BSc Opleiding
Industrieel Ontwerpen
Faculteit Industrieel Ontwerpen
Studiegids 2010/2011
2010-2011
Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Studiegids
1
1 Wegwijs bij de Faculteit Industrieel Ontwerpen 1.1 Wegwijs in het onderwijs van Industrieel Ontwerpen 1.1.1 Het vakgebied en de opleiding 1.1.2 De bachelor- en masteropleidingen 1.2 Onderzoek 2 De bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen in vogelvlucht 2.1 Profiel bachelor Industrieel Ontwerpen 2.2 Onderwijsstructuur 2.3 Onderwijs- en toetsvormen 2.4 Weekindeling 2.5 Het studieprogramma 2.6 De rode draad: productontwikkelingsprojecten 2.7 Multidisciplinaire vakken 2.8 Engelstalige vakken 2.9 Minors 2.9.1 Soorten minors 2.9.2 Minoraanbod faculteit IO 2.10 Keuzevakken 3 De facultaire organisatie 3.1 De afdelingen 3.2 De Stafafdelingen 3.2.1 Onderwijs & Studentzaken (O&S) 3.2.2 Marketing & Communicatie 3.2.3 Facilitair Management 3.2.4 Afdeling ICT 3.2.5 Valorisatieteam 3.3 Onderwijs- en studentondersteuning 3.3.1 Servicepunt IO 3.3.2 Bureau Onderwijs Ondersteuning (BOO) 3.3.3
[email protected] 3.3.4 Studieadviseurs 3.3.5 Studiebegeleiding eerstejaars 3.3.6 Bindend Studie Advies (BSA) 3.3.7 Mentoraat 3.3.8 International Office IO 3.3.9 Stagebureau 3.3.10 Kwaliteit van het onderwijs 3.3.11 Communicatie tussen studenten en de faculteit 3.3.12 Studievereniging i.d 3.4 Onderwijsvoorzieningen 3.4.1 Website IO 3.4.2 Blackboard 3.4.3 Preventie van fraude 3.4.4 PC’s en Laptops 3.4.5 Dictaten en readers 3.4.6 Depedance Waltman Boekhandel in het IO-gebouw 3.5 Facultaire voorzieningen 3.5.1 Gebouw IO
2
4 4 4 4 4 6 6 6 6 7 7 8 9 9 10 10 10 10 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 17 17 17
3.5.2 Onderwijsruimten, computerzalen en werkplekken 3.5.3 Practicum Modellenbouw en Bewerkingen (PMB) 3.5.4 Laboratorium voor Productanalyse 3.5.5 Print/kopieer machines 4 Procedures en regels 4.1 Toelatingsvoorwaarden in de bachelor 4.2 Slaagregelingen bachelor 2007 en bachelor 2006 en eerder 4.3 Met lof regeling 4.4 Slaagregeling per vak 4.5 Geldigheidsduur toetsen 4.6 Toelatingsvoorwaarden tot de masteropleidingen van de faculteit IO 4.7 Aanvragen Propedeuse en Bachelorexamen 4.8 Verplichte aanmelding voor tentamens en vakken in Osiris 4.9 Verplichte deelname aan oefeningen, practica en projecten 4.10 Ziekmelding 4.11 Beroepsrecht 5 Aanbod bachelor vakken in 2010-2011 6 Vakbeschrijvingen 7 TU Campus 8 Gebouw Industrieel Ontwerpen 9 Algemene informatie TU Delft 9.1 Onderwijs- & Studentenzaken 9.2 Centrale Studentenadministratie TU Delft (CSA) 9.3 Shared Service Centrum O&S 9.4 Studentenstatuut 9.5 Blackboard – Digitale leeromgeving 9.6 TU Delft Library 9.7 Zelfstudiewerkplekken 9.8 Student & Career Support 9.9 Faciliteiten voor studenten met een functiebeperking 9.10 Unit Sport & Cultuur 9.11 Ombudsman voor studenten 9.12 Veiligheid, Gezondheid en Bedrijfshulpverlening 9.12.1 Basisregels 9.12.2 Ongewenst gedrag 9.12.3 Rookverbod 9.12.4 Beeldschermwerk 9.12.5 Calamiteiten en Bedrijfshulpverlening 9.13 De Delftse Studentenvakbond VSSD 9.14 De Studentenraad 9.15 Huisvesting 9.16 Medische Zorg 10 Jaarkalender Bachelor Onderwijs 2010-2011 10.1 Jaarindeling IO bachelor 10.2 College uren Appendix: Regels en Richtlijnen 2010-2011
3
17 17 18 18 19 19 19 19 19 19 20 20 20 20 21 21 22 23 24 27 30 30 30 30 31 31 31 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 33 34 34 34 36 36 37
1 Wegwijs bij de Faculteit Industrieel Ontwerpen Industrieel Ontwerpen in Delft was de eerste universitaire ontwerpopleiding in zijn soort in Nederland. Het is een van de grootste universitaire ontwerpopleidingen in de wereld. Sinds het ontstaan als zelfstandige faculteit binnen de Technische Universiteit Delft, in 1969, zijn al ruim 4200 ingenieurs Industrieel Ontwerpen afgestudeerd.
1.1 Wegwijs in het onderwijs van Industrieel Ontwerpen 1.1.1 Het vakgebied en de opleiding De doelstellingen van de faculteit Industrieel Ontwerpen worden beschreven in het mission statement:
Creating successful products people love to use. Our mission is to contribute to knowledge, skills, methods and professional attitudes in the field of integrated product development. We aim to achieve this through education and research at an internationally recognized scientific level, as befits our status as part of Delft University of Technology. The Faculty of Industrial Design Engineering’s concern is to study, innovate and improve (the development of) products for people, on the basis of the integrated interests of users, industry, society and environment’. Het accent ligt tijdens de opleiding op het ontwerpen van producten en systemen die voor de gebruiker een functie vervullen in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld: op het werk, op school, thuis, bij vervoer of bij vrijetijdsbesteding. Bij het ontwerpen staat de gebruiker centraal. In het ontwerpen vindt de integratie plaats van geavanceerde techniek, materialen, vervaardigingswijzen, vormgeving, ergonomie, bedrijfskunde en milieu. Naast een technisch-wetenschappelijk deel worden tijdens de opleiding ook de socio-economische, organisatorische, humane, ecologische en culturele context van de productontwikkeling bestudeerd. 1.1.2 De bachelor- en masteropleidingen De faculteit IO heeft één bacheloropleiding en drie masteropleidingen. De bacheloropleiding is een driejarig programma. Het eerste jaar is de propedeuse. De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. Studenten die de propedeuse in een jaar behalen ontvangen een zogenoemd P-in-één certificaat. Daarnaast ontvangen studenten die in het eerste jaar minder dan 30 ec halen een zogenoemd negatief bindend studieadvies (zie ook hoofdstuk 3, paragraaf 3.6, Bindend Studie Advies) De bacheloropleiding wordt afgerond met een bachelor eindproject in het derde studiejaar. Als deze opdracht is behaald en is voldaan aan de overige eisen, wordt het bachelordiploma uitgereikt. Dit diploma geeft toegang tot één van de drie masteropleidingen van de faculteit IO. De drie
masteropleidingen (tweejarig programma) van de faculteit IO zijn: Integrated Product Design Strategic Product Design Design for Interaction
Het bachelordiploma geeft daarnaast ook toegang tot andere masteropleidingen in Nederland en in het buitenland.
1.2 Onderzoek De belangrijkste elementen voor onze onderzoeksdoelstelling zijn ’Sustainable’ (duurzaam) en ’Wellbeing’ (welzijn).
4
Sustainable Wellbeing verwijst naar een reeks van positieve ervaringen die niet ten koste gaan van anderen, maar het belang aanspreken van de ecologische, sociale, culturele en economische context waarin wij opereren. Het houdt rekening met de snel afnemende bronnen, de ongelijke verdeling van rijkdom en toegankelijkheid, en de wereldwijde concurrentie die bedrijven moeten overleven. Wij geloven dat onze bijdrage aan een duurzame welvaart kan worden gekanaliseerd via het ontwerp en de ontwikkeling van concurrerende producten op een wereldwijde markt. Zes uitgebreide onderzoeksprogramma’s zijn gedefinieerd, te weten: Basis programma’s Strategisch Ontwerpen Gebruikers ervaringen Technologie transformatie Toegepaste programma’s Gezondheidszorg Persoonlijke mobiliteit Wonen/Werken De volledige portfolio is te downloaden via: www.io.tudelft.nl > Onderzoek > Onderzoeksportfolio
5
2 De bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen in vogelvlucht 2.1 Profiel bachelor Industrieel Ontwerpen De Delftse IO-bachelor is een multidisciplinair opgeleide productontwikkelaar. Hij/zij onderkent de verschillende aspecten die bij productontwikkeling een rol spelen: functionaliteit, gebruik, constructie, vorm, fabricage, markt, consument, bedrijfsvoering en milieu en weet deze te integreren in het ontwerp van een product. De Delftse IO-bachelor kan “open” probleemsituaties analyseren en omgaan met uiteenlopende ontwerpopdrachten. Hij/zij is sterk in het bedenken van nieuwe gebruiksconcepten en nieuwe technische concepten en kan deze materialiseren en uitwerken. Hij/zij is in staat een ontwerp te documenteren, te visualiseren en te communiceren. Daarnaast kan deze bachelor productontwikkelingsprocessen projectmatig structureren en in multidisciplinaire teams functioneren. De Delftse IO-bachelor is een wetenschappelijk opgeleide productontwikkelaar. Hij/zij gaat methodisch te werk en is vertrouwd met de wisselwerking tussen ontwerpen en wetenschappelijk onderzoek. Hij/zij beschikt over basiskennis en elementaire vaardigheden in relevante technische wetenschappen, gedragswetenschappen en bedrijfswetenschappen en kan op basis hiervan ontwerpbeslissingen beargumenteren en methodologisch verantwoorden. Hij/zij is zich bewust van de historische, culturele, sociaaleconomische en industriële context van industrieel ontwerpen als vakgebied. De Delftse IO-bachelor is een onderzoekend ontwerper: creatief én analytisch, nieuwsgierig én ondernemend, gedreven en volhardend. Een zelfstandig, verantwoordelijk professional in spe, internationaal georiënteerd, en sterk in reflectie op eigen activiteiten, competenties, studie en loopbaan. Deze ontwerper bezit voldoende kennis en vaardigheden om tot verwante masteropleidingen te worden toegelaten.
2.2 Onderwijsstructuur Een studiejaar is verdeeld in vier gelijke onderwijsperioden van 10 weken (kwartielen). Elke onderwijsperiode biedt plaats aan twee vakken van elk 7,5 studiepunten (EC’s). Dat is per vak 21 studielasturen per week. Per onderwijsperiode worden in maximaal 9 weken onderwijsactiviteiten ingepland (contacturen en zelfstudie). De 10e, 20e, 30e en 40e week is in elk studiejaar een tentamenweek. In de tentamenweek vindt de afronding van een vak plaats. Indien nodig kunnen tentamens in de avonduren worden afgenomen. Herkansingstentamens worden in de regel altijd ’s avonds afgenomen.
2.3 Onderwijs- en toetsvormen Tijdens de 9 weken onderwijs is er sprake van een mix aan onderwijsvormen. Er zijn hoorcolleges en praktische onderdelen zoals onder andere werkcolleges, colstructies, (computer-)practica en projecten. Ook de toetsing bestaat uit een mix van toetsvormen. IO onderscheidt onder andere open vragen- en meerkeuzetentamens, practicumtoetsen, opdrachten, (project-)verslagen, presentaties, portfolio’s. Binnen een vak is sprake van formatieve – en summatieve toetsen. Formatieve toetsen zijn toetsen waarmee de student kan nagaan of hij/zij op planning ligt en of de kennis en vaardigheden al in voldoende mate worden beheerst. De student ontvangt feedback op een formatieve toets, maar geen cijfer dat meetelt in het eindcijfer van een vak.
6
Summatieve toetsen daarentegen worden wel becijferd/beoordeeld en tellen mee in de berekening van het eindcijfer van het vak. Hoe een eindcijfer van een vak tot stand komt, is beschreven in de in de digitale studiegids op www.studiegids.tudelft.nl. en/of op de Blackboardsite van het vak. Een vak is behaald als het gewogen gemiddelde van de hoofdbestanddelen van het vak leidt tot een eindcijfer 6,0 of hoger. Het cijfer van een hoofdbestanddeel moet minimaal een 5,0 zijn. Als voor een tentamen van een vak een onvoldoende (5,9 of lager) is gehaald, krijgt de student de mogelijkheid het tentamen te herkansen in de eerstvolgende tentamenperiode. Voor een praktisch onderdeel of voor het totaal van de praktische onderdelen van een vak geldt, dat als voor een hoofdbestanddeel een cijfer 5,0 - 5,9 is gehaald, de student de mogelijkheid krijgt om met een aanvulling dit resultaat tot een voldoende (6,0) te verhogen. Deze mogelijkheid wordt aangeboden in de onderwijsperiode aansluitend op de onderwijsperiode van het betreffende vak. Studenten die dan nog niet geslaagd zijn voor het vak moeten wachten tot de volgende ‘reguliere’ aanbieding van het vak. Uiterlijk 20 werkdagen na de tentamenweek krijgt een student feedback op de toetsen en de ingeleverde werkstukken (conform de geldende TU regel). De student weet zo tijdig of hij/zij moet herkansen of aanvullen. Zie ook de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, in het bijzonder artikel 17. De Regels en Richtlijnen van de Examencommissie zijn te vinden in de bijlage van deze studiegids en op de website.
2.4 Weekindeling In alle onderwijsperioden worden de vakken volgens een vast wekelijks schema ingeroosterd. Ieder vak krijgt een deel van de maandag plus twee hele dagen waarop geconcentreerd aan de vakken kan worden gewerkt. Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Ochtend
Vak A
Vak A
Vak B
Vak A
Vak B
Middag
Vak B
Vak A
Vak B
Vak A
Vak B
2.5 Het studieprogramma Hieronder is het studieprogramma van de bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen opgenomen. Het programma bestaat uit productontwikkelingsprojecten (de vakken met een grijs raster) en uit multidisciplinaire vakken. De opbouw van het programma is zodanig dat de multidisciplinaire vakken de kennis en vaardigheden leveren voor de eerstvolgende productontwikkelingsprojecten. Ook voor de multidisciplinaire vakken geldt dat wordt voortgebouwd op, in eerdere vakken behandelde kennis en vaardigheden. Voor een optimaal programma volgt de student de vakken in de hierna geschetste volgorde.
7
Jaar 1
Jaar 2
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
A Vak
Mens en Product
Design and Experience
Business, Cultuur en Techniek
Construeren
B Vak
PO1 - Introductie IO
Product in Werking
PO2 – Concept Design
Research and Design
A Vak
Product en Beweging
Industriële Productie
Technische Productoptimalisatie
Modelleren
B Vak
Strategic ProductInnovation
PO3 – Fuzzy Front End
Interaction and Electronics
PO4 – Materialiseren en Uitwerken
Keuzevak 1
BSc Final Project
Jaar 3
Minor
Keuzevak 2
Cursief = Engelstalig vak, Grijs raster = Productontwikkelingsproject
2.6 De rode draad: productontwikkelingsprojecten Het studieprogramma is opgebouwd rond een serie van productontwikkelingsprojecten (vier POprojecten en het BSc-Eindproject). Deze productontwikkelingsprojecten vormen de rode draad van het studieprogramma. De projecten zijn gericht op het ontwikkelen van de competenties die industrieel ontwerpers in de praktijk nodig hebben. Daarbij staat integratie van kennis en vaardigheden uit andere studieonderdelen centraal. De PO projecten nemen over de semesters in complexiteit toe terwijl de ondersteuning vanuit de staf afneemt. De hierna opgenomen figuur laat zien op welk deel van het productontwikkelingsproces in de verschillende PO projecten de nadruk ligt.
Visie en Strategie
Analyse & Concipiëren
Materialiseren & Uitwerken
PO1 PO2 PO3 PO4 Bachelor eindproject ‘Delen van het productontwikkelingsproces waarop de PO-projecten zijn gericht’ In PO1 Inleiding Industrieel Ontwerpen wordt kennis gemaakt met het hele productontwikkelingsproces en het vakgebied industrieel ontwerpen. Centraal in dit vak staan enkele ontwerpopdrachten. Deze worden ondersteund door lezingen van (gast)docenten die verschillende kanten van het beroep van industrieel ontwerper en verschillende deelproblemen van het
8
productontwikkelingsproces belichten. Het eerste semester begint met dit studieonderdeel, opdat de studenten zich direct een beeld kunnen vormen van ontwerpen en productontwikkeling en daardoor de kennis en vaardigheden uit volgende studieonderdelen beter weten te plaatsen. PO2 Concept Design is gericht op het analyseren van een min of meer gegeven ontwerpprobleem en het genereren en ontwikkelen van concepten. De conceptontwikkeling vindt zowel vanuit de mensproduct interactie (in ruimste zin van het woord) als vanuit de functionaliteit, werking en maakbaarheid (technische principeoplossingen) plaats. PO2 bouwt voort op de vakken Mens en Product, Product in Werking en Design and Experience. Als onderdeel van PO1 en PO2 zijn oefeningen visualiseren en technisch documenteren gepland. In PO3 Fuzzy Front End wordt geen ontwerpopdracht gegeven, maar moet men zelf een ontwerpopdracht creëren tegen de achtergrond van een specifieke bedrijfs- en maatschappelijke context. PO3 begint dus in het “fuzzy front end” van het productontwikkelingsproces, waaraan ook in de vakken Business, Cultuur en Techniek en Strategic Product Innovation aandacht wordt besteed. Daarnaast moet in PO3 de kwaliteit en haalbaarheid van de ontwikkelde strategische ideeën voor nieuwe producten worden gedemonstreerd in de vorm van een conceptontwerp, gebruik makend van de kennis die in alle voorafgaande vakken is opgedaan. In PO4 Materialiseren en Uitwerken verschuift de aandacht naar het laatste deel van het productontwikkelingsproces, waarin concepten worden gematerialiseerd (embodiment design) en uitgewerkt (detail design). Bij het uitwerken van het concept en het detailleren van onderdelen en assemblages zal niet alleen aandacht worden besteed aan functionele, productietechnische en commerciële overwegingen, maar ook aan vorm, kleur en textuur van het product. PO4 is in zekere zin de afsluiting van de serie verplichte technische vakken Product in Werking, Construeren, Product en Beweging, Industriële Productie, Technische Productoptimalisatie en Modelleren. In PO4 worden kennis en vaardigheden uit al die vakken toegepast. Het Bachelor Eindproject beslaat weer het gehele productontwikkelingsproces. Het is het afsluitende project van de Bacheloropleiding, waarin een beroep wordt gedaan op alle kennis die de student in 3 jaar heeft verkregen, inclusief de onderzoeksvaardigheden van het vak Research and Design.
