Informatiefolder
LEERPLICHT Gemeente Horst aan de Maas
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemene informatie leerplicht 1.1. Doel en inhoud van de leerplichtwet 1.2. Vanaf welke leeftijd is een kind leerplichtig? 1.3. Op welke leeftijd houdt de leerplicht op? 1.4. Wat is vervangende leerplicht? 1.5. Vrijstelling van geregeld schoolbezoek 1.6. De taak van een leerplichtconsulent 1.7. Verplichtingen van schooldirecteuren, ouders en leerlingen
3 4 5
Hoofdstuk 2: Verlof (vrijstelling van schoolbezoek) 2.1. Leerplicht en verlof 2.2. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen 2.3. Op vakantie onder schooltijd 2.4. Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’ 2.5. Hoe dient u een aanvraag in? 2.6. Niet eens met het besluit? 2.7. Ongeoorloofd verzuim
7
8 9
Hoofdstuk 3: De meest gestelde vragen over in- en uitschrijvingen 3.1. Inleiding 10 3.2. Verantwoordelijkheid voor het melden van in- en uitschrijvingen 3.3. Verplichting tot inschrijving? 3.4. Uitschrijving van leerlingen (algemeen) 3.5. Mag een leerling worden ingeschreven wanneer nog geen 11 uitschrijving van de voorgaande school is ontvangen? 3.6. Mag een leerling, die vertrekt naar een school buiten de gemeente, worden uitgeschreven? 3.7. Uitschrijving van leerlingen die permanent naar het buitenland vertrekken 12 3.8. Uitschrijving van leerlingen die tijdelijk naar het buitenland vertrekken 3.9. Uitschrijving van leerlingen die tijdelijk elders in Nederland verblijven 3.10. Uitschrijving van langdurig zieke leerlingen die via ‘onderwijs aan zieke kinderen’ onderwijs krijgen
Hoofdstuk 4 Toelating, schorsing en verwijdering 4.1. Bevoegdheid tot besluitneming 4.2. Niet toegelaten worden 4.3. Schorsing 4.4. Verwijdering
13 14
Hoofdstuk 5: 5.1. Vragen? 5.2. Leerplicht Horst aan de Maas (basisonderwijs)
16
3 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Hoofdstuk 1: Algemene informatie leerplicht 1.1. Doel en inhoud van de leerplichtwet Leerplicht hangt heel nauw samen met leerrecht, ofwel het recht op onderwijs. Overal ter wereld wordt dit recht als een groot goed beschouwd. Veel landen hechten er zelfs zoveel waarde aan, dat ze de jeugd via een wet verplichten om naar school te gaan. Nederland is één van die landen. In ons land staan de rechten en plichten van ouders*, leerlingen en schooldirecteuren precies aangegeven in de leerplichtwet. Deze wet is, kortweg gezegd, een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Het doel van de leerplichtwet is dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met kennis en vaardigheden, die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. De volgende zaken staan in de leerplichtwet omschreven: Begin van de leerplichtige leeftijd Het moment waarop een jongere niet langer onder de leerplichtwet valt Op welke basis, al dan niet tijdelijk, vrijstelling verleend kan worden Taken van leerplichtconsulenten Verplichtingen van schooldirecteuren Verplichtingen van ouders en/of leerlingen
1.2. Vanaf welke leeftijd is een kind leerplichtig? Bijna alle kinderen beleven hun eerste schooldag op vierjarige leeftijd. Hun moeder of vader laat ze bij de leerkracht van groep één achter. Dit is een spannende en belangrijke dag voor de ouders en het kind. De kleuter is op die leeftijd nog niet leerplichtig, maar het is goed voor zijn ontwikkeling om samen met leeftijdgenootjes al naar school te gaan. De echte leerplicht begint op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand dat een kind vijf jaar is geworden. Een kind dat bijvoorbeeld op 10 oktober zijn vijfde verjaardag heeft gevierd, wordt op de eerste schooldag van de maand november leerplichtig. Soms is een volledige schoolweek te lang voor jonge leerlingen. Is een kind nog geen 6 jaar, dan mag een kind 5 uur per week thuis blijven. Hiervoor is geen toestemming nodig, maar het thuis houden moet wel gemeld worden bij de schooldirecteur of het bevoegd gezag van de school. De vrijstelling kan eventueel uitgebreid worden met 5 extra uren. Voor deze extra toestemming tot maximaal 10 uur per week is speciale toestemming van de schooldirecteur nodig. Deze mogelijkheid tot vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van het kind te voorkomen. Zodra een kind zes jaar is, geldt de overgangsmogelijkheid niet meer. Zesjarige leerlingen moeten allemaal het volledige onderwijsprogramma volgen.
