Incentive Zone Enschede Projectplan
Startdatum: 1-9-2010 Einddatum: 31-10-2011
Colofon DATUM 04-11-2010 VERSIE 1.9 VERANDERING PROJECT REFERENTIE NOVAY REFERENTIE BEDRIJFSREFERENTIE URL TOEGANGSRECHTEN Vertrouwelijk STATUS Definitieve versie REDACTEUR Wouter Teeuw BEDRIJF Novay AUTEUR(S)
Synopsis Gemeente Enschede heeft een nieuw concept geïntroduceerd in de strijd voor een betere bereikbaarheid: de incentive zone. Via verleiding –in plaats van dwang– worden werknemers aangezet om buiten de spits te reizen of om minder gebruik te maken van de auto. Na een eerste onderzoeksfase waarin het concept nader gespecificeerd en getest wordt, wordt een basis (= ICT-platform en -diensten) gelegd die hier invulling aan gaat geven. Ook vinden praktijkproeven plaats. Dit document beschrijft de hiervoor benodigde activiteiten.
2
NOVAY
Inhoudsopgave 1
INLEIDING EN OVERZICHT
5
1.1
Probleemstelling
5
1.2
Projectdoelen
5
1.3
Hoe het werkt
5
1.4
Mobiliteit data analyse
6
1.5
De diensten
7
1.6
ARCHITECTuUR
8
1.7
De pilot en het vervolg
9
1.8
Evaluatie
9
1.9
Partner
11
1.10 Relaties met andere projecten
11
1.11 State of the art
11
2
12
AANPAK EN RESULTATEN
2.1
Projectstructuur
12
2.2
Incrementele werkwijze
12
2.3
Overzicht van taken
13
2.4
Planning
16
2.5
Risico’s
17
3
WERKPAKKETTEN
18
3.1
WP0: management
18
3.2
WP1: Platform
19
3.3
WP2: Applicaties
22
3.4
WP3: Experimenten en evaluaties
25
3.5
WP4: Juridisch perspectief
26
3.6
WP5: disseminatie en exploitatie
28
3.7
Deliverables en tijdsplanning
29
4
PROJECT MANAGEMENT
31
4.1
Projectorganisatie en management
31
4.2
Kwaliteitscontrole
31
4.3
Risico’s en beheersmaatregelen
32
4.4
Partners en hun rollen
32
3
5
4
DISSEMINATIE EN EXPLOITATIE
33
5.1
PR activiteiten
33
5.2
Exploitatie
33
5.3
Demonstratie
33
5.4
Intellectual Property Rights (IPR)
33
NOVAY
1 Inleiding en overzicht 1.1
PROBLEEMSTELLING
Mobiliteit is één van de belangrijkste pijlers van een duurzame maatschappelijke en economische ontwikkeling. Hier liggen ook voor Enschede uitdagingen rond het zorgen voor bereikbaarheid en het managen van verkeersstromen en tegelijkertijd het creëren van een gezond leefklimaat: een duurzaam mobiliteitsbeleid. In het kader hiervan heeft de gemeente Enschede een nieuw concept bedacht: de incentive zone (i-Zone). Met de i-Zone wil Enschede bereikbaarheid van gebieden tijdens de spits verbeteren door het autoverkeer te reduceren, waarbij niet wordt gewerkt met Verboden, maar met Verleiding. Door middel van gerichte informatie en bijvoorbeeld aanbiedingen van bedrijven of spelelementen wordt een gedragsverandering gestimuleerd. Dit betekent dat personen door middel van het aanbieden van informatie moeten worden verleid om: met een andere modaliteit te gaan reizen, of samen te gaan reizen, of op een ander tijdstip te gaan reizen.
1.2
PROJECTDOELEN
Het doel van Incentive Zone Enschede is om de bereikbaarheid van Enschede-West tijdens de spitsperiode (ochtendspits van 7:00 tot 9:00 en avondspits tussen 16:30 en 18:30) te vergroten. Meer in het bijzonder wordt hier bedoeld het stimuleren van het gebruik van alternatieven voor de auto. Hieronder worden allerlei alternatieven van solistisch autogebruik tijdens de spits verstaan, zoals carpoolen, deels of volledig gebruik van openbaar vervoer, thuiswerken, telewerk, fietsen, etc. Het uiteindelijke doel is het aantal verplaatsingen in de spits met 5% te reduceren.
1.3
HOE HET WERKT
Om de incentive zone te realiseren zullen een aantal stappen moeten worden gezet (zie ook de aanbevelingen uit de 1
conceptdefinitie van i-zone ). Figuur 1 geeft aan hoe het geven van positieve prikkels aan burgers in de praktijk werkt:
Databronnen VRI’s, Camera’s, etc. Context data uit mobieltjes Historische gegevens Ongevallen, weer, etc.
ruwe sensor data
Databases en analyses
Diensten
Inzicht verkeerssituatie
Info diensten
Persoonlijke analyses
Community diensten Vervoersdiensten
Voorspellingen Overige waarde toevoegingen
Effect
Gebruik Gemeente
basis diensten
Andere modaliteit Consument diensten
Werknemer
Samen reizen beïnvloeding gedrag
Gaming 3rd party applicaties
Werkgever
Ander tijdstip ?
Figuur 1. De werking van de Incentive Zone Enschede. •
Het begint met de beschikbaarheid van databronnen. Er zijn gegevens nodig die inzicht geven in de actuele of te verwachten (verkeers)situatie. Hiervoor zijn sensoren in het verkeersnetwerk nodig. We maken hierbij zoveel
1
Teeuw, W.B. (Red.), Incentive Zone: Uitwerking concept en kerndiensten. Enschede: Novay, Versie 1.0, 29 april 2010.
5
mogelijk gebruik van wat er al is. Denk hierbij aan bijvoorbeeld infrastructuurgeboden inwinsystemen als inductielussen om intensiteiten en /of snelheden te meten, of camera’s waarmee kenmerken van de verkeerstroom of reistijden op trajecten kunnen worden gemeten. Ook willen we gebruik maken van de sensoren die mensen zelf al bij zich hebben, namelijk op hun mobieltje. •
Deze data moet worden verzameld in databases, worden verrijkt via analyses, en op een bruikbare manier worden ontsloten. Hier is een raamwerk (architectuur) voor nodig die het mogelijk maakt dat databronnen zich aanmelden of diensten gebruik maken van (cq. zich abonneren op informatie uit) deze databronnen. Dit raamwerk en/of bijbehorende databases moet zo open mogelijk zijn: iedereen kan het gebruiken.
•
Vervolgens zijn er diensten nodig die op basis van deze gegevens en/of een analyse of inzichtelijke presentatie hiervan en/of incentives een voor de gebruiker (werknemer) zinnige functionaliteit verzorgen (dienst).
•
En aan de gebruiker moet een portal worden geboden die hem in staat stelt deze diensten te gebruiken, en/of zijn eigen ervaringen, kennis of data te delen via sociale media.
•
Via het gebruik van de diensten wordt het gedrag van burgers beïnvloed: het effect van de Incentive Zone Enschede. Dit is weer van invloed op de actuele verkeersituatie (cq. de databronnen), en zo is de cirkel rond.
1.4
MOBILITEIT DATA ANALYSE
Het i-Zone systeem maakt gebruik van verkeers- en mobiliteitdata die wordt verzameld uit de verkeersinfrastructuur (VRIs, camera’s, etc.). Met behulp van deze data en modellen voor verkeersstromen en mobiliteit, wordt nieuwe informatie afgeleid die door de applicaties binnen i-Zone kan worden gebruikt. Dit data analyse proces is een kernaspect van het i-Zone systeem. Het idee is dat er een databasis wordt gecreëerd waarbij zo veel als mogelijk is gebruik wordt gemaakt van beschikbare bronnen. Deze databasis wordt aangevuld/gecomplementeerd met gegevens die vanuit het i-Zone systeem zelf worden ingewonnen via de mobiele telefoons van i-Zone deelnemers. In principe wordt binnen i-Zone een zo rijk mogelijke set aan databronnen gebruikt voor het uitvoeren van de analyse, en worden al deze bronnen met elkaar gecombineerd. De verrijkte data geeft, bijvoorbeeld per dagsoort en per tijdsinterval voor elk wegvak informatie over reistijd en intensiteit en voor elk kruispunt informatie over vertraging en wachtrijlengte. Deze informatie is daarnaast beschikbaar voor verschillende weersomstandigheden, en voor nietreguliere maar wel voorspelbare situaties, zoals evenementen of feestdagen.
