inh oud Het archief
2 6
over de geschiedenis van toptalent
Per definitie Verhaal
19
8
verklaring van de belangrijkste begrippen
Rekenbekerdag
door Theo Hoogstraaten
1324
Ooggetuigen Patrick van Leeuwen hoofd scouting van de Feyenoord Academie, Syrinx Jessen dwarsfluitiste, Olivier Tuinier filmacteur en Annelies Sablerolles moeder van een hoogbegaafd kind doen verslag van hun ervaringen
27
In naam der wet
14
alle wetten en regels op een rijtje
Waar gebeurd
v ra ge n to p tien
16 20 22 25
het stripverhaal
Jij en toptalent
Een geniale ontmoeting In de finale van het Prinses Christina Concours 2002 won Lotte Penn de eerste prijs
Vragen Toptien De deskundige
en
28
Enzo
over hoogbegaafde kinderen over het ontdekken van musicaltalent
30
voor als je meer wilt weten
dossier
Inhoudsopgave 6
Over toptalent vroeger en nu...
() Zou je liever nu een toptalent willen zijn dan vroeger?
Hij kon zien of jij genoeg talent had om ook beroemd te worden. Grote schilders uit het verleden - Rembrandt, Michelangelo, Velázquez - zijn bijna allemaal zo begonnen. Als gezel van een meester. Ze leerden schilderen zoals de meester het voordeed.
2 ...in de kunst
Het
We gaan even ver terug in de tijd. Stel je was een paar honderd jaar geleden geboren. En je was heel goed in schilderen, een echt toptalent. Naar school hoefde je niet, er was geen leerplicht. Maar als je ouders geen geld hadden dan zou waarschijnlijk niemand jouw talent hebben ontdekt: dan moest je al op jonge leeftijd gaan werken. Als je ouders niet al te arm waren, dan konden ze je al heel jong naar een atelier sturen van een schilder die al beroemd was. Van hem kon je het vak leren. Hij was de meester en jij werd zijn gezel (leerling).
Ben je nú goed in schilderen of muziek maken, dan moet je eerst gewoon je school afmaken. Pas daarna kun je naar de kunstacademie, het conservatorium of de popacademie. Op deze scholen leer je vooral jouw schilder- of muziektalent te ontwikkelen. Als iedereen zegt dat je veel talent hebt voor zingen, dan kun je bijvoorbeeld ook meedoen met selectiewedstrijden of talentenjachten. Die waren er vroeger allemaal niet. Tegenwoordig geldt voor toptalent in de kunst vooral: je moet je eigen stijl ontwikkelen. Terwijl je vroeger veel meer getraind en gekneed werd om in de stijl van jouw meester te werken.
De zevenjarige Wolfgang Amadeus Mozart in hofkleding
Wie heeft dit schilderij gemaakt? Als je in een museum loopt tussen de oude schilderijen, dan staat er wel eens ‘van een leerling van Rembrandt’ bij zo’n schilderij. Van veel prachtige schilderijen uit de Middeleeuwen is niet eens bekend door wie ze gemaakt zijn. Die schilderijen kwamen uit een atelier waar allemaal onbekende toptalenten werkten. Allemaal probeerden ze in één bepaalde stijl te schilderen. Het is heel goed mogelijk dat een leerling van Rembrandt een schilderij maakte en dat de grote meester zelf daar zijn handtekening onder zette. Daarom is er onder kunstkenners over sommige schilderijen nog steeds discussie over de vraag wie nu eigenlijk de maker van dat schilderij is.
Het
() Kon je vroeger als sporttalent ook al rijk worden?
...in de sport Als je een paar honderd jaar geleden een supertalent had voor sport, dan was dat misschien heel leuk, maar ook niet meer dan dat. Met sport kon je vroeger namelijk geen geld verdienen. Ook niet als je een toptalent was. Sport was alleen iets voor de vrije tijd, niet iets om rijk mee te worden of je brood mee te verdienen. En vrije tijd was er vroeger niet veel; de meeste mensen moesten hard werken. Op oude schilderijen kun je zien dat mensen toen wel schaatsten en andere sporten beoefenden. Maar alleen voor hun plezier, beroepssporters bestonden toen niet. Vandaag de dag zijn er voor echte uitblinkers wel mogelijkheden om van sport te leven. Met sommige sporten kun je zelfs echt rijk worden. Als je tenminste tot de echte top behoort. Denk maar eens aan het salaris van topvoetballers of aan de prijzen die tennissterren kunnen winnen. Sommige goede sporters zijn al miljonair voor hun twintigste.
