INHOUD
REDACTIONEEL
Van Glasnost naar Permafrost
CONSUMENTENNIEUWTJES
2
MOESTUIN
De Lusthof doet zijn naam alle eer aan
5
45
Hoezo warmer?
25
17
BLIK OP MILIEU
Cradle to cradle: van wieg tot wieg
SIERTUIN
32 23
LANDBOUW
Bioweek 2007
UIT DE PRAKTIJK
Ecologie handen en voeten geven
Consumentennieuwtjes Ecover-fabriek krijgt er een zusje bij De Witte van Rumst en andere gevolgen van het kippenboek
27
12 EN VERDER
UITGELEZEN
Een tuin van eten Lekker landschap Klimaatboek
36 37 38
Lezers schrijven Waarheen Het abc van de volkstuin Zoekertjes
34 43 41
VOEDING
Wikkelen met sla Grote enquête groenteen fruitabonnementen (deel2)
ZEG HET VOORT, STUUR HET DOOR, HANG HET OP EN WIN! KIJK SNEL OP P. 26!
39 21
MIDDENIN - UITNEEMBAAR!
Plaatselijke activiteiten Groene Zomer-poster Seizoenen juni 2007/ 1
VAN GLASNOST NAAR PERMAFROST Een warme zomerdag eind april. Mijn dochter Jone, net vier, loopt door de tuin met twee plankjes, klapt ze open zoals je een laptop openklapt en roept: “Kijk papa, kippencheques, kippencheques*!” De luistervink (dat heeft ze van haar vader). Toen ik iets ouder was dan Jone nu, hoorde ik mijn ouders praten over de Bom en dat als die op Brussel zou vallen, we er allemaal aangingen. Laptopje spelen kwam niet in ons op, om de simpele reden dat laptops nog niet bestonden. Ook het klimaatprobleem bestond nog niet. Correctie: de aarde warmde ook toen al op, sluipend, maar we waren zo druk bezig met die bom. Wat later kwam de Glasnost en maakte dat probleem, alvast voor een tijdje, wat minder nijpend. Liggen kinderen nu wakker van het klimaat? Het kan niet anders; als ze voelen dat hun ouders ergens bezorgd om zijn, nemen ze die bezorgdheid over. 3 IPCC-rapporten leren ons dat deze kinderen met zekerheid zullen opgroeien met een onzeker klimaat. Onze generatie beslist of dit ook een onbeheersbaar klimaat wordt. Bij de eerste verkiezingsfolders in de brievenbus frons ik ongerust de wenkbrauwen. Ja, iedere kandidaat heeft wel een milieupuntje, maar over het algemeen blinken die uit in -gespeelde?- naïviteit en onbenulligheid. Terwijl toppolitici òf vinden dat ze goed bezig zijn òf de verantwoordelijkeid doorschuiven naar toekomstige generaties die zelf maar de nodige technologieën moeten uitvinden om te lijmen wat nog rest. Onder de schijnbare consensus om ‘iets’ aan het probleem te doen, schuilt duidelijk nog een berg politieke onenigheid. Of de uitzonderlijk warme aprilmaand er voor iets tussen zit weet ik niet, maar ook in heel wat bijdragen aan deze Seizoenen sijpelt het klimaatthema binnen. Zo vind je in ‘Hoezo warmer?’ minstens 10 tips om je siertuin klimaatvriendelijk in te richten. Lieven David ziet de gevolgen van de weerrecords in zijn permacultuurtuin en kok Geert Groffen concentreert zich al maar op zomergroenten. Nieuw Velt-directeur Jan Vannoppen tenslotte is trots dat zoveel mensen bij Velt ecologie handen en voeten geven. Nu nog vleugels! Bart Coenen Noot voor de agenda: op uitstap tijdens de bioweek en op Groene Zomer-tuinbezoek (17 juni) toch maar de kinderen meenemen. Misschien kan een bioboer of tuineigenaar meer uitleg geven over kippencheques... *Jone heeft het niet over een nieuw extralegaal voordeel, maar over kippenseks.be, een site die Velt opstartte bij de lancering van het kippenboek (zie p. 25). 2/ Seizoenen juni 2007
NIEUWE LEDENVOORDELEN In deze rubriek vind je alle info over de nieuwe verkooppunten waar je als Velt-lid korting krijgt. • WIJNGAARDHOF BIOGROENTEN
Biologisch tuinbouwbedrijf gespecialiseerd in de teelt van biologische groenten en kleinfruit. Wijngaardhof verkoopt op markten en aan huis, aangevuld met groenten en fruit van biocollega’s en biogroothandel. Jouw korting: 5% op biogroenten en -fruit, biologische natuurvoedingsproducten en fruitsappen. Adres: Heidsiebaan 22, 2390 Westmalle www.wijngaardhof-biogroenten.be • ARBEIDSCENTRUM DE WROETER
• DE ZAAIER
100% biogarantieverkooppunt. Biotuinbouwbedrijf gespecialiseerd in groenten, hoogstamfruit en schapen. Thuisverkoop op woensdag en vrijdag van 16 u tot 19 u. Jouw korting: 5% op het volledige droog- en verswarenassortiment in de winkel. Deze korting geldt niet voor biodierenvoeder. Adres: Korte Akkerstraat 2, 8020 Ruddervoorde www.biobrugsommeland.be • BEZEGAARD BIOFRUIT
De activiteiten van Bezegaard Biofruit bestaan uit: teelt van blauwe bes en ander (klein)fruit; verwerking van biologisch fruit tot jam, fruitsiropen, fruitdrinks en vruchtenwijnen; distribu-
Foto: Velt-archief
De Wroeter stelt zich tot doel zinvol, duurzaam werk te geven aan de mensen die werkzaam zijn bij de Wroeter. En dit door biologische landbouw (groeten en fruit), landschapsonderhoud, verkoop van vnl. eigen producten en werk op maat van de deelnemers. Jouw korting: 5% op biogroenten en fruit in de boederijwinkel De Wroeter. Adres: Sint-Rochusstraat 8, 3720 Kortessem www.dewroeter.be Seizoenen juni 2007/ 3
tie van alternatieve zoetmiddelen zoals agavestroop, tarwestroop en maïsstroop.
OVERZICHT OVERIGE VERKOOPPUNTEN
Jouw korting: 5% op blauwe bessen (ook bij zelfpluk) en ander fruit, jam, fruitsiropen, fruitdrinks, vruchtenwijnen, agave- , tarwe- en maïsstroop.
• Ecoflora Ninoofsesteenweg 671, 1500 Halle. • Ecomicroob Vogelstraat 60, 2580 Putte • Lazuli Rik Woutersstraat 40, 2800 Mechelen • Dobbelhoeve Goorstraat 43, 2970 Schilde. • Bodemkundige Dienst van België W. de Croylan 48, 3001 Heverlee (Aanvulling: 10% korting bij de standaard bodemanalyse (en advies) van de bodemkundige dienst. Met deze bodemanalyse kan het Velt-secretariaat je een bemestingsadvies voor je moestuin geven op basis van compost. ) • Biogroei Biezenstraat 10, 3040 Loonbeek. • Hageling-Bio Wijnbouw Vianderdal 23, 3300 Tienen. • Het Roodhof Nieuwburgstraat 32, 8020 Oostkamp. • De Hogen Akker Hogenakkerweg 2, 8730 Oedelem. • Lekker Gec Maria Hendrikaplein 5-6, 9000 Gent • Stainless Building Consultancy Achilles Musschestraat 123 A, 9000 Gent • Boerderij De Loods Ouden Dendermondsesteenweg 37, 9300 Aalst .
Adres: Volderstraat 51, 8720 Wakken www.bezegaard.be • DOEKJES EN BROEKJES
Doekjes en Broekjes biedt het grootste gamma stoffen luiers en draagdoeken. Hier krijg je een degelijke uitleg in de winkel of tijdens gratis infodagen. Ook huurmogelijkheid. Verder ook: stoffen maandverband en ecotampons, biokledij tot 8 jaar, Weledaproducten, borstvoedingsbeha’s, houten speelgoed, ... Jouw korting: 5% op stoffen luiers, stoffen maandverband en ecotampons, biokledij, draagdoeken, houten speelgoed en Weleda. Geen korting op reeds afgeprijsde artikelen, niet combineerbaar met andere kortingen. Adres: Diestsestraat 153, 3000 Leuven www.doekjes-en-broekjes.be
Dit overzicht vind je ook op: www.velt.be/voordelen met vermelding van de producten waarop de korting van toepassing is.
Foto: Heleen Smeyers 4/ Seizoenen juni 2007
Geef ook korting aan de Veltleden: contacteer
[email protected]
DE LUSTHOF DOET ZIJN NAAM ALLE EER AAN LIEVEN DAVID
Vanaf half juni lost het ene fruit het andere af. In Maria’s Hofke rijpen aardbeien van allerlei rassen, de voortuin biedt muskaataardbeitjes en krenten van ...het krentenboompje. Intussen oogsten we in de pluktuin witte bes Zitavia, framboos Veera, braamhybride Tayberry,... Van elk ras hebben we slechts enkele planten staan, zodat de oogst mooi wordt gespreid. Mijn bedoeling: zo weinig mogelijk confituur moeten maken, of positief uitgedrukt: zoveel mogelijk vers fruit smullen. Liefst rechtstreeks van struik naar mond! Het gevogelte in de buurt weet ook wel een bes te appreciëren. Toch bleven onze bessenstruiken de laatste twee jaren wonderwel gespaard van vogelvraat. Door een groter aanbod in de buurt misschien? Voor het geval de gevederde vrienden terugkomen: een deeltje van de oogst mogen ze natuurlijk wel hebben, maar mijn assortiment aan vogelschrikmiddeltjes ligt paraat in het tuinhuis. Flapperende en flikkerende linten en molentjes en folie: al die middelen helpen een paar dagen tot een paar weken.
Regelmatig wat nieuw schrikspul opstellen, zodat gewenning hopelijk uitblijft, is de truc. De vroegste pruim – half juli – is Mirabeau, onze gelukszaailing. In de voortuin zaaide ik acht jaar geleden een pit van Mirabelle de Nancy, bestoven door een onbekende pruim. Al snel groeide hier een struik met vreemde doornen en een stevige groeikracht uit. De vruchten zijn bijzonder: gespikkeld oranjerood, 5 cm groot, ongesteeld, en heel lekker. Dat deze zaailing soms veel te vroeg bloeit en dus deels bevriest, nemen we er maar bij. DE SERRE IN VOLLE ZOMER
Mirabeau rijpt vroeg en mooi. Foto’s: Lieven David.
De allervroegste komkommers en tomaten zijn al lang geplukt wanneer je dit leest. Vanaf half juni is het dan ook dagelijks tomatenproeverij in De Lusthof. Eigenlijk zou ik onze serre de hele zomer in twee compartimenten moeten splitsen. De komkommers en auberSeizoenen juni 2007/ 5
gines op de oude broeihoop genieten namelijk van een matig vochtige bodem aan hun voeten en dito lucht om hun bladeren. Te droge serrelucht moedigt spintmijten aan om het komkommeren auberginegebladerte aan te vallen. Anderzijds zijn onze tomatenplanten eigenlijk gebaat bij een drogere omgeving. Hoe meer vocht boven- en ondergronds, hoe gevoeliger ze worden voor diverse schimmels. Nu kan ik het komkommerbed wel vrij makkelijk bevloeien, terwijl de tomatenbedden in principe slechts eenmaal per maand een portie vocht-met-plantengier ontvangen. De lucht in de serre daarentegen krijg ik nooit op de juiste vochtigheidsgraad, zeker niet voor die gewassen met hun verschillende eisen. Het wordt dus behelpen met andere middeltjes. Alle tomatenplanten krijgen regelmatig wat gesteentemeel, wat behoorlijk helpt om schimmels te voorkomen. Aubergine en komkommer bespuit ik om de tien dagen met een aftreksel van Neem, zodat we geen (of minder) last hebben van spint. De voor- en achterdeur van de serre staan vanaf half juni tot minstens half september voortdurend open: een eenvoudig middel om de witte vlieg weg te houden.
Neemboom. Foto: Abdullah Al Mamun. (GNU Free documentation license). 6/ Seizoenen juni 2007
WONDERBAARLIJKE NEEMBOOM
De Neemboom, Azadirachta indica, komt uit India en Sri Lanka. Sinds mensenheugenis worden alle delen van de plant gebruikt: medicinaal, maar ook in de landbouw. Neem bevat bitterstoffen die insecten weren. Aftreksels van het blad beschermen gevoelige gewassen. Neemolie (geperst uit de zaden) bevat stoffen die inwerken op het zenuw- én voortplantingsstelsel van veel schadelijke insecten. De actieve stoffen zijn ook systemisch: ze worden bijvoorbeeld door de hele komkommerplant opgenomen en weren belagers af of schakelen ze uit. Niet voor niets heet deze boom in India “de dorpsapotheek”. Dat de pesticidenindustrie enkele jaren geleden het alleenrecht op deze wonderboom wou verwerven is evenmin verwonderlijk. Gelukkig staken Vandana Shiva en Magda Aelvoet daar toen een juridisch stokje voor: Neem is van iedereen! Neemblad of -olie koop je nog niet in je tuincentrum om de hoek: wat zoekwerk op internet leverde mij enkele adressen op, die ik vermeld op www.lusthof.org, en die je ook bij Velt kunt opvragen. Een spuitbaar recept tegen spint, bladluis, en andere zuigende insecten: 2% neemolie op kamertemperatuur, 5 % ecologisch verantwoord afwasmiddel (om de olie te emulgeren), 93 % water van ongeveer 40 ° C. Schud deze ingrediënten flink in een fles, of in je sproeier, en spuit het gewas eens flink nat. De beestjes rechtstreeks raken of bladeren onder- en bovenaan helemaal natmaken hoeft niet door de systemische werking. Om de tien dagen bespuit ik komkommers en aubergines met dit Neemspul. Neemolie heeft een bijzondere, “zware” geur, waar ik intussen aan gewend ben.