Daarnaast is er het persoonlijk mobiliteitsprofiel van een deelnemer aan i-Zone. De deelnemer heeft een bepaald verplaatsingspatroon, met herkomst en bestemmingen en tijdstippen van reizen. Daaruit volgt een informatiebehoefte waarop i-Zone inspeelt door relevante informatie uit de database te halen en aangevuld met voorspellingen en informatie over reisalternatieven (andere vervoerwijze, ander tijdstip, andere route) beschikbaar te stellen aan de deelnemer. Voor persoonlijke mobiliteit levert de data-analyse tevens inzicht in bijvoorbeeld vaak bezochte plekken en veel gebruikte routes door de stad. Merk op dat het monitoren van persoonlijke mobiliteit ook inzicht geeft in de verkeersstromen op plekken in de stad waar geen data uit de verkeersinfrastructuur zelf beschikbaar is. Naar verwachting kan deze informatie tevens worden gebruikt.
Een overzicht van stappen van dit proces van verrijking van data is weergegeven in Figuur 2.
6
NOVAY
datasource 1
model m
model 1
individual N
individual 1
datasource n
personal
iyouit mobility
monitoring
filter + datafusion
database
statistical analyses
individual mobility status
individual mobility patterns
individual mobility footprints
current network status
future network status
network and mobility patterns
Figuur 2: Verrijking van i-Zone data in verschillende stappen
1.5
DE DIENSTEN
Een belangrijke factor in onze aanpak is dat we ons niet richten op voertuigen, maar op de personen (werknemers) en hun verplaatsingen. Zij moeten worden verleid tot ander gedrag. In overeenstemming met marketing principes (zie Figuur 3) willen we diensten aanbieden waarmee individuen één of meerdere zo persoonlijk mogelijke incentives krijgen, die hen voordeel biedt. Daarvoor is kennis over de betrokkenen nodig. Tegelijkertijd willen we gebruik maken van sociale media: werknemers die elkaar helpen door bijvoorbeeld elkaar te informeren. Uiteraard staat bij alles de privacy centraal. Zogenaamde privacy enhancing technologies zullen worden gebruikt om vooral de gebruiker zelf
Middel
Laag
Massa
Segment
Social Network Marketing
Personalisatie
Hoog
Direct Marketing
Hoogst
Massa marketing
Kennis over de klant
controle te geven op wie welke data mag zien.
Individu
Community
Klantbereik
Figuur 3. Klantkennis en klantbereik bij marketing. De aanpak van dit project is om een proces op gang te brengen (prijsvraag) om de ontwikkeling en ontsluiting van i-Zone diensten te stimuleren. Om risico’s af te dekken worden wel een beperkt aantal diensten zelf ontwikkeld (en moet een minimale basis zijn om i-Zone een succes te maken). Het geheel wordt incrementeel ontwikkeld. Er is ruimte voor experimenten (pilots), er komen steeds diensten bij, en het aantal gebruikers neemt stapsgewijs toe.
7
1.6
ARCHITECTUUR
De i-Zone wordt gerealiseerd als een systeem met verschillende componenten. De architectuur van dit systeem geeft de onderlinge samenhang van de componenten aan, en kan worden opgedeeld in twee lagen: een laag met platformservices en een laag met applicaties. Deze opdeling is weergegeven in Figuur 4. Een i-Zone applicatie kan een binnen het project ontwikkelde platformapplicatie zijn die standaard onderdeel is van de i-Zone service, en die een (zeer) sterke koppeling heeft met de onderliggende platformservices. Een i-Zone applicatie kan ook een ‘3rd party’ applicatie zijn die door een andere partij wordt ontwikkeld, zoals beoogd tijdens de prijsvraag. De interface tussen platformservices en applicaties – de i-Zone Application Programming Interface (API) – is een cruciaal element van de architectuur en bepaalt in sterke mate de functionaliteit waarover applicaties kunnen beschikken. Daarnaast zorgt de i-Zone API voor selectieve toegang tot informatie waarbij toepassingen alleen persoonlijke gegevens kunnen gebruiken als de gebruiker daar toestemming voor heeft gegeven. Op die manier houdt de gebruiker controle over zijn of haar eigen privacy. In principe is toegang tot de platformservices gelijk voor platformapplicaties en 3rd party applicaties, dat wil zeggen is voor beiden gebaseerd op gebruik van de i-Zone API.
Figuur 4: de i-Zone architectuur bestaat uit platformapplicaties en ‘3rd party’ applicaties die gebruik maken van platformservices. De functionaliteit van de platformservices wordt ontsloten via een interface: de i-Zone Application Programming Interface (API).
De i-Zone architectuur bestaat, naast de i-Zone API, uit databases, processingelementen, en presentatie-elementen. Deze databases en processingelementen komen terug in de platformservices laag en binnen applicaties. Daarnaast hebben applicaties presentatie-elementen voor interactie met de gebruiker. Aan de onderkant stroomt data het platform in (niet weergegeven in Figuur 4) over de status van de verkeersinfrastructuur en over de persoonlijke mobiliteit van de gebruiker. Deze wordt in de platformservices laag verder verwerkt tot meer generieke informatie die van belang is voor een brede set van toepassingen. Binnen applicaties kan data nog verder verwerkt worden op een manier die specifiek is voor die applicatie. Een discussiepunt tijdens de uitvoer van dit project zal zijn welke functionaliteit behoort tot de (generieke) platformservices laag en welke functionaliteit wordt toegevoegd door
8
NOVAY
applicaties die gebruik maken van het platform (vergelijk Google maps: een routeplanner is hier onderdeel van, maar een aparte routeplanner zou ook gebruik kunnen maken van de door Google beschikbaar gestelde data).
1.7
DE PILOT EN HET VERVOLG
Het concept van de i-Zone is nieuw. Daarom is het gewenst te experimenteren met dit concept in een beperkt gebied en gericht op een beperkte doelgroep. Hiervoor is de keuze gevallen op woon-werkverkeer in Enschede-West omdat dit over het algemeen een redelijk eenduidige doelgroep betreft; omdat woon-werkverkeer daarnaast leidt tot de meeste problemen c.q. dagelijkse pieken; en omdat dit een relatief autonoom gebied is. Doelstelling is het concept te testen/valideren via een pilot in Enschede-West. Woon-werkverkeer beperkt zich echter niet tot verplaatsingen binnen Enschede alleen. Daarom zal voor deze validatie het concept in bredere zin worden ontwikkeld en geïmplementeerd, waarbij enkel in het pilot gebied zal worden gevalideerd of het ‘werkt’. Dit betekent ook dat later op relatief eenvoudige wijze het project kan worden verbreed richting heel Enschede en richting meerdere doelgroepen (bijvoorbeeld winkelbezoek). Ook kan het concept worden uitgebreid naar bijvoorbeeld de Innovatiedriehoek. Daarom wordt nu een duidelijke basis gelegd en wordt het systeem zo ontwikkeld dat uitbreiding relatief eenvoudig kan plaatsvinden.
Figuur 5: Pilot gebied voor i-zone.
1.8
EVALUATIE Een belangrijke activiteit is het evalueren van het effect van het project als geheel. Op kwalitatief niveau spelen hier vragen of er inderdaad een community ontstaat zoals beoogd en gewenst. Kwantitatief spelen vragen of er een effect is op het verminderen van de files. De bereikbaarheid van Enschede, met als indicator het aantal ritten in de spits, is immers de reden dat er een Incentive Zone Enschede project in het leven is geroepen. Of deze doelen worden gehaald, vereist het vastleggen van een methode, prestatie-indicatoren en het doen van metingen (nulmeting, éénmeting).
Meest eenvoudige manier van evaluatie zou zijn om een telling op belangrijke wegvakken uit te voeren, voor de proef, en na afloop van de proef, en de uikomsten te vergelijken. Deze methode heeft een belangrijk bezwaar,
9
namelijk dat we op deze manier geen inzicht krijgen in de effecten van de verschillende incentives, voor verschillende groepen. Dus de vraag wat werkt wel en wat niet en bij wie kan niet worden beantwoord. Daarnaast voorzien we dat het aantal deelnemers aan de pilot mogelijk te gering is om een effect te kunnen meten ‘op straat’.
De aanpak is om gedrag en gedragsverandering als gevolg van incentives te meten, en deze veranderingen vervolgens op te schalen naar netwerkniveau, zodat een te verwachten effect op netwerkniveau kan worden berekend. Daarnaast worden de incentives zelf geëvalueerd op kwaliteit.
