INFORMATIE GROEP 8 Kenmerken: De leerlingen zijn of komen in de (pre)-puberteit. Ze voelen zich groot, ogenschijnlijk vol zelfvertrouwen, maar het zijn nog kinderen. Accenten: Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het voortgezet onderwijs, worden dit schooljaar wat accenten gelegd op de zelfstandigheidontwikkeling: zelf een opgedragen of gekozen taak tot een goed einde brengen, b.v. documentatiecentrum, spreekbeurt/boekbespreking en het goed uitvoeren van huiswerkopdrachten. Het ontwikkelen van een goede werkhouding en inzet is erg belangrijk. Dit wordt nog eens extra benadrukt door het gebruik van de taakbrief, waarin de kinderen zelf bepalen in welke volgorde ze werken en wat ze aanpakken. Zo worden de kinderen ook in staat gesteld om op eigen tempo en niveau te werken. We beginnen eerst met een meerdaagse taak en dit wordt uitgebouwd naar een weektaak. Organisatie: De meeste leerlingen zitten in (wisselende) groepen en leren samenwerken met anderen. Bij bijna alle vakgebieden werken we als volgt: een aantal weken wordt gewerkt aan de basisstof, daarna volgt een toets. Er wordt gekeken of de stof beheerst is en dan kan er verdiepingsstof volgen. Indien nodig volgt er extra uitleg en herhaling. Kinderen, die meer aankunnen, worden altijd geprikkeld om meer te doen. Aan de hand van de resultaten en het leerlingvolgsysteem wordt gekeken wat het kind nog extra aan ondersteuning nodig heeft. Soms wordt dan besloten om extra werk mee naar huis te nemen. De vakken: Taal: Hiervoor gebruiken we de methode; Taal op Maat. Deze methode bestaat uit een taalen een spellingsgedeelte. in het taalboek komen spreken,en luisteren, woordenschat, taalbeschouwing en stellen aan de orde. In het spellingsgedeelte worden spellingsafspraken van vorig jaar herhaald en komen er weer nieuwe bij. Dit geldt zowel voor de vergankelijke als de onvergankelijke woorden. Minimaal twee keer in de week wordt er spelling gegeven. Een blok bestaat uit acht lessen en een toets. Lezen: Vier maal per week lezen we met behulp van de methode „Tussen de Regels‟. Er zijn twee leesboeken en twee werkboeken. Daarnaast gebruiken we ondersteunende cassettebandjes en verwerkingsopdrachten uit een kopieerboek. In dit jaar komen er tien eenheden van 12 lessen aan bod. Elke eenheid werkt met een thema. Alle onderdelen van het lezen komen aan de orde: technisch lezen, begrijpend lezen, informatie verwerving, leesbevordering en vrij lezen.
Na elke twee eenheden volgt een toets. Daarnaast hanteren we de Cito-toetsen, die los van de methode staan. Bij onze leesmethode hebben we het computerprogramma „Woordwijs‟. Dit programma is speciaal bedoeld om buitenlandse en leeszwakke kinderen te helpen hun kennis van woorden en begrippen te vergroten. Rekenen: Rekenen doen we elke dag met de methode „Pluspunt‟. Deze methode werkt met leerstofblokken bestaande uit 15 lessen rondom een bepaald thema. Regelmatig worden de kinderen getoetst of de behandelde leerstof is begrepen. We gebruiken een rekenopdrachtenboek, lesboek en een werkboek. Daarnaast zit er verrijkingsstof en herhaling in het Plusboek. Alle onderdelen van het rekenen komen aan de orde, dus hoofd- rekenen, cijferen, maar ook veel wiskundige onderdelen, waarbij het ontwikkelen van inzicht en het vinden van meerdere oplossingsmethoden belangrijk zijn. Ook bij rekenen maken we gebruik van Cito-toetsen. Ook wordt er huiswerk meegegeven als extra oefening. Schrijven: In groep 8 blijven we aandacht besteden aan het methodisch schrijven, het tempo schrijven, blokschrift- en sierschrift. Het schrijven van een goed verzorgd en leesbaar handschrift blijft het uitgangspunt. Engels: Een uur per week krijgen de kinderen Engels. We gebruiken de methode „Bubbles'. We starten met deel 2. Het gaat hierbij niet zozeer om zoveel mogelijk kennis aan de kinderen te leren, maar meer om de kinderen spelenderwijs een woordje Engels te leren spreken. De nadruk ligt dus op het luisteren, lezen en spreken en wat minder op het schrijven. Aardrijkskunde: Afgelopen jaar hebben we voor het eerst de nieuwe methode “Wijzer door wereld” gebruikt. Deze methode werkt evenals de methoden voor natuur en techniek en geschiedenis met het BHV-model: Basisstof, herhaling en verdieping. Na elk hoofdstuk is er een toets. De leerlingen kunnen elk hoofdstuk in principe zelfstandig verwerken en worden aangestuurd middels het werkboek. Onderwerpen die aanbod komen zijn: De VS en haar buurlanden, De wereld(klimaten, werelddelen en de verschillen), Afrika, Antarctica, Azië en arm en rijk in de wereld. Geschiedenis: Ook dit vak wordt een keer in de week gegeven. We werken met de methode „Wijzer door de tijd‟. Onderwerpen uit het verleden worden vergeleken met de situatie zoals we die nu tegenkomen. Het accent ligt op de nieuwste geschiedenis, eind 19e eeuw en begin 20e eeuw met: De koningen van Oranje, industriële Revolutie, stemrecht en emancipatie en de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De tweede helft van de 20e eeuw met: de wereld na 1945, de Koude oorlog, de jaren zestig, de culturele samenleving, de Rechten van de mens, het bestuur van Nederland en „een blik in de toekomst‟. Begonnen wordt met de Industriële revolutie. Na vier lessen volgt een schriftelijke overhoring.
