiekennis. Daarbij voedt PiT de sector enerzijds met goede interventies en programma’s, en anderzijds stelt zij hen in staat om als coproducent bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de sector.
faciliteiten, zoals het inhuren van trainers, de productie van ondersteunende middelen, het uitbrengen van offertes en het regelen van accommodatie. Daarnaast is het in de markt zetten en houden van deze programma’s, die geen subsidie meer krijgen, een belangrijk aandachtspunt. Er is vaak nauwelijks budget te vinden voor implementatie, doorontwikkeling, borging en monitoring, terwijl dat wel nodig is om zo’n programma up-to-date te houden. PiT maakt zich hiervoor sterk. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunt in Nederland de invoering van Triple P (Positief Pedagogisch Programma). Dit is een Australisch ondersteuningsprogramma voor ouders met als
In de afdeling zijn activiteiten samengebracht die voorheen vanuit verschillende afdelingen werden
doel emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen en te verminderen. Triple
verzorgd. Door deze activiteiten onder te
P is een veelomvattend programma vanwege de
brengen in een afdeling en te organiseren vanuit
multimodale en ketenaanpak. In die zin onder-
een heldere visie geeft het Nederlands Jeugdin-
scheidt Triple P zich van programma’s voor
stituut uitvoering aan één van de aanbevelingen
opvoedondersteuning die één enkele interventie
uit het NJi-rapport Ontwikkeling en borging
omvatten.
jeugdinterventies uit januari 2008. Die aanbeve-
De integrale aanpak maakt Triple P een aantrekkelijk
ling is de oprichting van een landelijk steunpunt
programma voor gebruik in Centra voor Jeugd en Gezin.
om jeugdinterventies van goede kwaliteit zo
Eind 2008 zijn er 1.840 professionals getraind
breed mogelijk beschikbaar te stellen tegen de
en twintig gemeenten en zorginstellingen
laagst mogelijke kosten. Zo’n steunpunt is één
werkzaam met Triple P. Daarnaast zijn er tien
van de taken van Programma-implementatie &
gemeenten in oriëntatie of voorbereiding op
Training. Op die manier bundelt het NJi de
implementatie van Triple P.
deskundigheid om kennisoverdracht efficiënt en professioneel aan te pakken.
Kaleidoscoop is een educatieve methode voor jonge kinderen, een effectief gebleken program-
PiT zorgt voor de promotie, facilitering en
ma voor voor- en vroegschoolse educatie. Tot de
uitvoering van bestaande trainingen en program-
hoogtepunten in 2008 behoren onder meer de
ma’s als Kaleidoscoop, Triple P, Stapprogram-
uitvoering van een intensief en succesvol
ma’s, Communities that Care en train-de-trai-
train-de-trainersproject voor Kaleidoscoop op de
nerprogramma’s als Werken met baby’s. Voor al
Nederlandse Antillen, alsmede de eerdergenoem-
deze producten is behoefte aan vergelijkbare
de ontwikkeling van trainingsmaterialen voor
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Programma-implementatie & Training
Kaleidoscoop in kinderdagverblijven en in de buitenschoolse opvang. Daarnaast is het boek ‘Op het puntje van je stoel’ geschreven over Kaleidoscoop in groep drie en verder. Doordat de Stapprogramma’s nu ook uit geld voor voor- en vroegschoolse educatie mogen worden gefinancierd, neemt de belangstelling voor Instapje, Opstapje en Opstap in 2008 toe. Ook is er in 2008 een zeer succesvolle landelijke dag voor zo’n 130 contactmedewerksters. Internationaal zitten de programma’s eveneens in de lift, zoals blijkt uit de belangstelling voor Instapje in België en Opstapje in Duitsland, Zwitserland en Roemenie. De inhoudelijke ontwikkeling van het thematisch ouderprogramma TOP voor ouders met peuters is in 2008 afgerond. Er verschijnen veertien themaboekjes met activiteiten voor thuis. De thema’s – zoals huis, herfst en kleding – en inhoud sluiten aan bij effectieve vve-programma’s Kaleidoscoop en Piramide. Er is inmiddels een handleiding voor uitvoerders. Er is veel
Vanuit het publieke profiel van het Nederlands Jeugdinstituut werkt PiT weliswaar marktgericht, maar alleen kostendekkend en zonder winstoogmerk.
belangstelling om TOP uit te voeren. De afdeling PiT beantwoordt veel vragen en verzorgt
PiT vervult ook de steunfunctie voor het
workshops. Een projectplan, onderzoeksaan-
Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg
vraag en curriculum worden gemaakt om TOP
Nederland (SEJN). Het SEJN heeft als doel het
ook te ontwikkelen voor ouders met kleuters.
bevorderen van effectiviteit in de jeugdzorg. PiT organiseert hiertoe workshops, beheert de
De komst van de nieuwe afdeling brengt voor het
website, vormt het contactadres en verzorgt
Nederlands Jeugdinstituut een verschuiving van
uitwisselingsbijeenkomsten.
werk en medewerkers met zich mee. De afdeling bestaat eind 2008 uit 16 medewerkers (begin
Na de opzet van de afdeling in 2008, zal in 2009
2008: 5 medewerkers). Programma’s en bij de
op volle kracht gewerkt worden aan de verdere
uitvoering betrokken medewerkers worden
uitbouw van de afdeling door implementatie
ondergebracht bij of ingehuurd door PiT.
kennis en ondersteuning aan te bieden aan werkveld en overheden als onderdeel van de kenniscyclus.
47
48
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Internationaal
8
Internationaal Kennis en expertise over jeugdbeleid in het buitenland worden binnen het Nederlands Jeugdinstituut gebundeld in de afdeling Internationaal. Die bundeling van deskundigheid, ervaringen en contacten is een voordeel gebleken, nu het Nederlands jeugdbeleid steeds vaker een internationale oriëntatie krijgt. Zo leidt de oprichting van de Centra voor Jeugd en Gezin tot veel belangstelling voor vergelijkbare voorzieningen in andere landen, en de lessen die uit de ervaringen elders getrokken kunnen worden. Daarnaast ontstaat in het Nederlandse jeugdbeleid steeds meer aandacht voor de gezonde ontwikkeling van jongeren en de benutting van aanwezige talenten. Ook deze verbreding doet de behoefte ontstaan aan kennis over ervaringen en goede voorbeelden uit het buitenland.
Zo nemen in november 2008 gemeentelijke bestuurders en beleidsmedewerker deel aan een
Youth in Action is een programma van de Europese Commissie, dat tot 2013 wordt
training en een daaraan gekoppelde studiereis
uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut.
naar Brussel over het Europese jeugdbeleid. De
Jongeren kunnen in de Europese context eigen
Europese ervaringen met maatschappelijke
projecten ontwikkelen, meedoen aan een
ondersteuning, vrijwilligerswerk, participatie en
groepsuitwisseling of voor langere tijd als
jeugdbeleid staan centraal. In mei organiseert
vrijwilliger naar het buitenland. Het programma
het Nederlands Jeugdinstituut op verzoek van
richt zich tevens op professionals in de jeugdsec-
het programmaministerie voor Jeugd en Gezin
tor en biedt mogelijkheden voor training en
een studiebezoek naar Finland over de ervarin-
kennisuitwisseling. Voor Nederland is jaarlijks
gen in dat land met Centra voor Jeugd en Gezin.
drie miljoen euro beschikbaar voor ongeveer
Over hetzelfde thema vindt in september een
3.500 jongeren. Uit een onderzoek van de
expertmeeting plaats met professionals uit
Europese Commissie in 2008 blijkt dat jongeren
Nederland, Engeland, Finland en Duitsland. Een
betere sociale vaardigheden en meer begrip voor
vergelijkbare kennisuitwisseling is er ook over de
andere culturen krijgen door deelname aan
thema’s diversiteit en gezinsbeleid.
Europese jongerenprojecten.
Het vergroot bovendien hun kansen op de arbeidsNaast deze kennisfunctie biedt de internationale
markt en deelname aan de samenleving en het vermindert discriminatie.
afdeling van het Nederlands Jeugdinstituut de mogelijkheid om deel te nemen aan internationale activiteiten. De internationale afdeling
Xplore is een subsidieprogramma van het
verstrekt daartoe via de Eurodesk informatie
ministerie van Buitenlandse Zaken voor stages
over internationale beleidsontwikkelingen en
naar en uitwisselingen met ontwikkelingslanden
(subsidie)mogelijkheden voor jongeren en hun
voor jongeren. Het doel van Xplore is draagvlak-
organisaties. De afdeling Internationaal voert
versterking voor ontwikkelingssamenwerking in
ook subsidieprogramma’s uit voor internationale
Nederland. Evenals Youth in Action richt Xplore
jongerenactiviteiten en kennisuitwisseling. De
zich op buitenschools leren en competentieont-
betrokkenheid met het programma Youth in
wikkeling onder jongeren in de leeftijdsgroep van
Action brengt het Nederlands Jeugdinstituut in
12 tot 30 jaar. Op basis van een positieve
contact met een waardevol netwerk van organi-
evaluatie van doelmatigheid en doeltreffendheid
saties in dertig programmalanden.
besluit de minister voor Ontwikkelingssamenwerking eind 2008 het programma Xplore met ingang van januari 2009 met tien maanden te verlengen.
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatie-ontwikkeling
9
Organisatie-ontwikkeling De inpassing van alle medewerkers in de bestaande huisvesting van het Nederlands Jeugdinstituut in Utrecht doet in 2008 letterlijk veel stof opwaaien. Aan het einde van het jaar zijn de fysieke veranderingen voltooid en is het nog vooral wennen aan het flexwerken. Gezien de vele parttimers en medewerkers die veelvuldig buiten het gebouw werken, is ervoor gekozen zoveel mogelijk werkplekken door verschillende medewerkers te laten benutten. Daardoor blijft het Nederlands Jeugdinstituut, ondanks de relatief beperkte ruimte in het pand aan de Catharijnesingel, toch op dezelfde centrale, goed bereikbare plaats gevestigd. Als eerste stap naar een intensiever scholingsbe
Tot de nasleep van de ontvlechting in 2007 van het voormalige NIZW in drie kennisinstituten,
leid worden in 2008 enkele cursussen verzorgd die bijdragen aan resultaatgericht werken en
waaronder het Nederlands Jeugdinstituut,
verdere professionalisering. De leden van het
behoort ook dat een definitief functieboek voor
managementteam, waarvan de samenstelling in
functie-indeling van de medewerkers moet
de loop van 2008 voor ongeveer de helft
worden samengesteld. Deze uitdaging wordt
verwisselt, nemen deel aan een training resul-
samen met de twee andere kennisinstituten en
taatgericht leidinggeven. Dertig medewerkers
het verzelfstandigde facilitaire bedrijf
van het Nederlands Jeugdinstituut nemen deel
opgenomen.
aan een projectleiderscursus.
Eind 2008 krijgen alle medewerkers van het Nederlands Jeugdinstituut een plaatsingsbrief
Op het terrein van ICT bestaat aan het begin van
waarin de inpassing in het nieuwe functieboek en de
het jaar nog het idee om alle bedrijfsprocessen
bijbehorende inschaling worden meegedeeld.
en informatiestromen binnen één bedrijfssoftwarepakket te bundelen. Deze ambitie blijkt bij nader inzien te hoog gegrepen. Mede naar aanleiding van geluiden uit de personeelsvertegenwoordiging wordt de conclusie getrokken dat de druk die invoering op de organisatie zou leggen op dat moment te groot is, en samen met andere trajecten (zoals de invoering van het flexwerken) een te zware claim zou leggen op het personeel. Daarnaast zijn er inhoudelijke vraagtekens. Besloten wordt om de automatiseringsopgave nu geleidelijk en gefaseerd door te voeren.