BLOEMEN- EN KRUIDENHONING
Net uitgebloeide lavendel bevat de meeste etherische oliën. Dat vertelde een Provençaalse lavendelboerin ons ooit. Onze voortuinlavendel knip ik dus op tijd af, om in honing te verwerken. Hoe? Een kop afgeriste lavendelbloesem mix ik gewoon met eenzelfde hoeveelheid zachte of vloeibare honing. Afgesloten bewaart dit mengsel onbeperkt, en een boterham of toastje met lavendelhoning is heerlijk! Hetzelfde recept gebruik ik ook voor goudsbloem, en voor de onrijpe vruchtjes van onze doorlevende venkel; een hoop andere aromatische planten laten zich even zoet verwerken en bewaren. GELAAGDHEID IN DE EETTUIN
Vooral tijdens een hoogzomers bezoek aan onze Rillaarse Lusthof valt het op: de pluktuin heeft vaak iets jungleachtigs, met op elke hoogte lekkers om van te genieten. Die gelaagdheid is een bewust en doordacht concept. Lees De Ecologische Siertuin er maar even op na: als je de natuurlijke bosrand nabootst, krijg je als vanzelf een arbeidsarmere siertuin. Dat principe trekken wij, telers volgens de permacultuur, al jaren door bij het ontwerpen van onze eettuin. Immers: wanneer alle niveaus, van boomhoogte tot bodem, gevuld zijn met eetbare gewassen, maken die optimaal gebruik van ruimte, zon en grond. Het is natuurlijk een kwestie van de goede combinaties te vinden én de ideale plantafstanden: de planten mogen elkaar niet verdringen, maar anderzijds mogen er ook geen gaten vallen. Ik geef hieronder enkele concrete voorbeelden:
• Tomaten bestaan in diverse hoogtes: gesneden brood voor wie alle serrelagen wil vullen. Ik plant de klassieke klimmers om en om met halfhoge rassen, op 50 x 75 cm. In de rij plant ik tussen elke twee (half )hoge variëteiten ook een van mijn allerlaagste variëteiten. Volgens combinatietabellen in boeken mogen ook Tagetes, basilicum en/of peterselie niet ontbreken in de tomatenserre. Die afweerplanten geef ik ook op regelmatige afstanden een plekje in de rij. Door deze opstelling kan ik mij nog gemakkelijk tussen de rijen bewegen voor onderhoud en pluk. • Acht komkommerplanten ranken, van op hun plantplaats (50 cm uit elkaar) achter op de broeihoop, langs touwen omhoog. Hier vormen zij duidelijk de hoogste laag, waaronder evenveel aubergine- en /of paprikaplanten gedijen. Die staan, ook om de 50 cm geplant, een paar voet dichter bij de plukker. Als benedenverdieping – een tiental planten – fungeren bijvoorbeeld Ashwagandha (Withania somnifera), ABC-kruid (Spilanthes oleracea) of lage basilicumrassen. Om de meter ligt er tenslotte een staptegel of iets dergelijks, zodat ik overal goed bij kan in deze lekkere jungle. • Wat die hoog-laagcombinatie in de moestuin betreft: al eeuwen telen inheemse Amerikaanse volkeren maïs, bonen en pompoenen samen. De eerste geeft steun, de tweede stikstof en de derde bedekt de bodem. Dit oeroude trio, bekend als The Three Sisters, werkt het beste als je in één keer je droogboontjes en je gerijpte maïs wilt oogsten. Prinsessenboontjes echter pluk ik bij voorkeur de hele zomer lang, om de paar dagen. Ook de oogst van suikermaïs spreid ik Seizoenen juni 2007/ 7
liefst over enkele weken: telkens door die pompoenranken moeten waden wordt dan heel onpraktisch. Daarom neem ik dit driespan niet letterlijk over in de tuin; varianten hierop daarentegen wel. In bijgaande foto’s zie je een gelaagde en geslaagde opbouw van diverse gewassen waar we maandenlang plezier van hebben. Van boven naar onder zie je: nieuwe ranken van tayberry, paarse staakboon, Physalis peruviana (allemaal met de steun van een betonnet), en dan bloeiende sla, Zwolse krulselder en ten slotte oregano. In het vroege voorjaar domineerden sla en selder. Na geleidelijk wegoogsten van deze twee groenten kwam er half mei plaats voor boon en physalis. Die gingen dit bed domineren en lieten zich plukken tot de eerste vorst. Dit soort werkwijze kopieer ik in veel bedden. De hoogste verdieping vul ik met De bovenste laag met suikermaïs of zonnebloem, gaas en/of Tayberry, boon en physalis bonenstaken. Daaraan werken diverse klimmers zich omhoog: dat zijn dan staakprinsessen, kleinvruchtige pompoenen of courgettes, ouderwetse boerentenen, roodbloeiende pronkbonen, hoge suikererwten, Apios americana, mashua, Oost-Indische kers of zelfs puur decoratieve reukerwten of blauwe windes. Wat extra kleur, geur, insecten: allemaal welkom! Daaronder en daartussen kunnen dan bijna alle andere groenten: die genieten overigens tijdens verschroeiende zomerdagen van de welkome schaduw. 8/ Seizoenen juni 2007
Derde verdieping: bloeiende sla, boon en physalis De combinatie van bomen, struiken en vaste planten vormt een parallel verhaal. De foto’s op de volgende pagina tonen een paar details van een laagjeshoek achter in de pluktuin. Pruimenboom Opal – onderaan omgeven door een korset van dorre venkeltakken, wat citroenkruid, bieslook en bergamotplant – staat boven en naast paarse framboos Hilke, die de struiklaag uitmaakt. Die heeft dan als ondergroei resistente kruisbes MartTweede verdieping: vooral sla en selder
SCHIET IN ZAAD
Helemaal onderaan groeit oregano let (links), glaskruid (midden), en wat bloeiende winterpostelein (rechts). Je ziet het: ik bouw enerzijds gelaagde combinaties van eenjarige groenten, en anderzijds combineer ik vaste groenten, kruiden en houtige gewassen tot een imitatiebosrand. Die scheiding in twee gewasgroepen vind ik praktisch: eenjarigen kunnen immers vaak moeilijk concurreren met de dieper wortelende vaste gewassen. Onder pruim: citroenkruid, bieslook, Monarda
Niets is makkelijker dan zaad winnen van zelfgekweekte tomaten. Tomaat is in principe een zelfbestuiver; dat betekent dat je nauwelijks ongewenste kruisingen moet vrezen. Verder zit het zaad kanten-klaar in de oogstklare vruchten. Als je maar een paar zaadjes nodig hebt, peuter je die gewoon uit je tomaat tijdens het koken of eten. Smeer die zaden uit op een stukje van een geparaffineerde broodzak of iets dergelijks en noteer op dat papier de rasnaam. Broodzakken of ander ingevet papier hebben het voordeel dat het tomatenzaad er niet aan blijft plakken na droging. Een weekje drogen in de schaduw en je kunt je zaadjes gewoon oppakken en in een zakje stoppen. Zelf pak ik de zaadwinning van tomaat wat grootschaliger aan. Alle zaden, plus die typische gelei die er rond hangt, kieper en roer ik in een emmertje met veel water erbij. Na een paar dagen begint het mengsel te fermenteren. Het zaad is intussen naar beneden gezakt en bovenop ligt een laagje schuim dat behoorlijk kan stinken. Hoog tijd om die bovenste laag af te gieten! De rest giet ik door een passende keukenzeef. Even goed spoelen, en dan drogen zoals hierboven uitgelegd. Resultaat: een heleboel verse tomatenzaadjes. De kiemkracht verbaast me telkens weer, en ook de hoeveelheid: ideaal als ruilmiddel volgende winter!
Paarse Framboos Hilke met ondergroei van kruisbes Martlet, glaskruid en winterpostelein.
Seizoenen juni 2007/ 9
MOSTERD
Mijn mosterdrassen, die dit voorjaar een heel bed vol gele bloemen toverden, staan in juli of augustus vol zaad. Gelukkig heb ik iedere meterhoge mosterdplant gesteund; anders viel die om van het gewicht. Oogsten is nu gemakkelijk: ik knip de zaaddragers af en laat ze op een zeil in het tuinhuis nog een paar dagen narijpen of drogen. Dan rits ik, met handschoenen, alle volle zaadhauwen af in een groot recipiënt. Onze kruiwagen doet bijvoorbeeld vaak dienst in dit stadium. Nog steeds met mijn handschoenen aan dors ik: dat betekent dat ik gewoon alle hauwen tussen mijn handen stuk wrijf. Daarna moet het kaf nog van het zaad gescheiden worden. Een paar keukenzeven helpen hierbij; ik wan het zaad-kafstofmengsel ook. Reeds honderden generaties boeren en tuinders wannen: toch weer even uitleggen? Aangezien goed rijp mosterdzaad zwaarder is dan de rest van de fractie volstaat het om het onzuivere zaad op een winderig plekje van de ene emmer in de andere te gieten. Het kaf waait weg, en wat je overhoudt, is prima zaad. Natuurlijk moet je je techniek eerst even uitproberen en verfijnen, maar al gauw heb je dit oude ambacht onder de knie. Tuinkers, rucola en raapsteeltjes zijn even gemakkelijk om zaad van te telen; broccoli en radijs zijn slechts een beetje moeilijker. Op enkele bedden staan geselecteerde slaplanten nu mooi in bloei. Een stok en wat touw zorgen ervoor dat ze niet omvallen, want zo’n doorgeschoten sla reikt al gauw naar de 80 cm. Elk van de tientallen gele slabloemetjes opent zich 10/ Seizoenen juni 2007
maar één dag. Tegen de middag, of iets later bij donker weer, zijn ze al bestoven door wind of insecten, en gaan ze weer dicht. Iets om te onthouden als je zelf sla wilt kruisen. Na een paar zomerse weken staat het zaad al volop aan elke zaaddrager: net kleine paardenbloempluizen. Het wannen van slazaad vind ik onbegonnen werk, omdat het ongeveer even licht is als het kaf en het pluis. Een keukenzeef met de juiste maaswijdte biedt dan de oplossing. Vorig jaar schoot, door het weer of door mijn onkunde, de helft van onze andijvieplantjes begin augustus al door. De vijf mooiste planten liet ik dan maar bloeien, met hun zachtblauwe bloemetjes die een waaier aan zoemende helpers lokten. Bij het verzamelen van het zaad ging het alweer verkeerd: veel van de zaadjes hadden zich al losgemaakt van hun moederplant en lagen te grabbel op de grond. Gevolg: half september, en ook weer dit voorjaar, kiemden tientallen andijvietjes in het oude bed. Sindsdien heb ik maar jonge zaailingen uit te dunnen en uit te planten, zodat wij op de gekste momenten andijvie kunnen plukken. Schieten er een paar planten door, des te beter. Die zaaien zich weer wat uit, en de kringloop is nog maar eens mooi gesloten. Alweer minder werk en meer verrassing voor de tuinier: ook dat is permacultuur. Selder, peterselie en kervel staan al van bij het begin van de zomer in zaad. Zoals steeds laat ik enkel de mooiste exemplaren zich voortplanten: anders krijg je na enkele jaren al degeneratie (lees: minder productie). Zodra de helft van de zaden bruin is, snijd ik de zaaddrager tot tegen
de grond af. Dan kijk ik even op mijn tuinplan waar bijvoorbeeld peterselie het volgende seizoen mag staan. In dat bed, waar nu weliswaar nog andere gewassen staan, zet ik een bonenstaak-met-zaad. Dat betekent: bovenaan een stok bind ik de zaaddrager ondersteboven met een touwtje vast. Stok in de grond duwen, en wind en regen doen de rest. In de komende maanden zullen rijpe zaadjes vallen en kiemen. Dat proces verloopt langzaam en gespreid, ongeveer zoals dit in de vrije natuur zou gebeuren. Deze wilde zaaitruc zal klassieke tuiniers wel heel vreemd in de oren klinken. De hamvraag is echter: beheer je je tuin of beheers je hem? Geef mij maar de eerste, meer ecologische, optie. HEET EN DROOG
Krijgen we weer zo’n recordzomer? Stel: we krijgen weer wekenlang “mooi weer” zoals de weersvoorspellers dat noemen. Natuurlijk is droog, heet weer ideaal om onkruid klein te krijgen. Schoffelen en wieden doe ik liever te vaak dan te laat (in zaad). Het gewiede onkruid mag van mij tussen de gewassen blijven liggen, zodat het deel gaat uitmaken van de mulchlaag. Mulchen doe ik overigens zo vaak als mogelijk met laagjes grasmaaisel. Diverse buren zijn hun maaisel maar al te graag kwijt en ik geef ze een courgette, wat tomaten of ander lekkers uit de pluktuin in ruil: iedereen blij! Jong plantgoed bescherm ik ook met een laagje gazonmaaisel. Na het uitplanten bestrooi ik de plantjes lichtjes met gras, zodat ze minder aan uitdroging onderhevig zijn. Dit kneepje leerde ik ooit tijdens het droge seizoen in Zimbabwe. Op kurkdroge, hete dagen creëer ik
ook voor onze twee kippen een fris verzetje. In de kippenren ligt de verterende wachthoop, waar ze gewoonlijk enkel bovenop wat kunnen krabben. Nu echter til ik de verplaatsbare gaaswand – eigenlijk onze compostzeef – 30 cm op. Die wand stut ik dan met een paar stukken hout. Ziezo: Laurette en Constance kunnen wriemelend voedsel gaan zoeken. Ze pikken en scharrelen zich tot diep in de berg: schaduw én beestjes vinden ze heerlijk.
Peterselie maakt veel schermen vol zaad
Laurette en Constance kunnen wriemelend voedsel zoeken.
Seizoenen juni 2007/ 11
HOEZO WARMER? EVELYNE FIERS EN GEERTJE COREMANS
We wandelen op een ochtend door de winkelstraat van Sint-Niklaas. Het is prachtig weer. Op een enkel terrasje zitten al wat vroege vogels te ontbijten. Een dagpauwoog fladdert voor ons uit. Ha, de eerste vlinder! Een voorteken van de naderende lente. Hij strijkt wat aarzelend neer op de witte bloesems van de Japanse sierkweestruiken in volle bloei. Ze staan aan de voet van nog kale straatbomen. Het is dan ook nog maar 17 januari!
Het rijtje van voorbeelden is eindeloos en kan door iedereen aangevuld worden. Waarschijnlijk is het feit dat er deze winter minder zangvogels op de voedertafel te vinden waren ook aan de extreem zachte winter te wijten. Door het zachte weer vonden de vogels genoeg voedsel elders in je tuin en in bossen en velden.
KLIMAATVERANDERING STAAT VAST
Het staat vast dat de voorbije decennia de temperatuur − gemiddeld genomen − is gestegen en dat het aantal koude dagen opmerkelijk is verminderd. Je kunt het zien aan het tijdstip waarop de blaadjes ontluiken, aan de meiklokjes die eind april al zijn uitgebloeid, de aarde die nu al van de droogte begint te barsten en het winterkoren dat nog maar half zo hoog staat als normaal vanwege het gebrek aan regen. En wat te denken van jonge tortelduiven in de tuin die eind februari uitvlogen? 12/ Seizoenen juni 2007
De bessen van de Viburnum opulus (Gelderse roos) hangen nog aan de struik op het moment dat het jonge blad zich ontvouwt. Zolang het niet langdurig vriest, blijven de bessen te bitter voor vogels (vooral lijsterachtigen zoals kramsvogel, koperwiek, grote zanglijster en merel) en blijven ze aan de stuik hangen.
De klimaatwijziging heeft invloed op de verspreiding van planten- en diersoorten. Zuidelijke soorten die tot voor enkele jaren niet hier te zien waren, steken plots de kop op. De namen van de dieren spreken voor zich: zuidelijke glazenmaker (libel), zuidelijke oeverlibel, vuurlibel, zuidelijk spitskopje (sprinkhaan). Soorten die niet verder naar het noorden kunnen opschuiven of soorten die niet hoger de bergen in kunnen trekken zijn met uitsterven bedreigd. Onderzoekers waarschuwen dat meer dan 60 procent van de plantensoorten in de Alpen sterk met uitsterven bedreigd zullen zijn nog voor het einde van de eeuw. Die wijziging in areaal zal er ook voor zorgen dat aantastingen en kruiden die tot nog toe onbekend waren bij ons de kop opsteken. EN WIJ?
De energierekening was zeer laag dit jaar en de voorbije maand zaten en aten we al meermaals in onze tuin. Dat we er niet van genieten, zou een leugen zijn. Maar dan toch met (ietwat) gemengde gevoelens. De klimaatverandering is slecht nieuws. Er zullen meer extreme weersomstandigheden zoals hagel, overstromingen en droogte optreden. Wij zullen veranderingen voelen, maar landen die het nu al bijzonder moeilijk hebben zullen de meeste problemen ervaren. Honger wordt in die landen een nog groter probleem. WAT KUN JIJ DOEN IN JE TUIN?