3
4
Meisjes en jongens Schaken is een denksport waar vooral jongens goed in zijn. De Hongaarse leraar Laszlo Polgar dacht daar heel anders over. Zo’n twintig jaar geleden haalde hij zijn drie jonge dochters Judith, Susan en Sofia van school en ging ze thuis zelf les geven. De meisjes kregen vooral les in schaken. Acht tot tien uur per dag! Want Laszlo Polgar wilde bewijzen dat meisjes wel degelijk goed kunnen leren schaken. Hij kreeg gelijk: alle drie zijn dochters werden echte toptalenten. De jongste van de drie zusjes Polgar, Judith, behoort nu tussen alle mannen zelfs tot de echte wereldtop. Ze reist de wereld rond en verdient haar brood met het spelen van toernooien en matches. Wie weet wordt ze ooit wereldkampioen.
Het
...en echte bollebozen Was je vroeger echt goed in leren, dan moest je wel geluk hebben. Zonder rijke ouders kwam je namelijk niet ver. De meeste mensen moesten vroeger keihard werken om te overleven. En hun kinderen werkten mee, naar school gaan was vaak veel te duur. Leerplicht bestond toen nog niet. Maar aan bollebozen van rijke ouders werd veel aandacht besteed. Die gingen meestal niet eens samen met andere kinderen naar school, maar kregen les aan huis. Privé-
In de negentiende eeuw ontstonden overal schaakclubs
onderwijs heet dat nu. Had je vroeger veel talent om te leren en kon dat ook, dan sprak je al verschillende vreemde talen als je tien jaar oud was. Of je was op die leeftijd een bolleboos in de wiskunde en in de sterrenkunde. Vandaag de dag gaat bijna iedereen naar de basisschool. Er is leerplicht. Maar echte bollebozen vervelen zich vaak op school. Ze hebben een voorsprong op andere kinderen en vinden de lessen vaak saai. De lessen op school zijn voor hen vaak geen echte uitdaging. Hoogbegaafde kinderen worden later vaak advocaat, journalist of kunstenaar. Ze kiezen een beroep waarin ze het zelf voor het zeggen hebben, een beroep zonder een baas die zegt wat ze moeten doen.
De match om het wereldkampioenschap van 1984-1985 tussen Karpov (links) en Kasparov duurde vijf maanden
Het Hoogbegaafd Kinderen die superslim zijn op school worden hoogbegaafd genoemd. Men zegt ook wel eens dat zij ‘extra intelligent’ zijn. Het zijn kinderen met bijzondere talenten. Maar later in het leven krijgen hoogbegaafde kinderen het niet altijd gemakkelijk. Natuurlijk, een aantal van hen wordt echte topmanagers. Maar lang niet alle hoogbegaafde leerlingen hebben later in hun leven ook succes in hun werk. Sommige hoogbegaafde toptalenten raken juist het spoor bijster als ze ouder worden. Wist jij dat twee procent van alle zwervers in Nederland als leerling op school hoogbegaafd was?
Een paar beroemde toptalenten uit de Nederlandse geschiedenis ( Christiaan Huygens (1629-1695) was een van de grootste uitvinders uit de Nederlandse geschiedenis. Hij heeft het slingeruurwerk uitgevonden en de telescoop verbeterd. Hij was een kei in wiskunde. Toen hij negen jaar oud was, sprak hij met zijn broers Latijn, componeerde hij muziek en studeerde hij Grieks, Italiaans en geografie. ( Vincent van Gogh (1853-1890) was een van de grootste Nederlandse schilders. Helaas is hij pas na zijn dood wereldberoemd geworden. Vincent heeft het tekenen en schilderen helemaal zelf geleerd; hij heeft nooit op een kunstacademie gezeten. Hij stierf arm en berooid, maar vandaag de dag zijn z’n schilderijen vele miljoenen euro’s waard.
() Wat is een gezel?
( Anne Frank (1929-1945) had een groot talent voor schrijven. Als joods meisje moest zij met haar familie onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het dagboek dat zij toen bijhield is na de oorlog als boek uitgegeven. Van dat boek zijn meer dan 30 miljoen exemplaren wereldwijd verkocht. Hoewel zij erg jong is gestorven (in het concentratiekamp Bergen-Belsen) is zij de meest verkochte Nederlandse schrijver. ( Johan Cruyff (geboren in 1947) is de beroemdste Nederlandse voetballer aller tijden. Op 17-jarige leeftijd speelde hij voor de eerste keer in het eerste elftal van Ajax. Twee jaar later speelde hij zijn eerste officiële interland; hij scoorde drie keer. Met Ajax won hij drie keer achter elkaar de Europacup.