49
‘D e Rebound is geen veredeld huiswerkklasje’ Jos Derksen Beleidsmedewerker Samenwerkingsverband VO Midden-Brabant. Anja Peeters Coördinator Rebound Midden-Brabant.
Jos Derksen is beleidsmedewerker Samenwerkingsverband VO Midden-Brabant. Anja Peeters is coördinator Rebound Midden-Brabant.
“In Midden-Brabant, de regio Tilburg, Goirle, Dongen
afkomstig van het Leger des Heils en komen de docenten
en Oisterwijk, is de Rebound ontstaan uit de samenvoeging
van de zorglocatie van het Midden-Brabant College.”
van drie verschillende voorzieningen, waaronder een Time
Derksen: “Rebound is geen veredeld huiswerkklasje. De
Out, Dagtrainingscentrum en de Ventweg”, zegt Jos Derksen.
leerlingen zitten hier in verband met soms ernstige gedrags-
“Wij zien de Rebound Midden-Brabant als voorziening voor
problematiek. Het moet ze wakker schudden. Leerlingen
jongeren, die door gedrags- en motivatieproblemen buiten
moeten het besef krijgen dat ze ander gedrag moeten laten
het onderwijs worden opgevangen en begeleid. Zonder onze
zien. En in de regel werkt dat ook zo. Maar vaak is het nood-
opvang was het risico op definitieve schooluitval groot.”
zakelijk dat de thuissituatie verandert, dus de ouders worden
“Het is een tijdelijke voorziening”, vult Anja Peeters aan. “Na
nauw bij het programma betrokken.”
maximaal drie maanden is het doel altijd dat de leerling
“De problematiek is soms ernstig”, aldus Peeters. “Met
weer terug kan naar zijn of haar oorspronkelijke school.
schrijnende gevallen van kinderen die thuis zitten omdat
Daarom is het voor ons ook zo belangrijk dat de Rebound
ze niet te handhaven zijn weten instellingen vaak niet goed
Midden-Brabant in een schoolgebouw is gevestigd. De
raad. De dossiers zijn complex en daarvoor is samenwerking
leerlingen moeten het contact houden met een schoolse
tussen scholen, instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening
omgeving.
en ouders van cruciaal belang.”
“Op dit moment hebben we in een schooljaar vier groepen
“Direct na de Rebound is het effect het grootst”, zegt
met in totaal 28 leerlingen. Deze groep volgt het programma
Derksen. “Zeventig procent van de leerlingen kan inderdaad
gedurende de gehele dag en zijn een hele week op de
terug naar de eigen school. Voor de rest zoeken we een
voorziening. 32 leerlingen volgen modulaire trainingen en
passende oplossing in een andere onderwijsinstelling. Het
24 leerlingen worden binnen hun eigen school ondersteund
Nederlands Jeugdinstituut was nauw betrokken bij de start
met een training op locatie. Wij hebben hier in Tilburg
van de reboundvoorzieningen in 2005 en biedt een door
bewust gekozen voor een combinatie van gedragstraining
OCW gefinancierd ondersteuningsprogramma aan dat zich
en continuering van onderwijs. Zo zijn de gedragstrainers
richt op beroepskrachten en andere betrokkenen.”
‘M et schrijnende gevallen van kinderen die thuis zitten omdat ze niet te handhaven zijn weten instellingen vaak niet goed raad.’
‘Direct na de Rebound is het effect het grootst. Zeventig procent van de leerlingen kan inderdaad terug naar de eigen school.’
‘E ffectmeting is een complex onderwerp; het is nooit af’ Folkert Brouwer Hoofd Onderzoek & Ontwikkeling bij Stek Jeugdhulp in Rotterdam
‘ Het vaststellen van het effect van wat we doen, is een vrij gecompliceerde aangelegenheid.’
Folkert Brouwer is hoofd Onderzoek & Ontwikkeling bij Stek Jeugdhulp in Rotterdam.
“stek biedt ondersteuning bij opgroeien en opvoeden door begeleiding en behandeling. We richten ons daarbij op kinderen, jongeren en hun ouders. Ons motto is: hulp helpt. Als je die claim wilt waarmaken, dan moet je het ook kunnen aantonen. Effectmeting is altijd een thema geweest binnen stek Jeugdhulp en zeker in mijn eigen loopbaan. Het vaststellen van het effect van wat we doen, is een vrij gecompliceerde aangelegenheid. Waar het in belangrijke mate om gaat is dat we de effectiviteit vergelijkbaar maken met andere instellingen, zowel binnen onze regio als daarbuiten. Om dat te bereiken is het cruciaal dat je die effectiviteit op dezelfde manier meet. Het samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland, kortweg sEJN, is een platform waarin we samenwerken met andere instellingen aan een zorgvuldige effectmeting. Cliënttevredenheid bijvoorbeeld meten we door onze cliënten aan het begin van het begeleidingsprogramma te verzoeken een vragenlijst in te vullen en achteraf weer. Ook kijken we naar herhalingsbezoeken; de mate waarin cliënten terugkomen nadat de begeleiding is afgerond. De vraag is alleen in hoeverre je dergelijke variabe-
‘Het samenwerkingsverband Effectieve
len op een betrouwbare manier in effectmeting kunt betrekken. Zo proberen we ook de achterhalen in
Jeugdzorg Nederland, kortweg sEJN, is een
welke mate de gestelde doelen van een programma
platform waarin we samenwerken met andere
kun je niet meer dan een globaal oordeel vellen.
instellingen aan een zorgvuldige effectmeting.’
zijn gerealiseerd. Maar over dergelijke onderwerpen Dat het complexe materie is, betekent overigens niet dat je het niet moet doen. In het kader van sEJN en deskundig bijgestaan door het Nederlands Jeugdinstituut wisselen wij continu ervaringen met effectmeting uit met instellingen in het hele land. Het is naar mijn overtuiging belangrijk om open te communiceren over dit soort kwaliteitsindicatoren. Het spreekt voor zich dat die indicatoren dan ook goed moeten zijn, en dat is waar het Nederlands Jeugdinstituut een belangrijke bijdrage levert: het is een gezaghebbend instituut dat structuren voorstelt die ook breed worden toegepast. Daarmee is de onderlinge vergelijkbaarheid direct al gediend. Op dit moment zijn we nog volop bezig met het bouwwerk van de effectmeting. Als het eenmaal staat, breekt de onderhoudsfase aan, maar nu al staat vast dat het model nooit af is. Het is een proces dat onder invloed van externe en interne factoren voortdurend verbeterd moet worden.”
58
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Communicatie
10
Communicatie Voor een kennisinstituut als het Nederlands Jeugdinstituut is communicatie van levensbelang. De wisselwerking van kennis en praktijk zorgt ervoor dat bijna altijd communicatiemiddelen worden ingezet om de opdrachten van het NJi te kunnen uitvoeren. Daarbij is het evenzeer van belang dat kennis helder en begrijpelijk wordt gepresenteerd, als dat de afzender, het Nederlands Jeugdinstituut, wordt herkend en gekend op zijn kernwaarden.
In 2007, het eerste jaar van het verzelfstandigde NJi, ligt het accent nog op de opbouw van een
respondenten uit de basisjeugdvoorziening, preventieve jeugdzorg, curatieve jeugdzorg,
communicatie-infrastructuur waarmee deze
Onderwijs & Jeugdzorg en overheid en politiek.
doelen bereikt kunnen worden: publicaties,
De bekendheid van het NJi onder professionals
congressen, internet enzovoorts. In 2008 heeft
blijkt 38%. Daarmee is het NJi op afstand de
communicatie een beleidsmatige samenhang
bekendste organisatie binnen de jeugdsector. Er
gekregen. Dat resulteert in de vaststelling van
is ook ruimte voor verbetering: van de naamsbe-
een Communicatiebeleidsplan voor de jaren
kendheid, maar ook van de kernwaarden die
2009 – 2011, in de ontwikkeling van een
typerend zijn voor alle activiteiten en producten
evenwichtige afdeling, geëquipeerd om alle taken
van het Nederlands Jeugdinstituut. Op het
goed te vervullen, en in een nieuwe, monolithi-
gebied van merkstrategie, interne communicatie
sche merkstrategie, waarin alle activiteiten van het
en internetstrategie zijn in 2008 belangrijke
Nederlands Jeugdinstituut onder één noemer worden
stappen gezet om uitvoering te geven aan de
gepresenteerd.
aanbevelingen uit het imago-onderzoek.
Om een goed beeld te krijgen van de bekendheid
Geloofwaardige communicatie begint altijd
en het imago van het NJi in de sector jeugd en
intern. In 2008 wordt daartoe een internecom-
opvoeding wordt in 2008 door onderzoeksbu-
municatiestructuur ontwikkeld, waarbij aanvul-
reau SGBO een imago-onderzoek gehouden. Aan
lend op de lijncommunicatie middelen worden
het onderzoek wordt deelgenomen door 777
ingezet als intranet en een medewerkersmaga-
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Communicatie
zine. Tijdens interne evenementen als de Week
dersteuning van groot belang. In 2008 verkoopt
van de Verandering en de Week van de Reflectie
het NJi zo’n 17.000 boeken en publicaties over
wordt met workshops en personeelsbijeenkom-
een scala van onderwerpen op het gebied van
sten gewerkt aan meer begrip voor en betrokken-
jeugd en opvoeding. Grote belangstelling is er
heid bij strategie en ontwikkeling van het NJi.
bijvoorbeeld voor de uitgaven ‘Kindermishande-
De manier waarop de buitenwereld met het
(over de bureaus jeugdzorg) en ‘Peuter in zicht’
Nederlands Jeugdinstituut in contact wil treden
(cursuspakket). Vier maal per jaar verschijnt bij
is steeds vaker digitaal. Veel beroepskrachten
het tijdschrift Jeugd en Co (oplage 4.300
kennen het NJi van de digitale nieuwsbrief. De
exemplaren) het verdiepingstijdschrift Jeugd en
website www.nji.nl trekt in 2008 zo’n 330.000
Co Kennis. De redactie daarvan wordt gevoerd
unieke bezoekers. De webstrategie blijft om die
door het Nederlands Jeugdinstituut.
ling: signaleren en handelen’, ‘Raad en daad’
reden een belangrijk aandachtspunt voor communicatie. In 2008 is de vormgeving sterk
Terwijl publicaties en (vooral) de website van
verbeterd en de inhoud fors uitgebreid.
groot belang zijn om snel en efficiënt met
Dossiers over onderwerpen als ADHD,
professionals te kunnen communiceren, blijft de
opvoedingsondersteuning of gedragsproblemen
persoonlijke ontmoeting onovertroffen als
brengen alle kennis voor professionals bijeen
communicatiemiddel met de meeste impact. Die
en vormen inmiddels het hart van de website.
ontmoetingen vinden plaats tijdens de vele
Naast de snelle ontwikkeling van het digitale
trainingen en cursussen in het land, maar ook
kanaal, blijven ook boeken en publicaties voor
tijdens landelijke symposia en congressen.
onder meer onderwijsdoeleinden en cursuson-
59
60
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie
11
Personeel en organisatie In 2008 is een nieuw functieboek voor het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkeld. In elf verschillende functiefamilies zijn nu 51 generieke functieomschrijvingen ingedeeld. Bij dit proces hebben de ondernemingsraad en klankbordgroepen uitgebreid medezeggenschap gehad. In januari 2009 wordt het functieboek in gebruik genomen en zijn alle medewerkers herplaatst in een van de nieuwe functies.