Het is te laat om het tij volledig te keren. De situatie stabiliseren is wellicht nog wél mogelijk. Vermits de grote boosdoe-
ner de CO2-uitstoot is, kun je maar best je (koop)gedrag aanpassen. Je kunt alvast eens kijken wat je qua inrichting en beheer in eigen tuin kunt doen of laten. Inrichting Kunstlicht verstoort het leven van veel nachtdieren. Bovendien heb je licht niet nodig in elke tuin. Indien wel volstaat een bescheiden verlichting op het terras en het pad naar tuinhuis of garage. Kies indien mogelijk voor verlichting op zonne-energie. Let op bij de aankoop van verhardingen en tuinmeubels. Best kies je voor producten die niet uit verre landen worden ingevoerd. Blauwe hardsteen uit Vietnam is misschien wel goedkoper, maar ten koste waarvan? Die lage(re) prijs zet je ook aan het denken over wie er in die groeven wordt tewerkgesteld en welk loon ze ervoor krijgen! Kies voor tuinmeubelen uit FSC-gelabeld hout. Het gebruik van hout afkomstig uit productiebossen is interessant voor het verminderen van de CO2-concentratie in de lucht. In het hout wordt immers CO2 vastgehouden. Door het hout te gebruiken zorg je ervoor dat je CO2 uit de lucht fixeert. In het hout dat wordt gebruikt voor het bouwen van een woning zit een hoeveelheid CO2 gelijk aan de uitstoot door een file van 200 wagens gedurende een uur. Ook meer groen zorgt voor meer vastgehouden CO2. Het gebruik van gevelgroen, het aanleggen van groendaken, het aanplanten van struiken en bomen: die dingen helpen dus ook.
Seizoenen juni 2007/ 13
en de negatieve invloed op water -en luchtkwaliteit, geeft de productie ervan CO2-uitstoot. KLIMAATVERANDERING IN DE TUIN
De klimaatswijziging heeft ook invloed op de verspreiding van soorten. De kolibrievlinder, een trekvlinder uit Afrika, was vroeger een zeldzame gast, maar wordt nu meer en meer gezien in België. Beheer Vorige week zagen we een aantal mannen van een tuinaannemersbedrijf in actie aan een kantoorgebouw. Ze waren met zijn drieën aarde en zand (!) van de parking bijeen aan het blazen met een luidruchtige, stinkende bladblazer. Hoestend en proestend zijn we door de hierdoor ontstane stofwolk gestopt. Fabrikanten willen je wat graag doen geloven dat je voor een tuin te beheren een heel machinepark nodig hebt. Niets is minder waar. Het beheer hangt samen met de gekozen groenvorm. Je kunt kiezen voor groenvormen die minder machinaal beheer vragen. Een haag vraagt frequenter en secuurder werk dan een heg. Door omvorming kan je jezelf werk (en CO2-uitstoot) besparen. Moet het gazon echt zo groot zijn? En moet het gemillimeterd zijn? (meer info in Seizoenen januari-februari 2006 Tijd en Arbeid en Seizoenen april-mei Werktuigen). Bestrijdingsmiddelen laat je uiteraard achterwege. Naast het gezondheidsrisico 14/ Seizoenen juni 2007
Drogere (hetere) zomers Normaal gaan de planten bij ons in winterrust. Het korten van de dagen en het kouder worden zorgt ervoor dat planten in rust gaan. In het zuiden van Europa en in gelijkaardige klimaten met mildere winters zie je eerder het omgekeerde. De planten gaan er in zomerrust. Ze bloeien in de lente. Denk maar aan de bloeiende mimosa’s (reeds in de maand februari) aan de Azurenkust in Zuid-Frankrijk. Als het te heet wordt, sterven de bovengrondse delen af en staan ze er de hele zomer dor en droog bij. De zondoorstoofde, maar enkel met aardekleuren getinte landschappen in het zuiden van Europa zijn ons welbekend. Worden ze ook ons deel in de toekomst? Wil je in zo’n klimaat kleur in de zomer, dan doe je dat door planten in allerlei recipiënten te zetten, zowel in de welgekende olijfolieblikken als in terracottavazen. Want potten gieten vraagt minder werk en vooral minder water dan een hele tuin besproeien. Bovendien wordt het water efficiënter gebruikt. In de potten (vooral in die olijfolieblikken, omdat deze niet poreus zijn) wordt het water vast gehouden. Besproei je de tuin, dan verlies je heel wat water doordat het wegvloeit en de plant niet rechtstreeks ten goede komt. Zonder extra watergift liggen gazons er dor en droog bij in de zomer. Dat is nu eenmaal zo. Daarom worden, in gebieden met hete zomers,
traditioneel de open ruimtes ingevuld door verhardingsmaterialen in de plaats van gras. Gaat dat ons voorbeeld worden in de plaats van de groene gazons uit het tot nog toe met vochtig klimaat “gezegende” Groot -Brittanië? Zachtere maar nattere winters De mildere winters in de toekomst kunnen een probleem vormen voor soorten die een koude periode nodig hebben om in actie te schieten voor het kiemen van zaad, het ontwikkelen van nieuwe knoppen of bladval. Het zou kunnen dat fruitbomen door mildere winters, minder vruchten zullen voortbrengen. Bladluizen, vlinders en andere insecten komen vroeger te voorschijn. Het gevaar bestaat dat soorten niet meer op elkaar afgestemd blijven. Bestuivers vliegen misschien voor de bloesems open waardoor deze laatste niet meer bestoven worden, en de bestuivers zelf sterven een hongerdood. Rupsen die afhankelijk zijn van de malse ontluikende blaadjes van hun waardplant kunnen te vroeg of te laat uitsluipen. Langer groeiseizoen, kortere plantperiode! We moeten rekening houden met het feit dat de zomer langer duurt. Hierdoor gaan de planten veel later in winterrust. En de lente begint veel vroeger. Gevolg: het plantseizoen wordt danig ingekort, minstens met twee maanden (november en april). Planten zal dus moeten gebeuren tussen begin december en eind maart. Op hoop van zegen dat het geen natte winter wordt. Want dan wordt het planten in tuinen op leem en klei niet gemakkelijk.
INVENTARISEREN VAN VERANDERINGEN
Het tijdstip waarop planten zich ontwikkelen, verschuift. In Hamburg blijkt dat forsythias in de afgelopen 50 jaar gemiddeld een maand eerder zijn gaan bloeien. In Surrey (Engeland) is de bladontplooiing van eiken in de afgelopen 50 jaar met een maand vervroegd. Er lopen verschillende onderzoeken die de veranderingen in tuinen en in de natuur bijhouden. Die fenologische gegevens zijn belangrijk voor wetenschappers om verbanden tussen klimaat en natuur te onderzoeken. Wil je zelf ook een steentje bijdragen, geef dan je gegevens door via: www.natuurkalender.be (België) of www.natuurkalender.nl (Nederland). EEN MEDITERRANE TUIN. MOET DAT?
Op de klimaatveranderingen die ons te wachten staan, wordt in de tuinsector al volop ingespeeld. Verkopers zijn er als de kippen bij om – met de warmere zomers in het verschiet – allerlei zuiderse planten aan te prijzen. Voor een prikje koop je in grootwarenhuizen een olijfboompje. Onder het motto ‘Palmen en bananen in je tuin. Het kan!’ worden zelfs tropische tuinen gepromoot. Misschien ben je zelf ook wel gewonnen voor het idee van een tuin die een zuiderse sfeer uitstraalt. Laat je echter niet om de tuin leiden door commerciële stunts. Hoewel we warmere zomers krijgen, zullen zuiderse planten zoals olijf -en citroenboompjes en palmen het daarom niet beter doen in de volle grond. Die planten kunnen misschien wel tegen Seizoenen juni 2007/ 15
ooit, is zoveel mogelijk regenwater sparen en aandacht hebben voor zoveel mogelijk (inheemse) planten die tegen een stootje kunnen. Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen waar de mensheid ooit heeft voorgestaan. Als we de bedreiging negeren, zullen de gevolgen catastrofaal zijn. Nochtans kan het anders. Elk van ons kan het tij helpen keren. Maar dan is wel een snelle en globale actie nodig. Vrachtwagens rijden alle dagen op en af naar Spanje, Portugal of Italië om ons heimwee naar zorgeloze vakantiedagen te lenigen door ladingen eeuwenoude olijfbomen in te voeren om hier in onze tuinen neer te poten. Want geduld om te wachten tot de plant groot is, hebben we niet en het vriest hier nu toch niet meer?! lichte vorst, maar vorst in combinatie met natte bodems verdragen ze niet. Meer dan ooit is het aanpassen van de planten aan je bodem van belang. Planten hebben een groot aanpassingsvermogen en daardoor kun je ze al eens op hun limiet zetten, ergens waar ze niet helemaal thuishoren. Purpervlasbek (Linaria purpurea) wil ook wel groeien op leem in de plaats van enkel op lichte zandgrond. En heelblaadjes (Pulicaria dysenterica) die weelderig bloeien aan de rand van de sloot deden het tot hiertoe ook in een drogere zonneborder. Maar gaan ze dat blijven doen? Hogere temperaturen zullen meestal niet direct schade berokkenen aan planten. Maar de combinatie tussen hogere temperaturen en minder zomerregen zal echter wel stress veroorzaken, vooral voor planten met oppervlakkige vezelige wortels. Wat je zeker kunt doen, nu meer dan 16/ Seizoenen juni 2007
Daarom startte een brede groep Vlaamse en Franstalige organisaties “De Klimaatcoalitie”. Die coalitie wil het draagvlak voor deze problematiek vergroten bij de eigen achterban én het brede publiek. Ook Velt zet haar schouders onder De Klimaatcoalitie. Door de mobilisatie van de burgers rond de klimaatsproblematiek wil de coalitie een maatschappelijk draagvlak creëren voor − en bijgevolg druk uitoefenen tot − het nemen van structurele maatregelen die leiden tot een aanzienlijke reductie van de uitstoot van broeikasgassen.
BIOWEEK 2007 LEEFLONERS AAN DE SLAG OP BIOBOERDERIJ BUSSCHOTS
Op de akkers van bioboerderij Busschots in Koningshooikt zijn sinds dit voorjaar twee leefloners aan het werk. Dit doen ze in het kader van een proefproject van het Antwerpse OCMW dat op termijn meer leefloners werkervaring wil laten opdoen in de biologische land- en tuinbouw. Veerle Talpe (32) en Danga Youssoupger (60) zijn alvast enthousiast: ‘We werken in de natuur, het is gezond en we verdienen geld.’ ‘Dit is een proefproject’, zegt projectcoördinator Herwig Bellemans. ‘In de toekomst willen we meer leefloners aan het werk zetten in de biologische landen tuinbouw. Enerzijds op bestaande bioboerderijen en anderzijds op de eigen gronden van het Antwerpse OCMW.’ Het Antwerpse OCMW heeft heel wat gronden in en rond de stad. Als de pacht ervan vrij komt, wil men ze gebruiken om leefloners werkervaring te laten opdoen met bioland- en tuinbouw. De oogst kan dan worden verwerkt in de keukens van de ziekenhuizen en rusthuizen van het OCMW. ‘Op die manier dragen we ook bij tot een gezond voedingspatroon’, zegt Herwig Bellemans.
‘Wat we in eerste instantie willen uitzoeken is of leefloners in staat zijn om op een rendabele manier aan de slag te gaan op een boerderij. Ook op onze eigen gronden, die ten vroegste volgend jaar bewerkt zullen worden, vinden we het opbrengstcijfer belangrijk. Het project moet leefbaar en rendabel zijn. Iedereen moet erbij winnen: de boer, het OCMW én de leefloner.’ Van de buitenlucht houden Want behalve een sociaal-economische inslag heeft het project ook een belangrijk menselijk aspect. ‘We willen bijdragen aan de eigenwaarde van de leefloners’, zegt Bellemans. ‘Leefloners hebben vaak een professionele misluk-
Tekst en foto’s: Carla Rosseels, De Biotheek.
Seizoenen juni 2007/ 17
king of een lange periode van werkloosheid achter de rug. Zo brokkelt hun zelfvertrouwen af. Door op een boerderij te werken, hervinden ze een gezond levensritme, doen ze werkervaring op en bouwen ze opnieuw een positief zelfbeeld op. Uiteraard moeten ze zelf voor dit soort werk kiezen: ze moeten ervan houden om in de buitenlucht en op het land te werken.’ Dat is alvast geen probleem voor Veerle Talpe (42) en Danga Youssoupger (60) die sinds dit voorjaar bij bioboer Bus-
‘Het is fijn om met meer mensen samen te werken.’ schots aan de slag zijn. ‘Het is in de natuur, het is gezond en ik verdien geld. Allemaal voordelen’, vindt de Tsjetsjeen Youssoupger, die trouwens zeer leergierig is. Youssoupger wil alles weten van de planten en de kruiden op het bedrijf. Hij proeft, stelt vragen aan de boer en wat hij niet begrijpt, zoekt hij ’s middags ijverig op in zijn dikke woordenboek. Ook Veerle Talpe houdt van de buitenlucht. ‘Het werk is een goede fysieke uitlaatklep. Prima tegen stress.’ Werken op een natuurlijke ritme ‘Veldwerk is hard, maar heeft een eigen ritme’, legt Herwig Bellemans uit. ‘Je kunt het een beetje op je eigen tempo doen. Binnenkort start er iemand die een tijdje in een grootkeuken werkte. Daar draai je mee aan een strak tempo, dat tegen etenstijd hels kan zijn. Hier werk je ook naar doelen toe, maar op een lossere, natuurlijkere manier. Het ritme van het veldwerk loopt met de mensen en de seizoenen mee.’ 18/ Seizoenen juni 2007
Ook bioboer Koen heeft het naar zijn zin met de leefloners: ‘Het is fijn om met meer mensen samen te werken. Het valt allemaal heel goed mee: ze zijn gemotiveerd en hebben groene vingers. Prachtig is dat, zeker op een bioboerderij waar er heel wat handenarbeid nodig is. In de komende weken krijgen we er nog twee tot vier leefloners bij. Dan kunnen we meer verschillende gewassen beginnen te telen, wat voordien niet mogelijk was. Dankzij de leefloners hebben we dus meer ruimte voor diversiteit.’ Op 9 juni houdt Busschots opendeur met een proeverij van eigen producten, rondleidingen op het bedrijf en speciaal voor kinderen een ritje met de kindertrein. Er komt een imker langs om de honing van de boerderij te proeven. Drie naburige bedrijven hebben een fietstocht uitgestippeld: op 9 juni kun je de hele dag door een fietslus maken tussen de Akelei en Kiemagro in Schriek, bioboer Busschots in Koningshooikt en De Natuurtuin in Putte. Meer info: www.bioboer.net, Bioboer Busschots, Mechelbaan 133, Koningshooikt. Meer informatie over het bruisende aanbod aan activiteiten in het kader van de Bioweek 2007, die loopt van 2 tot 10 juni vind je op www.bioweek.be.
GROTE ENQUÊTE GROENTEEN FRUITABONNEMENTEN
2 l e De
ALLES LOKAAL
Op één prematuur roodlofje na is het zomeraanbod aan groenten in de abonnementen mooi seizoensgebonden, en daarom waarschijnlijk ook lokaal geproduceerd, al wordt dat niet in elk abonnementensysteem zo duidelijk gecommuniceerd. Het aantal bruikbaar ingevulde formulieren krijgt in de zomer echter al een flinke knauw en valt terug op minder dan de helft (14 inzendingen): deels door de vakantie (abonnement tijdelijk opgezegd), maar ook door de opbrengst uit eigen moestuin. Het aanbod aan groenten in de abonnementen blijft, zelfs zonder aanvulling via import, vrij hoog: 37 soorten, en een gemiddeld aanbod van 7,2 groenten per abonnement (klein en groot door elkaar). Er was ook aan de enquêteurs gevraagd of de hoeveelheid groenten of fruit vol-
Foto: Velt-archief
doende is voor hun gezin voor een week. Die blijkt voor ongeveer de helft van de ondervraagden niet of amper te volstaan, maar wij krijgen niet de indruk dat dit een probleem is: de ondervraagde gezinnen van bijvoorbeeld vier personen slaan moeiteloos 3 kg fruit en 5 kg groenten achterover, en vinden het blijkbaar geen punt om zich nog extra te gaan bevoorraden in een natuurvoedingswinkel of supermarkt. Een alleenstaande vrouw uit Merelbeke geeft zelfs aan dat haar pakket van 5 kg groenten niet volstaat voor een week! AANDACHTSPUNT: VERS
In de zomer krijgen sommige groenteabonnementen blijkbaar te kampen met logistieke problemen doordat bijvoorbeeld een aantal afhaalpunten niet beschikt over voldoende koele berging. Ondanks het feit dat de oogst zeer lokaal en dus bijna dagvers kan gebeuren, wordt aangegeven dat 12% van de producten niet echt fris in de pakketten zit. Dat is eigenlijk (te) veel, want dat percentage ligt bijna even hoog als dat van de natuurvoedingswinkels (13%), maar gelukkig ver onder dat van de supermarkten (26% verlepte bioproducten). Men kan zich hierbij terecht afvragen hoe biologische verswaren in de modale supermarkt op deze wijze ooit de culinaire meerwaardezoeker zullen kunnen bekoren.