5
a
Absoluut gehoor
c
Het vermogen om afzonderlijke tonen zonder hulpmiddelen in hun waarde te herkennen.
Ambitie Als je heel graag wilt dat heel veel mensen je kennen en bewonderen omdat je bijvoorbeeld goed kunt voetballen, mooi kunt zingen of goed kunt schaken en je heel erg je best doet om dit te bereiken, noemen we dat ambitie.
Auditie Als je wilt meedoen aan een toneelstuk of een muziekuitvoering, moet je eerst auditie doen. Dit betekent dat je van tevoren een stukje moet spelen of zingen om te laten zien wat je kunt.
6
Autisme Autisme is een ziekte die je kunt herkennen omdat iemand erg in zichzelf gekeerd is en geen contact heeft met de buitenwereld. Een autist kan nauwelijks tot geen contact maken met de mensen om hem heen.
b
Bewegings- en theater compositie
Concours Een concours is een wedstrijd waarbij de deelnemers beoordeeld worden op hun individuele prestaties. Er zijn paardrijconcoursen, maar ook muziekconcoursen en zangen dansconcoursen.
Doorzettingsvermogen Als je de kracht hebt om door te gaan, ook als het niet gaat zoals je het graag zou willen, heb je doorzettingsvermogen. Je geeft de moed niet op, maar gaat verder tot je je doel bereikt hebt.
EQ EQ is de afkorting van emotionele quotiënt. Dit cijfer geeft informatie over je emotionele intelligentie. Emotionele intelligentie heeft te maken met de manier waarop mensen met anderen omgaan, hoe ze situaties aanvoelen en hun eigen gevoelens kunnen herkennen. Zie ook IQ.
Hoogbegaafd Iemand die meer dan normaal verstandelijk begaafd is, noemen we hoogbegaafd. Het tegenovergestelde van hoogbegaafd is zwakbegaafd. Zwakbegaafde mensen kunnen moeilijk leren.
d e h
Hoe het lichaam beweegt in de ruimte (bijvoorbeeld op het toneel) en de invloed van de ruimte op het lichaam.
per def f
i l
IQ
Talentenjacht
IQ staat voor intelligentiequotiënt. Dit cijfer geeft informatie over wat jij allemaal weet (de kennis die je hebt) en hoe jij problemen oplost. Je kunt je intelligentie meten met behulp van een intelligentietest. Hoogbegaafde mensen hebben een IQ van boven de 130. Zwakbegaafde mensen hebben een IQ van minder dan 80.
Speciale bijeenkomsten waar volwassenen of kinderen hun talent aan publiek en een jury kunnen laten zien. Er zijn bijvoorbeeld talentenjachten om jonge muzikale talenten op te sporen of om mensen te zoeken die heel goed kunnen dansen.
Laatbloeier Een laatbloeier is iemand bij wie pas op latere leeftijd duidelijk wordt dat hij ergens aanleg voor heeft.
Masterclass
m
Een les van een heel goede leraar of lerares.
Muzikaal Als iemand laat zien dat hij gevoel heeft voor muziek, noem je hem muzikaal.
r
Repertoirekennis Kennis van de toneel-, dans- of muziekstukken die worden uitgevoerd. Een repertoire is een lijst van ingestudeerde stukken.
Solist Iemand die alleen (solo) optreedt.
t
s
t
Talentvol Iemand met veel talent, noemen we talentvol. Je hebt bijvoorbeeld talentvolle sporters, musici, schrijvers, dichters en acteurs. Het tegenovergestelde van talentvol is talentloos.
Uitblinker Iemand die opvalt omdat hij ergens heel erg goed in is, noem je een uitblinker.