2.7 Multidisciplinaire vakken Naast de productontwikkelingsprojecten bevat het bachelorprogramma multidisciplinaire vakken. Ook deze vakken zijn gericht op het ontwikkelen van competenties. In de leerstof, de studietaken en de opdrachten wordt steeds het verband met realistische praktijkproblemen zichtbaar gemaakt. De vakken zijn multidisciplinair ingericht. Dit betekent dat in het nieuwe studieprogramma bijvoorbeeld geen afzonderlijke vakken wiskunde, mechanica en materiaalkunde voorkomen, maar thematisch vakken zoals Product in Werking en Product en Beweging, waarin wiskunde, mechanica, materiaalkunde en constructieleer in samenhang worden gedoceerd aan de hand van realistische constructieve ontwerpproblemen. Hetzelfde geldt voor de andere vakken van het studieprogramma. Bijvoorbeeld het vak Mens en Product behandelt zowel ergonomie (de mens als gebruiker) als consumentengedrag (de mens als koper) en in het vak Industriële Productie worden de technisch-economische én de esthetische mogelijkheden van verschillende productietechnieken bestudeerd.
2.8 Engelstalige vakken Enkele vakken worden gedeeltelijk of geheel in het Engels gedoceerd (de vakken in cursief in het overzicht van het studieprogramma). Hierdoor wordt de bachelorstudent gaandeweg voorbereid op een toekomstige masterstudie. In de TU Delft, maar ook in veel andere binnen- en buitenlandse universiteiten, worden masteropleidingen uitsluitend in het Engels aangeboden.
9
2.9 Minors Een minor is een samenhangend pakket vakken met een totale omvang van 30 studiepunten. Minors bieden studenten de gelegenheid hun kennis te verbreden op gebieden die niet centraal staan in het IO-studieprogramma. Minors mogen daarom gekozen worden uit het gehele onderwijsaanbod van de TU Delft. Een minor kan ook worden ingevuld met een studieperiode in het buitenland of met een stage. De minors kennen geen ingangseisen, maar wel wordt verondersteld dat je in je studievoortgang aan het eind van je tweede jaar bent als je met je minor start. Je kunt in de minorgids zien welke voorkennis bekend verondersteld wordt (bijvoorbeeld bepaalde wiskunde of ontwerpkennis). Als je die kennis mist dan moet je die zelf bijspijkeren of een andere minor kiezen. De TUD minors worden aangeboden in het 5e semester van de bachelor. 2.9.1 Soorten minors De TU Delft kent de volgende minors: Verbredende minor: het programma van de minor verschilt inhoudelijk duidelijk van het majordeel van de bacheloropleiding. Verdiepende minor: deze minor heeft een meer specialistisch karakter, vaak op het gebied aansluitend aan het majordeel van een bacheloropleiding. Vrije minor: deze minor stelt de student zelf samen. De onderdelen ervan moeten worden verzorgd door een universitaire opleiding. De vrije minor moet, uiterlijk twee maanden voor de start, worden goedgekeurd door de examencommissie. Een minor kan bestaan uit allerlei onderwijselementen: colleges, werkgroepen, projecten, onderzoeksopdrachten en/of stage. In 3TU-verband vindt er afstemming over minors plaats, waardoor het relatief eenvoudig wordt om een minor van een andere TU te kiezen. Aanmelding voor een minor is verplicht. Tegen de tijd dat je een aanzienlijk deel van je eerste en tweede cursusjaar hebt afgerond, meld je je aan voor een minor. 2.9.2 Minoraanbod faculteit IO De faculteit IO biedt in 2010-2011 de volgende minors aan: ASSET minor Sustainable Design and Engineering Industrial Design (niet voor IO-studenten) Advanced Prototyping (ism met Bouwkunde) Study Abroad WorkPlacement In maart 2011 wordt het minoraanbod van de TU en de faculteit IO voor 2011-2012 vastgesteld. Gedetailleerde informatie over alle minors vind je op de website http://minors.tudelft.nl. De omschrijvingen van de minors en informatie over individuele vakken is te vinden in de digitale studiegids http://studiegids.tudelft.nl.
2.10 Keuzevakken De keuzevakken van het IO bachelorprogramma zijn verdiepend en bouwen dus voort op de verplichte vakken van de eerste twee studiejaren. Bachelor keuzevakken worden uitsluitend in het 3e kwartaal aangeboden. Uit de aangeboden keuzevakken, moet de student er twee kiezen. De keuzevakken (7.5 ec) in 20102011 zijn: Cross Media Interaction design Design and Cultural Impact Design Visualisation Software Mechatronics Creating in Project Teams
10
3 De facultaire organisatie De faculteit heeft een faculteitsbestuur waarvan de decaan voorzitter is en dat verder bestaat uit de afdelingsvoorzitters en de onderwijsdirecteur. De onderwijsdirecteur is verantwoordelijk voor onderwijsbeleid, inhoud, organisatie, kwaliteitsbewaking en financiën van de opleidingen van de faculteit. Voor de bacheloropleiding en elk van de drie masteropleidingen is daarnaast een coördinator aangesteld die toeziet op de uitvoering en ontwikkeling van het programma en op de relatie tussen de onderdelen ervan.
Directeur onderwijs: prof. D.J. van Eijk Bachelorcoördinator: Ir. H. Kuipers DfI Mastercoördinator: Prof. dr. P.J. Stappers IPD Mastercoördinator: Dr. H.H.C.M. Christiaans SPD Mastercoördinator: Dr. ir. F.E.H.M. Smulders
3.1 De afdelingen De faculteit IO kent drie wetenschappelijke afdelingen. De belangrijkste taken van deze afdelingen zijn: bijdragen aan het onderwijsprogramma uitvoeren van (multi-)disciplinair onderzoek bijdragen aan het oplossen van maatschappelijk, relevante problemen. De drie afdelingen zijn: Industrial Design (ID) biedt onderdak aan de disciplines ergonomie (menselijke factoren) en vormgeving. De nadruk van beide disciplines ligt op de interactie tussen de gebruiker en het product. Belangrijke aspecten zijn de expressiviteit van het product, bruikbaarheid en esthetica, de betekenis die de productvormen hebben voor de gebruiker, en de plaats van vormgeving en ontwerpen in een sociaal-culturele context. De afdeling betrekt deze elementen bij zowel het onderzoek als het onderwijs. Secretariaat afdeling ID: locatie 3B-01, tel. (015) 2783029 Design Engineering (DE) geeft onderwijs en doet onderzoek op het gebied van de constructief/technische aspecten welke een rol spelen bij het ontwikkelen en ontwerpen van producten die in serie of massa worden vervaardigd. Bij het realiseren van een technisch functionerend concept spelen naast het in technische zin vertalen van de functie ook aspecten van materiaalkeuze, productie en duurzaamheid een belangrijke rol. Daarnaast is er aandacht voor procedures en andere organisatorische zaken die gehanteerd worden bij het materialiseren en produceren en wordt ook de invloed op het milieu meegenomen. Secretariaat afdeling DE: locatie 3A-10, tel. (015) 2783034 Secretariaat sectie Design for Sustainabilty: locatie 1A-40, tel. (015) 2782738 Product Innovatie en Management (PIM) verzorgt onderwijs en verricht onderzoek op het gebied van bedrijfskunde van de productontwikkeling. De belangrijkste onderwerpen zijn marketing en consumentenonderzoek, management en organisatie en ontwerpmethodologie. Het specifieke van de afdeling is dat de genoemde onderwerpen worden bestudeerd binnen het toegepaste kader van de productontwikkeling. Secretariaat afdeling PIM: locatie 4B-01, tel. (015) 2783068
11
3.2 De Stafafdelingen 3.2.1 Onderwijs & Studentzaken (O&S) Deze afdeling is verantwoordelijk voor de (organisatorische) ondersteuning van het onderwijs. De werkzaamheden kunnen in 3 hoofdtaken worden omschreven: Informeren, adviseren en ondersteunen van studenten tijdens hun opleiding om in-, door- en uitstroom van de studenten te bevorderen. Ondersteunen, adviseren en informeren van de onderwijsorganisatie om het primaire onderwijsproces te optimaliseren. Bijdragen aan beleidsontwikkeling van de faculteit ten aanzien van studentzaken, onderwijs en de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s. 3.2.2 Marketing & Communicatie Deze afdeling verzorgt de voorlichtingsevenementen om potentiële bachelor- en masterstudenten te informeren over het onderwijs van de faculteit. Daarnaast geeft de afdeling brochures uit voor de externe werving van studenten. 3.2.3 Facilitair Management Deze afdeling is o.a. verantwoordelijk voor het beheer van het IO-gebouw, de bewaking en beveiliging, lockers en sleutelbeheer, AV ondersteuning, meubilair, receptie, reprofaciliteiten en het oplossen van storingen. 3.2.4 Afdeling ICT Deze afdeling verzorgt het beheer en onderhoud van de studenten PC’ s, zorgt dat de benodigde software aanwezig is en handelt storingen aan apparatuur af. 3.2.5 Valorisatieteam Bij deze afdeling kunnen medewerkers en studenten terecht voor vragen over en ondersteuning bij allerlei vormen van samenwerking met bedrijven en andere externe partijen. Activiteiten van het valorisatieteam zijn onder andere: het scannen van mogelijkheden voor subsidies en financiering van projecten, het zoeken van samenwerkingspartners, adviseren over en beschermen van intellectueel eigendom, adviseren over en opstellen van projectplannen en begrotingen en het begeleiden van de commercialisering van ideeën, licensering en start-ups.
3.3 Onderwijs- en studentondersteuning 3.3.1 Servicepunt IO Het Servicepunt vormt de frontoffice voor vragen en opmerkingen met betrekking tot ICT-, FM- en O&S gerelateerde zaken. Studenten kunnen bij het Servicepunt terecht voor bijvoorbeeld: Aanvragen cijferlijsten + waarmerken Inleveren van cijferbriefjes Aanvragen P- en BSc-diploma Problemen bij aanmeldingen in Osiris Maken van afspraken met studieadviseurs en International Office IO Reserveren van zalen, afstudeerwerkplek, huren van apparatuur Melden van storingen aan pc’s, laptops, printers etc. Nieuw wachtwoord aanvragen Locatie Servicepunt IO: Hal IO, tel. (015) 2789807, Email:
[email protected] Openingstijden: ma t/m vr 08:00 – 17:00 uur.
12
3.3.2 Bureau Onderwijs Ondersteuning (BOO) Het bureau onderwijsondersteuning helpt bachelordocenten bij de organisatie en administratie van hun onderwijs. Taken van het bureau zijn o.a.: Studieresultaten van vakonderdelen op Blackboard zetten; Werkstukken, verslagen etc. innemen; Groepsindelingen maken; Afhandelen van ziekmeldingen. (
[email protected]) Jolanda van Domburg
[email protected] Rita van Vught
[email protected] Locatie: 4B-25, tel. (015) 2783739 3.3.3
[email protected] Dit e-mailadres kan worden benaderd als de student verzoeken heeft die vragen om afwijking van het programma of van de regelingen. Voorbeelden van vragen aan dit adres zijn: toelating tot onderwijs in afwijking van de regels afwijkingen als gevolg van bijzonder omstandigheden vrije minors vrije masterprogramma’s Ook vragen m.b.t. de OER, UR en RRvE (zie bijlage) kunnen hier gesteld worden. 3.3.4 Studieadviseurs Wie specifieke of individuele vragen of problemen heeft die zich tijdens de studie voordoen kan deze bespreken met de studieadviseurs. Voorbeelden zijn: studievertragende omstandigheden, advies bij studieplanning, het staken van de studie, ziekte of persoonlijke omstandigheden, financiële ondersteuning, keuze van een studierichting en oriëntatie op de arbeidsmarkt. De studieadviseurs zijn onafhankelijk en zullen alle aan hen voorgelegde kwesties vertrouwelijk behandelen. Drs. J.H. Wiltjer, Kamer 4B-10, tel. (015) 2783041, email:
[email protected] Aanwezig: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Telefonisch spreekuur: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 16.30 - 17.00 uur Ir. J.C. Thieme, Kamer 4B-15, tel. (015) 2782941, email:
[email protected] Aanwezig: maandag, dinsdag, woensdag, donderdagmorgen en vrijdagmorgen Telefonisch spreekuur: maandag, dinsdag en woensdag van 16.30 - 17.00 uur Een afspraak met de studieadviseurs kun je maken via het Servicepunt IO: 015-2789807 3.3.5 Studiebegeleiding eerstejaars Voor de eerstejaars studenten is een gesystematiseerd studiebegeleidingssysteem opgezet. Tijdens PO1 zullen de studieadviseurs in alle studio’s langskomen om jullie informatie te geven over praktische zaken als roosters, zak/slaag regelingen, aanwezigheidsplicht, maar ook een kleine workshop geven over verschillende leerstijlen. Aan het eind van PO1 zal je met je begeleider van dit vak een studie evaluatie gesprek hebben. In november of december krijgen alle studenten een uitnodiging voor een studie-evaluatiegesprek met de studieadviseur waarin de studie-ervaringen, studieaanpak en eventuele problemen kunnen worden besproken. In het vierde kwartaal worden alle eerstejaars
13
opnieuw uitgenodigd voor een gesprek over studie ervaringen en eventuele problemen die je als student kan tegenkomen. Naast deze georganiseerde afspraken kan je ook altijd op eigen initiatief een afspraak maken met de studieadviseurs via het servicepunt. Wanneer er bijzondere omstandigheden zijn waarvan jij denkt dat ze van invloed zijn op je studievoortgang, is het van belang deze tijdig te melden bij de studieadviseur. De studieadviseurs zijn onafhankelijk en zullen alle aan hen voorgelegde kwesties vertrouwelijk behandelen. 3.3.6 Bindend Studie Advies (BSA) De TU Delft kent een zogenoemd Bindend Studie Advies (BSA). Dit betekent dat elke student die start in het studiejaar 2010-2011 aan het eind van het jaar een advies zal krijgen zijn studie voort te zetten of te staken. Wanneer het advies is de studie te staken is dit een bindend advies en zal je je de komende vier jaar niet meer voor de opleiding mogen inschrijven. Je moet minimaal 30 EC, gebaseerd op volledig afgeronde vakken, halen in je eerste jaar (inclusief de zomerherkansingen) om de opleiding te mogen voortzetten. In augustus krijg je een voorlopig advies toegestuurd, het definitieve (bindende) advies krijg je in september het jaar nadat je bent gestart. Tijdens het jaar zal je op diverse momenten op de hoogte worden gesteld van je studievoortgang om je bewust te maken van je voortgang, zodat je zonodig tijdig op zoek kunt naar een goed alternatief. Neem contact op met de studieadviseur als je hierin begeleid wilt worden. Er zijn persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte, een handicap, bijzondere familieomstandigheden of zwangerschap) die kunnen leiden tot een uitstel van het bindend studie advies. Het is hiervoor belangrijk dat je de studie adviseur tijdig op de hoogte brengt van deze omstandigheden. Ook wanneer je twijfelt over je studiekeuze of aan ziet komen dat je de norm van 30 EC niet gaat halen is het belangrijk contact op te nemen met de studieadviseur. Zij kunnen je helpen met het vinden van een goede oplossing. Voor meer informatie over het bindend studie advies, zie het Studentenstatuut, het Onderwijs en Examenreglement en/of de BSA-website (www.bsa.tudelft.nl) 3.3.7 Mentoraat Alle eerstejaars studenten worden ingedeeld in een mentorgroep die bestaat uit ongeveer vijftien studenten. Elke groep heeft een (student-) mentor met de taak om de eerstejaars zich snel thuis te laten voelen in Delft en in de faculteit IO. Tijdens de mentorbijeenkomsten worden handige tips gegeven over studeren, tentamen doen, en worden specifieke vragen over vakken beantwoord. Bij je mentor kun je terecht met allerlei vragen over je studie en het leven in Delft. De coördinator van het mentoraat is Jaap Gerritsen. Hij is te bereiken via het volgende emailadres:
[email protected]. 3.3.8 International Office IO Het International Office geeft informatie over studeren aan een universiteit in het buitenland en bemiddelt tussen studenten en buitenlandse partneruniversiteiten. Elk najaar wordt de informatiemarkt ‘Study Abroad’ georganiseerd met o.a. presentaties van studenten over hun buitenlandervaringen. Daarnaast faciliteert het international office de werving, selectie, opvang en begeleiding van internationale uitwisselings- en MSc. studenten. Coördinator internationalisering: mw. ir. W.M.Biemond Coördinator internationale uitwisseling: mw. J.N. Arkesteijn Kamer: 4B-21, tel. (015) 2781077 email:
[email protected]
14
Afspraken kunnen gemaakt worden via het Servicepunt IO. Meer informatie is te vinden op de studentenportal van de faculteit IO én op Blackboard > courses > IDEXCH Study Abroad 3.3.9 Stagebureau Bachelorstudenten die in het kader van hun minor stage willen doen (de minor Workplacement) kunnen nadere informatie vinden op de stagewebsite (www.io.tudelft\stage) en/of contact opnemen met de stagecoördinator. Het regelen van een stage kan tijdsintensief zijn. Begin daarom al in je tweede studiejaar met het zoeken. Verder is het belangrijk tijdig contact op te nemen met de stagecoördinator: de stage wordt alleen erkend als de stagecoördinator vooraf is geconsulteerd. De stagecoördinator van de faculteit is: Marco Bolleboom Kamer 3A-11 Tel: 015 – 27 82864 Email:
[email protected] 3.3.10 Kwaliteit van het onderwijs Het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs is een continue activiteit binnen de faculteit IO. Met behulp van diverse instrumenten wordt het onderwijs geëvalueerd. Op basis van de resultaten hiervan worden voorstellen gedaan voor de verbetering van het onderwijs. Voor de evaluatie worden o.a. de volgende kwaliteitsinstrumenten gebruikt: Course Evaluation: een schriftelijke enquête met vragen over de kwaliteit van onderwijs, die bij de afsluiting van een vak wordt uitgedeeld. Semesterevaluatie: een meer diepgaande evaluatie over een geheel onderwijssemester die bestaat uit een bijeenkomst met studenten en betrokken docenten. De evaluatieresultaten worden gepubliceerd op de studentenportal van de faculteit IO. Opmerkingen over de kwaliteit van het onderwijs kun je voorleggen aan: Studievereniging i.d commissaris onderwijs: tel. (015) 2783012, email:
[email protected] en/of Onderwijsadviseur: mw. drs. P. Pouw: tel. (015) 2788278, email:
[email protected] 3.3.11 Communicatie tussen studenten en de faculteit Voor informatie en mededelingen maakt de faculteit gebruik van Blackboard en van het emailadres dat de TU Delft aan de studenten heeft verstrekt. Zorg er daarom voor dat je de inkomende mails op dit adres leest. De Faculteit IO vindt de inbreng van studenten belangrijk. Daarom kent de Faculteit een aantal (adviserende) organen waarin studenten participeren. De Facultaire Studentenraad (FSR). De FSR bestaat uit 7, door studenten zelf gekozen, personen. De FSR is een medezeggenschapsorgaan dat maandelijks met de decaan overlegt over allerlei facultaire onderwerpen. De OpleidingscommissieIO (OKIO). DE OKIO bestaat uit 5 docenten en 5 studenten en kan de Opleidingsdirectie gevraagd en ongevraagd adviseren over beleidsmatige kwesties op het gebied van onderwijs. De opleidingsdirectie. Eén student participeert in de vergaderingen van de opleidingsdirectie, waarin o.a. de onderwijsdirecteur en de coördinatoren van de vier IO-opleidingen zitting hebben.