* In deze folder wordt met ″ouders″ ook gedoeld op ″voogden″ en/of ″feitelijke verzorgers″. 4 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
1.3. Op welke leeftijd houdt de leerplicht op? Niet alleen de aanvang van de leerplichtige leeftijd is duidelijk omschreven in de leerplichtwet. Deze wet beschrijft ook het einde van de leerplicht. Iedere leerling heeft te maken met volledige leerplicht én met kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht is nieuw (ingevoerd in augustus 2007) en is in plaats gekomen van de partiële leerplicht. Volledige leerplicht is de plicht om ingeschreven te staan op een erkende school voor volledig dagonderwijs en deze school elke schooldag te bezoeken. De volledige leerplicht eindigt op één van de volgende twee momenten: - Aan het einde van het schooljaar, waarin een leerling zestien jaar is geworden. - Aan het einde van het twaalfde schooljaar. Een leerling die op de basisschool een groep overslaat, doorloopt deze school in minder dan acht jaar. Toch telt zijn basisschooltijd voor de berekening van de leerplichtperiode als acht jaar. De volledige leerplicht wordt direct gevolgd door de kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht is er voor jongeren die nog geen 18 jaar zijn én nog geen startkwalificatie (een mbo-2, havo- of vwodiploma) hebben behaald. De kwalificatieplicht houdt in dat jongeren een volledig onderwijsprogramma moeten volgen dat gericht is op het behalen van een startkwalificatie. Hieronder vallen de vmbo-, havo- en vwo-opleidingen in het voortgezet onderwijs en de beroepsopleidende (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) in het middelbaar beroepsonderwijs. Voor leerlingen die ingeschreven staan bij het Praktijkonderwijs eindigt de leerplicht bij het behalen van het getuigschrift voor praktijkonderwijs of bij het bereiken van de 18 jarige leeftijd.
1.4. Wat is vervangende leerplicht? In sommige gevallen is er voor jongeren vanaf veertien jaar een alternatief leertraject mogelijk. Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar een leerling staat ingeschreven, moeten dan eerst in samenspraak met het bevoegd gezag van de school tot de conclusie zijn gekomen dat de leerling daadwerkelijk niet in staat is om volledig dagonderwijs te volgen. Nadat deze conclusie is getrokken, kan een leerling onder de vervangende leerplicht vallen.
1.5. Vrijstelling van geregeld schoolbezoek In de leerplichtwet staat omschreven, wanneer een jongere de school niet kan/hoeft te bezoeken. Dit is het geval bij ziekte, schoolsluiting en de vervulling van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Verder kent de leerplichtwet vrijstelling wegens andere gewichtige omstandigheden en zijn de regels voor extra vakantieverlof duidelijk geregeld.