In het voorjaar van 2008 neemt het Nederlands Jeugdinstituut zijn nieuwe flexwerkomgeving in gebruik. Samen met Gardien – een organisatie voor bedrijfsfysiotherapie – wordt voorlichting gegeven over flexwerken en arbonormen. Tachtig medewerkers krijgen individuele werkplekvoorlichting. In het opleidingsbeleid legt het Nederlands Jeugdinstituut in 2008 prioriteit bij versterking van het management. Naast een managementdevelopmenttraject is driemaal de incompanytraining ‘projectmatig werken voor projectleiders’ met in totaal 29 deelnemers uitgevoerd. Hiertoe is samengewerkt met Schouten & Nelissen.
De personele omvang van het Nederlands Jeugdinstituut groeit in 2008 van 118 (95,8 fte) naar 137 medewerkers (112,8 fte), een stijging met 16,1%. Daarnaast zijn er twaalf detacheringskrachten, trainees en stagiaires werkzaam. Eind 2008 is de verhouding tussen tijdelijk en vast personeel 23% tijdelijk en 77% vast personeel. De verhouding tussen mannen en vrouwen is 21% : 79%. De leeftijdsopbouw is als volgt: tot en met 25 jaar: 7%, van 26 – 35 jaar: 16%, van 36 – 45 jaar: 22%, van 46 – 55 jaar: 39% en ouder dan 55 jaar: 16%. In de loop van het jaar worden 33 vacatures opengesteld. Daarop stromen 31 nieuwe medewerkers in. De uitstroom bedraagt negentien medewerkers. Het ziekteverzuim komt in 2008 op gemiddeld 4,65% (2007: 3,5%), waaronder een aantal medewerkers met langdurige, niet-werkgerelateerde klachten. De meldingsfrequentie bedraagt 1,85. De ziekmeldingen worden begeleid door arbodienst De Witte Raaf. Het Nederlands Jeugdinstituut biedt ook gelegenheid het open spreekuur van de bedrijfsarts op kantoor te bezoeken. Hiervan wordt in 2008 door zeventien medewerkers gebruik gemaakt.
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Vooruitblik organisatieontwikkeling
12
Vooruitblik organisatie-ontwikkeling In 2009 zal het eerder geschetste inhoudelijke fundament van het Nederlands Jeugdinstituut verder worden geconcretiseerd in de organisatiestructuur, werkwijze en competenties van het instituut en zijn medewerkers. Al eind 2008 is zichtbaar dat de orderportefeuille in 2009 flink toeneemt, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat het Nederlands Jeugdinstituut met de gemaakte keuzes de juiste weg is ingeslagen. De gekozen programmalijnen, afgeleid van de uitdagingen waarvoor de jeugdsector in deze tijd wordt gesteld, zullen organisatorisch vorm krijgen in een matrixstructuur van het Nederlands Jeugdinstituut. Haaks op de afdelingen, die ingedeeld zijn naar werkvelden en opdrachtgevers, zullen de programmalijnen een context bieden waarin ieder bijdraagt aan een sterke pedagogische basis, hulp in eigen omgeving en een sluitende jeugdzorg.
Het Nederlands Jeugdinstituut zal nadrukkelijker aan zijn stakeholders duidelijk maken
ver worden ingezet om deze competenties tot ontwikkeling te brengen en om hiaten, die
waarvoor het instituut staat en hoe het bijdraagt
tijdens het proces van functiebeschrijving en
aan kwaliteitsverbetering van de jeugdsector. De
–plaatsing in 2008 naar voren zijn gekomen, in
externe profilering zal worden versterkt, de
te vullen.
naamsbekendheid moet omhoog en de beeldvorming moet een scherpere afspiegeling zijn van de
De aandacht voor scholing en competentiema-
identiteit van het Nederlands Jeugdinstituut.
nagement laat zien dat binnen het Nederlands
Daartoe zal onder meer, via de media en
Jeugdinstituut medewerkers een sleutelrol
anderszins, een actievere rol worden gespeeld in
spelen in het realiseren van de missie van het
het maatschappelijk debat. Internet zal nog
instituut. Door middel van een medewerkersen-
actiever worden ingezet als communicatiekanaal
quête wordt onderzocht hoe medewerkers
met beroepskrachten en beleidsmakers, waarbij
oordelen over zaken als arbeidsomstandigheden,
méér ruimte wordt gecreëerd om via internet
management, loopbaanperspectieven en interne
gebruikersfeedback te organiseren.
communicatie. De resultaten van dit medewer-
De gekozen kernwaarden worden samen met de
kersonderzoek worden vertaald naar aanvullende
afdeling HRM vertaald naar kerncompetenties ten
maatregelen om de medewerkerstevredenheid te
behoeve van de functionerings- en beoordelingscyclus,
vergroten. Bijzondere aandacht bestaat daarbij
zodat medewerkers in hun optreden intern en
voor de huisvestingssituatie, aangezien de
naar buiten concreet kunnen bijdragen aan de
voorziene groei van de organisatie zal betekenen
herkenbaarheid van een gezaghebbend, praktijk-
dat de beschikbare, beperkte ruimte binnen het
gericht, interactief en innovatief kennisinstituut.
kantoor nog verder onder druk zal komen te
Ook aanvullende scholing zal vaker en intensie-
staan.
61
62
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Omzet, financiële resultaten en balans
13
Omzet, financiële resultaten en balans
De omzet van het Nederlands Jeugdinstituut bedraagt
projecten ZAT en sociale veiligheid 1 miljoen
in 2008 € 15,6 miljoen. Dat is € 3,2 miljoen ofwel 21%
euro hoger dan begroot. In de derde plaats zijn er
méér dan begroot. Er zijn drie hoofdredenen voor
meer inkomsten dan begroot uit opdrachten van
deze toename. In de eerste plaats is er in 2008
derden (0,2 miljoen) en overige projectopbreng-
een tijdelijke uitbreiding van de instellingssubsi-
sten (0,7 miljoen), vooral inkomsten uit
die met ongeveer 1 miljoen euro voor de
trainingen. De omzetgroei gaat gepaard met
uitvoering van het project landelijke aanpak
hogere projectkosten: € 2,8 miljoen méér dan
kindermishandeling. In de tweede plaats zijn de
begroot, maar de organisatiekosten zijn nage-
projectsubsidieopbrengsten in verband met de
noeg gelijk gebleven, omdat het effect van de
toekenning door het ministerie van OCW voor de
omzet op de kosten voor bedrijfsvoering pas merkbaar is in 2009. Daardoor is een positief resultaat geboekt van € 353.433. Samen met een financieel resultaat van € 185.231 – een gevolg van hogere rente-inkomsten – komt het totaal op een positief resultaat van € 538.664. Het eigen vermogen van het Nederlands Jeugdinstituut neemt door dit positieve resultaat toe met € 538.664. Daarmee komt het eigen vermogen per 31 december 2008 op € 2.159.026. Hiervan is – in overeenstemming met de subsidieregeling VWS-subsidies van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin – een bedrag van € 19.615 opgenomen in het bestemmingsfonds. Dit fonds is bestemd om verliezen te compenseren op projecten die met instellingssubsidie zijn gefinancierd. De algemene reserve (eigen vermogen exclusief bestemmingsfonds) van € 2.073.993 heeft per 31 december 2008 een omvang van 13% van de jaaromzet. Mede gezien de onzekerheid over continuering van de instellingssubsidie na 2011 is een reserve noodzakelijk van zo’n 20 – 25% van de jaaromzet.
‘I nformatie zo effectief mogelijk naar de juiste mensen’ Aaldrik Pot Zorgcoördinator, beleidsmedewerker leerlingbegeleiding en coördinator Rebound verbonden aan de Winkler Prins in Veendam
‘De school als onderwijsinstituut krijgt steeds meer jongeren binnen met een sociaal-emotionele, psychische en psychiatrische problematiek.’ De Winkler Prins school uit Veendam kreeg uit handen van staatssecretaris Van Bijsterveldt de ZAT-innovatieprijs.
Aaldrik Pot is als zorgcoördinator, beleidsmedewerker leerlingbegeleiding en coördinator Rebound verbonden aan de Winkler Prins in Veendam, een brede scholengemeenschap voor VMBO, praktijkonderwijs, HAVO/VWO en met een eigen reboundvoorziening.
“De afgelopen jaren zijn overal in Nederland zorg- en adviesteams ontstaan. Zorg- en adviesteams (ZAT’s) zijn teams waarin professionals die zorg en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, samenwerken met scholen om problemen van kinderen en jongeren op te lossen. We hebben het dan over bijvoorbeeld de jeugd(gezondheids-)zorg, het maatschappelijk werk, de leerplichtambtenaar, de politie, en de zorgcoördinator van het onderwijs. De ZAT’s komen voort uit de dagelijkse praktijk van het onderwijs. De school als onderwijsinstituut krijgt steeds meer jongeren binnen met een sociaal-emotionele, psychische en psychiatrische problematiek. sinds een aantal jaren is het zorg- en adviesteam hier gekoppeld aan de Winkler Prins. Dat is niet altijd zo geweest. Oorspronkelijk was het gekoppeld aan Time Out, de opvangfaciliteit waaruit de Rebound schakelopvang is ontstaan. Bedoeld voor jongeren voor wie schooluitval dreigt als gevolg van gedragsproblemen en waarvoor passend werk of een andere oplossing wordt gevonden door middel van training en begeleiding. Dat het ZAT nu aan de school zelf is gekoppeld heeft te maken met veranderende wetgeving. Een ZAT kan alleen goed functioneren als de school zorgt voor een sterke interne zorgstructuur. De Winkler Prins heeft geïnvesteerd in functies, mankracht en uren. Wij hanteren een leerhuisstructuur waarin informatie van de werkvloer indien nodig zo effectief mogelijk naar de zorgteams van de verschillende afdelingen en vervolgens naar het ZAT wordt geleid. Daar worden leerlingen besproken door vertegenwoordigers van de jeugdzorg, de politie, de leerplichtambtenaar en de school. Daar ook wordt bepaald op welke manier de betreffende leerling het beste kan worden geholpen, in de context van onderwijs, de thuissituatie en de vrije tijd. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft vorig jaar een prominente rol gespeeld in het IKZ-programma, Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams. Zowel regionaal als landelijk ondersteunen zij de zorg- en adviesteams met middelen en methodieken. Laatst hebben we in het ZAT in tweeënhalf uur tijd 22 leerlingen besproken. Dat kan alleen als bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling die eraan voorafgaat gestructureerd gebeurt. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft de werking van de ZAT’s op een positieve manier beïnvloed.”
‘Het Nederlands Jeugdinstituut heeft vorig jaar een prominente rol gespeeld in het IKZprogramma, Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams. Zowel regionaal als landelijk ondersteunen zij de zorg- en adviesteams met middelen en methodieken.’