15
De studenten uit deze drie organen komen samen in i.d onderwijs van de studievereniging i.d. 3.3.12 Studievereniging i.d Studievereniging i.d is de grootste en actiefste studieverenigingen van Delft. De studievereniging is sinds 1973 uitgegroeid tot een actieve vereniging met ruim 2300 leden, 30 commissies en zo'n 200 actieve commissieleden. Daarnaast heeft i.d een bestuur van zeven enthousiaste studenten die de studievereniging een jaar lang draaiende houden. Studievereniging i.d is er voor studenten Industrieel Ontwerpen, met als hoofddoel het behartigen van de belangen van de student IO. Dit doet i.d door de studenten mogelijkheden te bieden om zichzelf te verrijken. Denk hierbij aan het versterken van het contact tussen studenten en medewerkers van IO en het versterken van de contacten met andere faculteiten en andere opleidingen. Ook krijgen studenten Industrieel Ontwerpen de kans kennis op te doen over het vakgebied en het bedrijfsleven. Daarnaast is Studievereniging i.d heel actief in het onderwijs. i.d-onderwijs zet zich in om de problemen van de studenten te signaleren en streeft ernaar deze problemen op te lossen. i.donderwijs vertegenwoordigt alle studenten IO in diverse onderwijsorganen en heeft inspraak bij het maken van beslissingen over het onderwijs. Als laatste geeft Studievereniging i.d studenten de mogelijkheid om naast hun studie zelf allerlei activiteiten te organiseren. Deze activiteiten zijn er vooral op gericht een meerwaarde te bieden aan de opleiding en het vakgebied. Het zijn inspirerende activiteiten die vooral ook heel erg leuk zijn. Een commissie doen om een activiteit te organiseren is leerzaam en gezellig! Ga naar www.id.tudelft.nl voor meer informatie over de Studievereniging i.d of mail naar het vereniging:
[email protected].
3.4 Onderwijsvoorzieningen 3.4.1 Website IO De website van IO bestaat uit een extern gedeelte (www.io.tudelft.nl), een studentenportal en een medewerkersportal. Op het studentenportal vind je de IO-metrokaart (zie de achterzijde van deze studiegids). Deze metrokaart helpt je om snel de benodigde informatie over bijvoorbeeld roosters, aanmelden onderwijs en tentamens, regelgeving, programma-informatie en contactgegevens te vinden. Ook kun je op de studentenportal interessante nieuwsitems van de faculteit vinden. 3.4.2 Blackboard (http://blackboard.tudelft.nl) Het studentenportal Blackboard (Bb) biedt een digitale leeromgeving. Blackboard wordt door de meeste docenten gebruikt om de studenten voorafgaand aan en tijdens het vak van de informatie te voorzien die je nodig hebt om het vak te doen. Daarnaast wordt Blackboard ook gebruikt om mededelingen over het onderwijs of andere belangrijke studentinformatie te plaatsen. Om Blackboard te gebruiken log je in met je netID. Onder ‘Courses’ vind je dan de informatie over de vakken die je volgt. Onder ‘MyStudentInfo’ vind je o.a. een overzicht van alle vakken en tentamens waarvoor je hebt aangemeld via Osiris, je studieresultaten, toegang tot het online bestelsysteem van dictaten, studentensoftware en de single sign on naar je mail. Onder ‘Organisations’ vind je o.a. het laatste nieuws. Onder ‘MyFaculty’ vind je o.a. de link naar de IO studentenportal. Ben je je netID of password vergeten? Bij het Servicepunt IO word je geholpen.
16
3.4.3 Preventie van fraude Bij sommige vakken wordt gebruik gemaakt van de "Safe-Assignment"- tool in Blackboard. Hiermee kan de faculteit nagaan of studenten ongeoorloofd tekst(-delen) overnemen of kopiëren van internet en/of andere studenten. 3.4.4 PC’s en Laptops Het gebouw van IO is uitgerust met een wireless network, zodat studenten overal in de faculteit hun laptop kunnen gebruiken. Er zijn 8 computerclusters verspreid over het gebouw; zie de plattegrond op de website van IO. Inloggen op de onderwijscomputers doe je met je netID. 3.4.5 Dictaten en readers (lecture notes) De meeste dictaten, readers en werkboeken zijn alleen online te bestellen via Blackboard. Je kunt ze thuis laten bezorgen of ophalen op de faculteit bij het logistiek servicepunt. Dictaten bestellen? Ga naar Blackboard onder ‘My Student Info’. Dictaten ophalen? Logistiek Servicepunt Kamer 0B-35 Tel 015-2782493, email:
[email protected] 3.4.6 Dependance Waltman Boekhandel in het IO-gebouw Bij de ingang van het IO-gebouw is een depedance van Waltman Boekhandel te vinden. Alle studieboeken zijn hier te koop. Ook voor teken-, ontwerp- en kantoormaterialen kunnen studenten bij Waltman terecht. Waltman Boekhandel is tijdens de onderwijsperiodes open van 9.00 – 17.00 uur.
3.5 Facultaire voorzieningen 3.5.1 Gebouw IO De openingstijden van het gebouw voor de studentvoorzieningen (kelder, begane grond en 1e etage) is van: maandag tot en met donderdag van 08.00 – 22.00 uur vrijdag van 08.00-19.00 uur. De overige delen van het gebouw zijn voor 8.00 en na 19.00 uur alleen toegankelijk met een speciaal geautoriseerde campuskaart. In de vakantieperiodes sluit het gebouw om 19.00 uur. Tijdens de Kerstperiode en op algemene feestdagen is het gebouw gesloten; zie de jaarkalender verderop in deze gids. Servicepunt IO: tel. (015) 2789807, tevens alarmnummer. 3.5.2 Onderwijsruimten, computerzalen en werkplekken Zie de uitgebreide plattegrond verderop in deze gids en op de studentenportal van IO, Studentenportal > Metrokaart > Gebouw IO 3.5.3 Practicum Modellenbouw en Bewerkingen (PMB) Het PMB is bedoeld voor fabricage van werkstukken en modellen. De meeste PMB ruimten zijn gelegen op de begane grond van het I.O.- faculteitsgebouw. Een klei- en gipsruimte bevindt zich in de kelder van het gebouw. Studenten kunnen in het PMB zelfstandig werken nadat zij instructie gevolgd hebben en toestemming hebben van PMB instructeurs of -assistenten. Voor alle te gebruiken machines dient men een aparte instructie te hebben gevolgd. Het dragen van een katoenen stofjas en veiligheidschoenen is in de PMB
17
machinehal verplicht. Bij gebruik van een verspanende apparatuur is een veiligheidsbril verplicht. Studenten dienen stofjas en schoenen zelf aan te schaffen. Deze kunnen o.a. gekocht worden bij IJzerhandel Zwaard Phoenixstraat 8 in Delft. Openingstijden PMB. Openingstijden dagelijks van 8.00h. tot 12.30h. en van 13.30h. tot 17.00h. Manager: L. Paauw Tel: van 8.00h. tot 12.00h. 015-278 83023 van 13.30h. tot 16.00h. 015-278 6647. Website: www.pmb-tudelft.nl 3.5.4 Laboratorium voor Productanalyse Het Laboratorium voor Productanalyse (LVP) biedt de mogelijkheid producten of onderdelen daarvan te analyseren, beproeven en vergelijken o.a. ten behoeve van ontwerpoefeningen en afstudeeropdrachten beheer: H.F. Broekhuizen, tel. (015) 2781929, email:
[email protected], locatie: 1A-34. 3.5.5 Print/kopieer machines De print/kopieer machines naast de winkel voor de boekenbalie i.d kennen de volgende functionaliteiten: printen en kopieren kleur en zwart/wit dubbelzijdig A3 en A4 scannen en nieten Je printtegoed kan worden opgewaardeerd via http://webprint.tudelft.nl. Je kunt je tegoed controleren door ’printtegoed’ te selecteren in het start menu en je muis over het printkrediet icoon te bewegen. De prijs voor zwart/wit A4 of A3 is EUR 0,03, de prijs voor een kleurenprint is EUR 0,15.
18
4 Procedures en regels De procedures en regels m.b.t. het onderwijs zijn vastgelegd in de ‘Onderwijs- en Examenregeling’ (OER) en de ‘Regels & Richtlijnen van de Examencommissie’ (RRvE). De OER bestaat uit een algemeen gedeelte dat grotendeels gelijk is voor alle TU-studenten en de ‘Uitvoeringsregeling’ (UR), waarin de opleiding is beschreven. In de RRvE heeft de examencommissie zaken geregeld rond b.v. slaagregeling en de gang van zaken tijdens tentamens. De integrale tekst van de OER (met de UR) en de RRvE is opgenomen in de bijlage bij deze studiegids. Ook op de studentenportal is deze te vinden. Enkele belangrijke bepalingen voor de bacheloropleiding 2007 en verder worden hieronder beknopt beschreven.
4.1 Toelatingsvoorwaarden in de bachelor Binnen de bacheloropleiding is er alleen een toelatingsvoorwaarde voor het Bachelor Eindroject (BEP). Met het Bachelor Eindproject (IO3900) kan worden gestart wanneer in totaal 135 EC zijn behaald waaronder de Propedeuse. Deze toelatingsvoorwaarde geldt voor cohort 2006 en volgende cohorten.
4.2 Slaagregelingen bachelor 2007 en bachelor 2006 en eerder Voor studenten van cohort 2007 en volgende cohorten geldt dat de bacheloropleiding is gehaald als alle verplichte vakken van het 1e en 2e jaar (16 vakken), de 2 keuzevakken, het Bachelor Eindproject (BEP) en een minor met een voldoende (6,0) zijn afgesloten. Studenten van cohort 2000 tot en met 2006 zijn geslaagd voor de bacheloropleiding als zij: voor alle vakken van het bachelorprogramma 2007 die zij volgens hun definitieve inschaling moeten volgen een voldoende (6,0) hebben gehaald; het totaal aantal studiepunten behaald met vakken uit de bachelor 2000 en de bachelor 2007 ten minste 177,5 EC bedraagt.
4.3 Met lof regeling Een student kan voor het bachelorexamen het predicaat "met lof" verkrijgen als het gewogen gemiddelde van de eindcijfers van de vakken ten minste 8.0 bedraagt, het resultaat voor het Bachelor Eindproject minimaal een 8.0 is en als de studieduur niet langer is dan 3,5 jaar.
4.4 Slaagregeling per vak De student is voor een vak geslaagd als het gewogen gemiddelde van de hoofdbestanddelen van het vak 6.0 of hoger is. Het eindcijfer van een vak wordt afgerond op halve cijfers. Een compensatieregeling binnen een vak geldt alleen voor eventuele onderdelen binnen hoofdbestanddelen. De resultaten van de hoofdbestanddelen moeten minimaal 5.0 zijn. Een practicum dat geldt als hoofdbestanddeel en wordt uitgedrukt in een niet numerieke waarde, moet met een ‘V’ (voldoende) zijn afgesloten.
4.5 Geldigheidsduur toetsen De afzonderlijke toetsen zijn geldig gedurende het studiejaar dat de student het betreffende vak volgt. Behaalt een student geen voldoende voor een vak in het studiejaar dat hij ermee is gestart, dan vervallen in principe alle onderdelen van het betreffende vak die wel zijn behaald. Indien een vak niet van opzet verandert, dan wordt de geldigheidsduur van de behaalde resultaten (dus cijfer 6,0 of hoger) van de hoofdbestanddelen met één jaar te verlengen. Verlenging vindt slechts één maal plaats.
19
4.6 Toelatingsvoorwaarden tot de masteropleidingen van de faculteit IO Vanaf 1 september 2010 geldt voor alle opleidingen van de TU Delft de ‘bachelor-voor-master’ regel, ook regeling ‘Harde Knip’ genoemd. De Harde-Knipregeling houdt in, dat een student pas toegelaten wordt tot een masterprogramma van Industrieel Ontwerpen (IPD, DfI of SPD) als de student de bacheloropleiding heeft afgerond. ‘Hard’ wil zeggen dat er geen marge is: de bacheloropleiding moet volledig zijn afgerond. Voor studenten van cohorten 2005 en eerder geldt de Harde Knip niet; zij zijn toelaatbaar tot de mastervakken als zij voldoen aan de eisen van de pre-masterregeling 1. Voor studenten van cohorten 2006 en 2007 geldt de Harde Knip. Daarbij is de pre-masterregeling nog éénmaal van toepassing, te weten per 31 augustus 2010. Studenten van cohorten 2008 en volgende kunnen in de praktijk niet voldoen aan de eisen van de pre-masterregeling. Zij vallen per definitie onder de Harde Knip.
4.7 Aanvragen Propedeuse en Bachelorexamen Formulieren voor het aanvragen van een examen zijn af te halen bij het Servicepunt.
4.8 Verplichte aanmelding voor tentamens en vakken in Osiris Voor alle tentamens en vakken moet worden aangemeld in het elektronisch aanmeld systeem (Osiris). Dit is noodzakelijk om op tijd voldoende staf te kunnen inzetten bij de vakken, voldoende zaalruimte te reserveren, etc. Alleen studenten die op de vanuit Osiris geproduceerde deelnemerslijst staan kunnen deelnemen aan het tentamen resp. het vak. Tentamens: de aanmelding sluit 14 kalenderdagen voor het begin van de betreffende tentamenperiode. Zie de jaarkalender in deze gids of op de website voor de precieze deadlines. Vakken: de aanmelding sluit circa 5 kalenderweken voor de start van het semester waarin het onderwijs wordt gegeven. De faculteit maakt de precieze deadline tijdig bekend, zowel via de persoonlijke TU Delft e-mailaccounts als via de algemene communicatiekanalen. Aanmelding voor vakken geschiedt per semester, dus voor twee kwartalen gelijktijdig! NB: De eerstejaars studenten zijn vrijgesteld van de aanmelding voor vakken in het 1e semester. Ouderejaars die vakken uit het propedeuse programma willen doen, dienen zich daarvoor wel tijdig en via Osiris aan te melden.
4.9 Verplichte deelname aan oefeningen, practica en projecten Studenten die na aanmelding zijn ingedeeld voor een vak/practicum zijn verplicht hun deelname te bevestigen bij de start van het vak/practicum. Dit is in principe tijdens de eerste bijeenkomst voor een vak/practicum, tenzij de docenten van het vak op Blackboard andere aanwijzingen heeft opgenomen. Als de student dat niet doet heeft de student verder geen recht op deelname.
1
De toelatingseis tot de pre-master is, dat je je propedeuse diploma IO + 90 EC van het 2e en 3e jaar hebt behaald, waaronder het Bachelor Eindproject (BEP, IO3900). Een student die tot de premaster is toegelaten, mag mastervakken, –practica en –tentamens doen en heeft alle rechten die daarbij horen. Omdat deze student de bacheloropleiding nog niet heeft afgerond, is hij formeel nog geen masterstudent IPD, DfI of SPD.
20
4.10 Ziekmelding Afwezigheid als gevolg van ziekte bij een oefening, practicum of project (presentatie) moet ’s morgens voor 10.00 uur worden gemeld bij het bureau onderwijsondersteuning, tel. (015) 2783739 of via het mailadres
[email protected]. Vermeld in de mail je naam, je studienummer en de vakken waar je ziekgemeld moet worden.
4.11 Beroepsrecht Een student kan in beroep gaan tegen een besluit dat is genomen op grond van de regelgeving, zie artikel 39 van de Onderwijs- en Examenregeling en artikel 36 van de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie.
21
5 Aanbod bachelor vakken in 2010-2011 Eerste studiejaar IO1011 PO1 Introductie Industrieel Ontwerpen IO1021 Mens en Product IO1031 Product in Werking
Periode 1 B
Periode 2
Periode 3
Periode 4
A B A
IO1041 Design and Experience IO1051 PO2, Concept Design IO1061 Business, Cultuur en Techniek IO1071 Construeren
B A A B
IO1082 Research and Design
Schuin gedrukt; Engelstalige aanbieding Tweede studiejaar IO2021 Product en Beweging
IO2031 Strategic Product Innovation IO2011 PO3, Fuzzy front end
Periode 1 A B
Periode 2
Periode 3
Periode 4
B A
IO2041 Industriële Productie
IO2061 Interaction and Electronics
B A
IO2071 Technische Product Optimalisatie IO2051 PO4, Materialiseren en Uitwerken IO2081 Modelleren Schuin gedrukt; Engelstalige aanbieding
B A
Derde studiejaar Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 3
Keuzevakken IO
Minoren
IO3010 Cross Media Interaction Design IO3020 Design and Cultural Impact IO3030 Design Visualisation IO3040 Software IO3050 Mechatronics IO3060 Creating in Project Teams
ntb ntb A B A B
IO3900 Bachelor Eindproject A en B (15 ec) Alle BSc keuzevakken worden in het Engels aangeboden.
22
A en B
6 Vakbeschrijvingen In de digitale studiegids (te vinden op http://studiegids.tudelft.nl) zijn de beschrijvingen van de vakken te vinden. In deze beschrijvingen zijn onder andere opgenomen de naam en contactgegevens van de vakcoördinator, de vakinhoud, de leerdoelen, de onderwijs- en toetsvormen en het benodigde studiemateriaal.