1.6. De taak van een leerplichtconsulent Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet is opgedragen aan Burgemeester en Wethouders. Zij wijzen voor de uitvoering van dit toezicht een of meerdere leerplichtconsulenten aan. Dit klinkt strenger dan het is. Leerplichtconsulenten zijn er niet alleen om overtreders van de leerplichtwet vermanend op de vingers te tikken, maar ze vervullen ook een maatschappelijke zorgtaak. Zij hebben daarvoor een goed inlevingsvermogen, waarmee ze zich 5 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
verplaatsen in de problemen van de schoolgaande jeugd. Heel soms zijn leerplichtconsulenten genoodzaakt de officier van justitie in te schakelen. Maar zij doen dit alleen als uiterst redmiddel. Het grootste gedeelte van de tijd zijn leerplichtconsulenten actief bezig een oplossing te vinden voor problemen die de schoolloopbaan van een leerling in gevaar kunnen brengen. Hoe weet een leerplichtconsulent dat een leerling met een probleem zit? Spijbelgedrag is vaak een duidelijk signaal dat er iets aan de hand is met een jongere. De school meldt dit soort ongeoorloofd schoolverzuim gewoonlijk aan de leerplichtconsulent, waarna hij gaat uitzoeken of er een ernstige reden achter het verzuim schuilt. Het komt ook vaak voor dat ouders of leerlingen zelf een afspraak met de leerplichtconsulent maken om een oplossing voor een bepaald probleem te zoeken. De leerplichtconsulent werkt nauw samen met organisaties en instanties die zich bekommeren over het welzijn van de jeugd, zodat hij goed weet wat voor soort oplossingen er zijn.
1.7. Verplichtingen van schooldirecteuren, ouders en leerlingen Schooldirecteuren hebben de volgende verplichtingen: Binnen zeven dagen moeten ze de leerplichtconsulent van de woongemeente van een leerling in kennis stellen van een in- of uitschrijving. Wanneer een leerling van school wordt verwijderd, moet de schooldirecteur dit direct melden aan de leerplichtconsulent. Voordat een leerling wordt uitgeschreven, moet de school nagaan of de leerling elders wordt ingeschreven. Schooldirecteuren dragen de verantwoording voor de melding van ongeoorloofd schoolverzuim aan de leerplichtconsulent van de gemeente waar de betreffende leerling staat ingeschreven. Zij moeten de leerplichtconsulent alle inlichtingen geven die nodig zijn bij de uitvoering van de leerplichttaak. Schooldirecteuren moeten de leerplichtconsulent in kennis stellen van een leerling die de school voortijdig verlaat Verplichtingen van ouders: Ouders moeten ervoor zorgen dat hun zoon of dochter op een school of onderwijsinstelling staat ingeschreven. Zij zien erop toe dat hun kind de school geregeld bezoekt, dat wil zeggen dat er geen les of praktijktijd wordt verzuimd. Vanaf twaalf jaar is de jongere hier zelf medeverantwoordelijk voor. Ouders dienen de school in kennis te stellen van ziekte van hun kind. Ouders dienen bij andere redenen van afwezigheid van hun kind toestemming van de schooldirecteur te hebben. Verplichtingen van leerlingen, die twaalf jaar of ouder zijn: Zij moeten de school geregeld bezoeken en kunnen persoonlijk aangesproken worden op ongeoorloofd schoolverzuim. Jongeren die zelfstandig wonen, moeten zelf de school op de hoogte brengen van ziekte of andere gewichtige omstandigheden die hen verhinderen de school te bezoeken. Wanneer niet aan de bovenstaande verplichtingen is voldaan, dan is er sprake van een overtreding. Dit kan een proces-verbaal tot gevolg hebben.
6 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Hoofdstuk 2: Verlof (vrijstelling van schoolbezoek) 2.1. Leerplicht en verlof In de Leerplichtwet staat dat het kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom het kind niet naar school kan, moeten er regels in acht genomen worden. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan in deze folder beschreven.
2.2. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen Wanneer het kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien het kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient dit minimaal twee dagen van te voren bij de directeur van de school gemeld te worden.
2.3. Op vakantie onder schooltijd Vakantie onder schooltijd is niet mogelijk. Er is slechts één uitzonderingen mogelijk: als het kind tijdens de schoolvakanties niet met zijn ouders op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar het kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij de aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder duidelijk worden. Verder dient er met de volgende voorwaarden rekening te worden gehouden: in verband met een eventuele bezwaarprocedure (zie punt 2.6.) moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij er kan worden aangeven waarom dat niet mogelijk was; de totale verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang dat de ouder een doktersverklaring uit het vakantieland mee neemt, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijkt.