Tekst: Luk Naets.
Seizoenen juni 2007/ 19
ETIKETTERING ONDUIDELIJK
PRIJZEN: NOG STEEDS GOED
Het zomerse aanbod in de natuurvoedingswinkels is best behoorlijk met 3/4 van de producten die in de groente- en fruitmanden is aangetroffen, de supermarkten hinken met 1/3 opnieuw ver achterop. Toch blijft het schrijnend dat door de band genomen in beide verkoopskanalen bijna de helft van de producten geen of een onherkenbare herkomstaanduiding heeft. Waar de herkomst wel is aangegeven, kan men vaststellen dat 15 % van de groenten in de natuurvoedingswinkel is geïmporteerd, en 20 % in de supers.
Statistici zullen mij terecht voor de voeten werpen dat de foutenmarge bij zo’n beperkt aantal formulieren net iets te groot is voor een wetenschappelijk verantwoorde conclusie, maar dan gaan we maar voor het afgelikte nattevingerwerk met de gegevens waarover we beschikken. Voor de vergelijking met de natuurvoedingswinkel tellen we een tiental groente- en fruitpakketten waarvan het aanbod ook in de winkels is aangetroffen: het prijsverschil varieert sterk, van ongeveer gelijk tot twee uitschieters die zo’n 20% goedkoper zijn. Voor de kiloprijzen in de natuurvoedingswinkels en deze in de supermarkten geeft een optelsom van 15 groenten aan dat bioproducten in de supers gemiddeld 14,6 % duurder zijn. Eenzelfde waarde als in de winter is aangetroffen. Voor fruit zijn geen relevante conclusies mogelijk door het beperkte aantal enquêtes en te sterke verschillen in de aangeboden fruitrassen.
DE HERFST: NIET ENKEL DE BLADEREN VALLEN
Foto : Amaury Vermeire.
Ons enquêteteam wordt verder uitgedund in de herfst: er komen nog acht groenteformulieren binnen en zeven formulieren voor fruitmanden. Dat heeft allicht te maken met het opsouperen van de eigen laatste oogst en allicht zal ook de gevraagde inspanning hebben doorgewogen. Toch blijkt zelfs het (beperkt geregistreerde) herfstaanbod de moeite waard met 29 soorten groenten en 10 soorten fruit. De groenten zijn allemaal van het seizoen en dus allicht van hier, bij het fruit blijven druiven, clementines en bananen zorgen voor ongeveer 60% importproducten.
20/ Seizoenen juni 2007
CONCLUSIES
De groenteabonnementen scoren vooral met de grote verscheidenheid in het aanbod, de extra informatie voor de consument over minder bekende groenten en suggesties voor de bereiding ervan, de overwegend lokale productie, een prijsvoordeel van zo’n 10%, de beperking van verpakkingsafval, het contact tussen verbruiker en boer. Een belangrijk aandachtspunt voor de aanbieders is de mindere frisheid van een aantal producten in de zomermaanden. Een aantal verbruikers geeft aan dat dit voor hen een reden is om hun abonnement op te zeggen of om over te stappen naar een andere aanbieder.
TOP 10 GROENTEN
Zomer 1. Wortelen 2. Courgette 3. Tomaat 4. Warmoes 5. Komkommer 6. Prinsessenboontjes 7. Aubergine 8. Kropsla 9. Broccoli 10. Rode biet Herfst 1. Bloemkool 2. Knolselder 3. Pastinaak 4. Pompoen 5. Wortelen 6. Peterselie 7. Tomaat 8. Eikenbladsla 9. Veldsla 10. Paprika
Via ons abonnementensysteem kan je 100% biologische groenten en fruit aankopen, aan een betaalbare prijs en je garandeert de biohoeve en haar mensen, alsook onze collega bio-boeren,een leefbaar inkomen. Interesse ? Neem gerust een kijkje op www.bio3.be voor het dichtste afhaalpunt in de buurt of bel naar 051/20 28 85 voor meer info.
V gr g
Koop je liever losse groenten en fruit, dan kan je terecht in onze twee natuurwinkels :
Ko
ORIGIN’O Roeselare
DE LOCHTING
O
Oude Stadenstraat 15 Roeselare � 051/226885
Roeselaarsestraat 329, Izegem � 051/318485
Advertenties
U vindt er ook een volledig gamma biologische voedingswaren : groenten-en fruitsappen, brood, vleesvervangers, granen, deegwaren, zuivel, Japanse specialieiten, supplementen, enz...
BoereJongens
In
g
Van harte welkom !
Biologische producten bij uw thuis www.boerejongens.be
[email protected]
Het biologisch abonnementensysteem van
VZW LOCHTING-DEDRIE TOP-5 FRUIT De biologische link tussen boer, afhaalpunt en consument !
Zomer 1. Peren 2. Appels 3. Banaan 4. Blauwe bes 5. Druiven Herfst 1. Appels 2. Peren 3. Druiven 4. Clementines 5. Banaan
De
Via ons abonnementensysteem kan je 100% biologische groenten en fruit aankopen, aan een betaalbare prijs en je garandeert de biohoeve en haar mensen, alsook onze collega bio-boeren,een leefbaar inkomen. Interesse ? Neem gerust een kijkje op www.bio3.be voor het dichtste afhaalpunt in de buurt of bel naar 051/20 28 85 voor meer info.
V gr g
Koop je liever losse groenten en fruit, dan kan je terecht in onze twee natuurwinkels :
Ko
ORIGIN’O Roeselare
DE LOCHTING
O
Oude Stadenstraat 15 Roeselare � 051/226885
Roeselaarsestraat 329, Izegem � 051/318485
U vindt er ook een volledig gamma biologische voedingswaren : groenten-en fruitsappen, brood, vleesvervangers, granen, deegwaren, zuivel, Japanse specialieiten, supplementen, enz...
Van harte welkom ! Seizoenen juni 2007/ 21
In
g
Terry Mariën: na jaren nog steeds enthousiast over haar groente- en fruitabonnement Terry: “Ons systeem van manden is heel praktisch. Ze worden aan de school geleverd zodat ik ze makkelijk kan meenemen. Het grote groentepakket kost 13,50 en is meestal voldoende voor ons gezin van zes personen. De fruitmand kost evenveel, maar daar komen we net niet mee toe. Ik ben in elk geval tevreden over de prijs-kwaliteitsverhouding, en de verscheidenheid weerspiegelt goed het seizoensaanbod.Voor mij is het dan ook geen punt dat het gamma in de wintermaanden wat beperkter is, zelfs kolen kun je op verschillende manieren klaarmaken.”
Terry’s groenten snijdende kindjes Jolan (4) en Jef (2). Foto: Terry Mariën.
22/ Seizoenen juni 2007
“Wij nemen de manden af van een groothandel en daardoor hebben we niet echt zicht op de herkomst van de producten. Daarvoor zouden we beter bij een Voedselteam zitten, maar aan de rand van de stad zijn er te weinig lokale bioboeren om een voldoende groot aanbod bijeen te krijgen zonder dat je er kilometers moet voor rondrijden. Afgelopen zomer zijn we zelf begonnen met een eigen moestuin waar we hopelijk de hele winter van zullen kunnen eten, maar het fruitabonnement blijven we houden!” Luk Naets Uit: Seizoenen Op Smaak, Velt, 2006.
ECOVER-FABRIEK KRIJGT ER EEN ZUSJE BIJ IN FRANKRIJK Wanneer je de snelweg langs de Franse Opaalkust verlaat ter hoogte van Boulogne-sur-Mer, zie je beneden de vriendelijke havenstad liggen en word je zelf onmiddellijk opgenomen in het glooiende groen. Even verder kom je zowaar aan een industriepark; je kunt er met moeite de nieuwe fabriek van Ecover ontdekken, ook al stromen voor de feestelijke opening tientallen genodigden toe. Een en ander heeft natuurlijk te maken met de typisch ecologische bouwelementen van Ecover: het groene plantendak en de duurzame houten gevelbekleding.
14001 met bijvoorbeeld een eigen waterzuiveringsstation, en Ecover beschikt zelf al sinds 2000 over diezelfde norm. Dat leidt dan weer tot de wat komische situatie dat Ecover haar afvalwater voorlopig niet mag zuiveren om de efficiëntie van de centrale zuivering niet in de war te brengen! De tweede grote troef is de nabijheid van de zeeverbindingen met Engeland: omdat een steeds groter deel van de afzet in het Verenigd Koninkrijk gebeurt, is een kortere aanvoerroute ecologisch gezien een belangrijk pluspunt.
Foto: Luk Naets.
KANTOORCONTAINERS
De zoektocht van Ecover naar een nieuwe locatie voor extra productiecapaciteit was zowat twee jaar geleden heel acuut geworden: in Malle (provincie Antwerpen) was het industriepark volgebouwd en zaten de bedienden letterlijk opgestapeld in tijdelijke kantoorcontainers. ‘Ook grote delen van de productie moesten buitenshuis gebeuren omdat de capaciteit in Malle ontoereikend was geworden’, verduidelijkt gedelegeerd bestuurder Mick Bremans. GELUKKIGE KEUZE
Het Parc Paysager de Landacres, het nieuwe industrieel park bij Boulognesur-Mer, bleek voor Ecover in menig opzicht een gelukkige keuze: het park zelf voldoet aan de kwaliteitsnorm ISO Seizoenen juni 2007/ 23
werkloosheid heerst. Niet dat Ecover daar echt veel aan zal kunnen doen – dit jaar zullen er zo’n vijftien personeelsleden aan de slag kunnen, in 2008 allicht het dubbele – maar de werknemers worden wel volledig en gespecialiseerd opgeleid in Malle. Luk Naets
Foto: Luk Naets.
VLOEIBAAR
In Frankrijk is er duidelijk nog ruimte: de nieuwe fabriek strekt zich uit over 10.000 m2 en is in minder dan een jaar verwezenlijkt door bouwbedrijf Takenaka Belgium. Voor toiletten, wasmachines en het reinigen van de gebouwen wordt regenwater opgevangen, de afgenomen elektriciteit is groen en nu al zijn er plannen voor het aanbrengen van zonnepanelen. ‘In eerste instantie zullen hier vooral de grote volumes aan vloeibare was- en reinigingsmiddelen worden vervaardigd’, vervolgt Mick Bremans. ‘Dat zijn dan vooral de afwasmiddelen, de WC-reiniger en de wasverzachter. Het mengen van de poedervormige producten kun je trouwens niet zomaar aan nieuwe werknemers overlaten; dat procédé moet je in de vingers hebben om indien nodig tijdig en op de juiste manier te kunnen bijsturen.’ WERK!
Een laatste belangrijk element voor de Franse fabriek is het feit dat er in het departement Nord-Pas de Calais grote 24/ Seizoenen juni 2007
Foto’s: Ecover
DE WITTE VAN RUMST EN ANDERE GEVOLGEN VAN HET KIPPENBOEK
Zelden heeft de lancering van een nieuwe Velt-publicatie zoveel persaandacht gekregen. Een en ander heeft natuurlijk te maken met de extra vermelding in het persbericht van de bijbehorende website: www.kippenseks.be. Een relatiebureau voor kippen, of een datingsite voor scharrelaars? Daar ging men vooral in Nederland voor uit de bol: in zo’n dozijn radioprogramma’s mocht Velt-medewerker en co-auteur van Het ecologisch houden van kippen Geert Gommers even uitleggen wat de bedoeling was van deze originele vondst. Vlaanderen reageerde wat rustiger, maar ook hier toch ook een reeks krantenberichten en live-interviews op de radio. DE WITTE VAN RUMST
De Witte van Rumst moet ondertussen zowat de beroemdste haan van Vlaanderen zijn. Hij werd door zijn baasje op de nieuwe website aangeboden omdat hij ‘overbodig’ was en opdat hij niet in de pot zou belanden. Hij heeft nu niet alleen een nieuwe thuis, maar we kunnen ook elke dag volgen hoe het met hem gaat via een eigen blog: www.bloggen.be/ dewittevanrumst.
Op www.kippenseks.be vind je nu bijna dagelijks nieuwe zoekertjes of weggevertjes voor kuikens, hanen, eenden of eieren, al dan niet van speciale rassen. Soms wordt er ook een vraag gesteld en wordt er door ons een antwoord bijgeplaatst. De reacties op het boek zijn enthousiast. Paul Golsteyn, een gespecialiseerd kweker van Brakelhoenen uit Limburg reageerde zo: ‘Even dit mailtje om je te bedanken voor het ‘schitterende’ boek. Het is al van het beste wat ik de laatste jaren heb gelezen. Het is zo knap opgesteld en leest zo boeiend dat ik het in enkele trekken heb uitgelezen.’
De Witte van Rumst. Foto: Bianca Christiaens.
De eerste maand na verschijnen zijn er al 500 exemplaren de deur uit; dat belooft dus voor de respons bij het publiek tijdens de komende manifestaties zoals de Groene Zomer en andere open tuinendagen of biomarkten. Velt-afdelingen houden alvast een voorraadje klaar... Luk Naets
De lancering van kippenseks.be zorgde voor een piek in het bezoekersaantal op de Velt-websites. Seizoenen juni 2007/ 25
SCHREEUW HET UIT, ZEG HET VOORT, STUUR HET DOOR, HANG HET OP EN WIN! ZONDAG 17 JUNI: DE GROENE ZOMER!
Graag willen we ook jou de kans geven dit belangrijke Velt-evenement te promoten. Alvast bedankt om de affiche (zie middenin) van nu t.e.m. zondag 17 juni aan je raam, auto of op je werk,... te hangen. Laat het ons via een van de onderstaande mogelijkheden weten en maak kans op een leuke prijs! WAT VALT ER TE WINNEN?
• 5x een Velt-publicatie (handboek) naar keuze t.w.v. 24,00 of meer (referentie = ledenprijs) • 5x een Velt-publicatie naar keuze t.w.v. minder dan 24,00 • 10x een Velt-schort • 20x een Bioh!-T-shirt HOE KUN JE WINNEN?