We beginnen met een pre-evaluatie om zo een verzameling potentieel succesvolle incentives te ontwikkelen. Dit gebeurt middels een stated-preference en stated-choice onderzoek. Om gedrag te kunnen meten worden drie methoden gebruikt, Eerste methode (methode A) is een rittenboekje waar deelnemers hun mobiliteitsgedrag van de afgelopen 2 dagen noteren, tezamen met een aantal achtergrondkenmerken als leeftijd, geslacht, inkomen, autobezit, etc. Tweede methode (methode B) is gebruik maken van een applicatie op een mobiele telefoon waarmee onder meer het verplaatsingsgedrag kan worden afgeleid. Derde methode (methode C) is een experience sampling applicatie op een mobiele telefoon, waarmee meer achtergrondinformatie over gebruik en bevindingen van de incentives kunnen worden gemeten. We gaan uit van ten minste 500 deelnemers aan de pilot. Deelnemers worden geworven bij werknemers van de koplopers van de mobiliteitsmanagement proef in Enschede maar ook aangevuld met deelnemers van andere bedrijven in het gebied. Getracht wordt een evenwichtige verdeling naar aard en omvang van de bedrijven te krijgen. . De evaluatie van gedragswijzigingen als gevolg van de incentives wordt uitgevoerd door gebruik te maken van een 0meting voor aanvang van de pilot en 1-meting aan het eind. Echter, het gehele mobiliteitsgedrag wordt gedurende de gehele pilot gemeten middels een persoonlijke mobiliteit monitoring toepassing. Per individu wordt bijgehouden wat het mobiliteitsgedrag is, en ook welke specifieke incentives zijn ontvangen. Zo kunnen naast de voor en nameting ook tussentijdse evaluaties plaatsvinden, die specifiek aan ontvangen incentives kunnen worden gekoppeld. Wij zullen dit 2 keer gedurende de pilot uitvoeren. Zo wordt de gedragswijziging als gevolg van de incentives bepaald. Tevens wordt inzicht verkregen in de impact van specifieke incentives.
De twee onderzoeksmomenten worden aangegrepen om ook de incentives qua vorm en inhoud tussentijds te evalueren. Hiervoor wordt methode B toegepast, zoals gezegd gedurende twee keer tijdens de pilot. Overigens wordt aan het eerste meetmoment ook methode C toegepast om een verzameling met potentieel succesvolle incentives te kunnen afleiden.
De groep deelnemers is in dit stadium naar verwachting te klein om als gevolg van de incentives ‘op straat’ statistisch significante wijzigingen waar te nemen. Daarom wordt een aantal scenario’s met daarin incentives voor specifieke doelgroepen opgesteld. Door gebruik te maken van effecten van de incentives voor verschillende groepen en verschillende omstandigheden kunnen de effecten worden opgeschaald naar netwerkniveau. Dit gebeurt door gebruik te maken van eerder genoemde verkeersmodellen. Uitkomst van de opschaling is een verzameling nieuwe intensiteiten en snelheden, waarmee externe effecten als uitstoot van CO2, luchtkwaliteit en veiligheid worden
10
NOVAY
bepaald.
1.9
PARTNER
Het initiatief van het project i-Zone ligt bij de Gemeente Enschede. Vanuit hier is een projectteam opgezet samen met de Stichting Novay en de Universiteit Twente. Het project i-Zone wordt uitgevoerd in samenwerking met Twente Mobiel.
1.10 RELATIES MET ANDERE PROJECTEN Het Incentive Zone Enschede project, waarin het i-Zone concept wordt gevalideerd, is feitelijk één element binnen een hele verzameling van inspanningen om mobiliteit te beïnvloeden cq. slim reizen te organiseren. In het bijzonder zijn er relaties met het volgende initiatieven:
•
SUNSET project, een project dat gaat worden uitgevoerd in het zevende kaderprogramma (FP7) van de Europese Unie (ICT call 6 – ICT for Mobility of the Future). SUNSET bouwt verder op de resultaten van onderliggend Incentive Zone Enschede project. SUNSET begint waar de pilot Incentive Zone Enschede ophoudt en is vooral gericht op kennisopbouw en verbreding. SUNSET en i-Zone zijn twee projecten die beide bijdragen aan hetzelfde product (richting de burger).
•
Vanuit het mobiliteitsplatform in de regio Twente lopen parallel aan dit project meerdere andere projecten. Hiermee willen we zoveel mogelijk afstemmen, al blijft Incentive Zone Enschede een onafhankelijk project. Meest concreet zijn de volgende afspraken gemaakt met Twente Mobiel: o
De doelgroepbenadering loopt mede via Twente Mobiel.
o
Er wordt mede meegelift op de website (portal) van Twente Mobiel.
Daartoe wordt ook afgestemd tussen i-Zone en Twente Mobiel over eisen aan de website (architectuur overleg).
Twente Mobiel biedt ook een (multi-modale) reistijdplanner aan, in dit kader wordt afgestemd met de basisdienst reistijdvoorspelling van i-Zone.
De projectcommunicatie gebeurt in afstemming en/of samenwerking met Twente Mobiel.
1.11 STATE OF THE ART Het Incentive Zone Enschede project kan voortbouwen op een veelheid van bestaande concepten of producten die al bestaan. Hiervoor verwijzen we naar de i-Zone conceptdefinitie waar dit project op voortbouwt (voetnoot 1).
11
2 Aanpak en resultaten 2.1
PROJECTSTRUCTUUR
Het werk binnen het project is opgedeeld in werkpakketten, waarbij elk werkpakket een deelaspect van de i-Zone bestrijkt. De i-Zone architectuur voorziet in een scheiding tussen generieke functionaliteit (de platformservices) en toepassingen die gebruik maken van deze functionaliteit. Deze natuurlijke scheiding komt terug in de organisatie van de werkpakketten: WP1 omvat de taken en deliverables die betrekking hebben op de generieke platformfunctionaliteit, terwijl WP2 gaat over het realiseren van applicaties bovenop dit platform. Naast deze twee ‘onderzoek- en ontwikkel’ werkpakketten is er een werkpakket (WP3) voor het uitvoeren van experimenten en evaluaties, een werkpakket (WP4) voor het organiseren van de aanbesteding van delen van WP1 en WP2, en een werkpakket (WP5) voor communicatie en disseminatie (zie Tabel 1).
Tabel 1: overzicht van i-Zone werkpakketten WP
Titel
Korte omschrijving
WP0
Management
Projectmanagement activiteiten
WP1
Platform
Onderzoek naar en ontwikkeling van generiek platform functionaliteit
WP2
Applicaties
Onderzoek naar en ontwikkeling van applicaties bovenop het platform
WP3
Experimenten en evaluaties
Validatie en evaluatie van het i-Zone systeem; gebruikersexperimenten
WP4
Juridisch perspectief
IPR, privacy en organisatie aanbesteding delen van WP1 en WP2
WP5
Communicatie en disseminatie
i-Zone communicatie naar algemeen publiek en specifieke doelgroepen
Een belangrijk aspect van dit project is het uitproberen en valideren van i-Zone in het veld, waarbij i-Zone applicaties beschikbaar worden gesteld aan eindgebruikers. Alle activiteiten die gebruikersexperimenten en systeem evaluaties omvatten zijn gebundeld in WP3. Daarnaast is er voor gekozen om een substantieel deel van het werk binnen het project aan te besteden; het aanbesteden is echter aan allerlei voorwaarden en procedures gebonden die grotendeels losstaan van de inhoud. Dit is de reden om een apart werkpakket te hebben waarin deze procedurele activiteiten geconcentreerd zijn (WP4) en waar ook overige activiteiten van juridische aard worden uitgevoerd. Het daadwerkelijk realiseren door derden van systeemcomponenten blijft onderdeel van WP1 en WP2 en is als stelpost in deze ‘onderzoek- en ontwikkeling’ werkpakketten opgenomen. Voor het verkrijgen van extra i-Zone applicaties wordt binnen WP2 een prijsvraag georganiseerd; deze prijsvraag geeft tevens een indicatie van de geschiktheid van het platform voor het ondersteunen van een brede set van toepassingen. Vele van bovenstaande activiteiten maken communicatie met het algemeen publiek dan wel specifieke doelgroepen noodzakelijk – WP5 voorziet in deze communicatie.
2.2
INCREMENTELE WERKWIJZE
Het project raakt aan een veelheid van factoren: verkeersmodellen, gedragspatronen, sensordata, de rol van werkgevers, experimenten in het veld, etc. Dit maakt de uitvoering van het project complex en heeft als risico dat het
12
NOVAY
gewenste systeem niet (volledig) gerealiseerd wordt. Dit pleit voor een sterk cyclische aanpak, en een vroege confrontatie van concepten met de praktijk. Voor het project als geheel geldt daarom dat componenten, diensten en toepassingen incrementeel worden ontwikkeld: 1.
Incrementeel in de zin dat wordt gestart met een pilot in Enschede-West, maar de resultaten (diensten) zullen in een breder gebied bruikbaar en/of toepasbaar zullen. Enschede-West is alleen het testgebied waarin we het gebruik van de diensten in deze pilot zullen monitoren.
2.
