FS01 S C H O R S I NG E N U I T S L U I T I NG V A N L E D E N V A N D E M E D E Z E G G E NS C H A P S R AAD Informatieblad TUSSENSCHOOLSE OPVANG
Informatieblad INFOBLAD TUSSENSCHOOLSE OPVANG (OVERBLIJVEN)
Inhoudsopgave
De belangrijkste punten op een rij
p. 1
De belangrijkste punten
-
Sinds 1 augustus 2006 is het schoolbestuur verantwoordelijk
p. 2
Hoe werkt de wet?
p. 4
Hoe werk het in de praktijk?
-
voor de tussenschoolse opvang (overblijf) op school. De Wet Primair Onderwijs (WPO) beschrijft in art. 45 de kaders
p. 5
Wat vindt de Vereniging
waarbinnen de tussenschoolse opvang dient plaats te vinden.
Openbaar Onderwijs?
p. 6
Meer informatie
De wet biedt ruimte voor verschillen. Het toezicht op de kinderen die overblijven wordt geregeld door de partij die verantwoordelijk is voor de tussenschoolse opvang. Dat kan door het inzetten van vrijwillige overblijfkrachten (meestal ouders van kinderen van school), door het inzetten van professionele overblijfkrachten en door het inzetten van onderwijs(ondersteunend) personeel.
-
Om de kosten te bestrijden krijgt de school voor elke leerling in de lumpsum een vast bedrag, ongeacht of de leerling overblijft of niet. Het bedrag is niet geoormerkt, maar kan worden gebruikt om de voorziening tussenschoolse opvang te
De overblijfkrachten worden door het schoolbestuur verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid
-
versterken. De overblijfkrachten worden door het schoolbestuur verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid.
-
Om het werk van overblijfkracht goed te kunnen uitvoeren worden deze in de gelegenheid gesteld scholing te volgen. De overheid stelt ieder schooljaar geld beschikbaar om een cursus te volgen of een andere vorm van deskundigheidsbevordering mogelijk te maken. Uiteindelijk moet 50% van de overblijfkrachten zijn geschoold.
-
Hoe de school de opvang regelt, wordt beschreven in een ‘aanpak tussenschoolse opvang’. Ouders, toezichthouders, schoolleiding en oudergeleding van de
-
medezeggenschapsraad hebben inspraak bij die aanpak. De tussenschoolse opvang dient plaats te vinden in een veilige
-
en kindvriendelijke ruimte. Het overblijven op school is niet gratis. De overblijfkrachten krijgen een vergoeding, er wordt speelgoed aangeschaft, de school krijgt soms een vergoeding voor het gebruik van het kopieerapparaat etc. Al deze kosten dienen (grotendeels) door de ouders van de overblijvers betaald te worden.
PAGINA 2
INFOBLAD
Hoe is de tussenschoolse opvang in de wet(ten) geregeld? Verantwoordelijkheid voor de organisatie Sinds 1 augustus 2006 is het schoolbestuur verantwoordelijk voor de De Wet Primair Onderwijs (WPO) beschrijft in art. 45 de kaders waarbinnen de tussenschoolse opvang dient plaats te vinden
tussenschoolse opvang. In de praktijk betekent dit dat de directie van de school moet zorgen voor een en voorziening die aan de wettelijke regels voldoet. Binnen die wettelijke regels is een grote variëteit aan uitvoeringsvarianten mogelijk. De Wet Primair Onderwijs (WPO) beschrijft in art. 45 de kaders waarbinnen de tussenschoolse opvang dient plaats te vinden. v De wet biedt ruimte voor verschillen. Die verschillen kunnen tot uitdrukking komen in degenen die het toezicht uitoefenen: vrijwilligers, leerkrachten of professionals. De laatste groep is natuurlijk duurder dan de eerste.
Kosten (schoolbestuur) Om m de kosten te bestrijden krijgt de school voor elke leerling in de lumpsum een bedrag. Het bedrag is niet geoormerkt. Dat wil zeggen dat het schoolbestuur het ook ergens anders aan kan uitgeven Wanneer de gerichte subsidie niet voldoende is, kan er scholing scholi mee worden ingekocht. Ook kunnen er overblijfruimtes mee worden verfraaid, materialen worden aangeschaft, etc.
Toezicht Het toezicht op de kinderen die overblijven wordt geregeld door de partij die verantwoordelijk is voor de tussenschoolse opvang. Dat kan door het inzetten etten van vrijwillige overblijfkrachten (meestal ouders van kinderen van school), door het inzetten van professionele overblijfkrachten en door het inzetten van onderwijs(ondersteunend) personeel. Combinaties van deze groepen komt regelmatig voor. De wet schrijft chrijft niet een bepaalde verhouding tussen het aantal overblijfkrachten en het aantal overblijvers voor. De Vereniging Openbaar Onderwijs adviseert een maximum van vijftien (15) kinderen per overblijfkracht. Daarbij verdient het aanbeveling dat een andere overblijfkracht in de buurt is om te helpen in het geval van een calamiteiten.
