Inhoud 2
Lieve Bouzo,
20
Werken bij ...
4
In Former Times
21
Willem Einthoven
5
BME News
22
Onderwijszaken
6
Column
24
Protprut
7
In het Prothok
25
8
Buex
26
In The Sprotlight
Fotopagina Oh, moet dat zo!
10
Protlied
27
Prot Goes Science
12
Ah, Just Like That!
28
Marieke pagina’s
14
Promoveren bij...
30
Welke vragen waar?
16
Protpuzzel
32
BMT On Stage
18
Fotopagina’s
34
Voorwoord De symboliek en het gevoel dat de kleur geel oproept is grotendeels cultuurgebonden. Toch associeert bijna iedereen geel met zonnig en vrolijk. Deze combinatie is niet verwonderlijk. Onder invloed van zonlicht kan in de huid vitamine D worden gevormd. Deze vitamine D heeft gunstige effecten op de gezondheid, het speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol in de calciumstofwisseling. Een tekort aan vitamine D houdt dan ook verband met verschillende botaandoeningen. Daarnaast lopen er onderzoeken waarin deficiënties van vitamine D worden geassocieerd met andere aandoeningen, een voorbeeld hiervan is depressie. De associatie van de kleur geel met vrolijk zie je ook terug bij de betekenis van veel gele bloemen, ze staan symbool voor vrolijkheid en energie. Zie Oh, moet dat zo! op pagina 10 om meer te weten te komen over het aanleggen van je eigen moes
tuin. Misschien kun je hier ook wat vrolijke bloemen bij zetten. De kleur geel wordt ook met vele andere dingen in verband gebracht: in Ah, just like that! (pagina 28) wordt een bekende gele drank besproken en in de rubriek In Former Times (pagina 21) wordt een geel vervoersmiddel besproken. Er staan daarnaast ook weer andere interessante artikelen in deze editie. Zo is in samenwerking met de studieadviseur een schema opgesteld betreft de informatievoorzieningen op de TU/e (pagina 16). In Prot Goes Science (pagina 12) komen verschillende interessante onderzoeken aan bod en in BME News kun je o.a. lezen over een onderzoek gedaan door mensen van onze faculteit. Met veel positieve energie is deze vrolijke Protatype samengesteld. Ik hoop dat hij met net zo veel plezier wordt ontvangen. Groetjes, Marieke
1
In The Sprotlight
Khadija Tesaguaguin
Cecilia Sahlgren The reason for Cecilia to move and join the research into regenerative therapies for cardiovascular tissues in Eindhoven was the opportunity to apply her knowledge. Where she was only describing processes in the past, in Eindhoven the step to appliciation is very short and she now can apply her knowledge and create tools that will lead to more knowledge. This research is an interactive and dynamic process: the complexity of biology prevents it from stopping after describing one mechanism. When the systems are understood they are also relevant for other biological systems. There are many questions she would like to get answers to. When these questions get answers that could not be found elsewhere and the answers can benefit tissue engineering, it will confirm she moved to Eindhoven for the right reasons. For now Cecilia is busy getting accustomed to the new department and new home. She is still guiding five PhD students in Finland, so this means a lot of Skype meetings and phone calls every day. Writing papers, guiding PhD students from the TU/e, creating two courses for next year (Stem cells Cecilia Sahlgren
In January a new associate professor arrived at the Biomechanics & Tissue Engineering group. Her name is Cecilia Sahlgren and she exchanged her homeland Finland, with forests and snow-covered mountains and lakes, for the Netherlands, with bicycle paths everywhere and a warmer climate. A move like this has to be for a good reason, so what brings her here? Cecilia is 42 years old and has three sons, who are still living in Finland. She graduated in cell- and molecular biology at Åbo Akademi University in Turku1 (in Finland). In this discipline she has also conducted postdoctoral research at Karolinska Institute in Stockholm2 (in Sweden), focusing on the molecular signal mechanisms of stem cells. She went back to the Åbo Akademi University in 2008 to work there as a researcher and head of a research group. The position she has there is not bound to a particular place. She can conduct research wherever she thinks is best and so she came to the TU/e.
2
Åbo Akademi University
and Regenerative medicine), all activities that ask to adapt her own knowledge in the customs and habits of the department. She is feeling very positive about all this and is impressed by the proactivity of the students.
The key challenge here for Cecilia will be to keep expanding her knowledge, to remain an expert in molecular cell biology and still to be able to apply this knowledge. For the students she also has a message: ‘Thumbs up, I really like the approach, be brave and ask questions, don’t be afraid to ask and please teach me because everything is new here.’
Finland
Aside from her work, Cecilia is also busy in her personal life. She has travelled back and forth to Finland a few times to visit her sons, had many relatives and friends over in her new home, did some walking and cycling (she noticed that in the few days when it snowed the only accessible roads were the bicycle paths) and has plans to join a club for more social contacts (but most likely not a sports club). Learning Dutch is a little bit hard although she finds the written language not that hard to understand since some words are related to Swedish words, but when people start to talk Dutch to her she is lost. The Dutch people themselves show much resembles to the Finnish people; both nations have a directness that Cecilia really likes. Overall the integration in the Netherlands also seems to proceed smoothly: she already joined February’s carnival!
Molecular biology and cells combined
1 Åbo Akademi University is the only unilingual Swedish university with more than one faculty in the world outside Sweden. 2 A committee from the Karolinska Institute is also responsible for granting the Nobel Prize in Physiology or Medicine.
3
Werken bij...
Joeri Heynens
Werken bij Medtronic Medtronic is wereldwijd marktleider op het gebied van medische technologie en heeft zo’n veertigduizend werknemers. We zijn werkzaam in de volgende gebieden: diabetes (denk aan de insulinepompen), spine (bijvoorbeeld kunstmatige wervels), neuromodulation (hot topic is de ‘deep brain stimulation’ voor mensen met Parkinson), coronary (stents voor aneurysma’s of vernauwingen), structural heart (hartkleppen die via de lies ingebracht worden) en cardiac rhythm disease management (hartritme stoornissen). Bij deze laatste afdeling werk ik sinds twee jaar, met name op het gebied van hartfalen. Bij mensen met hartfalen is het linkerventrikel vaak vergroot. De linkerkamer loopt vaak niet synchroon met de rechterkamer, wat ervoor zorgt dat de hoeveelheid zuurstofrijk bloed dat het hart uitgepompt wordt, te laag is. Met behulp van Cardiac Resynchronisation Therapy (CRT) is het mogelijk het hart weer synchroon te laten lopen en hiermee de output van het hart te vergroten. Dit wordt gedaan door middel van het plaatsen van een soort pacemaker met drie draden in respectievelijk het rechteratrium, het rechterventrikel en het linkerventrikel. Elk van deze draden geeft pulsjes af die ervoor zorgen dat het omringende weefsel tegelijk samentrekt. Binnen het Medtronic Bakken Research Center in Maastricht zijn we met onze afdeling verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van (wereldwijde) klinische studies. Klinische studies worden gedaan om bewijs te verzamelen dat een (nieuw) product veilig is en goed, of zelfs beter dan voorgaande producten, werkt. Het kan zijn dat een klinische studie nodig is om het product op de markt te mogen brengen. Ook kan het zijn dat een klinische studie gedaan wordt waarbij een bestaand product voor langere tijd wordt opgevolgd om zo meer klinische data en bewijs te verzamelen. Uiteindelijk worden de studieresultaten gebruikt om wetenschappelijke publicaties te schrijven, die marketing weer kan gebruiken bij het lance-
4
ren van een nieuw product. Er wordt dan ook nauw samengewerkt met zowel marketing als de engineers die de producten bedacht hebben, dat is waarom het voor mij een prima BMT baan is. Dagelijkse werkzaamheden hangen heel erg af van de fase van de studie. In de planningsfase houd je je bezig met het schrijven van het studieprotocol en documenten die nodig zijn om de studie uit te kunnen voeren. Ziekenhuizen moeten worden geselecteerd, er moet goedkeuring van de medischethische commissie worden verkregen, contracten moeten worden aangegaan en het ziekenhuispersoneel moet op de studie en het product getraind worden. In deze beginfase heb je veel contact met je teamgenoten in Amerika en allerlei functies (statistici, onderzoekers, quality, regulatory etc). Als een ziekenhuis klaar is om te starten, kom je in de execution phase en kan het zijn dat je veel op pad bent om support te bieden in de ziekenhuizen. Zo sta je mee te kijken op de OK bij een CRT-D implantatie en help je erna met het verkrijgen van de gewenste data. In deze fase van de studie heb je regelmatig contact met artsen en kom je nog eens ergens. In de kleine twee jaar die ik bij Medtronic werk, heb ik al veel mogen reizen (o.a. naar het hoofdkantoor in Minneapolis, congres in Nice en implant support in o.a. Boekarest, Wenen, Oslo en Belgrado). Mijn baan is een combinatie van project management (“Clinical Study Manager”) en het overdragen van inhoudelijke kennis van het (al geproduceerde) product en de klinische studie, al met al zeer afwisselend en uitdagend! Ben je benieuwd wat Medtronic nog meer allemaal doet of wil je meer weten over mijn werkzaamheden, stuur dan even een mailtje naar
[email protected].
Willem Einthoven Waar zit iedereen toch? Vraag je je ook wel eens af waar je studiegenoten terecht zijn gekomen? Wat voor werk zouden ze zijn gaan doen of waar zijn ze allemaal gaan wonen? Hieronder staat een taartdiagram die een overzicht geeft van werkgebieden en plaatsen waar BMT’ers terecht zijn gekomen. Deze informatie is afkomstig van een analyse van de Willem Einthoven (BMT Alumni) LinkedIn in september 2012.