Wonderkind Een kind dat bijzonder begaafd is, noemen we een wonderkind. Het kind kan iets buitengewoons. Mozart was een wonderkind. Hij kon al op zeer jonge leeftijd verbazingwekkend goed pianospelen en ingewikkelde muziek componeren. (Zie ook het stripverhaal)
u w 7
Talentenscout Een talentenscout of talentenjager is iemand die talentvolle mensen probeert op te sporen. Hij is eigenlijk de ontdekker van nieuwe talenten. Voetbalscouts gaan bijvoorbeeld naar trainingen en wedstrijden van jeugdvoetballertjes om te kijken of er misschien een talent tussen zit.
finitie f
Rekenbekerdag door
8
Theo Hoogstraaten
o
Na de middagpauze schuifelen Aldina en Fatima de klas in. Om hen heen wordt druk gepraat en gegiecheld. ‘Doe normaal, Evert,’ snauwt Aldina naar een jongen die haar in zijn haast om binnen te komen zo’n duw geeft dat ze tegen Fatima aanvalt. ‘Evert is van slag.’ Fatima wrijft met een pijnlijk gezicht over haar arm. ‘Iedereen verwacht van hem dat hij vandaag gaat winnen en daar wordt hij behoorlijk zenuwachtig van.’ ‘Daarom hoeft hij mij niet zo te duwen,’ zegt Aldina kwaad. ‘Misschien deed hij het omdat hij bang voor je is,’ fluistert Fatima met een geheimzinnig gezicht, terwijl ze naar hun plaats lopen. ‘Volgens meester Ad ben jij net zo goed in rekenen als hij.’ ‘Poeh... meester Ad... Hoe kan die dat nou weten?’ Nuffig trekt Aldina haar neusje op. ‘Laat hem eerst zelf maar eens leren rekenen en dan wat over mij zeggen.’ Fatima kijkt haar vriendin geschrokken aan. ‘Dat zeg je toch niet over de meester. Straks hoort hij het nog.’ ‘Nou en? Rekenen stelt niets voor en toch kijkt meester Ad altijd in zijn antwoordenboek als hij iets voorrekent. En dat rekenbeker-gedoe is gewoon stom!’ ‘Waarom dan?’ Aldina haalt haar schouders op. ‘Heb je de opgave van vorig jaar gezien? Zó makkelijk!’ Fatima houdt haar mond. Zíj vond die opgave erg moeilijk. Het heeft echter geen zin om dat aan Aldina te vertellen. Zij kan zich dat toch niet voorstellen.
o
Meester Ad loopt door de klas en deelt ruitjespapier uit. ‘Laat jullie hersens maar vast warmdraaien,’ roept hij. ‘Wie geen rekenmachine van thuis heeft meegenomen mag er een uit de kast pakken.’ Langzaam verstomt het rumoer. ‘Dan is nu het moment aangebroken om de spelregels uit te leggen,’ zegt meester Ad. Hij loopt naar de vitrinekast en haalt de rekenbeker eruit. Iedereen staart naar de goudkleurige, piramidevormige beker, waarvan de punt op een zwaar, vierkant voetstuk is bevestigd. Twee driehoeken doen dienst als oren. ‘Hier komt de naam van de winnaar van dit jaar te staan.’ Meester Ad wijst op de namen van kinderen die de prijs eerder hebben gewonnen. Hij pakt vier kaartjes van zijn bureau en laat ze in de beker glijden. ‘En de winnaar mag deze kaartjes voor Six Flags er straks uit halen.’ ‘Dat weten we al, meester. Kom nou op met die som,’ kreunt Evert ongeduldig. ‘Eerst de spelregels.’ ‘Die kennen we ook al. Je hebt maximaal een halfuur. Wie het eerste het goede antwoord inlevert, heeft gewonnen. Als niemand het goede antwoord geeft, dan wint degene die er het dichtstbij zit.’ ‘Uitstekend. Heeft iemand nog wat te vragen?’ Aldina’s vinger schiet omhoog. ‘Aldina?’ ‘Ik vind het een stomme wedstrijd, meester.’ Het wordt opeens doodstil in de klas. Iedereen kijkt naar Aldina. Ze lijkt geschrokken van haar impulsieve reactie, want haar wangen zijn rood en ze kijkt onzeker naar meester Ad, die de arm waarmee hij het bord wilde omdraaien heeft laten zakken. ‘Ik hoop dat je een goede reden hebt om dat te zeggen.’ De lach is van het gezicht van de meester verdwenen. ‘Een rekenwedstrijd die je kunt winnen terwijl je een fout antwoord geeft, is stom, meester. De uitkomst van een rekensom is goed of fout. Bijna goed is dus fout.’ ‘Je bent het dus niet eens met de spelregels,’ stelt meester Ad met een verongelijkt gezicht vast. ‘Ze zijn nu eenmaal zo. Als je het er niet mee
9
gadrekebnekeR
Rekenbekerdag
10
o