• Hang jouw Groene Zomer-affiche op 1. Neem de affiche uit Seizoenen en hang ze op een goed zichtbare plaats. 2. Maak een foto van jouw affiche en stuur hem ons door. Doe dit ten laatste op 13 juni. 3. Vermeld in de mail/brief de naam van je provincie/Nederland + jouw postadres. Inzendingen stuur je naar:
[email protected] of Velt vzw - wedstrijd Groene Zomer Uitbreidingsstraat 392c 2600 Berchem 26/ Seizoenen juni 2007
• Stuur Groene Zomer-e-cards 1. Surf naar de 5 e-cards van de Groene Zomer via www.velt.be/groenezomer. 2. Nodig al je vrienden, collega’s etc. uit voor de Groene Zomer! 3. Elke verstuurde e-card (uniek adres) geeft je kans op een van onze prijzen. M.a.w., 20 e-cards verstuurd naar verschillende adressen, is 20x kans! Onze website registreert enkel de afzendadressen. Een quickpick kiest de gelukkige winnaar. • Plaats de Groene Zomer-banner op zoveel mogelijk websites 1. Op www.velt.be/pers vind je de Groene Zomer-banner voor op websites. 2. Stuur webmasters een verzoek de banner te publiceren. Je kunt hiervoor gebruik maken van het persbericht van de Groene Zomer (te vinden op www.velt.be/pers). 3. Controleer of de banner effectief op de site staat! Stuur de link/het webadres naar
[email protected]. Elke gepubliceerde banner geeft je een kans op een prijs! Let op: de inzendingen worden pas op 15 juni bekeken. Je kunt deelnemen in meerdere categorieën. In elke categorie maak je kans op 1 prijs. Veel succes en bedankt voor je hulp! Riet Janssens
CRADLE TO CRADLE: VAN WIEG TOT WIEG Iedereen is het er ongetwijfeld over eens: de industrie moet wereldwijd een nieuwe koers varen, willen we de aarde leefbaar houden. Vele bedrijven tonen echter pas belangstelling voor milieuvriendelijke alternatieven wanneer die behoorlijk wat geld in het laatje brengen. De Amerikaanse ontwerper William McDonough en de Duiste chemicus Michael Braungart trachten met het cradle-to-cradleprincipe ecologie en economie te verenigen. TERUG NAAR DE WIEG
In 1991 ontmoeten William McDonough en Michael Braungart elkaar. Beide heren stellen zich grote vragen bij de manier waarop de industrie producten creëert en bij de enorme hoeveelheden giftige afvalstoffen die daarbij komen kijken. Ze geloven in de mogelijkheid van een alternatief en komen op de proppen met een idee dat even eenvoudig als ambitieus is: het principe van cradle to cradle of ‘wieg tot wieg’. Het idee is eenvoudig; het cradle-to-cradleprincipe heerst immers overal in de natuur. De stelling ‘afval is voedsel’ staat centraal. Al wat in de natuur vergaat, dient tot voedsel voor nieuw leven. Afval is nooit zomaar afval. Een boom die
sterft, vergaat en geeft mineralen af aan de bodem die nieuwe planten voedt. Het idee van McDonough en Braungart is echter ook ambitieus. Om de aarde leefbaar te houden, moet de hele industrie immers het cradle-to-cradleprincipe hanteren. McDonough en Braungart
Een product dat zijn nut heeft bewezen, dient als voedingsbron voor iets nieuws. spreken niet voor niets over “een volgende industriële revolutie”. Het gros van de producenten werkt niet volgens cradle to cradle (afgekort: C2C), maar volgens cradle to grave. Men maakt een product en wanneer dat product niet meer bruikbaar is, rest materiaal dat geen functie meer heeft en vaak bijzonder schadelijk is voor het milieu. De fabriek is de wieg, de vuilnisbelt het graf. Dit moet en kán anders vinden McDonough en Braungart. Productieprocessen moeten op dezelfde manier worden georganiseerd als natuurlijke cycli. Een product dat zijn nut heeft bewezen, dient als voedingsbron voor iets nieuws. Seizoenen juni 2007/ 27
AFVAL IS VOEDSEL
Foto: George Bosela.
Met het C2C-principe kunnen milieu en economie perfect hand in hand gaan, menen McDonough en Braungart. Ze pleiten niet voor anticonsumentisme. Integendeel, ze zijn ervan overtuigd dat economische groei, overvloed en een proper milieu elkaar geenszins uitsluiten. Zolang de industrie de stelling ‘afval is voedsel’ volgt, is vrijwel alles mogelijk. William McDonough zegt op zijn webstek www.mcdonough.com het volgende: ‘Ik geloof dat we grootse en winstgevende dingen kunnen bereiken binnen een nieuw, conceptueel kader – een kader dat belang hecht aan onze erfenis, dat de diversiteit eert en dat ecosystemen en samenlevingen voedt … Het is tijd voor ontwerpen die creatief, overvloedig, gunstig en intelligent zijn van bij het begin …’ Ieder product en elk materiaal moet als ‘voedingsstof ’ worden ontworpen,
dat is het uitgangspunt voor iedereen die volgens C2C wil produceren. Met andere woorden: alle producten moeten keer op keer volledig hergebruikt kunnen worden. C2C werkt met twee soorten ‘voedingsstoffen’: biologische en technische. Ofwel is een product 100 procent afbreekbaar; het dient – wanneer het niet meer bruikbaar is voor de mens – als voedsel voor natuurlijke organismen. Zo’n product is een ‘biologische voedingsstof ’. De luiers van gDiapers (infra), die je door het toilet kunt spoelen, zijn een voorbeeld van biologische voedingsstoffen. Ofwel is een product niet biologisch afbreekbaar; het moet dan dienst doen als hoogwaardige grondstof voor nieuwe producten. Die nieuwe producten moeten op hun beurt ook weer dienst doen als hoogwaardige grondstof voor weer andere producten etc. We spreken hier over ‘technische voedingsstoffen’. Het boek Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things (infra) is een voorbeeld van ‘technische voedingsstoffen’. Technische voedingsstoffen worden permanent gerecycleerd. Uit de volgende alinea zal blijken dat heel wat recyclagemechanismen niet werken volgens C2C en het milieu dus nog steeds belasten. RECYCLING OF DOWNCYCLING?
Lange tijd had iedereen de mond vol van recyclage. Mensen die hun afval sorteren en op die manier bijdragen aan het recyclageproces denken vaak heel wat te doen voor de bescherming van het milieu. Helaas is niets minder waar. Recyclage is ongetwijfeld interessanter dan het louter wegwerpen van afval op de vuilnishoop, maar al te vaak blijkt recyclage slechts een tijdelijke oplossing voor 28/ Seizoenen juni 2007
het afvalprobleem. Volgens McDonough en Braungart komt ‘recycling’ vaak neer op ‘downcycling’. Daarmee bedoelen ze dat de kwaliteit van een product bij het recycleren fel vermindert waardoor het niet keer op keer hergebruikt kan worden. Op die manier volgt recyclage een cradle-to-gravecyclus. Denk maar aan de krant. Kranten worden gedrukt op recyclagepapier. De kwaliteit van dat vale papier is niet goed genoeg opdat het papier nog een keer gerecycleerd kan worden. Het papier komt dus toch op de vuilnishoop terecht. Bovendien vormt wit papier – gebleekt met chloor – de basis van krantenpapier en de inkt waarmee men de kranten bedrukt zit vol zware metalen. Deze schadelijke stoffen komen vrij in de natuur. Recyclage blijkt in heel wat gevallen dus niet duurzaam genoeg. Volgens McDonough en Braungart moeten initiatieven ter bescherming van het milieu een stap verder gaan. We moeten niet trachten om minder slecht te zijn, maar om góéd te zijn voor het milieu. We moeten de toekomstige generaties niet enkel behoeden voor de achteruitgang van de natuur, we moeten hen méér geven.
aan goedgekeurde producten het ‘C2Ccertificaat’ toekent. Grote bedrijven deden reeds beroep op de inzichten van McDonough en Braungart. Zowel Nike als Ford-motor company introduceerden C2C in hun bedrijf. Nike en Ford? hoor ik je denken. Niet meteen voortrekkers op het vlak van ecologie? En toch. Dat McDonough en Braungart voortdurend hameren op de financiële voordelen van C2C is wellicht niet onbelangrijk. Wanneer grote bedrijven ruiken dat er geld zit in milieuvriendelijke processen, is de stap naar een ecologischer beleid snel gezet.
GROEN GELD
NATUURLIJK NIKE
Allemaal mooi en wel, denk je wellicht, maar hoe brengen McDonough en Braungart hun bijzondere ideeën in de praktijk? Door bedrijven en organisaties met raad en daad bij te staan bij het creëren van producten volgens het C2C-principe. Daartoe richtten de heren MBDC (McDonough Braungart Design Chemistry) op, een bureau dat advies en opleidingen geeft in verband met C2C, specifieke software ontwikkelt en
Nike nam MBDC voor het eerst onder de arm toen het in Hilversum een nieuw Europees hoofdkwartier wilde bouwen. Het resultaat: een complex van gebouwen dat ruimte biedt aan tal van inheemse planten, dat een maximum aan licht combineert met een minimum aan energieverbruik, dat regenwater opvangt en de werknemers een hoop inspiratie geeft. Want Nike wil verder gaan. Tegen 2010 wil Nike dat vijf procent van al
Recyclage is niet duurzaam genoeg. Foto: Martin Boose.
Seizoenen juni 2007/ 29
Producten moeten ofwel herbruikbaar zijn, ofwel dienen als voedingsstof. Foto: Tibor Fazakas.
het katoen dat het gebruikt afkomstig is uit de biologische landbouw en tegen 2020 wil Nike dat alle productiecycli gesloten zijn. Producten moeten ofwel hergebruikbaar zijn, ofwel dienen als voedingsstoffen voor levende organismen. Alle stoffen die schadelijk zijn voor mens of milieu moeten worden vermeden. Met de Nike Considered bracht Nike een volledig recycleerbare schoen op de markt en er zijn ook producten verkrijgbaar in 100 procent biologisch katoen. Maakt dat van Nike meteen een milieuvriendelijk bedrijf? Nee, de weg is nog lang, maar de eerste stappen met duurzame sportschoenen zijn wel gezet. VAN LUIERS TOT MEUBELS
Het kan ook minder groots. Een hele waaier aan kleinere bedrijven produceert al volgens de C2C-principes. Zo zijn er de luiers van gDiapers. Die bestaan uit een katoenen broekje – dat je telkens opnieuw kunt gebruiken – en een doorspoelbaar deel dat louter natuurlijke vezels bevat en 100 procent biologisch afbreekbaar is. Comfort en droge billen zijn volgens gDiapers gegarandeerd! Helaas zijn deze luiers nog niet in Europa verkrijgbaar. McDonough en Braungart zelf lieten hun boek Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things (2002) drukken op biologisch afbreekbare kunststof. Na gebruik kunnen ‘papier’ en inkt geschei30/ Seizoenen juni 2007
den en allebei hergebruikt worden. Er treedt geen kwaliteitsverlies op. Herman Miller creëert C2C-meubels waarvan de onderdelen steeds opnieuw kunnen worden gebruikt. En DesignTex brengt met Climatex Lifecycle volledig composteerbaar textiel op de markt. C2C-CERTIFICAAT
Wanneer bedrijven een product op de markt brengen dat voldoet aan de C2C-principes kunnen zij daarvoor bij MBDC een C2C-certificaat aanvragen. Producten die bestaan uit biologische en/of technische voedingsstoffen krijgen een ‘TN’- of ‘BN’-certification (TN staat voor technical nutrient en BN voor biological nutrient). Bedrijven die nog een stap verder gaan, beloont MBDC met ‘zilver’, ‘goud’ of ‘platina’. Er wordt daarbij rekening gehouden met een hele hoop criteria, o.a. de impact van de gebruikte materialen op de gezondheid van mens en milieu, het inkrimpen van uitstoot, het beperken van energie- en waterverbruik en de sociale verantwoordelijkheid ten opzichte van werknemers. ECOLOGISCHE HUIZEN
Niet enkel bedrijven doen een beroep op de expertise van McDonough en Braungart, ook overheden tonen belangstelling. China – niet meteen
bekend om zijn groene initiatieven – schakelt beide heren in om complete ecologische woongemeenschappen te helpen ontwikkelen. China staat voor de uitdaging om de komende tien jaar huisvesting voor 400 miljoen mensen te creëren. Baksteen gebruiken is volgens McDonough absurd, daarom ontwierp hij huizen die men kan opbouwen uit samengeperst hooi en aarde. Veel aandacht gaat daarbij uit naar goede isolatie en zonne-energie. In België propageert Vibe vzw (Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen) al van bij haar oprichting de C2C-principes in presentaties en publicaties. DE CRADLE TO CRADLE COMMUNITY
Doordat MBDC op diverse manieren de C2C-principes verspreidt, lijken zowel grote als kleine bedrijven, organisaties, overheden etc. zich te laten inspireren door McDonough en Braungart. Opdat bedrijfsleiders, studenten, ontwerpers en architecten van over de hele wereld hun inzichten zouden delen, lanceerde MBDC de Cradle to Cradle Community. Iedereen kan zich registreren op www.mbdc.com en helpen aan de ontwikkeling van de community. In ruil verleent MBDC toegang tot een aantal bronnen. Hopelijk blijft de community groeien en zorgt de hype rond ecologie er niet voor dat bedrijven, ontwerpers etc. hun expertise uit winstbejag angstvallig voor zich houden. De aarde en de toekomstige generaties zullen er immers pas echt wel bij varen wanneer men de C2C-principes effectief en op zeer grote schaal toepast.
GEEN GRENZEN?
McDonough en Braungart brengen met hun C2C-principes een positief verhaal. En dat is nodig. Benadrukken wat allemaal wél kan, motiveert de industrie om daadwerkelijk voor een groenere koers te kiezen. Een focus op al wat niet mag, werkt al gauw ontmoedigend. Toch is de bril van beide heren wellicht ietwat te roze gekleurd. De dag waarop de industrie wereldwijd volgens de C2C-principes creëert en produceert is immers nog lang niet aangebroken. De pijlen enkel richten op een groene industrie zal niet voldoende blijken. McDonough en Braungart stellen nauwelijks vragen bij de economische groei, terwijl het indijken van die groei net een zeer belangrijke rol speelt in de strijd om een leefbaar milieu. Het consumptiegedrag van de mensen kan en moet veranderen zodat iedereen consumeert en handelt vanuit het principe ‘minder én beter’. Bewust eten, reizen, wonen, en verwarmen zijn essentiële zaken in een samenleving die kiest voor milieu. Iedere mens, niet enkel de industrie, moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Grenzen stellen aan de groei én kiezen voor C2C-productieprocessen: dat zijn de sleutels voor een groene toekomst. Reine De Pelseneer Bronnen: www.mcdonough.com www.mbdc.com www.gdiapers.com www.hermanmiller.com www.climatex.com www.nike.com/nikebiz www.klimaatboek.be Seizoenen juni 2007/ 31
CONSUMENTENNIEUWTJES VERSWAREN GETEST: BIO BOVEN
Sinds kort neemt Öko-Test (OT) bij de staalnames van verse producten drie monsters in elk verkooppunt om toevallige besmettingen met bijvoorbeeld residu’s van pesticiden uit te sluiten. Een goede maatregel, zo blijkt uit de volgende resultaten: • Sinaasappels In oktober kocht OT deze populaire citrusvruchten aan in 10 supermarkten en 2 natuurvoedingswinkels. Er werd gezocht naar restanten van bewaarmiddelen op de schil en naar residu’s van schimmel-
Aardbeienverkoopster op de Filippijnen. Foto: Jasper Greek Golangco. 32/ Seizoenen juni 2007
werende producten die tijdens de teelt zijn gebruikt. Op alle gangbare vruchten trof men resten van pesticiden aan, in één vierde van de gevallen zelfs meer dan wettelijk toegelaten. Als enig excuus kunnen de aanbieders aanvoeren dat de Europese richtwaarde voor het hormonaal fungicide carbendazim nog maar sinds 1 oktober was verlaagd van 5 mg tot 0,1 mg/kg en dat bespuitingen van voor de maatregel dateren. Hoe dan ook: alle biostalen waren vrij van residuen. • Aardbeien Hoe veilig zijn de aardbeien die al eind februari worden aangeboden en die afkomstig zijn uit Spanje, Italië of Marokko? OT kocht drie stalen in 10 verschillende supermarkten en vond ook na wat zoeken biologische aardbeien uit Spanje in een grotere natuurvoedingszaak. Echt smakelijk kun je de harde Zuid-Europese vruchtjes moeilijk noemen, maar hun score op het vlak van pesticidenresidu’s is nog het meest bedroevend. Alles samen zijn er sporen van 29 werkzame stoffen aangetroffen, tot 7 verschillende in 1 monster, en met een aantal overschrijdingen van de wettelijk toegelaten maxima. De drie biologische stalen waren smetteloos. De conclusie ligt voor de hand: koop bio, en wacht voor de smaak toch maar beter nog enkele maanden.