5
Onderwijszaken De lente is eindelijk begonnen! Nadat de straten zelfs in maart nog wit gekleurd waren, was een beetje warmte buiten meer dan welkom. Hopelijk heeft dit ook geleid tot nieuwe energie en zijn de tentamens van blok 3 goed gemaakt. Bachelor College vergt nog steeds veel tijd. Gelukkig is het tentamen van het TU-brede vak Toegepaste Natuurwetenschappen wel veel beter gemaakt dan het tentamen van het TU-brede vak Calculus. Ongeveer 70 % van de BMT-ers en MWT-ers heeft dit tentamen gehaald. Met de herkansing erbij heeft nu ook ongeveer 70% van alle eerstejaars op de TU/e het Calculustentamen gehaald. De vraag is of de toename komt door de maatregelen die zijn getroffen om de studenten te helpen met de voorbereiding van het hertentamen. De extra huiswerkopgaven zijn bijvoorbeeld niet enthousiast gemaakt, want maar 30 van de 700 studenten die moesten herkansen, hebben de extra huiswerkopgaven ingeleverd. Daarnaast zijn er nog steeds veel klachten over de TU-brede vakken. In blok 2 waren er veel klachten over het vak Toegepaste Natuurwetenschappen. Dat er een probleem is met het digitaal nakijken van toetsen werd bevestigd. De tussentoetsen werden namelijk digitaal afgenomen en digitaal gecontroleerd. Gelukkig was Peterr Bovendeerd zo aardig om de toetsen van de BMT- en MWT-studenten handmatig na te kijken. Het resultaat was dat de BMT- en MWT-studenten gemiddeld 1,5 punt hoger hadden gescoord dan de andere studenten die het vak volgden. Dit blok is er het TU-brede vak Inleiding Modelleren. Een groot probleem is dat er groepsbijeenkomsten moeten worden gepland. Agendatechnisch kunnen de begeleiders niet altijd op de aangewezen tijdstippen en aangezien er voor de andere vakken ook bijeen moet worden gekomen, kunnen de studenten moeilijk op een ander tijdstip. Veel studenten vinden dat de stof oppervlakkig is, omdat het voor studenten van alle studies toegankelijk moet zijn. Ook aan het nieuwe curriculum voor de eerstejaars studenten van BMT moet nog worden gesleuteld. Over de OGOcasus Pathologische Beeldanalyse waren de studenten ab-
6
Marieke van Driel
soluut niet tevreden. Ze hadden niet de juiste voorkennis. Er wordt nu gekeken of deze casus in een later blok kan worden gegeven, zodat de studenten in ieder geval al het vak Bio-informatica hebben gehad. De nieuwe OGO-casus. Weefselschade en het nieuwe vak Hart & Long van het MWT curriculum worden wel gewaardeerd. De casus was leuk om te doen, vooral niet te moeilijk, en het vak vinden ze mooi. Sinds januari is er al een concept OER (onderwijs- en examenregeling) voor volgend collegejaar. Begin maart hadden echter nog niet veel studenten en docenten deze gezien. Ook veel opleidingscommissies en faculteitsraden van veel faculteiten hadden deze nog niet gezien. Toch ontstond er al discussie. Er staan namelijk een paar spraakmakende veranderingen in. Zo komt er waarschijnlijk een verhoging van het BSA (bindend studieadvies). De opleidingscommissie heeft in blok 3 twee nieuwe leden gekregen. Helaas hebben we afscheid moeten nemen van onze oude onderwijscommissaris Evi van den Heuvel en van Renske van de Wal, die wegens studiedrukte moesten stoppen. Gelukkig was er genoeg animo om hen te vervangen. Ook zijn we in blok 3 begonnen met een nieuwe structuur in de OC-vergaderingen. Naast de gewone agendapunten wordt er elke vergadering een vak besproken. Onder andere wordt dan gekeken naar de vakinformatie, de studeerwijzer en het tentamen. De master RMT (Regenerative Medicine and Technology) is in een OC-vergadering besproken. Deze master is dit jaar in samenwerking met Utrecht van start gegaan. De resultaten en de reacties van deelnemende studenten zijn goed. Voor volgend jaar is het echter wel zaak om een grotere instroom vanuit Eindhoven Lex Lemmens, Dean van te krijgen om het ook financieel het Bachelor College goed te laten verlopen.
Protprut
Lisa van der Heijden
Lemon pound cake Ingrediënten Voor de bodem 10 ‘digestive biscuits’ of ‘bastognekoeken’ zoals ik heb gedaan (of welke koekjes je maar lekker vindt). 50 g boter 25 g suiker (heb ik weggelaten, ‘t is al zoet genoeg zo...) Voor de cheesecake 150 ml slagroom 3400 g zoete gecondenseerde melk (Bij mijn AH staat dat ik het Indonesische vak naast de kokosroom.) 175 g roomkaas (Ik heb pakjes MonChou gebruikt, omdat ik bang was dat het met de mascarpone onvoldoende zou opstijven.) 3 grote citroenen
Bereiden Begin met het fijnmalen van de koekjes, dit kan met een keukenmachine of leef je uit met een deegroller als je de koekjes in een plastic zak hebt gedaan. Meng de fijngemalen koekjes met gesmolten boter en suiker. Vervolgens smeer je de ontstane kleffe kruimelbrei strak uit met een stalen over de bodem van een pasteischaal of cakeblik. Terwijl dit een beetje afkoelt, rasp je de citroenen. Dit mix je met de slagroom, roomkaas en gecondenseerde melk tot een glad beslag. Beetje bij beetje mix je de citroensap door het beslag en je zult merken dat dit dikker wordt (zoiets als een vanillepudding of een dikke vla). Stort het mengsel op de bodem en na een uurtje of vier in de koelkast is het voldoende opgestijfd om lekker na de maaltijd, in de avondzon, van te genieten.
Eventueel Slagroom en rood fruit ter decoratie
7
mannenactiviteit
vrouwenactiviteit
samenkomst mannen & vrouwen
vrouwenborrel
Oh, moet dat zo!
Marijke Dermois
Moestuin voor studenten Het voorjaar is weer begonnen en de groene vingers kunnen weer volop aan het werk gezet worden. Op het moment van schrijven is de ergerlijke sneeuw nog niet verdwenen, maar kriebelt het voorjaarsgevoel enorm en bovendien adverteren de winkels volop met minikasjes, zaadjes, potten en planten. Bij het lezen van verschillende tuinblogs (zoals www.urbanorganicgardener.com, www.goedboerenindestad.nl en lifeonthebalcony.com) kan ik niet wachten om aan de slag te gaan met mijn 15m2 balkon! Allereerst, alles wat ik nu ga beschrijven kan natuurlijk ook op een kleiner oppervlak, zolang er maar wat zon schijnt. Afhankelijk van de groente- of fruitsoort is er veel behoefte aan zon of juist slechts een beetje. De keuze voor welke plantjes en zaadjes je gaat gebruiken, moet je dus toespitsen op de beschikbare plek. Zelf ben ik vorig jaar begonnen met een aantal simpele kruiden zoals tijm en bieslook. Hier kan weinig mee misgaan en ze kiemen redelijk snel. Met vol enthousiasme begon ik vorig jaar ook met cherrytomaten, waarvan ik Zelfgekweekte cherrytomaten, zomer 2012 uiteindelijk in september een goede oogst had. Deze oogst had echter nog veel groter kunnen zijn wanneer ik vroeg in het jaar begonnen was met het plannen en planten van verschillende groenten, fruit en kruiden. Overigens kun je je oogst natuurlijk vergroten door volwassen planten te kopen; zo had ik ook een doornloze braam, framboos, aardbeien, rozemarijn, basilicum, rucola, munt, peterselie, en een gele paprikaplant gekocht. Om dit jaar een grotere verscheidenheid in oogst te creëren, ben ik op zoek gegaan naar creatieve ruimtebesparing voor tuinieren. Ik heb ook meerdere, nieuwe zaadjes om uit te
10
proberen. Zo heb ik Parijse worteltjes, pluksla, rode paprika, pompoen, sugarsnaps (peultjes), courgette, komkommer en negen verschillende kruiden in de aanslag. Het zijn in ieder geval genoeg zaden om mee aan de slag te gaan. Een populaire manier om ruimte te besparen is het zogenaamde ‘square foot gardening’, ook wel ‘makkelijke moestuin’, die verondersteld wordt zo efficiënt mogelijk te zijn. Voor deze methode gebruik je bakken van ongeveer 120 bij 120 centimeter die vervolgens worden ingedeeld in 16 kleinere vierkanten van 30 bij 30 centimeter. Bij een normale moestuin worden veel zaadjes tegelijk gezaaid en daarna weer uitgedund, maar bij ‘square foot gardening’ plant je bijvoorbeeld twaalf zaadjes voor radijsjes, negen voor bie tjes, vier voor kropjes sla en één voor kool (voorbeeld van www.makkelijkemoestuin.nl). Op deze manier kan de oogst worden verdeeld over het hele seizoen en is er minder sprake van verspilling. Het compacte formaat zorgt er ook voor dat onkruid makkelijk verwijderd kan worden. Voor deze methode van tuinieren wordt een speciale aardemix aangeraden. In principe is deze eenvoudig te maken: een derde compost, een derde turfmolm en een derde vermiculiet. De laatste twee zorgen er voor dat vocht langer wordt vast gehouden. Echter, vermiculiet is niet makkelijk te verkrijgen en zelf ga ik het dit jaar gokken op ‘normale’ potgrond in combinatie met hydrokorrels. Nadeel hiervan is dat ik goed zal moeten opletten op warme zomerdagen, aangezien de grond dan erg snel uitdroogt. ‘Square foot gardening’ is toepasbaar in gebieden met slechte grond of weinig ruimte, maar ook zeker voor de mensen onder ons met lichtgroene vingers. Doordat de gewassen niet in de volle grond hoeven te staan, kan de methode ook prima gebruikt worden Verticaal tuinieren met PETop een balkon. flessen
Een andere manier om ruimte te besparen ga ik ook zeker uitproberen: verticaal tuinieren met PET-flessen. Voor een Braziliaans tv-programma, waarin woningen worden opgeknapt, ontwierp een design studio een verticale tuin van PETflessen. De bewoners hielden van tuinieren, maar hadden weinig plek om dit te doen. Deze methode creëert ruimte om kleine groenten en kruiden te verbouwen en het ziet er ook nog eens interessant uit. Na wat rondsnuffelen op Google kom ik echter tot de conclusie dat er slechts een paar planten goed in vertoeven (voornamelijk slasoorten), Creatieve oplossing van Urban Organic doordat de wortels Gardener niet diep kunnen groeien. Google gaf ook inzicht in een aantal ideeën dat weer gebaseerd is op de verticale tuin. Zo las ik op de blog van de Urban Organic Gardener dat het originele ophangsysteem lastig is en dat hij uitkwam op een opengesneden PET-fles aan twee touwtjes. Deze fles kun je eigenlijk overal ophangen, zelfs binnen voor het raam. Zolang de fles maar een paar uur per dag zonlicht krijgt. Dus zelfs voor diegene zonder balkon is dit een oplossing om je eigen groente te kweken. Het idee van de Urban Organic Gardener is zelfs nog verder uit te breiden om het helemaal geschikt te maken voor de luie student. Het is namelijk mogelijk om er een ‘Worry-Free Self-Watering Planter’ van te maken. Benodigdheden: een PET-fles, touw, schaar, potgrond, zaadjes en een voorwerp om gaten in de dop van de fles te maken. Kan niet moeilijk zijn, toch? Je knipt de fles doormidden. Je maakt twee gaatjes in de dop en haalt hier het touwtje doorheen. Vul de bodem van de fles met een laagje water. Zet de top van de fles ondersteboven op de bodem van de fles zodat het touwtje in het water hangt. Vul de top van de fles met wat potgrond en
plant zaadjes en … TADA, een zelf-irrigerend systeem! Natuurlijk wel af en toe het laagje water in de gaten houden en bijvullen. Zelf ga ik proberen de creatie van Urban Organic
Worry-Free Self-Watering Planter
Gardener te combineren met de ‘Worry-Free Self-Watering Planter’ omdat de balustrade van mijn balkon ongeveer vijf meter lang is en, als ik gek wil doen, er minimaal 30 flessen zouden kunnen hangen. Het irrigatie systeem is dan vooral erg handig aangezien ik geen zin heb om in de zomer iedere dag met mijn groene gieter tien keer op en neer te lopen. Dankzij het surfen voor informatie voor het schrijven van dit stukje, ben ik ook terecht gekomen op www.hobbyzaden. nl, waar je zaadjes in kleine aantallen kunt bestellen en voor een kleinere prijs. Zeker voor balkontuinieren heb je maar een aantal zaadjes nodig, omdat je slechts een klein aantal plantjes kwijt kunt. Zelf heb ik voor minder dan €5,- zaadjes besteld van de kleine aubergine (twee soorten), bindsla, ijssla, kropsla, paprika (Sweet Banana), pompoen, boerenkool, radijs en spinazie. De pompoen heeft stiekem wel veel ruimte nodig, maar die ga ik eigenwijs in een pot proberen te kweken. Omdat het nog vroeg in het jaar is, kan ik jullie nog geen resultaten laten zien. Maar mocht je meer willen weten, spreek me er dan gerust een keertje over aan!