A13
23
7 TU Campus
24
25
26
8 Gebouw Industrieel Ontwerpen
Kelder
27
Begane grond
28
Eerste verdieping
29
9 Algemene informatie TU Delft Bezoekadres Mekelweg 5 2628 CC Delft Postadres Postbus 5 2600 AA Delft Tel.: +31 (0)15 27 89111 (voor doorverbindingen) Fax: +31 (0)15 27 86522 E-mail:
[email protected] (voor vragen) Website: www.tudelft.nl
9.1 Onderwijs- & Studentenzaken De centrale dienst Onderwijs- & Studentenzaken (O&S) verzorgt de ondersteuning van het onderwijs: administratie, begeleiding van studenten, begeleiding buitenlandse studenten, sport, cultuur en projecten in het buitenland. Jaffalaan 9A (bezoekersingang is aan de Mekelweg) 2628 BX Delft Tel.: +31 (0)15 27 84670 Fax: +31 (0)15 27 87233 E-mail:
[email protected] Website: www.student.tudelft.nl
9.2 Centrale Studentenadministratie TU Delft (CSA) De balie van de CSA is gevestigd in het gebouw van Onderwijs- & Studentenzaken (O&S). Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur. Bezoekadres Jaffalaan 9A (bezoekersingang is aan de Mekelweg) 2628 BX Delft Postadres CSA TU Delft Postbus 5 2600 AA Delft Tel.: +31 (0)15 27 84249 Fax: +31 (0)15) 27 86457 E-mail:
[email protected] www.csa.tudelft.nl
9.3 Shared Service Centrum O&S Het SSC O&S verzorgt onder andere de administratie van het onderwijs en de administratie van de studievoortgang van studenten. Studenten kunnen met vragen over roosters, tentamens, studieresultaten en diploma’s bij het SSC terecht. Contactinformatie: Accountgroep 1: +31 (0)15 27 89826
30
EWI
[email protected] TNW
[email protected] Accountgroep 2: +31 (0)15 27 89825 Bouwkunde
[email protected] IO
[email protected] TBM
[email protected] Accountgroep 3: +31 (0)15 27 89827 CiTG
[email protected] L&R
[email protected] 3mE
[email protected]
9.4 Studentenstatuut In het Studentenstatuut staan alle rechten en plichten van de student en van de TU Delft als instelling. Je vindt er informatie over onder andere toelatingseisen, garantiemaanden, inschrijving, medezeggenschap, rechtsbescherming, regeling ombudsman en gedragscodes. Dit statuut vind je op de website: www.studentenstatuut.tudelft.nl Vragen over het studentenstatuut kun je voorleggen aan een van de studentendecanen van Student & Career Support: Tel.: +31 (0)15 27 88004 E-mail:
[email protected]
9.5 Blackboard – Digitale leeromgeving Blackboard is de digitale leeromgeving van TU Delft. Alle aan de TU Delft ingeschreven studenten, alle docenten, overige medewerkers die geregistreerd zijn in Peoplesoft en alumni hebben toegang tot Blackboard. Zij kunnen gebruik maken van de digitale leeromgeving. Bijna alle communicatie tussen studenten, docenten en werknemers gaat via Blackboard. Na een inlog procedure vind je relevante informatie over het studeren en werken aan de TU Delft. Met vragen over Blackboard kun je contact opnemen met ELS (E-learning Support): Tel.:+31 (0)15 27 89194 E-mail:
[email protected] MSN:
[email protected] Skype: ELS-tudelft Website: www.blackboard.tudelft.nl Ondersteuning: http://els.tudelft.nl
9.6 TU Delft Library Studenten van de Faculteit IO kunnen, voor het zoeken van informatie t.b.v. het studeren, terecht in de centrale vestiging van de TU Delft Library. Op de website van de Library (ga naar: http://www.library.tudelft.nl) kun je kennismaken met de diverse diensten van de universiteitsbibliotheek (zoals bijvoorbeeld het Virtueel Kenniscentrum IO, het digitaal loket, de zelfstudiemogelijkheden en de Repository). Centrale vestiging Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Tel.: +31 (0)15 27 85678 E-mail:
[email protected]
31
9.7 Zelfstudiewerkplekken Voor zelfstudie kan je in de faculteiten en bibliotheek terecht bij de hiervoor ingerichte zelfstudiewerkplekken. Je vindt ze in aparte ruimtes en in de hal van de gebouwen. Bij veel zelfstudiewerkplekken kan je je laptop aansluiten.
9.8 Student & Career Support Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur Jaffalaan 9A (bezoekersingang is aan de Mekelweg). 2628 BX Delft Tel.: +31 (0)15 27 88004 E-mail:
[email protected] Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl
9.9 Faciliteiten voor studenten met een functiebeperking De universiteit zorgt er voor dat het onderwijs ook toegankelijk is voor studenten met een handicap. Dit betekent dat er passende faciliteiten zijn voor studenten met een functiebeperking of een chronische ziekte. Dat gebeurt in financiële vorm (waaronder RAS) of door speciale onderwijsfaciliteiten, maar ook door het organiseren van speciale aciviteiten of diensten zoals een workshop Dyslexie en het project Studiemaatjes. Als je speciale behoeften hebt, neem dan contact op met je studieadviseur. Maak je wensen vroeg kenbaar want het kan soms enige tijd duren om de faciliteiten te organiseren.
9.10 Unit Sport & Cultuur Bij de unit Sport & Cultuur kunnen studenten terecht voor bijna alle binnen- en buitensporten. Ook zijn er allerlei culturele activiteiten doen. Sportcentrum TU Delft Mekelweg 8 2628 CD Delft Tel.: +31 (0) 15 27 82443 E-mail:
[email protected] Website: www.snc.tudelft.nl Cultuurcentrum TU Delft Mekelweg 10 2628 CD Delft Tel: +31 (0) 15 27 83988 E-mail:
[email protected] Website: www.snc.tudelft.nl
9.11 Ombudsman voor studenten Heb je als student klachten over de TU Delft en lukt het je niet om dit op te lossen binnen de eigen faculteit, dan kun je naar de ombudsman van de Faculteit. De ombudsman is te vinden op: Jaffalaan 9a, (ingang Mekelweg) 2628 BX Delft Tel: 015 – 2781753 E-mail:
[email protected] Neem eerst contact op per e-mail.
32
9.12 Veiligheid, Gezondheid en Bedrijfshulpverlening Als student bij de TU Delft heb je net als werknemers recht op een veilige en gezonde werk- of studieplek. Je hebt daarbij ook de verplichting om je veilig voor jezelf en anderen te gedragen. In Nederland zijn de veiligheidseisen en gedragsregels vastgelegd in de Arbeidsomstandigheden (Arbo) wetgeving. Binnen de TU Delft gelden daarnaast ook specifieke veiligheidsregels en milieuregels. 9.12.1 Basisregels Studenten mogen geen technische ruimten binnengaan. Het verrichten van handelingen en experimenten waaraan risico verbonden is, mag alleen na passende instructie en na toestemming van de begeleider. Wie het vermoeden heeft risico te lopen bij het uitvoeren van een opdracht kan deze weigeren en hierover contact opnemen met de Arbo- Milieu adviseur. 9.12.2 Ongewenst gedrag Agressie, seksuele intimidatie, bedreiging, pesten en discriminatie worden beschouwd als ongewenst gedrag en worden niet getolereerd. Ongewenst gedrag kan je melden bij het College van Bestuur. Je kunt hierover ook contact opnemen met de Vertrouwenspersoon van de faculteit, die klachten discreet kan behandelen. 9.12.3 Rookverbod Bij de TU Delft geldt een algeheel rookverbod, met uitzondering van de rookruimten en locaties waar roken tijdelijk wordt toegestaan. Overtreding van het rookverbod geldt als ongewenst gedrag. Wie last heeft van rookoverlast kan dit melden bij de Arbo- en Milieuadviseur (AMa) of de Vertrouwenspersoon. 9.12.4 Beeldschermwerk Intensief beeldschermwerk kan leiden tot aandoeningen van de bovenste ledematen en de nek. Dit wordt algemeen RSI genoemd. De kans op RSI wordt groter als onder spanning wordt gewerkt, bij voorbeeld tijdens het maken van een scriptie. Vergevorderde RSI is moeilijk te genezen en moet dus vermeden worden. Zorg voor een goede werkhouding en neem regelmatig korte werkpauzes; het programma “workpace” kan hierbij helpen. De Arbo- en Milieuadviseur kan advies geven en een meting uitvoeren op de werkplek. 9.12.5 Calamiteiten en Bedrijfshulpverlening De TU Delft heeft een organisatie voor bedrijfshulpverlening (BHV). Leden hiervan zijn bekend bij het personeel. Ze verrichten EHBO en treden op bij calamiteiten. Laat verwondingen altijd behandelen. Meld ongevallen en bijna-ongevallen altijd bij de BHV. Bij brand, een bedrijfsongeval of een bedreigende situatie gelden de volgende regels: Een ‘slow whoop’ sirene van de omroepinstallatie duidt een alarm aan. Volg direct de instructies op. Stel jezelf in veiligheid en waarschuw anderen. Druk bij brand een brandmelder in. Meld een calamiteit via 112 vanuit een vast toestel en beantwoord de vragen. Volg de instructies op van de Bedrijfshulpverlening (BHV). Meer informatie vind je op www.tudelft.nl onder “medewerkers” – “A-Z index”.
9.13 De Delftse Studentenvakbond “VSSD” De VSSD is de Vereniging voor Studie en Studentenbelangen te Delft. De VSSD behartigt de belangen van studenten. Kijk op de website voor meer informatie. Leeghwaterstraat 42 2628CA Delft Tel:+31 (0)15 27 82050 E-mail:
[email protected]
33
Website: www.VSSD.nl
9.14 De Studentenraad Er hebben twee fracties zitting in de studentenraad van Delft: AAG en ORAS. Samen vormen zij het instrument voor de student om invloed uit te oefenen op het beleid van de TU. Zowel AAG als ORAS hebben vertegenwoordigers in de ledenraad van de VSSD. AAG Mekelweg 4 2628 CD Delft Tel.: +31(0)15 27 83121 E-mail:
[email protected] Website: www.aag.tudelft.nl ORAS Mekelweg 4 2628 CD Delft Tel.: +31(0)15 27 83349 E-mail:
[email protected] Website: www.oras.tudelft.nl
9.15 Huisvesting DUWO is in Delft de organisatie die zich bezig houdt met studentenhuisvesting. Zoek je een kamer in Delft, neem dan contact op met DUWO. Bezoekadres Stichting DUWO Kanaalweg 4 2628 EB Delft Postadres Postbus 54 2600 AB Delft Tel.: +31 (0)15 21 92200 E-mail:
[email protected] Website: www.duwo.nl
9.16 Medische Zorg De Studentengezondheidszorg (SGZ), biedt gezondheidszorg voor studenten, zowel medische als psychotherapeutisch zorg. Omdat SGZ voornamelijk preventieve hulp biedt, adviseren we je je eigen huisarts te nemen, die bij je op bezoek kan komen in geval van ziekte. Dit kan een van de huisartsen van de SGZ zijn. Meer informatie over de SGZ kun je vinden op de website www.sgzstudent.nl. Studentengezondheidszorg (SGZ) Beukenlaan 4 2612 VC Delft Huisartsen: Tel.: +31 (0)15 21 35358 E-mail:
[email protected] Vaccinaties: Tel.: +31 (0)15 21 21507 E-mail:
[email protected]
34
Psychologen: Tel.: +31 (0)15 21 33426 E-mail:
[email protected].
35
10 Jaarkalender Bachelor Onderwijs 2010-2011 10.1 Jaarindeling IO bachelor
36
10.2 College uren 1e uur
08:45 uur
- 09:30 uur
2e uur
09:45 uur
- 10:30 uur
3e uur
10:45 uur
- 11:30 uur
4e uur
11:45 uur
- 12:30 uur
5e uur
13:45 uur
- 14:30 uur
6e uur
14:45 uur
- 15:30 uur
7e uur
15:45 uur
- 16:30 uur
8e uur
16:45 uur
-
9e uur
17.45 uur
- 18.30 uur
10e uur
18:45 uur
- 19:30 uur
Pauze
17:30 uur
37
2010-2011 Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) (ex artikel 7.13 WHW) met als bijlage:
Uitvoeringsregeling
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie (ex artikel 7.12 WHW)
Deze uitgave verschijnt onder verantwoordelijkheid van de Faculteit Industrieel Ontwerpen Augustus 2010
Technische Universiteit Delft
Inhoud Onderwijs- en Examenregeling (OER)
(ex artikel 7.13 WHW) Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
1 – Algemeen 4 2 – Propedeuse 9 3 – Bachelorfase 9 4 – Aanmelding, toelating en deelname onderwijs 10 5 – Tentamens en afronden van practica 12 6 – Studeren met een functiebeperking 15 7 – Vrijstelling 16 8 – Examens 16 9 – Studiebegeleiding en (bindend) studieadvies 16 10 – Strijdigheid, wijziging en beroep 18 11 – Inwerkingtreding 19
Uitvoeringsregeling 2010-2011 (bijlage bij de OER) Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
1 2 3 4 5 6
– – – – – –
Algemeen 21 Samenstelling van het programma 21 De minors 22 Overgangsregeling 23 Toelatingsvoorwaarden tot de master 24 Inwerkingtreding 25
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie
(ex artikel 7.12 WHW) Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
1 – Algemeen 27 2 – Aanmelden en terugtrekken 29 3 – Tentamens en toetsing practica 30 4 – Vrijstelling 34 5 – Nadere regels stage en projecten 35 6 – Nadere regels bacheloreindwerk 35 7 – Elders afgelegde onderdelen 35 8 – Zak-slaagregelingen 36 9 – Toekenning predicaat ‘met lof’’ 37 10 – Getuigschriften en behaalde resultaten 11 – Beroep en slotbepalingen 38
38
2 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011 (ex artikel 7.13 WHW)
3 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Paragraaf 1 – Algemeen Artikel 1 – Toepassingsgebied van de regeling (OER) 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen, hierna te noemen de opleiding. 2. De opleiding wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van de faculteit Industrieel Ontwerpen van de Technische Universiteit Delft, hierna te noemen de faculteit. 3. Voor de opleiding is een Uitvoeringsregeling OER 2010-2011 van kracht die onderdeel uitmaakt van deze regeling (bijlage bij de OER). 4. Ten aanzien van de uitvoering van deze regeling is de decaan van de faculteit bevoegd. De decaan heeft zijn taken in deze, voor zover die niet vallen onder de bevoegdheid van de examencommissie, gemandateerd aan de directeur onderwijs van de faculteit. 5. Vragen en verzoeken ten aanzien van het bepaalde in deze regeling kunnen worden gericht aan
[email protected], ongeacht of het bepaalde valt onder de bevoegdheid van de directeur onderwijs of de examencommissie (één loket). Artikel 2 – Begripsbepalingen De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), de betekenis die deze wet eraan geeft. In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
De wet
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, afgekort tot WHW, Staatsblad 593 en zoals sindsdien gewijzigd.
b.
Instelling
Technische Universiteit Delft (TU Delft).
c.
Opleiding
De bacheloropleiding bedoeld in artikel 7.3a lid 1 onder a van de wet.
d.
Student
Hij of zij die als student of extraneus is ingeschreven aan de TU Delft voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding.
e.
Cohort
De groep studenten die zich in een bepaald studiejaar voor het eerst voor de opleiding heeft ingeschreven.
f.
Propedeuse
De propedeutische fase van de opleiding als genoemd in artikel 7.8 van de wet.
g.
Bachelorfase
Het gedeelte van de opleiding dat volgt op de propedeutische fase.
4 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
h.
Major
De vakken van de bacheloropleiding met een gezamenlijke omvang van 150 EC, welke zowel aan de domeinspecifieke als de generieke eindtermen dienen te voldoen. De inhoud van het majorprogramma wordt door de opleiding vastgesteld.
i.
Minor
Een samenhangend geheel van bachelorvakken met een gezamenlijke omvang van 30 EC. die passen binnen de generieke eindtermen van de bacheloropleiding. De student heeft keuzevrijheid bij het samenstellen van een minor.
j.
Schakelminor
Een samenhangend geheel van bachelorvakken dat is gericht op instroom in een andere, niet-verwante masteropleiding. De inhoud van het programma van een schakelminor wordt door de opleiding vastgesteld.
k.
Studiejaar
Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar. NB.: De opening van het academisch jaar 2010-2011 vindt plaats op 30 augustus 2010.
l.
Semester
De helft van een studiejaar.
m.
Kwartiel
De helft van een semester.
n.
Vak
Een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 leden 2 en 3 van de wet; een vak kan meerdere onderdelen bevatten.
o.
Practicum
Een praktische oefening als genoemd in artikel 7.13 lid 2 onder d van de wet, in een van de volgende vormen: • het maken van een scriptie, • het maken van een werkstuk of een proefontwerp, • het uitvoeren van een ontwerp- of onderzoekopdracht, • het uitvoeren van een project, • het verrichten van een literatuurstudie, • het doen van een stage, • het deelnemen aan veldwerk of een excursie, • het uitvoeren van proeven en experimenten, of • het deelnemen aan een andere onderwijsactiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Een practicum kan de omvang hebben van een vak (onderwijseenheid) of van een onderdeel daarvan.
p.
Tentamen
Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een vak of practicum zoals gedefinieerd onder n en o, alsmede de beoordeling van dat onderzoek door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator. 5 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
q.
Deeltentamen Onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een onderdeel binnen een vak of practicum zoals gedefinieerd onder n en o, alsmede de beoordeling van dat onderzoek door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator.
r.
Summatieve toetsen
Tentamens of deeltentamens die meetellen in de berekening van het eindcijfer voor een vak.
s.
Formatieve toetsen
Tentamens of deeltentamens die bedoeld zijn om de student feedback te geven op de ontwikkeling van zijn kennis en vaardigheden; deze toetsen tellen niet mee in de eindcijferberekening.
t.
Examen
Toetsing, waarbij door de examencommissie overeenkomstig artikel 7.10 van de wet wordt vastgesteld of alle tentamens en toetsen van de tot de propedeuse respectievelijk tot de bachelorfase behorende vakken en practica (onderwijseenheden) met goed gevolg zijn afgelegd of afgerond.
u.
Examencommissie
De examencommissie van de opleiding ingesteld overeenkomstig artikel 7.12 van de wet.
v.
Examinator
Degene die conform artikel 7.12 lid 3 van de wet door de examencommissie wordt aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens. Waar in de tekst ‘examinator’ staat, mag ook gelezen worden ‘examinatoren’. In de praktijk treedt normaliter de docent op als examinator.
w.
Uitvoeringsregeling
De Uitvoeringsregeling behorende bij deze Onderwijs- en Examenregeling.
x.
Studiepunt
Studiepunt of European credit (EC) conform het European Credit Transfer System (ECTS); één studiepunt staat voor gemiddeld 28 uur studiebelasting.
y.
Werkdag
Maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de erkende feestdagen.
z.
Functiebeperking
Alle aandoeningen die tijdelijk of chronisch van aard zijn en die de student structureel beperken bij het volgen van onderwijs en/of het doen van vakken of tentamens.
aa. Propedeuse studieadvies
Het advies bedoeld in artikel 7.8b lid 1 van de wet, dat aan iedere student uiterlijk aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase wordt gegeven.
6 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
bb. Bindend studieadvies
De afwijzing verbonden aan het propedeuse studieadvies bedoeld in artikel 7.8 lid 3 van de wet, eerste volzin; deze kan niet eerder dan tegen het einde van het eerste jaar van inschrijving aan een student worden gegeven.
cc.