TIPS VOOR HET VERFSEIZOEN
Witte muurverven De Europese richtlijn Decopaint bepaalt onder andere dat het gehalte aan VOC’s (vluchtige organische componenten) uit oplosmiddelen in verven vanaf 1 januari 2007 drastisch moet worden teruggeschroefd en vanaf 2010 nog eens worden aangescherpt. Dat geldt ook voor natuurlijke oplosmiddelen zoals de terpenen die uit citrusschalen worden gewonnen en die vooral in natuurverven worden gebruikt. Tijdens het analyseren van (wateroplosbare) muurverven stootte OT op merkwaardige resultaten. De klassieke verffabrikanten hebben hun producten al volledig aangepast aan de nieuwe richtlijn en bevatten geen VOC’s meer. Hun verven bestaan wel uit in water opgeloste kunstharsen met als bewaarmiddel het aardoliederivaat isothiazolinon. Omdat dit laatste allergische reacties kan oproepen, moet er op het etiket een verwijzing naar een hulpnummer staan. De natuurverffabrikanten moeten hun natuurharsen eerst oplossen om ze nadien in water te kunnen mengen: dat gebeurt door middel van de terpenen die nu ook drastisch naar omlaag moeten. Sommigen zoals Leinos zoeken hun heil dan toch maar in het gebruik van het aardolieproduct isothiazolinon, maar vermelden geen waarschuwing voor allergische personen op het etiket. Anderen zoals Bio Pin mengen direct natuuroliën in de waterbasis, maar krijgen soms te maken met vetzuren die gaan oxideren waardoor de verf onaangenaam ranzig gaat ruiken. OT benadrukt dat ze in principe voorstander blijft van natuurverven, maar dat de fabrikanten dringend werk moeten maken van eenduidige afspraken én van
een klare etikettering. Dan zal het niet meer gebeuren dat een natuurverf als Natural als wandverf met de meeste gebreken uit de testen komt. Lakverven Om tegemoet te komen aan de hoger vernoemde Europese Decopaint-richtlijn zullen op korte termijn zelfs alle lakverven als wateroplosbaar moeten worden aangeboden. De huidige generatie die nog met oplosmiddelen werkt, haalt nu in het beste geval de bovengrens van het toegestane gehalte aan VOC’s, en in 2010 wordt die nog flink aangescherpt. Daarnaast dient er aan deze lakverven ook nog een droogmiddel te worden toegevoegd. Meestal is dat een kobaltverbinding die eventueel bij het afslijpen via het inademen van stof allergische reacties kan oproepen. Livos en Leinos, de twee natuurlakverven uit deze groep halen nog net een voldoende. Bij de wateroplosbare lakken ziet de situatie er duidelijk rooskleuriger uit. De meeste verven halen minstens een voldoende. De natuurlakken van Auro, Bio Pin en Aglaia zouden zelfs een ‘zeer goed’ hebben gehaald indien de etikettering duidelijker was geweest. Kleurpigment Om witte muurverven een kleurtje te geven kan men kleurpigmenten kopen om zelf door de verf te mengen. OT kocht achttien flesjes geel pigment en vergeleek inhoudsstoffen en etiketten. De kleurstof zelf levert amper problemen, tenzij uitzonderlijk uit een natuurpigment een eraan verbonden zwaar metaal vrijkomt, zoals het antimoon uit het geteste pigment van Leinos. Zodoende zijn alle pigmenten uiteindelijk minstens bevredigend, maar OT blijft punten aftrekken voor onvolledige, foute of misleidende info op het etiket.
Tekst: Luk Naets. Achtergrondfoto: Marja F-B.
Seizoenen juni 2007/ 33
LEZERS SCHRIJVEN DUURZAME ONTWIKKELING
DE WELNESSHYPE
Beste,
Of dit een wellnesshype is ... In deze snelle wereld zijn mensen op zoek naar rust en ontspanning; we weten allemaal dat de moderne leefwijze en het vervuilde milieu belastend zijn voor onze gezondheid. Niet alleen Weleda ziet hier een markt in. Het is goed dat mensen via deze weg de ogen open doen en zien wat er in de natuur gebeurt, dat er seizoenen zijn en dat hier ook gewoontes bijhoren; een goede zorg voor je lichaam zoals bijv. voeding, lichaamsverzorging, goede houding en beweging, voldoende rust en een positieve instelling. Alles wat in de wereld van wellness zo geweldig lijkt heeft zijn prijs. Ik vind dat je daarvoor als consument je eigen verantwoordelijkheid draagt; daarmee wil ik zeggen dat gezondheid niet te koop is. Deze leefwijze zou als basis aangeleerd kunnen worden op scholen bijv, vooral aan de nieuwe generatie. Saskia van den Bos
Ik volg de opleiding ‘Duurzame Ontwikkeling & Menselijke Ecologie’ aan de VUB en een tijd geleden kwam Velt spreken over biologische landbouw. Deze les vond ik echt super! Ik kende Velt alwel van naam en van de site eens te bezoeken, maar na het lezen van de Seizoenen die we kregen, was ik echt helemaal ‘verkocht’ en maakte ik me direct lid van Velt. Vorig jaar studeerde ik af als biologe (UGent), maar door dit extra jaar vind ik net dat ietsje meer. Enerzijds opent er zich een heel nieuwe wereld voor me, anderzijds ben ik met dit alles (onbewust) juist al altijd bezig en besef ik nu dat dit echt ‘mijn ding’ is! Alvast veel succes verder, Marieke De Vos, via e-mail. Zo’n leuk berichtje, dat kleurt je dag. Bedankt Marieke.
34/ Seizoenen juni 2007
Proficiat Saskia! De reeks Leven met de seizoenen (zie vorige Seizoenen) mag je binnenkort in je bus verwachten. Veel leesplezier!
WAT IK VIND VAN DE WELNESSHYPE
In mijn badkamer is het van dat: alleen natuurcosmetica. Liefst nog van een fairtradewinkel. Gewoon, omdat ik vind dat het zo hoort. Het hoort bij mijn natuur, want aangeleerd is het mij nooit. Het enige wat mij is aangeleerd is het belang van eerlijkheid. Daar wil ik altijd voor gaan: eerlijke producten. Mijn man ziet al dat welnessgedoe niet goed zitten. ‘Water is alles wat een mens nodig heeft’, zegt hij altijd. ‘Al de rest dient uitsluitend om je poriën dicht te stoppen.’ Gelukkig heb ik enkele vriendinnen en een zus die op dezelfde welnessgolf zitten als ik. Pas op, we willen daarin niet overdrijven, hoor. Maar zo nu en dan ons eens lekker verwennen: ik vind dat daar niets fout mee is. Integendeel! Ik heb een fulltime job en dus eis ik voor mezelf het recht om er zo nu en dan tussenuit te knijpen. Dan trakteer ik mezelf op een flinke portie welverdiende rust en relaxatie. Liefst met een uitgebreid gamma Weleda- of andere natuurproducten. Dan is mijn zalig gevoel compleet. Mij hoor je dus niet klagen over de wellnesshype. Ik vind zelfs dat het nog een beetje meer mag zijn. En als het even kan, ook een beetje goedkoper. Vanzelfsprekend zullen er altijd wel kritikasters rondlopen die vinden dat bio, natuurcosmetica en fairtrade één pot platte commercie is. Wel, ik vind dat niet. Waar mensen goed zorgen voor zichzelf, daar zijn minder problemen, daar wordt minder ruzie gemaakt, daar is het leven gewoon beter. Welness: de nieuwe tijd die de hand reikt aan de oude natuur. Mooier kan toch niet? Martine Claes (Tienen)
KUIKENS MET OPEN BUIKJE
Wie kan mij zeggen hoe het komt dat een kuiken geboren wordt met een open buikje? Zou dat kunnen liggen aan het feit dat de kip die de eieren legde te jong is? Het zijn de eerste eieren van zeer jonge kippen die nu uitkomen. Of ligt het aan iets anders? De andere tien zijn geboren als gewone kuikens; twee hebben een open buikje. Nathan Vandeneede, via www.kippenseks .be Antwoord van Velt In de boeken geeft men als oorzaak hiervan het te warm broeden aan; soms ook te koud broeden. Bij te warm broeden gaat de navel zich sluiten voordat de dooierzak is geresorbeerd en krijgen de kuikens een dikke en ontstoken navel. De getroffen kuikens sterven meestal na enkele dagen. Frans Smets
Foto: Weleda. Seizoenen juni 2007/ 35
UITGELEZEN EEN TUIN VAN ETEN – VIER SEIZOENEN OOGST
Door Peter Bauwens Groen Boekerij, Kosmos-Z&K uitgevers, Utrecht/Antwerpen, 2007 144 p., ISBN 978-90-215-8075-3, 24,95
‘De in vakjes geplande moestuin van opa is passé.’
In het eerste deel van dit rijkelijk met kunstzinnige foto’s geïllustreerde boek wordt een warm pleidooi gehouden voor het verlaten van de gebaande paden van het klassieke (moes)tuinieren. Er wordt een lans gebroken voor meer hedendaags groenten kweken in de nieuwe stijl. Bij deze benadering staat niet zozeer het volume van de opbrengst voorop, maar ligt de nadruk vooral op de totaalervaring van de tuinier, die erg zintuiglijk en speels het avontuur aangaat om allerlei courante en minder gekende eetbare gewassen te kweken. Tijdens het hele groeiseizoen worden groenten zintuiglijk gedegusteerd: de kleurveranderingen worden bekeken, de geur beoordeeld en ten slotte wordt de smaak geproefd. De nuttigheid van het eetbare gewas koppelt de auteur aan de sierwaarde ervan. Meer biodiversiteit in de moestuin benadrukt hij als een culinaire meerwaarde; daarbij schuwt Peter Bauwens het experiment niet. Via het bewust telen van een groot aantal soorten en rassen van groen-
36/ Seizoenen juni 2007
ten en fruit vindt de plukoogst dagelijks de weg naar de keuken. Kortom, de in vakjes geplande moestuin van opa is passé. Vanaf nu is het gevarieerd tuinieren − erg gekaderd in het ritme van de seizoenen − aan de orde. Op zich een zeer lovenswaardige invalshoek. In het tweede deel van het boek vind je een inhoudelijk overzicht van wat er zoal in de pluktuin te doen en te kweken valt. De schrijver houdt gewaardeerde pleidooien voor een seizoensgebonden eetpatroon, de herwaardering van verse producten, het vermijden van afval, het gebruik van natuurlijke materialen, plantaardige plantenvoeding, kiemgroenten in de winterperiode, bodemzorg en bodembedekking, … In dit rijtje mis ik echter voldoende aandacht voor preventieve gewasbescherming. En daar ligt volgens mij het grote gemis van dit overigens erg waardevolle boek. De schrijver zet zich af tegen de handboekbenadering, waarbij de liefhebbertuinier bewust een jaarlijkse teeltrotatie volgt. Terwijl dit toch dé maatregel bij uitstek is om preventief bodemziekten te bestrijden en gericht te bemesten. Dit boek zou dan ook meer realiteitswaarde hebben gehad, indien er meer evenwicht zou zijn geboden tussen de speelse omgang bij het tuinieren en het concreet toepassen van teeltmaatregelen die hun nut hebben bewezen. Begrijpelijk is de verholen doorverwijzing naar specifieke
rassen die via de eigen kwekerij worden verdeeld. Overigens besteedt de auteur uitvoerig aandacht aan het vermeerderen van de aangeboden zaadvaste rassen en soorten door de liefhebber zelf. Al bij al is dit een boeiend boek dat vooral waardevol is door de bewuste, speelse en zintuiglijke manier waarop het het kweken van voedsel voorstelt. Luc Vanhoegaerden LEKKER LANDSCHAP SMULLEN VAN BOS & VELD
Door Michiel Bussink Uitgeverij wAarde, Beek-Ubbergen (Nl) 128 p., ISBN 9789076 661124, 18,95 Er zijn zo van die boeken waarvan de titel perfect weergeeft wat de inhoud zal bieden, en die je ook aanzuigen als een magnetisch veld. In zijn inleiding verwijst Michiel Bussink met smikkelend plezier naar Frankrijk waar men op marktjes nog eetbare wilde voortbrengselen uit de regio (de ‘terroir’) kan kopen: het verrassende en lekkere resultaat van ‘la cueillette’, het verzamelen van kruiden, bessen, noten en paddenstoelen in bossen en velden. Bussink maakt zich terecht zorgen over het feit dat de Nederlanders in amper twee generaties verworden zijn tot mensen die natuur nog enkel ervaren als een bedreigd decor dat men alleen kan beschermen door er op mooi onderhouden wandelpaadjes doorheen te trekken en vooral nergens aan te komen of er ook maar iets van te plukken. Voor Vlaanderen geldt allicht hetzelfde. Of erger: hier durven we het decor zelfs aan diggelen rijden met mountainbikes
en terreinwagens. Om nadien op het terras van een namaak boshuisje te genieten van een nep streekbiertje. Je moet maar Lef(fe) hebben! Na lezing van dit boek ga je ten volle beseffen wat een onvervalste rijkdom aan echte seizoens- en streekgebonden producten we rondom ons gratis kunnen aantreffen. En dat de zoektocht ernaar zowel boeiend als leerzaam is. De meeste Veltleden zullen zelfs moeiteloos een twintigtal van de beschreven eetbare bloemen, kruiden, bessen en noten in en om de eigen tuin vinden. Voor de paddenstoelen is dat andere koek: die zijn door de algemene milieuvervuiling, overbemesting en asfaltering te veel in de verdrukking geraakt: misschien plan je daarvoor best eens een herfstvakantie in Frankrijk. Lekker Landschap is een heel aangenaam leesboek door de vlotte getuigenissen van een reeks natuurminnaars waaronder enkele sterrenkoks. Een vijftigtal recepten voor ongewone ingrediënten zoals look-zonder-look, moerasspirea, de bessen van de Gelderse roos of judasoren en biefstukzwammen verzekeren culinair genot. Voor de andere ingrediënten in de recepten verwijst Michiel regelmatig naar de biologische versies: zo hoort het ook! Luk Naets
‘Er zijn zo van die boeken die je aanzuigen als een magnetisch veld.’
Seizoenen juni 2007/ 37
HET KLIMAATBOEK
Pleidooi voor een ecologische omslag Els Keytsman en Peter Tom Jones Uitgeverij EPO vzw, 2007, 182 p. Isbn 978 90 6445 452 3, 15,00.