11
Prot Goes Science
Dorien Verschuren
In every possible field you can imagine, science is present. Science of colors: for instance what kind of emotion is created when thinking about yellow? About this question the other way around: how do emotions and feelings arise? is also research.
Contestants placed in an MRI.
I encountered a tasty article on NRC.nl. Researchers at the Stanford Centre for Cognitive and Neurobiological Imaging teamed with filmmaker Brent Hoff tested if it is possible for one person to love more than another person. Seven contestants participated into the competition and were placed in an MRI. Their brain activity was measured as they tried to love someone as hard as they could, for a time period of five minutes. During the scans, the level of activity of the neurotransmitter pathways of dopamin, serotonin and ocytocin/ vasopressin was measured. These compounds regulate emotional processes. The person with the highest score was declared as winner and he or she was able to love the most. Eventually, it turned out that it is possible that one person can love someone more deeply than another person can.
12
However, I need to make a footnote. It cannot be said that love is definitely measurable. The initial idea of Hoff was how far he can go with love as a competition. It turns out pretty far… When you want to know more and see the film Brent Hoff made (just fifteen minutes), you just need to google ‘The love competition Stanford’ and you will find the video. The second article I found was about communication at first sight but when I read the whole article it appeared to be way more technical. Recent developments are allowing animals to communicate directly between their brains. The animals that were used in this research were rats. A chip was implemented in the brains of two rats. This chip shares brainwaves. Via internet, the rats were able to collaborate, even without being aware of each other. One rat, called the ‘encoder rat’ performed a task that the rat already had learned. The other rat, called the ‘decoder rat’, reproduced the task, this rat didn’t practice the task in advance. The rat reproduced the task just by decoding the pattern of the signal, received from the encoder rat. One experiment was as follows: The ‘encoder rat’ learned to push a button when it lightened up. There were two buttons, one on the left side and one on the right side. The ‘decoder rat’ could not see the ‘encoder rat’ in his cage. The light of both buttons was turned on. The ‘decoder rat’ had no idea which light was switched on in the cage of the ‘encoder rat’. In 70% of the experiments the’ decoder rat’ pushed the same button as the ‘encoder rat’. This is far more than 50%, when it would judt be coincidental.
Two rats with a chip implemented in their brains.
Because the brainwaves received by the chip, were send via internet, the two rats may be far apart. So communication is still possible if one rat is in the Netherlands and the other rat is in New Zealand.. Can you imagine that in the future it should be possible to communicate on a large distance, without even talking to each other? Reading each other’s minds? That one thought can reach millions of people? Rats may be useful in more ways. With heart cells of a rat and some rubber, men can create an artificial jellyfish. As you probably know, it is hard to predict the properties of cells and tissues in comparison with materials such as metals and plastics. It is a very beautiful research, because the scientists were able to assemble biological and artificial materials and also being able to predict their functions. The jellyfish swims when it is placed in a tank with pulsating electrical shocks. The constructs, termed ‘medusoids’, were designed with computer simulations and experiments to match key determinants of jellyfish propulsion and feeding performance by quantitatively mimicking structural design, stroke kinematics and animal-fluid interactions. In the beginning, the rubber they used was too homogeneous. Normally, a jellyfishbody is more rigid at some parts in comparison with other parts. As result, the artificial jellyfish did not bend as it should. The scientists solved this problem not by using a single ring shaped muscle, but also using several spurs. Every arm is able to bend independently. A second problem was that the water is less viscous at higher temperatures and a higher temperature than sea temperature was used during the experiments. To overcome this, a different, wider shape of the spurs is used. After the silicon model of the jellyfish is made, a layer of peptides is applied and the rat cells grow on this peptide layer. The process of engineering a jellyfish takes four days, but after that, you only can enjoy the jellyfish for one hour. After just 60 minutes, the cells are damaged too much. It is a beautiful piece of science, because after all, many capabilities were used in a systematic design strategy to reverse engineer a muscular pump.
The jellyfish
13
Marieke pagina’s Twee Mariekes in een bestuur is erg leuk, er bestaat een speciale band tussen Marieke (K) en mij. Mijn bestuursgenoten dachten daar echter al snel anders over en er werden bijnamen voor ons verzonnen. Nadat alleen een bijnaam voor Marieke (K), Kurkuma, niet goed genoeg als oplossing bleek te zijn moest er ook een naam voor mij worden verzonnen. Vandaar dat ik ook wel eens Aapje word genoemd. Gelukkig zijn mijn gedragingen in het bestuur niet hetgene dat tot deze naam heeft geleid. Nu weet ik dat apen slimme beesten zijn maar toch denk ik niet dat ze een Protatype kunnen samenstellen of kunnen vergaderen over het onderwijs. Dat zijn wel dingen die ik dit jaar doe als hoofdredacteur van de Protatype en als onderwijscommissaris. Natuurlijk zijn er ook nog een hoop andere dingen die bij deze taken horen, deze ga ik hier echter niet opsommen. In dit stuk zou ik graag wat vertellen over het leven van een Marieke. Op 29 juni 1991 ben ik geboren in Eindhoven in dezelfde wijk waar mijn ouders nu nog steeds wonen. Op dat moment was ik nog enig kind, na twee jaar werd ik vergezeld door mijn broertje en zusje, Bart en Katja. Van mijn eerste jaren herinner ik me niet zoveel, maar vanaf groep 4 op basisschool de Klimboom herinner ik me meer. Ik kwam bij een aantal meisjes in de klas die ik al kende van kleuterballet. Een leuke, zorgeloze tijd die vooral bestond uit afspreken en buitenspelen. Samen met vriendinnen van school ging ik ook hockeyen in Geldrop. De jaarlijkse estafette wedstrijd waar wij met school aan mee deden herinner ik me ook nog goed, erg leuk vooral na groep 5 waarin ik was begonnen met wedstrijdzwemmen en een jaar de snelste van de school was.
14
Op de middelbare school maakte ik met veel nieuwe activiteiten kennis zoals brugklastoneel, pianospelen, schaatsen op noren en tennis. Toch bleven hockey en zwemmen favoriet. De tijd vloog voorbij en voor ik het wist zat ik in de bovenbouw met een NT- en NG-profiel. Een erg leuke tijd met steeds andere klassen en nieuwe mensen om mee te kletsen. Helaas veranderde mijn toekomstbeeld in deze tijd wel, al stond ik daar niet zo bij stil. Nadat het sporten steeds minder goed ging en mijn evenwicht steeds slechter werd, ging ik naar de huisarts. Na vele onderzoeken bleek ik een progressieve erfelijke spierziekte te hebben. Dit wetende ging ik gewoon verder met mijn leven maar dan met iets minder sport. Nadat ik VWO 5 met school naar Rome was geweest had ik er een nieuwe interesse bij: reizen. In VWO 6 ben ik geslaagd, natuurlijk vond ik alle examenfeestjes erg leuk maar toch vond ik het jammer, ik wilde niet weg… 3,5 jaar geleden begon ik gespannen aan mijn studie BMT. Kan ik deze studie wel doen met mijn lichamelijke beperkingen? Hoe zullen de andere studenten reageren op dat ik wat moeilijker beweeg? Waren vragen die het voor mij extra spannend maakten. Inmiddels heb ik mijn bachelor gehaald en heb ik het erg naar mijn zin vooral door mijn nieuwe vrienden bij BMT. Dit jaar zit ik zelfs in het bestuur van SvBMT Protagoras waardoor ik nog intensiever kennis maak met BMT en alles daaromheen. Het bestuursleven bevalt mij erg goed, voor mensen die er van houden bezig te zijn zou ik het ook zeker aanraden. Volgend academisch jaar begin ik aan een master, waarschijnlijk BME, ook weer spannend. In ieder geval heb ik een hoop leuke mensen om me heen wat veel helpt.
Marieke van Driel & Marieke van den Kerkhof
Op deze pagina mag een stukje van de andere Marieke niet ontbreken. Ik zal dan ook beginnen met mij voor te stellen. Zoals jullie vast al weten en anders inmiddels wel doorhadden, is mijn naam Marieke. Ik ben 22 jaar geleden in een heel mooi, klein dorpje in Zuid-Limburg geboren, Ubachsberg genaamd, het hoogst gelegen kerkdorp van Nederland. Dit jaar wilde ik eens iets anders doen dat studeren, dus doe ik nu al 7 maanden bestuur. Hiernaast turn ik ook nog steeds 3 keer in de week in de selectie, dit doe ik al sinds mijn vijfde en het blijft leuk! Zoals jullie natuurlijk gelezen hebben in het stukje van Rozemarijn in een Protatype eerder dit jaar, heb ik samen met Rozemarijn op de middelbare school gezeten. Daarna gingen we samen, na een lange zoektocht, BMT studeren hier in Eindhoven. Toen hadden we nog niet genoeg samen gedaan, dus we besloten om, met Niels, Camile en Marieke, bestuur te gaan doen. Dat we met twee Mariekes in het bestuur zitten, zorgt vaak genoeg voor vragen en opmerkingen. Als we ons bijvoorbeeld voorstellen aan andere besturen, krijgen we altijd de vraag: twee Mariekes? Is dat nu niet lastig? Hoe weet je nu wie je aanspreekt? Nou, hierop is een oplossing bedacht: Marieke van Driel wordt vaak aapje genoemd. In het begin van mijn tweede jaar wist ik het al zeker, ik wilde een jaartje bestuur gaan doen! Na nog een jaartje wachten, vanwege de harde knip, ben ik in mijn vierde jaar bij BMT dan ook echt bestuur gaan doen. Ik heb twee functies in het bestuur, ik ben secretaris en commissaris In Vivo (CIV). Toen ik bestuur wilde gaan doen wist ik al meteen dat ik secretaris wilde worden, ik vind het leuk om stukjes te schrijven en ook spellingscontroles uitvoeren blijft me interesseren. Mariekefeitjes In 2011 kregen 45 meisjes de naam Marieke. Marieke is de meisjesnaam die door 60% als naam wordt gekozen wanneer ze denken aan een spontaan meisje. De meisjesnaam Marieke is afgeleid van Maria de moeder van Jezus. De oorspronkelijke betekenis van Maria is onduidelijk maar het houdt verband met ‘bitter’.
