Inhoud
2011 – nr. 4
Voorwoord van de voorzitter Harry Horn Van de redactie Foto grote stinkzwam Over het verdwijnen van paddenstoelen Slakken Wist u dat…..? Op stap….. Bijzondere waarneming Op zoek naar spinnen Terschelling een eiland om tot rust te komen Blauwe Zeedistel Wat leeuweriken in de polder betreft Natuurdagboek Enkele dagen te gast op Terschelling De Lijsterbes Rinkelbollen nieuws Agenda 2012
02 03 03 04 06 07 08 11 12 13 15 20 21 25 27 28 29
Jeugd natuurvereniging S.J.Terschelling Strandexcursie 10 september o.l.v. Gerrit Doeksen De vondst van Knakker
1
16 19
Voorwoord Beste leden van de Natuurvereniging Terschelling, Nu onze trekvogels voor een deel hun winterverblijfplaatsen al hebben opgezocht is het wellicht een goed moment om even een korte terugblik te maken op het bijna voorbije jaar.
Wat het natuurgebeuren betreft kunnen we mijns inziens wel spreken van een jaar met uitersten. Een prachtig voorjaar gevolgd door een koude en zeer droge voorzomer met een paar zeer hoge waterstanden op het wad, waardoor er nogal wat nesten met eieren en jongen van onze broedvogels verloren zijn gegaan.
Een zomer met niet al te veel warme dagen waardoor met name de vlinders het wat moeilijker hadden dan anders en dan nu een hele warme herfstperiode waardoor de natuur opnieuw van slag dreigt te raken. Planten die in november nog weer opnieuw gaan bloeien en vogels die nog kleine jongen te verzorgen hebben. Al met al echter geen reden om er niet van te genieten. Ons eiland heeft wat dat betreft mogelijkheden genoeg om van nabij de veranderingen in de natuur waar te nemen. We zullen ook voor het komende jaar weer een aantal leuke veldexcursies organiseren maar ga er vooral ook zelf regelmatig op uit.
Ik wens een ieder namens het bestuur en de redactie een plezierige jaarwisseling toe en hopelijk binnenkort weer tot ziens op één van onze periodieke bijeenkomsten.
Voorzitter : Harry Horn
2
Van de redactie: Beste natuurvrienden van Terschelling de website verhuist per 1 januari 2012 naar een nieuw domein onder de naam:
www.natuurverenigingterschelling.nl Voor de website is het van groot belang mensen de weg weten te Uiteraard kunt u de naam Terschelling blijven in tikken.
dat landelijk nog meer vinden naar onze site. Rinkelbollen of natuur De vereniging zelf blijft
gewoon Natuurvereniging Terschelling. De naam Rinkelbollen zal verbonden blijven aan het blad. Als afsluiting wil Ik iedereen bedanken voor zijn bijdrage met verhalen en foto’s. Heeft u nog een mooi verhaal of foto’s, stuur het naar de redactie. Harry van Kasteel
Redactie en Website :
[email protected] Sluitingsdatum : kopij Rinkelbollen 2012 – nr. 1 is op 20 februari
Annie hek- Visser stuurde deze foto van een grote stinkzwam. Deze staat bij ons op het erf. Mijn broer Gerard heeft de foto gemaakt. De sporen van deze zwam zitten in het slijm op de kleverige hoed, Aasvliegen die op de stank afkomen eten van deze materie en ze lopen er in. Zodoende worden de sporen via de vliegenpoep en de poten van de insecten verspreid. De zwam groeit uit een "duivelsei" dat ondergronds uit de zwamvlok ontstaan is. De groeisnelheid is fantastisch, wel 18 cm in een etmaal. Hein Strick 3
Over het verdwijnen van paddenstoelen Hein Strick
Jarenlang heb ik, zoals zoveel Terschellingers, Weidechampignons gezocht voor de consumptie in de polder en de andere weidegebieden in de binnenduinen. Al enige jaren constateer ik een sterke afname van paddenstoelen in alle weidegebieden waar mest geïnjecteerd wordt hier op het eiland. Het uitrijden van drijfmest heeft negatieve effecten. Effect 1. Bij het injecteren ondergaat de bodem een verandering. Overdreven voorgesteld gaat dat als volgt :
de bodem _______________________________________________________________ voor het gebruik van de injector. Fig.1
de bodem ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^ na het gebruik van de injector. Fig.2
Bij figuur 2 wordt de oppervlakte van de bodem kunstmatig heel veel vergroot! Daardoor neemt het verdampingsoppervlak van de bodem en dus ook van de geïnjecteerde drijfmest zeer sterk toe waardoor er veel meer emissie optreedt. Effect 2. De strooisellaag, waarin het microleven zeer belangrijk is voor de omzetting van organische stoffen in anorganische stoffen, wordt zwaar beschadigd. 4
Alle kleine diertjes, bacteriën en schimmels zullen nadelige gevolgen ondervinden van de mestinjectie. Ook het mycelium van paddenstoelen (schimmels) overleven deze ingreep niet. Sinds de mestinjectie haar intrede heeft gedaan is het aantal Weidechampignons en andere paddenstoelen op Terschelling drastisch afgenomen in de weidegebieden. Je vindt hier en daar nog Champignons in grasgebieden waar geen mestinjector geweest is. Toen er nog ruige mest uitgereden werd, zag je veel meer vogels in de landen en ook veel meer paddenstoelen. Wil men de situatie verbeteren, dan zal er compost uitgereden moeten worden, die gemaakt is van overgebleven organisch materiaal, slootkanten en bermmaaisel, eventueel drijfmest en ander bruikbaar organisch materiaal.