eens bent, dan doe je toch niet mee. Heeft iemand anders nog iets op te merken? Nee? Nou veel succes allemaal.’ Met een zwaai klapt hij het bord open. Aldina kijkt verslagen om zich heen. Iedereen concentreert zich op de opgave. De discussie tussen haar en meester Ad is op slag vergeten. Ze bijt op haar lip om niet te laten merken hoe rot ze zich voelt. Het is weer hetzelfde liedje als op haar vorige school. Daar hoefde ze haar vinger maar op te steken of het commentaar barstte al los. “Ja hoor, Aldina weet het weer beter. Wat zijn wij toch dom, hè?” Ze had geen vrienden en werd door haar klasgenoten regelmatig gepest. Daarom is ze door haar ouders van die school gehaald. Hier heeft ze gelukkig nog geen problemen gehad en misschien wordt Fatima wel haar vriendin. Haar ogen glijden naar het bord. Tel alle getallen van 0 tot 1000 bij elkaar op, staat er met grote, sierlijke letters. Ook al doet ze niet mee, ze kan de rekenmachine die in haar hoofd zit niet afzetten. Voorzichtig scheurt ze een stukje van het ruitjespapier af en schrijft er iets op. Terwijl ze de meester in de gaten houdt, leunt ze naar Fatima en legt snel het papiertje op haar tafel. Fatima leest wat erop staat en kijkt haar kant op. ‘Zeker weten?’ vraagt ze met haar lippen. Aldina knikt. Even later loopt Fatima naar voren en legt haar papier met de uitkomst op meester Ads tafel. ‘Dat is snel, Fatima.’ Het klinkt een beetje wantrouwig. Hij weet dat Fatima geen rekenwonder is. Hij pakt het papier en noteert er de tijd op. Het duurt nog geruime tijd voordat Evert, Lisa en een paar andere kanshebbers hun antwoorden komen inleveren. In de klas wordt gezucht en gesteund. Het lukt lang niet iedereen om de som binnen
o
het halfuur klaar te hebben. Intussen bekijkt meester Ad de ingeleverde antwoorden. ‘Tijd!’ roept hij dan. Trage rekenaars staken hun ongelijke gevecht met de tijd. Onder de inleveraars stijgt de spanning. Meester Ad heeft alle antwoordvellen op een stapeltje gelegd, op één na. ‘Het is mij een eer en een genoegen om te kunnen mededelen dat dit jaar het juiste antwoord is ingeleverd,’ zegt hij plechtig. ‘Ik schrijf nu het goede antwoord op het bord.’ Hij pakt een krijtje, en noteert tergend langzaam een vijf en een nul. Hij laat een kleine ruimte open en zet daarachter twee nullen neer. De klas volgt de bewegingen van het krijtje ademloos. ‘En dat is hem dan.’ Op de open plek wordt een vijf ingevuld. ‘Yes... yes...’ Evert staat juichend naast zijn bank. Lida en Adwin kijken sip. Hun uitkomst is blijkbaar niet goed. ‘Het is fout, meester. Dat antwoord klopt niet.’ De stilte ploft de klas in. Aldina voelt dat ze vuurrood wordt omdat iedereen haar aanstaart. Ik ben het weer aan het verpesten, dreunt het door haar hoofd. ‘O ja, Aldina?’ zegt meester Ad ongelovig. ‘Jij weet het zelfs beter dan de meneer die dit boekje heeft geschreven?’ ‘Ja, meester.’ Ook al voelt ze zich nog zo rot, ze moet dit gewoon zeggen, zo zeker weet ze het. ‘Die meneer heeft het ook fout.’ ‘En jij rekent dat eventjes uit je hoofd na?’ ‘Ja, meester. Als ik een som zie, begint mijn hoofd meteen te rekenen. Ik kan dat niet tegenhouden. Zal ik het uitleggen?’ Meester Ad kijkt vragend de klas rond. ‘Laat maar horen. Als de klas tenminste wil luisteren. Je moet wel bewijzen dat je gelijk hebt.’ Ze ziet een paar kinderen uit haar klas instemmend knikken. Die laten haar gelukkig niet vallen. Vanuit haar ooghoeken ziet ze dat Fatima strak naar de meester blijft kijken. ‘Oké. Je moet net doen of er niet 1000 maar 100 staat. Dan tel je 1 op bij 99. Dat is samen honderd. Dan 2 bij 98, dat is samen weer honderd. Dan 3 bij 97, enzovoort. Als je dat 49 keer doet, ben je bij 51 gekomen. Je hebt alleen 50 nog niet opgeteld. De uitkomst is dus 49 maal 100 = 4900 + 50 = 4950. Je moet dat met 10 vermenigvuldigen om de uit-
11
gadrekebnekeR
Rekenbekerdag
o 12
komst van de opgave te krijgen. Dat is dus 49500 en niet 50500.’ De klas heeft doodstil geluisterd. Meester Ad kijkt naar het bord. Hij lijkt opeens niet meer zeker van zijn zaak, dat valt van zijn gezicht af te lezen. ‘Toch staat hier 50500,’ zegt hij aarzelend. ‘Je moet ergens een fout hebben gemaakt, Aldina.’ ‘Nee, meester, echt niet. Die meneer van uw boekje maakt een fout. Op het bord staat: alle getallen van 0 tot 1000, en niet: alle getallen van 0 tot en mét 1000. Dan was 50500 wel het goede antwoord geweest.’ Meester Ad kijkt in het boekje en leest nog eens wat hij op het bord heeft geschreven. Heel langzaam wordt zijn hoofd rood. Op zijn voorhoofd verschijnen zweetdruppeltjes. ‘Het komt door... eh... Ik heb het zelf niet goed overgeschreven, zie ik. Hier staat inderdaad alle getallen van 0 tot en met 1000. Het spijt me, Evert, je antwoord is toch niet goed. Ik moet kijken of iemand anders het wel goed heeft.’ Iedereen wacht stil af tot hij de antwoordvellen heeft doorgekeken. ‘Hier heb ik het echte goede antwoord. Het is van Fatima,’ klinkt het verrast. ‘Hoe heb je dat zo snel uitgerekend?’ De aandacht wordt verplaatst naar Fatima, die triomfantelijk om zich heen kijkt. ‘Ik heb het van Aldina, meester. Ze had het binnen een paar minuten uitgerekend. Ik vind dat u de prijs aan haar moet geven.’ Meester Ad kijkt de klas rond. ‘Ik denk niet dat een van jullie er bezwaar tegen heeft als ik Aldina de prijs geef.’ Niemand protesteert, zelfs Evert niet, terwijl hij het dichtst bij het goede antwoord zit en eigenlijk recht op de prijs heeft. Aldina haalt opgelucht adem. Ze weet nu zeker dat Fatima haar vriendin wordt. ‘Dank je wel, Fatima,’ zegt ze blij. ‘Ik zou het heel erg leuk vinden als jij met me mee gaat naar Six Flags.’
Je moet er alles voor over hebben Bijna alle jongens die gescout zijn, dromen ervan om ooit in het eerste van Feyenoord te spelen. Maar die top bereiken er maar weinig. Daarvoor moet je heel wat in je mars hebben. Een goede techniek en tactisch inzicht zijn natuurlijk belangrijk, maar nog belangrijker is een goede mentaliteit. Je moet aan jezelf willen werken en de wil hebben om te winnen. En daarin moet je tot het uiterste willen gaan. Daar heb je discipline voor nodig. Dirk Kuyt van Feyenoord is daar een goed voorbeeld van. Voor de Feyenoord Academie scouten we elk jaar zestien F-jes. Ook vullen we de andere teams weer aan. De jongens die gescout zijn, krijgen een stage van vijf weken aangeboden. Ze trainen een aantal keer bij ons en kunnen zo zichzelf bewijzen en hun talenten tonen aan de trainers. De beste spelers bieden we een verlengde stage aan van nog eens vijf weken. Tijdens die stage trainen ze mee met de jongens van hun eigen leeftijdsgroep bij Feyenoord. Dan kunnen we ze vergelijken met onze eigen spelers. Na afloop worden ze weer beoordeeld. Dat is natuurlijk erg spannend voor de jongens. Als ze deze stage succesvol doorlopen, begint het pas echt. Ze worden toegelaten op de Academie en gaan trainen en spelen in een van de jeugdteams van Feyenoord. Per week trainen de F- en de E-spelers minimaal twee keer, de D’s minimaal drie keer. Daarnaast gaan de jongens gewoon naar school. We hechten veel
oo g
getuigen
Patrick van Leeuwen
Training van de jongens van de D1 van Feyenoord
waarde aan een schooldiploma want uiteindelijk halen maar een paar jongens de top van het betaald voetbal. Als je tussentijds de Feyenoord Academie moet verlaten, is het heel belangrijk dat je meerdere mogelijkheden hebt en daarvoor is een schooldiploma onmisbaar. Twee keer per seizoen krijgen de spelers een persoonlijke beoordeling. In december praten we met elke speler en zijn ouders over zijn vorderingen en wat er verbeterd moet worden. Eind april hebben we weer een gesprek. Dan krijgt elke speler te horen of hij bij Feyenoord mag blijven of niet. Dat is het vervelendste van mijn vak: een speler vertellen dat hij niet meer aan onze verwachtingen voldoet. Het leukste aan mijn vak vind ik als mijn gevoel over een talent klopt. Neem Ferne Snoyl, die heb ik getraind toen hij veertien was en die speelt nu in het eerste elftal van Feyenoord. )
13
i n
n a a m
)( Op pagina 13 kun je lezen hoe het gaat als je gescout wordt als voetbaltalent
14
Totdat je voor de wet meerderjarig bent, vanaf je achttiende, zijn je ouders verantwoordelijk voor je. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij ervoor moeten zorgen dat je gezond eet, een dak boven je hoofd hebt en goede kleding draagt. Als je nog geen achttien jaar bent, moet je beschermd worden tegen volwassenen, maar ook tegen jezelf. Daarom heb je van je ouders toestemming nodig om bepaalde rechtshandelingen te mogen verrichten. Er zijn een heleboel voorbeelden van rechtshandelingen. De meeste rechtshandelingen hebben te maken met het kopen of verkopen van spullen. Je mag alleen rechtshandelingen verrichten die in het dagelijks leven gebruikelijk zijn voor de leeftijd van een minderjarige.