2.4. Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’ Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: een verhuizing van het gezin het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten 7 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/of de leerplichtconsulent) overlijden van bloed- of aanverwanten viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’: familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren).
2.5. Hoe wordt een aanvraag ingediend? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur van de school. De volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, dienen bij de directeur van de school te worden ingeleverd. De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege ‘andere gewichtige omstandigheden’ meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtconsulent van de woongemeente. De leerplichtconsulent neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord.
2.6. Niet eens met het besluit Wanneer het verzoek om extra verlof wordt afgewezen en de ouders zijn het niet eens met dat besluit, dan kunnen ze schriftelijk bezwaar maken bij de persoon die het besluit heeft genomen. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en de volgende gegevens bevatten: naam en adres van belanghebbende de dagtekening (datum) een omschrijving van het besluit dat is genomen argumenten die duidelijk maken waarom ze niet akkoord gaan met het besluit Wanneer het bezwaar niet door de ouder maar namens de ouder wordt ingediend, moet de ouder een volmacht ondertekenen en bij het bezwaarschrift voegen. De ouder krijgt de gelegenheid om het bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt de ouder schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen. Is de ouder het dan nog niet eens met het besluit dan kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken schriftelijk beroep aangetekend worden bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan zo’n juridische procedure zijn kosten verbonden. 8 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
2.7. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtconsulent wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtconsulent te melden. De leerplichtconsulent beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt.
9 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Hoofdstuk 3: De meest gestelde vragen over in- en uitschrijvingen 3.1. Inleiding Onderwijs is van groot belang voor de toekomst van kinderen. Daarom moet elke leerplichtige leerling staan ingeschreven bij een door de wet erkende school of onderwijsinstelling. De ouders hebben de verplichting ervoor te zorgen dat een leerling op een school wordt ingeschreven en die school geregeld bezoekt. Het melden van in- en uitschrijving van leerlingen aan burgemeester en wethouders is vastgelegd in de leerplichtwet en behoort tot de verantwoordelijkheid van de directeur van de school. Regelmatig is er sprake van leerlingen die niet of niet meer staan ingeschreven bij een school. Om deze groep ‘absoluut verzuimers’ zo klein mogelijk te houden, moeten scholen de administratie rond het in- en uitschrijven goed op orde hebben. Scholen gaan verschillend om met in- en uitschrijvingen, in het belang van een goede leerplichtadministratie dienen alle in- en uitschrijvingen binnen 7 dagen binnen te zijn. Daarnaast bestaat in een aantal situaties onduidelijkheid over het in- en uitschrijven van leerlingen. Daarom zijn de meest gestelde vragen en overige aandachtspunten op een rijtje gezet.
3.2. Verantwoordelijkheid voor het melden van in- en uitschrijvingen De directeur schrijft een leerling in op grond van aanmelding door de ouders. De in- en uitschrijvingen van alle leerlingen die een school bezoeken, worden door de directeur gemeld aan burgemeester en wethouders van de woongemeente van de leerling. De directeur is verplicht dit binnen 7 dagen na de in- of uitschrijving te verzorgen. Let op: De directeur is ook verplicht om binnen 7 dagen de inschrijving aan de vorige school van de leerling te melden.
3.3. Verplichting tot inschrijving? In formele zin beslist het schoolbestuur over de toelating van leerlingen, maar over het algemeen neemt de directeur deze beslissing namens het schoolbestuur. De directeur mag weigeren een leerling in te schrijven wanneer daar gegronde redenen voor zijn aan te voeren, bij voorbeeld wanneer blijkt dat er een verwijzing naar een (andere) vorm van speciaal onderwijs voor de leerling is afgegeven door een daartoe bevoegde instantie of instelling.