‘Als we onze kinderen een klimaatcrash willen besparen, is er een revolutie nodig.’
www.klimaatboek.be
Dit boek komt net op tijd. Een zin die recensenten wel vaker gebruiken, vooral als ze een boek willen aanprijzen. Nu komt dit klimaatboek toch zeker niet dubbel op tijd! Aan de ene kant was er nood aan een Vlaams boek dat zich toespitst op klimaatproblemen en is geschreven op maat van een breder publiek. Nu mensen erkennen dat er op klimaatvlak iets gaande is, willen ze het ook begrijpen en, vooral, weten wat ze eraan kunnen doen. Aan de andere kant zijn beide (jonge) auteurs kandidaat bij de federale verkiezingen en wurmen ze zich (net op tijd) met deze publicatie in de publieke aandacht. “Als we onze kinderen en kleinkinderen een klimaatcrash willen besparen, is er gewoonweg een revolutie nodig. ... Er rest ons geen andere keuze dan dringend het fundament van onze consumptie- en productiewijze ter discussie te stellen.” Citaat van een jong rebel? Neen. De uitspraak komt van Prof. Jean-Pascal van Ypersele uit het voorwoord bij dit boek. Van Ypersele is professor in de klimatologie, vice-voorzitter van de tweede werkgroep van het IPCC èn voorzitter van de werkgroep ‘energie en klimaat’ van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Oplossingen dus. Na een krachtige introductie waarin duidelijk het probleem wordt geschetst, zeg maar een ‘snelcursus klimaat’ wordt zo ongeveer de hele rest van het boek (tweederde) besteed aan ecologische oplossingen. Het boek eindigt met een sterk pleidooi voor een ecologische omslag waarin Keytsman en Jones de engagementen opsommen voor ons land: een
38/ Seizoenen juni 2007
klimaatwet met concrete doelstellingen, een sociaal klimaatfonds voor lagere energiefacturen, een vice-premier voor klimaat, milieu en energie, energievernieuwing en een democratisch energieaanbod, een energiezuinig woonbeleid, aanpak van de mobiliteitsknoop, stimulering van het klimaatneutraal ondernemen en ecolische innovatie, bosbescherming, rechtvaardige en ecologische fiscaliteit. Tenslotte pleiten Jones en Keytsman voor een ecologisch klimaatpact. “Iedereen moet samenwerken”, zeggen ze, “overheden, sociale partners, bewegingen en de mensen”. Een serieus pact dat ons door de 21ste eeuw moet helpen, zoals het Sociaal Pact ons na de oorlog door de tweede helft van de vorige eeuw loodste. Bovenal willen Keytsman en Jones in dit boek aantonen dat een ecologische revolutie mogelijk is. Géén terugkeer naar de duistere middeleeuwen, maar de aarde weer gezond maken. Doen we dat niet, dan kiezen we wèl voor de barbarij. De uit zijn voegen barstende economie crasht immers niet op de ecologische grenzen als een auto op een muur. Nee, deze grenzen zijn rekbaar en als vloeistof: ze kunnen tijdelijk geruisloos overschreden worden; niemand die het ziet. Maar de rijkdom van de ecosystemen wordt aangetast. Bij een aangehouden overbelasting, en daar zijn we al een tijd mee bezig, worden ecologische pijngrenzen doorboord. Gevaarlijke kettingreacties komen dan op gang, zoals een globale opwarming die zichzelf versterkt - ook als geen mens nog broeikasgas uitstoot. “Daarom mogen we deze afspraak met de geschiedenis niet missen”, besluiten Keytsman en Jones. Deze laatste doorkruist intussen het land met lezingen. Zijn programma consulteer je op www.petertomjones.be. Bart Coenen
WIKKELEN MET SLA GEERT GROFFEN
De jongste maanden hebben heel wat mensen An Inconvenient Truth en/of Our Dialy Bread gezien. Deze films brengen – hoewel ze over een ander onderwerp gaan – een overzicht van waar we aan toe zijn met onze aarde en met onze voeding. Nu ben ik van nature een positief ingestelde mens en ik probeer niet te snel de negatieve dingen te zien, maar ik denk dat je kunt beamen dat het er niet zo rooskleurig uitziet met onze planeet. En met onze voeding. Ik ga uiteraard niet de inhoud van beide films even overdoen. Dat zou ons veel te ver leiden. Maar als ik mijn tuin bekijk, en die van mijn buurman-bioboer, dan zie ik toch dat er iets niet klopt met het weer. De voorbije maand april was de warmste ooit. En de zonnigste. En de droogste. Waar mijn buurman normaal gezien pas op hete zomerdagen sproeit in de tuin, deed hij dat dit jaar voor het eerst half april.
voorbeeld van hoe het anders kan. Met weinig impact op het milieu toch lekker voedsel telen en lekker en gezond eten. Volgens mij ligt een groot deel van de fout in de keuze voor grootschaligheid. En dat is niet enkel de schuld van de producent, maar even goed van de consument. Geen van beide moet de ander met de vinger wijzen. Hoewel het warmer en droger was de voorbije maanden, is de natuur nog niet drastisch veranderd. De asperges
Slaplantage Foto: John Evans.
In elk geval, iemand die op een ecologische manier met zijn moestuin bezig is, is méér dan iemand die graag wat in de aarde ploetert. Hij is een prachtig Seizoenen juni 2007/ 39
waren er vroeger dan vorig jaar en de wintergroenten waren prachtig aan het groeien in de lente. Maar er zijn nog steeds geen pompoenen in juni en geen okkernoten in juli. Gelukkig maar. Ik kan me dus gewoon op zomergroenten concentreren. KROKANTE SLAPAKKETJES
30 grote bladen van een sla (andere bladgroenten met grote bladen zoals warmoes of spinazie kunnen ook) - een kopje rijst - een handvol peultjes - een kleine prei sesamzaadjes - een beetje broodkruim - een beetje olie Kook de rijst gaar en laat hem goed uitdampen. Snijd de peultjes en de prei fijn en fruit deze in olie in een pan. Zorg dat er nog een beetje ‘beet’ aan is. Bak de rijst in de pan in de resterende olie. Doe hetzelfde met de broodkruimels. Meng de broodkruimels, de groenten, de rijst en de sesamzaadjes. Breng op smaak met verse kruiden zoals koriander en eventueel met wat groentebouillon in poedervorm. Rol dit beslag in een slablad en prik er een cocktailprikker in. Maak een sausje van 4 eenheden olijfolie, 1 eenheid geroosterde sesamolie, 1 eenheid balsamico-azijn en 1 eenheid sojasaus. Serveer de pakketje op een groot bord met in het midden het potje met de dipsaus Foto’s van boven naar onder: - Koriander, Matthew Bowden. - Sesamzaadjes, Gokhan Okur. - Rijstvelden, Astin le Clerq. 40/ Seizoenen juni 2007
• Te koop: 1. Hakselaar met 3pkmotor (220/380 V), 2. Hakselaar op lichtnet, 3. Graanmolen met 3pk-motor (220/380 V), 4. Zaagtafel met 3-motor. Ludo Copers, Baan 11, 2990 Wuustwezel. 03 669 99 39. • Gezocht: braakliggende grond of milieuprobleemgrond om ecologisch bos op te planten. Herman Beyers, 03 669 82 10. • Te koop: klepelhakselaar, vermaalt takken tot 4 cm doorsnede, compost en groenafval. Motor 3, fasen 220/380 V. Perfecte staat. 056 72 50 42. • Gezocht: heeft u tijd en/of finaciële middelen te investeren? En uiteraard interesse in biovoeding? Wij zoeken versterking voor teelt en commercialisatie (verwerking/ import/export). Bezegaard Biofruit,
[email protected], 09 388 38 38.
eiland. Met een lichtbruine tot bruinzwarte vacht die niet geschoren hoeft te worden en met gedraaide horens. Herre Sneyers, 011 59 17 88 of
[email protected].
ZOEKERTJES Stekene, goed bereikbaar vanuit Sint-Niklaas (15’) Antwerpen (25’) en Gent (35’) via N49. Bwjr 1993. Architect S.Ardui (Brik en VIBE). Ruime en erg lichte living (speciale vorm) met haard, open keuken, 4 slaapkmrs en grote lichte zolder (atelier, polyvalente ruimte, slpk), 2 badkmrs, berging, kelder, CV, regenwaterrecuperatie, grondwaterpomp, grote schuur/garage, stallingen voor dieren. Vraagprijs: 430 000,00. Beschikbaarheid: in overleg. 0486 93 26 78 na 18 u.
• Te koop: jonge Ronquièrekalkoenen, sterk oud ras, goede gras- en onkruideters. Marc en Charlien. 053 70 69 55. • Te koop : jonge Ronquières kalkoenen. Sterk ras, goede graseters. 016 69 67 34.
• Te koop: jonge kippen Brakels, kleur: citroen en goud, °2006. De Clerck. 0478 28 09 56, johny.de.c
[email protected]. • Gezocht: contact met liefhebber-tuinier die de mulchmethode toepast (Ruth Stout?), om ervan te leren en later ervaringen uit te wisselen. Liefst per e-mail of telefoon. 056 30 26 89.
• Te koop: lemen huis met biologische bouwmaterialen. Prachtige tuin met oude bomen en ook jonge boomgaard, groentetuin, bessentuin, siertuin, speelhoek, bos, rietveld met waterzuivering, vijver... op 5000m², heel rustig gelegen in groene gedeelte van
• Gezocht: oerprei. Hobbytuinder wil graag wat bolletjes van oerprei overnemen. Arjen van Dijk,
[email protected]. • Te koop: Soay-schapen (nieuwe lammeren van dit voorjaar). Een semi-wild ‘ongeschonden’ ras afkomstig van een Noord-Schots
• Biologische tuin te huur: voorwaarden te bespreken. Ligt langs een onverharde weg, dus geen autoverkeer. Er is een regenwaterkraan en elektriciteit. Scheiding door massieve beukenhaag. Oppervlakte ongeveer 1000 m2. Ligging: tussen Gent en Eeklo, volledig landelijk. Bestaat uit bloemen- en kruidentuin met buxusvakken, groentetuin, fruitbomen met kippenren. 0472 51 78 52. • Gezocht: hulp voor mijn tuin in Haasrode; die is nogal groot met een biologische groentetuin en veel fruit. Is er iemand in de buurt van Leuven die graag op regelmatige basis wat meehelpt om orde in de hele tuin te houden? Vergoeding otk.
[email protected] of 16 40 18 18. • Te huur: huis met mooie biotuin te Gavere. Stille, groene, bosrijke omgeving nabij centrum. Ideaal voor gezin met kinderen. 650/maand. Tuin (vruchtbare zandgrond) wordt afzonderlijk verhuurd, maar voorkeur gaat uit naar mensen die de tuin biologisch willen beheren. 0479 84 09 09. • Te koop: zitmaaier Stiga Park Royal, B&S int. 16pk, 2 cil. mulch. maait 107cm hydr. aandrijving knik sturing, bwj 2000, werkuren 260, prijs 3200,00, Seizoenen juni 2007/ 41
015 75 59 21, jef.serneels@belga com.net
kwaliteit bosmaaier stihl fs 220 -280, vraagprijs 350,00.
• Te koop (wegens overlijden): weefgetouw met 4 schachten, in goede staat, incl. 4 poten en weeftoebehoren : vraagprijs 350,00. Weefraam met opgemaakte ketting, 75cm/100cm: vraagprijs 70,00. Vette wol van jonge ooien (gewassen, niet gesponnen) ca. 20 kg. 03 455 78 07 (Vremde/Boechout).
• Gezocht: goede thuis voor een witte melkgeit van 8 jaar oud. Jarenlang heb ik haar gemolken, maar de laatste 2 jaar niet meer. Interresse? Bel dan naar Paula Heesterbeek 0497 5752 07(Nl) of stuur een mail naar heesterbeek54 @zonnet.nl.
• Te huur: mooi gerenoveerd duplex appartement in het centrum van Scherpenheuvel, liefst voor rustige en ecologisch bewuste huurders. Indeling: living, grote keuken, twee slaapkamers, ruime badkamer, groot terras op het zuiden, zolder, vaste parkeergelegenheid voor de deur. 550,00 per maand. Voor inlichtingen en bezichtiging: 013 33 55 74 of 0485 96 56 44. • Te koop: gezonde Toggenburgers (bruin-wit gevlekt), Zowel geiten als bokken. Leeftijd: ongeveer 4 maanden of jaarlingen (enkel moeders). Ze lopen rond in een biologische boomgaard, zeer goede grazers met een mooie, zachte vacht. 052 47 40 65 of 0478 66 62 04. Kruisbeeldstraat 204, 9220 Hamme (bij Dendermonde). • Gezocht: gezinnen die willen deelnemen aan een onderzoek over de prijs van duurzame voeding.
[email protected]. • Te koop: een weinig gebruikte 42/ Seizoenen juni 2007
• Gratis over te nemen: een vruchtbare groentetuin. Grootte: tussen 2 en 3 are. Onmiddellijk of in najaar. In Bertem, Gloriantlaan 14. Tuinhuis en tuingereedschap ter beschikking. Telefonisch afspreken met K. Peeters: 016 48 88 97. • Te koop: 3 witte melkgeiten, 2 van 3 jaar, 1 van 2 jaar. Nog niet gelammerd.Wegens plaatsgebrek. 50,00/geit. Boutens Tobias. 050 54 63 20, 0474 57 65 88. • Gezocht: informatie over het bouwen van een rookkast voornamelijk om hespen te roken. Koen van Herreweghen 014 51 31 69. • Gezocht: standhouders met de Velt-gedachte voor op onze Open poortdag van 9/9/07. Info: Boomgaard Den Trog:
[email protected] 011 34 21 36 of 0474 91 69 24. • Gezocht: mooie grote centraal gelegen tuin met huis in Oostende om te verkopen aan een familie die het op een ecologisch manier en met veel liefde wil beheren. 0486 373 523.
Gezocht: TSO- of BSO-school om samen project gezond eten van boer tot bord waar te maken De leerlingen in verschillende studierichtingen ASO, TSO en BSO worden uitgedaagd in een wedstrijd rond gezonde en duurzame voeding, ze gaan de boer op om seizoensgroenten te oogsten en zetten verse, regionale en biologische groenten en fruit op het menu. Velt, Probila en Vredeseilanden bieden expertise, tips en concrete acties; we begeleiden één secundaire school (leerlingen, leerkrachten, CLB, cateringpersoneel) bij het uitwerken van een gezondheidsbeleid op school en in hun keuze voor eerlijke, ecologische, gezonde maaltijden en tussendoortjes. Meer weten? www.biometklasse.be www.biobuitenshuis.be www.biofruitopschool.be Wil jouw school kiezen voor dit engagement? Mail je kandidaatstelling door naar
[email protected]. Zoekertjes zijn voorbehouden aan leden. Contactadvertenties, publiciteit voor vakantieverblijven, immobiliënberichten zonder ecologische meerwaarde en commerciële activiteiten worden niet aanvaard. Schrijf naar Velt of e-mail
[email protected].
WAARHEEN HET ABC VAN DE VOLKSTUIN
opvallend aanwezig. Die verwerkte de huismoeder tot gezonde en voedzame maaltijden. Met de hulp van overvloedig keukenzout en steriliseerbokalen kon de opbrengst ook de hongerige magen tijdens de wintermaanden vullen. Sinds de jaren 1960 eisen ook ‘exotische’ groenten zoals paprika en Chinese kool hun plaatsje in de volkstuin op. Met de diepvries werd het een koud kunstje om al deze groenten te bewaren. OORLOG
Volkstuinen: seizoensgebonden groenten, een praatje met de allochtone buurman, zicht op de oprukkende stad, een stoel in de schaduw van het tuinhuis. Het mag misschien vreemd klinken, maar deze groene lappendekentjes kennen een rijke geschiedenis en zijn ook vandaag nog verrassend actueel. Op de interactieve tentoonstelling Het ABC van de Volkstuin ontdek je deze zomer in 26 stappen een stuk levendige volkscultuur. Net als elders in Europa bewerkten ook de Belgische werklozen en industriearbeiders de eerste volkstuintjes op het einde van de negentiende eeuw. Een ‘bezorgde’ elite, georganiseerd in het Werk van den Akker, stelde de noodzakelijke gronden ter beschikking. Volkstuinen waren in hun ogen een middel tot volksverheffing: arbeiders gezond voedsel leren kennen en hen een respectabele vrijetijdsbesteding bezorgen ver weg van cafés en revolutionaire ideeën. KEUKENZOUT EN STERILISEERBOKALEN
Van tomaten en courgette was nog geen spoor op deze eerste percelen. Kolen en aardappelen daarentegen waren
De volkstuinen kenden hun hoogtepunt tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, toen ze noodzakelijk waren voor de voedselbevoorrading. Maar ook vandaag worden er nog steeds duizenden mensen door aangesproken. Verse – en ecologisch geteelde – groenten op het bord is voor velen belangrijk geworden. De tijd dat volkstuinders een heel gamma aan bestrijdingsmiddelen inzetten tegen ‘het gespuis dat fruit en moestuin bedreigt’, is voorgoed voorbij. GOEDE RAAD VAN DE BUREN
Naast de eigen, gezonde groenten is en blijft het schoffelen, In de jaren 1940 werkte het Werk van den Akker samen met de Union Chimique Belge (UCB). Deze affiche maakte deel uit van de gezamenlijke reclamecampagne. Foto: KADOC-K.U.Leuven. Seizoenen juni 2007/ 43
Ook gezinnen met een tuin aan huis konden zich aansluiten bij het Werk van den Akker. Dit is een voorbeeld van Overpelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Foto: Archief Volkstuinen Overpelt. spitten en zaaien in de volkstuin vooral een ideale vorm van ontspanning in de gezonde buitenlucht. Iedereen heeft ‘zijn’ stukje grond, maar de buurman met goede raad en – in het beste geval – mooi plantgoed is nooit ver weg. Dat laatste is trouwens alsmaar vaker Turkse sla of knoflook. Net zoals de volkstuinders zelf zijn de gekweekte groenten immers een weerspiegeling van de diversiteit van onze samenleving. Roeland Hermans, Kadoc.