De website van de TU Delft, in het bijzonder de pagina’s met alle specifieke informatie over de faculteit, de opleiding die de faculteit aanbiedt, de regelgeving en aanverwante aangelegenheden, waaronder de informatie in Blackboard en Course Base (zie de Studentenportal IO op http://studenten.tudelft.nl/nl/io/).
Website
dd. Blackboard
Elektronisch systeem dat bestemd is voor het uitwisselen van onderwijsinformatie. Blackboard is beschikbaar via de website van de faculteit of via http://blackboard.tudelft.nl.
ee. Course Base
Bronbestand met beschrijving van alle vakken van de opleiding, zoals gepubliceerd op de website http://studiegids.tudelft.nl.
Artikel 3 – Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: a. studenten op te leiden tot bachelor of science in Industrieel Ontwerpen, waarbij de eindtermen zoals beschreven in artikel 4 bereikt dienen te worden; b. toelating tot op de opleiding aansluitende masteropleidingen, zijnde de masteropleidingen Design for Interaction, Integrated Product Design en Strategic Product Design van de faculteit, en de masteropleidingen Industrieel Ontwerpen aan de TU Eindhoven en de U Twente; c. toelating tot masteropleidingen aan de TU Delft en andere Nederlandse universiteiten, te bepalen door de betreffende opleiding; d. toelating tot masteropleidingen aan buitenlandse instellingen, te bepalen door de betreffende opleiding; e. dan wel mogelijke toetreding tot de arbeidsmarkt. Artikel 4 – Eindtermen van de opleiding De eindtermen van de bacheloropleiding geven aan over welke kwalificaties, competenties en vaardigheden de studenten beschikken die het bachelordiploma Industrieel Ontwerpen hebben behaald. De IO-bachelor: • onderkent de verschillende aspecten die bij productontwikkeling een rol spelen: functionaliteit, gebruik, constructie, vorm, fabricage, markt, consument, bedrijfsvoering en milieu en weet deze te integreren in het ontwerp van een product, • kan ‘open’ probleemsituaties analyseren en omgaan met uiteenlopende ontwerpopdrachten, • is sterk in het bedenken van nieuwe gebruiksconcepten en nieuwe technische concepten en kan deze materialiseren en uitwerken, 7 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
• • • •
• • •
is in staat een ontwerp te documenteren, te visualiseren en te communiceren, kan productontwikkelingsprocessen projectmatig structureren en in multidisciplinaire teams functioneren, is vertrouwd met de wisselwerking tussen ontwerpen en wetenschappelijk onderzoeken, beschikt over basiskennis en elementaire vaardigheden in relevante technische wetenschappen, gedragswetenschappen en bedrijfswetenschappen en kan op basis hiervan ontwerpbeslissingen beargumenteren en methodologisch verantwoorden, is zich bewust van de historische, culturele, sociaal-economische en industriële context van industrieel ontwerpen als vakgebied, is een onderzoekend ontwerper: is creatief én analytisch, nieuwsgierig en ondernemend, gedreven en volhardend, is sterk in reflectie op eigen activiteiten, competenties, studie en loopbaan.
De IO bachelor bezit voldoende kennis en vaardigheden om tot verwante masteropleidingen te worden toegelaten. Artikel 5 – Toelating tot de opleiding Voor toelating tot de opleiding dient de student te voldoen aan de in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut (centraal gedeelte) beschreven voorwaarden. Artikel 6 – Colloquium doctum 1. De uitvoering van het toelatingsonderzoek bedoeld in artikel 7.29 leden 2 en 3 WHW, het colloquium doctum, is opgedragen aan de voor de gezamenlijke opleidingen ingestelde TU-commissie Colloquium Doctum. Deze commissie bestaat uit twee leden: een docent van de opleiding Technische Wiskunde en een docent van de opleiding Technische Natuurkunde. 2. Degenen die de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt en in aanmerking willen komen voor een colloquium doctum moeten beschikken over een deelcertificaat van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, VWO, in de vakken wiskunde en natuurkunde conform de eisen die daartoe in de ministeriële “Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs” zijn gesteld, dan wel in het bezit zijn van een certificaat van een bijscholingscursus of van een bij de instelling afgelegde toets. 3. De TU-commissie Colloquium Doctum onderzoekt of de kandidaat over de in lid 2 genoemde (deel)certificaten beschikt. Wanneer dit het geval is, voert de commissie een gesprek met de kandidaat, waarin zij een nader onderzoek doet en tevens vaststelt of de kandidaat over voldoende uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal beschikt om met de opleiding te kunnen beginnen. Artikel 7 – Voltijdse dan wel deeltijdse inrichting van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 8 – Examens van de opleiding 1. In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: • het propedeutisch examen • het bachelorexamen. 8 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
2. Het propedeutisch examen staat voor een studielast van 60 EC. 3. Het bachelorexamen staat met inbegrip van de propedeutische fase voor een studielast van 180 EC. Het bachelorexamen wordt afgerond met een integrerende ontwerpopdracht (Bachelor Final Project). 4. Alvorens het bachelorexamen af te leggen is het propedeutisch examen afgelegd of is daarvan vrijstelling verkregen. Artikel 9 – Taal 1. Het onderwijs wordt deels in het Nederlands en deels in het Engels gegeven, getentamineerd en geëxamineerd, zie de Uitvoeringsregeling, artikelen 2, 3 en 4. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de directeur onderwijs in bepaalde gevallen toestemming geven om het Nederlandstalige onderwijs in het Engels te geven: • wanneer het onderwijs betreft dat (in het kader van een gastcollege) door een Engelstalige docent wordt gegeven, • indien de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt. 3. Indien een student verzoekt een of meer onderdelen van een Nederlandstalig tentamen of examen in het Engels te mogen afleggen, dan wel een of meer onderdelen van een Engelstalig tentamen of examen in het Nederlands, dan is het bepaalde daarover in de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 7, van toepassing.
Paragraaf 2 – Propedeuse Artikel 10 – Samenstelling Het programma van de propedeutische fase is vastgelegd in de Uitvoeringsregeling, artikel 2.
Paragraaf 3 – Bachelorfase Artikel 11 – Samenstelling 1. Het programma van het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding (de bachelorfase) is vastgelegd in de Uitvoeringsregeling, artikelen 3 en 4. 2. Alle door de TU Delft aangeboden minors worden door de bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen geaccepteerd, met uitzondering van de minors zoals bepaald in artikel 6.2. van de Uitvoeringsregeling.
9 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Paragraaf 4 – Aanmelding, toelating en deelname onderwijs Artikel 12 – Verplichte aanmelding voor de vakken van de propedeuse en het 2e en 3e jaar 1. Voor deelname aan onderwijs moeten studenten zich aanmelden via het elektronische systeem voor aanmelding voor onderwijs en tentamens (Osiris) in de periode dat Osiris daarvoor openstaat, met uitzondering van het bepaalde in het vierde lid. Deze aanmeldingsperiode sluit circa 5 kalenderweken voor de eerste dag van het semester waarin het betreffende onderwijs wordt aangeboden. De faculteit maakt de precieze deadline tijdig bekend. De aanmelding geschiedt per semester, derhalve voor twee kwartielen tegelijk. Voor aanmelding van keuzevakken is lid 2 van toepassing. 2. Voor deelname aan keuzevakken van het programma van het derde jaar, kwartiel 3 (zie artikel 4 van de Uitvoeringregeling) moeten studenten zich aanmelden via het elektronische systeem voor aanmelding voor onderwijs en tentamens (Osiris) in de periode dat Osiris daarvoor openstaat; over deze aanmeldperiode, die afwijkt van de in lid 1 bedoelde perioden, zal de faculteit apart mededelingen doen. Studenten kunnen zich voor maximaal twee keuzevakken aanmelden. Zie verder artikel 15. 3. Studenten die zich niet tijdig voor het onderwijs hebben aangemeld worden uitgesloten van deelname aan het onderwijs. 4. Studenten, die voor de eerste keer deelnemen aan het propedeuseprogramma, worden door de faculteit aangemeld voor alle vakken in het 1e en 2e kwartiel (het eerste semester) van de propedeutische fase. 5. De student kan de directeur onderwijs van de faculteit verzoeken hem ontheffing te verlenen van het bepaalde inzake de aanmelding voor vakken op grond van bijzondere omstandigheden. Alvorens een beslissing op het verzoek te nemen hoort de directeur onderwijs zo nodig de student en wint zo nodig advies in bij de studieadviseur. De directeur onderwijs weegt bij zijn beslissing de belangen van de student af tegen de belangen van het onderwijs. Artikel 13 – Toelatingsvoorwaarden in de bachelor 1. Op het uiterste moment van aanmelding dient te zijn voldaan aan de toelatingsvoorwaarden voor het Bachelor Final Project. Deze toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de Uitvoeringsregeling artikel 5 ’Volgorde van de bachelorvakken’. 2. De student die niet aan de toelatingsvoorwaarden voor het Bachelor Final Project voldoet maar van mening is, dat er gegronde redenen zijn om voor hem een uitzondering te maken, dient voor sluiting van de aanmeldingstermijn een goed onderbouwd schriftelijk verzoek tot toelating aan de directeur onderwijs voor te leggen, vergezeld van een studieplanning. Artikel 14 – Terugtrekking 1. Indien een student zich bij nader inzien wil terugtrekken voor vakken waarvoor eerder is aangemeld, dient hij dit te doen tot uiterlijk 7 kalenderdagen voor
10 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
aanvang van het semester waarin het onderwijs wordt aangeboden. Terugtrekking gebeurt schriftelijk bij de onderwijscoördinator. 2. De niet tijdige terugtrekking wordt geregistreerd. Artikel 15 – Plaatsing in keuzevakken Plaatsing in keuzevakken van het programma van het derde jaar (zie artikel 4 van de Uitvoeringregeling) vindt plaats op een door de directeur onderwijs te bepalen wijze. Hierbij wordt rekening gehouden met: • de aanmelding voor keuzevakken conform artikel 12 lid 2; • de studenten van niet-IO opleidingen en uitwisselingsstudenten voor zover deze studenten willen deelnemen aan het betreffende keuzevak; • de bevoegdheid van de directeur onderwijs om afhankelijk van het aantal aanmeldingen een of meer keuzevakken naar vorm en inhoud te wijzigen. Artikel 16 – Bekendmaking deelname Twee kalenderweken voor de start van een semester wordt de deelnemerslijst voor de vakken bekend gemaakt via de website: Studentenportal Industrieel Ontwerpen > Deelnemerslijsten. Artikel 17 – Verplichte aanwezigheid en deelname aan het onderwijs 1. Studenten die na aanmelding in Osiris zijn ingedeeld voor een vak of practicum, zijn verplicht om hun deelname te bevestigen bij de start van dat vak of practicum, tenzij de examinator tijdig andere richtlijnen voor bevestiging van deelname heeft verstrekt (b.v. via Blackboard). Studenten die niet voldoen aan het bepaalde in de eerste volzin, hebben geen recht op verdere deelname in dat vak of practicum. 2. Indien de student niet voldoet aan de voor het vak of practicum gestelde eisen met betrekking tot aanwezigheid en deliverables, kan geen beoordeling van diens resultaten voor het betreffende vak worden gegeven. Niet voldoen aan de gestelde eisen kan bovendien leiden tot uitsluiting van verdere deelname in het betreffende vak. 3. De student kan de directeur onderwijs verzoeken om hem ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1 en het bepaalde over aanwezigheid in lid 2 op grond van bijzondere omstandigheden. Alvorens een beslissing inzake bijzondere omstandigheden te nemen, hoort de directeur onderwijs zo nodig de student en de verantwoordelijke docent en wint, indien de student daarom verzoekt, advies in de bij de studieadviseur. Artikel 18 – Gebruik van de faciliteiten Studenten zijn verplicht de door de faculteit gegeven aanwijzingen betreffende het gebruik van de faciliteiten in de faculteit (zoals de handwerkzaal, Practicum Modelbouw en Bewerkingen (PMB), computervoorzieningen, onderwijsruimten) op te volgen. Artikel 19 – Aanmelding voor de minor 1. De student is verplicht zich voor de minor van keuze aan te melden volgens de richtlijnen Minorregistratie, zie www.minors.tudelft.nl.
11 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
2. De student mag als regel slechts één minor volgen. Indien de student een tweede minor wil volgen, beslist de examencommissie hierover.
Paragraaf 5 – Tentamens en afronden van practica Artikel 20 – Frequentie en tijdvakken van tentamens en afronden van practica 1. Tot het afleggen van schriftelijke tentamens van de opleiding wordt twee maal per jaar de gelegenheid gegeven: • de eerste maal in week 10 van het kwartiel waarin het vak werd aangeboden, • de tweede maal in week 10 van het daaropvolgende kwartiel, en voor vakken in het 4e kwartiel in de herkansingsperiode in augustus. 2. Mondelinge tentamens worden op een door de examinator dan wel examinatoren, zo mogelijk na overleg met de student te bepalen tijdstip afgenomen. 3. Tot het afronden van een practicum wordt één maal per jaar gelegenheid gegeven. De datum van het afronden wordt bekend gemaakt bij aanvang van het desbetreffende vak. Op (het totaal van) de practica bestaat een mogelijkheid tot aanvulling. Zie voor de uitwerking de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 17. Een aanvulling wordt binnen 2 weken na het verstrijken van de nakijktermijn verstrekt en moet worden ingeleverd uiterlijk in week 10 van het kwartiel volgend op die waarin het practicum werd gegeven en voor practica in het 4e kwartiel in de herkansingsperiode in augustus. 4. Jaarlijks wordt een (voorlopig) tentamenrooster opgesteld. Uiterlijk voor het begin van elk semester het studiejaar wordt het tentamenrooster bekend gemaakt. 5. Tentamens van twee opeenvolgende opleidingsjaren van de bacheloropleiding mogen niet gelijktijdig worden afgenomen. 6. Indien ten aanzien van een tentamen niet is aangegeven hoeveel keer per studiejaar het kan worden afgelegd omdat het gaat over een vak dat niet door de opleiding zelf wordt verzorgd (b.v. vakken van een minor), is het daaromtrent bepaalde in de Onderwijs- en Examenregeling van de desbetreffende andere opleiding van toepassing. De examencommissie kan hierover een afwijkende beslissing nemen. 7. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van de frequentie en de tijdvakken dat tentamens kunnen worden afgelegd en practica kunnen worden afgerond. De voor het tentamen aangemelde studenten worden per mail en via Blackboard van een wijziging op de hoogte gesteld. Artikel 21 – Volgorde tentamens Bij de volgorde van tentamens dient de student rekening te houden met het bepaalde over de volgorde van bachelorvakken in artikel 5 van de Uitvoeringsregeling. Artikel 22 – Geldigheidsduur tentamens 1. De geldigheidsduur van het eindcijfer van een vak is onbeperkt. De examencommissie kan echter wanneer een resultaat voor een vak ouder is dan 6 jaar een aanvullend of vervangend tentamen of practicum opleggen. 2. Het cijfer van een summatieve toets van een vak is geldig gedurende het studiejaar dat de student het betreffende vak volgt. Behaalt een student geen 12 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
voldoende voor een vak in het studiejaar dat hij ermee is gestart, dan vervallen in principe alle cijfers van summatieve toetsen van het betreffende vak die zijn behaald; zie ook lid 3. 3. Als in enig studiejaar een of meer onderdelen van een vak naar het oordeel van de examinator naar inhoud en vorm niet is/zijn gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar, dan wordt de geldigheidsduur van het resultaat van het betreffende onderdeel waarvoor een student in het voorgaande studiejaar een voldoende (ten minste 6,0 of V) heeft gehaald, verlengd tot het einde van dat studiejaar. De verlenging van de geldigheid vindt slechts ÷÷n maal plaats. Artikel 23 – Vorm van de tentamens en de wijze van toetsen 1. In de Uitvoeringsregeling, meer in het bijzonder in Course Base, wordt aangegeven op welke wijze de vakken en practica worden getoetst. 2. Per vak komt slechts één summatieve toets in de vorm van een tentamen voor. 3. Indien ten aanzien van een vak niet is aangegeven op welke wijze het wordt getoetst omdat de toetsing betrekking heeft op een (vak uit een) minor die niet door de opleiding zelf wordt verzorgd, is het daarover bepaalde in de Uitvoeringsregeling van de desbetreffende andere opleiding dan wel in Course Base van toepassing. 4. Op een gemotiveerd verzoek van de student kan de examencommissie ten gunste van de student van het bepaalde in de leden 1 en 2 afwijken. 5. De student moet zich tijdens een tentamen en bij de aanvang van practica kunnen identificeren. 6. In de praktijk treedt normaliter de docent op als examinator. Artikel 24 – Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator anders heeft bepaald. 2. Bij het afnemen van een mondeling tentamen is een tweede examinator aanwezig, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 3. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 4. De examinator moet voor aanvang van een mondeling tentamen de student verzoeken zich te identificeren. Artikel 25 – Vaststelling en bekendmaking van het resultaat 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen het resultaat vast en reikt de student daarvan een schriftelijke verklaring uit.De examinator voert het resultaat uiterlijk binnen 15 werkdagen na afloop van de zitting in het cijferregistratiesysteem Osiris in. De onderwijsadministratie zorgt voor publicatie van het resultaat in Osiris binnen 20 werkdagen na afloop van de zitting. Het resultaat van het tentamen in het cijferregistratiesysteem wordt gedateerd op de datum van afname ervan. 2. De examinator stelt het resultaat van een schriftelijk tentamen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na afloop van de zitting vast. en voert het resultaat zo snel mogelijk doch binnen die termijn in het cijferregistratiesysteem Osiris in. De onderwijsadministratie zorgt voor publicatie van het resultaat in Osiris binnen 20 werkdagen na afloop van de zitting. Het 13 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
3.
4.
5. 6.
7.