3.4. Uitschrijving van leerlingen Een leerling mag alleen worden uitgeschreven wanneer: a.de leerling op een andere school is ingeschreven of b.vrijstelling van de inschrijvingsplicht is ontstaan of c.de leerling niet meer leerplichtig is. 10 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Let op: Het komt voor dat een directeur een leerling wil uitschrijven omdat die leerling onvoldoende vorderingen maakt of zeer regelmatig en/of voor langere periodes afwezig is. In dergelijke gevallen is uitschrijven niet toegestaan. Verzuim moeten wel direct gemeld worden bij de leerplichtconsulent van de woongemeente van de leerling. Let op: Ook een leerling die na inschrijving niet op school verschijnt, mag niet worden uitgeschreven omdat hij de lessen nooit heeft gevolgd. Dit verzuim dient eveneens te worden gemeld bij de leerplichtconsulent van de woongemeente van de leerling.
3.5. Moet de directeur wachten met inschrijven van een leerling totdat de uitschrijving van de voorgaande school is ontvangen? Dit is niet nodig op grond van de leerplichtwet, maar op grond van de bekostigingsbesluiten WPO, WEC EN WVO is dat wel vereist. De bekostigingsbesluiten hebben bepalingen als de onderstaande: 1. De directeur van een school schrijft een leerling slechts in na overlegging van a.een bewijs van uitschrijving van de leerlingen van een andere school of een school of instelling voor ander onderwijs, welk bewijs op het moment van inschrijving niet ouder is dan 6 maanden, of b. een schriftelijke verklaring van de ouders dat de leerling binnen een periode van 6 maanden voorafgaand aan de inschrijving niet eerder op een andere school of een school of instelling voor ander onderwijs was ingeschreven. 2. Het bewijs van uitschrijving dan wel de verklaring, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt bewaard in de administratie van de school. 3. De directeur doet in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dan wel in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, indien hem bekend is op welke andere school of school of instelling voor ander onderwijs de leerling was ingeschreven buiten de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde periode, onder vermelding van de datum van inschrijving op zijn school, binnen 1 week schriftelijk mededeling van de inschrijving aan de directeur van de school of de school of instelling voor ander onderwijs waarop de leerling voordien was ingeschreven. Let op: Het is van groot belang dat de directeur in contact treedt met de directeur van de vorige school. Dit voorkomt bij voorbeeld dat een leerling opnieuw in het reguliere onderwijs wordt geplaatst terwijl er een verwijzing ligt naar een andere vorm van (speciaal) onderwijs. Ook kan tijdens dat contact worden besproken op welk moment de in- en uitschrijving naar elkaar worden verzonden.
3.6. Mag de school een leerling uitschrijven die naar een school vertrekt buiten de gemeente, zonder dat bekend is naar welke school of welke gemeente? Nee, uitschrijving kan ook in dit geval alleen plaatshebben wanneer inschrijving bij een andere school is gerealiseerd.
11 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Wanneer inschrijving op een andere school niet binnen 7 dagen is ontvangen én de directeur heeft ook niet officieel vernomen dat de leerling is vertrokken, dan dient de directeur het verzuim te melden bij de leerplichtconsulent van de woongemeente van de leerling. Let op: Mag deze leerling meegeteld worden voor de bekostiging? Alleen leerlingen die op de teldatum op school staan ingeschreven, mogen worden meegeteld voor de bekostiging, behalve de leerlingen die vanaf het begin van het schooljaar tot de teldatum meer dan de helft van het aantal schooldagen zonder geldige reden hebben verzuimd.
3.7. Uitschrijving van leerlingen die permanent naar het buitenland vertrekken Ouders moeten in voorkomende gevallen hun kind laten uitschrijven bij de afdeling Burgerzaken van de woongemeente. Wanneer dat is gebeurd, geldt de leerplichtwet niet meer met ingang van de datum van uitschrijving uit de gemeentelijke basisadministratie. De directeur mag uitschrijven na bij de leerplichtconsulent van de woongemeente van de leerling te hebben geverifieerd of de leerling daadwerkelijk uit de gemeente is uitgeschreven.
3.8. Uitschrijving van leerlingen die tijdelijk naar het buitenland vertrekken Zolang er geen bewijs van inschrijving van een school in het buitenland is ontvangen, mogen deze leerlingen niet worden uitgeschreven. Wanneer de directeur kennis neemt van tijdelijk vertrek naar het buitenland, verdient het aanbeveling dat hij contact opneemt met de leerplichtconsulent van de woongemeente van de leerling.