2007, doorlopend open van 09-17 u, zaterdag van 09 tot 12.30 uur, gesloten op zondag en op 21 juli, 15 augustus en 3 september. In het KADOCK.U.Leuven. Vlamingenstraat 39, Leuven. • Zomercursus: Universiteit Vrije Tijd Davidsfonds. Gent, dinsdag 21 en woensdag 22 augustus 2007. Docenten: Leen Van Molle en Yves Segers. Bezoek aan de tentoonstelling is inbegrepen. • Publicatie: Yves Segers en Leen Van Molle (red.) Volkstuinen. (Leuven, Davidsfonds, juli 2007). HET DDT VAN VELT
www.hetabcvandevolkstuin.be • Tentoonstelling: ‘Het ABC van de Volkstuin’ en ‘Volkstuinen’, met foto’s van Freya Maes. Van 13 juli tot 9 september 2007, doorlopend open van 10-17 u, gesloten op maandag. In het Caermersklooster, Provinciaal Centrum voor Kunst en Cultuur, Vrouwebroersstraat 6, Gent. • Tentoonstelling: Volkstuinen. Met foto’s van Karel Rimanque. Van 13 juli tot 9 september 44/ Seizoenen juni 2007
Je leert op deze tentoonstelling onder meer wat Louis Paul Boon, Luxemburg en de NMBS met volkstuinen te maken hebben en wat het wonder van de tuin is. A(mateur), B(ernard) en C(omplex) en de 23 andere letters van het alfabet dompelen je onder in een eeuw verse groenten, strijd tegen bouwpromotoren en de geheimen van de vruchtwisseling. Velt en de buurtmoestuinen in Sledderlo en Zepperen dragen hun ecologisch steentje bij aan de D van DDT...
ECOLOGIE HANDEN EN VOETEN GEVEN Nieuwe gezichten bij Velt; daar zijn we blij mee. Zowel bij afdelingen als op het secretariaat. Een interview met kersvers lid Tom Vanacker en directeur Jan Vannoppen. TOM VANACKER, NIEUW LID
Toen Tom en Liesbeth in augustus 2005 in Schelderode een huisje met een tuin kochten, wisten ze dat ze de mogelijkheid zouden hebben om te “boeren”. Dat wilden ze graag ecologisch doen. Tips en trucs waren meteen welkom. Je hebt niet geaarzeld en werd vrij vlug lid van Velt. Waarom? Tom Vanacker: ‘Ik ben afkomstig uit Langemark, waar mijn ouders een ruime tuin hebben en waar ik veel tijd doorgebracht heb in landbouwkringen. Dan ga je studeren, vind je werk en blijf je noodgedwongen in een stad plakken. Vooral de laatste twee jaar zat ik echt te snakken naar een eigen huisje, maar vooral naar een tuin. De eerste goede gelegenheid heb ik gegrepen om Velter te worden.’ Je bent erg gemotiveerd, te zien aan het groot aantal pakjes zaden dat je bestelde. ‘Gemotiveerd ben ik zeker, maar ik weet ook wel dat ik mijn leergeld ga betalen. Of was het toch in een bui van grootheidswaan dat ik al die zaden bestelde?
In ieder geval wil ik ervaring opdoen en tuinieren zal ik niet alleen leren uit de boekskes. Nu hebben we een groenteabonnement voor biologische groenten, maar onze bedoeling is om zoveel mogelijk groenten en fruit zelf te kweken. We hebben een grote tuin met een weide voor kippen en schapen waarin we enkele hoogstamfruitbomen geplant hebben. Een kleine 400m2 hebben we gereserveerd voor de groentetuin. Er zijn wel mensen die zeggen dat ik zot ben, maar voor mij is met de handen in de grond zitten om je eigen groentjes te kweken een rijkdom. Vorig jaar was het feest toen ik met een handvol radijsjes binnenkwam. Soms voel ik me weer kind als ik buiten bezig ben.’
‘Soms voel ik me weer kind als ik buiten bezig ben.’
Je kocht het Handboek Ecologisch Tuinieren. ‘Zoals het kookboek van de KVLV de bijbel is voor de ‘ideale schoondochter’, zo zal het Handboek Ecologisch Tuinieren wel de bijbel zijn voor de beginnende tuinier. Ik heb al heel veel gelezen in Seizoenen, op internet en in allerlei tuinboeken, en met al die losse tips heb ik veel leuke ideeën in mijn hoofd. Ik had al veel over het boek gehoord, al enkele keren overwogen om het in huis Seizoenen juni 2007/ 45
te halen, maar het kwam er niet van. Bij het afhalen van de zaden heb ik het heel impulsief gekocht en het boek voldoet nu al aan mijn verwachtingen. Ik vind het zalig om tegen alle adviezen in mijn distels en brandnetels ecologisch te bestrijden, zonder verdelgingsmiddelen en mét resultaat. Ik denk dat het handboek, Seizoenen, andere bronnen, de ervaring en het plezier mijn inspiratie zullen zijn.’ Wat versta jij onder ecologisch leven? ‘We proberen thuis biologisch te eten, zoeken ‘eerlijke’ producten en gebruiken groene stroom. We fietsen naar het werk en ons zoontje gaat met de fietskar naar de onthaalmoeder. We zijn onze onthaalmoeder dankbaar dat zij ook onze biokatoenen strikluiers wil gebruiken. Een eco-biologische leefwijze geeft ons een goed gevoel en ik zie het ook als een vorm van solidariteit : solidariteit met de volgende generatie en solidariteit door kleinschalige produktie, met een eerlijke prijs, te steunen. Maar het is een keuze die we voor onszelf maken. Als je kiest voor eco-biologisch leven moet je prioriteiten stellen, maar die maak je graag als je weet waarom. We bezitten de wereld niet, maar we moeten dankbaar omgaan met wat de wereld ons geeft. Met wat we nu weten kun je niet meer gewoon argeloos de aarde uitbuiten en doen alsof er niets aan de hand is, op grote schaal en op kleine schaal. Ik wil laten zien dat het kan en heb daarbij heel veel aan wat ik in Seizoenen lees. Een lidmaatschap kan ik dus wel aanbevelen. Zeker aan wie groene vingers heeft.” Interview: Ivonne Debergh Velt Scheldevallei 46/ Seizoenen juni 2007
JAN VANNOPPEN: NIEUWE VELT-DIRECTEUR
Op 1 februari ging Jan Vannoppen aan de slag als nieuwe directeur bij Velt. Jan bracht voor zijn vorige werkgever Vredeseilanden zeven jaar door in Afrika, deed beleidswerk en lobbywerk rond duurzame landbouw en begeleidde programma’s in het Zuiden. Na twintig jaar inzet voor de noord-zuidbeweging wil Jan zich (minstens) even lang op de ecologische beweging storten. Je bent nu vier maanden directeur bij Velt. Bevalt het je een beetje? ‘Ja, erg. De nieuwe uitdaging, de sfeer, de mensen en de materie: ecologische voeding en tuinieren zijn boeiende onderwerpen om mee bezig te zijn. Na twintig jaar in dezelfde sector en met dezelfde mensen kreeg ik soms een déjàvu-gevoel. Vooral tijdens vergaderingen dacht ik wel eens “hé, deze discussie heb ik al eerder meegemaakt”. Ik ben ook 45 jaar geworden en had mezelf als doel gesteld om dan de knoop door te hakken. Blijf ik bij Vredeseilanden tot mijn pensioen of sla ik nog een nieuwe weg in?’ Toen je de vacature van directeur bij Velt zag... ‘Dacht ik “dit is het”. Ik hield al een tijdje mijn ogen open, maar altijd vond ik wel een reden om te zeggen “neen, ik blijf hier”, maar bij Velt was dat anders. Mijn vader was witlofteler. Het tuinieren leerde ik van mijn grootvader. Ook in Afrika hadden mijn vrouw en ik een kleine groentetuin. In 1993 zijn we teruggekeerd, in 1995 kochten we een huis met een tuin, weide en bomen en toen waren we goed vertrokken. We hebben vijf kinderen; de tuin werd een ware pro-
ductietuin. We telen bijvoorbeeld al onze aardappelen zelf.’ Je werkt voltijds bij Velt. Hoe hoog staat het onkruid? ‘De combinatie is niet altijd even gemakkelijk. Vroeger werkte ik vaak 80 of 90% en zat ik meer in de tuin, maar ook nu probeer ik voldoende tijd vrij te maken. Verlofdagen en hulp van vrouw en kinderen – af en toe werken we allemaal een paar uur samen om te wieden of te oogsten – zorgen ervoor dat we het werk rond krijgen. Onze jongste zoon is acht; hij kan je perfect een rondleiding geven. Wat er staat, de rassen, hoe je ze plant: hij weet het allemaal.’ Hoe goed kende je Velt? ‘We zijn lid sinds onze terugkeer uit Afrika. In mijn jeugd was ik natuurgids, ik studeerde af als landbouwingenieur en hecht veel belang aan ecologie. Lidmaatschap van Velt was dus een heel natuurlijke stap. We bestellen elk jaar onze zaden via Velt en stellen onze tuin open voor het publiek tijdens de Groene Zomer. Dat is een echt familiegebeuren met koekjes en drankjes. Onze kinderen doen de kinderopvang. Het is leuk om als gezin te delen wat je hebt en bent. De mensen appreciëren dat, zeggen “dank u voor de gastvrijheid”. Het is geen komen en gaan die dag, altijd blijft er wel iemand plakken. Ook dit jaar doen we mee, maar dan uitzonderlijk op 2 september. Vier van onze kinderen moeten blokken in juni; in die maand kunnen we de deur echt niet open zetten.’ Je was nog maar net gestart of je kreeg al microfoons onder de neus geduwd over de film Our Daily Bread, de buurtmoestuinen en wat later het kippenboek.
Hou je daarvan? ‘O ja ik vertel graag. Mijn vader en grootvader zijn echte vertellers en ik heb daar iets van meegekregen. Complexe zaken eenvoudig, aantrekkelijk en toch correct uitleggen, daar beleef ik plezier aan. Ik heb ook een neus voor nieuws. Als ik ‘s morgens iets op de radio hoor waarvan ik denk “dit is iets voor ons”, dan ga ik er meteen achteraan.”
‘We zijn niet de organisatie voor de enige echte ecotuinier, -kok of -consument.’ Hoe belangrijk zijn de media? ‘Kijk je product mag nog zo goed zijn, als het niet bekend is en je komt niet af en toe in de media, dan bestaat het niet echt en loop je het risico langzaam te verdwijnen. Je maatschappelijke relevantie verkleint. Pas op dat betekent niet dat we ons moeten draaien naar de modegrillen en onze principes moeten laten varen. Wat me opvalt is dat voeding en ecologisch tuinieren topics zijn die leven. Als Libelle een artikel plaatst over het kippenboek, betekent dit dat ze er belang aan hechten. We hebben ook de plicht om onze kennis en ons gedachtegoed aan de man en de vrouw te brengen. Daarvoor moeten we ons organiseren en bereid zijn ons open te stellen voor een grotere groep. We zijn niet de organisatie voor de enige echte ecotuinier, -kok of -consument, maar we tonen zonder betweterig te zijn dat het werkt.’ Seizoenen juni 2007/ 47
Is dat de sterkte van Velt? ‘Ja. Het gedachtegoed van Velt, ook al staat dat niet helemaal zwart-wit op papier, heeft een bepaalde wijsheid, iets van het gezond boerenverstand. Vergeet niet dat die kennis doorheen de eeuwen is overgeleverd. Tijdens de Middeleeuwen hadden onze contreien een zeer sterke reputatie in verband met groenteteelt. Die is als het ware in Vlaanderen úítgevonden. Onze Velt-waarden in verband met ecologisch leven, zijn heel coherent. Dat gaat over meer dan plantafstanden en de kooktemperatuur. Velt geeft ecologie handen en voeten. Er zit iets heel fundamenteels in omdat het gaat over onze basisnoden. Ik zet me dan ook resoluut af tegen krachten die hiermee spotten. Ken je bijvoorbeeld dat spotje van Royco waarbij een vrouw met een kop instant soep de spot drijft met een dame die verse groenten oogst uit de tuin? Dat is gemaakt door reclamejongens die het nut van zelf eten produceren en/of verwerken niet meer zien en zich domweg superieur opstellen tegenover wie nog weet hoe je een plantstok of wafelijzer gebruikt. De missie van Velt is om aan deze mensen te zeggen: “Hé, zorgzaam en creatief bezig zijn in je keuken en je tuin, zelfs al is het maar een kleine keuken of een paar m² grond, is belangrijk. Want je bouwt mee aan een volkscultuur die mensen helpt in hun zelfrealisatie en tegelijk dien je het algemeen belang. Ik denk daarbij aan volksgezondheid, leefmilieu en behoud van natuur en biodiversiteit.’ 48/ Seizoenen juni 2007
Wat is je voornaamste doelstelling? (Reageert beslist) ‘Leden werven. Velt beter bekend maken bij de mensen. Dóé meer, steun Velt, word eco-actief. Dat is de boodschap die ik de komende jaren wil uitdragen, samen met het Velt-secretariaat en de ruim 800 Velt-vrijwilligers. Samen kunnen we de kracht, de dynamiek en de legitimiteit van Velt vergroten. Dat is de belangrijkste uitdaging. Ik hoop dat we gauw weer 12.000 leden hebben. We moeten durven reclameren, politieke en beleidsboodschappen uitsturen over ecologich leven en tuinieren, maar daar heb je de kracht van het getal voor nodig. Dan is 20.000 beter dan 12.000. Ik draai op het secretariaat ook mee in de cel promotie en fondsenwerving, want Velt heeft meer financiële armslag nodig. We balanceren nu te veel op het scherp van de snee, omdat we voor een vierde van ons budget afhankelijk zijn van kortlopende projectfinanciering. Dan horen we soms “Sorry, mooi project maar de centen gaan toch naar een ander.” En dan kan het project de koelkast in. De oplossing: Velt leeft al erg zuinig, dat zit goed, houden zo! Momenteel brengen we méér coherentie in het activiteitenpakket en worden prioriteiten gelegd. Dat vergroot de efficiëntie, en de kans op succes. Ook op het vlak van fondsenwerving. Want dan kunnen we heel kort en precies uitleggen wat we met een gift gaan doen. Bijvoorbeeld: “Velt wil minder gif in de Vlaamse tuinen, is dat een gift waard?” Kort en krachtig, meer moet dat niet zijn.’ Interview: Bart Coenen Lees ook de reportage over Jan Vannoppen op www.vilt.be/gevilt