() Waarom heb je tot je meerderjarig bent voor zoveel zaken de toestemming van je ouders nodig?
Waarvoor heb je toestemming van je ouders nodig? - het kopen van dure dingen Je mag bijvoorbeeld wel snoep of drinken, een buskaart of een kaartje voor de bioscoop kopen. Maar als je twaalf bent, mag je niet in je eentje een nieuwe fiets kopen. Een fiets is veel te duur. Je mag alleen een fiets kopen als je vader en moeder het daarmee eens zijn.
- het sluiten van een arbeidscontract Stel je voor dat je heel goed kunt voetballen en dat er een scout van een grote voetbalclub tegen je zegt dat hij een contract met jou wil afsluiten, kun jij dat dan doen? Als je jonger bent dan 16 jaar, mag je geen arbeidscontract sluiten zonder de toestemming van je ouders. Zij moeten hun handtekening naast die van jou onder het contract zetten. Met het plaatsten van hun handtekening stemmen ze in met het contract. Als ze niet tekenen, is het contract niet rechtsgeldig. Ben je ouder dan 16, dan mag je zelfstandig een arbeidscontract sluiten.
- het starten van een eigen bedrijf Het starten van een winkel op internet of het beginnen van een onderzoeksbureau is niet ‘normaal’ voor een minderjarige. Je hebt dus in ieder geval toestemming van je ouders nodig, voor je een eigen bedrijf kunt beginnen. Maar er zijn nog meer voorwaarden. Je moet voor het starten van een bedrijf in ieder geval minstens zestien zijn en behalve aan je ouders moet je ook nog toestemming aan de rechter vragen. Als je die toestemming krijgt, mag je ook zelfstandig rechtshandelingen uitoefenen die te maken hebben
d e r met het werken in het bedrijf. Je mag dan bijvoorbeeld computers inkopen voor je bedrijf zonder dat je daarvoor eerst toestemming van je ouders nodig hebt. Voor rechtshandelingen die niets met het bedrijf te maken hebben en die niet ‘normaal’ zijn voor een zestien- of zeventienjarige, heb je nog wel toestemming van je ouders nodig. Bijvoorbeeld als je geld wilt lenen om een stereoinstallatie of een dure nieuwe scooter te kopen.
- het uitgeven van je (zelf verdiende) geld Als je een vakantiebaantje hebt of af en toe werkt in het weekend, mag je zelf weten wat je met je geld gaat doen. Je ouders mogen dat geld niet van je ‘afpakken’. Maar als je veel geld verdient omdat je bijvoorbeeld in een film speelt, dan mag je dat geld niet zelf beheren. Je ouders moeten er voor jou op passen en mogen in ruil daarvoor de rente over jouw vermogen (het geld dat op je bankrekening staat) gebruiken. Als je nog thuis woont en regelmatig veel geld verdient, ben je zelfs verplicht kostgeld te betalen aan je vader en moeder. Hoeveel geld je moet betalen, hangt af van wat je precies verdient. Misschien vind je het raar dat je geld zou moeten betalen aan je ouders, maar daar is een goede reden voor. Stel je voor dat jij zelf geld verdient omdat je heel goed kunt voetballen. Je ouders brengen je elke dag naar de trainingen en zorgen voor goede sportkleding. Bovendien moet je regelmatig naar het buitenland om wedstrijden te spelen. Dit alles kost natuurlijk veel geld. Het zou onterecht zijn als jouw ouders dit allemaal zouden betalen, terwijl jij heel veel geld op je bankrekening hebt staan. Je ouders mogen daarom een gedeelte van het geld dat jij verdient gebruiken voor het hele gezin.