Qua stukjes schrijven heb ik al een drukke tijd gehad in het begin van het jaar: er moest iedere keer een stukje geschreven worden in het gastenboek op de constitutieborrels. Deze stukjes moeten vooral nergens over gaan, ze zijn daarom ook erg leuk om te schrijven. Als ik dan al razendsnel zo’n stukje stond te schrijven in die bloedhete borrelruimtes, moest ik ook zorgen dat ik de meegebrachte Apfelkorn niet kwijtraakte, die ik bij me droeg vanwege de CIV-functie. Gelukkig zijn mijn bestuursgenootjes altijd zo lief om dit even van mij over te nemen en op de Apfelkorn te letten/half leeg te drinken. Als bestuurslid van een bestuur met het motto ‘Challenge Accepted’ wilde ik deze drukke functiecombinatie wel op mij nemen, dit waren immers de twee functies die ik heel graag wilde doen, dus dat zou en moest dan ook wel lukken. Nu, een dik half jaar later, blijkt dat het ook wel te combineren valt, maar dat het echt ontzettend druk is. Het is vooral een heel gevarieerde taak en dat houdt het extra leuk. Op sommige momenten leef ik van deadline naar deadline, maar op andere momenten kijk ik kalm op een speciale borrel om me heen en ben ik blij dat ik die borrel georganiseerd heb en dat mensen het zo naar hun zin hebben. Ik leer ook hele andere dingen van bestuur doen. Het is een jaar van weinig slaap. Je kunt niet meer op een brakke ochtend, na zo’n gaaf feestje, zoals eerst college skippen, ‘omdat je dat toch niet zo belangrijk vindt’, maar je wordt toch weer gewoon om half negen of half elf verwacht in het Prothok. Dit heeft dan ook soms wel wat (of heel veel) moeite gekost, maar je leert wel vroeg opstaan. Ik heb ook veel verschillende drankjes leren kennen als CIV, die vaak erg lekker zijn, maar soms toch een beetje nadelige uitwerkingen hebben, zo ook na de constitutieborrel. Tot ziens in het Prothok en natuurlijk in In Vivo, op de donderdagborrels. Daar zul je me vaak aan de bar zien zitten, met een lekker drankje natuurlijk! Wist-je-datjes Wist je dat… dinsdagochtend de Marieke- en Marieke-ochtend is. We moeten dan samen openen en bellen elkaar tegenwoordig zelfs op als we net wakker zijn. Deze ochtenden is er geen sprake van een ochtendhumeur. De vrolijke noten van ABBA en de heerlijke versgezette thee zorgen ervoor dat ochtendhumeur ook niet eens in de buurt kan komen. Als je dus zin hebt in een vrolijke ochtend, kom vooral op dinsdagochtend langs! Wist je dat… als je allebei Marieke heet en het samen eens bent, maar oneens met een ander, je dit soms goed kan gebruiken. Je kan gewoon gebruik maken van de Marieke-heeft-altijd-gelijk-regel.
15
Welke vragen waar?
Rob Driessen
Vorige Protatype hebben jullie kunnen lezen wat de OER inhoudt. Hierin staan allerlei onderwijs gerelateerde zaken zoals regels voor tentamenbeoordelingen, judicia en schakelprogramma’s. Om dit allemaal in de praktijk te brengen zijn er, verspreid over de TU/e, allerlei personen en instanties. Hierbij kun je denken aan het STU, onderwijsbureau, International Office maar ook aan de studieadviseur, opleidingsdirecteur en de coördinator onderwijs. Maar wat gebeurt nu waar?
wilt switchen of helemaal wilt overstappen tussen BMT en MWT moet je bij hem langs. Ook voor onenigheid met een docent of voor het Honors Program kun je bij hem terecht. Bij vragen over keuzevakken en coherente pakketten kun je beter bij je docentcoach zijn. Wanneer een tentamen is nagekeken krijg je altijd ’s avonds rond 23.00 uur een mailtje van het onderwijsbureau met het ‘Resultaat recent afgelegd tentamen’. Naast deze mail versturen kunnen ze ook een gewaarmerkte cijferlijst afgeven en informatie verschaffen over ontbrekende studiepunten. Via OASE kun je je bij het onderwijsbureau ook aanmelden
Rob van der Heijden, werkzaam als coördinator onderwijs, is bij de meeste mensen bekend als het manusje van alles. Voor praktische vragen over het onderWaar kunnen studenten met hun vragen terecht? wijs kun je bij hem terecht. De meeste zullen hem ook wel kennen als degene Coördinator onderwijs Studieadviseur Opleidingsdirecteur waar je heen moet als je een OGO vergadering gemist hebt. Naast deze zaken is Rob ook werkzaam als minorcoStudieadvies: planning, ördinator, regelt hij de zij-instroom en problemen, voortgang, studie Wijzigen gekozen vakken de feedback over het onderwijs. Minoren/vrije minor BMT/MWT de juiste keuze bachelor college Heb je advies nodig voor je planning of weet je niet of BMT/MWT de juiste keuze is, ga dan eens langs bij Irene Jansen – van de Lagemaat, de studieadviseur. Zij kan je ook helpen wanneer je faciliteiten of advies nodig hebt bij (tijdelijke) studiebeperking zoals ziekte, dyslexie of functiebeperkingen. Heb je persoonlijke omstandigheden die je BSA in de weg staan of mis je een tussentoets door ziekte, meld je dan ook bij haar. Naast bovenstaande functies kun je bij haar ook terecht voor de combinatie topsport en studie en vragen over de examencommissie. Een van de eerste docenten die je bij BMT tegenkomt is de opleidingsdirecteur Marcel van Genderen. Als je gekozen vakken uit het Bachelor College
16
Zij-instroom
Faciliteiten en advies bij (tijdelijke) studiebeperking (ziekte, dyslexie, functiebeperking)
Praktische vragen over Melden persoonlijke onderwijs (wat, wanneer, hoe?) omstandigheden i.v.m. BSA Melden van ziekte (i.v.m. Masterkeuze/voorlichting tussentoetsen)
Feedback over onderwijs
Topsport en studie
Melden missen OGO vergadering met geldige reden
informatie verzoeken examencommissie: ruilen vakken, herkansing, harde knip
3-tentamenregeling
Onenigheid met docent
Honors Program Overstappen BMT naar MWT
International Office
Docentcoa
Aanmelding van alle in het buitenland te volgen onderwijs, zoals minor, externe stage en Keuze vakk afstuderen in het buitenland pakketten
voor tentamens en examens. Voor je masterexamen moet je ook bij de balie zelf langs gaan. Wanneer je een goede reden hebt om OGO vroeg dan wel laat te volgen, kun je je ook bij diezelfde balie melden. Voor de studenten die minorvakken willen meenemen naar de masterfase, is het ook aangeraden om eventjes bij het onderwijsbureau langs te gaan.
commissie moeten sturen. Hierbij kun je denken aan vrije onderwijsprogramma’s, ruilen van vakken, extra tentamenpogingen en keuzevakken bij andere universiteiten. Zij zullen je verzoek beoordelen en laten weten of het gehonoreerd wordt. Voor formele klachten over het onderwijs kun je ook bij deze commissie terecht.
Bij bovengenoemde personen kun je voor allerlei vragen terecht. Wil je je een diploma krijgen, dan zal je ook eens de examencommissie passeren. Deze commissie geeft niet alleen maar diploma’s af. Wanneer je iets anders wilt dan het reguliere programma, zul je een brief naar de examen-
Naast de vertrouwde BMT-personen, het onderwijsbureau en de examencommissie kent onze universiteit ook het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) en het International Office. Bij het International Office ga je langs om je aan te melden voor al het onderwijs dat je in het buitenland gaat volgen. Denk hierbij aan minoren en (afstudeer)stages. Heb Elders je hier vragen over, mail ze naar, io@tue. nl.
Docentcoach
n het nderwijs, tage en Keuze vakken en coherente pakketten Bachelor College enland
Onderwijsbureau
Examencommissie
Verzoeken indeling OGO
Alle uitzonderingen op de onderwijsregels
STU
Bewijs van inschrijving
Meenemen studiepunten bij overstap naar andere studie -> bij die andere studie
Aan- en afmelden van vakken Vrije onderwijsprogramma's In- en uitschrijving
Krijgen van vrijstellingen bij overstap naar andere studie > bij die andere studie
Informatie ontbrekende studiepunten
Toelating andere studie > bij die andere studie
Formele klachten onderwijs en examens
Formulieren Extra tentamenpoging IN OASE: aanmelden examen bachelor en master en masterexamen ook Keuzevak volgen bij andere aanmelden bij onderwijsbureau universiteit
Gewaarmerkte cijferlijst
Meenemen minorvakken naar masterfase
Studentenadviseur/ Studentenpsycholoog Trainingen, onder andere studievaardigheden
Financiële zaken
Advies over faciliteiten voor een Hardheidsclausule Harde knip functiebeperking, dyslexie Studentendecaan: Studiefinanciering, Verlenging inschrijfduur en studiefinanciering, studeren met een functiebeperking, topsport en studie
--
--
Bij het STU kun je terecht met allerlei vragen over je inschrijving aan de TU/e. Ze kunnen je ook antwoord geven op financiële zaken. Zoals je in je eerste jaar wel hebt gemerkt geeft STU allerlei trainingen. Dit zijn niet alleen de ‘plannen en organiseren’ trainingen. Denk eens aan een training solliciteren of studievaardigheden. STU doet heel veel, vraag er gewoon een keertje naar bij de balie of via mail.