Dit composteren kan: per boerderij. per groep van boerderijen. op een centraal punt bij een composteringsunit.
Ik las op 21 februari 2001 het volgende in de Leeuwarder Courant, met een mooi bijverschijnsel tegen het broeikaseffect. Het duurzaam vastleggen van CO2 in de humuslaag van de bodem van gewone landbouwgronden. Een kleine positieve verandering van het humusgehalte correspondeert met een gigantische hoeveelheid vastgelegde CO2. 1% meer humus op de landbouwgronden (ook weilanden) komt overeen met 60 miljoen ton voor langere tijd vastgelegde CO2. Dat staat gelijk aan de hoeveelheid CO2 die ontstaat bij het gebruik van aardgas door alle huishoudens van Nederland gedurende twee jaar !
Het is nu 2011 en we hebben er nog niets van geleerd…. 5
Slakken
Beste mensen, ik moet U gelijk iets bekennen. Ik heb helemaal niets met slakken. Ik vind het maar vieze beesten. Vooral naaktslakken vind ik erg. Soms kom ik ze wel eens tegen op de Lergerbosweg na een flinke regenbui. In het donker zie je ze niet en kun je er nog vervelend op uitglijden ook! Soms zijn ze bruin van kleur maar dat kan variëren van lichtbruin tot soms zwart aan toe. In mijn tuin kom ik ze ook wel eens tegen, maar gelukkig niet al teveel. Misschien omdat wij geen moestuin hebben valt er niet veel voor ze te halen, vermoed ik. Dan kom ik ook nog wel eens in de zelfpluktuin welke zich oostelijk van het voetbalveld van AVV bevindt. Daar houdt men de slakken op afstand door balen stro uit te spreiden. De slakken kunnen ‘niet goed uit de voeten’ op het stro en kunnen de hun gewenste lekkernij dus niet bereiken. Handig bedacht! Maar hoe dan ook; U heeft het al gemerkt - met slakken heb ik niet veel op. Maar dan lees ik in dit veel gelezen blad toch wel eens artikelen over slakken op ons eiland. En dan loop ik weer eens over de Koegelwieck en wat zie ik daar dan ineens: een huisjesslak! Nu moet ik direct bekennen dat een huisjesslak er wat vriendelijker uit ziet dan zo’n naaktslak. Maar ter informatie: ook met huisjesslakken heb ik niets. Het schijnt dat sommige mensen slakken lekker vinden en menig restauranthouder heeft ze op het menu staan. Dan heten ze ineens geen slak meer maar escargots! En op West bevindt zich een eethuis genaamd “Caracol” en dat betekent weer ‘slak’ in het Portugees. Nu, ik vind het allemaal best. Ik heb nog nooit een slak gegeten en ben ook niet van plan dat ooit nog eens in mijn leven te gaan doen. Maar laten we terugkeren naar de huisjesslak in de Koegelwieck. Ik was ze al eens eerder tegen gekomen, en dankzij de artikelen over slakken in de Rinkelbollen wil ik U deze wetenswaardigheid toch niet onthouden. 6
Daar ik ook geen idee heb wat voor slak het betreft; de slak opgetild en met wat blaadjes in een potje gestopt. Thuis er een foto van gemaakt en vervolgens het beestje weer terug gebracht naar waar ik hem gevonden had.
Vervolgens op internet gekeken waarmee ik van doen had, en volgens mij heet de gevonden slak in de Koegelwieck gewoon: tuinslak. Ik kan er niets anders van maken. Bekijkt U de foto maar eens goed. En mocht U misschien een ander idee hebben welke soort slak dit betreft, dan hoor ik het graag van U. Jaap Smit
Lies – oktober 2011
Wist u dat….?! Veel slakken zijn hermafrodiet dus tweeslachtig. Dat wil zeggen dat alle dieren over zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtsorganen beschikken. ze bevruchten elkaar wederzijds. Harry van Kasteel 7
Op stap…….
april 2011 Harry van Kasteel
Warm en weinig wind ideaal om opzoek te gaan naar insecten op de Noordsvaarder. We gaan richting zuidkant van de duinen waar veel vegetatie is, het is ook gelijk prijs, als ’n acrobaat hangt het aan grasstengels de poten hebben sterk gehaakte uiteinden (zie foto), Je zou denken hebben we hier te doen met ’n mei- of junikever niks is minder waar het is de johanneskever (Phyllopertha horticola) en heeft meerdere namen rozenkever of tuinkever en is familie van bladsprietkevers en is 8 tot 12 millimeter groot.