w e t Moet je per se naar school? Een maand nadat je vijf jaar bent geworden moet je voor het eerst verplicht naar school. In de Leerplichtwet staat dat je vijf dagen in de week op school moet zijn totdat je zestien jaar wordt of totdat je twaalf jaar volledig dagonderwijs hebt gevolgd. Maar als je heel goed kunt leren en twee jaar van de basisschool overslaat, bijvoorbeeld groep 2 en groep 4, dan telt dat toch voor acht leerjaren (ook al heb je er maar zes jaar over gedaan). Dan heb je op veertienjarige leeftijd al twaalf schooljaren ‘gespaard’ en hoef je niet langer vijf dagen in de week naar school. Je bent daarna tot je zestiende partieel leerplichtig. Dat betekent dat je nog maar twee dagen van de week naar school hoeft te gaan.
() Vind jij het eerlijk dat je je zelf verdiende geld niet zelf mag uitgeven?
15
16
waar gebeurd
17
waar gebeurd
18
waar gebeurd
Een leven zonder muziek kan ik me niet voorstellen Ik ben al vanaf heel jong met muziek bezig. Op mijn zevende ben ik fluit gaan spelen op de muziekschool. Daar kreeg ik een lerares die les gaf volgens de suzuki-methode. Dat wil zeggen dat ik muziek leer op mijn gehoor. Ik studeer een stuk in door het een aantal keer te horen. Daarna kan ik het spelen. Het echte noten lezen komt pas daarna. Ik heb een absoluut gehoor. Daar ben ik mee geboren, maar omdat ik mijn gehoor al vanaf heel jong getraind heb, is het ook wel heel goed ontwikkeld. Als ik een uitvoering geef speel ik alles uit het hoofd. Toen ik tien jaar was deed ik voor het eerst mee aan een concours, een soort wedstrijd voor muzikanten. Toen ontdekte ik dat ik wel goed was, omdat ik won van veel oudere kinderen. Sindsdien heb ik aan verschillende concoursen meegedaan en heb ik er veel gewonnen. De prijs bestaat vaak uit masterclasses, dat zijn lessen van een heel goede leraar of lerares. En je wordt uitgenodigd om concerten te geven. Ik geef nu bijna elke maand een concert. Ik zit in twee orkesten: Het Nationaal Jeugd Harmonie orkest en het Noordhollands Jeugdorkest. Daar leer ik heel veel. En ik kan ontzettend genieten van de mooie stukken die we spelen. Hoewel ik daar een van de jongsten ben, behandelt iedereen me als een gelijke. Mijn droom is om ooit in een beroemd orkest te spelen, bijvoorbeeld de Berliner Philharmoniker en daarnaast op te treden als soliste.
oo g
getuigen Syrinx Jessen
Ik voel me geen buitenstaander in de klas, wel eens ouder doordat ik met zoveel oudere mensen omga. Ik ben ook niet eenzaam. Ik heb een heel goede vriendin in de klas en veel vrienden in de orkesten. Het enige is dat mijn smaak voor muziek anders is: ik hou niet van popmuziek, maar van klassiek. En mijn idolen zijn geen popsterren, maar beroemde dirigenten of operazangers. Mijn leven is wel heel gestructureerd. Ik sta elke dag om halfzeven op en speel een half uur piano. Daarna ga ik naar school en maak ik op school ook mijn huiswerk. Om halfzeven ben ik thuis, eet wat en van acht tot halftien oefen ik mijn stukken. Daarna ga ik naar bed. Ik kijk door de week nooit tv, alleen soms in het weekend. Daar heb ik gewoon geen tijd voor. Ik heb niet het gevoel dat ik veel voor de muziek moet laten. Muziek geeft me juist ontzettend veel. Ik zou me een leven zonder muziek niet voor kunnen stellen. Het enige wat ik jammer vind is dat je er op een podium representatief uit moet zien. Dus ik mag mijn haar niet blauw verven, terwijl me dat best wel leuk zou lijken. )
19
soliste tijdens het kerstconcert van het OVA Amersfoort