JAARREKENING
68
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
BALANs PER 31 DECEMBER 2008 ( N A R E s U LTA AT V E R D E L I N G )
ACTIVA
31 december 2008
31 december 2007
€
€
Vlottende activa 3.954.205
5.637.701
Liquide middelen
10.727.865
10.380.151
Totaal
14.682.070
16.017.852
Totaal activa
14.682.070
16.017.852
2.073.993
1.554.944
Vorderingen op korte termijn
PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve
85.033
65.418
2.159.026
1.620.362
33.000
171.306
Langlopende schulden
134.732
56.849
Kortlopende schulden
12.355.312
14.169.335
Totaal passiva
14.682.070
16.017.852
Bestemmingsfonds Totaal Voorzieningen
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
WINsT- EN VERLIEsREKENING 2008
Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
Instellingssubsidie
5.556.046
4.431.900
4.035.415
Projectsubsidies
5.527.323
4.521.800
5.415.665
Opdrachten derden
2.114.057
1.895.800
2.182.268
Overige projectopbrengsten
1.855.163
1.143.400
945.166
Opbrengsten
541.361
434.200
583.382
15.593.950
12.427.100
13.161.896
Personele kosten
7.287.809
7.408.900
6.113.523
Materiële projectkosten
5.554.716
2.653.400
4.511.900
Materiële kosten (niet-projectgebonden)
2.397.992
2.374.800
2.203.564
15.240.517
12.437.100
12.828.987
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
353.433
-10.000
332.909
Financieel resultaat
185.231
10.000
75.180
Bedrijfsresultaat
538.664
0
408.089
Opbrengsten (niet-projectgebonden) Totale opbrengsten Kosten
Totale kosten
69
70
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KAssTROOMOVERZICHT 2008 (VOLGENs DE INDIRECTE METHODE)
2008
2008
2007
€
€
€
538.664
408.089
-138.306
-32.646
Resultaat Afname voorzieningen Mutaties werkkapitaal: Afname vorderingen korte termijn Afname kortlopende schulden
1.683.496
8.907.403
-1.814.023
Kasstroom uit operationele activiteiten Toename langlopende schulden Mutatie liquide middelen
533.541 -130.527
9.440.944
269.831
9.816.387
77.883
56.849
347.714
9.873.236
Stand per 31 december 2007
10.380.151
506.915
Stand per 31 december 2008
10.727.865
10.380.151
Mutatie liquide middelen
347.714
9.873.236
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting jaarrekening Algemene toelichting
Grond slagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde verslaggevingregels. Het vermogen wordt bepaald op basis van historische prijzen. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva worden opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders is aangegeven. Vorderingen Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening gehouden met eventuele oninbaarheid. Bestemmingsfonds instellingssubsidie Een gerealiseerd overschot of tekort op het totaal van projecten gefinancierd met instellingssubsidie, wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan het bestemmingsfonds instellingssubsidie. Opbrengsten Hieronder zijn begrepen de instellingssubsidie en projectsubsidies, opbrengsten uit opdrachten en overige opbrengsten. De instellingssubsidie wordt bepaald op basis van de jaarlijkse toekenning van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin. De projectsubsidies worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben en voor zover ze daadwerkelijk voor het betreffende jaar kunnen worden afgerekend. De opbrengsten uit opdrachten en de overige opbrengsten worden toegerekend indien en voor zover de werkzaamheden zijn gerealiseerd. Kosten De door medewerkers aan de projecten bestede uren worden tegen integrale kostprijstarieven ten laste van de projecten gebracht. De kostprijstarieven worden stelselmatig berekend en dienen ter dekking van alle kosten en niet-projectgebonden tijd. De materiële kosten betreffen de direct aan projecten toe te rekenen kosten. Pensioenen Verplichtingen in verband met bijdragen aan pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarover de bedragen zijn verschuldigd.
71
72
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting balans VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen op korte termijn
31-12-2008
31-12-2007
€
€
Debiteuren
1.282.258
914.323
Rekeningen-courant
2.455.838
4.411.021
Overige vorderingen
183.091
281.260
33.018
31.097
3.954.205
5.637.701
31-12-2008
31-12-2007
€
€
Overlopende activa Totaal vorderingen op korte termijn
Liquide middelen
382.292
5.880.151
Deposito’s
10.345.573
4.500.000
Totaal liquide middelen
10.727.865
10.380.151
Totaal vlottende activa
14.682.070
16.017.852
Kas en bankrekeningen
2008
Debiteuren Stand per 31 december 2008 Voorziening dubieuze debiteuren Totaal
1.370.462 -88.204 1.282.258
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: Stand per 1 januari 2008 Afgeboekt/ontvangen
149.567 -109.136
Dotatie ten laste van resultaat
47.773
Stand per 31 december 2008
88.204
Rekeningen-courant Dit betreft de rekening-courant met Sekondant. Overige vorderingen Te ontvangen baten projecten
82.748
Te ontvangen rente
63.534
Overige
36.809
Totaal
183.091
Overlopende activa Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten Overige vooruitbetaalde kosten Totaal Deposito’s De deposito’s zijn direct opeisbaar.
32.448 570 33.018
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
EIGEN VERMOGEN Algemene reserve
31-12-2008
31-12-2007
€
€
1.554.944
1.074.578
- resultaat boekjaar
538.664
408.089
- dotatie bestemmingsfonds instellingssubsidie
-19.615
72.277
2.073.993
1.554.944
31-12-2008
31-12-2007
Stand per 1 januari Dotatie:
Stand per 31 december
Bestemmingsfonds instellingssubsidie
€
€
65.418
137.695
Dotatie huidig boekjaar (zie toelichting)
19.615
-72.277
Stand per 31 december
85.033
65.418
2.159.026
1.620.362
31-12-2008
31-12-2007
Stand per 1 januari
Totaal eigen vermogen Het bestemmingsfonds instellingssubsidie (egalisatiereserve) dient ter dekking van verliezen op met instellingssubsidie gefinancierde projecten. In overeenstemming met de subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3 wordt een gerealiseerd overschot of tekort op de projecten gefinancierd met instellingssubsidie toegevoegd danwel onttrokken aan het bestemmingsfonds instellingssubsidie, waarbij het overschot/ tekort wordt toegerekend naar rato van de instellingssubsidie en de begrote overige baten (in 2008 96,59% – 3,41%). Berekening 2008 Resultaat projecten gefinancierd met instellingssubsidie
20.308
Waarvan aandeel instellingssubsidie 96,59%
19.615
VOORZIENINGEN €
€
171.306
203.952
Vrijval ten gunste van het resultaat
-102.000
-155.760
Uitgaven ten laste van voorziening
-36.306
0
0
-48.192
Stand per 1 januari
Reclassificatie Toevoegingen ten laste van het resultaat Stand per 31 december De voorzieningen ultimo 2008 zijn als volgt samengesteld: Voorziening transitie
33.000
Totaal voorzieningen per 31 december
33.000
Voorziening transitie De voorziening transitie is bestemd voor het afdekken van risico’s die voortvloeien uit de opbouw van het instituut.
0
171.306
33.000
171.306
73
74
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
LANGLOPENDE sCHULDEN 31-12-2008
31-12-2007
€
€
Stand per 1 januari
56.849
0
Reclassificatie
86.806
0
Mutatie
-8.923
56.849
134.732
56.849
31-12-2008
31-12-2007
€
€
714.576
668.010
Stand per 31 december De langlopende schulden hebben betrekking op betalingsverplichtingen aan medewerkers waarmee een regeling is getroffen in het kader van de reorganisatie. De maximale looptijd bedraagt 4 jaar.
KORTLOPENDE sCHULDEN
Vooruitontvangen (project-)subsidies
273.740
717.309
Vooruitontvangen gelden Youth in Action
3.559.914
2.630.719
Vooruitontvangen gelden Xplore
3.092.199
7.180.171
Crediteuren
1.670.161
1.193.805
Contractuele projectverplichtingen
1.155.006
960.615
475.177
275.918
Vooruitontvangen opdrachten derden
Belastingen en sociale verzekeringen Overige schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden Vooruitontvangen (project-)subsidies en opdrachten derden De vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruitontvangen opdrachten derden betreffen bedragen die in 2008 of eerder zijn ontvangen, maar bestemd zijn voor 2009. In de vooruitontvangen (project-) subsidies ad € 714.576 is begrepen een bedrag van € 331.629 aan nog te ontvangen projectsubsidies Vooruitontvangen gelden Youth in Action De vooruitontvangen gelden Youth in Action hebben betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het kader van het internationale subsidieprogramma Youth in Action heeft ontvangen van de Europese Commissie, maar die in 2008 (nog) niet zijn betaald aan projecten. In het kader van dit programma heeft het Nederlands Jeugdinstituut in 2008 € 3.567.795 ontvangen en € 2.511.625 doorbetaald aan projecten. Bovendien dient de Europese Commissie het niet-bestede subsidiegeld van voorgaande jaren nog terug te vorderen. In 2008 is er een bedrag van € 2.756.419 toegekend ten behoeve van uitwisselingsprojecten (vastgesteld € 1.653.504). Vooruitontvangen gelden Xplore De vooruitontvangen gelden Xplore hebben betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het kader van het internationale subsidieprogramma Xplore heeft ontvangen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar die in 2008 (nog) niet zijn doorbetaald aan projecten.
1.414.539
542.788
12.355.312
14.169.335
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Contractuele projectverplichtingen De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die in 2008 of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De afwikkeling van deze verplichtingen vindt in 2009 plaats. Belastingen en sociale verzekeringen 2008 Afdracht Belastingdienst loonheffing
292.485
Afdracht Pensioenfonds PGGM
131.864
Afdracht BTW Totaal
50.828 475.177
Overige schulden en overlopende passiva Opgebouwde vakantietoeslag
255.972
Opgebouwde vakantiedagen, sabbatical en jubileumuitkeringen
161.901
Te betalen diensten derden
167.194
Af te dragen rente
224.073
Overige te betalen kosten
271.456
Vooruitontvangen baten Totaal
NIET UIT DE BALANs BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Het Nederlands Jeugdinstituut is meerjarige financiële verplichtingen aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden voor een bedrag van € 488.556. Het gehele bedrag heeft betrekking op aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering van projecten met een looptijd gelijk aan of korter dan een jaar.
333.943 1.414.539
75
76
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting winst- en verliesrekening OPBRENGsTEN • Instellingssubsidie De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het programmaministerie voor Jeugd en Gezin toegekend ten behoeve van de uitvoering van de projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd. Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
5.556.046
4.431.900
4.035.415
Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
Opbrengst producten
1.235.812
839.100
561.619
Overige opbrengsten
619.351
304.300
383.547
1.855.163
1.143.400
945.166
De subsidie 2008 is als volgt samengesteld:
Toekenning 2008
4.431.894
Tijdelijke uitbreidingen
979.850
Loonbijstelling (OVA)
144.302
Totaal De tijdelijke uitbreidingen zijn bestemd voor de uitvoering van het project Raamwerk Landelijke Aanpak Kindermishandeling en voor een inventarisatie van beschikbare databanken m.b.t. gezinsbeleid.
• Projectsubsidies De projectsubsidies ad € 5,5 miljoen hebben betrekking op niet-structurele, specifiek voor bepaalde projecten toegekende subsidiegelden. De subsidie-opbrengsten zijn € 1,0 miljoen hoger dan begroot; vooral de projectsubsidies afkomstig van het ministerie van OC&W zijn aanzienlijk hoger dan begroot.
• Opdrachten derden Deze post betreft de opbrengsten met betrekking tot projecten die in opdracht van nietsubsidiegevers zijn uitgevoerd. De opbrengsten zijn nagenoeg gelijk aan die van 2007. T.o.v. de begroting 2008 zijn ze met 2 ton toegenomen.
• Overige projectopbrengsten De overige projectopbrengsten zijn als volgt te specificeren:
Totaal
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Opbrengst producten De productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten voor publicaties, trainingen en congressen. De opbrengsten uit trainingen zijn, zowel ten opzichte van de begroting als ten opzichte van het voorgaande jaar, aanzienlijk toegenomen. Overige opbrengsten De overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in projectkosten.
• Opbrengsten (niet- projectgebonden)
Opbrengsten Vilans en MOVISIE
Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
240.019
249.400
255.183
Overige opbrengsten
301.342
184.800
328.199
Totaal
541.361
434.200
583.382
Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
5.926.016
6.553.500
5.038.329
Medewerkers in tijdelijke dienst
985.187
540.410
851.665
Detacheringen en uitzendkrachten
280.715
109.090
57.642
Opleidingskosten
86.506
141.900
135.611
Werving- en selectiekosten
57.525
0
23.955
Opbrengsten Vilans en MOVISIE De opbrengsten hebben voornamelijk betrekking op de gelden die in rekening worden gebracht aan Vilans en MOVISIE voor de kosten voor de gemeenschappelijke kosten voor redactie, productrealisatie, juridische advisering en archief. Overige opbrengsten In de overige opbrengsten zijn incidentele baten opgenomen ten bedrage van € 156.174. Dit betreft voor een bedrag van € 102.000 de gedeeltelijke vrijval van de voorziening transitie.