3.9. Uitschrijving van leerlingen die tijdelijk elders in Nederland verblijven Als de leerling elders woont en daar naar school gaat, gelden de normale in- en uitschrijvingregels. In geval van detentie is er ofwel een passende scholingsvoorziening ofwel geldt een vrijstelling op grond van artikel 11 onder b of g. Uitschrijving komt in dergelijke gevallen dus alleen aan de orde als er elders inschrijving volgt. Het bekostigingsprobleem zal zich niet voordoen omdat er bij detentie een geldige reden is voor verzuim.
3.10. Mag de directeur een leerling uitschrijven die langere tijd ziek is en via ‘onderwijs aan zieke kinderen’ les krijgt? De leerling, die ziek is, is vrijgesteld van schoolbezoek (en niet van inschrijving) op grond van art. 11 onder d van de leerplichtwet. Langdurige ziekte van een leerling, ook al volgt deze leerling vervangend onderwijs, is daardoor geen reden voor uitschrijving. De onderwijswetten schrijven voor dat bij ziekte de scholen onderwijs moeten verzorgen. Mocht de leerling zo ernstig ziek zijn dat onderwijs op of via de huidige school niet langer mogelijk is, heeft de school de verplichting inspanning te leveren om ander passend onderwijs voor de leerling te zoeken.
12 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Hoofdstuk 4: Toelating, schorsing en verwijdering 4.1. Bevoegdheid tot besluitneming De bevoegdheid tot toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag van een school. Vaak is deze bevoegdheid overgedragen aan de schooldirecteur. De meeste leerlingen worden probleemloos toegelaten en krijgen nooit met schorsing of verwijdering te maken. Maar soms wordt een leerling niet toegelaten op een school, of ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan over te gaan tot schorsing of zelfs verwijdering van een leerling. Een zorgvuldige uitvoering van de regels en procedures die de onderwijswetten voorschrijven, is dan in het belang van alle partijen: de leerling, zijn/haar ouders/verzorgers, het bevoegd gezag en de school. Deze folder omschrijft de procedures, zodat ouders en betrokken leerlingen beter weten waar ze mee te maken hebben. Verder worden de wetten genoemd, waarin meer informatie te vinden is.
4.2. Niet toegelaten worden Over het algemeen worden leerlingen, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs, toegelaten op de school die de ouders hebben gekozen. Toelating is dus normaal gesproken geen probleem. Desondanks kan het gebeuren dat een schooldirecteur (namens het bevoegde gezag) toelating weigert, bijvoorbeeld als er sprake is van een verwijzing naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Een directeur die besluit een leerling niet toe te laten, moet de ouders schriftelijk informeren over: de inhoud van het besluit; de redenen van de weigering; de mogelijkheid van bezwaar; de manier, waarop dit bezwaar kenbaar gemaakt moet worden. Op basis van welke wetten kan een besluit tot weigering genomen worden? Voor een openbare school gelden de regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor een bijzondere school gelden vergelijkbare regels, die in onderwijswetten zijn opgenomen. Een bezwaarschrift moet binnen de termijn van zes weken zijn ingediend bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag dient binnen vier weken hierop te reageren. De termijnen worden in de diverse wetten vermeld. Meer informatie treft u aan in de volgende wetten: voor het basisonderwijs: de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) voor het voortgezet onderwijs: de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) en het Inrichtingsbesluit WVO voor het speciaal onderwijs: de Wet op de Expertise Centra (WEC) voor het (middelbaar) beroepsonderwijs: de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)