Incrementeel in de zin dat het i-Zone platform in fasen beschikbaar komt en dat er steeds nieuwe diensten kunnen en zullen worden toegevoegd. Een reference-implementatie die tijdens de onderzoeksfase wordt ontwikkeld, zorgt voor een snelle beschikbaarheid van het platform, waarna het productieplatform kan worden aanbesteed. Na het ontwikkelen van een set van validatie applicaties wordt het aantal applicaties uitgebreid met diensten door derden via het stimuleren van de ontwikkeling hiervan (aanbesteding en prijsvraag). Gedurende ¾ tijd van het project is een live platform beschikbaar waarmee getest kan worden en waar experimenten/evaluaties mee gedaan kunnen worden.
3.
Incrementeel in de zin dat een specifieke dienst eerst via een experiment kan worden gevalideerd (pilot) voordat hij definitief wordt uitgerold. Dit doen we door diensten bijvoorbeeld eerst binnen een bepaalde groep te testen (geselecteerde gebruikers die we monitoren) en daarna breder uit te zetten.
Deze gefaseerde, incrementele aanpak komt terug in de planning van veel van de activiteiten binnen het project. Een duidelijke fasering garandeert dat basis functionaliteit wordt opgeleverd en dat er daarnaast ruimte is voor onderzoek en try-out voor die aspecten die het meest innovatief zijn. Ook zorgt het faseren van activiteiten ervoor dat het project in elkaar wordt geschoven, waardoor de doorlooptijd verkort wordt.
Naast een aanpak van incrementeel werken wordt een adviesgroep in het leven geroepen (zie hoofdstuk 4) voor reflectie en feedback tijdens de uitvoering van het project. Uitnodiging vindt plaats op persoonlijke titel.
2.3
OVERZICHT VAN TAKEN
Voor elk werkpakket zijn activiteiten (taken) gedefinieerd. Voordat we in hoofdstuk 3 deze taken nader beschrijven is het goed om iets nader in te gaan op de belangrijkste technische taken en hoe deze samenhangen. In Figuur 6 (feitelijk een nadere detaillering van Figuur 4) is de relatie tussen enkele taken ook grafisch weergegeven.
WP1 gaat over het i-Zone platform en de diensten (services) daarbinnen. Binnen WP1 is de verantwoordelijkheid om het platform te ontwerpen: de architectuur en interfaces van het platform worden gedefinieerd (taak T1.1). Parallel hieraan wordt ook een referentie-implementatie van het platform gebouwd (taak T1.2). Hierdoor is er een snelle terugkoppeling tussen architectuur (ontwerp) en praktijk (implementatie), in overeenstemming met onze incrementele aanpak. De referentie-implementatie heeft twee doelen. Ten eerste zorgt deze ervoor dat er in een vroeg stadium binnen het project een versie van het platform operationeel is (taak T1.3). Ten tweede dient de referentieimplementatie (architectuur- en interfacedefinitie) als vraagspecificatie bij de aanbesteding van het uiteindelijke productieplatform. Dit production platform wordt gebouwd door derden aan wie deze opdracht wordt gegund (taak T1.4) en vervolgens operationeel gemaakt (taak T1.5).
13
i-Zone application layer
T2.1
Enschede traffic flow visualisation and web application analysis (prediction) of traffic times
OmniTrans
functions
T1.6
network model
1
VRI data feed (traffic light status)
road segments flow (historical paterns)
raw real-time data
i-Zone platform services VRI data collector
PRIS data collector
PRIS data feed (parking status)
carpool matchmaker web application
mobility match calculation
match data
T1.7
flow modeling and calculation
static data (maps, …)
T2.2
RF data collector
road flow data feed (camera car registration)
PT data collector
public transport data feed (Sabimos)
personal mobility patterns
personal mobility pattern detection
MS data collector
mobile mobile mobiledata sensors sensors data sensors data feed feed feed
Figuur 6: Gedetailleerde systeemarchitectuur i-Zone project.
Zoals beschreven in paragraaf 1.4 is het vullen en bouwen van een databasis onderdeel van het platform. Hier richt taak T1.6 zich op. Verificatie van de data speelt daarbij een belangrijke rol. Bekend is dat meetfouten alom aanwezig zijn en soms ook niet onaanzienlijk zijn qua omvang. Voor de databasis wordt de datastructuur van een bestaand model (Omnitrans) gebruikt om daar de beschikbare meetgegevens aan te koppelen. Dit is ook weergegeven in Figuur 6. Ander onderdeel van het platform is de persoonlijke monitoring, zoals ook al beschreven in paragraaf 1.4. Hier richt taak T1.7 zich op.
WP2 richt zich op de applicaties. Er is nog geen definitieve keuze gemaakt in de te ontwikkelen applicaties. We gaan in het vervolg van dit document uit van drie voorbeeldapplicaties die zich richten op persoonlijk advies, de status van het verkeersnetwerk, respectievelijk een spelelement / ‘game’ (taak T2.3, T2.4, T2.5). Behalve deze meer geavanceerde applicaties die zullen worden aanbesteed worden ook nog twee validatie-applicaties gebouwd. Deze richten zich meer op deelaspecten: een reisplanner die voortbouwt op de databasis (in taak T2.1) en applicaties voor persoonlijke mobiliteitspatronen die voortbouwt op de persoonlijke monitoring (in taak T2.2). Deze applicaties worden gebouwd vanuit onderzoeksdoeleinden en dienen ervoor om ten eerste snel een set van basis applicaties beschikbaar te kunnen stellen aan de eerste (test) gebruikers; ten tweede een aantal testapplicaties beschikbaar te hebben voor de referentie-implementatie van het platform; en ten derde om een aantal beschikbaar te hebben voor acceptatietesten van het productieplatform. Tenslotte levert de prijsvraag ook nog extra applicaties op (taak T2.6).
Bij de aanbesteding is input en hulp nodig vanuit juridisch perspectief (aanbestedingsdeskundige). De juridische kant
14
NOVAY
en het hele proces van aanbesteden vindt plaats in WP4 (taak T4.1). Hier is een aanbestedingsperiode gereserveerd van 3 maanden voor specificatie (vorm), uitvraag en gunning. Na oplevering van het resultaat volgt een acceptatietest die onderdeel is van deze procesmatige aanbestedingstaak. De technische ondersteuning van deze acceptatietesten vindt echter weer plaats vanuit WP1 en WP2 (via testapplicaties die deze WP’s leveren) en/of is onderdeel van de aanbestede opdracht. Deze zelfde werkwijze rond aanbesteding wordt ook gevolgd voor de andere aan te besteden taken, namelijk de drie applicaties in WP2. Tabel 2 geeft een overzicht van alle taken.
Tabel 2: lijst met taken per werkpakket WP WP1
WP2
WP3
WP4
Taak
Titel
Korte omschrijving
T1.1
Architectuur en interfaces
Architectuur van i-Zone systeem, definitie van de i-Zone API
T1.2
Reference platform design en implementatie
Snelle ontwikkeling van de platformservices, parallel aan het architectuur werk. Een eerste versie hiervan wordt vroeg opgeleverd in het project.
T1.3
Reference platform deployment
Inzetten van het reference platform in een alfa en beta fase
T1.4
Production platform design en implementatie
Ontwikkeling van het production platform, welke ook na het project beschikbaar blijft. AANBESTEDING
T1.5
Production platform deployment
Inzetten van het production platform (laatste fase v. project)
T1.6
Databasis
Ontwikkeling van databasis in twee fasen; onderdeel van het reference platform. Vroege eerste versie..
T1.7
Persoonlijke mobiliteit monitoring
iPhone en Android sensor software; mobiliteit patroonherkenning in twee fasen. Vroege eerste versie.
T2.1
Validatie applicatie reisplanner
Basis reisplanner, gebouwd op reference platform.
T2.2
Validatie applicaties persoonlijke mobiliteit
Persoonlijke, inter-persoonlijke, en experience sampling applicaties, gebouwd op reference platform.
T2.3
Persoonlijke multi-modale reisadviseur
Geavanceerde multi-modale reisadviseur, gebouwd op reference platform, ingezet op production platform. AANBESTEDING
T2.4
Mobiliteit matchmaker
Matchmaker applicatie die deelnemers met passende mobiliteit patronen met elkaar in contact brengt. Gebouwd op ref. platform, ingezet op prod. platform. AANBESTEDING
T2.5
Mobiliteit game
i-Zone game, ontwikkeld op reference platform en ingezet op production platform. AANBESTEDING
T2.6
Applicaties uit prijsvraag
Prijsvraagapplicaties, ontwikkeld op reference platform en ingezet op production platform.