KOsTEN • Personele kosten
Medewerkers in vaste dienst
Overige personele kosten Opbrengst (personeelsgebonden) Totaal
79.902
94.000
31.869
-128.042
-30.000
-25.548
7.287.809
7.409.000
6.113.523
77
78
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Medewerkers in vaste/tijdelijke dienst en detacheringen De salariskosten van de medewerkers in vaste en tijdelijke dienst, samen met de kosten voor detacheringen en uitzendkrachten, zijn in lijn met de begroting. Enerzijds is er een toename van de salariskosten in verband met een stijging van het gemiddeld aantal fte’s ten opzichte van de begroting (4 fte). Hier staat tegenover dat de reguliere kostenstijgingen (cao-verplichtingen, sociale lasten en periodieke verhogingen) lager uitvallen dan voorzien. De salariskosten van de tijdelijk medewerkers zijn toegenomen en van de vaste medewerkers afgenomen. De verhouding vaste en tijdelijk medewerkers is 77/23 per 31 december 2008 (2007 82/18). Ten opzichte van 2007 zijn de kosten met 1,2 miljoen toegenomen tengevolge van reguliere kostenstijgingen, maar vooral tengevolge van de groei van het instituut in 2007 en 2008. De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur bedraagt in totaal € 244.872. Overige personele kosten De overige personele kosten hebben betrekking op kosten arbodienst, personeelsevenementen etc.
• Materiële projectkosten Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
Algemene kosten
925.732
992.200
561.077
Diensten derden
4.082.342
1.049.500
3.626.034
Producten Totaal Algemene kosten De algemene kosten omvatten de projectgebonden reis- en verblijfkosten, kosten voor huur catering, aanschaf literatuur, repro- en portokosten, materiaalkosten etc. Diensten derden De diensten derden hebben betrekking op zowel de inhuur van specifieke expertise als op de vergoedingen aan pilotorganisaties en samenwerkingspartners. Ten opzichte van de begroting is er € 3 miljoen meer besteed, wat direct samenhangt met de
546.642
611.700
324.789
5.554.716
2.653.400
4.511.900
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
hogere omzet. Ook relatief zijn er meer derden ingehuurd om de projecten te kunnen uitvoeren. De kosten voor de inzet van expertiseteams bij enkele grotere trajecten (Zorg- en adviesteams, Raamwerk Kindermishandeling en Veiligheid op scholen) vormen een substantieel onderdeel van deze post. Producten De productkosten bestaan uit de materiële kosten voor publicaties, congressen en cursussen.
• Materiële kosten (niet- projectgebonden) Realisatie
Begroting
Realisatie
2008
2008
2007
€
€
€
1.601.026
1.741.200
1.582.004
215.158
353.500
118.194
Afschrijvingen en onderhoud
1.075
114.200
0
Public relations en marketing
116.116
47.500
12.553
Basisdiensten Sekondant Diensten derden
Bureaukosten Overige materiële kosten Totaal Basisdiensten Sekondant Deze post betreft de diensten die Sekondant levert aan het Nederlands Jeugdinstituut (ICT, administratie en facilitaire zaken). Afschrijvingen en onderhoud De kosten voor afschrijvingen en onderhoud zijn nagenoeg niet gerealiseerd; de voor 2008 geplande investeringen hebben nog niet plaatsgevonden. Bureaukosten De bureaukosten bestaan uit kosten voor repro, porti, telefoon en kantoormiddelen. Overige materiële kosten In de overige materiële kosten zijn incidentele lasten opgenomen ten bedrage van € 320.506. Hiervan heeft een bedrag van € 235.764 betrekking op het aandeel van het Nederlands Jeugdinstituut in nagekomen transitiekosten voor de drie kennisinstituten MOVISIE, Vilans en het Nederlands Jeugdinstituut. Deze kosten hebben met name betrekking op een onverhuurbaar pand van één van de oude organisaties.
51.916
34.900
62.073
412.701
83.500
428.740
2.397.992
2.374.800
2.203.564
79
80
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.
Accountantsverklaring Afgegeven ten behoeve van het ministerie voor Jeugd en Gezin
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport op pagina 68 tot en met pagina 79 opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Nederlands Jeugdinstituut te Utrecht bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de winst- en verliesrekening over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Subsidieregeling VWS-Subsidies. Tevens is het bestuur van de stichting verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet en regelgeving opgenomen bepalingen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle als bedoeld in Titel 9 Boek 2 BW en artikel 43 van de Subsidieregeling VWS-subsidies. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het als bijlage 6 in de Subsidieregeling VWS-subsidies opgenomen Controleprotocol Instellingssubsidie. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van de aanvaardbaarheid van het gehanteerde referentiekader voor financiële rechtmatigheid. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Nederlands Jeugdinstituut per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Subsidieregeling VWS-subsidies. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2008 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het Controleprotocol Instellingssubsidie zijn opgenomen, en met de nadere gestelde subsidieverplichtingen. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amstelveen, 30 maart 2009 KPMG ACCOUNTANTS N.V. D.W. Voetelink RA
Bestemming resultaat Het resultaat wordt aan het eigen vermogen toegevoegd nadat het deel dat samenhangt met de instellingssubsidie is toegerekend aan het bestemmingsfonds instellingssubsidie conform de subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3.
81
82
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut
PRODUCTENOVERZICHT MEDEWERK(sT)ERs
84
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
14
Productenoverzicht 2008 (belangrijkste producten) Artikelen • Methodisch werken verbetert AMK-beslissing; Bartelink, C.; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 1, p. 40-51 • Opvoedingsinternaat of jeugdgevangenis; Beijerse, J. uit & L. Boendermaker ; Proces; jrg. 87, nr. 5, p. 142-153 • De justitiële jeugdinrichtingen; Boendermaker, L; Justitiële Interventies voor jeugdige daders en risicojongeren; p. 57-80 • De professional als uitvoerder van effectieve interventies; Boendermaker, L; Werken met risicojongeren, handboek voor sociale professionals.; p. 41-52 • Jeugdzorgplus, drang en dwang in de jeugdzorg; Boendermaker, L. ; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 1, p. 8-20 • Wat werkt bij het voorkomen en verminderen
• Eindelijk eens gewoon over de scheiding praten; Geurts, E.; Tijdschrift Kindermishandeling; jrg. 1, nr. 3, p. 30-33 • Europa in?; Hilverdink, P.; Bij de Les; november 2008 • Smaakt Europa naar meer maatschappelijk actieve jongeren?; Hilverdink, P.; Europese Gemeente; december 2008 • Rapport professionaliteit of persoonlijke aandacht?; Hoex, J.; BBMP: Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in de Kinderopvang; maart 2008 • Kinderopvang met sociale functie; Hoex, J.; BBMP: Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in de Kinderopvang; oktober 2008 • Feeling fat rather than being fat may be associated with psychological well-being in young Dutch adolescents; Jansen W,
van delinquent gedrag; Boendermaker, L. & D.
van de Looij-Jansen PM, de Wilde EJ, Brug J.;
Ince; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 4, p. 26-38
Journal of Adolescent Health; 2008 Feb, 42(2),
• Gedragsproblemen bij kinderen voorkomen en verminderen; Boendermaker, L. & T. van Yperen; Justitiële Verkenningen; jrg. 34, nr. 8, p. 60-76 • Leerlingzorg en zorg- en adviesteams; Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 2, p. 7 • Samenwerken met ouders in zorgtrajecten; Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 7, p. 23 • Zorg- en adviesteams en passend onderwijs; Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 8, p. 24 • Zorgadviesteams veroveren jeugdhulp; Bosdriesz, M.; Zorg + Welzijn; jrg. 14, nr. 7/8, p. 38, 39, 41 • Zorg- en adviesteams in het onderwijs in
p. 128-136 • Prevention; Jonkman, H., T. van Yperen en B. Prinsen; Tomorrow’s Criminals. The Development of Child Delinquency and Effective Interventions; p. 179-196 • De ontwikkeling van de JGZ-richtlijn kindermishandeling: waarom duurt dat zo lang?; Kampshuis, M., Fleuren, M.A.H., Kooijman, K., Vergeer, M., Heerdink-Obenhuijsen, N., & Wagenaar-Fischer, M.; Tijdschrift JGZ; jrg. 40, nr. 6 • VoorZorg: opvoedingsondersteuning van zwangerschap tot peutertijd; Kooijman,
opmars; Bosdriesz, M. (medewerking);
K., Struijff, E., Coeverden, S. van, Crijnen, A. &
Jeugd en Co; juni 2008
Leerdam, F. van; Tijdschrift JGZ; jrg. 40, nr. 3,
• ZAT’s in het V.O.; Deen, C.; Toon Speziaal; jrg. 3, nr. 2, p. 28-29 • Centrum voor Jeugd en Gezin: de lessen uit vier
p. 60-62 • Deliberate self-harm within an international community sample of young people:
Europese landen; Dijk, M. van, A. Kalsbeek,
comparative findings from the Child &
B. Prinsen, P. Nota en D. van Veen; Jeugd en
Adolescent Self-harm in Europe (CASE) Study;
Co Kennis; jrg. 2, nr. 4. p. 39-47
Madge N, Hewitt A, Hawton K, Wilde EJ,
• Engelse lessen voor Centra voor Jeugd en Gezin;
Corcoran P, Fekete S, Heeringen KV, Leo DD,
Gelauff-Hanzon, C.W.; Jeugd en Co Kennis;
Ystgaard M.; European Journal of Child and
jrg. 2, nr. 1, p. 29-39
Adolescent Psychiatry; 2008 March 10
• Als je je kinderen niet slaat, krijg je later spijt;
• Jeugd in actie; Meijer, E. en P. Barendse;
Geurts, E.; Tijdschrift Kindermishandeling;
Maatschappij & Politiek; oktober 2008
jrg. 1, nr. 1, p. 14-17
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Deliberate self-harm in young people:
• Comparison of Web-Based versus Paper-and-
differences in prevalence and risk factors
Pencil Self-Administered Questionnaire: Effects
between The Netherlands and Belgium; Portzky
on Health Indicators in Dutch Adolescents;
G, E.J. de Wilde, K. van Heeringen; European
Van de Looij, P.M. en E.J. de Wilde ;
Journal of Child and Adolescent Psychiatry;
Health Services Research; 43(5), p. 1708-1721
2008 April, 17(3), p. 179-186 • Coördinatie van zorg: nodig voor de veiligheid van kinderen in multiproblemgezinnen; Prinsen, B.; Tijdschrift Artsen Jeugdgezondheidszorg; nr. 14, p. 40155 • Signalering en dan … een interventie; Prinsen, B.; TSG; jrg. 86, nr. 2, p. 16 • Die Entwicklung integrierter Familienunterstützender Dienstleistungszentren;
• Wat is praktijkgestuurd onderzoek?; Veerman, J.W., Yperen T.A. van; Zicht op effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd effectonderzoek in de jeugdzorg; p. 17-34 • Praktijkgestuurd effectonderzoek maakt hulpverlening beter; Veerman, J.W., Yperen T.A., Bijl, B., Ooms, H. & Roosma, D.; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 4, p. 8-18 • Het monitoren van probleemgedrag;
Prinsen, B. en M. Oudhof; Deutsche
Wilde, E.J. de; Justitiële Verkenningen;
Jugendinstitut; 2008, p. 81-95
jrg. 34, nr. 8, p. 49-60