Het dekschild is roodbruin en lichtbehaard, de rest van het lichaam is groen tot zwart met een metaalachtige glans. Uiteinden van tasters zijn waaiervormig met drie lamellen. De mannetjes zijn ’s avonds zeer actief om te paren. De zelfde nacht kruipen de vrouwtjes gravend in de grond tot een diepte van 10 cm om eieren af te zetten. Daarna vliegen ze uit met lage vluchten. Overdag en ’s nachts zijn de kevers zeer actief en eten plantendelen waaronder bloemknoppen.
8
De keverlarven worden engerlingen genoemd en voeden zich met humusachtig materiaal. Bij het tweede en derde stadium vreten ze aan wortels van planten. Tot midden oktober als de temperatuur begint te dalen gaan de larven dieper de grond in om te overwinteren. In het voorjaar komen ze weer naar boven om door te gaan met hun vraat. In april verpoppen ze zich, vanaf mei komen ze als kever te voorschijn. Hé wat zie ik daar bij ’n nestingang In het zand? Op de knieën met een vergrootglas om het goed te bekijken. Het lijkt op een bij hij is opvallend groot 14 mm. De kop en rugschild is zwart en fel rood achterlijf de vleugels zijn lichtgrijs doorzichtig en liggen in rust gekruist, de antenneleden zijn kort knobbelig en dik. Het is de grote bloedbij (Sphecodes albilabris).
Die naam is door Fabricius gegeven in 1793 In 1819 dacht German het beter te weten hij lanceerde (Specodes fuscipennis) gelukkig is de oude situatie hersteld in (abbilabris). Net als bij de koekoek maken ze geen nest, vandaar ook de naam rode koekoeksbij. Ze parasiteren en gaan op zoek naar een nest van solitaire bijen zoals de grote zijdebij (Colletes cunicularis)en de grijze zandbij (Andrena vaga) die in
9
groepen een nest graven op warme en droge plaatsen in de zandbodem. Waarvan het vrouwtje voor de bouw van het nest zorgt en voor het nageslacht. Door het sociaal gedrag leven meerdere vrouwtjes in het zelfde nest, maar elke vrouwtje bouwt een eigen broedcel en verzorgt haar eigenbroed en verzamelt stuifmeel op wilgen die op vochtige plaatsen groeien. De koekoeksbij wacht af als de gastheer voldoende voorraad in de broedkamer heeft verzameld voor haar kroost, kruipt ze naar binnen en vervolgens eet ze het eitje op en legt ze haar eigen eitje in de nestcel van de gastheer. Ze komen het eerste uit en doen zich te goed aan de aanwezige voedselvoorraad, om daarna te verpoppen. De koekoeksbij vrouwtjes overwinteren als imago. De mannetjes vliegen pas laat in het seizoen ze voeden zich voornamelijk met stuifmeel zoals van de melkdistels, jacobskruiskruid en kruidenplanten en sterven in de nazomer of herfst. Ze zijn vrij zeldzaam zeven van de 19 bloedbijen staan op de rode lijst.
10
Vanaf een duin zie ik een bastaardsatijnrups tegen ’n rietstengel omhoog kruipen, om zo zijn graantje mee te pikken en te genieten van de zonwarmte en dat resulteert in een mooie foto.
Hierbij wil ik afsluiten met de laatste op stap…… van dit jaar Ik hoop dat u met veel plezier heeft genoten van mijn verhalen en foto’s. Vanaf deze zonnige plek wens ik iedereen fijne feestdagen en gezond 2012 toe.
Bijzondere waarneming
Flip Tocila 19 september 2011
Afgelopen weekend zag ik een Grote Jager (zie foto) bij paal 7 een jonge zilvermeeuw uit de lucht plukken. Telkens werd de opvliegende meeuw bij een vleugel gepakt en weer in het water gedrukt. Daarna ging de Grote Jager op de jonge meeuw staan en foto: Arie Ouwerkerk drukte die steeds onder water. Hij probeerde steeds op de kop te staan. De jonge meeuw spartelde hevig tegen maar na zo’n 5 minuten waren zijn bewegingen steeds minder. Ik heb niet afgewacht of de meeuw uiteindelijk is verdronken of toch is losgelaten. Ik had dit gedrag van een Grote Jager nog nooit gezien en vroeg mij af waarom dit gebeurde. De Zilvermeeuw was veel te groot voor hem om op te eten. 11
Op zoek naar spinnen
Harry van Kasteel
Vroeg in de ochtend het is rustig, mistig herfst weer. Het is niet alleen tijd voor paddenstoelen maar ook voor de spinnen. Sommige mensen vinden ze maar eng en hebben niets met spinnen. Tussen het hoge gras zijn spinwebben goed te zien doordat er dauwdruppels aan de webdraden hangen en door het gewicht flink door buigen.