T3.1
Validatie-experiment
Experiment ter validatie van het i-Zone systeem
T3.2
Gebruikersexperimenten
Gebruikersexperimenten gedurende verschillende fasen
T3.3
Projectevaluatie
Projectevaluatie op verschillende momenten tijdens project
T4.1
Aanbesteding production platform
Organisatie van aanbestedingsprocedure voor production platform (specificatie, gunning, acceptatietest)
T4.2
Aanbesteding applicaties
Organisatie van aanbestedingsprocedure voor applicaties (specificatie, gunning, acceptatietest)
T4.3
Juridisch algemeen
Alle activiteiten die te maken hebben met contracten en intellectuele eigendomsrechten (IPR)
T4.4
Privacy
Alle expliciete activiteiten rond privacyaspecten aanvullend aan de technische kant hiervan binnen WP1
15
WP
Taak
WP5
2.4
Titel
Korte omschrijving
T5.1
Algemene projectcommunicatie
Projectcommunicatie en disseminatie van resultaten (publicaties)
T5.2
Productcommunicatie / marketing
Marketing en communicatie richting gebruikers, ontwikkelaars (inclusief communicatie t.b.v. de prijsvraag) en business partners
T5.3
Business model
Exploitatie/aantrekken van investerende partijen
PLANNING
In de periode van 1 september 2010 tot 1 november 2010 is een initiële architectuur opgeleverd (zie Figuur 6) welke de basis is voor verdere planning. Onderstaande Figuur 7 toont de verdere planning vanaf 1 november 2010 (de datum van deze huidige versie van het projectplan). Task Name
Qtr 4, 2010 Qtr 1, 2011 Qtr 2, 2011 Qtr 3, 2011 Qtr 4, 2011 Oct Nov Dec Jan Feb Mar Apr May Jun Jul Aug Sep Oct Nov Dec
WP1: platform T1.1: architectuur en interfaces T1.2a: reference plat. design/impl. (initiele versie) T1.2b: reference plat. design/impl. (update) T1.3a: reference plat. deployment (alfa) T1.3b: reference plat. deployment (beta) T1.4a: production plat. design/impl. (initiele versie) T1.4b: production plat. design/impl. (update) T1.5: production platform deployment T1.6a: databasis (initiele versie) T1.6b: databasis (uitbreiding) T1.7a: pers. mobiliteit monitoring (initiele versie) T1.7b: pers. mobiliteit monitoring (uitbreiding) WP2: applicaties T2.1: validatie applicatie reisplanner T2.2: validatie applicaties persoonlijke mobiliteit T2.3: persoonlijke multi-modale reisadviseur T2.4: mobiliteit matchmaker T2.5: mobiliteit game T2.6a: prijsvraag voorbereiding T2.6b: prijsvraag applicatie ontwikkeling T2.6c: prijsvraag applicatie deployment WP3: experimenten en evaluaties T3.1: validatie-experiment T3.2: gebruikers experiment T3.3: projectevaluatie WP4: juridisch perspectief T4.1: aanb. production platform T4.2: aanbesteding applicaties T4.3: juridisch algemeen T4.4: privacy WP5: disseminatie en exploitatie T5.1: algemene projectcommunicatie T5.2: productcommunicatie / marketing T5.3: business model
Figuur 7: overzicht van de planning
In grote lijnen is het project, met een totale duur van 1 jaar, opgedeeld in periodes van 3 maanden. Deze periodisering houdt gelijke tred met de incrementen in het project: ontwikkel, aanbesteding, deployment en
16
NOVAY
experiment fases zijn telkens 3 maanden.
Belangrijke mijlpalen zijn daarmee: •
1 februari: - oplevering referentie-implementatie van het platform (T1.3) en - oplevering functionaliteit voor dataverzameling rond persoonlijke mobiliteit (T1,6; T1.7)
•
1 mei: - oplevering validatie applicaties (T2.1, T2.2), - gunning van de overige applicaties / aanbesteed werk (T4.1, T4.2))
•
1 augustus: - oplevering production platform (T1.4), - oplevering alle (aanbestede) applicaties (T2.3, T2.4, T2.5), - alles klaar voor de start van een grotere proef (T3.1)
•
1 november: - eindevaluatie (T3.3)
2.5
RISICO’S
De planning geeft een minimaal tijdspad aan, waarbij er sprake is van onderlinge afhankelijkheden tussen taken: bij uitloop van een taak op het kritieke pad is er kans dat het hele project gaat uitlopen.
17
3 Werkpakketten 3.1
WP0: MANAGEMENT
WP0: Projectmanagement Startdatum
M1
Einddatum
Partners
Enschede
Leider
Gemeente Enschede
Omschrijving
Het doel van WP0 is het project te besturen zodanig dat de resultaten op tijd beschikbaar
(doel, aanpak)
zijn. Hoe het management en de kwaliteitscontrole concreet vorm wordt gegeven via
Novay
M12
Adviesgroep
Totaal
managementteam en adviescommissie staat nader uitgewerkt in hoofdstuk 4. De kosten voor management zijn maximaal 7% van het totale projectbudget (exclusief extern advies).
Het project weet zich ingekaderd in de activiteiten van het mobiliteitsplatform Twente en heeft relaties met diverse andere regionale projecten, of zou deze kunnen ontwikkelen. Het afstemmen met andere projecten en/of het rapporteren aan de regionale stuurgroep (welke bestaat uit alle bestuurders van de kopgroep Twente Mobiel) is tevens de verantwoordelijkheid van WP0. Resultaten
Risico’s
18
D0.1
Projectplan (document) + operationalisering
M0-M12
D0.2
Bundeling diverse management rapportages (document)
M12
Tijd, budget
NOVAY
3.2
WP1: PLATFORM
WP1: Platform Startdatum
M1
Einddatum
Partners
Enschede
Leider
Novay
Omschrijving
Dit werkpakket heeft als doel om de generieke i-Zone platform functionaliteit te ontwikkelen.
(doel, aanpak,
Deze generieke functionaliteit wordt gebruikt door de i-Zone applicaties in WP2.
taken)
De aanpak van dit werkpakket is sterk incrementeel: parallel aan de architectuur wordt
Novay
UT
M12 Derden
Totaal
allereerst een referentie-implementatie van het platform ontwikkeld, welke dient om snel een operationeel platform te hebben. Daarna volgt de ontwikkeling van het production platform, waarbij de reference-implementatie (i.h.b. architectuur en interface-specificaties) als vraagspecificatie (voor aanbesteding) dient.