Natuur- en techniekonderwijs: Deze methode werkt evenals de methoden voor aardrijkskunde en geschiedenis met het BHV-model: Basisstof, herhaling en verdieping. De natuur en technieklessen wisselen elkaar af. Na elk hoofdstuk is er een toets. De leerlingen kunnen elk hoofdstuk in principe zelfstandig verwerken en worden aangestuurd middels het werkboek. Onderwerpen die aanbod komen zijn: Natuurlijk evenwicht, Energie, Nieuw leven, Stappen in de techniek en Beweging. Verkeer: Verkeersproblemen, verkeersregels en vooral verkeersgedrag komen regelmatig ter sprake in deze groep. We maken hierbij gebruik van de Jeugd Verkeerskrant. Daarnaast maken we gebruik van de Ideeënmap van de methode „Wegwijs‟. In groep 8 werken de kinderen aan projecten die hen als aanstaande brugklassers voorbereiden op verkeersdeelname tijdens excursies, op schoolkamp en naar uitgaansgelegenheden. Deze projecten kunnen in willekeurige volgorde worden aangeboden. Sociaal-emotionele ontwikkeling: Het kind moet lekker in zijn vel zitten op school om goed te kunnen functioneren. Bovendien moet de sfeer in de groep goed zijn om optimaal te kunnen werken en presteren. Vooral het kunnen omgaan met elkaar speelt dus een belangrijke rol. Daarom besteden we regelmatig aandacht aan samenwerken in wisselende groepen en houden we kringgesprekken over diverse onderwerpen. We gebruiken daarvoor de methode „Goed gedaan‟. Via ouderbrieven wordt u op de hoogte gehouden van de onderwerpen die we in de klas behandelen. Creatieve vorming: Tekenvaardigheid krijgen de kinderen eenmaal in de week. Dramatische vorming komt aan de orde bij taallessen, leeslessen en de afscheidsmusical die groep 8 elk jaar opvoert. Handvaardigheid wordt eenmaal per week gegeven op het crea uur, waarbij we de hulp van ouders niet kunnen missen, willen we met kleine groepjes kinderen kunnen werken. Bewegingsonderwijs: De kinderen krijgen anderhalf uur per week gymnastiek in de gymzaal of bij mooi weer op het veld. We werken aan de hand van een gemeentelijk gymprogramma en worden daarbij twee periodes per jaar begeleid door de gymconsulent. We stellen op onze school sportkleding verplicht en ook het douchen na afloop van de gymles vinden we er bij horen. Cultuureducatie: Op de Sprenge Vaassen wordt cultuureducatie gegeven. We laten de kinderen kennis maken met diverse kunst- en cultuuruitingen. Cultuureducatie omvat de kunstvormen taal, muziek, handenarbeid, tekenen, cultureel erfgoed, drama, dans en foto/film. De kinderen kunnen zich hierin verdiepen en hun creatieve en kunstzinnige taltenen ontwikkelen. Hierin zijn ze zelf actief bezig zodat ze kennis krijgen van materialen, gereedschappen
en instrumenten en verwerven ze vaardigheden en technieken. Ze leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Daarnaast is er kunstbezoek mogelijk zoals een theater- of dansvoorstelling, concerten, film en tentoonstellingen. Zo krijgen de kinderen kennis en inzicht in de diverse kunstvormen. Kunst kan ons in al zijn verschijningsvormen vermaken en raken en ons ook aanzetten tot nadenken. De kinderen leren op hun eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Taal, muziek, tekenen en handenarbeid zijn al vaste onderdelen van het lesprogramma. Bij de geschiedenislessen wordt aandacht besteed aan ons cultureel erfgoed zoals monumenten en archeologische vondsten, maar ook tradities, rituelen en gebruiken komen aan bod. Het versterkt de binding met het verleden en het historisch besef. Bovendien staat bij ons op school elk