8.
resultaat van het tentamen in het cijferregistratiesysteem wordt gedateerd op de datum van afname ervan. De examinator stelt het resultaat van een practicum zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na afronding van het practicum vast, mits het practicum op de daarvoor vastgestelde datum is afgerond, en voert het resultaat zo spoedig mogelijk doch binnen die termijn in het cijferregistratiesysteem Osiris in. De onderwijsadministratie zorgt voor publicatie van het resultaat in Osiris binnen 20 werkdagen na afronding van het practicum. Het resultaat van het practicum in het cijferregistratiesysteem wordt gedateerd op de datum van afronding van het practicum. Als voor een vak meerdere summatieve toetsen van toepassing zijn, dan zorgt de examinator uiterlijk binnen 15 werkdagen na het doen of afronden van een bepaalde toets voor invoering van het resultaat daarvan in het cijferregistratiesysteem Osiris. Het resultaat van een summatieve toets wordt gedateerd op de datum van het doen of afronden van die toets. Voor het vaststellen, registreren en publiceren van het eindcijfer voor het betreffende vak gelden de termijnen zoals bepaald in dit artikel, waarbij de datum van het doen of afronden van de laatste van de summatieve toetsen bepalend is voor de datering van het eindcijfer in het cijferregistratiesysteem. Publicatie van een resultaat op Blackboard geschiedt te allen tijde met in achtneming van de privacy van de student. Indien de examinator door bijzondere omstandigheden niet in staat is een resultaat binnen 15 werkdagen vast te stellen, meldt hij dit met redenen omkleed aan de examencommissie, waarna de examinator de studenten en de onderwijsadministratie hiervan op de hoogte brengt. Bij het bekendmaken van het resultaat van een tentamen of practicum wordt de student gewezen op het inzagerecht als bedoeld in artikel 26 alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Een student, die tegen een beoordeling van een practicum in beroep gaat, dient de resultaten van het betreffende practicum in beheer van de examinator te laten dan wel direct na inzage aan de examinator te overhandigen.
Artikel 26 – Het inzagerecht 1. Gedurende ten minste 20 werkdagen na bekendmaking van het resultaat van een schriftelijk tentamen of practicum krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de beoordeling van zijn werk, wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie van zijn beoordeelde werk verstrekt. 2. Gedurende de termijn genoemd in lid 1 kan elke belangstellende kennisnemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie kan bepalen dat de in de leden 1 en 2 bedoelde inzage of kennisneming geschiedt op een van tevoren vastgestelde plaats en op ten minste twee van tevoren vastgestelde tijdstippen. 4. Indien de student aantoont buiten zijn schuld verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, binnen de in lid 1 genoemde termijn. Plaats en tijdstippen bedoeld in de eerste volzin worden tijdig bekend gemaakt. 14 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Artikel 27 – De nabespreking van tentamens en practicumresultaten 1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van het resultaat van een mondeling tentamen vindt op verzoek van de student dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator en de student, waarin de gegeven beoordeling wordt gemotiveerd. 2. Gedurende een termijn van 20 werkdagen na de bekendmaking van het resultaat kan de student die een schriftelijk tentamen heeft afgelegd of het resultaat van een practicum heeft ingeleverd, aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt binnen een redelijke termijn op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3. Indien door of vanwege de examencommissie een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest en het desbetreffende verzoek motiveert, of wanneer hij buiten zijn schuld verhinderd is geweest bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn. 4. Het bepaalde in lid 3 is van overeenkomstige toepassing, indien de examencommissie dan wel de examinator de student gelegenheid biedt om zijn uitwerkingen te vergelijken met modelantwoorden. 5. De examencommissie kan toestaan dat van het bepaalde in de leden 2 en 3 wordt afgeweken.
Paragraaf 6 – Studeren met een functiebeperking Artikel 28 – Aanpassingen ten behoeve van studenten met een functiebeperking 1. Studenten met een functiebeperking komen op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in aanmerking voor aanpassingen in het onderwijs, de tentamens en de practica. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of het bachelorprogramma niet wijzigen. De te verlenen faciliteiten kunnen bestaan uit een op de individuele situatie afgestemde vorm of duur van de tentamens en/of practica, of het ter beschikking stellen van praktische hulpmiddelen. 2. Het verzoek genoemd in lid 1 wordt vergezeld van een geldige verklaring van een arts of een psycholoog of, indien er sprake is van dyslexie, van een BIG-, NIB-, of NVO- geregistreerd testbureau. Zo mogelijk geeft deze verklaring een schatting van de mate waarin de studievoortgang wordt belemmerd. 3. Verzoeken over aanpassingen die de onderwijsvoorzieningen betreffen dienen te worden gericht aan de directeur onderwijs. Verzoeken over aanpassingen die het afnemen van tentamens en examens betreffen, dienen te worden gericht aan de examencommissie. De directeur onderwijs resp. de examencommissie delen besluiten over aanpassingen tijdig mee aan betrokkenen.
15 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Paragraaf 7 – Vrijstelling Artikel 29 – Vrijstelling De examencommissie kan zo nodig na advies van de desbetreffende examinator te hebben ingewonnen, vrijstelling verlenen van een (onderdeel van) een vak of practicum op grond van: a. een eerder met goed gevolg afgelegd tentamen, deeltentamen, toets of examen in het hoger onderwijs in Nederland of daarbuiten voor zover de inhoud en studielast daarvan overeenkomt met het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verzocht, of b. kennis en/of vaardigheden die buiten het hoger onderwijs zijn opgedaan. Voor een het indienen van een verzoek tot vrijstelling wordt verwezen naar artikel 21 van de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie.
Paragraaf 8 – Examens Artikel 30 – Frequentie en tijdvakken van examens Er zijn minstens twee examenzittingen per jaar voor het Propedeuse- en het Bachelorexamen. De student kan zich voor een examen aanmelden zodra hij heeft voldaan aan de exameneisen en de bewijzen van de door hem behaalde onderwijseenheden door de studentenadministratie (SSC-O&S) in zijn lijst van studieresultaten zijn opgenomen.
Paragraaf 9 – Studiebegeleiding en (bindend) studieadvies Artikel 31 – Propedeuse studieadvies 1. Aan iedere student wordt uiterlijk aan het eind van zijn eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse door de directeur onderwijs een advies uitgebracht over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. 2. De directeur onderwijs draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen binnen of buiten de opleiding. Hij draagt tevens zorg voor een goede ondersteuning en begeleiding van studenten bij het maken van keuzes betreffende de studie. De directeur onderwijs geeft aan iedere student die voor het eerst staat ingeschreven in het eerste studiejaar van de opleiding: • een indicatie van de studievoortgang in december, • een pre-advies (tevens waarschuwing) in maart, • een propedeuse studieadvies begin augustus, en aan een student die voor het eerst staat ingeschreven in het eerste studiejaar van de opleiding en de norm volgens artikel 32 niet heeft gehaald: • een bindend studieadvies uiterlijk 30 september.
16 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Artikel 32 – Bindend studieadvies 1. De student die voor het eerst staat ingeschreven in het eerste studiejaar van de opleiding en die aan het eind van het eerste studiejaar (laatste resultaatdatum 31 augustus) minder dan de norm, d.w.z. minder dan 30 studiepunten, heeft behaald, krijgt uiterlijk 30 september1 een negatief bindend studieadvies. De inschrijving van deze studenten wordt per de eerste van de maand volgend op de dagtekening van het besluit waarin dit advies staat vermeld, beëindigd, echter niet eerder dan per 1 september van het jaar volgend op het eerste studiejaar. 2. De uitsluiting van de opleiding geldt gedurende de vier studiejaren na het studiejaar waarover het advies is uitgebracht. 3. De 30 studiepunten zijn afkomstig uit het propedeuseprogramma van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven.2 4. Indien de directeur onderwijs oordeelt dat een student op grond van persoonlijke omstandigheden de norm van 30 studiepunten niet heeft kunnen halen, verleent hij hem toestemming om in het volgende studiejaar de norm van 30 studiepunten uit het propedeuseprogramma van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven te behalen, waarbij de reeds in het eerste studiejaar behaalde studiepunten niet mogen worden meegerekend. 5. Indien de directeur onderwijs oordeelt dat inschrijving na 1 oktober in die mate heeft beïnvloed dat de norm van 30 studiepunten niet haalbaar was, verleent hij deze student toestemming om in het volgende studiejaar de norm van 30 studiepunten uit het propedeuseprogramma van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven te behalen, waarbij de reeds in het eerste studiejaar behaalde studiepunten niet mogen worden meegerekend. Artikel 33 – Studievoortgangscontrole 1. De onderwijsadministratie (SSC-O&S) draagt er zorg voor dat iedere student het door hem behaalde eindresultaat per vak via Osiris kan inzien en controleren. 2. De resultaten van zowel de formatieve als summatieve (deel)toetsen worden door de examinator (via Osiris en/of Blackboard) bekend gemaakt.
1
Indien de directeur onderwijs in staat is de uitslagen van de hertentamens eerder dan 31 augustus van het eerste studiejaar aan de studenten bekend de maken, kan hij een bindend studie advies eerder uitbrengen. In dat geval kan het propedeuse studieadvies begin augustus komen te vervallen. 2
Bij de bepaling van het aantal studiepunten worden studiepunten meegerekend van vakken die volledig zijn afgerond met een eindcijfer van ten minste 6,0; zie ook artikel 17 van de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie (beoordeling).
17 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Paragraaf 10 – Strijdigheid, wijziging en beroep Artikel 34 – Strijdigheid met de regeling Indien een studiegids en/of overige publicaties die de opleiding raken, in strijd zijn met deze Onderwijs- en Examenregeling 2010-2011 of de daarbij behorende Uitvoeringsregeling gaat het bepaalde in deze regeling met inbegrip van de Uitvoeringsregeling voor. Artikel 35 – Wijziging regeling 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen niet ten nadele van de student van invloed zijn op enige beslissing die krachtens deze regeling door de examencommissie ten aanzien van een student is genomen. Artikel 36 – Overgangsregeling 1. Indien de samenstelling van het programma inhoudelijk wijziging ondergaat dan wel indien deze regeling wordt gewijzigd, wordt door de decaan een overgangsregeling vastgesteld die wordt opgenomen in de Uitvoeringsregeling. 2. In deze overgangsregeling worden in ieder geval opgenomen: a. een regeling omtrent vrijstellingen die verkregen kunnen worden op grond van reeds behaalde resultaten, b. de geldigheidsduur van de overgangsregeling. 3. Het einde van de geldigheid van een onderwijsprogramma als bedoeld in het voorgaande lid wordt ten minste één jaar tevoren bekend gemaakt. 4. Indien een vak uit een programma gaat vervallen of naar inhoud of vorm gaat wijzigen, wordt na het laatste onderwijs in dit vak nog vier maal de gelegenheid geboden het tentamen in dit vak te doen, te weten het tentamen aansluitend op het onderwijs, een herkansing in datzelfde studiejaar, en twee herkansingen in het daaropvolgende studiejaar. 5. Zie in het bijzonder de Uitvoeringsregeling, artikel 9, en de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 32. Artikel 37 – Bekendmaking 1. De decaan zorgt voor een passende bekendmaking van deze regeling en de daarbij behorende Uitvoeringsregeling alsmede van de eventuele wijziging ervan. 2. De Onderwijs- en Examenregeling en de daarbij behorende Uitvoeringsregeling worden in ieder geval geplaatst op de website van de faculteit. Daarnaast wordt de regelgeving integraal opgenomen in de studiegids. Artikel 38 – Niet voorziene situaties Indien deze Onderwijs- en Examenregeling niet in een situatie voorzien, neemt de directeur onderwijs een besluit zoveel mogelijk in overeenstemming met het in deze regeling bepaalde. 18 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011
Artikel 39 – Beroep tegen besluit Tegen een beslissing van de directeur onderwijs over een verzoek van een student in het kader van deze Onderwijs- en Examenregeling staat gedurende 4 weken nadat deze beslissing aan de betrokken student is bekend gemaakt, beroep open bij de decaan van de Faculteit Industrieel Ontwerpen. De directeur onderwijs vermeldt deze beroepsmogelijkheid bij zijn beslissing.
Paragraaf 11 – Inwerkingtreding Artikel 40 – Inwerkingtreding 1. Deze Onderwijs- en Examenregeling treedt in werking op de eerste dag van het academische jaar 2010-2011. 2. Deze Onderwijs- en Examenregeling is vastgesteld door de decaan van de Faculteit Industrieel Ontwerpen op 16 augustus 2010.
19 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
20 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
Paragraaf 1 – Algemeen Artikel 1 – De bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen (IO) De bacheloropleiding IO is een driejarige opleiding die bestaat uit een majorprogramma met een omvang van 150 EC dat door de faculteit is vastgesteld en een minor van 30 EC die door de student kan worden gekozen. Zie artikel 6 t/m 8. Het driejarige programma dat hiermee wordt beschreven, geldt voor studenten van cohort 2007 en volgende cohorten.
Paragraaf 2 – Samenstelling van het programma Artikel 2 – Samenstelling van het programma van de propedeutische fase Semester 1 vakcode
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 EC vaktitel
taal
IO1011
PO1-Introductie IO
Nederlands
IO1021
Mens en Product
Nederlands
IO1031
Product in werking
Nederlands
IO1041
Design and Experience
Engels
Semester 2 vakcode
toetsing3
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 EC vaktitel
taal
IO1051
PO2-Concept Design
Nederlands
IO1061
Business, Cultuur en Techniek
Nederlands
IO1071
Construeren
Nederlands
IO1082
Research and Design
Engels
toetsing3
Artikel 3 – Samenstelling van het programma van het tweede jaar Semester 1 vakcode
vaktitel
taal
IO2011
PO3-Fuzzy Front End
Engels
IO2021
Product en Beweging
Nederlands
IO2031
Strategic Product Innovation
Engels
IO2041
Industriële Productie
Nederlands
Semester 2 vakcode
toetsing3
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 EC vaktitel
taal
PO4-Materialiseren+Uitwerken
Nederlands
IO2061
Interaction and Electronics
Engels
IO2071
Technische Product Optimalisatie
Nederlands
IO2081
Modelleren
Nederlands
IO2051
3
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 EC
toetsing3
In Course Base wordt aangegeven op welke wijze de vakken worden getoetst. 21 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
Artikel 4 – Samenstelling van het programma van het derde jaar Semester 1 vakcode -Mi-
vaktitel toetsing4 Minor (programmaonderdeel, bestaande uit meerdere vakken, totale omvang 30 EC)
Semester 2 vakcode
vaktitel
taal
toetsing3 (zie voetnoot pagina 21)
Twee van de onderstaande zes keuzevakken (elk met een omvang van 7,5 EC) IO3010
Cross Media Interaction Design
Engels
IO3020 IO3030 IO3040 IO3050
Design and Cultural Impact Design Visualisation Software Mechatronics
Engels Engels Engels Engels
Creating in Project Teams
Engels
IO3060
Afsluitend vak (omvang 15 EC) IO3900
Bachelor Final Project
Engels
Artikel 5 – Volgorde van de bachelorvakken Met het Bachelor Final Project (IO3900) kan worden gestart wanneer in totaal 135 EC zijn behaald waaronder de Propedeuse. Deze toelatingsvoorwaarde geldt voor cohort 2006 en volgende cohorten.
Paragraaf 3 – De minors Artikel 6 – De minor 1. Alle studenten van cohort 2007 en later volgen een minor in de bacheloropleiding. De minor vormt een samenhangend geheel van bachelorvakken met een omvang van 30 EC. De minor is bedoeld ter verbreding of verdieping van de bacheloropleiding of als schakelminor naar een niet op de bachelor IO aansluitende masteropleiding. 2. Alle door de TU Delft aangeboden minors worden geaccepteerd binnen de bacheloropleiding IO, met uitzondering van: a. de minor Industrial Design van de faculteit IO; deze vertoont overlap met het eigen bachelorprogramma en is bedoeld als schakelminor voor studenten van andere opleidingen. b. een minor van een willekeurige opleiding die ook kan worden gedaan binnen de opleiding IO, b.v. de minor Study Abroad of de Minor WorkPlacement; in dat geval wordt alleen het volgen van de IO-minor gehonoreerd. 3. De minor valt nominaal in het 5e semester van de bacheloropleiding. Algemeen worden de studenten verondersteld op het niveau van eind tweede studiejaar te zijn als ze met een minor starten. De minor kent geen ingangseisen, maar een bepaalde mate van voorkennis kan worden verwacht. Het is aan de student om deze voorkennis te verkrijgen.
4
Zie de Minorgids 2010-2011 respectievelijk Course Base. 22 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
4. Mastervakken worden in een door de TU Delft verzorgde minor (ook in de vrije minor) niet toegestaan. Evenmin kunnen minorvakken meegenomen worden naar de keuzeruimte van een masteropleiding. Artikel 7 – Minors van de faculteit IO De faculteit biedt in het studiejaar 2010-2011 bij voldoende deelname de volgende minors aan (zie voor een beschrijving de Minorgids 2010-2011): code IO-Mi-070-10 IO-Mi-073-10 IO-Mi-075-10
Titel Minor Industrial Design Asset Minor Sustainable Design Engineering Minor Study Abroad IO
IO-Mi-076-10 IO-Mi-135-10
Minor WorkPlacement IO Minor Advanced Prototyping
Artikel 8 – De vrije minor 1. De student kan zelf een ‘vrije’ minor samenstellen die bestaat uit vakken van de eigen en andere faculteiten of (internationale) universiteiten. Deze minor moet van academisch niveau zijn en interne samenhang vertonen. Het minorpakket dient globaal van derdejaars niveau te zijn. 2. De student die een vrije minor wenst te doen, legt een goed gemotiveerd voorstel ter goedkeuring voor aan de examencommissie, niet later dan twee maanden voor de start van die vrije minor.
Paragraaf 4 – Overgangsregeling Artikel 9 – Overgangsregeling voor studenten van cohort 2000 tot en met 2006 1. Inschaling in het nieuwe bachelorprogramma 2007: Alle studenten van cohort 2000 t/m 2006 zijn ingeschaald in het nieuwe bachelorprogramma 2007. Deze studenten hebben een overzicht gekregen van de vakken, behaald in het bachelorprogramma 2000 en een overzicht van vakken, te behalen in het bachelorprogramma 2007. 2. Toelatingsvoorwaarden Bachelor Final Project: Voor cohorten 2000 t/m 2005 zijn, in verband met de inschaling, geen toelatingsvoorwaarden voor het Bachelor Final Project (IO3900). Voor studenten van cohort 2006 en volgende cohorten: zie artikel 5 van deze Uitvoeringsregeling. 3. Keuzevakken: Studenten die zijn ingeschaald in het nieuwe programma kunnen keuzevakken doen gespreid over het studiejaar. Daarvoor komen de volgende vakken in aanmerking: • bachelor keuzevakken aangeboden door IO, • (keuze)vakken bij andere faculteiten, • (keuze)vakken aan andere universiteiten in Nederland en in het buitenland, • de volgende masterkeuzevakken IO: ID5531/ID5541/5542, ID5533, ID5551 en ID5572/ID5573. 4. Zie ook artikel 32b van de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie.