Dit web is van een hangmatspin (Linyphia triangularis) Ze zijn maar 5 mm groot, roodachtig tot donkerbruin gekleurd als u goed kijkt op de foto ziet u een patroon van een stemvork. Het web bestaat uit een horizontale mat met talrijke kriskras lopende draden. De spin hangt en loopt ondersteboven en wacht tot er kleine insecten in hun hangmat tuimelen. Deze spinnen zijn echte pioniers ze hebben een trucje om zich sneller te verspreiden over het eiland dan de meeste andere spinnen. Ze klimmen naar het uiteinde van een grasspriet (of stengel) ze laten een lange draad vieren als die lang genoeg is (doordat ze zo klein en licht zijn) laten ze zich meevoeren op een draad door de wind en de thermiek als een soort ballon.
12
De vrouwtjes produceren zijdeachtige conon (spoelvormig) waarin de eieren worden ontwikkeld. Ze liggen vaak onder bladeren verstopt. Als de jonge spinnetjes uit komen zijn ze nog geen 1 mm groot en gaan zich verspreiden net als hun ouders.
Terschelling een eiland om tot rust te komen Maandag 31 oktober laat ik de drukte van de randstad achter me en vertrek voor een heerlijk rustig weekje naar Terschelling. Ik bof met het weer, want het blijft de hele week droog en de zon laat zich ook geregeld zien. In totaal fiets ik deze week zo'n 180 km. en heb dan ook zo'n beetje alle fietspaden op het eiland weer gehad. Ik geniet van de natuur die nu zo mooi is, de bomen die allerlei verschillende kleuren hebben en van de vele paddenstoelen zoals parelstuifzwam die ik tegenkom. Er volgen ook weer een paar strandwandelingen waarbij het weer genieten is met het zonnetje erbij. 13
Tijdens één wandeling in de ochtend is het best mistig op het strand, maar dat maakt de wandeling ook wel weer mysterieus en mooi. Na een tijdje trekt de mist op en kun je de duinen weer zien als je langs de vloedlijn loopt. Ook daar sta ik weer geregeld stil om schelpjes, Kompaskwallen en vogels te bekijken op het stille strand. Tijdens een fietstocht langs de Waddenkant kleurt de lucht zo mooi en hoor ik hele groepen vogels en ganzen die op het drooggevallen wad lopen. Tijdens een bezoek aan het o zo gezellige terras bij de Walvis krijg ik een mooie zonsondergang te zien. Een andere dag zit ik daar een keer alleen in een bloesje omdat de zon zo heerlijk schijnt dat het wel voorjaar lijkt!. Na een aantal fijne dagen is m'n accu weer opgeladen en moet ik helaas weer terug naar de randstad.
Maar Terschelling is mijn favoriete Waddeneiland, dus ik kom zeker weer terug. Yvonne ter Horst – Houten 2011 14
Blauwe Zeedistel
De blauwe zeedistel kwam in mijn jeugdjaren massaal voor op de Boschplaat. Vooral voorbij Paal 20 richting Amelander Gat stond de Scherm (ofwel de Stuifdijk) er vol mee. Maar dat is in de loop der jaren toch een stuk minder geworden. Groot was daarom mijn verrassing dat oostelijk van de strandovergang bij Hoorn ik een jaar of wat geleden een paar van deze plantjes aantrof. Telkens als ik er vervolgens weer eens langs loop, valt op dat het plantje ondanks de recreatiedruk aldaar, goed gedijt en zich prima weet te handhaven. Vooral tijdens Oerol vinden aldaar nog wel eens activiteiten plaats. En ook tijdens de zomermaanden zitten er veel badgasten met kinderen in duin. Maar ondanks dat zie ik dat de hoeveelheid distels zelfs gestaag uitbreidt. Nu mag de blauwe zeedistel wel een beschermde plant zijn; m.a.w. je mag hem niet uitsteken of uitgraven, maar niet iedere badgast zal daarvan op de hoogte zijn. Misschien niet een al te opmerkelijk fenomeen, maar ik wilde dit toch even aan U kwijt!