• De vergeten groep, 12-plussers in de Centra voor Jeugd en Gezin; Prinsen, B. en A. Woolthuis; Jeugd en Co; jrg. 2, nr. 4, p. 30-31 • Opvoedhulp om de hoek: wat werkt?; Prinsen, B. en Graaf, M. de ; JGZ, Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg, themanummer Opvoedingsondersteuning; jrg. 2008, 40, p. 48-49 • Hulpverleningsdoelen categoriseren met de Doelenboom. Ontwikkeling en categorieën
• Onbewust beslissen; Yperen, T.A. van; Kind en Adolescent; jrg. 29, nr. 1, p. 52-54 • Interventions; Yperen, T.A. van, Boendermaker, L; Tomorrow’s criminals. The development of child delinquency and effective interventions; p. 197-214 • Prevention; Yperen, T.A. van, Jonkman, H., Prinsen, B.; Tomorrow’s criminals. The development of child delinquency and effective interventions; p. 179-196
systeem voor hulpverleningsdoelen in een jeugdzorginstelling; Reith, W., Hofman, R.,
Boeken
Stams, G.J.J.M., & Yperen, T.A. van; Kind en
• Knap lastig!; Balledux, M. e.a.; 176 p.;
Adolescent; jrg. 29, p. 221-234 • Verschoolsing van de bso is niet de bedoeling; Schreuder, L.; BBMP: Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in de Kinderopvang; jrg. 1, nr. 4, p. 20-23 • Met vier jaar al de hele dag naar school; Schreuder, L.; Tijdschrift WJK: Wereld van het jonge kind; jrg, 35, nr. 9, p. 286-289 • Boekbespreking, De brede school in één hand boek; Schreuder, L.; Tijdschrift MK: Management Kinderopvang; februari 2008, p. 10-11 • Boekbespreking, Meertaligheid; Schreuder, L.; Tijdschrift MK: Management Kinderopvang; maart 2008, p. 20-21 • Boekbespreking, Veilige hechting is van levensbelang; Schreuder, L.; Tijdschrift MK: Management Kinderopvang; mei 2008, p. 20-21 • Boekbespreking, Educatie, reflectie en een onderzoekende houding; Schreuder, L.; Tijdschrift MK: Management Kinderopvang; juni/juli 2008, p. 20-21 • Verbinding van leren binnen en buiten de school; Valkestijn, M.; Zicht op de brede school, M. van der Grinten e.a. (red) SWP; jrg. 2008, p. 191-197
Nederlands Jeugdinstituut en Sardes • Werken aan welbevinden; Balledux, M. en J. Hoex; 112 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Ontwikkelingsstimulering en opvoedings ondersteuning voor allochtone kinderen en hun ouders; Beekhoven, S., D. Ince en H. Kalthoff; 80 p.; Nederlands Jeugdinstituut en Sardes • Wegwijzer voor de intern begeleider; Bosdriesz, M. en Messing, C.T.H.M.; 149 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Kaleidoscoop in kinderdagverblijven; Brandenbarg, N.; 225 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Coördinatie en professionalisering van zorg in het MBO; Brinkman, B., T. Boonman en L. Talsma; 76 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Handboek Doorbraak in de jeugdzorg; Deur, H. van & Odenhoven, R. van ; 123 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Handleiding Kortdurende Video Home Training in gezinnen met jonge kinderen; Eliëns, M. & Prinsen, B.; 304 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Tis knap lastig; Hoex, J. en Floortje Kunseler; 175 p.; SWP Uitgeverij
85
86
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Het menu; Hoex, J. en Jeanne Buitenhuis; 96 p.; Tilburg, Kinderstad bv
• Laten spelen is een vak; Veenstra & Van Berkel ; DVD, 75 min.; Nederlands Jeugdinstituut
• Pedagogische kwaliteit op orde (4e druk); Hoex, J. en S. Kwok; 95 p.;
Rapporten
Nederlands Jeugdinstituut
• Checklist implementatiediagnose JGZ-Richtlijn
• Actief leren met baby’s, dreumesen en peuters; Julien, M. en J. Schonewille (eindredactie); 116 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Thematisch OuderProgramma ; Kalthoff, H.; 360 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Laten spelen is een vak; Kwok, S. en H. Meij; 270 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Kortgesloten?; Prinsen, B. (red.), Bartelink, C.,
secundaire preventie kindermishandeling; Anthonijsz, I. & Kooijman, K. • Moeders Informeren Moeders; Anthonijsz, I. & Prinsen, B. • Evaluatie van het scholingstraject en de invoering van ORBA en LIRIK bij het AMK Noord-Holland; Baat, M. de & Berge, I.J. ten • In beeld blijven; Bakker, P.P.
Kalthoff, H., Ligtermoet, I., Kooijman, K.,
• Ik heb een topjaar gehad!; Bakker, P.P.
Blokland, G., Dries, H. & Bosdriesz, M.; 284 p.;
• keurmerkrapporten Brede scholen Almere
Nederlands Jeugdinstituut • Actief spelen in de vrije tijd; Schonewille, J.; 48 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Kaleidoscoop in de buitenschoolse opvang; Schonewille, J. en J. Vegter; 102 p.; Nederlands Jeugdinstituut • De Kinderhuiskamer in de brede school; Schreuder, L., G. Hartman, J. Janssen Duyghuysen, R. Mous en A. Schiks; 30 p.; Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen • School met vijf O’s; Schreuder, L., M. Valkestijn, S. Mewissen; 173 p.; Nederlands Jeugdinstituut/ SWP Uitgeverij • NJi-monitor 2007 Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs; Steenhoven, P. van der & A.F.D. van Veen; 60 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Kwaliteitskader en handreikingen voor Zorgen adviesteams; Veen, A.F.D van e.a.; 211 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Wat heb je gedaan vandaag?; Veen, van A.,
(Stedenwijk., Wierwinde, @rchipel, Meesterwerk); Bakker, P.P. • Top Zes Bij- en nascholing; Beek, M. van en Berger, M. • Ontwikkelingsstimulering en opvoedings ondersteuning voor allochtone kinderen en hun ouders; Beekhoven, S., Ince, D., Kalthoff, H., van der Vegt, A. • Instrumenten voor risicotaxatie in situaties van (vermoedelijke) kindermishandeling; Berge, I.J. ten • Veiligheidsbeleid en risicomanagment in Bureau Jeugdzorg; Berge, I.J. ten & Montfoort, A. van • Actieplan Professionalisering in de Jeugdzorg; Berger, M. (redactie) & N. Zwikker • Onderwijsopvangvoorzieningen in Rotterdam; D. van Veen • International Expert meeting on Centres for Youth and Families; Dijk, M. van • Interbeoordelaarbetrouwbaarheid Standaard Taxatie Ernst Problematiek (STEP);
M. Boogaard, R. Fukkink, M. Valkestijn; 82 p.;
Eijgenraam, K., Pijll, M., Lekkerkerker, L.,
SCO-Kohnstamm Instituut (UvA)
Yperen, T.A. van
• Op het puntje van je stoel; Vegter-Rozendal, J.M en J. Schonewille; 61 p.; Nederlands Jeugdinstituut • Zicht op effectiviteit; Yperen, T.A. van, Veenman, J.W.; 368 p.; Eburon, Delft • Jeugdzorg in kaart; Zwikker, N en H. Hens; 82 p.; SWP/Nederlands Jeugdinstituut
• Kinderen in de keten 2008; Geurts, E & Groen, B. • De aanpak RAAK en de landelijke model aanpak van huiselijk geweld; Groen, B. & Geurts, E. • Zorg in en rond het onderwijs in de lokale educatieve agenda; Heijden, S.J.M. van der, M. Bosdriesz, G. Bouma & A.F.D. van Veen • Helpen bij het ogroeien en opvoeden in Amsterdam; J. Hermanns & D. van Veen
DVD’s • Spelen, onderzoeken & ontdekken; Hoyng, F.; DVD, 22 min.; Nederlands Jeugdinstituut • Zelf kiezen is het leukste; Rekel Producties; DVD, 22 min.; Nederlands Jeugdinstituut • Laten spelen is een vak; Veenstra & Van Berkel; DVD, 90 min.; Nederlands Jeugdinstituut
• Opvoedprogramma’s en voor- en vroegschoolse educatie in Oss; Kalthoff, H. en T. Pennings • Opvoedprogramma’s en voor- en vroegschoolse educatie in Oss; Kalthoff, Hl, Pennings, T. • Checklist Startfoto Regionale aanpak van kindermishandeling met instructie; Kooijman, K. & Schouten R.
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Voortgangsrapport Proefimplementatie JGZ-Richtlijn secundaire preventie van kindermishandeling; Kooijman, K., Broerse, A. & Kamphuis, M. • Een literatuurstudie naar programma’s voor gedragsbeinvloeding van leerlingen binnen de schoolcontext en in het bijzonder de reboundvoorziening; Kraag, G. C. en A.F.D. van Veen • Op weg naar een kindvolgsysteem in de gastouderopvang; Kwok, S. • Nulmeting prestatie-indicatoren; Lekkerkerker, L. & Dronkers, F. • Samenwerking rond vreedzame school en zorgkinderen; Mewissen, S. • Seksualisering: reden tot zorg; Nikken, P., Hanneke de Graaf, Hanneke Felten, Kristin Janssens, Willy van Berlo • Kortdurende Interventie Methode (KIM); Oudhof, M. & Steege, M. van der • Nadere doelgroepanalyse Beter met Thuis; Oudhof, M. & Steege, M. van der • Eerder en beter; Prinsen, B. & Bartelink, C. • Opvoeden doet er toe; Prinsen, B. & Dijk, M. van • Opvoeden doet er toe; Prinsen, B. & Eijgenraam, K. • ’t Klimrek Hengelo: opgroeien in de wijk; Prinsen, B. & Ligtermoet, I. • Coördinatie van zorg: door de keten van zorg voor kinderen en jongeren in Almere; Prinsen, B. & Ligtermoet, I. • Coördinatie van zorg als functie van opvoeden opgroeiondersteuning; Prinsen, B. & Ligtermoet, I. • Kortgesloten; Prinsen, B., H. Kalthoff e.a. • Kinderen met meervoudige ontwikkelings
• Pedagogisch Beleidsplan van kinderdagverbijf Dikkie Dik; Schreuder, L. en S. Kwok • Effectieve enduurzame implementatie in de jeugdzorg; Stals, K. Yperen, T.A. van, reith, W., Stams, G.J. • Raamwerk prestatie-indicator doelrealisatie; Steege, M. van der & Yperen, T. van • De middelen van de RAT’s herzien; Steege, M. van der, Addink, A. & Bruinsma, W. • De hulpverleningsvariant van pleegzorg doorgelicht; Steege, M. van der, Addink, A. & Bruinsma, W. • NJi-Monitor 2007: Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs; Steenhoven, P. van der & A.F.D. van Veen • Verlengde leertijd en educatieve samenhang; Valkestijn, M. • Samenwerken aan betekenisvol leren in en met de buurt; Valkestijn, M. • Kwaliteitskader en handreikingen voor Zorg- en adviesteams; Veen, A.F.D. van e.a. • Factsheet LCOJ-monitor 2007; Veen, A.F.D. van, P. v.d. Steenhoven, M. Bosdriesz en B. Brinkman • LCOJ-onderzoek; Veen, A.F.D. van, R. v.d. Krol, P. Huizenga, D. Wienke en P. v.d. Bogaart • Registratiegegevens programma VoorZorg tot en met november 2007; Versendaal, O. & Kooijman, K. • Op weg naar volwassenheid; Vink, R. & Geurts, E. • Ontwikkeling en borging jeugdinterventies; Yperen, T.A. van, K. Bakker • Meer zicht op effectiviteit van jeugdzorg; Yperen, T.A. van, Steege, M. van der • De betekenis van cijfers over doelrealisatie; Yperen, T.A. van, Steege, M. van der
problematiek, een verkennend onderzoek; Prinsen, B., Oudhof, M. & Bruinsma, W. • Meldplicht kindermishandeling: een toegevoegde waarde?; Rossum, J. van, & Wolzak, A. • Competenties in relatie tot de aanpak van kindermishandeling; Rossum, J. van, Berge, I.J. ten & Anthonijsz, I. • Ontwikkeling van en onderzoek naar
Congressen (deelnemers) • Connecting Europe; Nederlands Jeugdinstituut en Nationale Jeugdraad; Stadhuis, Rotterdam; 7 november 2008 (100) • Jong zijn in Nederland kent vele gezichten; Nederlands Jeugdinstituut en Movisie; Rasa, Utrecht; 6 november 2008 (200) • Expert meeting Public health strategy for
het instrument Beoordeling Sociaal
parenting support; Nederlands Jeugdinstituut,
Aanpassingsvermogen;
ZonMw en ministerie voor Jeugd en Gezin;
Schouten, R., Lekkerkerker, L.& Konijn, C. • Een schooldag op Bikube is één geheel; Schreuder, L. • Samen spelen, zorgen delen; Schreuder, L. • School- en opvangtijden aangepast aan biologisch ritme; Schreuder, L.