T1.1 – Architectuur en interfaces (M1-M3) Partners: Novay (leider), UT, Enschede Binnen deze taak wordt de i-Zone architectuur opgesteld en wordt de interface richting de applicaties (de i-Zone API) gedefinieerd (API naar boven), maar ook de eventuele interne interfaces in het platform (API’s intern) en de interfaces tussen ruwe data en platform (API ’s naar beneden). De architectuur en API’s dienen als input voor de aanbesteding van het production platform, en het bouwen van de applicaties. Een zeer belangrijk aspect binnen deze taak is het specificeren van het privacy mechanisme dat gebruikt wordt binnen i-Zone. T1.2 – Reference platform design en implementatie (T1.2a: M1-M3, T1.2b: M4-M6) Partners: Novay (leider) Deze taak omvat het ontwikkelen van het reference platform, parallel aan het opstellen van de i-Zone architectuur en API. Het reference platform wordt in twee fasen ontwikkeld: in de eerste fase (T1.2a) wordt deze opgeleverd en in de tweede fase (T1.2b) wordt deze aangepast o.b.v. de ervaringen met het uitrollen (zie T1.3a). Het reference platform implementeert basisfunctionaliteit en is niet gericht op schaalbaarheid en onderhoudbaarheid. Onderdelen van dit platform worden ontwikkeld in T1.6 (verkeersmodellen) en T1.7 (persoonlijke mobiliteit monitoring). T1.3 – Reference platform deployment (T1.3a: M4-M6, T1.3b: M7-M9) Partners: Novay (leider) Deze taak zorgt voor het online brengen en houden van het reference platform, in twee fasen. In de eerste fase wordt de initiële versie van het reference platform uitgerold (alfa deployment) en in de tweede fase het aangepaste reference platform (beta deployment). Onderdeel van deze activiteit is het toegang verschaffen tot het platform aan applicaties en
19
gebruikers. Meerdere andere activiteiten maken gebruik van deze deployment: voor alle applicatie ontwikkeling en voor gebruikersexperimenten (zie T3.1, T3.2). T1.4 – Production platform design en implementatie (T1.4a: M7-M9, T1.4b: M10-M12) Partners: Uitvoerder aanbesteding Binnen deze taak wordt het production platform gebouwd, als aanbesteed werk. Dit platform vormt de basis voor de inzet van het i-Zone systeem na het afronden van dit project. In de eerste fase (T1.4b) wordt het platform opgeleverd en in de tweede fase (T1.4b) wordt het platform aangepast o.b.v. inzichten opgedaan en fouten geconstateerd tijdens de deployment (zie T1.5). De aanpassingen in de tweede fase vloeien zo snel als mogelijk terug in de uitgerolde versie van het production platform, om ervoor te zorgen dat deze voor het einde van het project al effect hebben. Het aanbestedingsproces valt onder T4.1. T1.5 – Production platform deployment (M10-M12) Partners: Enschede (leider) Deze taak rolt in de laatste fase van het project het production platform uit en houdt dit platform beschikbaar. Tijdens de deployment zal het platform updates krijgen (uit T1.4b). Meerdere andere activiteiten maken gebruik van deze deployment: alle applicaties (incl. die van de prijsvraag) zullen draaien in deze omgeving. Het meest uitgebreide gebruikersexperiment (zie T3.2) zal worden gedaan o.b.v. deze deployment. T1.6 – Databasis (T1.6a: M1-M3, T1.6b: M4-M6) Partners: UT (leider) Deze taak omvat het ontwikkelen van een databasis in twee fasen. Deze databasis is onderdeel van het reference platform, en, waar opportuun, van het production platform. Tijdens de eerste fase (T1.6a) wordt een basismodel gemaakt welke in staat is om de validatie applicaties (zie T2.1, T2.2) te ondersteunen. In de tweede fase worden de databasis uitgebreid zodat deze ook meer geavanceerde applicaties kunnen ondersteunen (zie T2.3, T2.4 en T2.5). T1.7 – Persoonlijke mobiliteit monitoring (T1.7a: M1-M3, T1.7b: M4-M6) Partners: Novay (leider) Binnen deze taak wordt software gerealiseerd in twee fasen, voor het monitoren van persoonlijke mobiliteit en het herkennen van patronen daarin. Deze software is onderdeel van het reference platform, en, waar opportuun, onderdeel van het production platform. Tijdens de eerste fase (T1.7a) wordt monitoring software voor iPhone en Android ontwikkeld en wordt tevens een basis versie van de patroonherkenningmodule gemaakt. Tijdens de tweede fase (T1.7b) wordt de patroonherkenning functionaliteit uitgebreid zodat ook meer geavanceerde toepassingen (zoals de matchmaker applicatie in T2.4) hiermee kunnen worden gebouwd. Resultaten
20
D1.1
Architectuur en interface specificaties
M3
D1.2
Reference platform versie 1.0
M3
D1.3
Reference platform versie 1.1
M6
D1.4
Production platform versie 1.0 (aanbesteed)
M9
NOVAY
D1.5
Production platform versie 1.1 (aanbesteed)
M11
D1.6
Basis verkeersmodel
M3
D1.7
Geavanceerd verkeersmodel
M6
D1.8
iPhone mobiliteit monitoring
M3
D1.9
Android mobiliteit monitoring
M3
D1.10
Basis persoonlijke mobiliteit herkenning
M3
D1.11
Geavanceerde persoonlijke mobiliteit herkenning
M6
Risico’s
21
3.3
WP2: APPLICATIES
WP2: Applicaties Startdatum
M4
Einddatum
Partners
Enschede
Leider
Gemeente Enschede
Omschrijving
Dit werkpakket heeft als doel om specifieke i-Zone applicaties te ontwikkelen en om te
(doel, aanpak,
stimuleren dat derden dit doen als onderdeel van een prijsvraag. De applicaties valideren de
taken)
geschiktheid van het i-Zone platform (ontwikkeld in WP1) en maken de unieke kenmerken
Novay
UT
M12 Derden
Totaal
van i-Zone inzichtelijk. Twee applicaties dienen ter validatie van het platform (zie T2.1 en T2.2). Een drietal meer geavanceerde applicaties (T2.3, T2.4, T2.5) worden aanbesteed, waarbij in de loop van het project invulling wordt gegeven aan de precieze specificaties van deze applicaties. Deze specificaties worden mede gebaseerd op: •
Input vanuit WP3 die inzicht geven in de gebruikerservaringen en welke incentives goed werken binnen i-Zone
•
Input vanuit WP5 die inzicht geeft in welk imago i-Zone moet uitstralen richting gebruikers en welke manier incentives moeten worden aangeboden
Daarnaast zal de prijsvraag (T2.6) de set van i-Zone applicaties verder uitbreiden.
Merk op dat over de onderstaand benoemde applicaties nog geen definitief besluit is genomen: ze dienen als voorbeeld-applicaties!
T2.1 – Validatie applicatie reisplanner (M4-M6) Partners: UT (leider) Deze taak omvat het ontwikkelen van een basis reisplanner applicatie die kan draaien op de eerste versie van het reference platform, en die dient ter validatie van platform principes en interfaces. Tevens verrijkt deze applicatie de gebruikerservaring (maakt de set van beschikbare toepassingen groter). De basis reisplanner moet geschikte routes kunnen bepalen o.b.v. huidige verkeersomstandigheden, gebruik makende van het basis verkeersmodel ontwikkeld in T1.6a. Tevens moet deze applicatie inzicht geven aan de gebruiker in de huidige verkeerssituatie in Enschede. T2.2 – Validatie applicaties persoonlijke mobiliteit (M4-M6) Partners: Novay (leider) In deze taak wordt een drietal toepassingen ontwikkeld die gebruik maken van de persoonlijke mobiliteitinformatie beschikbaar in de eerste versie van het reference platform (o.b.v. de resultaten van T1.7a). De eerste applicatie maakt persoonlijk mobiliteit inzichtelijk, de tweede vergelijkt persoonlijke mobiliteitspatronen met elkaar, en de derde maakt het
22
NOVAY
mogelijk om vragen te stellen aan de gebruiker over zijn/haar mobiliteit (directe interactie). Deze applicaties dienen ter validatie van platform principes en interfaces, en breidt de set van beschikbare i-Zone applicaties uit. T2.3 – Persoonlijke multi-modale reisadviseur (M7-M9) Partners: Enschede (leider), Novay, UT, Derde (P.M.) Binnen deze taak wordt gewerkt aan een geavanceerde reisadviseur applicatie, welke rekening houdt met persoonlijke mobiliteit, beschikbaarheid van vervoermiddelen, en huidige en toekomstige verkeerssituatie. Deze toepassing levert advies die de ten goede komt aan de gebruiker en tevens aan de doorstroming in de stad, en geeft bijvoorbeeld aan wat het effect is van vroeger of later vertrekken. De toepassing maakt gebruik van de geavanceerde verkeersmodellen uit T1.6b en de geavanceerde persoonlijke mobiliteit herkenning uit T1.7b. Het aanbestedingsproces valt onder T4.2. T2.4 – Mobiliteit matchmaker (M7-M9) Partners: Enschede (leider), Novay, UT, Derde (P.M.) Deze taak levert een mobiliteit matchmaker applicatie op, welke op geavanceerde wijze persoonlijke mobiliteitpatronen van i-Zone gebruikers aan elkaar koppelt. Een voorbeeld is een carpool toepassing die suggesties doet aan een gebruiker welke andere personen mogelijke carpool kandidaten zijn. In de loop van het project wordt precieze invulling gegeven aan de specificaties van de applicatie. Het aanbestedingsproces valt onder T4.3. T2.5 – Mobiliteit game (M7-M9) Partners: Enschede (leider), Novay, UT, Derde (P.M.) Deze taak levert een mobiliteit game op die gebruikers moet overhalen om mee te doen met i-Zone, en die de verkeersafhandeling binnen Enschede bevordert. Een voorbeeld is een game waarbij groepen kunnen strijden om het meest duurzame mobiliteitsgedrag. In de loop van het project wordt precieze invulling gegeven aan de specificatie van de applicatie. Het aanbestedingsproces valt onder T4.4. T2.6 – Prijsvraag (T2.6a, M4-M6, T2.6b: M7-M9, T2.6c: M10-M12) Partners: Enschede (leider), Novay, UT, Derden Deze taak omvat het organiseren en uitvoeren van een prijsvraag ter bevordering van het aantal i-Zone applicaties. Een mogelijke optie om een prijsvraag vorm te geven is dat potentiële ondernemers (studenten, …) worden benaderd om een idee aan te leveren, waarbij de beste ideeën een geldbedrag krijgen (voor het idee zelf of als bijdrage in de realisatie ervan). Of: teams kunnen zich aanmelden voor een competitie, ontwikkelen daarin tegen (gedeeltelijke) vergoeding ieder een applicatie, waarna het team met de beste applicatie beloond wordt met een prijs (vooral de eer). Of: de meeste gebruikte applicatie krijgt een prijs, bijvoorbeeld elke maand een geldbedrag op basis van gebruikers ‘ranking’. Deze taak omvat 3 subtaken: het voorbereiden (T2.6a), het bouwen van de applicaties door de deelnemers (T2.6b), en het uitrollen van de applicaties naar gebruikers (T2.6c). De precieze vorm wordt in de loop van het project bepaald. Communicatie over de prijsvraag
23
wordt gedaan in T5.1. Resultaten
Risico’s
24
D2.1
Basis reisplanner
M6
D2.2
Persoonlijke mobiliteit status applicatie
M6
D2.3
Inter-persoonlijke mobiliteit vergelijking
M6
D2.4
Basis experience sampling applicatie
M6
D2.5
Persoonlijke multi-modale reisadviseur (voorbeeld / aanbesteed)
M9
D2.6
Mobiliteit matchmaker (voorbeeld / aanbesteed)
M9
D2.7
Mobiliteit game (voorbeeld / aanbesteed)
M9
D2.8
Uitschrijving prijsvraag
M6
D2.9
Toelating prijsvraag applicaties
M9
D2.10
Prijsvraag applicatie beoordeling
M12
Resultaten uit WP3 zouden input moeten leveren voor WP2. Tijdsafhankelijkheid is risico
NOVAY
3.4
WP3: EXPERIMENTEN EN EVALUATIES
WP3: Experimenten en evaluaties Startdatum
M4
Einddatum
Partners
Enschede
Leider
Universiteit Twente
Omschrijving
Doel van dit werkpakket is het i-Zone concept te operationaliseren in aantal experimenten
(doel, aanpak,
(pilots) over langere tijd (3 maanden per experiment). Dit gebeurt in nauwe samenwerking
taken)
met andere werkpakketten, en vereist beschikbaarheid van het i-Zone platform en (een set
Novay
UT
M12 Derden
Totaal
van) i-Zone applicaties. Tevens is het doel van dit werkpakket om het gebruik van i-Zone te evalueren o.b.v. de uitkomst van de experimenten.