23 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
Paragraaf 5 – Toelatingsvoorwaarden tot de master Artikel 10 – Toelatingsvoorwaarden tot de masteropleidingen DfI, IPD en SPD 1. Vanaf 1 september 2010 geldt voor alle opleidingen van de TU Delft ‘bachelorvoor-master’ regel, ook regeling ‘Harde Knip’ genoemd. De Harde-Knipregeling houdt in, dat een student pas toegelaten wordt tot een masterprogramma van Industrieel Ontwerpen (IPD, DfI of SPD) als de student de bacheloropleiding heeft afgerond. ‘Hard’ wil zeggen dat er geen marge is: de bacheloropleiding moet volledig zijn afgerond. 2. Voor studenten van cohorten 2005 en eerder geldt de Harde Knip niet; zij zijn toelaatbaar tot de mastervakken als zij voldoen aan de eisen van de premasterregeling5. Voor studenten van cohorten 2006 en 2007 geldt de Harde Knip. Daarbij is de pre-masterregeling nog éénmaal van toepassing, te weten per 31 augustus 2010. Studenten van cohorten 2008 en volgende kunnen in de praktijk niet voldoen aan de eisen van de pre-masterregeling. Zij vallen per definitie onder de Harde Knip. Voor studenten voor wie de Harde Knip van toepassing is, geldt het bepaalde onder lid 3 t/m 10 van dit artikel. 3. Op de eerste dag van het academische jaar 2010-2011 krijgen alleen die studenten toestemming om te starten met een van de master programma’s van de faculteit, van wie op 31 augustus 2010 aantoonbaar in de administratie is aangetoond dat zij het bachelor diploma hebben behaald, dan wel dat zij voldoen aan de eisen van de pre-masterregeling. 4. Op de eerste dag van het 2e semester van academisch jaar 2010-2011 krijgen alleen die studenten toestemming om te starten met een van de master programma’s van de faculteit, van wie op 31 januari 2011 aantoonbaar in de administratie is aangetoond dat zij het bachelor diploma hebben behaald. 5. Voor toelating tot een masterprogramma geldt, dat alle bachelorresultaten aantoonbaar in de administratie behaald dienen te zijn op 31 augustus 2010 respectievelijk 31 januari 2011 (peildatum). In de praktijk betekent dit dat de student de vereiste resultaten aan het eind van kwartaal 4 van jaar 2009-2010 respectievelijk kwartaal 1 van jaar 2010-2011 dient te hebben behaald. Een eventuele aanvulling voor BEP (IO3900) wordt nog meegenomen; de herkansingen voor andere vakken, eind augustus 2010 respectievelijk eind januari 2011, niet meer.
5
De toelatingseis tot de pre-master is, dat je je propedeuse diploma IO + 90 EC van het 2e en 3e jaar hebt behaald, waaronder het Bachelor Eind Project (BEP, IO3900). Een student die tot de premaster is toegelaten, mag mastervakken, –practica en –tentamens doen en heeft alle rechten die daarbij horen. Omdat deze student de bacheloropleiding nog niet heeft afgerond, is hij formeel nog geen masterstudent IPD, DfI of SPD. 24 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling bij de OER 2010-2011
6. Studenten die niet aan de eisen voldoen zoals vermeld in lid 3 respectievelijk lid 4 van dit artikel, krijgen geen toestemming om praktische onderdelen van mastervakken te volgen; zij mogen daarentegen wel colleges van mastervakken volgen, met dien verstande dat zij – met inachtneming van het gestelde in lid 7 van dit artikel - met betrekking tot die colleges geen tentamen mogen doen. 7. Als studenten na vaststelling van het resultaat van een of meer bachelorvakken die zij hebben gevolgd voorafgaand aan 31 augustus 2010 respectievelijk 31 januari 2011, alsnog blijken te voldoen aan de eisen zoals vermeld in lid 3 respectievelijk lid 4 van dit artikel, dan mogen zij wel tentamen doen met betrekking tot de colleges van mastervakken die zij in kwartaal 1 respectievelijk kwartaal 3 van jaar 2010-2011 mochten volgen, en mogen zij volledig participeren in mastervakken van kwartaal 2 respectievelijk kwartaal 4 van jaar 2010-2011. 8. Zijn er bijzondere omstandigheden waardoor een student niet op 31 augustus 2010 aan toelatingseis tot de pre-masterregeling kan voldoen, dan kan deze student mogelijk aanspraak maken op de hardheidsclausule en bij honorering daarvan toch alvast starten aan de master. Voor een advies over deze mogelijkheid wordt de student verwezen naar de studieadviseur. De beslissing om tot de masteropleiding te worden toegelaten op grond van bijzondere omstandigheden, wordt genomen door de directeur onderwijs. Een verzoek om toegelaten te worden op grond van bijzondere omstandigheden dient vroegtijdig te worden ingediend via
[email protected]. 9. Bij de toepassing van de Harde-Knipregeling en toelating tot de masteropleiding wordt geen uitzondering gemaakt voor studenten die op basis van bestuurs- of commissiemaanden studievertraging oplopen. 10. Voor studenten voor wie de Harde Knip van toepassing is (cohort 2006 en later) geldt, dat masterkeuzevakken die zijn behaald voorafgaand aan de (pre–)master, per 1 september 2010 niet meer mogen worden meegenomen naar het masterprogramma. Resultaten voor deze vakken kunnen ook niet leiden tot vrijstellingen in het masterprogramma. Deze keuzevakken mogen wel als extra vakken worden opgevoerd bij het bachelorprogramma en kunnen als zo danig worden opgenomen in het supplement bij het bachelordiploma.
Paragraaf 6 – Inwerkingtreding Artikel 11 – Inwerkingtreding 1. Deze Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en Examenregeling treedt in werking op de eerste dag van het academische jaar 2010-2011. 2. Deze Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en Examenregeling is vastgesteld door de decaan van de Faculteit Industrieel Ontwerpen op 16 augustus 2010.
25 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie (OER) 2010-2011 (ex artikel 7.12 WHW)
26 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Paragraaf 1 – Algemeen Artikel 1 – Toepassingsgebied 1. Deze Regels en richtlijnen zijn van toepassing op de Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen (IO) van de Technische Universiteit Delft, hierna te noemen de opleiding. 2. Vragen en verzoeken ten aanzien van het bepaalde in deze regels en richtlijnen kunnen worden gericht aan:
[email protected]. Artikel 2 – Begripsomschrijving De begripsbepalingen, zoals neergelegd in artikel 1.1 WHW en artikel 2 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen (IO), hierna te noemen OER BSc IO, zijn van toepassing. Artikel 3 – Werkwijze van de examencommissie 1. De examencommissie vergadert in beginsel tweemaal per jaar. 2. De examencommissie kan bepaalde nauw omschreven taken mandateren. 3. De kleine examencommissie, bestaande uit de voorzitter en een lid van de examencommissie, is belast met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. De kleine examencommissie vergadert in beginsel tweemaal per maand met uitzondering van de onderwijsvrije periodes. 4. De vergaderingen zijn niet openbaar. 5. Indien een student een verzoek of klacht bij de examencommissie indient, waarbij een examinator is betrokken die lid is van de examencommissie, neemt dit lid van de examencommissie geen deel aan de behandeling van het verzoek of de klacht en verlaat daartoe tijdelijk de vergadering. 6. Van het besprokene ter vergadering wordt een verslag gemaakt. 7. De examencommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden over het afgelopen studiejaar en zendt dit verslag aan de decaan. Artikel 4 – Besluiten van de examencommissie 1. De examencommissie besluit bij gewone meerderheid van stemmen. 2. Staken de stemmen, dan geeft de stem van de voorzitter van de examencommissie de doorslag, tenzij het schriftelijke stemmingen betreft. 3. Staken de stemmen bij een schriftelijke stemming, dan vindt eenmaal herstemming plaats; staken de stemmen weer, dan is het voorstel waarvoor wordt gestemd, verworpen. Artikel 5 – Commissies ad hoc en externe examinatoren 1. De examencommissie kan commissies ad hoc instellen. 2. Overeenkomstig artikel 7.12 lid 3 WHW kan de examencommissie deskundigen van buiten de instelling als examinatoren aanwijzen. Een dergelijke aanwijzing geschiedt voor een periode van ten hoogste 2 jaar met de mogelijkheid deze periode steeds voor ten hoogste 2 jaar te verlengen.
27 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Artikel 6 – Maatstaven De examencommissie respectievelijk examinator neemt bij zijn beslissingen de volgende maatstaven tot richtsnoer en weegt bij strijdigheid het belang van hanteren van de ene maatstaf tegen dat van de andere af: a. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van het examen of examenonderdeel; b. doelmatigheid, ondermeer tot uitdrukking komend in een streven om: • studievertraging voor studenten die goede voortgang met de studie maken, te beperken, • de student te bewegen de studie in de opleiding af te breken met zo min mogelijk tijdverlies wanneer het voltooien van de opleiding binnen een redelijke inschrijvingsduur onwaarschijnlijk is geworden; c. bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen; d. mildheid ten opzichte van de student die door omstandigheden buiten zijn schuld in de voortgang van de studie vertraging ondervindt of heeft ondervonden. Artikel 7 – Taal 1. Het verzoek aan de examencommissie van een student, genoemd in artikel 9 lid 3 OER BSc IO, om een of meer onderdelen van een tentamen of examen in een andere taal te mogen afleggen, dient gemotiveerd te zijn. 2. Alvorens een besluit te nemen wint de examencommissie het advies van de desbetreffende examinator(en) met betrekking tot het verzoek in. Artikel 8 – Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat ertoe leidt dat het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en de vaardigheden van die student of van een andere student geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt. Onder fraude wordt ook begrepen het plegen van enige vorm van plagiaat, waaronder hier worden verstaan alle gevallen waarin wordt gesuggereerd dat het gaat om eigen werk terwijl dat niet het geval is. 2. Wanneer tijdens het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit door de examinator of surveillant terstond aan de student meegedeeld en wordt dit zo spoedig mogelijk schriftelijk vastgelegd. De examinator of de surveillant kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken ter beschikking te stellen. Een weigering hiertoe van de student wordt in het verslag vermeld. Het verslag en eventuele bewijsstukken worden onverwijld bij de examencommissie ingediend. 3. Wanneer anders dan tijdens het afleggen van een tentamen fraude van een student wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit zo spoedig mogelijk door de examinator schriftelijk vastgelegd. Het verslag en eventuele bewijsstukken worden onverwijld bij de examencommissie ingediend. 4. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid een schriftelijk commentaar bij het verslag van de examinator of surveillant te voegen. 5. De examencommissie neemt een besluit over de fraude en kan de student afhankelijk van de ernst van de fraude, herhaalde fraude daaronder begrepen, de volgende sancties opleggen: 28 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
a. berisping; b. de beslissing dat voor de student geen uitslag van het betreffende tentamenof practicumwerk wordt vastgesteld; c. uitsluiting van het betreffende tentamen of practicum voor ten hoogste één jaar; d. uitsluiting van een of meer tentamenperioden voor ten hoogste één jaar; e. een combinatie van bovenstaande maatregelen. 6. Wanneer sprake is van ernstige fraude kan de examencommissie besluiten het college van bestuur voor te stellen de inschrijving van de student voor de opleiding definitief te beëindigen. 7. De examencommissie neemt pas een besluit als in lid 5 genoemd nadat zij de student in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord. Het horen kan achterwege blijven als de examencommissie heeft vastgesteld dat niet van fraude sprake is. Artikel 9 – Termijnen De examencommissie beslist over een verzoek van een student binnen 40 werkdagen na ontvangst van het verzoek of, indien het verzoek is ingediend tijdens een academische vakantie dan wel binnen een periode van drie weken voorafgaande aan een academische vakantie, binnen 40 werkdagen na afloop van die vakantie. De examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste 10 werkdagen verdagen. Van de verdaging wordt, voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn, schriftelijk mededeling gedaan aan de student.
Paragraaf 2 – Aanmelden en terugtrekken Artikel 10 – Aanmelden tentamens 1. De aanmelding voor deelname aan een schriftelijk tentamen is verplicht en geschiedt door invoering van data in het tentamenaanmeldsysteem (Osiris), uiterlijk 14 kalenderdagen (niet werkdagen) voor het begin van de betreffende tentamenperiode. Als tentamenperiode worden de laatste twee weken van een onderwijsperiode aangemerkt alsmede de herkansingsperiode in augustus. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van de in lid 1 genoemde aanmeldingstermijn, echter alleen ten gunste van de student. 3. Studenten die zich niet tijdig voor een tentamen hebben aangemeld, kunnen aan dat tentamen niet deelnemen. Alleen wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden voor overschrijding van de aanmeldtermijn kan de examencommissie de student alsnog toestaan aan het tentamen deel te nemen. 4. Bij onterechte deelname aan een tentamen kan de examencommissie het resultaat voor dat tentamen ongeldig verklaren. Artikel 11 – Aanmelden practica Voor het aanmelden voor deelname aan vakken en practica wordt verwezen naar de artikelen 12 t/m 19 van de Bachelor Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2010-2011.
29 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Artikel 12 – Aanmelden examen en aanvragen getuigschrift 1. De aanmelding voor een examen en daarmee het aanvragen van een getuigschrift dient uiterlijk 20 werkdagen voor het tijdstip waarop de vergadering voor het desbetreffende examen wordt gehouden, te geschieden bij de onderwijsadministratie. Het tijdstip van de desbetreffende vergadering(en) wordt gepubliceerd op de website (Studentenportal IO). 2. De student moet het definitieve programma waarover hij wil worden geëxamineerd (examenprogramma) uiterlijk op de dag waarop de in lid 1 genoemde termijn aanvangt, bij de onderwijsadministratie indienen. 3. Uiterlijk 5 werkdagen voor het tijdstip waarop de vergadering voor het desbetreffende examen wordt gehouden, moet aan alle verplichtingen zijn voldaan en moeten alle resultaten bij de onderwijsadministratie bekend zijn. 4. Aanmelding voor het propedeutisch en het bachelorexamen vindt plaats door het invullen van het examenaanvraagformulier (beschikbaar via de Studentenportal Industrieel Ontwerpen) en inlevering daarvan bij het Servicepunt IO. Artikel 13 – Terugtrekking/afwezigheid van tentamens en examens 1. Uiterlijk tot 14 dagen voordat de betreffende tentamenperiode aanvangt, kan men zich via het tentamenaanmeldsysteem van een tentamen terugtrekken. Wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden kan de examencommissie toestemming geven zich in een later stadium terug te trekken. 2. Het terugtrekken van een examen kan tot uiterlijk de dag waarop de vergadering voor het desbetreffende examen wordt gehouden, geschieden bij de onderwijsadministratie. 3. Wanneer een student zich van een tentamen of examen heeft teruggetrokken, dient deze zich voor een volgende gelegenheid opnieuw aan te melden overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 respectievelijk artikel 12.
Paragraaf 3 – Tentamens en toetsing practica Artikel 14 – Afnemen schriftelijk/mondeling tentamen 1. Wanneer hetzelfde tentamen, al dan niet tegelijkertijd, door meer dan een examinator wordt afgenomen en de resultaten daarvan eveneens door meer dan een examinator worden beoordeeld, vindt deze beoordeling plaats aan de hand van daartoe tevoren vastgestelde (gelijkluidende) normen. Zo nodig wijst de examencommissie een voor het examineren eerstverantwoordelijke examinator aan. In de praktijk treedt normaliter de docent op als examinator. 2. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een student een mondeling in plaats van een schriftelijk tentamen doet. Het verzoek daartoe dient met redenen omkleed te zijn. 3. Het afnemen van een mondeling tentamen geschiedt bij voorkeur door twee examinatoren. 4. De controle van de inschrijving als student bij het doen van een tentamen geschiedt door of namens de examencommissie.
30 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Artikel 15 – Vragen en opgaven 1. De vragen en opgaven van een tentamen of examenonderdeel gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de stof is ontleend, niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt, in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het tentamen wordt de precieze omvang van de stof definitief bekend gemaakt. 2. De vragen en opgaven van het tentamen of examenonderdeel zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de te bestuderen stof. 3. Het tentamen of examenonderdeel representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. 4. De vragen en opgaven zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Ook de aanwijzingen met betrekking tot de waardering van de vragen en opgaven zijn duidelijk en ondubbelzinnig en deze zijn zodanig gesteld dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn. 5. Geruime tijd voor het afnemen van een schriftelijk tentamen stelt de examinator de studenten in de gelegenheid kennis te nemen van voorbeelden van representatieve tentamenvragen en beantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 6. De duur van het tentamen is zodanig dat de student, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden. Artikel 16 – Orde tijdens tentamens 1. De examinator draagt er zorg voor dat ten behoeve van een schriftelijk tentamen surveillanten worden aangewezen die namens en onder verantwoordelijkheid van de examencommissie erop toezien dat de tentaminering in goed orde verloopt. De surveillant neemt daarbij de "Richtlijnen en aandachtspunten voor de surveillanten", die in de tentamenzaal aanwezig zijn, in acht. 2. De student is verplicht zich op verzoek van of vanwege de examencommissie te identificeren met de campuscard of een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs of rijbewijs). 3. Aanwijzingen van de examencommissie, de examinator of de surveillant die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, dienen door de student te worden opgevolgd. 4. Een student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede en derde lid kan door de examencommissie of de examinator worden uitgesloten van verdere deelname. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het betreffende tentamen wordt vastgesteld. 5. Uitwerkpapier en kladpapier worden vanwege de opleiding verstrekt. De student dient echter zelf voor schrijf- en tekengerij te zorgen. 6. Wanneer bij een tentamen het gebruik van een rekenmachine is toegestaan, dient de student zelf te zorgen voor een rekenmachine die voldoet aan de door de examinator opgegeven maximum mogelijkheden. 7. Tijdens een tentamen mag de student geen boeken, dictaten, aantekeningen of andere geschriften voorhanden hebben of raadplegen, tenzij de examinator anders heeft beslist.