Jaap Smit
15
Lies, oktober 2011
Jeugdnatuurvereniging S.J.Terschelling Zaterdag 10 september strandexcursie. Met de fiets naar Midsland aan Zee op het duin een korte uitleg van Gerrit Doeksen over getijverschil hoog- en laagwater. De zeestroming is altijd in beweging. Bij landwind waait de wind naar zee, het water wordt aan de oppervlakte naar het westen gestuwd. Er ontstaat een onderstroom waardoor de zeedieren en wieren getransporteerd worden en achter
blijven aan de vloedlijn. Bij zeewind word het oppervlaktewater richting strand gestuwd hierbij ontstaat een onderstroom richting zee, waar-door veel zwerfvuil aanspoelt op het strand. In het midden van het strand wordt er ’n kuiltje gegraven tot dat er water in komt, in een schaaltje kon iedereen proeven. Wat is de smaak van het water zout of zoet …………………………?
16
Er lagen ook aangespoeld kluwen wieren in de kleurgroen bruin, ze komen in kolonies voor en zitten vast in het ondiep water met ’n klein rond hechtschijfje in de vorm van een schoteltje, daarop groeit de plant met langen riemen die wel zo’n twee meter lang kunnen worden. Weten jullie nog de naam deze…….............Wier?
Tussen de schelpen lagen ook zwem- en strandkrabben ze behoren allebei tot de tienpotigen. Wat is het verschil tussen die twee?
Zwemkrab heeft achter ………poten strandkrab heeft………….poten?
17
Aan de vloedlijn lagen grote- Amerikaanse zwaardschede, Gerrit vertelt waaraan je de groei kan zien hoe oud zo’n zwaardschede is.
Als je goed telt dan weet je hoe oud die is.……..,.jaar?
Na afloop kregen de kinderen nog een heerlijk ijsje. Het weer was prima, kortom we hebben genoten van deze strandexcursie met dank aan Gerrit Doeksen voor zijn enthousiaste inzet. Harry van Kasteel 18
De vondst van Knakker
Sam Kooyman uit Hoorn
In de namiddag van dinsdag 23 augustus hadden wij besloten om achter de dwarsdijk, bij de Wierschuur langs het wad te gaan wandelen. We waren met z’n vieren, mijn vader en moeder, mijn broertje Max en ik. We zijn een stuk Oosterend uit gelopen, daar hebben we veel Lamsoor en Zeekraal gezien. Toen we bijna terug bij de auto waren, deed mijn moeder opeens een hele bijzondere ontdekking. Ze zei: “Hé…, daar zit een schildpad!” Wij geloofden haar natuurlijk niet, maar toen we dichterbij kwamen, zat er inderdaad een schildpad op een grote steen in het zonnetje. We wisten niet wat we er mee aan moesten, want misschien was hij wel ontsnapt uit een vijver of zo. Dus we hebben hem toen maar mee genomen achterin de auto. Toen we thuis waren, hebben we hem in een tobbe gedaan met een laagje water erin en een steen, waar hij op kon zitten. Ik heb toen meneer Strick gebeld, dat we een schildpad hadden gevonden en om te vragen wat we er mee moesten doen. Meneer Strick zei:” Een wat????” en “leeft ie nog????”.
19
Na het eten zou hij even komen kijken, want hij was natuurlijk heel nieuwsgierig naar onze vondst. Toen hij kwam had hij een paar foto’s gemaakt en vertelde hij dat mensen zeiden, dat hij er al een paar jaar rond hing. Meneer Strick zei, dat het waarschijnlijk het beste was om hem weer op dezelfde plek vrij te laten, want blijkbaar kan hij zich daar goed redden, dus dat hebben mijn vader en ik toen gedaan. Later belde meneer Strick op, nadat hij had opgezocht wat het voor soort was. Het bleek een “Geelwang” schildpad te zijn, een van de vele soorten moerasschildpadden. Hoe het dier hier terecht gekomen is, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen, maar ik hoop dat hij nog lang en gelukkig leeft. Oh ja, ik had hem ook al een naam gegeven, hij heet “Knakker”, want zo heette de schildpad op de kleuterschool van mijn vader ook.
Wat leeuweriken in de polder betreft. Naar aanleiding van het verhaal “waar is de veldleeuwerik” (Rinkelbollen 2011- nr. 3) schrijft Joke Sterringa uit Amsterdam. De laatste paar jaar zit er altijd eentje in de polder bij Lies, langs het fietspad. Ik hoor hem ook vaak als ik buiten de dijk fiets. In april dit jaar heb ik er ook eentje horen zingen tussen Hoorn en Oosterend, maar dat was maar een keer. Ik kom al jaren op Terschelling en de laatste 35 jaar altijd ter hoogte van Tjermelan. De stilte in de polder daar in de lente vind ik de laatste jaren schrikbarend. Ik herinner me ergens in de jaren '80 dat een (vogelaar) vriend van me zei: "De eerste dag denk je: Heerlijk, een grutto. Maar na een paar dagen denk je: Kan dat beest nou niet even zijn bek houden?" Nu ben ik alleen maar blij als ik er eentje hoor. Vroeger werd ik als ik daar naar het Wad liep, altijd aangevallen door kieviten en grutto's. Tegenwoordig ben ik al blij als ik er eentje zie. Trouwens ook de stilte in de duinen is beangstigend. Vroeger zat het ter hoogte van paal 16 vol met leeuweriken en er broedden altijd twee paartjes blauwe kiekendief bij Douwke's Plak. Allemaal verdwenen? Maar het was dit jaar wel een enorme verrassing om een hop te zien op de Boschplaat, en tegelijkertijd een overvliegende rode wauw.