5 juni 2008 (25) • Expertmeeting Opgroeien en meedoen; Nederlands Jeugdinstituut i.s.m. Verdiwel en Mogroep; Amsterdam; 18 november 2008 (60) • Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams; Nederlands Jeugdinstituut en AT-Consult; Den Haag; 29 mei 2008 (250)
87
88
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• International Expert meeting on Centres for
Cursussen en trainingen
Youth and Families; Nederlands Jeugdinstituut;
totaal aantal deelnemers: 4.558
Utrecht; 19 september 2008 (60)
waarvan:
• Internationale expert meeting Centra voor Jeugd en Gezin; Nederlands Jeugdinstituut, Fontys Hogeschool, ministerie voor Jeugd en Gezin; Utrecht, Hoog Brabant; 19 september 2008
• Triple P: 1.220 • Implementatie JGZ-Richtlijn secundaire preventie van kindermishandeling: 520 • Onderzoek, Risicotaxatie en Besluitvorming AMK’s: 360
• Jeugdzorg in Onderzoek; Programmaministerie voor Jeugd en Gezin, Nederlands Jeugdinstituut,
Lezingen:
ZonMw, RIVM/Centrum jeugdgezondheid;
158
28 januari 2008
waarvan in het buitenland: 16
• Jeugdzorgdag: internationale uitwisseling; Nederlands Jeugdinstituut; Arnhem;
Lidmaatschap (advies)orgaan
20 november 2008 (80)
• Bakker, C.J.; Lid adviesraad centrum
• Kinderwerkersdag Spelen met talent; Nederlands Jeugdinstituut en Jantje Beton; Ede; 27 oktober 2008 (250) • Landelijke dag contactmedewerksters
jeugdgezondheid/ RIVM • Bakker, C.J.; Lid bestuur Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs 0-12 jaar • Bakker, C.J.; lid curatorium leerstoel Onderzoek
Stapprogramm’s; Nederlands Jeugdinstituut;
en ontwikkeling effectieve jeugdzorg, faculteit
Zeist; 3 november 2008 (120)
sociale wetenshappen Universiteit Utrecht
• Landelijke prijsuitreiking Richard Krajicek Foundation Award; Nederlands Jeugdinstituut, Richard Krajicek Foundation Award en Neder lands Instituut Sport en Bewegen; Rotterdam; 20 februari 2008 (200) • Leren signaleren; structurele aandacht voor geweldsproblematiek; Nederlands Jeugdinstituut en Movisie; Hilversum; 8 oktober 2008 (150) • Oogsten en Zaaien; Nederlands Jeugdinstituut en ISM; Nieuwegein; 10 november 2008 (275) • Opgroeien doe je samen; Nederlands Jeugd instituut; Amsterdam; 18 november 2008 (300) • Opvoedhulp om de hoek; ZonMw, RIVM Centrum Jeugdgezondheid, ActiZ, GGD Nederland, Pharos, Trimbos-instituut, Medisch Centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam, E-Quality, NIGZ en LOOPP; De Reehorst, Ede; 6 juni 2008 (615) • Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN); Nederlands Jeugdinstituut; Utrecht; 5 november 2009 (80) • Startconferentie Erkenningscommissie Jeugd interventies; Nederlands Jeugdinstituut; Utrecht; 5 juni 2009 (168) • VO + zorg, beleidsontwikkeling in dynamische
• Bakker, C.J ; lid werkveldcommissie pedagogiek, faculteit sociale wetenschappen Utrecht • Berge, I.J. ten; Advisering hoofdkantoor Raad voor de Kinderbescherming over herzien van de onderzoeksmethodiek • Berger, M.A.; Lid Curriculumcommissie VIB project, MOgroep Jeugdzorg • Berger, M.A.; Redactie Jeugd & Co Kennis • Berger, M.A.; Voorzitter projectgroep actieplan professionalisering jeugdzorg • Berger, M.A.; Secretaris stuurgroep actieplan professionalisering jeugdzorg • Berger, M.A.; Voorzitter projectgroep databank na- en bijscholing • Boendermaker, L.; Lid van werkgroep van Hogescholen opleiding voor personeel justitiële jeugdinrichtingen • Boendermaker, L.; Voorzitter begeleidingscommissie onderzoek STOP reactie (WODC) • Boendermaker, L.; Lid begeleidingscommissie onderzoek FFT door PI research • Boendermaker, L.; Lid klankbordgroep ‘besloten groep’ Horizon Jeugdzorg Rotterdam • Boendermaker, L.; Lid referentiegroep
context; Nederlands Jeugdinstituut, VO-Raad,
‘Doen wat werkt’ (nieuw zorgaanbod drie
Platform SWV VO; Wageningen;
noordelijke provincies)
25-26 september 2008 (90)
• Boendermaker, L.; Lid Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie • Boendermaker, L.; Lid congrescommissie jubileumcongres EFCAP-EU (oktober 2008 te A’dam)
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Boendermaker, L.; Redacteur Jeugd en Co Kennis • Gelauff,C; Lid begeleidingscommissie onderzoek Verwey-Jonker Instituut : Frontlinie en Interculturele Meetladder • Gelauff, C.; Lid coördinatieteam EC O3 • Gelauff, C.; Lid uitvoeringsoverleg RIVM/ Centrum Jeugdgezondheid, ZonMw, NJi voor het Kennisprogramma Jeugd • Geurts, E.; Redactielid Tijdschrift Kindermishandeling • Geurts, E.; Lid advieskring Stichting Zijweg • Graaf, M. de; Lid Commissie Autisme Spectrum Stoornissen, adviescommissie Gezondheidsraad • Graaf, M. de; Adviseur ontwikkeling Meetladder Diversiteit Interventies • Hoex, J.; Lid Klankbordgroep Versterking kwaliteit toezicht en handhaving kinderopvang (VNG/GGD-Nederland) • Hoex, J.; Lid werkgroep Kinderopvang van Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector/HKZ • Hoex, J.; Lid jury Leidsterteam van het jaarverkiezing EDG Utrecht • Kooijman, K.; Bestuurslid stichting Voorkoming van Kindermishandeling • Lierop, R.; Redacteur Jeugd en Co Kennis • Meij, H.; Lid Platform Ruimte voor de Jeugd / Nationale Speelraad • Meij, H.; Lid Raad van Advies Expertisecentrum Kinderopvang, Hogeschool Amsterdam / Universiteit van Amsterdam • Meij, H.; Lid Klankbordgroep project Groen is gras, bevordering van natuurbeleving in de
Hogeschool Enschede • Ooms, H; Partner Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN) • Ooms, H; Adviseur TripiO, opvoedingsondersteuning online • Ooms, H; Adviseur Vereniging Ambulante Spoedhulp • Ooms, H; Adviseur PMTO • Prinsen, B.; Platform voor MIM-coördinatoren • Prinsen, B.; Samenwerkingsverband MIM • Prinsen, B.; Lidmaatschap Commissie InhoudJeugdgezondheidszorg bij ActiZ (tot juli 2008) • Prinsen, B.; Lidmaatschap Professionale Raad van de NVPG • Prinsen, B.; Lidmaatschap Beroepsgroepenoverleg Jeugdgezondheidszorg • Prinsen, B.; Medewerker Tijdschrift Jeugdgezondheidszorg • Prinsen, B.; Adviseur Stuurgroep Samenwerkingsverband Home Start Nederland • Prinsen, B.; Adviseur Academische Werkplaats Jeugdgezondheidszorg van VU Medisch Centrum • Prinsen, B.; Secretaris Samenwerkingsverband MIM • Prinsen, B.; Correspondent Tijdschrift G (tot januari 2008) • Prinsen, B.; Referent Zorg Onderzoek Nederland • Schreuder, E.T.; Lid van het Landelijk Pedagogenplatform Kinderopvang • Schreuder, E.T.; Lid van de adviesraad van het Bureau kwaliteitsimpuls kinderopvang /BKK • Schreuder, E.T.; Lid van de landelijke
kinderopvang van 0 tot 4-jarigen,
werkgroep diversiteit en kinderopvang
Stichting Veldwerk, Apeldoorn
(Nederlandse afdeling DECET)
• Meij, H.; Lid Adviescommissie onderzoeksproject Signaleren psychosociale problemen 0-4 jarigen, TNO, Leiden • Messing, C.T.H.M.; Redactie Jeugd & Co Kennis • Nikken, P; Lid NPS Programmaraad Hilversum • Nikken, P; Voorzitter jury jeugdprogramma’s Academy Awards 2007/2008 Hilversum • Nikken, P; Lid jury Gouden Apestaart MijnKindOnline Amsterdam • Nikken, P.; Lid Wetenschapscommissie NICAM/ Kijkwijzer Hilversum • Nikken, P.; Lid adviescommissie peuter TV TeleacNOT Hilversum • Nikken, P.; Lid organisatie Canon van de Nederlandse kindertelevisie Publieke Omroep Hilversum • Nikken, P.; Lid visitatiecommissie Communicatie en ICT opleiding Saxion
• Schreuder, E.T.; Lid van de redactieraad Wereld van het Jonge Kind • Schreuder, E.T.; Recensent bij het tijdschrift Management Kinderopvang • Schreuder, E.T.; Lid van de adviescommissie van NICAM • Valkestijn, M.A.C.; Lid Raad van Advies lectoraat Integraal jeugdbeleid, de vensterschool als portaal; Hanzehogeschool Groningen • Veen, A.F.D. van; Lid Landelijk Platform Onderwijs en Jeugdzorg (LPOJ) • Veen, A.F.D. van; Lid van de redactie tijdschrift Zorgbreed • Veen, A.F.D. van; Lid van de redactieraad tijdschrift Education, Citizenship and Social Justice • Veen, A.F.D. van; Lid van de redactieraad
89
90
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
“Communities that Care” Zuid-Holland/
tijdschrift Teachers and Teaching
Hoogvliet
• Veen, A.F.D. van; Lid redactie Integraal Jeugdbeleid Kluwer
• Yperen, T.A. van; Voorzitter begeleidingscommissie Evaluatie pilotprojecten
• Veen, A.F.D. van; Voorzitter onderzoeksdivisie
Onwillige jongeren
Urban Education and Children and Youth at Risk de European Educational Research
• Yperen, T.A. van; Lid begeleidingscommissie onderzoek Ontwikkeling Participatiory
Association
Psychosocial Inventory i.o.v. War Child
• Veen, A.F.D. van; Lid commissie Beleidsonderzoek Primair Onderwijs (BOPO)
• Yperen, T.A. van; Lid Comitee van Aanbeveling OK Kids Begeleidng van kinderen bij scheiding
• Veen, A.F.D. van; Lid bestuur International
en omgang