schooljaar 1 van bovenstaande kunstdisciplines centraal en besteden we extra aandacht aan die kunstvorm. In het schooljaar 2010 -2011 is het speerpunt: Het cultureel erfgoed. Voor drama is de methode “ Hoedje op, petje af” aangeschaft. Met behulp van hoeden, petten, sjaals en andere attributen gaan de kinderen op verschillende manieren bewegen en “toneel” spelen. Ook gaan we toneelvoorstellingen bezoeken (o.a. in de Kinderboekenweek). Het wordt dus weer een inspirerend, cultureel schooljaar. Muzikale vorming: Hieraan wordt eenmaal per week aandacht besteed. We maken gebruik van de methode „Muziek moet je doen‟. Er worden diverse liedjes gezongen, maar ook ritmes geklapt en naar muziek geluisterd. Godsdienstonderwijs: Eenmaal per week worden de kinderen in de gelegenheid gesteld hieraan deel te nemen. De lessen duren drie kwartier. De kinderen kiezen voor het nieuwe schooljaar of ze hieraan deel willen nemen. Zelfstandig werken en zorg: Enkele malen per week werken de kinderen zelfstandig aan hun taak en heeft de leerkracht de tijd extra zorg te besteden aan de kinderen die dit nodig hebben. Ook hier speelt de taakbrief weer een grote rol. Advisering c.q. aanmelding voortgezet onderwijs: Eind januari/begin februari bezoeken ouder(s) en kind de open dagen van diverse scholen. Op basis van rapportages, observaties en toetsen geeft de leerkracht in februari/maart advies t.a.v. de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs voor het kind. Dit is beslist geen natte vingerwerk, want daarvoor is deze stap te belangrijk. Een schooltype gewoon proberen is echt verleden tijd. Tijdens het eindgesprek in februari/maart is de wens van kind en ouders medebepalend
in de uiteindelijke keuze. De rol van de leerkracht is adviserend, want de ouders en hun kind maken uiteindelijk zelf de schoolkeuze. Aanmeldingsformulieren voor de diverse scholen worden t.z.t. door de school verstrekt en worden na invulling door ons verstuurd. Er wordt tevens een onderwijskundig rapport ingevuld, waarvan de ouders een afschrift krijgen. Na de aanmelding krijgen de ouders bericht van de vervolgschool of hun kind is aangenomen. Sommige scholen nodigen de kinderen uit voor een extra test. Toelatingscommissies bepalen uiteindelijk of het kind wordt aangenomen. In de loop van dit schooljaar ontvangen de kinderen allerlei voorlichtingsmateriaal en uitnodigingen voor de open dagen. Cito eindtoets: In februari 2012 gaat uw kind de Eindtoets Basisonderwijs, beter bekend als de Citotoets, maken. Uw kind maakt dan vragen op het gebied van Taal, Rekenen-Wiskunde, Studievaardigheden en Wereldoriëntatie. Deze toets wordt bij ons op school niet zozeer gebruikt als advies -en verwijzingsinstrument, maar meer als een instrument om te kijken naar de laatste vorderingen en opbrengsten. En aan de hand van deze toets kunnen wij zonodig ons onderwijs bijsturen. Huiswerk: Kinderen krijgen regelmatig huiswerk voor aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en Engels mee naar huis. Dit wordt ruim van te voren meegegeven naar huis. Elke week krijgen de leerlingen ook als huiswerk extra taal- en rekenwerk mee, ter voorbereiding op het Voortgezet onderwijs. Huiswerk leren/maken is voor veel kinderen erg moeilijk: leer ze elke dag kort te leren/maken i.p.v. alles tot de laatste dag uitstellen. Drie keer 20 minuten leren/maken zet meer zoden aan de dijk dan één keer 60 minuten. Ze leren ook de agenda te gebruiken. Help ze alleen als het nodig is (bijv. overhoren).
De leerkrachten van groep 8