20
Natuurdagboek vanaf 20 augustus t/m 11 november In dit dagboek geef ik weer wat ik in onze tuin of op het eiland waarneem
Geerlof du Bois
20 augustus: Mooi zomer weer,temp.ca 20 graden Uit onze tuin kan ik niet alleen groente maar ook volop bloemen knippen o.a. éénjarige asters,(Aster sinensis) die veel bezocht worden door talrijke vlinders en allerlei soorten zweefvliegen. De bloemen staan lang op de vaas in huis. Ook lathyrus en dahlia’s kan ik nu volop snijden. ‘s Avonds nog even naar het strand gefietst waar ik tussen Midsland en Paal Acht zeven lepelaars zag foerageren. 25 augustus: Vandaag 9 m/m regen afgetapt. Een dag met veel zon temperatuur 20 graden een echte mooie zomerdag. Een dag waarbij de bramen goed rijpen. Ik zie kans om een pond van deze heerlijke vruchten te plukken. In de duinen van de Koegelwieck in Hoorn vond ik een groot aantal bloeiende klokjes gentianen (foto) (Gentiana Pneumonanthe). Helaas dragen de cranberry’s dit jaar heel weinig vruchten. Ik zag ook diverse soorten libellen. ‘s Avonds een flinke regenbui. 27 augustus: Tussen de buien door zie ik kans om drie pond bramen te plukken. Wat zijn het een mooie vruchten als ze zo glimmend zwart aan de struik hangen. ‘s Middags zien we een waterhoos boven het wad.
21
6 september: Bij terugkomst van de wal in stormachtig weer tap ik 39 m/m regen af. De planten en bloemen in onze tuin hebben flink te lijden gehad van het slechte weer in de achterliggende dagen. 10 september: Eindelijk weer een mooie dag met mooie stapel wolken. Het gras maaien en de laatste pruimen geplukt. De oogst was overvloedig dit jaar. Na de pluk snoei ik meteen de boom opdat de snoeiwonden nog voldoende wondweefsel kunnen vormen voor de winter. 12 september: Een stormachtige dag en vooral ‘s morgens flinke buien. ‘s Avonds vogels wezen kijken op Seeryp. Heel mooi waren de bontbekplevieren, krombekstrandloper, zilverplevieren en hon-derden rosse grutto’s die voor ons een prachtige luchtshow op-voerden. 15 september: Een mooie herfstdag met veel zon. In de moestuin de stokken van de snijbonen en het gaas van de lathyrus opgeruimd. Hieraan merk je dat ook in de moestuin het najaar in aantocht is. ‘s Middags een heerlijke strandwandeling gemaakt richting oost terug langs de binnenduinrand nog diverse bloeiende planten gezien o.a. duinviooltjes (viola tricolor) zandblauwtje (Jasione montana) en boerenworm kruid (chrysanthemum vulgare) 20 september: Vandaag zien we voor het eerst van dit naseizoen weer een roodborst op de voerplank ook twee vinken en een paar koolmezen waren van de partij het aantal huismussen neemt nog steeds toe. In de moestuin de laatste sperziebonen geplukt het pad naar de schuur ook eens goed opgeknapt. De hele dag droog en een temperatuur van 18 graden. 25 september: Een grote buizerd bracht vandaag bezoek aan onze tuin. 28 september: Een prachtige nazomerdag met een temperatuur van 20/21 graden. ‘s Avonds een fietstocht door de duinen gemaakt helaas zie ik veel konijnen met myxomatose, wat jammer dat deze ziekte elk jaar weer de nodige slachtoffers eist.
22
5 oktober: Een echte herfstdag, een stormachtige wind en af en toe een flinke bui met soms al wat hagelstenen. De temperatuur daalt naar 11 graden. Op ‘t landje nabij ons huis zit al enkele dagen een witte kwikstaart die wacht kennelijk op beter weer alvorens verder te trekken. Ik vind dat er dit jaar veel minder paddenstoelen groeien dan andere jaren. Tijdens een wandeling in het bos van Formerum kwam ik een heel mooi exemplaar van de vliegenzwam tegen.