17
BMT On Stage
Robbin van den Eijnde
Oxford Voor mijn externe stage heb ik gekozen voor een stage in Oxford. Dit is misschien niet de meest voor de hand liggende keuze, want de universiteiten in Oxford zijn niet uitermate groot op technisch of medisch gebied. Gelukkig zijn wij als biomedische ingenieurs heel breed inzetbaar. Oxford heeft wel veel biologisch onderzoek met name gericht op planten. Als ze biologisch onderzoek doen, worden er heel veel data verkregen. Ik ben bezig een spatiotemporeel model te maken van bepaalde data.
college bezit zijn eigen authentieke gebouwen en heeft vele voorzieningen. Een gezamenlijke ruimte om lekker thee (en vaak andere drank) te drinken, een grote eetzaal, waar zo nu en dan lekker formeel gegeten kan worden, een bibliotheek, vele studieruimtes en natuurlijk sportfaciliteiten. Eigenlijk zijn de colleges nog het meest te vergelijken met de afdelingen van Zweinstein. Ikzelf heb me niet aangesloten bij een college voor deze korte periode. Als je wat vrienden maakt met studenten van verschillende colleges, kan je gewoon met alles meedoen. Mijn stagebegeleiders van the University of Oxford zijn aangesloten bij Plant Sciences. Zij voorzien mij van de biologische achtergrond en de data, die ik nodig heb om mijn model te bouwen. De groep in Plant Sciences heeft al jaren veel contact met the Systems Modeling groep van de Oxford Brookes University. Brookes is de tweede universiteit in Oxford en wordt gezien als de mindere van de twee. De voornaamste reden hiervoor is dat studenten van Brookes veel eerder worden toegelaten en aan minder hoge eisen hoeven te voldoen. Mijn project is een collaboratie tussen deze twee groepen en universiteiten.
Allereerst iets over de stad Oxford. Oxford heeft als studentenstad een grote naam. De stad heeft een van de oudste en volgens meerdere ranglijsten ook een van de beste universiteiten van Europa of zelfs van de wereld. Dan praten we over the University of Oxford. Deze universiteit bestaat uit vele zogeheten colleges en uit vele studies (de meeste alphagericht). Een college kan worden gezien als een hele grote vereniging van studenten, promovendi en professoren. Studenten moeten zich aanmelden bij een college, krijgen een interview en worden geselecteerd om zich aan te sluiten. Elk
18
Het onderwerp van mijn project is het spatio temporeel modeleren van glycolyse in Arabidopsis cellen. Waar vroeger cellen als een zak met enzymen werden beschouwd, wordt steeds meer duidelijk dat alles in de cel georganiseerd zit. Enzymen kunnen binden aan organellen, aan het cytoskelet, aan elkaar en aan andere eiwitten in de cel. Deze enzymcomplexen veranderen de kinetiek van het enzym en kunnen enzymen gericht op een bepaalde plek in de cel houden. Huidig onderzoek heeft aangetoond dat glycolytische enzymen kunnen binden aan het buitenste membraan van mitochondriën en dat meer enzymen zich daar bevinden als de respiratie stijgt. Het vermoeden is dat enzymcomplexen en het channelen van tussenproducten een hogere flux van pyruvaat naar de mitochondriën geeft. Het model waar ik aan werk, moet hopelijk aan kunnen tonen dat een hogere pyruvaat flux naar de mitochondriën verkregen kan worden door meer enzymen bij de mitochondriën te plaatsen.
Hier in Oxford ben ik me meer gaan verdiepen in het energiemetabolisme van planten en de verschillen in de pathways, opbouw van de cel en het ritme van een plantencel. Bij Plant Sciences kan ik meekijken met verschillende metingen aan de enzymkinetiek, die ik kan gebruiken voor mijn model (ik heb ervoor gekozen deze experimenten niet zelf te doen). Daarnaast helpen ze mij werken naar een realistisch systeem voor planten. Ondertussen heb ik bij de Systems Modeling groep een model gekregen voor rijpende tomaten en verwerk ik al deze nieuwe informatie tot een nieuw model welke ik dadelijk kan gebruiken voor een implementatie naar 2D in het programma Comsol Multiphysics. Gelukkig is dat niet het enige wat ik hier in Oxford doe. Oxford is een geweldig mooie stad. Het centrum is heel sfeervol en zit vol met oude universiteitsgebouwen, pubs, winkels en natuurlijk vele coffeeshops. De echte coffeeshops, waar ze koffie verkopen en mensen hele dagen zitten te werken. Engelsen zitten niet graag thuis en werken en studeren graag buiten huis. Niet alleen de coffeeshops zitten de hele dag vol, maar ook de pubs zitten vroeg in de avond al propvol, want waarom zou je thuis iets drinken pakken als je dat in een pub kan doen. Al sluiten de meeste pubs rond middernacht voor de echte diehards kun je in verschillende kroegen nog wel langer doorgaan. Bovendien heeft de stad veel activiteiten te bieden. In de colleges worden veel leuke activiteiten georganiseerd, bijvoorbeeld diners en muziek optredens. De stad beschikt over een goed busnetwerk en bussen rijden tot in de nacht door. Dat geldt niet alleen voor de bussen in Oxford, maar bijvoorbeeld ook voor de bus van en naar Londen. Londen is één uur van Oxford vandaan met de bus en kost maar 15 euro op en neer. Londen is terecht een grotere toeristische trekpleister dan Oxford. Voor iedereen, die er nog niet geweest is, Londen is een erg grote en mooie stad, waar je ook nog eens perfect kan winkelen, naar theater en musea kan gaan(musea zijn gratis in Engeland) en kan stappen in de vele kroegen en grote discotheken. Andere uitstapjes zijn gemakkelijk te regelen. De trein mag misschien duur zijn, de bus is dat zeker niet en Engeland bezit over vele mooie steden en een paar
hele leuke attractieparken, daar ben ik fan van. Over het geheel is Engeland niet heel verschillend van Nederland. De Engelsen zijn wel behulpzamere mensen, veel beter in hun manieren en ze drinken altijd melk en suiker in hun koffie en in hun thee. Ze hebben ook wat rare gewoontes; de ergste is dat ze overal sorry en dankjewel bij zeggen. Op het eerste gezicht lijken de Engelsen misschien niet op hun best verzorgd en mode bewust, maar ze weten wel wat een leuke tijd hebben is. De Engelse keuken is op het ontbijt na niet veel soeps. Gelukkig bezit Oxford en de rest van Engeland over heel wat restaurantjes van andere culturen. Vooral het Chinees en Indiaas eten hier is helemaal top. Een stage in Oxford heeft wel wat nadelen. Je zit in Engeland, dus verwacht geen warm en tropisch weer en Oxford is een hele dure stad om te wonen. De prijzen voor eten, drank en kleding zijn niet veel duurder dan in Nederland. Je betaalt je echter scheel aan huur als je een beetje dichtbij het centrum wil wonen. De kleinste kamers zijn dan al veel prijziger dan menig studio of appartement in Eindhoven. Hier zijn wel oplossingen voor. Zo is het algemeen bekend dat Oxford een dure stad is en Oxford een goede naam heeft om te studeren. Ik heb gemerkt dat deze combinatie erg goed werkt bij het aanvragen van beurzen en leningen. Alles opgeteld is Oxford een leuke stad om te studeren. Een echte studentenstad, die dankzij de studenten altijd leeft. Een mooie stad, helemaal vergeleken met Eindhoven en ook nog eens een stad, die goed staat op je CV.
19
Lieve Bouzo, Lieve Bouzo, Ik woon sinds september in Eindhoven op kamers. Met m’n kamertje ben ik heel blij en met een aantal van m’n huisgenoten is het heel gezellig. Helaas kan ik het er met één wat minder vinden. Hij is door de verhuurder aangesteld als degene die alles m.b.t. gas water licht, internet en dergelijke regelt. We betalen hem dus iedere maand ons aandeel in de kosten. Maar nu het probleem. In de tijd dat ik er woon, en in het geval van mijn huisgenoot al twee jaar, heeft deze ’beheerder’ nog nooit een rekeningafschrift laten zien. Dit is niet omdat wij het niet gevraagd hebben. Hij heeft iedere keer een excuus paraat waarom wij op dat moment niks in kunnen zien, of erger nog, negeert onze vragen compleet. Mijn huisgenoten en ik zijn zijn smoesjes behoorlijk zat en willen nu eindelijk zien wat we nu eigenlijk betalen. Heb jij ideeën voor ons, Bouzo?
gehad hebt, probeer het rustig te brengen. Wanneer jij kalm en beheerst rake vragen stelt, zal hij ook niet snel in de verdediging schieten. Begin een gesprek over koetjes en kalfjes. Na een tijdje verplaats je het onderwerp naar het milieu, dat gaat ons immers allemaal aan ons hart. Hierna kun je hem vragen hoeveel energie het huis eigenlijk verbruikt. Waarschijnlijk zal hij dan weer met smoesjes komen, zoals dat de hond de rekeningen heeft opgegeten of dat hij ze niet kan vinden. Natuurlijk weten jij en ik dat dit niet zo is, maar met een subtiele vraag kun je hem misschien uit de tent lokken. Bij stap twee komt de iets directere aanpak om de hoek kijken. Ik neem aan dat je andere huisgenoten ook met dit probleem zitten en kun je gebruik maken van groepsdruk. Normaliter ben ik geen voorstander van groepsdruk maar in dit uitzonderlijke geval wil ik wel even de staart voor de ogen houden. Vraag je huisgenoot naar de rekeningen wanneer hij niet weg kan. Een avondje in de woonkamer of een moment waarop hij aan het koken is zijn hier bijzonder geschikt voor. Wanneer de eerste twee pogingen geen resultaat blijken te hebben is er natuurlijk nog de rigoureuze aanpak. Dat is natuurlijk niet meer betalen. Wacht met het overmaken totdat jullie de afschriften hebben kunnen inzien. En als je teveel hebt betaald kun je dit natuurlijk inhouden bij volgende betalingen. Dit moet je natuurlijk met je hele huis afspreken. Wanneer je dit alleen doet wordt je al snel als wanbetaler gezien en dat ben je niet.
Liefs, Een gefrustreerd meisje
Lief gefrustreerd meisje, Dit is inderdaad een lastige situatie. Ik heb het geluk dat het bestuur van SvBMT Protagoras zorgt voor mijn warmte, water en licht. Helaas komen dergelijke verhalen mij vaker ter ore wanneer ik heerlijk in mijn Chateau lig. Meer leden zitten met dit probleem en niemand weet een oplossing. Daarom vind ik het erg goed van je dat je om raad komt vragen bij mij. Om je te helpen heb ik een stappenplan voor je ontwikkeld. Ga allereerst nog eens een gesprek aan met je huisgenoot. Ik neem aan dat je het hierover al vaak
20
Lief gefrustreerd meisje, ik hoop dat je hiermee genoeg ideeën hebt om je huisgenoot er van te overtuigen dat hij inzage moet geven in de financiën. Mocht je nog vragen hebben, ik ben er altijd voor je. Kom gewoon een keertje naar het Prothok. Dikke knuffel, Bouzo
In Former Times
Nicole van Gestel
Still this was not the first steam driven cart. The very first one, also developed by Richard Trevithick in 1803, was the so called “Puffy Devil”. This was a stagecoach (NL: postkoets) which was not pulled by a horse. Therefore it was much more expensive and this was the important reason why it was no success at all.