PAGINA 3
INFOBLAD
Aanpak tussenschoolse opvang Hoe de school de overblijf regelt wordt beschreven in een aanpak tussenschoolse opvang. Dat is een plan waarin o.a. staat hoe het toezicht is geregeld, regeld, hoe ouders hun kind kunnen inschrijven voor de tussenschoolse opvang en wat de kosten per dag per kind zijn. Wat allemaal wordt beschreven in die aanpak staat niet volledig in de Wet Primair Onderwijs aangegeven. Scholen hebben daarbij ruimte voor eigen beleid en afspraken. Ouders, toezichthouders, schoolleiding en oudergeleding van de medezeggenschapsraad hebben inspraak bij die aanpak tussenschoolse opvang. De aanpak wordt door de school beschreven. Vervolgens wordt deze besproken met de overblijfkrachten overblijf en met de ouders van school. De eerste groep geeft als ervaringsdeskundigen een visie op de aanpak tussenschoolse opvang. De ouders dienen als gebruiker van de voorziening mee te denken over de manier waarop de school de opvang vorm wil geven. teindelijk dient de oudergeleding van de medezeggenschapsraad in Uiteindelijk te stemmen met de uiteindelijke aanpak tussenschoolse opvang (Wet Medezeggenschap op Scholen, artikel 13)
Deskundigheidsbevordering Met ingang van 1 augustus 2011 moet minimaal de helft van de toezichthouders geschoold zijn
Om het werk van overblijfkracht goed te kunnen uitvoeren worden w deze in de gelegenheid gesteld scholing te volgen. De overheid stelt ieder schooljaar geld beschikbaar om een cursus te volgen of een andere vorm van deskundigheidsbevordering mogelijk te maken. Met ingang van 1 augustus 2011 moet minimaal de helft van v de toezichthouders geschoold zijn. (Wet Primair Onderwijs, artikel 45, lid 1).
Verzekering De overblijfkrachten worden door het schoolbestuur verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. (Wet Primair Onderwijs, artikel 45) Indien zij zich aan de regels van de aanpak tussenschoolse opvang houden, kunnen zij niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld wanneer zich onder hun toezicht desondanks iets voordoet waardoor een kind schade lijdt. In dat geval is de school verantwoordelijk en aansprakelijk.
PAGINA 4
INFOBLAD
Hoe werkt het in de praktijk? Ruimte Wanneer een professionele organisatie het toezicht uitoefent tijdens de tussenschoolse opvang ng gebeurt dit meestal op school. Soms gaan de kinderen naar een locatie buiten de school. De tussenschoolse opvang dient plaats te vinden in een veilige en kindvriendelijke ruimte. Veelal wordt een aula of gemeenschapsruimte gebruikt. Op sommige scholen worden orden leslokalen gebruikt om de kinderen te laten overblijven. Al deze ruimtes moeten voldoen aan het predikaat “veilig en kindvriendelijk”. Door grote groepen bijeen te brengen in een gemeenschapsruimte neemt de kindvriendelijkheid en de veiligheid soms af.
Kosten De organisatie rekent uit wat per kind per overblijfbeurt dient te worden betaald. Deze bijdrage wordt in rekening gebracht bij de ouders van de overblijvers.
De tussenschoolse opvang is niet gratis. De overblijfkrachten krijgen een vergoeding, er wordt speelgoed aangeschaft, de school krijgt soms een vergoeding voor het gebruik van het kopieerapparaat et cetera. Al deze kosten dienen door de ouders van an de overblijvers betaald te worden. De organisatie rekent uit wat per kind per overblijfbeurt dient te worden betaald. Deze bijdrage wordt in rekening gebracht bij de ouders van de overblijvers. Ouders die geen of onvoldoende middelen hebben om de bijdrage bijdr tussenschoolse opvang te voldoen kunnen soms een beroep doen op de school. Vanuit de rijksbijdrage kan de school dan (een deel van) de bijdrage voor die ouders betalen.
Regelingen Op sommige scholen wordt korting gegeven bij aankoop van een strippenkaart. Waar normaal € 1,- per dag wordt betaald, betaal je voor een 10-strippenkaart € 9,-.. Op andere scholen wordt rekening gehouden met het aantal kinderen uit één gezin, waardoor voor het tweede en derde kind minder wordt betaald dan voor het eerste. Soms is er een duidelijk verschil in prijs berekend voor een kind dat een (of meer) vaste dag(en) per week overblijft en een kind dat af en toe overblijft. Het “losse” overblijven wordt op die manier ontmoedigd.
PAGINA 5
INFOBLAD
Wat vindt de Vereniging Openbaar Onderwijs ? Tussenschoolse opvang is een belangrijke voorziening voorzie op school. Dat geldt voor de kinderen, de ouders, maar ook voor de leerkrachten en andere professionals op school. Een veilige, gezellige en goed geregelde opvang zorgt voor rust bij de kinderen en dus op school. Het is daarom van belang voor de schoolleiding lleiding zich rekenschap te Een veilige, gezellige en goed geregelde opvang zorgt voor rust bij de kinderen en dus op school
geven van de wensen en verwachtingen van de ouders die helpen bij de tussenschoolse opvang, voordat beslissingen worden genomen. Als de tussenschoolse opvang op school goed is geregeld met voldoende gemotiveerde en capabele vrijwilligers jwilligers is er weinig reden om de overblijf uit te besteden aan een professionele organisatie. Er zijn voorbeelden van scholen, waar na uitbesteding de prijzen van de tussenschoolse opvang verdubbelden, maar de uitvoerders dezelfde bleven. Zij kwamen nu echter ‘in dienst’ van de professionele organisatie, tegen soms nagenoeg dezelfde vergoeding.
Meer informatie De Vereniging Openbaar Onderwijs adviseert, begeleidt en schoolt jaarlijks duizenden overblijfkrachten en tientallen schoolbesturen. Informatie over het aanbod vindt u op: www.voo.nl
Colofon Vereniging Openbaar Onderwijs Bezoekadres: Louis Armstrongweg 120, 1311 RL ALMERE Postadres: Postbus 60182, 1320 AE ALMERE Tel.: 036 533 15 00 Fax: 036 534 04 64 E-mail:
[email protected] Internet: www.voo.nl