13 oktober: Een mooie dag met veel zon. De roodborst in onze tuin heeft er zin want dat beestje zingt de hele dag. Ook waren er enkele vinken en een groenling te gast. In de tuin heb ik enkele bloembakken opgeruimd waarvan de planten uitgebloeid waren. Het aantal huismussen dat onze voerplank bezoekt is inmiddels gegroeid tot dertig tot veertig exemplaren. Ook bracht een Rosse woelmuis een bezoekje onder de plank. 22 oktober: Ik oogst vandaag de laatste buitendruiven, haal ook het net eraf dan kunnen de merels de rest op eten, de oogst was dit jaar weer prima en de smaak was ook goed want hoe langer ze hangen hoe zoeter ze smaken. Ook pluk ik nog steeds chrysanten. Verder oogst ik nu diverse koolsoorten en bietjes alsmede andijvie.
23
28 0ktober: eerst wat motregen maar later zon. We zagen vandaag weer een buizerd in onze tuin zou die zin in een van de kippen hebben? Ook het aantal merels en koperwieken neemt toe en de spreeuwen zien we op het land in steeds grotere groepen foerageren. 1 november: Echt november weer, stil nevelig met slechts af en toe een glimp van de zon. De bladeren van de boom in onze tuin vallen nu gestadig dus dat wordt harken geblazen. 6 november: Nog steeds mooi droog weer helaas geen zon. De wind kruipt naar de noord oosthoek waardoor het wat kouder aanvoelt. Er zijn vandaag ook veel vogels in onze tuin. Zoals koperwieken, merels, huismussen, enkele eksters, heggenmus een winterkoning, zanglijster en natuurlijk de roodborst. 10 November: Al dagen lang mist en weinig wind. De temperatuur zakt ook elke dag een graad en komt nog maar net aan de zes á zeven graden. Ik heb vandaag de winterbietjes uit de grond gehaald die bewaar ik op een koele plaats in een emmer met wit zand waardoor ik ze altijd voor het pakken heb. We zagen ook weer een grote buizerd rond ons huis Het meeste blad is nu van de bomen en ook in het bos word het steeds kaler en de laag bladeren op de bodem steeds dikker wel gezellig om op te lopen.
24
Enkele dagen te gast op Terschelling.
De laatste dagen van de maand september en de eerste dagen van oktober 2011 waren wij te gast op Terschelling. Begunstigd door het fraaie najaarsweer hebben wij, mijn vrouw en ik, daar ontzettend van genoten. Niet in het minst door het zeer gastvrije onthaal van Harry en Carla van Kasteel uit Midsland, zus en zwager van ons. De dames hadden hun eigen ding en gingen het dorp in of naar het strand. Met Harry ben ik twee dagen gaan fietsen en struinen in de duinen. Wat een verrassing voor mij. Harry is kenner van de natuur op Terschelling en weet er ontzettend veel van te vertellen. Of het over bloemen ging, over beestjes, vlinders of over paddenstoelen, hij wist het mij boeiend over te brengen. Ik ben zelf al 25 jaar lid van het IVN in Venray, dus niet helemaal een leek. We zijn een dag op de West geweest in het gebied de Noordsvaarder. Bij en op de bunkers met een prachtig uitzicht op de Wadden. We hebben uren gestruind door de duinen aldaar. We hadden het geluk nog vele bloemen en struiken te kunnen zien. Zoals de duindoorn, blauwe zeedistel het zandblauwtje, duizenguldenkruid, hazepootje, parnassia, kraaiheide, cranberry’s melkdistel, de kleine teunisbloem, en de zeeraket. Hij vertelde mij, als heikneuter uit Brabant en Limburg, veel over het ontstaan van de duinen, duinvalleien, de grondlagen, de planten die kalk nodig hebben, over organische stoffen. Rendiermos, korstmossen, in de duindoorn struiken aan de uiteinden van de takken witte spinsel van bastaardsatijnvlinder. Onderweg werden wij ook geconfronteerd met de dode konijnen, die her en der verspreid lagen, wellicht door myxomatose. Na een urenlange wandeling door dit gebied zijn we na een lichte lunch, met de fiets weer teruggereden naar Midsland. Maar wel via een andere weg door dennenbossen, loofhoutbossen, kale vlakten, langs poelen, meertjes via West aan Zee, Midsland aan Zee naar Midsland. Onderweg nog enkele paddenstoelen gefotografeerd zoals de wittekluif-, geschubde inkt- en de grote parasolzwam. 25