Council on Education for Teaching • Veen, A.F.D. van; Lid adviesgroep Passend
• Yperen, T.A. van; Lid Advies onderzoek tracking Adolescents Individual Lives Survey (TRAILS)
Onderwijs en Jeugdzorg provincie Groningen • Veen, A.F.D. van; Lid bestuurlijke werkgroep
• Yperen, T.A. van; Promotor onderzoek “Effectiviteit implementatie methodiek
VNO-NCW kinderopvang - onderwijs
Jeugdformaat”van Karlijn Stals
• Veen, A.F.D. van; Lid begeleidingscommissie Wijkscholen Rotterdam
• Yperen, T.A. van; Promotor onderzoek “Effectiviteit creatieve therapie - een RCT” van
• Veen, A.F.D. van; Lid auditgroep Utrechtse
Huub Notermans
Jeugd Centraal Provincie Utrecht • Veen, A.F.D. van; Lid stuurgroep Internationaal
• Yperen, T.A. van; Lid van de Commissie Financiering Jeugdzorg (CFJ)
Forum Onderwijs (IFO) • Veen, A.F.D. van; Lid expertgroep gezonde
• Yperen, T.A. van; Lid van redactie tijdschrift Kind & Adolescent, uitgeverij Bohn Stafleu Van
School (RIVM)
Loghum
• Veen, A.F.D. van; Adviseur van de WEC-raad • Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie Ieder
• Yperen, T.A. van; Hoofdredacteur Jeugd en Co Kennis
Kind Wint, Rotterdam • Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie Seksualisering in Nederland
Nieuwsbrieven (redacteur)
(NJi/RNG/Movisie)
• Actieplan Professionalisering Jeugdzorg van
• Wilde, E.J. de; Lid platform depressiepreventie (landelijk) • Wilde, E.J. de; Voorzitter begeleidingscommissie
start gegaan; Berger, M. en F. Dronkers • E-Eurodesk Subsidiesignaal; Gaal, Th. Van • Facsheet Zorg- en adviesteams Noord-Brabant;
verdeelmodel provinciale jeugdzorg (SCP) • Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie
Heijden, S. van der • LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorg-
“Laat je horen” (UU/RNG)
en adviesteams in het onderwijs;
• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie “Zippy’s Friends” (GGD R’dam/GGD Den Haag)
Steenhoven, P. van der • Nieuwsbrief Databank Nederlands onderzoek
• Wilde, E.J. de; Co-promotor “Self-report in Dutch Youth Health Care”, P. vd Looij • Wilde, E.J. de; Voorzitter conferentie Utrechtse Jeugdmonitor (GGD Utrecht) • Wilde, E.J. de; Lid panel Verbetering kwaliteit
jeugd en opvoeding; Berg, G. van den • Nieuwsbrief EC O3; Kwok, S. • Nieuwsbrief Jeugd (versch. 45 x); Lierop, R. van • Nieuwsbrief Kaleidoscoop; Schonewille, J. • Nieuwsbrief Onderwijs & Jeugdzorg
OGZ-indicatoren (IGZ) • Yperen, T.A. van; Lid van Raad van Advies van
(versch. 4 x); Clarijs, P. • Nieuwsbrief Youth in Action (versch. 13 x);
de Stichting Risico’s in Ontwikkeling (RIO) VU/ UU/RU/NSCR
Golsteijn, M. • Stapprogramma’s (versch. 5 x); Kalthoff, H.
• Yperen, T.A. van; Lid van de begeleidingsgroep”Jeugdzorg in Onderzoek”en
Websites
“Jeugd in onderzoek”
www.nederlandsjeugdinstituut.nl:
• Yperen, T.A. van; Lid van de landelijke
328.824 unieke bezoekers
werkgroep “Prestatie-indicaotoren in de
jeugdzorg”
In 2008 gerealiseerde onderdelen
• Yperen, T.A. van; Voorzitter begeleidingscommissie evaluatieonderzoek
• Dossier ADHD www.nji.nl/adhd
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Dossier Angststoornissen www.nji.nl/angsstoornissen • Dossier Delinquentie www.nji.nl/delinquentie • Dossier Gedragsstoornissen www.nji.nl/gedragsstoornissen
Voornaamste aandachtsgebieden:
Algemeen: 504 Jeugdzorg: 312 Kindermishandeling: 212 Triple P: 206 Opvoedingsondersteuning: 140
• Dossier Professionalisering in de jeugdzorg www.nji.nl/professionaliseringjeugdzorg • Dossier Kindermishandeling www.nji.nl/kindermishandeling • Dossier Effectiviteit van jeugdinterventies www.nji.nl/jeugdinterventies • Dossier Gedragsproblemen www.nji.nl/gedragsproblemen • Dossier Multiprobleemgezinnen www.nji.nl/multiprobleemgezinnen • Dossier Onderwijsachterstanden www.nji.nl/onderwijsachterstanden • Dossier Opvoedvragen www.nji.nl/opvoedvragen • Dossier Voortijdig schoolverlaten www.nji.nl/voortijdigschoolverlaten • Databank Instrumenten Richtlijnen en Kwaliteitsstandaarden www.nji.nl/dirk • Jeugdthesaurus www.nji.nl/thesaurus Voorts zijn in de Databank Effectieve Jeugdinterventies in 2008 20 programma’s toegevoegd Daarnaast ontwikkelt en beheert het Nederlands Jeugdinstituut veertien product- en themawebsites voor onder andere zorg- en adviesteams (3.049 unieke bezoekers), kindermishandeling (81.606), Triple P (16.040) en Youth in Action (23.110)
Infolijn De medewerkers van de Infolijn beantwoorden vragen direct of verwijzen door naar inhoudelijk deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut of andere organisaties Totaal binnengekomen vragen: 1.675 Vraagstellers:
Uitvoerend werker: 559 Onbekend: 390 Studenten: 272 Publiek: 211 Managers: 126 Anderen: 117
Perscontacten 24 persberichten verstuurd 798 artikelen in de media
91
92
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Medewerkers
Medewerk(st)ers per 31 december 2008 Raad van toezicht
drs. Toon Pennings
Mr. Ella Kalsbeek, voorzitter
drs. Machteld van der Pijll
Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Altra
drs. Lenette Rietveld
Amsterdam
Marjan Roskes
Drs. Edo Arnoldussen, penningmeester
drs. Magna van Soest
Directeur Gemeenschappelijk ontwikkelingsbedrijf
Christa Stigter
van het Rijk
Monica van der Waal-Meijering
Prof.dr. Josee van Eijndhoven
drs. Elizabeth Wattimena
Hoogleraar Sustainability Management Erasmus
dr. Erik Jan de Wilde
Universiteit Rotterdam
Adrie Wolzak
Mr. Leonard Geluk
drs. Machteld Zwikker
Wethouder Jeugd, Gezin & Onderwijs Rotterdam
drs. Niels Zwikker
Drs. Bianca Maasdamme PROGRES Advies
Internationaal
Prof.dr. Paul Verweel
hoofd: drs. Ellen Meijer
Hoogleraar Universiteit Utrecht, Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen
Sonja Blokzijl-Bon
Mr. Jan van Zanen
Letty Darwish
Burgemeester Amstelveen
Anneke Davis - van As Githa Dekker
Raad van bestuur
Thomas van Gaal
drs. Kees Bakker
Pink Hilverdink
Nelleke Groenewegen-Boer
drs. Lorance Janssen drs. Janneke van Klei
Kenniscentrum
Marrie Kortenbosch
hoofd: drs. Carolien Gelauff-Hanzon en
Peter Pieters
prof. dr. Tom van Yperen
drs. Maartje Puts Mark Snijder
Cora Bartelink MSc
Mireille Unger
Hugo Benne
drs. Caroline Vink
drs. Gert van den Berg
Christien Vree Egberts
drs. Marianne Berger dr. Leonieke Boendermaker
Educatie & Opvang
Bram Boer
hoofd: drs. Marja Valkestijn
Henk Dries Elly Euverman
drs. Pieter Paul Bakker
Mathil Gelens MSc
drs. Marielle Balledux
dr. Marian de Graaf
Désirée Brandhorst
Nienke Holter MSc
Josette Hoex
Anne van Hootegem
drs. Su’en Kwok
drs. Annemieke Kalsbeek
drs. Liesbeth Schreuder
Karina de Kort drs. Deniz Ince
Jeugdzorg & Opvoedhulp
Rian van Lierop
hoofd: drs. Marjolein Knaap
dr. Hans Meij drs. Karen Mutsaers
drs. Anne Addink
dr. Peter Nikken
drs. Inge Anthonijsz
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut / Medewerkers
dr. Ingrid ten Berge
Stan van Haaren
Cécile Chênevert MSc
drs. Hilde Kalthoff
drs. Moniek van Dijk
Jaqueline van Rijn MSm
drs. Karin Eijgenraam
drs. Japke Schonewille
drs. Edith Geurts
Mirjam Sicking
Gea Koedam
drs. Berendineke Steenbergen
drs. Klaas Kooijman
drs. Jetty Vegter
drs. Marjan de Lange
Marleen Wilschut MSc
Lianne Lekkerkerker MSc
Liesbeth Zaaijer-Duijvelshoff
drs. Ingrid Ligtermoet Marjolein Oudhof MSc
Communicatie
drs. Bert Prinsen
hoofd: Twan Timmermans
drs. Jessica van Rossum Ria Schouten
Jessica van Brakel
drs. Andrea Smits
drs. Marijke Golsteijn - van den Berg
drs. Mariska van der Steege
Ria de Hek-Huijbers
drs. Dorrit van Tessel
drs. Mies Kroon
Mieke Vergeer
drs. Suzanne Krutwagen Stefanie la Lau
Onderwijs & Jeugdzorg
Paula Modderman
hoofd: drs. Paul Nota en
drs. Nienke Nuyens
prof. drs. Dolf van Veen
drs. Joanka Prakken Ruud Stuivenberg
drs. Peter van den Bogaart
Marcel Verhallen
Gerard Bouma
Lucien Voeten
Ben Brinkman Patrice Clarijs
Stafbureau
Claudia Cuypers MA
Wietske van den Beld
drs. Chaja Deen
Wil den Hartogh
Pauline Huizenga
Marion Hoek
dr. Gerda Kraag
Silvana Mangani
drs. Corian Messing
Maria Pannebakker
drs. Marina Moerkens
Sylvia Verwaal
Sacha Ravestein
Joy Zantkuijl-van Dijk
drs. Paolo van der Steenhoven
mr. Jaap Zwier
Lida Vastenburg
Programma-implementatie & Training (PiT) hoofd: Herma Ooms MCM Maureen van Benthem-Mailuhu drs. Geraldien Blokland Marion van Bommel MSc Anke Boon - van Duyn Nelleke Brandenbarg Ellen van Eersel drs. Rieke Evegroen
93
94
Jaarverslag 2008 / Nederlands Jeugdinstituut
Colofon
Redactie: afdeling Communicatie Nederlands Jeugdinstituut / Interviews: Ebbinge tekst & concept / Fotografie: Marsel Loermans / Ontwerp: Volta_ontwerpers / Drukwerk: Tuijtel
Nederlands Jeugdinstituut Postbus 19221 3501 DE Utrecht Bezoekadres: Catharijnesingel 47 Utrecht T (030) 230 63 44 F (030) 230 63 12 www.nji.nl