In the Netherlands a large proportion of all trains is coloured yellow. It is one of most used ways of transport by students. As already mentioned the theme of this Protatype is yellow, so we will take you on a trip through the history of trains. The first trains and railways, as we know them now, originate from the nineteenth century, although the basic concept of moving along a rail, is much older. The idea comes from mining: a prepared track which guides the vehicles running on it. This fundamental definition originates from the eighteenth century: with rails essentially being made out of wood or occasionally of stone, with carriage of only goods instead of people, in vehicles propelled by horse or by man power and with a variety of methods of guiding the wheels. Railways of this simple kind can be tracked back to the ancient Greeks and Romans. On the 21st of February 1804 the first steam locomotive ride of the Merthyr Tydfil Iron mine in Wales took place. A problem that occurred frequently was a broken rail. Richard Tretvithick invented a locomotive which was too big and heavy to be carried by the cast iron railroad tracks, which were originally build for small carts pulled by horses.
The first practically applicable steam locomotive was built in 1829 by George Stephenson and his son Robert, to participate in a competition organised by the directors of the Liverpool and Manchester Railway (the Rainhill Trials). This railway was under construction during this competition. The Rocket, as the winner of this competition was called, was now the first classic steam locomotive as we know them nowadays. From this year on the march of the locomotives starts, with the absolute technical peak reached on the 3rd of Juli 1938. This was the day a locomotive reached the velocity of 203 km/h. During the emergence of the steam locomotive, people started to think of electric locomotives as well. In 1837 the first known electric locomotive was built already and the first passenger train that was electrically driven was used in 1879 in Berlin. It took a while to introduce the electric locomotives on the rail, because of the batteries that were not sufficient for the long rides they should make. Nowadays the batteries are sufficient and most of the trains are electrically driven.
21
BME News Baby cured of HIV At the Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections in Atlanta scientists declared they had essentially cured a baby of HIV infection. The baby was infected from its mother, who is HIV positive. Normally if mothers are HIV positive they are prescribed anti-HIV drugs several weeks or months before they give birth, and the medication is continued for the baby’s first six weeks. In the U.S. about 25% of babies born to untreated HIV positive mothers are infected, a percentage that drops to a few percent when given anti-HIV drugs. The newborns are given treatment for the first six weeks, after which they are tested for HIV, and if found positive medication continues with a more aggressive therapy. If the babies are tested negative, they stop taking the medications. In this case the mother had not received any prenatal HIV care, so the physician decided to skip the six-week period on preventive drugs, and immediately the more aggressive three-drug regimen was applied. Levels of the HIV virus immediately began to drop, becoming undetectable about a month later. The baby continued to take the cocktail of drugs for almost a year and a half. Ten months later at the
Robbin Romijnders
checkup, no signs of HIV were found in the baby’s blood. Now, after two years and six months, no signs of antibodies against HIV can be detected, suggesting that the immune system is no longer sensing the virus and not defense is required against HIV. There still is a chance that the baby is one of the rare newborn that have the ability to keep HIV from establishing a foothold in the body. Dr. Deborah Persaud, virologist at John Hopkins (Baltimore), however, thinks this will not be the case, since no signs at all can be detected of HIV. March 4, 2013, TIME
Possibly eleven deaths because of contraceptive pill in The Netherlands In The Netherlands eleven women have possibly died because of the side effects of the Diane-35 pill. It is expected that this number will still increase. The Diane-35 pill is often prescribed to women as an agent against acne, fatty skin and hair growth, yet also as a contraceptive agent. Diane-35 is a pill with two kinds of hormones, namely cyproteron and ethinylestradiol. ethinylestradiol is an estrogene hormone. Cyproteron counteracts the effects of male hormones, therefor reducing the acne, fatty skin and hair growth. However, the pill also has disadvantages in some cases, for example the pill can cause a combination of thrombosis and embolism. Those side effects can cause problems for young women, that use the pill for contraceptive means. The College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), a committee that advises on medications, does not want to retrieve the pill from the market. However, it isadvised to the doctors not the prescribe the pill to new patients. The risk of thrombosis is highest in the first months of intake. March 2, 2013, NRC
22
Route map to human body completed by systems biologists Nature Biotechnology has reported on a ‘route map’ of biochemical systems in the human body. The map may be considered as one of the greatest scientific breakthroughs of all time, according to Hans Westerhoff, associate professor systems biology at the University of Amsterdam. The biochemical map consists of proteins and genes that are coupled through various reactions. Scientists have now completed about 7500 chemical reactions in the scheme, which comprises almost 90 percent of the human total. All the substances and how they are related to one another provides insight into the metabolism of the human. It helps in predicting the progression of many diseases regarding malfunctioning metabolism, as well as cancer. Tumors tend to induce a separate way to retrieve its energy. These ways can now be blocked, therefore preventing the tumors to get their energy. Another application of the systems biology map is that of reading one’s genome: it will be possible to theoretically forecast which diseases can play a role in one’s life. Medications will be applied more individually and a change in diet might contribute to the treatment of many patients. March 4, 2013, Volkskrant (thanks to Marijke Dermois)
Local chemotherapy reduces tumor growth stronger A combination of ultrasound (US), temperature-sensitive nanoparticles and magnetic resonance imaging (MRI) can be used to deliver anticancer drugs specifically to a tumor. This method reduces tumor growth stronger than regular chemotherapy. Chemotherapy normally induces nasty side effects, since the toxic agents also affect healthy cells. Often hair loss or even
decreased working of the immune system are observed. A collaboration of TU/e and Philips Research has investigated the use of liposomes to locally deliver drug agents to tumor cells. The liposomes contain both medication and a contrast agent that becomes visible with MR imaging. After intravenous injection the liposomes carry the medications through the body. With MRI the location of the tumor is determined, which will then be locally heated with ultrasound. Because of the increased temperature the liposomes will open up and medication and contrast agent are released. Mariska de Smet (TU/e) proved with her PhD research that this method is highly effective. Tumor growth was more strongly reduced with the targeted drug delivery than with regular treatments. It was also proven that the released contrast agent is a good indicator of the amount of tumor growth reduction. The more contrast agent is visible, the greater the efficacy of the treatment. Since the amount of released drug is directly measurable doctors will be able to decide immediately another treatment is desired. The study of Mariska de Smet still was preclinical and it is expected to take another ten to fifteen years before this technology is available to patients. March 15, 2013, Kennislink
23
Column Van het thema rood gaan we naar het thema geel. Een belangrijke stap die daarbij eerst genomen moet worden is natuurlijk oranje. Op 30 april kleuren we allemaal weer oranje. Het zal weer groot feest zijn in Eindhoven. Hopelijk het enige feestje in onze lampenstad voor deze lente, maar dat is een andere discussie. We vieren de verjaardag van onze vorstin. Beatrix, of moet ik zeggen Hare Majesteit, koos er echter voor om het feest niet ter verplaatsen naar haar eigen verjaardag (31 januari), maar te laten staan op 30 april, de verjaardag van haar moeder Juliana. Vanaf volgend jaar zijn de festiviteiten gepland op 27 april, wanneer ons mam jarig is, maar ook koning Willem-Alexander. Bea stopt er namelijk mee. Ze heeft besloten dat het mooi is geweest en vond het nodig dit groots aan te kondingen op nationale televisie. En passant boorde ze mij met haar belangrijke afscheidsmededeling nog even een aflevering Lingo door de neus. Hartstikke mooi wat Beatrix afgelopen jaren voor ons heeft betekend. Laten we nu echter met zijn allen een punt zetten achter het circus dat koningshuis heet. Na mama Beatrix en oma Juliana en overgrootoma Wilhelmina komt nu WillemAlexander op de troon. Dat de overname van een titel kan worden geërfd puur op basis van geboortelijn is natuurlijk te gek voor woorden in de moderne wereld. Dit is een totaal achterhaald systeem dat al niet functioneerde in de Middeleeuwen. Nederland pretendeert juist een land van gelijk kansen te zijn. Hoe kan het dan zijn dat er al is bepaald wie wel en niet op de troon kan komen? De rol van de koning(in) is gelukkig al flink ingeperkt. Vroeger was nog sprake van was een absolute monarchie, waarbij de vorst absolute regeermacht had en ieder willekeurig land de oorlog kon verklaren. Tegenwoordig behelzen de voornaamste taken van de koningin het benoemen van een informateur tijdens de kabinetsformatie en het zetten an een handtekening voor bekrachtiging van een formele wet. Voor de rest is er eigenlijk alleen nog maar een ceremoniële functie.
24
Robbin Romijnders
Maar dit is wel een heel dure ceremonie, want Nederland heeft al enkele jaren het duurste koningshuis van West-Europa. De Nederlandse belastingbetalers hoesten ieder jaar een slordige 39,4 miljoen euro op voor ons koningshuis. De kosten bestaan ondere andere uit salarissen van Beatrix (€ 830.000), Willem (€ 246.000) en personeelskosten en materiële kosten van Bea, Willem en Maxima (respectievelijk € 4.358.000, € 1.152.000 en € 384.000). Toch knap dat mensen in zo’n hoge positie nog niet eens hun eigen veters kunnen strikken. Het belangrijkste weerwoord dat het Nederlands koningshuis ook geld binnenhaalt op handelsmissies is altijd aan discussie onderhevig. De economische meerwaarde van koninklijk bezoek is nog nooit in cijfers uitgedrukt. Om toegang te krijgen tot bepaalde instanties is het natuurlijk wel handig, maar ik vraag me af of daar niet andere mensen voor te gebruiken zijn. In Zuid-Korea bijvoorbeeld, vroeg men nooit hoe het met Beatrix was, maar men vroeg wel naar Guus. Daarnaast zijn er in Europa verschillende landen succesvolle handelsnaties zonder koning of koningin, denk maar aan Duitsland of Rusland. Het Nederlands koningshuis is daarnaast ook al een aardige mengelmoes van nationaliteiten. Nu heb ik op zich niks tegen buitenlanders, maar onze koning is dadelijk wel een halve Duitser. Hij is getrouwd met een Argentijnse. In hoeverre vertegenwoordigt hij dan ons Nederland? Of de koningin een bindingsfactor is voor de Nederlandse samenleving dat laat ik even in het midden. Trots zijn op Nederland kan namelijk ook zonder koningin. Er is in West-Europa geen land chauvinistischer dan Frankijk en in de wereld heerst er geen groter patriotisme dan in de VS. Precies, twee landen onder het bewind van een president, gekozen door het volk. Ik heb totaal geen gevoel voor het koningshuis, zoveel moge duidelijk zijn. Laten we vanaf nu gewoon iemand kiezen om ons land te vertegenwoordigen. Maak een einde aan de sprookjesachtige ideologie van de monarchie. En voor de mensen die toch oranje willen kleuren, stel ik voor om 30 april te behouden als feestdag. We herdenken dan wel gewoon dat we 207 jaar lang een fantastische monarchie zijn geweest.