T3.1 – Validatie-experiment (M3-M6) Partner: Novay (leider) Enschede, UT Deze taak omvat de eerste testen van het reference platform met echte gebruikers en met het verzamelen van echte data (uit de infrastructuur en van mobiele telefoons). Deze eerste gebruikerservaringen zijn relevant om in de loop van het project nog sturing te kunnen geven aan de aangeboden functionaliteit en applicaties. T3.2 – Gebruikersexperiment (M7-M12) Partners: UT (leider), Enschede, Novay Deze taak richt zich puur op het organiseren van de pilot om ontwikkelde diensten te gaan testen met een gebruikersgroep. Dus het selecteren van een gebruikersgroep, het meekrijgen van werkgevers, het geven van praktische ondersteuning. De diensten kunnen daarbij eventueel nog worden aangepast. Niet alle diensten hoeven tegelijkertijd te worden gelanceerd: in de aanloopfase (M7-M9) worden steeds meer toepassingen bij geschakeld. Gedurende de laatste periode van het project (M10-M12), waarin ook het productieplatform beschikbaar is (zie T1.5), kan dan met een compleet i-Zone systeem worden geëxperimenteerd. T3.3 – Projectevaluatie (M3-M12) Partners: UT (leider), Enschede, Novay In deze taak wordt de projectevaluatie uitgevoerd. Deze evaluatie bestaat uit een preevaluatie, een evaluatie van gedrag van gebruikers en een evaluatie van het effect van iZone als geheel. Zie ook sectie 1.8 voor een beschrijving van de evaluatie. Resultaten
D3.1
Pre-evaluatie
M3
D3.2
Evaluatie en gedrag van gebruikers
M12
D3.3
Evaluatie van het effect van i-Zone als geheel
M12
Risico’s
25
3.5
WP4: JURIDISCH PERSPECTIEF
WP4: Aanbesteding Startdatum
M3
Einddatum
Partners
Enschede
Leider
Gemeente Enschede
Omschrijving
Verschillende componenten van het i-Zone systeem worden gedurende het project
(doel, aanpak,
gerealiseerd in de vorm van een aanbesteding. Het proces van aanbesteden is aan allerlei
taken)
voorwaarden en procedures gebonden die grotendeels losstaan van de inhoud. Dit
Novay
UT
M9 Derden
Totaal
werkpakket is verantwoordelijk voor coördineren van de aanbestedingsprocedures. De aan te besteden componenten zijn echter onderdeel van WP1 en WP2. Voor alle taken binnen dit werkpakket geldt dat deze zijn opgedeeld in drie fases: •
een fase waarbinnen de specificatie van het aan te besteden werk wordt opgesteld. De technische aspecten hiervan komen uit WP1 en WP2, de vorm valt onder deze taak
•
een fase waarin geïnteresseerde tijd hebben om te reageren en waarin aan het eind het werk gegund wordt
•
een fase waarin, na implementatie van het werk, een acceptatietest wordt uitgevoerd. Ook hiervoor geldt dat de technische aspecten vallen onder WP1 en WP2 (bijvoorbeeld het voorzien in testapplicaties, voor zover ook dit niet onderdeel is van de aanbesteding)
Voor al het aan te besteden werk dient rekening gehouden te worden met mogelijke nazorg in de periode na afloop van dit project (de periode waarin i-Zone nog operationeel zal zijn).
Daarnaast speelt er het intellectueel eigendom en de eventuele contracten die in dit kader worden opgesteld. Hiervoor is in een een taak ‘juridisch algemeen’ voorzien. Ook is er een taak voor de privacyaspecten.
T4.1 – Aanbesteding production platform Partners: Enschede (leider) Deze taak omvat de procedures rondom het aanbesteden van het production platform (zie T1.4). T4.2 – Aanbesteding applicaties Partners: Enschede (leider) Deze taak omvat de procedures rondom het aanbesteden van de applicaties (zie T2.3, T2.4 en T2.5) T4.3 – Juridisch algemeen Partners: Enschede (leider) Deze taak omvat alle activiteiten in het kader van het opstellen van contracten en het
26
NOVAY
omgaan met intellectuele eigendomsrechten (Intellectual Property Rights of IPR). T4.4 – Privacy Partners: Enschede (leider) Deze taak omvat alle (niet-technische) activiteiten rond privacy. We denken hierbij aan het opstellen van privacy reglementen voor gebruikers, het afhandelen van vragen over privacy en/of het voorzien in een privacy-proof kwalificatie voor het platform. De technische kant van privacy (privacy enhancing technologies) valt onder WP1.
Resultaten
D4.1
Production platform uitvraag
M3
D4.2
Production platform gunning
M6
D4.3
Production platform acceptatie
M9
D4.4
Persoonlijke multi-modale reisadviseur uitvraag
M3
D4.5
Persoonlijke multi-modale reisadviseur gunning
M6
D4.6
Persoonlijke multi-modale reisadviseur acceptatie
M9
D4.7
Mobiliteit matchmaker uitvraag
M3
D4.8
Mobiliteit matchmaker gunning
M6
D4.9
Mobiliteit matchmaker acceptatie
M9
D4.10
Mobiliteit game uitvraag
M3
D4.11
Mobiliteit game gunning
M6
D4.12
Mobiliteit game acceptatie
M9
D4.13
IPR afspraken
M3
D4.14
Privacy reglement
M3
Risico’s
27
3.6
WP5: DISSEMINATIE EN EXPLOITATIE
WP5: Disseminatie en exploitatie Startdatum
M1
Einddatum
Partners
Enschede
Leider
Novay
Omschrijving
Dit werkpakket omvat disseminatie en exploitatie activiteiten. Zie hoofdstuk 5 voor een
(doel, aanpak,
uitwerking van deze activiteiten.
Novay
UT
M12 Derden
Totaal
taken) T5.1 – Algemene projectcommunicatie Partners: Enschede (leider), Novay, UT, Onebigagency Deze taak is verantwoordelijk voor algemene projectcommunicatie en disseminatie van resultaten (in de vorm van bijvoorbeeld wetenschappelijke publicatie). T5.2 – Productcommunicatie / marketing, Onebigagency Partners: Enschede (leider), Novay, UT Deze taak omvat de marketing van i-Zone. Ook zal binnen deze taak de communicatie voor de prijsvraag (zie T2.6) plaatsvinden. T5.3 – Businessmodel Partners: Enschede (leider), Novay, UT, Onebigagency Deze taak gaat na hoe de basisdiensten van het project na afloop kostenneutraal kunnen worden geëxploiteerd.
Resultaten
Risico’s
28
D5.1
Business model voor i-Zone
M8
D5.2
Communicatieplan + uitvoer
M1-12
D5.3
Marketingplan + uitvoer
M8-12
D5.4
Communicatieplan voor prijsvraag + uitvoer
M3-6
Budget voor communicatie en voor marketing is krap.
NOVAY
3.7
DELIVERABLES EN TIJDSPLANNING
Nr.