De volgende mooie dag zijn we naar de Boschplaat gefietst. Onderweg toch nog even naar de gerestaureerde eendenkooi. Een prachtig stukje werk midden in de natuur. Verder naar het Jan Thijssenduin gefietst en daar de fietsen achter gelaten. Enkele uren daar gewandeld en gestruind. Over het hoogste duin, door het afgebrande stuk natuur. De berken komen weer opzetten, de heide is er alweer, het zal nog wel enige tijd duren voor het weer is, zoals het ongeveer geweest is. We liepen door het vochtige Rozenlaantje, waar diverse paddenstoelen aanwezig waren en veel cranberry’s en kamperfoelie. Verder gerust bij de duinpoel, waar Harry mij zei om even rustig stil te staan en in het water te kijken. (Rustig is voor mij moeilijk). Ik zag in eerste instantie niks, later tientallen jonge rugstreeppadjes en salamanders. In de buurt ook de mierenleeuw gezien. Nog nooit van gehoord. Boeiend verhaal er om heen. Verder gelopen tot aan het wad. Onderweg Engels gras, zeekraal, zeeasters, zeealsem, kokkels en krabbetjes. Teruggelopen naar onze fietsen over een beetje normale weg. Harry vertelde me onderweg ook van de prachtige orchideeënplekken. In April/mei moet je terugkomen om te kunnen genieten van de prachtige orchideeën. Dat zal ik zeker doen als ik daar de tijd van leven voor krijg. Bedankt Harry voor deze uitnodiging. We zijn door de duinen weer teruggefietst naar huis, echter niet voordat we een plantje van de zonnedauw hadden gevonden. En die vonden wij bij de ijsbaan in het Hoornsebos. Mijn conclusie van Terschelling: Het is een prachtig eiland met veel variatie in de natuur, dennenbossen, loofhoutbossen, prachtige planten, mooie historie, mooie duinen, fraaie stranden, veel dieren, polders, kwelders en wadden. Een eiland om lief te hebben…… TERSCHELLING, NATUURLIJK. Ik moet er wel 2 x 235km voor rijden. Ik las van de week een stelling van Dr. Johan van der Wal. Universiteit Groningen: “De komst van het toerisme heeft op Terschelling de eeuwenlange beroepskeuze tussen boer en zeeman definitief doorbroken.”
Ad Swinkels – Venray 2011
26
De Lijsterbes (Sorbus aucuparia) Hein Strick
Iedereen kent ze. Eerst met mooie witte bloemtrossen en later de bomen en struiken vol met roodoranje bessen. Vaak halen ze de herfst niet eens omdat de vogels er niet af kunnen blijven. De bes is rauw voor sommige mensen, die er gevoelig voor zijn, enigszins giftig; de bessen bevatten parasorbinezuur. Als je veel rauwe bessen eet, hebben ze een prikkelende werking op het maagdarmstelsel. Je krijgt een overmaat aan speeksel, braakneigingen en een kans op een irritatie van het maagdarmkanaal. Door verhitting, koken, wordt het parasorbinezuur en het minimaal aanwezige blauwzuur afgebroken. In de geneeskunde werden in de Griekse Oudheid aandoeningen van de buikholte bestreden door kaas, geplet in wijn met wat zout en een paar gedroogde lijsterbessen in te nemen. De bessen werden ook gebruikt tegen scheurbuik. In de homeopathie vindt de lijsterbes toepassing als middel tegen gal- en nierproblemen.
Als je de bessen wil gebruiken als kerstversiering moet je ze onder droog wit zand bewaren, waarbij de bessen niet tegen elkaar aan mogen liggen. 27
Een krans van lijsterbestakken met een rode draad aaneen gebonden voor het venster geplaatst of op de voordeur gehangen, beschermt tegen blikseminslag. Om vee te beschermen tegen ziektes hing men lijsterbestakken op aan de stallen. In Engeland heeft men het over “heksenhout” (witchwood). Bij het ophangen van de kransen en kruisen zei men het volgende rijmpje op : ”Lijsterbes en scharlaken draad, Waarborg mij tegen tegenslag en kwaad, Bescherm mij goed van vroeg tot laat”. Vanwege de bladvorm wordt de Lijsterbes ook Wilde Es, Averesch en Haveresch genoemd. Als je de bessen wil verwerken in siroop, jam, wijn of soep, dan moeten de bessen 12 uren weken in verdunde azijn, waarna ze af-gegoten worden. Een lekkere jam : gelijke delen bessen, en water koken en zeven. De helft van het gewicht aan suiker en een scheutje witte wijn toevoegen.
Rinkelbollen nieuws Er zijn nieuwe Natuur - links toegevoegd op de website. Vlindernet, Libellennet, vogelbescherming, Paddenstoelen in Friesland en Nederlandse Mycologische vereniging. Wilt u graag op de hoogte blijven van nieuws en agendawijzigingen? Stuur uw email adres naar de redactie:
[email protected] De website van de natuurvereniging Terschelling wordt goed bekeken. U kunt ons steunen door donateur of sponsor te worden. Door middel van het plaatsen van een advertentie op onze website www.rinkelbollen.nl /nieuws/sponsors. En u ontvangt dan 4 keer per jaar het mededelingenblad Rinkelbollen. Meer weten? Neem dan contact met ons op tel: 0562 450433 of ‘n berichtje naar de redactie
[email protected] 28