4.3. Schorsing Een schorsing duurt - volgens de regels van het Inrichtingsbesluit WVO - maximaal vijf schooldagen. De leerling dient daarna in beginsel weer toegelaten te worden op school. De woorden ‘in beginsel’ betekenen dat er een apart, goed onderbouwd besluit noodzakelijk is, wanneer de schooldirecteur het besluit neemt tot een nieuwe of verlengde schorsing. 13 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Een uitzondering op de maximale duur van een schorsing vormt de schorsing die ingaat, terwijl er overleg gaande is over de definitieve verwijdering van een leerling. De schorsing duurt dan net zo lang als de tijd die nodig is om te komen tot een beslissing over de eventuele verwijdering. De directeur (het bevoegd gezag) informeert de leerling (en wanneer de leerling nog geen 21 jaar is, ook de ouders) in ieder geval schriftelijk over: de reden en duur van de schorsing; de mogelijkheid van bezwaar; de manier, waarop dit bezwaar kenbaar gemaakt moet worden. Bij een schorsing van meer dan één dag is de directeur verplicht ook de Inspectie van het Onderwijs op de hoogte te stellen. Bovendien wordt de leerplichtconsulent dan geïnformeerd. Op het besluit tot schorsing van een openbare school is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing*. Een bezwaarschrift moet binnen de termijn van zes weken zijn ingediend bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag dient binnen vier weken hierop te reageren. Deze termijnen staan ook genoemd in de WPO, WEC, WVO en WEB. Het middel schorsing is voor het voortgezet onderwijs en het (middelbaar) beroepsonderwijs omschreven in de WVO en de WEB. Voor het basisonderwijs en het speciaal onderwijs geldt de volgende algemene rechtsregel: wie tot het meerdere (lees: verwijdering van een leerling) bevoegd is, is ook bevoegd tot het mindere (schorsing). Dit betekent dat zowel voor een verwijdering als voor een schorsing dezelfde procedures en zorgvuldigheid vereist zijn.
4.4. Verwijdering Verwijdering is een uiterste maatregel die door de wetgever aan strikte voorwaarden is gebonden. Dit is niet verwonderlijk, omdat verwijdering ertoe kan leiden dat een leerling vervolgens geen aansluiting meer vindt bij de samenleving. Voordat het besluit tot verwijdering genomen kan worden, dient het bevoegd gezag de leerling (12+) en de ouders te horen. Voor een leerling van het primair onderwijs moet ook de groepsleerkracht gehoord worden. Voor het voortgezet onderwijs is voorgeschreven dat overleg met de Inspectie van het Onderwijs vereist is, voordat er een besluit genomen wordt. Zodra het besluit tot verwijdering daadwerkelijk een feit is, informeert het bevoegd gezag de leerling (en wanneer de leerling nog geen 21 jaar is ook de ouders) in ieder geval schriftelijk over: de verwijdering en de reden daarvan; de wijze, waarop bezwaar tegen de verwijdering gemaakt kan worden. Het bevoegd gezag stuurt een kopie van haar brief naar de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtconsulent. Definitieve verwijdering kan in beginsel alleen plaatsvinden, wanneer het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten.
* Bij een bijzondere school (b.v. rooms-katholiek) zijn de procedures van het eigen schoolbestuur van toepassing.
14 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
In het basisonderwijs en het beroepsonderwijs geldt de regel dat er toch tot verwijdering kan worden overgegaan, indien de school zonder succes acht weken lang heeft gezocht naar een andere school. De zoektocht heet een inspanningsverplichting. De inspanning moet aantoonbaar zijn. Zodra een andere school bereid is gevonden om de verwijderde leerling op te nemen of na acht weken, vervalt de inspanningsverplichting. In het voortgezet onderwijs geldt een veel strikter uitgangspunt. Verwijdering is uitsluitend mogelijk, wanneer de plaatsing op een andere school geregeld is.Voor probleemleerlingen die verwijderd gaan worden, moeten oplossingen gezocht worden binnen het samenwerkingsverband VO/VSO. Nota bene! Voor het voortgezet onderwijs is in het Inrichtingsbesluit WVO bepaald dat verwijdering in de loop van een schooljaar niet kan op grond van onvoldoende vorderingen.
15 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013
Hoofdstuk 5: 5.1. Vragen ? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of behoefte aan meer informatie, neem dan contact op met de leerplichtconsulent van uw school.
Jack Bergmans Telefoon 077-4779613
[email protected]
16 Informatiefolder leerplicht gemeente Horst aan de Maas, september 2013