Deliverable
Planning
D0.1
Projectplan (document) + operationalisering
M0-M12
D0.2
Bundeling diverse management rapportages (document)
M12
D1.1
Architectuur en interface specificaties
M3
D1.2
Reference platform versie 1.0
M3
D1.3
Reference platform versie 1.1
M6
D1.4
Production platform versie 1.0 (aanbesteed)
M9
D1.5
Production platform versie 1.1 (aanbesteed)
M11
D1.6
Basis verkeersmodel
M3
D1.7
Geavanceerd verkeersmodel
M6
D1.8
iPhone mobiliteit monitoring
M3
D1.9
Android mobiliteit monitoring
M3
D1.10
Basis persoonlijke mobiliteit herkenning
M3
D1.11
Geavanceerde persoonlijke mobiliteit herkenning
M6
D2.1
Basis reisplanner
M6
D2.2
Persoonlijke mobiliteit status applicatie
M6
D2.3
Inter-persoonlijke mobiliteit vergelijking
M6
D2.4
Basis experience sampling applicatie
M6
D2.5
Persoonlijke multi-modale reisadviseur (aanbesteed)
M9
D2.6
Mobiliteit matchmaker (aanbesteed)
M9
D2.7
Mobiliteit game (aanbesteed)
M9
D2.8
Uitschrijving prijsvraag
M6
D2.9
Toelating prijsvraag applicaties
M9
D2.10
Prijsvraag applicatie beoordeling
M12
D3.1
Pre-evaluatie
M3
D3.2
Evaluatie en gedrag van gebruikers
M12
D3.3
Evaluatie van het effect van i-Zone als geheel
M12
D4.1
Production platform uitvraag
M3
D4.2
Production platform gunning
M6
D4.3
Production platform acceptatie
M9
D4.4
Persoonlijke multi-modale reisadviseur uitvraag
M3
D4.5
Persoonlijke multi-modale reisadviseur gunning
M6
D4.6
Persoonlijke multi-modale reisadviseur acceptatie
M9
D4.7
Mobiliteit matchmaker uitvraag
M3
D4.8
Mobiliteit matchmaker gunning
M6
D4.9
Mobiliteit matchmaker acceptatie
M9
29
Nr.
Deliverable
Planning
D4.10
Mobiliteit game uitvraag
M3
D4.11
Mobiliteit game gunning
M6
D4.12
Mobiliteit game acceptatie
M9
D4.13
IPR afspraken
M3
D4.14
Privacy reglement
M3
D5.1
Business model voor i-Zone
M8
D5.2
Communicatieplan + uitvoer
M1-12
D5.3
Marketingplan + uitvoer
M8-12
D5.4
Communicatieplan voor prijsvraag + uitvoer
M3-6
30
NOVAY
4 Project management 4.1
PROJECTORGANISATIE EN MANAGEMENT
Het werk in het Incentive Zone Enschede project wordt uitgevoerd in werkpakketten (zie hoofdstuk 2). Deze bestaan ieder uit een logisch bij elkaar horende verzameling activiteiten die nodig zijn om het project als geheel succesvol uit te voeren. Ieder werkpakket wordt geleidt door een werkpakketleider. Deze is verantwoordelijk voor het op tijd opleveren van de resultaten van dat werkpakket en voor de kwaliteit van de resultaten. Dit betekent natuurlijk niet dat hij/zij ook al het werk uitvoert. Qua management is een werkpakketleider verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang in zijn/haar werkpakket, het tijdig signaleren en rapporteren van problemen en het actief deelnemen aan overleggen van het project management team (zie hieronder).
De projectmanager is verantwoordelijk voor het besturen van het hele project. Hij is ook de officiële link tussen het project en de opdrachtgever (Gemeente Enschede). De projectmanager leidt het project management team (PMT), wat in dit project bestaat uit de leiders van de werkpakketten en/of vertegenwoordigers van partners. De PMT is verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang van het hele project, voor het op tijd opleveren van uitstekende resultaten en voor dagelijks management.
Tabel 3 toont de personele invulling voor de PMT en de vertegenwoordigers van de partners. De werkpakketten staan beschreven in hoofdstuk 2.
Tabel 3: Samenstelling van het projectmanagementteam. Rol
Persoon
Partner
Algemeen projectleider (WP0)
Marcel Meeuwissen
Enschede
Projectsecretaris
Benjamin Groenewolt
Enschede
WP1 leider (platform)
Johan Koolwaaij
Novay
WP2 leider (applicaties)
Kees van der Neut
Enschede
WP3 leider (evaluatie)
Eric van Berkum
UT
WP4/5 leider (juridisch, communicatie)
Vera Dethmers
Enschede
Projectleider Novay
Wouter Teeuw
Novay
De PMT komt in de regel tweewekelijks doch tenminste één maal per maand bij elkaar, fysiek. Naast PMT besprekingen organiseren we ook projectbesprekingen met het hele project. Deze zullen plaatsvinden op natuurlijke mijlpalen in de planning (typisch elke 3 maanden).
4.2
KWALITEITSCONTROLE
Het project heeft ter verhoging van de kwaliteit gekozen voor een adviesraad die als klankboord dient voor het project. Binnen de adviesraad zijn wetenschap, ondernemerschap en regionale belangen vertegenwoordigd,
31
waarmee we een gedegen inbedding van het project in regionale roadmaps beogen. De adviesraad komt aan het eind van elke fase bijeen, reviews de deliverables en geeft advies met het oog op bijsturing in de volgende fase. Omdat er geen sprake moet zijn van belangenverstrengeling ten aanzien van bijvoorbeeld de aan te besteden diensten, zal de adviesraad in de loop van het traject nader worden ingevuld en/of worden gewijzigd.
4.3
RISICO’S EN BEHEERSMAATREGELEN
Het project kent een aantal taken die worden uitbesteed of waar offertes voor worden aangevraagd. Hier ligt een risico’s of wel de goede partners worden gevonden, hoeveel doorlooptijd daarvoor nodig is, en of de budgetten (stelposten) hiervoor staan toereikend zijn. Dit zal continue gemanaged moeten worden.
Ook de beschikbaarheid van bronnen en de eventuele kosten hiervan zijn een risicofactor (zie WP1). Daarnaast zit het hele project onder een aanzienlijke tijdsklem en is de aard van het project dusdanig dat op voor hand geen garantie op succes kan worden geboden.
Daarom zal in ieder geval een zekere basis worden ontwikkeld die in ieder geval bestaat uit: -
een mobiele mobiliteitsmonitor (voor android, i-phone) die gebruikt kan worden voor het gemeentebreed monitoren van de mobiliteitssituatie.
-
een website met hierop de verkeerssituatie in Enschede
Deze onderdelen hebben in ieder geval hun nut, ook als de overige aspecten van de i-Zone pas in een later stadium tot volle wasdom komen.
4.4
PARTNERS EN HUN ROLLEN
De rollen van de partners staan beschreven bij de verschillende werkpakketten.
32
NOVAY
5 Disseminatie en exploitatie 5.1
PR ACTIVITEITEN
De resultaten van het project worden zo breed mogelijk verspreid, waarbij we denken aan fora als onder andere Eurocities, Civitas. Dit is mede in het kader van het eerder genoemde project SUNSET ook geëist door de Europese Commissie. Ook kan het project resulteren in wetenschappelijke publicaties.
5.2
EXPLOITATIE
Hoe na afloop van het project verder dient te worden gegaan met betrekking tot de exploitatie van resultaten is onderdeel van het project zelf (WP5). Hier is overleg voor nodig met commerciële partners (d.w.z. de dienstenaanbieders), en ook kan de adviesgroep een rol spelen.
5.3
DEMONSTRATIE
Het project resulteert in concrete diensten. Via prototypes kan in eerdere fases een demonstratie applicatie worden gerealiseerd. Deze is dan vooral bedoeld om initiële feedback te krijgen van gebruikers.
5.4
INTELLECTUAL PROPERTY RIGHTS (IPR)
Bestaand intellectueel eigendom (‘background IPR’) dat door partners wordt ingebracht blijft hun eigendom. Voor afspraken over het in het project ontwikkelde intellectueel eigendom (‘foreground IPR’), het ontwikkelde basisplatform en de te ontwikkelen applicaties zullen nadere afspraken worden gemaakt tussen opdrachtgever (Gemeente Enschede) en de opdrachtnemers. De insteek is in ieder geval dat de basisdiensten, dat wil zeggen het platform dat voorziet in de basale informatie over bijvoorbeeld de verkeerssituatie, zo open mogelijk is.
Bij de diensten zelf speelt vooral het business model en wie hier de exploitatiekosten voor zijn rekening neemt. De voorkeur ligt daarin dat de ontwikkelaars van de diensten deze zelf exploiteren en eventueel eraan verdienen. Dit maakt hen gedreven diensten te ontwikkelen. Dit veronderstelt echter ook dat ze zelf investeren.
33