31 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
8. Tijdens een tentamen mag de student geen programmeerbare rekenmachine, computer, buzzer, mobiele telefoon of apparaten met vergelijkbare functies voorhanden hebben of gebruiken, tenzij de examinator anders heeft beslist. 9. Tijdens een tentamen mag de student niet bij andere studenten afkijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie en/of materialen uitwisselen. 10. De tekst van de tentamenuitwerkingen mag niet met potlood worden geschreven, tenzij de examinator daarvoor tevoren toestemming heeft gegeven. 11. De tentamenopgaven mogen door de student niet na afloop van het tentamen worden meegenomen, tenzij de examinator anders beslist. 12. Studenten die na een half uur na aanvang van de tentamenzitting nog aan het tentamen wensen deel te nemen, worden niet meer toegelaten. 13. Binnen een half uur na de officiële aanvang van het tentamen is het een student niet toegestaan de ruimte te verlaten. In dringende gevallen kan na dit half uur toestemming worden gegeven de tentamenruimte onder begeleiding van een surveillant tijdelijk te verlaten. Niet meer dan één student tegelijk mag afwezig zijn. 14. Alvorens de tentamenruimte definitief te verlaten (niet eerder dan een half uur na aanvang van de tentamenzitting alsmede niet later dan een kwartier voor het einde van het tentamen) dient de student het tentamenwerk, voorzien van naam en studienummer op iedere bladzijde, aan de examinator of surveillant te overhandigen. Bij een tweedelig tentamen mag de uitwerking van het eerste gedeelte niet voor het eind van het eerste gedeelte ingeleverd worden; de uitwerking van het tweede gedeelte niet binnen een half uur na aanvang van dit gedeelte. Artikel 17 – Beoordeling 1. De wijze van beoordelen, met inbegrip van de weging van onderdelen, is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag tot stand is gekomen. 2. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt, met inachtneming van artikel 14 lid 1, aan de hand van tevoren schriftelijk vastgestelde en eventueel naar aanleiding van de correctie van het tentamen bijgestelde modelantwoorden en normen. De beoordeling van mondelinge tentamens en resultaten van practica geschiedt op overeenkomstige wijze. 3. Een eindresultaat voor een vak wordt uitgedrukt in een cijfer afgerond op halven, met een schaal die loopt van 1,0 tot en met 10,0, in een VR (vrijstelling) of in een NVD (niet voldaan – als geen eindresultaat kan worden berekend en/of een of meerdere hoofdbestanddelen van het vak (zie lid 5) niet zijn afgerond). De betekenis van de cijfers is bij afronding op halven: 9,5 8,5 7,5 6,5 6,0 4,5 3,5 1,0
of of of of
10,0 9,0 8,0 7,0
uitmuntend zeer goed goed ruim voldoende voldoende t/m 5,5 onvoldoende of 4,0 slecht t/m 3,0 zeer slecht 32 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
4. In het geval afronding plaatsvindt naar halve en hele cijfers dan worden drie, vier, acht en negen tienden afgerond naar boven en één, twee, zes en zeven tienden naar beneden. 5. Hoofdbestanddelen van een vak en resultaten daarvoor a. Indien een vak bestaat uit meerdere hoofdbestanddelen, dan is bij het vakoverzicht in Course Base voorafgaand aan de start van dat vak aangegeven hoe het eindresultaat voor het vak op basis van de resultaten voor de hoofdbestanddelen tot stand komt. Daarbij gelden de volgende bepalingen: • Het resultaat voor een hoofdbestanddeel wordt uitgedrukt in een cijfer afgerond op tienden, in een V (voldoende), een O (onvoldoende), een NV (niet verschenen/niet ingeleverd) of een VR (vrijstelling). • Een resultaat van een hoofdbestanddeel mag alleen in de totstandkoming van het eindresultaat van het vak worden betrokken wanneer dit wordt uitgedrukt in een numerieke waarde en ten minste 5,0 is. • Een hoofdbestanddeel waarvan de beoordeling wordt uitgedrukt in niet numerieke waarden, dient met een V (voldoende) of een VR (vrijstelling) te zijn afgesloten. b. Indien een hoofdbestanddeel bestaat uit onderdelen, compenseren de resultaten daarvan elkaar via een gewogen middeling. Het resultaat van een onderdeel van een hoofdbestanddeel ligt tussen 1,0 en 10,0 en wordt uitgedrukt in tienden. 6. Aanvullingen a. Indien een vak slechts bestaat uit hoofdbestanddelen in de vorm van een practicum en indien voor het gewogen gemiddelde resultaat van die hoofdbestanddelen als eindresultaat een cijfer 5,0 of 5,5 is gehaald, krijgt de student de mogelijkheid om met een aanvulling dit eindresultaat tot een voldoende te verhogen. Een aanvulling leidt maximaal tot het eindresultaat 6,0. b. Indien een vak uit meerdere hoofdbestanddelen bestaat waaronder een tentamen, en indien voor het gewogen gemiddelde resultaat van de hoofdbestanddelen in de vorm van een practicum een resultaat van ten minste 5,0 en ten hoogste 5,9 is gehaald, krijgt de student de mogelijkheid om met een aanvulling dit gewogen gemiddelde resultaat tot een voldoende te verhogen. Een aanvulling leidt maximaal tot het resultaat 6,0 voor het gewogen gemiddelde resultaat van de hoofdbestanddelen in de vorm van een practicum. 7. De student is voor een vak geslaagd als het (naar studiepunten) gewogen gemiddelde resultaat van de hoofdbestanddelen van het vak 6,0 of hoger is en de niet-numerieke waarden van hoofdbestanddelen minimaal voldoende (V) zijn, zie ook lid 9. 8. Eindcijfers die behaald zijn in een andere opleiding aan deze of een andere Nederlandse universiteit, worden overgenomen zoals ze zijn gegeven, als heel of half cijfer of als cijfer in decimalen, waarbij tevens de betekenis die door de andere opleiding aan deze cijfers is toegekend wordt overgenomen. Voor eindcijfers die in het buitenland zijn behaald, geldt het bepaalde in artikel 31. 9. Wanneer voor een vak meer resultaten zijn behaald, wordt het hoogst behaalde resultaat in de beoordeling van het examen betrokken. 33 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Artikel 18 – Doorgeven en bekend maken van de uitslag van tentamens en practica 1. In artikel 25 van de OER BSc IO is geregeld op welke wijze de resultaten van een tentamen of practicum bekend worden gemaakt. 2. De examinator kan nadere regelingen vaststellen met betrekking tot de uiterste datum waarop een verslag moet zijn ingeleverd, dan wel een practicum moet zijn afgerond. Deze regeling dient bij het vakoverzicht in Course Base te worden vermeld of bij de start van het vak te worden bekend gemaakt, bij voorbeeld op Blackboard. Artikel 19 – Dateren afgelegde tentamens en practica 1. Voor de datering van een tentamen geldt de datum waarop het schriftelijk tentamen is gehouden of het mondeling tentamen is afgelegd. 2. Voor de datering van een practicum geldt de datum waarop het verslag definitief is ingeleverd dan wel de mondelinge eindpresentatie is gehouden, dan wel, indien er geen sprake is van een verslag of een eindpresentatie, het practicum is afgerond. Artikel 20 – Bewaren werk en resultaten 1. In verband met mogelijke beroepsprocedures moet beoordeeld werk, met uitzondering van driedimensionale werkstukken, ten minste één jaar na bekendmaking van het resultaat bewaard worden. Driedimensionale werkstukken worden ten minste zes weken na bekendmaking van het resultaat door de examinator bewaard. 2. In het geval geen resultaat bekend is gemaakt of mocht worden gemaakt, gaat de in lid 1 genoemde termijn in op de datum waarop het tentamen is gehouden of het praktisch werk is afgerond. 3. De resultaten van tentamens en getoetst praktisch werk worden door de onderwijsadministratie ten minste tien jaar bewaard.
Paragraaf 4 – Vrijstelling Artikel 21 - Procedure vrijstellingsverzoek Een verzoek om vrijstelling voor een vak of een onderdeel daarvan wordt schriftelijk, met redenen omkleed en voorzien van eventuele bewijsstukken ingediend bij de examencommissie. De student voegt het advies van de betrokken examinator bij het verzoek. Zie verder de Onderwijs- en Examenregeling, artikel 29. Artikel 22 – Dateren vrijstelling Voor de datering van een vrijstelling geldt de datum waarop door de examencommissie de vrijstelling is verleend.
34 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Paragraaf 5 – Nadere regels stage en projecten Artikel 23 – Stage De bacheloropleiding IO kent geen verplichte stage. Artikel 24 – Project(en) Volgens Artikel 2 van de OER, Begripsbepalingen, valt de onderwijsvorm ‘project(en)’ binnen de definitie van ‘practicum’. De bepalingen met betrekking tot practica zijn verspreid in deze Onderwijs- en Examenregeling opgenomen. Artikel 25 – Dateren resultaten stage en projecten Zie artikel 25 van de OER BSc IO.
Paragraaf 6 – Nadere regels bacheloreindwerk Artikel 26 – Bacheloreindwerk Voor bepalingen met betrekking tot het bacheloreindwerk wordt verwezen naar de vakbeschrijving in Course Base en naar de bijhorende handleiding. Artikel 27 – Samenstelling beoordelingscommissie bacheloreindwerk Voor de samenstelling van de beoordelingscommissie voor bacheloreindwerk wordt verwezen naar de handleiding bacheloreindwerk. Artikel 28 – Werkwijze beoordelingscommissie Voor de werkwijze van de beoordelingscommissie voor bacheloreindwerk wordt verwezen naar de handleiding bacheloreindwerk. Artikel 29 – Dateren resultaat bacheloreindwerk Het afronden van het bacheloreindwerk wordt gedateerd op de datum waarop het verslag of werkstuk is ingeleverd dan wel de mondelinge eindpresentatie heeft plaats gevonden.
Paragraaf 7 – Elders afgelegde onderdelen Artikel 30 – Opnemen in het examenprogramma Het totale aantal studiepunten van de onderdelen waarvoor vrijstelling wordt verleend en van onderdelen die van buiten de opleiding in het individuele programma van een student (d.w.z. zijn/haar major examenprogramma inclusief de propedeuse maar exclusief de minor) opgevoerd mogen worden, is ter beoordeling aan de examencommissie.
35 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Artikel 31 – Aanleveren gegevens 1. In het geval dat een student goedgekeurde onderdelen buiten de opleiding heeft afgelegd dient de student zelf te zorgen voor een door de bevoegde instantie afgegeven verklaring waarop het betreffende onderdeel staat vermeld met naam en voor zover van toepassing vakcode, de elders daaraan toegekende normuren studielast (studiepunten), het resultaat, de datum waarop het resultaat werd behaald en de datum waarop de verklaring werd opgesteld. 2. Voor onderdelen die de student in het buitenland heeft afgelegd, verzoekt hij de examencommissie daaraan goedkeuring te hechten als onderdeel van de opleiding en bij goedkeuring de omvang in studiepunten vast te stellen alsmede het resultaat.
Paragraaf 8 – Zak-slaagregelingen Artikel 32a – Zak-slaagregelingen propedeutisch examen 1. De student is geslaagd voor het propedeutisch examen wanneer is voldaan aan de volgende eisen: a. voor alle vakken zoals opgenomen in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling, is een resultaat behaald: een cijfer, een voldaan (V) of een vrijstelling (VR); b. er mag geen cijfer lager dan 6,0 voorkomen. 2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zonodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast. 4. Voor studenten van de cohorten 2006 en eerder die hun propedeuse nog niet in het bachelorprogramma 2000 hebben gehaald geldt het volgende: • de propedeuse is behaald als de student 60 EC heeft behaald. Verplichte aanvullingen in het kader van de overzet van de bachelor 2000 naar de bachelor 2007 tellen hierbij mee. Keuzevakken tellen niet mee in de 60 EC. Artikel 32b – Zak-slaagregelingen bachelor examen 1. De student is geslaagd voor het bachelorexamen wanneer is voldaan aan de volgende eisen: a. de student heeft het propedeutisch examen behaald of daarvoor vrijstelling gekregen; b. voor alle vakken van het tweede en derde cursusjaar zoals opgenomen in artikelen 3 en 4 van de Uitvoeringsregeling, is een resultaat behaald: een cijfer, een voldaan (V) of een vrijstelling (VR); c. er mag geen cijfer lager dan 6,0 voorkomen. 2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zonodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast.
36 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
4. Studenten van cohort 2000 tot en met 2006 zijn geslaagd voor de bacheloropleiding als zij: • voor alle vakken van het bachelorprogramma 2007 die zij volgens hun definitieve inschaling moeten volgen een voldoende (ten minste 6,0) hebben gehaald; • het totaal aantal studiepunten behaald met vakken uit de bachelor 2000 en de bachelor 2007 ten minste 177,5 EC bedraagt.
Paragraaf 9 – Toekennen predicaat "met lof" Artikel 33a – Predicaat "met lof" propedeutisch examen 1. Een student kan voor het propedeutisch examen het predicaat "met lof" verkrijgen indien de examencommissie daartoe besluit en ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het naar studiepunten gewogen gemiddelde van de resultaten van de vakken voor het propedeutisch examen is ten minste 8,00, waarbij voldaan (V) en vrijstellingen (VR) buiten beschouwing worden gelaten; b. het aantal studiepunten van de vakken waarvoor voldaan is behaald of waarvoor een vrijstelling is verleend, mag tezamen niet meer dan 20 studiepunten bedragen; c. het propedeuseprogramma is behaald binnen een (1) jaar. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie besluiten het predicaat "met lof" te verlenen aan een student die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1, wanneer deze student op andere wijze in de opleiding blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheden. Artikel 33b – Predikaat "met lof" bachelorexamen 1. Een student kan voor het bachelorexamen het predicaat "met lof" verkrijgen indien de examencommissie daartoe besluit en ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het naar studiepunten gewogen gemiddelde van de resultaten van de vakken van het tweede en derde cursusjaar zonder het bacheloreindwerk is ten minste 8,00, waarbij voldaan (V) en vrijstellingen (VR) buiten beschouwing worden gelaten; b. het resultaat voor het bacheloreindwerk is ten minste 8,0. c. De studieduur is niet langer dan 3,5 jaar. Bij de bepaling van de studieduur wordt rekening gehouden met studievertraging die een student in aanmerking doet komen voor een ondersteuning volgens de Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS). 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie besluiten het predicaat "met lof" te verlenen aan een student die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1, wanneer deze student op andere wijze in de opleiding blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheden.
37 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Paragraaf 10 – Getuigschriften en behaalde resultaten Artikel 34 – Getuigschrift, cijferlijst, diplomasupplement 1. Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door of namens de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. Het getuigschrift van het propedeutisch examen wordt namens de examencommissie ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. Het getuigschrift van het bachelorexamen wordt namens de examencommissie ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. 3. Bij de uitreiking van het getuigschrift van het propedeutisch examen wordt een cijferlijst met de behaalde resultaten verstrekt. 4. Bij de uitreiking van het getuigschrift van het bachelorexamen wordt een diplomasupplement in de Engelse taal verstrekt waarin in ieder geval de behaalde resultaten inclusief de resultaten voor het propedeutisch examen worden vermeld. Een diplomasupplement in de Nederlandse taal kan bij de onderwijsadministratie worden aangevraagd. 5. Een student kan aan de examencommissie van de masteropleiding Science Education and Communication (SEC) verzoeken hem een beperkte tweedegraads bevoegdheid te verlenen, hetgeen wil zeggen dat betrokkene bevoegd zal zijn om les te geven in de eerste drie leerjaren havo/vwo en de theoretische leerweg van het vmbo. De examencommissie SEC voldoet aan het verzoek wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: • de student heeft in zijn examenprogramma de minor Educatie, 30 studiepunten, met goed gevolg (alle resultaten tenminste 6,0 of ‘V’) afgerond, en • de student heeft overeenkomstig de “verwantschapstabel educatieve minor” recht op de bevoegdheid. De examencommissie SEC verleent de bevoegdheid door een certificaat uit te schrijven dat in combinatie met het getuigschrift genoemd in lid 1 een beperkte tweedegraads bevoegdheid oplevert. Artikel 35 – Verklaring behaalde resultaten 1. De student die een of meer tentamens met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie, bij het verlaten van de universiteit, geen getuigschrift als bedoeld in artikel 34 kan worden uitgereikt, ontvangt op zijn verzoek een door de examencommissie afgegeven verklaring. Op deze verklaring worden vermeld persoonsgegevens, vakcode, vaknaam, aantal studiepunten, resultaat en datum waarop het resultaat werd behaald. 2. Een verklaring als genoemd in lid 1 dient te worden aangevraagd via de onderwijsadministratie.
38 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2010-2011
Paragraaf 11 – Beroep en slotbepalingen Artikel 36 – Beroep tegen besluit examencommissie Tegen een beslissing van de examencommissie en/of een examinator staat gedurende 4 weken nadat deze beslissing aan betrokkene is bekend gemaakt, beroep open bij het College van Beroep voor de Examens bedoeld in artikel 7.60 WHW. De examencommissie vermeldt deze beroepsmogelijkheid bij zijn beslissing. Artikel 37 – Wijziging Regels en richtlijnen van de examencommissie Er kunnen geen wijzigingen plaats vinden in deze Regels en richtlijnen die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 38 – Niet voorziene situaties Indien deze Regels en richtlijnen niet in een situatie voorzien, neemt de examencommissie een besluit zoveel mogelijk in overeenstemming met het in deze Regels en richtlijnen bepaalde. Artikel 39 – Inwerkingtreding 1. Deze Regels & Richtlijnen treden in werking op de eerste dag van het academische jaar 2010-2011. 2. Deze Regels & Richtlijnen zijn vastgesteld door de Examencommissie op 16 augustus 2010.
39 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
g St
ag
e
St
at
rm
m
fo
ie
in
ud
k Va
Onderwijs
lin
rs
de
te
in
os
ar
Ro Ja
at al
ud
ia
ie
er
St
er
en st
in
Af
he ud
ui
an
l&
nl
ie
te
of
en
tb er Pr
Huisregels Ziek melden
Bijzondere omstandigheden Studievoortgang Onderwijsregelgeving
Deelnemerslijsten
Aanmelden voor vakken
Regelgeving
d
co
pe
te
ie st
s
ed
nt
pw
www.io.tudelft.nl
ic
ht
or
ni
rij
ga
IO
er
rz
w
ve
nt
O
O
m
T +31 (0)15 27 89807 E
[email protected]
Aanmelden voor tentamens
Toelatingsvoorwaarden
Faculteit Industrieel Ontwerpen Landbergstraat 15 2628 CE Delft
n
rv
tie
de
sa
Se
ic
Co
m
pu
t
te
rs
rs Bl
ac
Vind de informatie die je zoekt op: www.io.tudelft.nl/metrokaart.
De IO metrokaart is een een voudig hulpmiddel om snel een antwoord te krijgen op vragen die te maken hebben met onderwijs, regelingen, faciliteiten of de organisatie van de faculteit Industrieel Ontwerpen (IO).
De meest gezochte informatie voor studenten is verdeeld onder vier verschillende metro lijnen. Elke metrolijn bevat meerdere stations die elk een link bevatten naar een web pagina op de Studentenportal waar de gezochte informatie te vinden is.
o
al
ng
ha
ni
Af
eu
pu
ct en
di tle
nt Ui
at
|L
le
SP de
n kk
en
al
B
ev
Bi
bl
tie
io
ee
k
ig
g
IO
nt
in
e
EH
BO
Faciliteiten
Ka
uw
in
bo
rd
Ge
oo
th
.
nw
id
ge
ng te
gi er
ni nv
re te
ve
ijs
PM
le
w
kp
er
at
er W
ra
nd
to
s
id er
en
ck
-m
en AV Lo
M
O
ie
en
ud ud
St St
Organisatie
ua
De IO metrokaart is ontstaan vanuit samenwerking tussen Studievereniging i.d. en de afdeling Onderwijs- en Studentzaken.
rd pr
st
e er
si nd
is
Re
oa
O
m
kb
ijs
m
ce
w
co
ffi
er
en
lO
te
na
ur
in
se
Pr
vi
io
nd
am
O
Ex au
at
re
rn
ad te
ie
un ud
ep St
In
Bu