In het Prothok Protpraat
Bas wil niet tegen een boompje plassen op Paaspop. Danny: ‘Maar Bas, dat vinden die boompjes fijn; het is water, het zijn nitraten...’ Evi: ‘Ja en uranium of zo.’ Sam: ‘Ik geef m’n vriendin een Xbox voor haar verjaardag, heb ik daar ook wat te doen!’ Laura: ‘Ik ben niet stom. Nou ja, ik ben wel stom, maar niet zó stom!’ Tijdens pimpampet. Robbin: ‘Een muziekinstrument met een k?’ Thomas: ‘Een klootviool!’ Vraag: ‘Wat is de voormalige munteenheid van Griekenland?’ Sanne: ‘Gyros!’
Agenda
Mei 2013 7 mei Symposium ht 9 mei Hemelvaart: TU/e dic 10 mei Brugdag: TU/e dicht 14 mei BMT-feest 15 mei ALBBQ e dicht 20 mei Tweede Pinksterdag: TU/ 21 mei ALV 24.4 (Verkiezing) 22 mei FSE-dag 28 mei BMT onderzoeksdag t 29 mei ProZAc’s eindactivitei
Juni 2013 5 juni Gala 12 juni ALU
25
BuEx Het is alweer een tijdje geleden dat de BuEx plaatsvond en wat was het een gave week! De eerste ochtend, erg vroeg op Schiphol, zat de sfeer er al goed in. Na een tocht door de sneeuw, waar meerdere eigenaren van lastige koffers het zwaar te verduren hadden, kwamen we aan in het hostel in Stockholm. Een prachtig uitzicht, maar de kamers waren moeilijk vindbaar in het doolhof van smalle, doodlopende gangetjes en trappen. Ook de locatie in het oude deel van de stad was geweldig en heteilandje (Gamla Stan) waar we verbleven kreeg al gauw de liefkozende bijnaam ‘Gamla Style’. Na een cultureel dagje, een heerlijk avondmaal bij natuurlijk de Ikea en de eerste biertjes, werd iedereen maandagochtend om 05:00 uur gewekt om naar St. Jude Medical te vertrekken. St. Jude is gespecialiseerd in het ontwikkelen van medische technologie gericht op risicovermindering bij de behandeling van cardiologische, neurologische en chronische ziektebeelden. We werden met open armen ontvangen om vervolgens te beginnen aan het drukke programma. Na het lichte ontbijt kregen we presentaties, demonstraties, een lunch met werknemers, labbezoekjes en een brainstormsessie waarna we in de middag nog even de tijd hadden om de (studenten)stad Uppsala te bekijken. Na een heerlijk diner samen met St. Jude vertrokken we weer naar Stockholm om daar in onze wankele, piepende stapelbedden te kruipen. Dinsdagochtend is er door iedereen van de stad genoten. Terwijl de ene helft ,na een stadswandeling, door het openluchtmuseum Skansen racete om toch nog even de elanden en rendieren te kunnen bekijken, genoot de rest van een ‘semla’ en een prachtige Zweedse markt. Vervolgens vertrokken we naar het tweede bedrijf, het Science of Life Laboratory. Dit is een samenwerking tussen meerdere instituten waaronder de vier grootste universiteiten van Zweden en het befaamde Karolinska instituut. Onder het genot van een zelfgefabriceerde, culinair verantwoorde, heerlijke maaltijd liet Cees Oomens die avond de studenten de uitdaging aangaan en werden ze in een muziekquiz getest of ze hun klassiekers nu wel echt kenden.
26
Frederieke Nieuweboer & Lenne Lemmens
Woensdagochtend stonden we weer om 8 uur weer klaar om in de ‘polar express’ te stappen. Voor 6 uur lang leek het er in ieder geval op met de mooie, klassieke wagons, kioskjes en de witte omgeving. Eenmaal in Oslo aangekomen, konden we in de eerste tram genieten van ‘tulpen uit Amsterdam’, gezongen door de trambestuurder. Na het avondmaal waarbij de hamburgerbroodjes nog uit de winkel ernaast gehaald werden, leidde Lisanne een geheel verzorgde ‘Oslo by night’tour tot in de late uurtjes. Op de één na laatste dag werden we in het Rikshospitalet ontvangen door Harald, die ons de laatste twee dagen zou begeleiden. De ochtend was gevuld met diverse presentaties. Zo kwam stamcelonderzoek voor kraakbeen, botverlengingstechnieken en modellering van het hart aan bod. Het hoogtepunt van het programma na de lunch was de operatie op ‘Babe’. Halverwege de middag werd de metro gepakt die ons tot bovenaan een dichtbij liggende heuveltop vervoerde. Er werd uitgestapt bij het bordje Korketrekkeren, waarna we sleeënd de berg weer af zoefden. Dit niet zonder gevaar, menige blauwe plekken en zere kuiten zijn er op de baan én ernaast opgelopen, gelukkig wel gierend van het lachen! Het was helaas alweer de laatste dag, maar we vertrokken niet voordat we het Motions Analysis Lab, de Hogeschool van Oslo hadden bezocht. Hier kregen we een rondleiding bij de werkplaats voor protheses en ortheses. Ook brachten we een bezoekje aan de opleiding Biomedical Engineering, wat wij toch eerder ‘Elektrotechniek met een vleugje BMT’ zouden noemen. Na onze tour zijn we nog snel, weer met onze huischirurg, naar Vigelandsparken geweest. Hier kwamen de prachtige beelden van Gustav Vigeland geheel tot hun recht in de winterse tuinen. Al met al was het een slopende, maar zeker geslaagde reis!
Protlied De gapende kloof tussen mens en techniek is voor ons echt niet meer dan een kier. Eindhovens trots, ja de crème de la crème die mensen die ziet u nu hier. Niemand bereikt een verg’lijkbaar niveau, concurrenten bezwijken en masse. Ja de mens is de maat aller dingen, dat zei Protagoras. Onze rots in de branding, de esculaap is Bouzo, gevaarlijk en rood. Zijn blikken vertolken de krachten van Prot, zijn macht is dus ongrijpbaar groot. Biomedische ingenieurs zijn wij straks en vol trots heffen wij nu ons glas. Ja, de mens is de maat aller dingen, dat zei Protagoras. Ja, de mens is de maat aller dingen. Leve Protagoras!
Ah, Just Like That!
Willeke Traa
During the middle ages beer was a very popular drink. In those times water was often polluted with bacteria, making it a dangerous beverage. During the brewing the ‘wort’ is boiled, killing all bacteria present. Therefore, beer was a much safer choice. Monasteries saw the brewing of beer as a nice opportunity to raise money for daily life. This is where the Abbey beers originated. Unfortunately, during the occupation of Belgium during the first world war, the number of abbey brewers decreased significantly because the barrels in which the beer was brewed were melted into ammunition. There are many kinds of monasteries, of which some follow the rules of Benedictus. According to Benedictus the duties of a monk can be represented by: ‘ora et labora’ (pray and work). The order of the Cistercians is one of the orders who follow the rules of Benedictus. During the economic rise of Western-Europe the Cistercian monasteries started becoming more successful and allowed lay brothers to come in and work. In protest to these practices, a reform movement developed called the Trappists, who practiced ‘strict observance’. In 1892 pope Leo XIII tried to reconcile the different Cistercians movements in vain. The Trappists finally became their own order. The Trappists sure are not stupid. A lawyer was first hired by the monks of Orval who took the interest of the Trappists by heart. They recognized the economic value that was added to a product with a Trappist label. To protect the monasteries against unfair competition they made the ‘family name’ a trademark. The name ‘Trappist’ refers to the origin of the product and any business who uses the name ‘Trappist’ or ‘Trappist Beer’ unjustly could be sued for dishonest business practices. The ‘Authentic Trappist Product’ label was
28
brought to life by the ‘International Trappist Association’. This label ensures the consumer of the origin and authenticity of these products. The rules to get the ‘Authentic Trappist Product’ label are simple: * The products must be brewed within the walls of a Trappist monastery or in the vicinity of the monastery. * Production policies are in hands of the monastery and clearly shows the indisputable bond of subsidiarity and must be made in accordance with a monastic way of life. * Profits are intended for the needs of the community or for social services. There are only 8 Trappist monasteries who carry the ‘Authentic Trappist Product’ label for their beers. Six of them are from Belgium: Sint Benedictus Abbey brew Achel; Abbey of Orval brew Orval; Abbey Notre-Dame de Scourmont brew Chimay; Abbey Notre-Dame de Saint-Rémy brew Rochefort, Abbey van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart brew Westmalle and Saint Sixtusabbey brew Westvleteren. Austria has Stift Engelszell who brew Engelszell. In the Netherlands there is currently only one monastery with the label: Koningshoeve who brew La Trappe, although Abbey Maria Toevlucht has announced to start their own line of Trappist beer as well. Let it be clear, although a Trappist beer is an Abbey beer an Abbey beer is not a Trappist beer per se. Abbey beers is a more common name for beers which are affiliated with monasteries. In 1999 the Union of Belgian Brewers introduced a ‘Certified Belgian Abbey Beer’ logo to indicate beers brewed under license to an existing or abandoned abbey. There are two sets of rules depending on when the Abbey beer first was produced. For all brewers the following rules apply: * The brewer is a member of the Union of Belgian brewers * The brewer pays royalties to the monastery or foundation
connected to the monastery for cultural purposes. * The monastery has control over advertisement and commercializing of the products. For beers that were on the market before 1999: * There is a connection to a current or former abbey. If it is a former abbey a foundation connected to the abbey is spokesperson for the abbey. For beers that were produced after 1999: * The beer is brewed and commercialized by an existing non-Trappist Abbey, in the monastery itself or by a lay brewery in license of the monastery who have a contract with the monastery to make use of the monastery name. * The beer has an historical heritage, which means that the monastery brew beer in the past. Currently there are 18 beers which can carry the ‘Certified Belgian Abbey Beer’ logo, not certifacated Abbey beers also exist, see the table on the right. You might ask me if the difference in Abbey or Trappist beers can be tasted. I will probably give you a disappointing, but maybe encouraging answer: no. Every Abbey beer and Trappist beer has its own recipe and taste. Not every Abbey beer tastes alike, neither do the Trappists. So I would say, go and taste them yourself. See which one you like most (blond, double, triple) and which brand you prefer. Once you know your preference, we will have more than enough matter to discuss.
Beer
Brewer
Historically affiliated Abbey
Abbaye d’Aulne
Brasserie du Val de Sambre
Aulne Abbey
Abbey de Cambron
Brasserie de Silly
Cistercian Abbey of Cambron‐ Casteu
Abbey de Bonne‐Espérance
Brewery Lefebvre
Bonne‐Espérance Abbey
Abbey de Saint‐Martin
Brasserie de Brunehaut
Sain‐Martin Abbey
Abbey Dendermonde
Brewery De Block
Dendermonde Abbey
Affligem
Brewery De Schmedt
Affligem Abbey
Bornem
Brewery Van Steenberge
Saint‐Bernardus Abbey
Ename
Brewery Roman
Saint‐Salvator Abbey
Floreffe
Brewery Lefebvre
Floreffe Abbey
Grimbergen
Alken‐Maes
Grimbergen Abbey
Herkenrode
Brewery Saint‐Jozef
Herkenrode Abbey
Keizerberg
Brewery Van Steenberge
Keizersberg Abbey
Leffe
Anheuse‐Bush InBev
Leffe Abbey
Maredsous
Brewery Duvel Moortgat
Maredsous Abbey
Postel
Brewerey de Smedt
Postel Abbey
Ramée
Brasserie Du Bocq
La Ramée Abbey
Sain‐Feuillien
Brasserie Friart
Sain‐Feuillien du Reoulx Abbey
Sint‐Pietersabdij
Brewery de Gouden Boom
Saint‐Pieters abbey
Steenbrugge
Brewery de Gouden Boom
Sain‐Pieter abbey (Steenbrugge)
Ten Duinen
Brewery Huyghe
Ten Duinen Koksijde Abbey
Ter Dolen
Castlebrewery de Dool
Ter Dolen Abbey
Tongerlo
Brewery Haacht
Tongerlo Abbey
Val‐Dieu
Brewery Val‐Dieu
Val‐Dieu Abbey
29
Promoveren bij...
Jeire Steinbuch
Onderzoek naar het risico van plaques met ultrasound Het is alweer een tijdje geleden dat ik in de collegebanken zat als BMT’er. Ongeveer anderhalf jaar geleden zat ik in mijn afstudeerperiode op de afdeling Biomedische Technologie in Maastricht. Ik wist al een tijdje dat ik graag wilde promoveren, omdat ik onderzoek erg interessant vind. Op de afdeling kwam een promotieplek die mij aansprak. Hierop heb ik met succes gesolliciteerd om vervolgens mijn promotietraject te gaan beginnen. Binnen onze vakgroep wordt er onderzoek gedaan naar uiteenlopende onderwerpen, zowel op het gebied van biomaterialen als mechanica in het hart en/of de bloedvaten. Enkele voorbeelden zijn het modelleren van hartfalen, kwantificeren van de vaatwandcompositie, bepalen van cardiovasculaire functie bij diabetes en hypertensie, modelleren van de cerebrale circulatie en onderzoek naar pre-eclampsie tijdens of na de zwangerschap. Mijn project is onderdeel van een omvangrijk landelijk project ParisK oftewel ‘Plaques at risk’ waarin verschillende universiteiten (Maastricht, Eindhoven, Utrecht, Rotterdam) en bedrijven (Philips, Esaote etc.) samenwerken om meer grip te krijgen op het risico van het scheuren van een plaque in de halsslagader. Een belangrijk onderdeel hiervan is het
Opstelling van de ultrageluidsmetingen van de halsslagader.
30
Ultrageluidsbeeld van een ernstige stenose in de halsslagader.
onderzoek bij patiënten met vernauwingen, al dan niet met symptomen. Nieuw is hierbij dat meerdere technieken om de plaques in beeld te brengen worden vergeleken, zoals MRI, ultrasound en CT. Plaques kunnen onstabiel worden waardoor de plaque kan openbreken. Daardoor komt de inhoud rechtstreeks in contact met het bloed waardoor stolsels ontstaan (thrombogenese). De bloedpropjes worden door de bloedstroom meegenomen en lopen uiteindelijk vast in de kleine vaatjes in de hersenen. Hierdoor krijgt een gedeelte van je hersenen te weinig zuurstof en ontstaat er een beroerte. Om dit te voorkomen, zou men de plaque operatief kunnen verwijderen. Maar wanneer wegen de risico’s van een operatie op tegen de risico’s van het scheuren van de plaque?
MRI-beeld van een matige stenose in de halsslagader.
Nu worden patiënten met plaques in het halsslagadergebied geopereerd wanneer er klachten zijn en het bloedvat door de plaque meer dan 70% vernauwd is. Patiënten met een vernauwd bloedvat van minder dan 70% krijgen medicijnen. Echter, er moeten veel mensen geopereerd worden om één beroerte te voorkomen (meer dan 10 mensen). Er zou dus een betere maat gevonden moeten worden om de plaques te selecteren met een hoog risico om te scheuren. Meerdere promovendi werken elk aan een stukje binnen het project zoals de inclusie van de patiënten en de analyse van de CT-, MRI- en US-beelden. Het doel van mijn project is om de functionaliteit en morfologie van de plaque te onderzoeken aan de hand van ultrageluid-echobeelden en deze te vergelijken met de andere technieken om het risico op het scheuren van een plaque beter in te kunnen schatten. Plaques ontstaan voornamelijk in vertakkingen zoals die in de halsslagader. De halsslagader ligt oppervlakkig en kan daardoor goed in beeld gebracht worden met ultrageluid. Het voordeel van ultrageluid is dat het goedkoop is, het snel na constatering van klachten ingezet kan worden en informatie geeft over de vorm en afmetingen van de wandverdikking en de wandbeweging ten gevolge van de bloeddrukvariaties. Ultrageluid maakt het ook mogelijk om te kijken uit welke materialen de plaque bestaat. Om het doel te bereiken, worden de gekozen afbeeldingstechnieken toegepast op twee patiëntengroepen, met (1) matige stenose (30-70% vernauwing, 150 patiënten) en (2) ernstige stenose (meer dan 70% vernauwing, 25 patiënten). De patiëntengroep met ernstige stenose ondergaat na meting een operatie waarbij er dus ook naar de histologie van de verwijderde plaque gekeken kan worden. De patiëntengroep met 30 -70% vernauwing wordt nu en na twee jaar gemeten zodat de ontwikkelingen op langere termijn bekeken kunnen worden. De metingen vinden plaats in vier ziekenhuizen in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Maastricht. Naast de MRI, CT en ultrageluid wordt ook het aantal bloedpropjes dat door de bloedbaan naar de hersenen gaat gemeten zodat de stabiliteit van de plaque vastgesteld kan worden.
Uit de ultrageluidbeelden worden eigenschappen van de vaatwand bepaald zoals wanddikte, diameter en distensie. Ik ga ook kijken naar de beweging van de plaque tijdens de drukgolf en welke rekken daarbij aanwezig zijn. Om de morfologie van de plaque te onderzoeken, zal gekeken worden naar de grijswaarden van de plaque. Deze bevindingen zullen vergeleken worden met de bevindingen uit de andere technieken en met de histologie van de operatief verwijderde plaque. Zo hebben we aan het einde van het project meer inzicht in het risico van het scheuren van een plaque. Uiteraard is er nog genoeg te onderzoeken en kunnen BMTstudenten daar een bijdrage aanleveren. Er is bijvoorbeeld nu een student bezig om de heterogeniteit van de diameter verandering over de halsslagader te bepalen bij patiënten met plaques in de halsslagader. Mocht je geïnteresseerd zijn in een stage of afstudeerstage op onze afdeling of op een van de andere onderdelen van het ParisK project, dan kun je contact met me opnemen via
[email protected] of neem een kijkje op onze website: http://www. maastrichtuniversity.nl/web/Institutes/FHML/FHML/CARIM/DepartmentsCARIM/BioMedicalEngineering.htm
Wanddetectie van de halsslagader (links) waarbij de blauwe lijnen de gedetecteerde vaatwanden zijn en de gestippelde witte lijn de centrumlijn van het bloedvat. Rechts staan de diameters van de bloedvatsegmenten als functie van de tijd.
31
Protpuzzel Kakuro (kasan kurosu) You can find a Kakuro below. It is a logic puzzle with some simple rules: * In each row or column trapped by two black boxes, each number (1-9) may only occur once. * The sum of each row or column is depicted on the top of the column and at the left of the rows.
32
Rob Driessen
wil het je zo voordelig en Protpuzzel Jouw studievereniging makkelijk mogelijk maken. wil je zo voordelig en Dushet hebben ze een makkelijk mogelijk maken. boekenleverancier Dus hebbenpast. ze een die daarbij
Auteur
boekenleverancier die daarbij past.
Jouw studievereniging werkt nauw samen met studystore. En dat heeft zo z’n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket snel aanbieden tegen een Jouw studievereniging werkt scherpe prijs.
nauw samen met studystore. En dat heeft zo z’n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket 33 snel aanbieden tegen een
Space feess ie
rrel
Carnavalsbo
UB kennisqu iz
t
ifees n i m e G
Colofon Jaargang 15, nummer 4 ‘Protatype’ is het verenigingsblad van Studievereniging der BioMedische Technologie ‘Protagoras’. Het heeft een oplage van 350 stuks.
Oplossing takuzu:
Redactie Marijke Dermois Rob Driessen Nicole van Gestel Lisa van der Heijden Robbin Romijnders Khadija Tesaguaguin Willeke Traa Dorien Verschuren Vormgeving Geert Litjens Hoofdredacteur Marieke van Driel Kaft Marieke van Driel Winnaars puzzels Protatype 3 Raadsels: Thomas Zijlmans Takuzu: Shirodj Raghoenath Jullie kunnen een Prothok- of borrelkaart komen ophalen in het Prothok! Oplossingen raadsels: Dhr. Martens had de getallen 9 en 2 opgeschreven. Drie W’ers zijn nodig.
36
Inleveradres kopij SvBMT Protagoras TU Eindhoven Gemini-Noord 1.60 (Prothok) Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: 040-2472758 E-mail:
[email protected] Internet: www.protagoras.tue.nl Volgende uitgave Augustus 2013 Drukkerij Drukkerij van Tuijl Tel: 040-2435705 www.drukkerijvantuijl.nl